School ondersteuningsprofiel

Transcriptie

1 School ondersteuningsprofiel Schooljaar december 2015

2 Inhoudsopgave 1. Voorwoord pagina 2 2. Organisatie pagina 3 3. Basisondersteuning op Stad College pagina Mentor 3.2. Leerlingbespreking 3.3. LWOO 3.4. Planning- & organisatie uren 3.5. RT taal en rekenen 3.6. Kanjertraining 3.7. Dyslexie en dyscalculie 3.8. TV-0 indicatie 3.9. Antipest-coördinatoren IZO Externe basisondersteuning 4. Extra ondersteuning op Stad College pagina ZAT 4.2. Expertiseteam 4.3. Passend Onderwijs Almere 4.4. Externe extra ondersteuning 1 5. Bijlage 1 Ontwikkelingsperspectiefplan pagina Bijlage 2 Stoplichtgroeidocument pagina 21

3 1. Voorwoord Voor u ligt het school ondersteuningsprofiel van Baken Stad College voor het schooljaar Dit profiel is bestemd voor alle collega s werkzaam op Stad College, ouders, leerlingen en andere geïnteresseerden. Doel van dit school ondersteuningsprofiel is een beschrijving geven van de ondersteuning die wij onze leerlingen bieden. Centraal bij ons op school staat de pedagogische driehoek. Deze driehoek laat zien dat de samenwerking en afstemming van drie partijen belangrijk is om tot maximale ontwikkeling te kunnen komen van de leerling. Om deze reden willen wij graag de relaties leerkracht-kind, leerkracht-ouder en ouder-kind optimaal inzetten. De ondersteuning op school willen we zo goed mogelijk afstemmen op de vraag/behoefte van de leerling. De mentor is het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouders; de mentor is de eerstverantwoordelijke bij de begeleiding van de leerlingen van zijn of haar klas en zal voor wat betreft de begeleiding alles doen wat binnen zijn/haar mogelijkheden en het zorgaanbod van de school ligt. Als een leerling meer dan de reguliere/basis ondersteuning nodig heeft, kan deze leerling worden aangemeld voor extra ondersteuning of begeleiding binnen school. In het school ondersteuningsprofiel worden de mogelijkheden verder toegelicht. Omdat wij ervan overtuigd zijn dat de grootte van een klas mede invloed heeft op het leerproces van de individuele leerling, streven wij naar de volgende klassengroottes: 2 Onderbouw (leerjaar 1 en 2): BBL maximaal 16 leerlingen per klas KBL maximaal 24 leerlingen per klas G/TL maximaal 26 leerlingen per klas Bovenbouw (leerjaar 3 en 4): Afdeling Techniek en Zorg & Welzijn maximaal 20 leerlingen per klas Afdeling Handel en ICT maximaal 24 leerlingen per klas TL maximaal 26 leerlingen per klas Het profiel is met zorg samengesteld. Toch kan het zijn dat de inhoud vragen oproept. U kunt voor vragen contact opnemen met onze zorgcoördinator, mw. B. de Hond of met de teammanager zorg, dhr. B. Steur.

4 2. Organisatie Ondersteuningsstructuur De ondersteuningsstructuur op Stad College is als volgt georganiseerd: 3

5 3. Basisondersteuning op Stad College Met basisondersteuning wordt de ondersteuning/begeleiding bedoelt, die standaard aan alle leerlingen geboden wordt Mentor De mentor is het eerste aanspreekpunt voor ouders en leerlingen. De mentor begeleidt de leerling bij de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling en is daarnaast verantwoordelijk voor het cognitieve en sociaal-emotionele klimaat in de klas. Ondersteuning wordt dan ook op zowel klassikaal als individueel niveau geboden. Klassikaal: - Mentoruur - Kanjertraining (zie 3.6.) Individueel: 1. Sociaal-emotionele begeleiding 2. Studiebegeleiding 3. Ondersteuning van leerlingen met bijzondere kenmerken als: ADHD, Autisme, dyslexie De mentor valt onder de verantwoordelijkheid van de teamanager. De mentor informeert de teammanager over de voortgang van de leerlingbegeleiding van de leerlingen van zijn of haar klas. De mentor en de groep / klas - de mentor en de individuele leerling - Is eerste aanspreekpunt voor leerlingen - Geeft mentorlessen op het gebied van studievaardigheden en/of sociale vaardigheden - Coördineert het groepsproces - Draagt mede zorg voor een goede sfeer in de klas - Bemiddelt bij conflicten tussen leerlingen onderling - Bemiddelt bij conflicten tussen leerlingen en docenten - Bemiddelt bij belangen die spelen voor zijn/haar klas bij de teammanager - Signaleert problemen in de klas en reageert hier pro-actief op - Houdt voortgangsgesprekken met zijn/haar leerlingen - Signaleert leermoeilijkheden - Onderhoudt contacten met de interne ondersteuners en hulpverlening - Stelt zich op de hoogte van absenties, afwijkend gedrag (verwijderingen, spijbelen) - Deelt rapporten uit (voorzien van opmerking) en bespreekt de cijfers met de leerlingen - Neemt deel aan en organiseert samen met de klas buitenschoolse activiteiten (klassenavond, excursie e.d.) 4 De mentor en de ouders - Is eerste aanspreekpunt voor ouders - Zorgt voor adequate informatie over vorderingen, absentie, zorg e.d. - Organiseert / leidt informatieavond voor ouders - Nodigt ouders uit voor mentorspreekavond De mentor en de vakdocenten - Zorgt ervoor dat relevante informatie over de leerlingen wordt doorgespeeld naar vakdocenten - Onderhoudt contacten met vakdocenten die lesgeven aan de klas bij leerling besprekingen en rapportbesprekingen De mentor en de teammanager - Roept de hulp in van teammanager en de interne ondersteuningsstructuur bij ernstiger problematiek of als de mentor oordeelt dat zijn/haar begeleiding niet meer toereikend is

6 - Vult bij gebleken extra ondersteuningsbehoefte (in overleg met de teammanager/orthopedagoog) de benodigde inschrijfformulieren in en levert deze in - Schakelt de teammanager in bij grensoverschrijdend gedrag - Bespreekt het functioneren van zijn/haar klas met de teammanager De procedure omtrent het inschakelen van extra ondersteuning voor een leerling wordt verderop besproken in de ondersteuningsgids Leerlingbespreking Ondersteunings- en zorgvragen van een leerling worden besproken tijdens de leerlingbespreking. De leerlingen worden tijdens de leerlingbespreking op Stad College besproken a.d.h.v. het Kwadrant. De mentoren kunnen een leerling inbrengen waarvoor een ondersteuningsvraag bestaat; veelal zijn dit de leerlingen die in de blauwe vakjes staan. Specifiek over deze leerlingen zal er een uitwisseling plaatsvinden over de belemmerende en bevorderende factoren van de leerling en de onderwijsbehoeften die hierbij aansluiten. De leerlingbespreking leidt tot gezamenlijke afspraken en adviezen, maar ook tot vervolgstappen binnen of buiten de ondersteuningsstructuur van Stad College. Leerniveau Hoog Midden Laag 5 Werkhouding Laag Midden Hoog Kwadrant Stad College 3.3. LWOO Lwoo staat voor leerwegondersteunend onderwijs. Dit is geen aparte route binnen het vmbo, maar een extra middel binnen de leerweg die de leerling volgt. Voor lwoo moet een aparte indicatie aangevraagd worden. In de basisberoepsgerichte leerweg is de lwoo vooral terug te vinden in de kleinere klassen (max. 16 leerlingen), waardoor er meer individuele aandacht mogelijk is. De leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg draaien in principe gewoon mee met de klas, maar als ze op een bepaald gebied vastlopen wordt er uiteraard altijd naar een passende oplossing gezocht. Daarnaast hebben leerlingen met leerwegondersteuning voorrang op een plekje bij de planning- & organiseren uren en bij de RT Planning- & organisatie uren Tijdens de extra lesuren planning & organisatie worden leerlingen ondersteund in het leren leren. Een leerling kan deze ondersteuning goed gebruiken als hij/zij hulp nodig heeft bij: Planning huiswerk Agenda gebruiken Werkplanners gebruiken Organisatie spullen Woordjes leren Teksten leren

7 Werkstukken maken De planning- & organisatie uren starten in principe na periode 1 en wordt verzorgd door twee docenten. Tijdens deze uren kunnen leerlingen géén inhoudelijke vragen stellen over het maak- of leerwerk RT taal en rekenen Sinds november vorig jaar wordt er op Baken Stad College remedial teaching aangeboden aan leerlingen die rekenmoeilijkheden ervaren en aan leerlingen die gebaat zijn bij extra ondersteuning voor begrijpend lezen en het vergroten van de woordenschat (NL). De leerlingen krijgen deze ondersteuning wekelijks in kleine groepjes of individueel aangeboden, 20 minuten tijdens een lesuur. De vakdocenten van Nederlands, Taalvaardigheid, Wiskunde en Rekenen dragen hiervoor leerlingen aan Kanjertraining De kanjertraining wordt aan alle eerste klassen aangeboden in periode 1, 2 lesuren per week. De leerlingen leren elkaar tijdens deze lessen beter kennen en leren ook naar zichzelf te kijken. Thema s als vertrouwen, veiligheid, rust en wederzijds respect komen hierbij klassikaal aan de orde aan de hand van opdrachten, spelletjes en discussies. De kanjertraining wordt door twee docenten per klas gegeven Dyslexie en dyscalculie Leerlingen die dyslexie of dyscalculie hebben, mogen gebruik maken van een aantal faciliteiten. Deze worden hieronder uitgelegd. Dyslexie: Op het Baken Stad College heeft circa 10 % van de leerlingen dyslexie. Al deze leerlingen hebben op grond van deze beperking, recht op extra tijd voor toetsen. De aanduiding dat ze recht hebben op extra tijd wordt aangegeven op hun leerling pas (TV: Tijdverlenging). Verder staat op de pas een notitie over een categorie waarin zij zijn ingedeeld. Dit kan zijn categorie 1, 2 of 3. De orthopedagoog van Baken Stad College stelt vast welke aanpassingen per dyslectische leerling nodig zijn. Door indeling in een categorie is voor alle docenten en leerlingen helder op welke aanpassingen deze leerling recht heeft. Het gaat om de volgende 3 categorieën: Categorie 1 (TV1): De leerling heeft last van een tempoprobleem, dat zich uit in beduidend langzamer lezen en het minder snel verwerken van informatie. Als maatregel passen we voor deze leerling tijdverlenging toe bij toetsen en het examen. Categorie 2 (TV2): De leerling heeft zowel last van een tempoprobleem, dat zich uit in beduidend langzamer lezen en het minder snel verwerken van informatie, als een spellingsprobleem. Schrijven wat je hoort kost deze groep leerlingen veel energie. Als maatregel passen we voor deze leerling tijdverlenging toe en wordt de spelling aangepast beoordeeld (volgens afspraken binnen de secties). Categorie 3 (TV3): Dit wordt als zwaarste categorie gezien. De leerling heeft een spellingsprobleem en een tempoprobleem dat zich uit in beduidend langzamer lezen en het minder snel verwerken van informatie. Schrijven wat je hoort kost deze leerling zeer veel energie. Deze groep leerlingen is zo goed als altijd al op de basisschool met dyslexie gediagnosticeerd en heeft daar ook al gebruik gemaakt van auditieve ondersteuning. Als maatregel passen we voor deze leerlingen tijdverlenging toe, wordt de spelling aangepast beoordeeld, is er auditieve ondersteuning bij toetsen mogelijk en kunnen er in overleg luisterboeken besteld worden. 6 De dyslexiecoach De dyslexiecoach is een docent die als coach verbonden is aan een dyslectische leerling. Het doel is de leerling zo zelfstandig mogelijk te leren omgaan met dyslexie. De coach kan ondersteunen bij vragen of problemen over dyslexie. Er is geen sprake van individuele bijles. De frequentie van het

8 contact tussen dyslexiecoach en leerling hangt af van de begeleidingsbehoeften van een leerling en de zwaarte van de dyslexie (categorie). Verdere taken van de dyslexiecoach zijn: Kan lotgenotencontact organiseren tussen dyslectische leerlingen. Adviseert docenten en team in het omgaan met dyslexie. Kan helpen bemiddelen tussen leerling en vakdocent als de leerling vastloopt en er niet uitkomt met docent. Geeft tips aan de leerling en ondersteunt bij emotionele problemen betreffende dyslexie. Onderhoudt contact met de ouders indien nodig. De mentor blijft wel centrale aanspreekpunt voor ouders. Dyslexiecoach: Dhr. F. Rolwes Dyscalculie: Leerlingen waarbij dyscalculie is vastgesteld hebben, op grond van deze stoornis, recht op extra ondersteuning bij het maken van toetsen en examens. Bij de leerlingen die recht hebben op extra ondersteuning zal dit op hun leerlingpas worden aangegeven door middel van de code DC. Verder staat op de pas een aanduiding van de categorie waarin zij zijn ingedeeld. Dit kan zijn categorie 1 of 2. De orthopedagoog van Baken Stad College stelt vast welke aanpassingen per leerling met dyscalculie nodig zijn. Door indeling in een categorie is voor alle docenten en leerlingen helder op welke aanpassingen deze leerling recht heeft. Het gaat om de volgende 2 categorieën: Categorie 1 (DC1): Voor deze leerling passen we als maatregel tijdsverlenging toe (bij de examens en t/m leerjaar 4 bij toetsen). Categorie 2 (DC2): Als maatregel passen we voor deze leerling tijdsverlenging toe (zie DC 1) en het gebruik van een rekenkaart bij toetsen (leerjaar 1 en 2 en afbouw van het gebruik in leerjaar 3). 7 De dyscalculiecoach De dyscalculiecoach is een docent, die als coach verbonden is aan een leerling met dyscalculie. Het doel is de leerling zo zelfstandig mogelijk te leren omgaan met dyscalculie. De coach kan ondersteunen bij vragen of problemen over dyscalculie. Hierbij kan extra ondersteuning worden geboden op het gebied van rekenen. De frequentie van het contact tussen dyscalculiecoach en leerling hangt af van de begeleidingsbehoeften van een leerling en de zwaarte van de dyscalculie (categorie). Verdere taken van de dyscalculiecoach zijn: Kan lotgenotencontact organiseren tussen leerlingen met dyscalculie. Adviseert docenten en team in het omgaan met dyscalculie. Kan helpen bemiddelen tussen leerling en vakdocent als de leerling vastloopt en er niet uitkomt met docent. Geeft tips aan de leerling en ondersteunt bij emotionele problemen betreffende dyscalculie. Onderhoudt contact met de ouders indien nodig. De mentor blijft wel centrale aanspreekpunt voor ouders. Dyscalculiecoach: Mevr. M. Renkema 3.8. TV-0 indicatie Voor leerlingen die om een andere reden dan dyslexie en dyscalculie behoefte hebben aan tijdverlenging, kunnen hiervoor de code TV 0 krijgen. Deze code kan o.a. toegekend worden aan leerlingen met de diagnose AD(H)D, ASS en TOS Antipest-coördinatoren Op school zijn twee antipest-coördinatoren aanwezig. Voor meer informatie verwijzen wij u door naar het antipestprotocol, te vinden op de website van Stad College.

9 3.10. IZO Het IZO staat voor Intern Zorg Overleg. Dit is een laagdrempelig overleg waarbij het expertiseteam van school leerlingen anoniem bespreekt met de jeugd maatschappelijk werkster en de GGDverpleegkundige. Leerlingen die besproken worden baren ons zorgen, maar nog niet dusdanig dat dit direct met ouders opgepakt dient te worden. Uit dit overleg komen tips/acties naar voren om weer verder te kunnen. Indien nodig wordt dit opgepakt met ouders. Het IZO is één keer in de twee weken Externe basisondersteuning Oké op school Oké op school biedt trainingen aan voor leerlingen die bijvoorbeeld snel afgeleid zijn of last hebben van faalangst. De trainingen en de gesprekken worden geboden door professionele jeugdhulpverleners van Vitree. Per training is er wekelijks een bijeenkomst. De duur van de trainingen varieert van 8 tot 12 weken. De training start wanneer er voldoende aanmeldingen zijn binnen gekomen en wordt gegeven op de school waar de meeste aanmeldingen vandaan komen. De aanmelding voor Oké-op-school verloopt vanuit school, via mentor en teammanager. Er zijn geen kosten verbonden aan Oké-op-school. Ouders worden actief betrokken bij de training van hun zoon / dochter. De trainingen: Schoolse vaardigheden Sociale vaardigheden Faalangstreductie Pink Perfect Concentreren kun je leren Rots en Water 8 Meer informatie over deze trainingen is te vinden op Jongeren Maatschappelijk Werk Aan onze school is een Jongeren Maatschappelijk Werker verbonden (JMW). Zij kan gesprekken voeren met leerlingen en evt. ouders wanneer er problemen buiten school of thuis spelen. JMW kan hiermee een brug slaan tussen school en thuis. Er is nauw contact tussen JMW en het expertiseteam, zo is JMW ook aanwezig bij het IZO (zie 3.10.). GGD-verpleegkundige De GGD-verpleegkundige is ook aanwezig bij het IZO (zie 3.10.). Zij kan laagdrempelige gesprekken voeren met leerlingen die milde gezondheidsklachten ervaren en samen oplossingen daarvoor bedenken.

10 4. Extra ondersteuning op Stad College Met extra ondersteuning wordt de ondersteuning/begeleiding bedoelt, die specifiek wordt aangeboden aan leerlingen die meer nodig blijken te hebben dan de basisondersteuning ZAT Het ZAT staat voor Zorg Advies Team. In dit team zit het expertiseteam van school, GGD-arts, leerplichtambtenaar, GGZ (Fornhese) en Samen Veilig (wijkteam). Het ZAT komt één keer per maand samen op school. De zorgen rondom leerlingen die in het ZAT besproken worden zijn vaak al in een gevorderd stadium. Voordat leerlingen in deze vergadering besproken kunnen worden, moet er een akkoord van ouders komen. De tips/adviezen vanuit het ZAT worden via de mentor terug gecommuniceerd naar ouders Expertiseteam Het expertiseteam van Stad College bestaat uit drie personen; een leerlingbegeleider en twee orthopedagogen. Eén van de orthopedagogen is deels ook leerlingbegeleider en de andere is deels ook zorgcoördinator. Het expertiseteam sluit bij zowel het IZO als het ZAT aan (zie en 4.1.). Leerlingbegeleiding Dhr. E. de Bruin is leerlingbegeleider op Stad College. Samen met orthopedagoge C. Haverkort begeleidt hij leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben, dan dat een mentor kan bieden. Er kunnen o.a. belemmerende factoren ontstaan op didactisch gebied, gedrag, sociaal-emotioneel functioneren en in de thuissituatie. Wanneer dit de ontwikkeling van de leerling dusdanig in de weg gaat staan, kan de leerlingbegeleider deze leerling ondersteuning bieden waar nodig. De aanmelding voor leerlingbegeleiding komt altijd voort uit het advies van het ZAT (zie 4.1.). De leerlingbegeleiding start altijd met een intakegesprek met de leerling, ouders en de mentor(en). Tijdens dit gesprek wordt het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) ingevuld (zie bijlage 1). In dit plan komt o.a. te staan welke aanpak voor de leerling werkt (en welke niet), wat de bevorderende en belemmerende factoren op dat moment zijn in het leven van de leerling en welke aan welke doelen gewerkt zal worden tijdens de begeleiding. De leerling zal op een vast moment in de week langs komen bij de leerlingbegeleider om de week door te nemen en om te kijken hoe het met de te behalen doelen staat. Dit laatste kan a.d.h.v. een gesprek, of voor de leerlingen die meer visueel zijn ingesteld zijn a.d.h.v. het stoplichtgroeidocument (zie bijlage 2). Uiteraard kan een leerling op elk moment dat hij vast loopt langs komen voor ondersteuning. Er wordt goed contact onderhouden met ouders via mail en telefoon en één keer in de 6-8 weken is er een voortgangsoverleg. Daarnaast gaat de leerlingbegeleider regelmatig observeren in de klas. Zo ontstaat er een beeld van het gedrag van de leerling, klas en de docent. Indien er problemen zijn tussen de leerling en een docent, die niet onderling opgelost kunnen worden, kan de leerlingbegeleider een mediërende rol spelen. 9 Agressie Reductie Training Agressie Reductie Training (ART) leert leerlingen hun boosheid te herkennen en daar op een andere manier mee om te gaan. Op het gebied van sociale vaardigheden, impulscontrole en moreel besef is vaak nog veel winst te boeken bij deze leerlingen. De ART bestaat uit 3 trainingsonderdelen welke tijdens de 10-weekse training terugkeren: De boosheidscontrole training waar agressief gedrag wordt afgeleerd. De sociale vaardigheidstraining waar nieuw sociaal gedrag wordt aangeleerd. De training moreel redeneren leert de leerling minder egocentrisch te redeneren en andere keuzes te maken. De training wordt op school door de leerlingbegeleider aangeboden. De groepsgrootte is max. 8 leerlingen.

11 Orthopedagoog De orthopedagoog, Mevr. C. Haverkort, begeleidt ook leerlingen (zoals hierboven beschreven). Daarnaast adviseert en denkt zij mee met mentoren en lesgevende docenten. De orthopedagoog is verder verantwoordelijk voor het aanvragen van de lwoo indicaties, het uitvoeren van intelligentie- en dyslexie onderzoeken en het toekennen van tijdverlenging aan leerlingen met een indicatie. Zorgcoördinator Mevr. B. de Hond is orthopedagoog en zorgcoördinator op Stad College. Bij haar worden gesignaleerde knelpunten in de interne ondersteuning/begeleiding gemeld en zij geeft relevante ontwikkelingen in de externe zorg door aan de betrokkenen. De zorgcoördinator is betrokken bij en heeft overzicht van alle zorgdossiers en denkt hierin mee voor passende oplossingen intern en extern. De Zorgcoördinator is voorzitter van het ZAT en IZO (zie en 4.1.). Hier vanuit kan zij doorverwijzen naar Jongeren Maatschappelijk Werk of de GGD-verpleegkundige (Zie 3.11.) Stad College zal al het mogelijke doen om leerlingen de ondersteuning en begeleiding te bieden die zij op school nodig hebben. Mocht echter blijken dat de ondersteuningsstructuur onvoldoende aansluit op de begeleidingsbehoefte van de leerling, dan kan onderzocht worden of een andere school een meer passende ondersteuningsstructuur heeft. Mocht het regulier onderwijs geen passende ondersteuning kunnen bieden, dan kan de mogelijkheid van een onderwijsplaats op het Speciaal onderwijs onderzocht worden. Voor een dergelijke plaatsing is een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. Een dergelijke verklaring kan pas aangevraagd worden als blijkt dat de mogelijkheden van het regulier onderwijs uitgeput zijn. De zorgcoördinator zal in samenwerking met ouders en de mentor een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) aanvragen bij Passend Onderwijs Almere. Wanneer deze TLV wordt toegekend, heeft de leerling recht op speciaal onderwijs Passend Onderwijs Almere Ouders, maar ook mentoren en andere betrokkenen van school kunnen advies inwinnen bij Passend Onderwijs Almere ( Consulenten kunnen meedenken in casussen waarin school en ouders vastlopen. Dit kan een eenmalig advies zijn, of een traject. 10 Daarnaast is Passend Onderwijs Almere verbonden aan Stad College door het verzorgen van trainingen en voorlichting. Dit schooljaar volgt een groep mentoren de training Waarnemen & Begrijpen, waarin ze leren een onderzoekende houding aan te nemen Externe extra ondersteuning GGZ School werkt nauw samen met GGZ Fornhese en Randstad. Via de huisarts kan een leerling doorverwezen worden naar GGZ voor onderzoek of begeleiding/behandeling. Wanneer leerlingen hier een traject lopen, zal school met toestemming van ouders- van de belangrijkste zaken op de hoogte gesteld worden. GGZ Fornhese sluit maandelijks aan bij het ZAT (zie 4.1.). Samen Veilig Ook de Wijkwerker Jeugd zit vanuit Samen Veilig in het ZAT (zie 4.1.). Ouders kunnen de wijkwerker zelf benaderen bij problemen met hun kind; school kan signalen hiervan ook doorgeven. De wijkwerker kan echt in de thuissituatie kijken en meedenken. Deze hulpverlening kan vrijwillig aangevraagd worden. Veilig Thuis Wanneer een leerling zich in een benarde of onveilige thuissituatie bevindt en ouders staan niet open voor hulpverlening, dan kan school contact opnemen met Veilig Thuis. Zij kunnen met school beoordelen of er al dan niet actie ondernomen dient te worden. Elk kind heeft tenslotte recht op een veilig thuis.

12 BIJLAGE 1 Ontwikkelingsperspectiefplan Baken Stad College Deel 1a (Invullen door mentor in samenspraak met de leerling en de ouders) Datum invullen Ingevuld door Algemene gegevens leerling: Naam Adres Postcode Geboortedatum Klas + mentoren Schoolloopbaan Lwoo Dyslexieverklaring Ja Nee Ja Nee Diagnose (medisch/ggz) Medicatie Nee Ja : Gezag Gezinssamenstelling Ouders op te hoogte Ja Nee Culturele achtergrond / religie Relevante informatie vorige schooljaren Relevante life-events 11 Zorgdefiniëring: Wat is er aan de hand? Hoe lang spelen de zorgen? Waarom wordt deze leerling nu aangemeld voor deze zorgen? Tijdens welke lessen vertoont de leerling het gedrag? Welke verklaring hebben: Leerling Ouders Mentor

13 Welke factoren bevorderen en belemmeren de ontwikkeling en het leren van de leerling? Bevorderende/protectieve factoren (wat is helpend?) Belemmerende/risico factoren (wat remt de ontwikkeling?) Cijfermatig Gedrag in de klas Cognitief (IQ) Sociaal en emotioneel Lichamelijk en uiterlijk Klas School (aansluiting bij leerling) Gezin Vrije tijd Uitstroomperspectief MBO Niveau 1 MBO Niveau 2 MBO Niveau 3 MBO Niveau 4 Extra ondersteuning buiten school: 0 Maatschappelijk Werk 0 Bureau Jeugdzorg/Samen Veilig 0 IPT/IOG/PPG/GGV 0 OTS (Onder toezichtstelling) / (Gezins)voogd 0 24 uurs opvang: 0 Oké op school 0 Individuele therapie: 0 Anders Waar: Wie: Start: Eind: 12 Wat is er al ondernomen en met welk resultaat door? (positief en negatief) Mentor Evt. Externe instanties Wat is de hulpvraag van de. Leerling Ouders Mentor ZAT-notulen en afspraken: In overleg, zie exceldocument.

14 Deel 1b (Invullen door de leerling en de ouders/verzorgers) Akkoordverklaring Ondergetekende(n), de heer en/of mevrouw : Zijnde de wettelijke vertegenwoordiger(s) van hun kind (naam) Verklaren : (doorstrepen wat niet van toepassing is) wel / niet akkoord te gaan dat hun zoon/dochter in het ZorgAdviesTeam van Baken Stad College besproken wordt. wel / niet akkoord te gaan dat hun zoon/dochter indien nodig - gesprekken heeft met de Wijkwerker Jeugd (gemeente Almere). wel / niet akkoord te gaan met het opvragen en delen van die gegevens, die van belang zijn voor een goede afstemming van advies en begeleiding voor hun zoon/dochter op het Baken Stad College. Deze gegevens kunnen worden opgevraagd bij de volgende instantie(s) : 1. Geestelijke-Gezondheids-Zorg (GGZ)/ jeugdgezondheidszorg (GGD) 2. (jongeren) maatschappelijk werker / wijkteam in de wijk waarin leerlingen woonachtig is Leerplicht 4. wel / niet akkoord te gaan met het opvragen en delen van die gegevens bij een evt. andere instantie(s) : naam instelling : contactpersoon : Opmerkingen : Handtekeningen : Wettelijk vertegenwoordiger Wettelijk vertegenwoordiger Leerling (vanaf 16 jaar) 1 e : * (ondergetekende, treedt ook op namens andere wettelijk vertegenwoordiger) 2 e : 3 e : Almere, 201..

15 Aanmeldingsformulier Ouders Zorg Advies Team (ZAT) Stad College Wat is de kijk van de ouders/verzorgers op het gedrag op school? Hoe gaat het met de leerling in de thuissituatie? 14 Zijn er verdere bijzonderheden in de thuissituatie (financieel, ziekte gezinsleden, enz.)? Zijn er medische bijzonderheden die van invloed kunnen zijn op het gedrag (medische omstandigheden, medicijngebruik, stoornissen, handicaps enz.)? Hoe is de omgang met vrienden/vriendinnen? Hoe wordt vrije tijd besteed?.

16 Aanmeldingsformulier Leerling Zorg Advies Team (ZAT) Stad College Wat vind je goed gaan op school/ waar ben je tevreden over? Wat vind je dat er beter kan gaan?. Hoe voel je je op school? Omcirkel op deze schaal welk cijfer bij jou past. De schaal loopt van 1 tot 10. Een 1 betekent dat je je slecht voelt, een 5 dat je je redelijk voelt en een 10 betekent dat je je goed voelt. I I I I I I I I I I Slecht Goed Leg uit waarom je dit cijfer hebt gekozen. 15

17 Deel 2 (Invullen door Plus, bij intake) Psychologische gegevens Instrument: Datum: Afgenomen door: IQ: TIQ VIQ/RS PIQ/PS Profiel en interpretatie intelligentieonderzoek: (Kinderpsychiatrisch) onderzoek: Instantie: Datum: Classificatie DSM-IV AS I: AS II: AS III: AS IV: AS V: GAF 16 Conclusie onderzoek: Medische diagnose: Instantie: Datum: Diagnose: Conclusie onderzoek: In onderzoek: ja/nee Instantie: Datum:

18 De Begeleiding Aandachtpunten voor de begeleiding Benadering van docent Aanbieden van de leerstof Relatie met medeleerlingen Overige aandachtspunten Handelingsadviezen / ondersteuningsbehoeften Korte termijn doelen (per periode) Lange termijn doelen (per schooljaar) Actie De leerling De mentor Docenten Plus/leerlingbegeleiders Ouders Teammanager Wat heeft de leerling nodig om deze doelen te bereiken? Wie doet wat? 17 Samenwerking met anderen Is er nog hulp buiten de school nodig voor de leerling en/of de ouders? Zo ja: welke? 1. 2.

19 Deel 3 Evaluatie begeleiding (Invullen door Plus) Voortgangsgesprek met leerling, ouders, mentor Datum Afspraken Evaluatie korte termijn doelen (per periode) Datum Uitkomst

20 Evaluatie lange termijn doelen (per schooljaar) Datum Uitkomst Deel 4. Gespreksverslagen 19

21 BIJLAGE 2 Stoplichtgroeidocument 20