Het spreekrecht van minderjarige slachtoffers: met recht een stem?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het spreekrecht van minderjarige slachtoffers: met recht een stem?"

Transcriptie

1 Mr. R. de Jong 1 & R. Heerkens 2 Artikelen Het spreekrecht van minderjarige slachtoffers: met recht een stem? Inleiding Gedurende de afgelopen decennia heeft het slachtoffer een steeds prominentere plaats gekregen binnen het strafprocesrecht. 3 Die ontwikkeling gaat tevens op voor minderjarige slachtoffers, die vanwege hun kwetsbaarheid bijzondere aandacht behoeven in de strafrechtelijke procedure. Het strafproces in de Amsterdamse zedenzaak wakkerde vorig jaar zelfs de politieke discussie aan ter zake het disfunctioneren van het spreekrecht dat de zeer jonge slachtoffers wel toekomt, maar dat zij op grond van de door de wet gehanteerde leeftijdsgrenzen niet kunnen laten uitoefenen door hun ouders in de hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger. 4 Tegen de achtergrond van de discussie in die zaak, over het toekennen van een spreekrecht aan de ouders van de jonge slachtoffers, maakte Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, Teeven, haast met een wetsvoorstel inzake de uitbreiding van het spreekrecht, zodat ook ouders in die zaak daar namens hun kinderen gebruik van kunnen maken. 5 In deze bijdrage wordt een uitwerking gegeven van de inhoud en betekenis van deze voorgestelde uitbreiding van het spreekrecht, waarbij de vraag centraal staat of de beoogde wetswijziging ook daadwerkelijk een verbetering betekent voor de rechtspositie van minderjarige slachtoffers. Daartoe zullen wij de plussen en minnen van het wetsvoorstel inventariseren. Afsluitend zullen wij aanbevelingen formuleren. 2. De huidige betekenis van art. 51e Sv voor minderjarige slachtoffers Het slachtoffer en nabestaanden die van het spreekrecht gebruikmaken, hebben vanaf 1 januari 2005 een eigenstandige wettelijke rechtspositie gekregen. 6 Uit de wetsgeschiedenis is te herleiden dat aan de uitoefening van het spreekrecht een viervoudige betekenis ten grondslag ligt die is afgemeten naar de concrete belangen van dit recht voor onderscheidenlijk de rechterlijke macht 7, de verdachte 8,de maatschappij 9 én uiteraard het slachtoffer. 10 Voor het slachtoffer zelf of diens nabestaanden kan de uitoefening van het spreekrecht bijdragen aan het herstel van de emotionele schade die is berokkend. In het openbaar een verklaring afleggen, waarbij de gelegenheid wordt geboden om het hart te luchten, kan sommige slachtoffers een belangrijke mate van erkenning geven, waardoor de gevolgen van het misdrijf beter kunnen worden verwerkt. 11 Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden is geregeld in art. 51e Sv. Art. 51e lid 1 Sv luidt als volgt: Het slachtoffer of een nabestaande kan op de terechtzitting een verklaring afleggen over de gevolgen die de 1 Mr. R. de Jong is docent Jeugdrecht aan de Universiteit van Tilburg. 2 R. Heerkens is masterstudente aan de Universiteit van Tilburg. 3 Zie hierover onder meer M.S. Groenhuijsen, Slachtoffers van misdrijven in het recht en in de victimologie. Verslag van een intellectuele zoektocht, DD 2008/2, p. 136; G.J.M. Corstens, Het Nederlands strafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2011, p. 55 en R.S.B. Kool, in: Melai c.s., aant. 2 bij art. 51a-51h, (suppl. 178, november 2009). Zie tevens Kamerstukken II 2000/01, , nr. 3 (MvT). 4 Rb. Amsterdam 31 maart 2011, LJN BP9775 en BP9783 en Rb. Amsterdam 15 december 2011, LJN BU8322 en BU8313. Rb. Amsterdam komt op grond van een extensieve interpretatie van art. 51e Sv in verband met de zwaarwegende belangen van de zaak tot het oordeel dat aan de ouders van de jonge slachtoffers het spreekrecht toekomt. 5 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces, Kamerstukken II 2011/12, , nr In dit artikel zal de voorgestelde uitbreiding van het spreekrecht voor nabestaanden buiten beschouwing worden gelaten. 6 Het spreekrecht is in het Wetboek van Strafvordering opgenomen naar aanleiding van het initiatiefwetsvoorstel van Dittrich en Schonewille bij wet van 21 juli 2004, Stb. 382 (i.w.tr. 1 januari 2005) en daarna materieel ongewijzigd opgenomen in een nieuw art. 51e Sv op grond van de Wet ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces van 17 december 2009, Stb. 2010, 1 (i.w.tr. 1 januari 2011). 7 Voor de rechter dient het spreekrecht van het slachtoffer als bron van informatie, die nodig is om tot een beoordeling te komen. Zo wordt in de memorie van toelichting gesteld dat: Wanneer het slachtoffer of een van diens nabestaanden gebruik maakt van het voorgestelde recht om ter terechtzitting te spreken, dan kan de rechter direct zien en horen, hoe het met het slachtoffer of diens nabestaanden gaat. Die informatie hoort met alle informatie, die over de verdachte en over de toedracht van het tent laste gelegde misdrijf bekend wordt, door de rechter in zijn beoordeling te worden betrokken. Zie Kamerstukken II 2000/ 01, , nr. 3, p. 3 (MvT). 8 Voor de verdachte kan het spreekrecht van betekenis zijn voor het besef van het delict. Bovendien kan er een speciaal-preventief effect van uitgaan. 9 Voor de justitiabelen kan de zichtbaarheid van het slachtoffer een generaal-preventieve werking hebben. 10 Kamerstukken II 2000/01, , nr. 3 (MvT) en nr. 5, p. 1. Zie hierover tevens R.S.B. Kool, in: Melai c.s., aant. 5 op art. 51e Sv (suppl. 178, november 2009) en J.W. Keijser & M. Malsch, Is spreken zilver en zwijgen goud? Spreekrecht en het ontstemde slachtoffer, DD , p Zie hierover onder meer A.L.J. van Strien, De positie van het slachtoffer in het strafproces, in: M.S. Groenhuijsen & G. Knigge (red.), Het onderzoek ter zitting. Eerste interim-rapport onderzoeksproject Strafvordering 2001, Groningen: RUG 2000, p. 263 en Y. Heslinga, Het slachtoffer heeft recht op eigen verhaal, Proces , p Zie ook Kamerstukken II 2000/01, , nr. 3, p. 4 (MvT). Wij verwijzen ook graag naar het onderzoek van Intervict i.o.v. het WODC waaruit blijkt dat het spreekrecht positief wordt gewaardeerd: K. Lens, A. Pemberton & M.S. Groenhuijsen, Het spreekrecht in Nederland: een bijdrage aan het emotioneel herstel van slachtoffers?, Tilburg: Universiteit van Tilburg (Intervict) Afl. 5 - mei 2012 FJR

2 Artikelen het spreekrecht van minderjarige slachtoffers: met recht een stem? strafbare feiten genoemd in het vierde lid 12 bij hem teweeg hebben gebracht. Van het voornemen daartoe geeft hij voor de aanvang van de terechtzitting schriftelijk kennis aan de officier van justitie, opdat deze hem tijdig kan oproepen. Art. 51e lid 3 Sv begrenst welke slachtoffers of nabestaanden spreekgerechtigd zijn. Ten behoeve van de spreekgerechtigdheid wordt namelijk een leeftijdsgrens gesteld. Tot de slachtoffers of nabestaanden die van het spreekrecht gebruik kunnen maken, behoort de minderjarige die de leeftijd van twaalf jaren heeft bereikt. Hetzelfde geldt voor de minderjarige die die leeftijd nog niet heeft bereikt maar die in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake. De huidige wettelijke regeling voorziet in ieder geval niet in de mogelijkheid van het uitoefenen van het spreekrecht door een ouder of voogd. Noch zelfstandig, op grond van een mogelijk aan te nemen indirect slachtofferschap, noch namens hun minderjarige kind, op grond van het feit dat zij diens wettelijke vertegenwoordiger zijn, kunnen de ouders of voogd, het spreekrecht uitoefenen. Daar is de wetgever duidelijk over: inderdaad kan alleen de minderjarige zelf ter zitting het woord voeren en is het niet toegestaan dat een wettelijke vertegenwoordiger dat namens de minderjarige doet Het spreekrecht is beperkt tot de strafbare feiten genoemd in art. 51e lid 4 Sv: het ten laste gelegde feit moet een misdrijf betreffen waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld, dan wel een van de misdrijven in de andere in art. 51e lid 4 Sv genoemde artikelen. 13 Zie Kamerstukken II 2002/03, , nr. 104b (MvA), p Art. 51a lid 1 Sv stelt tevens met het slachtoffer gelijk de rechtspersoon die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft ondervonden. 15 Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 4 (MvT). 16 Zie hierover ook W.H. Vellinga, Spreekrecht van het slachtoffer, in: J.B.J. van der Leij & J. Hielkema, Herschikking van de zitting?, Deventer: Kluwer 2006, p Kamerstukken II 2000/01, , nr. 3, p. 5 (MvT). Een tolk die namens een spraakgehandicapt of doofstom slachtoffer het spreekrecht uitoefent, is daarentegen wel toegelaten. Diegene is immers een instrument van het slachtoffer; het is dan dus nog steeds het slachtoffer dat via een derde het woord voert. Kamerstukken II 2002/03, , nr. 104b, p. 4 (MvA). 2.1 Spreekrecht = een persoonlijk recht? Reden voor de strikte opvatting van de wetgever is gelegen in de reikwijdte van het slachtofferbegrip. Op grond van art. 51a lid 1 Sv dient als slachtoffer te worden aangemerkt degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft ondervonden. 14 De rechtstreekse schade die dient te zijn geleden, houdt in dat iemand dient te zijn getroffen in een belang dat wordt beschermd door het voorschrift dat is overtreden. 15 Het spreekrecht is dus een hoogstpersoonlijk recht 16 en het slachtoffer zelf is de eerst aangewezene om van het spreekrecht gebruik te maken. 17 De wetgever licht dit toe door te stellen dat indien het slachtoffer fysiek niet in staat is van het spreekrecht gebruik te maken, hij geen vertegenwoordiger kan aanwijzen, omdat het gaat om de vertolking van eigen ervaringen. Wel kan het slachtoffer dan een schriftelijke verklaring opstellen die bij de processtukken wordt gevoegd. 18 Als een nadere blik wordt geworpen op de rol van de ouder of voogd als wettelijke vertegenwoordiger van het minderjarige kind, dan valt er wel iets voor te zeggen dat juist die persoon als spreekbuis kan fungeren voor het minderjarige slachtoffer. De wettelijke vertegenwoordiging van het minderjarige kind in en buiten rechte is op grond van art. 1:245 lid 4 BW immers onderdeel van het (ouderlijk) gezag. Minderjarigen zijn in beginsel processueel handelingsonbekwaam, waardoor zij niet zelfstandig in procedures kunnen optreden en de vertegenwoordiging behoeven van hun ouder of voogd. 19 Als minderjarigen ook in andere zaken worden vertegenwoordigd, waarom zou wettelijke vertegenwoordiging, mits dit uiteraard in het belang van het kind geschiedt, geen uitkomst mogen bieden in de uitoefening van het spreekrecht? 20 Het slachtofferbegrip is in onze optiek gemankeerd, omdat het wel een spreekrecht toekent aan een strikt afgebakende groep, maar dit de aanspraak op het spreekrecht nog niet garandeert. Immers, op grond van art. 51a lid 1 Sv kunnen minderjarigen vanwege de schade die zij hebben geleden als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit, wel als slachtoffer worden aangemerkt, maar de uitoefening van het spreekrecht dat hen op basis van dit slachtofferschap toekomt, wordt in art. 51e lid 3 Sv naar leeftijd beperkt en niet ondervangen door alternatieven om de uitoefening van het spreekrecht van de uitgezonderde minderjarige slachtoffers op een andere wijze te laten plaatsvinden. Als het uitoefenen van het spreekrecht door de wettelijke vertegenwoordiger is uitgesloten, is het vervolgens de overweging waard of de ouder of voogd toch niet onder de reikwijdte van het slachtofferbegrip kunnen vallen. Immers, indirect ondervinden ook zij leed van het trauma dat hun kind, over wie zij de verantwoordelijkheid dragen, is aangedaan. Zo stelde de Rechtbank Amsterdam onzes inziens terecht dat niet is uit te sluiten dat schade aan de omgeving, waaronder begrepen de ouders en de overige gezinsleden, mede het welzijn van de jonge slachtoffers rechtstreeks bepaalt. 21 Dit wijst feitelijk op twee zaken, namelijk het belang dat de wettelijke vertegenwoordiger zelf kan hebben bij de uitoefening van het spreekrecht en het belang dat (ook jonge) minderjarige slachtoffers hierbij kunnen hebben. Deze twee verschillen zouden telkens goed moeten worden onderscheiden. Het toekennen van het spreekrecht aan de ouders kan dan bijdragen aan het herstel van de emotionele schade van ouders én kinderen. Anderzijds 18 Kamerstukken II 2000/01, , nr. 5, p In beginsel, omdat uitzonderingen op de processuele onbekwaamheid wel mogelijk zijn. Zie voor een opsomming van deze uitzonderingen onder meer Doek & Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, Amsterdam: Elsevier Juridisch 2009, p Die mening is eveneens Kool toegedaan daar waar het wilsonbekwame slachtoffers betreft. Zie R.S.B. Kool, in: Melai c.s., aant. 7 bij art. 51e Sv, (suppl. 178, november 2009). 21 Rb. Amsterdam 15 december 2011, LJN BU8322 en BU8313. FJR Afl. 5 - mei

3 het spreekrecht van minderjarige slachtoffers: met recht een stem? Artikelen roept het afleggen van een dergelijke verklaring mogelijk ook weer veel emoties op die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de verwerking van het leed. 22 Het gebruik van een spreekrecht is een persoonlijke overweging waarin de ouder psychologisch en emotioneel dient te worden bijgestaan. 2.2 Waarde van het spreekrecht voor het minderjarige slachtoffer? In het bijzonder in het licht van de betekenis die aan het spreekrecht kan worden toegedicht, dringt de vraag zich op of het gerechtvaardigd is om onderscheid te maken naar leeftijd. Is het verdedigbaar om te veronderstellen dat een (zeer) jong slachtoffer dit recht niet toekomt, omdat hij of zij toch pas op latere leeftijd met de gevolgen van het delict wordt geconfronteerd? Als wij terugkeren naar het individuele doel van het spreekrecht voor het slachtoffer, is het onvermijdelijk om de vraag te stellen of jonge kinderen ook gebaat zijn bij het uitoefenen van dit recht door henzelf, of indirect via de ouders. Slachtofferschap kan, ongeacht het delict, ernstige korte- of langetermijngevolgen voor kinderen hebben. 23 Stellige uitspraken over de waarde van een spreekrecht voor jonge slachtoffers kunnen niet worden gedaan, maar opmerkelijk is wel dat uit onderzoek blijkt dat het bespreekbaar maken van het delict, het geven van een stem aan jonge slachtoffers, door jeugdige slachtoffers positief wordt gewaardeerd, ook in latere stadia van het verwerkingsproces. 24 Vertaald naar de zeer jonge slachtoffergroep van de Amsterdamse zedenzaak kan worden geopperd dat, als de ouders (of derden) hen later over het slachtofferschap inlichten, ook zij met de gevolgen van het seksueel misbruik zullen moeten leren omgaan, en dit op enige leeftijd zullen moeten verwerken. Het verlies van kinderlijke onschuld, maar ook het verwerken van het gegeven dat de ouders onmachtig waren om hen tegen het misbruik te beschermen, vormen onderdeel van dit verwerkingsproces. 25 Bekend is dat seksueel misbruik in de jeugdjaren een funeste uitwerking kan hebben op de psychische gezondheid van het slachtoffer, maar dat hoeft evenwel niet altijd zo te zijn. 26 Noodzakelijk is naar onze mening, dat jonge slachtoffers, ongeacht hun leeftijd, ten volle worden ondersteund in hun verwerkingsproces. Een spreekrecht van de ouders, voogd(en) of mogelijk zelfs anderen, zoals de feitelijke opvoeder, kan daar een behulpzaam instrument bij zijn. Een wettelijke regeling van een afgeleid spreekrecht vindt dan mede zijn rechtvaardiging in het welzijn van het jeugdige slachtoffer zelf Zie hierover ook A. Beijer & T. Liefaard, A Bermuda Triangle? Balancing protection, participation and proof in criminal proceedings affecting child victims and witnesses, Utrecht Law Review (3), p In het bijzonder hierover: J. Morgan & L. Zedner, Child Victims. Crime, impact and Criminal Justice, Oxford: Clarendon Press 1992, p. 45 en 50 e.v. Zie tevens P. Dunn, Matching Service Delivery to need, in:s.walklate (red.), Handbook of Victims and Victimology, Devon: Willan Publishing 2007, p J. Morgan & L. Zedner, Child Victims. Crime, impact and Criminal Justice, Oxford: Clarendon Press 1992, p. 50. Zie hierover ook A. Beijer & T. Liefaard, A Bermuda Triangle? Balancing protection, participation and proof in criminal proceedings affecting child victims and witnesses, Utrecht Law Review (3), p N. von Fraunhofer, Working with the victims: adult survivors of child sexual abuse, Psychiatry , p Commissie Deetman, Seksueel misbruik van minderjarigen in de Rooms- Katholieke Kerk, Amsterdam: Uitgeverij Balans 2011, p Zie hierover ook N. von Fraunhofer, Working with the victims: adult survivors of child sexual abuse, Psychiatry , p Ratio achter de leeftijdsgrens ex art. 51e Sv Het hanteren van een rigide slachtofferbegrip heeft de wetgever er desalniettemin van weerhouden om in art. 51e lid 3 Sv ten aanzien van de spreekgerechtigdheid een leeftijdsgrens op te nemen. Uit de parlementaire geschiedenis is te herleiden dat er is gekozen voor de leeftijdsgrens van twaalf jaar, zoals die in het familierecht sinds jaar en dag gebruikelijk is. 28 Die vergelijking is gemaakt, omdat de wetgever in het familierecht heeft geaccepteerd dat minderjarigen in rechte voor hun belangen kunnen opkomen en een oordeel kunnen geven over een complexe situatie. 29 Wij gaan ervan uit dat hier wordt gedoeld op het hoorrecht zoals dat is opgenomen in art. 809 Rv en waarvoor een leeftijdsgrens wordt gehanteerd van twaalf jaar, dan wel, als men die leeftijd nog niet heeft bereikt, het criterium redelijke waardering van belangen. In beginsel achten wij deze keuze van de wetgever niet onbegrijpelijk. Echter, zolang jonge slachtoffers niet in staat worden geacht tot een redelijke waardering van hun belangen is het spreekrecht een lege huls als een ander dit niet namens hen mag uitoefenen. 2.4 Spreekrecht = hoorrecht? Op grond van art. 12 lid 1 IVRK heeft het kind dat in staat is zijn of haar eigen mening te vormen, en dus ongeacht diens leeftijd, het recht om die mening vrijelijk te uiten in alle aangelegenheden die hem of haar betreffen. Het hoorrecht wordt, in het bijzonder ten aanzien van jeugdigen in strafrechtelijke procedures nader uitgewerkt in art. 20 VN- Richtlijnen 30 en art. 44 e.v. Guidelines on child friendly justice 31, welke artikelen het hoorrecht nader formuleren als the right to be heard and to express views and concerns. Er dient niet slechts naar het kind te worden geluisterd, maar het kind moet in procedures die hem of haar aangaan bovendien in de gelegenheid worden gesteld om zichzelf te uiten in de kwestie die ten grondslag ligt aan de procedure. Dit hoorrecht, in het verlengde waarvan dus tevens het 27 Zie over de rechtvaardiging van het wettelijke spreekrecht in het welzijn van het slachtoffer ook J.W. Keijser & M. Malsch, Is spreken zilver en zwijgen goud? Spreekrecht en het ontstemde slachtoffer, DD , p Kamerstukken II 2000/01, , nr. 5, p In de memorie van antwoord wordt het omgangsrecht tussen de minderjarige en de niet-verzorgende ouder als voorbeeld genoemd. Ook in die situaties is het gevaar van manipulatie aanwezig, maar dat heeft geen beletsel gevormd om aan de minderjarige een wettelijke positie toe te kennen. Zie Kamerstukken II 2002/03, , nr. 104b, p. 7 (MvA). 30 Guidelines on Justice in Matters involving Child Victims and Witnesses of Crime (Resolutie 20 van de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties (10 augustus 2005), UN Doc ECOSOC/RES/2005/20). 31 Guidelines on child friendly justice (Adopted by the Committee of Ministers on 17 November 2010 at the 1098th meeting of the Ministers Deputies, Appendix 6 (Item 10.2c), Afl. 5 - mei 2012 FJR

4 Artikelen het spreekrecht van minderjarige slachtoffers: met recht een stem? spreekrecht kan worden beschouwd, mag op grond van art. 12 lid 2 IVRK door het kind rechtstreeks worden uitgeoefend of door tussenkomst van een vertegenwoordiger of een daarvoor geschikte instelling, op een wijze die verenigbaar is met de procedureregels van het nationale recht. Dit hoorrecht geldt voor ieder kind; er gelden in principe geen leeftijdsgrenzen. 32 De toelichting bij art. 44 Guidelines on child friendly justice stelt hiertoe zelfs nadrukkelijk dat zeer jonge kinderen of kinderen die nog niet (volledig) in staat zijn tot een redelijke waardering van hun belangen ook dragers van rechten zijn en dat juist voor deze kinderen alternatieve systemen moeten worden ontwikkeld ten aanzien van hun vertegenwoordiging zodat er geen sprake is van discriminatie op basis van leeftijd. In het licht van art. 12 IVRK en de uitwerking hiervan in de richtlijnen constateren wij een omissie in het huidige wettelijke spreekrecht van minderjarige slachtoffers. De voorgestelde mogelijkheid, om het spreekrecht te laten uitoefenen door de wettelijke vertegenwoordiger(s) van minderjarige slachtoffers die vanwege hun zeer jeugdige leeftijd niet in staat zijn om op de terechtzitting mede te delen welke gevolgen het strafbare feit voor hen heeft gehad, kan naar onze mening worden beschouwd als een nadere invulling van art. 12 IVRK. 3. De voorgestelde uitbreiding van het spreekrecht en het minderjarige slachtoffer 3.1 Uitbreiding kring spreekgerechtigden In het Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces 33 (hierna: het wetsvoorstel) worden twee belangrijke wijzigingen beoogd ten aanzien van de uitoefening van het spreekrecht van minderjarige slachtoffers, zodat de stem van deze slachtoffers bij diens ontstentenis beter op de terechtzitting kan worden gehoord 34. Allereerst wordt de kring spreekgerechtigden uitgebreid. Lid 2 van art. 51e Sv komt te luiden: Het slachtoffer, de vader of de moeder van een minderjarig slachtoffer die een nauwe persoonlijke betrekking met dat slachtoffer hebben en personen die dat slachtoffer als behorende tot hun gezin verzorgen en opvoeden en in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staan kunnen, gezamenlijk of elk afzonderlijk, op de terechtzitting een verklaring afleggen over de gevolgen die de strafbare feiten genoemd in het eerste lid, bij hen teweeg hebben gebracht. Van het voornemen daartoe geeft hij voor de aanvang van de terechtzitting schriftelijk kennis aan de officier van justitie opdat deze hem tijdig kan oproepen. De voorzitter kan het spreekrecht van de vader of moeder of verzorgers als bedoeld in de eerste volzin, ambtshalve of op vordering van de officier 32 General Comment no. 12 (2009) CRC/C/GC/ Kamerstukken II 2011/12, , nr. 2 (voorstel van wet). 34 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 1 (MvT). van justitie beperken of ontzeggen wegens strijd met het belang van het minderjarige slachtoffer. 35 Om de gevolgen voor ouders of feitelijke verzorgers van minderjarige slachtoffers niet onbesproken en onderbelicht te laten, is ervoor gekozen om aan de ouders of verzorgers met een nauwe persoonlijke betrekking een volwaardig en zelfstandig spreekrecht toe te kennen. 36 Dit is als zodanig geregeld op advies van het College van Procureurs-Generaal, dat van mening was dat ook deze personen net zo goed als slachtoffer kunnen worden aangemerkt, ook al hebben zij het misdrijf niet aan den lijve ondervonden. 37 Met de uitzonderingsgrond tegenstrijdige belangen wordt gedoeld op de gevallen, waarin de ouder zelf belang heeft bij het mitigeren van de gevolgen van het strafbare feit of aannemelijk is dat hij anderszins niet in het belang van de minderjarige zal spreken. 38 Gedacht kan worden aan ouders die verdacht worden van incest of mishandeling of een ouder die hiervan op de hoogte was, maar erover zweeg Afgeleid spreekrecht van wettelijke vertegenwoordiger Minderjarigen zijn en blijven ook na de wetswijziging slechts spreekgerechtigd indien zij de leeftijd van twaalf jaren hebben bereikt of indien zij in staat kunnen worden geacht tot een redelijke waardering van hun belangen ter zake. 40 Ten aanzien van de groep 12-minners, in hoedanigheid van slachtoffer óf nabestaande, wordt voorondersteld dat zij vanwege hun zeer jeugdige leeftijd niet in staat zijn om het spreekrecht zelf uit te oefenen, alsook dat zij evenmin de inhoud daarvan kunnen bepalen. 41 In art. 51e lid 6 Sv wordt vervolgens een afgeleid spreekrecht van de wettelijke vertegenwoordigers geregeld ten behoeve van slachtoffers of nabestaanden die de leeftijd van twaalf jaren nog niet hebben bereikt. De wettelijke vertegenwoordigers komen allereerst in aanmerking om het spreekrecht uit te oefenen, omdat zij in het algemeen de belangen van de minderjarige moeten behartigen. 42 Ook hier geldt de uitzonderingsgrond dat die vertegenwoordiging niet in strijd mag zijn met het belang van de minderjarige. Het nieuwe lid 6 35 Cursivering auteurs. 36 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 6 (MvT). De term nauwe persoonlijke betrekking is op advies van de Raad van State in de regeling opgenomen. Als moeder en vader kunnen immers zowel de juridische als de biologische ouders worden opgevat. De term nauwe persoonlijke betrekking preciseert de regeling. Niet slechts de biologische of juridische relatie, maar de affectieve relatie is dus doorslaggevend. Bovendien hoeft de pijn en het leed van de feitelijke verzorgers en opvoeders (met een nauwe persoonlijke betrekking met het kind) niet minder te zijn dan dat van de vader en moeder; vandaar dat zij ook in de regeling zijn opgenomen. Zie Kamerstukken II 2011/12, , nr. 4, p. 2 (advies Raad van State en nader rapport). 37 Advies College van Procureurs-Generaal bij conceptwetsvoorstel uitbreiding spreekrecht d.d. 30 september2011,p.3.bijlagebijkamerstukken II 2011/12, , nr. 3 (MvT). 38 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 4 (MvT). 39 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 4 (MvT). 40 Art. 51e lid 5 Sv nieuw. 41 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 6 (MvT). 42 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 6 (MvT). FJR Afl. 5 - mei

5 het spreekrecht van minderjarige slachtoffers: met recht een stem? Artikelen van art. 51e Sv verwijst hier nogmaals naar de mogelijkheid van de wettelijke vertegenwoordigers om gezamenlijk of elk afzonderlijk, op de terechtzitting een verklaring af te leggen over de gevolgen die de strafbare feiten genoemd in lid 1, bij hen teweeg hebben gebracht, tenzij de uitoefening van het spreekrecht strijd oplevert met het belang van de minderjarige. Hoewel de voogd niet wordt genoemd in art. 51e lid 2 Sv nieuw, is die (rechts)persoon wel te vereenzelvigen met de wettelijke vertegenwoordiger. Hieruit maken wij op dat bij toepassing van lid 6 ook de voogdijinstelling het eigen spreekrecht zou mogen uitoefenen. Indien de voogd in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat, kan overigens evenzeer worden onderbouwd dat hem of haar als feitelijke verzorger het eigen spreekrecht toekomt. Indien de voogdij bij Bureau Jeugdzorg berust kan niet van feitelijke verzorging worden gesproken, dat het eigen spreekrecht ex art. 51e lid 2 Sv nieuw naar onze mening uitsluit. Een beroep op lid 6 biedt die mogelijkheid wel, waardoor deze omissie in de wet wordt ondervangen. 4.1 Een eigen spreekrecht voor ouders en feitelijke verzorgers met een nauwe persoonlijke betrekking Opvallend is dat de uitbreiding van het spreekrecht niet slechts is gelegen in de wettelijke regeling van een afgeleid spreekrecht, maar tevens in de wettelijke verankering van een volwaardig spreekrecht ten behoeve van de groep ouders en feitelijke verzorgers die in een nauwe persoonlijke betrekking tot het minderjarige slachtoffer staan. Nu niet slechts de biologische of juridische relatie met het kind, maar de affectieve relatie doorslaggevend is, 45 wordt een bredere categorie betrokken personen gedekt. De aanvullende voorwaarde dat ouders of verzorgers slechts spreekgerechtigd zijn indien zij in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staan, preciseert de kring van spreekgerechtigden naar onze mening zorgvuldig en correct. Niet slechts de juridische ouder(s) met gezag, maar bijvoorbeeld ook de ouder zonder gezag die (nog steeds) een gewichtige rol speelt in het leven van het kind, de stiefouder die sinds lange tijd het kind als behorende tot het gezin verzorgt en opvoedt of de pleegouder die de feitelijke opvoeding en verzorging op zich heeft genomen, komt een spreekrecht toe. Met name de verantwoordelijkheid voor de opvoeding en verzorging van het minderjarige slachtoffer, of dat nu is gelegen in het ouderlijk gezag of de feitelijke situatie, achten wij afdoende reden om deze personen een eigen spreekrecht toe te kennen. Zoals wij in paragraaf 2 al stelden, ondervinden de ouders of verzorgers evenzeer pijn en leed van het trauma dat het minderjarige slachtoffer, over wie zij de verantwoordelijkheid dragen, is aangedaan. Een kwestie die hier echter nog niet duidelijk is, is of het al dan niet aanwezig zijn van een nauwe persoonlijke betrekking een ontvankelijkheidskwestie is en hoe en door wie (rechter of Officier van Justitie) dit dan wordt opgelost? 4.2 Afgeleid spreekrecht 3.3 Eigen aanwezigheidsrecht op strafzitting Tevens wordt art. 269 lid 5 Sv geheel herzien door de toegelaten leeftijd voor aanwezigheid van minderjarig publiek op de terechtzitting te verlagen van achttien naar twaalf jaar en de voorzitter de bevoegdheid te geven personen tussen de twaalf en achttien jaren niet toe te laten. 43 Vanuit de overweging dat zij een eigen recht dienen te hebben om bij de gehele behandeling van de strafzaak aanwezig te zijn, is aan minderjarige slachtoffers en nabestaanden tussen de twaalf en achttien jaar een eigen aanwezigheidsrecht toegekend; zij kunnen niet worden uitgesloten als toehoorder en mogen zodoende naast de uitoefening van het spreekrecht de gehele strafzaak bijwonen De plussen en minnen van het wetsvoorstel 43 Zie Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 10 (MvT). Die aanpassing is gemaakt overeenkomstig het advies van de Raad voor de rechtspraak. Zie advies Raad voor de rechtspraak d.d. 22 september Bijlage bij Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3 (MvT). 44 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 10 (MvT). 45 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 6 (MvT). Wettelijke vertegenwoordiging In het wetsvoorstel wordt ten aanzien van het regelen van het afgeleide spreekrecht zijdelings aangehaakt bij de rol van de wettelijke vertegenwoordiger ex art. 1:245 lid 4 BW. Wettelijke vertegenwoordiging van een minderjarige, zowel in als buiten rechte, vormt een belangrijk onderdeel van het ouderlijk gezag dan wel de voogdij. Toegegeven moet worden dat het ouderlijk gezag een aan de ouders toekomend recht betreft, maar dit recht is wel dienstbaar aan het belang van het kind. De uitoefening van het gezag kan daarom niet los gezien worden van de verplichting om dat belang te dienen. 46 Met dit wetsvoorstel wordt aan de wettelijke vertegenwoordiger de gelegenheid geboden om de gevolgen, die het strafbaar feit bij het minderjarige slachtoffer teweeg hebben gebracht, te vertolken op de terechtzitting. 47 Nu wettelijke vertegenwoordiging van minderjarigen ook in andere zaken geschiedt, is het onzes inziens vanzelfsprekend dat deze vertegenwoordiging tevens tot uiting komt in de uitoefening van het spreekrecht. Het komt de rechtspositie van de minderjarige bovendien ten goede dat het wetsvoorstel niet enkel ziet op de wettelijke vertegenwoordiging van minderjarige slachtoffers, maar dat het tevens tegemoetkomt aan de belangen van minderjarige nabestaanden. 48 Strijd met het belang van de minderjarige Zowel het eigen spreekrecht van ouders als het afgeleide spreekrecht mag niet worden uitgeoefend als dit in strijd is met het belang van het minderjarige slachtoffer. Strijdig- 46 Het ouderlijk gezag (en niet minder ook de voogdij) is een doelbevoegdheid: het geheel van aan hen toekomende rechten en plichten is gegeveninhetbelangvanhetkind,i.jansen,in:groene Serie Personenen Familierecht, aant. 4 bij art. 1:245 BW. Zie tevens HR 25 september 1998, NJ 1999/379. Zie ook Doek & Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, Amsterdam: Elsevier Juridisch 2009, p Wij wijzen in dit verband tevens op art. 1:247 BW. 47 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 4 (MvT). 48 Art. 51e lid 6 Sv nieuw. 128 Afl. 5 - mei 2012 FJR

6 Artikelen het spreekrecht van minderjarige slachtoffers: met recht een stem? heid met het belang van de minderjarige is volgens de wetgever niet enkel aan de orde wanneer de ouder zelf belang heeft bij het mitigeren van de gevolgen van het misdrijf, maar ook wanneer aannemelijk is dat hij anderszins niet in het belang van de minderjarige zal spreken. 49 Het is evident dat in zaken waarin een kind het slachtoffer is van het strafbaar handelen van een van de ouders, aan de verdachte ouder in ieder geval geen spreekrecht wordt toegekend. 50 Echter, minder duidelijk is hoe moet worden omgegaan met het afgeleide spreekrecht van de andere ouder indien in zodanige zaak onduidelijk is wat de rol van de andere ouder in het gebeurde is geweest, of indien blijkt dat de andere ouder een ondergeschikte rol heeft gespeeld in het strafbaar feit. Overigens is het ook niet uitgesloten dat ouders, die gezamenlijk met het ouderlijk gezag zijn belast, verschillen van mening over het voorgevallene met hun kind en diens belangen ter zake. Niet ondenkbaar is dat ook die situatie strijdig kan worden geacht met het belang van het minderjarige slachtoffer. Onduidelijk is dan wie van de ouders in dat geval het spreekrecht mag uitoefenen. Het wetsvoorstel biedt in dergelijke gevallen geen regeling. Wij achten het in eerste instantie van belang dat voornoemde situaties, waarin de uitoefening van het spreekrecht van de ouders strijdig is met de belangen van het minderjarige slachtoffer, worden gesignaleerd door het Openbaar Ministerie. Het zou ter discretie van de rechter moeten zijn om daar vervolgens over te oordelen. Duidelijke handvatten ten behoeve van een beslissing in deze worden de rechter niet geboden. De wetgever heeft zich (ook) niet uitgelaten over de situatie waarin de beide ouders worden beperkt in het afgeleide spreekrecht en de uitoefening van het spreekrecht komt te ontbreken. 51 De NVvR stelde in haar advies terecht dat het artikel niet regelt wie dan wel bevoegd is de minderjarige te vertegenwoordigen. 52 Het verdient aanbeveling dat het Openbaar Ministerie, in aanvulling op zijn signaleringsfunctie, zorg draagt voor het doorgeleiden van dergelijke zaken naar bijvoorbeeld Slachtofferhulp Nederland of de Raad voor de Kinderbescherming, opdat zij kunnen adviseren over de uitoefening van het afgeleide spreekrecht door een ander dan de wettelijke vertegenwoordiger. Wellicht dat er in de naaste omgeving van het minderjarige slachtoffer een familielid of 49 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 4 (MvT). 50 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 4 (MvT), De Memorie van Toelichting brengt deze beperking inverband met een geval van incest of mishandeling. Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 4 (MvT). Zie tevens advies College van Procureurs-Generaal bij conceptwetsvoorstel uitbreiding spreekrecht d.d. 30 september 2011, p. 5. Bijlage bij Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3 (MvT). 51 Een dergelijke situatie is aan de orde op het moment dat de beide ouders trachten de gevolgen van het strafbaar feit te mitigeren of aannemelijk is dat zij anderszins niet in het belang van de minderjarige zullen spreken. 52 Advies NVvR ten behoeve van conceptwetsvoorstel uitbreiding spreekrecht d.d. 27 september Bijlage bij Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3 (MvT). 53 Uit de memorie van toelichting blijkt dat ten aanzien van minderjarige slachtoffers en nabestaanden allereerst de wettelijk vertegenwoordigers in aanmerking komen om het spreekrecht namens hen uit te oefenen. Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 6 (MvT). andere persoon in staat kan worden geacht, het afgeleide spreekrecht namens de minderjarige uit te oefenen. 53 Vervolgens zou een analoog beroep kunnen worden gedaan op de rechtsfiguur van de bijzondere curator, 54 maar het is ook denkbaar dat het Openbaar Ministerie hier een beslissing in neemt, al dient het OM dan wel voor ogen te hebben dat deze beslissing een genuanceerder oordeel vraagt dan alleen het partijbelang. Leeftijdsgrenzen afgeleid spreekrecht Nu er thans wordt gestreefd naar een uitbreiding van het spreekrecht om tegemoet te komen aan de belangen van de minderjarigen, is het bevreemdend dat het afgeleide spreekrecht van de wettelijke vertegenwoordiger wordt ingeperkt door het stellen van leeftijdsgrenzen. Het wetsvoorstel onderscheidt een categorie minderjarige slachtoffers en nabestaanden in de leeftijd ouder dan twaalf jaren en een categorie minderjarigen jonger dan twaalf jaren. 55 Dit onderscheid is klaarblijkelijk gestoeld op het oude art. 51e lid 3Sv. 56 Nu naar aanleiding van het wetsvoorstel de kring spreekgerechtigden wordt uitgebreid voor minderjarigen die omwille van hun jeugdige leeftijd niet in staat zijn om zelf het spreekrecht uit te oefenen, zien wij thans geen reden meer voor het onderscheiden van minderjarigen naar leeftijd. Naar onze mening zouden ook minderjarigen die de leeftijd van twaalf jaar reeds hebben bereikt, maar die het uitoefenen van het spreekrecht te belastend of bezwaarlijk vinden, in staat moeten worden gesteld om de keuze voor wettelijke vertegenwoordiging te maken, ondanks het feit dat zij ingevolge art. 51e lid 5 Sv nieuw beschikken over een eigen spreekrecht. 57 Zolang niet in deze mogelijkheid wordt voorzien, dient men zich oprecht af te vragen of er dan wel sprake is van een volwaardig spreekrecht?! Ten aanzien van meerderjarige personen die feitelijk niet bij machte zijn om het spreekrecht uit te oefenen daar zij vanwege een ernstige fysieke belemmering of geestelijke stoornis niet in staat zijn hun wensen kenbaar te maken wordt voorzien in een mogelijkheid om het spreekrecht namens hen te laten uitoefenen. 58 Het spreekrecht kan dan 54 Art. 1:250 BW biedt de rechter de mogelijkheid om op verzoek of ambtshalve een bijzondere curator te benoemen om de minderjarige ter zake, zowel in als buiten rechte, te vertegenwoordigen. Indien de wettelijke vertegenwoordigers worden beperkt in dit spreekrecht, dan zou een ander op de voet van art. 1:250 BW kunnen voorzien in de vertegenwoordiging van de minderjarige. 55 Zie art. 51e lid 5 Sv nieuw. 56 Het oude art. 51e lid 3 Sv bepaalt immers: Tot de slachtoffers of nabestaanden die van het spreekrecht gebruik kunnen maken, behoort de minderjarige die de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt. Hetzelfde geldt voor de minderjarige die die leeftijd nog niet heeft bereikt en die in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake. 57 Wij sluiten ons hiermee aan bij het advies van het College van Procureurs-Generaal zoals verwoordt in het advies bij conceptwetsvoorstel uitbreiding spreekrecht d.d. 30 september 2011, p. 4. Bijlage bij Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3 (MvT). 58 Art. 51e lid 7 Sv nieuw. Zie tevens Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 6 7 (MvT). FJR Afl. 5 - mei

7 het spreekrecht van minderjarige slachtoffers: met recht een stem? Artikelen worden uitgeoefend door hun levensgezel dan wel de kring van naaste bloedverwanten. 59 Tevens wordt het mogelijk dat een slachtoffer of diens vertegenwoordiger die zelf geen gebruik durft of kan maken van het spreekrecht op de openbare terechtzitting, een ander voor hem laat spreken. Daarbij is zeer goed voorstelbaar dat een raadsman namens het slachtoffer of de nabestaande optreedt, maar ook een medewerker van Slachtofferhulp Nederland kan op verzoek van het slachtoffer namens hem het woord voeren. 60 De vangnetbepaling van art. 51e lid 7 Sv nieuw, zou tevens tegemoet kunnen komen aan de belangen van twaalfplussers, ware het niet dat de wetgever expliciet niet heeft bedoeld om hen daaronder te scharen. 61 Dan rest het minderjarige slachtoffer die de leeftijd van twaalf jaar reeds heeft bereikt en niet zelf ter terechtzitting wenst te spreken geen andere mogelijkheid dan gebruik te maken van een advocaat of een medewerker van Slachtofferhulp Nederland. Een beroep op de wettelijke vertegenwoordiger is uitgesloten. Tevens wordt niet geregeld hoe het spreekrecht mag worden uitgeoefend ten behoeve van slachtoffers die ouder zijn dan twaalf jaar oud, maar die niet tot wilsbepaling in staat zijn. Het laat zich naar onze mening moeilijk indenken waarom de uitoefening van het spreekrecht door de wettelijke vertegenwoordiger zou moeten worden onthouden aan wilsonbekwame of angstige minderjarige slachtoffers en nabestaanden in de leeftijd van twaalf tot achttien jaar. Wij constateren dat de wetgever uitgaat van vier categorieën: de gewone 12-minner ten behoeve van wie aan de wettelijke vertegenwoordiger(s) het afgeleide spreekrecht toekomt; de 12-minner die in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake aan wie het eigen spreekrecht toekomt; de wilsbekwame 12-plusser aan wie een eigen, maar geen afgeleid spreekrecht toekomt en de wilsonbekwame 12-plusser ten aanzien van wie het onduidelijk is hoe diens spreekrecht wettelijk is geregeld. Het stellen van leeftijdsgrenzen achten wij discriminatoir, omdat het bepaalde groepen minderjarige slachtoffers 62 van vertegenwoordiging door de ouder of voogd uitsluit. Om van een volwaardig spreekrecht te kunnen spreken, dat in lijn is met art. 12 IVRK, dient het spreekrecht naar onze mening te worden toegekend aan de minderjarige die in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake, ongeacht of diegene de leeftijd van twaalf jaar al dan niet heeft bereikt, waarbij de uitoefening van het spreekrecht door de wettelijke vertegenwoordiger, mits niet tegenstrijdig is met de belangen van het minderjarige slachtoffer, niet door een leeftijdsgrens wordt begrensd. 63 Een dergelijke regeling zou ook meer aansluiten bij de strekking van art. 1:245 lid 4 BW, waaruit blijkt dat de wettelijke plicht tot vertegenwoordiging van een minderjarige in en buiten rechte in beginsel doorloopt tot het moment waarop de minderjarige de leeftijd van achttien jaren bereikt Aanwezigheid van minderjarigen op de terechtzitting Als gevolg van de wijziging van art. 269 lid 5 Sv nieuw, wordt het mogelijk voor minderjarige toehoorders in de leeftijd van twaalf tot achttien jaren om een strafzaak bij te wonen. 65 De rechter is evenwel de bevoegdheid voorbehouden om hen niet toe te laten. Minderjarige slachtoffers en minderjarige benadeelde partijen van 12 jaar en ouder dienen volgens de wetgever daarentegen een eigen recht te hebben om bij de gehele openbare terechtzitting aanwezig te zijn. 66 Beide voorstellen roepen vragen op waar het de rechtsbescherming van minderjarige slachtoffers betreft. Enerzijds achten wij de mogelijkheid dat bekenden van het slachtoffer als toehoorder zitting wensen te nemen in de rechtszaal, zoals bijvoorbeeld klasgenootjes, leeftijdsgenootjes waarmee het slachtoffer een bevriende relatie heeft of leeftijdsgenootjes van een vereniging, problematisch. Anderzijds draagt de voorgestelde wijziging van art. 269 lid 5 Sv, die het voor een minderjarig slachtoffer of een minderjarige benadeelde partij van twaalf jaar en ouder mogelijk maakt om op de openbare terechtzitting aanwezig te zijn, 67 het risico met zich dat hij of zij wordt blootgesteld aan de aandacht van de media en overige toehoorders in de rechtszaal. Onzes inziens komt het de belangen van de minderjarige niet ten goede als hij ten overstaan van eventuele bekenden en de media moet verklaren omtrent de veelal ernstige gevolgen die het strafbaar feit bij hem teweeg heeft gebracht. Niet uit te sluiten is dat het slachtoffer dan gedurende langere of kortere tijd na afloop van het strafproces nog wordt geconfronteerd met hetgeen hij of zij ter terechtzitting heeft verklaard. Dit brengt het risico op secundaire victimisatie met zich. 68 De rechter zal hier nadrukkelijk rekening mee moeten houden. 4.4 Bescherming uitoefening spreekrecht Uit het wetsvoorstel blijkt niet voldoende op welke wijze de uitoefening van het spreekrecht door minderjarigen con- 59 Art. 51e lid 7 Sv nieuw. Zie tevens Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 6 7 (MvT). 60 Laatstgenoemde treedt dan op in hoedanigheid van bijzonder gemachtigde. Zie art. 258 lid 6 Sv jo. art. 303 lid 2 Sv nieuw. Zie hierover tevens Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 4 6 (MvT).Zietevensadvies NVvR ten behoeve van conceptwetsvoorstel uitbreiding spreekrecht d.d. 27 september Bijlage bij Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3(MvT). 61 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 6 (MvT). 62 Wij noemen hier de 12-minners die in staat kunnen worden geacht tot een redelijke waardering van hun belangen en de wils(on)bekwame 12-plussers die gebruik wensen te maken van het afgeleide spreekrecht. 63 Zie par Art. 1:245 lid 1 BW jo. art. 1:233 BW. 65 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 2, p. 3 (voorstel van wet). 66 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 10 (MvT). De wetgever gaat hier voorbij aan de wens van de Raad voor de rechtspraak om personen tussen de 12 en de 18 jaren in zijn geheel niet toe te laten. Zie advies Raad voor de rechtspraak d.d. 22 september 2011, p Bijlage bij Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3 (MvT). 67 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 10 (MvT). 68 Zie hierover in het bijzonder United Nations, Office for Drug Control and Crime Prevention, Handbook on Justice for Victims: on the Use and Application of the Declaration of Basic Principles of Justice for Victims of Crime and Abuse of Power, New York Afl. 5 - mei 2012 FJR

8 Artikelen het spreekrecht van minderjarige slachtoffers: met recht een stem? 69 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p. 10 (MvT). Zie tevens Kamerstukken II 2011/12, , nr. 2, p. 3 (voorstel van wet). 70 Zie A.L.J. van Strien, De positie van slachtoffers in het strafproces, in: M.S. Groenhuijsen & G. Knigge (red.), Het onderzoek ter zitting. Eerste interim-rapport onderzoeksproject Strafvordering 2001, Groningen: RUG 2000, p Voor een nadere bespreking van art. 12 IVRK verwijzen wij naar par. 2. Zie ten aanzien van het hoorrecht, in het verlengde waarvan tevens het spreekrecht kan worden geschaard, General Comment no. 12 onder 63: to ensure that a child victim is [...] enabled to express freely, and in her or his own manner, views and concerns regarding her or his involvement in de the judicial process. De Guidelines on Justice in Matters involving Child Victims and Witnesses of Crime (Resolutie 20 van de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties (10 augustus 2005), UN Doc ECOSOC/RES/2005/20) preciseren deze bepaling nader in art. 21. Voorts geven de voornoemde Guidelines in art. 30 en art. 31 concreet aan dat het minderjarige slachtoffer in het strafproces op kindvriendelijke wijze dient te worden behandeld. Soortgelijke bepalingen omtrent de omgang met, en de zorg voor het minderjarige slachtoffer treft men tevens in onderdeel IV sub D onder 6 van de Guidelines on child friendly justice (Adopted by the Committee of Ministers on 17 November 2010 at the 1098th meeting of the Ministers Deputies, Appendix 6 (Item 10.2c), 72 Modelregeling inzake passende verblijfsomgeving slachtoffers ten behoeve van rechtbanken en gerechtshoven, Raad voor de rechtspraak in samenwerking met het Programma Strafsector, Procedures/Landelijke-regelingen/Sector-strafrecht/Documents/Modelregeling %20inzake%20passende%20verblijfsomgeving%20slachtoffers.pdf. creet wordt beschermd. Ondanks dat het volgens de wetgever denkbaar is dat de rechtbank, op verzoek van het slachtoffer, beveelt de deuren tijdelijk te sluiten als het slachtoffer gebruikmaakt van het spreekrecht, is deze overweging niet als zodanig opgenomen in de voorgestelde wijziging van art. 269 lid 5 Sv. 69 Vooropgesteld moet worden dat wij geen voorstander zijn van het standaard in volledige geslotenheid behandelen van een strafzaak waarbij een minderjarige in de hoedanigheid van slachtoffer of nabestaande is betrokken. Dit zou bovendien ook in strijd zijn met het beginsel van openbaarheid. Wij achten het in het belang van het minderjarige slachtoffer als de uitoefening van het spreekrecht in beginsel achter gesloten deuren geschiedt. Het verdient aanbeveling om aan de minderjarige de keuze te laten in wiens aanwezigheid hij zijn spreekrecht wenst uit te oefenen. Het initiatief tot het sluiten van de deuren wordt daarmee bij de minderjarige neergelegd. Opmerkelijk is dat de wetgever voorts geen andere mogelijkheden voorstelt die een bijdrage zouden kunnen leveren aan de bescherming van de uitoefening van het spreekrecht. Onder meer kan worden gedacht aan de mogelijkheid tot het afleggen van een mondelinge verklaring langs audiovisuele weg. 70 Voorts zijn er geen wettelijke regelingen getroffen die specifiek zien op het horen van het minderjarige slachtoffer of de omgang met, en de zorg voor voornoemd slachtoffer. Zulks zou wel in lijn zijn met art. 12 IVRK. 71 De rechtspraktijk heeft hier evenwel gehoor aan gegeven middels het opstellen van een Modelregeling inzake passende verblijfsomgeving slachtoffers. 72 Met name hetgeen daarin is bepaald omtrent de opvang en de begeleiding van slachtoffers, voorafgaand, tijdens en na afloop van de zitting, achten wij van bijzonder belang. Te denken valt onder meer aan de aanwezigheid van een, van de publieke wachtruimte afgeschermde, kamer waar slachtoffers kunnen worden opgevangen, alsmede aan het uitgangspunt dat een slachtoffer in de rechtszaal op zodanige wijze wordt gepositioneerd dat een ongewenste confrontatie tussen het slachtoffer en de verdachte wordt vermeden. Mede in het licht van de bijzondere regelingen die zijn getroffen in de Amsterdamse zedenzaak, 73 behoeft het aanbeveling dat beleidsmakers zich bezinnen op de inrichting van de zitting waarbij minderjarige slachtoffers zijn betrokken. 5. Tot slot In deze bijdrage is een uiteenzetting gegeven van de inhoud en de betekenis van de voorgestelde uitbreiding van het spreekrecht, waarbij wij ons hoofdzakelijk hebben gericht op de plussen en minnen in de voorgestelde regeling. Die plussen en minnen in ogenschouw genomen, concluderen wij dat het wetsvoorstel een verbetering betekent voor de rechtspositie van minderjarige slachtoffers. Desalniettemin is uit het voorgaande gebleken dat enkele facetten van de voorgestelde regeling noodzaken tot een nadere uitwerking. Met de uitbreiding van het spreekrecht van minderjarige slachtoffers is een positieve stap voorwaarts gedaan in de verbetering van de rechtspositie van minderjarige slachtoffers. Echter, van een volwaardig spreekrecht kan (nog) niet worden gesproken en ook de bescherming van de uitoefening van het spreekrecht is nog niet volledig uitgedacht. Derhalve zijn er in deze bijdrage enkele aanbevelingen gedaan voor de wetgever. Wij wijzen op onder meer het loslaten van de leeftijdsgrenzen, de wijze waarop dient te worden omgegaan met strijdigheid van de belangen van de wettelijk vertegenwoordigers en de concretisering van de bescherming van de uitoefening het spreekrecht van minderjarige slachtoffers. In de toekomst zal aan de kritiekpunten in deze bijdrage nader aandacht dienen te worden besteed. Wij hopen middels deze bijdrage de wetgever aan te sporen om deze voorstellen voor een in onze optiek volwaardig spreekrecht van minderjarige slachtoffers door te laten klinken naar toekomstige wetgeving, opdat het kind met recht een stem heeft. 73 Wij noemen hier onder meer de logistieke maatregelen. Ouders van de slachtoffers in de Amsterdamse zedenzaak worden via een aparte ingang de rechtbank binnengeleid, om hen af te schermen voor publiciteit. Vanuit afgeschermde zalen volgen zij de behandeling van de terechtzitting middels een videoverbinding. Het aanwezige publiek volgt de zaak vanuit een aparte zaal. De pers daarentegen neemt plaats in de zittingszaal. Het presenteren van een selectie van het bewijsmateriaal geschiedt met uitsluiting van derden. Hoewel een zitting met gesloten deuren in beginsel derden buitensluit, acht de rechtbank een schouw op een andere plaats dan de zittingszaal, een betere waarborg tegen kennisname van het beeldmateriaal door derden. Zie Rb. Amsterdam 15 december 2011, LJN BU8313 en BU8322. Naast voornoemde logistieke aspecten zijn er ook regelingen getroffen die voorzien in begeleidingsaspecten van de ouders. Familierechercheurs en medewerkers van Slachtofferhulp Nederland treden in de Amsterdamse zedenzaak op als procesbegeleiders. Daarnaast is er een taak weggelegd voor de GGD om zorg en hulp te verlenen aan de ouders. Voor vragen zijn de ouders aangewezen op medewerkers van het Openbaar Ministerie en de rechtbank. Zie P. Vermaas, Jet Hoogendijk over de Amsterdamse Zedenzaak, Opportuun 2012,3,p.8. FJR Afl. 5 - mei

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.28 Verruiming spreekrecht in rechtszaal 1.9.2012 van kracht tekst bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie 10.7.2012; www.rijksoverheid.nl Wet

Nadere informatie

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven,

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven, De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 22 september 2011 van Voorlichting doorkiesnummer 070-361 9721 uw kenmerk 5702623/11/6 onderwerp Advies

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Verdieping: Positie van het slachtoffer

Verdieping: Positie van het slachtoffer Verdieping: Positie van het slachtoffer Korte omschrijving werkvorm: In de afgelopen jaren is de positie van het slachtoffer in het strafrecht almaar versterkt, maar in de huidige wetgeving is er geen

Nadere informatie

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten Besluit van..., houdende regels voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (Besluit slachtoffers van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 176 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr.

Nadere informatie

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten contactpersoon De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 7 oktober 2014 Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46116548

Nadere informatie

Recht uit het hart spreken

Recht uit het hart spreken Recht uit het hart spreken Een onderzoek naar de rechtspositie van minderjarige slachtoffers ten aanzien van het spreekrecht en de openbare terechtzitting Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

S k~ N~DEi~LANDS~ ø~t~ VAd~DVOCAT~N ~/ van Veiligheid en Justitie. Aan de Staatssecretaris De heer mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

S k~ N~DEi~LANDS~ ø~t~ VAd~DVOCAT~N ~/ van Veiligheid en Justitie. Aan de Staatssecretaris De heer mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag N~DEi~LANDS~ ø~t~ VAd~DVOCAT~N ~/ ~ : S k~ 7, H~ r~;c~~ ~ ~. ~ ~ Aan de Staatssecretaris De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag van Veiligheid en Justitie 4 1 ~1 7 7~ Den Haag, 13 oktober

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

2 Vergaderjaar

2 Vergaderjaar T WEEDE K AMER DER STATEN-G ENERAAL 2 Vergaderjaar 2005-2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 15de december 2011 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ter zake van gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen (Landsverordening gezamenlijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Reglement Cliëntenraad Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant

Reglement Cliëntenraad Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant Reglement Cliëntenraad Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant 1 oktober 2011 Reglement Cliëntenraad van Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant stelt conform

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag

Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag ~ Telefoon Fax algemeen (070) (070) 361 93361 009310 Fax rechtspraak (070) 361 9315 Aan de

Nadere informatie

Het slachtoffer in het strafproces

Het slachtoffer in het strafproces Het slachtoffer in het strafproces Mijn mobiele telefoon a. Staat natuurlijk al uit. b. Staat nog aan, maar die zet ik nu onmiddellijk uit. c. Omdat ik heel belangrijk ben laat ik die aanstaan, maar wel

Nadere informatie

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een toenemende convergentie

Nadere informatie

Geachte heerteeven, Strekking wetsvoorstel

Geachte heerteeven, Strekking wetsvoorstel h& NEDERLANDSE r,pr VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Vefligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 2030! 2SOOEH DEN HAAG Dutem 31 oktober 20l4 Uw keuw.,k Coetectpwvoen AdvIes op het voorontwerp

Nadere informatie

Voegen in het strafproces

Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces april 2011 U bent slachtoffer geworden van een misdrijf of overtreding en u heeft daarbij schade geleden. Eén van de mogelijkheden om uw schade vergoed

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten. Aan de Minister van Justitie t.a.v. mw. mr. M.F.M. de Groot Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 16 januari 2006 contactpersoon mr. A. Kuijer doorkiesnummer 070-361 9706 a.kuijer@rvdr.drp.minjus.nl e-mail

Nadere informatie

Recht en bijstand bij juridische procedures

Recht en bijstand bij juridische procedures Recht en bijstand bij juridische procedures In deze folder leest u meer 0900-0101 (lokaal tarief) over de juridische bijstand door Slachtofferhulp Nederland en de rechten van slachtoffers. Een wirwar van

Nadere informatie

Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring

Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Voor u als slachtoffer of nabestaande is het mogelijk om tijdens de rechtszaak een verklaring af te leggen of in te dienen. Spreekrecht en schriftelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 131 Wet van 12 maart 2014 tot aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van

Nadere informatie

College van Procureurs-Generaal

College van Procureurs-Generaal Openbaar Ministerie College van Procureurs-Generaal Voorzitter U' Postbus 20B05 2500 EH Den Haag Prins Olauslaan IB D' 2505 AJ Den Haag, Minister van Veiligheid en Justitie Telefoon+31 (0)70 233 3B 00

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 980 Uitvoering van het op 19 oktober 1996 te s-gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning,

Nadere informatie

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming anpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming VOORSTEL VN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 28 maart 2014 Uw kenmerk 476490 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 85 Wet van 28 februari 2013 tot implementatie van richtlijn nr. 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 38 Wet van 23 januari 1997 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de herziening van de voorlopige maatregelen

Nadere informatie

Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde?

Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde? Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde? Masterscriptie S. van Eersel ANR: 583395 Universiteit van Tilburg, Faculteit Rechtswetenschappen Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid, accent

Nadere informatie

De positie van het slachtoffer in het strafproces. 2.1. Definitie slachtoffer. 2.2. Correcte bejegening. 2. De rechten van het slachtoffer

De positie van het slachtoffer in het strafproces. 2.1. Definitie slachtoffer. 2.2. Correcte bejegening. 2. De rechten van het slachtoffer 2. De rechten van het slachtoffer 2.1. Definitie slachtoffer In de wet is een definitie van het begrip slachtoffer opgenomen: degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 610 Besluit van 27 november 2006, houdende wijziging van het Besluit videoconferentie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 915 Goedkeuring van het op 7 juli 2017 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake internationale

Nadere informatie

Reglement Cliëntenraad Jeugdbescherming Brabant

Reglement Cliëntenraad Jeugdbescherming Brabant Reglement Cliëntenraad Jeugdbescherming Brabant 1 oktober 2011 Reglement Cliëntenraad van Jeugdbescherming Brabant Jeugdbescherming Brabant stelt conform artikel 58 e.v. van de Wet op de Jeugdzorg een

Nadere informatie

Het kind als benadeelde partij in het Nederlandse en Internationale Strafrecht

Het kind als benadeelde partij in het Nederlandse en Internationale Strafrecht Het kind als benadeelde partij in het Nederlandse en Internationale Strafrecht Universiteit Leiden, bachelorscriptie BA III Naam: Chloé Simonis Datum: 25 mei 2012 Studentnummer: 0920711 Studierichting:

Nadere informatie

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 44630 31 december 2015 Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 2 december 2015, kenmerk 708251, tot vaststelling

Nadere informatie

Samenvatting en advies

Samenvatting en advies Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Postbus 30137 2500 GC Den Haag Telefoon (070) 361 93 00 Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 GC Den Haag Betreft : Contactpersoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 23 714 Wijziging van, onder meer, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met invoering van medevoogdij en gezamenlijke voogdij Nr. 7 NOTA

Nadere informatie

Klachtenregeling Cliënten van Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers

Klachtenregeling Cliënten van Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers RAPPORT Versie: 2.0 Klachtenregeling Cliënten van Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers Raad van Bestuur Postbus 5247 2000 CE Haarlem T 088-777 81 06 F 023-799 37 18 www.bjznh.nl 1 Aanhef Gelet op de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling REGELING INZAKE HET OMGAAN MET EEN VERMOEDEN VAN EEN MISSTAND HOOFDSTUK 1. DEFINITIES Artikel 1. Definities In deze regeling worden de volgende definities gebruikt: betrokkene: degene die al dan niet in

Nadere informatie

Artikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen.

Artikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen. Excellentie, Met uw brief van 23 april 2008 hebt u ons ter consultatie toegezonden het conceptwetsvoorstel Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie. Het conceptwetsvoorstel geeft ons aanleiding

Nadere informatie

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao Aanwijzing Slachtofferzorg Parket Curaçao Samenvatting Deze aanwijzing stelt regels betreffende de bejegening van slachtoffers van misdrijven, zoals zeden, geweld- en verkeersmisdrijven. Daarbij worden

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011; De raad van de gemeente Schiermonnikoog; overwegende, dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden jonger dan 65 jaar bij verordening

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak Datum: 1 april 2010 Ons kenmerk: B2.1.9./1782/HD Uw kenmerk: 5637692/10/6 Onderwerp: Wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap De minister van Justitie

Nadere informatie

De bestuurder van de Stichting Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg te Amsterdam;

De bestuurder van de Stichting Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg te Amsterdam; Privacyreglement Stichting Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg De bestuurder van de Stichting Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg te Amsterdam; Overwegende Dat het Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg tot

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 27 632 Voorstel van wet van de leden Dittrich en Schonewille tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van

Nadere informatie

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 27 632 Voorstel van wet van het lid Dittrich tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van spreekrecht voor

Nadere informatie

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl Aan de Minister van Justitie en Veiligheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden Gemeente Achtkarspelen Verordening Langdurigheidstoeslag WWB Dienst Werk en Inkomen De Wâlden November 2011 1 Gemeente Achtkarspelen de Raad van de gemeente Achtkarspelen; gelet op het bepaalde in artikel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:2366

ECLI:NL:RBMNE:2014:2366 ECLI:NL:RBMNE:2014:2366 Instantie Datum uitspraak 23-05-2014 Datum publicatie 20-08-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C-16-366100 - JE RK 14-841 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Het opschrift van de Eerste afdeling van Titel IIIA van het Eerste Boek komt te luiden: EERSTE AFDELING Definities

Het opschrift van de Eerste afdeling van Titel IIIA van het Eerste Boek komt te luiden: EERSTE AFDELING Definities [2 juni 2015] Implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 079 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

De rechten van grootouders

De rechten van grootouders Mr E.L.M. Louwen advocaat familierecht/mediator Bierman advocaten, Tiel De rechten van grootouders Wet Al jaren vragen grootouders aan de rechter om een omgangsregeling met hun kleinkinderen. Al jaren

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers.

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers. Inleiding D3 werkt vanuit de privacy kaders die door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zijn opgelegd. Bij de start van de zorg bij D3 ontvangt de cliënt het privacyreglement. Alle privacygevoelige

Nadere informatie

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Postbus 30137 2500 GC Den Haag Telefoon (070) 361 93 00 Fax algemeen (070) 361 93 10 Fax rechtspraak (070) 361 93 15 Aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid,

Nadere informatie

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam De besturen van de rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam Artikel 1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. een klacht:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 515 Wet van 26 september 2002 tot wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling Wij

Nadere informatie

nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek)

nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek) nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek) Artikel 1 Wettelijke grondslag Deze klachtenregeling heeft betrekking op de behandeling van klachten in overeenstemming

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 475 Wet van 17 november 2016, houdende implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende

Nadere informatie

Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1

Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2011-2012 33 079 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift of uittreksel

Nadere informatie

Verbetering rechtspositie pleegouders

Verbetering rechtspositie pleegouders Verbetering rechtspositie pleegouders advies 14 mei 2009 1 2 Inhoudsopgave Samenvatting 5 Conclusies en aanbevelingen 7 1. Inleiding 9 2. Inhoudelijke opmerkingen bij het conceptwetsvoorstel 11 2.1 Apart

Nadere informatie

Consultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding

Consultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding Wijziging van de wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de openbare

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking school naar leerlingen en ouders, voogden en verzorgers

Protocol informatieverstrekking school naar leerlingen en ouders, voogden en verzorgers Protocol informatieverstrekking school naar leerlingen en ouders, voogden en verzorgers De Thermiek heeft te maken met verschillende groepen die in meerdere of mindere mate rechten kunnen doen gelden op

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van... houdende aanpassing van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria en enkele andere besluiten terzake van een aantal onderwerpen van diverse aard (Verzamelbesluit rechtsbijstand 2009)

Nadere informatie

J.G. Kraaijeveld-Wouters, algemeen voorzitter

J.G. Kraaijeveld-Wouters, algemeen voorzitter Aan de Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum : 2 mei 2005 kenmerk : CR35/1032112/05/TH/TvV betreft : advies:scheiden zonder rechter? Mijnheer de Minister, Op 4 maart bracht de Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 743 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17523 10 november 2010 Besluit van *****, tot vaststelling van de bedragen voor vergoeding voor het door naasten geleden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 Instantie Datum uitspraak 27-09-2005 Datum publicatie 06-02-2006 Zaaknummer K05/0167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Datum 9 oktober 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de naam van de kerk boven het welzijn van de mens komt

Datum 9 oktober 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de naam van de kerk boven het welzijn van de mens komt 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG DBAenV Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? A.J.M. Nuytinck Published

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Modelregeling inzake passende verblijfsomgeving slachtoffers

Modelregeling inzake passende verblijfsomgeving slachtoffers Modelregeling inzake passende verblijfsomgeving slachtoffers COLOFON Deze uitgave is gemaakt in samenwerking met het Programma Strafsector en bestemd voor de rechtbanken en gerechtshoven. Rechten Aan deze

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2016:416 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 11-02-2016 Datum publicatie 12-02-2016 Zaaknummer 200 180 361_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Reglement Geschillencommissie stichting Deurwaarders Collectief Nederland.

Reglement Geschillencommissie stichting Deurwaarders Collectief Nederland. Reglement Geschillencommissie stichting Deurwaarders Collectief Nederlan Definities Artikel 1 In dit Reglement wordt verstaan onder: Commissie: de Geschillencommissie; Stichting Deurwaarders Collectief

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14167 Wijziging in het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, strekkende tot invoering ten behoeve van minderjarige moeders

Nadere informatie