Koningin. Opdracht Wie van de drie? Bekijk de bijen in het doosje en zoek op. Welke bij is de koningin? Wat valt je op aan de koningin?

Transcriptie

1 Opdracht 1 Koningin 1. Wie van de drie? Bekijk de bijen in het doosje en zoek op. Welke bij is de koningin? Wat valt je op aan de koningin? Zet een kring om de koningin. doosje bijen doosje met broedraat kijkkaart 1 Koningin boek De bijenkast, blz Moeder van het volk Zoek op: De koningin heeft maar één taak, welke? Ze kan wel tot eitjes leggen per dag. 3. Lente De koningin legt ook eitjes in speciale grote cellen. Zo n cel heet Hieruit komt een nieuwe jonge koningin. Bekijk het doosje met broedraat. Zie je de speciale cellen? De imker zet vaak een stip op de koningin. Zoek de koningin hiernaast en zet een rode stip. De koningin komt uit een bevrucht/ onbevrucht eitje. De ontwikkeling duurt dagen. Ze kan zo n jaar leven. 4. Jonge koningin De jonge koningin kan nog geen eitjes leggen. Ze moet eerst paren met mannetjes. Ze gaat weg voor de huwelijksreis / bruidsvlucht /trouwerij Wat gebeurt er dan? 5. Vertrek De oude koningin vertrekt met een deel van het volk naar een andere plek. Dat noem je Er is nu een nieuw volk. De imker zet dit nieuwe volk in een nieuwe kast.

2 Opdracht 2 Dar 1. Wie van de drie? Naast de koningin en alle vrouwtjes (werksters) zijn er in het bijenvolk ook mannetjes: darren. Bekijk de bijen in het doosje en zoek op: Welke bij is de dar? Wat valt je op aan de dar? Zet een kring om de dar. doosje bijen doosje met broedraat kijkkaart 2 Dar boek Bijen blz Verschil in raat De koningin legt eieren waaruit jonge bijen komen. Je kunt aan de cel zien of er een koningin, werkster of dar uit komt. Kijk eens goed naar het broedraat en zoek op: Er zijn veel / weinig darrencellen, dus er komen veel / weinig darren in een volk. Want ze zijn maar even nodig / ze zijn het hele jaar door nodig. De dar komt uit een bevrucht / onbevrucht eitje. Kleur de darren-cellen blauw. Kleur de cel van de koningin oranje. Kleur de cellen van de werksters geel. 3. Elke bij een taak Elke bij heeft een taak. Wat doet een dar? Waarom ligt onze dar in een hangmat denk je? Wat gebeurt er in het najaar met de darren?

3 Opdracht 3 Werkster poetsbij dagen 1. Wie van de drie? 3.1 Bekijk de bijen in het doosje en zoek op: Welke bij is de werkster? Zet een kring om de werkster. doosje bijen doos 3 met vleugels op glas en loep kijkkaart 3.1 Poetsbij kijkkaart 3.2 Paspoort Een werkster komt uit een bevrucht / onbevrucht eitje. De ontwikkeling duurt dagen. Zij leeft maar weken. 2. Uit het ei Uit een cel kruipt een complete bij: een werkster is geboren! 3.2 Bekijk het paspoort van de bij goed. Een bij hoort bij de familie van krabben / insecten / spinnen net zoals een of (bedenk zelf). Zet de juiste cijfers bij de pijlen en kleur de tekening. 1. kop 2. borststuk 3. achterlijf 4. voelspriet 5. facetoog 6. poot 7. vleugel 8. angel Bekijk de vleugels met de loep, zie je onder- en bovenvleugels? Wat nog meer? Bekijk ook de bijen in het doosje, kun je de onderdelen van het lijf ontdekken? 3. Aan het werk Direct als de bij uit de cel kruipt, gaat de bij aan het werk. 3.2 De eerste taken van een jonge werkster zijn: en 4. Taak Bovenin de balk staat een raat. Kleur het aantal dagen dat de werkster poetsbij is.

4 Opdracht 4 Werkster - voedbij dagen Nadat de werkster poetsbij is geweest, wordt ze voedbij. Ze is nu ongeveer 3 dagen oud. De voedbij maakt de eitjes schoon. Verder voedt en wast ze de larven en de jonge werksters. kijkkaart 4.1 Voedbij kijkkaart 4.2 Voedbij computer 1. Van ei tot bij - ontwikkeling 4.1 Kijk naar de plaatjes hierboven en op de kaart of computer. Zet de juiste woorden erbij. Kies uit: larve pop ei jonge bij. 2. Voedsel 4.2 Wat krijgen de jonge larven te eten? Eerst krijgen de jonge larven Dan en 3. Geen werkster maar koningin De meeste larven groeien uit tot werkster. Sommige larven worden koningin. 4.2 Zoek op hoe dat kan. Een larve wordt een koningin doordat 4. Van buiten naar binnen 4.2 De voedbij gaat nog niet naar buiten. Hoe komt ze aan honing en stuifmeel voor de larven? Lees de zinnen en zet in de goede volgorde (zet de letters in de hokjes). a. De voedbij haalt het voor de larven uit de cel b. De voedbij neemt het aan van de haalbij c. De voedbij stopt het in cellen Volgorde: 5. Taak Bovenin de balk staat een raat. Kleur het aantal dagen dat de werkster voedbij is.

5 Opdracht 5 Werkster bouwbij dagen Als de werkster ongeveer 12 dagen oud is, verandert ze in een bouwbij. De bouwbij wordt ook wel wasbij genoemd. 1. Wasbij Waarom zou de wasbij zo heten? a. Deze bij maakt alles schoon, ze doet de was. b. Deze bij maakt raten van was. c. Deze bij is erg veranderd, het was een andere bij. in bijenkast: raam kunstraat uitgewerkte raat kijkkaart 5 Bouwbij 2. Raat De imker hangt ramen met was in de kast. Dit noem je De vorm van de cellen zie je al. De bouwbijen maken de cellen af. Uit hun achterlijf komt was. De werkster kauwt de was en bouwt de raat. Bekijk de raten. Wat zie je allemaal? Ruik er eens aan. De was ruikt lekker/ niet lekker. Kijk goed naar de vorm van de cellen. Hoeveel hoeken heeft een cel? Maak de cellen hierboven af. Gebruik potlood en liniaal. 3. Cellen 5 De bijen vullen de cellen met verschillende dingen. Zie je de verschillende dingen? De cellen krijgen de naam van de inhoud van de cel. Vul in op de lijnen: stuifmeel, honing, broed cellen cellen 4. Wasdekseltje Als de cellen vol zijn, worden ze dichtgemaakt met een laagje was. Dit laagje noem je een wasdekseltje Zet een pijl op de foto hierboven waar je zo n wasdekseltje ziet. cellen 5. Taak Bovenin de balk staat een raat. Kleur het aantal dagen dat de werkster bouwbij is.

6 Opdracht 6 Werkster bewaakbij dagen Als de werkster ongeveer 18 dagen oud is, verandert ze in een bewaakbij. Doosje 6 met materiaal kijkkaart 6.1 Bewaakbij kijkkaart 6.2 Vijanden 1. Vijanden De bewaakbij bewaakt de bijenkast tegen indringers. 6.1 Hoe weet de bewaakbij wie wel of niet de kast in mag? De bij moet een wachtwoord zoemen / de juiste geur hebben / een dansje doen. 2. De angel De werksters hebben een angel om a. nectar bij de bloemen te halen b. indringers van de kast te steken c. te paren 6.1 achterkant doe de proef Een bij steekt graag / niet graag een mens want: 3. Vijanden van de bij 6.2 Welke vijanden van de bij heb je wel eens gezien? Welke vijand eet dwars door de raten? Welke vijand maakt bijen en larven ziek en misvormd? 4. De imker Eigenlijk blijft de imker altijd een indringer voor de bij. Wat doet hij om zich te beschermen? Taak Bovenin de balk staat een raat. Kleur het aantal dagen dat de werkster bewaakbij is.

7 Opdracht 7 Werkster haalbij dagen Als de werkster ongeveer 21 dagen oud is wordt ze haalbij. Ze mag nu eindelijk ècht naar buiten. 1. Op zoek 7 Wat halen bijen van buiten? pot honing en toast* kijkkaart 7 Haalbij computer potje stuifmeel potje propolis Stuifmeel Waar vindt de bij stuifmeel? Het stuifmeel wordt naar het korfje aan de achterpoot geveegd. Kleur het stuifmeelkorfje aan de poten. Bekijk de stuifmeelbolletjes in het potje. Ze hebben dezelfde / verschillende kleuren. 3. Van nectar tot honing 7 Wat is nectar? Hoe wordt nectar nu honing? 4. Propolis 7 Propolis is een soort lijm. Kieren in de kast worden hiermee dichtgemaakt. De bij haalt de propolis van Bekijk de brokjes propolis. Het ziet eruit als 5. In de kast, uit de kast In het potje zit honing. *Proef een toastje met honing. Ik vind het lekker / niet lekker omdat 6. Verschillende soorten honing Zoek eens op internet naar soorten honing. De honing krijgt de naam van de bloemen die door de bijen zijn bezocht. Zoek 2 verschillende soorten. Schrijf op wat je erover kunt vertellen Doorvertellen Bijen maken elkaar duidelijk waar goede plekken met bloemen zijn. Weet je hoe? Ze maken een speciaal geluid / flapperen met hun vleugels / doen een speciaal dansje 8. Taak Bovenin de balk staat een raat. Kleur het aantal dagen dat de werkster haalbij is.

8