BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD GEWONE ZITTING BEKNOPT VERSLAG. van de plenaire vergadering van VRIJDAG 23 APRIL (ochtendvergadering)

Transcriptie

1 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD GEWONE ZITTING BEKNOPT VERSLAG van de plenaire vergadering van VRIJDAG 23 APRIL 2004 (ochtendvergadering) Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.

2 2 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG INHOUD ARBITRAGEHOF BEGROTINGSBERAADSLAGINGEN INDIENING VAN ONTWERPEN VAN ORDONNANTIE SCHRIFTELIJKE VRAGEN DIE NOG GEEN ANTWOORD VERKREGEN REKENHOF Inzage- en informatierecht van de parlementsleden ZESMAANDELIJKS VERSLAG VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING OVER DE VERGUNNINGEN VOOR WAPENS, MUNITIE EN SPECIAAL VOOR MILITAIR GEBRUIK OF VOOR ORDEHANDHAVING DIENSTIG MATERIEEL EN DAARAAN VERBONDEN TECHNO- LOGIE - PERIODE VAN 30 AUGUSTUS 2003 TOT 29 FEBRUARI 2004 VOORSTEL VAN ORDONNANTIE - VERZENDING NAAR EEN COMMISSIE INOVERWEGINGNEMING ONTWERP VAN ORDONNANTIE BETREFFENDE DE MILIEUOVEREENKOMSTEN Algemene bespreking (Sprekers : mevrouw Caroline Persoons, rapporteur, de heer Michel Van Roye en de heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel) Aanneming van de artikelen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE DEELNAME VAN DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK EST- LAND, DE REPUBLIEK CYPRUS, DE REPUBLIEK HONGARIJE, DE REPUBLIEK LETLAND, DE REPUBLIEK LITOUWEN, DE REPUBLIEK MALTA, DE REPUBLIEK POLEN, DE REPU- BLIEK SLOVENIE EN DE SLOWAAKSE REPUBLIEK AAN DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE. Aanneming van de artikelen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET INTERNATIONAAL VERDRAG AANGAANDE PLANTGENETISCHE HULPBRONNEN VOOR VOEDING EN LAND- BOUW Aanneming van de artikelen. Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting

3 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG 3 ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET DE OVEREENKOMST HOU- DENDE DE OPRICHTING VAN HET INTERNATIONAL PLANT GENETIC RESOURCES INSTI- TUTE Aanneming van de artikelen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE TOT WIJZIGING VAN DE ORDONNANTIE VAN 23 JULI 1992 BETREFFENDE DE GEWESTBELASTING TEN LASTE VAN BEZETTERS VAN BEBOUWDE EIGENDOMMEN EN HOUDERS VAN EEN ZAKELIJK RECHT OP SOMMIGE ONROERENDE GOEDEREN Algemene bespreking (Sprekers : mevrouw Anne-Sylvie Mouzon, rapporteur, de heer Benoît Cerexhe en de heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen) Aanneming van de artikelen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE TOT WIJZIGING VAN DE ORDONNANTIE VAN 8 SEPTEMBER 1994 HOUDENDE OPRICHTING VAN DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Algemene bespreking (Spreker : mevrouw Marie-Jeanne Riquet, rapporteur) Aanneming van de artikelen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE TOT WIJZIGING VAN HET WETBOEK VAN SUCCESSIERECH- TEN VOORSTEL VAN ORDONNANTIE ERTOE STREKKENDE DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP OP GELIJKE VOET TE STELLEN MET DE TWEE ANDERE GEMEENSCHAPPEN WAT DE LEGA- TEN BETREFT Aanneming van de artikelen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE TOT WIJZIGING VAN ARTIKEL 140 VAN HET WETBOEK VAN REGISTRATIE-, HYPOTHEEK- EN GRIFFIERECHTEN Aanneming van de artikelen. VOORSTEL VAN ORDONNANTIE BETREFFENDE DE CONTROLE VAN DE VERKIEZINGSUIT- GAVEN EN DE REGERINGSMEDEDELINGEN Algemene bespreking (Sprekers : mevrouw Anne-Sylvie Mouzon, rapporteur, de heer Benoît Cerexhe, mevrouw Marion Lemesre en de heer Bernard Ide) Aannenming van de artikelen.

4 4 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG INHOUD VOORSTEL VAN RESOLUTIE TOT INVOERING VAN EEN MOBILITEITSPASPOORT VOOR DE INWONERS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Bespreking (Sprekers : de heer Michel Van Roye, rapporteur, mevrouw Marion Lemesre, de heren Denis Grimberghs, Bernard Ide, Jean-Pierre Cornelissen, Michel Moock, Dominiek Lootens-Stael, Robert Delathouwer en Benoît Cerexhe) VOORSTEL VAN RESOLUTIE ERTOE STREKKENDE DE VERTEGENWOORDIGING VAN ALLE ERKENDE EREDIENSTEN EN VAN DE NIET-CONFESSIONELE LEVENSBESCHOUWELIJKE GEMEENSCHAPPEN TE GARANDEREN BIJ DE OFFICIELE PLECHTIGHEDEN Bespreking (Sprekers : de heren Michel Moock en Fouad Lahssaini) Aanneming van de consideransen en streepjes van het bepalend gedeelte. Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting

5 5 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG Voorzitter : Mevrouw Magda De Galan - De vergadering wordt om 9.40 uur geopend. ARBITRAGEHOF De Voorzitter.- Verscheidene mededelingen werden door het Arbitragehof aan de Raad gedaan. Zij zullen in het Beknopt verslag en in het Volledig verslag van deze vergadering worden opgenomen. BEGROTINGSBERAADSLAGINGEN De Voorzitter.- Verscheidene ministeriële besluiten werden door de regering aan de Raad overgezonden. Zij zullen in het Beknopt verslag en in het Volledig verslag van deze vergadering worden opgenomen. INDIENING VAN ONTWERPEN VAN ORDONNANTIE De Voorzitter.- Op 30 maart 2004 werden volgende ontwerpen van ordonnantie ingediend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : - Ontwerp van ordonnantie houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de instelling van het systeem van de eenmalige bevrijdende aangifte (nr. A-547/ /2004) - Ontwerp van ordonnantie waarbij de bepalingen van de wet van 31 december 2003 houdende invoering van een eenmalige bevrijdende aangifte toepasselijk worden verklaard op de gewestelijke belastingen (nr. A-548/1-2003/2004) - Verzonden naar de Commissie voor de Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, Externe Betrekkingen en Algemene Zaken. Op 1 april 2004 werd het ontwerp van ordonnantie houdende instemming met de overeenkomst van 4 april 2003 tussen de federale Overheid, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, voor de verwezenlijking van het programma van het Gewestelijk Expresnet van, naar, in en rond Brussel (nr. A-549/1-2003/2004), ingediend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. - Verzonden naar de Commissie voor de Infrastructuur, belast met Openbare Werken en Verkeerswegen. Op 6 april 2004 werd het ontwerp tot ordonnantie houdende ratificatie van het Brussels Wetboek van ruimtelijke ordening (nr. A-551/1-2003/2004), ingediend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. - Verzonden naar de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening, de Stedenbouw en het Grondbeleid. SCHRIFTELIJKE VRAGEN DIE NOG GEEN ANT- WOORD VERKREGEN De Voorzitter.- Ik vestig de aandacht van de leden van de Regering erop dat artikel van ons Reglement bepaalt dat de antwoorden op de schriftelijke vragen binnen 20 werkdagen bij de Raad moeten toekomen. Ik deel u hierna het aantal schriftelijke vragen per Minister of Staaatssecretaris mee die nog geen antwoord verkregen binnen de door het Reglement bepaalde termijn. De heren Jos Chabert 1; Didier Gosuin 2; Willem Draps 2; Pascal Smet 1; Alain Hutchinson 8. REKENHOF Inzage- en informatierecht van de parlementsleden De Voorzitter.- Bij brief van 7 april 2004, zendt het Rekenhof, met toepassing van artikelen 33, 34, 35 en 36 van zijn Reglement van Orde van 5 februari 1998, het antwoord van het Rekenhof van 7 april 2004 op de brief van 23 maart 2004 van de heer Bernard Ide in het kader van het inzage- en informatierecht van de parlementsleden. - Verzonden naar de Commissie voor de Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, Externe Betrekkingen en Algemene Zaken. ZESMAANDELIJKS VERSLAG VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING OVER DE VER- GUNNINGEN VOOR WAPENS, MUNITIE EN SPE- CIAAL VOOR MILITAIR GEBRUIK OF VOOR ORDEHANDHAVING DIENSTIG MATERIEEL EN DAARAAN VERBONDEN TECHNOLOGIE Periode van 30 augustus 2003 tot 29 februari 2004 De Voorzitter. - Bij brief van 16 april 2004 bezorgt de heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, overeenkomstig artikel 17 van de wet van 5 augustus 1991 betreffende de in-, uit- en doorvoer van en de bestrijding van illegale handel in wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en daaraan verbonden technologie, zoals gewijzigd, het zesmaandelijks verslag over de vergunningen voor wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en daaraan verbonden technologie, voor de periode van 30 augustus 2003 tot 29 februari 2004, zoals ingestemd door de Regering op 15 april Verwijzing naar de Commissie voor de Economische Zaken, belast met het Economisch Beleid, de Energie, het Werkgelegenheidsbeleid en het Wetenschappelijk Onderzoek.

6 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 23 APRIL VOORSTEL VAN ORDONNANTIE Verzending naar een commissie De Voorzitter.- Het voorstel van ordonnantie van de heer Joseph Parmentier "tot invoering van de verplichting om in iedere huurwoning individuele watermeters te plaatsen" (nr. A- 439/ ) dat verzonden is naar de Verenigde Commissies voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Waterbeleid en voor Huisvesting en Stadsvernieuwing tijdens de plenaire vergadering van 14 juli 2003, wordt verzonden naar de Commissie voor de Huisvesting en Stadsvernieuwing. INOVERWEGINGNEMING De Voorzitter.- Aan de orde is de inoverwegingneming van het voorstel van ordonnantie van de heer Marc Cools betreffende de vergoeding van de schade als gevolg van werken van lange duur (nr. A 539/1-2003/2004). Aangezien niemand het woord vraagt, wordt het voorstel in overweging genomen en wordt naar de Commissie voor de Infrastructuur, belast met Openbare Werken en Verkeerswezen, verzonden. ONTWERP VAN ORDONNANTIE BETREFFENDE DE MILIEUOVEREENKOMSTEN Algemene Bespreking Mevrouw Caroline Persoons, rapporteur (in het Frans). - De commissie voor leefmilieu heeft dit ontwerp van ordonnantie besproken waarin de basisregeling voor alle nieuwe milieuovereenkomsten wordt bepaald. Voortaan zullen die overeenkomsten worden opgenomen in een contract tussen de Brusselse regering en de vertegenwoordigers van ondernemingen. Dat contract zal moeten voldoen aan bepaalde minimumvereisten. Die contracten mogen niet afwijken van de wetgevende en regelgevende teksten. De voorgestelde tekst gelijkt sterk op de regelingen die in Vlaanderen en Wallonië gelden. Tijdens de algemene bespreking hebben de heren Adriaens, Azzouzi en Van Roye nadere informatie gevraagd over de toepassingstermijn en over het statuut van de vroegere overeenkomsten. De minister heeft de meeste amendementen aanvaard. De aldus geamendeerde tekst werd door de aanwezige leden eenparig aangenomen. De heer Michel Van Roye (in het Frans).- Dit ontwerp van ordonnantie is belangrijk omdat het de relaties tussen de overheden en de economische actoren voor sommige activiteiten zal regelen en ze een rechtskader zal geven. Er bestond al een ordonnantie betreffende preventie en beheer, maar uitsluitend voor de afvalstoffen. Ecolo zal dat ontwerp bijgevolg goedkeuren. Onze fractie betreurt echter dat ondernemingen die zich niet bij een organisatie wensen in te schrijven of die al ingeschreven zijn bij een minderheidsorganisatie in hun sector, aldus aan de gevolgen van die ordonnantie kunnen ontsnappen. Bovendien is het parlement slechts via de voorlegging van een tweejaarlijks verslag bij de uitvoering van het beleid betrokken. De meeste van onze amendementen zijn aanvaard. Zij hebben betrekking op de adviezen van de Raad voor het Leefmilieu en de Economische en Sociale raad, die aan het parlement zullen moeten worden meegedeeld. In geval van een negatief advies zal de regering bovendien haar beslissing voor het sluiten, het vernieuwen of het wijzigen van een overeenkomst moeten verantwoorden. De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (in het Frans).- Op bladzijde 22 art. 6 van de ontwerp- ordonnantie wordt het bindend karakter van de overeenkomst voor alle betrokken partijen duidelijk bepaald. Ze is dus ook bindend voor derden en niet alleen voor de aangesloten ondernemingen. - De algemene bespreking is gesloten. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE DEELNAME VAN DE TSJE- CHISCHE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK EST- LAND, DE REPUBLIEK CYPRUS, DE REPUBLIEK HONGARIJE, DE REPUBLIEK LETLAND, DE REPUBLIEK LITOUWEN, DE REPUBLIEK MALTA, DE REPUBLIEK POLEN, DE REPUBLIEK SLOVENIE ET DE SLOWAAKSE REPUBLIEK AAN DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE, GEDAAN TE LUXEMBURG OP 14 OKTOBER 2003 De Voorzitter.- De heer Cerexhe verwijst naar zijn schriftelijk verslag. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET HET INTERNATIONAAL VERDRAG AANGAANDE PLANTGENETISCHE HULPBRONNEN VOOR VOEDING EN LAND- BOUW, EN MET BIJLAGEN I EN II, GEDAAN TE ROME OP 6 JUNI 2002 De heer Rudi Vervoort, rapporteur (in het Frans).- Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen.

7 7 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE INSTEMMING MET DE OVEREENKOMST HOU- DENDE DE OPRICHTING VAN HET INTERNATIO- NAAL PLANT GENETIC RESOURCES INSTITUTE, GEDAAN TE ROME OP 9 OKTOBER 1991 De heer Rudi Vervoort, rapporteur (in het Frans).- Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE TOT WIJZIGING VAN DE ORDONNANTIE VAN 23 JULI 1992 BETREFFENDE DE GEWESTBELASTING TEN LASTE VAN BEZETTERS VAN BEBOUWDE EIGENDOMMEN EN HOUDERS VAN EEN ZAKE- LIJK RECHT OP SOMMIGE ONROERENDE GEO- DEREN Algemene bespreking Mevrouw Anne-Sylvie Mouzon, rapporteur (in het Frans).- Het Arbitragehof heeft de vrijstelling van de gezinnen met vier kinderen jonger dan 21 jaar niet als discriminerend beschouwd. Het criterium van de leeftijd van 21 jaar dat gehanteerd werd om kinderen als ten laste te beschouwen is nochtans wel discriminerend geacht. Het Arbitragehof houdt er rekening mee dat sommige kinderen van 21 jaar of ouder een inkomen hebben en raadt bijgevolg aan om het ontvangen van kinderbijslag voor vier kinderen of meer als criterium te gebruiken. Die redenering is eigenaardig, aangezien de leeftijd van 21 jaar in fiscale zaken vaak als criterium wordt gebezigd. De cdh-fractie is blij met die wijziging, aangezien ze aangezet had tot het instellen van het beroep. (Applaus) - De vergadering wordt om 9.55 uur geschorst en om uur hervat. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- Wij hebben onophoudelijk gestreden tegen het onbillijke aspect van de autonome gewestbelasting. Wij hebben kritiek geformuleerd op verschillende aspecten, waaronder de discriminatie die voortvloeit uit de vrijstelling voor gezinnen met vier kinderen jonger dan 21 jaar? Het Arbitragehof heeft een arrest geveld ingevolge een beroep van een belastingplichtige met betrekking tot die discriminatie. Dat arrest schenkt mij voldoening. Het beroep had betrekking op de geest van de wet die een Gewest wilde promoten dat aantrekkelijk is voor gezinnen met kinderen. Wij waren het eens met dit opzet, maar waarom moest er een onderscheid worden gemaakt tussen kinder ouder en jonger dan 21 jaar? Die maatregel steunde niet op een criterium dat relevant was in het licht van het nagestreefde doel. Er waren verschillende oplossingen : de leeftijd optrekken tot 25 jaar, met het fiscaal begrip kind ten laste werken of rekening houden met de kinderbijslagen. U hebt voor het laatste gekozen en dat lijkt de goede oplossing te zijn. Wij zullen dus voor stemmen. Ik dring erop aan dat gezinnen die recht hebben op een terugbetaling, daarover uitvoerig zouden worden voorgelicht. De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen.- Het Arbitragehof heeft een duidelijk antwoord gegeven op de prejudiciële vraag: hoewel de criteria overeenstemmen met de criteria die in fiscale aangelegenheden gehanteerd worden, blijken ze niet geschikt in het licht van het nagestreefde doel. De tekst zal dan ook worden aangepast teneinde rekening te houden met gezinnen met vier kinderen die recht hebben op kinderbijslag. Dat systeem is evenwel niet ideaal, want sommige families zullen niet langer recht hebben op een vrijstelling. Wij zullen deze informatie via de media bekendmaken. Gezinnen die in aanmerking komen voor de terugbetaling van de gewestbelasting die zij in 2002 en 2003 hebben betaald, zullen zich kunnen wenden tot het ministerie van het Gewest. Ten slotte is er nog een zaak aanhangig. De heer Benoît Crexhe (in het Frans).- Er is nog meer dan één zaak aanhangig. Wacht tot het Arbitragehof uitspraak heeft gedaan. - De algemene bespreking is gesloten. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE TOT WIJZIGING VAN DE ORDONNANTIE VAN 8 SEPTEMBER 1994 HOUDENDE OPRICHTING VAN DE ECONOMI- SCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Algemene bespreking Mevrouw Marie-Jeanne Riquet, rapporteur (in het Frans).- Volgens de minister past dit ontwerp in het plan van de Regering om de sociale dialoog te versterken. Sinds de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 1994 werd opgericht, ontbreekt er een bestuursorgaan waarop de sociale partners kunnen steunen. De sociale partners werden geraadpleegd en hebben voorgesteld om een semi-gewestelijke overheidsinstelling van het "sui generis"- type op te richten met een personeelsformatie van 22 personen. Het ontwerp van ordonnantie volgt die voorstellen, definieert de rol van de Raad van Bestuur en integreert het huidig personeel in de nieuwe ION. Zij die dat wensen, kunnen vast benoemd worden mits zij slagen voor een Selor- examen. Tijdens de algemene bespreking kondigde mevrouw Lemesre aan dat haar fractie dit ontwerp steunt en dat ze verheugd is over de duidelijkheid die de tekst verschaft. Mevrouw

8 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 23 APRIL Theunissen sprak de wens uit dat de Raad dezelfde weg zou volgen die het Waals Geweest is ingeslagen en hield een pleidooi voor een sterkere Raad. Ze vroeg zich ook af of de Raad niet hetzelfde werk doet als de Task Force die bij het BAO is ondergebracht. Mevrouw de Groote stelde de vraag waarom er voor een instelling "sui generis" is gekozen. Mevrouw Emmery wees erop dat dit ontwerp de rol van de instelling verduidelijkt en het personeel dat er werkt behoudt. Volgens de minister wordt de keuze om een instelling van dit type op te richten verantwoord door de eigen werkingsregels van de ESRBHG. Hij deelde mee dat de opdracht van de Task Force erin bestaat te reageren op de eventuele delokalisering van ondernemingen en dat het de Raden volledig vrij staat onderling overleg te plegen. Hij legde uit dat de sociale partners niet waren geraadpleegd over de slottekst, want met hun voorstellen was rekening gehouden. Het verzoek van mevrouw de Groote om de ESRBHG te horen werd verworpen met 8 stemmen tegen 3. Het amendement van de heer de Patoul dat erop gericht was te specificeren dat de adjunct-directeur tot de andere taalrol moet behoren, werd verworpen. Het ontwerp werd goedgekeurd met 8 stemmen bij 3 onthoudingen. - De algemene bespreking is gesloten. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE TOT WIJZIGING VAN HET WETBOEK VAN SUCCESSIERECHTEN VOORSTEL VAN ORDONNANTIE ERTOE STREK- KENDE DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP OP GELIJKE VOET TE STELLEN MET DE TWEE ANDERE GEMEENSCHAPPEN WAT DE LEGATEN BETREFT De Voorzitter.- De heer André verwijst naar zijn schriftelijk verslag. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE TOT WIJZIGING VAN ARTIKEL 140 VAN HET WETBOEK VAN REGISTRATIE-, HYPOTHEEK- EN GRIFFIERECH- TEN De Voorzitter.- De heer Eric André, rapporteur, verwijst naar zijn schriftelijk verslag. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. VOORSTEL VAN ORDONNANTIE BETREFFENDE DE CONTROLE VAN DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE REGERINGSMEDEDELINGEN Algemene bespreking Mevrouw Anne-Sylvie Mouzon, rapporteur (in het Frans).- De federale overheid moet de regels betreffende de controle van de verkiezingsuitgaven bepalen zodanig dat de andere regeringen en assemblees ze niet kunnen omzeilen via officiële mededelingen. Die assemblees moeten evenwel erop toezien dat die regels in acht worden genomen. Dat is het onderwerp van dit voorstel van ordonnantie dat door de commissie werd goedgekeurd. Het ingevoerde systeem moet in overeenstemming zijn met de federale regels en moet de wijzigingen volgen waartoe op dat niveau en bij het overleg tussen de voorzitters van de assemblees wordt besloten. Het College belast met de controle zal bestaan uit elf werkende leden en elf plaatsvervangers, waarvan minstens drie uit de kleinste taalgroep. Het bleek moeilijk een betere samenstelling te vinden voor controle door de democratische partijen rekening houdend met het vereiste politieke evenwicht. De socialistische fractie verheugt zich over de goedkeuring van de tekst en zal erop toezien dat de controle behoorlijk verloopt, zonder laksheid en zonder paranoia. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- Mevrouw Mouzon heeft wijze woorden gesproken. Mijn fractie sluit zich volledig aan bij haar standpunt. Ik verwijs naar het schriftelijk verslag. Mevrouw Marion Lemesre (in het Frans).- Ik dank de voorzitter omdat zij de MR heeft betrokken bij haar voorstel en ik dank haar ook voor de initiatieven die zij in ons parlement heeft genomen. Wij hebben in dit debat de juiste toon aangeslagen met oog voor de vrijwaring van onze democratie. De heer Bernard Ide (in het Frans).- Ik treed het betoog van mevrouw Mouzon bij. - De algemene bespreking is gesloten. - De artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen. VOORSTEL VAN RESOLUTIE TOT INVOERING VAN EEN MOBILITEITSPASPOORT VOOR DE INWO- NERS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Bespreking De heer Michel Van Roye, rapporteur (in het Frans).- Dit voorstel werd in november 2000 door cdh ingediend, die vindt dat het gaat om een onderdeel van een meer algemeen mobiliteitsbeleid dat hoofdzakelijk is gericht op gratis openbaar vervoer. Een amendement dat in maart 2004 werd ingediend, strekte ertoe deze resolutie te herschrijven met het oog op gratis vervoer op het MIVB-net voor de bewoners van het Gewest, algemeen betalend parkeren in de kantoorwijken en een

9 9 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG parkeerkaart per gezin waarmee overal in het Gewest kan worden geparkeerd tegen een lage prijs. Na de algemene bespreking werd geen consensus bereikt over de manier waarop dat gratis openbaar vervoer moet worden gefinancierd. Er werd een overzicht gegeven van de bestaande gratis voorzieningen te Brussel en er werd gesproken over de experimenten in Rome en Hasselt. Ook de voordelen voor het milieu, de samenleving en de gezondheid werden onderzocht. We kwamen tot het besluit dat de financiële weerslag van gratis openbaar vervoer grondiger moet worden onderzocht en kwamen overeen dat de ticketcontrole niet wordt afgeschaft. Dit voorstel werd verworpen met 7 stemmen tegen 1. Eén lid heeft zich onthouden. Mevrouw Marion Lemesre (in het Frans).- Dit voorstel is ingegeven door vrijgevigheid, maar blijkt pure demagogie. Het prijskaartje van gratis openbaar vervoer te Brussel wordt immers geraamd op de helft van de gewestbegroting. Bovendien zal dat mobiliteitspaspoort niet voor meer mobiliteit zorgen. Het gebrek aan mobiliteit is evenwel slecht voor onze economie. De files veroorzaken een verlies van 114 miljoen euro. Dat probleem mag dus niet onopgelost blijven. Door de beperkte ruimte in Brussel wordt de aanleg van nieuwe transportinfrastructuren bemoeilijkt. België is wel wereldrecordhouder inzake het percentage van het grondgebied dat door het verkeersnet in beslag wordt genomen. Onze behoeftes inzake mobiliteit blijven groeien, wat een gevolg is van de inkomensstijging van de gezinnen en de uitbreiding van de Europese Unie. Mobiliteit is een vrijheidsprincipe: de burger moet de keuze hebben, zowel inzake vervoermiddelen als inzake zijn leveranciers en zijn vrijetijdsbesteding. De pendelaar maakt meestal gebruik van drie openbare vervoermiddelen. Om het imago van het openbaar vervoer te promoten moet men overgaan tot geïntegreerde tarifering. Door de NMBS en misschien later ook het GEN gratis te maken, zal de uittocht van de middenstanders naar de Brusselse Rand enkel maar toenemen. Het GEN moet worden gecombineerd met het stedelijk vervoer en door de Federale in plaats van de gewestelijke overheid worden gefinancierd. Uw oplossing zal het comfort, de kwaliteit en de frequentie van het openbaar vervoer als gevolg van een gebrek aan inkomsten alleen maar doen dalen. De heer Denis Grimberghs (in het Frans).- In dit debat kunnen wij onze respectievelijke standpunten verduidelijken. Uw standpunt luidt "mijn wagen, mijn vrijheid". Het cdh heeft dat mobiliteitspaspoort niet in de loop van deze zittingperiode bedacht: het stond al in het verkiezingsprogramma van de voormalige PSC. Wij willen het mobiliteitsbeleid van het Gewest omvormen door in te spelen op de prijs. Wij benaderen dit probleem vanuit een andere invalshoek, omdat wij vaststellen dat het openbaar vervoer trager wordt hoewel de opeenvolgende Brusselse regeringen steeds gezegd hebben dat zij de situatie wilden verbeteren. In 1999 stelden wij als enigen gratis openbaar vervoer voor. Sindsdien heeft de regering het gratis leerlingenvervoer voor het lager onderwijs overgenomen en een stap verder gezet met het gratis openbaar vervoer voor de senioren. Het verenigingsleven vreesde aanvankelijk dat gratis vervoersbewijzen de inkomsten van de MIVB zouden bedreigen. Sommige specialisten inzake mobiliteit hebben inmiddels hun mening herzien. Wij willen het beleid aan de vraagzijde aanpakken en niet aan de aanbodzijde. Wij moeten de idee laten varen dat de Brusselaars het openbaar vervoer wel zullen nemen, zodra het efficiënt wordt. Om de Brusselaars zo ver te krijgen dat ze hun wagen af en toe laten staan, moet het openbaar vervoer gratis worden. De actieven krijgen hun woon-werkverkeer terugbetaald door hun werkgever, terwijl de inactieven, bij voorbeeld de werklozen, het volledige tarief moeten betalen. Daar moet een einde aan worden gemaakt. Velen vinden dat bij de keuze om het openbaar vervoer te gebruiken, de prijs de doorslag niet geeft. Dat gaat op voor de MIVB-gebruikers, maar uit een studie van Test-Aankoop blijkt dat voor automobilisten de prijs op de tweede plaats komt. De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- Dat is wel vreemd als je weet hoeveel het onderhoud van een wagen kost. De heer Denis Grimberghs (in het Frans).- Veel Brusselaars hebben één of twee wagens en laten zich ontmoedigen door de bijkomende kosten voor openbaar vervoer. Het discours van de MIVB is tegenstrijdig: ze beweert dat zij nooit het hoofd zal kunnen bieden aan de toeloop die gratis openbaar vervoer met zich zou brengen en houdt tegelijkertijd staande dat de prijs geen enkele rol speelt. De Brusselse regering moet een oplossing vinden voor dat probleem. Uiteindelijk zullen de gebruikers de regering dwingen om het aanbod aan te passen opdat de vraag stijgt. Het is een kwestie van visie op de openbare dienstverlening zelf. De heer Flausch houdt zijn demagogisch betoog vol over de noodzaak om voor elke dienst te laten betalen. De MIVB biedt een basisdienst aan, de toegang ertoe moet dus goedkoop zijn. De MIVB moet de middelen krijgen om meer mensen te vervoeren, te meer daar gratis openbaar vervoer veel kost. Bovenop een dotatie van de gewestregering moet er een originele financiering worden gevonden, gekoppeld aan het mobiliteitsbeleid, bijvoorbeeld een deel van de nog altijd niet volledig geïnde parkeerinkomsten aanwenden. Er moeten ook betalende parkings worden aangelegd in de nabijheid van bureaugebouwen. Mevrouw Marion Lemesre (in het Frans).- Zo ontzegt men de gemeenten een deel van de inkomsten!

10 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 23 APRIL De heer Denis Grimberghs (in het Frans).- Neen. Die parkeermeters zijn op dit ogenblik weinig rendabel om niet te zeggen verlieslatend. Sommige gemeenten betalen meer voor het onderhoud van die parkeermeters dan wat ze aan parkeergeld krijgen. De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- Men zou er beter aan doen de pendelaars ertoe aan te zetten om het openbaar vervoer te gebruiken. Mevrouw Marion Lemesre (in het Frans).- Tariefintegratie is de beste aanmoediging. De heer Denis Grimberghs (in het Frans).- Waarom heeft men die dan niet ingevoerd? De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- Uw parkeerbeleid was evenmin een succes. De heer Denis Grimberghs (in het Frans).- Niemand zal daarin slagen zolang men de band tussen betalend parkeren en het gebruik van het openbaar vervoer niet benut;te (Voorzitter : de heer Walter Vandenbossche) Het gaat meer om een ecologische dan om een sociale keuze. Het openbaar vervoer moet voor iedereen ongeacht zijn inkomen toegankelijk zijn. Als er gradaties in die toegankelijkheid moeten worden aangebracht, dan moet er rekening worden gehouden met de draagkracht en moeten de WIGW s voorrang genieten. De heer Bernard Ide (in het Frans).- In dit debat staan de voorstanders van gratis vervoer tegenover diegenen die menen dat dit aanzienlijke negatieve gevolgen heeft voor de financiering. Voor Ecolo moet het recht op mobiliteit voor de minder begoeden alsook het milieu-aspect in de eerste plaats komen. De tariefcontext is geëvolueerd voor alle vormen van openbaar vervoer. Voor verschillende groepen werden voorkeursmaatregelen ingesteld. Dekwerk werd gespijsd door middel van verschillende acties. Voor de financiering van het kosteloos vervoer moet ieder jaar meer dan 75 millioen euro worden gevonden. Ecolo heeft beslist te kiezen voor volledige kosteloosheid op lange termijn, aangezien dat de niet- milieuvriendelijke mobiliteit kan verbeteren en de uitsluiting van personen met een laag inkomen kan tegengaan. Uit experimenten blijkt dat het gebruik van het openbaar vervoer toeneemt met 40% na een jaar kosteloosheid. Ecolo stelt voor onmiddellijk gratis vervoer toe te kennen aan de WIGW s, de werkzoekenden en de studenten. De bedrijven vormen een mogelijke financieringsmiddel. Mevrouw Marion Lemesre (in het Frans).- Het is niet op die manier dat u de werkloosheid gaat bestrijden... (samenspraak) De heer Bernard Ide (in het Frans).- De medewerking van de andere gewesten en het onderzoek van de potentiële inkomsten van parkeerplaatsen en stadstol vormen andere middelen. Een samenwerkingsakkoord tussen de Gewesten zou de tariferingen moeten harmoniseren. Ecolo zal voor het voorstel van de cdh stemmen. De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- Het openbaar vervoer is een geheel waaraan nog heel wat verbeteringen kunnen worden aangebracht. Als je over gratis openbaar vervoer spreekt, pak je de kern van het probleem niet aan. In vergelijking met andere steden, is ons openbaar vervoer trouwens goedkoop. Klanten verwachten in de eerste plaats stipte en frequente verbindingen. Hoewel het voorstel in 2001 werd ingediend, komt het nu in volle verkiezingsperiode totaal ongelegen. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- U bent het die onder meer met een politiek van de lege stoel het parlementaire werk gesaboteerd heeft. De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans). - We waren niet verplicht om in uw dagdromerij mee te stappen. Uw resolutie is onuitvoerbaar. Natuurlijk krijg je met gratis openbaar vervoer voor iedereen meer klanten. Maar in Hasselt, bijvoorbeeld, gebruiken heel wat mensen die vroeger te voet gingen het openbaar vervoer over een korte afstand als het slecht weer is. Stel u dat eens voor in Brussel met het huidige rollend materieel, dat toch al niet mis is. De heer Bernard Ide (in het Frans).- De heer Chabert had geen moeite om 800 miljoen frank te vinden om de 65- plussers gratis te laten rijden. Hoe kun je dan verklaren dat hij geen 130 miljoen frank vond voor de WIGW s? De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- Voor de 65- plussers werden er investeringen verschoven om het bijkomende vervoer te financieren. Bovendien heeft de heer Chabert wijselijk een einde gemaakt aan de discriminatie die voortvloeide uit het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers in Vlaanderen en in Wallonië. Ten slotte kunnen we de klok niet terugdraaien. Thans dekt het Gewest 60% van de kostprijs van het openbaar vervoer. Dat is een aanzienlijke inspanning die de burger ten goede komt. Hoe komen we aan het geld voor dat gratis openbaar vervoer tenzij door andere cruciale beleidslijnen in de koelkast te stoppen of door een belastingverhoging? Gratis openbaar vervoer voor WIGW s moet worden onderzocht. We hebben trouwens een voorstel in die zin bij de MIVB ingediend. De heer Bernard Ide (in het Frans).- Waarom stemde u dan niet in met ons amendement dat we op de begroting indienden? De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- De begroting is een geheel en het is onze taak niet in de valkuilen te trappen van de amendementen die door de oppositie worden ingediend. Dat debat moet trouwens bij de MIVB worden gevoerd. We moeten nadenken over gratis openbaar vervoer voor sommige categorieën en het probleem niet doorschuiven naar

11 11 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG de gemeenschappen. Gratis openbaar vervoer voor iedereen is trouwens een dogma en een mythe. Je moet de maatregelen rangschikken, kijken wat budgettair haalbaar is en vooral de financiële draagkracht van het Gewest niet ondermijnen. De heer Michel Moock (in het Frans).- Iedereen wil het openbaar vervoer aanmoedigen, maar niemand raakt het eens. Vermeende bedoelingen verwerp ik. In het verkiezingsprogramma van de PS wordt gepleit voor de geleidelijke invoering van gratis vervoer, met voorrang voor de kansarmen. Dat thema kan beter aangesneden worden tijdens de onderhandelingen die na de verkiezingen zullen plaatsvinden. Door het voorstellen van gratis vervoer voor kinderen jonger dan twaalf jaar en voor 65-plussers verschilt uw tweede resolutie grondig van de eerste. De maatregelen die de andere Gewesten hebben genomen, hebben ons ertoe gedwongen een bepaalde richting in te slaan. Toch blijft er een groot verschil tussen de door minister Chabert voorspelde kostprijs en de reële kosten, 21 miljoen euro. Bovendien moesten enkele werken van de MIVB worden geschrapt. Onze fractie heeft gepleit voor gratis vervoer voor WIGW, werklozen en leefloners, maar men had er geen oren naar. De eigen bijdrage heeft tot doel dat gebruik wordt gemaakt van een product tegen een betere prijs. Wanneer de heer Ide het prijskaartje van eventueel volledig gratis vervoer berekent, trekt hij onmiddellijk de controlekosten af. Deze controles verhogen nochtans in zeker mate het veiligheidsgevoel in de metrostations en zorgen ervoor dat zwartrijders worden beboet. De heer Bernard Ide (in het Frans).- Ik ben het met u eens. Ik heb het aspect controle alleen vermeld om volledig te zijn. Dootdat niet-brusselaars moeten blijven betalen voor hun vervoerbewijs, zal de controle ook blijven bestaan. De heer Michel Moock (in het Frans).- Volgens ons is integratie van de tarieven nodig. De MIVB is trouwens daartegen niet gekant. Wat de financiering van het gratis vervoer betreft, moet worden onderhandeld met de federale overheid. Gezien het grote aantal verschillende abonnementen, moet er duidelijkheid worden geschapen. Ook moet de persoon die gratis rijdt, erop worden gewezen wat dit werkelijk kost aan de gemeenschap. We zullen de resolutie die vandaag op tafel ligt dus niet goedkeuren, hoewel we er voorstander van zijn om het openbaar vervoer te stimuleren en gratis te maken. De heer Dominiek Lootens-Stael.- De onzalige alles- gratis-politiek van SPA-voorzitter Stevaert heeft blijkbaar nu ook sommige Brusselse parlementsleden in haar ban. De indieners van dit voorstel van resolutie willen het openbaar vervoer voor alle Brusselaars gratis maken. Dit is noch min noch meer dan een pre- electorale stunt: "gratis" moet immers met een korreltje zout worden genomen vermits in de kleine lettertjes van het voorstel alle gezinnen in het Gewest een retributie wordt opgelegd. Dit betekent concreet dat ook gezinnen die het openbaar vervoer nooit gebruiken, mee zullen moeten betalen voor wie dit wel doet. De redenen om het openbaar vervoer in Brussel te mijden zijn legio. De belangrijkste is ongetwijfeld het veiligheidsprobleem. Het is een publiek geheim dat Afrikaanse benden bepaalde metrostations tot hun privé jachtgebied hebben uitgeroepen en dat ook het gebruik van de bus steeds onveiliger wordt. Wie het openbaar vervoer in Brussel wil promoten doet er dan ook best aan het veiligheidsprobleem aan te pakken. Het mobiliteitsprobleem in Brussel wordt vooral veroorzaakt door de tienduizenden forenzen die dagelijks naar Brussel komen. Het beste bewijs hiervoor is het feit dat tijdens de weekends het verkeer in Brussel over het algemeen vlot verloopt. Het zal dus niet zijn door het uitreiken van een pasje voor gratis openbaar vervoer aan de inwoners van Brussel dat de files in de binnenstad zullen worden opgelost. Het mobiliteitsprobleem zou dan ook eerder moeten aangepakt worden via het aantrekkelijker maken van de NMBS-tarieven en via het op poten zetten van een "park and ride"-systeem, waarbij forenzen hun voertuig achterlaten op grote parkings aan de rand van de stad en daarna via het openbaar vervoer hun bestemming bereiken. Dit systeem wordt in Brussel bemoeilijkt door een gebrek aan ruimte, door de nood aan permanente bewaking en door de mogelijke verliezen voor de middenstand, die in Brussel voor een stuk leven van de inkopende forenzen. De intenties van dit voorstel van resolutie zijn alleszins goed. Het promoten van het openbaar vervoer draagt onze goedkeuring weg, maar de inhoud van de resolutie zelf is bijzonder onrealistisch. Gratis bestaat niet. Wie het zo voorstelt dat dit wel kan, doet aan kiezersbedrog. Bovendien worden de mobiliteitsproblemen in Brussel veroorzaakt door de pendelaars. De grote massa goed bewaakte parkings om hen aan de rand op te vangen bestaat niet. Het ware dus beter om de middelen voor dit project te besteden aan een gerichte en stevige verbetering van het veiligheidsbeleid van de MIVB, zodat het openbaar vervoer weer werkelijk openbaar wordt. De heer Robert Delathouwer.- De SP-A is natuurlijk voor gratis openbaar vervoer. Het is waar dat inderdaad altijd iemand betaalt, maar daarvoor bestaan verschillende systemen. De betaler is ofwel de overheid, ofwel de vervoermaatschappij, ofwel een derde betaler. In Hasselt werd het openbaar vervoer gratis gemaakt voor de inwoners. Het is de stad die betaalt. In heel Vlaanderen werd het openbaar vervoer gratis voor de senioren. Hier is het de overheid die betaalt. Voor de jongeren worden op diverse plaatsen overeenkomsten gesloten met De Lijn, waarbij de derde betaler betaalt. De senioren rijden inmiddels ook gratis in Wallonië en Brussel, al waren bij ons sommigen eerst niet zo happig om dat systeem in te voeren. Ook jongeren van minder dan twaalf rij-

12 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 23 APRIL den gratis, wat als een investering in toekomstig verplaatsingsgedrag moet gezien worden. Jong geleerd is oud gedaan. Voorts heeft deze meerderheid ook het regeerakkoord uitgevoerd voor wat betreft de preferentiële tarieven voor de WIGW s. Wij zijn trouwens ook voorstander van een uitbreiding van het gratis vervoer naar de hele schoolgaande jeugd. Voor de studenten van Vlaamse hogescholen bestaat die regeling al. Zij wordt betaalt met VGC-middelen, maar deze promotie van de stad bij de jongeren moet natuurlijk ook voor de Franstaligen mogelijk zijn. Waarom zijn wij voorstander van gratis openbaar vervoer? Veertig jaar geleden dacht men dat de prijs geen invloed had op het gebruik. Experimenten in de jaren zestig bevestigden dat en niemand minder dan voormalig minister-president de Donnea maakte daar ooit zijn licentiaatsverhandeling over. Ook ik heb als voorzitter van de MIVB lang in die overtuiging geleefd. Maar vandaag is iets anders bezig. De prijs blijkt wel degelijk een rol te spelen bij de stimulering van het openbaar vervoer. Maar dan moet die politiek wel passen in een omvattend mobiliteitsplan. Zo vormt het gratis vervoer in Hasselt slechts één van de zeventig punten van een totaal plan, waarin ook de beperking van het autoverkeer en de vergroting van het aanbod van het openbaar vervoer zitten. Gratis openbaar vervoer is dus geen wondermiddel op zich. Dat heeft Vlaanderen begrepen en ik verwijs daarvoor naar de investeringen in de kusttram, het stadsvervoer en de belbussen. De klachten over de overrompeling op bepaalde plaatsen en tijden bevestigen het succes. Men werpt op dat het misschien niet rechtvaardig is dat rijke gepensioneerden gratis rijden. Maar dat argument geldt ook voor de lagere tarieven die gepensioneerden in elk geval hebben. Bovendien is het zo dat hun transport in dat geval uit de algemene middelen wordt betaald, met andere woorden de belastingen. En wie het rijkst is, betaalt er het meest. Deze regeling is dus juist erg rechtvaardig. Paradoxaal genoeg zullen wij het voorstel toch niet goedkeuren. Er zijn immers problemen met de betaalbaarheid. Het voorstel komt immers neer op een bijkomende belasting van de Brusselaars. Bovendien is het niet coherent met het parkeerbeleid. Er zijn eerst bijkomende inspanningen voor parkeerterreinen nodig en bovendien is de parkeerkaart voor Brusselaars juist een ongewenste stimulans van de autoverplaatsingen. Daarvan wordt 60% nog steeds door Brusselaars zelf uitgevoerd. Parkeerprivileges zouden beter op buurtbewoners worden gericht. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- Ik ben het niet eens met het verwijt van demagogie. Wij hebben dit voorstel niet aan de vooravond van de verkiezingen uit onze hoed getoverd, het stond in ons programma van Dit voorstel is niet nieuw: wij verdedigen het al vijf jaar lang. In 1999 lachte men ons in het gezicht uit. Sindsdien heeft het idee langzaam aan ingang gevonden. Mobiliteit is één van de grote uitdagingen voor ons Gewest maar toch werden noch het GEN, noch het geïntegreerd parkeerbeleid gerealiseerd. We zijn niet tegen de auto, maar voor bepaalde verplaatsingen moet men de burger aanzetten om een ander transportmiddel te gebruiken. Ons globaal mobiliteitsplan stelt voor te werken met betalend parkeren en parallel daarmee met gratis openbaar vervoer. De prijs heeft een invloed op het gebruik van het openbaar vervoer. Bewijs daarvan zijn de ervaring in Hasselt, een recente studie in Test- Aankoop en het geslaagde gratis vervoer van de MIVB voor kinderen onder de 12 en senioren. We gaan akkoord om stapsgewijs te werk te gaan als dat kan leiden tot een consensus. De heer Joël Riguelle (in het Frans).- Er is geen enkel lid van de MR nog in de vergadering aanwezig. - De discussie is gesloten. - De stemming over de besluiten van de commissie zal straks plaatsvinden. VOORSTEL VAN RESOLUTIE ERTOE STREKKENDE DE VERTEGENWOORDIGING VAN ALLE ERKENDE EREDIENSTEN EN VAN DE NIET-CON- FESSIONELE LEVENSBESCHOUWELIJKE GEMEENSCHAPPEN TE GARANDEREN BIJ DE OFFICILE PLECHTIGHEDEN Bespreking De Voorzitter. - De heer de Clippele verwijst naar zijn geschreven verslag. De heer Michel Moock (in het Frans).- Met deze resolutie kunnen alle erediensten evenals de niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen vertegenwoordigd zijn op officiële gewestelijke of federale plechtigheden in Brussel. De democratie moet garant staan voor het recht van anders zijn, van vertegenwoordiging en van meningsuiting. Een groot aantal burgers herkent zich niet in één of andere godsdienst; zij hebben het recht vertegenwoordigd te zijn. De heer Fouad Lahssaini (in het Frans).- De kwestie van de vertegenwoordiging hangt af van de plaats die een eredienst bekleedt ten opzichte van de andere en van het imago ervan dat zich uit in de symboolwaarde en de geldelijke vergoeding. Vandaag staan we ver af van een effectieve gelijkheid tussen de erediensten. De islamitische eredienst kenmerkt zich door stereotype en negatieve vertegenwoordigingen en lijdt onder discriminatie. De bemoeienis is zo groot dat de islamgemeenschap weldra, ingevolge de geplande ontbinding van zijn executieve op 31 mei eerstkomend, helemaal niet meer vertegenwoordigd zal zijn. De islamexecutieve heeft geen financiële middelen meer en zal te maken krijgen met beslagleggingen.

13 13 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG Wij zullen voor deze resolutie stemmen om zodoende ervoor te zorgen dat men er zich van bewust wordt dat andere erediensten problemen kennen. - De discussie is gesloten. - Alle consideransen en streepjes van het bepalend gedeelte worden zonder opmerking aangenomen. - De vergadering wordt om geschorst. BERICHTEN VAN VERHINDERING/VERLOFAAN- VRAGEN : de heren Claude Michel en Erik Arckens. BIJLAGEN ARBITRAGEHOF IN UITVOERING VAN ARTIKEL 76 VAN DE BIJZON- DERE WET VAN 6 JANUARI 1989 OP HET ARBITRAGE- HOF, GEEFT HET ARBITRAGEHOF KENNIS VAN : -het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, ingesteld door de v.z.w. Universitas! en anderen (nr van de rol). -het beroep tot vernietiging van artikel 160, 1, 2 en 3, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, ingesteld door de Universiteit Gent (nr van de rol). -het beroep tot vernietiging van artikelen 39, 3 en 4, 40 (gedeeltelijk) en 41 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van de Vlaamse Gemeenschap van 18 juli 2003, ingesteld door F. Aerts en anderen (nr van de rol). -het beroep tot vernietiging van artikelen 7, 8, 9 en 12 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 4 juni 2003 houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, wat het handhavingsbeleid betreft, ingesteld door p. Vande Casteele (nr van de rol). -het beroep tot vernietiging van artikel 3 van de wet van 12 augustus 2003 tot wijziging van artikel 15/5 van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, ingesteld door de n.v. Nationale Maatschappij der Pijpleidingen (nr van de rol). -het beroep tot vernietiging van de artikelen 18 tot 23 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, ingesteld door de v.z.w. Algemeen Eigenaarssyndicaat en anderen (nr van de rol). -het beroep tot vernietiging van het decreet van de Franse Gemeenschap van 19 november 2003 «houdende bijzondere bepalingen betreffende de toekenning van de betrekkingen voor de ambten bepaald bij titel V van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd», ingesteld door R. Brankart (nr van de rol). -het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing van de artikelen 6, 7, 8 en 18 van de bijzondere wet van 2 maart 2004 houdende verschillende wijzigingen van de kieswetgeving, ingesteld door F.-X. Robert (nr van de rol). IN UITVOERING VAN ARTIKEL 77 VAN DE BIJZON- DERE WET VAN 6 JANUARI 1989 OP HET ARBITRAGE- HOF, GEEFT HET ARBITRAGEHOF KENNIS VAN : -de prejudiciële vragen over artikel57, 2, van de organieke wet van 8juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brussel (nrs. 2854, 2855, 2856, 2906 et 2957 van de rol samengevoegde zaken). -de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 261, 265, 281 tot 283 en 311 van de algemene wet op de douane en accijnzen, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 18 juli 1977, gesteld door de Correctionele rechtbank te Dinant (nrs tot 2925, 2944, 2946 en 2947 van de rol samengevoegde zaken). -de prejudiciële vraag betreffende artikel 1 van de wet van 12 januari 1993 betreffende een vorderingsrecht inzake bescherming van het leefmilieu, gesteld door de voorzitter van de Rechtbank van eerste aanleg te Leuven (nr van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende artikel 3, 1, vierde lid, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, zoals gewijzigd bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 november 1996, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Bergen (nr van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek, zoals hersteld bij de wet van 4 mei 1999 tot invoering van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen, gesteld door de Politierechtbank te Verviers (nr van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende : -artikel 24 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering (wet van 16 juli 2002, zoals gewijzigd bij artikel 33 van de programmawet van 5 augustus 2003) en -de artikelen 7 en 8 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 4 juni 2003 houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, wat het handhavingsbeleid betreft, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen (nrs en 2954 van de rol samengevoegde zaken). -de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 371 en 376, 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992,

14 PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 23 APRIL gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Bergen (nrs en 2950 van de rol samengevoegde zaken). -de prejudiciële vraag betreffende artikel 8, zesde lid, 3, van het Wetboek der successierechten, ingevoegd bij artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 12 van 18 april 1967 en gewijzigd bij de wetten van 30 december 1988 en 22 december 1989, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Aarlen (nr van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende artikel 257, 2, 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (wat het Vlaamse Gewest betreft), gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Gent (nr van de rol). -de prejudiciële vragen betreffende artikel 20 van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het handvest van de sociaal verzekerde, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen (nr van de rol). -de prejudiciële vragen betreffende artikel 51 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door de Rechtbank van Koophandel te Gent (nr van de rol). -de prejudiciële vragen over artikel 24, 2, van het Algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko, ondertekend te Rabat op 24 juni 1968 en goedgekeurd bij de wet van 20 juli 1970, gesteld door het Arbeidshof te Brussel (nr van de rol). -de prejudiciële vragen betreffende artikel 3bis, 2, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, gesteld door de Rechtbank van koophandel te Namen (nr van de rol). IN UITVOERING VAN ARTIKEL 113 VAN DE BIJ- ZONDERE WET VAN 6 JANUARI 1989 OP HET ARBI- TRAGEHOF, GEEFT HET ARBITRAGEHOF KENNIS VAN DE VOLGENDE ARRESTEN : -arrest nr. 46/2004 uitgesproken op 24 maart 2004, in zake : de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 10 juni 2002 ter invoering van een eenmalige bijdrage ten laste van de petroleumsector, ingesteld door de v.z.w. Belgische Petroleum Federatie en anderen (nrs. 2589, 2590, 2597 en 2604 van de rol). -arrest nr. 47/2004 uitgesproken op 24 maart 2004, in zake : het beroep tot vernietiging van de wet van 16 juli 2002 «tot wijziging van artikel 86bis van het Gerechtelijk Wetboek en van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting», ingesteld door de v.z.w. Vlaams Pleitgenootschap bij de balie te Brussel en anderen (nr van de rol). -arrest nr. 48/2004 uitgesproken op 24 maart 2004, in zake : de prejudiciële vraag over artikel 59, 2, 2, a), van de herstelwet van 31 juli 1984, gesteld door het Hof van Beroep te Bergen (nrs en 2631 van de rol). -arrest nr. 49/2004 uitgesproken op 24 maart 2004, in zake : het beroep tot vernietiging van artikel 44 van de wet van 22 augustus 2002 houdende maatregelen inzake gezondheidszorg, ingesteld door de v.z.w. Association francophone d'institutions de santé (nr van de rol). -arrest nr. 50/2004 uitgesproken op 24 maart 2004, in zake : het beroep tot vernietiging van artikel 8, 2, van de wet van 4 september 2002 tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van vennootschappen, ingesteld door P. Cornil en anderen (nr van de rol). -arrest nr. 51/2004 uitgesproken op 24 maart 2004, in zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 550bis van het Strafwetboek, gesteld door de Correctionele Rechtbank te Gent (nr van de rol). -arrest nr. 52/2004 uitgesproken op 24 maart 2004, in zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 12bis, 4, derde lid, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel (nrs et 2720 van de rol). -arrest nr.53/2004 uitgesproken op 24 maart 2004, in zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1481, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de beslagrechter te Leuven (nr van de rol). -arrest nr. 54/2004 uitgesproken op 24 maart 2004, in zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 632 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk (nr van de rol). -arrest nr. 55/2004 uitgesproken op 24 maart 2004, in zake : de prejudiciële vraag over artikel 56bis van de bij koninklijk besluit van 19 december 1939 samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brussel (nr van de rol). -arrest nr. 56/2004 uitgesproken op 24 maart 2004, in zake :de prejudiciële vraag betreffende het decreet van het Vlaamse Gewest van 29 maart 2002 houdende invoering van het nultarief inzake het kijk- en luistergeld, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Gent (nr van de rol). -arrest nr. 57/2004 uitgesproken op 24 maart 2004, in zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij de wet van 4 mei 1999, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel (nr van de rol). -arrest nr. 58/2004 uitgesproken op 31 maart 2004, in zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 80 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Beroep te Gent (nr van de rol). -arrest nr. 59/2004 uitgesproken op 31 maart 2004, in zake : -het beroep tot vernietiging van artikel 7 van de wet van 24 december 2002 «tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem