Onderwerp Conclusies uit literatuur over variabele financiering van universitair onderzoek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderwerp Conclusies uit literatuur over variabele financiering van universitair onderzoek"

Transcriptie

1 Aan: Werkgroep voorbereiding financieel beleid 2015 Van: Bart Keukenmeester, Bestuursstaf Financiën & Control Spui WX Amsterdam Postbus GG Amsterdam T Notitie Datum 19 maart 2014 Onderwerp Conclusies uit literatuur over variabele financiering van universitair onderzoek 1. Inleiding De financiering van universitair onderzoek staat om verschillende redenen al geruime tijd ter discussie [1-4]. Binnen de UvA staan met name de historische onderzoeksbudgetten ter discussie, die een belangrijk onderdeel (ongeveer 33% van het totale eerste geldstroom onderzoeksbudget) uitmaken van het UvA allocatiemodel onderzoek. Over het algemeen zijn de faculteiten en het College van Bestuur het er over eens dat het achterhaald is om deze budgetten jaarlijks op dezelfde manier te verdelen (na de jaarlijkse afroming van 1% ten behoeve van de zwaartepuntmiddelen), omdat het nu eenmaal ooit zo bepaald is. De meningen verschillen echter als gevraagd wordt op welke manier deze middelen herverdeeld zouden moeten worden. Zo zijn er faculteiten die vinden dat het budget volledig op basis van output (prestaties) verdeeld zou moeten worden (volledige variabilisering). 1 Andere faculteiten zijn voorstander van inputfinanciering of een mix van beide. Bij inputfinanciering is nog steeds sprake van (relatief) vaste beleidsbudgetten, maar worden deze op basis van strategische overwegingen toegekend waarbij helder omschreven is waarvoor de budgetten bedoeld zijn. 2 Herziening van het allocatiemodel onderzoek met als onderdeel daarvan het onderzoeken van verdergaande variabilisering staat op de shortlist van de werkgroep voorbereiding financieel beleid In de vergadering van de werkgroep op 21 november 2013 kwam ter sprake dat er verschillende literatuur beschikbaar is over prestatiebekostiging van universitair onderzoek. Deze notitie vat de belangrijkste conclusies uit deze literatuur samen. 2. Belangrijkste conclusies uit literatuur Zoals gezegd staat de financiering van universitair onderzoek om verschillende redenen al geruime tijd ter discussie [1-4]. Uit een analyse van het Centraal Planbureau (CPB) uit 2003 beschreven in het rapport Prikkel de Prof [1] bleek dat onderzoeksprestaties geen grote rol speelden in de interne verdeelmodellen van faculteiten. In hetzelfde rapport worden drie mogelijke voordelen van een sterkere koppeling van onderzoeksfinanciering aan onderzoeksprestaties genoemd: 1 Zie voor een korte verkenning van mogelijke outputparameters de in bijlage 1 opgenomen notitie van Rudi Rust (2012). 2 Zie voor een voorbeeld van inputfinanciering de in bijlage 2 opgenomen notitie van de FNWI waarin wordt beschreven hoe hun (historische) beleidsbudget in verschillende gespecificeerde strategische onderzoeksbudgetten verdeeld kan worden.

2 Het prestatie-effect: onderzoekers worden geprikkeld tot het leveren van meer en/of betere onderzoeksprestaties. Het allocatie-effect: een groter deel van de onderzoekstijd wordt toegekend aan goede onderzoekers. Het wervingseffect: een universiteit waar goed onderzoek wordt beloond met extra onderzoekstijd en onderzoeksbudget trekt goede onderzoekers. Uit vraaggesprekken met universitaire bestuurders bleek dat het prestatie-effect voor hen geen aanleiding is voor het invoeren van prestatieprikkels in de onderzoeksfinanciering; de onderzoeksprikkels zijn nu al heel sterk. Het allocatie-effect zou volgens de universitaire bestuurders wel een reden kunnen zijn om meer prestatieprikkels in de onderzoeksfinanciering in te voeren. Wetenschappelijk personeel waarvan de onderzoeksprestaties onder de maat zijn kan dan worden ingezet voor andere taken, of in het uiterste geval ontslagen worden. Het wervingseffect zou volgens de universitaire bestuurders in de toekomst zwaarder gaan wegen, gezien de toenemende internationale concurrentie om goede onderzoekers. De universitaire bestuurders noemden ook een aantal mogelijke nadelen van meer nadruk op prestatiefinanciering: Negatieve effecten op de onderwijskwaliteit Negatieve effecten op benutting van onderzoek Onderbenutting van dure onderzoeksfaciliteiten Rem op multidisciplinair onderzoek en onderzoek in de humaniora. Volgens de auteurs van het CPB-rapport zijn deze mogelijke nadelen in de meeste gevallen echter goed te ondervangen, bijvoorbeeld door boeken mee te tellen bij de beoordeling van onderzoeksprestaties (t.b.v. de humaniora) en door in het bekostigingsmodel meer nadruk te legen op indicatoren van onderwijskwaliteit. In 2005 heeft ook de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) een advies uitgebracht over de financiering van universitair onderzoek [2]. In dit advies doet de AWT zes aanbevelingen (in de eerste plaats gericht aan de ministers van OCW en EZ) over de inrichting van zowel de eerste, tweede als derde geldstroom (met name de laatste vier aanbevelingen zijn in het kader van deze notitie interessant): 1. Zet de tweede geldstroom zo in dat deze focus en massa in het universitaire onderzoek sterker bevordert. De minister van OCW dient NWO (inclusief STW) de bevordering van focus en massa als duidelijke taak mee te geven en de organisatie hierop aan te spreken. Hiertoe dient de bevordering van focus en massa een prominente plaats te krijgen in de nieuwe strategienota van NWO. 2. Breng meer samenhang aan binnen het EZ-deel van de derde geldstroom zodat dit de benutting van het universitaire onderzoek beter stimuleert. Op dit moment bestaan er al tal van programma s en projecten om het universitair onderzoek beter te laten aansluiten op economische vragen: Bsik, TTI s, IOP s, het EZ-deel van de smart mix et cetera. Dit geld is al beschikbaar en kan effectiever worden ingezet door er meer regie op te zetten. Pagina 2

3 3. Vergroot het compartiment in het onderzoeksdeel van de eerste geldstroom dat afhankelijk is van het aantal uitgereikte diploma s. Op dit moment worden onderzoeksmiddelen in de eerste geldstroom al voor 15% toegekend op basis van het aantal uitgereikte diploma s. Door dit compartiment te vergroten, ontvangt de onderzoekscapaciteit in studentrijke disciplines een extra impuls. Wij denken hierbij aan een verhoging met enkele procenten. 4. Herzie de matchingssystematiek zodanig dat financiers uitgaan van de stelregel dat zij de integrale kosten dienen te betalen tenzij er sprake is van een publiek wetenschappelijk belang. De AWT roept de minister van OCW op het initiatief te nemen tot instelling van een zogeheten Financiers Forum. In dit forum moeten alle financiers en kennisinstellingen komen tot heldere afspraken en gedragsregels over de financiering van universitair onderzoek. 5. Maak de samenstelling van de strategische overwegingen component transparanter. De AWT adviseert de minister van OCW om de samenstelling van de eerste geldstroom, in het bijzonder van de strategische overwegingen component, transparanter te maken. 6. Zet géén stappen om de eerste geldstroom verder te dynamiseren. De voorgaande aanbevelingen komen bovenop de invoering van de smart mix in 2006 en bovenop een te voorziene groei van de tweede en derde geldstroom. Verder dynamiseren van de eerste geldstroom zal ertoe leiden dat de productie van kennis als vermogen onder grote druk komt te staan. Daarom adviseert de AWT de minister van OCW om géén stappen te zetten die moeten leiden tot een verdere dynamisering van de eerste geldstroom. De AWT dringt er in haar advies op aan om het instrument van financiering met mate te gebruiken. In verschillende landen is de financiering van universiteiten afhankelijk van oordelen over de academische kwaliteit en/of onderzoeksprestaties. De AWT wijst erop dat een dergelijke koppeling onder meer kan leiden tot ongewenste neveneffecten waaronder een toename van de administratieve lasten. Elk stelsel ter financiering van het universitaire onderzoek dient volgens de AWT eenvoudig en transparant te zijn. Het Center for Higher Education Policy Studies (CHEPS) heeft in 2005 modellen voor de meting van onderzoeksprestaties uit verschillende landen met elkaar vergeleken [3]. Uit de vergelijking concluderen de onderzoekers dat de meting van onderzoeksprestaties een grotendeels subjectieve onderneming is. Onderzoeksprestaties laten zich niet gemakkelijk kwantitatief meten. Vandaar dat vaak voor een mix van input, output en proces indicatoren wordt gekozen om onderzoeksprestaties te evalueren. Er is echter geen consensus welke hoe zwaar de verschillende indicatoren moeten wegen in de evaluatie. Omdat niet bekend is hoe input binnen universiteiten omgezet wordt in output, is het volgens de auteurs van het rapport niet mogelijk om te weten waar prioriteit aan gegeven dient te worden. In 2009 is Mark Pen aan de Technische Universiteit Delft gepromoveerd op het onderwerp Prestatiemeting van wetenschappelijk onderzoek [4]. Hij geeft aan dat prestatiemeting op verschillende manieren kan plaatsvinden en dat de gemeten prestaties voor verschillende doeleinden gebruikt kunnen worden: Onder prestatiemeting wordt verstaan het proces van verzamelen, consolideren, verwerken en distribueren van prestatie-informatie. Prestatiemeting in universiteiten kan zich richten op het meten van verworven onderzoeksmiddelen (bijvoorbeeld extern onderzoeksgeld), geproduceerde wetenschappelijke output (bijvoorbeeld wetenschappelijke publicaties, monografieën, vakpublicaties, proefschriften, ontwerpen of octrooien) en effecten van onderzoek (bijvoorbeeld citaties of maatschappelijke toepassingen). Prestatiemeting kan zich ook richten op het meten van de organisatie- en proceskenmerken die onderzoeksprestaties beïnvloeden (bijvoorbeeld aantal Pagina 3

4 promoties, postdoc-plaatsen, aandeel projectfinanciering). De resultaten van universitaire prestatiemeting kunnen vrijblijvend zijn, vooral bedoeld om inzicht te krijgen in de productiviteit van onderzoekers, maar prestatie-informatie kan ook de basis vormen voor strategisch beleid en de allocatie van interne middelen. Veel universitaire onderzoekers vinden echter dat onderzoeksprestaties zich niet goed kwantitatief laten meten. In de woorden van Pen: Veel universitaire onderzoekers zuchten onder de administratieve last van het kwantificeren van onderzoeksprestaties en de aanverwante bureaucratie. Zij wijzen er bijvoorbeeld op dat onderzoeksprestaties weliswaar meetbaar zijn, maar wat deze cijfers vervolgens betekenen, vormt onderwerp van discussie. Hoe kunnen outputcijfers zinvol worden geïnterpreteerd? Hoe kunnen zij op verantwoorde wijze worden vertaald naar onderzoeksbudgetten? In de praktijk blijkt dat de variëteit in onderzoeksoutput binnen universiteiten en faculteiten groot is, wat het onderling vergelijken van output lastig maakt. Bovendien, outputgeoriënteerde prestatiemeting zet aan tot perversiteiten, zoals het dupliceren van onderzoeksoutput, het vermijden van risicovol onderzoek dat niet direct tot publicaties leidt of het uitsmeren van onderzoeksresultaten over meerdere publicaties. Pen heeft in vier faculteiten van verschillende universiteiten waar onderzoeksgeld uit de eerste geldstroom al enige jaren wordt verdeeld via een prestatiemeetsysteem empirisch onderzoek gedaan. Hij vat de resultaten als volgt samen: Uit het empirisch onderzoek komt naar voren dat prestatiemeetsystemen eigenlijk niet in staat zijn de grote variëteit aan onderzoeksoutput een plek te geven. De systemen kunnen de variëteit aan onderzoeksoutput niet aan. Veel typen output worden niet meegeteld. Er is over het algemeen ook weinig ruimte om te komen tot een gezamenlijke interpretatie van prestatiecijfers; de cijfers worden gemeten en de professional krijgt geen ruimte de betekenis van die cijfers toe te lichten. De cijfers worden direct vertaald in onderzoeksbudgetten. Die bevindingen leverden een eerste observatie op: de prestatiemeetsystemen zijn schamel en rigide. Vervolgens is gekeken welke effecten de systemen hebben. De systemen blijken te leiden tot een toename van gemeten output (productietoename op prestatie-indicatoren). Maar er blijkt nauwelijks sprake van een reallocatie van onderzoeksmiddelen naar de best presterende eenheden. Dit komt doordat slechts een deel van het onderzoeksgeld via het systeem wordt verdeeld en er nog alternatieve manieren zijn om middelen uit de eerste geldstroom te verwerven. Dat er weinig reallocatie plaatsvindt is opmerkelijk, omdat prestatiebeloning impliceert dat positieve scores beter worden beloond dan minder positieve scores. Tegelijkertijd blijkt, opvallend genoeg, dat de managing professionals vrij positief oordelen over de prestatiemeetsystemen, ondanks dat de systemen schamel en rigide zijn. Over het algemeen zijn de systemen voor de managing professionals niet meer weg te denken uit de faculteiten. De systemen hebben, alle inhoudelijke beperkingen ten spijt, bijgedragen aan een zekere prestatiegerichtheid. De systemen zetten aan tot publiceren in tijdschriften die ertoe doen in het vakgebied. De hogere onderzoeksproductie wordt vooral toegeschreven aan het vervangingseffect dat na verloop van tijd optreedt: zwak presterende onderzoekers worden vervangen door beter presterende onderzoekers. Er is nog een ander opvallend punt. De literatuur voorspelt dat een directe koppeling tussen geld en prestaties tot perversiteiten leidt. Daarvan lijkt echter niet of nauwelijks sprake. Perverse effecten, zoals verwaarlozing van niet-gemeten taken, afname van innovatie, afname van samenwerking en een overmatige fixatie op prestaties die gemeten worden, lijken niet of nauwelijks voor te komen. Ter Bogt en Scapens komen in hun onderzoek uit 2012 [5] tot iets andere conclusies. In dit onderzoek bestuderen zij de gevolgen van de invoering van prestatiemeting bij twee Accounting & Pagina 4

5 Finance afdelingen, één in Nederland en één in het Verenigd Koninkrijk. Zij concluderen dat bij beide afdelingen de prestatiemeting subjectief is en dat dit de creativiteit en innovatie van het onderzoek zou kunnen bedreigen. De meeste respondenten in hun onderzoek dachten wel dat de onderzoeksoutput de laatste jaren was toegenomen, maar waren onzeker over de effecten op de kwaliteit van het onderzoek en onderwijs. Daarnaast was bij beide afdelingen de aandacht voor service buiten de universiteit afgenomen en zorgde de prestatiemeting voor meer angst en stress bij onderzoekers. Een andere belangrijke conclusie van het onderzoek van Ter Bogt en Scapens is dat de claim dat prestatiemeting transparantie en objectiviteit vergroot aanvechtbaar is. Deze laatste conclusie wordt ondersteund door onderzoek van Henrekson en Waldenström [6] waarin zij zeven gevestigde en soms algemeen gebruikte parameters van onderzoeksprestaties gebruiken om alle voltijd Zweedse professoren te ordenen op ranglijsten. De plaats van een professor op de ranglijst blijkt sterk afhankelijk te kunnen zijn van de gebruikte parameter. Daarnaast varieert ook de distributie van de waardering van de totale onderzoeksprestaties van een professor aanzienlijk afhankelijk van de gebruikte parameter. Op basis van de resultaten van zijn empirisch onderzoek, concludeert Pen [4] dat een prestatiemeetsysteem aan de volgende drie ontwerpprincipes moet voldoen om betekenisvol te kunnen zijn voor zowel managers al professionals: - Basale ontwerpprincipes. Volgens bestaande inzichten uit de literatuur behoren prestatiemeetsystemen in professionele organisaties te voldoen aan enkele basale voorwaarden. Die hebben betrekking op de legitimiteit van indicatoren, een variëteit aan indicatoren, dynamiek of aanpassingsvermogen van het systeem, controleerbaarheid van cijfers, duidelijkheid over de functies van het systeem en ruimte voor gezamenlijke betekenisgeving van prestatiecijfers door manager (beoordelaar) en professional (beoordeelde). Aan dit normatieve kader blijkt in de onderzochte praktijk maar ten dele (en soms zelfs nauwelijks) te worden voldaan. Om mogelijke negatieve gevolgen te voorkomen of te neutraliseren is ruimte gecreëerd voor demping en compenserende factoren. - Ruimte voor dempingsfactoren. In de praktijk blijkt dat prestatiemeetsystemen voor wetenschappelijk onderzoek niet alle soorten professionele output kunnen omvatten. Om effectief te zijn, kan een prestatiemeetsysteem paradoxaal genoeg slechts een beperkte doorwerking in het professionele proces hebben. Demping draagt bij aan die beperkte doorwerking en daarmee aan de fairness van het systeem. Demping kan te maken hebben met het uitsluiten van bepaalde onderzoekers, het toestaan van uitzonderingsgevallen, het creëren van een tijdsgat tussen prestatie en beloning en het vormen van een hitteschild tussen het systeem en de onderzoeker. De managing professional vormt in de praktijk vaak het hitteschild. Die filtert perverse systeemprikkels. - Ruimte voor compenserende factoren. Naast dempingsfactoren in het systeem, is het heilzaam ruimte te creëren voor alternatieve zienswijzen en beoordelingsinstrumenten. Een praktijk waarin slechts een deel van het interne onderzoeksgeld via het prestatiemeetsysteem wordt verdeeld, biedt ruimte om ook professionele producten of initiatieven te belonen die niet direct meetbaar zijn of buiten het systeem zijn gehouden. Daarnaast hoeft een facultair of universitair prestatiemeetsysteem niet op zichzelf te staan. Onderzoeksprestaties kunnen op meervoudige wijze benaderd worden. Andere research management instrumenten, beleidsgelden, interne subsidies en financiële regelingen vullen de leemten van het prestatiemeetsysteem of neutraliseren ongewenste effecten. De instrumenten kunnen de waarden uit het prestatiemeetsysteem versterken, maar ook tegenspreken. Deze meervoudigheid en redundantie past in een omgeving van wetenschappelijk onderzoek, waarin onderzoeksoutput niet altijd langs dezelfde meetlat gelegd kan worden. 3 3 Zie hoofdstuk 10 van het proefschrift van Mark Pen [4] voor een uitgebreidere beschrijving van de ontwerpprincipes voor prestatiemeetsystemen. Pagina 5

6 3. Conclusies voor de UvA Uit de behandelde literatuur blijkt dat er geen objectieve methode bestaat om onderzoeksprestaties te meten, zeker niet als men verschillende disciplines met elkaar wil vergelijken. Wel lijken de onderzoeksprestaties van een faculteit of afdeling toe te nemen nadat een systeem voor prestatiefinanciering en/of prestatiemeting is ingevoerd. De boodschap die een systeem van prestatiemeting/-financiering uitdraagt lijkt hierbij belangrijker dan de daadwerkelijke allocatie: de impact op de verdeling van de financiële middelen lijkt over het algemeen beperkt. Hoe groot (eventuele) nadelige neveneffecten van zo een systeem zijn wordt uit de literatuur niet duidelijk. Indien de UvA ervoor kiest het allocatiemodel onderzoek verder te variabiliseren, kunnen de drie ontwerpprincipes van Pen [4] hierbij worden meegenomen. 4. Literatuurlijst 1. Centraal Planbureau (2003), Prikkel de prof Een analyse van de bekostiging van universitair onderzoek. Den Haag. 2. AWT (2005), Een vermogen betalen De financiering van universitair onderzoek. Quantes, Rijswijk. 3. Jongbloed, B., Salerno, C., Huisman, J., & Vossensteyn, H. (2005). Research prestatiemeting: een internationale vergelijking. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Den Haag 4. Pen, M. (2009), Prestatiemeting van wetenschappelijk onderoek Een empirische studie naar de doorwerking van universitaire prestatiemeetsystemen. Lemma, Utrecht.\ 5. Bogt, ter, H.J., & Scapens, R.W. (2012). Performance Management in Universities: Effects of the Transition to More Quantitative Measurement Systems, European Accounting Review, 21:3, Henrekson, M., & Waldenström, D. (2011). How should research performance be measured? A study of Swedish economists, The Manchester School, 79:6, Bijlagen 1. FNWI beleidsbudget, Basis voor beta-toponderzoek 2. Rust, R. (2012), Indicatoren voor wetenschappelijk onderzoek Pagina 6

7 Bijlage 1 NOTITIE Indicatoren voor wetenschappelijk onderzoek 1 Inleiding Er is een werkgroep ingesteld om indicatoren te ontwikkelen met betrekking tot de rijksbijdrage voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Voor het onderwijs spitst het probleem zich toe op het vinden van een goede indicator voor de prijs per student. Wat het onderzoek betreft wordt in de onderzoeksopdracht van de werkgroep gesteld dat er nu geen gezamenlijk gebruikte indicator is die de ontwikkeling laat zien in de tijd. Het is relevant om een dergelijke indicator te ontwikkelen. Gedacht kan worden aan indicatoren zoals: aantallen publicaties, graden, promoties en ontwerperscertificaten en patenten. In deze notitie wordt een eerste korte verkenning gedaan van vaak genoemde indicatoren voor wetenschappelijk onderzoek. Bij elke indicator worden tevens enkele kritiekpunten genoemd. 2 Onderzoek als producent van wetenschappelijke kennis 2.1 Publicaties Een publicatie is het meest voorkomende, tastbare product van wetenschappelijk onderzoek. Publicaties spelen een belangrijke rol in diverse beoordelingen van wetenschappelijk onderzoek, zoals de onderzoeksvisitaties, de Shanghai- ranking etc. Publicaties kunnen ook in een verhoudingsgetal worden uitgedrukt, bijvoorbeeld aantal publicaties per fte onderzoeker of per euro onderzoeksbudget. Problemen wanneer publicaties als maatstaf worden genomen: Definitieprobleem en afbakeningsprobleem. Met publicaties worden doorgaans peer reviewed tijdschriftpublicaties bedoeld. Publicatietradities verschillen sterk per discipline: tijdschriftpublicaties in beta/medisch en deel gamma- wetenschappen, monografieën en dergelijke in veel alfa- en sommige gamma- wetenschappen en proceedings zijn veelvoorkomend in bijvoorbeeld de Informatica. Het is schier onmogelijk om aan alle disciplines even veel recht te doen. Impactfactor. Is elke publicatie gelijkwaardig of wegen publicaties in het ene tijdschrift zwaarder dan in het andere? Toerekeningsprobleem. Een publicaties heeft veelal meer dan één auteur. Een auteur kan bovendien bij verschillende kennisinstellingen werkzaam zijn. Er zijn diverse regels, elk weer met voor- en nadelen, bedacht om met het toerekeningsprobleem om te gaan. Perverse prikkels die ontstaan als veel gewicht aan publicaties wordt toegekend: Kwantiteit wordt boven kwaliteit gesteld. Onderzoeksbevindingen worden opgeknipt om zoveel mogelijk publicaties binnen te halen. Grensverleggend onderzoek wordt te riskant ( gaat het wel publicaties opleveren ) en men kiest voor veilige onderwerpen. Een variant, waarbij kwaliteit centraler wordt gesteld, is om alleen toppublicaties te tellen. Dat zijn publicaties waarvan via een of andere bibliometrische methode wordt vastgesteld dat zij een wezenlijke impact hebben op het betreffende onderzoeksgebied.

8 Overigens behoort het Nederlandse wetenschappelijk onderzoek al tot de wereldtop als het om publicaties gaat. 1 Mocht het een doelstelling zijn dat een indicator ook stimuleert tot betere prestaties, dan valt te betwijfelen of de maatstaf publicaties effectief is. In Vlaanderen en ik dacht ook in Noorwegen spelen publicaties een belangrijke rol in de onderzoeksbekostiging. 2.2 Citaties (Citatiescores) Een aantal nadelen van publicatie als maatstaf kunnen weggenomen worden door niet publicaties maar citaties (per onderzoeker, per euro onderzoeksbudget) te tellen. De hoeveelheid citaties zegt iets over het relatieve belang van het onderliggende onderzoek. Citaties kunnen weer gecorrigeerd worden voor impactfactor: een citatie in Nature telt dan zwaarder dan één in, bijvoorbeeld, de European Journal of Cell Biology. Nadelen van citaties als maatstaf zijn: het is, voor het bredere publiek, minder aansprekend als publicaties, citatie- analyse is methodologisch complex en er doen zich vergelijkbare definitie- en toerekeningsproblemen voor als bij publicaties. 2.3 Visitatiescores Eens in de zes jaar worden onderzoeksvisitaties uitgevoerd volgens een landelijk vastgesteld protocol. De uitkomsten van de visitatie kunnen als indicator worden gebruikt voor de kwaliteit van onderzoek. In sommige landen, waaronder Engeland, spelen periodieke Research Assessments een rol in de bekostiging. In de huidige opzet zijn de Nederlandse visitaties daar niet voor geschikt. In Nederland wordt bovendien doorgaans bepleit om onderzoeksvisitaties uitsluitend te gebruiken vanuit het oogpunt van kwaliteitszorg. Men vreest negatieve gevolgen als een sterke koppeling wordt gelegd met financiën. Het zou onder meer kunnen leiden tot een toename van administratieve lasten, tot een afname van de benutting van kennis, tot een onderinvestering in nieuwe risicovolle onderzoeks- lijnen en tot een beperking van het spectrum waarop onderzoek wordt uitgevoerd 2 3 Onderzoek als producent van wetenschappers 3.1 Bachelor en met name masterdiploma s Een wetenschappelijke opleiding hoort haar basis te hebben in wetenschappelijk onderzoek. Vanuit dat oogpunt kunnen bachelor en met name masterdiploma s alleen tot stand komen dankzij onderzoekers en kunnen ze beschouwd worden als product, of beter gezegd bijproduct van onderzoek. Als indicator lijken BA/MA- diploma s echter weinig geschikt. Ze horen primair bij onderwijs thuis en niet bij onderzoek. 3.2 Promoties Een belangrijke taak van onderzoekers is om nieuwe onderzoekers op te leiden. Hoe productief en succesvol men daarin is kan gemeten worden. Promoties spelen al een belangrijke rol in de Nederlandse bekostiging. Dat heeft naast positieve ook negatieve effecten als het gevecht om buitenpromovendi en een (te) 1 AWT, Een vermogen betalen, De bekostiging van het universitaire onderwijs en onderzoek in Nederland, maart Ibid. 2

9 grote voorkeur voor promovendi ten opzichte van postdocs bij subsidie- aanvragen (verdringingseffect). 4 Onderzoek als probleemoplosser voor maatschappij en bedrijf (valorisatie) Van universiteiten mag of moet verlangd worden dat zij hun kennis ook direct ten dienste stellen van de maatschappij en, waar mogelijk en gepast, hun kennis economisch uitnutten. Valorisatie van kennis is benoemd als een hoofdtaak van de universiteit. Het wordt zelfs gezien als een aparte opdracht naast onderwijs en onderzoek. Zou het zo het zo strikt worden opgevat dan moeten eigenlijk aparte indicatoren opgesteld worden voor valorisatie, naast die voor onderzoek. Mogelijke indicatoren zijn: Patenten Spin- offs Vakpublicaties e.d. Omzet derde geldstroom Bij een te grote nadruk op deze indicatoren dreigt het gevaar dat de universiteit haar unieke plek in de waardeketen verliest. Niet het ongebonden fundamentele onderzoek staat dan meer centraal maar het uitdragen of verkopen van direct toepasbare kennis. De indicatoren zijn verder om verschillende redenen lastig. Patenten hebben hoofdzakelijk betrekking op de beta en medische wetenschappen. De totale omvang is beperkt en de werkelijke waarde van patenten valt veelal pas na vele jaren vast te stellen. Spin- offs zijn (te) beperkt in aantal. Voor vakpublicaties e.d. bestaat geen enkel beoordelingssysteem. Ook de omzet derdegeldstroom zou bij voorkeur beoordeeld moeten kunnen worden op basis van enkele (kwaliteits)criteria. 5 Slotopmerkingen Een complicatie bij alle indicatoren voor onderzoek is dat onderzoeksproductie niet of nauwelijks valt te scheiden naar Rijksbijdrage (eerste geldstroom) en contractonderzoek (tweede en derde geldstroom). Als de mogelijkheid van publicaties/citaties als indicator nader onderzocht wordt, dan zou het nuttig kunnen zijn nader advies in te winnen bij het CWTS (Centre for Science and Technology Studies) van de Universiteit Leiden dat gespecialiseerd is citatie- analyses. Rudi Rust 6 februari

10 Bijlage 2 "#$%&'(')*+&,*-'. "#"$%&&'$()*""#"#$%&$' ((CDE #/+ 8:7.$+ /9 *))7F-G$4/?G )6 7$ 8-9/9,))HI--H7$* +$ 950$JJ$*,))H *-+::HI$+$*950-JJ$4/?G +)J)*7$HF)$G $* 3)*7$HI/?9E #$ %&'( J4$/+ $H,))H )60$+8$4$/798:7.$+8$+$H+$7$B/*/KH$*E#-+950$J+*/$+-44$$*7:/7$4/?G0$/76--H F) I)H7+ ))G,))HG)6$* 7-+ 0$+ 8$4$/798:7.$+ 7$ 94:/+J)9+ I)H7+,-* 7$ :*/,$H9/+-/H$ )*7$HF)$G98$.H)+/*. $* 0$+ B:*7-6$*+,))H 8$+-3+)J)*7$HF)$G $*3)*7$HI/?9)*)J.$6$HG+$*)*.$I/47-B8H)GG$4+E ""#$%&'(()*&+(&,-.&((/&0(1( (*&/$+256& L$+-3)*7$HF)$G /9 )6 $$* --*+-4 H$7$*$* 7::H )*7$HF)$GE M$* 8$4$/798:7.$+ /9 )*7$H6$$H*)7/.,))HN M$*G)9+8-H$)*7$HF)$G9/*BH-9+H:5+::HE#$8-9/9)*7$HF)$G93/*BH-9+H:5+::H,-*7$%&'(7/$,))H-48$9+--+:/+4-8)H-+)H/-$*)*7$HF)$G9)*7$H9+$:*$*7 J$H9)*$$4-49-*-4/9+$*=G)9+;"O=>6/4?)$*J$H?--HE P-+$H/--43 $* -JJ-H-+::HG)9+$*E #$F$ F/?* J$H )*7$HF)$G$H --*6$HG$4/?G 0).$H7-*/*7$-4B-Q.-66-3I$+$*950-JJ$*E#$6$$HG)9+$*,))H7$%&'( 8$4)J$*;<="6/4?)$*E RH/+/$G$ 6-99-E S$.$,$* I$+$*950-JJ$4/?G$ 5)6J$+/+/$= F/?* 8/?,))H8$$47 950$/G:*7$ $* *-+::HG:*7$ -44$$* 4$,$*9,-+8--H -49 F$.$7H-.$* I)H7$* 7))H.H)+$ )*7$HF)$G54:9+$H9E #$F$ 7/95/J4/*$9 G$**$* H$4-+/$B I$/*/. 9+:7$*+$*= 6--H $$*.H)+$ )*7$HF)$GJH)7:5+/$E #/+ 8$$47 /9 */$+:*/$G,))H7$1,2=6--HF/50+8--H/*0$$4&$7$H4-*7$*M:H)J-E T).$ )*7$HF)$G9/*+$*9/+$/+E U))H /*7/,/7:$4$ )*7$HF)$G$H9 4/.+ 7$,$H0):7/*. )*7$HI/?93)*7$HF)$G 8/? 7$ *-+::HI$+$*950-JJ$* -*7$H9 7-* 8/?7$-4B-Q.-66-3I$+$*950-JJ$*E'$7$H)6=7/+/9*/$+:*/$G,))H7$1,2= 6--HG$*6$HG$*7,))H$4G$"#"$%&:*/,$H9/+$/+EV-4$*+G)6+-44$$**--H7$ 8$+-3B-5:4+$/ $* 6/*9+$.$4/?G F/?* --* 7/$,-* -*7$H$ :*/,$H9/+$/+$*E U))H 7$ %&'( 8$7H-.$* 7$ 6$$HG)9+$*,-*I$.$ 7$ 0).$H$ )*7$HF)$G9/*+$*9/+$/+ +$* 6/*9+$ ; W=X 6/4?)$*E P-+50/*.E #$ %&'(,$HI$HB+ H:/6 ; YW 6/4?)$* --* 6/77$4$*,-* $A+$H*$ #$F$,$HI-50+$* 7))H.--* $ 8-9/9/*BH-9+H:5+::H )6 */$+ 8$950/G8--H I)H7+.$9+$47 7-* I$ $ B-5:4+$/+$/.$*6/77$4$*/*8H$*.+/*0$+)*7$HF)$G9JH)?$5+E#$%&'( $$H7-*I-+F/?:/+-44)5-+/$6)7$4,$HGH/?.+ET$+,$H950/4/9;Z=[6/4?)$*E T$++)+--4,-*7$0/$H8),$*8$*)$67$G)9+$*8$7H--.+;Y\=Z6/4?)$*E #$ H$4-+/$B 0).$ G)9+$*,))H 8$+-3)*7$HF)$G I)H7$* 94$50+9,))H $$* F$$H G4$/* 7$$4.$5)6J$*9$$H7 /* 0$+ -44)5-+/$6)7$4E #$ 7$ 0).$H$ 8$G)9+/./*.9B-5+)H,))H 7/J4)6-]9/*7$1,23)*7$HF)$G98$G)9+/./*.4$,$H+$$*6$$H)J8H$*.9+)J,-*;"=Y 6/4?)$*E#-*GF/?7$0).$)*7$HF)$G9/*+$*9+/+$/+G:**$*6$$HJH)6),$*7/8$.$4$/7 I)H7$*E#$6$$H)J8H$*.9+0/$H,-*I)H7+.$950-+)J;O=W6/4?)$*EV)+94)+I)H7$* 7$ G)9+$*,-* 7$ )*7$HF)$G9/*BH-9+H:5+::H 7$$49 7))H8$4-9+ *--H "

11 5)*+H-5+)*7$HF)$G= I--H 0$+)BI$4 7))H 7$ 9:89/7/$.$,$H,$H.)$7 I)H7+ 7-* I$4 )*7$H7$$4:/+6--G+,-*7$6-+50/*.ET$+.--+)6F)]*;Y="6/4?)$*E(*+)+--44$,$H+ 0$+ -44)5-+/$6)7$4 ; >=\ 6/4?)$* )J +$H 7$GG/*.,-* 9J$5/B/$G$ 8$+-3 )*7$HF)$G9G)9+$*E #$ %&'( 0$$B+ 7$ G)9+$*,-* 0$+ )*7$HI/?9.$7$+-/44$$H7 /* ^*7$HI/?9 #-908)-H7DE #$ H$.:4/$H$ )*7$HI/?93 8$G)9+/./*.@1,23-44)5-+/$6)7$4D,)49+--+*/$+)67$G)9+$*,-*0$+8$+-3)*7$HI/?9 +$ 7$GG$*E #$ B-5:4+$/+ G$*+ 7--H)6 :/+ 0$+ 8$4$/798:7.$+ ; Z=" 6/4?)$* +)$ --* )*7$HI/?9@$A54:9/$B((C38$4$/798:7.$++$*DE T$+8$4$/798:7.$+,-*;<"=>6/4?)$*F$+7$%&'(/*)67$G)9+$*+$7$GG$*7/$ 8$+-3)*7$HF)$G $* )*7$HI/?9 6$+ F/50 6$$8H$*.$* $* */$+.$7$G+ I)H7$* /* 0$+ -44)5-+/$6)7$4E T/$H6$$ /9 +$* 6/*9+$ ; Y>=\ 6/4?)$*.$6)$/7E '-+,$H,)4.$*9 H$9+$$H+/9$$**$++)8$4$/798:7.$+,-*;<=X6/4?)$*E "#$%&'()(*+,'#+-($&./01&2344&5(6&1178& 94:;& "#$%&'()*%+%)'&*"&$,$(-'./$'# 0123 "-'##+(45+&*66$7*&+'8$-'6 "921 0:29 ")'6'+-%)5-4'&$(-'.;+<% 32: =*%&)'%6*4$,).5&$)'6'+-%)5-4'&>*?4'.$(-@ 0921 /($$%&'()(*+,'#+-($&./01& A2B (* 7$.H-B/$G )J 7$,)4.$*7$ J-./*- F/?* 0$+ 8$4$/798:7.$+ 9-6$*.$,-+E L/?4-.$ " 8$,-+ $$*.$7$+-/44$$H7 5/?B$H),$HF/50+E M$* +I$$7$.H-B/$G +))*+ 0$+,$H4))J,-* 0$+ *$++) 8$4$/798:7.$+ ),$H 7$?-H$*E 249.$,)4.,-*,$H950/44$*7$G)H+/*.$*GH/6J+7/+8:7.$+,-*;"[6/4?)$*/*Y[[X*--H 5/H5-;Y6/4?)$*/*Y["OE 7(8$3*252/53%$+(1&0#(/5*&0(*"&2/&+(&9(#+#4882/5& _)I$4 0$+ `/?G98$G)9+/./*.96)7$4-49 0$+ :*/,$H9/+-/H$ 8$G)9+/./*.96)7$4 8H$*.+ 7$8$+-3I$+$*950-JJ$*/*7$,$H7H:GG/*.E 9J$4$* $$* 8$4-*.H/?G$ H)4 /* 7$ 8$G)9+/./*.E (*,$H.$4/?G/*. 6$+ 7$-4B-Q.-66-3I$+$*950-JJ$*G$**$*7$*-+::HI$+$*950-JJ$* H$4-+/$B4-.$9+:7$*+$*--*+-44$*E#$%&'(4$.+F/50*/$+*$$H8/?7$0:/7/.$--*+-44$* $*9+H$$B+-5+/$B*--H$$*0).$H$/*9+H))6E&/$++$6/*7I/*.+7$H$-4/+$/++$F$..$* 7-+7$--*+-44$**))/+0$+-4B-Q.-66-3*/,$-:F:44$*0-4$*E #$ )*7$HF)$G98$G)9+/./*. /9,$H7$H *-:I$4/?G9,$H8)*7$* --* 9+H-+$./950$)*7$HF)$G9-.$*7-)BGI-4/+-+/$,$)*7$HF)$G9JH$9+-+/$9E S$,)4.,-*0$+8),$*9+--*7$/97-+7$*-+::HI$+$*950-JJ$*F/?*--*.$I$F$*)J $$*9:89+-*+/$$48$4$/798:7.$+E #$ %&'( J4$/+ $H,))H )6 0$+ 8$4$/798:7.$+ *-7$H +$ 7$B/*/KH$*E #/95:99/$9 ),$H 9+H-+$./950$ G$:F$*= 7$ 8$G)9+/./*. $* ),$H 8$F:/*/./*.$* G:**$* 7-* F:/,$H7$H.$,)$H7I)H7$*E aaaaaaaaaa "<?:4/Y["" Y

12 FNWI beleidsbudget: basis voor beta- onderzoek en onderwijs Netto beleidsbudget 25 M Basis voor beta- onderzoek/onderwijs Doelbestedingen beleidsbudget Dekking uit UvA- allocatiemodel Netto beleidsbudget: strategisch beleid Beleidsbudget: basis voor beta- onderzoek/onderwijs

13 FNWI netto- beleidsbudget krimpt: van M 10 in 2008 naar M 1,9 in M ,6 5,4 3,8 2 3,8 2,8 1,9 1,9 0

14 "#$%&'() "#$%&'()(*+,-.+/(01&23+(45(4+(()+&3664&7-(,0(+*3/,8+2()(3 9)&6:/(;23+(4+&563&'()(*+,-.+/(0 *+,+-./01+/ (78/00/-29-./(:(;<=% *+,+-./01+/ (745/B29-./(:(;C7D(DE8E6F3B3 (((((((((((((( GAH 7/48+0,6E-(;I7 ((((((((((()>HJK &&&&&&&&&&& AB046&C2,0(3&'(06D:6E.)0(*0 "#$%&'()*'+,*++' 6EL3M(2E33/-(/-(45/NB/:+,36EOP(5990(I(QE4B6B8F(4+383 ((((((((((( J>A)R,0/4B/1/(0ENB-O 6EL+0E-8/-(/>.>(//038/(O/ NM(B-46(S/02,6/2+T/05/E. ((((((((((( A>?KU,0/4B/1/(0ENB-O */45-+6+OB/(D/-809N ((((:(,/03+-//6M(B-46(S/02,6/2+T/05/E.M(-E(0/+ (((((()>?KA,0/4B/1/(0ENB-O ((((:(5990 ((((((((( 345E88B-O (((:(EQ3450BVTB-O/-(/-(NE8/0BEE6 (((((((((?JK 09S/(345E88B-O ((((((((((()>RUJ "D*(W/X,/08O0+/,M(3/0T/009BN8/Y ((((((((((()>KKK 09S/(345E88B-O &&&&&&&&&?F=G>G -"#.//('(*++'#0#1(*2'3((4 EQ3450M(+T/0BO/(,0BNEB0/(6E38/- Z+O/0/(NE8/0B/6/(6E38/-(M(B-(5/8(+-./01+/2M(8+T(E6QE[OENNE ((((((((((( U>)U? 2+38/-[L/8E:S,:Q8/P()G2\(E6QEP(U2> &&&&&&&&&&& <=?<H 5"#1(*,63%7 ]E845B-O(8+,+-./01+/ /-(W;<=%(/-(;C7DY ((((((((((()>KKK 345E88B-O\(8+,:+1(L/2+38BOB-O(B3(T/0O/6BV2LEE0(N/8(;^<:0/O96B/0 ]E845B-O(3/48+0,6E- _] -E./0(8/(L/0/2/-/-\(3/48+0,6E-(T++01B/8(.//63(B-(+T/05/E.2+38/- Z+O/0/(NE845B-O32+38/-(+,(8S//./[./0./(O/ N:+1 (((:(NE845B-O(`T%:E66+4E8B/N+./6 (((:(S/02/6BV2/(NE845B-O(?K)K (((()H>?)K,0/4B/1/(L/0/2/-B-O\(O/4+00BO//0.(T++0(DT:+T/05/E. ((((((((((( &&&&&&&&&&& 8"#9%:2';<2=)3%*2%)3*23* ^_(TE38P(+S:+1M(-B/8(AK:HK(NEE0(HK:AK (((:(+-./0SBV3(Q8/M(TE38(^_(a;^" (((((((((((( GK EE-8E6(Q8/(^_:TE38(B-(+-./0SBV3(a;^" (((:(+-./01+/2(Q8/(LBV(AKb(+S(:(HKb(+1 (((((((((((( HG (((:(+-./01+/2(Q8/(LBV(HKb(+S(:(AKb(+1 ((((((((()KJ S/02/6BV2P(Q8/(S,(TE38(+1(T6O3(7%_()?J(Q8/ (((:(T/0345B6 ############ " (((:(&/NB../6./(_/03+-/6/($E38(W&_$M(B-(2cYM(B-46(S/02,6>+T/05/E. ((((((((()KK 345E88B-O(W,0/4B/1/(L/0/2/-B-O(S+0.8(O/NEE28Y ((((((((((( J>RUU Z+O/(O0/-3(20B8B/2/(345EE6O0++88/M(6EO/(389./-8/-EE-8E66/- _] &&&&&&&&&&& >=K<< ((:(L/6/B.3L9.O/8(+-./0SBV3 ((((((((((( A>)JK a;^":+-./sbv32+38/-(w.90/(b-q0e\(b-8/-3b/qy(5+o/0(.e-(e66+4e8b/n+./6 &&&&&&&&&&& S+0.8(EQO/L+9S.(-EE0(4E(H>KKKM(N/./(B-(2E./0(TE-(Z/038/6,6E-(a;^" LML99N&(B046&C2,0(3&-(06 O((+,&/(+(C0&*3&6))2E60*(P2+() &&&&&&&&& <>=JF? )>(Z+O/0/(L/2+38BOB-O3QE48+0M(-B/8()MK(NEE0()MJG ((((((((((()>?)K L/80/Q8(.B,6+NET/0O+/.B-O(B-(+1:L/2+38BOB-O(WL9.O/8(?K))Y?>(d++0L/6E38B-O(6EL:N?(-EE0(+T/0BO/(O/6.380+N/- (((((:(EE-.//6(+1:90/-(O3(+T/0BO(B-(8+8EE6 URb (((((:(6EL3M(2E33/-(/-(45/NB/:+,36EOP(5990(I(QE4B6B8F(4+383 (((((( J>A)R (((((((((((?>)HA U>(]//0(,0+N+T/-.B(.E-21BV(N//0(+1:8BV. (((((:(QE48+0 ((((((((?MKK N//0(^_M(N//0(+1:8BV.\(345E88B-O (((((:(EE-8E6(L/8E:,0+N+8B/3 ((((((((()KK (((((:(O/-+0N//0.(-EE0(AKb(+S:8BV. (((((((((((( JK T/0O/6BV2LEE0(N/8(E6QE[OENNE (((((:(T/0345B6 ############ $ (((((:(,0BV3[,0+N+8B/(W2cY ((((((((((( H>JKK LML99N&6)&/(+(C0&563.*0&6))2E60*(P2+() Q9NRM&D&-(06DC2,0(3&P*3.,&+(CC*3/&.*0&6))2E60*(P2+() '()(*+,-.+/(01&-4.02&H@?? '()(*+,-.+/(0&D"ALLM &&&&&&&&&&& J=K>G &&&&&&&&& HJ=KK> &&&&&&&&& <?=J@@ &&&&&&&&&&& <=K?>

Prestatiemeting van wetenschappelijk onderzoek

Prestatiemeting van wetenschappelijk onderzoek Prestatiemeting van wetenschappelijk onderzoek Een empirische studie naar de doorwerking van universitaire prestatiemeetsystemen Mark Pen Samenvatting Prestatiemeting van universitair onderzoek is de laatste

Nadere informatie

Chinese borden Universiteiten in en uit balans

Chinese borden Universiteiten in en uit balans Chinese borden Universiteiten in en uit balans 15-03-2016, Science in Transition conferentie Barend van der Meulen, Elizabeth Koier, Edwin Horlings 2 Universiteiten uit en in balans Barend van der Meulen

Nadere informatie

De paradox van de rigide prestatiemeting

De paradox van de rigide prestatiemeting De paradox van de rigide prestatiemeting OVER DE DOORWERKING VAN PRESTATIEMETING IN DE OMGEVING VAN DE ACADEMISCHE PROFESSIONAL De druk van prestatiefinanciering en marktwerking neemt toe in de semipublieke

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 58771 22 oktober 2018 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Binnenlandse

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 9

Samenvatting. Samenvatting 9 Samenvatting Sinds de introductie in 2001 van lectoraten in het Nederlandse hoger beroepsonderwijs wordt aan hogescholen steeds meer gezondheidsonderzoek uitgevoerd. De verwachting is dat dit niet alleen

Nadere informatie

Voorstel voor het allocatiemodel van de UvA. Verdeelprincipe

Voorstel voor het allocatiemodel van de UvA. Verdeelprincipe Vooraf Hieronder worden vijf geprioriteerde voorstellen gedaan voor het allocatiemodel van de UvA. Per punt wordt een koppeling gemaakt met de strategie van de UvA (IP), de parameters, en de voor- en nadelen.

Nadere informatie

4TU.Federation. Voortzetten succes Techniekpact en opvang groei

4TU.Federation. Voortzetten succes Techniekpact en opvang groei 4TU.Federation Voortzetten succes Techniekpact en opvang groei Groei van techniekstudenten the big picture Groei is snel, groot en duurzaam: van 21 tot 22 +6% Arbeidsmarkt vraagt om verdubbeling van de

Nadere informatie

Onderzoeksrapport allocatiemodellen Nederlandse universiteiten

Onderzoeksrapport allocatiemodellen Nederlandse universiteiten Onderzoeksrapport allocatiemodellen Nederlandse universiteiten Mei 2016 Contactgegevens: Financiën & Control Universiteit van Amsterdam Postbus 19268 1000 GG Amsterdam E-mail: financiënencontrol-bb@uva.nl

Nadere informatie

Bijlage 6: De oude en de nieuwe vragen

Bijlage 6: De oude en de nieuwe vragen Bijlage 6: De oude en de nieuwe vragen Oorspronkelijke lijst met kernvragen 1.* Kan er één beleid worden uitgestippeld dat leidt tot een hechte kennisinfrastructuur en een productief nationaal innovatiesysteem?

Nadere informatie

Prestatiemeting van wetenschappelijk onderzoek

Prestatiemeting van wetenschappelijk onderzoek Prestatiemeting van wetenschappelijk onderzoek Prestatiemeting van wetenschappelijk onderzoek Een empirische studie naar de doorwerking van universitaire prestatiemeetsystemen Proefschrift ter verkrijging

Nadere informatie

Citatie analyse Walaeus Bibliotheek (LUMC) 2014

Citatie analyse Walaeus Bibliotheek (LUMC) 2014 Citatie analyse Walaeus Bibliotheek (LUMC) 2014 Dit is de algemene introductie citatie analyse, bedoeld voor onderzoekers en academici die interesse hebben in het publiceren van een (wetenschappelijk)

Nadere informatie

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie!! " # "# $ -. #, '& ( )*(+ % & /%01 0.%2

Nadere informatie

Hoe werkt het UvA-Allocatiemodel?

Hoe werkt het UvA-Allocatiemodel? Hoe werkt het Uv-llocatiemodel? Met het Uv-llocatiemodel worden gelden voor onderwijs en onderzoek toegekend aan de faculteiten:,,,,. e uitgangspunten voor de toekenning zijn gebaseerd op het vergoeden

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hierbij zend ik u mijn antwoorden op de Kamervragen van het lid Tielen (VVD)

Nadere informatie

Japans-Nederlandse wetenschappelijke publicaties. Paul op den Brouw, 3 juli 2014, meer informatie: www.ianetwerk.nl

Japans-Nederlandse wetenschappelijke publicaties. Paul op den Brouw, 3 juli 2014, meer informatie: www.ianetwerk.nl Japans-Nederlandse wetenschappelijke publicaties Paul op den Brouw, 3 juli 2014, meer informatie: www.ianetwerk.nl Samenvatting Elf Japanse top-onderzoeksuniversiteiten spraken tijdens zijn bezoek aan

Nadere informatie

Societal Impact: achtergrond & doel. SURFacademy Societal Impact Lieke van Fastenhout (UvA)

Societal Impact: achtergrond & doel. SURFacademy Societal Impact Lieke van Fastenhout (UvA) Societal Impact: achtergrond & doel SURFacademy Societal Impact Lieke van Fastenhout (UvA) Een korte geschiedenis: SEP 1/2 Hoe lang hebben we dit systeem al? Sinds 1993 Waarom hebben we het eigenlijk?

Nadere informatie

namens Onze Minister van Landbouw, Nat uur en Voedselkwaliteit;

namens Onze Minister van Landbouw, Nat uur en Voedselkwaliteit; CONCEPT Besluit van tot wijziging van het Bekostigingsbesluit WHW in verband met wijzigingen in de bekostiging van universiteiten per 2006 Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

2 Chinese Borden Elizabeth Koier, Barend van der Meulen, Edwin Horlings, Rosalie Belder. Rathenau Instituut

2 Chinese Borden Elizabeth Koier, Barend van der Meulen, Edwin Horlings, Rosalie Belder. Rathenau Instituut Chinese Borden Financiële stromen en prioriteringsbeleid in het Nederlandse universtiaire onderzoek Elizabeth Koier, Barend van der Meulen, Edwin Horlings en Rosalie Belder 2 Chinese Borden Elizabeth Koier,

Nadere informatie

KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE

KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE ONDERZOEK: JAARVERSLAG 2015 CREATE-IT/FDMCI April 2016 1 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Onderzoeksinput... 5 2. Producten van onderzoek...

Nadere informatie

CPB Document. Prikkel de prof. Een analyse van de bekostiging van universitair onderzoek. No 36 Oktober 2003

CPB Document. Prikkel de prof. Een analyse van de bekostiging van universitair onderzoek. No 36 Oktober 2003 CPB Document No 36 Oktober 2003 Prikkel de prof Een analyse van de bekostiging van universitair onderzoek Marc Pomp, Richard Venniker en Marcel Canoy Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508

Nadere informatie

STELSEL WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK

STELSEL WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK STELSEL WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK Ministerie van Financiën Januari 201 Onderzoek uitgevoerd op het Flitspanel, december 201 GfK 201 Stelsel wetenschappelijk onderzoek Januari 201 1 Inhoudsopgave 1. Management

Nadere informatie

Prestatiedruk onder wetenschappelijk personeel

Prestatiedruk onder wetenschappelijk personeel Prestatiedruk onder wetenschappelijk personeel Een verkenning in het WO SoFoKleS conferentie 24 november 2016 Karin Jettinghoff Opzet presentatie Aanleiding Doel Aanpak Resultaten enquête Uitkomsten expertmeeting

Nadere informatie

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument SPP als pijler van hr-beleid Om als organisatie in een dynamische omgeving met veel ontwikkelingen en veranderingen

Nadere informatie

Begroting 2012 en 2013 Meta-data Monitor streefdoelen wetenschap

Begroting 2012 en 2013 Meta-data Monitor streefdoelen wetenschap Begroting 2012 en 2013 Meta-data Monitor streefdoelen wetenschap Overzicht per indicator: 1. Mondiale top-5 positie op basis van citatiescores Het relatief aantal verkregen citaties, genormeerd op veldgemiddelde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 455 Vragen van het lid

Nadere informatie

Vormgeving van samenwerking binnen praktijkgericht onderzoek

Vormgeving van samenwerking binnen praktijkgericht onderzoek Presentatie 16 Mei De Haagse Hogeschool Vormgeving van samenwerking binnen praktijkgericht onderzoek Frank Zwetsloot Directeur ScienceWorks Uitgevoerd door: In samenwerking met: Inzage in de cijfers van

Nadere informatie

Impact Ranking 2017 van de Nederlandse Universiteiten Presentatie ScienceWorks 7 december 2017, UvA Frank Zwetsloot

Impact Ranking 2017 van de Nederlandse Universiteiten Presentatie ScienceWorks 7 december 2017, UvA Frank Zwetsloot Impact Ranking 27 van de Nederlandse Universiteiten Presentatie ScienceWorks 7 december 27, UvA Frank Zwetsloot Mauritskade 5 254 HC Den Haag T: +3 7 346 255 info@scienceworks.nl www.scienceworks.nl Samenstelling

Nadere informatie

Zin en betekenis van (kennis)valorisatie belicht en toegelicht (av)

Zin en betekenis van (kennis)valorisatie belicht en toegelicht (av) 1 Zin en betekenis van (kennis)valorisatie belicht en toegelicht (av) Dr mr A.A.Th.A. (Ard) Cools, (kennis)valorisatie expert april 2012 Inleiding Nederlandse universiteiten en onderzoeksinstellingen ontwikkelen,

Nadere informatie

Welke universiteit willen we?

Welke universiteit willen we? Welke universiteit willen we? Zoeken naar een gezonde academische cultuur voor de 21 ste eeuw Patrick Loobuyck UAntwerpen/UGent Veranderende universiteit Prof die 30jaar geleden universiteit verlaten heeft

Nadere informatie

Centrale Studentenraad Universiteit van Amsterdam Voorzitter Alex Tess Rutten Nieuwe Achtergracht WV Amsterdam

Centrale Studentenraad Universiteit van Amsterdam Voorzitter Alex Tess Rutten Nieuwe Achtergracht WV Amsterdam Spuistraat 134 1012 VB Amsterdam (020) 525 3278 FGw@studentenraad.nl studentenraad.nl/fgw Centrale Studentenraad Universiteit van Amsterdam Voorzitter Alex Tess Rutten Nieuwe Achtergracht 170 1018 WV Amsterdam

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth Stappenplan Social Return on Investment Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth 1 1. Inleiding Het succesvol implementeren van ehealth is complex en vraagt investeringen van verschillende

Nadere informatie

Valorisatie Performance 2015 van de Nederlandse Universiteiten

Valorisatie Performance 2015 van de Nederlandse Universiteiten Valorisatie Performance 2015 van de Nederlandse Universiteiten Presentatie ScienceWorks Frank Zwetsloot Mauritskade 5 2514 HC Den Haag T: +31 70 346 2505 info@scienceworks.nl www.scienceworks.nl Waarom

Nadere informatie

M200616. De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB

M200616. De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB M200616 De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB dr. J.M.P. de Kok drs. J.M.J. Telussa Zoetermeer, december 2006 Prestatieverhogend HRM-systeem MKB-bedrijven met een zogeheten 'prestatieverhogend

Nadere informatie

Prestatie-indicatoren voor Valorisatie. Landelijke Commissie Valorisatie Delft, 12 mei 2011 Eppo Bruins Rens Vandeberg Leonie van Drooge

Prestatie-indicatoren voor Valorisatie. Landelijke Commissie Valorisatie Delft, 12 mei 2011 Eppo Bruins Rens Vandeberg Leonie van Drooge Prestatie-indicatoren voor Valorisatie Landelijke Commissie Valorisatie Delft, 12 mei 2011 Eppo Bruins Rens Vandeberg Leonie van Drooge Valorisatie Kennisvalorisatie is het proces van waardecreatie uit

Nadere informatie

Jane in de universitaire jungle

Jane in de universitaire jungle Jane in de universitaire jungle INLEIDING Nog los van een basisprincipe van gelijke rechten, wordt het belang van diversiteit binnen een organisatie tegenwoordig breed erkend. Diversiteit draagt bij aan

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad. Uw brief van: Uw kenmerk: Ons kenmerk: Datum: 26 november 2015

Aan de gemeenteraad. Uw brief van: Uw kenmerk: Ons kenmerk: Datum: 26 november 2015 Postbus 54 Aan de gemeenteraad 7470 AB Goor van Hof van Twente Telefoon: (0547) 858 585 Fax: (0547) 858 586 E-mail: info@hofvantwente.nl Internet: www.hofvantwente.nl Uw brief van: Uw kenmerk: Ons kenmerk:

Nadere informatie

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Deze bijlage bevat een beschrijving van de kwantitatieve analyse, zoals die is uitgevoerd op de 26 vragen in de vragenlijst. Analyses op het niveau van de (26) afzonderlijke

Nadere informatie

Datum 28 november 2016 Uitvoering motie Bruins/Duisenberg: monitor omvang alfa-, bèta-, gamma-, en technische wetenschappen

Datum 28 november 2016 Uitvoering motie Bruins/Duisenberg: monitor omvang alfa-, bèta-, gamma-, en technische wetenschappen >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Onderzoek en Wetenschapsbeleid Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

van budget naar prestatie

van budget naar prestatie Management accounting & control Transparantie in bekostiging: proces van budget naar prestatie De maatschappij vraagt steeds meer transparantie van organisaties, zeker in de non-profit sector en de gezondheidszorg.

Nadere informatie

R&D-uitgaven en capaciteit naar wetenschapsgebied

R&D-uitgaven en capaciteit naar wetenschapsgebied R&D-uitgaven en capaciteit naar wetenschapsgebied In Nederland werd in 2014 in totaal 13,3 miljard uitgegeven aan R&D: wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling (de voorlopige cijfers 2015 laten een groei

Nadere informatie

NWO-Spinozapremie. Den Haag, juni 2018 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

NWO-Spinozapremie. Den Haag, juni 2018 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek 1 2019 Den Haag, juni 2018 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek 2 Inleiding en doel De is een persoonsgerichte onderzoeksfinanciering die zich richt op de hoogste categorie in de onderzoekerspiramide.

Nadere informatie

Arbeidsvoorwaarden van promovendi

Arbeidsvoorwaarden van promovendi Arbeidsvoorwaarden van promovendi Inhoud Introductie... 2 Data en methoden... 2 Resultaten... 3 Contractduur... 3 FTE... 4 FTE - totaal... 4 FTE gerelateerd aan onderwijstaken en onderzoekstijd... 4 Conclusie...

Nadere informatie

Methodologie als kern van twijfelachtige onderzoekspraktijken: prevalentie en preventie. prof. dr. Lex Bouter

Methodologie als kern van twijfelachtige onderzoekspraktijken: prevalentie en preventie. prof. dr. Lex Bouter Methodologie als kern van twijfelachtige onderzoekspraktijken: prevalentie en preventie prof. dr. Lex Bouter Inhoud Wat is het probleem? Categorieën, frequentie, determinanten Wat is eraan te doen? Educatie

Nadere informatie

Benchmarken in de Nederlandse drinkwatersector: hoe kan dat leiden tot verbeteringen?

Benchmarken in de Nederlandse drinkwatersector: hoe kan dat leiden tot verbeteringen? Benchmarken in de Nederlandse drinkwatersector: hoe kan dat leiden tot verbeteringen? Marieke de Goede, Bert Enserink (TU Delft), Ignaz Worm (Isle Utilities), Jan Peter van der Hoek (TU Delft en Waternet)

Nadere informatie

Het Interuniversitair Centrum voor Onderwijswetenschappen De periode nader bekeken

Het Interuniversitair Centrum voor Onderwijswetenschappen De periode nader bekeken Het Interuniversitair Centrum voor Onderwijswetenschappen De periode 2006-2011 nader bekeken Jos Beishuizen Diana Dolmans Jan van Driel Iwan Wopereis Jeroen van Merriënboer Onderwijs Research Dagen 2012,

Nadere informatie

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie Verbinden van wetenschap en samenleving NWO-strategie 2019-2022 Verbinden van wetenschap en samenleving Dit strategisch plan beschrijft de koers van NWO voor de jaren 2019 tot en met 2022. NWO legt hierin

Nadere informatie

EFQM model theoretisch kader

EFQM model theoretisch kader EFQM model theoretisch kader Versie 1.0 2000-2009, Biloxi Business Professionals BV 1. EFQM model EFQM staat voor European Foundation for Quality Management. Deze instelling is in 1988 door een aantal

Nadere informatie

De definitieafspraken zijn op de volgende hoofdpunten gebaseerd:

De definitieafspraken zijn op de volgende hoofdpunten gebaseerd: Inleiding In dit document zijn de definitie afspraken wetenschappelijk onderzoek vastgelegd. De definities zijn tot stand gekomen in nauw overleg met universitaire betrokkenen, zijn getoetst via een pilot

Nadere informatie

Advies Universiteit van Tilburg

Advies Universiteit van Tilburg Advies Universiteit van Tilburg De Reviewcommissie (hierna commissie) heeft kennisgenomen van het voorstel van de Universiteit van Tilburg (hierna UvT) dat het College van Bestuur met zijn brieven van

Nadere informatie

studenten die gekozen hebben voor een studie aan deze Universiteit.

studenten die gekozen hebben voor een studie aan deze Universiteit. Dames en heren, Graag heet ik u van harte welkom bij de opening van het Academisch Jaar 2013/2014. Met uw aanwezigheid vandaag geeft u nog eens blijk van uw bijzondere verbondenheid aan deze Universiteit,

Nadere informatie

Prestatiebeloning werkt nauwelijks, maar prestatieafstemming

Prestatiebeloning werkt nauwelijks, maar prestatieafstemming Prestatiebeloning werkt nauwelijks, maar prestatieafstemming werkt wel André de Waal Prestatiebeloning wordt steeds populairder bij organisaties. Echter, deze soort van beloning werkt in veel gevallen

Nadere informatie

Kennis voor de samenleving

Kennis voor de samenleving Kennis voor de samenleving Acht opties voor verbreding van het wetenschapsbeleid Bericht aan het Parlement Nederland is een kennissamenleving. Wetenschappelijke kennis, expertise en opleiding zijn cruciaal

Nadere informatie

Bijlage 3 Denkrichtingen

Bijlage 3 Denkrichtingen Bijlage 3 Denkrichtingen a) Aansluiting tussen onderwijsdeel en onderzoekdeel Probleem en doel Door groeiende studentenaantallen is scheefgroei ontstaan tussen het onderwijsdeel en onderzoekdeel wat de

Nadere informatie

R&D-barometer Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven. November 2018

R&D-barometer Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven. November 2018 R&D-barometer 2018 Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven November 2018 Inhoud 1. Achtergronden onderzoek 2. Kerncijfers R&D-barometer 2018 3. De trends in R&D; samenwerking blijft

Nadere informatie

Tevredenheid over uitdagend onderwijs onder studenten Een korte notitie op basis van de Studentenmonitor Hoger Onderwijs

Tevredenheid over uitdagend onderwijs onder studenten Een korte notitie op basis van de Studentenmonitor Hoger Onderwijs Tevredenheid over uitdagend onderwijs onder studenten Een korte notitie op basis van de Studentenmonitor Hoger Onderwijs Robert Tholen Mark van Hees Nijmegen, ResearchNed augustus 2015 2015 ResearchNed

Nadere informatie

Inzicht in presterend vermogen van veiligheidsregio s

Inzicht in presterend vermogen van veiligheidsregio s Inzicht in presterend vermogen van veiligheidsregio s Onderzoek naar de mogelijkheid en wenselijkheid van een stelsel van indicatoren voor het presterend vermogen van veiligheidsregio s Samenvatting Achtergrond

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

De Communicerende Universiteit (20%)

De Communicerende Universiteit (20%) De valorisatieranking is opgebouwd uit 3 componenten: De communicerende universiteit (20%), de samenwerkende universiteit (40%) en de ondernemende universiteit (40%). Iedere component is opgebouwd uit

Nadere informatie

Conferentie Promoveren en promotietrajecten. VU Amsterdam, 15 mei 2013

Conferentie Promoveren en promotietrajecten. VU Amsterdam, 15 mei 2013 Conferentie Promoveren en promotietrajecten VU Amsterdam, 15 mei 2013 Heden en toekomst van promoveren Prof. Martin Kropff, rector Wageningen University Promoveren: wat is onveranderd? Kern: het (leren)

Nadere informatie

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Cretien van Campen m.m.v. Maaike

Nadere informatie

Subsidiebesteding wetenschappelijk onderzoek

Subsidiebesteding wetenschappelijk onderzoek Subsidiebesteding wetenschappelijk onderzoek Informatie voor onderzoekers en andere betrokkenen Aids Fonds Keizersgracht 392 1016 GB Amsterdam Contactpersoon Marein de Jong, Irene Keizer Titel Beleidsadvies

Nadere informatie

SAMENVATTING. Succes verzekerd!?

SAMENVATTING. Succes verzekerd!? SAMENVATTING Succes verzekerd!? Onderzoek naar de succes- en faalfactoren bij gemeentelijke samenwerking op gebied van lokale sociale zekerheid en de rol van de gekozen samenwerkingvorm daarin Universiteit

Nadere informatie

Bijlage I. Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs

Bijlage I. Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs Bijlage I Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs Uit het onderzoek naar de ervaren regeldruk rondom kwaliteitszorg komt naar voren dat regeldruk niet zozeer in specifieke regels zit,

Nadere informatie

Beoordelen en Belonen

Beoordelen en Belonen Beoordelen en Belonen NERF HRM-implementatie augustus 2005 NERF-visie op Human Resource Management (HRM) Veel organisaties kiezen ervoor om hun organisatie en de personele inrichting ervan vorm te geven

Nadere informatie

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn Bestuurlijke afspraken tussen de HBO-raad en de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, naar aanleiding van het advies Vreemde ogen dwingen van de Commissie externe validering examenkwaliteit hoger

Nadere informatie

Europese toppositie voor Management onderzoek van Erasmus Universiteit Rotterdam

Europese toppositie voor Management onderzoek van Erasmus Universiteit Rotterdam Persbericht Europese toppositie voor Management onderzoek van Erasmus Universiteit Rotterdam Belang van managementonderzoek In een onlangs verschenen rapport*) van de Rijksuniversiteit Leiden is de kwaliteit

Nadere informatie

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober 2017 Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Managementsamenvatting In het kader van de totstandkoming van het

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research paper

Nadere informatie

artikel SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL

artikel SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL SUSTAINGRAPH is een Europees project, gericht (op het verbeteren van) de milieuprestaties van Europese Grafimediabedrijven binnen de productlevenscyclus van hun grafimedia

Nadere informatie

Wetenschappers in dienst van de overheid. (samenvatting)

Wetenschappers in dienst van de overheid. (samenvatting) . etnisch profileren in Den Haag: een reconstructie. Het in 2014 verschenen onderzoek van de Universiteit van Leiden naar etnisch profileren in Den Haag, en de totstandkoming hiervan, roepen vragen op.

Nadere informatie

Balanced Scorecard. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V.

Balanced Scorecard. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Balanced Scorecard Een introductie Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 9 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2 VERSIEBEHEER... 3 2 DE

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesaanvraag

Samenvatting. Adviesaanvraag Samenvatting Adviesaanvraag De afgelopen decennia is de omvang en het maatschappelijk belang van toezicht op de gezondheidszorg gegroeid. De introductie van marktwerking, de privatisering en de toenemende

Nadere informatie

28 mei Uitlokken en honoreren

28 mei Uitlokken en honoreren Verslag debat over interdisciplinariteit in het bètadomein 28 mei 2015 Uitlokken en honoreren Hoe schep je voorwaarden voor interdisciplinariteit? Met deze woorden leidde Decaan Karen Maex het debat in.

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

VASTSTELLING EN INTERPRETATIE VAN TAAKSTELLINGEN RECENTE ONTWIKKELINGEN IN ONDERZOEK

VASTSTELLING EN INTERPRETATIE VAN TAAKSTELLINGEN RECENTE ONTWIKKELINGEN IN ONDERZOEK Management accounting & control: VASTSTELLING EN INTERPRETATIE VAN TAAKSTELLINGEN RECENTE ONTWIKKELINGEN IN ONDERZOEK Taakstellingen ( targets ) vormen een belangrijk onderdeel van management control systemen.

Nadere informatie

Monitor Financiële Sector:

Monitor Financiële Sector: Nederlandse Mededingingsautoriteit Monitor Financiële Sector: Notitie bij Sectorstudie Vastgoedfinanciering, SEO Economisch Onderzoek oktober 2011 Nederlandse Mededingingsautoriteit Postbus 16326 2500

Nadere informatie

Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid

Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid 1 Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid Inleiding In haar jaarplan 2017 heeft de rekenkamercommissie een onderzoek naar het armoedebeleid aangekondigd. De armoedeproblematiek is lastig in kaart te

Nadere informatie

Impactmeting: een 10 stappenplan

Impactmeting: een 10 stappenplan Impactmeting: een 10 stappenplan Stap 1: De probleemanalyse De eerste stap in een impactmeting omvat het formuleren van de zogenaamde probleemanalyse welke tot stand komt door antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering IPC 2250 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

1 jaar UvA Job board

1 jaar UvA Job board *Disclaimer: No rights can be derived from this publication. Reproduction of this publication in whatever form is only permitted with prior consent from the UvA Student Careers Centre of the University

Nadere informatie

Een symbiose van onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg

Een symbiose van onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg I nleiding Een symbiose van onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg Onderwijskwaliteit en kwaliteitszorg zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in het primair onderwijs (PO). Onderwijskwaliteit staat voor

Nadere informatie

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap hoop voor de toekomst! Em. Prof. Dr. Haije Wind, verzekeringsarts Amsterdam, 14 maart 2019 Amsterdam UMC locatie AMC, Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid,

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Kabinetsreactie op het AWT-advies 62 De waarde van weten. De economische betekenis van universitair

Kabinetsreactie op het AWT-advies 62 De waarde van weten. De economische betekenis van universitair Kabinetsreactie op het AWT-advies 62 De waarde van weten. De economische betekenis van universitair onderzoek Achtergrond / adviesaanvraag Het belang van een goede wisselwerking tussen universiteiten en

Nadere informatie

Nota Universiteitsraad UR Aan : Universiteitsraad. Van : College van Bestuur. Opsteller : Leon van de Zande

Nota Universiteitsraad UR Aan : Universiteitsraad. Van : College van Bestuur. Opsteller : Leon van de Zande Nota Universiteitsraad UR nummer Corsanummer UR 14.115 14.30053 Aan : Universiteitsraad Van : College van Bestuur Opsteller : Leon van de Zande Onderwerp : Uitgangspunten valorisatie Status : ter bespreking

Nadere informatie

Advies Radboud Universiteit Nijmegen

Advies Radboud Universiteit Nijmegen Advies Radboud Universiteit Nijmegen De Reviewcommissie (hierna commissie) heeft kennisgenomen van het voorstel van de Radboud Universiteit Nijmegen (hierna RUN) dat het College van Bestuur met zijn brieven

Nadere informatie

Verleden, heden en toekomst van Publiek Private Partnerships

Verleden, heden en toekomst van Publiek Private Partnerships Verleden, heden en toekomst van Publiek Private Partnerships Colja Laane Netherlands Genomics Initiative 2 maart 2011 In den beginne start TTI s > 1997 Heden: wildgroei bèta PPPs? Heden: enkele gamma PPPs?

Nadere informatie

Feiten & Cijfers. Drijfveren van onderzoekers. Marije de Goede en Laurens Hessels

Feiten & Cijfers. Drijfveren van onderzoekers. Marije de Goede en Laurens Hessels Feiten & Cijfers WWW.RATHENAU.NL 2014 Drijfveren van onderzoekers Marije de Goede en Laurens Hessels Inhoud Samenvatting 1 1. Inleiding 1 2. Tijdbesteding 2 3. Motivatie en doelstellingen 6 4. Bekostiging

Nadere informatie

Directeur onderzoeksinstituut

Directeur onderzoeksinstituut Directeur onderzoeks Doel College van van Bestuur Zorgdragen voor de ontwikkeling van het van het en uitvoering en organisatie van onderzoek en onderzoeksondersteuning binnen het, uitgaande van het faculteitsplan

Nadere informatie

Mede naar aanleiding van mijn brief zijn flinke stappen gezet, zowel internationaal als nationaal:

Mede naar aanleiding van mijn brief zijn flinke stappen gezet, zowel internationaal als nationaal: >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Onderzoek en Wetenschapsbeleid IPC 4100 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands Proefschrift Marieke Heers (gepromoveerd 3 oktober in Maastricht; promotoren prof.dr. W.N.J. Groot en prof.dr. H. Maassen van den Brink)

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

2 volgens het boekje

2 volgens het boekje 10 balanced scorecard 2 volgens het boekje Hoeveel beleidsplannen leven alleen op de directieverdieping, of komen na voltooiing in een stoffige bureaula terecht? Hoeveel strategische verkenningen verzanden

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk Datum Betreft Herverdeling onderdeel

Nadere informatie

Het Grote Open Science / Open Access / Open Data StellingenSpel

Het Grote Open Science / Open Access / Open Data StellingenSpel Het Grote Open Science / Open Access / Open Data StellingenSpel Najaarstweedaagse 8 november 2018 Het Grote Open Science Open Access Open Data StellingenSpel We moeten rekening houden met de expertise

Nadere informatie

Public Value Een introductie

Public Value Een introductie Public Value Een introductie Zwolle, 3 oktober 2018 Gerwin Nijeboer waarde creëren in het gemeenschappelijk belang voor het welzijn van het individu en de samenleving. Belangrijk: Public is NIET gelimiteerd

Nadere informatie

Kader notitie Academische werkplaats

Kader notitie Academische werkplaats Kader notitie Academische werkplaats Het UWV en het KCVG hebben gekozen voor de Academische Werkplaats als samenwerkingsvorm tussen universiteit en UWV-regio om de doelstelling van academisering te bereiken.

Nadere informatie