örtv. S 1 22-LhO1b GGD GHOR Nederland De heer H.A.M. Backx, directeur Zwarte Woud SJ Utrecht Utrecht, 19 april 2016 Betreft: aanvraag Wet BIG

Transcriptie

1 NerIand5e Vereniging örtv. 22-LhO1b cc S 1 GGD GHOR Nederland De heer H.A.M. Backx, directeur Zwarte Woud SJ Utrecht Utrecht, 19 april 2016 Betreft: aanvraag Wet BIG Kenmerk: KG/jfv/ Geachte heer Backx, De NVDA wil op korte termijn een formele aanvraag indienen bij de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om de doktersassistent wettelijk in te bedden in artikel 34 van de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG). Wettelijke inbedding in artikel 34 van de Wet BIG betekent opleidingstitelbescherming, hetgeen inhoudt dat er geen ongediplomeerde doktersassistenten meer mogen werken. De voornaamste reden voor een formele aanvraag aan de minister komt voort uit het willen borgen van de kwaliteit van de werkzaamheden van de doktersassistent ten aanzien van de individuele patiënt en patiëntveiligheid. Het beroep van doktersassistent is inhoudelijk al langer aan veranderingen onderhevig. Door de recente ontwikkelingen in de gezondheidszorg, onder meer de verschuiving van zorg van de tweede- naar de eerstelijnsgezondheidszorg, neemt de doktersassistent meer en meer zelfstandige beslissingen. De NVDA is van mening dat de kwaliteit van de werkzaamheden beter te borgen is. Dit kan door een opleiding ter voorbereiding op het beroep verplicht te stellen. De kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid kunnen hiermee verder verbeteren. Een andere reden tot deze aanvraag is de onduidelijkheid over wie verantwoordelijk is voor het handelen van de doktersassistent. In tuchtrechtzaken wordt soms de werkgever (arts) verantwoordelijk gehouden, maar niet altijd. De doktersassistent wordt in een aantal gevallen aangesproken op haar eigen verantwoordelijkheid en handelen. Wettelijke inbedding in artikel 34 Wet BIG zou naar onze mening borgen dat de doktersassistent door opleiding en (bij)scholing maximaal is voorbereid op haar taken en verantwoordelijkheden en in praktijksituaties op de juiste wijze weet in te spelen op voorliggende situaties. Othellodreef GT Utrecht 1 T F E secretariaat@nvda.nl T KvK BTWnr. NL B01 IBAN- ING/Banknummer NL5O INGB

2

3 iiv DA IIIIIIIlIIIIIIIIIIIIIi. Graag vernemen wij van u of u het verzoek tot opname van het beroep doktersassistent in artikel 34 van de Wet BIG kunt onderschrijven en onze aanvraag ook wilt ondersteunen door u voor deze aanvraag uit te spreken. Ook stellen wij het op prijs om, wanneer u suggesties hebt ter verbetering of verandering van ons bijgaand verzoek, om die van u te vernemen. Mogen wij uw reactie op beide punten ontvangen véôr 15 mei 2016? U kunt uw reactie mailen naarjellie.klaver@nvda.ni. Alvast onze hartelijke dank. Met vriendelijke groet, Mr C.F.M. Gillis MBA Voorzitter NVDA Directeur NVDA Othellodreef GT Utrecht T F E secretariaat@nvda.nl KvK BTWnr. NL IBAN- ING/Banknummer NL5O INGB

4

5 5ïVDA AANVRAAG WETTELIJKE INBEDDING DOKTERSASSISTENT IN ART. 34 WET BIG Aanvrager: (NVDA). De NVDA verzoekt de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om de doktersassistent wettelijk in te bedden in artikel 34 van de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG). De voornaamste reden voor dit verzoek komt voort uit het willen borgen van de kwaliteit van de diverse handelingen van de doktersassistent die consequenties kunnen hebben voor de veiligheid van de individuele patiënt. De NVDA is van mening dat die kwaliteit nu onvoldoende geborgd is omdat de opleiding ter voorbereiding op het beroep niet verplicht is. Bovendien is niet altijd duidelijk wie verantwoordelijk is voor het handelen van de doktersassistent. Wettelijke inbedding in artikel 34 Wet BIG zou naar onze mening de kwaliteit beter borgen en meer duidelijkheid verschaffen over de verantwoordelijkheid. De NVDA toont in deze aanvraag aan dat: 1. de doktersassistent zelfstandige beslismomenten in de werkzaamheden kent; 2. niet altijd duidelijk is wie tuchtrechtelijk, civielrechtelijk en/of strafrechtelijk verantwoordelijk is in situaties die ontstaan door vergissingen of fouten van een doktersassistent. Beide punten noodzaken volgens de NVDA het regelen van een opleidingstitelbescherming. Eerst volgt een uitleg over de werkomgeving en werksituaties en wordt een typering van het beroep gegeven en van de opleiding tot doktersassistent. Daarna wordt onderbouwd waarom volgens de NVDA opleidingstitelbescherming noodzakelijk is. Vervolgens worden de redenen vermeld waarom vorige verzoeken zijn afgewezen. Naar de mening van de NVDA zijn de redenen tot afwijzing in het verleden door de tijd ingehaald, d.w.z. de inhoud van het beroep van doktersassistent is danig veranderd, mede door alle recente ontwikkelingen in de gezondheidszorg. 1. Typering van het beroep 1.1. Werkomgeving en werksituaties 1 Doktersassistenten zijn breed inzetbaar in de gezondheidszorg. De belangrijkste werkplekken waar doktersassistenten worden aangetroffen, zijn de volgende: Huisartsenpraktijk De doktersassistent is de eerste functionaris met wie patiënten aan de balie of via de telefoon in contact komen met het gezondheidszorgsysteem. De doktersassistent voert triage uit. Het afnemen van de anamnese is onderdeel van deze triage. Daarnaast bestaat triage uit het inschatten van de ernst van de klachten, het al dan niet met spoed verwijzen naar de juiste hulpverlener en de patiënt de juiste (zelfzorg)adviezen te geven. 1 Beroepscompetentieprofiel Doktersassistent 2013 februari

6 4 ÏjVDA - verwijderen - hechten Buiten het verrichten van triage: geeft de doktersassistent advies; doet ze onderzoeken; voert ze medisch-technische handelingen uit, waaronder wondzorg, uitstrijkjes maken, reizigersadvies, injecties toedienen, oren uitspuiten en bloeddruk meten. (Voor een overzicht van medisch-technische handelingen zie Bijlage 1 Frequent voorkomende medischtechnische handelingen.) Doktersassistenten kunnen een eigen spreekuur houden waarin medische handelingen worden verricht; assisteert ze de arts bij kleine chirurgische ingrepen; voert ze (aan de arts) voorbehouden handelingen uit die de arts aan haar heeft overgedragen, zoals: - injecties (sub- en intra-cutaan; en intramusculair) - venapunctie van wonddrains; van wonden. Huisartsenpost en spoedeisende hulp De functie van de doktersassistent bij een huisartsenpost is ten dele vergelijkbaar met de functie in een huisartsenpraktijk. De voornaamste taak van de doktersassistent is triage, maar ze voert ook medisch-technische handelingen uit. Het aantal spoedgevallen op een huisartsenpost is groter dan in de zorg overdag. Dat legt nog meer druk op het goed kunnen beoordelen van de ernst van de medische klacht. Na de beoordeling van de ernst van de medische klacht: zet de doktersassistent het juiste medische traject binnen de huisartsenpost in; verwijst ze zo nodig terug naar de eigen huisarts en draagt ze zorg voor het doorgeven van relevante gegevens aan de eigen huisarts van de patiënt; bewaakt de doktersassistent de gezondheid van de patiënt (bij fysieke triage). Gezondheidscentrum/ eerstelijnscentrum De werkzaamheden van de doktersassistent zijn vergelijkbaar met die in de huisartspraktijk. Daarnaast kan ze taken verrichten voor verscheidene andere zorgverleners binnen deze multidisciplinaire setting, zoals fysiotherapeuten, maatschappelijk werkenden etc. Ziekenhuis In ziekenhuizen maakt de doktersassistent deel uit van het onderzoeks- en behandelteam in diverse poliklinieken en op klinische afdelingen, waaronder radiotherapie en operatie-units. Overig Voorts kan de doktersassistent onder meer werken bij de GGD, Jeugdgezondheidszorg, ARBO-dienst, laboratorium, bloedbank en in verloskundige praktijken Breed pakket De doktersassistent werkt in gemiddeld- tot hoogcomplexe situaties waarin de ernst van de aandoening van patiënten onbekend en variabel kan zijn. Een doktersassistent heeft in het algemeen een breed pakket aan werkzaamheden. Dat kan variëren per werkveld. 2

7 4251VDA Over het algemeen voert zij een combinatie van onderstaande taken uit: anamnese afnemen; urgentie van binnenkomende vragen vaststellen; naar de juiste zorgverlener verwijzen; beslissen over de juiste (mogelijk levensreddende) actie op het juiste moment; (beperkt) diagnostisch onderzoek uitvoeren; de gezondheidstoestand van de patiënt bewaken; uitvoeren van medisch-technische handelingen (zie bijlage 1. Medisch-technische handelingen); informeren, adviseren en voorlichten over medische en niet-medische onderwerpen; eigen spreekuren houden en spreekuren van anderen inrichten; managen, coördineren en aansturen Opleiding De opleiding ter voorbereiding op het beroep van doktersassistent is een 3-jarige mbo-opleiding op niveau 4. Deze opleiding is (nog) niet verplicht. Het beroep is niet beschermd, d.w.z. iemand mag ook als doktersassistent werken zonder diploma van een opleiding tot doktersassistent. 2. Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid 2.1. Individuele patiëntenzorg en afwijken van protocollen Naast de ondersteunende, coördinerende en organiserende taken richt de doktersassistent zich in een groot deel van de werkvelden op individuele patiëntenzorg. Een doktersassistent handelt doorgaans volgens protocollen, richtlijnen en werkafspraken, maar soms moet ze daarvan afwijken. Omdat individuele patiënten niet altijd in protocollen zijn te vangen, wijkt zij zo nodig beredeneerd af op basis van haar vakkennis en werkervaring. In de beschrijving van een tuchtrechtzaak wordt dat een well-ed ucated guess genoemd: een zorgverlener, die goed opgeleid is, moet onder bepaalde omstandigheden zelfstandig kunnen beslissen om van een protocol af te wijken. 2 Daarbij komt het in hoge mate aan op haar oordeelsvermogen om de juiste beslissing te nemen inzake wat de individuele patiënt op dat gegeven moment nodig heeft. Voor dat oordeelsvermogen zijn niet altijd protocollen beschikbaar. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van een paar voorbeelden. Een doktersassistent in een huisartsenpraktijk kan gespecialiseerd zijn op diverse onderdelen. Dan heeft zij vaak eigen spreekuren. Een voorbeeld daarvan is een doktersassistent die gespecialiseerd is in diagnostiek en behandeling van seksueel overdraagbare aandoeningen (soa). Een groot deel van haar handelingen ligt protocollair vast. Toch is niet alles in een protocol te vangen. Een patiënt kan een soa-test weigeren vanwege de financiële consequenties. Dan komt het op het beoordelingsvermogen van de doktersassistent aan om met de patiënt af te wegen of de soa-test noodzakelijk is of niet. Waar het in dit voorbeeld om gaat, is dat de patiënt het voor de doktersassistent onmogelijk 2 Broersen S, Drewes Y. Soms is een weli-educated guess nodig. Uitspraak Tuchtcollege. Medisch Contact, 3 maart

8 5VDA maakt het protocol te Volgen en dat de assistent toch de juiste beslissing moet nemen die mogelijk consequenties heeft voor de gezondheid van de patiënt. Op donderdag komt een patiënt na een 24-uurs registratie van de bloedruk naar de praktijk. Deze is op Verzoek van de praktijkondersteuner-somatiek gestart en de bevindingen zouden aan haar teruggekoppeld moeten worden. De praktijkondersteuner is echter pas op woensdag in de week daarop weer in de praktijk aanwezig. De doktersassistent leest de registratiegegevens uit en het valt haar op dat de meetwaarden erg hoog zijn. De doktersassistent kiest op die donderdag ervoor om de uitslag van de registratie aan de huisarts voor te leggen zodat die het risico kan inschatten en eventueel direct actie kan ondernemen. De praktijkondersteuner had deze actie niet als instructie bij het verzoek aangegeven, omdat zij er vanuit ging dat de doktersassistent de afweging op basis van haar kennis en kunde zelf kan en zal maken. Een doktersassistent op een huisartsenpost zit aan de balie en vangt de patiënten op die (al dan niet na telefonische aankondiging) de huisartsenpost bezoeken. Bij patiënten die er slecht aan toe zijn, moet zij op het eerste gezicht al kunnen beslissen welke actie de beste is. Dat kan variëren van meteen ambulance regelen voor vervoer naar ziekenhuis, arts op de huisartsenpost informeren of patiënt in de wachtkamer plaats laten nemen. Pas dan (na dat eerste beslismoment) kan een protocol in werking treden. Waar het in dit geval om gaat, is dat eerste beslismoment. Bij binnenkomst van de patiënt moet zij aan de hand van diens uiterlijk en een paar parameters kunnen beoordelen hoe de patiënt eraan toe is. Doktersassistenten werkzaam in een ziekenhuis verrichten wondcontrole bij patiënten die na een operatie zijn ontslagen uit het ziekenhuis. Het is hun taak om te signaleren wanneer de wond niet het standaard-beloop volgt, In dat geval draagt ze zorg voor het inzetten van het juiste behandeltraject. Een doktersassistent in de Jeugdzorg heeft eigen spreekuren. Zij begeleidt kinderen en hun ouders op diverse terreinen, variërend van het toedienen van vaccinaties tot begeleiding bij opvoedingsproblemen. Het signaleren van kindermishandeling is vaak zeer complex. Het komt daarbij in hoge mate aan op haar oordeelsvermogen om de juiste beslissing te nemen inzake wat de individuele patiënt op dat gegeven moment nodig heeft. Voor dat oordeelsvermogen zijn niet altijd protocollen beschikbaar. Wet BIG 3 Doel van de Wet BIG is: 1. bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening; 2. beschermen van de patiënt tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door beroepsbeoefenaars. De Wet BIG richt zich op beroepsgroepen die risicovolle handelingen verrichten of waarbij het anderszins vanuit het perspectief van patiëntveiligheid nodig is om het beroep wettelijk te reguleren. Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg, 1 december

9 ivda 2.2. Voorbehouden handelingen 4 Volgens de Wet BIG kunnen zelfstandig bevoegden aan bekwame niet-zelfstandig bevoegden opdracht geven om een voorbehouden handeling uit te voeren. De opdrachtgever dient daarbij te zorgen voor toezicht en tussenkomst voor zover redelijkerwijs noodzakelijk. De niet-zelfstandig bevoegden kunnen BIG-geregistreerden zijn, maar ook niet-big-geregistreerden zoals doktersassistenten. Een aantal ontwikkelingen op dit terrein: onder meer door lokale tekorten aan doktersassistenten nemen werkgevers ongediplomeerde assistenten aan. Er zijn aanwijzingen dat zij echter wèl in meerderheid bekwaamheid tot het verrichten van voorbehouden handelingen op grond van opleiding veronderstellen: van een beperkte onderzoeksgroep (N = 52) denkt 28% van de huisartsen dat doktersassistenten zelfstandig mogen hechten en 17% dat doktersassistenten zelfstandig een katheter mogen plaatsen. 5 De arts draagt voorbehouden handelingen over aan de doktersassistent, ook al is er geen sprake van een initiële opleiding tot doktersassistent. De arts heeft in zo n geval veelal de assistent zelf opgeleid. Uit tuchtrechtelijke jurisprudentie blijkt echter dat een interne opleiding niet altijd een garantie is om een medewerker bekwaam te achten Zelfstandigheid Zoals boven reeds aangegeven werkt de doktersassistent onder verantwoordelijkheid van de arts. Door de recente veranderingen in de gezondheidszorg werkt de doktersassistent echter meer en meer zelfstandig. De doktersassistent faciliteert niet alleen de arts, maar heeft ook diverse zelfstandige taken ten aanzien van de individuele patiënt. Zij moet is staat geacht worden om zelfstandig beslissingen te nemen en daarbij in voorkomende gevallen eventueel van een protocol kunnen afwijken. Dat de doktersassistent in toenemende mate buiten de praktijk werkt geeft hieraan alleen maar meer gewicht. Naast veranderingen in algemene zin, zoals bezuinigingen en de financiële crisis, vinden er in de eerstelijns zorg ook specifieke veranderingen plaats. Daarbij valt onder meer te denken verschuiving van zorgverlening van de tweede naar de eerste lijn en een nieuw bekostigingssysteem voor huisartsenzorg en ketenzorg. Deze ontwikkelingen leggen druk op de eerstelijns zorgprofessional om een beroep te doen op andere personen binnen hun Organisatie. Voorbeelden hiervan zijn thuisbezoeken, verschuiving van diagnostiek van de tweede naar de eerste lijn (ECG, spirometrie). Door de veranderingen in de gezondheidszorg leggen diverse doktersassistenten bijvoorbeeld huisbezoeken bij kwetsbare bejaarden die de praktijk niet meer kunnen bezoeken. Ook bezoeken doktersassistenten patiënten thuis voor bijvoorbeeld wondcontrole na een operatie in het ziekenhuis Verantwoordelijkheid In de diverse werkvelden van doktersassistenten kan het een probleem zijn wie de verantwoordelijkheid draagt voor de handelingen van de doktersassistent. Dit probleem speelt in ieder geval in de eerstelijnsgezondheidszorg. De vraag is of de huidige wet- en regelgeving met betrekking tot aansprakelijkheid voor hulppersonen in de eerstelijnsgezondheidszorg voldoende is opgewassen tegen de veranderingen die gaande zijn in de gezondheidszorg, zoals taakoverdracht en Tweede Evaluatie Wet BIG, oktober Fleetwood-Bird, K.G.M. Culpa in eligendo Schuld in het uitkiezen. Masterscriptie Recht en Gezondheid, CTG 15 april 2014, c , ECLI:NL:TGZRCTG:2014:

10 AjÇjVDA herschikking van taken. Een groot aantal tuchtzaken van de afgelopen jaren hangt samen met dit onderwerp. Zie bijvoorbeeld de tuchtzaak waarin een moeder binnen enkele dagen een aantal keren contact heeft met zowel de huisartsenpraktijk als de huisartsenpost in verband met klachten van haar kind. Toen de huisarts die niet van de volledige inhoud van de gesprekken tussen de assistent en de patiënt op de hoogte was, de moeder geruststelde, deed hij dat op basis van onvolledige informatie van de doktersassistent. Het kind is de dag daarna overleden. De arts wordt tuchtrechtelijk veroordeeld. 7 Kijkend naar de jurisprudentie van de afgelopen jaren, is niet altijd duidelijk wie verantwoordelijk is voor het handelen van hulppersonen. Er zijn tuchtzaken waarin wordt aangenomen dat de arts verantwoordelijk is, maar ook vergelijkbare zaken waarin dat niet werd aangenomen. Men kan zich afvragen in hoeverre dat rechtsongelijkheid voor de patiënt met zich meebrengt. 8 Artsen appreciëren het natuurlijk niet als zij in tuchtrechtzaken verantwoordelijk worden gehouden voor het handelen van de doktersassistent. Een BIG-registratie voor doktersassistenten kan een oplossing zijn. Uit het al eerder aangehaalde (beperkte) onderzoek onder huisartsen blijkt dat 65,4% van de huisartsen voor een eigen BIG-registratie en zelfregulering voor hulppersonen zoals doktersassistenten, triagisten en praktijkondersteuners. 9 Een goede beroepsopleiding en daarmee in het verlengde een goede beroepsuitoefening van de doktersassistent, verkleint daardoor niet alleen de kans op tuchtrechtzaken maar verhoogt bovenal de patiëntveiligheid. Onder meer daarom is het belangrijk dat de huisarts, naast een goede organisatie van zijn praktijk, moet kunnen rekenen op een doktersassistent die bevoegd en bekwaam is als resultaat van een verplichte opleiding van hoge kwaliteit. Dit is de reden dat wij pleiten voor een opleidingstitelbescherming. 3. Verzoek NVDA De NVDA bepleit een beschermde opleidingstitel binnen het lichte regime van de beroepenregulering. De NVDA is van mening dat de opleiding onvoldoende gewaarborgd is in de Wet Educatie Beroepsonderwijs; en de deskundigheid onvoldoende in de Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen in de gezondheidszorg Verzoeken in het verleden In het verleden heeft de NVDA vaker gesprekken gevoerd over en verzoeken ingediend tot opname in art. 34 van de Wet BIG. Een overzicht van de data en van de reden van afwijzing treft u hieronder aan. NOG AANVULLEN WELKE TUCHTZAAK 8 Fleetwood-Bird KGM. Culpa in eligendo! Schuld in het uitkiezen. Masterscriptie Recht van de gezondheidszorg. Erasmus Universiteit Rotterdam, ; pag. 46. ib, pag. 69 6

11 1. 9jVDA liiiiiiliiiiiii._ Datum Actie Uitkomst 1996 Gesprek met de Raad Reactie van de Raad BIG in juni 1997: Beroep kan niet BIG aangemerkt worden als een beroep dat zich hoofdzakelijk en specifiek richt op de individuele gezondheid van de patiënt. De doktersassistent wordt niet opgeleid tot het oplossen van gezondheidsproblemen. Zij faciliteert de arts met administratieve handelingen, patiëntenvoorlic ting en bepaalde medisch-technische handelingen Rapport Commissie In het kader van kwaliteitsverbetering en toetsing doet de Tabaksblatt: Een commissie de suggestie om doktersassistenten op te nemen in gezonde spil in de de Wet BIG. zorg 2002 Rapport RVZ De Raad stelt dat door taakherschikking de behoefte onstaat Taakherschikking in meer beroepen in het kader van de Wet BIG te regelen. Het niet de gezondheidszorg kunnen voeren van een beschermde titel kan verdergaande taakherschikking in de weg staan. Ook moet de opleiding worden aangepast, want nu worden doktersassistenten in toenemende mate ingezet voor triage NVDA-verzoek tot Door de minister afgewezen. Reden: de doktersassistent opname in de Wet verricht ondersteunend werk onder toezicht en BIG verantwoordelijkheid van de arts. Publieksvoorlichting en het regelen van de inhoud van de opleiding zijn daarmee niet noodzakelijk een voorwaarde Evaluatie van de Wet Van de huisartsen is 66% voor regeling van het beroep. Reactie BIG 1 minister verwacht in Brief VWS: reactie Tot nu toe geen reactie minister uitgesteld tot de zomer 3.2. Nieuw verzoek Opnieuw dient de NVDA een verzoek in tot opname van het beroep Doktersassistent in artikel 34 van de Wet BIG. In de loop van de tijd is het beroep van doktersassistent danig veranderd. De doktersassistent faciliteert in zekere zin nog de arts (het argument dat de minister in 1997 gebruikt om het verzoek af te wijzen), maar de hoeveelheid werkzaamheden die zij zelfstandig uitvoert en de hoeveelheid zelfstandige besluiten, zijn groter geworden. De NVDA is dan ook van mening dat de redenen waarom eerder negatief is gereageerd op de aanvrage, niet meer gelden. De kwaliteit van de beroepsuitoefening dient idealiter gekoppeld te zijn aan een opleidingstraject waarin de bekwaamheid wordt ontwikkeld om handelingen binnen het eigen deskundigheidsterrein naar behoren te verrichten. Hierdoor kan de patiëntveiligheid nog meer worden beschermd. Naar de mening van de NVDA is de beroepsuitoefening van de doktersassistent gericht op individuele 10 Tweede evaluatie Wet BIG, oktober Brief aan Tweede Kamer: Beleidsreactie evaluatie Wet BIG, 2 december

12 gezondheidszorg en is de taakinhoud van dien aard dat een wettelijke verankering van de opleiding inmiddels noodzakelijk is. Ook andere beroepen in de eerstelijnsgezondheidszorg die enigszins vergelijkbaar zijn met dat van doktersassistent (apothekersassistent en verzorgende) zijn in art. 34 opgenomen (zie bijlage 1 Artikel 34-beroepen en hun opleiding). Literatuur 1. Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg 1 december De POH tijdschrift voor en door praktijkondersteuners december Kamerstuk XVI 2005/6 4. Tweede evaluatie Wet BIG oktober Brief aan Tweede Kamer beleidsreactie evaluatie Wet BIG 2 december Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg 7. Beroepscompetentieprofiel Doktersassistent 2013 februari Culpa in eligendo! Schuld in het uitkiezen K.G.M. Fleedwood-Bird Masterscriptie Recht van de Gezondheidszorg 9. Medisch Contact 3 maart 2016 Soms is een well-educated guess nodig /... 8

13 NVDA Bijlage 1 Medisch-technische handelingen door de doktersassistent Deze lijst bevat een selectie van de meest voorkomende medisch-technische handelingen die een doktersassistent uitvoert. Al deze handelingen worden uitgevoerd in opdracht van de arts en/of volgens werkafspra ken. Handelingen die aangemerkt zijn met een * zijn voorbehouden handelingen zoals opgenomen in de Wet BIG. allergietests uitvoeren assisteren arts bij medische verrichtingen cervixuitstrijkjes corpus alienum verwijderen eerste hulp (somatisch) verlenen bij verwondingen, vergiftigingen, verstikking, verslikken, ademstilstand en circulatiestilstand functiemetingen zoals tensiemeting, visusbepaling, audiometrie, ECG 24 uurs metingen en fietsergometrie hechtingen aanbrengen* en wonden lijmen hechtingen en tampons verwijderen injecteren*: intracutaan, subcutaan, intramusculair laboratoriumbepalingen, zoals bloed-, urine- en ontlastingsonderzoek, fluoronderzoek, cholesterol, en glucose medicatie (ook herhaalrecepten) checken en registreren voor autorisatie/controle arts medicijnen toedienen: oraal, rectaal, vaginaal, via de huid, inhaleren via de luchtwegen, via de slijmvliezen (bijvoorbeeld zalven, druppelen, spoelen) monsters verzamelen ten behoeve van diagnostiek (steriel en niet steriel materiaal) zoals uitstrijkje oren uitspuiten venapunctie* verbanden aanleggen (verschillende soorten) vingerprik vragenlijsten afnemen wonden verzorgen: (niet) schone wonden en brandwonden wratten aanstippen zwachteltechnieken toepassen 9

14 NVDA c Bijlage 2 Artikel 34-beroepen Artikel 34-beroepen Beroep Apothekersassistent Diëtist Ergotherapeut Huidtherapeut Klinisch fysicus Logopedist Mondhygiënist Oefentherapeut Cesar Oefentherapeut Mensendieck Optometrist Orthoptist Podotherapeut Radiodiagnostisch laborant Tandprotheticus Verzorgende in de individuele gezondheidszorg (VIG er) Art. 36a (experimenteerartikel) Physician assistant Klinisch technoloog Verpleegkundig specialist Opleiding mbo-4 Inservice () mbo-3 master master 10