Ideeën voor een doelmatiger Vlaams doelgroepenbeleid na de zesde staatshervorming
|
|
- Peter Driessen
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Ideeën voor een doelmatiger Vlaams doelgroepenbeleid na de zesde staatshervorming Coomans, S., & Bollens, J. (2013). Effectiviteit van loonkostensubsidies (WSE Report ). Leuven: Steunpunt Werk en Sociale Economie. Coomans, S., & Bollens, J. (2013). Doelgroepgerichte loonkostensubsidies: aanbevelingen (WSE Report ). Leuven: Steunpunt Werk en Sociale Economie. De zesde staatshervorming biedt het Vlaamse Gewest de mogelijkheid om zijn beleid accurater af te stemmen op de huidige en toekomstige uitdagingen van de Vlaamse arbeidsmarkt. Zo aanwervingssubsidie zoals de beschikt het Vlaamse beleidsniveau met de overdracht van het doelgroepenbeleid over nieuwe instrumenten om de zwakke arbeidsmarktpositie van bepaalde doelgroepen op maat te verbeteren. Een specifiek onderdeel van het naar Vlaanderen over te hevelen doelgroepenbeleid zijn de loonkostensubsidies. In deze bijdrage onderzoeken we de beschikbare evidentie betreffende de effectiviteit van loonkostensubsidies. De studie suggereert dat méér selectiviteit in de gekozen doelgroepen en een vereenvoudiging van de bestaande maatregelen interessante beleidsmogelijkheden zijn voor een doelmatiger Vlaams doelgroepenbeleid. ACTIVA-plannen 1 ), of voor reeds in dienst zijnde doelgroepwerknemers (een tewerkstellingssubsidie zoals de RSZ-vermindering van de werkgeversbijdrage). De zesde staatshervorming voorziet in de overheveling van beide instrumenten. Deze bijdrage onderzoekt of en in welke mate het design een rol speelt in het maximaliseren van de effectiviteit van loonkostensubsidies. De juiste keuzes in de vormgeving van een loonkostensubsidie kunnen namelijk resulteren in een verbeterde effectiviteit, en dus vlottere inschakeling van risicogroepen op de arbeidsmarkt. Doelgroepgerichte loonkostensubsidies Loonkostensubsidies verstaan we in deze bijdrage als die tewerkstellingsmaatregelen die voor een werkgever de loonkosten verlagen van bepaalde doelgroepen werkzoekenden of werkenden. Werkgevers kunnen hier op aanspraak maken in het geval van een nieuwe aanwerving, waarbij de subsidie dan doorgaans tijdelijk van aard is (een De effectiviteit van loonkostensubsidies De effectiviteit van loonkostensubsidies is afhankelijk van de vooropgestelde doelstellingen. Zo kunnen loonkostensubsidies als doel hebben de globale werkzaamheidsgraad te verhogen door de inschakeling van risicogroepen op de arbeidsmarkt. In dat geval wordt de globale effectiviteit doorgaans OVER. WERK Tijdschrift van het Steunpunt WSE / Uitgeverij Acco 1/
2 gemeten aan de hand van de netto-tewerkstellingscreatie, namelijk hoeveel nieuwe jobs creëert de loonkostensubsidie voor deze doelgroep (en wat is de kost per nieuw gecreërde job). Daarnaast zou men ook kunnen evalueren of de kansen op werk voor de beoogde doelgroepen zijn verbeterd. Onze literatuurstudie wees uit dat de globale effectiviteit (dus netto-tewerkstellingscreatie) van loonkostensubsidies in sterke mate bedreigd kan worden door de dynamiek van neveneffecten die kunnen optreden. We brengen ze even in kaart. Substitutie-effecten treden op wanneer de aanwerving van de voor de subsidie in aanmerking komende doelgroep ten koste gaat van de aanwervingskansen van een vergelijkbare, niet voor de subsidie in aanmerking komende doelgroep. Deadweight losses spelen wanneer een met subsidie aangeworven werknemer ook zou worden aangeworven zonder subsidie. Dit doet zich in het bijzonder voor in het geval van een brede afbakening van de beoogde doelgroep. De heterogeniteit van de doelgroepen (met grote productiviteitsverschillen tussen doelgroepwerknemers onderling) maakt dat werkgevers binnen deze ruim gedefinieerde groepen de beste werknemers kunnen afromen. Wanneer de aanwerving van een voor de subsidie in aanmerking komende werknemer leidt tot het ontslag van een niet voor de subsidie in aanmerking komende werknemer, spreekt men tot slot van verdringingseffecten. Daarnaast bestaat ook verdringing van productie (of concurrentievervalsing) wanneer bepaalde werkgevers toegang hebben tot het gebruik van de subsidie en anderen niet, of wanneer bepaalde werkgevers er meer gebruik van kunnen maken. De effectiviteit van loonkostensubsidies kan dus ondermijnd worden door deze neveneffecten. Heel wat studies suggereren dat de gecombineerde neveneffecten de netto-tewerkstellingsimpact aanzienlijk reduceren. Maar ook al is de precieze impact van deze neveneffecten moeilijk te meten, de meeste evaluaties tonen aan dat tewerkstellingssubsidies vaak dure maatregelen zijn. Neveneffecten minimaliseren Loonkostensubsidies zouden moeten ontworpen worden vanuit het idee deze neveneffecten maximaal te minimaliseren. Uit de literatuur blijkt dat het strikter definiëren van de doelgroepen een cruciaal element is bij het doelmatig vormgeven van loonkostensubsidies. Selectiever zijn in de doelgroepafbakening resulteert in een verbeterde effectiviteit van de loonkostensubsidie, doordat er een passendere relatie ontstaat tussen het productiviteitsnadeel en het subsidievoordeel. De mogelijkheid tot afromen door werkgevers (en dus deadweight) wordt geminimaliseerd, waardoor enkel werknemers kunnen worden aangeworven die in afwezigheid van de subsidie veel minder kans hadden om aangeworven te worden. Cockx, Sneessens en Van der Linden (2003) bevelen aan om in het ontwerp van een loonkostensubsidie gebruik te maken van toekenningscriteria waarvan men kan aannemen dat er een duidelijke link bestaat met de potentiële productiviteit van de werknemer. Vanuit deze optiek is een subsidie met leeftijd als enig doelgroepcriterium beleidsmatig minder interessant dan criteria zoals lonen, het scholingsniveau en de werkloosheidsduur, waar de link met productiviteit vaak duidelijker is. 2 Werkgevers zijn evenwel geen voorstander van meer selectiviteit. In die zin kan er een tegenstelling zijn tussen enerzijds een zeer selectieve en dus in theorie effectievere maatregel, waar werkgevers echter in de praktijk nauwelijks gebruik van maken, en anderzijds een weinig selectieve en dus wellicht ook niet effectieve maatregel (hoge deadweight), die veelvuldig gebruikt wordt en bijgevolg ook heel veel kost (en dus weinig oplevert). Om bij een hogere selectiviteit de subsidie voldoende interessant te houden voor werkgevers, kan een compensatie voorzien worden in de vorm van een hoger subsidievoordeel, of door ondersteuning te bieden, bijvoorbeeld een opleiding die kan helpen bij een snelle integratie op de werkplek. Het selectiever inzetten van de middelen biedt aan beleidsmakers immers het voordeel dat voor een kleinere groep van begunstigden wel een substantiële impact op de loonkost kan worden gerealiseerd. Om het risico op substitutie-effecten te reduceren, strekt het tot aanbeveling om bij de doelgroepafbakening bruuske overgangen tussen het wel of niet voor een subsidie in aanmerking komen, te vermijden. In plaats van bijvoorbeeld een identieke loonkostensubsidie te geven aan alle werknemers die ouder zijn dan 50, en niets aan wie jonger is dan 50, kan men beter (zoals nu overigens ook al 18 OVER. WERK Tijdschrift van het Steunpunt WSE / Uitgeverij Acco 1/2014
3 het geval is in de korting op de RSZ-werkgeversbijdrage voor ouderen) het voordeel geleidelijk en progressief laten oplopen: bijvoorbeeld niets onder de 50 jaar, 50 euro per kwartaal voor 50-jarigen, 100 euro per kwartaal voor 51-jarigen, 150 euro per kwartaal voor 52-jarigen, enzovoorts. Een analoge redenering kan opgebouwd worden bij het gebruik van de werkloosheidsduur als doelgroepcriterium. Of ze nu selectief zijn of niet, doelgroepgerichte loonkostensubsidies kunnen aanleiding geven tot een vorm van stigmatisering. Wanneer een bepaalde groep in aanmerking komt, kan bij werkgevers de perceptie ontstaan (of versterkt worden) dat er echt wel een probleem is bij deze doelgroep (al dan niet één van verminderde productiviteit), terwijl dit in het algemeen niet noodzakelijk het geval is. Werkgevers gaan daarop mogelijk deze doelgroep mijden, waardoor de maatregel haar doel voorbijschiet. Wanneer men bijvoorbeeld de oudere werknemers naar voor schuift als doelgroep, suggereert men dat er iets aan de hand is met alle oudere werknemers, en dat werkgevers inderdaad moeten worden gecompenseerd vooraleer zelfs maar te overwegen om een oudere werknemer in dienst te nemen of te houden. Terwijl er achter het label oudere werknemers een bijzonder diverse groep van werknemers schuilgaat, van wie sommigen wellicht inderdaad minder inzetbaar zijn, maar anderen juist heel inzetbaar zijn en hiervoor niet de minste steun behoeven. Naast het minimaliseren van de neveneffecten en het behoud van de aantrekkelijkheid voor werkgevers, zijn ook de karakteristieken van de arbeidsmarkt of het arbeidsmarktsegment determinanten van de potentiële effectiviteit van loonkostensubsidies. Zo is de mate waarin werkgevers reageren op arbeidskostwijzigingen (de gevoeligheid van de vraag naar arbeid voor loonwijzigingen) belangrijk. Wanneer werkgevers erg responsief zijn tegenover een verlaging van de arbeidskosten, kunnen we aannemen dat de netto-tewerkstellingsimpact groter zal zijn. Deze elasticiteit is een functie van tal van factoren: het institutioneel kader, de doelgroep, de sector, enzovoorts. De literatuur suggereert een grotere elasticiteit van de arbeidsvraag in jobs aan de onderkant van de loonschaal. Dit impliceert dat loonkostensubsidies gericht op lage lonen gemiddeld grotere potentiële tewerkstellingseffecten zullen genereren. Uitdagingen van de Vlaamse arbeidsmarkt Men kan met een doelgroepgericht loonkostensubsidiebeleid verschillende doelstellingen beogen: (1) de kans van werklozen vergroten om opnieuw werk te vinden (en dit werk ook te behouden), (2) er voor zorgen dat de positie van werkenden wordt versterkt, dit wil zeggen via subsidies zorgen dat zij minder kans lopen om hun werk te verliezen, en (3) er voor zorgen dat personen die momenteel buiten de arbeidsmarkt staan (terug) actief worden en werk vinden (of, op korte termijn wellicht realistischer, vermijden dat actieve personen inactief worden). Deze doelstellingen lopen uiteen, en hun realisatie vraagt wellicht ook een aan elke doelstelling aangepaste interventie, wat maakt dat deze doelstellingen wellicht niet met één maatregel zijn te behalen. Een effectief Vlaams doelgroepenbeleid ligt bij voorkeur in lijn met de arbeidsmarktuitdagingen die Vlaanderen te wachten staat. Onderzoek wijst uit dat de vergrijzing in Vlaanderen harder zal toeslaan dan in de andere Belgische regio s. Dit kan mogelijk op twee manieren een rem zetten op de groei van de Vlaamse economie. In de eerste plaats kan verdere vergrijzing van de beroepsbevolking potentieel zorgen voor een neerwaartse druk op de werkzaamheidsgraad. In de tweede plaats induceert vergrijzing een hoge vervangingsvraag, wat kan leiden tot arbeidsschaarste. Wanneer de uitstroom groter wordt dan de instroom, kunnen bestaande kwalitatieve en kwantitatieve knelpunten in de arbeidsmarkt verslechteren. De herinschakeling van kansengroepen zal dan niet langer alleen vanuit sociaal, maar ook vanuit economisch oogpunt noodzakelijk worden, temeer daar ook de kost van vergrijzing zal moeten gedragen worden. 3 Om de Vlaamse arbeidsmarkt gezond te houden, is de herinschakeling van de Vlaamse arbeidsreserve dus onvermijdelijk. Loonkostensubsidies kunnen aan deze doelstelling bijdragen, aangezien ze het matchingsproces tussen werkgevers en werknemers faciliteren, in het bijzonder in het geval van tijdelijke aanwervingssubsidies. Bovendien verlagen ze de drempel voor werkgevers om werklozen tewerk te stellen van wie men niet geheel zeker is of de potentiële productiviteit in lijn ligt met de arbeidskosten en de verwachte productiviteit. Loonkostensubsidies bieden in zekere zin een OVER. WERK Tijdschrift van het Steunpunt WSE / Uitgeverij Acco 1/
4 verzekering tegen dit risico, omdat ze een compensatie vormen voor het tijdelijke productiviteitsverlies dat men kan verwachten tijdens deze proefperiode (Van der Linden & Dejemeppe, 2013). Op zoek naar de juiste doelgroep(en) Het identificeren van de Vlaamse arbeidsreserve is een eerste stap voor een Vlaams doelgroepenbeleid dat tegemoet komt aan de noden van de Vlaamse arbeidsmarkt. Uit onderzoek van Sourbron, Herremans en Sels (2013) bleek dat voornamelijk vrouwen en kansengroepen oververtegenwoordigd zijn in de potentiële arbeidsreserve, en dus effectiever zouden kunnen ingezet worden op de arbeidsmarkt. Zo is de groep van inactieven (noch werkend, noch werkloos) in Vlaanderen onder meer sterk vertegenwoordigd binnen de leeftijdsgroep van 50 tot 64 jaar. De werkzaamheidsgraad voor deze groep lag in 2011 op 53,6%, dus ver beneden het globale streefdoel van de Vlaamse Regering (76%). De cijfers in tabel 1 geven evenwel aan dat er heel grote verschillen zijn als men opsplitst naar het opleidingsniveau: bij de hooggeschoolde ouderen blijft de werkzaamheid relatief op peil met 70%, terwijl de werkzaamheidsgraad van de laaggeschoolde ouderen amper 39% bedraagt. Opgesplitst naar geslacht zijn de verschillen nog groter: bijna 77% werkzaamheid bij de hooggeschoolde mannen, nauwelijks 30,7% werkzaamheid bij de laaggeschoolde vrouwen. Tabel 1. Werkzaamheid, werkloosheid en inactiviteit in de leeftijdsgroep jaar (Vlaams Gewest, 2011; aantallen in duizendtallen) Totaal Laaggeschoolden Middengeschoolden Hooggeschoolden Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Man + Vrouw Werkend , , , ,0 Werkloos 24 1,9 11 2,2 9 2,1 n.b. n.b. Niet actief , , , ,8 Totaal , , , ,0 Mannen Werkend , , , ,6 Werkloos 14 2,2 7 2,8 n.b. n.b. n.b. n.b. Niet actief , , , ,7 Totaal , , , ,0 Vrouwen Werkend , , , ,2 Werkloos 10 1,6 n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. Niet actief , , , ,5 Totaal , , , ,0 Noten: n.b. staat voor een niet-betrouwbaar gegeven Bron: EAK/LFS (Bewerking Steunpunt WSE) Tabel 2. Werkzaamheidsgraad (%) naar leeftijd en geslacht (Vlaams Gewest, 2011) jaar jaar jaar Totaal 78,7 57,4 18,4 Mannen 87,0 66,7 23,6 Vrouwen 70,1 48,0 13,2 Bron: EAK/LFS (Bewerking Steunpunt WSE) 20 OVER. WERK Tijdschrift van het Steunpunt WSE / Uitgeverij Acco 1/2014
5 Binnen de leeftijdscategorie van 50 tot 64 jaar neemt de werkzaamheid overigens ook af met het vorderen van de leeftijd, zoals uit tabel 2 blijkt. Hier valt op dat de werkzaamheid vooral begint af te kalven vanaf 55 jaar, en een diepe duik neemt boven de 60, terwijl ze voor de deelgroep jaar relatief op peil blijft, zeker bij de mannen, maar ook bij de vrouwen. We raden dan ook aan om bij het ontwerp van loonkostensubsidies met deze bevindingen rekening te houden, door bijvoorbeeld ouderen voortaan enkel in aanmerking te laten komen voor een loonkostensubsidie wanneer ze voldoen aan een leeftijds- (bijvoorbeeld 55-plus) én een scholingsvoorwaarde (bijvoorbeeld enkel laaggeschoold). 4 Ook de positie van laaggeschoolde jongeren en allochtonen op de Vlaamse arbeidsmarkt is niet gunstig. Uit recente cijfers blijkt dat voornamelijk laaggeschoolde jongeren een grote kans hebben om in de langdurige werkloosheid verzeild te raken in crisisperiodes. Het is dus verdedigbaar de over te hevelen budgetten ook aan te wenden voor het effectiever inschakelen van deze aangroeiende jongerenreserve. Een snelle inschakeling van deze jongerenreserve op de arbeidsmarkt zal, gegeven het toenemende demografische onevenwicht tussen werkenden en niet-werkenden, ook maatschappelijk van belang zijn. Effectiviteit door bundeling en selectiviteit Het huidige lappendeken van tegemoetkomingen aan werknemers en werkgevers is behoorlijk complex en ondoorzichtig, temeer daar sommige voordelen kunnen worden gecumuleerd, en andere weer niet. Het strekt dan ook tot aanbeveling om bij de voorliggende hervorming te streven naar een vermindering van het aantal maatregelen en naar een grondige vereenvoudiging van het stelsel. In wat volgt doen we enkele suggesties. Een eerste piste is om de verschillende bestaande RSZ-kortingen te bundelen in één integrale loonkostensubsidie, die rekening houdt met verscheidene factoren die verband houden met iemands afstand tot de arbeidsmarkt. De hoogte van de loonkostensubsidie zou men kunnen laten fluctueren op basis van de cumulatie van verschillende kenmerken van een werkzoekende (bijvoorbeeld laaggeschoold, jong, langdurig werkloos, ). Immers, hoe verder iemand van de arbeidsmarkt staat, hoe lager de (verwachte) productiviteit en dus hoe groter de financiële compensatie moet zijn om de werkgever tot aanwerving te laten overgaan. Het subsidievoordeel wordt daardoor een continue functie van iemands geschatte afstand tot de arbeidsmarkt. Naargelang iemand aan meer criteria voldoet (of hoger scoort), kan een groter subsidievoordeel toegekend worden. Het voordeel is dat subsidies individueel worden toegekend en het voor beleidsmakers gemakkelijker wordt om groepen die het verst van de arbeidsmarkt staan ook proportioneel te ondersteunen. 5 Een ander voordeel is dat substitutie-effecten worden vermeden door de aan de toewijzingscriteria gekoppelde subsidievoordelen slechts gradueel te laten toenemen naargelang de afstand tot de arbeidsmarkt (bijvoorbeeld stijgende leeftijd of toenemende werkloosheidsduur). Een integrale RSZ-korting zou bovendien kunnen zorgen voor een sterke vereenvoudiging van het bestaande instrumentarium, indien ze bij aanwerving van een werkzoekende automatisch aan werkgevers toegekend wordt. Dit is bijvoorbeeld mogelijk op basis van de persoonsgegevens van de werkzoekende, die aanwezig zijn bij de regionale diensten voor arbeidsbemiddeling. Daarnaast zou dit systeem ook KMO s en zelfstandigen ten goede kunnen komen die doorgaans over minder administratieve en financiële capaciteit beschikken om de sociale wetgeving te verkennen. En ook kunnen bestaande Vlaamse maatregelen zoals de Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP) binnen dit voorstel geïntegreerd worden. Zelfs al zorgt een integrale RSZ-korting voor een selectievere doelgroepafbakening, dan nog is het geen garantie dat de doelgroep volledig bereikt wordt en dat deadweight- en andere neveneffecten geëlimineerd kunnen worden. Ook andere persoonskenmerken die een effect hebben op iemands afstand tot de arbeidsmarkt kunnen uiteindelijk nog steeds onopgemerkt blijven, waardoor men geen subsidievoordeel ontvangt dat in lijn ligt met iemands inzetbaarheid. In deze context is het ook mogelijk om consulenten arbeidsbemiddeling een discretionaire bevoegdheid te geven in het bepalen van de uiteindelijke hoogte van het subsidievoordeel. Arbeidsconsulenten zijn per slot OVER. WERK Tijdschrift van het Steunpunt WSE / Uitgeverij Acco 1/
6 van rekening het best geplaatst om te oordelen of andere persoonlijke kenmerken (zoals origine of sociale vaardigheden), die moeilijk kunnen worden opgenomen in een subsidiesleutel van een integrale RSZ-korting, een belemmering vormen voor iemands zoektocht naar werk. Een derde piste werd verkend door Dejemeppe en Van der Linden (2013). Zij stelden voor om de budgetten van de drie belangrijkste doelgroepgerichte loonkostensubsidies te bundelen in een versterking van de federale structurele vermindering van de lage lonen. Dit voorstel heeft het voordeel dat het zowel een loonlastenverlaging is (en dus kan zorgen voor meer jobcreatie) en tegelijk een sterke doelgroepmaatregel. Omdat het zich richt op de lage lonen en de vraag naar arbeid aan de onderkant van de loonschaal veel gevoeliger is voor loonkosten, zou dit kunnen zorgen voor meer jobcreatie bij de laagste inkomens en dus een verbetering van de arbeidsmarktpositie van laaggeschoolden. Door gebruik te maken van het looncriterium zou in theorie minder deadweight gegenereerd worden, aangezien het een betere proxy is voor potentiële productiviteit dan bijvoorbeeld leeftijd. Een structurele vermindering van de lage lonen wordt ook automatisch toegekend door de RSZ: de werkgever hoeft niets aan te vragen en de Vlaamse administratie heeft er dus geen werk aan. Het voorstel bleek echter binnen de huidige contouren van de zesde staatshervorming niet mogelijk, zodat beleidsmakers zich ondanks de bevoegdheidsuitbreiding paradoxaal beperkt zien in hun beleidsmogelijkheden. Combineren met andere innovatieve incentives Niets weerhoudt het Vlaamse Gewest ervan om verder creatief aan de slag te gaan met de nieuwe instrumenten en daarbij eigen accenten te leggen in haar doelgroepenbeleid. Door loonkostensubsidies te combineren met andere incentives zoals opleiding, kan men de werkgever er ook toe aanzetten om te investeren in een productiviteitstoename van de gesubsidieerde werknemer. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat werknemers snel geïntegreerd geraken op de werkplek en hun tewerkstellingskansen ook na het uitdoven van de tijdelijke subsidie voldoende hoog blijven. Ook kwantitatieve en kwalitatieve knelpunten kunnen zo preventief aangepakt worden, waardoor een loonkostensubsidie ook op andere dimensies bijdraagt aan een verbeterde inzetbaarheid van de werknemer. Zeker bij de aanwerving van laaggeschoolde oudere werknemers is dit een interessante piste, aangezien precies voor deze groep de bereidheid bij werkgevers kleiner is om te investeren in opleiding, omdat men oordeelt dat de terugverdienperiode relatief kort zal zijn. 6 Maar ook bij de allochtone arbeidsreserve kan opleiding (bijvoorbeeld taalopleiding) zorgen voor een verhoogde productiviteit en een verbeterde arbeidsmarktpositie op langere termijn. Door loonkostensubsidies ook mogelijk te maken voor deeltijdse betrekkingen, kan tegelijk het arbeidspotentieel beter worden ingezet voor groepen voor wie herinschakeling in een voltijdse betrekking een brug te ver blijkt, zoals ouderen en herintreders. Er kan ook meer conditionaliteit ingebouwd worden. Zo kan men de verplichting opleggen dat de werkgever de werknemer ook nog tewerkstelt na het wegvallen van de subsidie (bijvoorbeeld x maanden na het uitdoven van de subsidie). Werkgevers zijn echter doorgaans geen vragende partij voor modaliteiten die de verplichtingen of de financiële kost van een subsidie groter kunnen maken. Er moet dan ook goed worden afgewogen welke elementen de subsidie meer slagkracht kunnen geven, zonder de aantrekkelijkheid bij werkgevers te ondermijnen. Discussie en conclusie De overgehevelde budgetten verder inzetten voor loonkostensubsidies lijkt ons dus alleen nuttig als de toekenningscriteria selectiever worden gemaakt. Investeren in een eenvoudige uitvoerbaarheid en een koppeling met opleiding zouden loonkostensubsidies als beleidsinstrument verder kunnen versterken. Niettemin wijzen we erop dat loonkostensubsidies per definitie een remediërend instrument zijn om marktfalingen op de arbeidsmarkt enigszins te corrigeren. Beter is om te onderzoeken welke factoren aan dit falen ten grondslag liggen en deze aan te pakken. Loonkostensubsidies zouden ingebed moeten worden in een breder flankerend beleid, dat als doel heeft deze arbeidsmarktdefecten te herstellen, om zo op termijn de loonkostensubsidies 22 OVER. WERK Tijdschrift van het Steunpunt WSE / Uitgeverij Acco 1/2014
7 overbodig te maken (zeker gezien de hoge kost die er mee gepaard gaat). Noteer daarbij dat voor bepaalde doelgroepen een permanente subsidiëring zeker te verantwoorden valt, omdat we voor sommige groepen kunnen uitgaan van een permanent productiviteitsverlies (bijvoorbeeld sommige arbeidsgehandicapten). De overweging welke doelgroepen een groter voordeel moeten krijgen dan anderen is echter een maatschappelijke keuze, die afhangt van de conjunctuur, politieke afwegingen en de verwachte return on investment. Ondanks het regionale kader waarop de doelgroepsubsidie voortaan betrekking heeft, suggereren we om de modaliteiten van de loonkostensubsidie ook af te stemmen op de niet-vlaamse institutionele arbeidsmarktrealiteit, zodat ze voldoende in lijn ligt met andere regionale tewerkstellingsmaatregelen en ook het arbeidsmarktpotentieel van andere regio s kan aanspreken. Een goede samenwerking tussen de regionale niveaus onderling en met het federale niveau zal immers meer dan ooit een cruciale succesfactor zijn om de meerwaarde van de bevoegdheidsoverdracht zo goed mogelijk te benutten. Sam Coomans Joost Bollens HIVA KU Leuven Noten 1. ACTIVA-plannen zijn aanwervingssubsidies die gebruik maken van een vermindering van de RSZ-werkgeversbijdrage en een geactiveerde werkloosheidsuitkering, die door de RVA betaald wordt. Werkgevers kunnen deze werkuitkering in mindering brengen van het nettoloon van de werknemer, wat zorgt voor een lagere arbeidskost. 2. Deadweight-effecten zouden in principe ook kunnen worden tegengegaan door te werken met een additionaliteitsvoorwaarde: er wordt maar een subsidie toegekend wanneer de werkgever kan aantonen dat er effectief sprake is van een bijkomende aanwerving. We bevelen een dergelijke marginal employment subsidy echter niet aan, omdat een en ander in de praktijk niet of moeilijk controleerbaar is. Zo zijn er sectoren die trendmatig groeien, en waar het dan ook niet moeilijk zal zijn om te voldoen aan deze additionaliteitseis, terwijl dit in sectoren die trendmatig krimpen heel wat moeilijker ligt. 3. Theunissen en Herremans (2012) wijzen hier op het belang van het verhogen van de werkzaamheidgraad om de economische afhankelijkheidsratio te stabiliseren en zo de financierbaarheid van ons sociaal systeem te ondersteunen. Elke extra werkende verhoogt immers tegelijk de draagkracht van de samenleving (omdat hij bijdraagt) en verlaagt tegelijk de draaglast (aangezien men niet langer beroep moet doen op een uitkering). 4. Het is weinig wenselijk om de budgetten ook aan te wenden voor het aanwerven van ouderen met een hogere opleiding. De RSZ-korting, die forfaitair is, bedraagt in de meeste gevallen slechts een marginaal deel van het totale loon van de hooggeschoolde ouderen, en zal dus weinig impact hebben op het al dan niet aanwerven van ouderen. 5. De aanpak van een integrale RSZ-korting botst echter op een grens: de hoogte van de RSZ-korting kan nooit groter zijn dan het maximaal verschuldigde RSZ-bedrag. Bij personen die zeer ver van de arbeidsmarkt staan, zal deze grens bovendien sneller bereikt worden. Dit probleem kan echter opgevangen worden op twee manieren. Men kan de RSZ-korting combineren met een geactiveerde werkloosheidsuitkering, of men kan het voordeel gedurende een langere periode toekennen door de subsidie minder snel te laten uitdoven (bijvoorbeeld twaalf in plaats van vier of acht kwartalen). 6. Aangezien oudere werknemers misschien langer bij de organisatie zullen blijven dan de gemiddelde jonge jobhopper, is het maar de vraag of deze redenering altijd steek houdt. Bibliografie Cockx, B., Sneessens, H., & Van der Linden, B. (2003). Allégement des charges sociales: une mesure à promouvoir mais à réformer. Regards Economiques, 15. Dejemeppe, M., & Van der Linden, B. (2013). Les soutiens financiers à la création d emploi. Louvain-la-Neuve: IRES Université catholique de Louvain. Sourbron, M., Herremans, W., & Sels, L. (2013). De potentiële arbeidsreserve in Vlaanderen in kaart gebracht (WSE Report ). Leuven: Steunpunt Werk en Sociale Economie. Theunissen, G., & Herremans, W. (2012). Kan een hogere werkzaamheid de economische afhankelijkheid onder controle houden? Over.Werk. Tijdschrift van het Steunpunt WSE, 22(4), Leuven: Steunpunt Werk en Sociale Economie / Uitgeverij Acco. Van der Linden, B., & Dejemeppe, M. (2013). Oriëntatiemogelijkheden voor de Waalse arbeidsmarkt na de zesde staatshervorming. Over.Werk. Tijdschrift van het Steunpunt WSE, 23(3), Leuven: Steunpunt Werk en Sociale Economie / Uitgeverij Acco. OVER. WERK Tijdschrift van het Steunpunt WSE / Uitgeverij Acco 1/
OVERDRACHT DOELGROEPGERICHTE LOONKOSTENSUBSIDIE
OVERDRACHT DOELGROEPGERICHTE LOONKOSTENSUBSIDIE Beleidsaanbevelingen Joost Bollens Sam Coomans Maart 2013 1 Doelgroepgerichte loonkostensubsidies: aanbevelingen Joost Bollens en Sam Coomans HIVA - KU Leuven
Doelgroepgerichte loonkostensubsidies: aanbevelingen
Doelgroepgerichte loonkostensubsidies: aanbevelingen Sam Coomans Joost Bollens 12-2013 WSE-Report Steunpunt Werk en Sociale Economie Parkstraat 45 bus 5303 B-3000 Leuven T:32(0)16 32 32 39 F:32(0)16 32
DOELMATIGE BESTEDING VAN LOONKOSTENSUBSIDIES OP REGIONAAL NIVEAU
DOELMATIGE BESTEDING VAN LOONKOSTENSUBSIDIES OP REGIONAAL NIVEAU Sam Coomans & Joost Bollens DOELMATIGE BESTEDING VAN LOONKOSTENSUBSIDIES OP REGIONAAL NIVEAU Sam Coomans & Joost Bollens Projectleiding:
Factcheck: Minister Muyters slaat wild om zich heen, maar treft enkel zichzelf
Factcheck: Minister Muyters slaat wild om zich heen, maar treft enkel zichzelf Yasmine KHERBACHE Vlaams volksvertegenwoordiger sp.a Minister Muyters publiceerde een zogenaamde factcheck op zijn website
Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid vanaf 1 juli 2016
Het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid vanaf 1 juli 2016 In het kader van de zesde staatshervorming heeft het Vlaamse Gewest een nieuw doelgroepenbeleid uitgewerkt, dat zich vanaf 1 juli 2016 focust op drie
Loonkostensubsidies voor doelgroepen : drastisch vereenvoudigen voor drastisch meer werk? Ludo Struyven en Sam Coomans
Loonkostensubsidies voor doelgroepen : drastisch vereenvoudigen voor drastisch meer werk? Ludo Struyven en Sam Coomans Hoofd Onderzoeksgroep Arbeidsmarkt, resp. onderzoeker bij het HIVA-KU Leuven 1 Te
Evaluatie van de activeringsplicht van oudere werklozen
Arbeidsmarktbeleid Evaluatie van de activeringsplicht van oudere werklozen Bollens, J. 2011. Evaluating the mandatory activation of older unemployed. WSE Report. Leuven: Steunpunt Werk en Sociale Economie.
Voka: Minder doelgroepen voor meer jobs
Koningsstraat 154-158 1000 Brussel tel. 02 229 81 11 www.voka.be Persbericht Datum 10 oktober 2013 aantal pagina s 1/6 meer informatie bij Frederik Meulewaeter woordvoerder tel. 02 229 81 22 gsm 0477 39
Het Waals doelgroepenbeleid:
Het Waals doelgroepenbeleid: (Misschien ook lucratief voor de Vlaamse werkgever) Het doelgroepenbeleid werd geregionaliseerd. In Vlaanderen zijn de meeste van deze nieuwe maatregelen reeds in voege sinds
Nieuwe doelgroepkorting
Nieuwe doelgroepkorting Vormingssoort: residentiële en provinciale vorming de OR Auteur: Justine Scholiers 2018-2019 Inhoudstafel Inleiding Afbakening doelgroepen Jongeren 55+ VOP Andere Gewesten Brussel
Analyse van het tewerkstellings- en doelgroepenbeleid Minder doelgroepen voor meer jobs
Analyse van het tewerkstellings- en doelgroepenbeleid Minder doelgroepen voor meer jobs Persconferentie 10 oktober 2013 Agenda 1. Inleiding Sonja Teughels, senior adviseur arbeidsmarktbeleid Voka 2. Studie
Doelgroepen aan het werk? Een blik op de arbeidsmarktpositie van de doelgroepen uit het Vlaams Doelgroepenbeleid
Doelgroepen aan het werk? Een blik op de arbeidsmarktpositie van de doelgroepen uit het Vlaams Doelgroepenbeleid Op 1 juli 2016 ging het nieuwe Vlaams Doelgroepenbeleid van start. Dit vernieuwde doelgroepenbeleid
Tewerkstellingssteun in het Brussels Gewest: 255 miljoen euro voor de Brusselaars
Persdossier 7 juni 2017 : 255 miljoen euro voor de Brusselaars Didier Gosuin Brussels Minister van Economie, Tewerkstelling en Beroepsopleiding 1 Het Brussels Gewest vereenvoudigt de tewerkstellingssteun
WSE Arbeidsmarktcongres 7 februari Laura Jacobs, Vicky Heylen en Caroline Gijselinckx HIVA- KULeuven
Doorstroom van doelgroepwerknemers uit de sociale inschakelingseconomie Analyse van de arbeidsmarktpositie en duurzaamheid van het werk van uitstromers uit de invoegmaatregel, werkervaring en de sociale
Evaluatie van de activeringsplicht van oudere werklozen
Evaluatie van de activeringsplicht van oudere werklozen Auteur: Joost Bollens 1 Abstract In de loop van mei 2009 werd in Vlaanderen de zogenaamde systematische aanpak van de VDAB (de Vlaamse Dienst voor
Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid
Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen
DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van aanwervingsincentives voor langdurig werkzoekenden
Peter Neirynck en Fabio Contipelli
Effecten van het voorstel tot een nieuw Vlaams doelgroepenbeleid op lokale hefbomen voor activering in functie van de lokale financiën en mogelijkheden. Peter Neirynck en Fabio Contipelli Op 23 januari
Activering en opleiding van werklozen: actualisering van de resultaten (2 de semester 2013)
Directie statistieken, begroting en studies Activering en opleiding van werklozen: actualisering van de resultaten (2 de semester 2013) Inleiding In juli 2013 werd de studie Activering en opleiding van
ACTIVEREN, COMPETENTIES MOBILISEREN Epiloog
ACTIVEREN, COMPETENTIES MOBILISEREN Epiloog Wim Herremans Gevoed door een groeiende economie herpakte de Vlaamse arbeidsmarkt zich in 2004/2005. De werkzaamheidsgraad steeg opnieuw na drie jaar van stabilisatie,
HET VLAAMSE DOELGROEPENBELEID. Toelichting voorontwerp van decreet SERV commissie arbeidsmarkt 9 juli 2015
HET VLAAMSE DOELGROEPENBELEID Toelichting voorontwerp van decreet SERV commissie arbeidsmarkt 9 juli 2015 Aanleiding Vlaams Regeerakkoord een drastische vereenvoudiging beperken tot drie doelgroepen jongeren,
MEMORIE VAN TOELICHTING
VOORONTWERP VAN DECREET HOUDENDE WIJZIGING VAN ARTIKEL 339 VAN DE PROGRAMMAWET (I) VAN 24 DECEMBER 2002 MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemene toelichting 1. Samenvatting Het decreet van 4 maart 2016 houdende
DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013
DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013 1 De arbeidsmarkt wordt krapper: alle talent is nodig Evolutie van de vervangingsgraad (verhouding 15-24-jarigen
Voorontwerp van decreet houdende een premie om de transitie van werkzoekenden naar ondernemerschap te stimuleren
Voorontwerp van decreet houdende een premie om de transitie van werkzoekenden naar ondernemerschap te stimuleren MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemene toelichting 1. Bevoegdheidsoverdracht n.a.v. de zesde
De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens
De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).
Voka: Doelgroepenbeleid schiet doel voorbij
Koningsstraat 154-158 1000 Brussel tel. 02 229 81 11 www.voka.be Persbericht Datum 10 oktober 2013 aantal pagina s 1/6 meer informatie bij Sonja Teughels Senior adviseur arbeidsmarktbeleid tel. 02 229
I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat'
I B O Een werknemer op maat gemaakt Eén van de kernopdrachten van de VDAB bestaat uit het verstrekken van opleiding. Het tekort aan specifiek geschoold personeel en de versnelde veranderingen in de werkomgeving
DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van Besluit van de Vlaamse Regering tot opheffing van diverse bepalingen van het koninklijk besluit
De vruchten van het hoger onderwijs
De vruchten van het hoger onderwijs Het onderwijsniveau van de bevolking op arbeidsleeftijd is de laatste jaren sterk toegenomen. Bij vrouwen is deze stijging meer uitgesproken dan bij de mannen. Sinds
Na de hervorming van de banenplannen: wie zal zorgen voor de kwetsbaren?
Na de hervorming van de banenplannen: wie zal zorgen voor de kwetsbaren? Uiteenzetting van Frank Vandenbroucke Minister van Werk Arbeidsmarktcongres Steunpunt WSE Leuven, 17 december 2008 De conjunctuurindicatoren
Sociale Inschakelingseconomie SINE
Sociale Inschakelingseconomie SINE Petra Dombrecht Stafmedewerker Lokale Economie en Werkgelegenheid Inhoudstafel 1. Toepasselijke wetgeving 2. Doelstelling 3. Betrokken partijen 4. Werkgever: - voordelen
B.T.S.Z. Nummer 3/2000
B.T.S.Z. Nummer 3/2000 "Activering van uitkeringen" door Ides Nicaise Onder activering van uitkeringen verstaan we het beleid waarbij middelen die bestemd waren voor inkomenstransfers aangewend worden
Enkele cijfers Vaststellingen en antwoorden. Focus op. Jobkanaal Diversiteitsplannen Jobcoaching IBO Financiële tewerkstellingsmaatregelen
Kunnen kansengroepen de krapte doen vergeten? Steve Vanhorebeek. Enkele cijfers Vaststellingen en antwoorden Jobkanaal Diversiteitsplannen Jobcoaching IBO Financiële tewerkstellingsmaatregelen Focus op
MEMORIE VAN TOELICHTING
ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE WIJZIGING VAN ARTIKEL 339 VAN DE PROGRAMMAWET (I) VAN 24 DECEMBER 2002 MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemene toelichting 1. Samenvatting Het decreet van 4 maart 2016 houdende
Hoofdstuk 7 DE NIET-BEROEPSACTIEVE BEVOLKING. Natascha Van Mechelen IN VLAANDEREN. 1 Omvang en samenstelling
DE NIET-BEROEPSACTIEVE BEVOLKING IN VLAANDEREN Hoofdstuk 7 Natascha Van Mechelen Zoals genoegzaam bekend, is het verhogen van de werkzaamheid een van de centrale doelstellingen van het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid.
Sociale economie. 1 Tewerkstellingsgroei varieert van sociale economie initiatief. Streekpact Cijferanalyse
Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Sociale economie De sociale economie bestaat uit een verscheidenheid van bedrijven en initiatieven die
houdende het Vlaamse doelgroepenbeleid
ingediend op 607 (2015-2016) Nr. 4 23 februari 2016 (2015-2016) Amendementen voorgesteld na indiening van het verslag op het ontwerp van decreet houdende het Vlaamse doelgroepenbeleid Documenten in het
RSZ-verminderingen. 1 Geregionaliseerde bijdrageverminderingen
RSZ-verminderingen In het kader van de zesde Staatshervorming werden sedert 1 juli 2014 een aantal federale bevoegdheden geregionaliseerd. De specifieke doelgroepverminderingen worden overgedragen naar
VLAAMS DOELGROEPENBELEID JAARRAPPORT 2017
VLAAMS DOELGROEPENBELEID JAARRAPPORT 2017 21.06.2018 Jaarrapport Doelgroepenbeleid pagina 1 van 22 Inhoud 1. Het Vlaams Doelgroepenbeleid... 3 1.1. Sectoren... 6 2. Omgevingsanalyse... 8 2.1. Jongeren...
nr. 703 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 12 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Activering 50-plussers - Stand van zaken
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 703 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 12 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Activering 50-plussers - Stand van zaken Het inschakelen
NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 4 maart 2016 houdende het
Het federaal normatief kader van de controle van de beschikbaarheid, uitgeoefend door de gewesten
Het federaal normatief kader van de controle van de beschikbaarheid, uitgeoefend door de gewesten 1 Algemeen Als gevolg van de Zesde Staatshervorming werd de bevoegdheid van de controle van de beschikbaarheid
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/16/054 BERAADSLAGING NR. 16/024 VAN 5 APRIL 2016 OVER DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS DOOR
Invoegbedrijven. Maatregel. De begunstigden en bestedingen
Invoegbedrijven Maatregel Het programma invoegbedrijven beoogt de creatie van duurzame tewerkstelling voor kansengroepen binnen de reguliere economie. Aan ondernemingen die de principes van Maatschappelijk
1 Gegevens van het advies. 1.1 Gegevens van de regelgeving. 1.2 Gegevens van de aanvrager. 2 Titel en fase
Reguleringsimpactanalyse voor ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van artikel 15/2 van het koninklijk besluit van 9 maart 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen
NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Voorontwerp van decreet houdende de wijziging van artikel 339 van de Programmawet (I) van 24 december
Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie
Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding
Werkdocument. Aanbevelingen voor een doeltreffend doelgroepenbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 26 oktober 2015
Werkdocument Aanbevelingen voor een doeltreffend doelgroepenbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 26 oktober 2015 Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bischoffsheimlaan
Zijn maatregelen gericht op re-integratie effectief? Jaap de Koning. Presentatie voor het Muntendam Symposium, 12 december, Rode Hoed, Amsterdam
Zijn maatregelen gericht op re-integratie effectief? Jaap de Koning Presentatie voor het Muntendam Symposium, 12 december, Rode Hoed, Amsterdam Inhoud Wat is re-integratiebeleid? Hoe beoordeel je re-integratiemaatregelen?
Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3
17 SOCIALE ECONOMIE 18 Sociale economie Iedereen heeft recht op een job, ook de mensen die steeds weer door de mazen van het net vallen. De groep werkzoekenden die vaak om persoonlijke en/of maatschappelijke
Doelgroepkortingen door het Brussels Gewest : ook voor de Brusselse arbeidsmarkt?
Doelgroepkortingen door het Brussels Gewest : ook voor de Brusselse arbeidsmarkt? Van Landeghem, G., Coomans, S., Struyven, L. (2015). Tewerkstellingsstimuli voor doelgroepen in het Brussels Gewest. Inventarisatie,
Diversiteit op de werkvloer 30 APRIL
Diversiteit op de werkvloer 30 APRIL EU doelstellingen voor 2020 Werkgelegenheid voor 75 % van de bevolking tussen 20 en 64 jaar Daling van het percentage inzake vroegtijdige schoolverlating tot minder
Vlaanderen laten werken voor meer werk
Vleva werkgeverscommunity 1 Vlaanderen laten werken voor meer werk Jan Van Doren, adjunct-directeur Voka-kenniscentrum Symposium, Aktiekomitee Vlaamse sociale zekerheid 21 maart 2009 We komen van ver Jaren
"Oriëntatiemogelijkheden voor de Waalse arbeidsmarkt na de zesde staatshervorming" Van der Linden, Bruno ; Dejemeppe, Muriel
"Oriëntatiemogelijkheden voor de Waalse arbeidsmarkt na de zesde staatshervorming" Van der Linden, Bruno ; Dejemeppe, Muriel Abstract Op de Waalse arbeidsmarkt konden tijdens de jaren 2000 een aantal bemoedigende
VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen
Stuk 1025 (1997-1998) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1997-1998 29 april 1998 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen
De loonkosten in de land- en tuinbouw
De loonkosten in de land- en tuinbouw anno 2015 Een vast werknemer in dienst nemen is vaak minder duur dan gevreesd! Enkele weken geleden gaven we in een beeld van de te verwachten evolutie van de loonkosten
Oriëntatiemogelijkheden voor de Waalse arbeidsmarkt na de zesde staatshervorming
Oriëntatiemogelijkheden voor de Waalse arbeidsmarkt na de zesde staatshervorming Dejemeppe, M. & Van der Linden, B. 2013. Les soutiens financiers à la création d emploi. Louvain-la-Neuve: IRES Université
De focus ligt in beide Gewesten op 3 doelgroepen, namelijk de jongeren, de ouderen en de personen met een arbeidsbeperking.
B R U S S E L S E E N V L A A M S E DOELG R O E P V E R M I N D E R I N G EN I N F O F I C H E A L G E M E E N Met de 6 de staatshervorming zijn de gewesten bevoegd geworden voor de doelgroepverminderingen.
INHOUD INHOUD. JURIDISCHE ACTUA mei 2016
JURIDISCHE ACTUA mei 2016 INHOUD ALGEMENE INFO Arbeidsmarkt Wet werkbaar en wendbaar werk Modernisering arbeidsrecht Varia : Forfaitaire kostenvergoeding buitenland SECTOR NIEUWS INHOUD PC 1 Wet Werkbaar
Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen
Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Een beeld vanuit de EAK Tijdens het tweede kwartaal van 2007 werd in de Enquête naar de Arbeidskrachten gevraagd of de respondenten in hun dagelijkse
Initiatiefadvies. Gewestelijke aspecten van het kunstenaarsstatuut. 18 mei 2017
Initiatiefadvies Gewestelijke aspecten van het kunstenaarsstatuut 18 mei 2017 Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bischoffsheimlaan 26 1000 Brussel Tel. : 02 205 68 68 Fax
Doelgroepkortingen door het Brussels Gewest: ook voor de Brusselse arbeidsmarkt?
Arbeidsmarktbeleid Doelgroepkortingen door het Brussels : ook voor de Brusselse arbeidsmarkt? Van Landeghem, G., Coomans, S., & Struyven, L. (2015). Tewerkstellingsstimuli voor doelgroepen in het Brussels.
De dienstencheques: kwaliteit door de jaren heen. Caroline Van Beveren Brussel - 25 oktober 2012
De dienstencheques: kwaliteit door de jaren heen Caroline Van Beveren Brussel - 25 oktober 2012 PWA Dienstencheques Eerste poging om huishoudelijke diensten te integreren in de reguliere arbeidsmarkt Ontstaan
VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2013/3 over de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) naar Vlaanderen
VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2013/3 over de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) naar Vlaanderen Vlaamse Ouderenraad vzw 18 december 2013 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel
Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015
Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015 1 Omgevingsanalyse 1. Werkzaamheid 2. Werkloosheid 3. Werkvormen in de sociale economie 4. Uitstroom Inhoud Strategische en operationele doelstellingen 1. SD1: Iedereen
Langdurige werkloosheid in Vlaanderen
Langdurige werkloosheid in Vlaanderen In 2015 daalde de kortdurige werkloosheid, maar steeg de langdurige werkloosheid sterk. Hierdoor bleef de totale werkloosheid een heel jaar min of meer status quo.
Tewerkstellingssteun in het Brussels Gewest: Vanaf 1 oktober belangrijke wijzigingen voor tienduizenden werkzoekenden!
Tewerkstellingssteun in het Brussels Gewest: Vanaf 1 oktober belangrijke wijzigingen voor tienduizenden werkzoekenden! A. INLEIDING Met de zesde staatshervorming heeft het Brussels Gewest nieuwe bevoegdheden
A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 30 maart
A D V I E S Nr. 1.598 ----------------------------- Zitting van vrijdag 30 maart 2007 ------------------------------------------ Koninklijk besluit tot vaststelling van de toekenningsmodaliteiten van de
Inhoud. Werkgelegenheidsmaatregelen lokale besturen. Financiële voordelen en simulaties. Doelgroepverminderingen Activa Sine Startbanen
Werkgelegenheidsmaatregelen lokale besturen Financiële voordelen en simulaties VVSG 29 september 2011 Inhoud Doelgroepverminderingen Activa Sine Startbanen De Vlaamse Ondersteuningspremie 2 1 Doelgroepvermindering
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/17/110 BERAADSLAGING NR. 17/049 VAN 6 JUNI 2017 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS TUSSEN
Advies. Aanwervingsstimulans: perspectief voor langdurig werkzoekenden. Brussel, 12 december 2016
Advies Aanwervingsstimulans: perspectief voor langdurig werkzoekenden Brussel, 12 december 2016 SERV_20161212_Aanwervingsstimulans_LWZ_ADV.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36,
Sector beschutte werkplaatsen. Memorandum Vlaamse verkiezingen 25 mei 2014
Sector beschutte werkplaatsen Memorandum Vlaamse verkiezingen 25 mei 2014 VLAB, de werkgeversorganisatie die alle 54 Vlaamse beschutte werkplaatsen vertegenwoordigt, benadrukt het belang van de sector
DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014
DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2014 Inleiding De situatie op de Vlaamse arbeidsmarkt in 2014 lijkt te zijn gestabiliseerd ten opzichte van het jaar voordien: de werkzaamheidsgraad is licht gestegen, maar
ARBEIDSMARKTMOBILITEIT Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 8 Tom Vandenbrande Anno 2000 verloopt de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt in Vlaanderen vrij vlot. Ruim driekwart van de jongeren is een jaar na het schoolverlaten aan het werk. Minder
«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel)
«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel) Tweede deel In de vorige Stat info ging de studie globaal (ttz. alle statuten bijeengevoegd) over het verband
Persbericht. Nieuwe maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid van kracht per 1 januari 2010
Brussel, woensdag 30 december 2010 Persbericht Nieuwe maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid van kracht per 1 januari 2010 Vice-Eerste minister en minister van Werk Joëlle Milquet biedt graag
De arbeidsmarkt in maart 2015
De arbeidsmarkt in maart 2015 Datum: 9 april 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen
BAROMETER JUNI Kansengroepen blijven een structureel knelpunt 1
JUNI 2015 BAROMETER Kansengroepen blijven een structureel knelpunt 1 Uit een nieuwe arbeidsmarktanalyse van het Steunpunt WSE blijkt dat Vlaanderen slechts matig scoort in vergelijking met de EU-regio
Naar een nieuw arbeidsmarktbeleid voor Vlaanderen na de staatshervorming? Een analyse van huidige Vlaamse en federale tewerkstellingsmaatregelen
Naar een nieuw arbeidsmarktbeleid voor Vlaanderen na de staatshervorming? Een analyse van huidige Vlaamse en federale tewerkstellingsmaatregelen De zesde staatshervorming zal de gewesten bijkomende bevoegdheden
L&W - Berichten Hoe sterk worden oudere werknemers getroffen door de crisis?
L&W - Berichten 3-2010 Hoe sterk worden oudere werknemers getroffen door de crisis? Lieve De Lathouwer Maart 2010 expertisecentrum Leeftijd en Werk Departement Werk en Sociale Economie Koning Albert II-laan
1. Hoeveel 55-plussers zijn bij VDAB ingeschreven als werkzoekend (nominaal + percentage beroepsbevolking + verloop over laatste tien jaar)?
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 177 van PETER VAN ROMPUY datum: 13 december 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Werkgelegenheidsgraad 55-plussers - Evolutie Door de
Vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan: beperking van de jobs die in aanmerking komen als vervanger
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 37 1030 BRUSSEL www.zorg-en-gezondheid.be Aan de woonzorgcentra, centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen
Dossier steunpunt handicap & arbeid: De Vlaamse ondersteuningspremie (VOP)
Vop Dossier steunpunt handicap & arbeid: De Vlaamse ondersteuningspremie (VOP) De Vlaamse Ondersteuningspremie is een bijzondere tewerkstellingsondersteunende maatregel voor personen met een arbeidshandicap.
duurtijd van de opleiding en de arbeidstijd. Hierbij stellen we dat het, gegeven deze regelgeving, allicht niet evident is voor werkgevers om tegen
Samenvatting 5 Dit boek bekijkt kritisch de veralgemening van duaal leren in het arbeidsgericht secundair onderwijs (SO) in Vlaanderen, op basis van de beschikbare economische en sociologische wetenschappelijke
19/10/2011 ACTIVA. Petra Dombrecht Stafmedewerker Lokale Economie en Werkgelegenheid. Inhoudstafel
ACTIVA Petra Dombrecht Stafmedewerker Lokale Economie en Werkgelegenheid Inhoudstafel 1. Toepasselijke basiswetgeving 2. Wat is Activa? 3. RVA activering en OCMW activering 4. Werkuitkering 5. RSZ-vermindering
KNELPUNTENNOTA TOEGELATEN ARBEID
KNELPUNTENNOTA TOEGELATEN ARBEID HEVERLEE, JUNI 2018 Inhoud Inleiding... 2 1. De interpretatie van de wet... 3 2. Volledig arbeidsongeschikt... 3 3. Inactiviteitsvallen... 4 4. De werkgever... 5 5. Knelpunten
Het Vlaamse beleid legt de laatste jaren steeds meer de nadruk op uitstroom uit de sociale economie naar de reguliere arbeidsmarkt.
De sociale inschakelingseconomie als springplank naar duurzame uitstroom? Een analyse van de uit- en doorstroom vanuit de invoegmaatregel, Werkervaring (WEP+) en de sociale werkplaatsen. Jacobs, L., Heylen,
Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief
Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Organisation for Economic Coöperation and Development (2002), Education at a Glance. OECD Indicators 2002, OECD Publications, Paris, 382 p. Onderwijs speelt een
De arbeidsmarkt in februari 2015
De arbeidsmarkt in februari 2015 Datum: 24 maart 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.
Leeftijdsbewust Personeelsbeleid. Iris Tolpe Manager Legal Dpt, Information & Know How Sociaal Secretariaat Securex
Leeftijdsbewust Personeelsbeleid Iris Tolpe Manager Legal Dpt, Information & Know How Sociaal Secretariaat Securex Leeftijdsbewust personeelsbeleid Overzicht Tewerkstellingsmaatregelen: doel Federale tewerkstellingsmaatregelen
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/16/067 BERAADSLAGING NR. 16/033 VAN 5 APRIL 2016 MET BETREKKING TOT DE UITWISSELING VAN PERSOONSGEGEVENS
VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4
VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 Seppe Van Gils In vergelijking met Europa (EU-15) wordt Vlaanderen gekenmerkt door een gemiddeld aandeel werkenden (63,4%). Ten opzichte van het gemiddelde
Opleidingsmismatch tussen vraag en aanbod. De positie van Vlaanderen in Europa
Opleidingsmismatch tussen vraag en aanbod. De positie van Vlaanderen in Europa In dit artikel gaan we in navolging van de International Labour Organization (ILO, 2014) dieper in op de opleidingsmismatch
De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer
De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer De uitkeringsgerechtigde volledig werklozen - nietwerkende werkzoekenden sedert 5 jaar en meer Gewoonlijk onderzoekt men de werkloosheid
De arbeidsmarkt in april 2015
De arbeidsmarkt in april 2015 Datum: 12 mei 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen
1. Welke doelgroepen waren afgelopen vijf jaren afnemers van de dienstencheques? Graag cijfers per doelgroep en jaar.
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 325 van PETER VAN ROMPUY datum: 5 februari 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Dienstencheques - Doelgroepenbeleid Door de zesde staatshervorming
"Actief en passief arbeidsmarktbeleid in België : over meer dans zichtbare effecten" Van der Linden, Bruno
"Actief en passief arbeidsmarktbeleid in België : over meer dans zichtbare effecten" Van der Linden, Bruno Abstract DeWerkgelegenheidsconferentie heef ttalrijke thema s behandeld. In deze bijdrage gaan
Advies. Versterking Vlaams doelgroepenbeleid. Brussel, 31 augustus 2018
Advies Versterking Vlaams doelgroepenbeleid Brussel, 31 augustus 2018 SERV_20180831_VlaamsDoelgroepenbeleid_ADV.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01
DUAAL LEREN IN VLAANDEREN: KANSEN EN GEVAREN
DUAAL LEREN IN VLAANDEREN: KANSEN EN GEVAREN Dieter Verhaest KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, Campus Brussel Co-auteurs: Stijn Baert (UGent) Katleen De Rick (KU Leuven) Kristof De
TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001
TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001 Training en opleiding (T&O) van werkzoekenden en werknemers is één van de kerntaken van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding