Inleiding. Veel succes!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inleiding. Veel succes!"

Transcriptie

1 Inleiding In dit boekje staan de belangrijkste, algemene vaardigheden die je in de Tweede Fase nodig hebt. Iedere vaardigheid is verdeeld in een aantal stappen. Die stappen zijn stuk voor stuk eenvoudig uit te voeren. Bij de inhoudsopgave zie je dat we de vaardigheden in verschillende soorten hebben onderverdeeld. Zo staan er in dit boekje: vaardigheden voor bepaalde leertaken, om samen een opdracht uit te voeren enzovoort. Dit boek is geen leerboek dat je van begin tot eind bestudeert. Dit boekje pak je steeds om te kijken hoe je allerlei taken uitvoert. Gebruik dit boek zoals je een gebruiksaanwijzing of een kookboek gebruikt: je zoekt erin op hoe je iets moet aanpakken. Veel succes! 1

2 Inhoud Taken aanpakken 1. Hoe leer ik een tekst? Hoe maak ik een samenvatting? Hoe leer ik begrippen? Hoe leer ik woordjes? Hoe los ik contextproblemen bij exacte vakken op? Hoe beantwoord ik redeneervragen? Hoe analyseer ik een afbeelding? Plannen 8. Hoe plan ik voor de korte termijn? Hoe plan ik voor de lange termijn? Controleren 10. Leer ik wel op de goede manier? Wat kan ik leren van een toets? Inzet op peil houden 12. Hoe houd ik mijn aandacht er bij? Hoe blijf ik gemotiveerd? Samenwerken 14. Hoe voeren we samen een taak uit? Hoe nemen we samen een besluit? Hoe kan ik goed luisteren? Hoe geef ik commentaar? Hoe ontvang ik commentaar Hoe los ik communicatieproblemen op?

3 1. Hoe leer ik een tekst? Een tekst leer je niet door die één, twee of zelfs drie keer door te lezen. Teksten leer je alleen maar door er actief mee om te gaan. Actief wil zeggen dat je verschillende manieren gebruikt om met de tekst te werken. Hieronder staan de stappen waaruit deze vaardigheid bestaat. Deze stappen kun je uiteraard bij iedere tekst die je gaat leren, gebruiken. 1 Wat moet ik straks kennen en kunnen? Als je een tekst moet leren, vraag je je af wat je zogenoemde leerdoel is. Kennen: je moet bijvoorbeeld de belangrijkste feiten kennen. Kunnen: je moet bijvoorbeeld verbanden aan kunnen tonen of extra voorbeelden kunnen geven. Houd ook rekening met het soort vragen dat je docent graag stelt. 2 Wat zijn mijn zwakke kanten bij deze taak? Bijvoorbeeld: je let meestal teveel op de bijzaken en de grote lijn verlies je uit het oog. Ken je je eigen zwakke plekken niet, praat er dan over met je docent of neem een paar toetsen en bekijk die eens goed met behulp van vaardigheid Neem deze leertaak in je planning op Door een planning te maken krijg je overzicht over wat je nog moet doen en hoeveel tijd dat kost. Zie vaardigheid 8 en 9. 4 Waar kan ik het bij gebruiken? Probeer te bedenken waar je deze leertaak bij kunt gebruiken. Het wordt misschien bij een toets gevraagd, of je gebruikt het bij een werkstuk. 5 Bekijk eerst globaal de gehele tekst Daarbij let je alleen op: - titel; - kopjes; - onderstreepte of schuin- of vetgedrukte tekst; - illustraties; - puntsgewijze (1,2, 3,.., onderverdeling. 6 Maak een startschema Centraal staat de titel, met daaromheen de kopjes of de belangrijkste begrippen. 7 Wat weet ik hier al van? Oftewel: je voorkennis activeren. Het is altijd belangrijk dat je je afvraagt wat je al weet van iets wat je gaat leren. Vertel dat aan jezelf. Zo laat je namelijk nieuwe kennis aansluiten op oude kennis. Daardoor onthoud je beter. 3

4 8 Waar gaat het over, denk je? Stel jezelf de 5 'w' vragen: wie, wat, waar, wanneer en waarom. 9 Lees nu pas de tekst goed door Een goede manier is de eerste en de laatste zin van iedere alinea te lezen en te voorspellen wat er in de tussenliggende zinnen staat. Kijk of je voorspelling klopt door daarna de hele alinea te lezen. Let altijd op woorden die snel de weg wijzen. Bijvoorbeeld: ten eerste, ten tweede, ten slotte, maar, echter en bovendien. 10 Haal het belangrijkste uit de alinea's en maak hiervan per alinea een schemaatje Let daarbij altijd op kernwoorden. Vertel jezelf waarom je iets belangrijk vindt. 11 Maak een volledig schema Voeg alle schemaatjes samen, je zult zien dat je dan verbanden kunt leggen. 12 Begrijp ik de stof? Tijdens het leren bekijk je of je snapt waar het over gaat. Probeer steeds kort, in je eigen woorden, samen te vatten wat je per alinea hebt gelezen. Bekijk wat je wel of niet snapt. 13 Welke vragen kan ik bij een toets verwachten? Wat voor soort vragen zou je docent bedenken? Kun je die vragen ook beantwoorden? Stel jezelf een aantal van de volgende vragen. a. Kennisvragen Hoeveel is...? Wat is...? Wat betekent...? Wie...? Wanneer...? Waar...? Noem een eigenschap van... Wat zijn de kenmerken van...? b. Inzichtsvragen Hoe komt het dat...? Wat is het gevolg van...? Wat is de oorzaak van...? Wat gaat meestal vooraf aan...? Wat gebeurt er als...? Wat volgt er meestal op...? Hoe verklaar je dat...? Wat is het verband tussen... en...? Waarom...? Wat is het verschil tussen... en...? Wat is de overeenkomst tussen... en...? c. Toepassingsvragen Waarmee moet je rekening houden als...? Waar moet je op letten bij...? Hoe kun je voorkomen dat...? Hoe kun je bereiken dat...? Is.belangrijk voor... Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? Gebruik deze regel bij de volgende zinnen... Laat zien dat... Bereken... Een andere krachtige manier om te controleren of je de tekst kent, is het navertellen van de tekst aan de hand van je schema, dus zonder de tekst erbij! Als het goed is, kun je nu uitleggen aan iemand die de tekst niet kent: waar het over gaat en wat de belangrijkste zaken uit de tekst zijn. 4

5 14 Ken ik nog niet alles? Maak een lijstje van de dingen die je nog niet snapt. Besteed daar extra aandacht aan door: - aan iemand exact te vertellen wat je niet begrijpt, daardoor wordt je probleem helderder; - die stukken tekst nog eens goed door te lezen; - aan een klasgenoot te vragen hoe het zit; - aan je docent uitleg te vragen. 15 Leer ik wel op de goede manier? De manier waarop je leert kun je beoordelen met vaardigheid Wat kan ik leren van een toets? Van je fouten kun je veel leren. Gebruik vaardigheid 11. Heb je goed gescoord, dan kun je daarvan ook leren. Hoe kwam dat? 17 Houd je aandacht erbij Als je je niet kunt concentreren: vaardigheid 12 geeft een stappenplan om daar iets aan te doen. 18 Houd er zin in Door je af te vragen waarvoor je leert, of door succes kun je jezelf motiveren. Zie vaardigheid 13. 5

6 2. Hoe maak ik een samenvatting? Er bestaan verschillende soorten samenvattingen. Voor jezelf: -bij het leren van een toets; -omdat je de leerstof later nog nodig hebt. Voor anderen, bijvoorbeeld als je samen een project uitvoert. Voor het vak Nederlands op je eindexamen. We behandelen hier het maken van een samenvatting voor jezelf en voor anderen. Hieronder staan de stappen waaruit deze vaardigheid bestaat. Deze stappen kun je uiteraard bij iedere tekst die je gaat samenvatten, gebruiken. 1 Wat moet ik straks kennen en kunnen? Bijvoorbeeld: je wilt voor jezelf een samenvatting maken die je later nog nodig hebt. 2 Wat zijn mijn zwakke kanten bij deze taak? Bijvoorbeeld: je samenvatting bevat te weinig informatie waardoor je later bij het leren ervan, de oorspronkelijke tekst weer door moet werken. 3 Neem deze taak eventueel in je planning op Door een planning te maken krijg je overzicht over wat je nog moet doen en hoeveel tijd dat kost. Zie vaardigheid 8 en 9. 4 Waar kan ik het bij gebruiken? Probeer te bedenken waar je deze leertaak bij kunt gebruiken. Bij een toets of een project? 5 Neem je schemaatjes van iedere alinea In vaardigheid 1 'Hoe leer ik een tekst?' stap 10, heb je gezien dat je per alinea van een tekst een schemaatje maakt. Die schemaatjes kun je nu prima gebruiken. 6 Verander ieder schemaatje in een paar zinnen Het centrale begrip van ieder schema is het kopje boven iedere alinea. Schrijf de verschillende kernwoorden in een logische volgorde, zodat de samenhang goed duidelijk wordt. Gebruik daarbij verbindingswoorden als: omdat, immers, daardoor, want, het gevolg is... Zie de voorbeelden hiernaast... 7 Controleer de samenvatting Staan alle kern begrippen uit de schema's in de samenvatting? Lees je samenvatting hardop aan jezelf voor. 8 Geef de samenvatting een titel en vermeld de bron en de datum 9 Leer ik wel op de goede manier? Je manier van leren kun je beoordelen met vaardigheid 10. 6

7 10 Wat kan ik leren van een toets? Van je fouten kun je veel leren. Gebruik vaardigheid 11. Heb je goed gescoord, dan kun je daarvan ook leren. Hoe kwam dat? 11 Houd je aandacht erbij Als je je niet kunt concentreren: vaardigheid 12 geeft een stappenplan om daar iets aan te doen. 12 Houd er zin in Door je af te vragen waarvoor je leert, of door een succes, kun je jezelf motiveren. Zie vaardigheid 13. 7

8 3. Hoe leer ik begrippen? Hieronder staan de stappen waaruit deze vaardigheid bestaat. Deze stappen kun je uiteraard altijd bij het leren van woorden en begrippen toepassen. 1 Wat moet ik straks kennen en kunnen? Wat wordt je precies gevraagd? Moet je de definitie globaal of letterlijk kennen? Of moet je het begrip in een groter verband kunnen toepassen? 2 Wat zijn mijn zwakke kanten bij deze taak? Bijvoorbeeld: Je vraagt je niet af wat je docent bij een toets zal vragen. 3 Neem deze leertaak in Je planning op Door een planning te maken krijg je overzicht over wat je nog moet doen en hoeveel tijd dat kost. Zie vaardigheid 8 en 9. 4 Verdeel het begrip in lettergrepen Een moeilijk woord kun je makkelijker begrijpen door het in onderdelen te bekijken. 5 Wat weet ik hier al van? Oftewel: Je voorkennis activeren. Hierdoor laat je nieuwe kennis aansluiten op oude kennis. Daardoor onthoud je beter. 6 Zoek de definitie op De definitie van een woord maakt al meer duidelijk. Probeer die in je eigen woorden uit te leggen. 7 Maak een schema of begrippennet Een begrippennet is een prima hulpmiddel om actief te leren. Zo maak je een begrippennet: Koppelen. Kijk of je een verband kunt leggen met begrippen die je al kent. Bedenk een plaatje. Probeer bij het begrip in gedachten een plaatje te maken. Of maak er een tekeningetje van. Beelden kun je namelijk makkelijk onthouden. Gebruik je zintuigen. Soms kun je bij begrippen een voorstelling maken hoe iets ruikt, voelt of smaakt. Emoties. Stel je voor welke emoties bij een begrip kunnen passen. 8 Ken ik alles goed? Het is altijd van belang om te controleren wat je hebt geleerd. Een krachtige manier om te controleren of je begrippen kent, is het definiëren van het begrip aan de hand van het gemaakte schema. 8

9 9 Leer ik wel op de goede manier? Je manier van leren kun je beoordelen met vaardigheid Wat kan ik leren van een toets? Van je (leer fouten kun je veel leren. Gebruik vaardigheid Houd Je aandacht erbij Als je je niet kunt concentreren: vaardigheid 12 geeft een stappenplan om daar iets aan te doen. 12 Houd er zin in Door je af te vragen waarvoor je leert, kun je jezelf motiveren. Zie vaardigheid 13. 9

10 4. Hoe leer ik woordjes? Deze vaardigheid gaat over het leren van woordjes in een vreemde taal. Hieronder staan de stappen waaruit deze vaardigheid bestaat. Deze stappen kun je uiteraard altijd bij het leren van woordjes toepassen. 1 Wat moet ik straks kennen en kunnen? Wat wordt je precies gevraagd? Moet je de uitspraak kennen, de schrijfwijze, Engels - Nederlands of Nederlands - Engels, of allebei? 2 Wat zijn mijn zwakke kanten bij deze taak? Bijvoorbeeld: je denkt al gauw dat je het aardig kent, maar je controleert jezelf niet. 3 Verdeel de woordjes in gelijksoortige, kleine groepjes Bijvoorbeeld vijf zelfstandige naamwoorden bij elkaar. 4 Leer niet teveel woordjes In één keer Het werkt niet goed als je veel woordjes achter elkaar leert. Maximaal 20 per keer of per dag leert optimaal. 5 Spreek het woord eerst hardop uit Luister kritisch naar je uitspraak. 6 Ken ik de betekenis van het woord? Als je de betekenis niet kent, zet je een van de volgende stappen: Probeer de betekenis van het woord te raden aan de hand van de context. Stop niet met lezen als je een moeilijk woord tegenkomt. Je zult zien dat er andere woorden volgen die je helpen het onbekende woord te herkennen. Herken je het woord of delen van het woord in een andere taal? 'Expliquer' kun je afleiden van het Engelse 'to explain'. Delicious in het Engels, lijkt op delicieux in het Frans en op delicatesse in het Nederlands. Maak met het woord een schema of begrippennet. Het verankeren van een woord in je geheugen gebeurt het beste door het te verbinden met andere woorden. Zie het voorbeeld op de volgende pagina. Verzin een ezelsbruggetje. 7 Na de uitspraak en betekenis leer je de spelling Bedek de woorden uit de vreemde taal die je gaat leren. Spreek het Nederlandse woord uit en schrijf daarna het te leren woord op. Spreek het woord uit nadat je het opgeschreven hebt. Controleer het geschreven woord en onderstreep eventuele fouten. Probeer een ezelsbruggetje te verzinnen bij een fout. De Franse uitgang 'eau' onthoud je bijvoorbeeld door: 'een akelige uitgang'. 10

11 8 Ken ik alles goed? Overhoor de woordjes in een wisselende volgorde. 9 Bekijk je manier van leren Je manier van leren kun je beoordelen met vaardigheid Beoordeel je manier van leren na een toets Van je fouten kun je veel leren. Gebruik vaardigheid Houd je aandacht erbij Als je je niet kunt concentreren: zie vaardigheid Houd er zin in Door je af te vragen waarvoor je leert, kun je jezelf motiveren. Zie vaardigheid

12 5. Hoe los ik contextproblemen bij exacte vakken op? 'Weten wat je moet doen als je niet weet wat je moet doen.' Verhaaltjessommen bij bijvoorbeeld wiskunde, natuurkunde of economie zijn vaak lastig. Je ziet niet meteen wat voor soort opgave je hebt. Het is belangrijk dat je dan niet terugschrikt van de opgave, maar heel veel aandacht aan de voorbereiding besteedt. Door uitvoerig alle gegevens te bekijken en daarmee nieuwe te maken, kom je steeds een stapje verder. Een tekening helpt je bij het vinden van nieuwe gegevens. Uiteindelijk vind je dan de oplossing. 1 Maak een tekening Denken in plaatjes gaat vaak ook beter dan denken in woorden. 2 Zet alle gegevens in de tekening Je kunt dan zien welke gegevens je zelf nog kunt bedenken. 3 Maak van ieder gegeven een begrippen net Schrijf alles op wat je ervan weet. Bij het oplossen van dit soort problemen weet je niet meteen in welke richting je de oplossing moet zoeken. Door begrippen te omschrijven, werk je systematisch alle mogelijkheden af. 4 Maak ook rondom de onderdelen van de vraag begrippennetten 5 Bedenk of je zo'n soort som al eens eerder hebt gemaakt Misschien herinner je je dan ook weer welke methode je kunt gebruiken voor de oplossing. Wat zijn je zwakke kanten bij dit soort sommen? En je sterke? 6 Probeer uit twee gegevens een nieuwe maken Het geheim van het oplossen van dit soort problemen is niet dat je meteen de oplossing ziet, maar dat je door stap voor stap verder te werken zoveel gegevens verzamelt en combineert, dat ineens de oplossing tevoorschijn komt. Je zult verrast zijn hoe goed je problemen kunt leren oplossen zonder wiskundeknobbel. 7 Werk door combineren van gegevens naar een oplossing Je zult niet meteen zien wat je hebt aan een gegeven. Het combineren van twee van zulke gegevens blijkt vaak ineens een belangrijke stap naar de uiteindelijke oplossing te zijn. 8 Controleer je antwoord met een schatting of door het in te vullen 9 Leer ik wel op de goede manier? Je manier van leren kun je beoordelen met vaardigheid Wat kan ik leren van een toets? Van je leer fouten kun je veel leren. Gebruik vaardigheid

13 11 Houd je aandacht erbij Als je je niet kunt concentreren: vaardigheid 12 geeft een stappenplan om daar iets aan te doen. 12 Houd er zin in Door je af te vragen waarvoor je leert, kun je jezelf motiveren. Zie vaardigheid

14 6. Hoe beantwoord ik redeneervragen? Een redeneervraag begint vaak met: 'Leg uit...' of 'Verklaar hoe...' of 'Geef het verband aan tussen...' Vrijwel altijd kun je dan spreken van een oorzaak en een gevolg. Als je het verband daartussen niet meteen helder hebt, kun je dat vinden door systematisch al je kennis over het onderwerp af te zoeken. Dat betekent dat je rustig alle stappen moet uitvoeren en er net zo lang mee doorgaat tot je wel een verklaring hebt. Bij dat zoeken maken we gebruik van het tekenen van uitgebreide begrippennetten. Voorbeelden: a. Geef aan waarom het verhogen van de overheidsuitgaven kan leiden tot het afnemen van de investeringen. b. Leg uit waarom je voor het verdunnen van geconcentreerd zwavelzuur met water, geen water bij het zwavelzuur mag doen, maar wel zwavel zuur bij water. 1 Zet de oorzaak links en het gevolg rechts Bij redeneervragen is er vaak een begin en een eind te ontdekken. a. Oorzaak: verhogen overheidsuitgaven Gevolg: afnemen investeringen b. Oorzaak: water bij zwavelzuur Gevolg: gevaar 2 Maak rond beide begrippen een begrippen net Een verklaring bestaat meestal uit een aantal tussenstappen waarmee je van de oorzaak naar het gevolg kunt komen. Als je die tussenstappen niet meteen ziet, kun je die vinden door systematisch alle begrippen te gaan bekijken die direct met de oorzaak samenhangen. Dat doe je ook voor het gevolg. Vaak zie je dan al de gevraagde verklaring. 3 Maak voor leder overig begrip in de gegevens een begrippen net Naast de oorzaak en het gevolg kunnen nog andere gegevens genoemd zijn. Door daarvoor ook een begrippennet te maken, heb je nog meer kans dat je de stappen ziet die oorzaak en gevolg met elkaar verbinden. 4 Breid die begrippennetten zoveel mogelijk uit Wees niet tevreden met één begrippennet. Als je dat gemaakt hebt, kun je voor ieder begrip dat je genoteerd hebt, ook weer een begrippennet maken. 14

15 5 Probeer delen van die begrippen netten te combineren tot nieuwe gegevens Neem bij twee begrippennetten van elk een onderdeel en kijk of je die tot een nieuw gegeven kunt combineren. 6 Werk zo door tot de twee begrippen uit de vraag met elkaar verbonden zijn 7 Verwerk nu je conclusie in een logisch verhaal 8 Leer ik wel op de goede manier? Je manier van leren kun je beoordelen met vaardigheid Wat kan ik leren van een toets? Van je leer fouten kun je veel leren. Gebruik vaardigheid Houd je aandacht erbij Als je je niet kunt concentreren: vaardigheid 12 geeft een stappenplan om daar iets aan te doen. 11 Houd er zin in Door je af te vragen waarvoor je leert, kun je jezelf motiveren. Zie vaardigheid

16 7 Hoe analyseer ik een afbeelding? Deze vaardigheid gaat over het 'lezen van afbeeldingen'. Een afbeelding kun je 'lezen' oftewel analyseren door er vragen over te stellen. Afbeeldingen komen in studieboeken voor, maar natuurlijk ook in ander informatie- en documentatiemateriaal zoals folders, tijdschriften en kranten en zelfs op het internet. Daarom praten we hier over afbeeldingen als beeldmateriaal. Een uitzondering maken we voor afbeeldingen bij de exacte vakken: deze laten we buiten beschouwing. 1 Wat moet ik straks kennen en kunnen? Er wordt bijvoorbeeld van je gevraagd een beeld beschrijving te maken tijdens de les beeldende vorming. Kennen is: de elementen kennen waaruit een beeldbeschrijving is opgebouwd. Kunnen is: deze kennis kunnen toepassen op andere afbeeldingen. 2 Wat weet ik hier al van? Je weet bijvoorbeeld al dat beeldende middelen bestaan uit beeldaspecten (licht, vorm, kleur, lijn, vlak, compositie, ruimte, huid zijn voorbeelden hiervan en uit materiaal en techniek. 3 Wat zijn mijn zwakke punten bij deze taak? Bijvoorbeeld: je gevoel van wat je mooi of lelijk vindt, zit in de weg bij het nauwkeurig kijken. 4 Denk aan je planning 5 Bekijk eerst globaal het beeldmateriaal Daarbij stel je jezelf de volgende vragen: Wat is het? Wat is het onderwerp? Wie is de maker? Wanneer is het beeldmateriaal gemaakt? Is er een titel? Bekijk het beeldmateriaal nu nauwkeurig. 6 Daarbij stel je jezelf de volgende vragen: Wat is er te zien? Hoe is het vormgegeven? Welke beeldende middelen zijn gebruikt: beeldaspecten? materialen en technieken? Wat zeggen materiaal en techniek met betrekking tot onderwerp, zeggingskracht en houding van de maker? 16

17 7 Bekijk het beeldmateriaal in samenhang Daarbij stel je jezelf de volgende vragen: Staat het beeldmateriaal alleen of staat er ander beeldmateriaal omheen? Staat het beeldmateriaal alleen of in samenhang met tekst of met een onderschrift of met een verwijzing naar voetnoten? Welke gegevens (bijvoorbeeld over thematiek, symboliek of achtergrond kan ik uit dit verband halen? 8 Bekijk het beeldmateriaal op aanknopingspunten Daarbij stel je jezelf de volgende vragen: Heb ik eerder werk van deze maker gezien? Herken ik in dit werk elementen die ik eerder heb gezien bij deze maker? Herken ik in dit werk elementen die ik al eens heb gezien bij andere makers of in eerdere periodes of bij andere stijlen? 9 Bekijk het beeldmateriaal in zijn betekenis of bedoeling Daarbij stel je jezelf de volgende vragen: Wat wil de maker met het beeldmateriaal zeggen? Wat is de functie van de verschillende onderdelen van het beeld materiaal? Wat wil de maker mij met het beeldmateriaal laten ervaren? Wat is de betekenis van het beeldmateriaal in de tijd van ont staan en wat is de betekenis nu? Wat is de betekenis van het beeldmateriaal voor mijzelf? 10 Toets je kennis Het is altijd van belang te controleren wat je hebt gedaan en geleerd. Stel jezelf vragen. Vertel wat je weet en pas dit toe op bijvoorbeeld een eigen gekozen afbeelding. 11 Bekijk je manier van leren Je manier van leren kun je beoordelen met vaardigheid Beoordeel je manier van aanpak en leren na een toets Van je fouten kun je leren. Gebruik vaardigheid Houd je aandacht erbij Als je je niet kunt concentreren: vaardigheid 12 geeft een stappenplan om daar iets aan te doen. 14 Houd er zin in Door je af te vragen waarvoor je leert, kun je jezelf motiveren. Zie vaardigheid

18 8 Hoe plan ik voor de korte termijn? Voor de korte termijn wil zeggen: voor één of enkele dagen, tot maximaal een week. Een planning is een handig hulpmiddel waardoor je tijd kunt overhouden. Ook weet je met een planning precies wanneer je vrije tijd hebt. Met een slimme planning zet je alles op een rijtje en houd je overzicht. 1 Maak een weekschema met urentabel Maak zo'n schema niet te klein; je hebt minimaal een A4-vel nodig. 2 Inventariseer Je huiswerk- en privétaken 3 Schat hoeveel tijd iedere taak kost Wees realistisch: plan niet te krap. 4 Denk ook aan herhaal- en overhoortijd en aan pauzes Neem zeker ieder half uur vijf minuten pauze, ieder uur tien minuten. Werk liever drie halve uren mét pauze dan twee uur achter elkaar zonder. 5 Deel je schema in Bekijk of alles past, of verander iets. Als er iets tussenkomt, verander je je planning. Een planning is altijd flexibel! 6 Maak, indien nodig, een overzicht per dag Met zo'n overzicht heb je meer ruimte om bijzonderheden in te vullen. Zie het tweede overzicht hiernaast. 18

19 9 Hoe plan ik voor de lange termijn? Deze planning kun je gebruiken voor een project, werkstuk, onderzoek, het lezen van boeken of voor de lange-termijnplanning voor een aantal vakken. 1 Wat wordt er van mij verwacht? Bekijk precies de opdracht of je doel. Schrijf dat in een schema. 2 Verdeel de taak in hanteerbare onderdelen Hierdoor krijg je een beter overzicht en kun je beter plannen. Probeer per vak of project de onderdelen in je schema te zetten. 3 Schat de benodigde tijd voor ieder onderdeel Vul je schema aan met een schatting van de tijd. 4 Maak een tijdbalkplanning Dit is een planning waarin je verticaal de tijd zet. Je noteert bij voorbeeld de nummers van de weken, of de datum van de maandagen van iedere week, onder elkaar. Daarna noteer je de taken die voor die week vastliggen en die veel tijd kosten. Dat kunnen natuurlijk ook privébezigheden zijn. Vervolgens noteer je per vak of project alle momenten die vastliggen. Bijvoorbeeld: inleverdata en toetsen. Onderstreep die. Per week noteer je hoeveel uur je hebt voor zelfstudie. Daarna ga je de onderdelen verdelen over de tijdbalk. Per vak of onderdeel noteer je van boven naar beneden: wat je die week wilt gaan doen en hoeveel uur je daaraan wilt besteden. Per week controleer je nu of het aantal geplande uren overeen komt met de eraan bestede uren. 19

20 10 Leer ik wel op de goede manier? Hoe heb ik geleerd? Die vraag moet je jezelf eigenlijk na elke leertaak stellen. Je leert namelijk van je ervaringen waardoor je een volgende keer zo'n taak beter kunt uitvoeren. Probeer de volgende vragen voor jezelf te beantwoorden. 1 Wat was mijn leertaak? Formuleer voor jezelf nog even wat je wilde bereiken. Hoe zou je het gaan aanpakken? Je aanpak vind je terug onder de kopjes 'altijd' in de vaardigheden. 2 Wat ging nog niet zo goed? Door jezelf te overhoren weet je of je iets kent of niet. Bij alle vaardigheden staan manieren om jezelf te overhoren. Stel, iets lukt niet of je begrijpt iets niet. Probeer dan onder woorden te brengen wat er precies aan de hand is. Leg de moeilijkheid eens aan een ander uit. Zeg hardop tegen jezelf wat je niet begrijpt. 3 Klopte mijn tijdsplanning? Voordat je met werken begint, maak je een tijdsplanning. Plan daarbij ook je pauzes in. Bijvoorbeeld ieder half uur vijf minuten pauze. Zo'n planning zal nooit precies kloppen. Alleen als je er helemaal naast zit, kijk je wat daarvan de oorzaak is. Langzamerhand zul je vanzelf beter leren plannen. Zie de vaardigheden 8 en 9. 4 Kon ik m'n aandacht er bij houden? Is het je gelukt je aandacht bij je werk te houden? Van welke afleiders heb je last gehad? Zie vaardigheid Had ik er zin in? Als je weet waarvoor je leert, gaat leren makkelijker. Zie vaardigheid Wat leer ik daarvan voor de volgende keer? Probeer te bedenken wat een betere aanpak is voor de volgende keer. Kom je er niet uit? Vraag het aan je leraar. 20

21 11 Wat kan ik leren van een toets? Diagnostische toetsen, oefenproefwerken of eindtoetsen, altijd komt er weer een nieuwe toets. Door de gemaakte toetsen goed te bekijken, kun je een volgende toets beter en in minder tijd voorbereiden. 1 Maak een lijstje met soorten vragen die gesteld zijn Denk daarbij aan: -kennisvragen: Noem de kenmerken van... ; -inzichtsvragen: Beredeneer dat...; Geef het verband aan tussen... ; Hoe komt het dat... ; -toepassingsvragen: Schrijf de volgende zinnen in de verleden tijd:... ; -standaardberekeningen:... bereken het eindbedrag over 5 jaar; -contextproblemen: 'Verhaaltjessommen': Een fabrikant wil......, geef aan hoe hij het goedkoopst uit kan zijn. 2 Geef met plusjes en minnen aan hoe vaak je zo n soort vraag goed of fout hebt gemaakt 3 Bepaal wat voor soort fouten je hebt gemaakt -snelheids- en slordigheidsfouten; kennisfouten; inzichtsfouten; toepassingsfouten. 4 Waarom heb je die fouten gemaakt? Stel jezelf vragen, bijvoorbeeld: 'Heb ik mij alleen maar gericht op uit het hoofd leren?' 'Heb ik van begrippen niet alleen de definitie geleerd, maar heb ik er ook begrippennetten bij gemaakt?' 'Heb ik bij contextproblemen wel alle mogelijke stappen gezet: tekening, begrippen omschrijven,...?' 'Heb ik mijzelf voldoende overhoord? Heb ik mijzelf kennis-, inzicht- en toepassingsvragen gesteld?' 'Heb ik me goed gerealiseerd wat voor soort vragen ik kon verwachten? En heb ik die geoefend?' 21

22 12 Hoe houd ik mijn aandacht er bij? Soms is het moeilijk je aandacht bij je werk te houden. Je kunt afgeleid worden door dingen in jezelf of buiten jezelf. 1 Sluit afleiders in je hoofd buiten De meeste afleidende gedachten maak je zelf. Je denkt aan wat je allemaal nog wilt doen of wat er gebeurd is. Een handige tip voor als je toch steeds aan hetzelfde moet denken: schrijf dat onderwerp op een blaadje papier en leg het omgekeerd op de hoek van je bureau. Als je klaar bent met je huiswerk, draai je het weer om. 2 Sluit je af voor afleiders van buiten Geluiden die van buiten komen, kun je nu eenmaal niet afzetten. Steek je vingers in je oren of doe het alleen maar in gedachten. Vaak is het voldoende om te denken: Ik hoor het niet, ik houd mijn aandacht bij m'n werk. Sommigen kunnen prima leren met bekende achtergrondmuziek. 3 Stel precies vast wat je wilt doen Een goede tijdsplanning zorgt er ook voor dat je minder aan andere dingen gaat denken: tv kijken, sporten, je hebt het allemaal in je planning opgenomen. Door met jezelf af te spreken dat je gedurende een bepaalde tijd alléén met je huiswerk bezig bent kun je je beter concentreren. 22

23 13 Hoe blijf ik gemotiveerd? Als je zin hebt in schooltaken, gaat het leren gemakkelijker. Pas daarom de onderstaande vaardigheid toe, als je motivatie tegenzit. 1. Waar kan ik de leertaak bij gebruiken? Probeer te bedenken waar je deze leertaak bij kunt gebruiken. Als je dat weet, heb je betere vastknooppunten in je hoofd, waardoor je beter onthoudt. Door het nut van een opdracht in te zien, zul je die ook makkelijker uitvoeren. Als je dat echt niet weet, kun je het ook aan je docent vragen. 2. Bepaal je lange termijn-termijndoel Doelen voor de lange termijn zijn bijvoorbeeld: een baan net een prima salaris, een vervolgstudie, of je diploma halen. Door dit doel voor ogen te halen, word je gemotiveerd om aan je langetermijndoel te werken. 3. Bepaal je afgeleide doel op korte termijn Je wilt de nieuwe soapaflevering zien, je huiswerk maken en sporten. 4. Verdeel je taak in deeltaken Pas op, ga bijvoorbeeld geen hoofdstukken te veel opdelen, want dan zie je het verband niet meer. 5. Schrijf iedere deeltaak in je planning Een planning maken, is een prima manier om jezelf te motiveren. Je weet dan wanneer je wat gaat doen en wanneer je vrije tijd hebt. Ben je klaar met een taak, dan kruis je deze door. 23

24 14 Hoe voeren we samen een taak uit? Als je met elkaar overlegt, gaat er vaak veel tijd verloren, omdat: er niet naar elkaar wordt geluisterd; er van de hak op de tak wordt gesprongen. Een goed overleg kenmerkt zich door de volgende stappen. 1 Maak een rolverdeling Wijs iemand aan die de gesprekken leidt. Die rol kan ook per keer wisselen. Wijs ook iemand aan die in een logboek noteert wat afgesproken is. 2 Laat iedereen zijn of haar idee geven over wat de taak precies inhoudt Iedereen zegt wat hij of zij denkt dat uiteindelijk bereikt moet worden. Maak hierbij niet de fout elkaar al te gaan bekritiseren of ideeën te gaan bediscussiëren. Eerst zet je alle ideeën op een rijtje. 3 Bespreek de verschillen in opvatting Maak een overzicht van de verschillen. Geef aan wat feiten zijn en wat meningen. Probeer niet alleen je eigen zin te krijgen maar weeg ook argumenten van anderen af. 4 Bespreek de werkwijze Nu je weet wat je wilt bereiken, kan een plan van aanpak worden opgesteld. Net als bij het bepalen van de taak, geeft ieder eerst zijn idee van de werkwijze zonder dat iemand commentaar geeft. Daarna ga je pas de voor- en nadelen van iedere aanpak op een rij zetten. Maak ook hier een onderscheid tussen feiten en meningen of gevoelens. 5 Maak een taakverdeling Splits de taak in een aantal deeltaken. Houd bij het verdelen van de taak rekening met wat ieders sterke kant is en waar ieders voorkeur naar uitgaat. Maak een planning waarin staat: wanneer een deeltaak uitgevoerd moet zijn; wie de taak uitvoert; hoe aan elkaar verslag wordt uitgebracht. 6 Breng goed verslag uit aan elkaar Samen een taak uitvoeren, betekent samen verantwoordelijk zijn. Voordat jullie elkaar verslag gaan uitbrengen van ieders deel van de taak, noteer je alle gegevens eerst schematisch. 7 Bespreek de resultaten Beperk je tot het beoordelen van de resultaten. Ga geen commentaar op iemand persoonlijk geven. Kijk samen of de resultaten voldoende zijn. 8 Je bent klaar of je begint weer bij 1 Als je bij het vorige punt met elkaar besloten hebt dat de taak voldoende is uitgevoerd dan kun je nu aan je presentatie gaan werken. Anders begin je weer bij punt 1 en bepaal je wat er nog moet gebeuren. 24

25 9 Bespreek het resultaat en de samenwerking met elkaar Het resultaat: zijn jullie tevreden over 'het product' dat jullie afleveren? Hebben jullie daarbij de goede werkwijze gevolgd? De samenwerking: Wat ging er goed in de samenwerking? Wat kan er verbeterd worden? Lees voordat je hieraan begint: 'Commentaar geven en commentaar ontvangen' (vaardigheid 17 en 18). 25

26 15 Hoe nemen we samen een besluit? 1 Beschrijf zo goed mogelijk het doel dat je wilt bereiken Schrijf je doel letterlijk op. Omcirkel ieder belangrijk begrip; schrijf van ieder begrip zoveel mogelijk kenmerken op; zet een streep onder feiten en stippeltjes onder meningen. Op deze manier zie je welke kanten er aan je doel zitten. 2 Bedenk zoveel mogelijk oplossingen Stop niet bij het eerste idee. Dwing jezelf nog meer mogelijkheden te bedenken. Kijk of je twee ideeën kunt combineren tot een nieuw, derde, idee. 3 Bedenk voor- en nadelen Pas als je geen andere mogelijkheid meer ziet, ga je achter ieder idee de voor- en nadelen opschrijven. Vergeet ook hierbij niet om eens door de bril van een ander te kijken. Welke voor- en nadelen zouden dan nog genoemd kunnen worden? Maak een schema waarin je horizontaal het doel zet en verticaal de verschillende ideeën. Daarin schrijf je voor ieder punt de voor- en nadelen op. 4 Neem een beslissing Geef ieder voordeel een aantal punten. Geef ieder nadeel ook een aantal punten. Tel de punten van alle voordelen op en trek de punten van alle nadelen eraf. De oplossing met het hoogste eindresultaat is de beste. 26

27 16 Hoe kan ik goed luisteren? Door echt naar een ander te luisteren krijgt diegene de kans z'n ideeën, gevoelens en bezwaren duidelijk te maken. Dat zijn voorwaarden om gezamenlijk een opdracht tot een goed eind te brengen. 1 Reageer niet met een eigen ervaring of idee maar vraag om een toelichting Als iemand voorstelt: 'Ik dacht dat we misschien wel naar een violist konden gaan.' Dan kun je wel reageren met: 'Mijn tante is violist, laten we haar vragen', maar dan weet je niet waarom hij of zij nu juist voorstelt een violist te vragen. Misschien heeft hij daar wel een heel goed idee bij. Vraag om een toelichting: 'Waarom denk je aan een violist?' 2 Wacht tot iemand z'n woorden gevonden heeft Samen oplossingen bedenken, dat vereist creativiteit. Creativiteit kost tijd. Een idee omzetten in woorden kan even duren. Geef een ander daarvoor de tijd. 3 Praat gevoelens niet weg Als iemand een gevoel uit: 'Ik ben bang dat we het niet halen.' of 'Ik ben niet tevreden met het resultaat.' of 'Ik vind dat ik geen goede taak heb.' Stel hem dan niet gerust en reageer niet met een eigen gevoel, maar luister even of er nog een toelichting komt. 4 Reageer met een wat-, wie- of hoe-vraag Als iemand echt uitgesproken is, geef je geen oordeel over het gevoel: 'Ik vind het stom dat je dat denkt. Wie maakt zich nou zorgen om een laag cijfer voor zo'n onbelangrijke opdracht?' Je kunt wel nadere uitleg vragen: Dat begint meestal met wat, wie, waar of hoe. Begin nooit met een werkwoord, er is dan weinig keus in het antwoord. Op de vraag: 'Hoe had je gedacht dat we dat kunnen oplossen?' zijn veel verschillende reacties mogelijk. Op 'Wil je soms met een andere groep samenwerken?', kan alleen 'ja' of 'nee' geantwoord worden. 27

28 17 Hoe geef ik commentaar? Als je samenwerkt, moet je elkaar ook commentaar kunnen geven. De sfeer hoeft daar niet onder te lijden, zolang je het maar op de goede manier doet en er ook goed op reageert. 1 Geef alleen commentaar als je elkaar vertrouwt Samen een opdracht uitvoeren zonder wederzijds vertrouwen kan niet. Probeer dan maar eerst dat probleem op te lossen voordat je verder gaat met je opdracht. 2 Zeg wat de ander doet en niet wat jij vindt Goed commentaar beperkt zich tot dat wat iedereen kan zien of horen. Jouw mening is zeer persoonlijk, daar kan een ander niet veel mee doen. 'Die lantaarnpaal staat scheef getekend' is goed commentaar, 'Ik vind die lantaarnpaal niet mooi' geeft een mening. De ander weet nu wat jij vindt maar kan er verder niets mee doen. 3 Geef bruikbaar commentaar Commentaar is bruikbaar als: dat niet algemeen is maar precies aangeeft wat goed was en wat niet; dat te begrijpen is door de ontvanger; dat gaat over punten die te verbeteren zijn. Geef commentaar zonder een reactie te verwachten. 28

29 18 Hoe ontvang ik commentaar? 1 Verdedig je niet Als je iets niet goed hebt gedaan, hoef je je niet te gaan verdedigen. Jij hebt recht op je eigen manier. Als je verstandig bent, denk je wel na over het commentaar. 'Okay, ik zal er de volgende keer op letten.' 2 Vraag uitleg van degene die het commentaar geeft Iemand zal vaak voorzichtig commentaar leveren. Vraag of hij wat meer wil uitleggen wat hij bedoelt. Ook nu zul je in de verleiding komen je te gaan verdedigen. 29

30 19 Hoe los ik communicatieproblemen op? Als je samenwerkt kan er wel eens iets mis gaan in de communicatie. Je kunt dat dan het beste meteen bespreken. Begin niet met verwijten, maar constateer gewoon dat jullie geen goed overleg hebben. Er kunnen een paar oorzaken zijn: Jullie hebben verschillende opvattingen over de manier waarop de taak moet worden uitgevoerd. Jullie overleggen niet op de goede manier. Jullie planning deugt niet. Jullie kunnen niet goed met elkaar overweg. Als het laatste het geval is, zul je dat eerst aan moeten pakken. Als je er samen niet uitkomt, zoek dan hulp bij je mentor of de leerlingbegeleider. In de eerste twee gevallen kan het volgende oplossing bieden: 1 leder geeft eerst zijn mening zonder onderbroken te worden Dit zal moeilijk zijn. Je bent het niet met elkaar eens en toch mag je de ander niet in de rede vallen. Toch is het heel belangrijk dat ieder de kans krijgt om te zeggen wat hij denkt, vindt en voelt. 2 Breng het verschil van mening onder woorden Nu ieder zijn mening heeft gegeven, probeer je om samen het probleem te formuleren. 3 Zoek naar punten waarover je het wel eens bent Zoek naar punten waarover je het wel met elkaar eens bent. Daardoor wordt duidelijk dat je meer overeenkomsten dan verschillen hebt. De verschillen blijken dan makkelijker op te lossen te zijn. 4 Bespreek of er nog andere problemen zijn Vaak is een ruzie een gevolg van een al langer durende wrijving. Nu je toch met elkaar aan het praten bent, moet je dat boven tafel zien te krijgen. Gewoon naar vragen of er wel vaker onderlinge irritatie is. Als je dat niet doet, komt het echte probleem niet boven en zullen er conflicten blijven. 5 Zoek een oplossing waarmee iedereen tevreden kan zijn Je weet wat de overeenkomsten en wat de verschillen zijn. Per verschil ga je nu aan iedere partij vragen wat zijn uiterste grens zou zijn om op te schuiven in de richting van de ander. Het werkt vaak goed als er een onpartijdige gespreksleider is. 30

c) Maak een startschema De titel schrijf je in het midden, daaromheen de kopjes of de belangrijkste woorden en begrippen.

c) Maak een startschema De titel schrijf je in het midden, daaromheen de kopjes of de belangrijkste woorden en begrippen. 1) Hoe lees ik een tekst? Een tekst lezen is iets anders dan een tekst leren. Deze vaardigheid behandelt het zogenaamde oriënterend lezen. Dit noemt men ook wel verkennend of extensief lezen. Je leest

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 R.K. Basisschool De Vlinder RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 GOEDE STUDIEGEWOONTEN Bij goed studeren (leren) of huiswerk maken

Nadere informatie

VRAGENLIJST STUDIEKRING Competentie Studievaardigheden en vak inhoudelijke kennis

VRAGENLIJST STUDIEKRING Competentie Studievaardigheden en vak inhoudelijke kennis VRAGENLIJST STUDIEKRING Competentie Studievaardigheden en vak inhoudelijke kennis 1. Voordat ik aan mijn huiswerk begin, schat ik in hoeveel tijd het me per vak gaat kosten. 2. Ik verkijk mij nooit op

Nadere informatie

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding In de lesbrieven van het thema Aan het werk hebben jullie

Nadere informatie

leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1

leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1 leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1 actief leren WWW.leer-actief.nl Dit is Wybo. Wybo was vroeger een heel gewoon jongetje, maar hij was wel erg lui. En dat...werd zijn redding. Hij had nooit

Nadere informatie

Wat is belangrijk? ik kan me niet concentreren. ik heb geen zin. ik ben de helft weer vergeten. ik snap er niets van

Wat is belangrijk? ik kan me niet concentreren. ik heb geen zin. ik ben de helft weer vergeten. ik snap er niets van ik kan me niet concentreren ik heb geen zin ik ben de helft weer vergeten ik snap er niets van Maar al te vaak hoor je dergelijke verzuchtingen van mensen die boven hun studieboeken gebogen zitten. Al

Nadere informatie

HUISWERKTIPS. Hoe kan ik mijn kind begeleiden bij het maken van huiswerk?

HUISWERKTIPS. Hoe kan ik mijn kind begeleiden bij het maken van huiswerk? HUISWERKTIPS Hoe kan ik mijn kind begeleiden bij het maken van huiswerk? Baken Trinitas Gymnasium 27 september 2011 1. Inleiding De overstap naar de middelbare school is voor veel van onze leerlingen een

Nadere informatie

Mijn doelen voor dit jaar

Mijn doelen voor dit jaar Mijn doelen voor dit jaar Een nieuw schooljaar betekent nieuwe kansen. Aan het begin van een nieuw kalenderjaar maken veel mensen goede voornemens. Dat gaan wij nu ook doen: het maken van voornemens of

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

Naar de brugklas. Naar de brugklas. Tips om huiswerk te maken/leren. Plannen. Woordjes leren. Proef werkweek. Goed van start op de brugklas!

Naar de brugklas. Naar de brugklas. Tips om huiswerk te maken/leren. Plannen. Woordjes leren. Proef werkweek. Goed van start op de brugklas! Naar de brugklas Met deze tips ben jij goed voorbereid Naar de brugklas Tips om huiswerk te maken/leren Plannen Woordjes leren Proef werkweek Goed van start op de brugklas! Naar de brugklas Voor veel kinderen

Nadere informatie

1 Wat is het probleem? 3.1 Kies ik de goede manier van leren? Hoofdstukken

1 Wat is het probleem? 3.1 Kies ik de goede manier van leren? Hoofdstukken 1 Dyslexie de baas! Hoofdstukken Schema Studieproblemen oplossen 1 Wat is het probleem? 2 Wil ik er wat aan veranderen? 3 Heeft mijn studieprobleem te maken met: leren? (ga door naar 3.1) het niet goed

Nadere informatie

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen Dit is een brochure, gemaakt voor leerlingen met NLD. Naast deze brochure is er ook: - een brochure met informatie voor ouders van kinderen met NLD en - een brochure

Nadere informatie

Hoe leer ik uit... Naam: Klas:

Hoe leer ik uit... Naam: Klas: Hoe leer ik uit... Naam: Klas: 1 Inhoud Woorden... 3 Flashcards... 3 Opschrijven... 3 WRTS... 3 Tekenen... 4 Stones... 5 Flashcards Opschrijven - WRTS... 5 Het thema van de Stone... 5 Stukjes combineren...

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz. Onderzoeksverslag Omslag en titelpagina Op het omslag staan in elk geval de titel van het onderzoek en de namen van de schrijvers. Op de titelpagina opnieuw de titel en de namen van de schrijvers. Nu uitgebreid

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst Voorspellen Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en het plaatje. Tekst lezen en vragen stellen over de tekst 1. Lees de uitleg. Tijdens het lezen van een tekst,

Nadere informatie

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Inleiding en leerdoelen Leren en studeren is een belangrijk onderdeel in je opleiding tot verpleegkundige. Om beter te leren studeren is het belangrijk niet

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst Voorspellen Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en het plaatje. Tekst lezen en vragen stellen over de tekst 1. Lees de uitleg. Tijdens het lezen van een tekst,

Nadere informatie

Hoe leer ik voor Biologie

Hoe leer ik voor Biologie Hoe leer ik voor Biologie Bestuderen van basisstof Lees de leerstof Bekijk de bijbehorende afbeeldingen/tekeningen Begrijp je waar het om gaat? Nee, maak aantekeningen en vraag in de les Maak een samenvatting

Nadere informatie

Over ruzie en hoe je dat oplost natuurlijk!

Over ruzie en hoe je dat oplost natuurlijk! Over ruzie en hoe je dat oplost natuurlijk! Hoe werk je met een spreekbeurtwerkplan? Het eerste deel bestaat uit vragen. Met een moeilijk woord noemen we dat theoretisch onderzoek. In het tweede deel vind

Nadere informatie

Slim huiswerk maken, tips om huiswerk maken te begeleiden

Slim huiswerk maken, tips om huiswerk maken te begeleiden Slim huiswerk maken, tips om huiswerk maken te begeleiden Werkplek - De spullen binnen handbereik o Houd spullen die nuttig zijn bij het maken van huiswerk dicht bij de hand. o Handige spullen bij het

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte Les 1: Een gedicht over Egypte schrijven Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken 1. Bekijk het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal op www.nieuwsbegrip.nl. Het filmpje gaat over de situatie

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst Voorspellen Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en het plaatje. Tekst lezen en vragen stellen over de tekst 1. Lees de uitleg. Als je een tekst actief leest,

Nadere informatie

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als 4 Denken In dit hoofdstuk vertellen we hoe jij om kan gaan met je gedachten. Veel gedachten maak je zelf. Ze bepalen hoe jij je voelt. We geven tips hoe jij jouw gedachten en gevoelens zelf kunt sturen.

Nadere informatie

SECTORPROJECT 4 VMBO - T

SECTORPROJECT 4 VMBO - T SECTORPROJECT 4 VMBO - T 2016-2017 handleiding leerlingen inhoud: inleiding stappenplan logboek beoordelingsformulier tijdpad 1 INLEIDING SECTORPROJECT VOOR 4 VMBO-T Alle leerlingen van het vmbo theoretische

Nadere informatie

Studievaardigheden van A tot Z

Studievaardigheden van A tot Z Geschreven door Patricia Hendrikx Studievaardigheden van A tot Z Actief leren Actief leren is het tegenovergestelde van passief leren. Bij actief leren doe je meer dan alleen de leerstof doorlezen. Je

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Antoniusschool Groep 7/8 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding:

Nadere informatie

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal

Nadere informatie

2 Huiswerk. Voorbeeld: Als je je huiswerk altijd aan je bureau maakt, geef je dat een 1. Als ik mijn huiswerk maak dan...

2 Huiswerk. Voorbeeld: Als je je huiswerk altijd aan je bureau maakt, geef je dat een 1. Als ik mijn huiswerk maak dan... Na deze les kun je: vertellen hoe jij nu huiswerk maakt; zorgen voor een goede huiswerkplek; stoorzenders uitzetten; een huiswerkplan maken; jezelf belonen na je huiswerk. 2 Huiswerk Huiswerk?! Leuk is

Nadere informatie

Kies Actief Rapportage van Femke Peeters

Kies Actief Rapportage van Femke Peeters Kies Actief Rapportage van Femke Peeters De huidige school van Femke Peeters Summa College Eindhoven Eindhoven Huidige opleiding: MBO, klas 3, richting Economie Kies Actief Geef richting aan je loopbaan!

Nadere informatie

Cosis Begeleid Leren

Cosis Begeleid Leren Vaardigheidslessen: Hulp bij studeren Om met succes een opleiding te kunnen volgen is het voor jongeren belangrijk dat ze over een aantal specifieke vaardigheden beschikken. Daarom hebben we een cursus

Nadere informatie

Seksualiteit: Grenzen en Wensen

Seksualiteit: Grenzen en Wensen IJBURGCOLLEGE.NL Seksualiteit: Grenzen en Wensen Leerlingen handleiding Michiel Kroon Lieve leerling, Het is belangrijk om op een open en goede manier over seks te kunnen praten. De lessenserie die in

Nadere informatie

Huiswerk tips! Speciaal voor jou! Praktijk voor reflexintegratie & kindercoaching

Huiswerk tips! Speciaal voor jou! Praktijk voor reflexintegratie & kindercoaching Speciaal voor jou! De leergierige scholier Huiswerk tips! Praktijk voor reflexintegratie & kindercoaching Schipperswijk 10 9665PM Oude Pekela tel: 06-10318833 info@moniquecoachtkids.nl www.moniquecoachtkids.nl

Nadere informatie

P R E S E N T E R E N

P R E S E N T E R E N P R E S E N T E R E N INHOUD: Hoe houd ik een mondelinge presentatie of een spreekbeurt? Blz. 2 Hoe maak ik een schriftelijke presentatie of verslag? Blz. 4 Hoe maak ik een posterpresentatie? Blz. 6 Hoe

Nadere informatie

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk Bloom Taxonomie van in de praktijk De taxonomie van Bloom kan worden toegepast als praktisch hulpmiddel bij het differentiëren in denken en doen. Het helpt je om in je vraagstelling een plaats te geven

Nadere informatie

1 Agenda. 1 Jouw agenda Samen met je buurman of buurvrouw. Stel elkaar vragen over je agenda. 2. Wat zet jij allemaal in je agenda?

1 Agenda. 1 Jouw agenda Samen met je buurman of buurvrouw. Stel elkaar vragen over je agenda. 2. Wat zet jij allemaal in je agenda? Na deze les kun je: uitleggen wat je hebt aan een agenda; huiswerk opschrijven met afkortingen; afspraken in je agenda zetten; je lesrooster in je agenda zetten. 1 Agenda De één heeft een papieren agenda,

Nadere informatie

Rekenen Wiskunde Ondersteuning

Rekenen Wiskunde Ondersteuning Schooljaar 2014-2015 Rekenen Wiskunde Ondersteuning Handvatten voor leerlingen met (ernstige) reken- en/of wiskundeproblemen Naam leerling:... Klas: 0 Inleiding In deze bundel probeer ik je wegwijs te

Nadere informatie

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID Maak een mindmap of schema van een tekst ga je dan doen? Naar aanleiding van een titel, ondertitel, plaatjes en of de bron van de tekst ga je eerst individueel (en

Nadere informatie

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen? werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen? Noteer ook 2 reservekeuzen: 1. 2. 1. Wat weet je al van dit beroep? Schrijf het

Nadere informatie

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers bijlage 6 2 Theorie Aidan Chambers wil met de Vertel eens-aanpak kinderen helpen goed te praten over wat zij hebben gelezen en goed naar elkaar te leren luisteren.

Nadere informatie

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren. Schoolse competenties Competentie 1: Agendagebruik - Je schrijft je huiswerk in je agenda als dit wordt opgegeven. - Je agenda ziet er verzorgd uit. - Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt

Nadere informatie

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Leerstijlentest van David Kolb Mensen, scholieren dus ook, verschillen nogal in de wijze waarop ze leren. Voor

Nadere informatie

Feedback geven. Feedback kan positief en negatief zijn. Negatieve feedback geven is moeilijk

Feedback geven. Feedback kan positief en negatief zijn. Negatieve feedback geven is moeilijk 2 12 Feedback geven Feedback is een boodschap over het gedrag of de prestaties van een ander. Feedback is onmisbaar als je met anderen samenwerkt. Je moet zo nu en dan kunnen zeggen dat het werk van de

Nadere informatie

Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen. Hoe leer je Pools? E-book

Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen. Hoe leer je Pools? E-book Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen Hoe leer je Pools? E-book 1 Voordat je met een cursus Pools begint, ontwikkel je eigen methode om Pools te leren. Wat is jouw doel? Op welke wijze wil

Nadere informatie

Hoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens?

Hoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: 1 2 Welke strategie heb je gebruikt? 3 Ben je het er mee eens? Ben je het er mee oneens? 4 Zou je die vraag aan de klas kunnen stellen? 5 Kun je je 6 Wil 7 oplosmethode

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven: Jeugdjournaalfilmpje kijken

Waarom ga je schrijven: Jeugdjournaalfilmpje kijken Les 1: Een stripverhaal schrijven Waarom ga je schrijven: Jeugdjournaalfilmpje kijken 1. Bekijk het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal op www.nieuwsbegrip.nl over Donald Duck. 2. Er wordt veel verteld

Nadere informatie

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel.

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel. 4 communicatie Communicatie is het uitwisselen van informatie. Hierbij gaat het om alle informatie die je doorgeeft aan anderen en alle informatie die je van anderen krijgt. Als de informatie aankomt,

Nadere informatie

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de

Nadere informatie

Veel plezier en succes!

Veel plezier en succes! Je werkt de hele dag in een groepje van 3 of 4 leerlingen aan een groot open probleem. De bedoeling is dat er aan het eind van de dag een werkstuk ligt als resultaat van jullie werk. Hieronder zie je een

Nadere informatie

CSE Duits / Frans : Wat wil het CITO van je weten?"

CSE Duits / Frans : Wat wil het CITO van je weten? CSE Duits / Frans : Wat wil het CITO van je weten?" Anders gezegd: wat moeten jullie weten om het CSE goed te kunnen maken en wat moeten jullie hiervoor doen? Hieronder volgt een aantal zaken die kunnen

Nadere informatie

Aan de slag blijven. Schematisch overzicht van thema s, leerdoelen en inhoud

Aan de slag blijven. Schematisch overzicht van thema s, leerdoelen en inhoud Schematisch overzicht van thema s, leerdoelen en inhoud Jezelf presenteren De medewerker moet zichzelf goed presenteren. Bijvoorbeeld door er schoon en verzorgd uit te zien. Zo laat hij/zij een goede indruk

Nadere informatie

Leren als een expert!

Leren als een expert! Leren als een expert! Welk vak vind jij lastig? Wiskunde, of juist Frans? Ken je iemand die heel goed is in dat vak? En heb je wel eens aan diegene gevraagd hoe hij/zij voor dat vak leert? Als je dat weet,

Nadere informatie

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

In je kracht. Werkboek voor deelnemers In je kracht Werkboek voor deelnemers Uitleg Mijn toekomst! Benodigdheden: Werkblad Mijn toekomst! (je kunt het Werkblad meegeven om thuis na te lezen, maar dit is niet noodzakelijk) Voor iedere deelnemers

Nadere informatie

Ik stel veel 'doe-ik-het-goed' vragen. Ik weet hoe ik mezelf kan verbeteren, maar het lukt mij nog niet.

Ik stel veel 'doe-ik-het-goed' vragen. Ik weet hoe ik mezelf kan verbeteren, maar het lukt mij nog niet. Leerdoelen a.d.h.v. rubrics Rubrics voor het onderwijs Deze rubrics zijn door ons verzameld, geschreven of herschreven. Met vriendelijke groet, Team Vierkantgoed Rubric Optie 1 Optie 2 Optie 3 Optie 4

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? de 1 36 De leerling kan: - vertellen waarom hij een tekst leest - een leesdoel kiezen 1 37 De leerling

Nadere informatie

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe. HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.

Nadere informatie

Naam:.. Klas:. Mentor:

Naam:.. Klas:. Mentor: Naam:.. Klas:. Mentor: Lees elke bewering goed door en beantwoord, door een vakje aan te kruisen, hoe jij over de bewering denkt. Je kunt kiezen tussen: - en - -. 1. Als ik een nieuwsbericht lees dan begrijp

Nadere informatie

Sectorproject op De Dijk: leren door te doen! Inleiding: Situatiebeschrijving 3 VMBO-TL: Situatiebeschrijving 4 VMBO-TL:

Sectorproject op De Dijk: leren door te doen! Inleiding: Situatiebeschrijving 3 VMBO-TL: Situatiebeschrijving 4 VMBO-TL: Sectorproject op De Dijk: leren door te doen! Inleiding: Alle leerlingen van het vmbo theoretische leerweg zijn verplicht een sectorproject te doen als onderdeel van het schoolexamen. Met een sectorproject

Nadere informatie

Toets- en Examentrainer Horeca, Bakkerij en Recreatie GL

Toets- en Examentrainer Horeca, Bakkerij en Recreatie GL Toets- en Examentrainers Toets- en Examentrainer Horeca, Bakkerij en Recreatie GL Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina van dit werkboek. Inhoud WERKEN MET EDU4ALL...... 7 Oriënteren...

Nadere informatie

Hit the Ground Running INGEZET, WAT NU?

Hit the Ground Running INGEZET, WAT NU? INGEZET, WAT NU? Het is belangrijk te beseffen dat niet iedere opdrachtgever een gedegen inwerkprogramma heeft zoals je bij Calco bent tegengekomen. Dat de laptop klaarstaat op je nieuwe bureau, je stoel

Nadere informatie

Leerwerktaak: Verhaaltjessom oplossen aanleren

Leerwerktaak: Verhaaltjessom oplossen aanleren Leerwerktaak: oplossen aanleren Titel Gekoppeld aan beroepstaak OWE ILS-wi 614 Gekoppeld aan de volgende competenties(s) Niveau Geschikt voor de volgende vakken Ontwerper/ ontwerpgroep/ sectie/ school

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me. 1. Kijk naar de titel en de tussenkopjes van de tekst. Kijk ook naar het plaatje. Waar gaat de tekst over? 2. Tijdens deze les let je extra op moeilijke woorden in de tekst. Kies of je opdracht 1 met hulp

Nadere informatie

Hulp van Sam - voorspellen. Zo doe je het. Hulpbladen strategieën niveau B. Voorspellen Ik lees... Ik zie... Ik weet... Dus ik denk...

Hulp van Sam - voorspellen. Zo doe je het. Hulpbladen strategieën niveau B. Voorspellen Ik lees... Ik zie... Ik weet... Dus ik denk... Hulp van Sam - voorspellen Ik ga een tekst lezen. Lees je mee wat ik denk? Ik kan dus voorspellen waar de tekst over gaat. Dat zie ik aan de titel, de kopjes en de plaatjes. Zie je hoe de tekst heet? Het

Nadere informatie

Les 3: Plannen en organiseren

Les 3: Plannen en organiseren Les 3: Plannen en organiseren Waarom is plannen en organiseren zo belangrijk? Een goede planning en organisatie zijn handige hulpmiddelen om je leer- en maakopdrachten binnen een redelijke tijd te kunnen

Nadere informatie

Adviesgesprek Van contact naar contract

Adviesgesprek Van contact naar contract Adviesgesprek Van contact naar contract Het doel van het eerste adviesgesprek is het om het eens te worden over de vraag van de opdrachtgever en over de werkwijze van de adviseur. Het resultaat is een

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK

OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK Van positieve feedback leer ik niets. INLEIDING Feedback geven en ontvangen moet je eerst oefenen en dan toepassen. In de opdrachten hieronder ga je ermee aan de slag. Doelstellingen

Nadere informatie

Leren leren : geschiedenis

Leren leren : geschiedenis Leren leren : geschiedenis A. In klas 1) actief meewerken Als je actief meewerkt in de klas, spaar je thuis heel wat tijd uit! = nadenken over vragen, proberen te antwoorden, vragen stellen over onderdelen

Nadere informatie

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma I

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma I Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma I Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens NT2 Programma I ITTA, PM, 2010 Inhoud 1. Inleiding Tips bij het maken van het Staatsexamen

Nadere informatie

REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS

REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS Schooljaar 008/009 Inhoud Uitleg bij het boekje Weektaak voor e week: optellen en aftrekken Weektaak voor e week: vermenigvuldigen Weektaak voor e week: delen en de staartdeling

Nadere informatie

Stappenplan: maken van een beloningskaart Je kind stimuleren door aanmoediging

Stappenplan: maken van een beloningskaart Je kind stimuleren door aanmoediging Info@piresearch.nl www.piresearch.nl Stappenplan: maken van een beloningskaart Je kind stimuleren door aanmoediging Een beloningskaart helpt ouders gericht aandacht te besteden aan gewenst gedrag van hun

Nadere informatie

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me. Zonder hulp: onduidelijkheden ophelderen 1. Lees de tekst actief. Schrijf de volgende tekens in de kantlijn bij de tekst om te laten zien dat je actief leest. X Dit klopt niet met wat ik al wist/dacht.

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de ramadan voelen

Nadere informatie

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag De probleemstelling is eigenlijk het centrum waar het werkstuk om draait. Het is een precieze formulering van het onderwerp dat je onderzoekt. Omdat de probleemstelling

Nadere informatie

1 Uitslapen. Schrijf op hoe het vanmorgen ging. Voorbeeld: Begintijd Wat heb je gedaan? Hoeveel tijd kostte dat? Wekker, opstaan 15 minuten

1 Uitslapen. Schrijf op hoe het vanmorgen ging. Voorbeeld: Begintijd Wat heb je gedaan? Hoeveel tijd kostte dat? Wekker, opstaan 15 minuten Na deze les kun je: s ochtends tijd besparen; op een rijtje zetten wat je allemaal moet doen; bepalen wat echt belangrijk is; een goede planning maken. 4 Bespaar tijd! School, vrienden, sport, clubjes

Nadere informatie

Checklist examenvoorbereiding en planning

Checklist examenvoorbereiding en planning Checklist examenvoorbereiding en planning Examens!? We willen je helpen om vlot door je examens te raken. We hopen dat deze controlelijst je kan helpen. Dit document is een werkinstrument en mag je bijhouden.

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN

OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN Afspraak 1. Maak samen met de kinderen afspraken over wat zelfstandig gedaan mag worden met betrekking tot naar de wc gaan, handen wassen, drinken, eten, de

Nadere informatie

Hoe kunnen we WAT ACTIE zodat IETS VERANDERT

Hoe kunnen we WAT ACTIE zodat IETS VERANDERT Anouk Nooteboom Hand-out Cultuurhelden Delft Werkvormen creatief proces & passende vragen In dit document zijn een aantal werkvormen te vinden die toe te passen zijn binnen het creatief proces. Bij de

Nadere informatie

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Voor jezelf? Les 1 Welkom! Voor jezelf? Les 1 Welkom! Welkom! Dit is de cursus Voor jezelf? Wil je voor jezelf beginnen? Droom je ervan een eigen bedrijfje te starten? Zou je dit ook kunnen? In deze cursus ga je dit onderzoeken.

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte Les 1: Een gedicht over Egypte schrijven Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken 1. Bekijk het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal op www.nieuwsbegrip.nl. Het filmpje gaat over de situatie

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

Samenvatting Zorg en welzijn SPW handboek vaardigheden

Samenvatting Zorg en welzijn SPW handboek vaardigheden Samenvatting Zorg en welzijn SPW handboek v Samenvatting door een scholier 1846 woorden 4 november 2007 5,9 18 keer beoordeeld Vak Zorg en welzijn Allerlei samenvattingen die ik gemaakt heb voor SPW niveau

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de leerkracht. Zinnen maken met omdat. Hulp vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken. Introductiefase

Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken. Introductiefase Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de vorige les hebben we weer met een kaart gewerkt. Daarop stonden alle 4 de vragen die we de vorige lessen gebruikt hebben

Nadere informatie

Stappenplan voor het maken van een presentatie

Stappenplan voor het maken van een presentatie Stappenplan voor het maken van een presentatie De voorbereiding van een presentatie is erg belangrijk. Je kunt niet de avond ervoor even een presentatie maken. Je moet informatie verzamelen (bv. uit boeken,

Nadere informatie

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1 Versie 1 Datum: 11 juni 2011 Cursus: Docent: Taal in alle vakken Radha Gangaram Panday Door: Mario Hummeling, 1597628 Shafi Ilahibaks, 1540943 Cyril Bouwman, 1581806 Herman Hofmeijer, 1058201 Nico van

Nadere informatie

LEREN LEREN LEREN. een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden. Hieronder kun je lezen over het leren/maken van:

LEREN LEREN LEREN. een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden. Hieronder kun je lezen over het leren/maken van: LEREN LEREN LEREN een overzicht met leerhulpjes voor de diverse vakgebieden Hieronder kun je lezen over het leren/maken van: 1. DICTEE 2. TAFELS 3. VRAGEN EN OPDRACHTEN 4. STUKKEN TEKST (bijv. hoofdstuk

Nadere informatie

Hoe maak ik een werkstuk?

Hoe maak ik een werkstuk? Hoe maak ik een werkstuk? Je gaat, misschien wel voor de eerste keer, een eigen werkstuk maken. Dat is leuk, maar ook best moeilijk. Je moet er namelijk een heleboel voor doen. Heb je al eens een eigen

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014 Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Studieprofielen 1. PLANNING EN WERKMETHODE

Studieprofielen 1. PLANNING EN WERKMETHODE Studieprofielen 1. PLANNING EN WERKMETHODE Lees eerst de opgave voor je aan een toets of taak begint. Vraag tijdens het studeren af waarvoor je het geleerde kan gebruiken. Een tekst leer je vlotter als

Nadere informatie

Rubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren.

Rubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren. ingevuld door :. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren Aanpak kiezen en planning maken Ik verdiep me in een opdracht zodat ik overzicht heb. Ik kan een passende aanpak

Nadere informatie

De beoordeling Het gaat bij deze opdracht niet om het enige goede antwoord ; dat is er niet! Bij de beoordeling wordt met name gelet op:

De beoordeling Het gaat bij deze opdracht niet om het enige goede antwoord ; dat is er niet! Bij de beoordeling wordt met name gelet op: ONDERBOUW WISKUNDE DAG 2018 Je werkt de hele dag in een groepje van 3 of 4 leerlingen aan een groot open probleem. De bedoeling is dat er aan het eind van de dag een werkstuk ligt als resultaat van jullie

Nadere informatie

Ik heb geen idee wat het betekent. Ik heb dit woord wel eens gezien of gehoord.

Ik heb geen idee wat het betekent. Ik heb dit woord wel eens gezien of gehoord. Tekst lezen en moeilijke woorden bespreken 1. Hoe goed ken je de woorden in het schema? Je hoeft alleen een kruisje te zetten bij hoe goed je het woord kent. 2. Lees de tekst met het stappenplan. Onderstreep

Nadere informatie

Kraanwater, je hebt het elke dag nodig. Om te drinken bijvoorbeeld, maar

Kraanwater, je hebt het elke dag nodig. Om te drinken bijvoorbeeld, maar TIPS EN IDEEËN VOOR JE WERKSTUK OF SPREEKBEURT Kraanwater, je hebt het elke dag nodig. Om te drinken bijvoorbeeld, maar ook om je tanden mee te poetsen of om mee te koken. Kraanwater is gezond, duurzaam

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie