in het onderwijs Factsheet Mei 2008, nummer 5 LCOJ-Monitor 2007 Leerlingenzorg en Zorg- en adviesteams

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "in het onderwijs Factsheet Mei 2008, nummer 5 LCOJ-Monitor 2007 Leerlingenzorg en Zorg- en adviesteams"

Transcriptie

1 Factsheet Mei 2008, nummer 5 LCOJ-Monitor 2007 Leerlingenzorg en Zorg- en adviesteams in het onderwijs Zorg- en adviesteams (ZAT s) zijn multidisciplinaire teams, waarin instellingen die zorg en ondersteuning bieden aan jeugdigen en hun ouders, aansluiten bij de zorg die door de scholen wordt geboden. Scholen kunnen vroegtijdig signalen bij jeugdigen herkennen die erop wijzen dat extra zorg of hulpverlening nodig is. De ZAT s zorgen er voor dat die signalen snel en vakkundig beoordeeld worden en dat zo snel mogelijk de juiste hulp of ondersteuning wordt ingeschakeld voor de leerling, de ouders en de leerkrachten. Het Kabinet streeft naar een landelijke dekking van goed werkende ZAT s in primair en voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. In dit factsheet zijn de resultaten vervat van het onderzoek naar de vorming van ZAT s (en zorgteams) in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Alvorens we de ontwikkelingen van de leerlingenzorg en ZAT s per onderwijssector afzonderlijk belichten, presenteren we kort de groei van het aandeel ZAT s in het onderwijs. In de onderstaande figuur is voor elke onderwijssector de dekkingsgraad van ZAT s voor de periode weergegeven. Figuur 1 Ontwikkeling dekkingsgraad ZAT s naar onderwijssector, % zorgteams Het voortgezet onderwijs heeft van alle sectoren de afgelopen vier jaar het hoogste percentage ZAT s (van 60% naar 92%). In deze sector is de ZAT-ontwikkeling al langer geleden ingezet. In het primair onderwijs is het percentage ZAT s voor regionale netwerken van scholen (WSNS-verbanden) vergeleken met 2003 bijna verdubbeld: van 32% naar 60%. Daarnaast zijn er in 71% van de WSNS-verbanden zorgteams actief op aangesloten scholen. 30 primair onderwijs voortgezet onderwijs mbo Het MBO kent ook een sterke toename van de Zorg- en adviesteams. In deze sector is de dekking van de ZAT s sinds 2003 van 42% naar 75% gegaan. bron: NJi/LCOJ

2 ZAT S EN ZORGTEAMS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Groei van ZAT s en zorgteams In 60% van de WSNS-verbanden in Nederland is een bovenschools ZAT actief. In 2005 had 52% van de WSNSverbanden een ZAT. Een ZAT in het primair onderwijs (basisonderwijs en speciaal basisonderwijs) is beschikbaar voor gemiddeld leerlingen en een ZAT bedient gemiddeld 31 basisscholen. Daarnaast groeide in dezelfde periode het aandeel WSNS-verbanden waarin op de aangesloten basisscholen zorgteams actief zijn van 52% naar 71%. In 40% van de WSNS-verbanden functioneren zowel bovenschoolse ZAT s als zorgteams op de aangesloten basisscholen en bij twee procent zijn ZAT s noch zorgteams actief. Figuur 2 Dekking primair onderwijs naar ZAT s en zorgteams, 2007 (n=112, in procenten) De meest voorkomende functies van het ZAT zijn in een topvier samen te vatten. Het zijn de interdisciplinaire probleemanalyse van ingebrachte casussen door deelnemers van het ZAT (98%), de verwijzing en toeleiding van leerlingen naar externe instellingen en trajecten (95%), consultatie en advisering van schoolmedewerkers over ingebrachte casussen (94%), en verdere probleemverkenning door middel van gesprekken, screening en aanvullende diagnostiek (87%). Daarnaast bereidt een ruime meerderheid van de ZAT s de indicatiestelling voor bureau jeugdzorg voor, worden afspraken gemaakt met externe instellingen over de inzet op scholen voor preventieve programma s en verlenen ZAT s kortdurende hulp of begeleiding aan leerlingen en ouders. Werkwijze van de ZAT s Het ZAT komt in 30% van de WSNS-verbanden minstens een keer per twee weken bij elkaar (waarvan 13% een keer per week), in 25% minstens een keer per vier weken en in 40% van de samenwerkingsverbanden minstens een keer per zes weken. In 81% van de WSNS-verbanden bestaat er een procedure voor de meerderheid van de scholen hoe een leerling door de school bij het ZAT voor een casusbespreking moet worden aangemeld. Een casus wordt bij 75% van de ZAT s schriftelijk aangemeld, waarvan 72% met een standaardformulier. Negen van iedere tien ZAT s (92%) hebben de dossiervorming van het casusoverleg geregeld. De helft van de ZAT s (54%) heeft een protocol waarin de privacy wordt gegarandeerd bij de uitwisseling van zorginformatie over leerlingen in het ZAT. alleen ZAT ZAT én zorgteams alleen zorgteams geen van beide Het aantal leerlingen dat in een casusbespreking wordt besproken varieert over de WSNS-verbanden van een tot twintig leerlingen. Gemiddeld worden er 6,9 leerlingen 2 per keer besproken. bron: NJi/LCOJ Vier kernfuncties van het ZAT In minimaal de helft van de ZAT s komen regelmatig tot zeer vaak de volgende thema s aan de orde: opvoedingsproblemen (76%), gedragsproblemen in combinatie met leerproblemen (72%), onhandelbaar gedrag in de klas of op school (68%), gezinsproblemen waarbij er sprake is van opvoedingsonmacht bij de ouders (66%), ontwikkelingsstoornissen zoals ADHD of autisme-spectrum-stoornissen (61%) en agressief gedrag (58%). Deelnemende instellingen aan het ZAT in het primair onderwijs Het ZAT wordt gevormd door medewerkers of vertegenwoordigers van het WSNS-verband en medewerkers van externe instellingen. In het Referentiemodel aansluiting 2

3 jeugdzorg en lokale voorzieningen bij het primair onderwijs (LCOJ/NJi) vormen vier externe instellingen de romp van het ZAT. Dat zijn de jeugdgezondheidszorg, het maatschappelijk werk, bureau jeugdzorg en de REC s. De praktijk laat zien dat drie van deze vier instellingen in hoge mate participeren in het ZAT: de jeugdgezondheidszorg (93%) en het maatschappelijk werk en bureau jeugdzorg (elk 88%). Alleen de deelname van het RECcluster 4 blijft met 50% deelname nog achter. Figuur 3 Samenstelling ZAT s naar deelnemende instellingen en frequentie, 2007 (n=67) jeugdgezondheidszorg maatschappelijk werk bureau jeugdzorg REC cluster 4 Leerplicht OBD jeugd-ggz MEE politie peuterspeelzalen REC cluster 3 kinderopvang opvoedingsondersteuning CJG / OKC andere instelling % altijd op verzoek In vergelijking met 2005 maken bureau jeugdzorg, de leerplichtambtenaar, de jeugd-ggz, politie, MEE, instellingen voor kinderopvang en peuterspeelzalen vaker deel uit van het ZAT. De onderwijsbegeleidingsdienst (obd) neemt in 2007 juist minder vaak deel dan in Bijna de helft van de ZAT s (45%) bestaat uit alle vier kerninstellingen. Daarmee is overigens niet gezegd dat zij aan alle casusbesprekingen deelnemen maar wel dat zij deel uitmaken van het ZAT. Bij 35% participeren jeugdgezondheidszorg, maatschappelijk werk en bureau jeugdzorg maar ontbreekt het REC-4. Bij 81% van de ZAT s nemen intern begeleiders van de scholen deel, van wie bijna de helft (47%) altijd en 37% op afroep. De schoolmaatschappelijk werker van de school wier leerling wordt besproken is bij 70% van de ZAT s soms (38%) of altijd (32%) present. Leerkrachten worden bij 62% van de ZAT s uitgenodigd. De coördinator van het WSNS-verband neemt bij een minderheid van de ZAT s deel aan de besprekingen. Een kwart van de ZAT s (26%) nodigt ouders uit om bij de bespreking aanwezig te zijn. Borging afspraken inzet in ZAT niet overal gemeengoed De formalisering van de inzet van de kerninstellingen van het ZAT wisselt sterk over de WSNS-verbanden. Een kleine meerderheid van de instellingen voor maatschappelijk werk (64%), jeugdgezondheidszorg (60%) en bureau jeugdzorg (59%) heeft de samenwerking en inzet schriftelijk vastgelegd. Bij het REC-cluster 4 is dat zelfs de helft minder (31%). ZAT s positief over functioneren De WSNS-verbanden hebben het functioneren van het eigen ZAT beoordeeld. Dit is gedaan voor zestien afzonderlijke aspecten. Er komt een zeer positief beeld naar voren; acht aspecten worden door meer dan 70% als goed tot zeer goed beoordeeld. Dat zijn: expertise van deelnemers; voorzitterschap; samenwerking tussen deelnemers; nakomen van afspraken; structuur en planmatig verloop van casusoverleg; zorgvuldigheid bij uitwisseling van gegevens; duidelijke verslaglegging van ZAT-afspraken; aantal deelnemers van ZAT in relatie tot effectiviteit. Een matige of slechte beoordeling wordt gegeven voor: de inzet / mandatering van externe instellingen; overige randvoorwaarden voor functioneren; de aard van hulpprogramma s van het ZAT; de omvang van hulpprogramma s van het ZAT. Bemoedigende resultaten ZAT s In de monitor is aandacht besteed aan de resultaten die de ZAT s volgens de WSNS-verbanden behalen. Een ruime meerderheid (82%) is van oordeel dat cliënten doeltreffend en adequaat tot zeer adequaat worden geholpen door het ZAT. Op vier van zeventien in de vragenlijst voorgelegde resultaatgebieden behaalt minimaal de helft van de ZAT s (zeer) hoge resultaten. Dat zijn: meer doeltreffende aanpak van problemen; betere afstemming onderwijszorg en externe hulp; sneller mobiliseren passende begeleiding of hulp; betere probleemtaxatie en diagnostiek. 3

4 Op de volgende gebieden echter scoren de ZAT s volgens een derde tot de helft van de WSNS-coördinatoren niet of nauwelijks: verbetering van relatie tussen ouders en school; meer concentratie van leerkrachten op onderwijs; verbetering van het schoolklimaat. Maatschappelijk werk en jeugdgezondheidszorg kern zorgteam Naast de intern begeleider maken de (school)maatschappelijk werker en de jeugdarts/-verpleegkundige volgens respectievelijk 60% en 46% van de WSNS-verbanden op minimaal de helft van de scholen deel uit van het zorgteam. Van andere deelnemende instellingen speelt de obd op minimaal 50% van de scholen een belangrijke rol in het zorgteam. Net als bij de samenstelling van de ZAT s is het interessant om vast te stellen in welke mate de zorgteams bestaan uit beide kerninstellingen maatschappelijk werk en jeugdgezondheidszorg. Daarbij gaan we uit van een ruwe schatting, omdat we niet van elke school weten of deze over een zorgteam beschikt en hoe het zorgteam is samengesteld. In 24% van de WSNS-verbanden is de meerderheid van de zorgteams (ten minste) samengesteld uit een medewerker van het schoolmaatschappelijk werk én de jeugdgezondheidszorg. Weinig afspraken over kwaliteitseisen zorgteams Zorgteams op scholen vervullen verschillende functies. Twee functies worden volgens driekwart van de WSNSverbanden in hoge mate door zorgteams worden vervuld: de nadere verkenning van problemen van leerlingen en/of ouders (79%) en de consultatie van medewerkers van de school naar aanleiding van ingebrachte gevallen (77%). Drie andere functies worden volgens minimaal de helft van de WSNS-verbanden ook in hoge mate vervuld: interdisciplinaire bespreking van ingebrachte casussen (61%), registratie van de activiteiten in het leerlingvolgsysteem en zorgdossiers (55%) en de bijdrage aan het formuleren van handelingsplannen van de school (51%). De kwaliteit van de zorgteams lijkt nog niet hoog te staan op de agenda van WSNS-verbanden, schoolbesturen en zorgteams. Een derde van de WSNS-verbanden (30%) meldt dat er over kwaliteitseisen waaraan de zorgteams moeten voldoen afspraken zijn gemaakt en ruim twee keer zoveel WSNS-verbanden (69%) hebben dat (nog) niet gedaan. Doorgaande zorglijnen De helft van de WSNS-verbanden (50%) heeft met kinderdagverblijven en/of peuterspeelzalen afspraken gemaakt om bij de overgang naar het basisonderwijs systematisch zorginformatie van kinderen te verschaffen aan de basisschool. Bij de overgang naar het voortgezet onderwijs bestaat er in de WSNS-verbanden vaker dan bij de overgang naar het basisonderwijs een doorgaande zorglijn (57%). De jeugdgezondheidszorg levert in 2007 in 24% van de WSNS-verbanden systematisch preventieve informatie aan scholen over 0-4 jarigen bij de overgang naar het basisonderwijs. Beperkt overleg met overheden over zorgvoorzieningen Een vijfde van de WSNS-verbanden (21%) voert periodiek bestuurlijk/ambtelijk overleg met de provincie of grootstedelijke regio over de inzet van bureau jeugdzorg in het bovenschoolse ZAT. Driekwart van de WSNSverbanden (77%) doet dit niet maar 22% rapporteert dit te willen gaan doen. Met de gemeente wordt vaker overleg gevoerd. Vier van iedere tien samenwerkingsverbanden (42%) voeren geregeld overleg met de gemeente(n) over de inzet van de gemeentelijk gefinancierde instellingen in zorgteams, zoals de jeugdgezondheidszorg en het maatschappelijk werk. De helft (48%) geeft aan geen overleg met de gemeente over dit thema te voeren. Bestuurlijk overleg tussen het onderwijs en provincie, gemeente of instellingen over de inzet van externe instellingen in het ZAT wordt in 45% van de WSNS-verbanden (met een ZAT of een ZAT in voorbereiding) gevoerd door de coördinator of directeur van het samenwerkingsverband. Bij 26% is dat een taak van het bestuur van het samenwerkingsverband. Driekwart van de WSNS-verbanden (74%) rapporteert dat er periodiek bestuurlijk of beleidsmatig overleg wordt gevoerd tussen de schoolbesturen van het samenwerkingsverband en gemeenten over de Lokaal Educatieve Agenda. 4

5 ZAT S IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS Leerlingenzorg op school goed geregeld De schoolinterne leerlingenzorg is in het voortgezet onderwijs de afgelopen jaren sterk tot ontwikkeling gekomen. Negen van iedere tien scholen (88%) hebben de inhoud en organisatie van de leerlingenzorg vastgelegd in een beleidsdocument. Bijna alle scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland hebben een of meer zorgcoördinatoren in dienst (95%) en 86% van de scholen heeft een intern zorgteam, een intern overleg van eigen medewerkers voor het bespreken van leer-, sociaal-emotionele en gedragsproblemen van leerlingen. Op 96% van de scholen vindt begeleiding van leerlingen plaats via het mentoraat en 91% beschikt over een vertrouwenspersoon. Zestig procent van de scholen heeft orthopedagogen, schoolpsychologen of schoolmaatschappelijk werkers onder het eigen personeel, meer dan in Scholen hebben een breed aanbod van aanvullende zorgprogramma s, zoals faalangsttrainingen (79%), specifieke hulp bij dyslexie (77%), sociale-vaardigheidstrainingen (73%) en anti-pestprogramma s (5o%). In 2007 kan 80% van de scholen leerlingen plaatsen op een reboundvoorziening van het samenwerkingsverband. Dat is 13% meer dan in 2006 en bijna twee keer zoveel als in Een vijfde van de scholen (20%) beschikt (daarnaast ook) over een schoolinterne opvangklas voor gedragsmoeilijke leerlingen. In totaal heeft in % van de scholen toegang tot een reboundvoorziening. Regionale verschillen in voorkomen ZAT s op vo-scholen Negen van iedere tien vestigingen voor voortgezet onderwijs in Nederland (92%) hebben een ZAT, 3% meer dan in In 2004 was dit aandeel nog 60%. Een doorsnee ZAT in het voortgezet onderwijs is beschikbaar voor 717 leerlingen. De helft van de scholen heeft een ZAT dat werkt voor 587 of een kleiner aantal leerlingen. Scholen met ZAT s zijn niet gelijkelijk over Nederland gespreid. In vijf provincies en in twee grootstedelijke jeugdzorgregio s meten we over 2006 en 2007 een bovengemiddeld percentage scholen met een ZAT. Figuur 4 Scholen met een ZAT naar provincie/grootstedelijke regio (tweejaarlijks gemiddelde ; n=1341) Als scholen bepaalde problemen van leerlingen zelf niet kunnen oplossen en/of ondersteuning nodig hebben wordt er door 92% net als in voorgaande jaren volgens een vaste procedure gewerkt bij de inschakeling van of doorverwijzing naar externe instellingen. Gebruik reboundvoorzieningen uitgebreid Een van de zorgvoorzieningen van scholen en samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs is de rebound. Hierin kunnen gedragsmoeilijke leerlingen voor een periode van drie tot vier maanden, veelal bovenschools, worden opgevangen voor onderwijs, onderzoek en begeleiding/hulpverlening. Nederland = 92% 71%-86% 87%-91% 92%-100% In Friesland, Utrecht, Zeeland en Noord-Brabant blijft het aandeel ZAT s (71% tot 86%) sterk achter bij de landelijke ontwikkeling. Dit beeld zagen we ook in In de resterende vier provincies ligt het aandeel rond het landelijk gemiddelde. 5

6 Meer meldingen gezondheidsproblemen, zorgwekkend verzuim en huiselijk geweld In de casusbesprekingen van het ZAT passeren vele problemen regelmatig tot zeer vaak de revue. De topvier van meest gerapporteerde problemen is: gezinsproblemen (76%); opvoedingsproblemen (75%); zorgwekkend verzuim (72%); onhandelbaar gedrag in de klas en op school (71%). Andere problemen zoals gezondheidsproblemen, ADHD, autisme en depressief gedrag worden door de helft of minder genoemd. Ten opzichte van 2004 rapporteren ZAT s vaker dat zij leerlingen bespreken met zorgwekkend verzuim, gezondheidsproblemen (in 2007: 51%) en vermoedens van mishandeling thuis (23%). Positief oordeel over functioneren van ZAT s De belangrijkste functie van het ZAT blijft de advisering van docenten en ander onderwijspersoneel naar aanleiding van casussen die deze mensen aandragen (71%). Daarnaast vervult het ZAT in hoge mate de functie van interdisciplinaire probleemanalyse van ingebrachte casussen (57%) en begeleide verwijzing en toeleiding van leerlingen naar externe instellingen (50%). Bijna de helft van de ZAT s speelt ook in hoge mate een rol bij de probleemverkenning door middel van gesprekken, screening en aanvullende diagnostiek (47%). Het oordeel van scholen over het functioneren van het ZAT blijft evenals in voorgaande jaren over het geheel genomen positief. De volgende aspecten worden het vaakst positief beoordeeld: expertise van deelnemers (87%); samenwerking tussen deelnemers (84%); voorzitterschap (77%); zorgvuldigheid uitwisseling leerlinggegevens (77%); duidelijke verslaglegging ZAT-afspraken (75%); structuur en planmatig verloop van overleg (74%); nakomen van afspraken (73%); aantal deelnemers in relatie tot effectiviteit (70%). De samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs hebben vooral waardering voor de onderlinge samenwerking van de leden van het ZAT (73%), de expertise van de leden van het ZAT (72%) en de zorgvuldigheid bij de uitwisseling van leerlinggegevens (62%). Niet alle onderdelen van het ZAT verlopen vlekkeloos en scholen dragen daarom zelf verbeterpunten aan die met prioriteit uitgevoerd moeten worden. Hun topvier luidt: de inzet van preventieve programma s in scholen door externe instellingen (door 44% genoemd), de aard (37%) en de omvang (34%) van de hulpprogramma s ingezet vanuit ZAT en de snelheid van handelen (30%). De samenwerkingsverbanden hebben een eigen topvijf verbeterpunten voor de ZAT s op hun scholen: de snelheid waarmee het ZAT handelt, inbedding in de structuur van de leerlingenzorg op school en de inzet van preventieve programma s op scholen van externe instellingen (alle drie 34%), en de helderheid van procedures en afspraken en de omvang van hulpprogramma s die vanuit het ZAT worden ingezet (elk 31%). Beoogde deelname kerninstellingen aan ZAT gegroeid Naast medewerkers van de school rekenen we vijf externe instellingen tot de kern van het ZAT. Deze instellingen zijn de jeugdgezondheidszorg, de Leerplicht, het maatschappelijk werk, bureau jeugdzorg en de politie. Figuur 5 Samenstelling ZAT s naar kerninstellingen, 2004 en 2007 jeugdgezondheidszorg Leerplicht maatschappelijk werk bureau jeugdzorg politie % Naast deze vijf partijen nemen ook andere instellingen, zoals de jeugd-ggz, de schoolbegeleidingsdienst, MEE, RMC en het REC, merendeels op incidentele basis, deel aan het casusoverleg van het ZAT. 6

7 De jeugdarts en de leerplichtambtenaar nemen aan 95% van de ZAT s deel. De deelname van de leerplichtambtenaar en het maatschappelijk werk (79%) is ten opzichte van 2006 gegroeid. De deelnamepercentages van bureau jeugdzorg en politie zijn stabiel en bedragen respectievelijk 71% en 63%. Bij de andere deelnemers groeit sinds 2004 de deelname van de jeugd-ggz gestaag (van 23% naar 31%). Een ruime meerderheid van vier van de vijf kerninstellingen neemt altijd deel aan het ZAT. Bij bijna een derde van de ZAT s zit ook de politie bij het casusoverleg aan tafel. De frequentie waarmee sommige kernpartners aan de casusbesprekingen deelnemen, is in 2007 gestegen. De jeugdgezondheidszorg, de leerplichtambtenaar en de maatschappelijk werker nemen frequenter deel aan de casusbesprekingen (tabel 6). Tabel 6 ZAT s naar altijd deelnemende kerninstellingen, (in procenten) jeugdarts/schoolverpleegkundige Leerplicht maatschappelijk werk bureau jeugdzorg politie maar formalisering inzet kerninstellingen staat stil Een ruime meerderheid van de kerninstellingen (70% tot 80%) maakt met het ZAT afspraken over hun inzet. Dit zijn zowel mondelinge als schriftelijke afspraken. De formalisering van de deelname aan het ZAT komt het best tot uitdrukking in het percentage schriftelijk gemaakte afspraken. In de formalisering van de samenwerking wordt sinds 2004 geen vooruitgang geboekt. Tabel 7 ZAT s naar schriftelijke afspraken over deelname van kerninstellingen, (in procenten) 2007* maatschappelijk werk jeugdarts / schoolverpleegkundige bureau jeugdzorg Leerplicht politie (*) geen significant verschil t.o.v Het maatschappelijk werk maakt van de vijf kerninstellingen in 2007 nog het vaakst schriftelijke afspraken over hun inzet (53%), gevolgd door de jeugdgezondheidszorg en bureau jeugdzorg. Gepercipieerde resultaten ZAT voortgezet onderwijs positief Scholen blijven in het algemeen positief over de resultaten die de ZAT s boeken, hoewel zij ook knelpunten waarnemen. Een meerderheid van de scholen rapporteert voor de ZAT s op drie gebieden net als in 2006 in (zeer) hoge mate resultaten bij: het sneller mobiliseren van passende begeleiding of hulp (63%); meer doeltreffende aanpak van problemen (58%); betere afstemming van de onderwijszorg en hulp van externe instellingen (52%). Tussen 40% en 50% van de scholen vindt dat er ook in (zeer) hoge mate resultaten worden geboekt bij: de tijdige verwijzing van leerlingen naar externe instellingen (49%), een betere probleemtaxatie en diagnostiek (44%), en de verbetering van het welbevinden van leerlingen met problemen (43%). Acht van iedere tien scholen (82%) zijn tevreden tot zeer tevreden over de mate waarin andere deelnemers van het ZAT hun doelen volgens afspraak ook waarmaken. Vier procent is ontevreden. In 2006 was 73% tevreden en dertien procent ontevreden. Zeventig procent van de scholen, vijf procent minder dan in 2006, ervaart capaciteitsproblemen bij het bereiken van de doelstellingen van het ZAT. De knelpunten doen zich vooral voor bij bureau jeugdzorg (volgens 34% van alle scholen met een ZAT) en de school zelf (26%). Een meerderheid van de samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs is van oordeel dat de schoolgebonden ZAT s in (zeer) hoge mate resultaten boeken bij een doeltreffende aanpak van problemen (66%), het sneller mobiliseren van passende begeleiding of hulp (62%), betere onderlinge afstemming van onderwijszorg en hulp van externe instellingen (59%) en een betere probleemtaxatie en diagnostiek (58%). In vergelijking met 2006 rapporteren samenwerkingsverbanden vooruitgang in resultaten bij de doeltreffende aanpak van problemen, de onderlinge afstemming tussen 7

8 onderwijszorg en externe hulp en bij de vermindering van zorgwekkend verzuim door ZAT s. Minimaal 65% van de gemeenten met voortgezet onderwijs vindt net als in 2006 dat de schoolgebonden ZAT s hulp en begeleiding voor leerlingen en/of gezinnen met problemen eerder, sneller, tijdig en doeltreffend in gang zetten. Daarnaast worden problemen beter getaxeerd en gediagnosticeerd. Tot slot zijn gemeenten nog steeds ingenomen met de afstemming met en bijdrage van het ZAT aan de (lokale) zorgstructuur. Bestuurlijke afspraken over ZAT Tweederde van de samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs (69%) heeft met de aangesloten schoolbesturen afspraken vastgelegd in een beleidsdocument, of is daarmee bezig, over de vertegenwoordiging van functionarissen van scholen en externe instellingen in de ZAT s. Dit percentage is niet veranderd sinds Meer dan de helft van de Nederlandse gemeenten (56%) met scholen voor voortgezet onderwijs hebben schriftelijk vastgelegde, bestuurlijke afspraken gemaakt met de provincie of grootstedelijke jeugdzorgregio over de inzet van bureau jeugdzorg in ZAT s van scholen voor voortgezet onderwijs. In 2006 had 65% dit gedaan. Vier van iedere tien gemeenten met een schoolvestiging voor voortgezet onderwijs (36%) voeren periodiek overleg met schoolbesturen over de inzet van lokaal gefinancierde instellingen in de ZAT s. Bij 20% is dit overleg in voorbereiding; 34% meldt hierover geen overleg te hebben. Tweederde van de gemeenten 63% meldt een regierol te vervullen bij de ZAT s op scholen. In dit aandeel is het laatste jaar nauwelijks verandering opgetreden. Deze rol heeft vooral betrekking op de omvang van de inzet van de lokaal gefinancierde instellingen en de functies van het ZAT. Een derde van de gemeenten (37%) rapporteert schriftelijk vastgelegde afspraken met het voortgezet onderwijs te hebben over de inzet van lokaal gefinancierde instellingen of programma s in de ZAT s. Een ruime meerderheid van de gemeenten (87%) maakt schriftelijke werkafspraken over de inzet van lokale instellingen in het ZAT van scholen voor voortgezet onderwijs. Naar instellingen uitgesplitst zien we dat 73% de inzet van het maatschappelijk werk en 71% de inzet van de leerplichtambtenaar in het ZAT heeft vastgelegd. De inzet van de jeugdarts is door 62% van de gemeenten geregeld, de samenwerking met bureau jeugdzorg door 54%. De politie heeft in 41% van de gemeenten hun deelname aan het ZAT vastgelegd. In vergelijking met 2006 meten we lagere percentages werkafspraken tussen gemeente en externe instellingen. Informatie-uitwisseling bij overgangen in onderwijs over risicoleerlingen stagneert Meer dan de helft van de scholen (57%) meldt dat zij bij de aansluiting met het basisonderwijs informatie over leerlingen met gedrags- en opvoedingsproblemen uitwisselt én daarover met aanleverende basisscholen afspraken heeft. Ten opzichte van vorig jaar is op dit terrein geen vooruitgang geboekt. Tabel 8 Vastgelegde afspraken over risico- en zorgleerlingen naar kritisch moment in schoolloopbaan (in procenten) bij aansluiting op bij overgang naar basisonderwijs ROC/AOC vastgelegde afspraken geen vastgelegde afspraken onbekend Bij de overgang naar het ROC (en AOC) heeft nog steeds een minderheid (33%) van de scholen afspraken met de ROC s over uitwisseling van zorginformatie gemaakt. Ambulante begeleiding door REC verdubbeld Het REC-cluster 4 ondersteunt scholen met expertise, bijvoorbeeld door het verlenen van (preventief) ambulante begeleiding van leerlingen met ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische stoornissen. De REC s weten scholen steeds beter te vinden. Negen van iedere tien scholen (86%) maken gebruik van de (preventief) ambulante begeleiding van gedragsmoeilijke leerlingen. In 2004 was in 40% van de scholen sprake van (preventief) ambulante begeleiding door het REC-cluster 4. 8

9 ZAT S IN HET MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS Aandacht voor psychosociale begeleiding toegenomen De psychosociale begeleiding van leerlingen (op het ROC aangeduid als deelnemers) is op 59% van de ROC s een apart beleidsterrein. In 2004 gold dat nog voor 45% van de ROC s. Bij de resterende helft is deze vorm van leerlingbegeleiding een onderdeel van het bredere zorgbeleid. Tweederde van de ROC s (66%) heeft het beleid ten aanzien van de psychosociale begeleiding in een beleidsdocument vastgelegd. Bij 32% is dat niet gebeurd maar 23% meldt wel daarmee bezig te zijn. Er zijn verschillende schoolfunctionarissen binnen het ROC actief die, ieder vanuit zijn eigen perspectief, zich met leerlingbegeleiding bezighouden. Niet altijd is duidelijk wat de taken en bevoegdheden van deze functionarissen zijn. Voor de loopbaanbegeleiders zijn de taken en de bevoegdheden het vaakst door de school schriftelijk vastgelegd (op 66% van de scholen waar deze functie bestaat). De helft van de ROC s heeft dit (ook) gedaan voor hun studieloopbaanbegeleiders (54%), mentoren (53%) en coaches (44%). Op 93% van de ROC s (voor het gehele ROC of voor delen van het ROC) is er structureel overleg tussen eigen medewerkers over leer- en sociaal-emotionele problemen en gedragsproblemen van leerlingen. Bij zeven procent is dit niet het geval. Breed aanbod zorgvoorzieningen ROC s bieden verschillende programma s aan voor de psychosociale begeleiding van leerlingen. Tweederde tot bijna alle scholen bieden de volgende programma s aan: faalangsttraining (96%), hulp bij dyslexie (91%), socialevaardigheidstraining (82%), assertiviteitstraining (73%) en training voor versterking van zelfvertrouwen (66%). De helft van de ROC s (50%) heeft een specifiek (voorbereidend) programma voor jongeren die niet zonder meer kunnen instromen op niveau 1 en niveau 2. Daarnaast heeft meer dan 80% van de scholen aanvullende programma s voor het geval er bij leerlingen bij de start van hun loopbaan aan het ROC didactische hiaten of psychosociale problematiek wordt geconstateerd. Ook voor studietwijfelaars in het eerste jaar zijn er aanvullende programma s. Zes van iedere tien ROC s (59%) rapporteren dat zij andere, alternatieve onderwijs-zorgtrajecten aanbieden, merendeels met het oogmerk om voortijdige uitval te voorkomen. Tweederde van de ROC s (66%) beschikt over schoolmaatschappelijk werk, waarvan 39% voor het hele ROC en 27% voor een deel van het ROC. Een derde heeft geen schoolmaatschappelijk werk. Reboundvoorzieningen in het mbo zijn nog geen wijd verspreid verschijnsel zoals dat in het voortgezet onderwijs het geval is. Toch rapporteert 41% van de ROC s dat zij beschikken over een tijdelijke opvang voor gedragsmoeilijke leerlingen. Opvallend is dat de helft van de scholen (48%) behoefte aan een dergelijke voorziening zegt te hebben. Elf procent heeft geen reboundvoorziening en heeft er ook geen behoefte aan. Externe samenwerking vooral met RMC, bureau jeugdzorg, ggz en maatschappelijk werk Scholen verzorgen niet alleen zelf psychosociale begeleiding aan hun leerlingen, vaak wordt daarbij (en dan dikwijls via het ZAT) de hulp of het advies van externe instellingen ingeroepen. ROC s werken het meest samen met de RMC (86%), bureau jeugdzorg (73%), (jeugd-)ggz-instellingen (70%) en het maatschappelijk werk (57%). Minder dan de helft van de scholen werkt samen met andere instellingen zoals de verslavingszorg (48%), jeugdgezondheidszorg (47%), schuldhulpverlening (27%) en de politie (16%). Opvallend weinig melding wordt gemaakt van de samenwerking met de Regionale Expertisecentra/speciaal onderwijs (9%) en instellingen voor jeugdzorg (12%). 9

10 Figuur 9 ROC s naar samenwerking met externe instellingen, 2007 RMC bureau jeugdzorg (jeugd-)ggz maatschappelijk werk verslavingszorg jeugdgezondheidszorg schuldhulpverlening politie MEE jeugdhulpverlening REC % Figuur 11 Aantal ROC s met ZAT naar provincies/stadsregio s, 2007 (uitgedrukt als aandeel van alle ROC s in de regio, N=45) 2/2 1/2 2/2 1/2 3/3 2/3 1/1 3/3 2/4 6/7 5/7 0/3 2/3 1/1 2/2 Aantal ZAT s in ROC s groeit De samenwerking tussen school en externe instellingen vindt doorgaans plaats in het ZAT van de opleidingen of locatie. In 2007 heeft 75% van de ROC s in Nederland een of meer ZAT s, 33% meer dan in Figuur 10 Dekkingsgraad ZAT s in ROC s, % Er treden ruimtelijke verschillen op als we kijken naar de spreiding van ROC s met een of meer ZAT s. In het noorden van Nederland, Noord-Holland, Flevoland, Stadsgewest Haaglanden en Zeeland beschikken alle ROC s over een ZAT. In Limburg beschikt geen van de drie ROC s (nog) over een ZAT. Elf van de 45 ROC s geven aan geen ZAT te hebben. Zes hiervan melden met de oprichting van een ZAT bezig te zijn. Twee scholen melden dat er weinig animo of financiële capaciteit bij externe partijen bestaat om in het ZAT te participeren. Voor drie scholen volstaat de huidige interne leerlingenzorg, indien nodig aangevuld met externe expertise. ZAT s in ROC s zijn op verschillende manieren georganiseerd. Een deel is actief voor het hele ROC, terwijl een ander deel verbonden is aan één opleiding, een cluster van opleidingen of een locatie. Daardoor loopt de reikwijkte van een ZAT, dat is het potentieel aantal leerlingen voor wie het ZAT actief is, sterk uiteen, namelijk van minder dan honderd tot Een doorsnee ZAT is beschikbaar voor 3900 leerlingen; de helft van de ZAT s is er voor 2400 of minder leerlingen. Basisfuncties ZAT s in het MBO stabiel De 56 voorzitters of vertegenwoordigers van de ZAT s geven aan dat het ZAT in hoge mate drie functies vervult: de interdisciplinaire probleemanalyse van casussen (75%), de advisering en consultatie van docenten en andere schoolfunctionarissen over de casussen (66%), en de verwijzing en toeleiding van leerlingen naar externe instellingen (57%). De laatste twee functies werden in 2006 als de belangrijkste taken van het ZAT beschouwd. In 2007 noemt circa 40% van de ZAT s dat nadere verkenning van problemen van leerlingen door middel van 10

11 gesprekken, screening en aanvullende diagnostiek, en het opstellen van afgestemde begeleidings- of hulpverleningsplannen ook in hoge mate tot de werkzaamheden van het ZAT behoort. Participatie in ZAT van externe instellingen neemt toe Naast de medewerkers van de school zelf rekenen we zes externe instellingen tot de kerninstellingen van het ZAT van een ROC. Deze instellingen zijn jeugdgezondheidszorg, Leerplicht, RMC, maatschappelijk werk, bureau jeugdzorg en politie. Onder de topvijf van deelnemende partijen bevinden zich vier kerninstellingen. Externe instellingen die aan minimaal 70% van de ZAT s deelnemen zijn: de Leerplicht, maatschappelijk werk, (jeugd-)ggz, RMC en bureau jeugdzorg. Opvallend blijft het aanmerkelijk lagere deelnamepercentage van de jeugdgezondheidszorg (50%), zeker in vergelijking met het voortgezet onderwijs (95%). In vergelijking met 2004 meten we hogere deelnamepercentages voor het maatschappelijk werk, (jeugd-)ggz, politie, jeugdgezondheidszorg en verslavingszorg. Figuur 12 Samenstelling ZAT s naar instellingen, 2007 Leerplicht (jeugd-)ggz maatschappelijk werk RMC bureau jeugdzorg politie verslavingszorg jeugdgezondheidszorg jeugdhulpverlening REC-4 MEE schuldhulpverlening % In 61% tot 71% van de ZAT s nemen vijf instellingen altijd deel aan de casusbesprekingen. In aflopende volgorde zijn dit het maatschappelijk werk, Leerplicht, bureau jeugdzorg, RMC en instellingen voor (jeugd-)ggz. Een frequente deelname door de verslavingszorg, gezondheidszorg en politie gebeurt in een derde tot de helft van de ZAT s. De politie is het vaakst op afroep beschikbaar. Tabel 13 Samenstelling ZAT s naar frequentie deelname van instellingen, 2007 (in procenten, n=56) deelname altijd afroep maatschappelijk werk Leerplicht bureau jeugdzorg RMC (jeugd-)ggz verslavingszorg (jeugd-)gezondheidszorg politie De samenwerking in het ZAT tussen school en externe instellingen is nog niet zo geformaliseerd als we afgaan op het percentage schriftelijke afspraken over de inzet van de participanten. Tabel 14 Samenstelling ZAT s naar formalisering deelname van instellingen, 2007 (in procenten) mondeling schriftelijk n maatschappelijk werk (jeugd-)ggz bureau jeugdzorg Leerplicht RMC Het maatschappelijk werk en de (jeugd-)ggz hebben van alle participerende instellingen het vaakst afspraken over hun deelname in een document vastgelegd. Toch betreft dit maar de helft van deze instellingen. Bij de andere instellingen is dat (soms aanzienlijk) minder dan de helft. Tijdige verwijzing van leerlingen en inbedding ZAT in deelnemerszorg ROC zijn werkpunten Minimaal driekwart van de ZAT s beoordelen hun eigen functioneren als (zeer) goed op de volgende aspecten: expertise van deelnemende partijen (93%); samenwerking tussen partijen (86%); voorzitterschap (79%); nakomen van afspraken (77%). Daar staat tegenover dat enkele facetten verbetering behoeven. Het betreft vooral de tijdige verwijzing van leerlingen naar het ZAT (61%), de problemen die ZAT s ondervinden bij de inbedding van het ZAT in de interne 11

12 zorgstructuur (59%) en adequate consultatiemogelijkheden die ZAT s voor docenten kunnen bieden (52%). Evaluatie van de resultaten en werkprocessen verschaft inzicht in hoe het ZAT functioneert, wat wel werkt en wat niet werkt, en hoe een en ander eventueel beter zou kunnen. Dat besef krijgt bij 82% van de ZAT s gestalte doordat zij hun resultaten evalueren. Een groep van gelijke omvang (83%) evalueert ook de werkprocessen van het ZAT. De helft van de ZAT s (55%) evalueert hun resultaten én werkprocessen regelmatig en 11% doet beide incidenteel. Elf procent evalueert resultaten noch werkprocessen. Resultaten op kwaliteit, snelheid en efficiëntie De werkwijze van het ZAT draagt volgens zes tot acht van iedere tien ZAT s in het MBO in hoge mate bij aan: een betere samenwerking tussen school en externe instellingen (82%); de verdieping van en verbreding in de probleemstelling van de leerling (73%); een efficiëntere aanpak van problemen (68%); een snellere realisatie van begeleiding of hulp (63%). Op twee resultatengebieden blijven naar het oordeel van de ZAT-voorzitters de resultaten achter. Een minderheid is van oordeel dat er geen of nauwelijks resultaten worden geboekt bij de terugrapportage door externe partijen en bij de vermindering van problematisch gedrag van leerlingen (elk door 21% genoemd). Gemeenten zetten vooral in op aanpak voortijdig schoolverlaten Het college van bestuur van 43% van de ROC s overlegt periodiek met de gemeente(n) over de inzet van gemeentelijke middelen, zoals voor maatschappelijk werk en gezondheidszorg. In 2004 was dat 24%. Zes van iedere tien ROC s (59%) hebben met gemeente(n) schriftelijke afspraken gemaakt over de inzet van functionarissen en/of de financiering van voorzieningen op de school ten behoeve van leerlingenzorg. Deze afspraken hebben evenals in voorgaande jaren vooral betrekking op de aanpak van schooluitval, al dan niet in combinatie met de RMC en de Leerplicht. Nog steeds worden er in beperkte mate afspraken gemaakt over de inzet van externe zorginstellingen, zoals het schoolmaatschappelijk werk (door 21% genoemd) en de inzet van de jeugdgezondheidszorg (7%). Kwaliteit doorgaande zorglijnen nog niet op peil Zorg voor leerlingen houdt niet op bij het verlaten van het voortgezet onderwijs en de instroom in het MBO. In 2007 rapporteert 71% van de ROC s dat er met het voortgezet onderwijs afspraken bestaan over de aansluiting rond risico- en zorgleerlingen. Bij 29% van de ROC s bestaan dergelijke afspraken niet, zij het dat 25% meldt daarmee bezig te zijn. Het merendeel van de afspraken van het ROC met het voortgezet onderwijs (61%) is centraal geregeld. Bij 36% van de ROC s zijn afspraken per vestiging geregeld. De (aanleverende) scholen voor voortgezet onderwijs zelf hebben nog steeds een minder positief beeld over de mate waarin de aansluiting met het MBO is geregeld. Bij de overgang naar het MBO heeft net als in 2006 een minderheid (33%) van de scholen afspraken met de ontvangende ROC s/aoc s over uitwisseling van zorginformatie gemaakt (LCOJ-Monitor voortgezet onderwijs, 2007). De kwaliteit van de informatieoverdracht verdient volgens de ROC s een mager zesje. Colofon drs. Paolo van der Steenhoven prof. drs. Dolf van Veen drs. Marij Bosdriesz Ben Brinkman Nederlands Jeugdinstituut, Onderwijs & Jeugdzorg / LCOJ Catharijnesingel GC Utrecht Postbus DD Utrecht T: F: E: onderwijsjeugdzorg@nji.nl W: Het monitoronderzoek is in het najaar van 2007 en begin 2008 uitgevoerd door de afdeling Onderwijs & Jeugdzorg (LCOJ) van het Nederlands Jeugdinstituut onder alle WSNS-verbanden, bij 1254 vestigingen voor voortgezet onderwijs (inclusief groene vmboscholen), 45 ROC-vestigingen, 56 voorzitters van ZAT s binnen de ROC s, 466 Nederlandse gemeenten en Amsterdamse en Rotterdamse deelraden, 84 samenwerkingsverbanden voor voortgezet onderwijs en alle provincies en grootstedelijke jeugdzorgregio s. Overname van gegevens met bronvermelding is toegestaan. 12

13 Factsheet Mei 2008, nummer 5 LCOJ-Monitor 2007 Leerlingenzorg en Zorg- en adviesteams in het onderwijs

Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs

Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs Factsheet September 2009, nummer 7 Monitor 2008 Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs Voor het zesde achtereenvolgende jaar heeft het NJi de stand van zaken in de leerlingenzorg in het voortgezet

Nadere informatie

Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs

Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs Factsheet September 2009, nummer 7 Monitor 2008 Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs Voor het zesde achtereenvolgende jaar heeft het NJi de stand van zaken in de leerlingenzorg in het voortgezet

Nadere informatie

Leerlingenzorg en ZAT s in het mbo

Leerlingenzorg en ZAT s in het mbo Factsheet September 2009, nummer 8 Monitor 2008 Leerlingenzorg en ZAT s in het mbo Zorg- en adviesteams (ZAT s) vervullen een centrale rol in de zorgstructuur van het middelbaar beroepsonderwijs en het

Nadere informatie

Leerlingenzorg, zorgteams en ZAT s in het primair onderwijs

Leerlingenzorg, zorgteams en ZAT s in het primair onderwijs Monitor 2009 Factsheet September 2010, nummer 11 Leerlingenzorg, zorgteams en ZAT s in het primair onderwijs In het primair onderwijs wordt de samenwerking van scholen met externe zorginstellingen op twee

Nadere informatie

Factsheet April 2010, nummer 10 Monitor 2009 Zorg- en adviesteams in het onderwijs hoofdbevindingen in kort bestek

Factsheet April 2010, nummer 10 Monitor 2009 Zorg- en adviesteams in het onderwijs hoofdbevindingen in kort bestek Factsheet April 2010, nummer 10 Monitor 2009 Zorg- en adviesteams in het onderwijs hoofdbevindingen in kort bestek Het kabinet wil dat alle scholen voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs

Nadere informatie

Zorg in en om het voortgezet onderwijs

Zorg in en om het voortgezet onderwijs Factsheet November 2011, nummer 20 Monitor 2010 Zorg in en om het voortgezet onderwijs De leerlingenzorg op middelbare scholen is in hoge mate ontwikkeld. Zo hebben alle scholen in 2010 een of meer interne

Nadere informatie

Zorg in en om de school hoofdbevindingen Zorg- en adviesteams in kort bestek

Zorg in en om de school hoofdbevindingen Zorg- en adviesteams in kort bestek Factsheet Mei 2011, nummer 17 Monitor 2010 Zorg in en om de school hoofdbevindingen Zorg- en adviesteams in kort bestek Het onderwijsbeleid is erop gericht te bevorderen dat scholen kunnen omgaan met verschillen

Nadere informatie

Leerlingenzorg en ZAT s in het mbo

Leerlingenzorg en ZAT s in het mbo Factsheet juli 2010, nummer 12 Monitor 2009 Leerlingenzorg en ZAT s in het mbo Zorg- en adviesteams (ZAT s) vervullen een centrale rol in de zorgstructuur van het middelbaar beroepsonderwijs en het jeugdbeleid.

Nadere informatie

???Factsheet??????????? Mei 2008, nummer 5

???Factsheet??????????? Mei 2008, nummer 5 ???Factsheet??????????? Mei 2008, nummer 5 LCOJ-Monitor 2007 Leerlingenzorg en Zorg- en adviesteams in het onderwijs Zorg- en adviesteams (ZAT s) zijn multidisciplinaire teams, waarin instellingen die

Nadere informatie

Zorg in en om het mbo

Zorg in en om het mbo Factsheet Augustus 2011, nummer 18 Monitor 2010 Zorg in en om het mbo Samenvatting Monitor 2010 Om problemen bij jongeren tijdig te kunnen signaleren én het hoofd te bieden, zodat zij hun opleiding succesvol

Nadere informatie

Leerlingenzorg en ZAT s in het mbo

Leerlingenzorg en ZAT s in het mbo Monitor 2009 Factsheet juli 2010, nummer 12 Leerlingenzorg en ZAT s in het mbo Zorg- en adviesteams (ZAT s) vervullen een centrale rol in de zorgstructuur van het middelbaar beroepsonderwijs en het jeugdbeleid.

Nadere informatie

Leerlingenzorg en ZAT's in het vo en mbo

Leerlingenzorg en ZAT's in het vo en mbo Factsheet April 2012, nummer 23 Monitor 2011 Leerlingenzorg en ZAT's in het vo en mbo Het onderwijsbeleid is erop gericht te bevorderen dat scholen kunnen omgaan met verschillen tussen leerlingen en dat

Nadere informatie

NJi-monitor. Leerlingenzorg en Zorg- en adviesteams in het voortgezet onderwijs 2008

NJi-monitor. Leerlingenzorg en Zorg- en adviesteams in het voortgezet onderwijs 2008 NJi-monitor Leerlingenzorg en Zorg- en adviesteams in het voortgezet onderwijs 2008 Deze publicatie doet verslag van het jaarlijkse onderzoek naar de leerlingenzorg en Zorg- en adviesteams (ZAT s) in het

Nadere informatie

Leerlingenzorg en ZAT s in het (voortgezet) speciaal onderwijs

Leerlingenzorg en ZAT s in het (voortgezet) speciaal onderwijs Factsheet Oktober 2011, nummer 20 Monitor 2010 Leerlingenzorg en ZAT s in het (voortgezet) speciaal onderwijs Voor scholen in het (voortgezet) speciaal onderwijs is, naast het verzorgen van onderwijs,

Nadere informatie

Factsheet Zorgteams en ZAT s in het onderwijs, 2014

Factsheet Zorgteams en ZAT s in het onderwijs, 2014 In een reeks factsheets besteedt het NCOJ aandacht aan diverse aspecten van de zorgstructuur in het onderwijs. april 2015, nummer 3 Factsheet Zorgteams en ZAT s in het onderwijs, 2014 De gegevens zijn

Nadere informatie

NJi-Monitor. Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs 2009

NJi-Monitor. Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs 2009 NJi-Monitor Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs 2009 NJi-Monitor Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs 2009 Paolo van der Steenhoven Dolf van Veen 2010 Nederlands Jeugdinstituut

Nadere informatie

Model convenant Zorg- en adviesteam in het onderwijs

Model convenant Zorg- en adviesteam in het onderwijs Model convenant Zorg- en adviesteam in het onderwijs CONVENANT Zorg- en adviesteam School/Scholen/SWV xxx Deelnemende organisaties: Deelnemer 1 Deelnemer 2 Deelnemer 3 Deelnemer 4 Deelnemer 5 Deelnemer

Nadere informatie

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd Themaconferenties WSNS-coördinatoren en bestuurders Dinsdag 22 september 2009, Rotterdam Woensdag 30 september 2009, Weert Maandag 5 oktober 2009,

Nadere informatie

Zorg- en adviesteam in het onderwijs

Zorg- en adviesteam in het onderwijs standaard Convenant Zorg- en adviesteam in het onderwijs Product van het programma Intensivering Kwaliteit Zorg- en adviesteams NJi Onderwijs & Jeugdzorg / LCOJ mei 2008 Inhoudsopgave Inleiding Convenant

Nadere informatie

NJi-monitor. Psychosociale begeleiding en Zorg- en adviesteams in het mbo 2008

NJi-monitor. Psychosociale begeleiding en Zorg- en adviesteams in het mbo 2008 NJi-monitor Psychosociale begeleiding en Zorg- en adviesteams in het mbo 2008 NJi-monitor Psychosociale begeleiding en Zorg- en adviesteams in het mbo 2008 Paolo van der Steenhoven Dolf van Veen 2009

Nadere informatie

Reboundvoorzieningen in het voortgezet onderwijs 2012 en 2013

Reboundvoorzieningen in het voortgezet onderwijs 2012 en 2013 Factsheet Maart 2014, nummer 27 Monitor 2014 Reboundvoorzieningen in het voortgezet onderwijs 2012 en 2013 Reboundvoorzieningen tijdelijke voorzieningen voor opvang en onderwijs voor leerlingen met gedragsproblemen

Nadere informatie

ZAT s, zorgteams en leerlingenzorg in het primair onderwijs 2010

ZAT s, zorgteams en leerlingenzorg in het primair onderwijs 2010 Monitor In deze publicatie vindt u het verslag van het jaarlijkse onderzoek naar de leerlingenzorg, zorgteams en zorg- en adviesteams (ZAT s) in het primair onderwijs in Nederland. Het onderzoek is verricht

Nadere informatie

Reboundvoorzieningen in het voortgezet onderwijs

Reboundvoorzieningen in het voortgezet onderwijs Factsheet Januari 2012, nummer 22 Monitor 2010 Reboundvoorzieningen in het voortgezet onderwijs In toenemende mate zijn de reboundvoorzieningen bedoeld als tijdelijke voorzieningen voor opvang en onderzoek

Nadere informatie

NJi-Monitor. Deelnemerszorg en ZAT s in het middelbaar beroepsonderwijs 2009

NJi-Monitor. Deelnemerszorg en ZAT s in het middelbaar beroepsonderwijs 2009 NJi-Monitor Deelnemerszorg en ZAT s in het middelbaar beroepsonderwijs 2009 NJi-Monitor Deelnemerszorg en ZAT s in het middelbaar beroepsonderwijs 2009 Paolo van der Steenhoven Dolf van Veen 2010 Nederlands

Nadere informatie

Wat worden leerlingen en ouders hier beter van? Wat levert het op voor leerkrachten, scholen en partners?

Wat worden leerlingen en ouders hier beter van? Wat levert het op voor leerkrachten, scholen en partners? Wat worden leerlingen en ouders hier beter van? Wat levert het op voor leerkrachten, scholen en partners? Passend onderwijs Zorg- en adviesteams Integraal indiceren Centrum voor jeugd en gezin De lokale

Nadere informatie

Deelnemerszorg en ZAT s in het middelbaar beroepsonderwijs 2010

Deelnemerszorg en ZAT s in het middelbaar beroepsonderwijs 2010 Monitor In deze publicatie vindt u het verslag van het jaarlijkse onderzoek naar de leerlingenzorg en zorg- en adviesteams (ZAT s) in het middelbaar beroepsonderwijs in Nederland. Het onderzoek is verricht

Nadere informatie

Checklist kwaliteit van het ZAT in het VO

Checklist kwaliteit van het ZAT in het VO Checklist kwaliteit van het ZAT in het VO Nederlands Jeugdinstituut Landelijk steunpunt ZAT ZAT infolijn t (030) 230 65 64 e infozat@nji.nl i www.zat.nl 1. Realisatie van de doelen/prestaties doelen/prestaties

Nadere informatie

Taken van interne begeleiders in de samenwerking

Taken van interne begeleiders in de samenwerking Taken van interne begeleiders in de samenwerking Hoewel dé intern begeleider niet bestaat, heeft de Landelijke Beroepsgroep voor Intern Begeleiders (LBib) toch geprobeerd wat overzicht te brengen in de

Nadere informatie

Investeren in zorg en de strijd tegen schooluitval

Investeren in zorg en de strijd tegen schooluitval Investeren in zorg en de strijd tegen schooluitval Het kabinet wil het aantal nieuwe schooluitvallers in 2012 halveren. Van 70.000 schooluitvallers in 2002 naar 35.000 schooluitvallers in 2012. Zij heeft

Nadere informatie

Het ZAT en de deelnemerszorg bij het ROC van Amsterdam

Het ZAT en de deelnemerszorg bij het ROC van Amsterdam Het ZAT en de deelnemerszorg bij het ROC van Amsterdam 1. Het Zat Het Zorg- en adviesteam (ZAT) dat van dit ROC meedeed aan het IKZ-programma betrof het in Amsterdam Zuidoost genoemde zorgteam, werkzaam

Nadere informatie

Handreiking doorgaande zorglijnen

Handreiking doorgaande zorglijnen Handreiking doorgaande zorglijnen Nederlands Jeugdinstituut Landelijk steunpunt ZAT ZAT infolijn t (030) 230 64 81 e infozat@nji.nl i www.zat.nl 1. Inleiding In het kader van het IKZ-programma is gevraagd

Nadere informatie

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda Workshop verzorgd door: Rob Gilsing (SCP) Hans Migchielsen (Jeugd en Onderwijs) Opzet: inhoudelijke karakterisering lokaal educatieve agenda: Landelijk (relatie

Nadere informatie

Zorg in en om de AOC s. Een tussenstand van de samenwerking tussen kinderopvang en jeugdzorg

Zorg in en om de AOC s. Een tussenstand van de samenwerking tussen kinderopvang en jeugdzorg Zorg in en om de AOC s Een tussenstand van de samenwerking tussen kinderopvang en jeugdzorg Zorg in en om de AOC s 1 Inleiding Deze brochure is bedoeld voor de mbo afdelingen van de AOC s (het groene beroepsonderwijs).

Nadere informatie

Monitor Deelnemerszorg en ZAT s in het middelbaar beroepsonderwijs 2011

Monitor Deelnemerszorg en ZAT s in het middelbaar beroepsonderwijs 2011 Monitor Deelnemerszorg en ZAT s in het middelbaar beroepsonderwijs 2011 Monitor Deelnemerszorg en ZAT s in het middelbaar beroepsonderwijs 2011 Paolo van der Steenhoven Dolf van Veen Inhoud Samenvatting

Nadere informatie

Monitor Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs 2011

Monitor Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs 2011 Monitor Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs 2011 Monitor Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs 2011 Paolo van der Steenhoven Dolf van Veen Inhoud Samenvatting 5 Inleiding

Nadere informatie

Jongerenloket en zorg- en adviesteam

Jongerenloket en zorg- en adviesteam Jongerenloket en zorg- en adviesteam Het mbo heeft als belangrijke taak om toekomstige beroepsbeoefenaars op te leiden. Scholen doen er van alles aan deze taak naar beste kunnen in te vullen. Zij verzorgen

Nadere informatie

Werkt Gedragswerk? Evaluatie project Gedragswerk Juni 2009

Werkt Gedragswerk? Evaluatie project Gedragswerk Juni 2009 Werkt Gedragswerk? Evaluatie project Gedragswerk Juni 29 Evaluatieonderzoek Gedragswerk, juni 29 1 Inleiding Met het Ministerie van OCW is afgesproken dat in het schooljaar 28 29 een evaluatie zou worden

Nadere informatie

Op weg naar een sluitende zorgstructuur in en om het (voortgezet) speciaal onderwijs

Op weg naar een sluitende zorgstructuur in en om het (voortgezet) speciaal onderwijs Op weg naar een sluitende zorgstructuur in en om het (voortgezet) speciaal onderwijs Stel uw eigen werkagenda op Zorgen dat ieder kind het beste uit zichzelf kan halen. Dát is de opdracht voor het onderwijs

Nadere informatie

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2003-2004 Samenvatting, conclusies en aandachtspunten 1 Autisme in het primair

Nadere informatie

ZORGPLAN. Christelijk Lyceum Delft VMBO

ZORGPLAN. Christelijk Lyceum Delft VMBO ZORGPLAN Christelijk Lyceum Delft VMBO 1 Missie en visie van de school Het CLD wil zijn leerlingen een veilige omgeving bieden, waarin zij kunnen opgroeien tot verantwoordelijke en vrije mensen. Wij beschouwen

Nadere informatie

Ondersteuningsprofiel van Lyceum Ypenburg

Ondersteuningsprofiel van Lyceum Ypenburg Ondersteuningsprofiel van Lyceum Ypenburg Inhoud 1. Ondersteuningsaanbod... 2 a. Basisondersteuning:... 2 b. Extra ondersteuning... 6 c. Grenzen aan de ondersteuning... 7 20140825 ondersteuningsprofiel

Nadere informatie

Evaluatie Zorg Advies Teams 0-12 jarigen Maassluis

Evaluatie Zorg Advies Teams 0-12 jarigen Maassluis Evaluatie Zorg Advies Teams 0-12 jarigen Maassluis 1/5 Inleiding Aanleiding voor het schrijven van deze evaluatie over de Zorg Advies Teams (ZAT) is de komst van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in

Nadere informatie

TRIPLE T. Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T)

TRIPLE T. Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T) TRIPLE T Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T) Passend onderwijs Een ontwikkeling die parallel loopt aan de transitie Jeugdzorg en die met name vanwege de sterk inhoudelijke samenhang

Nadere informatie

Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs 2010

Leerlingenzorg en ZAT s in het voortgezet onderwijs 2010 Monitor In deze publicatie vindt u het verslag van het jaarlijkse onderzoek naar de leerlingenzorg en zorg- en adviesteams (ZAT s) in het voortgezet onderwijs in Nederland. Het onderzoek is verricht door

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek Expertisecentrum Onderwijszorg (EOZ) bij het Expertisecentrum Onderwijs Zorg Bonaire

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek Expertisecentrum Onderwijszorg (EOZ) bij het Expertisecentrum Onderwijs Zorg Bonaire RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek Expertisecentrum Onderwijszorg (EOZ) bij het Expertisecentrum Onderwijs Zorg Bonaire Plaats : Kralendijk, Bonaire Datum onderbezoek : 11 november 2015 Rapport

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs Utrecht, juni 2016 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Liesbeth van der Woud Postbus 681 3500 AR Utrecht telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl

Nadere informatie

Wat is een plusvoorziening? Wat is de plusvoorziening in RMC-regio 36b?

Wat is een plusvoorziening? Wat is de plusvoorziening in RMC-regio 36b? Wat is een plusvoorziening? Een plusvoorziening is een combinatieprogramma van zorg en hulpverlening, onderwijs en (indien nodig) arbeidstoeleiding, waarbij een duidelijke structuur voor en verbondenheid

Nadere informatie

ONDERSTEUNINGSPLAN MAERLANT-LYCEUM

ONDERSTEUNINGSPLAN MAERLANT-LYCEUM ONDERSTEUNINGSPLAN MAERLANT-LYCEUM In het kader van de Wet Passend Onderwijs Per 01-08-2014 ONDERSTEUNINGSPROFIEL MAERLANT-LYCEUM A. DE BASISZORG B. STANDAARD 1 DE SCHOOL NEEMT LEERLINGEN ZORGVULDIG AAN

Nadere informatie

Zorgwijzer december 2012

Zorgwijzer december 2012 LWOO Leerlingen met een LWOO beschikking krijgen extra hulp en ondersteuning bij spelling, rekenen, huiswerk en met de gelden worden kleine klassen gerealiseerd waar de leerlingen met LWOO beter tot hun

Nadere informatie

NJi-Monitor. Reboundvoorzieningen voortgezet onderwijs 2009

NJi-Monitor. Reboundvoorzieningen voortgezet onderwijs 2009 NJi-Monitor Reboundvoorzieningen voortgezet onderwijs 2009 NJi-Monitor Reboundvoorzieningen voortgezet onderwijs 2009 Paolo van der Steenhoven Dolf van Veen 2010 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze

Nadere informatie

SWV Eemland Zorgplan 2011-2012. Collectieve Ambitie

SWV Eemland Zorgplan 2011-2012. Collectieve Ambitie SWV-VO Eemland Postbus 1558 3800 BN Amersfoort 033 4480304 06 20539906 www.swveemland.nl - info@swveemland.nl SWV Eemland Zorgplan 2011-2012 Collectieve Ambitie I. Algemeen Op 11 februari 2010 heeft een

Nadere informatie

Zorgplan Stedelijk Gymnasium Haarlem. Stedelijk Gymnasium Haarlem Zorgplan

Zorgplan Stedelijk Gymnasium Haarlem. Stedelijk Gymnasium Haarlem Zorgplan Stedelijk Gymnasium Haarlem Zorgplan Naast de reguliere begeleiding van leerlingen door vakdocenten, mentoren en leerjaarcoördinatoren is er op school ook sprake van bijzondere begeleiding van leerlingen

Nadere informatie

Taakprofielen primair onderwijs

Taakprofielen primair onderwijs Taakprofielen primair onderwijs Nederlands Jeugdinstituut Landelijk steunpunt ZAT ZAT infolijn t (030) 230 65 64 e infozat@nji.nl i www.zat.nl In de hierna weergegeven taakprofielen staan de taken vermeld

Nadere informatie

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Vragenlijst voor professionals in de uitvoering Versie 5, augustus 2017 Samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeenten in uw regio willen weten hoe de samenwerking

Nadere informatie

Aanleiding: steeds meer dure rugzakken

Aanleiding: steeds meer dure rugzakken PASSEND ONDERWIJS Van rugzak naar maatpak Auteurs José Hermanussen, Expertisecentrum Beroepsonderwijs & Ria Groenenberg november 2014 Ouderen weten het nog wel: leerlingen die niet goed konden meekomen

Nadere informatie

Bijlage 6 Visie op (basis)ondersteuning van de scholen van RegSam (versie: sept. 2011)

Bijlage 6 Visie op (basis)ondersteuning van de scholen van RegSam (versie: sept. 2011) Bijlage 6 Visie op (basis)ondersteuning van de scholen van RegSam (versie: sept. 2011) Uitgangspunten bij de visie op ondersteuning van het samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Zoetermeer

Nadere informatie

Afstemming nodig in Zorg- en adviesteams

Afstemming nodig in Zorg- en adviesteams Foto: Stijn Rademaker Jeugdgezondheidszorg kan meer bijdragen aan ZAT Afstemming nodig in Zorg- en adviesteams Door Suzanne Rutz en Daan Wienke 24 Leerlingen die op scholen voor voortgezet onderwijs in

Nadere informatie

Zorgleerlingen op spoor

Zorgleerlingen op spoor Zorgleerlingen op spoor Activiteitenkalender Doorgaande zorglijnen PO - VO - MBO Anita Bootsman (APS) - Saskia Mulder (APS) - Marij Bosdriesz (LCOJ) - Mieke Vergeer (LCOJ) Colofon Inhoud Deze publicatie

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Speciaal onderwijs en positionering van de school van onderzoek

Hoofdstuk 3 Speciaal onderwijs en positionering van de school van onderzoek 27 Hoofdstuk 3 Speciaal onderwijs en positionering van de school van onderzoek 3.1 Inleiding De afgelopen jaren is in Nederland een aantal wezenlijke wettelijke wijzingen doorgevoerd op het gebied van

Nadere informatie

Stichting Expertisecenter Onderwijs Zorg Bonaire is op zoek naar een ervaren. Ambulant onderwijskundig begeleider (1 fte)

Stichting Expertisecenter Onderwijs Zorg Bonaire is op zoek naar een ervaren. Ambulant onderwijskundig begeleider (1 fte) VACATURE Stichting Expertisecenter Onderwijs Zorg Bonaire is op zoek naar een ervaren Ambulant onderwijskundig begeleider (1 fte) Stichting Expertisecenter Onderwijs Zorg Bonaire (EOZ) biedt zorg en begeleiding

Nadere informatie

De vijf stappen van de meldcode worden ook beschreven op de website van ZorgOog-jeugd en gezin Achterhoek: www.zorgoogachterhoek.nl.

De vijf stappen van de meldcode worden ook beschreven op de website van ZorgOog-jeugd en gezin Achterhoek: www.zorgoogachterhoek.nl. Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De wet Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling treedt 1 juli 2013 in werking. De meldcode is bedoeld om professionals sneller

Nadere informatie

Passend Perspectief. Samenvatting en conclusies. mei 2007

Passend Perspectief. Samenvatting en conclusies. mei 2007 Passend Perspectief een onderzoek naar de toekomstige ontwikkeling van de zorgexpertise van het regulier voortgezet onderwijs in Voorne-Putten/Rozenburg mei 2007 Samenvatting en conclusies In het najaar

Nadere informatie

4. Knelpunten in de samenwerking tussen onderwijs, zorg en welzijn

4. Knelpunten in de samenwerking tussen onderwijs, zorg en welzijn 4. Knelpunten in de samenwerking tussen onderwijs, zorg en welzijn Dit hoofdstuk is mede geschreven door Madelief Oosterink. In het vorige hoofdstuk hebben we een aantal beleidsontwikkelingen beschreven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 21 860 Weer samen naar school Nr. 63 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

MBO-instellingen en gemeenten

MBO-instellingen en gemeenten MBO-instellingen en gemeenten Hoe verloopt de samenwerking? Een tabellenrapport MBO-instellingen en gemeenten Hoe verloopt de samenwerking? Een tabellenrapport Opdrachtgever: Ministerie van OCW Utrecht,

Nadere informatie

NJi-monitor Reboundvoorzieningen voortgezet onderwijs 2007

NJi-monitor Reboundvoorzieningen voortgezet onderwijs 2007 NJi-monitor Reboundvoorzieningen voortgezet onderwijs 2007 Paolo van der Steenhoven Dolf van Veen Utrecht 2008 Nederlands Jeugdinstituut, afdeling Onderwijs & Jeugdzorg / LCOJ, 2008 Nederlands Jeugdinstituut

Nadere informatie

NJi-Monitor Reboundvoorzieningen voortgezet onderwijs 2008

NJi-Monitor Reboundvoorzieningen voortgezet onderwijs 2008 -Monitor Reboundvoorzieningen voortgezet onderwijs 2008 Paolo van der Steenhoven Dolf van Veen Nederlands Jeugdinstituut, afdeling Onderwijs & Jeugdzorg Catharijnesingel 47 Postbus 19221 3501 DE Utrecht

Nadere informatie

Reboundvoorzieningen Voortgezet Onderwijs 2006

Reboundvoorzieningen Voortgezet Onderwijs 2006 LCOJ-Monitor Reboundvoorzieningen voortgezet onderwijs 2006 1 LCOJ-Monitor Reboundvoorzieningen Voortgezet Onderwijs 2006 Onderzoeksbevindingen en analyse van programma s 2 LCOJ-Monitor Reboundvoorzieningen

Nadere informatie

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs 1 Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet oktober 2014 In 2013 heeft O+S in opdracht van de Amsterdamse Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) voor het eerst onderzoek gedaan naar de

Nadere informatie

Zorg Advies Teams (ZAT s) op Walcheren

Zorg Advies Teams (ZAT s) op Walcheren 1 oktober 2009 Zorg Advies Teams (ZAT s) op Walcheren Deze notitie over de inrichting van ZAT s op Walcheren is opgesteld door de gemeenten Middelburg, Vlissingen en Veere in samenspraak met vertegenwoordigers

Nadere informatie

De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in het onderwijs

De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in het onderwijs De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in het onderwijs Congres Huiselijk geweld en kindermishandeling 18 november 2013, NBC Nieuwegein Chaja Deen en Marij Bosdriesz Programma Meldcode in de

Nadere informatie

Factsheet Passend Onderwijs

Factsheet Passend Onderwijs Factsheet Passend Onderwijs November 2010 Inleiding Deze factsheet geeft feiten en cijfers over het passend onderwijs in Nederland. De factsheet is een vervolg op de Factsheet Passend onderwijs van januari

Nadere informatie

Monitor Linda Sontag Ed Smeets Juliette Vermaas Hans van Gennip

Monitor Linda Sontag Ed Smeets Juliette Vermaas Hans van Gennip Monitor 2005 Linda Sontag Ed Smeets Juliette Vermaas Hans van Gennip Weer Samen Naar School Monitor 2005 Samenvatting van de resultaten Linda Sontag Ed Smeets Juliette Vermaas Hans van Gennip 1 De tekst

Nadere informatie

Kaderplan Trajectbegeleiding Duin en Kruidbergmavo

Kaderplan Trajectbegeleiding Duin en Kruidbergmavo Kaderplan Trajectbegeleiding Duin en Kruidbergmavo 1. Doel van de trajectgroep-achtige voorziening voor eigen school. Ondersteuning en uitbreiding huidige zorgteam, vooruitlopend op de wet passend onderwijs

Nadere informatie

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H.

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Leloux-Opmeer Voorwoord Inhoudsopgave Een tijd geleden hebben Stichting Horizon

Nadere informatie

Referentiemodel kwaliteit van het Zorgen adviesteam in het voortgezet onderwijs

Referentiemodel kwaliteit van het Zorgen adviesteam in het voortgezet onderwijs Referentiemodel kwaliteit van het Zorgen adviesteam in het voortgezet onderwijs Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Samenstelling ZAT in het VO 5 3. Aanvullende kwaliteitscriteria ZAT in het VO 6 4. Taakprofielen

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 8 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN School voor Speciaal Basisonderwijs De Kring (20KY00) School voor Speciaal Basisonderwijs De Kring 20KY Directeur

Nadere informatie

De plusvoorziening en de zorgstructuur in het MBO

De plusvoorziening en de zorgstructuur in het MBO De plusvoorziening en de zorgstructuur in het MBO Alternatieve trajecten ter voorkoming van voortijdig schoolverlaten Sinds een aantal jaren staat de vermindering van het voortijdig schoolverlaten hoog

Nadere informatie

Van individuele casuïstiek naar casusoverstijgende oplossing?!

Van individuele casuïstiek naar casusoverstijgende oplossing?! Van individuele casuïstiek naar casusoverstijgende oplossing?! Kort verslag van een OC+-initiatief rond thuiszittende leerlingen uit het primair onderwijs in de regio Eindhoven November 2012 Een publicatie

Nadere informatie

-studieresultaten De mentor volgt de studieresultaten van zijn leerling, bespreekt zijn bevindingen met de leerling en onderneemt zo nodig actie.

-studieresultaten De mentor volgt de studieresultaten van zijn leerling, bespreekt zijn bevindingen met de leerling en onderneemt zo nodig actie. ORGANISATIE ZORG DE MENTOR De mentor is het eerste aanspreekpunt. Bij hem komen de signalen samen, hij onderneemt actie en verzorgt de rapportage. Daarnaast is hij op de hoogte van de acties die ondernomen

Nadere informatie

Bijlage 1 : lopende ontwikkelingen binnen het jeugdbeleid

Bijlage 1 : lopende ontwikkelingen binnen het jeugdbeleid Bijlage 1 : lopende ontwikkelingen binnen het jeugdbeleid De nota Samenhang en Samenwerking in Jeugdbeleid richt zich nadrukkelijk op de problemen binnen het jeugdbeleid. Om misverstanden te voorkomen;

Nadere informatie

HET FUNCTIONEREN VAN DE ZORGSTRUCTUUR IN HET HAAGSE ONDERWIJS. Een doorkijk in de praktijk bij vijf scholen

HET FUNCTIONEREN VAN DE ZORGSTRUCTUUR IN HET HAAGSE ONDERWIJS. Een doorkijk in de praktijk bij vijf scholen HET FUNCTIONEREN VAN DE ZORGSTRUCTUUR IN HET HAAGSE ONDERWIJS Een doorkijk in de praktijk bij vijf scholen HET FUNCTIONEREN VAN DE ZORGSTRUCTUUR IN HET HAAGSE ONDERWIJS Een doorkijk in de praktijk bij

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel Bossche Vakschool

Schoolondersteuningsprofiel Bossche Vakschool Schoolondersteuningsprofiel Bossche Vakschool In dit schoolondersteuningsprofiel wordt omschreven welke ondersteuning op de Bossche Vakschool aan leerlingen geboden kan worden. Dit schoolondersteuningsprofiel

Nadere informatie

Monitor sociaal domein 2017 Aansluiting jeugdhulp en onderwijs

Monitor sociaal domein 2017 Aansluiting jeugdhulp en onderwijs Monitor sociaal domein 2017 Aansluiting jeugdhulp en onderwijs Aansluiting jeugdhulp en onderwijs 1 Gecombineerd aanbod onderwijs en zorg Per 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs ingegaan. Hiermee

Nadere informatie

Taakprofielen voortgezet onderwijs

Taakprofielen voortgezet onderwijs In dit onderdeel worden profielen weergegeven voor de taken die uitgevoerd worden ten behoeve van het ZAT in het VO. De taakprofielen zijn door het NJI Onderwijs & Jeugdzorg / LCOJ ontworpen, in het kader

Nadere informatie

BASISONDERSTEUNINGSPROFIEL BEGELEIDINGSSCHOOL (REGULIER VOORTGEZET ONDERWIJS)

BASISONDERSTEUNINGSPROFIEL BEGELEIDINGSSCHOOL (REGULIER VOORTGEZET ONDERWIJS) ONDERWIJSCONCEPT (DIALOOG OVER LEERLINGEN MET SPECIALE ONDERWIJSBEHOEFTEN, AANPASSINGEN, DIFFERENTIATIE) a. Dialoog over speciale onderwijsbehoeften 1 : Alle docenten binnen de school/afdeling kennen de

Nadere informatie

Protocol Ziekteverzuim in het basisonderwijs

Protocol Ziekteverzuim in het basisonderwijs Protocol Ziekteverzuim in het basisonderwijs 1. Kader Als je ziek bent blijf je thuis en doe je even niet mee. Incidenteel niet erg. Het wordt pas erg als het schoolziekteverzuim lang duurt of zeer regelmatig

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP R.K. BASISSCHOOL KLAVERTJE VIER

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP R.K. BASISSCHOOL KLAVERTJE VIER RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP R.K. BASISSCHOOL KLAVERTJE VIER School : R.K. basisschool Klavertje Vier Plaats : Eys BRIN-nummer : 10QB Onderzoeksnummer : 110595 Datum schoolbezoek

Nadere informatie

NJi-monitor. Reboundvoorzieningen voortgezet onderwijs 2008

NJi-monitor. Reboundvoorzieningen voortgezet onderwijs 2008 NJi-monitor Reboundvoorzieningen voortgezet onderwijs 2008 NJi-monitor Reboundvoorzieningen voortgezet onderwijs 2008 Paolo van der Steenhoven Dolf van Veen 2009 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze

Nadere informatie

De inhoud van het schoolmaatschappelijk werk

De inhoud van het schoolmaatschappelijk werk Op basis van haar onderzoek Probleemdruk en zorgstructuur in het middelbaar beroepsonderwijs pleit het Nederlands Jeugdinstituut in september 2008 voor het introduceren van het schoolmaatschappelijk werk

Nadere informatie

Met basisondersteuning in het onderwijs wordt de ondersteuning bedoeld die elke school minimaal biedt.

Met basisondersteuning in het onderwijs wordt de ondersteuning bedoeld die elke school minimaal biedt. Basisondersteuning Met basisondersteuning in het onderwijs wordt de ondersteuning bedoeld die elke school minimaal biedt. De basisondersteuning is gebaseerd op de volgende bronnen. De afspraken die de

Nadere informatie

7 Passend onderwijs. 7.1 Algemeen. 7.2 Interne begeleiding. Schoolgids 2012-2013

7 Passend onderwijs. 7.1 Algemeen. 7.2 Interne begeleiding. Schoolgids 2012-2013 7 Passend onderwijs 7.1 Algemeen Kinderen zijn nieuwsgierig en willen graag leren. Deze eigenschap hoort bij het kind zijn. Alle kinderen verdienen aandacht en zorg, maar zeker ook diegenen die moeite

Nadere informatie

Adviesteam autisme ZHZ in 2014

Adviesteam autisme ZHZ in 2014 Adviesteam autisme ZHZ in 2014 Soms heb je een casus waar je verder in wilt komen. Het kan dan goed zijn om advies vanuit een andere organisatie of juist vanuit een andere sector te krijgen. Het adviesteam

Nadere informatie

Leerlingenzorg en ZAT s in het (voortgezet) speciaal onderwijs 2010

Leerlingenzorg en ZAT s in het (voortgezet) speciaal onderwijs 2010 Monitor In deze publicatie vindt u het verslag van het eerste onderzoek naar de leerlingenzorg en zorg- en adviesteams (ZAT s) in het (voortgezet) speciaal onderwijs in Nederland. Het onderzoek is verricht

Nadere informatie

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel Opbouw presentatie Voorblad 2: Watermerk Typ hier de titel Voorblad 2: Watermerk Typ hier de titel Waarom passend onderwijs? Minder thuiszitters. Meer

Nadere informatie

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Stichting Werkplaats Kindergemeenschap. Voortgezet Onderwijs

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Stichting Werkplaats Kindergemeenschap. Voortgezet Onderwijs Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Stichting Werkplaats Kindergemeenschap Voortgezet Onderwijs Stichting Werkplaats Kindergemeenschap 2019 Inleiding Wat houdt de meldcode in? De meldcode Huiselijk

Nadere informatie

Beleidsregels (Voor)Schoolmaatschappelijk werk 2018

Beleidsregels (Voor)Schoolmaatschappelijk werk 2018 Beleidsregels (Voor)Schoolmaatschappelijk werk 2018 De Concerndirecteur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling. Gelezen het voorstel d.d. 12 mei 2017 en de daarop uitgebrachte adviezen; Gelet op

Nadere informatie

Kwaliteit ZAT! Handreiking voor zorgteam en zorg- en adviesteam (ZAT) in het primair onderwijs

Kwaliteit ZAT! Handreiking voor zorgteam en zorg- en adviesteam (ZAT) in het primair onderwijs Kwaliteit ZAT! Handreiking voor zorgteam en zorg- en adviesteam (ZAT) in het primair onderwijs Kwaliteit ZAT! Handreiking voor zorgteam en zorg- en adviesteam (ZAT) in het primair onderwijs 2010 Nederlands

Nadere informatie

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. De Poolster

Schoolondersteuningsprofiel. De Poolster Schoolondersteuningsprofiel De Poolster Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Basisondersteuning... 8 3 Deskundigheid voor ondersteuning... 9 4 Ondersteuningsvoorzieningen...

Nadere informatie