OVERZICHT KONINGIN DAR WERKSTER IMKER. Met het achterwerk bewegen om het leggen van de eitjes te simuleren. Poetsbeweging

Transcriptie

1 OVERZICHT KONINGIN DAR WERKSTER IMKER Met het achterwerk bewegen om het leggen van de eitjes te simuleren Vleugelbeweging om de bijenkorf af te koelen Poetsbeweging vanwege het onderhoudende karakter van de werkster Wegslaan van bijen rondom het hoofd Zaadbom = zaad om de koningin te bevruchten Zaadbom = nectar voor de koningin Zaadbom = waswafel tegen warbouw in de korf

2 SPELREGELS WINT VAN Dar is sterker dan de werkster omdat de werkster leeft om de dar en de koningin te onderhouden. De dar is ook groter dan de werkster. WINT VAN Werkster is sterker dan de imker. Wanneer de imker het voedsel probeert te stelen, kan de werkster hem/haar steken met haar angel. WINT VAN Imker is sterker dan de dar omdat de imker het voedsel van de dar kan stelen. De dar kan zich niet verdedigen, want hij heeft geen angel.

3 1 // VERDELING Aan het begin van het spel krijgen alle kinderen hun zaadbommen. Het aantal zaadbommen is gerelateerd aan de gewenste speelduur. Er wordt aangeraden om min. 3 zaadbommen per kind te geven. Afhankelijk van welke rol de kinderen aannemen, krijgen de zaadbommen een andere betekenis (zie OVERZICHT).

4 2 // OPBOUW De groep bouwt met de houten balken de bijenkorf voor de koningin, net als bijen ook starten met het bouwen van hun korf. De balken worden aan elkaar geknoopt met juten touw.

5 3 // TOEWIJZING De koningin wordt door de spelleider gekozen. De spelleider controleert eerst of de broedplaats stevig en proper genoeg eer hij/zij de nieuwe koningin benoemt. Pas als deze eisen zijn voldaan, wordt een nieuwe koningin aangeduid.

6 4 // TAAK KONINGIN De kersverse koningin neemt plaats in haar korf en begint met zijn/haar achterwerk te wiebelen.

7 5 // LINE-UP Ondertussen gaan de overige kinderen in twee rijen recht tegenover elkaar staan. De personen tegenover elkaar zijn elkaars uitdagers.

8 6 // AFTELLING De spelleider telt af een geeft het signaal wanneer de kinderen moeten beslissen welke rol ze dit spel gaan spelen.

9 7 // TOONMOMENT De kinderen tonen hun rol aan de hand van de vooropgestelde bewegingen. In het bovenstaande geval heeft het kind aan de linkerzijde gekozen voor de rol van de dar, terwijl het kind aan de rechterkant kiest voor de rol van de werkster. Het kind aan de linkerzijde heeft gekozen voor de sterkere rol. Het is dus de taak voor de werkster om haar nectar bij de koningin te krijgen. De taak van de dar bestaat uit het aantikken van de koningin alvorens ze de koningin bereikt.

10 8.0 // LEVERING Scenario 1: De werkster geraakt bij de koningin zonder getikt te worden door de dar. Als beloning mag ze haar nectarballetje aan de koningin geven en krijgt ze een punt. Deze punten zijn nodig om de nieuwe koningin te worden. Afhankelijk van de situatie, wordt bij 3 verzamelde punten bij dezelfde persoon de rol van koningin aan hem/haar toegewezen.

11 8.1 // ONDERSCHEPPING Scenario 2: De werkster wordt op haar weg naar de koningin aangetikt door de dar. Als straf moet ze haar nectarballetje in de tuin werpen.

12 STAP 8.2 // ONTWIKKELING Scenario 2: De werkster werpt haar nectarballetje in het voorziene tuintje. Binnen een bepaalde tijdspanne kiemt het nectarballetje en komen er bloemen uit. Omdat men alvorens het werpen niet kan zeggen waar het balletje terecht komt, kunnen we hier spreken van een wildgroei van bloemen.

13 STAP 8.3 // VERDELING In het geval dat beide kinderen voor dezelfde rol kiezen, moeten ze de bewegingen blijven uitvoeren tot het einde van het spel. Er kan ook gekeken worden naar de anderen hun spel.

14 STAP 9 // RESULTAAT Het spel is nu gedaan. Een nieuw spel kan gestart worden wanneer de kinderen opnieuw in twee rijen tegenover elkaar gaan staan. Het stappenproces wordt dan opnieuw doorlopen. Wanneer de spelleider beslist om het spel definitief te stoppen, wordt de totempaal aan de bloementuin in wording geplaatst.