Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten
|
|
- Nora Lambrechts
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten Onderzoek naar de wijze waarop de rechten van slachtoffers met betrekking tot het spreekrecht, de schriftelijke slachtofferverklaring en de vordering tot schadevergoeding middels voeging worden geschonden en in hoeverre deze schendingen middels een remedie kunnen worden hersteld waardoor deze slachtofferrechten worden gewaarborgd in het Nederlandse straf(proces)recht. door E.M.F. Deug (ANR ) Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht te verdedigen tegenover de Examencommissie van de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Tilburg (prof. mr. M.S. Groenhuijsen en mr. S.R.B. Walther) op 29 augustus 2014 om 16:00 uur
2 Voorwoord Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten Onderzoek naar de wijze waarop de rechten van slachtoffers met betrekking tot het spreekrecht, de schriftelijke slachtofferverklaring en de vordering tot schadevergoeding middels voeging worden geschonden en in hoeverre deze schendingen middels een remedie kunnen worden hersteld waardoor deze slachtofferrechten worden gewaarborgd in het Nederlandse straf(proces)recht. Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht Universiteit van Tilburg Tilburg Law School Naam: Examencommissie: E.M.F. Deug prof. mr. M.S. Groenhuijsen (eerste lezer) mr. S.R.B. Walther (tweede lezer) Master Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht Studierichting: Datum: 29 augustus 2014 Adres: Hennequinstraat NK 's-hertogenbosch Telefoonnummer: +31 (0) adres: elsemiek.deug@gmail.com; e.m.f.deug@tilburguniversity.edu ANR:
3 Voorwoord Voorwoord Voor u ligt mijn masterscriptie waarmee ik mijn jaren als student Rechtsgeleerdheid definitief afsluit. Reeds kort na aanvang van mijn studie werd al snel duidelijk dat mijn interesse vooral ligt bij het strafrecht. Het straf(proces)recht gaat over mensen. Op grond van veel regels wordt besloten wat er moet gebeuren met diegenen die een misstap hebben begaan. Bij het strafrecht ligt de focus dan ook op hen: de verdachten en veroordeelden. In deze scriptie ligt de focus bewust op een ander deel van het spectrum: het slachtoffer en diens rechten. De keuze voor dit onderwerp is mede ingegeven door de inspirerende hoorcolleges strafprocesrecht van de heer Groenhuijsen. Mede hierdoor was mijn interesse gewekt waardoor ik meer ben gaan lezen over dit onderwerp. Juist omdat tijdens de opleiding de positie van de verdachte en de dader vooral centraal staan, wilde ik graag door middel van mijn onderzoek het straf(proces)recht bekijken vanuit de positie van het slachtoffer. In de beginfase van mijn onderzoek had ik het geluk te worden uitgenodigd door de heer Groenhuijsen om te brainstormen over mijn onderzoeksvoorstel. Uit dit gesprek vloeide een fantastisch scriptieonderwerp voort en tevens de toezegging van de heer Groenhuijsen om mij te gaan begeleiden. Graag wil ik dan ook dit voorwoord gebruiken om de heer Groenhuijsen te bedanken voor zijn begeleiding aangezien hij doorgaans geen studenten ondersteunt bij het schrijven van hun mastersciptie. Geachte heer Groenhuijsen, beste Marc, hartelijk bedankt voor uw begeleiding, uw tijd, de inspirerende gesprekken en het delen van uw kennis en visie over dit onderwerp. Het schrijven van deze scriptie heeft hierdoor voor mij een bijzondere lading gekregen. Elsemiek Deug 's-hertogenbosch, augustus
4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding Doel van het onderzoek Afbakening Hoofdstukindeling Hoofdstuk 2 Slachtofferrechten in de theorie en de praktijk De ontwikkeling van de positie van het slachtoffer en diens huidige rechten Het spreekrecht De schriftelijke slachtofferverklaring De vordering van de benadeelde partij Voorwaarden ontvankelijkheidvordering benadeelde partij Benadeelde partij in hoger beroep Benadeelde partij in cassatie Toepassing art. 80a RO Problematiek omtrent het spreekrecht en de schriftelijke slachtofferverklaring De problemen in de praktijk omtrent de vordering van de benadeelde partij De vordering van de benadeelde partij wordt vergeten in eerste aanleg De vordering van de benadeelde partij wordt vergeten in tweede aanleg De benadeelde partij en de toepassing van art. 80a RO Tot slot Hoofdstuk 3 De grenzen van een remedie in het Nederlandse straf(proces)recht Onderverdeling van soorten procesvormen Onderverdeling 1: Inquisitoir en accusatoir procesrecht Onderverdeling 2: De alternatieve indeling van Damaška Hierarchical authority en coordinate authority Policy implementing type of procedure en conflict-solving type of procedure Toepassing Remedies vs. doelen en uitgangspunten van het Nederlandse strafprocesrecht Het slachtoffer als procespartij of procesdeelnemer? Slachtofferrechten: participatierechten of procedurele bevoegdheden? Participatierechten: processuele aanspraken of processuele bevoegdheden? Processuele bevoegdheid in enge en in ruime zin De rechten van de verdachte Het recht op een processuele bevoegdheid in ruime zin om participatierechten te doen gelden
5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 4 Slachtofferrechten in Oregon (VS) Introductie Amerikaanse rechtssysteem De positie van het slachtoffer in het Amerikaanse rechtssysteem Rechten en de positie van het slachtoffer in Oregon (VS) Aanwezigheidsrecht en het spreekrecht Recht op schadevergoeding Recht op een remedie State of Oregon v. Barrett State of Oregon v. Thompson Afbakening recht op een remedie Conviction Adjudication A ruling of a court Conclusie Hoofdstuk 5 Remedies voor slachtoffers in het Nederlandse strafprocesrecht Gevolg van onderverdelingen van verschillende procesvormen De verschillen en overeenkomsten tussen Oregon en Nederland Vernieuwde strafoplegging in Nederland mogelijk? Verloop van de rechtszitting Ne bis in idem Remedie niet strijdig met het ne bis in idem beginsel Remedie strijdig met het ne bis in idem beginsel Toepassing mogelijkheden voor nieuwe zitting strafoplegging als remedie Optie A: nieuwe zitting omtrent de strafoplegging na de uitspraak van de rechter Optie A: indien Nederland overgaat naar een tweefasenproces Optie B: nieuwe zitting omtrent de strafoplegging als een speciale procedure in de wet Optie C: het onderzoek ter terechtzitting heropenen Uitzondering bij politierechterzaken Tussenconclusie mogelijkheden voor nieuwe zitting strafoplegging als remedie Andere mogelijkheden voor remedies naar aanleiding van hoofdstuk drie Het slachtoffer wordt niet (tijdig) opgeroepen voor de zitting Benadeelde partij niet (tijdig) geïnformeerd over de voegingsmogelijkheid De eisen van art. 51e lid 1 Sv en de schriftelijke slachtofferverklaring Vordering benadeelde partij vergeten door de rechter in eerste aanleg De gevallen waarin geen hoger beroep wordt ingesteld De toepassing van art. 80a RO en de vordering van de benadeelde partij waarover niet is beslist in tweede aanleg
6 Inhoudsopgave De gevallen waarin geen beroep en cassatie wordt ingesteld Algemene aanbeveling Hoofdstuk 6 Conclusie Literatuurlijst Bijlagen...83 Bijlage I Vragen aan Slachtofferhulp Nederland over schriftelijke slachtofferverklaring Bijlage II Antwoorden van Slachtofferhulp Nederland over schriftelijke slachtofferverklaring Bijlage III Constitution of Oregon Article I Section 42. Rights of victim in criminal prosecutions and juvenile court delinquency proceedings Bijlage IV Form a - Claim of violation of Crime Victims' Right(s) Bijlage V Vragen aan Ms. Gavin, executive director of the National Crime Victim Law Instiute (NCVLI), Oregon Bijlage VI Antwoorden van Ms. Gavin, executive director of the National Crime Victim Law Instiute (NCVLI), Oregon
7 Hoofdstuk 1 Inleiding Hoofdstuk 1 Inleiding Jenette is slachtoffer geworden van een overval in haar woning waarbij zij door haar overvaller bedreigd werd met de dood indien ze haar spullen niet zou afgeven. Tot op heden ondervindt Jenette nog steeds de gevolgen van deze traumatische gebeurtenis, ook al is het bijna een jaar geleden gebeurd. De verdachte werd een dag na de overval opgepakt en over een paar weken zal hij voor de rechter moeten verschijnen. Jenette zou graag gebruik willen maken van het spreekrecht tijdens de zitting maar ze weet niet precies wanneer de strafzaak zal plaatsvinden. Uiteindelijk wordt de strafzaak zonder de aanwezigheid van Jenette afgedaan. De overvaller heeft acht jaar gevangenisstraf gekregen. Hoewel Jenette blij is dat de dader is veroordeeld, had ze graag bij de afdoening van de zaak aanwezig willen zijn en haar spreekrecht willen uitoefenen. Ze had hem willen vertellen wat hij haar heeft aangedaan en wat de gevolgen zijn geweest van zijn handelen. Misschien had de dader tegen haar kunnen zeggen dat hij spijt had van zijn daad. Jenette denkt dat als zij wel aanwezig zou zijn geweest bij de zitting en had kunnen spreken tegen de rechter en de verdachte, dit haar had kunnen helpen bij de verwerking van het gepleegde misdrijf jegens haar. 1 Slachtofferrechten. Vandaag de dag wordt steeds meer aandacht besteed aan de positie van slachtoffers in het Nederlandse straf(proces)recht. Zo is er onlangs een wetsvoorstel ingediend om slachtoffers een adviesrecht te geven naast het spreekrecht 2, wordt er gepleit voor meer rechten van slachtoffers 3 en is er meer media-aandacht voor slachtoffers van misdrijven. De ontwikkeling van slachtofferrechten is begonnen in de jaren tachtig. 4 Sinds die tijd trad er mondjesmaat een bewustwording op ten aanzien van de positie van het slachtoffer in het strafproces en de rechten van slachtoffers. Op 1 januari 2011 is de Wet versterking positie slachtoffers in het strafproces in werking getreden. 5 Het slachtoffer heeft door deze wetswijziging een eigen titel (Titel IIIA) gekregen in het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) en zijn er verschillende rechten wettelijk verankerd in de wet. Tevens is op 25 oktober 2012 een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot stand gekomen. Deze richtlijn dient tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten 6 en het kaderbesluit inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure vervangen. 7 De aangenomen richtlijn, die lidstaten dwingt tot het 1 Fictieve casus. 2 Rijksoverheid, 'Wetsvoorstel ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces', 5 oktober 2013, (geraadpleegd 20 mei 2014). 3 R. Korver, Recht van spreken, Amsterdam/Antwerpen: De Arbeidspers M.S. Groenhuijsen, 'Het slachtoffer in het brandpunt van dynamiek en stabiliteit van het systeem van strafprocesrecht, in: A.E. Harteveld, D.H. de Jong & E.F. Stamhuis (red.), Systeem in ontwikkeling. Liber amicorum G. Knigge, Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2005, p Wet van 17 december 2009, Stb.2010, Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van kaderbesluit 2001/220/JBZ. 7 Kaderbesluit 2001/220/JBZ van de Raad van 15 maart 2001 inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure. 7
8 Hoofdstuk 1 Inleiding implementeren van minimumnormen ter bescherming van het slachtoffer, en het huidige Wetboek van Strafvordering, dat bepaalde rechten toekent aan Nederlandse slachtoffers, hebben het volgende gemeen: beiden voorzien niet in de mogelijkheid om geschonden slachtofferrechten te herstellen en vastgestelde slachtofferrechten te waarborgen in de wet. Er is immers een verschil tussen je recht hebben en je recht krijgen. Deze constatering leidt tot de volgende centrale onderzoeksvraag: Op welke wijze worden de rechten van slachtoffers met betrekking tot het spreekrecht, de schriftelijke slachtofferverklaring en de vordering tot schadevergoeding middels voeging geschonden en in hoeverre is het mogelijk dat deze schendingen kunnen worden hersteld middels een remedie, waardoor deze slachtofferrechten worden gewaarborgd in het Nederlandse straf(proces)recht? 1.1 Doel van het onderzoek De validiteit van bovenstaande onderzoeksvraag kan mede worden onderbouwd door middel van de masterthesis van Selman Adžović. De schrijver van deze thesis stelt dat er twee opties zijn als het gaat om het waarborgen van de rechten van slachtoffers. De eerste optie is een wetswijziging met als doel om het slachtoffer meer te laten participeren in de strafrechtelijke procedure. De tweede optie is in het geheel stoppen met de uitoefening van slachtofferrechten. Tevens stelt hij dat het kiezen voor één van deze twee opties beter is, dan door te gaan op de huidige wijze aangezien slachtofferrechten nu meer feel-goodrights" zijn. 8 Het stoppen met de uitoefening van slachtofferrechten is mijns inziens in het geheel geen optie. Daarom is het doel van deze scriptie te onderzoeken in hoeverre slachtofferrechten met betrekking tot het spreekrecht, de schriftelijke slachtofferverklaring en de vordering tot schadevergoeding middels voeging, worden geschonden. Indien bepaalde schendingen worden geconstateerd wordt het onderzoek gericht op de vraag in hoeverre deze schendingen kunnen worden hersteld door middel van een remedie. Een remedie in dit onderzoek moet worden gelezen als een mogelijkheid om op te komen tegen een schending. Het implementeren van remedies in de wet zal er tevens voor zorgen dat de rechten van slachtoffers worden gewaarborgd. Naast deze waarborging, zullen deze remedies mogelijk een zekere preventieve werking hebben, waardoor de rechten van slachtoffers op voorhand minder zullen worden geschonden. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van een rechtsvergelijking met de staat Oregon (Verenigde Staten). Voor deze rechtsvergelijking is gekozen omdat slachtoffers in Oregon recht hebben op een remedie. Aangezien een gedeelte van dit onderzoek zich richt op de vraag in hoeverre een remedie mogelijk is binnen het Nederlandse strafprocesrecht, kan het rechtssysteem van Oregon mogelijk als voorbeeld dienen voor Nederland. 8 Selman Adžović, The EU-Directive and the Third Wave of Victims Rights, Master Thesis Tilburg University 2013, p
9 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.2 Afbakening Het onderzoek zal zich alleen richten op slachtoffers die daadwerkelijk aangifte hebben gedaan van een delict. Dit met de reden dat er dan in ieder geval een slachtoffer in beeld is als de zaak wordt afgedaan door de rechter. Tevens zal het onderzoek zich uitsluitend richten op slachtoffers die vallen onder de kwalificatie van art. 51a Sv. In deze scriptie kunnen niet alle slachtofferrechten worden behandeld waardoor dit onderzoek zich zal richten op het spreekrecht, de schriftelijke slachtofferverklaring en de vordering tot schadevergoeding middels voeging. Hiervoor is gekozen omdat het spreekrecht tezamen met de schriftelijke slachtofferverklaring en de vordering van de benadeelde partij middels voeging verschillende doelen heeft in het strafproces. Hierdoor verschillen de problemen omtrent de handhaving van deze rechten in de praktijk mogelijk waardoor verschillende remedies worden belicht in deze scriptie. Voor het spreekrecht is gekozen omdat dit recht voor slachtoffers als een belangrijk recht kan worden gekwalificeerd. Zij kunnen middels het spreekrecht kenbaar maken wat de gevolgen zijn (geweest) van het gepleegde delict. Uit onderzoek 9 is gebleken dat het spreekrecht en de schriftelijke slachtofferverklaring ertoe kunnen bijdragen dat slachtoffers erkenning krijgen voor hetgeen hen is overkomen. Indien het slachtoffer niet in de gelegenheid wordt gesteld om te spreken, maar wettelijk wel het recht hiertoe heeft, is er geen mogelijkheid om dit geschonden recht te herstellen. 10 Juist omdat het bij het spreekrecht gaat om zware misdrijven 11 dient dit recht te worden gewaarborgd. Tezamen met het spreekrecht wordt vaak de schriftelijke slachtofferverklaring genoemd. De schriftelijke slachtofferverklaring is echter niet opgenomen in het Wetboek van Strafvordering. Slachtoffers kunnen er wel voor kiezen om een verklaring te laten opnemen in het dossier. Op deze wijze zijn zij daardoor in staat om kenbaar te maken wat de gevolgen zijn (geweest) van het gepleegde strafbare feit. Om deze reden wordt de schriftelijke slachtofferverklaring meegenomen in het onderzoek. Indien het slachtoffer schade heeft geleden door het strafbare feit, heeft deze de mogelijkheid om zich als benadeelde partij te voegen in het strafproces. Op deze manier kan het slachtoffer proberen zijn schade te verhalen bij de pleger van het delict. Uit een onderzoek 12 over het toekennen van een schadevergoeding door het Nederlandse Schadefonds is gebleken dat het ontvangen van een vergoeding voor de geleden schade voornamelijk een symbolische functie heeft. Door het ontvangen van een schadevergoeding voelt het slachtoffer zich erkend en wordt er een gevoel van gerechtigheid ervaren. De hoogte van de vergoeding speelt dus een minder grote rol maar de wijze waarop de schadevergoeding is toegekend is daarentegen wel van belang. 13 Hierdoor kan ook worden geconstateerd dat het belangrijk is dat de 9 K. Lens, A. Pemberton, M. Groenhuijsen, Het spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?, Tilburg: Intervict 2010, p Dit kan tevens leiden tot secundaire victimisatie. 11 Zie artikel 51e Sv. 12 J.D.W.E. Mulder, 'Compensatie na geweld: Wie krijgen er een vergoeding van het Schadefonds Geweldsmisdrijven en wat zijn de effecten van zo n financiële vergoeding?', Tilburg: Intervict 2009, p J.D.W.E. Mulder, Compensation The Victim's Perspective, Oisterwijk: Wolf Legal Publishers 2013, p
10 Hoofdstuk 1 Inleiding schadevergoedingsprocedures in het strafproces op een goede wijze verlopen voor slachtoffers. Indien er in deze procedure fouten worden gemaakt, dat moeten deze fouten kunnen worden hersteld binnen de strafprocedure. Dit laatste is tot op heden nog niet mogelijk waardoor slachtoffers zelf een zaak bij de civiele rechter moeten starten. 1.3 Hoofdstukindeling Dit onderzoeksrapport is onderverdeeld in zes (deel)vragen en deze vragen zullen in zes hoofdstukken worden behandeld. In het tweede hoofdstuk wordt ter inleiding aandacht besteed aan de ontwikkeling van de positie van het slachtoffer en diens rechten vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw. Vervolgens wordt onderzocht op welke wijze het spreekrecht, de schriftelijke slachtofferverklaring en de vordering tot schadevergoeding is geregeld in het Nederlandse strafprocesrecht. In het laatste gedeelte van het hoofdstuk wordt er aandacht besteed aan de vraag op welke wijze deze slachtofferrechten worden geschonden. In hoofdstuk drie wordt bekeken binnen welke grenzen van het Nederlandse strafproces een remedie zou kunnen worden ontwikkeld. Ter voorbereiding op de rechtsvergelijking met Oregon (V.S) is in dit hoofdstuk tevens aandacht besteed aan de onderverdeling van verschillende procesvormen. In het vierde hoofdstuk wordt het rechtssysteem van Oregon behandeld. In dit hoofdstuk staat de deelvraag centraal op welke manier het recht op een remedie is geregeld in Oregon. Ook wordt beschreven binnen welke grenzen het slachtoffer in Oregon recht heeft op een remedie. Vervolgens wordt in het vijfde hoofdstuk ingegaan op de vraag of het recht op een remedie, zoals vastgesteld in Oregon, mogelijk is in het Nederlandse rechtssysteem. Ook wordt in dit hoofdstuk de vraag behandeld of de geconstateerde schendingen van slachtofferrechten, zoals beschreven in hoofdstuk twee, kunnen worden hersteld middels een remedie. Vervolgens zullen in dit hoofdstuk aanbevelingen worden gedaan om slachtofferrechten middels een remedie te waarborgen in het Nederlandse rechtssysteem. Het laatste hoofdstuk geeft de conclusie weer en daarmee een antwoord op de centrale onderzoeksvraag. 10
11 Hoofdstuk 2 Slachtofferrechten in de theorie en de praktijk Hoofdstuk 2 Slachtofferrechten in de theorie en de praktijk In dit hoofdstuk zal in paragraaf 2.1 ter inleiding worden beschreven op welke wijze de positie van het slachtoffer vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw is veranderd. Tevens zullen kort de huidige rechten van het slachtoffer worden besproken. Aangezien in deze scriptie niet alle slachtofferrechten kunnen worden behandeld, zal vanaf paragraaf 2.2 alleen worden ingegaan op het spreekrecht, de schriftelijke slachtofferverklaring en de vordering van de benadeelde partij middels voeging. Eerst zullen de theoretische en wettelijke aspecten van deze slachtofferrechten worden behandeld waarna vanaf paragraaf 2.5 wordt ingegaan op de problemen die zich voordoen in de praktijk. 2.1 De ontwikkeling van de positie van het slachtoffer en diens huidige rechten Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is de positie van het slachtoffer in het strafprocesrecht aan veranderingen onderhevig. Voor een lange tijd was er echter voor het slachtoffer geen plaats in het strafproces en had het slachtoffer binnen het proces geen zelfstandige rol. 14 Zo was bijvoorbeeld tot niet vastgelegd op welke wijze moest worden omgegaan met slachtoffers in het strafprocesrecht en hing de bejegening van het slachtoffer af van de persoonlijke inzichten van de politie of de officier van justitie. 16 Door de Richtlijnen Vaillant uit 1986 en 1987 is hieraan een einde gekomen aangezien deze richtlijnen tot doel hadden een verplichte, correcte en zorgvuldige bejegening te bewerkstellingen voor slachtoffers van misdrijven. Dit resulteerde onder andere in informatieverstrekking aan het slachtoffer en het treffen van een schadevergoedingsregeling met de dader. 17 In 1988 werd de Commissie Wettelijke Voorziening Slachtoffers ingesteld onder leiding van mr. Terwee- van Hilten en werd er een rapport uitgebracht om de positie van het slachtoffer in het strafproces te versterken. Het advies van deze commissie heeft uiteindelijk geleid tot de Wet Terwee en de Richtlijn Terwee. 18,19 De Wet Terwee 20 is op 1 april 1995 landelijk is ingevoerd. 21 Door de inwerkingtreding van de Wet Terwee is onder andere de mogelijkheid tot schadevergoeding binnen het strafproces uitgebreid en is de schadevergoedingsmaatregel ingevoerd. 22 Ook de netwerkvorming bij de politie en het Openbaar Ministerie was een belangrijk onderdeel in de Wet en de Richtlijn Terwee, 14 S. van der Aa & M.S. Groenhuijsen, 'Slachtofferrechten in het strafproces: drie stapjes naar voren en een stapje terug?' Ars Aequi september 2012, p In 1986 trad de richtlijn De Beaufort in werking waarin de bejegening van slachtoffers van seksuele misdrijven centraal stond, Stcrt. 1986, A.C. Bijlsma, Praktijkboek slachtofferzorg De rol van het slachtoffer in het strafproces, Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2011, p Richtlijn Slachtofferbeleid in de circulaire van 1 april 1987, Stcrt. 1987, De richtlijn slachtofferzorg bij landelijke inwerkingtreding Wet-Terwee van 23 maart 1995, Stcrt 1995, 65 is in de plaats gekomen van de richtlijn Slachtofferbeleid in de circulaire van 1 april 1987, Stcrt. 1987, J.M. Wemmers, R. Rongen & P. Servais, Evaluatie Terwee - Slachtofferonderzoek Wet en Richtlijn Terwee, Den Haag: WODC 1994, p Ook wel genoemd als de Wet voorlopige regeling schadefonds geweldsmisdrijven en andere wetten met voorzieningen ten behoeve van slachtoffers van strafbare feiten. 21 Besluit van 30 maart 1995, Stb. 1995, Richtlijn slachtofferzorg bij landelijke inwerkingtreding Wet-Terwee van 23 maart 1995, Stcrt. 1995, 65, p
12 Hoofdstuk 2 Slachtofferrechten in de theorie en de praktijk waardoor de uitvoering van slachtofferzorg werd bevorderd. 23 Middels het kaderbesluit 'inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure' 24 uit 2001 werd ook op Europees niveau gewerkt aan het verbeteren van de positie van het slachtoffer in het strafprocesrecht. In 2004 werd echter door de Europese Commissie vastgesteld dat vrijwel geen enkel land voldeed aan het kaderbesluit. 25 Ter vervanging van het kaderbesluit is in 2012 de richtlijn tot 'vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten' in werking getreden. 26 Alle lidstaten dienen op uiterlijk 16 november 2015 aan het gestelde in de richtlijn te voldoen conform art. 27 lid 1 van de richtlijn. Op nationaal niveau heeft het wetsvoorstel van 15 maart 2001 door Kamerlid Dittrich geleid tot een nieuwe ontwikkeling in het Nederlandse strafprocesrecht. 27 Dit wetsvoorstel zorgde voor een wijziging van het Wetboek van Strafvordering waardoor slachtoffers sinds 1 januari het wettelijke recht hebben om tijdens de terechtzitting te mogen spreken. Vervolgens is op 9 juni 2005 een wetsvoorstel 29 ingediend waardoor op 1 januari 2011 de Wet versterking positie slachtoffers in het strafproces in werking getreden. 30 Door de inwerkingtreding van deze wet heeft het slachtoffer een eigen titel gekregen in het Wetboek van Strafvordering (titel IIIA). Indien iemand zich in de procedure stelt als slachtoffer, heeft deze binnen het strafprocesrecht verschillende rechten die hem toekomen. 31 Zo heeft het slachtoffer het recht om informatie te verkrijgen van- en om informatie te verstrekken aan de officier van justitie conform art. 51b Sv. Ook heeft het slachtoffer recht op een correcte bejegening, recht op rechtsbijstand en indien hij of zij de Nederlandse taal niet spreekt wordt het slachtoffer door een tolk bijgestaan ex art. 51c lid 3 Sv. Tevens heeft het slachtoffer recht op slachtofferhulp. 32 Door de Wet van 12 juli is het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafprocesrecht meer uitgebreid. Door deze wetswijziging is de kring van spreekgerechtigden uitgebreid. 34 Op 5 oktober 2013 is er een wetsvoorstel ingediend om slachtoffers naast het spreekrecht 23 J.M. Wemmers, R. Rongen & P. Servais, Evaluatie Terwee - Slachtofferonderzoek Wet en Richtlijn Terwee, Den Haag: WODC 1994, p Kaderbesluit 2001/220/JBZ van de Raad van 15 maart 2001 inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure. 25 Commission of the European Communities, The basis of Article 18 of the Counsil Framework Decision of 15 March 2001 on the Standing of Victims in Criminal Proceedings, Brussels: 16 februari 2004, COM (2004)54 final/2, 26 Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van kaderbesluit 2001/220/JBZ. 27 Kamerstukken II 2000/2001, , 1 en Wet van 21 juli 2004, Stb. 2004, 382 en besluit van 8 november 2004, Stb 2004, Kamerstukken II 2004/05, , Wet van 17 december 2009, Stb. 2010, 01 en Besluit van 13 juli, Stb. 2010, S. van der Aa & M.S. Groenhuijsen, Slachtofferrechten in het strafproces: drie stapjes naar voren en een stapje terug? Ars Aequi september 2012, p K. Lens, A. Pemberton & M.S. Groenhuijsen, Het spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?, Tilburg: Intervict 2010, p Kamerstukken II 2011/12, , 2 en Stb Kamerstukken II 2011/12, , 3, p
13 Hoofdstuk 2 Slachtofferrechten in de theorie en de praktijk ook een adviesrecht te geven. 35 Op 8 maart 2014 werd bekend gemaakt dat het wetsvoorstel met betrekking tot dit adviesrecht aan de Raad van State is voorgelegd. 36 Tot slot beoogt het wetsvoorstel van 27 mei 2014 dat de vergoeding van schade door letsel en overlijden wordt verruimd voor slachtoffers en nabestaanden. Indien dit wetsvoorstel wordt aangenomen krijgen slachtoffers en nabestaanden de mogelijkheid om onder bepaalde omstandigheden zorgkosten (zoals verzorging en verpleging) vergoed te krijgen. Ook voorziet dit wetsvoorstel in de mogelijkheid dat slachtoffers en nabestaanden zich in het strafproces kunnen voegen voor een vergoeding van affectieschade Het spreekrecht Het spreekrecht, maar ook de schriftelijke slachtofferverklaring 38 geeft het slachtoffer 39 de mogelijkheid om de gevolgen die het strafbare feit hebben (gehad) kenbaar te maken aan het Openbaar Ministerie, de rechter, alsook aan de verdachte. Uit onderzoek 40 is gebleken dat het spreekrecht bijdraagt aan het gevoel van erkenning dat slachtoffers krijgen voor hetgeen hen is overkomen. Ook ervaren slachtoffers dat de uitoefening van het spreekrecht bijdraagt aan de emotionele verwerking van het delict. 41 Conform de Memorie van Toelichting 42 draagt het spreekrecht bij aan het verwezenlijken van verschillende doelen. Het spreekrecht heeft een speciale preventieve werking. omdat de verdachte door een slachtofferverklaring een beter beeld krijgt van wat hem wordt verweten en wat de gevolgen zijn (geweest) van zijn handelen. Hierdoor wordt (mogelijk) de kans op recidive verkleind. Tevens draagt het spreekrecht bij aan de informatievoorziening voor de rechter en aan de waarheidsvinding. 43 Ook de Memorie van Toelichting stelt dat het spreekrecht kan bijdragen aan het verwerken van de gevolgen van het misdrijf en het herstel van emotionele schade. 44 Het slachtoffer heeft conform 35 Rijksoverheid, 'Wetsvoorstel ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces', 5 oktober 2013, 36 Rijksoverheid, 'Kabinet: adviesrecht voor slachtoffers misdrijven', 37 Rijksoverheid, 'Memorie van toelichting wetsvoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade, p. 1, Rijksoverheid, 'Wetsvoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade', 38 Zie hiervoor paragraaf 2.3, p Conform art. 51a lid 1 Sv, als het slachtoffer is komen te overlijden is art. 51d Sv van toepassing. 40 K. Lens, A. Pemberton & M.S. Groenhuijsen, Het spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?, Tilburg: Intervict 2010, p Mr., 'Spreekrecht voor slachtoffers overwegend positief beoordeeld', 1 november 2010, (geraadpleegd op 1 juni 2013). 42 Kamerstukken II 2000/01, , Ondanks dat de MvT stelt dat het spreekrecht kan bijdragen aan de waarheidsvinding, stel ik daarbij mijn kanttekeningen. Hetgeen wat door het slachtoffer middels het spreekrecht wordt verklaard, kan niet als bewijsmiddel worden gebruikt. Op grond van bijvoorbeeld HR 6 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BR1149 kan de verklaring wel bijdragen aan de straftoemeting. 44 Kamerstukken II 2000/01, , 3, p
14 Hoofdstuk 2 Slachtofferrechten in de theorie en de praktijk art. 51e lid 1 Sv j o art. 302 Sv het recht om te spreken op de zitting. 45 Het spreekrecht strekt zich uit tot misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld. Tevens noemt art. 51e lid 1 Sv nog verschillende specifieke misdrijven waarbij het slachtoffer het recht heeft om te mogen spreken. Het slachtoffer mag zich ter zitting alleen uitspreken over wat de gevolgen zijn geweest van het tenlastegelegde feit. Er wordt daarom ook wel gesproken over een victims' statement of impact. 46 Dit impliceert dat hetgeen ter zitting wordt verklaard door het slachtoffer niet mag worden gebruikt als bewijs voor het tenlastegelegde feit. 47 Ook mag het slachtoffer zich (tot op heden 48 ) niet uitlaten over de schuldvraag en de strafmaat. Wel kan de mondeling afgelegde verklaring van het slachtoffer enige bijdrage leveren aan de straftoemeting. 49 In beginsel heeft alleen het (directe) slachtoffer het recht om te spreken, alsook de mogelijkheid om een slachtofferverklaring in te dienen. 50 Indien het slachtoffer door het strafbare feit om het leven is gekomen, heeft één van de nabestaanden het recht om te spreken. 51 Wel hebben alle nabestaanden de mogelijkheid om een schriftelijke slachtofferverklaring in te dienen. 52 Op grond van art. 260 Sv dient de officier van justitie het slachtoffer (of diens nabestaanden) op te roepen voor de zitting. De rechter kan het slachtoffer ex art. 302 Sv j o art. 303 lid 1 Sv horen op de terechtzitting. Het moment waarop het slachtoffer op de zitting mag spreken is niet wettelijk vastgelegd. In een rapport van Slachtofferhulp wordt gesteld dat de meningen verdeeld zijn over het moment wanneer het slachtoffer 45 Indien het slachtoffer wil spreken dient deze dit kenbaar te maken aan de officier van justitie voor de aanvang van de zaak zodat de officier van justitie het slachtoffer ex art. 51e lid 1 tweede volzin kan worden opgeroepen. 46 Kamerstukken II 2000/01, , 3, p HR 11 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR2359, r.o Op 5 oktober 2013 werd het eerste wetsvoorstel ingediend om het spreekrecht van het slachtoffer te verruimen middels een adviesrecht. Door het adviesrecht wordt het slachtoffer in staat worden gesteld zich uit te laten over de vragen van art. 350 Sv. In art. 350 Sv gaat het om het bewijs van het strafbare feit, de schuld van de verdachte en de strafoplegging. Voor de behandeling van dit wetsvoorstel is in deze scriptie geen ruimte omdat deze behandeling niet bijdraagt aan het antwoord op de onderzoeksvraag. Toch moet er een woord aan worden gewijd omdat mijns inziens dit wetsvoorstel veel te ver gaat. Deze verruiming van het spreekrecht verlaat naar mijn mening de grondslag van het spreekrecht en de doelen waarvoor het spreekrecht oorspronkelijk was ingesteld. Tevens kan de voorgestelde verruiming de kans op secundaire victimisatie vergroten. Conform het wetsvoorstel is het namelijk ook mogelijk dat het slachtoffer door de verdediging kan worden ondervraagd. Het slachtoffer wordt mijns inziens daardoor meer een partij in het geding. Het feit dat het slachtoffer zich mag gaan uitlaten over kwesties als bewijs en strafmaat stroken naar mijn mening ook niet met de uitgangspunten van het Nederlandse straf(proces)recht. Het is immers de feitenrechter die belast is met de selectie en de waardering van de bewijsmiddelen evenals de (motivering omtrent de) strafoplegging. Een straf zal voor een slachtoffer waarschijnlijk nooit hoog genoeg en het leed van het slachtoffer zal door het bestraffen van de dader niet kunnen worden weggenomen. Mijns inziens zal het adviesrecht daarom ook kunnen leiden tot verwachtingen bij het slachtoffer die niet kunnen worden waargemaakt. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan de rechter die geheel een andere straf heeft opgelegd dan het slachtoffer had geadviseerd. De huidige rechten zoals deze nu in het Wetboek van Strafvordering zijn neergelegd worden tot op de dag vandaag nog niet altijd nageleefd. Voordat gedacht kan worden aan (enige) uitbreiding van slachtofferrechten dient eerst te worden geïnvesteerd in het volledig naleven van de huidige slachtofferrechten. 49 HR 6 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BR1149, r.o F.F. Langemeijer, Het slachtoffer en het strafproces, Kluwer: Deventer 2010, p ex art. 51e lid 3 Sv j o art. 302 lid 2 Sv. 52 Aanwijzing Slachtofferzorg (2010A0269) van 1 januari 2011, Strct nr (21 december 2010). 14
15 Hoofdstuk 2 Slachtofferrechten in de theorie en de praktijk het beste kan spreken. 53 In de praktijk krijgt het slachtoffer vaak de gelegenheid tot spreken nadat de feiten zijn behandeld en voordat de officier van justitie het requisitoir houdt. 54 In een rapport genaamd Slachtoffer en de rechtspraak, geschreven door een werkgroep binnen de rechtspraak in opdracht van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) en de Raad voor de rechtspraak (hierna: rapport Slachtoffer en de rechtspraak), wordt de voorkeur gegeven aan het spreken ná de behandeling van de feiten, en vóór de behandeling van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. 55 Sommigen pleiten ervoor dat het spreekrecht aan het begin van de zitting wordt uitgeoefend, zodat het slachtoffer nog niet is belast met het gehele verloop van de zitting. Anderen stellen dat het slachtoffer pas zou mogen spreken nadat de verdachte schuldig is bevonden omdat het spreekrecht niet past bij het verloop van de zitting indien de verdachte het strafbare feit ontkent en de schuldvraag nog niet is beantwoord De schriftelijke slachtofferverklaring Het slachtoffer heeft sinds ook de mogelijkheid om een schriftelijke slachtofferverklaring op te laten nemen in het strafdossier. Een schriftelijke slachtofferverklaring kan worden opgesteld door slachtoffers die geen gebruik wensen te maken van het spreekrecht. Slachtoffers kunnen er ook voor kiezen om een schriftelijke verklaring te laten opnemen in het dossier en te spreken op de zitting. 58 Indien het slachtoffer een schriftelijke slachtofferverklaring wil toevoegen aan het dossier, dient deze uiterlijk twee weken voor de zitting te zijn verstuurd naar het Openbaar Ministerie. 59 Uit onderzoek is gebleken dat er ter zitting ook aandacht wordt besteed aan een schriftelijke slachtofferverklaring, door zowel rechters als officieren van justitie, indien geen speekgerechtigde zich heeft gemeld. 60 De schriftelijke slachtofferverklaring kent, in tegenstelling tot het spreekrecht, geen wettelijke verankering in het Wetboek van Strafvordering. Er lijkt enige verwarring te bestaan over de vraag of de opname van de schriftelijke slachtofferverklaring in het strafdossier gebonden is aan de eisen van art. 51e lid 1 Sv. In het rapport Slachtoffer en de rechtspraak wordt gesteld dat door het ontbreken van 53 S.B.L. Leferink & K.H. Vos, Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring: recht of kans? Een onderzoek naar het Victim Impact Statement in de praktijk van het Nederlandse strafrecht, Utrecht: Slachtofferhulp Nederland 2008, p S.B.L. Leferink & K.H. Vos, Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring: recht of kans? Een onderzoek naar het Victim Impact Statement in de praktijk van het Nederlandse strafrecht, Utrecht: Slachtofferhulp Nederland 2008, p J. Candido e.a., 'Slachtoffer en de rechtspraak. Handleiding voor de strafrechtspraktijk', de Rechtspraak: december 2013, Rechtspraak.pdf, p S.B.L. Leferink & K.H. Vos, Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring: recht of kans? Een onderzoek naar het Victim Impact Statement in de praktijk van het Nederlandse strafrecht, Utrecht: Slachtofferhulp Nederland 2008, p Kamerstukken II 2000/01, , nr K. Lens, A. Pemberton & M.S. Groenhuijsen, Het spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?, Tilburg: Intervict 2010, p Aanwijzing Slachtofferzorg (2010A0269), 1 januari 2011, Strct. 2010, nr (21 december 2010), p S.B.L. Leferink & K.H. Vos, Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring: recht of kans? Een onderzoek naar het Victim Impact Statement in de praktijk van het Nederlandse strafrecht, Utrecht: Slachtofferhulp Nederland 2008, p
16 Hoofdstuk 2 Slachtofferrechten in de theorie en de praktijk een wettelijke regeling omtrent de schriftelijke slachtofferverklaring, dit strikt genomen impliceert dat de schriftelijke slachtofferverklaring niet gebonden is aan de vereisten die gelden voor het spreekrecht conform art. 51e lid 1 Sv. 61 Conform deze zienswijze mag ieder slachtoffer betreffende ieder strafbaar feit een schriftelijke slachtofferverklaring indienen. 62 De rechter is ex art. 301 Sv niet gehouden om de slachtofferverklaring ter zitting voor te lezen, tenzij dit bijvoorbeeld wordt verlangd door de officier van justitie. 63 De schriftelijke slachtofferverklaring is conform deze zienswijze een processtuk en kan worden gebruikt als een bewijsmiddel. 64 Indien de rechter de verklaring gebruikt ter onderbouwing van de straftoemeting, dient de rechter de verklaring voor te houden aan de verdachte. In een rapport van Slachtofferhulp wordt echter gesteld dat de schriftelijke slachtofferverklaring wel gekoppeld is aan art. 51a lid 1 Sv. 65 Dit blijkt ook uit een informatieve folder uit 2012 die door Slachtofferhulp Nederland wordt verstrekt. 66 Wordt de visie van Slachtofferhulp Nederland gevolgd dan heeft het slachtoffer recht op een schriftelijke slachtofferverklaring indien er sprake is van een misdrijf waarop naar wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld of sprake is van een misdrijf dat specifiek genoemd staat in art. 51e lid 1 Sv. In paragraaf 2.5 wordt nader ingegaan op de verschillende zienswijzen aangaande de schriftelijke slachtofferverklaring. 2.4 De vordering van de benadeelde partij Als gevolg van een strafbaar feit hebben slachtoffers vaak materiële of immateriële schade opgelopen. De Wet Terwee heeft het mogelijk gemaakt dat slachtoffers zich als benadeelde partij kunnen voegen in het strafproces en de voegingsmogelijkheden voor de benadeelde partij zijn door deze wet verruimd. 67 Het uitgangspunt is dan ook dat de strafrechter zoveel mogelijk inhoudelijk over de vordering van de benadeelde partij beslist. 68 Middels een schadevergoeding wordt de benadeelde partij weer zoveel mogelijk in zijn oorspronkelijke vermogenssituatie hersteld als ware het dat het schade toebrengende strafbare feit niet heeft plaatsgevonden. 69 Conform art 334 lid 1 Sv kan de benadeelde partij bewijs overleggen zodat deze kan aantonen welke schade hij heeft opgelopen door het strafbare 61 J. Candido e.a., 'Slachtoffer en de rechtspraak. Handleiding voor de strafrechtspraktijk', de Rechtspraak: december 2013, Rechtspraak.pdf, p J. Candido e.a., 'Slachtoffer en de rechtspraak. Handleiding voor de strafrechtspraktijk', de Rechtspraak: december 2013, Rechtspraak.pdf. 63 J. Candido e.a., 'Slachtoffer en de rechtspraak. Handleiding voor de strafrechtspraktijk', de Rechtspraak: december 2013, Rechtspraak.pdf, p HR 11 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR2359, r.o S.B.L. Leferink & K.H. Vos, Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring: recht of kans? Een onderzoek naar het Victim Impact Statement in de praktijk van het Nederlandse strafrecht, Utrecht: Slachtofferhulp Nederland 2008, p Slachtofferhulp Nederland, 'Folders van slachtofferhulp Nederland' zie: Juridische ondersteuning - Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring, Slachtofferhulp-Nederland/, p. 4 (geraadpleegd op 2 mei 2014). 67 HR 17 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1968 (concl. A-G mr. Hofstee), RvdW 2014/140, r.o Kamerstukken II 2007/08, , F.F. Langemijer, Het slachtoffer en het strafproces, Deventer: Kluwer 2010, p
17 Hoofdstuk 2 Slachtofferrechten in de theorie en de praktijk feit. Ook kan de benadeelde partij haar vordering toelichten aan de rechter (lid 3). Binnen het strafrecht is het mogelijk dat de afhandeling van de schadevergoeding zowel voor- als tijdens het onderzoek ter terechtzitting plaatsvindt. Indien de zaak zelfstandig door de officier van justitie wordt afgedaan middels een strafbeschikking, beslist de officier van justitie ook over de ingediende vordering van de benadeelde partij. 70 Indien de officier van justitie de vervolging instelt, dan wordt de vordering van de benadeelde partij door de rechter ter zitting behandeld. In deze scriptie zal alleen de procedure worden besproken waarin de rechter de vordering behandelt. De benadeelde partij kan zich uiterlijk voordat het requisitoir van de officier van justitie aanvangt, zowel mondeling als schriftelijk voegen in het proces ex art. 51g lid 3 Sv. De verdediging dient echter wel op grond van art. 6 EVRM voldoende gelegenheid te krijgen om zich te kunnen voorbereiden op de vordering van de benadeelde partij Voorwaarden ontvankelijkheidvordering benadeelde partij De rechter heeft de mogelijkheid om zonder (inhoudelijk) onderzoek de benadeelde partij conform art. 333 Sv kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. De rechter kan hiertoe op voorhand besluiten indien duidelijk is dat de vordering van de benadeelde partij niet is toegespitst op het tenlastegelegde feit of als blijkt dat het feit niet 'ad informandum' is gevoegd. 71 Indien er geen sprake is van een kennelijke niet-ontvankelijkheid, dient er vervolgens aan de onderstaande voorwaarden te worden voldaan voordat de benadeelde partij ontvankelijk is in haar vordering: 1. Conform art. 361 lid 2 onder a Sv dient er een straf en/of een maatregel aan de verdachte te worden opgelegd. De schuldigverklaring zonder strafoplegging (art. 9a Sv) wordt hieraan gelijk gesteld. Dus indien de verdachte wordt vrijgesproken 72 of wordt ontslagen van alle rechtsvervolging, volgt er een niet-ontvankelijkheid van de vordering van de benadeelde partij. 73 Vervolgens moet het strafbare feit hebben gezorgd voor rechtstreekse schade bij de benadeelde ex art. 51f lid 1 Sv om zich te kunnen voegen in het strafproces. Er is sprake van rechtstreekse schade indien iemand is getroffen in een belang dat door de overtreden strafbepaling wordt beschermd. 74 In beginsel is de benadeelde partij dus het directe slachtoffer van het strafbare feit. Dit heeft tot gevolg dat in beginsel rechtsopvolgers of 70 Art. 257a lid 2 onder d Sv. 71 J. Candido e.a., 'Slachtoffer en de rechtspraak. Handleiding voor de strafrechtspraktijk', de Rechtspraak: december 2013, Rechtspraak.pdf, p HR 9 januari 2001, ECLI:NL:HR:2001:AA9368, r.o Indien de verdachte wordt vrijgesproken of wordt ontslagen van alle rechtsvervolging is er in beginsel sprake van een niet-ontvankelijke vordering van de benadeelde partij. Indien het feit de verdachte niet kan worden toegerekend wegens een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis, en de rechter legt de verdachte een maatregel op ex art. 37 Sr of art. 37a Sr dan is de benadeelde wel ontvankelijk in diens vordering. (HR 23 juni 1998, NJ 1998, 860). Conform art. 6:165 lid 1 BW kan de schade worden toegerekend aan de verdachte. 74 Raad voor de rechtspraak, Aanbevelingen civiele vordering en schadevergoedingsmaatregel m.b.t. de Wet Terwee en de Wet ter versterking van de positie van het slachtoffer, programma Stafsector: oktober 2011, p. 9. Deze rechtsregel vloeit voort uit o.a. HR 11 april 2006, ECLI:NL:HR:AV4007 en HR 22 april 2008, ECLI:NL:HR:BB
18 Hoofdstuk 2 Slachtofferrechten in de theorie en de praktijk andere (derde) belanghebbenden zich niet kunnen voegen als benadeelde partij omdat strafbepalingen (in het algemeen) alleen de positie beschermen van de direct betrokkenen. 75 Art. 51f lid 2 Sv wijkt af van bovenstaande regel indien het slachtoffer is overleden ten gevolge van het strafbare feit. Nabestaanden kunnen zich dan als benadeelde partij voegen in het strafproces. 2. Vervolgens moet het schade toebrengende strafbare feit zijn opgenomen in de tenlastelegging om een (voldoende) causaal verband tussen het strafbare feit en de schade te kunnen aannemen. 76 De schadetoebrengende gedraging moet (expliciet of impliciet) door de bewezenverklaring worden bestreken. Uit de tenlastelegging hoeft echter niet te blijken welke schade het feit heeft veroorzaakt Tot slot mag de vordering van de benadeelde partij conform art. 361 lid 3 Sv geen onevenredige belasting van het strafgeding met zich meebrengen. Wordt het strafgeding onevenredig belast door de vordering van de benadeelde partij, dan zal er een (gehele of gedeeltelijke) niet-ontvankelijkheid volgen. Indien op één of meer van de bovenstaande gronden een niet-ontvankelijkheid volgt, kan de benadeelde partij diens schade proberen te verhalen bij de civiele rechter. De strafrechter heeft immers nog geen inhoudelijk oordeel gegeven over de vordering van de benadeelde partij. 78 Indien aan alle voorwaarden is voldaan en de vordering ontvankelijk is verklaard, dient de rechter conform art. 361 lid 1 Sv de gegrondheid van de vordering te beoordelen. Dit betreft dus een inhoudelijk oordeel over de vordering van de benadeelde partij. Samen met het eindvonnis in de strafzaak doet de rechter een uitspraak over de vordering zoals staat in art. 335 Sv j o art. 361 lid 4 Sv. Voor zover de vordering door de rechter ontvankelijk is verklaard, kan de rechter de vordering volledig toewijzen, volledig afwijzen of gedeeltelijk toewijzen en daarmee dus gedeeltelijk afwijzen Benadeelde partij in hoger beroep De benadeelde partij heeft niet de mogelijkheid om zelfstandig in hoger beroep te gaan. Dit met de achterliggende reden dat de vordering van de benadeelde partij een accessoir karakter heeft en dat de vordering geen prominente rol mag hebben in het strafproces. 79 Het lot van de benadeelde partij hangt dus vooral af van wat de verdachte en het Openbaar Ministerie van plan zijn om met de zaak te doen. Onderstaand wordt weergegeven welke mogelijkheden er zijn voor de benadeelde partij in hoger beroep. 75 Kamerstukken II 2004/05, , Kamerstukken II 1989/90, , 3, p HR 18 april 2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU8117, NJ 2007, 295, m.nt. M.S. Groenhuijsen. 78 Slachtofferhulp Nederland, De positie van het slachtoffer in het strafproces, schadevergoeding (voegen), 2011, 3.7, (geraadpleegd op 15 februari 2014). 79 HR 17 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1968 (concl. A-G mr. Hofstee), RvdW 2014/140, r.o
19 Hoofdstuk 2 Slachtofferrechten in de theorie en de praktijk 1. De vordering van de benadeelde partij is toegewezen in eerste aanleg a. De verdachte en/of het Openbaar Ministerie gaan niet in hoger beroep: de vordering van de benadeelde partij krijgt daarmee kracht van gewijsde en dient ten uitvoer te worden gelegd. b. De verdachte en/of het Openbaar Ministerie gaan wel in hoger beroep: de toegewezen voeging van de benadeelde partij duurt van rechtswege voort conform art. 421 lid 2 Sv en zal in hoger beroep opnieuw worden beoordeeld. 2. De vordering van de benadeelde partij is (gedeeltelijk) niet toegewezen in eerste aanleg a. De verdachte en/of het Openbaar Ministerie gaan niet in hoger beroep: aangezien de benadeelde partij niet het zelfstandige recht heeft om in de strafprocedure in hoger beroep te gaan, dient deze ex art. 421 lid 4 Sv hoger beroep in te dienen bij de civiele rechter (gerechtshof) tegen het afgewezen deel van de vordering. Vervolgens heeft de benadeelde partij de mogelijkheid om zelfstandig cassatie in te stellen bij de civiele kamer van de Hoge Raad. 80 b. De verdachte en/of het Openbaar Ministerie gaan wel in hoger beroep: de benadeelde partij kan zich in het hoger beroep voegen ten aanzien van het afgewezen gedeelte van de vordering conform art. 421 lid 3 Sv. In hoger beroep wordt er door het hof opnieuw beslist over de ontvankelijkheid van de vordering. Indien de vordering ontvankelijk wordt verklaard, beslist het hof of de vordering al dan niet kan worden toegewezen 81 Indien de benadeelde partij zich niet (tijdig) voegt in hoger beroep, wordt de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering Benadeelde partij in cassatie De benadeelde partij heeft, net als bij het hoger beroep, niet zelfstandig de mogelijkheid om in cassatie te gaan bij de Hoge Raad indien het hof de vordering niet-ontvankelijk heeft verklaard of deze heeft afgewezen. 83 Ook is het Openbaar Ministerie niet bevoegd om (al dan niet op verzoek van de benadeelde partij) cassatie in te stellen waarbij het cassatiemiddel zich alleen richt op de beslissing van het hof over de vordering van de benadeelde partij. Er volgt dan een niet-ontvankelijk cassatieberoep. 84 De benadeelde partij is dus wederom afhankelijk van (de proceshouding van) de verdachte en van het Openbaar Ministerie. De benadeelde partij kan conform art. 437 lid 3 Sv een cassatieschriftuur houdende middelen over (uitsluitend) de vordering indienen in het geval dat: a) de verdachte en/of het Openbaar Ministerie conform art. 435 lid 2 Sv cassatie instellen; en b) de indiener van het cassatieberoep ontvankelijk wordt verklaard HR 17 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1968 (concl. A-G mr. Hofstee), RvdW 2014/140, r.o HR 8 juli 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF Zie o.a.: HR 8 juli 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF9541, HR 5 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ HR 25 maart 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF4207, r.o HR 28 oktober 1969, NJ 1970, 196, HR 25 februari 2002, ECLI:NL:HR:1969:AB6257, NJ 2003, HR 17 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1968 (concl. A-G mr. Hofstee), RvdW 2014/140, r.o
20 Hoofdstuk 2 Slachtofferrechten in de theorie en de praktijk De indiener van het cassatieberoep kan op verschillende gronden niet-ontvankelijk worden verklaard. Een niet-ontvankelijkheid volgt indien de beroepstermijn is verlopen, de cassatieschriftuur te laat is ingediend, geen of onjuiste cassatiemiddelen zijn ingesteld, of indien art. 80a Wet op de Rechterlijke Organisatie (hierna ook: RO) door de Hoge Raad wordt toegepast. 86 In geval van niet-ontvankelijkheid zal de schriftuur van de benadeelde partij geheel niet worden beoordeeld door de Hoge Raad. 87 In het geval dat aan alle eisen is voldaan, en er dus sprake is van een ontvankelijk cassatieberoep, komt de Hoge Raad toe aan de inhoudelijke beoordeling van de middelen die zijn ingediend door de benadeelde partij. Indien de Hoge Raad casseert en de zaak (terug)verwijst naar het gerechtshof ex. art. 440 Sv voor een nieuwe beoordeling van de zaak, dan maakt de vordering van de benadeelde partij, die zich ex art. 421 lid 3 Sv had gevoegd in het strafproces, deel uit van de behandeling van de zaak door het hof Toepassing art. 80a RO Door de Wet versterking cassatierechtspraak 89 is op 1 juli 2012 onder andere de Wet op de Rechterlijke Organisatie gewijzigd. Door deze wetswijziging is art. 80a RO in werking getreden en is er een nieuw selectiemechanisme voor zaken bij de Hoge Raad geïntroduceerd. 90 Middels het selectie aan de poort-systeem wordt beoogd de werkdruk te verminderen, de kwaliteit van het cassatiesysteem te verbeteren, kansloze cassatieberoepen in aantal te verlagen en het overschrijden van de redelijke termijn te verminderen. 91 De Hoge Raad kan op een aantal gronden art. 80a lid 1 RO toepassen. Er volgt een niet-ontvankelijkheid indien de aangevoerde klachten geen behandeling rechtvaardigen in cassatie', omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld 'klaarblijkelijk onvoldoende belang' heeft bij het cassatieberoep of omdat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden. 92 Art. 80a lid 1 RO maakt het mogelijk om zonder uitgebreide motivering het ingestelde cassatieberoep niet-ontvankelijk te verklaren. Kijkend naar de doelen die de wetgever voor ogen heeft gehad met art. 80a RO lijken deze opzichzelfstaand legitiem. De wetgever heeft echter geen, of in onvoldoende mate, rekening gehouden met de gevolgen die de invoering van art. 80a RO heeft voor de benadeelde partij. In de gehele Memorie van Toelichting over art. 80a RO is geen woord gewijd aan het slachtoffer als benadeelde partij. 93 Om deze reden zal in paragraaf worden ingegaan op de gevolgen en complicaties voor de benadeelde partij door toepassing van art 80a RO. 86 HR 17 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1968 (concl. A-G mr. Hofstee), RvdW 2014/140, r.o HR 17 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1968, r.o en HR 25 september 2009, ECLI:NL:HR:2012:BX4100, r.o. 3.3 en Wet van 15 maart 2012, Stb. 2012, Kamerstukken II 2010/11, , 3, p Kamerstukken II 2010/11, , 3, p B.F. Keulen & Ph. Traest, Het Nederlandse stelsel van rechtsmiddelen in strafzaken (Preadvies voor de jaarvergadering van de Nederlands-Vlaamse Vereniging voor strafrecht), Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2012, p HR 17 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1968 (concl. A-G mr. Hofstee), RvdW 2014/140, r.o
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Nadere informatieRecht en bijstand bij juridische procedures
Recht en bijstand bij juridische procedures In deze folder leest u meer 0900-0101 (lokaal tarief) over de juridische bijstand door Slachtofferhulp Nederland en de rechten van slachtoffers. Een wirwar van
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade
Nadere informatieDe positie van het slachtoffer in het strafproces. 3.2. De benadeelde. 3.3. Nabestaanden. 3.4. Splitsing van de vordering door de benadeelde
3. Schadevergoeding (voegen) 3.2. De benadeelde Degene die rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit, kan zich ter zake van zijn vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij voegen
Nadere informatieDe positie van het slachtoffer in het strafproces
De positie van het slachtoffer in het strafproces Daniëlle van Gastel Anr: s823558 Scriptie in de strafrechtswetenschappen Universiteit van Tilburg Master Nederlands recht, accent strafrecht Begeleiders:
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 915 Goedkeuring van het op 7 juli 2017 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake internationale
Nadere informatieDeze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5.
U MOET TERECHTSTAAN INHOUD Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek
Nadere informatie2014D36200 LIJST VAN VRAGEN
2014D36200 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft over de beleidsdoorlichting slachtofferzorg (Kamerstuk 33 199, nr. 4) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Staatssecretaris
Nadere informatieAanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao
Aanwijzing Slachtofferzorg Parket Curaçao Samenvatting Deze aanwijzing stelt regels betreffende de bejegening van slachtoffers van misdrijven, zoals zeden, geweld- en verkeersmisdrijven. Daarbij worden
Nadere informatieHet spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden
1 Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden Is uit oogpunt van het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden, een tweefasenproces passend binnen het Nederlandse Strafprocesrecht, mede gelet
Nadere informatieVoegen in het strafproces
Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces april 2011 U bent slachtoffer geworden van een misdrijf of overtreding en u heeft daarbij schade geleden. Eén van de mogelijkheden om uw schade vergoed
Nadere informatieDe positie van het slachtoffer in het strafproces. 2.1. Definitie slachtoffer. 2.2. Correcte bejegening. 2. De rechten van het slachtoffer
2. De rechten van het slachtoffer 2.1. Definitie slachtoffer In de wet is een definitie van het begrip slachtoffer opgenomen: degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of
Nadere informatieSlachtofferhulp. concept wetsvoorstel betreffende hétieggen van conservatoir beslag door de staat voor slachtoffers van misdrijven.
~,tl~ 3 / Nootailfafiltoor 7: ~.,1 e d 1ff 0 Postbus 14208 3508 SH Utrecht Pallas Athertedreef 27 3561 PE Utrecht 03023401 16 F 030 231 76 55 info@s~achtofferhuip.fli w www.s}achtofferhulp.ni / Ministerie
Nadere informatieHet opschrift van de Eerste afdeling van Titel IIIA van het Eerste Boek komt te luiden: EERSTE AFDELING Definities
[2 juni 2015] Implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van
Nadere informatieHet wetsvoorstel is op 18 december 2007 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Justitie Betreffende wetsvoorstel: 30143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering,
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 1 Wet van 17 december 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven
Nadere informatieHet spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632
Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632 1. Inleiding Het NJCM heeft kennis genomen van het door Tweede kamerlid Dittrich
Nadere informatieDe uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces.
De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces. Van spreekrecht naar adviesrecht? Naam: Steffi de Rijck ANR: S645765 Afstudeerrichting: Strafrecht Afstudeerdatum:
Nadere informatieHet recht van het slachtoffer op inzage en toevoeging van processtukken binnen het strafproces
Het recht van het slachtoffer op inzage en toevoeging van processtukken binnen het strafproces Een onderzoek naar de regulering en de praktijk van het recht van het slachtoffer op inzage en toevoeging
Nadere informatieMasterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht
Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht De ontwikkelingen omtrent de positie van het slachtoffer in het strafprocesrecht - Van spreekrecht naar adviesrecht? Jolein Dortmans ANR 182544 Master
Nadere informatieHet adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde?
Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde? Masterscriptie S. van Eersel ANR: 583395 Universiteit van Tilburg, Faculteit Rechtswetenschappen Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid, accent
Nadere informatieNEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG
335 NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN OBD Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie IS De heer mr. F. Teeven 1 Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG 1 Den Haag, 3 december 2013 Doorkiesnummer: Faxnummer:
Nadere informatieIs het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte
Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte Naam: Lisanne Burgers Studentnummer: 11112514 Email:
Nadere informatieVerruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht
Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.28 Verruiming spreekrecht in rechtszaal 1.9.2012 van kracht tekst bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie 10.7.2012; www.rijksoverheid.nl Wet
Nadere informatieRapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068
Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES
Nadere informatieBrief aan de minister van Rechtsbescherming Drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG
Advies over de wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met het opheffen van de rechtspersoonlijkheid van het fonds, uitbreiding van de taakuitoefening tot de openbare lichamen Bonaire,
Nadere informatieVerkorte inhoudsopgave
Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833
ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieWijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten
Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,
Nadere informatieUitbreiding spreekrecht ex art. 51e Sv. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte.
2013 Uitbreiding spreekrecht ex art. 51e Sv. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte indien het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden
Nadere informatie33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012
33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012 Nr. 75 Brief van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van
Nadere informatieARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek
ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =
Nadere informatieRecht uit het hart spreken
Recht uit het hart spreken Een onderzoek naar de rechtspositie van minderjarige slachtoffers ten aanzien van het spreekrecht en de openbare terechtzitting Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit
Nadere informatieU moet terechtstaan. Inhoud
U moet terechtstaan Inhoud Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek
Nadere informatieDe concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen.
Slachtoffer zijn van een misdrijf is ingrijpend. Het draagt bij aan de verwerking van dit leed als slachtoffers het gevoel hebben dat zij de aandacht krijgen die zij verdienen. Dat zij zo goed mogelijk
Nadere informatieVervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris
Als u in de strafzaak door een advocaat wordt bijgestaan, is het van belang dat u de advocaat op de hoogte houdt van de voortgang in het onderzoek. Na aangifte zal het politieonderzoek waarschijnlijk nog
Nadere informatieIn het Wetsvoorstel worden de volgende wijzigingen voorgesteld:
De minister voor Rechtsbescherming drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 14 december 2017 doorkiesnummer 088-361 33 17 e-mail wetgeving.rvdr@rechtspraak.nl uw kenmerk - bijlage(n) 1 onderwerp
Nadere informatieAdvies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten
contactpersoon De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 7 oktober 2014 Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46116548
Nadere informatieRapport. Datum: 16 maart 1998 Rapportnummer: 1998/060
Rapport Datum: 16 maart 1998 Rapportnummer: 1998/060 2 Klacht Op 3 maart 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer W. te Zeewolde met een klacht over een gedraging van het arrondissementsparket
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieDe positie van het slachtoffer in ontwikkeling: een onderzoek naar het onbeperkte spreekrecht
De positie van het slachtoffer in ontwikkeling: een onderzoek naar het onbeperkte spreekrecht Een praktijkgericht onderzoek inzake het per 1 juli 2016 in werking getreden onbeperkte spreekrecht van het
Nadere informatieVOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Geachte heer Teeven,
NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 16december 2013 Uw kenmerk 436418 Contactpersoon J.M.A. Timmer
Nadere informatieGrondtrekken van het Nederlandse strafrecht
Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17
Nadere informatieHET VERNIEUWDE ONTVANKELIJKHEIDSCRITERIUM IN DE VOEGINGSPROCEDURE
HET VERNIEUWDE ONTVANKELIJKHEIDSCRITERIUM IN DE VOEGINGSPROCEDURE Een onderzoek naar de toepassing van het ontvankelijkheidscriterium door strafrechters en de wijze van onderbouwing van de vordering tot
Nadere informatieAanbevelingen behandeling civiele schadevordering in het strafproces (wet Terwee)
Aanbevelingen behandeling civiele schadevordering in het strafproces (wet Terwee) Verantwoording... 1 Geen voegingsformulier... 1... 2 Afwijzen of niet ontvankelijk verklaren... 2... 2 Civiele vordering
Nadere informatieIn dit informatieblad. 1 U staat er niet alleen voor
Slachtoffers en Justitie In dit informatieblad krijgt u informatie over wat uw rechten als slachtoffer of nabestaande in een strafproces zijn, hoe een strafproces werkt en welke hulp beschikbaar is. Nabestaanden
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011
ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483
ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatieGespreksleider: Paulien Defoer, Paulien Defoer Mediation
1.7 Mediation in strafrecht, ervaringen in de pilots: aan tafel! Jent Bijlsma Trickster Toaufik Elfalah Politie Utrecht Klaartje Freeke Freeke & Monster Judith Uitermark Rechtbank Noord-Holland Gespreksleider:
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675
ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieVOORWOORD... 4 INLEIDING... 5. Aanleiding... 5. Schadevergoeding... 5. Probleemstelling... 6. Opbouw... 7. HOOFDSTUK 1. Schadevergoeding...
MARINA LUIJKX DE ONEVENREDIGE BELASTING VAN HET STRAFGEDING Een onderzoek naar de invulling van het vernieuwde criterium van art. 361 lid 3 Sv Juni 2012 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... 4 INLEIDING... 5 Aanleiding...
Nadere informatieParketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak
vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende
Nadere informatieWet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012
Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.32 Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 bronnen Nieuwsbericht Schadefonds geweldsmisdrijven 6.6.2011; www.schadefonds.nl Wet van 6 juni 2011
Nadere informatieCONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten
CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten Besluit van..., houdende regels voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (Besluit slachtoffers van
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 44630 31 december 2015 Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 2 december 2015, kenmerk 708251, tot vaststelling
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/226 2 Feiten Verzoekers hebben bij de politie aangifte gedaan jegens
Nadere informatieSpreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring
Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Voor u als slachtoffer of nabestaande is het mogelijk om tijdens de rechtszaak een verklaring af te leggen of in te dienen. Spreekrecht en schriftelijke
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht
Nadere informatieNederlandse Orde van Advocaten T.a.v. drs. L. Korsten Postbus 30851 2500 GW Den Haag FALK-courier
Nederlandse Orde van Advocaten T.a.v. drs. L. Korsten Postbus 30851 2500 GW Den Haag FALK-courier Inzake: Betreft: concept-wetsontwerp beslag t.b.v. slachtoffers Utrecht, 30 september 2011. Geachte heer
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 012 Wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren, belast met de opsporing
Nadere informatieDatum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'
> Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp WODC-onderzoek
Nadere informatieFonds Slachtofferhulp
Fonds Slachtofferhulp OBD Voorzitter Prof. mr Retec,an VoLLenhoven Postbus 93166 2509AD DenHaag T 070 363 59 36 F 070 363 5937 Ministerie van VeiLigheid en Justitie t.a.v. Staatssecretaris van Veiligheid
Nadere informatieNEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K
NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K De Minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 18 juli 2016 Uw kenmerk 756867 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp
Nadere informatieEmbargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur
Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur Toespraak van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen mr. Corinne Dettmeijer-Vermeulen Ter gelegenheid van de aanbieding van het rapport
Nadere informatieLeidraad voor het nakijken van de toets
Leidraad voor het nakijken van de toets STRAFPROCESRECHT 14 OKTOBER 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)
Nadere informatieEnkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001
Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage
Nadere informatieGERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieKale kikker of toch kale kip?
Kale kikker of toch kale kip? Martine Wouters Het slachtoffer is de afgelopen jaren steeds centraler komen te staan in de Nederlandse straf(proces)wetgeving. 1 Vanaf 1 januari 2014 is het mogelijk om conservatoir
Nadere informatie32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten
TWEEDE KAMER DER 2 STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2010-2011 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten Nr.
Nadere informatieMasterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen
Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtswetenschappen Te verdedigen tegenover de examencommissie, bestande uit: Mevrouw mr. V.M. Smits en mevrouw mr. R. Heerkens Op 19 februari 2013 te
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8279 25 maart 2014 Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet Rechtskarakter: Aanwijzing in de zin van art.
Nadere informatieWijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,
Nadere informatieNEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht
4. NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht Samsom H.D. Tjeenk Willink Alphen aan den Rijn 1992 Derde druk Prof. mr M. Wladimiroff Mr S.E. Marseille Dr mr J.M. Sjöcrona Mr P.R. Wery Strafprocesrecht
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 85 Wet van 28 februari 2013 tot implementatie van richtlijn nr. 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende
Nadere informatieSlachtoffers en Justitie
Slachtoffers en Justitie Dit informatieblad informeert u over uw rechten in een strafproces als slachtoffer of nabestaande. Het beschrijft ook hoe een strafproces werkt en welke hulp beschikbaar is. In
Nadere informatie34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016
34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002
ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2007:BB8355
ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten C
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2014:1284
ECLI:NL:RBDHA:2014:1284 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 04-02-2014 Datum publicatie 04-02-2014 Zaaknummer 09/715710-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieAdviesrecht van het slachtoffer
Adviesrecht van het slachtoffer Een onderzoek naar de gevolgen van de uitbreiding van het spreekrecht en eventuele aanpassingen of alternatieven van het wetsvoorstel adviesrecht die deze consequenties
Nadere informatieGehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2
Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 1 april 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5683418/11/6 onderwerp
Nadere informatieVoeging ad informandum in strafzaken
Voeging ad informandum in strafzaken A.A. Franken Gouda Quint BV (S. Gouda Quint - D. Brouwer en Zoon) Arnhem 1993 Inhoudsopgave Gebruikte afkortingen IX 1. Introductie 1.1 Het begin van de voeging ad
Nadere informatieNOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
34 916 Bepalingen samenhangend met de vervolging en berechting in Nederland van strafbare feiten die verband houden met het neerhalen van Malaysia Airlines vlucht MH17 op 17 juli 2014 NOTA NAAR AANLEIDING
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558
Nadere informatieVerdieping: Positie van het slachtoffer
Verdieping: Positie van het slachtoffer Korte omschrijving werkvorm: In de afgelopen jaren is de positie van het slachtoffer in het strafrecht almaar versterkt, maar in de huidige wetgeving is er geen
Nadere informatieHandleiding vergoeding kosten bezwaar en administratief beroep
September 2002 Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1 Welk recht is van toepassing Hoofdstuk 2 Vergoedingscriterium en te vergoeden kosten 2.1 Vergoedingscriterium 2.2 Besluit proceskosten bestuursrecht 2.3
Nadere informatieU hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen
Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.3.7 U hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen bronnen www.cjib.nl, januari 2011 Openbaar Ministerie, brochure: Hoe krijg ik mijn schade vergoed? januari 2011
Nadere informatieDit artikel uit Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade is gepubliceerd door Boom Juridische uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Jurisprudentie De zaak Robert M. in cassatie. De ouders van de slachtoffers als benadeelde partij in het strafproces: hun verplaatste schade en proceskosten HR 16 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2668,
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 27 632 Voorstel van wet van het lid Dittrich tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van spreekrecht voor
Nadere informatieGERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS in de zaak tegen de verdachte: [verdachte]., geboren op [geboortedatum] 1994 in Curaçao, wonende te [adres]
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 082 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces en wijziging
Nadere informatieRichtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998
JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal 2
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke
Nadere informatieHet wetsvoorstel Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade
Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Het wetsvoorstel Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade M.P.G. Schipper & I. van der Zalm Published in AV&S 2010/3, nr. 15,
Nadere informatieAanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring
JU Aanwijzing spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. art. 130, lid 4 Wet RO Afzender: College van procureursgeneraal Adressant:
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 012 Wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren, belast met de opsporing
Nadere informatie