Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

Transcriptie

1 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise SAP BusinessObjects Enterprise XI 3.1 Service Pack 3

2 Copyright 2010 SAP AG. Alle rechten voorbehouden. Alle rechten voorbehouden. SAP, R/3, SAP NetWeaver, Duet, PartnerEdge, ByDesign, SAP Business ByDesign en andere producten en services van SAP die in dit document worden genoemd, alsook de respectieve logo's zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van SAP AG in Duitsland en andere landen. Business Objects en het logo van Business Objects, BusinessObjects, Crystal Reports, Crystal Decisions, Web Intelligence, Xcelsius en andere producten en services van Business Objects die in dit document worden genoemd, alsook de respectieve logo's zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Business Objects S.A. in de Verenigde Staten en in andere landen. Business Objects is een onderneming van SAP. Alle andere genoemde namen van producten en services zijn handelsmerken van hun respectieve bedrijven. Gegevens in dit document zijn uitsluitend bedoeld ter informatie. Nationale productspecificaties kunnen verschillen. Deze gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Deze materialen worden slechts voor informatiedoeleinden aangeboden door SAP AG en de bij SAP aangesloten bedrijven ("SAP Group"), zonder vertegenwoordiging of garanties van enigerlei aard. SAP Group is niet aansprakelijk voor fouten of onvolledigheden met betrekking tot de materialen. De enige garanties voor producten en services van SAP Group zijn de garanties in de uitdrukkelijke garantieverklaringen die bij dergelijke producten en services worden geleverd, indien van toepassing. Niets in deze tekst mag worden opgevat als aanvullende garantie

3 Inhoud Hoofdstuk 1 Aan de slag 7 Hoofdstuk 2 Basisbegrippen van de wizard Importeren 11 Objecten importeren...12 Overzicht van beveiligingsmigratie...14 Gedelegeerd beheer...14 Levensduurbeheer...15 Hoofdstuk 3 Gegevens uit Crystal Enterprise of BusinessObjects Enterprise importeren 17 Welke typen objecten kunnen worden geïmporteerd?...18 Gebruikers en groepen importeren...19 Mappen importeren...20 Rapportobjecten importeren...21 Rechten importeren...22 Gebeurtenissen, servers en servergroepen importeren...23 Hoofdstuk 4 Gegevens uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeren 25 Voordat u importeert vanuit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x...26 Zorg ervoor dat u over toepasselijke rechten beschikt...26 Wizard Importeren koppelen aan Postvak IN en persoonlijke bestanden...26 Lokaal opgeslagen objecten exporteren...27 Een back-up van uw brongegevensopslagruimte maken...27 Objecten importeren uit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x...27 Welke typen objecten kunnen worden geïmporteerd?...27 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 3

4 Inhoud Migratieopties voor beveiliging...29 BusinessObjects-documenten...31 Mappen, domeinen en categorieën...33 Verbindingen...34 Universes en universe-verbindingen...36 Application Foundation-objecten...38 Documenten die met andere programma s zijn gemaakt...39 Hoofdstuk 5 De wizard Importeren gebruiken 41 De bronomgeving opgeven...42 BusinessObjects 5 of 6 als bronomgeving opgeven...43 Een Application Foundation-bron opgeven...44 Crystal Enterprise 9 als bronomgeving opgeven...44 Crystal Enterprise 10 als bronomgeving opgeven...45 BusinessObjects Enterprise XI of XI Release 2 als bronomgeving opgeven...45 Een BusinessObjects Enterprise XI 3.x-bronomgeving opgeven...45 Een BIAR-bestand (Business Intelligence Archive Resource) opgeven als bronomgeving...46 Een tekstbestand als bronomgeving opgeven...46 De doelomgeving opgeven...47 De doelomgeving instellen...48 Te importeren objecten selecteren...49 Een importscenario selecteren...50 Een importscenario kiezen bij import uit BusinessObjects of XI 3.x...50 Een importscenario selecteren bij import uit andere versies...54 Opties voor incrementele import selecteren...57 Migratieopties voor beveiliging selecteren...59 Specifieke objecten voor import selecteren...60 Gebruikers en groepen selecteren...60 Importopties voor groepen selecteren Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

5 Inhoud Databasereferenties invullen voor gebruikers...61 Toegangsniveaus selecteren...62 Categorieën selecteren...62 Mappen en objecten selecteren...63 Toepassingsmappen en -objecten selecteren...63 Opties voor importeren van universes en verbindingen selecteren...63 Universe-mappen en universes selecteren...65 Importopties voor gegevensopslagobjecten selecteren...66 Opties voor importeren van publicaties selecteren...66 Externe verbindingen en herhalingstaken selecteren...67 Persoonlijke documenten en documenten uit Postvak IN selecteren...67 Externe Broadcast Agent Publisher-gebruikers en groepen selecteren...68 Broadcast Agent Publisher-publicaties selecteren...68 Broadcast Agent Publisher-profielen selecteren...69 Domeinen en documenten selecteren...69 Opties voor landinstellingen en platforms selecteren...69 Het importeren voltooien...70 Waarschuwing vrije schijfruimte...70 Voorbereiding op het importeren...71 Import voltooien...71 Geïmporteerde gebeurtenissen bijwerken...73 Hoofdstuk 6 Tekstbestanden gebruiken met de wizard Importeren 75 Indeling van tekstbestanden...76 Gebruikers, groepen en profielen importeren...77 Voorbeeld van groepsrecord...79 Gegevensbronreferenties importeren...79 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 5

6 Inhoud Hoofdstuk 7 Back-up en herstel van serverconfiguratie-instellingen 81 In een BIAR-bestand een back-up van serverconfiguratie-instellingen maken...83 Serverconfiguratie-instellingen herstellen...83 Scenario's voor het herstellen van serverconfiguraties...86 Knooppunten van het ene cluster naar het andere importeren...95 Hoofdstuk 8 Levensduurbeheer 99 Rapportobjecten promoveren Rapportobjecten met bestaande universes promoveren Rapportobjecten met nieuwe Business Views-weergaven promoveren Rapportobjecten met bestaande Business Views-weergaven promoveren Universes en universeverbindingen promoveren Universes en universeverbindingen promoveren Gebruikers, groepen en objectrechten promoveren Nieuwe gebruikers en bestaande groepen promoveren Nieuwe groepen met bestaande gebruikers promoveren Nieuwe objectrechten voor bestaande gebruikers en groepen promoveren Bijlage A Meer informatie 113 Index Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

7 Aan de slag 1

8 1 Aan de slag De wizard Importeren leidt u via een aantal schermen door het importeren en exporteren van Business Intelligence-inhoud, zoals gebruikersaccounts, groepen, mappen, rapporten, universes, beveiliging, servers en andere objecten. Er kunnen verschillende dialoogvensters verschijnen, afhankelijk van de bronomgeving en de soorten informatie die u importeert. Met behulp van de wizard Importeren kunt u inhoud uit BusinessObjects, Crystal Enterprise of BusinessObjects Enterprise in uw huidige BusinessObjects Enterprise-implementatie importeren. U kunt ook inhoud uit een BusinessObjects Enterprise XI 3.x-implementatie in een BIAR-bestand (Business Intelligence Archive Resource) importeren, of inhoud uit een BIAR-bestand in uw BusinessObjects Enterprise XI 3.x-implementatie importeren. U kunt de inhoud van de brongegevensopslagruimte samenvoegen met de doelgegevensopslagruimte of u kunt de doelgegevensopslagruimte bijwerken met de inhoud van de CMS-brondatabase. Daarnaast kunt u importeren uit of exporteren naar BIAR-bestanden. Met de wizard Importeren kunt u ook een back-up van de serverconfiguratie-instellingen van XI 3.x maken in een BIAR-bestand en vanuit een BIAR-bestand van XI 3.x serverconfiguratie-instellingen in een implementatie van XI 3.x herstellen. Opmerking: Business Objects biedt geen ondersteuning voor het verplaatsen van BI-inhoud (Business Intelligence) van een recente versie van BusinessObjects Enterprise naar een oudere versie van dezelfde release met behulp van BIAR-bestanden, de wizard Importeren of een ander LCM-hulpprogramma (Life Cycle Management) van Business Objects. Zo kunt u bijvoorbeeld geen rapporten, documenten en andere inhoud van een BusinessObjects Enterprise XI Release 2 SP3-systeem verplaatsen naar een BusinessObjects Enterprise XI Release 2 SP2-omgeving. Voordat u deze procedure start, moet u controleren of u voor zowel de bronals de doelomgeving de juiste referenties voor Administrator-account hebt. U kunt een gedelegeerde beheerder gebruiken voor een bron- of doelomgeving van XI 3.x. Het proces bestaat uit de volgende algemene procedures: 1. De bronomgeving opgeven. 2. De doelomgeving opgeven. 3. De objecttypen selecteren die u wilt importeren. 8 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

9 Aan de slag 1 4. Een importscenario selecteren, dat bepaalt of de objecten die u importeert, samengevoegd of bijgewerkt moeten worden. 5. De specifieke objecten voor import selecteren. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 9

10 1 Aan de slag 10 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

11 Basisbegrippen van de wizard Importeren 2

12 Basisbegrippen van de wizard Importeren 2 Objecten importeren Objecten importeren Wanneer u objecten uit een bronomgeving van BusinessObjects 5.x, 6.x, Crystal Enterprise 10 of Business Objects XI, XI Release 2 of XI 3.x importeert, kunt u aangeven wat de wizard Importeren moet doen wanneer deze objecten in de bron- en doelomgeving aantreft met dezelfde naam en hetzelfde pad of dezelfde CUID. Opmerking: Wanneer u objecten uit Crystal Enterprise 9 importeert, gebruikt de wizard Importeren de CUID van de objecten om overeenkomende objecten te identificeren. Een bronobject dat al in de doelomgeving bestaat, wordt automatisch hernoemd door een getal aan het einde van de naam toe te voegen. Objecten importeren uit BusinessObjects 5.x, 6.x of XI 3.x Wanneer u uit een BusinessObjects 5.x- of 6.x-omgeving of uit een XI 3.x-bronomgeving importeert, kunt u overeenkomende objecten zoeken op naam en pad of op CUID. Wanneer u objecten overeen wilt laten stemmen door de CUID, en de wizard Importeren vindt een overeenstemmend object, dan kiest u een van de volgende opties: Werk het doelobject bij. Verander de naam in geval van een naamconflict. Werk het doelobject bij. Importeer het object niet in geval van een naamconflict. Importeer het object niet. Wanneer u objecten wilt vergelijken op naam en pad, en de wizard Importeren vindt een overeenstemmend object, dan kunt u een van de volgende opties kiezen: Behoud het doelobject en importeer een kopie van het object onder een andere naam. Werk het doelobject bij. Importeer het object niet. 12 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

13 Basisbegrippen van de wizard Importeren Objecten importeren 2 Objecten importeren uit andere versies Wanneer u objecten uit Crystal Enterprise 10, Business Objects XI of XI Release 2 importeert, kunt u het bronsysteem met het doelsysteem samenvoegen of het doelsysteem bijwerken. Wanneer u de omgevingen samenvoegt, gebruikt de wizard Importeren de naam en het pad van de bronobjecten om te bepalen of die objecten al in de omgeving bestaan. De wizard voegt alle geselecteerde objecten uit de bron aan de doel-cms toe zonder objecten in de doelomgeving te overschrijven. Alle objecten in de doelomgeving blijven behouden. Wanneer u de doelomgeving bijwerkt, worden objecten in de bron aan de doel-cms toegevoegd. Als een bronobject dezelfde unieke ID als een object in de doelomgeving heeft, wordt het doelobject overschreven. Als u niet wilt dat de wizard Importeren objecten in het doel overschrijft op het scherm "Incrementele import", kunt u bepalen bestaande objecten, rechten, groepen en groepslidmaatschappen niet te overschrijven. In dat geval worden de objecten die al in het doel bestaan, niet door de geselecteerde bronobjecten overschreven. Als u de doelomgeving bijwerkt en de wizard Importeren vindt op de doellocatie een object met dezelfde naam en hetzelfde pad maar een andere CUID als een object dat u importeert, kunt u de optie De naam van objecten automatisch wijzigen als een object met die naam al bestaat in de doelmap gebruiken. Als u deze optie kiest, wordt het bronobject hernoemd en geïmporteerd door de wizard Importeren. Kiest u deze optie niet, dan importeert de wizard het bronobject niet. Opties voor incrementele import Als u objecten bijwerkt die al in de doelomgeving bestaan, kunt u toepasselijke opties voor incrementele import kiezen. Deze opties bieden u de mogelijkheid om objecten, universes, universeverbindingen, gebruikersen groepslidmaatschappen, en objectrechten al dan niet te overschrijven. Zelfs als u bijvoorbeeld rapportobjecten wilt bijwerken en overschrijven, dan kunt u toch nog besluiten de universes en universe-verbindingen die door uw rapporten gebruikt worden, niet te overschrijven. Verwante onderwerpen Een importscenario selecteren Opties voor incrementele import selecteren Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 13

14 Basisbegrippen van de wizard Importeren 2 Overzicht van beveiligingsmigratie Overzicht van beveiligingsmigratie Wanneer u de wizard Importeren gebruikt, kunt u inhoud met of zonder beveiligingsrechten importeren. Uw keuze is afhankelijk van verschillende factoren. Hebt u een groot of complex systeem, overweeg dan de inhoud zonder beveiliging te migreren, en benut vervolgens de betere controle in de nieuwe omgeving om de beveiliging opnieuw in te stellen. U kunt objecten zonder beveiliging importeren door ze zonder gebruikers of groepen te importeren. Als u inhoud uit een BusinessObjects 5.x- of 6.x-systeem importeert, en zowel objecten als gebruikers/groepen wilt importeren, kunt u de objecten toch nog zonder rechten importeren. U doet dit door in het scherm "Migratieopties voor beveiliging" de optie Nee, ik wil de beveiliging niet migreren te selecteren. Als u inhoud uit Crystal Enterprise of BusinessObjects Enterprise importeert en u importeert gebruikers of groepen, worden alle rechten geïmporteerd die nog niet in XI 3.x voorkomen. Via opties in de schermen "Importscenario's" en "Incrementele import" kunt u rechten die al in het doel bestaan, overschrijven of ongewijzigd laten. Tijdens het importproces kunt u bepalen of u rechten precies "zoals ze zijn" wilt migreren, of toestemming geven na import extra rechten toe te voegen. Gedelegeerd beheer U kunt gedelegeerd beheer gebruiken om beheertaken tussen functionele groepen in uw organisatie te verdelen. Zo kan het nuttig zijn om personen uit verschillende afdelingen hun eigen gebruikers en groepen te laten beheren. Wanneer u de wizard Importeren gebruikt, kunt u u bij een bron- en doelomgeving voor import aanmelden met een beheerdersaccount. U kunt ook gedelegeerde beheerders die geen volledige beheerderstoegang hebben voor aanmelding bij bron- en doelomgevingen van XI 3.x, alleen die gebruikers en objecten laten importeren waartoe ze toegang hebben. Als gedelegeerde beheerders objecten importeren uit een XI 3.x-systeem, moeten ze voor die objecten het recht Weergeven en Kopiëren hebben. Voor import van gebruikers is het recht Gebruikerswachtwoord wijzigen vereist. 14 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

15 Basisbegrippen van de wizard Importeren Levensduurbeheer 2 Wanneer gedelegeerde beheerders objecten importeren die nog niet voorkomen op de doellocatie, moeten ze de rechten Weergeven, Kopiëren en Toevoegen hebben voor de map of het gebied in het doel waartoe de objecten behoren. Wil een gedelegeerde beheerder bijvoorbeeld Rapport A in Map A in het doel importeren, dan moet de beheerder de rechten Weergeven, Kopiëren en Toevoegen hebben voor Map A. Voor het importeren van objecten die al voorkomen op de doellocatie moeten beheerders de rechten Weergeven, Bewerken, Kopiëren en Rechten wijzigen hebben voor de objecten. Als een gedelegeerde beheerder bijvoorbeeld Rapport A importeert en dit rapport al voorkomt op de doellocatie, heeft de beheerder de rechten Weergeven, Bewerken, Kopiëren en Rechten wijzigen nodig voor Rapport A op de doellocatie. Als gedelegeerde beheerders gebruikers importeren, moeten zij voor die gebruikers het recht Gebruikerswachtwoord wijzigen hebben, of de gebruikers wel of niet bestaan in het doel. Raadpleeg de SAP BusinessObjects Enterprise Beheerdershandleiding voor meer informatie over gedelegeerde beheerders. Levensduurbeheer U kunt met de wizard Importeren niet alleen objecten uit eerdere versies importeren in XI 3.x, maar ook de levensduur van een implementatie beheren door onderdelen van de ene XI 3.x-implementatie te verplaatsen naar een andere XI 3.x-implementatie. Zo kunt u rapporten en andere objecten die zich bijvoorbeeld in een ontwikkelings- of testomgeving bevinden, wijzigen en verbeteren en dan naar een productieomgeving promoveren. Het hoofdstuk Scenario's voor levensduurbeheer in deze handleiding bevat scenario's waarin wordt gedemonstreerd hoe u de wizard Importeren kunt gebruiken om nieuwe en bestaande objecten naar een productieomgeving over te brengen. Verwante onderwerpen Levensduurbeheer Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 15

16 Basisbegrippen van de wizard Importeren 2 Levensduurbeheer 16 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

17 Gegevens uit Crystal Enterprise of BusinessObjects Enterprise importeren 3

18 Gegevens uit Crystal Enterprise of BusinessObjects Enterprise importeren 3 Welke typen objecten kunnen worden geïmporteerd? In de volgende secties wordt het importeren van objecten uit een Crystal Enterprise- of BusinessObjects Enterprise-systeem in een BusinessObjects Enterprise XI 3.x-systeem beschreven. Welke typen objecten kunnen worden geïmporteerd? De volgende objecttypen kunt u importeren vanuit een bronomgeving van Crystal Enterprise of BusinessObjects Enterprise XI, XI Release 2 en XI 3.x: Gebruikers en gebruikersgroepen Mappen en objecten Discussies Universes en verbindingen Postvak IN, persoonlijke documenten en bedrijfsdocumenten. Documenten van derden (niet-specifieke documenten), zoals.pdf,.ppt,.doc,.xls,.txt en.rtf. Persoonlijke categorieën en bedrijfscategorieën. Agenda s Gebeurtenissen Servergroepen Servers De volgende objecttypen kunt u importeren vanuit een bronomgeving van BusinessObjects Enterprise XI 3.x. Server Intelligence-objecten Toegangsniveaus Externe verbindingen Herhalingstaken 18 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

19 Gegevens uit Crystal Enterprise of BusinessObjects Enterprise importeren Gebruikers en groepen importeren 3 Opmerking: Als u onbeheerde objecten uit Crystal Enterprise 9 importeert, moet u de objecten eerst naar een tussenliggende versie bijwerken en vervolgens importeren in XI 3.x. U kunt de wizard Importeren gebruiken om beheerde objecten uit Crystal Enterprise 9 te importeren. Het is niet mogelijk met de wizard Importeren Olapi-rapporten (.car-bestanden) uit Crystal Enterprise 10 te importeren. Gebruikers en groepen importeren Met de Wizard Importeren importeert u gebruikers en groepen, en hun hiërarchische relaties. Als u een groep importeert die al in de doelomgeving bestaat, kunt u de groepen van de bron- en doelomgeving samenvoegen, of het lidmaatschap van de doelgroep met dat van de brongroep overschrijven. Als u de bron- en doelgroep samenvoegt, werkt de wizard Importeren het lidmaatschap van het doel bij door de gebruikers toe te voegen die lid zijn van de groep in de bronomgeving. Deze extra gebruikers worden aan BusinessObjects Enterprise toegevoegd als hun accounts nog niet bestaan. Wanneer u het groeplidmaatschap van het doel met dat van de bron overschrijft, vervangt de wizard Importeren de doelgroep door de brongroep. Als de doelgroep dus vóór import leden heeft die in de brongroep niet voorkomen, gaan deze leden tijdens de import verloren. Wilt u bron- en doelgebruikersgroepen samenvoegen, dan heft u in het dialoogvenster "Incrementele import" de selectie op van Groeps- en gebruikerslidmaatschap overschrijven. Selecteer Groeps- en gebruikerslidmaatschap overschrijven om doelgroepen door brongroepen te vervangen. Gebruikerslicenties kunnen de werking van de Wizard Importeren beïnvloeden. Als in de bronomgeving licenties voor gelijktijdige toegang worden gebruikt, importeert de wizard alle gebruikers als gelijktijdige gebruikers. Als in de bronomgeving echter gebruikerslicenties op naam worden gebruikt, controleert de wizard eerst het aantal sleutels voor gebruikerslicenties op naam in de doelomgeving. Als er voldoende gebruikerslicenties op naam zijn in de doelomgeving, importeert de wizard Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 19

20 Gegevens uit Crystal Enterprise of BusinessObjects Enterprise importeren 3 Mappen importeren alle gebruikers als gebruikers met een licentie op naam. Als er niet voldoende gebruikerslicenties op naam zijn in de doelomgeving, importeert de wizard alle gebruikers als gelijktijdige gebruikers. Zie de SAP BusinessObjects Enterprise Beheerdershandleiding voor meer informatie over licentiëring. Opmerking: De functie Nieuwe aanmeldingsaccounts is niet aanwezig in BusinessObjects Enterprise XI. Als uw Crystal Enterprise-bronomgeving echter gebruikers omvat die tot de groep Nieuwe aanmeldingsaccounts behoren, wordt de groep naar de BusinessObjects Enterprise XI-doelomgeving gemigreerd. Aliassen Als een gebruiker in het doelsysteem een alias heeft die identiek is met de alias van de gebruiker die wordt geïmporteerd, behoudt de doelgebruiker alle aliassen en raakt de geïmporteerde gebruiker die bepaalde alias kwijt. Windows AD Als u gebruikers importeert die gebruik maken van Windows Active Directory-verificatie, moet u controleren of de beheerdersreferenties op het bron- en doelsysteem gelijk zijn. Active Directory-verificatie moet ook op het doelsysteem zijn ingeschakeld. LDAP Als u gebruikers importeert die gebruik maken van LDAP-verificatie, moeten de hostlijst en basis-ldap-naam op het bron- en doelsysteem gelijk zijn. LDAP-verificatie moet ook op het doelsysteem zijn ingeschakeld. Verwante onderwerpen Objecten importeren Een importscenario selecteren Opties voor incrementele import selecteren Mappen importeren Alle mappen worden door de wizard geïmporteerd, of deze wel of niet in de doelomgeving bestaan. Kies de optie om mappen te hernoemen in het scherm "Importscenario's" om te verzekeren dat bestaande mappen niet worden overschreven. 20 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

21 Gegevens uit Crystal Enterprise of BusinessObjects Enterprise importeren Rapportobjecten importeren 3 Als u uit Crystal Enterprise 10, BusinessObjects Enterprise XI of XI Release 2 importeert en objecten op naam en pad vergelijkt, kunt u de optie De naam van mappen van het hoogste niveau automatisch wijzigen als ze overeenkomen met mappen van het hoogste niveau op het doelsysteem op het scherm "Importscenario" kiezen om de bronmappen bij import te hernoemen. Selecteert u deze optie niet en de wizard Importeren vindt mappen in het doel met dezelfde naam en hetzelfde pad, dan importeert de wizard deze bronmappen niet. Als u objecten op CUID vergelijkt, kunt u De naam van objecten automatisch wijzigen als een object met die naam al bestaat in de doelmap selecteren. Kiest u deze optie niet, dan importeert de wizard de map niet. Als u uit BusinessObjects Enterprise XI 3.x importeert, vergelijkt op naam en pad, en bestaande mappen niet wilt overschrijven, selecteert u in het scherm "Importscenario's" de optie Behoud het doelobject en importeer een kopie van het object onder een andere naam of Importeer het object niet. Als u mappen wilt hernoemen, voegt de wizard Importeren een nummer toe aan het einde van gedupliceerde mapnamen om het aantal kopieën aan te geven. Als u bijvoorbeeld een map Verkooprapporten importeert terwijl er al een map Verkooprapporten bestaat, wordt de geïmporteerde map aan BusinessObjects Enterprise toegevoegd met de naam Verkooprapporten(2). Verwante onderwerpen Objecten importeren Een importscenario selecteren Rapportobjecten importeren De wizard Importeren kan rapportobjecten importeren, evenals de rapportexemplaren voor elk rapportobject, en de planningen die u in de bronomgeving hebt ingesteld. Ondersteunde rapporten worden met hun bovenliggende mappen geïmporteerd. Wilt u bestaande mappen in het doel niet overschrijven, dan moet u op het scherm "Importscenario's" de optie kiezen om mappen uit de bron te hernoemen of niet te importeren. Als u bronmappen wilt hernoemen, voegt de wizard Importeren een nummer toe aan het einde van gedupliceerde mapnamen om het aantal kopieën aan te geven. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 21

22 Gegevens uit Crystal Enterprise of BusinessObjects Enterprise importeren 3 Rechten importeren Als u inhoud van de ene naar de andere implementatie importeert, kunt u ervoor zorgen dat een bepaalde gebruiker eigenaar van de objecten en geplande exemplaren blijft door de gebruiker samen met de inhoud te importeren. Als u de gebruikersaccount niet importeert, wordt het eigendom van de objecten en exemplaren van die gebruiker toegewezen aan uw huidige beheerdersaccount. In de SDK wordt de eigenaar van een object aangegeven met de eigenschap SI_OWNERID, en van geplande exemplaren met de eigenschap SI_SUBMIT TERID. Verwante onderwerpen Objecten importeren Een importscenario selecteren Rechten importeren Wanneer u mappen en rapporten vanuit het ene BusinessObjects Enterprise-systeem in het andere importeert, worden de bijbehorende objectrechten geïmporteerd voor alle gebruikers en groepen die u tegelijkertijd importeert. Als de gebruiker of groep niet tegelijkertijd wordt geïmporteerd, of als de gebruiker of groep nog niet bestaat in de doelomgeving, worden de objectrechten genegeerd. Als u de desbetreffende gebruiker of groep wel importeert en deze al met dezelfde naam in de doelomgeving bestaat, worden de bijbehorende objectrechten geïmporteerd en op de bestaande gebruiker of groep toegepast. Als u vanuit een bronomgeving van Crystal Enterprise 10 of BusinessObjects Enterprise XI, XI Release 2 of XI 3.x importeert, kunt u ervoor kiezen bestaande objectrechten in de doelomgeving niet te overschrijven. U moet dan op het scherm "Incrementele import" de optie Objectrechten overschrijven uitschakelen. Verwante onderwerpen Objecten importeren Een importscenario selecteren Opties voor incrementele import selecteren 22 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

23 Gebeurtenissen, servers en servergroepen importeren Wanneer u met de wizard Importeren gegevens uit een Crystal Enterprise 9-systeem of hoger importeert, kunt u ook gebeurtenissen, servers en servergroepen uit de bronomgeving importeren. Met de wizard Importeren kunt u servers en servergroepen importeren. Als u een servergroep importeert zonder de servers in de groep te importeren, importeert de wizard de servers niet. U kunt ook handmatig servers aan de geïmporteerde groep toevoegen in de CMC (Central Management Console). Zie de SAP BusinessObjects Enterprise Beheerdershandleiding voor meer informatie. Opmerking: Gegevens uit Crystal Enterprise of BusinessObjects Enterprise importeren Gebeurtenissen, servers en servergroepen importeren Als u rapportobjecten importeert die bij een servergroep horen en deze servergroep reeds op het doelsysteem bestaat, worden de rapportobjecten toegevoegd aan de bestaande groep en wordt de servergroep van het bronsysteem niet geïmporteerd. Als u taken hebt gepland of als er uitstaande taken zijn voor een server of servergroep die u importeert, ziet u mogelijk vreemde dingen gebeuren met deze taken op het doelsysteem, totdat de taken worden uitgevoerd of totdat er een time-out voor de taken is opgetreden. Objecten waarvoor servergroepbeperkingen zijn ingesteld, raken de beperkingen kwijt als de objecten zonder de servergroep worden geïmporteerd. Als u bijvoorbeeld hebt gepland dat een rapport alleen onder servergroep A kan worden uitgevoerd terwijl de servergroep niet is geïmporteerd, raakt het rapport die beperking kwijt en kan het onder elke servergroep worden uitgevoerd. Alleen als u de servergroep gelijktijdig met de bijbehorende objecten importeert, blijft de ingestelde relatie gehandhaafd. Dezelfde logica is van toepassing op gebeurtenissen: als een object moet wachten op een gebeurtenis of een gebeurenis moet activeren, moet u de gebeurtenis tegelijk met het object importeren. Als u dit niet doet, wordt het object zonder de afhankelijkheid geïmporteerd en wordt er niet meer op de gebeurtenis gewacht of wordt de gebeurtenis niet gestart. 3 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 23

24 Gegevens uit Crystal Enterprise of BusinessObjects Enterprise importeren 3 Gebeurtenissen, servers en servergroepen importeren Opmerking: Als gebeurtenis A vanuit het bronsysteem wordt geïmporteerd terwijl er al een gebeurtenis A op het doelsysteem aanwezig is, maar van een ander type (bijvoorbeeld een bestandsgebeurtenis in plaats van een aangepaste gebeurtenis), verwijdert de wizard de afhankelijkheid van gebeurtenis A uit het object wanneer dit wordt geïmporteerd. Gebeurtenissen zijn gebaseerd op gebeurtenisservers. Aangezien geen servers worden geïmporteerd uit eerdere versies van BusinessObjects Enterprise, dient u bij de import van gebeurtenissen, nadat u het importproces hebt voltooid, een EventUpdater-script uit te voeren om de gebeurtenissen te koppelen aan de nieuwe gebeurtenisservers. Zie Geïmporteerde gebeurtenissen bijwerken voor meer informatie. Nadat u met de wizard Importeren gebeurtenissen hebt geïmporteerd in een doelomgeving, dient u het EventUpdater-script uit te voeren om de geïmporteerde gebeurtenissen te koppelen aan de doel-cms (Central Management Server). Verwante onderwerpen Back-up en herstel van serverconfiguratie-instellingen Geïmporteerde gebeurtenissen bijwerken 24 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

25 Gegevens uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeren 4

26 Gegevens uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeren 4 Voordat u importeert vanuit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x In de volgende secties wordt het importeren van objecten uit een BusinessObjects 5.x- of 6.x-systeem in een BusinessObjects Enterprise XI 3.x-systeem beschreven. Zie de Migratiehandleiding voor BusinessObjects 5/6 naar XI 3.1 voor meer informatie. Voordat u importeert vanuit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x Zorg ervoor dat u over toepasselijke rechten beschikt Controleer of u over de volgende rechten beschikt: In versie 6.x moet u het profiel Algemeen supervisor hebben. In XI 3.1 moet u behoren tot de groep Administrator in CMS. Als u een bron wilt importeren in CMS, moet u beschikken over de rechten om objecten toe te voegen aan de bronmap waaraan de bron is toegewezen. Wizard Importeren koppelen aan Postvak IN en persoonlijke bestanden Wijs in de wizard Importeren de stations toe aan de mappen in de bronomgeving die de KEY-bestanden, Postvak IN van gebruikers, persoonlijke documenten en categorieën van de implementatie bevatten: $INSTALLDIR\locData voor toegang tot 5.1.x-KEY-bestanden $WISTORAGEDIR\user als u persoonlijke documenten en categorieën importeert $WISTORAGEDIR\mail als u de gelezen inhoud van de mappen Postvak IN van gebruikers importeert $INSTALLDIR\nodes\<knooppuntnaam>\<clusternaam>\locdata voor toegang tot 6.x-KEY-bestanden $INSTALLDIR\nodes\<knooppuntnaam>\<clusternaam>\storage\user als u persoonlijke documenten en categorieën importeert 26 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

27 Gegevens uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeren Objecten importeren uit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x 4 $INSTALLDIR\nodes\<knooppuntnaam>\<clusternaam>\storage\mail als u de gelezen inhoud van de mappen Postvak IN van gebruikers importeert Lokaal opgeslagen objecten exporteren Objecten die u met behulp van de wizard Importeren wilt importeren in de doelomgeving moeten zich in de gegevensopslagruimte van versie 6.x bevinden. Als objecten lokaal zijn opgeslagen op de computers van gebruikers, moet u zorgen dat de gebruikers de objecten exporteren naar de gegevensopslagruimte voordat u het importeren start. Tip: maak een speciale categorie voor het opslaan van lokale inhoud. Een back-up van uw brongegevensopslagruimte maken Business Objects raadt u stellig aan een back-up te maken van uw 6.x-brongegevensopslagruimte voordat u met de migratie begint. Daarnaast is het raadzaam om de wizard Importeren uit te voeren op een kopie van de brongegevensopslagruimte en niet op de productieversie. Let daarbij erop dat alle domeinen verwijzen naar de gekopieerde gegevensopslagruimte, zodat de domeinen niet meer aan de oorspronkelijke (productie-) gegevensopslagruimte zijn gekoppeld. Objecten importeren uit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x Welke typen objecten kunnen worden geïmporteerd? De volgende typen objecten kunnen met de wizard Importeren vanuit BusinessObjects 5.x en 6.x worden geïmporteerd: Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 27

28 Gegevens uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeren 4 Objecten importeren uit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x Gebruikers en gebruikersgroepen Universes en verbindingen Databaseprocedures Postvak IN, persoonlijke documenten en bedrijfsdocumenten. Documenten van derden (niet-specifieke documenten), zoals.pdf,.ppt,.doc,.xls,.txt en.rtf. Persoonlijke categorieën en bedrijfscategorieën. Broadcast Agent Scheduler-taken die worden ondersteund in XI 3.x Application Foundation 6.x-objecten. Documenten van derden die worden gebruikt door Application Foundation-objecten (bijvoorbeeld.svg,.xml,.swf,.csv,.gif,.jpg,.bmp en.png). Broadcast Agent Publisher-publicaties, profielen en externe gebruikers. Mogelijke beperkingen In de huidige versie kan de wizard Importeren de volgende items niet importeren: Instellingen van Business Objects-servicebeheerder Administration Console-instellingen Web Intelligence OLAP Aangepaste toepassingen en interfaces die zijn gemaakt met de SDK. Broadcast Agent Scheduler-taken die niet worden ondersteund in XI 3.1 BusinessObjects Auditor Persoonlijke InfoView-instellingen Sommige gebruikersinstellingen, zoals tijdstempels. BusinessQuery 28 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

29 Gegevens uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeren Objecten importeren uit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x 4 Migratieopties voor beveiliging Beveiliging in XI 3.1 is complexer en biedt gedetailleerdere controle in vergelijking met eerdere versies. We raden u daarom aan voor grote of complexe implementaties uw BI-inhoud te migreren zonder de beveiliging te migreren. Daarna stelt u in de nieuwe omgeving de beveiliging opnieuw in. U kunt objecten zonder beveiliging importeren door ze zonder gebruikers of groepen te importeren. Als u echter objecten en principals tegelijkertijd wilt importeren, kunt u de objecten nog steeds zonder rechten importeren door de bijbehorende optie te kiezen in het dialoogvenster Opties voor migratie van beveiliging van de wizard Importeren. Wanneer u de gebruikers/groepen selecteert die moeten worden geïmporteerd, worden er mogelijk ook rechten geïmporteerd: Als u ook objecten hebt geselecteerd, worden de rechten van de gebruikers voor deze objecten geïmporteerd. Rechten op toepassingen, zoals InfoView en Web Intelligence, worden altijd geïmporteerd. Voor meer flexibiliteit in de manier waarop deze rechten worden gemigreerd, heeft de wizard Importeren drie migratieopties voor beveiliging waarmee u objecten met of zonder hun rechten kunt importeren. Als u beveiliging importeert, kunt u ook gebruikersrechten beperken. Objectrechten migreren De wizard Importeren biedt de volgende opties voor het importeren van objectrechten: Met de eerste optie worden de inhoud en rechten van de objecten geïmporteerd om het bronbeveiligingsmodel te reproduceren. Er worden in doel-cms ook extra rechten ingesteld met betrekking tot de geïmporteerde objecten: Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 29

30 Gegevens uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeren 4 Objecten importeren uit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x Object Waarde Toegangsniveau map Performance Management (hoogste niveau) Geen toegang Alle rechten van Desktop Intelligence Niet opgegeven Alle Web Intelligence-rechten Niet opgegeven Alle Designer-rechten Niet opgegeven Omdat deze rechten voor de groep Iedereen worden ingesteld, gelden ze voor alle gebruikers, tenzij er expliciet een andere waarde aan wordt toegekend. Beheerders kunnen deze gebruikers toegang geven door via de CMC de juiste gebruikers expliciet de juiste rechten te geven. Dit is de veiligste optie, die standaard is geselecteerd. Met de tweede optie worden de inhoud en de rechten van de objecten geïmporteerd om het bronbeveiligingsmodel te reproduceren, maar hierbij worden in doel-cms niet de beperkingen ingesteld die bij de eerste optie worden ingesteld. Voor sommige rechten worden in de groep Iedereen standaardinstellingen ingesteld, die voor alle gebruikers gelden. Omdat deze standaardwaarden anders kunnen zijn dan de standaardwaarden van versie 6.x, kan het gebeuren dat gemigreerde gebruikers meer rechten hebben dan ze in de bronomgeving hadden. Als u dit wilt voorkomen, gebruikt u de eerste optie of migreert u de beveiliging niet en stelt u deze in de nieuwe omgeving opnieuw in. In beide gevallen stelt de wizard Importeren het toegangsniveau voor de groep Iedereen in op Geen toegang voor alle geïmporteerde domeinmappen. Op deze manier wordt de toegang beperkt voor alle gebruikers aan wie geen standaardrechten zijn toegewezen. 30 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

31 Gegevens uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeren Objecten importeren uit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x 4 Na het importeren moet u met het CMC gebruikers en groepen expliciet toegang verlenen tot specifieke mappen. Als u toegang verleent tot een domeinmap in de groep Iedereen, hebben alle gebruikers toegang tot deze map en kunnen ze alle documenten in deze map bekijken. Controleer voordat u dit doet grondig de beveiliging met het CMC. BusinessObjects-documenten Wanneer u een 5.x/6.x BusinessObjects-document (.REP) in XI 3.1 importeert, gebeurt het volgende: De aanwijzer van de universe-id wordt bijgewerkt, zodat deze verwijst naar een universe in CMS. In CMS wordt een InfoObject gemaakt voor het document en om het document op te slaan. Eigenschappen worden bijgewerkt en weergegeven in de CMC. BusinessObjects-sjabloondocumenten (.ret) bevatten geen kubussen of een verbinding naar een universe. Daarom gebeurt alleen het volgende: De landinstelling van het document wordt bijgewerkt. Er wordt een InfoObject gemaakt in CMS. Als u REP-documenten uit versie 5.x/6.x naar de WID-indeling wilt converteren, kunt u het hulpprogramma Rapportconversie gebruiken dat bij de XI 3.1-suite wordt geleverd. Zie de Handleiding voor het SAP BusinessObjects hulpprogramma Rapportconversie voor meer informatie. Als u de beveiliging migreert, worden beveiligingsopdrachten van versie 5.x/6.x tijdens het importeren van BusinessObjects-documenten geconverteerd naar XI 3.1-rechten op toepassings- en documentniveau. Bepaalde opdrachten worden verwijderd en van andere wordt de naam gewijzigd. De groep Beheerders in XI 3.1 bezit het recht Volledig beheer voor documenten. De groep Iedereen bezit het recht Weergeven. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 31

32 Gegevens uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeren 4 Objecten importeren uit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x Beperkingen Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u BusinessObjects-documenten importeert: XI 3.1 kan REP-documenten van BusinessObjects 5.x/6.x lezen, maar nadat u deze documenten in XI 3.1 hebt opgeslagen, zijn ze niet meer toegankelijk voor versie 5.x/6.x van de software. XI 3.1 Desktop Intelligence-documenten kunnen niet door BusinessObjects 5.x/6.x worden geopend. OLAP-gegevensbronnen worden niet ondersteund in XI 3.1. BusinessObjects 5.x/6.x-documenten die op een OLAP-gegevensbron zijn gebaseerd, kunnen in XI 3.1 alleen worden weergegeven. Er is (op de server) geen wachtwoordbeveiliging voor documenten in XI 3.1. XI 3.1 Desktop Intelligence heeft geen toegang tot gegevensopslagruimten van versie 5.x/6.x. BusinessObjects SDK Het platformspecifieke gedeelte van de BusinessObjects SDK is gewijzigd. Dit betekent dat de code die voor 5.1/6.x is ontwikkeld, moet worden bijgewerkt voor platforminteracties (verificatie, documenten verzenden, documenten ontvangen). De functies Naar gebruikers verzenden en Verzenden naar Broadcast Agent-server zijn niet beschikbaar in XI 3.1. Gebruik de Platform COM SDK in plaats van deze functies. De rapportengine op de server is niet geschikt voor meerdere documenten tegelijk. Dit betekent dat invoegtoepassingen niet worden geladen op de server. Het vernieuwen van een document dat bijvoorbeeld is gebaseerd op een aangepaste gegevensbron (DPVBAInterface) die is geïmplementeerd in een invoegtoepassing, zal mislukken. Wijzigingen in het berekeningssysteem XI 3.1 gebruikt een andere rapportengine dan BusinessObjects 5.x/6.x. Er zijn daarom verschillen in de manier waarop berekeningen worden uitgevoerd. 32 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

33 Gegevens uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeren Objecten importeren uit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x 4 Daardoor kunnen er problemen optreden met BusinessObjects-documenten die in XI 3.1 worden geïmporteerd. Mappen, domeinen en categorieën In de 5x/6x-gegevensopslagruimte kunnen geen trefwoorden en beschrijvingen voor mappen worden ingesteld. In de CMS van XI 3.1 is dit wel mogelijk. In de upgrademodus van XI 3.1 worden trefwoorden en beschrijvingen die de gebruiker heeft ingesteld voor de map die op basis van het domein is gemaakt, bij herimport van een domein verwijderd. Aangezien ze niet voorkomen in 5.x/6.x, worden deze tijdens de upgrade verwijderd uit XI 3.1. Als u een domein uit 5.x/6.x opnieuw importeert, blijven de trefwoorden en beschrijvingen behouden. U kunt de domeinen en documenten selecteren die u wilt importeren in XI 3.1. Wanneer u een document selecteert, wordt het domein waartoe het document behoort ook geïmporteerd. Documenten en universes kunnen niet worden geïmporteerd zonder het domein te importeren. Documenten en universedomeinen van versie 5.x/6.x worden opgeslagen als submappen in de openbare map van de CMS in XI 3.1. Objecten die overeenkomen met de universes en documenten die zich in de domeinen bevinden, worden naar deze mappen geïmporteerd. Als u ervoor hebt gekozen de beveiliging te importeren, blijven toegangsrechten behouden. De gebruikers en groepen behouden voor deze mappen dezelfde toegangsrechten die ze hadden voor de domeinen van versie 5.x/6.x. De hiërarchie van subcategorieën blijft behouden in XI 3.1. Bedrijfscategorieën (of beheercategorieën) worden als categorieën geïmporteerd onder de map Categorieën. Geselecteerde persoonlijke categorieën voor elke geïmporteerde gebruiker worden geïmporteerd in een nieuwe submap (met de naam van de gebruiker) onder de map Persoonlijke categorieën. U kunt individuele bedrijfscategorieën selecteren en Web Intelligence-documenten importeren die zijn gegroepeerd op bedrijfscategorie. Persoonlijke categorieën kunnen echter alleen in een batch worden geïmporteerd. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 33

34 Gegevens uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeren 4 Objecten importeren uit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x Verbindingen Wanneer u universes uit versie 5.x/6.x importeert, worden de bijbehorende verbindingen automatisch geïmporteerd en naar verbindingsobjecten geconverteerd. Zorg ervoor dat de wizard Importeren dezelfde toegang tot de 5.x/6.x-database heeft als versie 5.x/6.x. Mogelijk moet u op de computer databasestuurprogramma's installeren of verbindingsinstellingen configureren. Als u bijvoorbeeld SQL Server-verbindingsobjecten importeert vanuit een 5.x/6.x-bronomgeving, moet u de verbindingen op de doelcomputer configureren via het Configuratiescherm voordat u de verbindingsobjecten importeert. U moet dezelfde naam en instellingen gebruiken als de verbinding die op de broncomputer werd gebruikt toen u de domeinsleutel maakte. BOUSER/BOPASS Gebruikers van versie 5.x/6.x gebruiken in de verbindingsgegevens voor de universe. De variabelen werden tijdens de uitvoering vervangen door Enterprise-gebruikersnaam en -wachtwoord van de gebruiker, en gebruikt voor aanmelding bij de database. Om veiligheidsredenen is in XI 3.1 het ophalen van wachtwoorden van gebruikers echter niet toegestaan. Voor universe-verbindingen die voorheen gebruikmaakten van de variabelen BOUSER en BOPASS, moeten nu daarom databasereferenties (DBUSER en DBPASS) worden gebruikt. De databasereferenties kunnen door de wizard Importeren worden ingevuld en later in de CMC worden bewerkt, op het tabblad Eigenschappen van elke gebruikersaccount. Bij het migreren doet de wizard Importeren het volgende: BOUSER en BOPASS worden in universes automatisch vervangen door DBUSER en DBPASS. U wordt gevraagd of u deze variabelen automatisch wilt invullen voor gebruikers die worden gemigreerd. 34 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

35 Gegevens uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeren Objecten importeren uit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x 4 Als gebruikers hun wachtwoorden wijzigen, kunt u de synchronisatie echter opnieuw uitvoeren. Ondernemings- en databasereferenties synchroniseren Er zijn drie manieren om Enterprise- en databasereferenties te synchroniseren in het XI 3.1-systeem. U kunt: Kies in de wizard Importeren de optie voor batchimport van gebruikersnamen en wachtwoorden uit versie 5.x/6.x om databasereferenties in XI 3.1 automatisch in te vullen. Voer het uploaden van een gebruikersbestand batchgewijs uit. gebruikersnamen en wachtwoorden worden uit het bestand geladen en opgeslagen en gebruikt als databasereferenties. Maak met de Enterprise SDK een aangepaste toepassing om DBUSERen DBPASS-gegevens in te stellen. Toegangsbeperkingen In een 5.x/6.x-systeem worden toegangsbeperkingen (objectbeperkingen, tabelverwijzingen en rijbeperkingen) met de Supervisor-toepassing gedefinieerd en gekoppeld aan gebruikers en groepen. Een gebruiker die tot meerdere groepen behoort, heeft meerdere gebruikersexemplaren (één exemplaar per groep). Opmerking: Universeoverbelastingen in versie 5.x/6.x worden in XI 3.1 'toegangsbeperkingen' genoemd. Deze worden beheerd in Designer. Met de wizard Importeren kunt alle toegangsbeperkingen importeren die zijn gekoppeld aan de geïmporteerde universes voor alle geselecteerde gebruikers en groepen die worden geïmporteerd. Als er geen principalgebruikers of -groepen zijn geselecteerd om te worden geïmporteerd, worden er geen toegangsbeperkingen geïmporteerd of gemaakt. De geïmporteerde toegangsbeperkingen worden geconverteerd naar objecten. Ze blijven verbonden met de universes waarmee ze in de bronomgeving waren verbonden. De wizard Importeren kan extra toegangsbeperkingen maken in de doelomgeving om de beperkingen voor alle geïmporteerde gebruikers te behouden. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 35

36 Gegevens uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeren 4 Objecten importeren uit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x Verbindingen voor toegangsbeperkingen worden niet automatisch gemigreerd. Deze verbindingen moet u handmatig migreren. Toegangsbeperkingen worden zowel met objectnamen als met object-id's gemigreerd om universe-onderdelen aan te geven. Toegangsbeperkingen aggregeren Zowel in 5.x/6.x als in XI 3.1 bestaan er twee typen toegangsbeperkingen: exclusief en niet-exclusief. Rijbeperkingen worden gecombineerd met de EN-operator, terwijl objectbeperkingen en compatibele tabelverwijzingen worden geaggregeerd. Voor exclusieve toegangsrechten is een ander mechanisme vereist. De wizard Importeren bepaalt een globale volgorde van groepen voor elk universe, op basis van de toegangsbeperkingen die voorafgaand aan de migratie bestonden. De wizard bekijkt voor een bepaalde gebruiker de set met bovenliggende groepen van die gebruiker, en de groep met de hoogste prioriteit in die set bepaalt welke beperkingenset wordt toegepast op die gebruiker. Toegangsbeperkingen samenvouwen Soms kan de globale groepssortering die tijdens de migratie wordt afgeleid, niet op alle afzonderlijke prioriteitsinstellingen voor gebruikers in 5.x/6.x worden toegepast. In dat geval worden toegangsbeperkingen samengevouwen. Dit betekent dat de effectieve 5.x/6.x-toegangsbeperking, die altijd de hoogste prioriteit heeft, naar de gebruiker wordt gekopieerd. Dit betekent dat er in de doelomgeving meer toegangsbeperkingen kunnen zijn dan in de bronomgeving. Universes en universe-verbindingen De wizard Importeren importeert universes vanuit een 5.x/6.x-implementatie in een XI 3.1-implementatie. Tijdens dit proces blijft de relatie tussen universes, verbindingen en Desktop Intelligence-/Web Intelligence-documenten behouden. 36 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

37 Gegevens uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeren Objecten importeren uit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x 4 Id's van de documenten, universes en verbindingen worden geconverteerd naar CUID's (Cluster Unique Identifiers). Deze objecten worden onderscheiden van objecten die later uit de bronomgeving worden geïmporteerd. Wanneer u een universe importeert, geldt het volgende: De wizard Importeren importeert alle bijbehorende verbindingsobjecten. De verbinding wordt opgeslagen in de FRS en er wordt een InfoObject gemaakt in CMS. De universe en de bijbehorende documenten worden naar de FRS gekopieerd. Overbelastingen die in 5.1/6.x zijn gedefinieerd en zijn gemigreerd, worden toegewezen aan toegangsbeperkingen in XI 3.1. Er worden ACE's gemaakt om beveiligingsopdrachten te migreren die betrekking hebben op universes. De landinstelling blijft behouden. De wizard Importeren beschikt over drie importmodi voor universes: Mode Alle universes en alle verbindingsobjecten importeren Alle universes importeren en de verbindingsobjecten die door deze universes worden gebruikt. Wat deze doet Alle universes en alle verbindingsobjecten importeren. U kunt geen afzonderlijke universes of verbindingen importeren. Alle universes importeren en de verbindingsobjecten die door deze universes worden gebruikt. De universes en verbindingen importeren die rechtstreeks door de geselecteerde Web Intelligence- en BusinessObjects-documenten worden gebruikt. Alle universes en verbindingen importeren die door de geselecteerde documenten worden gebruikt. Met deze optie kunt u ook extra universes selecteren om te importeren, zelfs als deze niet door een document worden gebruikt. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 37

38 Gegevens uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeren 4 Objecten importeren uit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x Wanneer u een Web Intelligence- of een BusinessObjects-document selecteert om te importeren, selecteert de wizard Importeren automatisch de bijbehorende universes. Opmerking: ook universes die met dezelfde naam voorkomen in andere domeinen, worden door de wizard Importeren geïmporteerd. Buiten de gegevensopslagruimte kunt u BusinessObjects-documenten maken met een 'korte naam'. Een korte naam is een verwijzing naar een universe die op een lokale computer is opgeslagen. Als de universe een korte naam heeft, worden de gekoppelde documenten mogelijk niet geïmporteerd als er in CMS meerdere universes worden gevonden met dezelfde korte naam. Universe-domeinen worden geconverteerd naar submappen onder de map Universe. Elke universe-map krijgt de naam van het bijbehorende universe-domein van 5.x/6.x. Wanneer u een universe uit een domein importeert, wordt deze in de corresponderende domeinmap geplaatst. Als de universe een afgeleide universe is, worden alle relevante hoofd-universes en hun verbindingen ook geïmporteerd. Opmerking: U kunt in Designer 5.x/6.x geen universes openen die zijn gemaakt met Designer XI 3.1. Verwante onderwerpen Toegangsbeperkingen Application Foundation-objecten Als u Application Foundation 6.1.b of hoger gebruikt, kunt u met de wizard Importeren dashboards, analyses en planningen importeren in de CMS van XI 3 1. Opmerking: Application Foundation wordt in BusinessObjects XI 3.1 'Dashboards en analyses' genoemd. De structuur van de gegevensopslagruimte van Performance Management in XI 3.1 is vergelijkbaar met de structuur van Application Foundation. Er zijn geen significante wijzigingen in de architectuur. 38 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

39 Gegevens uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeren Objecten importeren uit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x 4 Documenten die met andere programma s zijn gemaakt BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x ondersteunt documenten van derden. De wizard Importeren importeert deze documenten in XI 3.1 als de indeling wordt ondersteund. In XI 3.1 worden onder andere de PDF-indeling van Adobe Acrobat, de indeling van Microsoft PowerPoint, Word en Excel, en RTF- en TXT-documenten ondersteund. Zie de lijst met ondersteunde platforms voor de meest recente lijst met ondersteunde indelingen voor documenten van derden. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 39

40 Gegevens uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeren 4 Objecten importeren uit BusinessObjects Enterprise 5.x/6.x 40 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

41 De wizard Importeren gebruiken 5

42 De wizard Importeren gebruiken 5 De bronomgeving opgeven De wizard Importeren leidt u via een aantal schermen door het importeren en exporteren van Business Intelligence-inhoud, zoals gebruikersaccounts, groepen, mappen, rapporten, universes, beveiliging, servers en andere objecten. Er kunnen verschillende dialoogvensters verschijnen, afhankelijk van de bronomgeving en de soorten informatie die u importeert. Het proces bestaat uit de volgende algemene procedures: 1. De bronomgeving opgeven. 2. De doelomgeving opgeven. 3. De objecttypen selecteren die u wilt importeren. 4. Een importscenario selecteren, dat bepaalt of de objecten die u importeert, samengevoegd of bijgewerkt moeten worden. 5. De specifieke objecten voor import selecteren. Opmerking: Het importeren van gebruikers, groepen en profielen vanuit tekstbestanden is minder gecompliceerd. De indeling van het tekstbestand en de procedure worden beschreven in Tekstbestanden gebruiken met de wizard Importeren. Verwante onderwerpen De bronomgeving opgeven De doelomgeving opgeven Te importeren objecten selecteren Een importscenario selecteren De bronomgeving opgeven De eerste stap bij het importeren van inhoud is het opgeven van een bronomgeving. 42 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

43 De wizard Importeren gebruiken De bronomgeving opgeven 5 U kunt een van de volgende opties als bron gebruiken: BusinessObjects 5 of 6 als bronomgeving opgeven 1. Kies BusinessObjects 5 of BusinessObjects 6 uit de lijst Bron. 2. Typ een gebruikersnaam en wachtwoord die u beheerdersrechten tot de bronomgeving geven. 3. Blader in het veld Key-domeinbestand naar het bestand.key dat u voor de gegevensopslagruimte in uw bronomgeving hebt gemaakt. 4. Als u 6.x als bronomgeving hebt geselecteerd en Application Foundation-objecten via de wizard Importeren wilt importeren, selecteert u het vakje Application Foundation-inhoud importeren. U kunt Application Foundation-objecten alleen importeren als u BusinessObjects Enterprise 6.x (of XI) in de lijst Bron hebt geselecteerd. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 43

44 De wizard Importeren gebruiken 5 De bronomgeving opgeven 5. Klik op Volgende. Er verschijnt een waarschuwing met een overzicht van de onderdelen die kunnen worden geïmporteerd. 6. Klik op Volgende. Een Application Foundation-bron opgeven Wanneer u Application Foundation-inhoud uit een BusinessObjects 6.x-bronomgeving importeert, verschijnt het dialoogvenster "Geef de Application Foundation-bron op". 1. Ga naar de conf-map om dasboard-bestanden te selecteren. 2. Zo geeft u een Application Foundation-brongegevensruimte op: Selecteer Configuratiebestand in de configuratiemap gebruiken om databasevelden in te vullen, of Typ of selecteer handmatig de vereiste gegevens voor elk van de volgende velden: Brondatabase Database-engine Netwerklaag of Servernaam Gebruikersnaam Wachtwoord 3. Klik op Volgende om door te gaan. Crystal Enterprise 9 als bronomgeving opgeven 1. Kies Crystal Enterprise 9 uit de lijst Bron. 2. Geef de naam van de bron-aps op in het vak APS-naam. 3. Typ een gebruikersnaam en wachtwoord die u beheerdersrechten tot de bronomgeving geven. 4. Klik op Volgende. Het scherm "Doelomgeving" verschijnt nu. Verwante onderwerpen De doelomgeving opgeven 44 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

45 De wizard Importeren gebruiken De bronomgeving opgeven 5 Crystal Enterprise 10 als bronomgeving opgeven 1. Kies Crystal Enterprise 10 uit de lijst Bron. 2. Geef de naam van de bron-cms op in het vak CMS-naam. 3. Typ een gebruikersnaam en wachtwoord die u beheerdersrechten tot de bronomgeving geven. 4. Klik op Volgende. Het scherm "Doelomgeving" verschijnt nu. Verwante onderwerpen De doelomgeving opgeven BusinessObjects Enterprise XI of XI Release 2 als bronomgeving opgeven 1. Kies BusinessObjects Enterprise XI of BusinessObjects Enterprise XI Release 2 uit de lijst Bron. 2. Geef de naam van de bron-cms op in het vak CMS-naam. 3. Typ een gebruikersnaam en wachtwoord die u beheerdersrechten tot de bronomgeving geven. 4. Klik op Volgende. Het scherm "Doelomgeving" verschijnt nu. Verwante onderwerpen De doelomgeving opgeven Een BusinessObjects Enterprise XI 3.x-bronomgeving opgeven 1. Kies BusinessObjects Enterprise XI 3.x uit de lijst Bron. 2. Geef de naam van de bron-cms op in het vak CMS-naam. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 45

46 De wizard Importeren gebruiken 5 De bronomgeving opgeven 3. Typ een gebruikersnaam en wachtwoord die u beheerdersrechten tot de bronomgeving geven. 4. Selecteer de verificatiemethode voor de Administrator-account in het veld Verificatie. 5. Klik op Volgende. Het scherm "Doelomgeving" verschijnt nu. Verwante onderwerpen De doelomgeving opgeven Een BIAR-bestand (Business Intelligence Archive Resource) opgeven als bronomgeving 1. Kies BIAR-bestand (Business Intelligence Archive Resource) uit de lijst Bron. 2. Blader naar de locatie van het bestand in het veld BIAR-bestand. Opmerking: Als u inhoud naar een BIAR-bestand exporteert en meer inhoud hebt geselecteerd dan in één bestand past, exporteert de wizard Importeren de inhoud naar meerdere BIAR-bestanden. Als u inhoud wilt importeren die in deze bestanden is opgeslagen, hoeft u alleen het BIAR-hoofdbestand te selecteren. De wizard Importeren importeert de inhoud automatisch uit de andere bestanden. 3. Klik op Volgende. Het scherm "Doelomgeving" verschijnt nu. Verwante onderwerpen De doelomgeving opgeven Een tekstbestand als bronomgeving opgeven 1. Kies Tekstbestand uit de lijst Bron. 2. Blader naar de locatie van het bestand in het veld Tekstbestand, en klik dan op Volgende. 46 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

47 De wizard Importeren gebruiken De doelomgeving opgeven 5 Het scherm "Doelomgeving" verschijnt nu. Verwante onderwerpen De doelomgeving opgeven Tekstbestanden gebruiken met de wizard Importeren De doelomgeving opgeven Nadat u uw bronomgeving hebt opgegeven, moet u een doelomgeving opgeven. U kunt voor BusinessObjects Enterprise XI 3.x uit twee doelomgevingen kiezen: Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 47

48 De wizard Importeren gebruiken 5 De doelomgeving opgeven 1. BusinessObjects Enterprise XI 3.x - de inhoud wordt in de CMS-systeemdatabase en/of het FRS-bestandssysteem (File Repository Server) geplaatst, afhankelijk van de objecten die u selecteert. 2. BIAR-bestand (Business Intelligence Archive Resource) - Uw inhoud wordt in een gecomprimeerd bestand geplaatst voor back-up of import in een andere implementatie. Opmerking: Het BIAR-bestandsdoel is alleen beschikbaar als uw bronomgeving XI 3.x of hoger is. Het BIAR-bestandsdoel is niet beschikbaar als uw bron ook een BIAR-bestand is. Als de inhoud die u wilt exporteren, te groot is voor één BIAR-bestand, wordt de inhoud naar meerdere BIAR-bestanden geëxporteerd. De wizard Importeren plaatst de bestanden in dezelfde map. De doelomgeving instellen Selecteer de doelomgeving waarnaar de wizard inhoud moet exporteren. U kunt kiezen tussen: BusinessObjects Enterprise XI 3.x BIAR-bestand (Business Intelligence Archive Resource) 1. Als u een gegevensopslagruimte van het CMS-systeem van BusinessObjects Enterprise XI 3.x wilt exporteren, doet u het volgende: a. Typ de naam van de Central Management Server van de doelomgeving in het vak CMS-naam. b. Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in van een Enterprise-account die u beheerdersrechten geeft voor het BusinessObjects Enterprise-systeem. c. Selecteer de verificatiemethode voor de beheerdersaccount in de lijst Verificatie. 2. Als u een BIAR-bestand (Business Intelligence Archive Resource) wilt exporteren, doet u het volgende: a. Specificeer de naam en locatie waar u het BIAR-bestand wilt opslaan. 3. Klik op Volgende om door te gaan. Het scherm "Te importeren objecten selecteren" verschijnt nu. 48 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

49 De wizard Importeren gebruiken Te importeren objecten selecteren 5 Te importeren objecten selecteren In het dialoogvenster "Te importeren objecten selecteren" wordt een lijst weergegeven met de objecten die u in de bronomgeving kunt selecteren om in de doelomgeving te importeren. De opties die worden aangeboden, zijn afhankelijk van de bronomgeving en de versie. Wanneer u de objecten hebt geselecteerd die u wilt importeren, klikt u op Volgende om door te gaan. Opmerking: Servergroepen worden geïmporteerd zonder hun lidservers. Wanneer de importbewerking is voltooid, moet u de gewenste servers handmatig aan de geïmporteerde servergroepen toevoegen. Als u de servers niet handmatig toevoegt, zijn de servergroepen niet geldig en kunt u geen rapporten uitvoeren die afhankelijk zijn van de servergroepen. Als u documenten importeert zonder de bijbehorende universes te importeren, en die universes bestaan nog niet in de doelomgeving, gaat de relatie tussen de geïmporteerde documenten en de universes verloren. Als u objecten importeert waaraan rechten zijn gekoppeld, en u deze objectrechten ook wilt importeren, moet u de gebruikers en groepen importeren waarvoor de rechten zijn ingesteld, of ervoor zorgen dat de gebruikers en groepen al in de doelomgeving bestaan. Als u objecten op hoofdniveau importeert uit BusinessObjects Enterprise XI Release 2, BusinessObjects Enterprise XI 3.x of uit een BIAR-bestand van XI 3.x, kunt u ook de rechten importeren die expliciet zijn opgegeven voor de mappen op hoofdniveau. U doet dit door Hoofdmaprechten importeren te kiezen in het scherm "Gebruikers en gebruikersgroepen importeren". Als u rapporten importeert die gebruikmaken van gegevensopslagobjecten en u deze niet ook importeert, moeten de gegevensopslagobjecten al bestaan in de doelomgeving. Als u universe-overbelastingen wilt importeren, moet u ook de toepasselijke gebruikers, groepen en universes importeren. Als u een back-up van uw serverconfiguratie-instellingen wilt maken in een BIAR-bestand, zodat u ze later kunt herstellen, selecteert u Serverconfiguratie exporteren. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 49

50 De wizard Importeren gebruiken 5 Een importscenario selecteren Een importscenario selecteren Nadat u de objecten hebt geselecteerd die u wilt importeren, verschijnt het scherm "Importscenario's". In dit scherm kunt u een toepasselijk importscenario selecteren. Met behulp van deze scenario-opties kunt u objecten toevoegen, overschrijven of afwijzen die dezelfde naam of CUID (unieke cluster-id) hebben in de systeemdatabase van uw doel-cms. Welke scenario's voor u beschikbaar zijn, hangt af van de bronomgeving die u voor de import hebt geselecteerd. Een importscenario kiezen bij import uit BusinessObjects of XI 3.x 50 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

51 De wizard Importeren gebruiken Een importscenario selecteren 5 Bij import van een object uit BusinessObjects 5.x/6.x, BusinessObjects Enterprise XI 3.x of uit een BIAR-bestand van XI 3.x in een XI 3.x-doelomgeving kunt u het object op twee manieren identificeren en bepalen of het al in de doelomgeving voorkomt: 1. Gebruik de unieke ID (CUID) van het bronobject. 2. Gebruik de naam en het pad van het bronobject. U moet instellen hoe de wizard Importeren scenario's verwerkt waarin de objecten al in de doelomgeving aanwezig zijn. In de volgende tabel worden de scenario's beschreven die u kunt gebruiken als u vergelijkt op CUID, en de wizard Importeren bestaande objecten in het doel vindt. Tabel 5-1: Optie 1. Als de wizard Importeren een object in het doel vindt met dezelfde uniek ID: Actie Beschrijving Werk het doelobject bij. Verander de naam in geval van een naamconflict. Als de wizard Importeren een object in de doelomgeving vindt met dezelfde CUID, wordt het object van het doel bijgewerkt. Als de wizard Importeren in de doelomgeving geen object met dezelfde CUID, maar wel met dezelfde naam vindt, wordt het object uit de bronomgeving geïmporteerd en vervolgens hernoemd. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 51

52 De wizard Importeren gebruiken 5 Een importscenario selecteren Actie Beschrijving Werk het doelobject bij. Importeer het object niet in geval van een naamconflict. Als de wizard Importeren een object in de doelomgeving vindt met dezelfde CUID, wordt het object van het doel bijgewerkt. Als de wizard Importeren in de doelomgeving een object met dezelfde naam maar met een andere CUID vindt, wordt het object niet uit de bronomgeving geïmporteerd. Importeer het object niet. Als de wizard Importeren in de doelomgeving een object vindt met dezelfde CUID, wordt het object niet geïmporteerd. In de volgende tabel worden de opties beschreven die u kunt gebruiken als u vergelijkt op naam en pad, en de wizard Importeren bestaande objecten in de bronomgeving vindt. Tabel 5-2: Optie 2. Als de wizard Importeren een object detecteert in het doel met dezelfde naam en hetzelfde pad: Actie Beschrijving Behoud het doelobject en importeer een kopie van het object onder een andere naam. Als de wizard Importeren detecteert dat er in de doelomgeving al een object bestaat met dezelfde naam en hetzelfde pad, wordt het object van de bron geïmporteerd en hernoemd. Na de import staan zowel de oorspronkelijke versie van het doel, als de versies van de bron in het doel. 52 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

53 De wizard Importeren gebruiken Een importscenario selecteren 5 Actie Beschrijving Werk het doelobject bij. Als de wizard Importeren detecteert dat er in de doelomgeving al een object bestaat met dezelfde naam en hetzelfde pad, wordt de versie van de doelomgeving bijgewerkt met die van de bron. Importeer het object niet. Als de wizard Importeren detecteert dat er in de doelomgeving al een object bestaat met dezelfde naam en hetzelfde pad, wordt de versie van de bron niet geïmporteerd. Opmerking: Het vergelijken van objecten op naam en pad wordt alleen voor de volgende objecttypen ondersteund: Mappen en objecten onder openbare mappen en persoonlijke mappen Bedrijfscategorieën Persoonlijke categorieën Universes, overbelastingen en verbindingen Dashboards Profielen Planningen Alle andere objecttypen gebruiken de vergelijking op uniek identificatieschema. Het vergelijken van objecten op naam en pad is niet mogelijk bij het importeren van inhoud uit een BIAR-bestand. Wanneer u uit BIAR-bestanden importeert, worden objecten op CUID vergeleken. Als u ervoor kiest objecten in het doel bij te werken, of u nu op CUID of naam en pad vergelijkt, kunt u op het volgende scherm incrementele importopties kiezen. Via deze opties kunt u opgeven welke typen objecten de wizard Importeren moet overschrijven, en welke typen niet veranderd mogen worden. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 53

54 De wizard Importeren gebruiken 5 Een importscenario selecteren Nadat u het toepasselijke importscenario hebt geselecteerd, klikt u op Volgende om verder te gaan. Een importscenario selecteren bij import uit andere versies Wanneer u inhoud importeert uit Crystal Enterprise 10 of BusinessObjects Enterprise XI kunt u de bron- en doelomgeving samenvoegen, of de doelomgeving bijwerken zonder samenvoeging. Opmerking: Wanneer u inhoud uit Crystal Enterprise 9 importeert, vergelijkt de wizard alleen op CUID. Als de wizard Importeren in het doel een object met dezelfde CUID als in de bronomgeving vindt, wordt het bronobject automatische geïmporteerd en hernoemd. 54 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

55 De wizard Importeren gebruiken Een importscenario selecteren 5 Actie Beschrijving Ik wil het bronsysteem samenvoegen met het doelsysteem. De wizard Importeren gebruikt de naam en het pad van het object om te bepalen of het bronobject al in het doelsysteem staat. De wizard voegt alle geselecteerde objecten uit de bron aan het doel toe zonder objecten in de doelomgeving te overschrijven. Alle objecten in de doelomgeving blijven behouden. De naam van mappen van het hoogste niveau automatisch wijzigen als ze overeenkomen met mappen van het hoogste niveau op het doelsysteem. Als de wizard Importeren in de bronen doelomgeving mappen van het hoogste niveau met dezelfde naam en hetzelfde pad vindt, worden de bronmappen hernoemd en geïmporteerd. Als u deze optie niet kiest, werkt de wizard overeenkomende mappen van het hoogste niveau niet bij. Ik wil het doelsysteem bijwerken door het bronsysteem als referentie te gebruiken. De wizard Importeren gebruikt de CUID van het object om te bepalen of het bronobject al in het doelsysteem staat. Alle geselecteerde objecten uit de bron worden aan het doel toegevoegd. Heeft het bronobject echter dezelfde CUID als een object in het doel, en u hebt er op het scherm "Incrementele import" voor gekozen objecten te overschrijven, dan wordt het doelobject overschreven. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 55

56 De wizard Importeren gebruiken 5 Een importscenario selecteren Actie Beschrijving De naam van objecten automatisch wijzigen als een object met die naam al bestaat in de doelmap. De wizard Importeren hernoemd objecten uit de bron die dezelfde naam en hetzelfde pad, maar een andere CUID hebben. Als u deze optie niet selecteert, wordt het object niet geïmporteerd. Opmerking: Als u ervoor kiest het doelsysteem op CUID bij te werken, kunt u in het volgende scherm incrementele importopties selecteren. Via deze opties kunt u opgeven welke typen objecten de wizard Importeren moet overschrijven, en welke typen niet veranderd mogen worden. Wanneer CUID's worden gewijzigd, kan dit van invloed zijn op koppelingen tussen documenten, regels en andere objecten die naar elkaar verwijzen met CUID's. Als u objecten met koppelingen naar andere objecten importeert, is de tweede optie (de doelomgeving bijwerken) de veiligste migratieoptie. 1. Selecteer het gewenste importscenario. Opmerking: Gegevensopslagobjecten die door Business Views worden gebruikt, worden altijd in de modus Update geïmporteerd, ook als de optie Samenvoegen is geselecteerd. 2. Geef aan of u namen van documenten of mappen wilt wijzigen tijdens het importeren. Als u wilt dat de naam van een map die of een object dat al in de doelomgeving bestaat, automatisch wordt gewijzigd, schakelt u het selectievakje in. Als u namen niet automatisch wilt wijzigen, schakelt u het selectievakje uit. 3. Klik op Volgende om door te gaan. Verwante onderwerpen Opties voor incrementele import selecteren 56 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

57 De wizard Importeren gebruiken Opties voor incrementele import selecteren Opties voor incrementele import selecteren Als u objecten bijwerkt die al in de doelomgeving bestaan, verschijnt het scherm "Incrementele import". Op dit scherm wordt u gevraagd op te geven welk type objecten en rechten u in de doelomgeving wilt overschrijven met de objecten uit de bronomgeving, wanneer er een overeenkomst wordt gevonden. Deze opties zijn voorzorgsmaatregelen die onderdrukken wat u op het scherm "Importscenario" hebt geselecteerd. 5 Als u bijvoorbeeld objecten in de doelomgeving wilt overschrijven maar universe-objecten niet, moet u Universe-inhoud overschrijven niet selecteren. Dit scherm biedt de volgende opties: Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 57

58 De wizard Importeren gebruiken 5 Opties voor incrementele import selecteren Optie Beschrijving Objectinhoud overschrijven Als de wizard Importeren een overeenkomend object in de doelomgeving vindt, wordt het overschreven. Een object verwijst naar elk type object behalve universes, universe-verbindingen en groepen. Universe-inhoud overschrijven Als de wizard Importeren een overeenkomende universe in het doel vindt, wordt de universe overschreven. Verbindingsinhoud overschrijven Als de wizard Importeren een overeenkomende universe-verbinding in het doel vindt, wordt deze overschreven. Groeps- en gebruikerslidmaatschap overschrijven Als de wizard Importeren overeenkomende groepen in het doel vindt, worden de gegevens van het groepslidmaatschap in het doel vervangen door de gegevens van het groepslidmaatschap van de bron. Als u het groepslidmaatschap niet wilt overschrijven, voegt de wizard Importeren nieuwe leden toe en blijven bestaande leden staan. 58 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

59 De wizard Importeren gebruiken Migratieopties voor beveiliging selecteren 5 Optie Beschrijving Objectrechten overschrijven Als de wizard Importeren een overeenkomend object in de doelomgeving vindt, en de gebruikers of groepen waarop de rechten van het object betrekking hebben, zich in het doel bevinden of worden geïmporteerd, overschrijft de wizard alle bestaande rechten op het object voor die gebruikers of groepen. Als u ervoor kiest objectrechten niet te overschrijven, voegt de wizard Importeren nieuwe rechten aan het object toe die nog niet zijn gespecificeerd. Bestaande rechten op het object worden niet toegevoegd of gewijzigd. 1. Selecteer de toepasselijke importopties. 2. Klik op Volgende om door te gaan. Migratieopties voor beveiliging selecteren Wanneer u uit BusinessObjects 5.x of 6.x importeert, verschijnt het scherm "Migratieopties voor beveiliging". U kunt dan kiezen of u de beveiliging van de objecten wilt importeren. Er zijn drie opties: Ja, ik wil de beveiliging van geïmporteerde objecten migreren en het doelsysteem beveiligen. Dit is de veiligste optie. Ja, ik wil de beveiliging van geïmporteerde objecten migreren. Gebruikers in het doelsysteem krijgen hierdoor mogelijk meer rechten dan in het bronsysteem. Nee, ik wil de beveiliging niet migreren. Selecteer deze optie alleen als u de beveiliging helemaal opnieuw wilt instellen. 1. Selecteer een migratieoptie voor beveiliging. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 59

60 De wizard Importeren gebruiken 5 Specifieke objecten voor import selecteren 2. Klik op Volgende om door te gaan. Specifieke objecten voor import selecteren Bij deze procedure wordt aangenomen dat u de bron- en de doelomgeving al hebt opgegeven en het type van de objecten die u wilt importeren hebt geselecteerd. Er wordt ook van uitgegaan dat u een importscenario en de toepasselijke incrementele importopties hebt gekozen. Als u de wizard Importeren nog niet gestart hebt, raadpleegt u De bronomgeving opgeven, De doelomgeving opgeven en Te importeren objecten selecteren. Zie Een importscenario selecteren voor meer informatie over importscenario's. Zie Opties voor incrementele import selecteren voor meer informatie over incrementele import. Nadat u een importscenario en incrementele importopties hebt gekozen, wordt u gevraagd de specifieke objecten te kiezen die u wilt importeren. U kunt alle objecten importeren of afzonderlijke objecten selecteren. Gebruikers en groepen selecteren Wanneer u gebruikers en groepen importeert, verschijnt het dialoogvenster "Gebruikers en groepen". 1. Selecteer de gebruikers of groepen die u wilt importeren. Als u groepen wilt selecteren zonder de gebruikers te selecteren, houdt u SHIFT ingedrukt terwijl u op de groepen klikt. Het is raadzaam deze optie te selecteren wanneer u groepen uit de ene omgeving in de andere importeert, en de groepen hetzelfde, maar de gebruikers anders zijn. Hiermee kunt u de rechten behouden die op groepsniveau zijn ingesteld, zonder gebruikers te moeten importeren. U kunt ook de volgende selectievakjes inschakelen: Groepen hiërarchisch weergeven Groepen selecteren die geselecteerde gebruikers bevatten BCA Publisher-profielen importeren voor geselecteerde gebruikers en groepen 2. Klik op Volgende om door te gaan. 60 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

61 De wizard Importeren gebruiken Specifieke objecten voor import selecteren 5 Importopties voor groepen selecteren Het dialoogvenster "Optie Groepen importeren" verschijnt wanneer u gebruikers en groepen uit BusinessObjects 5.x or 6.x importeert. 1. Geef aan of u groepstoewijzingen van LDAP en Active Directory wilt migreren naar XI 3.x. Opmerking: Als het dialoogvenster "Optie Groepen importeren" wordt geopend, worden de 6.x-bronomgeving en de doelomgeving van XI 3.x geconfigureerd voor LDAP of Active Directory. U moet in de bron- en de doelomgeving dezelfde configuratie voor LDAP of Active Directory hebben. Zie de SAP BusinessObjects Enterprise Beheerdershandleiding voor informatie over het maken en toewijzen van aliassen voor LDAP- en Active Directory-gebruikers. 2. Klik op Volgende. Databasereferenties invullen voor gebruikers Als u gebruikers en groepen uit een BusinessObjects 5.x- of 6.x-omgeving importeert, verschijnt het scherm "Databasereferenties vullen voor gebruikers". Databasereferenties worden gebruikt in universe-verbindingen die aan BusinessObjects-gebruikersaccounts gekoppeld zijn. Universe-verbindingen die voorheen BOUSER- en BOPASS-variabelen gebruikten met een koppeling naar de gebruikersnaam en het wachtwoord van BusinessObjects, moeten nu databasereferenties (DBUSER en PASS) gebruiken. Die databasereferenties kunnen door de wizard Importeren worden ingevuld en later in de CMC (Central Management Console) worden bewerkt, op het tabblad Eigenschappen van elke gebruikersaccount. Klik op Volgende om door te gaan. 1. Kies een van deze mogelijkheden: Databasereferenties invullen met gebruikersnaam en wachtwoord (dit is de aanbevolen procedure) Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 61

62 De wizard Importeren gebruiken 5 Specifieke objecten voor import selecteren Databasereferenties voorlopig leeg laten 2. Klik op Volgende om door te gaan. Raadpleeg de Migratiehandleiding voor BusinessObjects 5/6 naar XI 3.1 voor gedetailleerde informatie over het importeren van databasereferenties. Toegangsniveaus selecteren Wanneer u toegangsniveaus importeert, verschijnt het scherm "Toegangsniveaus". Opmerking: Wanneer u een gebruiker en een object importeert, worden door de wizard Importeren ook de rechten van dat object geïmporteerd. Als de rechten van het object op een toegangsniveau gebaseerd zijn, en als dat niveau niet wordt geïmporteerd en ook niet op de doellocatie bestaat, worden de afzonderlijke rechten die op dat niveau zijn opgegeven, aan het object voor de gebruiker door de wizard Importeren toegekend. 1. Selecteer de toegangsniveaus die u wilt importeren. De standaardtoegangsniveaus zijn: Volledig beheer Geen toegang Planning Weergeven Weergeven op aanvraag Als u aanvullende toegangsniveaus hebt gemaakt, verschijnen deze ook in de lijst. 2. Klik op Volgende om door te gaan. Categorieën selecteren Wanneer u categorieën importeert, verschijnt het scherm "Categorieën". 1. Selecteer de categorieën die u wilt importeren. Voor grote documentdomeinen kunt u ervoor kiezen incrementeel te importeren en documenten per categorie te importeren. 62 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

63 De wizard Importeren gebruiken Specifieke objecten voor import selecteren 5 2. Als u alle objecten in een categorie wilt importeren, schakelt u het selectievakje Importeer alle objecten die tot de geselecteerde categorieën behoren in. 3. Klik op Volgende om door te gaan. Mappen en objecten selecteren Als u mappen en objecten importeert, verschijnt het scherm "Mappen en objecten selecteren". 1. Selecteer de mappen en objecten die u wilt importeren. U kunt ook Importeer alle exemplaren van elk geselecteerd object kiezen. 2. Klik op Volgende om door te gaan. Toepassingsmappen en -objecten selecteren Als u toepassingsmappen en -objecten importeert, verschijnt het scherm "Toepassingsmappen en -objecten selecteren". 1. Selecteer de mappen en objecten die u wilt importeren. 2. Klik op Volgende om door te gaan. Opmerking: Als de geselecteerde mappen en objecten in het doelsysteem bestaan, worden ze aan de hand van het bronsysteem bijgewerkt. Opties voor importeren van universes en verbindingen selecteren Als u universes wilt importeren, verschijnt het scherm "Opties voor importeren van universes en verbindingen". Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 63

64 De wizard Importeren gebruiken 5 Specifieke objecten voor import selecteren Hier kunt u een van de drie volgende opties selecteren: Alle universes en alle verbindingsobjecten importeren. Alle universe-objecten importeren en alleen de verbindingsobjecten die door deze universes worden gebruikt. De universes en verbindingen importeren die direct worden gebruikt door de geselecteerde Web Intelligence- en Desktop Intelligence-documenten. Opmerking: Als u de derde optie selecteert, kunt u op het volgende scherm meer universes selecteren voor de importbewerking. 1. Selecteer een importoptie voor de universes en de bijbehorende verbindingen. 2. Als u universe-overbelastingen wilt importeren, selecteert u Universe-overbelastingen behouden voor geïmporteerde gebruikers en groepen. 64 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

65 De wizard Importeren gebruiken Specifieke objecten voor import selecteren 5 Als u universe-overbelastingen importeert, moet u in eerdere stappen van de wizard Importeren ook de gebruikers, groepen en universes selecteren. U moet ook Objectinhoud overschrijven op het scherm "Incrementele import" selecteren. Als u deze opties niet hebt geselecteerd, klikt u op Vorige tot u het toepasselijke scherm ziet, en maakt u de vereiste selecties. Opmerking: Als u gebruikers en groepen, universe-overloads en andere objecten wilt importeren en niet alle objectrechten voor de gebruikers, groepen en objecten die u hebt geselecteerd wilt overschrijven, gaat u op een van de volgende manieren te werk: Selecteer alleen de gewenste universes en importeer de andere objecten vervolgens in een afzonderlijke importbewerking. Verwijder de universe-overbelasting in de doelomgeving en schakel de opties Objectinhoud overschrijven en Objectrechten overschrijven in het scherm Incrementele import uit. In dit geval importeert de wizard Importeren alleen de universe-overloads die nog niet in de doelomgeving voorkomen. 3. Klik op Volgende om door te gaan. Universe-mappen en universes selecteren Het scherm "Universe-map en universes" verschijnt wanneer u universes importeert, en als u De universes en verbindingen importeren die direct worden gebruikt door de geselecteerde Web Intelligence- en Desktop Intelligence-documenten in het scherm "Opties importeren voor universes en verbindingen" hebt geselecteerd. 1. Selecteer de universe-mappen en universes die u wilt importeren. Als u een andere bronomgeving dan BusinessObjects 5.x of 6.x hebt geselecteerd, kunnen de universes die aan bepaalde documenten zijn gekoppeld niet van de lijst worden verwijderd. U kunt extra universes selecteren die niet door geïmporteerde documenten worden gebruikt. Als er geen universe is gevonden, worden de gekoppelde documenten niet geïmporteerd en wordt een waarschuwing weergegeven. Als dat gebeurt, koppelt u de documenten aan een universe, publiceert u ze opnieuw in de gegevensopslagruimte en probeert u ze opnieuw te importeren. 2. Klik op Volgende om door te gaan. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 65

66 De wizard Importeren gebruiken 5 Specifieke objecten voor import selecteren Opmerking: Wanneer u een universe importeert, worden de bijbehorende verbindingsobjecten automatisch geïmporteerd. Voordat u verbindingsobjecten importeert vanuit BusinessObjects 5.x/6.x, moet u ervoor zorgen dat de wizard Importeren op dezelfde manier als de bronomgeving toegang heeft tot de database. Het is mogelijk dat u hiervoor op de computer databasestuurprogramma's moet installeren of verbindingsinstellingen moet configureren. Als u bijvoorbeeld SQL Server-verbindingsobjecten importeert vanuit een BusinessObjects 6.x-bronomgeving, moet u de verbindingen op de doelcomputer configureren via de instellingen van het ODBC-gegevensbronbeheer in het Configuratiescherm via het menu Start van Windows voordat u de verbindingsobjecten importeert. U moet exact dezelfde naam en instellingen gebruiken als de verbinding die op de broncomputer werd gebruikt toen u de domeinsleutel maakte. Importopties voor gegevensopslagobjecten selecteren Als u de optie kiest om gegevensopslagobjecten te importeren, verschijnt het scherm "Importopties voor gegevensopslagobjecten". U kunt hier uw keuze maken uit drie opties: Alle gegevensopslagobjecten importeren Alleen gegevensopslagobjecten importeren die rechtstreeks door de geselecteerde rapporten worden gebruikt Waarschuwing: Dit kan gevolgen hebben voor de integriteit van Business View-objecten. Gegevensopslagobjecten importeren die rechtstreeks door de geselecteerde rapporten worden gebruikt, evenals andere gegevensopslagobjecten waarvan ze afhankelijk zijn. 1. Selecteer een van de drie opties. 2. Klik op Volgende om door te gaan. Opties voor importeren van publicaties selecteren Het scherm "Opties voor importeren van publicaties" verschijnt als u profielen of publicaties importeert. 66 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

67 De wizard Importeren gebruiken Specifieke objecten voor import selecteren 5 1. Selecteer een van de volgende opties voor het importeren van profielen: Importeer alle profielen. Importeer profielen die door geselecteerde publicaties worden gebruikt. 2. Selecteer een van de volgende opties voor het importeren van publicatieontvangers: Importeer ontvangers die door geselecteerde publicaties worden gebruikt. Importeer geen ontvangers. 3. Klik op Volgende om door te gaan. Externe verbindingen en herhalingstaken selecteren Wanneer u externe verbindingen en herhalingstaken importeert, wordt het scherm "Externe verbindingen en herhalingstaken" weergegeven. 1. Selecteer de externe verbindingen en herhalingstaken die u wilt importeren. 2. Klik op Volgende om door te gaan. Persoonlijke documenten en documenten uit Postvak IN selecteren Als u ervoor kiest persoonlijke documenten of documenten uit Postvak IN uit BusinessObjects 5.x of 6.x te importeren, verschijnt het scherm "Persoonlijke documenten en documenten uit Postvak IN". Opmerking: Als u importeert uit Crystal Enterprise of een versie van BusinessObjects Enterprise XI, importeert de wizard Importeren altijd de persoonlijke documenten, documenten uit Postvak IN en favoriete mappen voor alle geselecteerde gebruikers. 1. Als u documenten uit Postvak IN wilt importeren, kunt u het volgende doen: Ongelezen documenten uit Postvak IN importeren. Gelezen documenten importeren vanaf een locatie die u opgeeft. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 67

68 De wizard Importeren gebruiken 5 Specifieke objecten voor import selecteren Documenten uit Postvak IN importeren die zijn ontvangen na een datum die u opgeeft. 2. Als u persoonlijke documenten wilt importeren, kunt u het volgende doen: Persoonlijke documenten importeren vanaf een locatie die u opgeeft. Persoonlijke documenten importeren die zijn gewijzigd of gemaakt na een datum die u opgeeft. 3. Klik op Volgende om door te gaan. Externe Broadcast Agent Publisher-gebruikers en groepen selecteren Als u externe Broadcast Agent Publisher-gebruikers en groepen uit een BusinessObjects 5.x - of 6.x-bronomgeving importeert, verschijnt het scherm "Externe Broadcast Agent Publisher-gebruikers en groepen". 1. Selecteer de externe gebruikers en groepen die u wilt importeren. Wilt u groepen selecteren zonder de gebruikers in die groepen te selecteren, dan houdt u SHIFT ingedrukt terwijl u de groepen selecteert. U kunt ook Groepen selecteren die geselecteerde gebruikers bevatten en BCA Publisher-profielen importeren voor geselecteerde gebruikers en groepen kiezen. 2. Klik op Volgende om door te gaan. Broadcast Agent Publisher-publicaties selecteren Als u Broadcast Agent Publisher-publicaties uit een BusinessObjects 5.x - of 6.x-bronomgeving importeert, verschijnt het scherm "Broadcast Agent Publisher-publicaties". 1. Selecteer de Broadcast Agent Publisher-publicaties die u wilt importeren. U kunt ook Automatisch gekoppelde schema's importeren en Automatisch BCA Publisher-profielen voor geselecteerde publicaties importeren kiezen. 2. Klik op Volgende om door te gaan. 68 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

69 De wizard Importeren gebruiken Specifieke objecten voor import selecteren 5 Broadcast Agent Publisher-profielen selecteren Als u Broadcast Agent Publisher-profielen uit een BusinessObjects 5.x - of 6.x-bronomgeving importeert, verschijnt het scherm "Broadcast Agent Publisher-profielen". 1. Selecteer de profielen die u wilt importeren. 2. Klik op Volgende om door te gaan. Domeinen en documenten selecteren Het scherm "Domeinen en documenten" verschijnt, wanneer u een van deze documenttypes uit een BusinessObjects 5.x- of 6.x-bronomgeving importeert. Web Intelligence Desktop Intelligence (BusinessObjects) Performance Management (Application Foundation) Analyses (Performance Management) (alleen 6.x) Documenten van derden De lijst bevat een afzonderlijke tak voor elk domein. Domeinen die u niet kunt openen, worden grijs weergegeven. Als u eerder hebt aangegeven dat u alle documenten van een bepaalde categorie wilt importeren, zijn deze vooraf geselecteerd en kunt u deze niet uitschakelen. 1. Selecteer de domeinen en documenten die u wilt importeren. 2. Klik op Volgende om door te gaan. Opties voor landinstellingen en platforms selecteren Het scherm "Opties voor landinstellingen en platforms" verschijnt wanneer u Web Intelligence 2.x- of BusinessObjects-documenten uit een BusinessObjects 5.x- of 6.x-bronomgeving importeert. Opmerking: De wizard Importeren converteert Web Intelligence 2.x-documenten (.wqy) vóór import naar de.wid-indeling. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 69

70 De wizard Importeren gebruiken 5 Het importeren voltooien In een BusinessObjects 5.x/6.x-gegevensopslagplaats kunnen in sommige documenten van Web Intelligence 2.x (.wqy) en BusinessObjects geen landinstellingen worden opgeslagen. Om landinstellingen in deze documenten in te stellen wanneer ze in CMS worden opgeslagen (na conversie naar.wid), worden de standaardlandinstellingen van de gebruiker aan de documenten toegevoegd. 1. Selecteer de standaardlandinstelling van de documenten die u wilt importeren. 2. Selecteer de standaardlandinstelling van het platform waarop de te importeren documenten zijn gemaakt. Als deze landinstellingen nog niet in de documenten zijn opgeslagen, worden ze tijdens de import opgeslagen. 3. Klik op Volgende om door te gaan. Het importeren voltooien Waarschuwing vrije schijfruimte Als uw doelomgeving niet voldoende schijfruimte biedt voor alle objecten die u wilt importeren, wordt de waarschuwing over vrije schijfruimte voor de tijdelijke map weergegeven. De objecten die u hebt geselecteerd, worden door de wizard Importeren naar de tijdelijke map van de doelomgeving gekopieerd, zoals aangegeven in de omgevingsvariabele Temp. Als de waarschuwing voor vrije schijfruimte verschijnt en er niet genoeg ruimte is in de Temp-directory van de doelomgevingen, doet u het volgende: 1. Klik op Vorige om terug te gaan naar het vorige dialoogvenster. 2. Maak schijfruimte vrij in de doelomgeving of geef een nieuwe locatie voor de tijdelijke map op door de variabele Temp voor de doelomgeving te wijzigen. 3. Klik in het dialoogvenster op Volgende. 70 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise

71 De wizard Importeren gebruiken Het importeren voltooien 5 Voorbereiding op het importeren Wanneer u de gewenste importopties hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster "Klaar voor importeren" weergegeven. In dit dialoogvenster wordt een lijst weergegeven met alle objecten die u hebt geselecteerd. 1. Controleer of de lijst al uw selecties bevat. Als u de lijst wilt wijzigen, klikt u op Vorige totdat u weer in het juiste dialoogvenster bent. 2. Klik op Voltooien om het importeren van de objecten naar de doelomgeving te starten. Het dialoogvenster "Voortgang bij importeren" wordt weergegeven. U ziet hier de voortgang van het importproces en een samenvatting van de gebeurtenissen die plaatsvinden. Import voltooien Wanneer de wizard Importeren is voltooid, wordt het venster "Importsamenvatting" weergegeven. Hierin ziet u de resultaten van de importbewerking. Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise 71

72 De wizard Importeren gebruiken 5 Het importeren voltooien 1. Als u de details van de importbewerking wilt bekijken, klikt u op Detaillogboek weergeven. Het dialoogvenster "Detaillogboek" wordt weergegeven. In dit dialoogvenster worden alle objecten weergegeven die door de wizard Importeren zijn gemigreerd, plus de bijbehorende status en fouten die zich eventueel hebben voorgedaan. U kunt deze items op elke gewenste kolom sorteren door op de kop van de betreffende kolom te klikken. Als u meer informatie wilt over een bepaalde vermelding, selecteert u deze in de lijst. De gegevens worden onder aan het dialoogvenster weergegeven. Opmerking: De informatie uit het detaillogboek wordt ook naar een logboekbestand geschreven. Het logbestand heeft een naam die begint met ImportWiz en bevindt zich standaard in pad C:\Program Files\Business Objects\BusinessObjects Enterprise 12.0\Logging\. Het logboekbestand bevat een door het systeem gegenereerd id-nummer, een titel waarmee de geïmporteerde gegevens worden beschreven en 72 Handleiding voor wizard Importeren van SAP BusinessObjects Enterprise