Jaarplan Namens Ketenregiegroep en Bestuurlijke regiegroep. Marije van Barlingen Hoogendoorn manager

Transcriptie

1 Jaarplan 2016 Namens Ketenregiegroep en Bestuurlijke regiegroep Marije van Barlingen Hoogendoorn manager

2 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Opzet en werkwijze 4 3 Focus en doelstellingen in 2016 Jeugd Volwassenen Algemeen Extra ingekocht door gemeenten Kwaliteit 21 Bijlage Financiën

3 1 Inleiding Het Veiligheidshuis Kennemerland is een netwerkorganisatie waarin gemeenten, justitie, politie, justitiële organisaties en zorginstanties intensief samenwerken om te komen tot een persoonsgerichte aanpak van complexe problematiek die de ketens en domeinen overstijgt. Wanneer reguliere inzet van partners binnen de eigen keten en het eigen domein niet meer werkt, kan een beroep worden gedaan op het netwerk het Veiligheidshuis. Het Veiligheidshuis Kennemerland wil daarmee een bijdrage leveren aan de vermindering van criminaliteit en overlast in de regio. Het Veiligheidshuis richt zich op het verminderen van recidive en het creëren van kansen voor het individu, door de gecombineerde inzet van justitiële interventies, bestuurlijke interventies en zorginterventies, het maken van persoonsgerichte afspraken en daarmee een snelle en effectieve aanpak van complexe zaken. Het concrete resultaat van de samenwerking is een integrale probleemanalyse met een persoons- en systeemgericht gezamenlijk plan van aanpak, met concrete afspraken over de verschillende interventies, inzet van partners en eventuele vervolgstappen en monitoring. Daarnaast heeft het Veiligheidshuis een adviserende functie: de samenwerkende partners adviseren bestuurders en sleutelpartners over (de aanpak van) lokale problematiek. De overdracht van de regie op de Veiligheidshuizen naar de gemeenten in 2013, de introductie van het Landelijk Kader Veiligheidshuizen, de start van de nieuwe werkwijze ZSM vanuit justitie en de transities in het sociale domein die in 2014 in gang zijn gezet: de afgelopen jaren stonden verandering en vernieuwing centraal. In dat licht is ook door het Veiligheidshuis Kennemerland de afgelopen 2 jaar vooral ingezet op (door)ontwikkeling. Implementatie en stroomlijning van een nieuwe werkwijze en de positionering van het Veiligheidshuis binnen het (veranderende) justitiële domein en het sociaal domein stonden centraal. Met de verdergaande focus op complexe problematiek is de oorspronkelijke indeling in doelgroepen van het Veiligheidshuis losgelaten en is een (flexibele) manier van werken ontwikkeld die kan worden ingezet door gemeenten en justitiële partners als onderdeel van het integrale veiligheidsbeleid. In 2016 ligt de focus op de kerntaak van het Veiligheidshuis het behandelen van complexe casuïstiek waarbij meerdere domeinen betrokken zijn en op het verbeteren van de randvoorwaarden om dat zo goed mogelijk uit te voeren. Daarbij zal in 2016 (extra) geïnvesteerd worden in een nog betere kwaliteit van onze dienstverlening en daarmee in het verder vergroten van onze toegevoegde waarde voor de deelnemende partners. In hoofdstuk 2 van dit Jaarplan wordt (nogmaals) kort de opzet en werkwijze van het Veiligheidshuis geschetst. In hoofdstuk 3 wordt beschreven op welk type casussen in 2016 de focus ligt en wat de doelstellingen voor 2016 zijn. En in hoofdstuk 4 wordt afsluitend één van de speerpunten van verdere verbetering van de kwaliteit van onze dienstverlening nader uitgewerkt. 3

4 2 Opzet en werkwijze Het Veiligheidshuis Kennemerland is een netwerkorganisatie waarin gemeenten, justitie, politie, justitiële organisaties en zorginstanties 1 intensief samenwerken om te komen tot een keten overstijgende persoonsgerichte aanpak van complexe problematiek. In het Veiligheidshuis komen partners bijeen om tot een integrale aanpak te komen - daarmee wordt voorkomen dat partnerorganisaties uit verschillende ketens en domeinen ieder slechts een gedeelte van de problematiek aanpakken en/of langs elkaar heen werken. Wanneer inzet van partners binnen de eigen keten niet meer werkt, kan een beroep worden gedaan op het samenwerkingsverband tussen de ketens het Veiligheidshuis. Hierbij ligt de focus op zowel bestaande overtreders van de wet, als op individuen of groepen met groot risico op afglijden richting crimineel en ernstig overlastgevend gedrag. Het Veiligheidshuis vormt als netwerk een belangrijke schakel, niet alleen in de verbinding tussen straf en zorg, maar ook met de bestuurlijke component door de regierol en participatie van gemeenten. De meerwaarde van de samenwerking zit in de keten overstijgende aanpak, die de afzonderlijke aanpakken versterkt. Daarbij behouden alle partners hun eigen (wettelijke) verantwoordelijkheden. Het Veiligheidshuis Kennemerland wil daarmee een bijdrage leveren aan de vermindering van criminaliteit en overlast in de regio. Het Veiligheidshuis richt zich op het verminderen van recidive en het creëren van kansen voor het individu, door de gecombineerde inzet van justitiële interventies, bestuurlijke interventies en zorginterventies, het maken van persoonsgerichte afspraken en daarmee een snelle en effectieve aanpak van complexe zaken. De opbrengsten van het Veiligheidshuis zijn enerzijds het maatschappelijk effect, en anderzijds de concrete resultaten die (het voor) de samenwerking oplevert (de opbrengsten van het casusoverleg, maar ook het effect op de samenwerking zelf). Vaak is er bij de casussen in het Veiligheidshuis sprake van problemen op verschillende gebieden: zo kunnen er bijvoorbeeld zorgen zijn over school, gezin, schulden, wonen, werken, drugsgebruik en psychische problemen. Het onderlinge contact tussen de verschillende partners die hun kennis, expertise en ervaringen delen zorgt voor een efficiënte, passende persoonsgerichte aanpak op maat. Het concrete resultaat van de samenwerking is een integrale probleemanalyse met een gezamenlijk persoons- en systeemgericht plan van aanpak, met concrete afspraken over de verschillende interventies, inzet van verschillende partners en eventuele vervolgstappen en monitoring. Daarnaast heeft het Veiligheidshuis een adviserende functie: de samenwerkende partners adviseren bestuurders en sleutelpartners over (de aanpak van) lokale problematiek. Werkwijze Iedere partner of sleutelorganisatie in de regio kan vanuit de eigen wettelijke rol en verantwoordelijkheden een persoon aandragen voor behandeling in het Veiligheidshuis zowel vanuit ZSM als vanuit lopende zorg- en strafrechtelijke trajecten. Ook vanuit preventief oogpunt kunnen zaken ingebracht worden, bijvoorbeeld wanneer gezinsleden dreigen af te glijden richting criminaliteit. Het Veiligheidshuis biedt daarmee een loket om meervoudige, complexe zaken vanuit de regio voor te leggen aan de partners in het Veiligheidshuis. Na aanmelding wordt een casus zo snel mogelijk besproken door een aantal vast aanwezige partners in de weegploeg Jeugd of de weegploeg Volwassenen 2. 1 Vaste partners zijn: Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmerliede-Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen, Zandvoort, OM, politie, RvdK, JGB, JBRA, Parnassia Bavo/Palier, Fivoor, Reclassering Nederland, Leger der Heils reclassering, William Schrikker Groep, Halt, GGD, GGZ, Veilig Thuis 2 Uitzondering hierop vormen de zogenoemde Cter casussen aanmeldingen door de lokale driehoeken in verband met radicalisering. Deze worden besproken in een apart afstemmingsoverleg tussen gemeente, OM en politie. 4

5 Er wordt een snelle screening gedaan om te kijken of het een zaak is voor het Veiligheidshuis, of een van de partners al regisseur is of als regisseur is aan te wijzen of dat de casus doorgezet of teruggelegd moet worden naar elders. Als het een zaak is voor het Veiligheidshuis vindt er overleg plaats met alle relevante direct betrokken professionals een individueel casusoverleg. De partners maken gezamenlijk in het overleg een uitgebreide analyse en bepalen wie het plan van aanpak coördineert. Deze coördinator stemt alle hulp van de verschillende instanties op elkaar af en houdt in de gaten of iedereen zich aan de gemaakte afspraken houdt. Bij de analyse komt het hele gezin, het systeem en alle problematiek ter sprake. Als er reden is tot zorg wordt het gezin meegenomen in het plan van aanpak. Door de verbinding van de verschillende ketens kan dan de strafrechtelijke aanpak als stok achter de deur dienen voor effectieve zorg- en hulpverlening aan (potentiele) daders. Op haar beurt kan de zorg- en hulpverlening een effectieve aanvulling zijn op de strafrechtelijke aanpak en/of bestuurlijke interventies en daarmee het maatwerk vergroten. Doelgroep In het algemeen kan gesteld worden dat een casus in aanmerking komt voor de persoonsgerichte aanpak in het Veiligheidshuis als voldaan wordt aan de volgende criteria: Er is sprake van meerdere problemen die op meer dan één leefgebied spelen en (naar verwachting) leiden tot crimineel en/of overlastgevend gedrag of verder afglijden en: Samenwerking tussen meerdere ketens (minimaal drang en dwang) is nodig om tot een effectieve aanpak te komen het is in de reguliere samenwerking tussen partners binnen één keten niet mogelijk de problematiek effectief aan te pakken en: De problematiek wordt beïnvloed door en heeft impact op het (gezins)systeem en/of de directe sociale leefomgeving (of wordt verwacht dat te gaan hebben) of: Er is sprake van ernstige gebiedsgebonden veiligheidsproblematiek die vraagt om een ketenoverstijgende aanpak. Regionaal coördinatiepunt Nazorg ex-gedetineerden Goede nazorg aan ex-gedetineerde burgers is een belangrijke manier om recidivecijfers terug te dringen en daarmee de lokale veiligheid te vergroten en overlast te verminderen. Een sluitende aanpak nazorg levert hieraan een belangrijke bijdrage, doordat justitie, gemeenten en maatschappelijke organisaties gezamenlijk werken aan het vergroten van re-integratiekansen voor ex-gedetineerde burgers. In de regio Kennemerland is in dat kader in 2010 het coördinatiepunt nazorg ex-gedetineerden gestart onder het dak van het Veiligheidshuis. Globaal vallen de werkzaamheden rondom de nazorg aan ex-gedetineerden uiteen in de volgende stappen: 1. Informatieverzameling ten behoeve van screening, wederzijdse informatieuitwisseling tussen gemeente en PI en maken van afspraken over de wederzijdse taakverdeling tussen gevangeniswezen en gemeenten over de aanpak van gesignaleerde problemen. 2. Opstellen individueel re-integratieplan met betrekking tot de relevante leefgebieden. Dit is een plan van aanpak met concrete invulling van de lopende en op te starten trajecten op de leefgebieden. Dit plan wordt altijd afgestemd met betrokken ketenpartners. Indien er sprake is van reclasseringstoezicht na afloop van detentie, stelt de reclassering dit plan op. Vanuit het coördinatiepunt Nazorg kunnen in overleg met de reclassering dan wel al acties tijdens detentie worden ingezet. Indien er sprake is van zeer complexe problematiek wordt de casus overgeheveld naar het overleg van het Veiligheidshuis en/of wordt een individueel casusoverleg georganiseerd. 5

6 3. Uitvoeren plan van aanpak door betrokken partijen: dit varieert van doorverwijzen van ex-gedetineerde naar juiste loketten en/of zorgaanbieders tot inschakelen casemanager die daadwerkelijk met ex-gedetineerde aan de slag gaat. 4. Coördinatie op het plan van aanpak. 5. Inzetten op verbetering van samenwerking in de keten, signalering van (beleidsmatige) problemen en advisering naar gemeenten rondom deze groep De medewerkers van het coördinatiepunt verzorgen deze taken namens en ten behoeve van 9 gemeenten in de regio Kennemerland. Het coördinatiepunt stuurt de begeleiding op de verschillende leefgebieden in de nazorg. Alle meldingen van gedetineerden komen bij dit ene coördinatiepunt binnen in plaats van bij de afzonderlijke gemeenten. Vanuit het coördinatiepunt wordt vervolgens achtergrondinformatie verzameld, geanalyseerd en de hulpvraag van de (ex)gedetineerde geduid. Op basis hiervan formuleert het coördinatiepunt voor iedere gedetineerde een persoonsgericht plan van aanpak indien nodig in het casusoverleg Veiligheidshuis. Concrete vragen worden vervolgens uitgezet binnen de gemeenten. Het regionale coördinatiepunt maakt het mogelijk om kennis, expertise en activiteiten te bundelen, wat resulteert in een kwalitatieve en efficiëntere werkwijze. Voordeel van regionale coördinatie vanuit het Veiligheidshuis is dat het Veiligheidshuis beschikt over specifieke expertise, doorzettingsmacht en een relevant netwerk met justitiepartners als het gevangeniswezen, reclassering en Raad voor de Kinderbescherming. Dit vergemakkelijkt een constructieve samenwerking en goede afstemming van activiteiten. Doordat nazorg vanuit één centraal punt wordt gecoördineerd, komt er tevens veel meer informatie beschikbaar over de omvang en aard van de problematiek van ex-gedetineerden uit de hele regio. Bezetting De kern van het Veiligheidshuis Kennemerland bestaat in 2016 uit de manager (1 fte), 2 procescoördinatoren (1,6 fte) en 2 procesondersteuners (1,3 fte). Daarnaast zijn als apart onderdeel van het Veiligheidshuis de regionaal coördinator (0,9 fte) en twee medewerkers Nazorg ex-gedetineerden (1,6 fte) werkzaam in het Veiligheidshuis. De vaste medewerkers van het Veiligheidshuis faciliteren het proces van samenwerking en houden zich bezig met het dagelijks management en het procesmanagement. Ook fungeert het Veiligheidshuis als ketenkantoor. Een aantal partners is op vaste dagen aanwezig in het Veiligheidshuis en maakt dan gebruik van de werkplekken (gemeente Haarlem, OM, politie, reclassering, Palier/Fivoor, Halt, William Schrikkergroep), terwijl andere partners aanwezig zijn voor overleg wanneer hun inbreng in een casus gewenst is. Alle partners kunnen gebruik maken van werkplekken en van de spreekkamers. Opbrengsten De opbrengst van de samenwerking in de casusoverleggen is (uiteraard) afhankelijk van de casus. Meestal gaat het om een gezamenlijke analyse, diagnose, planvorming en regie op de uitvoering. Het concrete resultaat van de samenwerking is een integraal persoonsgericht plan met concrete afspraken over de verschillende interventies (gericht op de aanpak van problemen op verschillende leefgebieden) en eventuele vervolgstappen en monitoring. Daarnaast wordt het gedrag van een individu of gezinssysteem vaak (mede) veroorzaakt of in stand gehouden door factoren in het omliggende systeem. Daarom werkt het Veiligheidshuis volgens een systeembenadering. Dat betekent dat een casus wordt bezien binnen de context van de (sociale) omgeving waarmee een onderlinge samenhang en wisselwerking bestaat. Dit kan het gezinssysteem zijn, maar ook de sociale omgeving, zoals vrienden, buren of school. Deze factoren worden meegenomen in de probleemanalyse, en krijgen indien nodig een plek in de aanpak. Een systeembenadering omvat ook het gezinssysteem waar een individu in een casus deel van uitmaakt. Vaak is er sprake van meervoudige en complexe sociale problemen binnen het gezin waardoor ook andere gezinsleden risico lopen om af te glijden richting criminaliteit. 6

7 Dit betekent ook dat de gezinsleden in casuïstiek worden meegenomen in de analyse, en indien er reden is tot zorg, er ook voor hen een aanpak wordt gemaakt. Het streven is te komen tot één gezin, één plan en één regisseur. Schematisch overzicht werkwijze Veiligheidshuis Kennemerland Coördinatiecentrum ZSM, politie, OM Gemeenten, ketenpartners, Veilig Thuis, of vanuit lokaal netwerk c.q. gebiedsteam (Lokale) driehoeken Regionaal Coördinatiepunt Nazorg: screening alle gedetineerden regio Kennemerland Door- of terugleiden naar (lokale) instanties Acties uitzetten bij en door gemeenten Aanmelding bij proces coördinator of manager Veiligheidshuis Weegploegen Veiligheidshuis Zorgpartners, justitiële partners en gemeente beoordelen gezamenlijk casus onder voorzitterschap procescoördinator, stellen regiehouder vast en bepalen gewenste aanpak in grote lijnen samen met melder Door- of terugleiden naar andere (lokale) instanties of overleggen zoals (sociaal) wijkteams, CJG, Veilig Thuis Individueel uitvoerend casusoverleg met direct betrokken professionals per casus Regiehouder maakt plan van aanpak met (bilaterale) afspraken 7

8 Sturing, regie en inbedding Het Veiligheidshuis is een organisatienetwerk. Dat betekent dat alle partners hun eigen (wettelijke) verantwoordelijkheden behouden. De procesregie ligt bij de medewerkers van het Veiligheidshuis en houdt in dat zij er op toezien dat er samenwerking tot stand komt op het niveau van individuele casussen, bijvoorbeeld door de organisatie en agendering van casusoverleggen. De regie op de individuele casussen zelf ligt bij de casushouder. In veel casussen is er een casushouder vanuit een wettelijke verantwoordelijkheid (bijvoorbeeld reclassering), in andere casussen wordt in het overleg van het Veiligheidshuis afgesproken wie de casushouder is. Op tactisch niveau is er een ketenregiegroep waarin alle managers van de betrokken organisaties en de gemeenten op ambtelijk niveau vertegenwoordigd zijn. De ketenregiegroep houdt zich bezig met inhoudelijke doorontwikkeling van het Veiligheidshuis en met praktische organisatorische vraagstukken rondom bijvoorbeeld bezetting in het Veiligheidshuis van de verschillende organisaties. De bestuurlijke regie op de samenwerking ligt sinds 2013 bij de gemeenten. Zij zijn verantwoordelijk voor coördinatie op de regionale samenwerking en verbinding van de verschillende ketens: het bestuur en de straf- en zorgpartners op strategisch niveau. In Kennemerland is daartoe een Bestuurlijke Regiegroep ingericht waar de strategische agenda wordt bepaald, prioriteiten worden gesteld en van waaruit geadviseerd wordt aan het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio via de Bestuurscommissies OV en PG&MZ. Het Algemeen Bestuur is bestuurlijk eindverantwoordelijk voor het Veiligheidshuis. In de Bestuurlijke Regiegroep zijn de burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer, wethouder Welzijn van de gemeente Haarlem, de gemeentesecretaris van de gemeente Heemstede, politie, OM en GGD/VRK vertegenwoordigd. Beheersmatig is het Veiligheidshuis Kennemerland vanaf 2014 ondergebracht bij de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK). De manager van het Veiligheidshuis legt daarom vanaf 2014 financiële en inhoudelijke verantwoording af aan het Algemeen Bestuur van de VRK, via de Bestuurlijke Regiegroep en de Bestuurscommissies OV en PG&MZ. De VRK fungeert in dat kader ook als huurder van de huisvesting en werkgever. 8

9 3 Focus en doelstellingen in 2016 Het Veiligheidshuis Kennemerland richt zich op alle bestaande overtreders van de wet en op individuen of groepen met groot risico op afglijden richting crimineel en ernstig overlastgevend gedrag, waarbij geconstateerd is door de betrokken professionals dat inzet vanuit verschillende ketens of domeinen nodig is. In dat licht kan iedere partner vanuit de eigen wettelijke rol en verantwoordelijkheden een persoon aandragen voor behandeling in het Veiligheidshuis zowel vanuit gemeenten, als vanuit ZSM als vanuit lopende zorg- en strafrechtelijke trajecten. Ook vanuit preventief oogpunt kunnen zaken ingebracht worden, bijvoorbeeld wanneer gezinsleden dreigen af te glijden richting criminaliteit. Partners maken zelf een eerste (voor)selectie van casuïstiek op basis van beschreven criteria voor de complexe casuïstiek voordat zij zaken inbrengen in het Veiligheidshuis. Niet alleen individuele casussen die vragen om een persoonsgerichte of systeemgerichte aanpak, maar ook lokale en regionale veiligheidsvraagstukken kunnen worden opgepakt in het Veiligheidshuis. Vanuit ZSM vindt (voor)selectie en doorverwijzing van complexe (straf)zaken naar het Veiligheidshuis plaats via de selectie- en afdoeningstafel. Daarnaast is er ook ruimte voor partners om vanuit een reeds lopend strafrechtelijk traject, wanneer de achterliggende problematiek daar om vraagt, een casus op te schalen naar het Veiligheidshuis. Door zorgpartners en gemeenten kan, vanuit een (lopend) zorgtraject, selectie van casuïstiek en doorverwijzing naar het Veiligheidshuis plaatsvinden in de reguliere overleggen en samenwerkingsverbanden als de Noodteams, de gebiedsteams, Centra voor Jeugd en gezin, aanpak groepsoverlast of vanuit de lokale driehoeken. Daar waar dwang en drangmiddelen nodig zijn en waar dreiging is van ernstig overlastgevend gedrag of van afglijden naar crimineel gedrag kan worden opgeschaald naar het Veiligheidshuis. Algemeen kan gesteld worden dat alle personen vanaf 12 jaar waar zorg om bestaat bij partners, die verdacht zijn (geweest) van een strafbaar feit en/of overlast veroorzaken, kunnen worden aangemeld. Naast de individuele casussen die worden aangemeld door één van de partners worden ook een aantal lokale en regionale thema s proactief opgepakt. Voorstellen voor te behandelen thema s in dat kader worden gedaan door (lokale) driehoeken of één van de partners uit de ketenregiegroep. De ketenregiegroep en Bestuurlijke Regiegroep stellen uiteindelijk vast of een doelgroep of thema wordt opgepakt. Doelgroepen en thema s die in 2016 pro actief worden aangepakt, zijn: Jeugdige veelplegers en jong volwassen meerplegers Leden van criminele jeugdgroepen High Impact Crime Nazorg ex-gedetineerden Radicalisering en Extremisme (Cter) Daarnaast wordt in 2016 een extra (door de gemeenten apart ingekochte) taak uitgevoerd voor 3 gemeenten in de IJmond: het voorzitterschap van de Beschermingstafel. Aanpak personen met verward gedrag Naar aanleiding van het rapport van de commissie Hoekstra heeft Minister Schippers van VWS op 30 juni jl. een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over een plan van aanpak van de problematiek rond verwarde personen. In de brief krijgt het Veiligheidshuis een belangrijke rol in de aanpak van de problematiek van verwarde personen toebedeeld. In reactie op het plan van aanpak vanuit de ministeries van VWS en V&J en vanuit de VNG heeft de Landelijke Stuurgroep Veiligheidshuizen een memo 9

10 opgesteld met daarin aandachtspunten die worden meegegeven aan het Aanjaagteam en Projectteam. Belangrijke aandachtspunten die daarin genoemd worden zijn het feit dat het Veiligheidshuis een tweedelijnsvoorziening is en de constatering dat de doelgroep (nog) niet helemaal helder is: er dient duidelijker gedefinieerd te worden wat wordt verstaan onder een `verward persoon. Ook regionaal (op eenheidsniveau) is het onderwerp geprioriteerd in het Integraal Regionaal Meerjarenbeleidsplan Er is een regionale werkgroep gestart, waaraan de managers van de drie Veiligheidshuizen binnen de eenheid deelnemen. Begin september is in deze werkgroep besloten om de eerste activiteiten van de werkgroep te splitsen naar district: zowel de problematiek als het hulpaanbod en de structuur zijn immers verschillend per regio. Uiteindelijke doel van de regionale werkgroep is te komen tot een gezamenlijk werkproces en een goed sluitende ketenaanpak binnen de eenheid Noord Holland. De planning is om eind 2015 het overzicht per district te hebben. In 2016 moet er een overzicht zijn van best practices van gemeenten en is er een handleiding gereed. Daarbij worden de ontwikkelingen vanuit het Landelijk Aanjaagteam uiteraard gevolgd. Daarnaast is door de politie het initiatief genomen om de werkwijze rondom verwarde personen die al enkele jaren in Noord Holland Noord wordt gevolgd, uit te rollen over de gehele eenheid. Praktisch betekent deze werkwijze dat elk basisteam een zorg coördinator heeft die een frequent, kort overleg voert met GGD, GGZ en Brijder verslavingszorg over personen met verward gedrag die zijn gesignaleerd door de politie. In het overleg wordt direct besloten welke partner de casus gaat oppakken. Zware en complexe dossiers worden doorgeleid naar het Veiligheidshuis. Zowel in de ketenregiegroep als de Bestuurlijke Regiegroep van het Veiligheidshuis is eind 2015 over dit onderwerp gesproken en is besproken welke rol het Veiligheidshuis heeft in de lokale aanpak van de problematiek. Hier uit kwam naar voren dat ook nu al de meest overlastgevende personen en complexe casussen worden aangemeld bij het Veiligheidshuis en dat daarin een goede samenwerking is met de GGZ en GGD. De verwachting is dan ook dat er in de regio Kennemerland geen grote wijzigingen in de rol van het Veiligheidshuis zullen zijn en daarom is dit niet als aparte aanpak benoemd voor Mogelijk dat de (hernieuwde) aandacht voor deze doelgroep vanuit gemeenten en politie wel leidt tot een toename aan aanmeldingen bij het Veiligheidshuis in Jeugd Individuele casussen jeugd Complexe casuïstiek rondom jongeren wordt in eerste instantie behandeld in de weegploeg Jeugd 3. Doelgroep zijn alle jongeren die in beeld komen naar aanleiding van een strafbaar feit en/of ernstige overlast, waar (grote) zorgen over bestaan. De jongeren zijn tussen de 12 en 18 jaar oud, met een uitloop naar 23 jaar. In het overleg wordt een casushouder toegewezen en worden afspraken per jongere gemaakt. Hiermee wordt een betere aansluiting tussen het eventuele justitiële traject en de zorg gegarandeerd en wordt gegarandeerd dat een jongere niet tussen wal en schip valt als er geen justitieel kader aanwezig is. Uitgangspunt is dat er niet in twee verschillende overleggen inhoudelijk over een jongere wordt gesproken. Vanuit de weegploeg wordt voor één van drie sporen gekozen: de melder gaat met advies van de ketenpartners zelf verder met de casus, er wordt een regiehouder aangewezen die verder gaat met de casus of er wordt een individueel casusoverleg georganiseerd door het Veiligheidshuis. Dit laatste gebeurt als er sprake is van complexe (gezins)problematiek waarbij afstemming en samenwerking tussen meerdere domeinen of ketens nodig is. In een individueel casusoverleg stellen geselecteerde ketenpartners (de daadwerkelijke hulpverleners) een op maat gemaakt plan van aanpak samen en voeren dit uit. 3 Aan de weegploeg Jeugd nemen deel: proces coördinator Veiligheidshuis (voorzitter), vertegenwoordiger gemeente, politie, Raad voor de Kinderbescherming, OM, jeugdreclassering JGB en JBRA, reclassering Nederland, Halt, William Schrikker Groep. 10

11 Het Veiligheidshuis organiseert en coördineert deze individueel casusoverleggen. In elk plan van aanpak staat vermeld wat het te bereiken doel is, welke organisatie wat gaat doen en op welk moment. Daarnaast wordt een reële tijdlijn benoemd. In welke frequentie individueel casusoverleggen worden georganiseerd, wordt bepaald door de vraag. Indien er sprake is van signalen waarbij sprake is van specifieke problematiek, zoals pooierboy problematiek, eer gerelateerd geweld of huiselijk geweld, worden altijd naast de direct betrokken professionals - deelnemers met specifieke expertise uitgenodigd. Ook organiseert het Veiligheidshuis naar behoefte aparte `groepsweegploegen. Het Veiligheidshuis wordt namelijk regelmatig door gemeenten gevraagd te ondersteunen bij de aanpak van overlastgevende groepen. In dat geval kunnen individuele jongeren uit een dergelijke groep worden aangemeld bij de weegploeg Jeugd. Om recht te doen aan het groepsaspect van deze aanmeldingen wordt dan één weegploegoverleg gereserveerd voor alle aanmeldingen van jongeren uit de betreffende groep. Uitkomst daarvan is per jongere een advies voor een aanpak op maat en waar mogelijk een advies voor een groepsaanpak. Beoogd effect van de gezamenlijke activiteiten rondom jeugdige verdachten is dat de jeugdcriminaliteit en jeugdoverlast in de regio Kennemerland afneemt. Activiteit Resultaat Realisatie Weegploeg Jeugd Elke partner kan een complexe casus (12 tot en met 23 jaar) aanmelden bij het Veiligheidshuis. Door een kernoverleg van vast aanwezige partners wordt vervolgens wekelijks beoordeeld of en hoe de aangemelde casussen opgepakt worden door het Veiligheidshuis. Individueel casusoverleggen jeugd Op aangeven weegploeg wordt individueel casusoverleg georganiseerd met alle direct betrokkenen. Concrete afspraken rond een jongere worden gemonitord. - Afspraken tussen partners bestaande uit justitiële, bestuurlijke en zorg interventies - Doorgeleiden naar andere instanties of overleggen zoals bijvoorbeeld sociaal wijkteams of CJG coach - Individueel casusoverleg Voor elke jeugdige waarbij sprake is van multiproblematiek kunnen ketenpartners op specifieke problemen inspelen en er worden maatwerk oplossingen geboden. Dit om uiteindelijk het overlastgevende dan wel criminele gedrag een halt toe te roepen. De weegploeg vindt wekelijks plaats. Uitgaande van het aantal aanmeldingen in 2015 wordt uitgegaan van zo n 130 aanmeldingen per jaar in totaal van jongeren onder de 24 jaar. Dit is inclusief jongeren uit de groepsaanpakken en geprioriteerde doelgroepen. Individueel casusoverleggen vinden plaats naar behoefte. Ervaring leert dat bij ongeveer 20% van de casussen nog aanvullend een individueel casusoverleg wordt belegd. Verwachting is dat er zo n 25 in 2016 zullen plaatsvinden. Jeugdige veelplegers Een van de groepen die pro actief wordt opgepakt in het Veiligheidshuis is de groep jeugdige meer- en veelplegers. Een jeugdige veelpleger is een jongere in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar waartegen in het gehele criminele verleden meer dan vijf processen-verbaal zijn opgemaakt, waarvan tenminste één in het peiljaar. Elke maand stelt het OM een overzicht op van jeugdige meer- en veelplegers in de regio. Uit dit overzicht wordt door het OM een selectie gemaakt van minderjarigen die geagendeerd worden voor de weegploeg Jeugd. Daarbij geldt dat in ieder geval `nieuwe veelplegers op de lijst geagendeerd worden. In de weegploeg wordt het bestaande plan van aanpak door in ieder geval de gecertificeerde instelling voor Jeugdreclassering en Raad voor de Kinderbescherming bekeken en kan eventueel besloten worden om specifieke extra maatregelen in te zetten zoals het toewijzen van een adoptie agent. Jong volwassen meerplegers Omdat de criteria op basis waarvan wordt vastgesteld dat iemand een veelpleger is, verschillen voor minderjarige en meerderjarige personen is er een groep 18 tot en met 23 jarigen die als jeugdige veelpleger te boek hebben gestaan, maar (nog) niet voldoen aan de 11

12 criteria van volwassen veelpleger. Een deel van deze zogenoemde jong volwassen meerplegers zal zich ontwikkelen tot (zeer actief) veelpleger en/of HIC pleger. De afgelopen jaren is er door de partners nagedacht over hoe deze groep te monitoren en zo vroeg mogelijk in te grijpen in de ontwikkeling tot actief veelpleger en/of HIC pleger. Op initiatief van het Veiligheidshuis is het voorstel gedaan om vanaf 2016 jeugdige veelplegers circa een half jaar voor ze 18 worden, te agenderen in de weegploeg Jeugd zodat er afspraken gemaakt kunnen worden over monitoring en eventuele overdracht van hulpverlening. Dit wordt begin 2016 verder uitgewerkt met betrokken partners. Activiteit Resultaat Realisatie Aanpak jeugdige veelplegers In de weegploeg Jeugd worden door de partners geprioriteerde en nieuwe minderjarige veelplegers geagendeerd. Door in ieder geval RvdK, jeugdreclassering en gemeente wordt een plan van aanpak op maat opgesteld. Aanpak jong volwassen meerplegers Als een jeugdige veelpleger 18 wordt, verliest hij zijn status als veelpleger omdat de criteria voor volwassenen strenger zijn. Door deze jongvolwassen meerplegers systematisch voor hun 18 e verjaardag in te brengen in het Veiligheidshuis en afspraken over monitoring te maken, dient in 2016 aansluiting gerealiseerd te worden tussen de 18- en 18+ veelplegeraanpak. Jeugdige veelplegers krijgen een plan van aanpak waarmee structureel op maat wordt ingegrepen in criminele carrière. Monitoren criminele carrière en waar mogelijk ingrijpen: aanpak jeugdige veelplegers stopt niet abrupt met 18 jaar. Het aantal minderjarige veelplegers fluctueert door het jaar heen. Verwachting is dat er circa 60 jeugdige meer- en veelplegers zullen worden geagendeerd in Begin 2016 wordt gestart met de uitwerking van voorgestelde aanpak. Medio 2016 dient de aanpak geïmplementeerd te zijn in samenspraak met OM, politie en (jeugd)reclassering. Nazorg jeugdige gedetineerden De Raad voor de Kinderbescherming is verantwoordelijk voor het organiseren van de nazorg aan minderjarige gedetineerden. Daartoe organiseert en coordineert de RvdK het Trajectberaad onder het dak van het Veiligheidshuis. Praktisch is het Trajectberaad dat voor deze jongeren onder voorzitterschap van de Raad voor de Kinderbescherming plaats vindt, gekoppeld aan de weegploeg Jeugd omdat partners dan al aanwezig zijn. Activiteit Resultaat Realisatie Trajectberaad Overleg tussen RvdK, instellingen voor jeugdreclassering en vertegenwoordiger gemeente, aansluitend op de weegploeg Jeugd over minderjarigen die vanuit een Justitiële Jeugdinrichting (JJI) terugkeren in een gemeente in Kennemerland Een plan van aanpak waarin afgestemd is welke koers er wordt gevolgd, welke partij welke problemen aanpakt en procedurele afspraken zijn gemaakt over het op te stellen trajectplan Het trajectberaad vindt plaats als er een melding bij de RvdK binnenkomt over een minderjarige in detentie, enkele malen per jaar. Geprioriteerde jeugdgroepen Voor de aanpak van jeugdgroepen geldt vooralsnog de routing zoals regionaal is afgesproken in juli Jeugdgroepen waar sprake is van criminaliteit worden door de lokale driehoeken geprioriteerd en voor de persoonsgerichte aanpak van de kernleden van deze groepen wordt apart (per groep) een tijdelijk overleg ingericht. Deze aanpak valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente, maar wordt gefaciliteerd en ondersteund door de medewerkers van het Veiligheidshuis. 12

13 In 2015 is door de gemeenten en politie op regionaal niveau nagedacht over een nieuwe aangepaste werkwijze om groepen in kaart te brengen en te prioriteren die meer flexibel is dan voorheen. Hoe het zich op dit moment laat aanzien zal de werkwijze vanuit het Veiligheidshuis daardoor niet wezenlijk veranderen: gemeenten melden jongeren uit geprioriteerde jeugdgroepen aan bij het Veiligheidshuis als afstemming tussen de verschillende domeinen gewenst is, waarbij verschil met `reguliere ICO s is dat de gemeente de regie heeft en houdt. In 2016 worden in dat kader in ieder geval individueel casusoverleggen gefaciliteerd voor leden uit de groep Schalkwijk in Haarlem en wordt een aantal leden uit de groep Zeewijk uit IJmuiden verder gemonitord. Activiteit Resultaat Realisatie Aanpak geprioriteerde jeugdgroepen Vanuit het Veiligheidshuis wordt op verzoek van gemeenten de aanpak van geprioriteerde jeugdgroepen gefaciliteerd en ondersteund. De proces coördinator van het VH kan vanuit dat kader ook gevraagd worden individuele casusoverleggen rondom de meest complexe casussen en gezinnen te organiseren. Integrale, afgestemde aanpak van geprioriteerde jeugdgroepen in de regio. In 2016 wijzigt de manier waarop gemeenten de jeugdgroepen in kaart brengen en prioriteren. Het is nog onbekend in hoeverre dat van invloed is op het aantal aanmeldingen in het Veiligheidshuis. In ieder geval wordt ondersteund bij de aanpak van 2 jeugdgroepen, met daarin in totaal circa 30 jongeren die een persoonsgerichte aanpak krijgen. Volwassenen Individuele casussen volwassenen Doelgroep van de weegploeg volwassenen 4 zijn alle meerderjarigen die in beeld komen naar aanleiding van een strafbaar feit en/of ernstige overlast, waar (grote) zorgen over bestaan. In de weegploeg wordt een snelle screening van de casus gedaan en wordt indien nodig - een casushouder toegewezen. Ook hier is het uitgangspunt is dat er niet in twee verschillende overleggen inhoudelijk over iemand wordt gesproken. Daarom wordt altijd bekeken of iemand al bekend is in bestaande overleggen en wordt daar de aansluiting bij gezocht. Aanmelding gebeurt in principe alleen als iemand al in een lokaal overleg is behandeld en vanuit dat overleg meerwaarde wordt gezien in een gecombineerde aanpak tussen justitiële en zorgketen. Vanuit de weegploeg wordt voor één van drie sporen gekozen: de melder gaat met advies van de ketenpartners zelf verder met de casus, er wordt een regiehouder aangewezen die verder gaat met de casus of er wordt een individueel casusoverleg georganiseerd door het Veiligheidshuis. Dit laatste gebeurt als er sprake is van complexe (gezins)problematiek waarbij afstemming en samenwerking tussen meerdere domeinen of ketens nodig is. In een individueel casusoverleg stellen geselecteerde ketenpartners (de daadwerkelijke hulpverleners) een op maat gemaakt plan van aanpak samen en voeren dit uit. Het Veiligheidshuis organiseert en coördineert deze individueel casusoverleggen. In elk plan van aanpak staat vermeld wat het te bereiken doel is, welke organisatie wat gaat doen en op welk moment. Daarnaast wordt een reële tijdlijn benoemd. In welke frequentie individueel casusoverleggen worden georganiseerd, wordt bepaald door de vraag. Hierbij geldt dat een groot deel van de aangemelde casussen in het Veiligheidshuis jong volwassenen betreft tussen de 18 en 24 jaar oud. 4 Aan de weegploeg Volwassenen nemen deel proces coördinator Veiligheidshuis/coördinator Nazorg ex-gedetineerden (voorzitter), politie, OM, reclassering Nederland, Fivoor forensische poli, Palier en Veilig Thuis. 13

14 Bij aanmelding van een casus vanuit deze leeftijdscategorie zal de procescoördinator van het Veiligheidshuis in overleg met de melder besluiten in welke weegploeg de casus in eerste instantie wordt besproken. Deze keuze wordt gemaakt op basis van de bekende problematiek en de reeds betrokken partners. Huiselijk geweld en kindermishandeling Alle meldingen huiselijk geweld worden door de politie dagelijks doorgegeven aan Veilig Thuis (voorheen het Steunpunt Huiselijk Geweld). Omdat alle meldingen, incidenten en aangiften daar binnenkomen, kan vanuit Veilig Thuis worden beoordeeld of een casus door henzelf in samenspraak met politie en justitie kan worden opgepakt, of dat de zaak dient te worden doorgezet naar het Multi Disciplinair Centrum Kindermishandeling (MDCK) of naar het Veiligheidshuis. Alleen de zeer complexe zaken waarbij ook andere partners betrokken dienen te worden, worden in dat licht aangemeld bij het Veiligheidshuis. Deze zaken worden beoordeeld in de weegploeg Volwassenen in aanwezigheid van Veilig Thuis, de specialist van politie en de parketsecretaris huiselijk geweld van het Openbaar Ministerie. Indien bij een aanmelding door een van de partners blijkt dat het gaat om (vermoedens van) huiselijk geweld of kindermishandeling wordt vanuit het Veiligheidshuis afgestemd met en eventueel overgedragen aan Veilig Thuis of het MDCK. In dat kader is er op operationeel niveau een directe verbinding tussen het Multidisciplinair Centrum Kindermishandeling, Veilig Thuis en het Veiligheidshuis voor advies en consult in casuïstiek. Met bovenstaande werkwijze is in principe gedekt dat elke (complexe) zaak door betrokken organisaties gezamenlijk wordt aangepakt dan wel afgestemd. Activiteit Resultaat Realisatie Weegploeg Volwassenen Elke partner kan een complexe casus (vanaf 18 jaar) aanmelden bij het Veiligheidshuis. Door een klein kernoverleg van aanwezige partners wordt vervolgens wekelijks beoordeeld of en hoe de aangemelde casussen opgepakt worden door het Veiligheidshuis. Ondersteuning gemeenten en politie bij aanpak structurele overlast en criminaliteit door een sluitende aanpak van complexe casuïstiek. Individueel casusoverleggen Op aangeven weegploeg wordt door het VH individueel casusoverleg georganiseerd met alle direct betrokkenen. Concrete afspraken rond een casus worden gemaakt, uitgevoerd en gemonitord. Screening vindt wekelijks plaats en individuele casusoverleggen naar behoefte. Op basis van het aantal aanmeldingen in 2015 wordt uitgegaan van zo n 200 casussen in Ervaring leert dat in ongeveer 40 procent van de behandelde casussen een Individueel Casusoverleg wordt georganiseerd. Verwachting is daarom dat dat er in 2016 circa 80 zullen zijn. Eergerelateerd geweld In het overleg Eergerelateerd Geweld worden alle personen of gezinnen besproken waarbij het vermoeden bestaat dat er sprake is van eer gerelateerd geweld of de dreiging daarvan. Omdat in dit overleg partners deelnemen die specifiek zijn getraind in het herkennen en aanpakken van eergerelateerd geweld én omdat het doel van het overleg ook het bevorderen van de deskundigheid van betrokken professionals is, zal dit overleg ook in 2016 als structureel apart overleg blijven bestaan. 14

15 Activiteit Resultaat Realisatie Eergerelateerd geweld Driewekelijks casusoverleg eergerelateerd geweld waar signalen over concrete casussen en ontwikkelingen in de aanpak van eergerelateerd geweld in het algemeen worden besproken. Meer deskundigheid en daarmee gerichtere aanpak eergerelateerd geweld Casusoverleg wordt in 2016 voortgezet. High Impact Crimes Sinds 2014 wordt in het Veiligheidshuis - op initiatief van de regionale taskforce Overvallen - een aanpak Top High Impact Crime (Top HIC) uitgevoerd. De TopHIC aanpak is de persoonsgerichte aanpak van plegers van de High Impact Crimes: overvallen, straatroven, woninginbraken en geweldsdelicten. Op basis van regionaal vastgestelde criteria stelt de politie een lijst op met plegers van High Impact Crimes in de regio, waarna voor een selectie uit deze groep in een individueel casusoverleg in het Veiligheidshuis een scenario op maat wordt gemaakt voor zorg en straf. De selectie vindt trapsgewijs plaats: vanuit de PGA lijst (persoonsgerichte aanpak) van de politie wordt door de basisteams van politie een selectie gemaakt op basis van de zwaarte van het gepleegde delict en/of het aantal delicten dat iemand heeft gepleegd. Die personen worden ingebracht in de weegploeg Volwassenen van het Veiligheidshuis waar op basis van de criteria voor behandeling in het Veiligheidshuis wordt besloten of iemand in aanmerking komt voor een individueel casusoverleg. Daarnaast kunnen uiteraard ook andere ketenpartners dan de politie plegers van HIC feiten inbrengen in de weegploeg. In het individueel HIC casus overleg worden de direct betrokken professionals uitgenodigd. Onderdeel van de aanpak is dat de betreffende persoon een brief uitgereikt krijgt ondertekend door de burgemeester van de gemeente van herkomst - waarin gemeld wordt dat hij (of zij) nauwlettend in de gaten wordt gehouden, waarbij tevens wordt aangegeven dat ondersteuning mogelijk is als hij (of zij) bereid is zijn leven te beteren. Deze brief wordt uitgereikt door de wijkagent en/of de reclasseringswerker. Op basis van het gesprek dat aansluitend gevoerd wordt, wordt vervolgens ingezet op hulp en ondersteuning of op meer repressieve maatregelen. In 2015 is extra geïnvesteerd op de doorontwikkeling van de HIC aanpak, wat tot een aantal nieuwe inzichten heeft geleid. Het gaat dan om het belang van: - een frequentere monitoring van alle (ook slapende en ex-) HIC-zaken op de lijst, - een grotere betrokkenheid voor de HIC aanpak creëren bij de verschillende partners, - de aansluiting van de gemeenten op bestuurlijk niveau, - een meer gedeelde verantwoordelijkheid voor de HIC-aanpak bewerkstelligen, - gedegen kijken of een uitgebreid Individueel Casus Overleg (ICO) noodzakelijk is, In dat licht zal er in 2016 elk kwartaal een apart HIC-overleg worden georganiseerd, voor elk basisteam apart, waarin alle HIC zaken op de agenda zullen staan. Daarbij worden ook de mogelijke nieuwe HIC zaken ingebracht. Dit overleg is geen inhoudelijk overleg, maar krijgt de vorm van een weegploeg waarbij alle partners de huidige informatie inbrengen en afspraken maken over de wijze van monitoring en of er al dan niet een uitgebreid individueel casus overleg moet volgen. Eind 2015 staan er 51 personen op de HIC lijst van het Veiligheidshuis Kennemerland. Ervaring uit voorgaande jaren leert dat het aantal afgesloten casussen en nieuwe casussen in een jaar ongeveer gelijk ligt. Verdeling over de gemeenten op de lijst eind 2015 is: Beverwijk 4, Bloemendaal 1, Haarlem 23, Haarlemmermeer 10, Heemstede 2, Heemskerk 1, Velsen 6, 4 geplaatst buiten regio. 15

16 Activiteit Resultaat Realisatie Aanpak HIC Er vindt elk kwartaal per basisteam een HIC weegploeg. Daar wordt per persoon vastgesteld hoe wordt gemonitord en of er een individueel casusoverleg plaats moet vinden. In deze overleggen worden scenario s voor straf en zorg opgesteld in samenspraak met direct betrokken professionals, reclasseerder en wijkagent. Ook wordt een brief namens de burgemeester uitgereikt. Criminele activiteiten worden gestopt of afgeremd, afname recidive, afname High Impact Crime - Kennemerland wordt veiliger. Op basis van beoordeling in de HIC weegploeg vinden individueel casusoverleggen HIC plaats en worden scenario s vastgesteld waarin zorg en straf samenkomen. Verwachting is dat er zo n 55 personen besproken worden. Zeer actief veelplegers In het Justitieel Casus Overleg Veelplegers wordt van alle zeer actieve veelplegers in de regio Kennemerland de criminele carrière in kaart gebracht in een dossier opdat de rechter een beter beeld krijgt van de persoon van de dader zodat een weloverwogen keuze voor de strafmaat kan worden gemaakt. In het overleg wordt een scenario vastgesteld op basis waarvan advies wordt gegeven aan de rechter over het al dan niet opleggen van ISD. De gezamenlijke aanpak van veelplegers heeft de afgelopen jaren al veel opgeleverd. Beoogd effect van deze aanpak is afname van het aantal zeer actief veelplegers in de regio Kennemerland, en daarmee afname van de veelvoorkomende criminaliteit in de regio. Omdat het hier gaat om een `scenario-overleg waarin een justitiële beslissing wordt genomen, wordt dit overleg in 2016 als niet Veiligheidshuis overleg voortgezet onder voorzitterschap van het Openbaar Ministerie. Wel wordt uiteraard de link met het Veiligheidshuis geborgd. Voorafgaand aan het JCO wordt de agenda bekeken door het Veiligheidshuis en wordt mogelijk relevante informatie over casussen besproken met de voorzitter van het JCO. Na afloop van het JCO worden de notulen met de (nieuwe) ISD scenario s verstrekt aan het Veiligheidshuis zodat dit aangepast of aangevuld kan worden in de systemen van het Veiligheidshuis. Daarbij is tevens de afspraak gemaakt dat personen van wie het ISD scenario vervalt, maar waarvan de problematiek wel zorgelijk is, worden aangemeld voor de weegploeg van het Veiligheidshuis. Nazorg ex-gedetineerden Nazorg aan meerderjarige ex-gedetineerden is primair de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Hiervoor is een samenwerkingsconvenant afgesloten tussen gemeenten (VNG) en het ministerie van Veiligheid en Justitie, dat eind 2014 hernieuwd is. In 2010 is in dat kader ondersteund met rijksmiddelen een regionale samenwerking gestart tussen de gemeenten in Kennemerland in de vorm van een regionaal coördinatiepunt Nazorg ex-gedetineerden. Dit coördinatiepunt bestaat uit een regionaal coördinator en twee ondersteuners. Vanaf 2014 wordt het regionaal coördinatiepunt geheel gefinancierd door 9 van de 10 gemeenten in de regio Kennemerland. Nazorg ex-gedetineerden maakt vanaf dat moment ook formeel onderdeel uit van het Veiligheidshuis Kennemerland. Elke meerderjarige (ex)gedetineerde in de regio wordt door de medewerkers Nazorg gescreend op 5 leefgebieden en op basis daarvan wordt een plan van aanpak gemaakt dat wordt doorgezet naar de betreffende gemeente. Complexe zaken worden ingebracht in de weegploeg 24+. Over deze complexe casussen voert de regionaal coördinator de regie. Daarnaast biedt de regionaal coördinator ondersteuning aan gemeenten in het kader van de pilot BIJ (Bestuurlijke Informatie Justitiabelen) en BIOS (Bestuurlijke Informatie Overvallers en 16

17 Straatrovers) zij verzamelt relevante achtergrond informatie op basis waarvan de betreffende burgemeester een beslissing kan nemen over eventuele acties. Vanaf 2015 is de gemeenten de mogelijkheid geboden om (structureel) subsidie te ontvangen vanuit het ministerie van Veiligheid en Justitie voor trajecten rondom werken en wonen voor ex-gedetineerden. In Kennemerland hebben de 9 gemeenten die deelnemen aan het regionaal coördinatiepunt Nazorg ex-gedetineerden besloten dit geld gezamenlijk aan te vragen en de inzet van de trajecten, de monitoring van de voortgang en het beheer van en de verantwoording over de besteding van de middelen onder te brengen bij het coördinatiepunt Nazorg ex-gedetineerden. Voor 2016 is er in samenspraak met de deelnemende gemeenten voor gekozen om het budget vrij besteedbaar aan te vragen, en in te gaan zetten bij 2 organisaties. Uitgangspunt is dat alle ingekochte trajecten gericht zijn op de overgang van binnen naar buiten, en dat er aandacht is voor met name de schuldenproblematiek. Dat betekent dat trajecten altijd starten in detentie, ongeacht waar de gedetineerde vast zit. Omdat de ervaring inmiddels heeft geleerd dat persoonlijk contact met de gedetineerden van groot belang is voor het naar boven krijgen van de hulpvraag en daarmee voor de succesvolle inzet van het juiste traject, wordt daarnaast in 2016 een spreekuur gehouden in de PI Heerhugowaard door de regionaal coördinator Nazorg. Ook wordt vanaf 2016 in samenwerking met MEE in de PI Heerhugowaard bekeken of en welke trajecten op maat voor gedetineerden met een licht verstandelijke beperking ingezet kunnen worden. En is de opzet dat het spreekuur in 2016 wordt uitgebreid naar de nieuw te openen PI Zaanstad. Activiteit Resultaat Realisatie Basisproces Meldingen detentie verwerken in registratiesysteem, eerste vragen op 5 leefgebieden beantwoorden, basisplan van aanpak opstellen en doorzetten aan gemeenten Criminele carrières worden gestopt of afgeremd, afname recidive - Kennemerland wordt veiliger Complexe casussen Regievoeren over aanpak complexe casussen. Aanpak via de weegploeg Volwassenen en individueel casusoverleggen. Advisering gemeenten, BIJ en BIOS Signaleren knelpunten en verzamelen achtergrondinformatie BIJ en BIOS Beheer extra middelen Rijk Coördinatie over gezamenlijke aanvraag 9 gemeenten extra structurele middelen vanuit het Rijk voor wonen en werken, inzet trajecten, monitoring trajecten, beheer van de middelen en verantwoording Ondersteuning gemeenten bij complexe casussen aanpak op maat Ondersteuning gemeenten, onder andere in BIJ (Bestuurlijke Informatie Justitiabelen) en pilot BIOS (Bestuurlijke Informatie Overvallers en Straatrovers) Extra aanbod ondersteuning bij wonen en werken op maat voor ex-gedetineerden in de regio. Daardoor minder recidive. Voor elke gemelde gedetineerde wordt screening uitgevoerd. Op basis van de aantallen in 2015 is de verwachting dat dat er circa 600 zijn in Op basis van voorgaande jaren is de verwachting dat er zo n 100 casussen per jaar als complex kunnen worden aangemerkt. Rondom circa 20 personen wordt een individueel casusoverleg georganiseerd. Ad hoc bij melding wanneer nodig. Verwachting is dat in 2016 circa 15 trajecten kunnen worden ingezet. Extremisme en Radicalisering (Cter) De landelijke ontwikkelingen rondom `uitreizigers en terugkeerders hebben in 2014 het thema radicalisering en extremisme met nieuwe urgentie op de agenda gezet. Veiligheidspartners (NCTV, AIVD, politie en OM) en de gemeenten zien flinke aantallen met name jongeren vertrekken naar oorlogsgebieden in het buitenland. Ook in de regio Kennemerland bevinden zich personen met een (vermoedelijke) extremistische overtuiging en/of die maatschappelijke onrust veroorzaken. In 2015 is dit thema onder het Samenwerkingsverband Integrale Veiligheid (SIV) geborgd door een Stuurgroep in te stellen (onder voorzitterschap van de burgemeester van 17