De mens achter de cijfers

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De mens achter de cijfers"

Transcriptie

1 De mens achter de cijfers Een onderzoek naar de effecten van instroombeperkend en uitstroombevorderend WWB-beleid Marcel van Toorn

2 De mens achter de cijfers Een onderzoek naar de effecten van instroombeperkend en uitstroombevorderend WWB-beleid Februari 2009 Marcel van Toorn

3 2009 dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid [SoZaWe], Sociaal-wetenschappelijke Afdeling, Rotterdam Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever

4 Inhoudsopgave 1 Achtergronden bij het onderzoek Inleiding Doelstellingen en onderzoeksvragen Onderzoeksmethoden Samenstelling van de bestanden Opbouw van de rapportage 16 2 Gepoortwachten Inleiding Enquêteresultaten Respons en representativiteit De uitkeringsaanvraag en de directe gevolgen van de afwijzing Ontwikkeling van schulden Inkomstenbron sinds afwijzing WWB-aanvraag Werk en/of een uitkering of geen van beide Werkenden Respondenten met een uitkering Respondenten zonder werk en zonder uitkering Veranderingen in tijdsbesteding en persoonlijke situatie Aanvullende analyse Resultaten interviews Samenvatting 53 I Algemeen 53 II Werkenden 54 III Uitkeringsgerechtigden 55 IV Respondenten zonder uitkering en werk 56 V Veranderingen in tijdsbesteding en persoonlijke situatie 57 VI Nadere analyse 57 3 Uitstromers naar werk na afronding van een traject Inleiding Enquêteresultaten Respons en representativiteit Meerwaarde van het gevolgde traject Ontwikkeling van schulden Werk en/of een uitkering of geen van beide Werkenden Uitkeringsgerechtigden Respondenten zonder werk en zonder uitkering Veranderingen in tijdsbesteding en persoonlijke situatie Beoordeling rol SoZaWe 70

5 3.3 Resultaten interviews Samenvatting 74 I Algemeen 74 II Werkenden 75 III Uitkeringsgerechtigden 77 IV Respondenten zonder werk of uitkering 77 V Veranderingen in tijdsbesteding en persoonlijke situatie 77 4 Uitstroom na een WerkDirect-aanbod Inleiding Enquêteresultaten Respons en representativiteit Directe gevolgen van het stoppen van de uitkering Ontwikkeling van schulden Werk en/of een uitkering of geen van beide Werkenden Respondenten met een uitkering Respondenten zonder werk of uitkering Veranderingen in tijdsbesteding en persoonlijke situatie Beoordeling rol SoZaWe Resultaten interviews Samenvatting 98 I Algemeen 98 II Werkenden 99 III Uitkeringsgerechtigden 101 IV Respondenten zonder werk of uitkering 101 V Veranderingen in tijdsbesteding en persoonlijke situatie 102 VI Beoordeling rol SoZaWe Uitstroom na een trajectaanbod Inleiding Enquêteresultaten Respons en representativiteit Meerwaarde van het gevolgde traject en gevolgen beëindiging uitkering Ontwikkeling van schulden Werk en/of een uitkering of geen van beide Werkenden Respondenten met een uitkering Respondenten zonder werk en zonder uitkering Veranderingen in tijdsbesteding en persoonlijke situatie Beoordeling rol SoZaWe Resultaten interviews Samenvatting Niet-uitstromers na een afgerond traject Inleiding Enquêteresultaten Respons en representativiteit Meerwaarde van het gevolgde traject Werk en/of een uitkering of geen van beide 129

6 6.2.4 Werkenden Respondenten met een uitkering Veranderingen in tijdsbesteding en persoonlijke situatie Beoordeling rol SoZaWe Resultaten interviews Samenvatting Niet-uitstromers na een Gemeenschapstakentraject Inleiding Enquêteresultaten Respons en representativiteit Ervaringen met en meerwaarde van het traject Werk en/of een uitkering of geen van beide Werkenden Uitkeringsgerechtigden Veranderingen in tijdsbesteding en persoonlijke situatie Beoordeling rol SoZaWe Resultaten interviews Samenvatting Niet-uitstromers na een OK-klassiektraject (sociale activering) Inleiding Enquêteresultaten Respons en representativiteit Meerwaarde van het gevolgde traject Werk, een uitkering of geen van beide Werkenden Uitkeringsgerechtigden Veranderingen in tijdsbesteding en persoonlijke situatie Beoordeling rol SoZaWe Samenvatting Samenvoeging van de onderzoeksresultaten Inleiding Werk, een uitkering of geen van beide Diverse onderzoeksresultaten voor respondenten zonder werk of uitkering Gevolgen afwijzing uitkering dan wel beëindiging van de uitkering Ontwikkeling van schulden Trajectopbrengsten Arbeidsmarktperspectief en baanzekerheid Inkomenspositie en inkomensontwikkeling Belemmeringen bij het vinden van werk Beoordeling rol SoZaWe Ontwikkelingen in een breder perspectief 195

7 10 Conclusies en aanbevelingen Inleiding Algemene conclusies Conclusies gepoortwachten Conclusies uitstromers naar werk na afronding van een traject Conclusies uitstromers na een WerkDirect-aanbod Conclusies uitstromers na een trajectaanbod Conclusies niet-uitstromers na afronding van een traject Conclusies niet-uitstromers na een Gemeenschapstakentraject Conclusies niet-uitstromers na een OK-traject 214 Bijlage I Totstandkoming en samenstelling van de basisbestanden Gepoortwachten Uitstromers naar werk na afronding van een traject Uitstromers naar aanleiding van een WerkDirect-aanbod Uitstromers na een trajectaanbod Niet-uitstromers na afronding van een traject Niet-uitstromers na een Gemeenschapstakentraject Niet-uitstromers na een sociaal activeringstraject 226

8 1 Achtergronden bij het onderzoek 1.1 Inleiding Sinds de invoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) op 1 januari 2004 ligt de financiële verantwoordelijkheid voor de bijstand volledig bij gemeenten. Dit heeft gemeenten ertoe aangezet om het bijstandsvolume zoveel mogelijk te beperken. De twee belangrijkste instrumenten die zij hiervoor hebben zijn instroombeperking, ook wel de poortwachtfunctie genoemd, en uitstroombevordering door middel van re-integratietrajecten. Indien we de ontwikkeling van het bijstandsvolume sinds de introductie van de WWB in beschouwing nemen, lijkt het volumebeperkende bijstandsbeleid succesvol. Gedurende de periode januari 2004 oktober 2008 nam het aantal bijstandsuitkeringen in Nederland namelijk af van naar Kortom, een daling van ruim uitkeringen, ofwel bijna 23 procent van het bijstandsvolume begin Als we ons richten op Rotterdam zien we vergelijkbare cijfers. Hier is een daling van ruim 26 procent gerealiseerd en wel van begin 2004 naar in oktober Ook Amsterdam en Den Haag lopen met een bestandsdaling van 25 procent in de pas met de fors dalende trend. Wel is het zo dat de gerealiseerde volumereductie niet louter aan het gevoerde beleid kan worden toegeschreven. Ook het gunstige economische klimaat heeft ontegenzeggelijk een bijdrage geleverd aan de daling van het aantal uitkeringen. Het ingezette beleid roept echter ook de vraag op of er ongewenste effecten zijn. Voor wat betreft instroombeperking luidt de kernvraag: op welke wijze voorziet men in zijn of haar levensonderhoud als er geen WWB-uitkering wordt toegewezen? Vindt men (snel) werk, komt men wellicht enige tijd zonder inkomsten te zitten en keren jongeren eventueel terug naar het onderwijs? Aan de achterkant van het proces, namelijk daar waar uitstroom wordt gerealiseerd, vraagt men zich af wat voor banen men vindt en hoe duurzaam deze zijn. Kan men rondkomen van het inkomen dat wordt verdiend, gaat het om reguliere banen, gesubsidieerde arbeid of om zwart werk. Ook is het de vraag of er sprake is van schuldvorming, of men verzekerd is tegen ziektekosten en of men conform de beleidsdoelstellingen economische zelfstandigheid weet te verwerven. Sinds de introductie van de WWB is mondjesmaat onderzoek verricht naar de effecten van het poortwachten. Een voorbeeld hiervan is onderzoek in de gemeente Den Haag. 2 Uit een steekproef van 300 afgewezen aanvragen kwam naar voren dat minimaal negen maanden na de afwijzing bijna de helft werk had gevonden en dat 30 procent een WWB-, WIA- of WW-uitkering had. Van 15 procent kon de inkomstenbron niet worden achterhaald. Nog eens 7 procent was vertrokken naar het buitenland, was met pensioen of overleden. Voorts wordt geconstateerd dat werkenden in de meeste gevallen een tijdelijk arbeidscontract hebben of voor een uitzendorganisatie werkzaam zijn. 1 2 Bron: Statline, CBS. Geen bijstand, en dan? Vooronderzoek naar afgewezen aanvragen WWB, dienst SZW, november

9 Het Haagse onderzoek geeft geen antwoord op de vraag of zich problematische situaties hebben voorgedaan. Bijvoorbeeld omdat aanvragers zonder inkomsten kwamen te zitten, of omdat het loon ontoereikend was om van rond te komen. Ook blijft onduidelijk of en in welke mate instroombeperkende maatregelen leiden tot zwart werken. Wel wordt aangegeven dat in een later stadium vervolgonderzoek zal worden uitgevoerd. Wij constateren dat het onderzoek een aantal bruikbare inzichten heeft opgeleverd, maar dat onduidelijk blijft in hoeverre het niet toekennen van een bijstandsuitkering ongewenste effecten heeft. Een tweede publicatie die enig licht werpt op de gevolgen van instroombeperking is een notitie van het ministerie van SZW. 3 Men beperkt zich hier tot degenen die een WWB-aanvraag niet doorzetten, meestal in verband met een arbeidsaanbod in het kader van een Workfirst-aanpak. Afgewezen aanvragen blijven dus buiten beschouwing. In de notitie wordt verslag gedaan van een tiental gemeentelijke onderzoeken naar de redenen van het niet doorzetten van een aanvraag en de wijze waarop men daarna in het levensonderhoud voorziet. Samengevat worden er twee conclusies getrokken. Ten eerste dat tussen de 35 en 45 procent afhaakt omdat men werk vindt, of omdat een voorliggende voorziening zoals studiefinanciering is toegewezen. Andere redenen om de aanvraag niet door te zetten zijn: een vermogen boven de norm, inkomsten, (herstel van) een relatie en verhuizing naar een andere gemeente. De tweede conclusie luidt dat 60 tot 80 procent op het moment van onderzoek inkomsten heeft uit werk, een uitkering of studiefinanciering. Voor de restpercentages is onbekend of men inkomsten men heeft. De algemene conclusie luidt dat er geen aanwijzingen zijn dat de inkomenswaarborg van de WWB onder druk staat. Tegelijkertijd zet men kanttekeningen bij de uitkomsten van de onderzoeken gezien de vaak hoge non-respons. Deze varieert van 17 tot 88 procent. Al met al lijkt de eindconclusie van het ministerie enigszins voorbarig. Het is immers mogelijk dat 40 procent van de terugtrekkers zonder inkomsten kwam te zitten. Bovendien zijn de responspercentages van dien aard dat er nauwelijks generaliseerbare conclusies kunnen worden getrokken. Hiermee is tegelijkertijd aangegeven dat de effecten van instroombeperkend beleid lastig zijn te onderzoeken. De responsbereidheid is laag en een deel van de onderzoekspopulatie is niet traceerbaar. Tot zover enige relevante onderzoeksuitkomsten. Het onderhavige onderzoek richt zich op de effecten van volumebeperkend WWB-beleid. Daarnaast wordt aandacht besteed aan bijstandsgerechtigden die een traject hebben gevolgd, maar niet zijn uitgestroomd. Vraag is dan wat de meerwaarde is van de ingezette middelen. Neemt hun afstand tot de arbeidsmarkt toch af of leveren de trajecten niets of slechts marginaal iets op? Op basis van de hier opgeworpen vragen heeft de verantwoordelijke Rotterdamse wethouder aan de Sociaal-wetenschappelijke Afdeling van SoZaWe Rotterdam gevraagd een onderzoek uit te voeren dat zich richt op de brede gevolgen van het gevoerde bijstandsbeleid. Het onderzoek is gestart op 1 april 2008 en eindigt met de oplevering van de onderzoeksrapportage in februari In het vervolg van dit hoofdstuk zetten we de onderzoeksvragen uiteen en wordt aangegeven langs welke weg wordt gezocht naar antwoorden. 3 Meta-analyse Afhakers aan de poort, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, oktober

10 1.2 Doelstellingen en onderzoeksvragen Het gewenste onderzoek kent een drieledige doelstelling die als volgt wordt verwoord: Het onderzoek moet meer zicht bieden op de effecten van het Rotterdamse WWB-beleid voor zover het gaat om de poortwacht- en re-integratiefunctie. Het gaat dan vooral om de brede beleidseffecten die in bestaand onderzoek onderbelicht blijven. 4 Centraal hierbij staan de leefsituatie van de betrokken burgers, hun arbeidsmarktpositie en de inkomenssituatie; Trajecten kunnen ook andere opbrengsten hebben dan uitstroom naar werk. Het onderzoek moet zicht bieden op hoe die opbrengsten er volgens de betrokken burgers uitzien en of ze bijdragen aan het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt; Door inzicht te verschaffen in de leefsituatie van de burgers die geen beroep (meer) doen op de WWB, biedt het onderzoek informatie over noodzakelijke services die de dienst SoZaWe zou moeten bieden aan burgers die vanuit de WWB naar betaald werk uitstromen. Naar aanleiding van deze doelstellingen benoemen we klantgroepen die met de poortwachtfunctie dan wel een re-integratietraject te maken hebben gehad. We komen dan tot de volgende onderzoekspopulaties: 1. Degenen die zich bij het CWI hebben ingeschreven als werkzoekende, maar geen WWBuitkering toegewezen hebben gekregen of zelf de uitkeringsaanvraag hebben ingetrokken dan wel niet hebben doorgezet. Deze onderzoekspopulatie noemen we de gepoortwachten; 2. Degenen die ooit een uitkering hebben gehad, maar zijn uitgestroomd na een reintegratieaanbod of traject. Deze groep kan worden onderverdeeld in: - bijstandsgerechtigden die na het volgen van een traject zijn uitgestroomd naar werk; - bijstandsgerechtigden die hun uikering opzegden als reactie op een trajectaanbod of van wie de uitkering is beëindigd, omdat men het trajectaanbod weigerde. Deze onderzoekspopulatie wordt getypeerd als de uitstromers. 3. Degenen die gebruik maakten van een re-integratieaanbod, maar niet zijn uitgestroomd. Deze groep kan worden onderverdeeld in: - bijstandsgerechtigden die een uitstroomgericht traject volgden, maar niet zijn uitgestroomd; - bijstandsgerechtigden die een traject volgden binnen het Gemeenschapstakenprogramma, inclusief sociale activering, maar niet zijn uitgestroomd. Deze onderzoekspopulatie is samen te vatten onder de noemer niet-uitstromers. Het zojuist genoemde Gemeenschapstakenprogramma vergt enige toelichting. Trajecten in het kader van dit programma zijn bedoeld voor bijstandsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Kenmerkend is dat er minimaal één werkstage wordt ingezet als onderdeel van een 4 Zie: Evaluatie pilot poortteams, Sociaal-wetenschappelijke afdeling, SoZaWe Rotterdam, oktober 2006 en De juiste klant op het juiste traject, Sociaal-wetenschappelijke afdeling, SoZaWe Rotterdam en TNO, februari

11 langdurig activeringstraject, waarbij het verrichten van onbetaalde, maatschappelijk nuttige, activiteiten centraal staat. Binnen het programma worden twee sporen onderscheiden. Ten eerste gaat het om trajecten die zijn gericht op uitstroom naar betaald werk. Deze variant is bedoeld voor WWB-ers met een arbeidsverplichting. Het tweede spoor, dat ook wel bekend staat onder de naam sociale activering, is gericht op maatschappelijke participatie en is bedoeld voor bijstandsgerechtigden met ontheffing van de arbeidsverplichting. Voor deze laatste groep is het dus ook logisch is dat zij niet zijn uitgestroomd. Voor de nadere uitwerking van het onderzoek betekent het een en ander dat er binnen het Gemeenschapstakenprogramma een onderscheid zal worden gemaakt tussen trajecten die op uitstroom zijn gericht en trajecten waarvoor dat niet geldt. Nu we de doelstellingen en de onderzoekspopulaties hebben benoemd, gaan we in op de onderzoeksvragen. Deze zijn te groeperen op basis van de thema s die in het onderzoek centraal staan, namelijk de arbeidsmarktpositie, de inkomensituatie, het perspectief hierop van de respondenten, de rol van het Rotterdamse bijstandsbeleid en de opbrengsten hiervan in de ogen van betrokkenen. Meer specifiek zien de onderzoeksvragen er als volgt uit: 1. Hoe ziet de arbeidsmarktpositie van betrokkenen er uit? Dat wil zeggen: Hebben zij op het moment van onderzoek regulier of zwart betaald werk? Zo ja: om wat voor soort werk gaat het, is er sprake van een arbeidsovereenkomst en wat is de aard en omvang van de eventuele arbeidsovereenkomst? Zo nee: hoe komt dat volgens de betrokken zelf? 2. Hoe ziet de inkomenssituatie van betrokkenen er uit? Dat wil zeggen: Wat is op het moment van onderzoek hun bron van inkomsten (regulier of zwart betaald werk, uitkering, anders)? Is het inkomen hoger of lager dan de voor hen geldende bijstandsnorm en is het inkomen, in voorkomende gevallen, hoger of lager dan voorafgaand aan het moment van uitstroom of 'niet-instroom'? Is sprake van problematische schulden en zijn de schulden, in voorkomende gevallen, hoger of lager dan voorafgaand aan het moment van uitstroom of 'niet-instroom'? 3. Hoe beleven betrokkenen hun arbeidsmarkt- en inkomensperspectief? Dat wil zeggen: Zien de betrokkenen zelf mogelijkheden om hun arbeidsmarktpositie te verstevigen (meer uren werk, regelmatiger werk, beter of regulier betaald werk, langere arbeidscontracten)? Wat denken zij nodig te hebben voor het consolideren of verstevigen van hun arbeidsmarktpositie? Wat zijn hun verwachtingen voor de nabije toekomst met het oog op hun arbeidsmarktpositie en waar worden die positief/negatief door beïnvloed? Zien zij mogelijkheden om hun inkomenspositie te verbeteren (hoger inkomen, stabieler inkomen, minder schulden)? Wat denken zij nodig te hebben om hun inkomenspositie te consolideren of te verbeteren? Wat zijn hun verwachtingen voor de nabije toekomst met het oog op hun inkomenspositie en waar worden die positief/negatief door beïnvloed? 10

12 4. Is het Rotterdamse bijstandsbeleid, i.c. de dienst SoZaWe, volgens hen medebepalend geweest voor hun huidige omstandigheden? Zo ja, op welke manier? Hoe waarderen ze die rol? Zo nee, wat zijn dan de bepalende factoren voor hun huidige situatie? 5. Als er sprake is geweest van een activerend aanbod 5 door SoZaWe, wat zijn daar de opbrengsten dan van geweest (anders dan eventueel werk)? Dat wil zeggen: Kunnen de betrokken burgers opbrengsten benoemen in termen van maatschappelijke participatie, arbeids- en participatiemotivatie, ervaren belemmeringen, zicht op mogelijkheden, dagstructuur, sociale contacten, ervaren steun, zelfvertrouwen e.d.? Samenvattend hebben we in deze paragraaf drie onderzoekspopulaties benoemd, te weten de gepoortwachten, de uitstromers en de niet-uitstromers. De onderzoeksvragen zijn verdeeld over een vijftal thema s. In de volgende paragraaf gaan we in op de onderzoeksmethoden. 1.3 Onderzoeksmethoden Ter beantwoording van de onderzoeksvragen worden verschillende onderzoeksmethoden ingezet. Los daarvan is het allereerst zaak om voor iedere onderzoekspopulatie een bestand samen te stellen. Vervolgens wordt ieder bestand geanalyseerd, worden schriftelijke enquêtes uitgezet en worden op basis van de uitkomsten van de schriftelijke enquêtes respondenten geselecteerd voor een face to face interview. In het navolgende werken we dit uit. Bestandssamenstelling Om de drie hoofdgroepen die we in de voorafgaande paragraaf hebben benoemd in beeld te krijgen, zijn diverse bestanden samengesteld. De basis hiervan wordt gevormd door het klantregistratiesysteem van SoZaWe, GWS4ALL. Dit systeem bevat ondermeer gegevens over (afgewezen) aanvragen, uitstroom, persoonskenmerken en adressen. Vervolgens hebben we allerlei trajectgegevens nodig. Deze zijn te vinden in bestanden van de afdeling Regie Werk en Inkomen (RWI) en van de afdeling Financieel Beheer en Werkgelegenheid (FBW). Voorts worden bestanden van de Kredietbank Rotterdam (KBR) opgevraagd. Dit om vast te stellen of de potentiële respondenten gebruik maken van schuldhulpverlening en budgetbeheer. Ook het CWI is gevraagd bestanden te leveren. Voor het onderzoek is het immers relevant wie zich als werkzoekende heeft gemeld en aan wie uiteindelijk geen WWB-uitkering is verstrekt. Tot slot is ook de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) geraadpleegd, onder andere om recente adresgegevens te achterhalen. Op deze manier kunnen we tevens vaststellen of men nog steeds in Rotterdam woonachtig is of dat men inmiddels is verhuisd naar een andere gemeente dan wel het buitenland. In beide gevallen zijn geen adresgegevens beschikbaar, waardoor men niet kan worden benaderd in het kader van het onderzoek. 5 Een uitstroomgericht-traject of een traject in het kader van het Gemeenschapstakenprogramma (inclusief sociale activering). 11

13 Bestandsanalyse Zoals zojuist aangegeven bevatten de bestanden gegevens die afkomstig zijn van diverse organisaties. Allereerst betreft het persoonsgegevens zoals geslacht, leeftijd en etnische achtergrond. Daarnaast gaat het, met uitzondering van de gepoortwachten, om uitkeringsgerelateerde gegevens. Te denken valt aan uitkeringsduur, de aard van het gevolgde traject of het trajectaanbod dat men heeft gekregen, het re-integratiebedrijf dat het traject verzorgde en de uitstroomreden. Voorts kan worden bepaald of men al dan niet gebruikt maakt van de dienstverlening van de Kredietbank Rotterdam met het oog op problematische schulden. Voor alle onderzoekpopulaties zal verslag worden gedaan van de resultaten van de bestandsanalyse. Schriftelijke enquête Wanneer we voor alle onderzoekspopulaties een bestand hebben samengesteld, de onderzoekspopulatie aldus hebben vastgesteld en afgebakend en een bestandsanalyse hebben uitgevoerd, wordt voor iedere groep een schriftelijke vragenlijst uitgezet. Dit levert nauwkeuriger en meer detailleerde gegevens op dan een bestandsanalyse. Op basis van de vragenlijst bepalen we onder meer hoe hoog het percentage werkenden is op het moment van onderzoek. We verzamelen feitelijke gegevens op grond van informatie van de betrokkenen zelf. In de enquête zal ook een aantal belevingsvragen worden opgenomen, bijvoorbeeld over wat zij zien als hun mogelijkheden om hun arbeidsmarktpositie te verstevigen. Wel is het zo dat sommige groepen gering van omvang kunnen zijn en dat door een eventuele lage respons de generaliseerbaarheid van de uitkomsten beperkt is. Om een lage respons zoveel mogelijk te voorkomen, zal bij iedere enquête gerappelleerd worden en zal de vragenlijst zo kort mogelijk worden gehouden. Per (sub)groep zal een aantal meer specifieke vragen in de enquête worden opgenomen: - bij de 'gepoortwachten' worden vragen opgenomen over de reden voor het niet toekennen, het intrekken of het buiten behandeling stellen van de uitkering destijds en hun oordeel daarover; - bij de 'uitstromers na een traject(aanbod)' worden extra vragen opgenomen over de rol van het traject(aanbod) bij hun uitstroom en de eventuele andere opbrengsten van een doorlopen traject; - bij de bijstandsgerechtigden worden extra vragen opgenomen over de reden van niet-uitstroom na het volgen van een traject en over 'andere opbrengsten' van het traject. Interviews Op grond van de enquête-uitkomsten selecteren we vertegenwoordigers uit diverse (sub)groepen die we benaderen voor een face to face interview. Op grond daarvan verzamelen we kwalitatief materiaal: gedetailleerde informatie over de leefsituatie van de betrokken respondenten (arbeidsmarktpositie en inkomstenbronnen), hun ervaringen met het WWB-beleid, de opbrengsten van eventueel doorlopen trajecten, hun perspectieven en benodigdheden. De verzamelde informatie weerspiegelt het perspectief van de klant. De interviews zijn niet generaliseerbaar, maar vormen wel een indicatie voor 'de mens achter de cijfers'. Ze kunnen aanknopingspunten opleveren voor door de gemeente aan te bieden services. De enquêteresultaten zijn leidend voor de selectie van personen die we uitgebreid willen spreken over hun leefsituatie (inkomenssituatie en arbeidsmarktpositie), de opbrengsten van het door hen gevolgde traject (indien aan de orde), toekomstverwachtingen en perspectieven, de bijdrage van 12

14 het WWB-beleid/SoZaWe aan hun huidige situatie en de services die ze menen nodig hebben om hun arbeidsmarktpositie en inkomenssituatie te consolideren of te verbeteren. Om te zorgen voor een zo groot mogelijke variatie in relevante situatiekenmerken onder de geïnterviewden, willen we van de eerste twee groepen, de gepoortwachten en de uitstromers, vertegenwoordigers spreken die - een jaar na dato - aan het werk zijn, een uitkering hebben of een andere inkomstenbron hebben. We willen bovendien vertegenwoordigers spreken die een inkomen onder of boven het sociaal minimum genereren. Dit betekent dat we op grond van de enquêtes zes categorieën arrangeren, waaruit we personen benaderen voor een interview. De zes categorieën bestaan uit gepoortwachten en uitstromers die: - wit of zwart betaald werk als voornaamste inkomstenbron hebben én een inkomen op of boven het sociaal minimum genereren een inkomen onder het sociaal minimum genereren; - een uitkering als voornaamste inkomstenbron hebben én een inkomen op of boven sociaal minimum genereren; een inkomen onder het sociaal minimum genereren; - een andere voornaamste inkomstenbron hebben én een inkomen op of boven het sociaal minimum genereren; een inkomen onder het sociaal minimum genereren. Van de derde groep, de niet-uitstromers, benaderen we vertegenwoordigers uit twee categorieën, namelijk degenen die: een traject volgden in het kader van het Gemeenschapstakenprogramma (inclusief sociale activering); een uitstroomgericht traject hebben gevolgd. Uit alle 8 categorieën willen we steeds minimaal 4 vertegenwoordigers spreken. Het maximale aantal interviews is dus 32. De gesprekken worden gevoerd aan de hand van een itemlijst. De items zullen voor de diverse groepen zoveel mogelijk dezelfde zijn, maar ook hier geldt dat voor de specifieke groepen een aantal specifieke items uitgevraagd zal worden. 1.4 Samenstelling van de bestanden In deze paragraaf wordt beschreven hoe de diverse bestanden tot stand zijn gekomen. Ook hier maken we weer een onderscheid tussen gepoortwachten, uitstromers en niet-uitstromers. Per groep zal een inschatting worden gemaakt van de omvang van de beschikbare populatie. Hierbij wordt opgemerkt dat deze nog verder gereduceerd zal worden op basis van GBA-gegevens. De geselecteerden die niet meer in Rotterdam blijken te wonen, zullen immers afvallen omdat van hen 13

15 geen adresgegevens beschikbaar zijn. Daarnaast zal de omvang van de diverse bestanden afnemen, omdat sommige inwoners in het GBA hebben laten registreren dat zij niet in het kader van onderzoek benaderd willen worden. Het effect op het volume van de diverse bestanden wordt in kaart gebracht in de hoofdstukken 2 tot en met 4. De drie onderzoekspopulaties zijn als volgt tot stand gekomen. I. 'Gepoortwacht' is iedereen die een uitkering heeft aangevraagd, maar waarvan de aanvraag uiteindelijk niet is gehonoreerd. Dat kan zijn omdat er afwijzingsgronden aanwezig waren, omdat de aanvraag buiten behandeling is gesteld, of omdat de aanvraag is ingetrokken. We maken dus een bestand aan waarin alle personen opgenomen zijn van wie de uitkering is afgewezen, ingetrokken of buiten behandeling is gesteld. We gaan daarbij uit van een bepaald cohort: in dit geval alle niet-toegekende aanvragen in het 1 e kwartaal van Voor de uitvoering van het onderzoek betekent dit dat we mensen benaderen die minimaal een jaar geleden een uitkering hebben aangevraagd 6. Een eerste verkenning leert dat het bestand uit grofweg personen bestaat. Dit is dan nog exclusief de aanvragen die door het CWI 'gepoortwacht' zijn en nooit bij SoZaWe terecht zijn gekomen. Deze laatste groep wordt wel in het onderzoek betrokken. Het CWI kan en wil hierover gegevens leveren. Het geschatte aantal van is inclusief de jongeren die door een Workfirst-aanbod aan de poort zijn tegengehouden. Omdat SoZaWe alleen voor jongeren tot 23 jaar een Workfirst-aanbod kent, mag op voorhand worden verwacht dat jongeren zijn oververtegenwoordigd in de groep die uiteindelijk geen uitkering toegewezen heeft gekregen. II. De tweede groep omvat 'uitstromers uit de bijstand en bestaat uit twee subgroepen, namelijk degenen die na een traject te hebben doorlopen zijn uitgestroomd naar betaald werk én degenen, die na een trajectaanbod de uitkering hebben opgezegd (gekregen) wegens weigering van deelname aan het traject. Een deel van de eerste subgroep, namelijk degenen die na het doorlopen van een traject zeker zijn uitgestroomd naar betaald werk, komen we op grond van de bestanden van de afdeling FBW op het spoor. We betrekken iedereen in het onderzoek die volgens de gegevens van FBW in het 1 e en 2 e kwartaal van 2007 geplaatst is en waarvan een arbeidsovereenkomst of werkgeversverklaring is overlegd 7. Op grond van een grove schatting bestaat deze groep uit circa 350 personen. Het grootste deel van de tweede subgroep bestaat uit personen die de uitkering opzegden, of opgezegd hebben gekregen wegens het weigeren van een trajectaanbod. Deze groep kunnen we alleen globaal herleiden. Op grond van de data van de verschillende re-integratiebedrijven en GWS4ALL selecteren we de uitstromers in het 1 e en 2 e kwartaal van 2007, van wie een aanmelding voor een traject is geregistreerd in de 6 7 NB: degenen die binnen drie maanden na de afwijzing alsnog een bijstandsuitkering toegewezen hebben gekregen, laten we buiten beschouwing. We beschouwen hen als 'niet-gepoortwacht'. NB: degenen die na of tijdens het doorlopen van een traject zijn uitgestroomd naar werk, maar waarvan SoZaWe geen arbeidsovereenkomst heeft ontvangen, blijven op deze manier dus buiten beeld. 14

16 drie maanden voorafgaand aan hun uitstroom, maar die het traject niet zijn gestart. We kunnen van deze groep echter niet zonder meer aannemen dat de reden voor uitstroom te maken heeft met het trajectaanbod. De enquêteresultaten, zie hoofdstuk drie, zullen daarover meer duidelijkheid moeten geven 8. Een deel van deze subgroep kunnen we wél betrouwbaar traceren. Het gaat om degenen die in een bepaalde periode naar aanleiding van een WerkDirect-aanbod hun uitkering opzegden of opgezegd kregen wegens weigering van deelname. Een deel van deze groep is echter al eerder benaderd, namelijk in het kader van de WerkDirect-evaluatie 9. Zij hebben vragen beantwoord over hun ervaringen met het intakegesprek bij WerkDirect, de reden voor het beëindigen van de uitkering na de aanmelding bij WerkDirect, de beleving van het beëindigen van de uitkering, de herinstroom en hun financiële situatie. Het is niet wenselijk om dezelfde mensen in korte tijd tweemaal (met deels vergelijkbare vragen) te benaderen. Dit betekent dat we niet uit kunnen gaan van de 'weigeraars' in de eerste helft van 2007, maar uit zullen moeten gaan van een cohort van recenter datum, in dit geval kiezen we voor het 3 e kwartaal van Op grond van een grove schatting gaat het om circa 100 personen. Dit betekent dat de groep uitstromers naar aanleiding van een WerkDirect-aanbod beperkt van omvang is. Er van uitgaande dat de schriftelijke enquête een respons oplevert van ongeveer 30 procent, mogen dus hooguit enkele tientallen ingevulde vragenlijsten worden verwacht. Afsluitend stellen we vast dat de groep uitstromers inmiddels uit drie subpopulaties bestaat, omdat degenen die zijn uitgestroomd naar aanleiding van een trajectaanbod in het kader van WerkDirect als aparte groep worden onderscheiden. III. De derde onderzoekspopulatie bestaat uit de niet-uitstromers. We maken daarbij onderscheid tussen degenen die een uitstroomgericht traject volgden en degenen met een traject uit het Gemeenschapstakenprogramma. Deze laatste groep wordt gesplitst in personen die een uitstroomgericht traject volgden en personen met een traject dat niet op uitstroom was gericht (sociale activering of ook wel OK-klassiek). Ook hier onderscheiden we dus drie subpopulaties. We gaan opnieuw uit van een bepaald cohort. In dit geval het 1 e kwartaal van 2007 (iedereen die in dat kwartaal zijn traject afrondde, maar op het moment van onderzoek nog steeds een bijstandsuitkering ontvangt), omdat: we bij deze groep vooral willen inzoomen op de 'overige opbrengsten' van het traject dat is doorlopen. De ervaring leert echter dat het voor veel respondenten, zeker voor de doelgroep van sociale activering, na afloop van een traject niet eenvoudig te reconstrueren is wat er in een traject is gebeurd, laat staan wat de opbrengsten zijn een jaar na afronding van het traject; 8 9 Een snelle schatting van de omvang van deze groep is helaas niet mogelijk. Evaluatie WerkDirect; Sociaal-wetenschappelijke afdeling SoZaWe Rotterdam, december 2007; hoofdstuk 4. 15

17 de contracten in het kader van het Gemeenschapstakenprogramma pas eind 2005 zijn afgesloten, de trajectduur vaak lang is (minimaal 1,5 jaar) en er dus in het 1 e kwartaal van 2007 waarschijnlijk niet erg veel trajecten volledig doorlopen zijn. We gaan daarom ook hier uit van een cohort van recenter datum, namelijk het 3 e kwartaal van We betrekken alleen degenen in het onderzoek die in dat cohort hun traject beëindigden, na minimaal 6 maanden aan het traject te hebben deelgenomen 10. Het bestand van groep III bestaat louter uit bijstandsgerechtigden. We weten dus wat hun bron van inkomsten is en zelfs hoe hoog dat inkomen is. Om te weten te komen wat de inkomstenbron is van groep I en II, moeten we onze bestanden echter koppelen aan gegevens van het Inlichtingenbureau. Op grond van de bestandskoppelingen stellen we vast of de uitstromers en gepoortwachten een jaar na dato aan het werk zijn, alsnog een bijstandsuitkering hebben of een andere uitkering ontvangen. Een koppeling met bestanden van de Kredietbank brengt in kaart hoeveel en welke mensen bij de kredietbank bekend zijn en van één van de producten ervan gebruik maken (schuldsaneringskrediet, schuldbemiddeling, budgetbeheer). We kunnen dit opvatten als een indicatie voor het bestaan van problematische schulden. Op grond van de enquête en interviews achterhalen we of de schuldsituatie veranderd is na uitstroom of poortwachten en of deze verandering hiermee samenhangt. Samenvattend stellen we vast dat er drie onderzoekspopulaties zijn. De gepoortwachten vormen een eenduidige groep. De uitstromers zijn onderverdeeld in degenen die na een traject zijn uitgestroomd naar werk, degenen die zijn uitgestroomd toen zij een trajectaanbod kregen en degenen die zijn uitgestroomd naar aanleiding van een WerkDirect-aanbod. De niet-uitstromers zijn onderverdeeld in personen die een op uitstroom gericht traject hebben gevolgd, personen die een uitstroomgericht traject hebben gevolgd in het kader van het Gemeenschapstakenprogramma en personen die een traject hebben gevolgd dat niet op uitstroom was gericht, maar op sociale activering. Alles bij elkaar worden dus zeven onderzoekspopulaties onderscheiden. Voor iedere populatie is een bestand samengesteld en voor iedere groep wordt een aparte vragenlijst opgesteld. 1.5 Opbouw van de rapportage Zoals zojuist uiteengezet is omvat het onderzoek op hoofdlijnen een drietal onderzoekspopulaties, namelijk gepoortwachten, uitstromers en niet-uitstromers. In hoofdstuk 2 komen de onderzoeksresultaten voor de gepoortwachten aan de orde. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen de enquêteresultaten en de uitkomsten van de interviews. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een samenvattende paragraaf. De uitstromers worden uiteengelegd in drie subgroepen, te weten: uitstromers na een afgerond traject, uitstromers naar aanleiding van een WerkDirect-aanbod en uitstromers naar aanleiding van 10 Een snelle schatting van de omvang van deze groep is helaas niet mogelijk. 16

18 een ander trajectaanbod. De onderzoeksresultaten voor de uitstromers na een afgerond traject vormen hoofdstuk 3. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 ingegaan op de uitstromers naar aanleiding van een WerkDirect-aanbod. De overige uitstromers komen aan bod in hoofdstuk 5. De resultaten voor de niet-uitstromers vormen de hoofdstukken 6 tot en met 8. Hoofdstuk 6 handelt over degenen die niet zijn uitgestroomd na een afgerond traject. In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de groep die een traject in het kader van het Gemeenschapstakenprogramma heeft gevolgd. In hoofdstuk 8 staan respondenten centraal die een OK-traject hebben afgerond. Als de resultaten voor alle onderzoeksgroepen in kaart zijn gebracht, worden de uitkomsten ingedikt in hoofdstuk 9. Hierin worden de resultaten voor de verschillende deelpopulaties samengevoegd en de uitkomsten voor de verschillende groepen met elkaar vergeleken. De rapportage wordt afgesloten met hoofdstuk 10 dat de conclusies en aanbevelingen bevat. 17

19

20 2 Gepoortwachten 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk staan personen centraal die in het eerste kwartaal van 2007 een WWB-aanvraag hebben ingediend, maar die binnen vier maanden na de aanvraagdatum geen uitkering toegewezen hebben gekregen. Omdat zij als het ware aan de poort zijn tegengehouden, wordt gesproken van gepoortwachten. Voor de schriftelijke enquête is een basisbestand samengesteld. In paragraaf 1 van bijlage I wordt beschreven hoe dit bestand tot stand is gekomen en wat de samenstelling ervan is. In paragraaf 2.2 doen we verslag van de enquêteresultaten. In paragraaf 2.3 gaan we in op de resultaten van de interviews. Het hoofdstuk wordt afgesloten met paragraaf 2.4 waarin de belangrijkste resultaten worden samengevat. 2.2 Enquêteresultaten Respons en representativiteit Ten behoeve van de schriftelijke enquête zijn 920 vragenlijsten verstuurd en is na 14 dagen een rappel verzonden aan degenen die nog niet hadden gerespondeerd. Uiteindelijk zijn 163 vragenlijsten ingevuld geretourneerd, waarmee de respons uitkomt op 18 procent. Een dergelijke respons wordt voor dit type onderzoek getypeerd als laag. Naar de oorzaken van de lage respons kan slechts worden gegist. Ten eerste zijn mensen waarschijnlijk teleurgesteld over het feit dat hun uitkeringsaanvraag is afgewezen. Dit veroorzaakt een soort boosheid, waardoor men niet genegen is medewerking aan een onderzoek te verlenen. Ten tweede is het bijna anderhalf jaar geleden dat hun aanvraag is afgewezen. Hiervoor is bewust gekozen om de effecten van het poortwachten goed uit te laten kristalliseren, tegelijkertijd is een gebeurtenis van anderhalf jaar geleden voor de respondenten wellicht niet meer zo relevant. Ook dat kan de respons negatief hebben beïnvloed. Vervolgens is het de vraag of de responsgroep representatief is voor de gehele onderzoekspopulatie. Om dit vast te stellen, gebruiken we twee achtergrondkenmerken te weten: leeftijd en etniciteit en vergelijken de samenstelling van de responsgroep met die in de non-responsgroep. Voor wat betreft etniciteit blijkt dat Surinamers, Antillianen en Kaapverdianen licht zijn ondervertegenwoordigd in de responsgroep en Turken en Marokkanen sterk. Nederlanders en personen afkomstig uit de overige Europese Unie zijn sterk oververtegenwoordigd. De verschillen tussen responsgroep en non-responsgroep blijken statistisch significant te zijn. Voor leeftijd geldt iets dergelijks. Jongeren zijn, zoals vaker, sterk ondervertegenwoordigd en ouderen sterk oververtegenwoordigd. Ook deze scheefheid van de responsgroep is significant. Om de responsgroep een representatieve afspiegeling te laten zijn op etniciteit en leeftijd is een weging toegepast op de data. Hierdoor is het aantal allochtonen en jongeren in de responsgroep kunstmatig opgehoogd en is het aantal autochtonen en ouderen naar beneden bijgesteld. 19

21 Op basis van het voorafgaande concluderen we dat de respons dusdanig laag is dat niet met zekerheid kan worden vastgesteld of de responsgroep representatief is voor de onderzoekspopulatie. Dit betekent dat de onderzoeksresultaten moeten worden gezien als een best guess De uitkeringsaanvraag en de directe gevolgen van de afwijzing Door middel van de enquête is allereerst is nagegaan of de WWB-aanvraag die de respondenten in het eerste kwartaal van 2007 hebben ingediend inderdaad is afgewezen dan wel door betrokkene is ingetrokken. Onderstaande figuur laat het resultaat zien. Grafiek 2.1 Resultaat WWB-aanvraag (n=163) Afgew ezen: 47 Toegew ezen: 19 Weet niet/ onbeantw oord: 1 Zelf ingetrokken: 33 Op de eerste plaats is het opmerkelijk dat 19 procent, overeenkomend met 31 respondenten, zegt dat de uitkering wel degelijk is toegewezen, terwijl het hier gaat om respondenten die staan geregistreerd als gepoortwacht. Voor deze groep is in het SoZaWe-registratiesysteem en Suwi-net (handmatig) nagegaan wat er daadwerkelijk is gebeurd. Hieruit is naar voren gekomen dat in bijna alle gevallen er inderdaad toch een uitkering is toegewezen. De reden dat deze respondenten desalniettemin als gepoortwacht staan geregistreerd, is dat zij weliswaar een uitkeringsaanvraag hebben ingediend, maar dat de uitkering is toegewezen op naam van de partner. Belangrijk is dat er dus geen sprake is van poortwachten. Om deze reden worden deze respondenten in het vervolg van dit hoofdstuk buiten beschouwing gelaten. Hierdoor bestaat de responsgroep uit 132 personen en daalt het responspercentage van 18 naar 14 procent. De consequentie is dat de betrouwbaarheid en dus de generaliseerbaarheid van de uitkomsten van het onderzoek nog beperkter is dan hiervoor is aangegeven. De responsgroep bestaat nu dus uit 132 personen. Indien we opnieuw bekijken of de uitkering door SoZaWe is afgewezen, of dat de respondent zelf de aanvraag niet heeft doorgezet, dan blijkt dat 58 procent, ofwel 77 personen, aangeeft dat de aanvraag door SoZaWe is afgewezen. Voor 40 procent van de responsgroep, overeenkomend met 53 respondenten, geldt dat zij zelf de aanvraag hebben ingetrokken, dan wel niet hebben doorgezet. Tot slot heeft twee procent van de 20

22 respondenten, overeenkomend met twee personen, deze vraag onbeantwoord gelaten of weet niet (meer) waarom er uiteindelijk geen uitkering is toegewezen. Aan de 53 respondenten die zelf de aanvraag hebben ingetrokken, is gevraagd wat daarvoor de reden was. Hieruit blijkt dat bijna 60 procent, ofwel 30 respondenten, de aanvraag niet heeft doorgezet, omdat zij gaandeweg de aanvraagprocedure werk hadden gevonden. Nog eens 15 procent, ofwel acht respondenten, is gestart met een opleiding. De overige respondenten (25 procent) noemen verschillende redenen om af te zien van een uitkering. De meest genoemde reden is dat de partner werk had gevonden of werkte (drie respondenten). Daarnaast zijn er twee respondenten die blijkbaar in een asielprocedure zaten. Zij geven aan de aanvraag niet te hebben doorgezet uit angst geen verblijfsvergunning te krijgen. Nog eens twee respondenten zeggen onenigheid te hebben gehad met de behandelende SoZaWe-medewerker. Eén respondent bleek recht te hebben op zwangerschapsverlof bij haar werkgever. Verder zijn twee jongere respondenten afgehaakt, omdat hen duidelijk werd gemaakt dat zij als tegenprestatie aan de slag moesten met behoud van uitkering. Vijf respondenten laten in het midden waarom zij van de uitkering hebben afgezien. Op basis van het voorafgaande constateren we dat het vinden van werk de belangrijkste reden is om de uitkeringsaanvraag niet door te zetten. Daarnaast gaat ook een substantiële groep terug naar school. De groep die werk vindt of terugkeert naar het onderwijs omvat ruim 70 procent van de groep die zelf de uitkeringsaanvraag terugtrekt. Relateren we deze groep aan de totale responsgroep van 132 personen dan gaat het om 29 procent. Vooralsnog concluderen we dat ruim een kwart van de gepoortwachten snel werk vindt of terugkeert naar het onderwijs, waarmee is aangegeven dat poortwachten voor deze groep leidt tot waar het voor is bedoeld namelijk een terugkeer naar het onderwijs en participatie op de arbeidsmarkt. Daar staat tegenover dat er ook een groep is die niet aan het werk gaat en ook geen opleiding start. Dit heeft dan te maken met een werkende partner, waardoor er geen directe noodzaak is om werk te aanvaarden. Ook ontstaat de indruk dat enkele jongeren afzien van een uitkering, maar niet aan het werk gaan en ook geen studie gaan volgen. Voor hun levensonderhoud vallen ze dan terug op hun ouders. Alles overziend lijkt circa 20 procent na intrekking van de aanvraag geen eigen inkomen te genereren. Dat komt overeen met 5 procent van de totale responsgroep. Aanvullend is bekeken of er verschillen in achtergrondkenmerken zijn tussen de groep waarvan de uitkering door SoZaWe is afgewezen en de groep die de aanvraag niet heeft doorgezet. Qua leeftijd is het dan vooral interessant om te kijken of jongeren tot 23 jaar vaker hun aanvraag intrekken dan anderen, omdat op deze groep een Work first-aanpak van toepassing is. Bevestiging van deze hypothese zou inzicht verschaffen in de mate waarin de gehanteerde Work firstbenadering een drempel vormt voor het doorzetten van een WWB-aanvraag. In de volgende tabel is de leeftijd van de respondenten afgezet tegen de wijze waarop het poortwachten vorm heeft gekregen. 21

23 Tabel 2.1 Leeftijd versus wijze van poortwachten (n=132) Tot 23 jaar jaar jaar jaar Totaal Aanvraag afgewezen Aanvraag zelf niet doorgezet Uit de analyse blijkt ten eerste dat er een significant verband is tussen de wijze van poortwachten en de leeftijd van de aanvrager. Aanvragers jonger dan 35 jaar zetten vaker hun aanvraag niet door dan personen vanaf 35 jaar. We zien echter ook dat jongeren tot 23 jaar weliswaar vaker dan gemiddeld hun aanvraag niet doorzetten, maar dat dat minder vaak voorkomt dan bij de groep van 23 tot 35 jaar. De conclusie luidt dat de Work first-aanpak leidt tot een licht bovengemiddeld aantal teruggetrokken aanvragen, maar dat dit vaker voorkomt bij aanvragers van jaar die niet worden geconfronteerd met Work first. De oorzaak van dit laatste fenomeen blijft echter onbekend. Vervolgens is gekeken of er nog andere verschillen zijn tussen de afgewezen aanvragers en degenen die zelf hun aanvraag hebben ingetrokken. Hieruit blijkt dat er geen significant verschil is tussen mannen en vrouwen. Wat wel een significant verschil oplevert is etniciteit. Hier blijken vooral Surinamers (52 procent) en Nederlanders (47 procent) hun aanvraag niet door te zetten. Opvallend weinig intrekkingen zien we bij Turken (0 procent), en Kaapverdianen (13 procent) en in mindere mate bij Marokkanen (29 procent). In het verlengde van het voorafgaande is gevraagd of bepaalde onderdelen van het WWB-regime een afschrikwekkende werking hebben gehad. De resultaten hiervan vormen onderstaande grafiek. 22

24 Grafiek 2.2 Redenen om WWB-aanvraag niet door te zetten Controle op fraude (zw art w erken, samenw onen zonder dit op te geven, etc.) Huisbezoek door SoZaWe-medew erkers Verplicht een re-integratietraject volgen om aan het w erk te komen Controle van bankafschriften Iedere maand verplicht solliciteren Ik moest van SoZaWe (misschien) w erk gaan doen dat ik niet w ilde Het inleveren van veel formulieren Ja Een beetje Nee Uit de grafiek blijkt dat fraudebestrijding het minst wordt genoemd als reden om de WWB-aanvraag niet door te zetten. Slechts 3 procent van de respondenten geeft aan dat dit een beetje een rol heeft gespeeld. Ook een eventueel huisbezoek is voor weinig respondenten reden om af te zien van een uitkering. Zoals de grafiek laat zien, geeft 7 procent aan dat dit (een beetje) een rol heeft gespeeld. Het verplicht volgen van een re-integratietraject is voor 12 procent van de ondervraagden (mede) een reden geweest om de aanvraag te stoppen. De controle van bankafschriften wordt door 23 procent genoemd, het verplicht solliciteren door 26 procent, het verrichten van werk dat men niet wil door 34 procent en het inleveren van formulieren door 38 procent. Ook blijkt dat het verrichten van werk met name door jongeren tot 23 jaar wordt genoemd. Dat is ook logisch, omdat SoZaWe alleen voor deze doelgroep een Workfirst-aanpak kent. Alles overziend, kunnen we enigszins voorzichtig concluderen dat fraudebestrijding, bijvoorbeeld door een huisbezoek, door de aanvragers niet wordt gezien als een belangrijke reden om bij nader inzien toch maar af te zien van een uitkering. Re-integratieactiviteiten zoals de sollicitatieverplichting en het aanbieden van een baan in het kader van Work first lijken zwaarwegender te zijn. Verrassend is dat het aanleveren van gegevens die benodigd zijn om een uitkeringsaanvraag in behandeling te laten nemen het meest wordt genoemd als reden om de uitkeringsaanvraag niet door te zetten. Naast de groep die de aanvraag niet heeft doorgezet, is er zoals eerder aangegeven een groep van 77 personen waarvan SoZaWe de aanvraag heeft afgewezen. Aan hen is gevraagd waarom men niet in aanmerking kwam voor een WWB-uitkering. Ten eerste blijkt dat acht respondenten recht op een WW-uitkering hadden. Nog eens zeven respondenten kwamen in aanmerking voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA of Wajong). Drie respondenten geven aan dat zij een vermogen bezaten dat boven de norm lag en zes respondenten bleken een partner te hebben met 23

25 voldoende inkomsten. Hiermee is de afwijzingsgrond van 24 respondenten, ofwel bijna een derde van de respondenten waarvan de aanvraag is afgewezen, in kaart gebracht. Van de overige 53 respondenten hebben er 19 geen of een onduidelijk antwoord gegeven. Nog eens 5 respondenten zeggen niet te weten waarom hun aanvraag is afgewezen. De overige 29 respondenten noemen diverse afwijzingsgronden. De meest genoemde zijn: recht op een voorliggende voorziening (6 respondenten), informatie niet (tijdig) aangeleverd (5 respondenten), moest eerst werk gaan zoeken (4 respondenten) en het ontbreken van de juiste adresgegevens (4 respondenten). Redenen die slechts een enkele keer worden genoemd zijn: een partner met een inkomen boven de norm, het ontbreken van een verblijfsvergunning, baanaanbod bij de Roteb geweigerd (Work first), toch werk gevonden en detentie. Vervolgens is voor 62 respondenten die geen recht hadden op een WW- of arbeidsongeschiktheidsuitkering nagegaan wat de directe gevolgen waren van de afwijzing. De resultaten hiervan zijn weergegeven in onderstaande grafiek. Grafiek 2.3 Directe gevolgen afwijzing WWB-uitkering (n=62) Ik moest geld lenen bij familie, vrienden of kennissen Ik kreeg problemen met het betalen van mijn ziektekostenverzekering Ik moest schulden maken Ik kw am zonder inkomsten te zitten Ik kreeg problemen met het betalen van mijn huur Ik kreeg problemen met het betalen van mijn energierekening Ik moest van mijn spaargeld leven Ik heb toen snel w erk gevonden Ik moest vervelend w erk gaan doen Ik moest zw art gaan w erken Ja Nee 24

Meta-analyse Afhakers aan de poort

Meta-analyse Afhakers aan de poort Meta-analyse Afhakers aan de poort SZW, oktober 2007 Samenvatting Deze notitie gaat in op tien gemeentelijke onderzoeken naar de redenen waarom personen de (contacten rondom de) aanvraag van een bijstandsuitkering

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Verhuizers onder in- en uitstroom WWB

Verhuizers onder in- en uitstroom WWB Verhuizers onder in- en uitstroom WWB Februari 2013 Afdeling Onderzoek en Statistiek i.o.v. afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling 1 omvang onbekend Conclusie: rol van verhuizingen in ontwikkeling WWB-bestand

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding Naar aanleiding van vragen over de hoge arbeidsongeschiktheidspercentages

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële positie van de Leidenaar. De resultaten

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting In hoofdstuk 9 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit hoofdstuk is uitgebreider

Nadere informatie

Het belang van begeleiding

Het belang van begeleiding Het belang van begeleiding Langdurig zieke werknemers 9 en 18 maanden na ziekmelding vergeleken Lone von Meyenfeldt Philip de Jong Carlien Schrijvershof Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van de afdeling Beleid, dienst Sociale Zaken en Werk, gemeente Groningen

Uitgevoerd in opdracht van de afdeling Beleid, dienst Sociale Zaken en Werk, gemeente Groningen Meer of Minder Heden Verschillen tussen, en trends in, de verhouding allochtone en autochtone klanten van de dienst SOZAWE Alfons Klein Rouweler Ard Jan Leeferink Louis Polstra Uitgevoerd in opdracht van

Nadere informatie

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1.1 Opzet tabellenboek Dit tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor 2004. Het algemene rapport,

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

Hoofdstuk H 11. Financiële situatie

Hoofdstuk H 11. Financiële situatie Hoofdstuk H 11. Financiële situatie Samenvatting verslechterd. Dit wordt bevestigd door het aandeel Leidenaren dat aangeeft rond te kunnen komen met hun inkomen. Dit jaar geeft bijna tweederde van de Leidenaren

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Voortgangsrapportage Sociale Zaken Voortgangsrapportage Sociale Zaken 2e e half 2013 gemeente Landsmeer [Geef tekst op] [Geef tekst op] [Geef tekst op] Afdeling Zorg en Welzijn April 2014 1. Inleiding Voor u ligt de voortgangsrapportage

Nadere informatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 43. Financiële situatie Samenvatting Circa tweederde van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, ruim een kwart komt net rond en kan moeilijk

Nadere informatie

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap J. Mevissen, L. Heuts en H. van Leenen SAMENVATTING Achtergrond van het onderzoek Het verschijnsel zelfstandige zonder personeel (zzp er) spreekt tot de verbeelding.

Nadere informatie

Duurzaamheid uitstroom uit een Abw- en WW-uitkering

Duurzaamheid uitstroom uit een Abw- en WW-uitkering Duurzaamheid uitstroom uit een Abw- en WW-uitkering verschillen tussen uitstroom naar Bedrijf en Loondienst Inspectie Werk en Inkomen (februari 2006) 1 Inhoud \ Managementsamenvatting 3 1 Inleiding 4 2

Nadere informatie

Herintreders op de arbeidsmarkt

Herintreders op de arbeidsmarkt Herintreders op de arbeidsmarkt Sabine Lucassen Voor veel herintreders is het lang dat ze voor het laatst gewerkt hebben. Herintreders zijn vaak vrouwen in de leeftijd van 35 44 jaar en laag of middelbaar

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van vijf Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Samenvatting Hfst 5. Trendvragen financiële situatie Na twee jaar van stijgende inkomens zien Leidenaren dit jaar hun inkomenspositie verslechteren. Het zijn

Nadere informatie

Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding

Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding Het is de vraag of het in alle gevallen reëel is om van werkgevers en de desbetreffende werknemers te verwachten dat zij (in het

Nadere informatie

Tweemeting Uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2006 en eerste halfjaar 2007

Tweemeting Uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2006 en eerste halfjaar 2007 Tweemeting Uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2006 en eerste halfjaar 2007 Esther Vieveen, Mariëtte Goedhuys, Nicol Sluiter CBS, Centrum voor Beleidsstatistiek Maart 2010

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Samenvatting Hfst 10. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht ruim zeven op de tien

Nadere informatie

Internetpeiling ombuigingen

Internetpeiling ombuigingen Internetpeiling ombuigingen In opdracht van: Gemeente Sittard-Geleen januari 2012 Flycatcher Internet Research, 2004 Dit materiaal is auteursrechtelijk beschermd en kopiëren zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep

Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep Hoofdstuk 16. Financiële situatie Samenvatting 16. FINANCIËLE SITUATIE In hoofdstuk 5 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervraag/vragen van het lid Karabulut

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervraag/vragen van het lid Karabulut De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Samenvatting In dit hoofdstuk wordt allereerst gekeken naar de bekendheid en het gebruik van vijf inkomensondersteunende regelingen, te weten: Kwijtschelding gemeentelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 30 982 Beleidsdoorlichting Sociale Zaken en Werkgelegenheid Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Klanttevredenheidsonderzoek Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Aanleiding, methode en respons Aanleiding Gedurende de afgelopen jaren heeft de gemeente Olst-Wijhe meerdere onderzoeken

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Om de relatief hoge recidive onder ex-gedetineerden te verminderen, wordt in het kader van re-integratie al tijdens detentie begonnen met het werken aan de problematiek van gedetineerden.

Nadere informatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 7. Financiële situatie Samenvatting Bijna driekwart van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, twee op de tien komt net rond en bijna een

Nadere informatie

Beleidsverslag 2013 Werk en inkomen

Beleidsverslag 2013 Werk en inkomen Beleidsverslag 2013 Werk en inkomen Beleidsverslag Werk en inkomen 2013 1/11 Inhoud Beleidsverslag 2013...1 Werk en inkomen...1 Inhoud...2 1 Inleiding...2 2.1 Ontwikkeling van de omvang van het uitkeringsbestand...3

Nadere informatie

DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad

DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad -

Nadere informatie

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie Quick scan re-integratiebeleid Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie Doetinchem, 16 december 2011 1 1. Inleiding De gemeenteraad van Doetinchem heeft op 18 december 2008 het beleidsplan

Nadere informatie

Hoofdstuk 19. Financiële situatie

Hoofdstuk 19. Financiële situatie Stadsenquête Leiden 008 Hoofdstuk 19. Financiële situatie Samenvatting Ruim tweederde van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, bijna een kwart komt net rond en een

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Nulmeting 60%-doelstelling Uitstroom naar ar werk (voorlopige cijfers)06

Nulmeting 60%-doelstelling Uitstroom naar ar werk (voorlopige cijfers)06 07 Nulmeting 60%-doelstelling Uitstroom naar ar werk (voorlopige cijfers)06 Maaike Hersevoort, Daniëlle ter Haar en Luuk Schreven Centrum voor Beleidsstatistiek (paper 08010) Den Haag/Heerlen Verklaring

Nadere informatie

Beleidsregels Het verrichten van zelfstandige werkzaamheden op bescheiden schaal gemeente Olst-Wijhe

Beleidsregels Het verrichten van zelfstandige werkzaamheden op bescheiden schaal gemeente Olst-Wijhe Vastgesteld door het college op 25 maart 2014 Publicatie in Huis aan Huis op 9 april 2014 Inwerkingtreding op 10 april 2014 Olst-Wijhe, 17 maart 2014 doc. nr.: 14.013240 Het verrichten van zelfstandige

Nadere informatie

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Publicatiedatum CBS-website: 16 juli 2007 Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Centraal Bureau voor de Statistiek Samenvatting Op 1 januari 2006 is de nieuwe Zorgverzekeringswet inwerking getreden,

Nadere informatie

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan Carel Harmsen en Liesbeth Steenhof In dit artikel wordt de levensloop gevolgd van jongeren die in 1995 het ouderlijk huis hebben verlaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillen tussen herkomstgroeperingen.

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Experimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden

Experimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden Experimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden Onderzoek en Statistiek gemeente Nijmegen december 2016 Colofon Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek Contactpersoon: Marieke Selten

Nadere informatie

10. Banen met subsidie

10. Banen met subsidie 10. Banen met subsidie Eind 2002 namen er 178 duizend personen deel aan een van de regelingen voor gesubsidieerd werk. Meer dan eenzesde van deze splaatsen werd door niet-westerse allochtonen bezet. Ze

Nadere informatie

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Steekproef en werving van een representatief internetpanel Fries Sociaal Planbureau 2017 Versie 1.0 Datum: Juni 2017 Auteur: Miranda Visser en Henk Fernee Voor aanvullende

Nadere informatie

Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van zeven Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Een loonkostensubsidie kan worden ingezet ten behoeve van de re-integratie van:

Een loonkostensubsidie kan worden ingezet ten behoeve van de re-integratie van: Richtlijn Loonkostensubsidie Gemeente Doetinchem Inleiding Het bieden van ondersteuning bij arbeidsinschakeling is voor bepaalde doelgroepen als taak voor het college vastgelegd in de Wet Werk en Bijstand.

Nadere informatie

Life event: Een nieuwe baan

Life event: Een nieuwe baan Life event: Een nieuwe baan Inhoudsopgave 1 Belangrijke bevindingen 2 Achtergrond en verantwoording 3 Onderzoeksresultaten Arbeidsvoorwaarden en pensioenregeling Pensioeninformatie Pensioenkennis Waardeoverdracht

Nadere informatie

Vier weken zoektermijn Wet Werk en Bijstand

Vier weken zoektermijn Wet Werk en Bijstand BestuursBestuurs- en Concerndienst Vier weken zoektermijn Wet Werk en Bijstand een beeld van de gevolgen na invoering notitie van Bestuursinformatie www.onderzoek.utrecht.nl oktober 2012 1 Colofon uitgave

Nadere informatie

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten.

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten. BIJLAGE 3: G4-Divosa Benchmark In de commissievergadering van 11 mei 2017 is toegezegd Divosa cijfers (G4 Divosa- Benchmark) met u te delen (toezegging 17/T83). Dit document bevat de G4-Benchmark van 2016.

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad. Geachte leden van de Raad,

Aan de gemeenteraad. Geachte leden van de Raad, POSTADRES Postbus 20 7500 AA Enschede BEZOEKADRES Langestraat 24 Aan de gemeenteraad TELEFOON 14 0 53 DATUM ONS KENMERK BEHANDELD DOOR 10 juli 2014 H. Teussink UW BRIEF VAN UW KENMERK DOORKIESNUMMER (053)

Nadere informatie

Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006

Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006 0i08 08 Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006 Maaike Hersevoort en Nicol Sluiter Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen, 2009 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk Inhoud Zijn je ouders nog bij elkaar? 3 Genschap van goederen: Stel je zou gaan trouwen, waarvoor zou je dan kiezen? 7 Ik zou later willen trouwen 4 Partneralimentatie: Waar gaat je voorkeur naar uit?

Nadere informatie

Tevredenheid WWB-klanten 2013. Dienst SoZaWe NW Fryslân

Tevredenheid WWB-klanten 2013. Dienst SoZaWe NW Fryslân Tevredenheid WWB-klanten 2013 Dienst SoZaWe NW Fryslân COLOFON Samenstelling Andrew Britt Annelieke van den Heuvel Naomi Meys Vormgeving binnenwerk SGBO Benchmarking Druk SGBO Benchmarking Maart 2014 SGBO

Nadere informatie

Eindrapport Sluitende aanpak 2006 (gemeentedomein) Uitstroom en begeleiding naar werk van bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden

Eindrapport Sluitende aanpak 2006 (gemeentedomein) Uitstroom en begeleiding naar werk van bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden Eindrapport Sluitende aanpak 2006 (gemeentedomein) Uitstroom en begeleiding naar werk van bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden Antoinette van Poeijer en Caroline Bloemendal Centraal Bureau

Nadere informatie

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Aansluiting mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt gev16-0731mr/bes_alg 1 1. Inleiding Aanleiding en achtergrond onderzoek Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid

Nadere informatie

Met begeleiding naar werk

Met begeleiding naar werk Met begeleiding naar werk Tweede vervolgmeting voor de 25%-doelstelling Centrum voor Beleidsstatistiek 07006 Harold Kroeze, Osman Baydar, Kathleen Geertjes, Henk van Maanen, Luuk Schreven, Esther Vieveen

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

Actualisering en aanvullingen onderzoek Waar is de doelgroep

Actualisering en aanvullingen onderzoek Waar is de doelgroep Actualisering en aanvullingen onderzoek Waar is de doelgroep Onderzoeksregio oostelijk Noord-Brabant Boukje Cuelenaere 13 juli 2017 Actualisering gegevens realisatie LKS banen in de regio t/m december

Nadere informatie

Businesscase WAO. 1. Inleiding. 2. Pilot en uitvoerbaarheid

Businesscase WAO. 1. Inleiding. 2. Pilot en uitvoerbaarheid Businesscase WAO 1. Inleiding In de begrotingsafspraken 2014 van de regeringspartijen met D66, CU en SGP is het volgende afgesproken: Het UWV maakt een businesscase over hoe en voor welke groepen de kansen

Nadere informatie

Redenen van in- en uitstroom WWB

Redenen van in- en uitstroom WWB Rapport Redenen van in- en uitstroom WWB Mirthe Bronsveld-de Groot Lisanne van Koperen Annemieke Redeman 11 december 2015 samenvatting In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

BESTANDSANALYSE SAMENLOPERS ZWOLLE. Resumé bevindingen

BESTANDSANALYSE SAMENLOPERS ZWOLLE. Resumé bevindingen BESTANDSANALYSE SAMENLOPERS ZWOLLE Resumé bevindingen Inleiding Ekdé werk&mobiliteit BV is juli 07 gestart met een screening van samenlopers ingeschreven bij de gemeente Zwolle. Over elke kandidaat is

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 10. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 10. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht circa zeven op de tien

Nadere informatie

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Gepubliceerd in: Maandblad Reïntegratie nr. 9, 2007, p. 6-10 KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Drs. Maikel Groenewoud 2007 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam

Nadere informatie

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Januari 2015 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 1.1 Opzet... 5 1.2 Leeswijzer... 6 2. Inventarisatie medewerkers arbeidsbeperking...

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

De mens achter de cijfers. De effecten van instroombeperkend en uitstroombevorderend WWB-beleid

De mens achter de cijfers. De effecten van instroombeperkend en uitstroombevorderend WWB-beleid De mens achter de cijfers De effecten van instroombeperkend en uitstroombevorderend WWB-beleid De mens achter de cijfers De effecten van instroombeperkend en uitstroombevorderend WWB-beleid Juni 2009 Deze

Nadere informatie

BIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten

BIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten BIJLAGEN Wel of niet aan het werk Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten Patricia van Echtelt Stella Hof Bijlage A Multivariate analyses... 2

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het van zeven Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 729 Evaluatie Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer

Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer Inleiding Op 1 februari 2007 is de gemeente Boxmeer, in samenwerking met IBN Arbeidsintegratie gestart met het zogenaamde Groenproject. Dit project, waarbij

Nadere informatie

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Compensatie eigen risico is nog onbekend Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Reitsma-van Rooijen, J. de Jong. Compensatie eigen risico is nog onbekend Utrecht: NIVEL, 2009) worden gebruikt. U

Nadere informatie

Achterblijvers in de bijstand

Achterblijvers in de bijstand Achterblijvers in de Paula van der Brug, Mathilda Copinga en Maartje Rienstra Van de mensen die in 2001 in de kwamen, was 37 procent eind 2003 nog steeds afhankelijk van een suitkering. De helft van deze

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved.

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved. Onderzoeksresultaten Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds april 2011 2010 Towers Watson. All rights reserved. Inhoud Context onderzoek Samenvatting Resultaten Communicatiemiddelen Uniform

Nadere informatie

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB01-187 24 augustus 2001 9.30 uur Niet-westerse tweemaal zo vaak een uitkering Eind 1999 ontvingen anderhalf miljoen mensen in Nederland een bijstands-,

Nadere informatie

Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Internet meest gebruikte informatiebron bij zoeken naar passende zorgverzekering Marjan van der Maat &

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag Brummen 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Brummen 2015 Verordening individuele inkomenstoeslag Brummen 2015 Pagina 1 van 11 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Begripsbepaling... 3 Artikel 2 Indienen verzoek... 3 Hoofdstuk 2 Recht

Nadere informatie

GEEN BIJSTAND, EN DAN? VOORONDERZOEK NAAR AFGEWEZEN AANVRAGEN WWB

GEEN BIJSTAND, EN DAN? VOORONDERZOEK NAAR AFGEWEZEN AANVRAGEN WWB GEEN BIJSTAND, EN DAN? VRNDERZEK NAAR AFGEEZEN AANVRAGEN B LIVIER VAN DER VET DIENST SZ NVEMBER 007 SAMENVATTING Dit onderzoek geeft antwoord op de vraag van hoeveel mensen in 005 en 006 de B aanvraag

Nadere informatie

Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom

Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom 08 Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom 08 Henk van Maanen, Mathilda Copinga-Roest en Marleen Geerdinck Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen 2009 Verklaring van tekens.

Nadere informatie

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag Agendanr. : Doc.nr : B2003 14372 Afdeling: : Sociale Zaken en Werkgelegenheid B&W-VOORSTEL Onderwerp : Langdurigheidstoeslag 2003 Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag Algemeen:

Nadere informatie

Gemeente Breda. Onderzoek en Informatie. Klanttevredenheidsonderzoek WSNP 2012

Gemeente Breda. Onderzoek en Informatie. Klanttevredenheidsonderzoek WSNP 2012 Gemeente Breda Onderzoek en Informatie Klanttevredenheidsonderzoek WSNP 2012 Publicatienummer: 1715 Datum: Februari 2013 In opdracht van: Gemeente Breda Kredietbank West-Brabant Uitgave: Gemeente Breda

Nadere informatie

BUS-H Samenloop werk en bijstand

BUS-H Samenloop werk en bijstand Rapport BUS-H Samenloop werk en bijstand Rianne Kraaijeveld-de Gelder Annemieke Redeman Jeremy Weidum 30 november 2016 samenvatting In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

B&W-Aanbiedingsformulier

B&W-Aanbiedingsformulier B&W.nr. 08.1165, d.d. 25 november 2008 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Vaststellen voor inspraak Verordening Langdurigheidstoeslag 2009 BESLUITEN 1. vast te stellen voor de inspraak de verordening Langdurigheidstoeslag

Nadere informatie

Bijstand en werk in 2016 De WWB doelgroep in cijfers. Tekst Marlijn Migchels April 2016

Bijstand en werk in 2016 De WWB doelgroep in cijfers. Tekst Marlijn Migchels April 2016 Bijstand en werk in 2016 De WWB doelgroep in cijfers Tekst Marlijn Migchels April 2016 Bestandsanalyse laat zien: bijstandsgerechtigden kunnen en willen vaak werken Hoe gedegen matching bijdraagt aan duurzame

Nadere informatie

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012 Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012 Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Telefoon: 0320-278574 E-mail: lelystadspanel@lelystad.nl www.lelystadspanel.nl Colofon Dit is een onderzoeksrapportage gemaakt

Nadere informatie

ONDERZOEK LANGDURIG ZIEKTEVERZUIM Onder werkgevers klein MKB (2 tot 20 werknemers)

ONDERZOEK LANGDURIG ZIEKTEVERZUIM Onder werkgevers klein MKB (2 tot 20 werknemers) ONDERZOEK LANGDURIG ZIEKTEVERZUIM Onder werkgevers klein MKB (2 tot 20 werknemers) September 2014 GfK 2014 Kennis langdurig ziekteverzuim september 2014 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten

Nadere informatie

Evaluatie Sport Mobiliteit Centrum 2014

Evaluatie Sport Mobiliteit Centrum 2014 Evaluatie Sport Mobiliteit Centrum 2014 Het CAOP is hét kennis- en dienstencentrum op het gebied van arbeidszaken en arbeidsmarktvraagstukken in het publieke domein. CAOP Research & Europa is het onderzoeks-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 399 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tocht, stank en ziek door vocht en schimmels; bewoners pikken het niet langer en vragen aandacht voor hun probleem!

Tocht, stank en ziek door vocht en schimmels; bewoners pikken het niet langer en vragen aandacht voor hun probleem! Tocht, stank en ziek door vocht en schimmels; bewoners pikken het niet langer en vragen aandacht voor hun probleem! VERSLAG VAN EEN BEWONERS EN SP-ONDERZOEK KLACHTEN OVER WATEROVERLAST BEWONERS VAN DE

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie