Profiel van de administratieve manager

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Profiel van de administratieve manager"

Transcriptie

1 Profiel van de administratieve manager in de context van verzelfstandiging binnen justitie Joris Plessers Roger Depré Annie Hondeghem

2 Profiel van de administratieve manager in de context van verzelfstandiging binnen justitie

3

4 Profiel van de administratieve manager in de context van verzelfstandiging binnen justitie Een studie in opdracht van het Federale Wetenschapsbeleid Uitgevoerd door: Dhr. Joris Plessers Prof. dr. em. Roger Depré Prof. dr. Annie Hondeghem Katholieke Universiteit Leuven Instituut voor de Overheid E. Van Evenstraat 2A 3000 Leuven Onderzoeksperiode: 1 oktober augustus 2006 Deze uitgave is het resultaat van een samenwerking tussen de FOD Justitie en de Commissie voor de Modernisering van de Rechterlijke Orde ( FOD Justitie

5

6 Inhoudsopgave I Inleiding 17 1 Probleemstelling 21 2 Onderzoeksdesign Fase 1 Uitdieping van enkele buitenlandse praktijkvoorbeelden Fase 2 Analyse van de Belgische situatie Fase 3 Diagnose Fase 4 Profielen Methodologie Internationaal vergelijkend onderzoek Analyse personeelsgegevens Documentenanalyse Interviews Focusgroepen Leeswijzer 27 II Nederland en Frankrijk als inspiratie 29 5 Nederland Voorgeschiedenis Centrale aansturing... tot de jaren tachtig Sinds de DGO-structuur

7 INHOUDSOPGAVE Sinds 1998 en officieel vanaf decentralisatie als beheersstructuur De huidige situatie Beheersstructuur duaal of collegiaal model? Schaalgrootte? Welke bevoegdheden? Wie beheert? Wat te leren van Nederland? Frankrijk Voorgeschiedenis De huidige situatie Beheersstructuur duaal of collegiaal model? Schaalgrootte? Welke bevoegdheden? Wie beheert? Wat te leren van Frankrijk? III De situatie betreffende verzelfstandiging en de positie van de administratieve manager in België 77 7 Het Themisplan De krijtlijnen van het plan Nieuwe bevoegdheidsniveaus Nieuwe beheersstructuren Bevoegdheden Plan van uitvoering en ontwikkelingen in het zog van het Themisplan Analyse van de adviezen op het Themisplan De adviezen De adviezen geargumenteerd Bijkomende analysepunten in het Themisplan Diagnose van Themisplan Algemeen Beheersstructuur duaal of collegiaal model? Schaalgrootte?

8 INHOUDSOPGAVE Welke bevoegdheden? Wie beheert? Themisplan 2 en de diagnose ervan De huidige situatie betreffende verzelfstandiging en de positie van de administratieve manager in België Gerechtelijke organisaties Aantal gerechtelijke organisaties Schaalgrootte Personeelsgegevens over de huidige leidinggevenden binnen de gerechtelijke organisaties Magistraten korpschefs Hoofdgriffier/hoofdsecretarissen Samenvattend overzicht van de situatie in België 147 IV Functiebeschrijvingen en competentieprofielen in het kader van het Themisplan Onduidelijkheden in verband met de context in het Themisplan ten aanzien van de vooropgestelde nieuwe beheersfuncties Tegenovergestelde verwachtingen ten aanzien van de vooropgestelde nieuwe beheersfuncties Gemaakte opties van het onderzoeksteam bij de opmaak van de functiebeschrijvingen en de competentieprofielen van de vooropgestelde nieuwe beheersfuncties Functiebeschrijvingen en competentieprofielen van de vooropgestelde nieuwe beheersfuncties in het kader van het Themisplan Methodologie Werkwijze Voorbereiding focusgroep Uitvoeren focusgroepen Validering van de verslagen van de focusgroepen

9 INHOUDSOPGAVE Competentieprofielen schrijven op basis van de beschikbare verzamelde informatie Functiebeschrijving en competentieprofiel directeur Human Resources Doel van de functie Positie van de functie Bevoegdheden van de functie Permanente taak- en resultaatgebieden van de functie Noodzakelijke competenties voor het uitvoeren van de functie Functiebeschrijving en competentieprofiel directeur budget en controle Doel van de functie Positie van de functie Permanente taak- en resultaatgebieden van de functie Noodzakelijke competenties voor het uitvoeren van de functie Functiebeschrijving en competentieprofiel directeur-generaal van het beheersbureau Doel van de functie Positie van de functie Bevoegdheden van de functie Permanente taak- en resultaatgebieden van de functie Noodzakelijke competenties voor het uitvoeren van de functie Functiebeschrijving en competentieprofiel chef van de griffies Doel van de functie Positie van de functie Bevoegdheden van de functie Permanente taak- en resultaatgebieden van de functie Noodzakelijke competenties voor het uitvoeren van de functie Besluit 199 8

10 INHOUDSOPGAVE V Algemeen besluit 201 Bijlagen 209 A Samenvatting van het onderzoeksrapport 209 B Résumé de l étude 225 Bibliografie 241 9

11

12 Voorwoord van de minister Als minister van justitie deel ik de uitgangspunten van dit onderzoek: justitie heeft veel meer nood aan een professioneel en performant management dan aan nieuwe wetgeving. Justitie heeft dus nood aan geschikte managementsystemen en - instrumenten. Het onderzoek Profiel van de administratieve manager in de context van verzelfstandiging binnen justitie werd gefinancierd door het Federaal Wetenschapsbeleid en werd uitgevoerd door het Instituut voor de Overheid van de K.U.Leuven. De onderzoeksresultaten geven stof tot nadenken. Het rapport gaat uit van een vergelijkende studie van de situatie in de buurlanden en bevat een wetenschappelijke beschouwing bij de Themisplannen van de vorige minister van justitie, mevrouw Onkelinx. De Themisplannen leveren concrete ideeën over de verzelfstandiging van het beheer van de parketten, rechtbanken en hoven, zowel op het niveau van de gerechtelijke arrondissementen als op het niveau van de hoven van beroep. Als nieuwe minister van justitie wil ik de hervorming van de gerechtelijke organisatie voortzetten. Ik werk daarvoor samen met de Commissie voor de Modernisering van de Rechterlijke Orde en met de Algemene Raad van de Partners van de Rechterlijke Orde. Met de Commissie voor de Modernisering van de Gerechtelijke Orde maken we als beleidsmakers afspraken over welke opdrachten prioritair zijn voor een transparant beheer van de personele en budgettaire middelen van de rechterlijke organisatie. Op basis daarvan zullen we het management van de rechtsbedeling verzelfstandigen en optimaliseren. In de beginfase van mijn regeringsperiode acht ik het zeer nuttig dat deze publicatie het debat over het beheer van de rechtsbedeling onder de aandacht brengt en inspireert. Ik dank de auteurs en de vele betrokken actoren voor het zeer relevante werk dat ze leverden. Ik dank het Federaal Wetenschapsbeleid voor de 11

13 financiering van het onderzoek en de Commissie voor de Modernisering van de Rechterlijke Orde samen met de FOD Justitie voor de tweetalige publicatie van het onderzoeksresultaat. We hebben belang bij een breed debat. Dat kan nu van start gaan. 25 april 2008 Jo Vandeurzen, minister van Justitie 12

14 Voorwoord Dit eindrapport geeft de onderzoeksresultaten weer van het onderzoek Profiel van de administratieve manager in de context van verzelfstandiging binnen justitie. Het onderzoek nam 11 maanden in beslag. Het nam een aanvang op 1 oktober 2005 en werd afgesloten op 31 augustus In het kader van dit voorwoord past het om enkele woorden van dank uit te spreken ten aanzien van mensen en instellingen die een bijdrage geleverd hebben tot het welslagen van dit onderzoek. Wij danken Federaal Wetenschapsbeleid omdat het dit onderzoek mogelijk heeft gemaakt. Mevrouw Lieve Van Daele van Federaal Wetenschapsbeleid danken we voor de coördinatie van het onderzoek en haar voorzitterschap van het begeleidingscomité. Tevens danken wij alle leden van het begeleidingscomité voor hun medewerking en voor hun kritische en opbouwende bemerkingen: Claude Cheruy (directeur-generaal Rechterlijke Organisatie, FOD Justitie), Xavier De Riemaecker (bureaulid Hoge Raad voor de Justitie), Anita Harrewyn (advocaat-generaal, parket-generaal te Gent), Henri Haex (voorzitter, rechtbank van eerste aanleg te Leuven), Lieve Lagae (HRM-adviseur, hof van beroep te Antwerpen), Bart Lesage (hoofdsecretaris, parket van eerste aanleg te Leuven), prof. dr. Jeroen Maesschalck (professor, Instituut Recht en Samenleving - K.U.Leuven), prof. dr. Jan Mattijs (professor, Ecole de commerce Solvay - Université Libre de Bruxelles), 13

15 Léon-Hubert Oldenhove de Guertechin (substituut-procureur-generaal, parket-generaal te Bergen), Nicole Pieroux (hoofdgriffier, rechtbank van eerste aanleg te Charleroi), Diane Reynders (adviseur-generaal, Dienst voor het strafrechtelijk Beleid), prof. dr. Frédéric Schoenaerts (professor, Université de Liège), Jean-Marie Siscot (administrateur, Hoge Raad voor de Justitie), Stefan Thomas (adjunct-adviseur, Dienst voor het strafrechtelijk Beleid), Leen Van De Velde (adjunct-adviseur, Dienst voor het strafrechtelijk Beleid) We danken Theo Jacobs en Monique Beuken van de beleidscel van de minister van justitie voor de ons toevertrouwde informatie en documenten betreffende het Themisplan. Geert Vervaeke van de Hoge Raad voor de Justitie danken we voor de nuttige informatieuitwisseling. Onze dank gaat ook uit naar enkele personen uit Frankrijk en Nederland waarvan we in het kader van dit onderzoek veel mochten leren. Uit Frankrijk danken wij in het bijzonder de heer M. Jeannoutot, eerste voorzitter van het hof van beroep te Dijon, en mevrouw H. Magliano, procureurgeneraal bij het hof van beroep te Dijon, die ons hartelijk hebben ontvangen en in contact gebracht hebben met alle geledingen binnen het ressort Dijon. Uit Nederland danken we de heer H. Rodenburg directeur bedrijfsvoering bij de arrondissementsrechtbank van Den Haag, de heer M. Van De Mortel van de Raad voor de Rechtspraak en de heren J. Van Dorpen en A.J. Mensink van het College van Procureurs-Generaal. Vervolgens danken we ook diegenen die we hebben geïnterviewd, van wie we relevante documenten mochten ontvangen en die hebben deelgenomen aan de focusgroepen. Hun bijdragen aan het onderzoek waren zeer verrijkend. Tot slot willen we ook al diegenen bedanken die interesse getoond hebben voor de problematiek van het verzelfstandigen van de gerechtelijke organisaties in een Belgische context. De inzet en motivatie die wij mochten ervaren bij onze 14

16 kleine bijdrage tot het verzelfstandigingsproces is in ieder geval een goede vertrekbasis voor een allicht lang en hopelijk succesvol veranderingsproces. Leuven, september 2006 Joris Plessers, Roger Depré & Annie Hondeghem 15

17

18 Deel I Inleiding 17

19

20 Er is een trend naar een efficiënter en effectiever aanwenden van de middelen, met andere woorden naar meer management en beleidsvoering. Dit geldt ook voor de werking van de gerechten. Het klassieke juridische apparaat is niet meer opgewassen tegen de massale stijging van het aantal voorgelegde zaken 1. De grote vraag is echter wie een efficiënt administratief managementsysteem binnen de gerechtelijke organisatie moet en kan ontwikkelen, beheren en implementeren. Het toewijzen van deze opdracht aan magistraten alleen lijkt een probleem vermits zij vanuit hun professionele achtergrond vooral gefocust zijn op de inhoud van de wetgeving en de rechtspraak 2. Eén van de denkpistes om deze vraag te beantwoorden is het toevertrouwen van het beheer en het management van de middelen aan een professioneel manager, zij het een court manager, een directeur, een gerechtsbeheerder, een administratieve manager... In dit onderzoek werd nagegaan hoe dergelijke administratieve manager kan gesitueerd worden binnen de moderniseringstrends in justitie van op afstand plaatsen, meer autonomie verlenen aan parketten en rechtbanken. Tevens werd nagegaan over welk competentieprofiel zo een administratieve manager moet beschikken. Uit internationaal vergelijkend onderzoek blijkt dat er een grote verscheidenheid is in de wijze waarop de verzelfstandiging van de gerechten vorm krijgt. Dit heeft te maken met de politieke structuur, de cultuur, de taal en het bestaande gerechtelijke systeem. Bij het invoeren van meer management in de Belgische gerechtelijke organisaties is dat niet anders. In het onderzoek werd bijgevolg ruim aandacht besteed aan de analyse van de bestaande situatie en aan de beleidsvoorkeuren van betrokken actoren. Deze analyses maakten het onderzoeksteam mogelijk om zeer beleidsgerichte aanbevelingen te formuleren. 1 DEPRÉ, R., Gerecht en management: moeilijk, maar niet onmogelijk, in: MAESSCHALCK, J., BISCOP, S., VAN VYNCKT, V. (red.), Naar een beter bestuur. Liber Amicorum Prof. Dr R. Van Hooland, Gent, Story Scientia, 2002, pp FABRI, M., Selected Issues of judicial administration in comparative perspective, in: FABRI, M. & LANGBROEK, M., The challenge of change for judicial systems, IOS Press, 2000,

21

22 Hoofdstuk 1 Probleemstelling In de huidige maatschappij wordt zowel van privé-instellingen als van overheidsinstellingen verwacht dat ze democratischer, transparanter, efficiënter en effectiever worden. In de overheidsadministraties is deze trend reeds op gang gekomen met het New Public Management. Justitie en het gerechtelijke apparaat zijn hieraan tot voor kort wegens de scheiding van de machten ontsnapt, wellicht ten onrechte. Deze trend naar het invoeren van management wekt wantrouwen in de rechterlijke macht en zeker bij de rechters die in de controle en het afleggen van verantwoording over de aangewende middelen een aanslag zien op hun autonomie... Het nieuwe publiek management of aanverwante stromingen die niet zozeer sturen op input of op toepassing van wetten en regels maar op resultaten en kostprijs vraagt ook een hertekening van de organisatiestructuur en processen. Wie verantwoordelijk gesteld wordt voor de resultaten dient immers te beschikken over de nodige middelen om deze resultaten te behalen. In België hebben de korpschefs van de gerechtelijke organisaties zeer beperkte bevoegdheden op het terrein van de personeels- en materiële middelen. Deze middelen worden immers centraal beheerd door de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie. Dit is waarom in de gerechtelijke organisaties het duale systeem of de scheiding tussen gerechtelijke en administratieve zaken bestaat. Het is de hoofdgriffier die (deels) verantwoordelijk is voor boekhouding en personeelsbeheer. De hoofdgriffier legt daarvoor verantwoording af aan de minister van Justitie. Op deze manier dient de korpschef-magistraat geen verantwoording af te leggen voor het aanwenden van de middelen tegenover de minister en wordt het principe van de scheiding van de machten gerespecteerd. 21

23 Probleemstelling Het resultaatgericht organiseren vereist een vorm van decentralisatie en op afstand plaatsen. Dit betekent dat de verantwoordelijke(n) van de parketten, rechtbanken en hoven beschikken over de nodige middelen en bevoegdheden en dat de relatie tussen de gerechtelijke organisaties en de FOD op het vlak van het beheer van de middelen terug bekeken wordt. Aan het proces van het op afstand plaatsen en het decentraliseren van de middelen zijn er voorwaarden verbonden. De belangrijkste voorwaarden zijn: voldoende bekwaamheid en competentie, voldoende bevoegdheden, middelen in verhouding tot verwacht resultaat, een zekere schaalgrootte en veranderingsvermogen. Dit is een fundamenteel probleem voor de gerechtelijke organisaties. Het op afstand plaatsen botst niet alleen met de aangeleerde beroepsethos van magistraten waarin ruim plaats is voor onafhankelijkheid maar ook op het gebrek aan kennis en vaardigheid van management en beheer. De magistraten en het ondersteunend juridisch personeel hebben weinig ervaring met en kennis van managementtechnieken en methoden (ze hebben dat immers nooit in hun opleiding gezien). Een oplossing voor meer efficiëntie en beheerscapaciteit wordt dus niet gezocht bij de magistraten maar bij de administratie. Vandaar de uitspraak Let the judges judge (Chamelin, 1977). Dit komt neer op een scheiding tussen beheer en rechtspreken. Toch vindt men ook beheersvormen waarin de nadruk niet ligt op een scheiding maar eerder op een samenwerking in team tussen magistraten en beheerders, al of niet onder de leiding van magistraten. Alhoewel er een trend is naar meer resultaatgericht werken, dient er ook rekening gehouden te worden met de specifieke situatie en de eigenheid van elk land. 22

24 Hoofdstuk 2 Onderzoeksdesign Oorspronkelijk was het de bedoeling dat het onderzoeksteam enkele mogelijke modellen van verzelfstandiging in de Belgische context schetste, alsook de hierbij horende profielen van de administratieve manager. De administratieve manager krijgt immers een plaats binnen een welbepaalde organisatorische structuur. Vervolgens was het de bedoeling, in samenspraak met de beleidsverantwoordelijken, een specifiek profiel van de administratieve manager verder uit te werken en enkele kritische succesfactoren te formuleren betreffende de implementering van deze nieuwe functie. Hoewel het bovenstaande onderzoeksdesign aanvankelijk was voorzien, achtte het begeleidingscomité en het onderzoeksteam het nuttig het onderzoeksdesign bij te schaven in functie van het Themisplan dat op 24 augustus 2005 op voorstel van mevrouw Onkelinx, Minister van Justitie, door de regering werd goedgekeurd. De aanpassingen van het onderzoeksdesign werden goedgekeurd door het begeleidingscomité. Het onderzoekdesign bestond uit volgende 4 fasen. 2.1 Fase 1 Uitdieping van enkele buitenlandse praktijkvoorbeelden In de verkenning van buitenlandse modellen werd niet zozeer gezocht naar mogelijke toepassingen voor België, maar eerder naar kansen en valkuilen voor de geplande hervormingen van de gerechtelijke organisatie in België. Het internationaal vergelijkend onderzoek werd toegespitst op de landen die 23

25 Onderzoeksdesign een model gekozen hebben dat verwantschap vertoont met het Themisplan. In het bijzonder Nederland en Frankrijk werden onderzocht, met aandacht voor de profielen van de administratieve managers. Voor deze fase werd 1 maand onderzoek voorzien. 2.2 Fase 2 Analyse van de Belgische situatie In deze fase werd samengewerkt met het begeleidingscomité van het Themisplan zodat overbevraging en dubbele interviews konden vermeden worden. Het onderzoeksteam focuste zich op het afnemen van interviews met bevoorrechte getuigen die een globale visie hebben op de hervormingen in justitie. De documenten met opmerkingen van de diverse geledingen die als reactie op het Themisplan binnenkwamen, werden door het onderzoeksteam als informatiebron aangewend. Daarnaast werd aan de hand van personeelsdata de situatie in de rechtbanken en parketten in kaart gebracht. Voor deze fase werden 3 maanden onderzoek voorzien. 2.3 Fase 3 Diagnose Op grond van het documentenonderzoek en de interviews werd een diagnose gemaakt van de problemen die het Themisplan in de praktijk opleveren. Voor deze fase werden 2 maanden onderzoek voorzien. 2.4 Fase 4 Profielen In deze fase werden vier profielen uitgewerkt, met bijzondere aandacht voor de relatiepatronen van de nieuwe functies met andere functies: directeur van het beheers-bureau, HR-manager, begrotingsmanager & chef van de griffies en de parketsecretariaten. Voor deze fase werden 4 maanden onderzoek voorzien. 24

26 Hoofdstuk 3 Methodologie Tijdens het onderzoek werd gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksmethoden. We sommen ze hier op. 3.1 Internationaal vergelijkend onderzoek Enkele van onze buurlanden hebben vergelijkbare ontwikkelingen naar verzelfstandiging en konden in die zin fungeren als beste praktijken. In fase 1 beoogden we vooral een uitdieping, eerder dan een uitgebreide beschrijving. We focusten ons op het verzelfstandigingsmodel en het profiel van de administratieve manager in deze landen, dit was immers ook het centrale thema van het onderzoeksvoorstel. Dit verklaart ook waarom we maar één maand voorzien hadden voor deze fase van het onderzoeksproject. Om de nodige informatie te verzamelen hebben we gebruik gemaakt van het uitgebreide documentatiebestand dat op het Instituut voor de Overheid reeds beschikbaar was over justitie in andere landen, aangevuld met gerichte vragen die we stelden aan collega s uit ons netwerk van experts terzake. 3.2 Analyse personeelsgegevens In samenspraak met de dienst statistieken van de FOD justitie en de personeelsdienst van het directoraat gerechtelijke organisatie werden gegevens over de kwantiteit, de demografie en de kwalificaties van het personeel in de rechtbanken en parketten in kaart gebracht. 25

27 Methodologie 3.3 Documentenanalyse Het verzelfstandigingsdebat en bijhorend profiel van de administratieve manager werd gereconstrueerd aan de hand van documenten, zoals regeringsverklaringen, beleidsnota s, managementplannen en visieteksten van actoren in justitie. 3.4 Interviews Aan de hand van interviews met betrokken actoren werden beleidsvoorkeuren in verband met verzelfstandiging en het hierbij horende profiel van de administratieve manager in kaart gebracht. Er werden vragen gesteld zoals: Welke bevoegdheden dienen centraal gehouden te worden en welke dienen er gedeconcentreerd of gedecentraliseerd te worden? Dient het managementmodel binnen de rechterlijke orde integraal of duaal te zijn georganiseerd? Is schaalvergroting wenselijk en zo ja, hoe dient dit dan georganiseerd te worden? Hoe kan het veranderingsproces georganiseerd worden (topdown vs. bottom-up, systematisch vs. ad hoc, omvattend vs. incrementeel, vrijwillig vs. de jure, tijdsspanne,...)?... Gedurende het onderzoek was tussen het onderzoeksteam en het begeleidingsteam overeengekomen dat het aantal interviews relatief beperkt zou blijven. Immers, de adviezen op het Themisplan stelden reeds veel informatie ter beschikking van het onderzoeksteam. 3.5 Focusgroepen Er werden focusgroepen georganiseerd om de functiebeschrijving en het bijhorend competentieprofiel voor de administratieve manager te valideren. Aan deze focusgroep werd deel genomen door diverse belanghebbenden: korpschefs, potentiële functievervullers, collega-functievervullers, HR - en financiële experts van justitie. 26

28 Hoofdstuk 4 Leeswijzer In wat volgt bespreken we vijf hoofdstukken. Deze hoofdstukken lopen haast parallel met de fasen zoals in het onderzoeksdesign uitgetekend. In hoofdstuk 2 bespreken we het verzelfstandigingsproces van de gerechtelijke organisaties in Nederland en Frankrijk. In het bijzonder belichten we wat we van deze landen kunnen leren betreffende de positie van de administratieve manager die belast wordt met het beheer van de gerechtelijke organisaties. In hoofdstuk 3 schetsen we de situatie in België. In hoofdstuk 4 geven we een diagnose van de problemen die het Themisplan in de praktijk oplevert bij het invullen van de functie van de administratieve manager in de context van verzelfstandiging binnen justitie. Tevens geven we een mogelijke invulling van de functiebeschrijvingen en competentieprofielen van de nieuw te creëren functies in het kader van het Themisplan. Tenslotte eindigen we in hoofdstuk 5 met een algemeen besluit. Na het Algemeen besluit vindt u zowel een Nederlandstalige als een Franstalige samenvatting van het eindrapport. Deze samenvatting vat in een tiental pagina s de essentie van het eindrapport samen. 27

29

30 Deel II Nederland en Frankrijk als inspiratie 29

31

32 In dit hoofdstuk hebben we enkele belangrijke kenmerken van het verzelfstandigingsproces in Nederland en Frankrijk besproken. Ten eerste beschreven we de voorgeschiedenis van dit proces, vervolgens de huidige situatie en tenslotte stonden we in het bijzonder stil bij wat we kunnen leren van het verzelfstandigingsproces in Nederland en Frankrijk voor de eigen situatie in België. 31

33

34 Hoofdstuk 5 Nederland 5.1 Voorgeschiedenis In Nederland heeft de rechtspleging een ontwikkeling doorgemaakt van centrale aansturing door het Ministerie van Justitie naar integraal management door de gerechtelijke organisatie zelf. Integraal management betekent dat het beleid en het beheer van alle middelen in handen is van het verantwoordelijk bestuur van de parketten en rechtbanken zelf. Deze verandering duurde twintig jaar lang. De gerechten en parketten dienden immers kennis op te bouwen op het gebied van beleid en beheer Centrale aansturing... tot de jaren tachtig Het beheer van de gerechtelijke organisaties werd vanouds centraal aangestuurd door het Ministerie van Justitie. Binnen het Ministerie van justitie was de Hoofddirectie Organisatie Rechtspleging en Rechtshulp verantwoordelijk voor het personeels- en middelenbeheer. Voor iedere uitbreiding van personeel, iedere bevordering en elke aanschaf van materiële middelen was voorafgaande toestemming van deze Hoofddirectie nodig. Er bestond geen instrument om de middelen op een objectieve manier onder de gerechtelijke organisaties te verdelen. De hoeveelheid middelen die werden toegekend aan een bepaalde gerechtelijke organisatie was in sterke mate afhankelijk van goede persoonlijke contacten. 3 BROMMET, E., Van rechterlijke macht naar rechterlijke organisatie kroniek van achttien jaar verandering, Den Haag, Ministerie van Justitie, 2002, 207p. 33

35 Nederland De interne structuur van een rechtbank bestond destijds uit kamers voor de verschillende soorten rechtspraak (meervoudige en enkelvoudige kamers voor bijvoorbeeld civiele en strafzaken). De voorzitter van een rechtbank of een hof ontleende zijn gezag vrijwel uitsluitend aan zijn juridische kwaliteiten. Ook voor ondervoorzitters gold dat zij voor die functie werden geselecteerd op vakinhoudelijke kennis en ervaring. Anciënniteit speelde toen immers nog een grote rol. Ondervoorzitters fungeerden meestal als voorzitter van een meervoudige kamer (maar soms ook in een bijzondere enkelvoudige kamer als kinderrechter of politierechter). In die functie waren zij in zeer beperkte mate manager van hun kamer. Zij zaten de zittingen van die kamer voor, verdeelden de zaken die aan die kamer werden toebedeeld, beslisten mee over de samenstelling van de kamers en deden soms iets aan voortgangsbewaking. Op tal van terreinen (automatisering, personeelsbeleid, opleidingen, beheer etc.) vonden onafhankelijke veranderings- en ontwikkelingsprojecten plaats. Vanaf het midden van de tachtiger jaren werd echter duidelijk dat deze projecten zich, in een omgeving met een sterk oplopende werklast en gegeven de noodzaak om de overheidsuitgaven terug te brengen, niet langer leenden om op de klassieke wijze unicentrisch (door de Hoofddirectie) te worden gestuurd. Deze situatie die tot in de jaren tachtig duurde, is vergelijkbaar met de huidige situatie in België Sinds de DGO-structuur Gaandeweg ontstond bij het Ministerie van Justitie de bereidheid tot verzelfstandiging. Naargelang de wijze waarop deze verzelfstandiging gebeurt, spreken we over deconcentratie en decentralisatie 4. Bij deconcentratie richt de centrale overheid eigen instellingen op in verschillende delen van het land om bepaalde taken in dat gebied uit te voeren. Het is een top-down benadering waarbij de centrale overheid de touwtjes stevig in eigen handen houdt. Decentralisatie omvat de overdracht van een pakket aan taken, bevoegdheden, middelen en beslissings- 4 JACOBS, T., Toespraak van mevrouw de Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie Laurette ONKELINX. Presentatie in het kader van de studiedag Van kwantiteit naar kwaliteit: werklastmeting en kwaliteitsmanagement in de Belgische parketten, rechtbanken en hoven, Leuven, Instituut voor de Overheid, 15 december 2003, 9-11; HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE, Advies inzake de aanwending van de beschikbare financiële middelen voor de werking van de rechterlijke organisatie en voorstel voor de installatie van een werkgroep voor het ontwikkelen van het project Zelfbeheer rechterlijke organisatie, Brussel, Hoge Raad voor de Justitie, 24 maart 2004, 16p. 34

36 5.1 Voorgeschiedenis Figuur 5.1: Nederlandse DGO-structuur, situatie 1990 macht van de centrale overheid naar andere bestuursniveaus (vb. van centraal naar lokaal bestuursniveau óf van de uitvoerende naar de rechterlijke macht). Omdat de gerechtelijke organisaties onvoldoende waren toegerust om verantwoordelijkheden en bevoegdheden op beheersgebied over te nemen, werd in eerste instantie gekozen voor een deconcentratie. In 1990 werd in elk arrondissement een directeur gerechtelijke ondersteuning (DGO) aangesteld voor alle gerechtelijke organisaties van het arrondissement. Met de invoering van de DGO-structuur werd niet alleen het beheer gedeconcentreerd naar de arrondissementen, maar er veranderde ook iets binnen parketten, rechtbanken en hoven. Er waren tal van nieuwe projecten 5 : het J 120 project voorzag in een adequate huisvesting. Bijgevolg konden magistraten ook in het gerechtsgebouw gaan werken (in plaats van thuis); het bedrijfsmatiger gaan werken; 5 PVRO, Oogsten om te zaaien, Eindrapport Programma Versterking Rechterlijke Organisatie, Den Haag, Ministerie van Justitie, 2002, 201p. 35

37 Nederland de invoering van automatisering; de toename van schaalgrootte; de invoering van werklastvergelijking en budgettering. Bij wijze van voorbeeld gaan we eens kijken wat deze nieuwe DGO-structuur intern en extern voor de werkwijze van de zetel betekende. Intern Bovenstaande veranderingen eisten intern, binnen de rechtbanken en hoven, een nieuwe structuur. De organisatie werd meer in grotere organisatorische eenheden, sectoren genoemd, georganiseerd. Aanvankelijk waren er de sectoren handel, familie en straf (en belasting bij de hoven), later kwam daar voor de rechtbanken de sector bestuursrecht bij. Bij de (toen nog zelfstandige) kantongerechten ontstond er een organisatorisch samenwerkingsverband tussen de kantongerechten in hetzelfde arrondissement: de Arrondissementele Kanton Organisatie (AKO). Die grotere organisatorische eenheden vroegen natuurlijk om coördinatie en zo ontstond gaandeweg de functie van sectorvoorzitter. Aanvankelijk was dat een van de ondervoorzitters (bij de AKO één van de kantonrechters) die door de collega-rechters uit de eigen sector werd aangewezen of gekozen. In deze eerste fase bleef het coördinatorschap beperkt tot het rechterlijk beleid (verdeling van zaken, zittingsrooster, werkwijze, jurisprudentieoverleg, opleiding van rechters etc.). Voorzitters van gerechten en hoofden van parketten bleven binnen de DGOstructuur verantwoordelijk voor het rechterlijk beleid en rechtshandhaving; de beheers-bevoegdheden en verantwoordelijkheden kwamen bij de DGO te liggen. Het duale model met een scheiding van beleid en beheer bleef in de DGOstructuur dan ook bestaan. Ook het beheer en de zeggenschap over de ondersteuning (alle niet-rechters) lag bij de DGO. Niet alleen de duale structuur met een scheiding tussen beleid en beheer maar ook de duale structuur met een gescheiden zeggenschap over rechters en over niet-rechters heeft geduurd tot 1 januari

38 5.1 Voorgeschiedenis Extern De DGO nam in feite op lokaal niveau het personeels- en middelenbeheer van het ministerie over. Aan de overdracht door het ministerie aan de DGO van het personele en materiële budget en de daarbij horende verantwoordelijkheden en bevoegdheden werd als voorwaarde gesteld dat in het arrondissement een goed financieel beheer aanwezig was en dat er voor de niet-magistraten binnen de gerechten en parketten in dat arrondissement door het ministerie goedgekeurde formatieplannen waren (kader, schalen en financiering). Deze overdrachtsfase bleek in de praktijk een doorlooptijd van ongeveer twee jaar te vergen. In een drietal pilootarrondissementen werd gedurende twee jaren geëxperimenteerd. Deconcentratie van budgetten en bevoegdheden brengt met zich mee dat tussen het centrale en lokale orgaan managementafspraken moeten worden gemaakt en dat verantwoording moet worden afgelegd. In de relatie tussen het ministerie en de arrondissementen is daarvoor als instrument de planning- en controlcyclus gekozen. Dit wil zeggen dat er binnen een vastgelegde structuur door het arrondissement enerzijds voorstellen worden gedaan voor managementafspraken voor het komende jaar en dat door het ministerie (na overleg met het arrondissement) voor de gemaakte afspraken middelen ter beschikking worden gesteld (planning), en anderzijds dat door het arrondissement verantwoording wordt afgelegd over de afgelopen periodes (control) 6. Het maken van afspraken en het afleggen van verantwoording vergt vastgelegde normen die door alle betrokken partijen worden aanvaard. Het ontwikkelen van die normen is echter een moeizaam proces. Voor de zetel is in dat verband in 1989 gekozen voor een systeem van werklastvergelijking waarbij de ontwikkelde normen uitsluitend gebruikt worden om de werklast van gerechten van dezelfde soort met elkaar te vergelijken. Vanaf 1 januari 2000 worden binnen de zittende magistratuur de Lamicie-normen gehanteerd. Van meet af aan zijn de magistraten betrokken bij het ontwikkelen en onderhouden van werklastnormen; het ministerie verleent alleen technische bijstand. In het parket wordt gewerkt met een Budget Verdeel Systeem (BVS) waarin het aantal strafzaken, het bevolkingsaantal en het aantal gemeenten, samen met andere factoren, de hoogte van het budget bepalen 7. 6 RAAD VOOR DE RECHTSPRAAK, Begroting 2005, Den Haag, Raad voor de Rechtspraak, 2004, 47p. 7 ANDERSSON ELFFERS FELIX, Budgetverdeelsysteem Openbaar Ministerie - Deel 1, 2, 3 en 4, Den Haag, College van Procureurs-Generaal,

39 Nederland Op 1 januari 1998 kwam er een einde aan de DGO-structuur. Rechtbanken (inclusief de kantongerechten) en gerechtshoven kregen eigen budgetten. Er werden directeuren beheer gerechten aangesteld die verantwoordelijk en bevoegd werden voor het beheer en voor de niet-rechters. Zij kregen als opdracht mee de organisatie voor te bereiden op integraal management 8. In diezelfde periode is het project Versterking Rechterlijke Organisatie (pvro) van start gegaan. Dat project voorzag in versterking en vernieuwing van de rechterlijke organisatie; het project bood in de breedte ook ondersteuning aan het proces tot invoering van integraal management bij de gerechten Sinds 1998 en officieel vanaf decentralisatie als beheersstructuur Vanaf het midden van de jaren negentig zijn er vraagtekens gezet bij het voortbestaan van de (duale) DGO-structuur. De roep om beleid en beheer in één hand te brengen en om een grotere betrokkenheid van magistraten daarbij nam toe. Op 1 januari 2002 is, na een voorbereidingsperiode van enkele jaren, officieel een vergaande reorganisatie van de gerechtelijke organisatie ingevoerd. Uiteindelijk is de beheersovergang naar de parketten en rechtbanken gerealiseerd. Die beheersovergang hield in dat het arrondissementele budget gesplitst moest worden in afzonderlijke budgetten voor de gerechten, parket(ten) en gemeenschappelijke stafdienst, en dat de functie van DGO kwam te vervallen. Er kwam een eigen beheersverantwoordelijke: voor de parketten de hoofden van de parketten, voor de gerechten de directeuren beheer en voor de gemeenschappelijke stafdiensten de directeuren stafdiensten. Deconcentratie werd decentralisatie. De huidige situatie is dat de voorzitters van de rechtbanken en de hoofden van de parketten op basis van hun jaarplan respectievelijk met de Raad voor de Rechtspraak en het College van Procureurs-Generaal als tussenschakels van het ministerie van justitie begrotingsbesprekingen houden en managementafspraken maken. Die afspraken houden in welk budget er voor het komend jaar ter beschikking wordt gesteld en welke prestaties daarvoor zullen worden geleverd. Het is aan de gerechten en parketten overgelaten hoe dat budget wordt besteed: 8 BUDDENDIJK, H. & MOOIJEN, J., Leerervaringen met veranderingsprocessen in Nederland en België, in: DEPRÉ, R. & HONDEGHEM, A. (ed.), Management, bestuur en beleid in de rechterlijke organisatie, Brugge, die Keure, 2000, PVRO, Oogsten om te zaaien, Eindrapport Programma Versterking Rechterlijke Organisatie, Den Haag, Ministerie van Justitie, 2002, 201p. 38

40 5.2 De huidige situatie meer of minder magistraten en/of ondersteuning, het personeelsbestand uitbreiden of de aanschaf van een nieuw computersysteem enzovoort. Vanaf het begin van de negentiger jaren van de vorige eeuw zijn er gaandeweg bij alle gerechten (dagelijkse) besturen ontstaan. Zoals eerder aangeven maakten het vormen van (groter wordende) sectoren het noodzakelijk een coördinerende functie in het leven te roepen. Diezelfde noodzaak leidde tot de vorming van (dagelijkse) besturen op gerechtsniveau. Aanvankelijk was het immers nodig de belangen van het gerecht binnen de DGO-organisatie te behartigen en later was het bestuur nodig als vertegenwoordiger van het gerecht ten opzichte van de minister van justitie. In die besturen zaten, in het algemeen, de voorzitter, de directeur beheer gerechten en de sectorvoorzitters (en soms ook een kwaliteits- of opleidingscoördinator). Een wettelijke basis voor de functie van sectorvoorzitter en/of voor (dagelijkse) besturen van gerechten was er niet. In feite ging het om een min of meer natuurlijke ontwikkeling. Veranderende omstandigheden maakten dat de noodzaak ontstond om coördinerende functies in het leven te roepen. Die functies hebben zich gaandeweg ontwikkeld tot een sectorvoorzitter zoals we dat nu kennen: een integraal manager van zijn eigen sector die tevens integraal bestuurder van het gerecht is. Een gerechtsbestuur (de voorzitter, de directeur bedrijfsvoering en de sectorvoorzitters) is (nu ook formeel) collegiaal en integraal verantwoordelijk voor het totale reilen en zeilen van het gerecht. Op landelijk niveau fungeert er vanaf 2002 ook een Raad voor de rechtspraak. Deze uit vijf leden bestaande Raad, met een eigen Bureau, heeft een aantal in de wet vastgelegde taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden De huidige situatie De huidige Beheerstructuur Nederlandse Justitie die sinds 2002 operationeel is, wordt in het algemeen zeer goed ervaren. Er is officieel (nog) geen evaluatierapport over de nieuwe structuur, doch uit diverse interviews met praktijkgetuigen blijkt dat de structuur als een verbetering wordt ervaren. 10 Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de wet op de rechterlijke organisatie, de wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met de modernisering van de organisatie en de instelling van een bestuur bij de gerechten (wet organisatie en bestuur gerechten ), Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden 582, 18 december

41 Nederland Figuur 5.2: Beheersstructuur Nederlandse Justitie, situatie

42 5.2 De huidige situatie In wat volgt bespreken we enkele thema s in de Nederlandse situatie die momenteel in het kader van de verzelfstandiging binnen de Belgische justitie interessant kunnen zijn: duaal of collegiale model, schaalgrootte, verhoudingen in de interne structuur van een rechtbank of parket, welke bevoegdheden op afstand plaatsen en wie beheert deze nieuwe bevoegdheden op lokaal niveau? Tenslotte gaan we in op de selectie en opleiding van de leden van het gerechtsbestuur en geven we enkele personeelsgegevens van de leden van de gerechtsbesturen Beheersstructuur duaal of collegiaal model? In 2002 is in Nederland met de nieuwe Beheersstructuur Nederlandse Justitie de overstap gemaakt van een collegiaal model naar een duaal model. Waar er vóór 2002 nog onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Justitie een Directeur Gerechtelijke Ondersteuning (DGO) was per arrondissement, is er nu voor elk parket en elke rechtbank afzonderlijk een manager die instaat voor het beheer van de middelen en het personeel. Dit duaal model wordt in de gerechtelijke kringen als een meerwaarde beschouwd. Elke rechtbank of parketorganisatie is nu immers zelf verantwoordelijk voor het beheer van de middelen en het personeel. De splitsing van het beheer van parket en zetel werd vooral als een noodzaak aanzien omdat de doelstellingen van parket en zetel niet dezelfde zijn. Eerlijkheidshalve dienen we ook te vermelden dat de Nederlandse geïnterviewden het er over eens waren dat de DGO-structuur een noodzakelijke tussenstap was. De onmiddellijke overgang van een centralistisch beheer van de middelen door het ministerie van Justitie naar integraal management in de parketten en rechtbanken zou te groot zijn geweest. De belangrijke rol die de Directeur bedrijfsvoering kreeg in de DGO-structuur van vóór 2002 was noodzakelijk. De parketten en rechtbanken hadden intern niet de nodige managementcapaciteiten om het beheer van de middelen zelf uit te voeren. De president- magistraat bijvoorbeeld had in die tijd niet de managementscapaciteiten om deze beheerstechnieken te hanteren. Ze waren het ook nooit aangeleerd. Integraal management stelt andere eisen aan een bestuurder van een gerecht dan voorheen. Voorheen stuurde hij vanuit de inhoud en op de inhoudelijk kwaliteit. Nu stuurt men tevens vanuit het proces aan op de productie en de bedrijfsmatige kwaliteit. Uit de gegeven schets blijkt dat de functie van voorzitter of sectorvoorzitter zich in een periode van 10 tot 15 jaar gaandeweg heeft ontwikkeld van een juridisch inhoudelijke functie (kamervoorzitter) tot een manager/bestuurder die, waar nog 41

43 Nederland mogelijk, ook op beperkte schaal rechterlijke werkzaamheden verricht (afhankelijk van bijv. schaalgrootte). Het ministerie van Justitie heeft in Nederland op het vlak van het beheer van de middelen van de gerechtelijke organisaties nog slechts een zeer beperkte rol te spelen. De minister van Justitie dient een zo groot mogelijk budget onderhandeld te krijgen met de regering en geeft vervolgens dat budget haast integraal aan de Raad voor de Rechtspraak en het College van Procureurs-Generaal die verantwoordelijk zijn om dat budget over de rechtbanken en parketten te verdelen. Het ministerie van Justitie voert nog financiële controles uit op de Raad voor de Rechtspraak en het College van Procureurs-Generaal, maar heeft geen bevoegdheden meer om het budget van de parketten en rechtbanken te controleren. De band tussen het ministerie van Justitie en de directeurs bedrijfsvoering in de rechtbanken en hoofden bedrijfsvoering in de parketten is volledig doorgeknipt nadat in 2002 de DGO-structuur werd opgegeven. De verdeling van het budget over de parketten en rechtbanken is volledig overgenomen door de Raad voor de Rechtspraak en het College van Procureurs- Generaal, beide instellingen die deel uitmaken van de rechterlijke macht. De relatie tussen het gerecht/parket en Raad/College is ingebed in een planningen-verantwoordingscyclus met jaarplannen, voortgangsrapportages en jaarverslagen. De relatie tussen Raad/College en rechtbank/parket is niet louter financieel. De Raad voor de Rechtspraak en het College van Procureurs-Generaal hebben ook naar de rechtbanken en parketten toe opdrachten van bedrijfsvoering, kwaliteitsstreven en adviesverlening gekregen. Dit betekent dat de president/officier van justitie en/of de directeur bedrijfsvoering/het hoofd bedrijfsvoering op geregelde tijdstippen met de Raad voor de Rechtspraak/College van Procureurs-Generaal overleg pleegt opdat de gerechten/parketten hun taak goed kunnen vervullen Schaalgrootte? In Nederland is de schaal van de arrondissementen een belangrijk onderwerp van discussie. Hoewel in het verleden reeds succesvol schaalvergrotingen zijn doorgevoerd, gaan er nu terug stemmen op om enkele van de huidige 19 arrondissementen samen te voegen tot grotere entiteiten. Schaalvergroting van rechtbanken en parketten wordt overwogen om redenen van efficiëntere bedrijfsvoering en van specialisatie in inhoudelijke thema s. Wat betreft de rechtbanken zijn er 2 scenario s. In een eerste scenario worden 42

44 5.2 De huidige situatie voor bepaalde thema s nieuwe landelijke structuren gecreëerd. De impact van de Raad voor de Rechtspraak zou daardoor nog sterker worden op deze thema s ten koste van de invloed van lokale rechtbanken. In een tweede scenario zoeken de arrondissementsrechtbanken steun bij elkaar. De rol van arrondissementen wordt versterkt door de onderlinge samenwerking. De Raad voor de Rechtspraak blijft dan meer op de achtergrond 11. In het Openbaar Ministerie is er grote steun om naar 10 à 11 arrondissementsparketten te gaan. Er zijn immers grote verschillen in de omvang van de parketten. Zo is het parket van Middelburg bijvoorbeeld 5 keer zo klein als het parket van Amsterdam. Maar er is ook veel weerstand tegen schaalvergroting. Vooral de zittende magistratuur heeft bezwaar. Ondanks dit bezwaar zijn reeds enkele concrete stappen gezet. Het project Het OM verandert overkoepelt de initiatieven op het vlak van specialisatie en concentratie. In het kader van specialisatie worden enkele experts inzake thema s als fraude, milieu,... op landelijk niveau samengebracht om de krachten te bundelen. Concentratie staat voor het organiseren van het routinematig afhandelen van dossiers zoals bijvoorbeeld verkeerszaken. Zo is op 1 december 2005 in Utrecht een fabriek geopend waar 130 fulltime equivalenten onder leiding van een magistraat alle verkeersboetes van het land verwerken. Voorts zijn er ook enkele parketten die samenwerken om hun taken in verband met hun PIOFAH-taken 12 op een hoger niveau te kunnen afwerken. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat 2 parketten een halftijds medewerker nodig hebben om het financieel beheer van het parket te kunnen doen. Een financieel beheerder is echter niet gemakkelijk tot een halftijdse functie bereid. Het is in dat geval mogelijk dat op 1 parket 1 voltijds financieel manager wordt aangeworven die verantwoordelijk is voor het financieel beheer van de 2 parketten Welke bevoegdheden? In Nederland zijn de middelen, het personeel, het gebouwenbeheer, de materiële uitrusting en de informatica gedecentraliseerd. De gerechtskosten zijn niet gedecentraliseerd. 11 RAAD VOOR DE RECHTSPRAAK, Agenda van de Rechtspraak , Den Haag, Raad voor de Rechtspraak, 2004, 33p. 12 PIOFAH staat voor: Personeel, Informatisering, Organisatie, Financiën, Administratie en Huisvesting. 43

45 Nederland De gerechtskosten worden nog steeds centraal bij het ministerie van Justitie beheerd. De rechtbanken en parketten dienen hun gerechtskosten wel bij de Raad voor de Rechtspraak of het College van Procureurs-Generaal aan te vragen, maar deze instellingen treden wat betreft de gerechtskosten louter op als doorgeefluik van het ministerie van Justitie. Beheer van financiële middelen Wat de rechtbanken betreft geldt met betrekking tot het beheer van de middelen het stelsel op is op. De gerechten hebben voor een bepaald jaar een bepaald budget toegekend waarmee zij het moeten doen. Zij werken met een kosten-baten-stelsel. Een zeer transparant stelsel dat ook bij privé-organisaties gebruikelijk is. Het stelsel houdt niet alleen rekening met de kosten die gemaakt worden. De financiering hangt af van de output van de rechtbank. Het budget van het komend jaar wordt als het ware toegekend op basis van het aantal vonnissen dat zal afgewerkt worden. Dit betekent ook dat een rechtbank in principe winst kan maken als zij met een gegeven budget meer vonnissen maakt. Omdat het hoofddoel van een rechtbank natuurlijk niet is winst te maken, worden de rechtbanken die meer vonnissen maken dan voorzien daar ook niet te veel toe gestimuleerd. De rechtbanken worden voor de vonnissen die zij extra gemaakt hebben slechts voor 70% uitbetaald. Tevens worden nu grote inspanningen verricht om naast de kwantiteit de kwaliteit van de vonnissen te monitoren en te verbeteren. Het verhogen van de kwaliteit van de vonnissen wordt ondermeer gestimuleerd door technieken als daar zijn intervisie en burger-bevragingen. Wat de parketten betreft worden de middelen beheerd volgens het budgetverdeel-systeem. Dit kostensysteem is vooral inputgericht. De verdeling van de budgetten door het College van Procureurs-Generaal is gebaseerd op omgevingsindicatoren. Het nadeel van dit bekostigingssysteem is dat het altijd wat achterloopt. Omdat bijvoorbeeld in één jaar de criminaliteit in een bepaald arrondissement stijgt, zal dat arrondissement slechts een jaar later meer middelen krijgen. Personeel, gebouwen en materiële uitrusting en informatica Al deze bevoegdheden zijn in handen van de rechtbanken en parketten zelf. Bijgevolg zijn er weinig bruikbare gegevens over kwantiteit en kwaliteit van deze the- 44

«Managementhervormingen in justitie: trends in Europa»

«Managementhervormingen in justitie: trends in Europa» «Managementhervormingen in justitie: trends in Europa» Prof. dr. Em. Roger Depré 25 mei 2005 K.U.Leuven Instituut voor de Overheid io@soc.kuleuven.ac.be www.instituutvoordeoverheid.be 1 Internationale

Nadere informatie

Profiel van de administratieve manager in de context van verzelfstandiging binnen justitie

Profiel van de administratieve manager in de context van verzelfstandiging binnen justitie Profiel van de administratieve manager in de context van verzelfstandiging binnen justitie Samenvatting 31/08/2006 De studie kadert binnen het Onderzoeksprogramma Actie ter ondersteuning van de strategische

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE INLEIDING De HRJ heeft een drievoudige opdracht die sinds 2 augustus 2000 effectief uitgeoefend wordt: Een bepalende rol spelen in het benoemingsbeleid bij de magistratuur, op

Nadere informatie

opleiding BOA Wet op de rechterlijke organisatie

opleiding BOA Wet op de rechterlijke organisatie Deze reader geeft een overzicht van de die zijn genoemd, versie juni 2005. Hoofdstuk 2. Rechtspraak Afdeling 1. Algemene bepalingen Artikel 2 De tot de rechterlijke macht behorende gerechten zijn: a. de

Nadere informatie

De hertekening van het gerechtelijk landschap. Prof. Dr. Em. Roger Depré Prof. Dr. Annie Hondeghem

De hertekening van het gerechtelijk landschap. Prof. Dr. Em. Roger Depré Prof. Dr. Annie Hondeghem De hertekening van het gerechtelijk landschap Prof. Dr. Em. Roger Depré Prof. Dr. Annie Hondeghem Inleiding (1) Regeringsverklaring dd. 18 maart 2008: Na de politiehervorming moet men de grondige hervorming

Nadere informatie

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van

Nadere informatie

Samenwerkingsverbanden van het Openbaar Ministerie

Samenwerkingsverbanden van het Openbaar Ministerie Samenwerkingsverbanden van het Openbaar Ministerie Patrick Vandenbruwaene Advocaat-generaal Hof van Beroep Antwerpen Studiedag 10 juni 2010 Waarom : Beeldvorming gerechtelijke arrondissementen Bevolkingscijfers

Nadere informatie

Werklastmeting in het Openbaar Ministerie 11 DECEMBER 2007

Werklastmeting in het Openbaar Ministerie 11 DECEMBER 2007 COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL COLLÈGE DES PROCUREURS GÉNÉRAUX Werklastmeting in het Openbaar Ministerie 11 DECEMBER 2007 Ernest Allardstraat, 42 1000 Brussel Tel. : 02/500 86 12 Fax : 02/500 86 13 E-mail

Nadere informatie

Personeelsplanning en werklastmeting: status quaestionis Prof. dr. em. Roger Depré Instituut voor de Overheid

Personeelsplanning en werklastmeting: status quaestionis Prof. dr. em. Roger Depré Instituut voor de Overheid Personeelsplanning en werklastmeting: status quaestionis Prof. dr. em. Roger Depré Instituut voor de Overheid 1 Het concept werklastmeting: doelstellingen In kaart brengen van de productie van het gerecht,

Nadere informatie

VR DOC.0277/4BIS

VR DOC.0277/4BIS VR 2018 2303 DOC.0277/4BIS SAMENWERKINGSAKKOORD TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, HET WAALSE GEWEST, DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP BETREFFENDE DE OPRICHTING VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 352 Contourennota modernisering rechterlijke organisatie Nr. 24 BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP DEPARTEMENT ALGEMENE ZAKEN EN FINANCIEN

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP DEPARTEMENT ALGEMENE ZAKEN EN FINANCIEN MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP DEPARTEMENT ALGEMENE ZAKEN EN FINANCIEN Administratie Ambtenarenzaken. - Afdeling Wervingen en Personeelsbewegingen Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid Ter uitvoering

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave. Voorwoord...5. Inhoudsopgave...7. Lijst Van Tabellen Inleiding Methodologie...19

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave. Voorwoord...5. Inhoudsopgave...7. Lijst Van Tabellen Inleiding Methodologie...19 Inhoudsopgave Voorwoord...5 Inhoudsopgave...7 Lijst Van Tabellen...13 Inleiding...15 Methodologie...19 1. Procesbegeleiding op het parket van eerste aanleg te Antwerpen...19 2. Gestructureerde schriftelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 404 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de samenstelling van

Nadere informatie

Het doel is dus de financiële middelen rechtstreeks te verdelen naar de niveaus waar de verantwoordelijkheid wordt opgenomen.

Het doel is dus de financiële middelen rechtstreeks te verdelen naar de niveaus waar de verantwoordelijkheid wordt opgenomen. Op donderdag 8 oktober organiseerde het Vlaams Pleitgenootschap een paleisdispuut over de gerechtelijke hervorming. Sprekers waren Minister van Justitie Stefaan De Clerck, de heer Ghislain Londers, Eerste

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 37 van 12 oktober 2001 met betrekking tot de modellen van jaarverslag van de externe

Nadere informatie

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek SBO maatschappelijke finaliteit Prof. Dr. Ann Jorissen (UA) IWT, 11 januari 2010 1 Effective Governance of Private Enterprises: the influence

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Woord vooraf Inleiding 13

Inhoudsopgave. Woord vooraf Inleiding 13 Woord vooraf 11 1 Inleiding 13 1.1 De schaalgrootte van de lokale politiezones: vraagstuk tijdens de politiehervorming 13 1.2 De schaalgrootte van de lokale politiezones: vraagstuk na de politiehervorming

Nadere informatie

Ministerraad van 16 juni 2010

Ministerraad van 16 juni 2010 Ministerraad van 16 juni 2010 De ministerraad vergaderde op woensdag 16 juni 2010 in het Egmontpaleis onder het voorzitterschap van eerste minister Yves Leterme De ministerraad nam volgende beslissingen:

Nadere informatie

Jurist voor de FOD Justitie- directoraat Wetgeving en fundamentele rechten en vrijheden (niveau A1) - m/v

Jurist voor de FOD Justitie- directoraat Wetgeving en fundamentele rechten en vrijheden (niveau A1) - m/v Jurist voor de FOD Justitie- directoraat Wetgeving en fundamentele rechten en vrijheden (niveau A1) - m/v Jobinhoud Profiel Werkgever Aanbod Solliciteren Kandidaten met een handicap Selectieprocedure Lijst

Nadere informatie

Buitenlandse Stages voor Magistraten, Griffiers en Secretarissen

Buitenlandse Stages voor Magistraten, Griffiers en Secretarissen Buitenlandse Stages voor Magistraten, Griffiers en Secretarissen Een project gerealiseerd met de financiële steun van de Koning Boudewijn Stichting - Jaar 2017 - Kandidaatsdossier Het dossier bevindt zich

Nadere informatie

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg. Parketjurist Een enthousiast beginnend jurist met een analytisch en synthetisch denkvermogen en goede redactionele capaciteiten. Hij/zij werkt resultaatgericht, zowel zelfstandig als in team, en heeft

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export Koninklijk besluit houdende de versterking van de doeltreffendheid

Nadere informatie

Een oplossing voor de Splitsing van het Gerechtelijk Arrondissement Brussel 4 oktober 2011

Een oplossing voor de Splitsing van het Gerechtelijk Arrondissement Brussel 4 oktober 2011 Een oplossing voor de Splitsing van het Gerechtelijk Arrondissement Brussel 4 oktober 2011 1. Hebben de Franstaligen uit Halle-Vilvoorde het automatisch recht op een Franstalige rechter? Uitgangspunt De

Nadere informatie

Twee eeuwen. Openbaar Ministerie

Twee eeuwen. Openbaar Ministerie Twee eeuwen Openbaar Ministerie Met dank aan Napoleon Slechts drie jaar heerste Napoleon Bonaparte over Nederland. Toch heeft deze korte periode belangrijke sporen nagelaten in ons dagelijkse leven. Zo

Nadere informatie

De nieuwe functie van personeelsmanager

De nieuwe functie van personeelsmanager De nieuwe functie van personeelsmanager Een eerste stand van zaken Een eerste visie 1 Inhoud 1. Inleiding 2. De functiebeschrijving van de HR-adviseur 3. HRM: what s in a name? 4. Competentiemanagement

Nadere informatie

Minister van Justitie D.t.v. mr. drs. Th.J. van Laar Postbus EH Den Haag. Geachte heer Donner,

Minister van Justitie D.t.v. mr. drs. Th.J. van Laar Postbus EH Den Haag. Geachte heer Donner, Minister van Justitie D.t.v. mr. drs. Th.J. van Laar Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 7 juni 2004 contactpersoon R.C. Hartendorp doorkiesnummer 070 361 9788 e-mail R.Hartendorp@rvdr.drp.minjus.nl ons

Nadere informatie

Publicatie : Numac :

Publicatie : Numac : pagina 1 van 5 NL einde FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Publicatie : 2017-01-30 Numac : 2017010289 Rechtbank van eerste aanleg Leuven. - Kabinet van de voorzitter Beschikking tot vaststelling van het

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Zetel : Ministerie van Justitie Poelaertplein 3 Tel. : 02/504.66.21 tot 23 Fax : 02/504.70.00 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER O. ref. : 10

Nadere informatie

GENERIEKE COMPETENTIEPROFIELEN

GENERIEKE COMPETENTIEPROFIELEN Functiebeschrijvingen en competentieprofielen bij de federale overheid GENERIEKE COMPETENTIEPROFIELEN Handleiding Januari 2018 DG Rekrutering en Ontwikkeling FOD Beleid en Ondersteuning INHOUDSTAFEL 1

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Directeur audit

Functiebeschrijving: Directeur audit Functiebeschrijving: Directeur audit Functiefamilie Controle en audit functies Voor akkoord Naam leidinggevende Datum + handtekening Naam functiehouder Datum + Handtekening 1. Context van de functie 1.1.

Nadere informatie

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie B Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie Inleiding Deze projectoproep kadert binnen de verderzetting van Actie 24 van het Kankerplan: Steun aan pilootprojecten

Nadere informatie

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016)

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016) NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) 2016-1 (27/07/2016) Potpourri IV - Wetsontwerp van 15 juli 2016 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende

Nadere informatie

ARBEIDSRECHTBANK LEUVEN

ARBEIDSRECHTBANK LEUVEN ARBEIDSRECHTBANK LEUVEN WERKINGSVERSLAG 2015 WERKINGSJAAR 2014 HOOFDSTUK I : PERSONELE MIDDELEN Personeelsformatie Magistra ten Magistra ten Art. 100 Ger. W. Plaatsver vangende rechters Rechters in sociale

Nadere informatie

I n h o u d s o p g a v e 1. Inspectiediensten met bijzondere politiebevoegdheden: een conceptueel kader 2. Methodologie

I n h o u d s o p g a v e 1. Inspectiediensten met bijzondere politiebevoegdheden: een conceptueel kader 2. Methodologie 1. Inspectiediensten met bijzondere politiebevoegdheden: een conceptueel kader...................................... 1 1.1. Inleiding.............................................. 1 1.2. Mala in se versus

Nadere informatie

Krokusplan. Projectenplan van de Hoge Raad voor de Justitie. Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice

Krokusplan. Projectenplan van de Hoge Raad voor de Justitie. Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Krokusplan Projectenplan 2017 2020 van de Hoge Raad voor de Justitie Goedgekeurd door de Algemene Vergadering op 26 januari 2017 Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice Januari 2017

Nadere informatie

WERKPLUS WAREGEM FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL ADJUNCT - DIRECTEUR

WERKPLUS WAREGEM FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL ADJUNCT - DIRECTEUR WERKPLUS WAREGEM FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL ADJUNCT - DIRECTEUR 2/6 FUNCTIEBESCHRIJVING: Adjunct - Directeur Datum opmaak: 22-01-2012 Door: Nancy Cantens (Mentor consult) Datum bijwerking: Door: Reden

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Samenvatting beloningsbeleid

Samenvatting beloningsbeleid Samenvatting beloningsbeleid 1. Inleiding In de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen werden de regels vastgelegd met betrekking tot het beloningsbeleid van financiële

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

Het Justitieplan: de hervorming van justitie door Minister Geens

Het Justitieplan: de hervorming van justitie door Minister Geens Het Justitieplan: de hervorming van justitie door Minister Geens FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2012 Anvers I 902 1 248 199 49 8 1159 Anvers II 666 16 158 137 21 14 854 Anvers III 815 3 315 279 36 7 1140 Anvers IV 1723 5 290 290 0

Nadere informatie

Mededeling Vlaamse Regering. Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces

Mededeling Vlaamse Regering. Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces Mededeling Vlaamse Regering Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces 1. Context Na het leggen van de grondvesten van een nieuw systeem van Vlaamse openbare statistieken door de

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2009 Anvers I 902 1 248 199 49 8 1159 Anvers II 666 16 158 137 21 14 854 Anvers III 815 3 315 279 36 7 1140 Anvers IV 1723 5 290 290 0

Nadere informatie

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Prof. dr. Jan Wouters Maarten Vidal Instituut voor Internationaal Recht K.U. Leuven www.internationaalrecht.be

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2010 Anvers I 902 1 248 199 49 8 1159 Anvers II 666 16 158 137 21 14 854 Anvers III 815 3 315 279 36 7 1140 Anvers IV 1723 5 290 290 0

Nadere informatie

Stichting VHAN. Reglement Wetenschapscommissie

Stichting VHAN. Reglement Wetenschapscommissie Stichting VHAN Reglement Wetenschapscommissie Aangepaste versie januari 2015 Inhoudsopgave 1. Begripsbepalingen 2. Taakopdracht 3. Samenstelling commissie, benoeming en zittingsduur 4. Werkwijze en besluitvorming

Nadere informatie

Ontwerp van samenwerkingsakkoord

Ontwerp van samenwerkingsakkoord Ontwerp van samenwerkingsakkoord Tussen: de Franse Gemeenschap Vertegenwoordigd door Mevrouw Fadila LAANAN, Minister van Cultuur, Audiovisuele Zaken, Gezondheid en Gelijkheid van Kansen En: de Vlaamse

Nadere informatie

betreffende een belangenconflict

betreffende een belangenconflict stuk ingediend op 1704 (2011-2012) Nr. 1 5 juli 2012 (2011-2012) Motie van de heren Joris Van Hauthem en Wim Van Dijck betreffende een belangenconflict verzendcode: IED 2 Stuk 1704 (2011-2012) Nr. 1 TOELICHTING

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VLAAMSE TOEZICHTCOMMISSIE VOOR HET ELEKTRONISCHE BESTUURLIJKE GEGEVENSVERKEER

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VLAAMSE TOEZICHTCOMMISSIE VOOR HET ELEKTRONISCHE BESTUURLIJKE GEGEVENSVERKEER HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VLAAMSE TOEZICHTCOMMISSIE VOOR HET ELEKTRONISCHE BESTUURLIJKE GEGEVENSVERKEER Titel I. ALGEMENE BEPALINGEN Art. 1. De Vlaamse toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke

Nadere informatie

MEMORANDUM TER GELEGENHEID VAN DE VORMING VAN DE FEDERALE REGERING

MEMORANDUM TER GELEGENHEID VAN DE VORMING VAN DE FEDERALE REGERING MEMORANDUM TER GELEGENHEID VAN DE VORMING VAN DE FEDERALE REGERING Uit de cijfers die door de FOD Justitie gepubliceerd werden blijkt dat van alle burgerlijke zaken die voor een Belgische rechtbank worden

Nadere informatie

De minister van Justitie Postbus EH DEN HAAG. Onderzoek en bevindingen

De minister van Justitie Postbus EH DEN HAAG. Onderzoek en bevindingen De minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Onderzoek en bevindingen In de periode vanaf 1 januari 2007 tot 30 september 2008 ontving de Nationale ombudsman diverse klachten van burgers over

Nadere informatie

MANAGEMENT LUNCH De Magistraten van Morgen

MANAGEMENT LUNCH De Magistraten van Morgen MANAGEMENT LUNCH De Magistraten van Morgen Programma Vrijdag 30 oktober 2015 11:45 14:30 Gastspreker: Rosa Jansen Management lunch De Magistraten van Morgen Omdat we de korpschefs graag in contact brengen

Nadere informatie

Verslag aan de Provincieraad

Verslag aan de Provincieraad Sociale begeleiding Verslag aan de Provincieraad registratienr. 0412814 betreft verslaggever SOCIALE BEGELEIDING PERSONEEL uitbouw Sociale Dienst de heer Alexander Vercamer Mevrouwen en mijne Heren, In

Nadere informatie

75 jaar Hoge Raad van Financiën

75 jaar Hoge Raad van Financiën Federale Overheidsdienst Financiën - België Documentatieblad 70e jaargang, nr. 4, 4e kwartaal 2010 75 jaar Hoge Raad van Financiën Rudi VANDER VENNET Gewoon hoogleraar Universiteit Gent Vice-voorzitter

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4190 18 maart 2010 Bestuursreglement rechtbank Leeuwarden 14 december 2009 Het bestuur van de rechtbank Leeuwarden, Gelet

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van tussen de Vlaamse

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 857 Wet van 3 december 2009 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Beroepsregl. - vergoeding examinatoren A04 Brussel, 22.10.2009 MH/JC/JP ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over DE VERGOEDING VAN DE EXAMINATOREN VAN DE CENTRALE EXAMENCOMMISSIES

Nadere informatie

20 JULI BOUDEWIJN, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, ONZE GROET.

20 JULI BOUDEWIJN, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, ONZE GROET. 1 08.08.2016 20 JULI 1971 KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE OPRICHTING VAN EEN NATIONAAL COMITE VOOR DE VEILIGHEID DER BURGERLIJKE LUCHTVAART EN VAN PLAATSELIJKE COMITES VOOR DE VEILIGHEID DER LUCHTHAVENS

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2003 ] Notariaat Met dank aan

Nadere informatie

Het verzamelen van de opleidingsbehoeften gebeurt in verschillende fases:

Het verzamelen van de opleidingsbehoeften gebeurt in verschillende fases: Getuigenissen Onderneming 1 Het verzamelen van de opleidingsbehoeften gebeurt in verschillende fases: De personeelsverantwoordelijke begint met een overzicht van alle verplichte opleidingen die dat jaar

Nadere informatie

Organisatie van advies en inspraak van het lokaal cultuurbeleid 2013-2018

Organisatie van advies en inspraak van het lokaal cultuurbeleid 2013-2018 Organisatie van advies en inspraak van het lokaal cultuurbeleid 2013-2018 1. DOELSTELLING : ADVIES EN INSPRAAK BIJ HET LOKAAL CULTUURBELEID 1.1. Met het oog op de voorbereiding en de evaluatie van het

Nadere informatie

Functiefamilie AS Strategisch adjuncten

Functiefamilie AS Strategisch adjuncten Functiefamilie AS Strategisch adjuncten DOEL Het management adviseren en ondersteunen op organisatorisch, administratief en/of inhoudelijk vlak teneinde optimaal bij te dragen tot de dienstverlening en

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken.

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken. FUNCTIEBESCHRIJVING Functie Graadnaam: AFDELINGSHOOFD Afdeling TECHNISCHE ZAKEN Functienaam: AFDELINGSHOOFD Dienst TECHNISCHE ZAKEN Functionele loopbaan: A4a A4b Omschrijving van de afdeling en dienst

Nadere informatie

Juridische medewerkers op de rechtbank: administratieve ondersteuners of invloedrijke adviseurs?, Universitair Docent Erasmus School of Law

Juridische medewerkers op de rechtbank: administratieve ondersteuners of invloedrijke adviseurs?, Universitair Docent Erasmus School of Law A Juridische medewerkers op de rechtbank: administratieve ondersteuners of invloedrijke adviseurs?, Universitair Docent Erasmus School of Law Presentatie vandaag Achtergronden van het onderzoek Methode

Nadere informatie

ALGEMENE PROFIELSCHETS ADVIESGROEP BESTUURLIJKE VRAAGSTUKKEN

ALGEMENE PROFIELSCHETS ADVIESGROEP BESTUURLIJKE VRAAGSTUKKEN NA/60009382 ALGEMENE PROFIELSCHETS ADVIESGROEP BESTUURLIJKE VRAAGSTUKKEN Profielschets Adviesgroep Bestuurlijke Vraagstukken 1 Algemeen 1.1 Leidend voor het functioneren van de Adviesgroep Bestuurlijke

Nadere informatie

Impact van de zesde staatshervorming op de Vlaamse administratie

Impact van de zesde staatshervorming op de Vlaamse administratie Impact van de zesde staatshervorming op de Vlaamse administratie Studiedag Instituut voor de Overheid - 15 maart 2012 Dr. Martin Ruebens, Secretaris-generaal Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek

Gerechtelijk Wetboek Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vquater De gerechtelijke stage Art. 259octies. 1. De Koning

Nadere informatie

REKENHOF. Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken

REKENHOF. Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken REKENHOF Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken STRATEGISCH PLAN 2010-2014 2 Inleiding Dit document stelt de resultaten voor van de strategische planning van het Rekenhof voor de periode 2010-2014.

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2011 Anvers I 902 1 248 199 49 8 1159 Anvers II 666 16 158 137 21 14 854 Anvers III 815 3 315 279 36 7 1140 Anvers IV 1723 5 290 290 0

Nadere informatie

ASSISTENT DOSSIERBEHEER NIVEAU C

ASSISTENT DOSSIERBEHEER NIVEAU C ASSISTENT DOSSIERBEHEER NIVEAU C FOD Justitie dienst HR Magistratuur, notarissen, gerechtsdeurwaarders Jobinhoud Profiel Werkgever Aanbod Deelnemingsvoorwaarden Solliciteren Kandidaten met een handicap

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 125 van 18 april 2008 over het ontwerp van koninklijk besluit

Nadere informatie

Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken

Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Een vervolging en een beteugeling langs één weg? Ragheno Business Park, Motstraat 30, 2800 Mechelen tel. 0800 40 300 fax 0800 17 529 www.kluwer.be info@kluwer.be

Nadere informatie

Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s

Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s Onderzoek door mr. J.M. Blanco Fernández en prof. mr. M. van Olffen (Van der Heijden Instituut, Radboud Universiteit Nijmegen) in opdracht van het Wetenschappelijk

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Huishoudelijk reglement van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Huishoudelijk reglement van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden BESTUUR Artikel 1. Werkwijze bestuur 1. Het bestuur bestaat uit 3 leden. De voorzitter van het bestuur draagt de titel president. 2. Het bestuur

Nadere informatie

Organisatie: Samenwerkingsverband Stichting Samenwerkingsverband RiBA ( Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard)

Organisatie: Samenwerkingsverband Stichting Samenwerkingsverband RiBA ( Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard) Functie-informatie Functienaam: Directeur samenwerkingsverband Organisatie: Samenwerkingsverband 28.05 Stichting Samenwerkingsverband RiBA ( Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard) Werkterrein: Management

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING 1

FUNCTIEBESCHRIJVING 1 FUNCTIEBESCHRIJVING 1 Functie Hoofddoel van de functie Directeur grondgebiedszaken A4a-A4b U coördineert de directie grondgebiedszaken, die bestaat uit: - de dienst vergunningen en beleidsondersteuning

Nadere informatie

De discrepantie tussen woonwetgeving en de werking ervan

De discrepantie tussen woonwetgeving en de werking ervan De discrepantie tussen woonwetgeving en de werking ervan Bernard Hubeau & Diederik Vermeir Universiteit Antwerpen 1. Onderzoek private en sociale huur 2. Kwaliteitsvolle regelgeving 3. Wetsevaluerend onderzoek

Nadere informatie

Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding)

Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding) Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding) ref.: INT-044 Doelgroep Tweedejaars gerechtelijke stagiairs (voor wie deze opleiding verplicht is) Magistraten van de parketten van eerste aanleg

Nadere informatie

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303 Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303 Doel (Mede)zorgdragen voor de vormgeving en door het geven van adviezen bijdragen aan de uitvoering van het beleid binnen de Hogeschool Utrecht kaders en de ter

Nadere informatie

DE PROCEDUREGIDS. Stappenplan voor civiele, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke geschillen. Frederic Eggermont Saskia Kerkhofs

DE PROCEDUREGIDS. Stappenplan voor civiele, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke geschillen. Frederic Eggermont Saskia Kerkhofs DE PROCEDUREGIDS DE PROCEDUREGIDS Stappenplan voor civiele, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke geschillen Frederic Eggermont Saskia Kerkhofs Antwerpen Cambridge De proceduregids. Stappenplan voor

Nadere informatie

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001 Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001 Vlaamse Regering Kabinet van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Koolstraat 35, 1000 BRUSSEL Tel. 02-552 64 00 - Fax. 02-552 64 01 E-mail: kabinet.vervotte@vlaanderen.be

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk bij de directie Europees recht van de FOD Buitenlandse Zaken - Presentatie

Vrijwilligerswerk bij de directie Europees recht van de FOD Buitenlandse Zaken - Presentatie Vrijwilligerswerk bij de directie Europees recht van de FOD Buitenlandse Zaken - Presentatie Jacobs Marie (december 2014) 1 Vrijwilligerswerk bij de directie Europees recht van de FOD Buitenlandse Zaken

Nadere informatie

Activiteitenverslag Administratieve boetes

Activiteitenverslag Administratieve boetes Activiteitenverslag 2016 Administratieve boetes Cel administratieve boetes 1 Overzicht Alternatieven voor de administratieve boete What s new? Bezoek aan de parketten Cel administratieve boetes 2 1 Aantal

Nadere informatie

BIJ HET ECONOMAAT VAN HET FEDERAAL PARKET

BIJ HET ECONOMAAT VAN HET FEDERAAL PARKET DESKUNDIGE-DOSSIERBEHEERDER DIE HOOFDZAKELIJK INGESCHAKELD WORDT IN DE ONDERSTEUNENDE PROCESSEN (m/v) - 1 vacante plaats NIVEAU B BIJ HET ECONOMAAT VAN HET FEDERAAL PARKET Jobinhoud Profiel Werkgever Aanbod

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtsbestel

Nadere informatie

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel Evaluatie van beleid en beleidsinstrumenten Protocol tussen de entiteit 1 verantwoordelijk voor de (aansturing van de) evaluatie en (de instelling verantwoordelijk voor) het beleidsinstrument Vlaamse overheid

Nadere informatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie Inhoud Inhoud Ten geleide Avant propos Woord vooraf Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie 1 Intitiele opdracht 1.1 haalbaarheidscriteria 1.2 Definitie van het begrip integrale veiligheidszorg

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING ADVISEUR (M/V)

FUNCTIEBESCHRIJVING ADVISEUR (M/V) 1. SITUERING VAN DE FUNCTIE Standplaats Gent Weddenschaal A4a A4b (Loopbaanpad Expertise) 1 2. DOEL Verantwoordelijkheid opnemen voor het expertisegebied: actief uitwerken van het kennisdomein, een essentiële

Nadere informatie

Rol: clustermanager Inwoners

Rol: clustermanager Inwoners Datum opmaak: 2017-08-24 Goedgekeurd door secretaris op: Revisiedatum: Eigenaar: Koen De Feyter Doel van de functie Definiëren van de missie, visie en strategie van de cluster inwoners en plannen, organiseren,

Nadere informatie

IMSIR Intercommunale voor Medico-Sociale Instellingen van de Rupelstreek Col. Silvertopstraat 15, 2850 Boom

IMSIR Intercommunale voor Medico-Sociale Instellingen van de Rupelstreek Col. Silvertopstraat 15, 2850 Boom IMSIR Intercommunale voor Medico-Sociale Instellingen van de Rupelstreek Col. Silvertopstraat 15, 2850 Boom 1. Plaats in het organigram INDIVIDUELE FUNCTIEBESCHRIJVING DIRECTEUR Directie: algemene leiding

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2004 ]

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2004 ] Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2004 ] Notariaat Met dank aan

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2005 ]

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2005 ] Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2005 ] Notariaat Met dank aan

Nadere informatie

Federale Overheidsdienst Justitie Sectorcomité III

Federale Overheidsdienst Justitie Sectorcomité III Federale Overheidsdienst Justitie Sectorcomité III Protocol nr 249 1 april 2003 Protocol waarin het besluit is opgenomen van de onderhandelingen die plaatsvonden in de periode van 6 november 2002 tot en

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING 1

FUNCTIEBESCHRIJVING 1 FUNCTIEBESCHRIJVING 1 Functie Hoofddoel van de functie Afdelingshoofd grondgebiedszaken A4a-A4b U coördineert de afdeling grondgebiedszaken, die bestaat uit: - de dienst vergunningen en beleidsondersteuning

Nadere informatie

Profielschets Controller / Manager Bedrijfsvoering

Profielschets Controller / Manager Bedrijfsvoering Profielschets Controller / Manager Bedrijfsvoering Ellen Bruin, september 2015 Over de Dienst Gezondheid en Jeugd De Dienst Gezondheid & Jeugd verzorgt namens 17 gemeenten in Zuid-Holland Zuid de uitvoering

Nadere informatie

CoperfinFlash Extra. In dit nummer: Wie zijn de nieuwe N-1 s? De BPR van de stafdiensten. Lonen en loopbanen

CoperfinFlash Extra. In dit nummer: Wie zijn de nieuwe N-1 s? De BPR van de stafdiensten. Lonen en loopbanen CoperfinFlash Extra In dit nummer: Wie zijn de nieuwe N-1 s? De BPR van de stafdiensten Lonen en loopbanen De ploeg krijgt vorm... Begin januari kon u het reeds lezen op de portaalsite van Financiën (www.minfin.fed.be):

Nadere informatie

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het stelsel van functies en bezoldiging voor rechterlijke ambtenaren te herzien;

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het stelsel van functies en bezoldiging voor rechterlijke ambtenaren te herzien; Wet van. tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de herziening van de functie- en bezoldigingstructuur

Nadere informatie