Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht"

Transcriptie

1 Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht De ontwikkelingen omtrent de positie van het slachtoffer in het strafprocesrecht - Van spreekrecht naar adviesrecht? Jolein Dortmans ANR Master Rechtsgeleerdheid, Accent Strafrecht, Tilburg University Datum 15 Juli 2014 Begeleider: Mevr. Mr. M.E.W. Muskens Tweede lezer: Mevr. Mr. L.H.A.M. Kemperman-Boeren

2 Voorwoord Na vele maanden hard werken ligt hier mijn masterscriptie voor u ter afsluiting van de master Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht aan de Universiteit van Tilburg. De masterscriptie is een onderdeel van de studie waar ik vanaf het begin van mijn studie erg tegenop zag, want een geheel eigen onderzoek schrijven leek me erg lastig. Ondanks dat is het na vele maanden hard werken en goede begeleiding allemaal goed gekomen. Het onderwerp van de scriptie is de positie van het slachtoffer in het strafprocesrecht. De ontwikkelingen van de laatste jaren hebben er namelijk toe geleid dat de positie van het slachtoffer in het strafproces drastisch veranderd en versterkt is. Een laatste ontwikkeling omtrent de positie van het slachtoffer in het strafprocesrecht is het conceptwetsvoorstel van Teeven en dit is dan ook mede de aanleiding geweest voor het schrijven van mijn scriptie over dit onderwerp. Via deze weg wil ik graag mijn ouders, vriend, zussen en vriendinnen bedanken voor hun interesse, steun en vertrouwen in mij tijdens het schrijven van mijn scriptie. Bovendien wil ik ook zeker mijn scriptiebegeleidster mevrouw Muskens bedanken voor haar goede begeleiding. Haar goede feedback heeft er mede voor gezorgd dat alles vrijwel zonder problemen verliep. Jolein Dortmans, Heeswijk-Dinther, Juli

3 Inhoudsopgave Voorwoord p. 1 Inhoudsopgave p. 2 Lijst van gebruikte afkortingen p Inleiding p Probleemanalyse p Centrale onderzoeksvraag p Opbouw van de scriptie en onderzoeksmethoden p Het wetsvoorstel en het Nederlands strafrechtssysteem p Invloed van de Europese Unie p Het wetsvoorstel p Het Adviesrecht p Uitgangspunten van het wetsvoorstel p Het Strafrechtsysteem p Het strafprocesrecht p Het onderzoek ter terechtzitting p Het adviesrecht tijdens het onderzoek ter terechtzitting p Inquisitoir of adversair procestype? p Participatie van het slachtoffer door middel van het adviesrecht p Conclusie p De positie van de verdachte en het slachtoffer p Positie van de verdachte p De waarborgen van de verdachte vanuit het EVRM p a. Recht op een eerlijk proces p b. Onschuldpresumptie p c. Verdedigingsrechten van de verdachte p De positie van de verdachte tijdens het onderzoek ter p. 26 terechtzitting in Nederland a. Verzoek tot voorlezing van de processtukken p b. Het recht op pleidooi en 'het laatste woord' p c. Het recht op een verzoek tot nader onderzoek p. 28 2

4 3.2. Positie van het slachtoffer p Waarborgen van het slachtoffer vanuit het Europees recht p a. De waarborgen van het slachtoffer door p. 29 middel van het EVRM en EHRM b. De historische ontwikkelingen van de rechten p. 30 van het slachtoffer op Europees niveau De ontwikkelingen van de positie van het slachtoffer in het p. 31 Nederlands strafprocesrecht Huidige procespositie van het slachtoffer p a. Het slachtoffer als rechtstreeks belanghebbende partij p b. Het slachtoffer als benadeelde partij p c. Het slachtoffer als spreekgerechtigde p d. Het slachtoffer als getuige en adviesgerechtigde p Conclusie p Het adviesrecht met betrekking tot de positie van de verdachte en het slachtoffer p Het adviesrecht en de positie van de verdachte p a. Nadelen p b. Voordelen p Het adviesrecht en de positie van het slachtoffer p a. Nadelen p b. Voordelen p Conclusie p Conclusie p. 47 Literatuurlijst p. 49 Jurisprudentielijst p. 51 Lijst van regelgeving en parlementaire stukken p. 52 Overige bronnen p. 53 3

5 Lijst van gebruikte afkortingen EVRM Verdrag tot beschermen van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden EHRM Europees Hof van de Rechten van de Mens GW Grondwet INTERVICT International Victimology Institute Tilburg MvT Memorie van Toelichting OM Openbaar Ministerie OvJ Officier van Justitie Sv Wetboek van Strafvordering Sr Wetboek van Strafrecht WODC Wetenschappelijk onderzoek en documentatiecentrum 4

6 1. Inleiding 1.1. Probleemanalyse Wanneer er een ernstig misdrijf is gepleegd, draait het in het strafprocesrecht vooral om de verdachte. Het slachtoffer speelt nauwelijks een rol, maar hier is de laatste jaren enigszins verandering in gekomen. In 1995 hebben slachtoffers een bescheiden rol in het strafprocesrecht gekregen, doordat zij schade konden verhalen. Voorheen hadden ze slechts recht op een schadevergoeding onder zeer strenge voorwaarden. 1 In de jaren die daarop volgden zijn er wel eens kleine aanpassingen aangebracht, maar pas in 2005 heeft het slachtoffer een wezenlijke rol verkregen in het strafproces doordat het spreekrecht van slachtoffers is opgenomen in het Wetboek van Strafvordering. Vervolgens is er in 2011 opnieuw een wet aangenomen die de positie van het slachtoffer in het strafproces deed versterken. Daarnaast is er in 2012 een wet aangenomen waarin de kring van slachtoffers verruimd werd. 2 Deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat het slachtoffer een steeds grotere rol is gaan spelen in het strafprocesrecht. Ten slotte ligt er op dit moment wederom een conceptwetsvoorstel van Teeven over het spreekrecht voor slachtoffers. In het wetsvoorstel gaat het met name om het spreekrecht van slachtoffers van misdrijven dat uitgebreid zal worden. De uitbreiding houdt in dat het huidig spreekrecht kan worden uitgebreid naar een adviesrecht. Het gevolg daarvan is dat slachtoffers op de zitting hun opvatting mogen geven over de inhoud van de bewezenverklaring, kwalificatie van het feit, schuld van de verdachte en de straftoemeting van de verdachte, oftewel de materiële vragen van art. 350 Sv. 3 Terwijl in het verleden de rol van het slachtoffer zoveel mogelijk buiten het strafproces werd gehouden, hebben de ontwikkelingen van de laatste jaren ertoe geleid dat de positie van het slachtoffer als procesdeelnemer in het strafproces steeds meer versterkt is. Het adviesrecht zal de ontwikkelingen omtrent de versterking van de positie van het slachtoffer voortzetten. De vraag is echter of het adviesrecht past binnen de grenzen van het huidig strafrechtssysteem mede gelet op de positie van de verdachte en het slachtoffer en dit zal dan ook centraal staan in mijn scriptie. Het onderzoek van de scriptie is grotendeels gericht op het adviesrecht dat toekomt aan het slachtoffer. De opmerking die ik daarom hierbij dien te maken, is dat wanneer ik in de scriptie gebruik maak van het begrip slachtoffer, ik daarmee 1 R. Korver, Recht van spreken, Utrecht: Uitgeverij de Arbeiderspers 2012, p Kamerstukken II 2012/ , nr. 3 (MvT). 3 Concept wetsvoorstel wetboek van strafvordering ter aanvulling van het spreekrecht, 5

7 doel op de gehele kring van slachtoffers. Dat wil zeggen dat met het begrip slachtoffer eveneens de eventuele nabestaanden van het slachtoffer en ouders/verzorgers van het minderjarige slachtoffer wordt bedoeld. De nabestaanden en ouders/verzorgers van minderjarige slachtoffers zullen namelijk in de toekomst eveneens recht op het adviesrecht krijgen op grond van het voorgesteld art. 51e lid 8 Sv. 4 In het vervolg van de scriptie zal daarom met het begrip slachtoffer eveneens op nabestaanden van het slachtoffer en de ouders/verzorgers van het minderjarige slachtoffer gedoeld worden Centrale onderzoeksvraag Zoals hierboven al aan de orde is gekomen is het onderzoek van de scriptie voornamelijk gericht op het adviesrecht dat Teeven heeft voorgesteld in zijn conceptwetsvoorstel van 3 oktober Het adviesrecht kan worden gezien als de voortzetting van de ontwikkelingen van de versterkende positie van het slachtoffer binnen het strafprocesrecht. Passen de huidige ontwikkelingen van de positie van het slachtoffer binnen de grenzen van het strafrechtssysteem mede gelet op de positie van de verdachte en het slachtoffer? 1.3. Opbouw van de scriptie en onderzoeksmethoden Het onderzoek naar de vraag of het adviesrecht past binnen het huidig strafrechtssysteem mede gelet op de positie van de verdachte en het slachtoffer staat centraal in de scriptie. Ik maak bij het onderzoek gebruik van een literatuurstudie, waarbij ik voornamelijk gebruik zal maken van het conceptwetsvoorstel van Teeven, kamerstukken, wetenschappelijke artikelen, jurisprudentie en enige andere bronnen. Bovendien zal ik veelal gebruik maken van de adviezen die opgesteld zijn door de instanties, zoals Raad voor de Rechtspraak en Slachtofferhulp, waaraan Teeven het wetsvoorstel ter consultatie heeft toegestuurd. Om tot een beantwoording van de centrale onderzoeksvraag te komen, is de scriptie opgedeeld in drie hoofdstukken die ieder een deel van de onderzoeksvraag beantwoorden. In het tweede hoofdstuk staan het wetsvoorstel en het Nederlands strafrechtssysteem centraal. In dit hoofdstuk zal allereerst aandacht besteed worden aan de Europese invloed op de ontwikkelingen van de positie van het slachtoffer in het strafprocesrecht en vervolgens zal het wetsvoorstel en de uitgangspunten daarvan behandeld worden. Daarnaast wordt het Nederlands strafrechtssysteem besproken mede gelet op het voorgestelde adviesrecht. 4 Conceptwetsvoorstel Wetsvoorstel ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces. 6

8 Vervolgens zal in hoofdstuk drie de positie van de verdachte en het slachtoffer in het strafproces op nationaal en Europees gebied besproken worden. In de eerste subparagraaf zullen de huidige waarborgen en rechten van de verdachte aan de orde komen. Bovendien zal in die paragraaf mede onderzocht worden wat de gevolgen van het adviesrecht zijn voor de verdachte. In de tweede paragraaf van hoofdstuk drie zullen allereerst de ontwikkelingen van de positie van het slachtoffer in het strafprocesrecht aan bod komen. Daarnaast wordt de huidige positie van het slachtoffer en de eventueel toekomstige positie door middel van het adviesrecht van het slachtoffer besproken. Tot slot zullen in hoofdstuk vier de voordelen en nadelen van het adviesrecht besproken worden voor zowel de verdachte als het slachtoffer. Op basis van de voorgaande hoofdstukken zal ten slotte in het laatste hoofdstuk een antwoord gegeven worden op de centrale onderzoeksvraag van de scriptie. 7

9 2. Het wetsvoorstel en het Nederlands strafrechtssysteem Inleiding De positie van het slachtoffer in het strafproces is de laatste jaren drastisch veranderd. Naast de verdachte die centraal staat in het strafprocesrecht, werden de belangen van het slachtoffer steeds meer behartigd op zowel Europees als nationaal niveau. Deze gedachtegang omtrent de vergroting van de invloed van het slachtoffer in het strafprocesrecht ligt ook ten grondslag aan het conceptwetsvoorstel dat Teeven heeft opgesteld. Het huidig strafrechtssysteem en het conceptwetsvoorstel zijn van groot belang in de scriptie, omdat aan de hand daarvan de probleemstelling van het onderzoek deels beantwoord kan worden. Beide onderwerpen worden in dit hoofdstuk nader uitgewerkt. In paragraaf 2.1 komt de invloed die de Europese Unie heeft gehad op de veranderingen van de positie van het slachtoffer op nationaal niveau aan bod. In paragraaf 2.2 wordt het wetsvoorstel van Teeven behandeld. Teeven pleit in zijn wetsvoorstel voor een nieuw adviesrecht als uitbreiding op het huidige spreekrecht van slachtoffers. Kort gezegd wordt via het spreekrecht het slachtoffer een gelegenheid geboden om zich uit te spreken over de gevolgen van het delict (art. 51e Sv). Het spreekrecht komt in hoofdstuk 3 uitgebreid aan bod. Het wetsvoorstel beoogt een uitbreiding van het spreekrecht, doordat slachtoffers zich door middel van het adviesrecht ook uit mogen gaan spreken over de inhoud van de bewezenverklaring, de kwalificatie van het feit, de schuld van de verdachte en de passende straftoemeting. 5 In de subparagrafen van paragraaf 2.2. wordt een uitleg gegeven over het adviesrecht en de uitgangspunten daarvan. Vervolgens wordt in paragraaf 2.3 behandeld binnen welke fase van het strafrechtsysteem het wetsvoorstel geplaatst kan worden. Om die reden komt in de eerste subparagraaf het onderzoek ter terechtzitting aan de orde. Vervolgens wordt in een nieuwe subparagraaf ingegaan op het onderscheid tussen de inquisitoire en adversaire 6 procestypen en wordt beoordeeld welk procestype het strafrechtssysteem van Nederland kenmerkt. In de laatste subparagraaf wordt de participatie van het slachtoffer in het strafprocesrecht behandeld dat betrekking heeft op het wetsvoorstel. Ter afsluiting omvat paragraaf 2.4 een concluderend antwoord op de vraag of het wetsvoorstel van Teeven binnen het strafrechtsysteem van Nederland past. 5 Conceptwetsvoorstel Wetsvoorstel ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces. 6 Voorheen werd in de literatuur vooral gebruik gemaakt van de termen inquisitoir en accusatoir. De laatste tijd wordt er echter steeds meer gebruik gemaakt van de term adversair in plaats van accusatoir in de literatuur. Ook Teeven spreekt in zijn wetsvoorstel over adversair systeem, vandaar dat ik in deze scriptie dan ook gebruik maak van deze term. 8

10 2.1. De invloed van Europese Unie Zoals voor iedereen bekend is, is Nederland aangesloten bij de Europese Unie. De Europese Unie is een internationale organisatie met een eigen rechtsorde, die ervoor zorgt dat de organen van de Unie bevoegdheden hebben om de lidstaten bepaalde maatregelen op te leggen. 7 Dat betekent dat Europa langs verschillende wegen invloed kan uitoefenen op ons nationaal strafrecht. 8 De Europese Unie maakt gebruik van verschillende rechtsinstrumenten om het recht te harmoniseren in Europa. Een van de rechtsinstrumenten van de Europese Unie is de richtlijn. Een richtlijn is er op gericht een algemeen beleid te maken. Het heeft namelijk geen directe werking in de staat, maar dient door de staat te worden omgezet in nationale wetgeving. Op deze manier wordt de wetgeving in de Europese Unie nader tot elkaar gebracht, dat zorgt voor harmonisatie. De Richtlijn 2012/29 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten is een voorbeeld daarvan. Zoals uit de titel al is af te leiden beoogt de richtlijn ondermeer de versterking van de positie van het slachtoffer. Het uitgangspunt van de richtlijn is dat slachtoffers van misdrijven moeten kunnen vertrouwen op een aantal minimumnormen. 9 De doelstelling van de richtlijn is dat slachtoffers van strafbare feiten passende ondersteuning, informatie en bescherming krijgen en deel kunnen nemen aan de procedure. 10 Volgens Teeven, in zijn brief aan de Tweede Kamer waarin hij zijn visie op de positie van het slachtoffer bekend heeft gemaakt, dient de richtlijn 2012/29 minimumnormen slachtoffers in 2015 geïmplementeerd te zijn en zijn de eerste voorbereidingen al gestart. 11 Het nieuwe adviesrecht van Teeven kan worden gezien als een van de voorbereidingen voor de implementatie van de richtlijn 2012/29 minimumnormen slachtoffers. Het adviesrecht zal er voor gaan zorgen dat het slachtoffer een grotere rol gaat spelen tijdens het strafproces, doordat hij tijdens het onderzoek ter terechtzitting niet langer beperkt wordt in zijn uitlatingen. Het slachtoffer krijgt namelijk de gelegenheid zich niet alleen uit te laten over de gevolgen van het strafbare feit, maar ook over de inhoud van de bewezenverklaring, de kwalificatie van het feit, de schuld van de verdachte en de passende straftoemeting. Indien het wetsvoorstel aangenomen wordt, is de minimumnorm dat slachtoffers desgewenst een rol kunnen spelen bij de procedure en deel mogen nemen aan de strafprocedure (art. 1 Richtlijn 2012/29/EU) versterkt door middel van het adviesrecht en daarmee al enigszins geïmplementeerd. Hier 7 P.A.M. Mevis, Capita strafrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2009, p E. van Sliegdregt e.a, Handboek internationaal strafrecht, Deventer: Kluwer 2008, p T. Königs, S. Wahedi en T. Waterbolk, Het Europees recht en de bescherming van kwetsbare slachtoffers van misdrijven, NJB 2013, afl. 30, p Art. 1 lid 1 Richtlijn 2012/29/EU 11 Kamerstukken II 2012/13, 33552, 2 9

11 dient echter wel opgemerkt te worden dat volgens Richtlijn 2012/29 de rol van het slachtoffer niet op zodanige wijze ingevuld dient te worden dat het de positie van een procespartij als aanklager in het strafproces verkrijgt. 12 De lidstaten bepalen bovendien zelf volgens welke criteria de reikwijdte van de genoemde rechten in de richtlijn worden vastgesteld, doordat de rol van het slachtoffer afhankelijk is van het nationale stelsel en het type proces dat in een land gehanteerd wordt. 13 In Nederland is het slachtoffer juridisch geen partij in de strafprocedure, dat wil zeggen dat hij niet kan optreden als aanklager. Het slachtoffer kan echter wel deelnemen aan de strafprocedure door bijvoorbeeld gebruik te maken van zijn spreekrecht. Indien het wetsvoorstel wordt aangenomen, is het slachtoffer nog steeds geen juridische partij in de procedure en blijft het huidige nationale stelsel gehandhaafd, maar kan hij wel een grotere rol gaan spelen door middel van het adviesrecht Wetsvoorstel Zoals in de voorgaande paragraaf is behandeld, wordt op Europees niveau gepleit voor een versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces en vindt dit zijn doorwerking in het nationaal recht. In het regeerakkoord Bruggen Slaan is dan ook naar voren gekomen dat het slachtofferbeleid aangepast dient te worden. Er wordt benadrukt dat de positie van het slachtoffer verbeterd moet worden voor, tijdens en na afloop van het strafproces. 14 Vervolgens heeft ook Teeven zijn visie op de positie van het slachtoffer bekend gemaakt in een brief aan de Tweede Kamer. Kort gezegd houdt de visie van Teeven in dat er verbeteringen dienen te komen in de erkenning, bejegening en informatievoorziening van het slachtoffer. 15 Dat heeft ervoor gezorgd dat Teeven pleit voor uitbreiding van het spreekrecht voor het slachtoffer dat hij zonder inhoudelijke beperkingen moet kunnen uitoefenen tijdens de terechtzitting. Het spreekrecht zorgt er namelijk voor dat het slachtoffer in de gelegenheid wordt gesteld om de gevolgen van het delict toe te lichten tijdens het onderzoek ter terechtzitting. Hier wordt uitgebreider op ingegaan in hoofdstuk 3. De bedoeling van Teeven is dat het slachtoffer in de toekomst onder andere zijn standpunt mag geven over de gewenste straf voor de verdachte, wat een onderdeel is van het adviesrecht, en overigens volgens de huidige regeling formeel niet is toegestaan. Teeven is met andere woorden van mening dat het slachtoffer in de toekomst niet langer beperkt mag worden in zijn uitlatingen. Het 12 T. Spronken, Kroniek van het straf(proces)recht, NJB 2013, afl. 15, p Overweging 20 Richtlijn 2012/29/EU. Zie paragraaf voor een uitleg over de verschillende procestypen. 14 Regeerakkoord Bruggen Slaan, 29 oktober 2012, p Kamerstukken II 2012/13, 33552, 2, p

12 wetsvoorstel van Teeven, waarin hij pleit om naast het spreekrecht een nieuw adviesrecht voor het slachtoffer in te voeren strekt daartoe Het Adviesrecht 17 Door middel van het wetsvoorstel wil Teeven een nieuw adviesrecht voor slachtoffers aan het onderzoek ter terechtzitting toevoegen, waar hij naast zijn spreekrecht beroep op kan doen. Door gebruik te maken van het adviesrecht kan een slachtoffer tijdens de terechtzitting zijn opvatting geven over de inhoud van de bewezenverklaring, de kwalificatie van het feit, de schuld van de verdachte en de passende straftoemeting. Dat betekent dat het slachtoffer zich mag uitspreken over de materiële vragen van art. 350 Sv waarover de rechter een beslissing dient te nemen. Het slachtoffer geeft als het ware advies aan de rechter over de materiële vragen van art. 350 Sv waarnaar de rechter onderzoek doet tijdens het onderzoek ter terechtzitting en waarover hij ten slotte beraadslaagt en beslist. Om deze reden is dan ook voor de naam adviesrecht gekozen. Bovendien dient de rechter in het vonnis zijn standpunten te onderbouwen wanneer hij volledig afwijkt van de standpunten in het advies van de adviesgerechtigde op grond van de het huidige art. 359 lid 2 en de nieuwe volzin die aan artikel 359 lid 2 Sv zal worden toegevoegd, dat luidt Ditzelfde geldt voor een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt dat is neergelegd in het advies van de spreekgerechtigde uitgebracht op grond van artikel 302 tweede lid. In tegenstelling tot het huidig spreekrecht, waarbij het slachtoffer zich in beginsel slechts mag uitlaten over de gevolgen die het misdrijf bij hem teweeg hebben gebracht, kan de uitoefening van het adviesrecht belastende verklaringen bevatten ten opzichte van de verdachte. Het hiervoor beschreven verschil tussen het huidig spreekrecht en het adviesrecht ligt echter genuanceerder. De wettelijke grens van het spreekrecht wordt in de praktijk namelijk vaak overschreden door het slachtoffer, waardoor er sprake kan zijn van belastende verklaringen ten opzichte van de verdachte. Hier kom ik in de volgende paragraaf bij uitgangspunten 2 en 4 van het adviesrecht uitgebreid op terug. 16 Conceptwetsvoorstel Wetsvoorstel ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces De bron van deze paragraaf vindt zijn volledige grondslag in het Conceptwetsvoorstel. Conceptwetsvoorstel Wetsvoorstel ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces. 11

13 Uitgangspunten van het wetsvoorstel Het adviesrecht vindt zijn grondslag in een aantal uitgangspunten uit het wetsvoorstel. De uitgangspunten sluiten in grote lijnen aan op de eerdere brief van Teeven aan de Tweede Kamer, waarin hij zijn visie op de positie van het slachtoffer bekend maakt. 18 Het eerste uitgangspunt houdt in dat de uitbreiding van het spreekrecht plaats moet vinden tijdens het onderzoek ter terechtzitting, zodat het binnen de context van de huidige regeling valt. Het tweede uitgangspunt dat luidt dat het bestaande spreekrecht het best door het slachtoffer zelf uitgeoefend kan worden, sluit ook aan bij de huidige regeling. Het spreekrecht biedt het slachtoffer de mogelijkheid zijn ervaringen van het misdrijf en de gevolgen daarvan te verwoorden. Het spreekrecht is met andere woorden gericht op het kunnen vertellen van de door het slachtoffer persoonlijk ervaren gevolgen en niet op het afleggen van een objectief waarheidsgetrouw verslag over de gevolgen die het misdrijf voor hem hebben gehad. Om deze reden was de initiatiefwetgever van het spreekrecht destijds van mening dat beëdiging van het slachtoffer niet nodig zou zijn wanneer het slachtoffer gebruik maakt van zijn spreekrecht, zo blijkt uit de Memorie van Toelichting. 19 Dat heeft als gevolg dat de initiatiefwetgever van destijds eveneens van mening was dat art. 6 EVRM, waarin is geregeld dat de verdachte recht heeft de getuige te ondervragen, niet van toepassing is indien het slachtoffer zich slechts uitlaat op basis van zijn spreekrecht. Uit onderzoek van het wetenschappelijk onderzoek- en documentatiecentrum (WODC) blijkt dat in de praktijk de wettelijke grens van het spreekrecht vaak wordt overschreden, omdat het slachtoffer zich niet slechts uitlaat over de gevolgen van het strafbare feit maar zich laat leiden door zijn emoties waardoor hij belastende opmerkingen maakt ten opzichte van de verdachte. 20 Indien er sprake is van belastende opmerkingen van het slachtoffer dient hij alsnog beëdigd te worden zodat de verdachte hem kan ondervragen. De verdachte heeft namelijk het recht om zich te verdedigen tegen verwijten die belastend zijn voor hem. In hoofdstuk 3 kom ik hier nog uitgebreid op terug. Het probleem dat hierbij aan de orde is, is dat de grens tussen wat als belastend kan worden gezien, en daarom onder het ondervragingsrecht van de verdachte op grond van art. 6 EVRM valt, en wat niet, moeilijk te beantwoorden is. Het derde uitgangspunt van Teeven is dat het slachtoffer een procesdeelnemer blijft en geen zelfstandige procespartij wordt. Op 18 Conceptwetsvoorstel Wetsvoorstel ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Kamerstukken II 2001/02, , nr. 5, p. 9 (MvT) 20 K. Lens e.a., Het spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?, Universiteit van Tilburg, Intervict: WODC 2010, p

14 deze manier blijft het OM de enige aanklager en dus het vervolgingsmonopolie behouden. De rol van het slachtoffer blijft hierdoor beperkt en hij wordt geen partij met eigen bevoegdheden om de resultaten van het (voor)onderzoek te beïnvloeden. Aldus wordt hij geen Nebenklager zoals men in het Duits recht kent. 21 In zijn vierde en laatste uitgangspunt komt Teeven nog eens terug op het feit indien het adviesrecht aan het slachtoffer wordt toegekend er ook sprake kan zijn van ondervraging van het slachtoffer door middel van het ondervragingsrecht van de verdachte, op grond van art. 6 EVRM. In dat geval dient het slachtoffer als getuige te worden beëdigd waardoor hij als getuige een verplichting heeft tot antwoorden naar waarheid. 22 In uitgangspunt twee is al eens naar voren gekomen dat de toepassing van het ondervragingsrecht van de verdachte op grond van art. 6 EVRM ook nu al van toepassing kan zijn in de praktijk als het slachtoffer de wettelijke grens van het spreekrecht overschrijdt. Kort samengevat geldt formeel gezien dat het slachtoffer naar aanleiding van zijn spreekrecht niet kan worden onderworpen aan het ondervragingsrecht van de verdachte, indien het slachtoffer binnen de grenzen blijft van zijn spreekrecht op grond van art. 51e lid 2 Sv. De uitoefening van het adviesrecht daarentegen kan belastende verklaringen bevatten en dat leidt ertoe dat het slachtoffer als getuige beëdigd dient te worden zodat de verdachte het slachtoffer kan ondervragen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat het huidige spreekrecht en het voorgestelde adviesrecht los van elkaar gezien moeten worden, omdat daaraan formeel gezien andere processuele gevolgen zijn verbonden. De vraag die nog onbeantwoord blijft is of het adviesrecht waarbij het slachtoffer onderworpen kan worden aan een overvloed van vragen van de verdachte wel als voordeel kan worden gezien voor het slachtoffer en zal in hoofdstuk 4 nader aan de orde komen Het Strafrechtsysteem In het strafrecht bestaat er een tweedeling van materieel strafrecht en formeel strafrecht. In het materiële strafrecht staan de regels omtrent de strafbaarstelling van gedrag centraal, dat wil zeggen dat het materiële strafrecht het geheel van strafbare feiten en de daarbij horende 21 Het Duitse recht heeft het voor slachtoffers mogelijk gemaakt om zich als Nebenklager bij de strafvordering aan te sluiten. Op deze manier kunnen zij als procesdeelnemers in de strafprocedure opkomen voor hun persoonlijke belangen en geeft het hen de mogelijkheid om het optreden van het openbaar ministerie te controleren. D. van Daele, Het openbaar ministerie en de afhandeling van strafzaken in Duitsland, Leuven: Universitaire Pers Leuven 2000, p Conceptwetsvoorstel Wetsvoorstel ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces. 13

15 strafbedreiging omvat die zijn neergelegd in de wet. 23 Het formele strafrecht daarentegen omvat alle regels betreffende de strafrechtelijke procedure, het strafproces. Het formele strafproces is geregeld in het Wetboek van Strafvordering (Sv) en geeft aan op welke wijze en door welke personen en instanties onderzocht mag worden, of en door wie er een strafbaar feit is begaan en op grond van welke maatstaven wordt beslist over de strafrechtelijke sancties die opgelegd kunnen worden na een bewezen strafbaar feit. 24 Het gaat in het strafproces kort samengevat om de opsporing, vervolging en berechting van de verdachte van een strafbaar feit. Het ligt dan ook voor de hand dat het wetsvoorstel, waarin de versterking van de positie van het slachtoffer door middel van uitbreiding van het spreekrecht centraal staat, in de context van het formele recht gezien moet worden. Om deze reden zal in dit hoofdstuk dieper worden ingegaan op het formele strafrecht, hierna het strafprocesrecht. Aan de hand daarvan kan in de concluderende paragraaf van het hoofdstuk een antwoord gegeven worden op de vraag of het wetsvoorstel past binnen het huidig strafrechtssysteem van Nederland Strafprocesrecht Ondanks de tweedeling in het strafrecht van materieel recht en het strafprocesrecht zijn zij sterk met elkaar verbonden, doordat het strafprocesrecht het materieel strafrecht veronderstelt en dient. Dat betekent dat het strafprocesrecht gezien kan worden als een instrument van de overheidsmacht waarin het materiële strafrecht wordt toegepast. 25 Kortweg gaat het om zichtbaar en daadwerkelijk optreden van de overheid in het strafrecht. Het overheidsoptreden wordt echter wel door middel van gedetailleerde regels uitgewerkt. Dat het overheidsoptreden bij wet voorzien moet worden is dan ook een van de belangrijkste beginselen in ons Wetboek van Strafvordering en is te vinden in art. 1 Sv, het legaliteitsbeginsel. Op deze manier wordt de overheid aan de wet verbonden, indien zij inbreuk maakt op de vrijheden en rechten van de burger en worden de vrijheden en rechten van de burgers beschermd. Deze vrijheden en rechten zijn overigens niet alleen terug te vinden in de Nederlandse wet- en regelgeving zoals de Grondwet en het hiervoor genoemde Wetboek van Strafvordering, maar ook in de internationale en Europese regelgeving zoals het EVRM. In het strafprocesrecht zijn het vooral de fundamentele belangen en rechten van de verdachte 26, als zijnde verdachte en burger, waarop inbreuk gemaakt kan worden. Zo heeft een verdachte onder andere als burger recht op privacy (art. 10 Gw en art. 8 EVRM) en als verdachte recht op een eerlijk proces (art. 23 P.A.M. Mevis, Capita strafrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2009, p J.B.J. van der Leij, Het Nederlandse strafrechtssysteem, Den Haag: WODC P.A.M. Mevis, Capita strafrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2009, p Het begrip verdachte en de positie daarvan in het strafprocesrecht wordt nader uitgelegd in hoofdstuk

16 6 EVRM). Daarnaast dient opgemerkt te worden dat niet alleen de vrijheden en rechten van de verdachte een rol spelen in het strafprocesrecht, maar ook de vrijheden en rechten van het slachtoffer steeds meer gestalte krijgen in het strafprocesrecht. 27 In hoofdstuk 3 wordt nader in gegaan op de positie van zowel de verdachte als het slachtoffer in het strafprocesrecht. Het gaat in het strafproces kortom niet alleen om de waarheidsvinding omtrent een strafbaar feit van een verdachte, maar ook om de vraag of de waarheidsvinding binnen een eerlijk proces heeft plaatsgevonden en of de overheid zich aan alle regels van het strafproces heeft gehouden. 28 Het recht op een eerlijk proces is voor de verdachte een van de belangrijkste waarborgen en zal daarom in het volgende hoofdstuk waarin de positie van de verdachte in het strafproces wordt behandeld nader toegelicht worden Onderzoek ter terechtzitting Ook binnen het strafprocesrecht kan onderscheid worden gemaakt in verschillende fases. Deze fases binnen het strafprocesrecht zijn opsporing, vervolging en berechting zoals ook in de inleiding van deze paragraaf beschreven is. Doordat het adviesrecht, dat door Teeven in zijn wetsvoorstel naar voren is gebracht, plaats vindt tijdens het onderzoek ter terechtzitting, wordt in deze paragraaf de huidige situatie van een onderzoek ter terechtzitting geschetst dat valt onder de berechtingsfase. De berechtingsfase is onder te verdelen in verschillende fases. Allereerst dient de zaak aanhangig gemaakt te worden ter terechtzitting. Het recht tot vervolging van de verdachte, dat vooraf gaat aan de berechting, is in handen van het Openbaar Ministerie (hierna OM). Het recht om te bepalen wie voor welk strafbaar feit voor de strafrechter dient te komen om berecht te worden ligt daarom in handen van het OM. De officier van justitie (hierna OvJ) maakt de zaak ten slotte aanhangig bij de rechter door middel van een dagvaarding uit te brengen (art. 258 Sv). Op grond hiervan is te bepalen dat er sprake is van twee hoofdpartijen tijdens de berechting, zijnde de vervolgende instantie en de verdediging, of makkelijker gezegd het OM en de verdachte. Na het aanhangig maken van de zaak vindt er een onderzoek van de zaak op de terechtzitting plaats, het onderzoek ter terechtzitting. Het onderzoek ter terechtzitting is een onderzoek van een strafzaak door de rechter met het oog op de betreffende strafzaak te nemen beslissing. De rechter doet onderzoek naar de gegrondheid van de beschuldiging van de verdachte. Vervolgens vindt er een beraadslaging door de rechter plaats omtrent de vragen van art. 348 en 350 Sv, dat overigens uitsluitend is gebaseerd op hetgeen dat besproken en voorgevallen is tijdens het 27 Het begrip slachtoffer en de positie daarvan in het strafprocesrecht wordt ander uitgelegd in hoofdstuk P.A.M. Mevis, Capita strafrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2009, p

17 onderzoek ter terechtzitting. De rechter vormt ten slotte een oordeel, neemt een beslissing en legt dit vast in een vonnis. 29 Het is van groot belang dat zowel de OvJ als zijnde aanklager, als de verdachte en zijn raadsman deel kunnen nemen aan de discussie over de inhoud van de strafzaak, dat alles wat relevant is ter discussie komt en dat beide partijen ook een gelijkwaardige positie innemen. 30 Hierdoor wordt niet alleen het ten laste gelegde feit behandeld, maar ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. 31 Daarnaast is het tijdens het onderzoek ter terechtzitting ook van belang dat eventuele getuigen, deskundigen en slachtoffers gehoord kunnen worden. Het gevolg hiervan is dat de verdachte door middel van zijn ondervragingsrecht ervan is verzekerd dat hij de gelegenheid krijgt om een reactie te geven op al het belastende materiaal dat tegen hem ingebracht is tijdens het onderzoek ter terechtzitting, waardoor het belangrijke recht van art. 6 EVRM van de verdachte gewaarborgd wordt. Zoals in de vorige paragraaf al naar voren is gekomen, is de enige uitzondering hierop de verklaring van het slachtoffer over de gevolgen van het strafbaar feit, doordat het spreekrecht in beginsel niet kan worden onderworpen aan een weerlegging door de verdediging, aldus de verdachte. Hier dient daarom wederom de opmerking geplaatst te worden dat dit afhangt van wat er in de verklaring van het slachtoffer naar voren komt. Indien de rechter van mening is dat de slachtofferverklaring belastende verklaringen bevat ten opzichte van de verdachte, kan het ondervragingsrecht alsnog gelden. In dat geval zal het slachtoffer als getuige worden beëdigd en kan de verdachte hem onderwerpen aan het ondervragingsrecht. In hoofdstuk 3 wordt dit echter nader behandeld Het adviesrecht tijdens het onderzoek ter terechtzitting In aansluiting op het hiervoor behandelde onderzoek ter terechtzitting dient bekeken te worden of het adviesrecht van het slachtoffer voor of na het requisitoir uitgeoefend moet worden. Het onderzoek ter terechtzitting kan worden opgedeeld in twee fases, namelijk de fase van informatievergaring en de fase van informatiewaardering. In de informatievergaringsfase wordt al het bewijs dat van belang is voor de behandeling van de strafzaak naar voren gebracht. In de informatiewaarderingsfase daarentegen wordt het bewijs dat tijdens de zitting naar voren is gekomen gewaardeerd door de procespartijen. In de informatievergaringsfase worden onder andere de eventuele getuigen gehoord (art. 292 Sv). Bovendien wordt in deze fase eveneens het slachtoffer in de gelegenheid gesteld om gebruik 29 P.A.M. Mevis, Capita strafrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2009, p P.A.M. Mevis, Capita strafrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2009, p J.B.J. van der Leij, Het Nederlandse strafrechtssysteem, Den Haag: WODC

18 te maken van zijn spreekrecht (art. 302 lid 1 Sv). In de informatiewaarderingsfase worden de procespartijen, oftewel de verdachte en de OvJ, nogmaals aan het woord gelaten tijdens het requisitoir (art. 311 Sv) en het pleidooi. De vraag is echter in welke fase het slachtoffer zijn adviesrecht mag uitoefenen. In beginsel kan het adviesrecht van het slachtoffer, waarmee het slachtoffer advies geeft aan de rechter over de vragen van art. 350 Sv, worden gezien als een informatiewaardering door het slachtoffer waardoor het na het requisitoir geplaatst dient te worden. Teeven is daarentegen van mening dat het adviesrecht voor het requisitoir uitgeoefend mag worden door het slachtoffer, omdat het adviesrecht in het verlengde van het spreekrecht gezien moet worden. 32 Naar mijn mening dient het adviesrecht inderdaad plaats te vinden voor het requisitoir, omdat het adviesrecht nieuwe feiten kan bevatten en dat hoort thuis in de informatievergaringsfase. Het slachtoffer krijgt namelijk tijdens zijn spreekrecht, dat voor het requisitoir plaatsvindt, slechts de gelegenheid om in te gaan op de gevolgen van het strafbare feit. Indien het slachtoffer daarnaast gebruik wenst te maken van zijn adviesrecht, waardoor het slachtoffer in zal gaan op de inhoud van de bewezenverklaring, de kwalificatie van het feit, de schuld van de verdachte en de passende straftoemeting, zullen er vanzelfsprekend nieuwe feiten aan de orde gesteld worden door het slachtoffer naast hetgeen hij tijdens zijn spreekrecht al naar voren heeft gebracht Inquisitoir of adversair procestype? Het strafrechtssysteem dat hierboven beschreven is kan tot slot worden onderverdeeld in twee verschillende procestypes. Allereerst kan het adversair strafproces worden beschreven als een partijenproces, waarbij de partijen de vervolgende instantie en de verdachte het geschil bepalen en ieder een autonoom onderzoek uitvoeren, dat wordt voorgelegd aan een onafhankelijke passieve rechter. 33 Dit zorgt ervoor dat de verdachte op gelijke voet staat met de vervolgende instantie. De waarheidsvinding wordt gebaseerd op de confrontatie van de stellingen en bewijzen van beide partijen, die plaats vindt in de fase van het eindonderzoek tijdens een zogenaamd debat. Het uiteindelijke oordeel wordt geveld door de passieve rechter of lekenjury en is gebaseerd op hetgeen partijen in het debat hebben gepresenteerd. Hiertegenover staat het inquisitoir procestype waarbij het onderzoek wordt toevertrouwd aan 32 Conceptwetsvoorstel Wetsvoorstel ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces P. de Hert en T. Decaigny, Evolueren het Nederlandse en het Belgische strafproces naar adversaire systemen?, Strafblad 2013, p

19 een rechter met autoriteit die een beslissing neemt over de juistheid van de feiten. De autoriteit van de rechter komt naar voren door de kwaliteit van zijn onderzoek dat hij verricht voordat hij een beslissing neemt. Het uitgangspunt hierbij is dat er sprake is van één waarheid, die achterhaald wordt door een neutrale instantie door middel van het onderzoek dat hij verricht. Dat leidt ertoe dat de verdachte veel minder als procespartij en meer als een voorwerp van onderzoek gezien wordt, waardoor hij in mindere mate op gelijke voet staat met de vervolgende instantie zoals in het adversair procestype. 34 In het Nederlands strafrechtssysteem zijn elementen van beide procestypen te bespeuren, zeker indien we slechts kijken naar het onderzoek ter terechtzitting. In de vorige paragraaf is duidelijk geworden dat de rechter een zeer actieve rol bezit tijdens het onderzoek ter terechtzitting, omdat hij onderzoek doet naar de gegrondheid van de beschuldiging van de verdachte. Gezien de actieve rol van de rechter tijdens het onderzoek ter terechtzitting kan er gesproken worden van een inquisitoir procestype. 35 Desondanks heeft het onderzoek ter terechtzitting zich de laatste jaren ontwikkeld richting een adversair proces, omdat er tijdens het onderzoek ter terechtzitting steeds meer ruimte wordt gelaten voor participatie van partijen. Naast het feit dat de verdachte meer rechten zijn toegekend de laatste jaren waardoor hij zoveel mogelijk als gelijkwaardige partij ten opzichte van het OM kan optreden, is ook de slachtoffers de laatste jaren meer participatie geboden tijdens het onderzoek ter terechtzitting door hen onder andere spreekrecht te geven. Deze ontwikkelingen hebben ervoor gezorgd dat het huidige onderzoek ter terechtzitting plaats vindt in een adversaire setting Participatie van het slachtoffer door middel van het adviesrecht Zoals in de voorgaande paragrafen aan bod is gekomen, beoogt het adviesrecht de rol van het slachtoffer in het strafproces te vergroten. Het slachtoffer kan zich door middel van het adviesrecht uitlaten over de inhoud van de bewezenverklaring, de kwalificatie van het feit, de schuld van de verdachte en de passende straftoemeting, waardoor de participatie van het slachtoffer tijdens het onderzoek ter terechtzitting wordt vergroot. Indien het wetsvoorstel zijn doorgang vindt, krijgt het strafproces een nog meer adversair karakter dan voorheen, erkende Teeven in het wetsvoorstel. Het adversaire karakter zal zich vooral afspelen tussen de verdediging en het slachtoffer, omdat de verdachte op grond van zijn verdedigingsbelang het slachtoffer mag ondervragen over zijn uitgesproken adviesrecht zoals in paragraaf 2.2. is besproken. Indien het slachtoffer zijn adviesrecht heeft uitgesproken, zal de verdediging er 34 P.A.M. Mevis, Capita strafrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2009, p P.A.M. Mevis, Capita strafrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2009, p

20 veelal op uit zijn om de belastende verklaringen van het slachtoffer te ontkrachten waardoor er een meer debaterend proces naar voren komt dat past binnen een adversair proces. Het uitgangspunt van het adversair proces is namelijk dat een verdachte zoveel mogelijk deel neemt aan een debat op voet van gelijkwaardigheid met andere procesdeelnemers, zoals het slachtoffer. Er kan kortom geconcludeerd worden dat het onderzoek ter terechtzitting in Nederland door middel van het adviesrecht zich nog meer ontwikkelt richting een adversair proces. Indien het adviesrecht zijn doorgang vindt, neigt het slachtoffer steeds meer een volwaardige procespartij te worden tijdens het onderzoek ter terechtzitting. Dit staat echter op gespannen voet met het feit dat in het verleden bewust is gekozen om het slachtoffer zoveel mogelijk buiten het proces te houden. Desalniettemin kan er nog niet gesproken geworden van een volledig adversair proces, doordat het slachtoffer wettelijk nog altijd slechts procesdeelnemer blijft en geen procespartij in de zin van aanklager wordt. Dit is dan ook terug te vinden in een van de uitgangspunten van het adviesrecht dat Teeven in zijn wetsvoorstel naar voren brengt. De handhaving moet volgens Teeven in handen blijven van het OM, omdat het strafbare feit niet alleen zorgt voor een inbreuk op de rechten van het slachtoffer maar ook zorgt voor een inbreuk op de maatschappelijke belangen die daaraan verbonden zijn. Vanwege het feit dat er maatschappelijke belangen bij betrokken kunnen zijn, dient de handhaving daarvan in handen te blijven van de overheid. Met andere woorden, Teeven zorgt door middel van het adviesrecht dat het slachtoffer een sterkere positie in het proces krijgt zonder afbreuk te doen aan de absolute vervolgingsmonopolie van het OM Conclusie Sinds een aantal jaren staat de positie van het slachtoffer in het strafproces steeds meer ter discussie. Zowel op Europees als nationaal niveau wordt gepleit voor een versterkende positie van het slachtoffer in het strafproces en dit is dan ook terug te zien in verschillende wetswijzigingen van de afgelopen jaren, zo is uit dit hoofdstuk gebleken. Het wetsvoorstel dat centraal staat in de scriptie beoogt er eveneens voor te zorgen dat de positie van het slachtoffer versterkt wordt en sluit daarmee in beginsel aan bij de ontwikkelingen omtrent het slachtoffer in het strafproces van de laatste jaren. De vraag die in dit hoofdstuk echter onderzocht werd is of het wetsvoorstel past binnen het strafrechtssysteem van Nederland. Hierbij is met name de focus gelegd op het onderzoek ter terechtzitting, omdat het adviesrecht tijdens deze fase uitgeoefend zal worden door het slachtoffer. In het hoofdstuk is naar voren 36 E. Prakken, Het grote taboe: burgerparticipatie in het strafproces, Strafblad 2013, afl. 6, p

21 gekomen dat het onderzoek ter terechtzitting zich de laatste jaren steeds meer ontwikkeld heeft in de richting van een adversair proces. Zowel de verdachte als het slachtoffer zijn de laatste jaren meer rechten toegekend, waardoor er steeds meer ruimte werd geboden voor participatie van procesdeelnemers tijdens het onderzoek ter terechtzitting dat kenmerkend is voor een adversair proces. Door middel van het adviesrecht mag een slachtoffer zich uit spreken over de inhoud van de bewezenverklaring, de kwalificatie van het feit, de schuld van de verdachte en de passende straftoemeting, dat kort gezegd belastend kan zijn voor de verdachte. Het slachtoffer dient dit echter wel onder ede te doen, zodat de verdachte op grond van zijn verdedigingsbelang dat is neergelegd in art. 6 EVRM het slachtoffer kan ondervragen. De verdachte zal er tijdens zijn ondervragingsrecht op uit zijn de verklaringen van het slachtoffer zoveel mogelijk te ontkrachten waardoor er een debaterend proces tussen beide partijen naar voren komt, dat aansluit bij het adversaire proces. Door middel van het adviesrecht wordt met andere woorden het onderzoek ter terechtzitting verder ontwikkeld in de richting van een adversair proces. Terwijl ons strafproces er in het verleden op gericht was het slachtoffer zoveel mogelijk een beperkte stem te geven in de rechtszaal, hebben de laatste ontwikkelingen ertoe geleid dat daar verandering in is gekomen. Het slachtoffer heeft de afgelopen jaren als procesdeelnemer al een grotere participatierol verkregen tijdens het onderzoek ter terechtzitting en het adviesrecht zet die ontwikkeling voort. Of de ontwikkeling door middel van het adviesrecht past binnen het Nederlands strafrechtssysteem gelet op de positie van de verdachte en het slachtoffer wordt onderzocht in de volgende hoofdstukken. 20

22 3. De positie van de verdachte en het slachtoffer De afgelopen jaren zijn er verschillende belangrijke veranderingen opgetreden omtrent de positie van het slachtoffer in het strafproces. De positie van het slachtoffer is de laatste jaren enorm versterkt, terwijl de positie van het slachtoffer jarenlang in vergelijking met de positie van de verdachte onderbelicht is gebleven. 37 Het uitgangspunt dat hierbij altijd werd ingenomen en overigens nog steeds wordt ingenomen, is dat de vergroting van de invloed van het slachtoffer in het strafproces niet ten koste mag gaan van de bejegening en de rechten van de verdachte. In dit hoofdstuk worden de posities van beide partijen in het strafprocesrecht behandeld Positie van de verdachte Inleiding Om de positie van de verdachte in het strafproces goed te kunnen weergeven, dient er allereerst antwoord gegeven te worden op de vraag wanneer er sprake is van een verdachte. Volgens het EVRM is de definitie van een verdachte everyone charged with a criminal offence (art. 6 EVRM), wat inhoudt dat het EVRM diegene tegen wie een strafvervolging is ingesteld als verdachte beschouwt. In ons Wetboek van Strafvordering is eveneens een definitie van een verdachte opgenomen, dat overeenkomt met de definitie van het EVRM. In art. 27 Sv staat namelijk vermeld dat degene tegen wie de vervolging is gericht kan worden aangemerkt als verdachte. In het vorige hoofdstuk is naar voren gekomen dat het adviesrecht van het slachtoffer uitgeoefend zal worden tijdens het onderzoek ter terechtzitting, daarom wordt in deze paragraaf ingegaan op de positie van de verdachte tijdens het onderzoek ter terechtzitting. In subparagraaf zullen de waarborgen van de verdachte vanuit het EVRM behandeld worden. Een aantal van deze waarborgen kan op gespannen voet komen te staan met het adviesrecht van het slachtoffer. Deze waarborgen van de verdachte zullen daarom mede gelet op het adviesrecht van het slachtoffer extra toegelicht worden. Naast de rechten van de verdachte die voortvloeien uit het EVRM heeft Nederland nog een aantal rechten en bevoegdheden toegekend aan de verdachte tijdens het onderzoek ter terechtzitting en deze zullen in paragraaf behandeld worden. 37 M.S. Groenhuijsen, Mensenrechten van slachtoffers van delicten en verdachten in het strafproces in: C.H. Brants, C. Kelk en M. Moerings (red), Er is meer. Opstellen over mensenrechten in internationaal en nationaal perspectief (Swart-bundel), Deventer : Gouda Quint 1996, p

Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde?

Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde? Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde? Masterscriptie S. van Eersel ANR: 583395 Universiteit van Tilburg, Faculteit Rechtswetenschappen Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid, accent

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Geachte heer Teeven,

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Geachte heer Teeven, NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 16december 2013 Uw kenmerk 436418 Contactpersoon J.M.A. Timmer

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 1.1 Eerste kennismaking 19 1.2 Plaats van het strafrecht 19 1.3 Doelen van straffen 22 1.4 Materieel strafrecht,

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.28 Verruiming spreekrecht in rechtszaal 1.9.2012 van kracht tekst bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie 10.7.2012; www.rijksoverheid.nl Wet

Nadere informatie

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG 335 NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN OBD Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie IS De heer mr. F. Teeven 1 Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG 1 Den Haag, 3 december 2013 Doorkiesnummer: Faxnummer:

Nadere informatie

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven,

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven, De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 22 september 2011 van Voorlichting doorkiesnummer 070-361 9721 uw kenmerk 5702623/11/6 onderwerp Advies

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/12/2017

Datum van inontvangstneming : 28/12/2017 Datum van inontvangstneming : 28/12/2017 Samenvatting C-646/17-1 Zaak C-646/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Internationale bewijsgaring in strafzaken

Internationale bewijsgaring in strafzaken Internationale bewijsgaring in strafzaken Nederland, Engeland & Wales S.K. de Groot Gouda Quint Deventer 2000 Inhoudsopgave Voorwoord Inhoudsopgave Lijst van afkortingen V VII XI Hoofdstuk 1: Inleiding

Nadere informatie

Recht en bijstand bij juridische procedures

Recht en bijstand bij juridische procedures Recht en bijstand bij juridische procedures In deze folder leest u meer 0900-0101 (lokaal tarief) over de juridische bijstand door Slachtofferhulp Nederland en de rechten van slachtoffers. Een wirwar van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

Nederlandse antiterrorismeregelgeving getoetst aan fundamentele rechten. Een analyse met meer bijzonder aandacht voor het EVRM

Nederlandse antiterrorismeregelgeving getoetst aan fundamentele rechten. Een analyse met meer bijzonder aandacht voor het EVRM Nederlandse antiterrorismeregelgeving getoetst aan fundamentele rechten Een analyse met meer bijzonder aandacht voor het EVRM P.H.P.H.M.C. van Kempen & J. Van de Voort Samenvatting Radboud Universiteit

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl Aan de Minister van Justitie en Veiligheid

Nadere informatie

Adviesrecht van het slachtoffer

Adviesrecht van het slachtoffer Adviesrecht van het slachtoffer Een onderzoek naar de gevolgen van de uitbreiding van het spreekrecht en eventuele aanpassingen of alternatieven van het wetsvoorstel adviesrecht die deze consequenties

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e), Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 915 Goedkeuring van het op 7 juli 2017 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake internationale

Nadere informatie

Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte

Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte Naam: Lisanne Burgers Studentnummer: 11112514 Email:

Nadere informatie

Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632

Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632 Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632 1. Inleiding Het NJCM heeft kennis genomen van het door Tweede kamerlid Dittrich

Nadere informatie

Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden

Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden 1 Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden Is uit oogpunt van het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden, een tweefasenproces passend binnen het Nederlandse Strafprocesrecht, mede gelet

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2 Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 1 april 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5683418/11/6 onderwerp

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. concept 3-10-2013 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces en wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven

Nadere informatie

Wetsvoorstel met toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State

Wetsvoorstel met toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State Wetsvoorstel met toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces en

Nadere informatie

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten contactpersoon De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 7 oktober 2014 Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46116548

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 3 juni 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail uw kenmerk 377747 Voorlichting@rechtspraak.nl Advies Wetsvoorstel

Nadere informatie

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K De Minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 18 juli 2016 Uw kenmerk 756867 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 27 632 Voorstel van wet van het lid Dittrich tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van spreekrecht voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 082 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces en wijziging

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 28 maart 2014 Uw kenmerk 476490 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten

Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten Slachtoffers hebben óók recht op hun rechten Onderzoek naar de wijze waarop de rechten van slachtoffers met betrekking tot het spreekrecht, de schriftelijke slachtofferverklaring en de vordering tot schadevergoeding

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

S k~ N~DEi~LANDS~ ø~t~ VAd~DVOCAT~N ~/ van Veiligheid en Justitie. Aan de Staatssecretaris De heer mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

S k~ N~DEi~LANDS~ ø~t~ VAd~DVOCAT~N ~/ van Veiligheid en Justitie. Aan de Staatssecretaris De heer mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag N~DEi~LANDS~ ø~t~ VAd~DVOCAT~N ~/ ~ : S k~ 7, H~ r~;c~~ ~ ~. ~ ~ Aan de Staatssecretaris De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag van Veiligheid en Justitie 4 1 ~1 7 7~ Den Haag, 13 oktober

Nadere informatie

Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring

Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Voor u als slachtoffer of nabestaande is het mogelijk om tijdens de rechtszaak een verklaring af te leggen of in te dienen. Spreekrecht en schriftelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen.

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen. Slachtoffer zijn van een misdrijf is ingrijpend. Het draagt bij aan de verwerking van dit leed als slachtoffers het gevoel hebben dat zij de aandacht krijgen die zij verdienen. Dat zij zo goed mogelijk

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht

Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht HET SPREEKRECHT VOOR SLACHTOFFERS EN NABESTAANDEN VS. RECHTEN VAN EEN VERDACHTE Een onderzoek naar de invloed van het spreekrecht voor slachtoffers en

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht

NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht 4. NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht Samsom H.D. Tjeenk Willink Alphen aan den Rijn 1992 Derde druk Prof. mr M. Wladimiroff Mr S.E. Marseille Dr mr J.M. Sjöcrona Mr P.R. Wery Strafprocesrecht

Nadere informatie

De positie van het slachtoffer in het strafproces

De positie van het slachtoffer in het strafproces De positie van het slachtoffer in het strafproces Daniëlle van Gastel Anr: s823558 Scriptie in de strafrechtswetenschappen Universiteit van Tilburg Master Nederlands recht, accent strafrecht Begeleiders:

Nadere informatie

UITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND?

UITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND? UITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND? W.R. Jonk, mr R. Malewicz en mr G.P. Hamer 1 Op 1 januari 2004 had het kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel 2 in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 3

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 3 Aan de minister van Justitie Dr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Afdeling Ontwikkeling datum 7 januari 2010 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail Voorlichting@rechtspraak.nl onderwerp

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31 De rol van de rechter bij de waarheidsvinding in de correctionele procedure. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar Belgisch, Frans en Nederlands recht. Daniel DE WOLF WAV TO KNOWLfDGE \UGrfV r die keure

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitbreiding spreekrecht ex art. 51e Sv. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte.

Uitbreiding spreekrecht ex art. 51e Sv. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte. 2013 Uitbreiding spreekrecht ex art. 51e Sv. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte. De gevolgen voor de rechtspositie van de verdachte indien het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces.

De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces. De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces. Van spreekrecht naar adviesrecht? Naam: Steffi de Rijck ANR: S645765 Afstudeerrichting: Strafrecht Afstudeerdatum:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 27 632 Voorstel van wet van de leden Dittrich en Schonewille tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven,

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven, De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 19 december 2013 contactpersoon Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06 46116548

Nadere informatie

Puzzel: Wie is wie in de kinderrechtszaal?

Puzzel: Wie is wie in de kinderrechtszaal? Puzzel: Wie is wie in de kinderrechtszaal? Korte omschrijving werkvorm De docent en leerlingen bekijken samen wie waar zit en wat doet in de rechtszaal. Hierbij staat de rol van het kind in de rechtszaal

Nadere informatie

Geachte heerteeven, Strekking wetsvoorstel

Geachte heerteeven, Strekking wetsvoorstel h& NEDERLANDSE r,pr VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Vefligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 2030! 2SOOEH DEN HAAG Dutem 31 oktober 20l4 Uw keuw.,k Coetectpwvoen AdvIes op het voorontwerp

Nadere informatie

Strafrechtelijk bewijsrecht

Strafrechtelijk bewijsrecht Strafrechtelijk bewijsrecht vijfde, herziene druk J.F. Nijboer 2008 Ars Aequi Libri Nijmegen Voorwoord Lijst van gebruikte afkortingen Inhoudsopgave V IX XIII Hoofdstuk 1: Oriëntatie 1 1.1. De plaats van

Nadere informatie

Het onbeperkt spreekrecht De positie van de verdachte onder druk?

Het onbeperkt spreekrecht De positie van de verdachte onder druk? Het onbeperkt spreekrecht De positie van de verdachte onder druk? Naam: Vincent van Wonderen Mastertrack: Publiekrecht - strafrecht Begeleider: Dhr. prof. dr. mr. T. Blom Tweede lezer: Mevr. dr. A. van

Nadere informatie

Aan de Demissionair minister van Veiligheid en Justitie Drs. S.A. Blok Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Blok,

Aan de Demissionair minister van Veiligheid en Justitie Drs. S.A. Blok Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Blok, Aan de Demissionair minister van Veiligheid en Justitie Drs. S.A. Blok Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Onderwerp Advies conceptwetsvoorstellen Vaststellingswet Boek 1 en 2 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Fonds Slachtofferhulp

Fonds Slachtofferhulp Fonds Slachtofferhulp OBD Voorzitter Prof. mr Retec,an VoLLenhoven Postbus 93166 2509AD DenHaag T 070 363 59 36 F 070 363 5937 Ministerie van VeiLigheid en Justitie t.a.v. Staatssecretaris van Veiligheid

Nadere informatie

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten Besluit van..., houdende regels voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (Besluit slachtoffers van

Nadere informatie

Datum 24 oktober 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de uitlevering van verdachten aan Rwanda

Datum 24 oktober 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de uitlevering van verdachten aan Rwanda 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten. Aan de Minister van Justitie t.a.v. mw. mr. M.F.M. de Groot Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 16 januari 2006 contactpersoon mr. A. Kuijer doorkiesnummer 070-361 9706 a.kuijer@rvdr.drp.minjus.nl e-mail

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG 34 916 Bepalingen samenhangend met de vervolging en berechting in Nederland van strafbare feiten die verband houden met het neerhalen van Malaysia Airlines vlucht MH17 op 17 juli 2014 NOTA NAAR AANLEIDING

Nadere informatie

De terugkeer van het slachtoffer

De terugkeer van het slachtoffer Universiteit van Tilburg Masterscriptie Rechtsgeleerdheid, accent Strafrecht door: N.M. van Trijp ANR: 873849 De terugkeer van het slachtoffer Een onderzoek naar het toekennen van meer participatierechten

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Puzzel: De rechtszaal

Puzzel: De rechtszaal Puzzel: De rechtszaal Korte omschrijving werkvorm: De leerlingen vullen in wie waar zit of staat in de rechtszaal. Leerdoel: De leerlingen kennen de opstelling van een rechtszaal en ze weten welke actoren

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Opstelten,

Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Opstelten, Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG doorkiesnummer 070 361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5692855/11/6 onderwerp Adviesaanvraag

Nadere informatie

De advocaat in jeugdstrafzaken

De advocaat in jeugdstrafzaken De advocaat in jeugdstrafzaken D. Ruij sendaal Met bijdragen van: Mr. J.A.C. Bartels Mr. J.H. de Graaf Mr. H.W.J. de Groot Mr. R.H.J. de Vries Mr. M.A.C. van Vuuren KLUWER Deventer 2002 Inhoudsopgave WOORDVOORAF.

Nadere informatie

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging Inhoud Voorwoord 9 Deel I Materieel strafrecht 11 1 Strafrecht 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid 13 13 14 18 I 4 5 II 6 7 8 9 10 11 De menselijke gedraging De gedraging Causaal

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant

Nadere informatie

Graag worden wij op de hoogte gehouden over de verdere voortgang van dit wetgevingsp roces.

Graag worden wij op de hoogte gehouden over de verdere voortgang van dit wetgevingsp roces. t.. Ministerie van Veiligheid en Justitie T.a.v. de heet l.w. Opstelten Postbus 20301 2500EH Den Haag 0 BD 11h II hihh II h 1h t.. t. Onderwerp: Reactie consultatie conceptvoorstel digitale processtukken

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Het slachtoffer in het strafproces

Het slachtoffer in het strafproces Het slachtoffer in het strafproces Mijn mobiele telefoon a. Staat natuurlijk al uit. b. Staat nog aan, maar die zet ik nu onmiddellijk uit. c. Omdat ik heel belangrijk ben laat ik die aanstaan, maar wel

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

13538/14 cle/rts/sv 1 DG D 2B

13538/14 cle/rts/sv 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 30 september 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0407 (COD) 13538/14 DROIPEN 112 COPEN 230 CODEC 1868 NOTA van: aan: het voorzitterschap het Comité van permanente

Nadere informatie

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Gelet op artikel 55 lid 3 Verordening EU 2016/679 en artikel 45 lid 2 van de Richtlijn EU 2016/680, gehoord

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2 De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 23 september 2013 contactpersoon Voorlichting doorkiesnummer 06 18609322 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl

Nadere informatie

De positie van het slachtoffer in het strafproces. 2.1. Definitie slachtoffer. 2.2. Correcte bejegening. 2. De rechten van het slachtoffer

De positie van het slachtoffer in het strafproces. 2.1. Definitie slachtoffer. 2.2. Correcte bejegening. 2. De rechten van het slachtoffer 2. De rechten van het slachtoffer 2.1. Definitie slachtoffer In de wet is een definitie van het begrip slachtoffer opgenomen: degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of

Nadere informatie

`Voorheen kon ook zonder machtiging de raadsman de verdediging voeren voor zijn afwezige cliënt, sedert het Bouterse-arrest niet meer.

`Voorheen kon ook zonder machtiging de raadsman de verdediging voeren voor zijn afwezige cliënt, sedert het Bouterse-arrest niet meer. 3.8 Meningen van bevraagden ten aanzien van de verstekregeling 3.8.1 Verruiming mogelijkheden verdachte? Uit de verkregen reacties wordt duidelijk dat er uiteenlopende antwoorden zijn gegeven op de vraag

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 370 Besluit van 13 september 2000 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces en wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven ter uitbreiding

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet ADVIES Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet Oktober 2014 1 Inleiding Een ieder heeft het recht op een eerlijk proces. Of het nu in een strafzaak of in een civiele zaak

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 916 Bepalingen samenhangend met de vervolging en berechting in Nederland van strafbare feiten die verband houden met het neerhalen van Malaysia

Nadere informatie

Nadere Notitie Burgerrechtenvereniging Vrijbit voor procedure UTR 16/3326 WBP V97 (zitting ).

Nadere Notitie Burgerrechtenvereniging Vrijbit voor procedure UTR 16/3326 WBP V97 (zitting ). 20-11-2016 Nadere Notitie Burgerrechtenvereniging Vrijbit voor procedure UTR 16/3326 WBP V97 (zitting 2-12-2016). In het verlengde van de bezwaren zoals die naar voren zijn gebracht in de bezwaarprocedure

Nadere informatie

Modernisering Wetboek van Sv. 13 april 2017 Wilma Groos en Simon van der Woude

Modernisering Wetboek van Sv. 13 april 2017 Wilma Groos en Simon van der Woude Modernisering Wetboek van Sv. 13 april 2017 Wilma Groos en Simon van der Woude Rechtbank Amsterdam 13 april 2017 Inhoud presentatie Traject modernisering werkgroep Van Dijk en IJzerman in preconsultatie;

Nadere informatie

De Amsterdamse zedenzaak Vragen en Antwoorden

De Amsterdamse zedenzaak Vragen en Antwoorden De Amsterdamse zedenzaak Vragen en Antwoorden MAART 2012 Waarvan worden Roberts M. en Richard van O. beschuldigd? Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt Roberts M. van vele gevallen van seksueel binnendringen

Nadere informatie

2595 AJ Den Haag Ministerie van Justitie en Veiligheid T www. omnl Postbus EH S GRAVEN HAGE

2595 AJ Den Haag Ministerie van Justitie en Veiligheid T www. omnl Postbus EH S GRAVEN HAGE OPENBAAR MINISTERIE College van procureurs-generaal Voorzitter Postbus 20305, 2500 EH Den Haag Pnns Clauslaan 16 2595 AJ Den Haag Ministerie van Justitie en Veiligheid T+31 88699 1100 www. omnl Postbus

Nadere informatie

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159)

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159) De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie dr. K.H.D.M. Dijkhoff Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 19 oktober 2015 contactpersoon Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie