Uitbetalen verlofrecht bij overlijden: Recuperate In Peace?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitbetalen verlofrecht bij overlijden: Recuperate In Peace?"

Transcriptie

1 Uitbetalen verlofrecht bij overlijden: Recuperate In Peace? juli 2011 Natalie Kraakman

2 Inhoudsopgave Inleiding 4 Hoofdstuk 1 Wettelijk Kader Verlof Erfrecht in relatie tot de arbeidsovereenkomst 9 Hoofdstuk 2 Interpretatie 12 Conclusie 20 Literatuurlijst 22 Jurisprudentielijst 24 3

3 Inleiding Verlofstuwmeren, welke ontstaan als werknemers hun recht op verlof niet of niet volledig effectueren, zijn sinds het arrest Schultz-Hoff 1 en de Nederlandse aanpassing van de wetgeving naar aanleiding van dit arrest een actueel onderwerp. Verlofstuwmeren kunnen ontstaan omdat de Nederlandse wetgeving werknemers niet dwingt om hun verlof op te nemen in het jaar waarin de aanspraak is ontstaan. Door de verjaringstermijn van vijf jaar van artikel 7:642 Burgerlijk Wetboek (BW) kan een groot verloftegoed ontstaan. Zo berekende werkgeversvereniging AWVN dat Nederlandse werknemers op 31 december miljard euro aan vakantiedagen opgespaard hadden, gemiddeld zo n 18,5 dag per werknemer 2. Op de inhoud van Schultz-Hoff wordt in paragraaf 1.1 dieper ingegaan. Hoewel Schultz-Hoff eigenlijk alleen tot de conclusie leidt dat het Nederlandse recht aangepast moet worden met betrekking tot de vakantieopbouw van werknemers die langer dan zes maanden (gedeeltelijk) ziek zijn om aan Richtlijn 2003/88/EG te voldoen, heeft de regering in de hiertoe voorgestelde wetswijziging ook een vervaltermijn van zes maanden voor de aanspraak op vakantie voor alle werknemers opgenomen. 3 In het huidige recht heeft de aanspraak op vakantie geen vervaltermijn, wel is er een verjaringstermijn voor de rechtsvordering tot toekenning van vakantie. Het doel van de nieuwe vervaltermijn is om werknemers, in het belang van hun veiligheid en gezondheid, te stimuleren hun vakantie tijdig op te nemen. 4 Dit zal ertoe leiden dat de verlofstuwmeren afnemen. Voor werkgevers is dit gunstig, omdat verlofstuwmeren het bedrijfsresultaat drukken. Werkgevers zijn immers verplicht een voorziening op de balans op te nemen voor niet-genoten vakantiedagen. 5 Daarnaast vormen verlofstuwmeren een risico voor de continuïteit van de bedrijfsvoering, omdat onzeker is wanneer werknemers de vakantie op zullen nemen. 6 De verlofstuwmeren zijn echter niet zomaar verdwenen. Ten eerste behoudt de nu reeds bestaande aanspraak op vakantie de verjaringstermijn van 5 jaar, het verval van de aanspraak werkt niet met terugwerkende kracht. 7 Ten tweede houdt de wetswijziging, in tegenstelling tot de bestaande verjaringstermijn van vijf jaar, rekening met werknemers die niet in de gelegenheid zijn, of zijn gesteld, om hun recht op vakantie te effectueren. In het nieuwe artikel 7:640a BW komt te staan dat de aanspraak op het minimum verlof na zes maanden vervalt, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in staat is geweest 1 HvJ EG 20 januari 2009, gevoegde zaken nr. C-350/06 en C-520/06, JAR 2009/58 (Schultz-Hoff). 2 Van der Velde 2011, p Funke 2011, p. 4; Kamerstukken II 2010/11, 32465, nr. 3 p.2 en nr. 7 p.1. Het wetsvoorstel is aangenomen en zal in werking treden per 1 januari 2012, STB 2011, Kamerstukken II 2010/11, 32465, nr. 3 p.7 (MvT). 5 Art. 2:374 lid 1 BW. 6 Zie ook Makker 2010, p Kamerstukken II 2010/11, 32465, nr. 3 p.8-9 (MvT). 4

4 vakantie op te nemen. 8 De vervaltermijn wordt dan verlengd. De memorie van toelichting geeft aan dat dit situaties van medische aard of bijzondere omstandigheden door toedoen van de werkgever kunnen betreffen. 9 Daarnaast kan van de vervaltermijn schriftelijk worden afgeweken ten gunste van de werknemer. 10 Ten vierde en laatste volgt uit de wijzigingen in de artikelen 7:642 en 7:640a BW dat bovenwettelijke verlofuren de verjaringstermijn van 5 jaar blijven behouden, de memorie van toelichting spreekt alleen van de vervaltermijn voor de minimum vakantierechten. 11 In een breder verband dan de wettelijke verlofrechten kunnen verlofstuwmeren daardoor erg groot worden, bijvoorbeeld bij werknemers die onder de toepassing van de CAO-Ziekenhuizen vallen waar werknemers jaarlijks 35 uur Persoonlijk Levensfase Budget (PLB) kunnen sparen. Na twintig dienstjaren gaat dit om een verlofstuwmeer van 700 uur tegen het uurloon van de werknemer op dat moment. In de memorie van toelichting bij de wetswijziging wordt kort ingegaan op de onmogelijkheid om het resterende minimum vakantierecht tijdens het dienstverband uit te betalen. Afkoop is op basis van de jurisprudentie van het Hof niet toegestaan en de regering vindt het ook niet wenselijk omdat de stimulerende werking van de vervaltermijn groter is. 12 Bovenwettelijk verlof kan op grond van artikel 7:640 lid 2 BW wel afgekocht worden. Er wordt in het wetsvoorstel geen verband gelegd met de mogelijkheid de opgebouwde vakantierechten uit te betalen bij het einde van het dienstverband. Die mogelijkheid wordt in het Nederlandse recht gegeven in artikel 7:641 lid 1 BW en wordt ook toegestaan in artikel 7 lid 2 van Richtlijn 2003/88/EG. Nu de wetswijziging hier geen verband heeft gelegd, zijn er problemen te verwachten bij een samenloop van omstandigheden. Een voorbeeld is het samenvallen van het verval van de vakantierechten met het uitbetalen van de resterende vakantierechten vanwege het einde van het dienstverband. Krijgt de werknemer dan alle vakantierechten uitbetaald of alleen de uren die nog voor de vervaldatum opgenomen hadden kunnen worden? Deze vraag wordt in deze scriptie niet beantwoord vanwege de beperkte omvang van de scriptie. Wel wordt in deze scriptie een andere samenloop besproken, het samenvallen van het einde van de arbeidsovereenkomst door het overlijden van de werknemer en het uitbetalen van de opgebouwde vakantierechten. Worden alle resterende vakantierechten dan uitbetaald of vervallen deze omdat ze niet meer kunnen worden opgenomen? Op grond van artikel 7:674 lid 1 BW eindigt de arbeidsovereenkomst door de dood van de werknemer, maar volgens de kantonrechter Assen is dit geen reden om over te gaan tot de uitbetaling van de resterende vakantierechten vanwege het einde van het 8 Kamerstukken II 2010/11, 32465, nr. 3 p.2. 9 Kamerstukken II 2010/11, 32465, nr. 3 p.8 (MvT). 10 Kamerstukken II 2010/11, 32465, nr. 7 p Kamerstukken II 2010/11, 32465, nr. 3 p.2; Funke 2011, p Kamerstukken II 2010/11, 32465, nr. 3 p.8 (MvT). 5

5 dienstverband. 13 De kantonrechter Heerenveen ziet er juist wel een reden voor uitbetaling van de resterende vakantierechten in. 14 De wetswijziging had hier duidelijkheid kunnen scheppen door de aanspraak op vakantie te laten vervallen na zes maanden of bij het overlijden van de werknemer, maar heeft dit niet gedaan. De vraag wat er gebeurt met de vakantierechten als de werknemer overlijdt is zeer relevant, omdat een verlofstuwmeer zowel nu als na de wetswijziging om een behoorlijk bedrag kan gaan. Indien de aanspraak op niet-genoten vakantie bij overlijden zou vervallen, leidt dit gevoelsmatig tot onrechtvaardige situaties. Het zou bijvoorbeeld betekenen dat een ernstig zieke werknemer die zijn dienstverband vlak voor zijn overlijden beëindigt zijn erfgenamen een aardige som schenkt, terwijl de erfgenamen van de werknemer die plotseling overlijdt de aanspraak op de uren verliezen. 15 Bovendien krijgt de werkgever van de werknemer met een verlofstuwmeer in dat geval belang bij het overlijden van de werknemer. In deze scriptie wordt de mogelijkheid tot uitbetaling van de financiële tegenwaarde van opgebouwde vakantierechten bij het einde van het dienstverband in geval van overlijden onderzocht. De probleemstelling luidt: Is het recht van art. 7:641 lid 1 BW inzake de uitbetaling van vakantierechten overdraagbaar bij het overlijden van de werknemer? Deze scriptie betreft een literatuuronderzoek. Om tot een antwoord op de probleemstelling te komen wordt in hoofdstuk 1 het wettelijk kader van verlof- en erfrecht geanalyseerd. In hoofdstuk 2 wordt de jurisprudentie en literatuur over dit onderwerp onderzocht. In de conclusie zal de probleemstelling aan de hand van de onderzoeksresultaten beantwoord worden. 13 Ktr. Assen 17 november 2009, LJN BK Ktr. Heerenveen 1 juni 2011, LJN BR Zie ook Gaarthuis 2010, p

6 Hoofdstuk 1 Wettelijk kader In dit hoofdstuk wordt het wettelijk kader van de overdraagbaarheid van vakantierechten bij het overlijden van de werknemer verkend. Eerst wordt het wettelijk kader rond verlof onderzocht, daarna het kader rond erfrecht in relatie tot de arbeidsovereenkomst. Aan bod komen voornamelijk wettelijke bepalingen. In het volgende hoofdstuk wordt onderzocht hoe de wettelijke bepalingen geïnterpreteerd worden door anderen. 1.1 Verlof In Europees verband is Richtlijn 2003/88/EG betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd belangrijk voor het arbeidsrecht rond vakantie en verlof. In deze richtlijn is onder meer bepaald in artikel 7 dat lidstaten de nodige maatregelen moeten treffen opdat iedere werknemer jaarlijks vier weken vakantie met behoud van loon heeft en dat dit niet door een financiële vergoeding kan worden vervangen, behalve in geval van beëindiging van het dienstverband. De richtlijn geeft een minimumvereiste waar de lidstaten aan moeten voldoen, werknemers kunnen er geen horizontale rechten aan ontlenen. 16 Dat betekent dat iedere lidstaat de maatregelen uit de richtlijn in de nationale wetgeving moet opnemen, werknemers kunnen tegenover werkgevers geen rechtstreekse aanspraak maken op de richtlijn. In Nederland is het recht op verlof in het arbeidsovereenkomstenrecht geregeld in afdeling 3 van titel 10 van boek 7 BW. Een werknemer heeft ieder jaar recht op vakantie gedurende vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week, naar rato indien niet het hele jaar een recht op loon heeft bestaan. Dit volgt uit artikel 7:634 leden 1 en 2 BW en is dwingend recht. Artikel 7:645 BW bepaalt dat van de gehele afdeling 3 over vakantie en verlof niet ten nadele van de werknemer kan worden afgeweken. Het vakantierecht uit artikel 7:634 BW wordt ook wel het wettelijk verlof genoemd. In collectieve arbeidsovereenkomsten wordt vaak ten gunste van de werknemer afgeweken, dit extra verlof bovenop het wettelijke verlofrecht wordt bovenwettelijk verlof genoemd. 17 Op grond van artikel 7:639 lid 1 BW behoudt de werknemer gedurende zijn vakantie recht op loon. Vakantie is dus niet alleen een recht om gedurende een bepaalde periode niet te werken, maar ook een recht om tijdens die periode wel loon doorbetaald te krijgen. Er is geen bepaling die zegt dat de werknemer het verlof moet effectueren, op grond van artikel 7:642 BW verjaart de rechtsvordering tot het toekennen van vakantie vijf jaren na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan. Hier gaat per 1 januari 16 Zie bijv. HvJ EG 5 oktober 2004, JAR 2004/261 (Pfeiffer); Peters en Franssen 2010 zetten uiteen dat een werknemer wel verticaal schadevergoeding van de staat kan vorderen. 17 Zie bijv. Bakels/Asscher-Vonk en Bouwens 2009, p.97, waar de termen wettelijk en bovenwettelijk gebruikt worden zonder deze toe te lichten. 7

7 2012 iets in wijzigen. Zoals reeds in de inleiding is gezegd, is in het arrest Schultz-Hoff van het Europees Hof van Justitie duidelijk geworden dat de Nederlandse wetgeving niet volledig aan Richtlijn 2003/88/EG voldoet. In het arrest worden drie prejudiciële beslissingen gegeven over Richtlijn 2003/88/EG betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd. Deze beslissingen zijn dat de richtlijn niet in de weg staat aan nationale regelingen die bepalen dat werknemers tijdens ziekteverlof geen vakantie met behoud van loon kunnen opnemen; dat de richtlijn wel in de weg staat aan nationale regelingen die bepalen dat het recht op jaarlijkse vakantie vervalt na een referentie- dan wel overdrachtsperiode, ook wanneer de werknemer door arbeidsongeschiktheid geen gebruik heeft kunnen maken van zijn recht op vakantie met behoud van loon; én dat de richtlijn in de weg staat aan nationale regelingen die bepalen dat een werknemer geen financiële vergoeding voor niet opgenomen verlof krijgt, wanneer de werknemer van deze uren geen gebruik heeft kunnen maken, omdat hij met ziekteverlof was. 18 De Nederlandse wetgeving is hiermee in strijd in artikel 7:635 lid 4 BW. Daar maakt een werknemer die vanwege ziekte zijn bedongen arbeid niet verricht slechts aanspraak op vakantie met behoud van loon over de laatste zes maanden waarin hij geen arbeid verrichtte, en bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid slechts aanspraak naar evenredigheid. 19 Ook artikel 7:642 BW die de rechtsvordering tot toekenning van vakantie een verjaringstermijn van vijf jaar geeft, kan hiermee in strijd zijn. 20 Daarom is een voorstel tot wetswijziging aangenomen, welke ingaat op 1 januari De wijzigingen in de wetgeving rond vakantie bij ziekte is voor deze scriptie niet relevant en op de betreffende wijzigingen wordt hier om die reden niet dieper ingegaan, maar de wetswijziging betreft tevens de introductie van een vervaltermijn die voor alle aanspraak op de wettelijke minimum vakantie geldt. Deze wordt gegeven in artikel 7:640a BW welke vanaf 1 januari 2012 bepaalt dat de aanspraak op het wettelijk verlof zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven vervalt, tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest de vakantie op te nemen of tenzij werkgever en werknemer ten gunste van de werknemer een afwijkende afspraak hebben gemaakt. 21 Een werknemer is redelijkerwijs niet in staat geweest de vakantie te effectueren in situaties van medische aard of bijzondere omstandigheden door toedoen van de werkgever. 22 Artikel 7:640a BW zal echter niet gelden voor het bovenwettelijke verlof, de vervaltermijn geldt alleen voor het wettelijke verlof. 23 Bovendien is de strekking van artikel 7:642 BW na de wetswijziging hetzelfde, de verjaringstermijn blijft 5 jaar. 24 Indien een werknemer dus 18 HvJ EG 20 januari 2009, gevoegde zaken nr. C-350/06 en C-520/06, JAR 2009/58 (Schultz-Hoff). 19 Berkhout 2009, p. 107; Peters en Franssen 2010, p Berkhout 2009, p Kamerstukken II 2010/11, 32465, nr. 3 p Kamerstukken II 2010/11, 32465, nr. 3 p.8 (MvT). 23 Kamerstukken II 2010/11, 32465, nr. 3 p.2; Funke 2011, p Kamerstukken II 2010/11, 32465, nr. 3 p.3. 8

8 redelijkerwijs niet in staat is geweest de vakantie te effectueren, vervalt de aanspraak op vakantie niet en verjaart de rechtsvordering voor deze aanspraak op vakantie pas na vijf jaar. 25 In de reeds bestaande wetgeving is in artikel 7:640 BW bepaald dat de werknemer tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst niet tegen schadevergoeding kan afzien van zijn aanspraak op vakantie, behalve voor het bovenwettelijke verlof. Op grond van artikel 7:641 leden 1 en 3 BW kan de resterende aanspraak op vakantie wel in geld worden uitgekeerd bij het einde van de arbeidsovereenkomst en de werknemer kan in een nieuwe dienstbetrekking aanspraak maken op vakantie zonder behoud van loon voor de hoeveelheid vakantie die bij de eerste werkgever nog resteerde. Artikel 7:641 lid 1 BW spreekt van het einde van de arbeidsovereenkomst zonder een onderscheid te maken naar de manier waarop het einde van de arbeidsovereenkomst ontstaan is. Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende manieren eindigen. Ten eerste kan een arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigen, wanneer de afgesproken einddatum bereikt is of omdat de wet of het gebruik dit bepalen. 26 Het is ook mogelijk dat werkgever en werknemer onderling een beëindiging overeenkomen. Ten derde kan de arbeidsovereenkomst eindigen door middel van opzegging door de werknemer of de werkgever. De werkgever heeft hier toestemming van het UWV bij nodig, tenzij het om een ontslag op staande voet of tijdens de proeftijd gaat. 27 Ten vierde kan de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werkgever of de werknemer ontbonden worden door de kantonrechter. 28 Ten slotte eindigt de arbeidsovereenkomst ook door de dood van de werknemer, zoals bepaald in artikel 7:674 lid 1 BW. Het uitkeren van de resterende aanspraak op vakantie aan de werknemer vanwege het einde van de arbeidsovereenkomst is in geval van overlijden echter ingewikkelder dan artikel 7:641 lid 1 BW doet vermoeden, omdat de werknemer er niet meer is en de waarde van de vakantie dus ook niet aan hem uitbetaald kan worden. Het wettelijk kader rond een recht als uitbetaling van de resterende vakantie in geval van overlijden wordt in de volgende paragraaf besproken. 1.2 Erfrecht in relatie tot de arbeidsovereenkomst Voor deze arbeidsrechtelijke scriptie voert het te ver om uitgebreid in te gaan op alle uitzonderingen en bijzonderheden van het erfrecht. Deze paragraaf handelt over de algemene basis van erfopvolging in relatie tot de arbeidsovereenkomst, bijzonderheden als verwerping van de nalatenschap, onterving of andere testamentaire erfopvolging komen niet aan bod. Erfopvolging houdt in dat wanneer iemand overlijdt een ander in zijn plaats treedt ten opzichte van zijn vermogensrechtelijke betrekkingen, wat ook wel de saisine wordt 25 Kamerstukken II 2010/11, 32465, nr. 3 p.8 (MvT). 26 art. 7: 776 lid 1 BW. 27 art. 6 BBA, 7:676 en 7:677 BW. 28 art. 7:685 BW. 9

9 genoemd. 29 Dit volgt uit de artikelen 3:80 lid 2 en 4:182 BW. De overledene wordt de erflater genoemd, degene die in de plaats treedt de erfgenaam. Wie erfgenaam is wordt geregeld in titel 2 van boek 4 BW. Over het algemeen betreft dit de echtgenoot en de naaste bloedverwanten van de overledene. 30 Niet alle vermogensrechtelijke betrekkingen van de overledene komen in aanmerking voor erfopvolging. Artikel 4:182 BW spreekt van voor overgang vatbare rechten. Een vaak gegeven voorbeeld van een niet voor overgang vatbaar recht is de arbeidsovereenkomst. 31 Enerzijds is dit logisch, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een koopovereenkomst heeft de arbeidsovereenkomst een zeer persoonlijk karakter. De arbeidsovereenkomst wordt met iemand aangegaan om zijn specifieke kennis en vaardigheden, bijvoorbeeld tegelzetten of chirurgisch opereren. Van de erfgenaam kan niet worden verwacht dat hij of zij deze kennis en vaardigheden ook beheerst. Dat betekent echter niet, dat met de arbeidsovereenkomst samenhangende rechten en verplichtingen niet blijven bestaan. 32 Partijen zijn een verbintenis aangegaan, waar het verbintenissenrecht van boek 6 BW op van toepassing is. Het privaatrecht en arbeidsrecht bestaan immers naast elkaar en zijn beide van toepassing, tenzij de een de ander uitsluit. 33 Het arbeidsrecht bepaalt dat de arbeidsovereenkomst eindigt bij het overlijden van de werknemer, maar rechten die al tijdens de arbeidsovereenkomst ontstaan zijn, moeten nog wel worden nagekomen. Het meest duidelijke voorbeeld hiervan is het recht op loon voor de uren die de werknemer nog gewerkt heeft in de laatste loontijdruimte voor het overlijden. 34 Een voorbeeld van de verplichtingen van de werknemer die blijven bestaan en overgaan op de erfgenamen is de plicht om een dienstwoning te ontruimen. 35 Er zijn branches die het probleem van het uitbetalen van vakantierechten bij het overlijden van de werknemer oplossen door een recht op uitbetaling specifiek op te nemen in de cao. Voorbeelden hiervan zijn de CAO Woondiensten en de Nieuwe Rechtspositieregeling van de Gemeente Amsterdam (NRGA, voor ambtenaren). 36 Zo regelt de CAO Woondiensten in artikel dat het salaris betaald wordt tot en met de dag van overlijden en dat ook het vakantieuren-saldo wordt verrekend. In de NRGA is in artikel 6.7 vastgelegd dat de vakantieuren die teveel opgenomen zijn niet terugbetaald hoeven te worden, maar de niet-opgenomen uren worden wel uitbetaald. In beide regelingen wordt niet genoemd aan wie de 29 Luijten en Meijer 2008, p. 5 en 456. Volgens Luijten en Meijer komt saisine van het Franse le mort saisit le vif, wat betekent de dode wordt geacht de levende in het bezit te stellen van al zijn goederen. 30 Luijten en Meijer 2008, p Luijten en Meijer 2008, p. 5-6; Verstappen 2009, commentaar op artikel 182 Boek 4 BW, aantekening 6, digitaal geraadpleegd; Asser/Perrick 2009, nr. 342, digitaal geraadpleegd. 32 Luijten en Meijer 2008, p Beltzer 2004, p Aldus ook Broersma en Pfennings 2011, p. 15; Ktr. Amsterdam 4 december 2000, JAR 2001/03; Ktr. Utrecht 18 juli 2007 LJN BL Van der Grinten/Bouwens en Duk 2008, p Te raadplegen via en 10

10 vakantierechten worden uitbetaald, maar omdat zij de erflater opvolgen in zijn vermogensrechtelijke betrekkingen kan dit niemand anders dan de erfgenamen zijn. Naast het nakomen van de rechten die tijdens de arbeidsovereenkomst zijn ontstaan, wordt in het arbeidsrecht een andere verplichting aan de werkgever opgelegd bij het overlijden van de werknemer. Op grond van artikel 7:674 lid 2 BW is de werkgever verplicht een overlijdensuitkering over de periode van een maand ter waarde van het laatste loon van de werknemer aan de nagelaten betrekkingen uit te keren. Hierbij moet overigens opgemerkt worden dat nagelaten betrekkingen niet dezelfde betekenis heeft als erfgenamen. 37 Wie de nagelaten betrekkingen zijn wordt in lid 3 van hetzelfde artikel toegelicht, dit zijn de echtgenoot, partner of minderjarige kinderen met wie de werknemer in gezinsverband leefde en in wiens kosten van bestaan hij grotendeels voorzag. Dat zijn niet per sé dezelfde personen als de erfgenamen, omdat dat de echtgenoot en de bloedverwanten zijn, onafhankelijk van het gezinsverband en de kosten van bestaan. Een alleenstaande zonder kinderen heeft bijvoorbeeld geen nagelaten betrekkingen, maar kan dan nog wel erfgenamen in de vorm van bloedverwanten hebben. 38 Met uitzondering van enkele cao s is er geen specifieke wettelijke bepaling die zegt dat het resterende vakantierecht bij overlijden van de werknemer aan de erfgenamen moet worden uitbetaald. Of dit al dan niet het geval is, moet daarom bepaald worden door de wettelijke bepalingen in hun onderlinge samenhang te interpreteren. In het volgende hoofdstuk wordt aan de hand van literatuur, parlementaire stukken en jurisprudentie onderzocht hoe auteurs, wetgever en rechters over dit vraagstuk denken. 37 Gaarthuis 2010, p Gaarthuis 2010, p

11 Hoofdstuk 2 Interpretatie In dit hoofdstuk worden literatuur, jurisprudentie en parlementaire stukken rond het uitbetalen van vakantierecht bij overlijden onderzocht om te bezien hoe anderen de wetgeving rond het uitbetalen van vakantierechten bij het overlijden van de werknemer beoordelen. Sec beschouwd staat in artikel 7:641 lid 1 BW dat de aanspraak op de wettelijke vakantie enkel en alleen wordt uitbetaald bij het einde van de arbeidsovereenkomst, ongeacht de manier waarop de arbeidsovereenkomst geëindigd is. Ook Verhulp ziet dit zo en geeft daarbij aan dat elk beding dat hier van afwijkt ten nadele van de werknemer nietig is op grond van artikel 7:645 BW. 39 Bakels en Van der Grinten herhalen in deze slechts de tekst van de wet, dat er bij het einde van de arbeidsovereenkomst een recht op de uitbetaling van de aanspraak is. 40 Alle drie de genoemde autoriteiten op het gebied van arbeidsrecht zeggen niets specifieks over het overgaan van rechten op de erfgenamen bij het overlijden van de werknemer. Het is opvallend dat Van der Grinten wel opmerkt dat de verplichtingen die op de werknemer rusten bij het einde van de arbeidsovereenkomst overgaan op de erfgenamen, de andere twee zeggen hier niets over. 41 Van der Grinten noemt dus wel de plichten uit de arbeidsovereenkomst voor de erfgenamen, maar niet de rechten. Dit kunnen verplichtingen zijn als het retourneren van instrumenten van de werkgever, zoals een laptop, of bijvoorbeeld het leegmaken van een dienstwoning. Uit de wetsgeschiedenis van artikel 7:641 BW blijkt dat bij het opstellen van het artikel nooit gesproken is over het samenvallen van het overlijden van de werknemer en het uitbetalen van het resterende recht op vakantie. 42 Toen de wetsbepalingen rond de minimumvakantie ontworpen werden, lag de focus op het verhogen van de welvaart en de maatschappelijke verdeling: Vrije tijd opent de weg tot andere elementen van welvaart, waarvan het genieten afhankelijk is van de beschikking over vrije tijd. 43 Er wordt alleen over het uitbetalen van vakantierechten bij het einde van de dienstbetrekking gesproken in relatie tot het opnemen van onbetaald verlof voor een gelijke periode bij de nieuwe werkgever. 44 De belangrijkste discussie rond de artikelen 1638ii en 1638jj BW (nu 7:641 BW) gaat over of de arbeider in de gelegenheid is om in de periode tussen twee banen van vakantie te genieten, want in dat geval zou het opnemen van onbetaald verlof bij de nieuwe werkgever niet nodig zijn. 45 De kantonrechter Assen maakt van de memorie van toelichting bij dit oorspronkelijke wetsontwerp gebruik in zijn uitspraak van 17 november 2009 om uit te leggen dat het doel 39 Verhulp 2006, p Bakels/Asscher-Vonk en Bouwens 2009, p. 98; Van der Grinten/Bouwens en Duk 2008, p Van der Grinten/Bouwens en Duk 2008, p Kamerstukken I 1966, 7168, nr. 149,166 en 166a, Kamerstukken II 1962/1966, 7168, nrs. 1 tot en met 8, 10 tot en met Kamerstukken II 1962, 7168, nr. 3, p. 4 (MvT). 44 Kamerstukken II 1962, 7168, nr. 3, p. 6-7 (MvT). 45 Kamerstukken II 1962, 7168, nr. 5, p. 5-6 (MvA). 12

12 dat werd beoogd is om het voor de werknemer mogelijk te maken bij zijn nieuwe werkgever verlof op te nemen, niet om aan de werknemer zonder meer een geldelijke vergoeding toe te kennen. 46 Met de vermelding dat de wijziging van artikelen 1634ii en 1634jj in artikel 7:641 BW geen veranderingen in deze doelstelling bracht, trekt de kantonrechter hieruit de conclusie dat de aanspraak op uitbetaling van de vakantie nog niet bestond tijdens het leven van de werknemer. De aanspraak kon pas ontstaan bij het einde van de arbeidsovereenkomst maar toen was de werknemer niet meer in leven. Volgens de kantonrechter heeft de werknemer daarom geen aanspraak op de vakantie verkregen en is deze daarom geen onderdeel gaan uitmaken van zijn vermogen. De kantonrechter heeft gelijk dat er bij de overgang naar het Nieuw Burgerlijk wetboek geen opvallende veranderingen in de betreffende wetsartikelen zijn aangebracht. 47 Zijn stelling dat er geen verandering in de doelstelling is aangebracht kan genuanceerd worden, de doelstelling is van welvaartsverhoging in recuperatie (herstel) overgegaan. 48 Op de recuperatiefunctie van vakantie wordt later bij de behandeling van de jurisprudentie nog teruggekomen. De kantonrechter ziet echter een belangrijke opmerking in de memorie van toelichting van 1962 over het hoofd. Op pagina 9 wordt het volgende gezegd over de situatie dat bepaalde cao s bij een ontslag op staande voet het vakantierecht laten vervallen: Het ontwerp gaat van het beginsel uit, dat vakantie geen gunst is, maar een recht, hetwelk men zich door de verrichte arbeid heeft verworven. Het onderscheidt zich in dat opzicht niet van de aanspraak op loon. Ook het loon moet ingevolge artikel 1638a van het Burgerlijk Wetboek worden betaald tot het einde van de dienstbetrekking en de omstandigheid, dat dit einde wordt bepaald door het gebruik maken van een dringende reden, doet daaraan niet af. 49 Het gaat hier weliswaar over de situatie bij ontslag op staande voet, maar het einde van rechtswege bij overlijden is een vergelijkbare situatie. Het is voor de vraagstelling van deze scriptie belangrijk dat de wetgever de aanspraak op vakantie hier gelijkstelt met de aanspraak op loon. Het loon wordt immers uitbetaald tot en met de dag waarop voor het laatst gewerkt is, ook wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt door het overlijden van de werknemer. Het is daarmee een voor overgang vatbaar recht dat overgaat op de erfgenamen. 50 Ook de parlementaire stukken rond de aankomende wetswijziging met betrekking tot de vervaltermijn behandelen de samenloop van het overlijden van de werknemer met de uitbetaling van het resterende vakantierecht bij het einde van het dienstverband niet. 51 Een conclusie uit de totstandkoming van de wetgeving en de auteurs die deze wetgeving 46 Ktr. Assen 17 november 2009, LJN BK Kamerstukken II 1995, 23438, nr Kamerstukken II 1997/1998, 26079, nr. 3, p Kamerstukken II 1962, 7168, nr. 3, p. 8-9 (MvT). 50 Aldus ook Broersma en Pfennings 2011, p. 15; Ktr. Amsterdam 4 december 2000, JAR 2001/03; Ktr. Utrecht 18 juli 2007 LJN BL Kamerstukken II 2010/11, 32465, nr. 3 (MvT). 13

13 omschrijven is dan ook dat er in het ontwerp van de wetgeving over vakantie niet is stilgestaan bij een samenloop van het overlijden van de werknemer en het uitbetalen van resterende vakantierechten bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Daarmee is niet gezegd, dat de toepasselijke rechtsregels niet gelden. Het kan goed zijn dat de samenloop niet ter sprake is gekomen, omdat deze reeds afdoende in de wet geregeld is. In tegenstelling tot de conclusie van de kantonrechter Assen is de conclusie uit de wetsgeschiedenis dat het recht op vakantie een recht is dat de werknemer zich heeft verworven met de verrichte arbeid, gelijk zoals dat voor loon ook het geval is, en dat dit in het geval van overlijden een voor overgang vatbaar recht is. Dat de concrete samenloop nooit besproken is, maakt niet dat deze situatie daarom een uitzondering zou zijn waarvoor de wetsbepalingen niet gelden. In de praktijk is de samenloop van het eindigen van de arbeidsovereenkomst vanwege het overlijden van de werknemer en het uitbetalen van resterende aanspraak op vakantie wel aan de orde geweest, zoals al bleek uit de uitspraak van de kantonrechter Assen. Hier is nog niet veel literatuur over verschenen. Ook zijn er een paar arresten die niet over de genoemde samenloop gaan, maar toch relevant zijn voor de probleemstelling. In de volgende paragrafen zal een opsomming van de relevante jurisprudentie worden gegeven. Het al eerder genoemde arrest Schultz-Hoff van het Europees Hof van Justitie doet geen uitspraak in de samenloop van het uitbetalen van de vakantierechten bij het einde van het dienstverband en het overlijden van de werknemer. Toch worden er wel relevante opmerkingen in dit arrest gemaakt. Ten eerste wordt in de rechtsoverwegingen 23 tot en met 25 de opmerking gemaakt, dat het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon ten doel heeft de werknemer in het belang van zijn eigen veiligheid en gezondheid in staat te stellen uit te rusten en de mogelijkheid te hebben te ontspannen en over vrije tijd te beschikken. 52 Dit komt overeen met de in de Nederlandse wetsgeschiedenis genoemde doelstellingen van welvaartsverhoging en recuperatie. Ten tweede wordt in de rechtsoverwegingen 56 tot en met 61 omschreven dat een werknemer bij het einde van de arbeidsovereenkomst geen vakantie met behoud van loon meer kan opnemen. Het Hof zegt hierover vervolgens: Hieruit volgt dat voor een werknemer die, om redenen losstaand van zijn wil, niet in staat is geweest om vóór het einde van zijn arbeidsverhouding gebruik te maken van zijn recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon, de financiële vergoeding waar hij recht op heeft, aldus moet worden berekend dat die werknemer in een situatie wordt gebracht die vergelijkbaar is met die waarin hij zou hebben verkeerd wanneer hij tijdens zijn arbeidsverhouding van dit recht gebruik had gemaakt. 53 Het Hof wijst hier op het financiële aspect van vakantie, niet alleen een recht op vrije tijd maar tevens een recht op behoud van loon gedurende deze vrije tijd. In het arrest heeft deze uitspraak betrekking op de werknemer die arbeidsongeschikt is bij het 52 HvJ EG 20 januari 2009, gevoegde zaken nr. C-350/06 en C-520/06, JAR 2009/58 (Schultz-Hoff). 53 HvJ EG 20 januari 2009, gevoegde zaken nr. C-350/06 en C-520/06, JAR 2009/58 (Schultz-Hoff), r.o

14 einde van het dienstverband, maar de uitspraak is ook goed toe te passen op de werknemer wiens arbeidsverhouding eindigt door diens overlijden. In de Nederlandse jurisprudentie zijn drie arresten te vinden die concreet over de probleemstelling van deze scriptie gaan. Het eerste arrest is van de kantonrechter Utrecht in Deze kende in een geschil tussen Stronghold Bedrijfsjuristen B.V. (Stronghold) en de echtgenoot van een overleden werkneemster meerdere vorderingen toe. Dit ging om de overlijdensuitkering, vakantietoeslag, openstaande vakantiedagen, wettelijke verhoging en wettelijke rente. Het verweer van Stronghold is dat hem niet duidelijk is gebleken dat de eiser de erfgenaam was en dat hij de nalatenschap heeft aanvaard. Ten aanzien van de overlijdensuitkering en de daarbij behorende vakantietoeslag gaat dit verweer niet op, omdat in artikel 7:674 BW geen voorwaarde gesteld wordt dat de echtgenoot erfgenaam moet zijn, het gaat in dit artikel om de nagelaten betrekkingen. De vakantietoeslag maakt deel uit van het loon zoals dat bedoeld wordt in lid 2 van artikel 7:674 BW om de overlijdensuitkering te bepalen. Het gaat hier dus om het vakantiegeld over de overlijdensuitkering, niet om een resterend tegoed aan vakantiegeld. De wettelijke verhoging wordt over deze beide componenten ook toegekend. Over de vordering wegens niet opgenomen vakantiedagen is de kantonrechter vervolgens klip en klaar. Deze valt in de nalatenschap van de werkneemster. De echtgenoot heeft aangetoond de erfgenaam te zijn. Ook over de vakantiedagen wordt wettelijke verhoging toegekend. De wettelijke rente tenslotte wordt ook over alle componenten toegekend. Het tweede arrest is het eerder genoemde van de kantonrechter Assen, die tot een geheel andere conclusie komt. 55 In dit arrest staan werkgever Werkvoorzieningschap Alecson (Alecson) en de erfgenamen van een overleden werknemer tegenover elkaar. De erfgenamen vorderen de uitbetaling van niet opgenomen vakantie-uren, stellende dat deze op grond van artikelen 4:182 en 7:641 lid 1 BW in het vermogen van de overleden werknemer vallen. De kantonrechter oordeelt echter dat de aanspraak op uitbetaling van de resterende vakantie-uren pas ontstaat, vorderbaar en inbaar wordt, vanaf het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst. De werknemer heeft dus zelf nooit aanspraak kunnen verkrijgen op de uitbetaling van de uren, want op het moment van het einde van de arbeidsovereenkomst was hij niet meer in leven. Nu de werknemer deze aanspraak nooit heeft gehad, kan deze ook niet zijn overgegaan op zijn erfgenamen. Bovendien wijst de kantonrechter op de wetsgeschiedenis van artikel 7:641 BW, die aan zou tonen dat het doel van dit wetsartikel is om het voor een werknemer mogelijk te maken bij een nieuwe werkgever alsnog vakantie te genieten, niet om zonder meer een financiële vergoeding toe te kennen. Dit is al eerder in dit hoofdstuk besproken, de kantonrechter is hier niet volledig in zijn verwijzing naar de 54 Ktr. Utrecht 18 juli 2007 LJN BL Ktr. Assen 17 november 2009, LJN BK

15 wetsgeschiedenis, in de bedoelde memorie van toelichting wordt meer gezegd dan slechts de uitspraak waar de kantonrechter naar verwijst. Het derde arrest tenslotte is van de kantonrechter Heerenveen. 56 Ook in dit geschil eist een erfgename de uitbetaling van de resterende vakantie-uren van een overleden werknemer, op dezelfde gronden als in het arrest van Assen. De werkgeefster verwijst naar het arrest Assen en wijst op het persoonsgebonden en recuperatieve karakter van vakantie, dat niet op een ander overgedragen zou kunnen worden. De kantonrechter is van mening dat het recht op uitbetaling van de niet-genoten vakantiedagen bestaat ongeacht de wijze van eindiging van de arbeidsovereenkomst. Het recht op de vakantie is al eerder ontstaan, namelijk tijdens het dienstverband. De kantonrechter wijst er vervolgens op dat het opgebouwde recht tweeledig is, recht op vrije dagen en recht op loondoorbetaling op deze vrije dagen. De loonvordering wegens niet-genoten vakantiedagen valt daarom in de nalatenschap van de werknemer. Vervolgens gaat de kantonrechter nog in op de recuperatiefunctie van vakantie. De kantonrechter is het ermee eens dat de functie van vakantie de recuperatie is. Uitgangspunt is dat de vakantie tijdens het dienstverband genoten wordt. Dat neemt echter niet weg dat het eventuele opnemen van onbetaald verlof bij een nieuwe werkgever een keuze is. De werknemer heeft hoe dan ook recht op de vergoeding in loon van de werkgever. Aanvaarding van het standpunt van de werkgeefster zou betekenen dat het ontstane recht op vakantie (plus loonbetaling), dat men zich door de verrichte arbeid verwerft, teniet zou worden gedaan, waarmee een reeds verworven (loon)aanspraak niet meer geëffectueerd zou kunnen worden. Dit vindt de kantonrechter onwenselijk en vindt hiervoor steun in de reeds eerder aangehaalde memorie van toelichting, waar de wetgever de aanspraak op vakantie gelijk stelt met de aanspraak op loon. 57 Op basis van deze drie arresten over de samenloop van het overlijden van een werknemer en het uitbetalen van de aanspraak op vakantie lijkt het oordeel van de kantonrechter Assen onjuist. Voor de kantonrechter Utrecht is het geen vraag of de aanspraak op vakantie in de nalatenschap valt, maar een gegeven. De kantonrechter Heerenveen is het meest uitgebreid in zijn overweging. Belangrijk is de overweging dat de aanspraak op vakantie tweeledig is, een recht op rust en een recht op doorbetaling tijdens die rust. Recuperatie of herstel van de arbeid is inderdaad de bedoeling van vakantie, maar dat neemt niet weg dat er ook een recht op doorbetaling van loon tijdens die rust is verworven. Bij deze conclusie moet wel de kanttekening worden gemaakt dat er slechts drie arresten over deze samenloop zijn en dat deze bovendien alle op het niveau van de kantonrechter zijn. Een uitspraak van het Hof of de Hoge Raad zou meer autoriteit hebben gehad. 56 Ktr. Heerenveen 1 juni 2011, LJN BR Kamerstukken II 1962, 7168, nr. 3, p. 8-9 (MvT). 16

16 In de juridische wetenschappelijke literatuur is eveneens niet veel geschreven over de samenloop, maar dat kan een logisch gevolg zijn van het lage aantal arresten dat hierover verschenen is. Het is opvallend dat de drie arresten van recente datum zijn, het is goed mogelijk dat er in de toekomst meer literatuur over dit onderwerp zal verschijnen. Gaarthuis heeft in 2010 een artikel aan dit thema gewijd, naar aanleiding van het arrest van de kantonrechter Assen. Zij is van mening dat deze kantonrechter onjuist geoordeeld heeft. 58 Alhoewel zij hier soms stelliger in is dan de bronnen waarnaar ze verwijst, komt zij door een analyse van de toepasselijke wetsartikelen tot de conclusie dat vakantie-uren wel degelijk overdraagbaar zijn, maar een tekort aan vakantie-uren hoeft niet door de erfgenamen te worden terugbetaald. 59 Dit laatste omdat de werkgever verantwoordelijk is voor het toekennen van vakantie-uren en het eventuele opnemen van teveel uren komt daarom voor risico van de werkgever. 60 Behalve arresten die concreet over de probleemstelling van deze scriptie gaan, zijn er ook uitspraken die aan het thema raken. De conclusie van deze arresten kan relevant zijn voor dit onderzoek. Het volgende arrest speelt zich af binnen het ambtenarenrecht. In 2005 doet de Centrale Raad van Beroep uitspraak in een hoger beroep tegen de Universiteit Leiden. 61 De Universiteit en een docent waren overeengekomen dat deze laatste zijn tegoed aan vakantieuren van vóór 1 januari 2001 op zou nemen direct voorafgaand aan zijn vervroegde uittreding op 1 december Hij overleed echter in maart De erfgename verzocht het tegoed aan vakantie-uren uit te betalen, maar de Universiteit wees dit voor de vakantie-uren van voor 2001 af op grond van de op 1 januari 2001 in werking getreden Vakantieregeling en Buitengewoonverlofregeling (VR), waarin was bepaald dat bij het einde van het dienstverband slechts uitbetaling van vakantie-uren kan plaatsvinden over het lopende en het voorgaande kalenderjaar. De erfgename stelde dat dit in strijd is met artikelen 1 en zonodig 14 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). In artikel 1 van het EVRM wordt de eerbiediging van de rechten van de mens gewaarborgd en in artikel 14 het verbod op discriminatie. De Centrale Raad van Beroep erkent dat de rechten van de mens ook vermogensrechten omvatten, maar een aanspraak op het opnemen van een bepaald aantal vakantie-uren kan op zichzelf evenwel niet worden aangemerkt als een aanspraak van de betrokkene op vermogensbestanddelen. Van een aanspraak in deze laatste zin kan slechts worden gesproken indien en voorzover de betrokkene uitdrukkelijk het recht is verleend om de aanspraak op 58 Gaarthuis 2010, p Gaarthuis 2010, p Een voorbeeld van haar stelligheid: zij beweert dat erfgenamen in volle omvang opvolgen in de rechtspositie van de erflater in vermogenrechtelijke rechtsverhoudingen zoals een arbeidsovereenkomst en verwijst daarbij in de noot naar Verstappen. Verstappen zegt dat echter helemaal niet, die geeft juist aan dat een overeenkomst als een arbeidsovereenkomst wijzigt of tenietgaat bij overlijden. 60 Ktr. Zaandam 4 maart 2010, LJN BL CRvB, 29 december 2005, 04/3913 AW, TAR 2006/

17 vakantie-uren om te laten zetten in een aanspraak op een financiële uitkering. Omdat de aanspraak op vakantie geen vermogensrecht is, is de VR ook niet in strijd met het EVRM volgens de Raad. Dit lijkt overeen te komen met het standpunt van de kantonrechter Assen. Het is echter belangrijk hier een goed onderscheid te maken tussen de vakantie-uren van het lopende en vorige kalenderjaar en de vakantie-uren van de periode daarvoor. Het recht op de uitbetaling van vakantierechten van de periode voor het vorige kalenderjaar is volgens de Raad geen vermogensrecht zolang er niet uitdrukkelijk is afgesproken de aanspraak op vakantie om te zetten in een financiële aanspraak. Nu moet nogmaals gezegd worden dat dit gaat om een uitspraak binnen het ambtenarenrecht, waarop niet het BW maar in dit geval de genoemde VR van toepassing is voor de vakantierechten. In de VR wordt de uitbetaling beperkt tot het lopende en vorige kalenderjaar, in het BW geldt artikel 7:642 en is de verjaringstermijn 5 jaar. De uitspraak van de Raad bakent daarmee de grenzen af voor het uitbetalen van vakantierechten. Voor de probleemstelling van dit onderzoek betekent dit dat de aanspraak op vakantie die reeds verjaard is, in ieder geval geen vermogensrecht kan zijn wanneer niet uitdrukkelijk is overeengekomen de aanspraak om te zetten in een financiële uitkering. Voor de toekomst kan reeds het volgende gezegd worden. Op 1 januari 2012 gaat de eerder besproken vervaltermijn in. Voor het wettelijke verlofrecht houdt dit in, dat de aanspraak op vakantie zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan vervalt, tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest de vakantie op te nemen of tenzij werkgever en werknemer een andere afspraak ten gunste van de werknemer hebben gemaakt. 62 Het moge duidelijk zijn dat de aanspraak op vakantie die reeds vervallen is niet voor overgang op de erfgenamen in aanmerking zal komen, tenzij over deze aanspraak uitdrukkelijk is overeengekomen dat deze niet vervalt of in een financiële uitkering wordt omgezet. Een ander arrest dat raakt aan het thema van deze scriptie gaat over het nakomen van een beëindigingsovereenkomst aan de erfgenamen van een werknemer die drie uur voor de overeengekomen ontslagdatum overlijdt. 63 Het ging in deze zaak om Postkantoren die op grond van het sociaal plan werknemers bij een vrijwillig vertrek een uitkering einde arbeidsovereenkomst toekende. De uitkering in het sociaal plan was niet van toepassing op werknemers van wie de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigde. Interessant is dat Postkantoren aanvoert dat de kantonrechter onbevoegd is, omdat tussen partijen geen arbeidsovereenkomst heeft bestaan. De kantonrechter verwerpt dit, omdat het geschil handelt over een arbeidsovereenkomst en omdat de eisers de erfgenamen van de werknemer zijn. Het karakter van de bedongen uitkering staat niet in de weg aan verkrijging onder algemene titel door de erfgenamen. De rest van de uitspraak komt er in het kort op neer dat de 62 Kamerstukken II 2010/11, 32465, nr. 3 p Ktr. Utrecht 2 maart 2011, LJN BP

18 beëindigingsovereenkomst werd gesloten met het doel de omvang van het personeel te reduceren zonder gedwongen ontslagen, de werknemer heeft dit gerealiseerd en de tegenprestatie moet daarom uitbetaald worden. Bovendien was de overeenkomst niet voorwaardelijk. Postkantoren probeert nog om de beëindigingsovereenkomst te laten verrekenen met de gedane overlijdensuitkering, maar ook dat wordt niet toegestaan omdat de werknemer wel degelijk is overleden tijdens de arbeidsovereenkomst en er dus ook een recht op de overlijdensuitkering bestaat. Dit arrest is relevant voor deze scriptie, in die zin dat de aanspraak op de beëindigingsvergoeding net als de aanspraak op vakantie reeds tijdens de arbeidsovereenkomst is ontstaan. De vraag of deze aanspraak overdraagbaar is, is dezelfde. Broersma en Pfennings zijn van mening dat het arrest Postkantoren in lijn is met de heersende jurisprudentie over het uitbetalen van ontslagvergoeding indien de werknemer overlijdt voordat de beëindigingsdatum bereikt is. 64 Het onderzoek naar de wetgeschiedenis, literatuur en jurisprudentie leidt tot de conclusie dat de kantonrechter Assen de enige vreemde eend in de bijt is. Alle andere stukken geven geen aanleiding om te concluderen dat de aanspraak op de uitbetaling van resterende vakantierechten niet overdraagbaar zou zijn bij het overlijden van de werknemer. Het is een recht vergelijkbaar met de opbouw van recht op loon dat tijdens de arbeidsovereenkomst opgebouwd wordt als tegenprestatie voor de verrichte arbeid. Bij het overlijden van de werknemer is dit recht voor overgang vatbaar en gaat daarom over op de erfgenamen. 64 Broersma en Pfennings 2011, p

19 Conclusie In deze scriptie is de volgende probleemstelling onderzocht: Is het recht van art. 7:641 lid 1 BW inzake de uitbetaling van vakantierechten overdraagbaar bij het overlijden van de werknemer? Uit de wetgeving blijkt dat bepaalde rechten en plichten uit de arbeidsovereenkomst overdraagbaar zijn bij het overlijden van de werknemer. De rechten die voor overgang vatbaar zijn gaan op grond van artikel 3:80 lid 2 en 4:182 BW over op de erfgenamen. De vraag is daarmee of de aanspraak op vakantie ook een recht is dat voor overgang vatbaar is. De aanspraak op vakantie kan alleen uitbetaald worden bij het einde van het dienstverband. Het dienstverband eindigt op grond van artikel 7:674 lid 1 BW met de dood van de werknemer. Enerzijds kan beargumenteerd worden dan de aanspraak op vakantie een persoonlijk recht op rust is, waarmee de werknemer kan herstellen van de verrichte arbeid. Dit is in beginsel het doel van vakantie. Een overleden werknemer kan niet meer herstellen van de arbeid en zijn erfgenamen hebben de arbeid niet geleverd, dus kunnen er ook niet van herstellen. Anderzijds kan beargumenteerd worden dat de aanspraak op vakantie een vermogensrecht is, artikel 7:641 lid 1 bepaalt immers dat een werknemer recht heeft op een uitkering in geld ter waarde van het loon over een tijdvak overeenkomend met de aanspraak op vakantie wanneer bij het einde van de arbeidsovereenkomst nog aanspraak op vakantie bestaat. Doorslaggevend is dat het recht op vakantie niet alleen een recht op rust is, maar tevens het recht om gedurende die periode van rust loon doorbetaald te krijgen, zoals vastgelegd in artikel 7:639 lid 1 BW. Dit recht bouwt de werknemer op gedurende de arbeidsovereenkomst als een tegenprestatie voor de verrichte arbeid, net zoals dat bij loon het geval is. Het recht op rust is uiteraard niet overdraagbaar bij het overlijden van de werknemer, maar het recht op de loondoorbetaling wel. De samenloop van het uitbetalen van de resterende aanspraak op vakantie bij het einde van de arbeidsovereenkomst en het overlijden van de werknemer wordt in de wetsgeschiedenis en de wetenschappelijke juridische literatuur bijna niet besproken. Dit kan betekenen dat er nooit bij stilgestaan is, maar het kan ook betekenen dat het niet nodig is geweest om erbij stil te staan omdat de samenloop afdoende in de wet geregeld is. Het uitbetalen van de resterende aanspraak op vakantie bij overlijden voelt rechtvaardig, de werknemer komt een pakket aan arbeidsvoorwaarden met de werkgever overeen als tegenprestatie voor de geleverde arbeid. Als de arbeid geleverd is, moet ook de tegenprestatie geleverd worden. Een van die arbeidsvoorwaarden is het recht op vakantie. Werkgevers zijn 20

20 bovendien op grond van artikel 2:374 lid 1 BW verplicht een voorziening op de balans op te nemen voor eventuele verlofstuwmeren, waaruit ook blijkt dat er een aanspraak op deze gelden verworven is. In het huidige recht gaan alle aanspraken op vakantie voor de werknemer over op de erfgenaam, zolang de aanspraak niet verjaard is. Hierop zijn uitzonderingen mogelijk, maar alleen wanneer deze uitdrukkelijk overeen zijn gekomen. Na de wetswijziging per 1 januari 2012 geldt de vervaltermijn van zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven, tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest de vakantie op te nemen of tenzij werkgever en werknemer ten gunste van de werknemer een andere afspraak hebben gemaakt. Wanneer de werknemer overlijdt komt de aanspraak op vakantie die reeds vervallen is niet voor overgang op de erfgenamen in aanmerking, tenzij over deze aanspraak uitdrukkelijk is overeengekomen dat deze niet vervalt. 21

21 Literatuurlijst Asser/Perrick 2009 S. Perrick, Mr. C Asser s Handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht. 4. Erfrecht en schenking, Deventer: Kluwer 2009 (< alleen toegankelijk voor abonnees). Bakels/Asscher-Vonk en Bouwens 2009 H.L. Bakels/I.P. Asscher-Vonk en W.H.A.C.M. Bouwens (bew.), Schets van het Nederlandse arbeidsrecht, Deventer: Kluwer Beltzer 2004 R.M. Beltzer, De symbiose van het arbeidsrecht en het privaatrecht volgens de rechtspraak in 2003, Tijdschrift voor sociaal recht, 2004/1, p Berkhout 2009 D.F. Berkhout, Het Schultz-Hoff-arrest: nooit te ziek voor vakantie, Tijdschrift Arbeidsrechtpraktijk, , p Broersma en Pfennings 2011 W.C.M. Broersma en D.C.A. Pfennings, Overleden werknemer, ArbeidsRecht, /7, p Funke 2011 H.J. Funke, Wetsvoorstel : de belangrijkste voorgenomen wijzigingen in de vakantiewetgeving nader beschouwd, Tijdschrift Arbeidsrechtpraktijk, , p Gaarthuis 2010 J.M. Gaarthuis, Geen vakantie voor overleden werknemer, maar wel voor nabestaanden?, ArbeidsRecht, , p Van der Grinten/Bouwens en Duk 2008 Van der Grinten/W.H.A.C.M. Bouwens en R.A.A. Duk (bew.), Arbeidsovereenkomstenrecht, Deventer: Kluwer

De nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012.

De nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012. De nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012. 1 Waarom een nieuwe vakantiewetgeving? Europese richtlijn 2003/88/EG Europese jurisprudentie (20-01-2009) Schultz-Hoff Stringer 2 Artikel 7 van de Europese

Nadere informatie

Actualiteiten arbeidsrecht. 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag

Actualiteiten arbeidsrecht. 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag Actualiteiten arbeidsrecht 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag Wet Arbeid en Zorg: Ouderschapsverlof Dwingend recht Absoluut recht Voorwaarden: 1. er moet sprake zijn van een werknemer die

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:4216

ECLI:NL:CRVB:2015:4216 ECLI:NL:CRVB:2015:4216 Instantie Datum uitspraak 26-11-2015 Datum publicatie 03-12-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/1211 AW Ambtenarenrecht

Nadere informatie

Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD versie 2 december Aanpassing in het kader van de CAO

Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD versie 2 december Aanpassing in het kader van de CAO Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD2014-013269 versie 2 december 2014 Aanpassing in het kader van de CAO 2013-2015 Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging Wijzigingen Vakantie

Nadere informatie

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof Leeswijzer: De officiële wettekst is nog niet beschikbaar. Onderstaande wettekst is op basis van de kamerstukken samengesteld.

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Vertaling C-569/16-1 Zaak C-569/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 november 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Vakantieadministratie en stuwmeren vanaf 1 januari 2012: Leuker kunnen we het niet maken, wel (onnodig) ingewikkeld

Vakantieadministratie en stuwmeren vanaf 1 januari 2012: Leuker kunnen we het niet maken, wel (onnodig) ingewikkeld Mevr. mr. M. Koster en mevr. mr. C.J. Herman de Groot 1 Vakantieadministratie en stuwmeren vanaf 1 januari 2012: Leuker kunnen we het niet maken, wel (onnodig) ingewikkeld 55 De wijzigingen in de vakantiewetgeving

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 18. 10. 2016 ZAAK C-570/16 [OMISSIS] Wuppertal, verzoekster, verweerster in hoger beroep en verzoekster in Revision,

Nadere informatie

Wijziging vakantiewetgeving ingaande 1-1-2012

Wijziging vakantiewetgeving ingaande 1-1-2012 Wijziging vakantiewetgeving ingaande 1-1-2012 Algemeen Door het Europese Hof van Justitie is enige tijd geleden een uitspraak gedaan, waardoor de Nederlandse wetgeving ten aanzien van het opbouwen van

Nadere informatie

Notitie. Nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012

Notitie. Nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012 Aan Bestuurders Van Marian Mons, Adviseur Juridische Zaken, Adviesgroep Adviesgroep T 0900 9690 (lokaal tarief) F 030 66 30 000 www.fnvbondgenoten.nl Datum Doorkiesnummer 1 juni 2011 0302738730 Onderwerp

Nadere informatie

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT Programma 1. Welke wijzigingen in de vakantieregelingen staan er op stapel? 2. Wat zijn de wijzigingen in het BW? 3. Hoe ziet de (vakantie)verlof

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011 Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011 Actualiteiten Arbeidsrecht Inhoudsopgave Loonsanctie UWV bij onvoldoende re-integratie Wetsvoorstel aanpassing vakantiewetgeving Aanscherping Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 465 Het afschaffen van de beperkte opbouw van minimum vakantierechten tijdens ziekte, de invoering van een vervaltermijn voor de minimum vakantiedagen

Nadere informatie

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden:

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden: Bijlage 2 bij U201401851 CAR-UWO wijzigingen A Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als Stageplaats Artikel 1:2a 1. Het college kan een student in het kader

Nadere informatie

Tools Vakantiedagen

Tools Vakantiedagen Tools 3.14.01.08 Art. 634 1. De werknemer verwerft over ieder jaar waarin hij gedurende de volledige overeengekomen arbeidsduur recht op loon heeft gehad, aanspraak op vakantie van ten minste vier maal

Nadere informatie

De gemiste kansen van de verval- en verjaringstermijn in de Nederlandse vakantiewetgeving van 2012

De gemiste kansen van de verval- en verjaringstermijn in de Nederlandse vakantiewetgeving van 2012 Masterscriptie Arbeidsrecht De gemiste kansen van de verval- en verjaringstermijn in de Nederlandse vakantiewetgeving van 2012 Annelyn Aldenkamp (6149111) Masterscriptie Arbeidsrecht 17 augustus 2012 Universiteit

Nadere informatie

Vakantiewetgeving m.i.v. 1 januari 2012

Vakantiewetgeving m.i.v. 1 januari 2012 Vakantiewetgeving m.i.v. 1 januari 2012 Wet houdende het afschaffen van de beperkte opbouw van minimum vakantierechten tijdens ziekte, de invoering van een vervaltermijn voor de minimum vakantiedagen en

Nadere informatie

2. Het vierde lid vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot vierde en vijfde lid.

2. Het vierde lid vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot vierde en vijfde lid. Voorstel van wet houdende het afschaffen van de beperkte opbouw van minimum vakantierechten tijdens ziekte, de invoering van een vervaltermijn voor de minimum vakantiedagen en de aanpassing van enige andere

Nadere informatie

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden:

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden: Bijlage 1 bij U201401851 CAR-wijzigingen A Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden: Stageplaats Artikel 1:2a 1. Het college kan een student

Nadere informatie

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding proeftijd en concurrentiebeding Antwoord 1 In casu is een arbeidsovereenkomst tussen Gert en Plas tot stand gekomen met een proeftijd van twee maanden. Indien een proeftijd is bedongen conform artikel

Nadere informatie

Ontslag en arbeidsongeschiktheid; vakantie en arbeidsongeschiktheid

Ontslag en arbeidsongeschiktheid; vakantie en arbeidsongeschiktheid Ontslag en arbeidsongeschiktheid; vakantie en arbeidsongeschiktheid mr. A.M. (Sanne) Wuisman advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013)

Nadere informatie

Artikel 7: 610b B.W. Artikel 7: 628a B.W.

Artikel 7: 610b B.W. Artikel 7: 628a B.W. TER INFORMATIE RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945 Hieronder zijn opgenomen een aantal relevante bepalingen van boek 7

Nadere informatie

Wetsvoorstel vakan-eregeling bij ziekte Een nieuwe balans?

Wetsvoorstel vakan-eregeling bij ziekte Een nieuwe balans? Wetsvoorstel vakan-eregeling bij ziekte Een nieuwe balans? Hanneke Klinckhamers Vereniging voor Arbeidsrecht 18 november 2010 Agenda Doel hoofdlijnen & opzet wetsvoorstel Wijzigingen Commentaar Tips Vragen?

Nadere informatie

PENSIOEN IN HET ARBEIDSRECHT. Wim Thijssen. Pensioenadvocaten.nl en VU Expertisecentrum Pensioenrecht

PENSIOEN IN HET ARBEIDSRECHT. Wim Thijssen. Pensioenadvocaten.nl en VU Expertisecentrum Pensioenrecht PENSIOEN IN HET ARBEIDSRECHT Wim Thijssen Pensioenadvocaten.nl en VU Expertisecentrum Pensioenrecht Pijplijnproblematiek Arbeidsongeschiktheid Rechtbank Amsterdam 2 september 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:9387

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

II Het dienstverband

II Het dienstverband II Het dienstverband Voorwaarden De onderwerpen in dit boek hebben betrekking op de situaties waarbij er sprake is van een - tijdelijk of vast - dienstverband. Er is sprake van een dienstverband als er

Nadere informatie

BIJLAGE 3. RELEVANTE WETTELIJKE BEPALINGEN Aan deze bijlage kunnen geen rechten worden ontleend. 3-A Burgerlijk Wetboek 7 Titel 10

BIJLAGE 3. RELEVANTE WETTELIJKE BEPALINGEN Aan deze bijlage kunnen geen rechten worden ontleend. 3-A Burgerlijk Wetboek 7 Titel 10 43 BIJLAGE 3 RELEVANTE WETTELIJKE BEPALINGEN Aan deze bijlage kunnen geen rechten worden ontleend. 3-A Burgerlijk Wetboek 7 Titel 10 Goed werkgever en goed werknemer - Artikel 7: 611 BW (geldt voor alle

Nadere informatie

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT. Presentatie voor medewerkers van Faveo CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV mei 2012

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT. Presentatie voor medewerkers van Faveo CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV mei 2012 Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT Presentatie voor medewerkers van Faveo CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV mei 2012 Programma 1. Welke wijzingen in de vakantieregelingen

Nadere informatie

Opbouw van vakantierechten en het recht op ADV tijdens arbeidsongeschiktheid bij toepassing van de CAO voor het Metaalbewerkingsbedrijf

Opbouw van vakantierechten en het recht op ADV tijdens arbeidsongeschiktheid bij toepassing van de CAO voor het Metaalbewerkingsbedrijf Opbouw van vakantierechten en het recht op ADV tijdens arbeidsongeschiktheid bij toepassing van de CAO voor het Metaalbewerkingsbedrijf Versie vóó óór en na 1 januari 2012 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 1.

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie verzoekschriften 28.2.2015 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0921/2012, ingediend door Sorin Stelian Torop (Roemeense nationaliteit), namens de

Nadere informatie

De Nederlandse vakantiewetgeving

De Nederlandse vakantiewetgeving De Nederlandse vakantiewetgeving Over strijdigheid met de Arbeidstijdenrichtlijn Naam : T.A. Landa Studentnummer : 132520 Afstudeerdatum : 18 mei 2011 Departement : Sociaal recht Scriptiebegeleider : dhr.

Nadere informatie

Opbouw vakantierechten tijdens ziekte en zwangerschap

Opbouw vakantierechten tijdens ziekte en zwangerschap Opbouw vakantierechten tijdens ziekte en zwangerschap Opbouw vakantierechten tijdens ziekte en zwangerschap Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland Colofon Uitgave Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010 Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010 Actualiteiten Arbeidsrecht Actualiteiten arbeidsrecht Ontwikkelingen ontslagvergoeding Overgang van onderneming (ovo) Actualiteiten 16 Ontwikkelingen

Nadere informatie

RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945

RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945 TER INFORMATIE RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945 Hieronder zijn opgenomen een aantal relevante bepalingen van boek 7

Nadere informatie

Wet Werk en Zekerheid

Wet Werk en Zekerheid Wet Werk en Zekerheid Wijzigingen per 1 januari 2015 De plannen om het arbeidsrecht te hervormen gaan nu concrete vormen aannemen. De Eerste en Tweede Kamer hebben ingestemd met het wetsvoorstel Wet Werk

Nadere informatie

Nieuwsbrief juli 2014 Wet Werk en Zekerheid

Nieuwsbrief juli 2014 Wet Werk en Zekerheid Nieuwsbrief juli 2014 Wet Werk en Zekerheid De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel met veranderingen in het arbeidsrecht aangenomen. Aanvankelijk zou een deel van de wijzigingen ingaan op 1 juli 2014,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 286 Besluit van 6 juli 2016, houdende wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie in verband met de aanspraak op vakantieverlof,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Circulaire opbouw vakantie bij langdurige ziekte

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Circulaire opbouw vakantie bij langdurige ziekte STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3454 8 maart 2010 Circulaire opbouw vakantie bij langdurige ziekte Aan: de ministers Juridische grondslag: artikelen 22

Nadere informatie

ARREST VAN ZAAK C-124/05. ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 april 2006 *

ARREST VAN ZAAK C-124/05. ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 april 2006 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 april 2006 * In zaak C-124/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te s-gravenhage (Nederland)

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1820

ECLI:NL:CRVB:2017:1820 ECLI:NL:CRVB:2017:1820 Instantie Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8607 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Er is geen specifieke vooropleiding vereist

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Er is geen specifieke vooropleiding vereist Diplomalijnen Examen Loonadministratie Juridisch Personeel en Organisatie Arbeidsrecht Niveau Vergelijkbaar met mbo 4 Versie 2-0 Geldig vanaf 01-11-2015 Vastgesteld op februari 2014 Vastgesteld door Veronderstelde

Nadere informatie

Ledenbrief 15/052 CvA/LOGA 15/10, d.d. 23 juni 2015 inzake wijzigingen CAR-UWO i.v.m. wijzigingen Wet arbeid en zorg Eijsden-Margraten

Ledenbrief 15/052 CvA/LOGA 15/10, d.d. 23 juni 2015 inzake wijzigingen CAR-UWO i.v.m. wijzigingen Wet arbeid en zorg Eijsden-Margraten GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Eijsden-Margraten. Nr. 131209 31 december 2015 Ledenbrief 15/052 CvA/LOGA 15/10, d.d. 23 juni 2015 inzake wijzigingen CAR-UWO i.v.m. wijzigingen Wet arbeid en

Nadere informatie

Ontslag na doorstart faillissement

Ontslag na doorstart faillissement Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden

Nadere informatie

A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Bijlage 1 bij U201501087 Bijlage CAR teksten A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof Artikel 6:4 Lid 1 Het kraamverlof, calamiteiten en ander kortverzuimverlof

Nadere informatie

B. De toelichting op artikel 6:4:1a wordt gewijzigd en komt te luiden:

B. De toelichting op artikel 6:4:1a wordt gewijzigd en komt te luiden: Bijlage 2 bij U201501087 Bijlage CAR-UWO teksten A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof Artikel 6:4 Lid 1 Het kraamverlof, calamiteiten en ander kortverzuimverlof

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2012. Presentatie Actualiteiten Arbeidsrecht

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2012. Presentatie Actualiteiten Arbeidsrecht Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2012 Presentatie Actualiteiten Arbeidsrecht Onderwerpen Nieuwe vakantiewetgeving Wijzing Wet melding collectief ontslag (WMCO) Wijzigingen Wet allocatie

Nadere informatie

HOOFDSTUK 5 - VAKANTIE

HOOFDSTUK 5 - VAKANTIE HOOFDSTUK 5 - VAKANTIE Artikel 5.1 Omschrijving 1. Algemene bepalingen 1. Als vakantie worden beschouwd de dagen, welke door de werkgever als zodanig met inachtneming van artikel 5.7 zijn vastgesteld.

Nadere informatie

Arbeidsovereenkomstenrecht

Arbeidsovereenkomstenrecht Van der Grinten Arbeidsovereenkomstenrecht Bewerkt door: Prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens en mr. RAA. Duk drieëntwintigste druk Qft Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2011 INHOUD Verkort aangehaalde

Nadere informatie

Collectieve arbeidsovereenkomst Albron CP Nederland B.V.

Collectieve arbeidsovereenkomst Albron CP Nederland B.V. Collectieve Arbeidsovereenkomst 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 De ondergetekenden: als partij ter ener zijde en FNV Horecabond En CNV Vakmensen Elk als partij ter andere zijde, zijn de navolgende

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT

RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT bij stichting Primair Onderwijs Deurne Asten Someren (PRODAS) te Asten Plaats: Utrecht Bestuursnummer: 41223 Onderzoeksnummer: 288822 Onderzoeksperiode: Najaar 2016 Datum

Nadere informatie

Het wetsvoorstel wijziging vakantiewetgeving

Het wetsvoorstel wijziging vakantiewetgeving Het wetsvoorstel wijziging vakantiewetgeving Masterscriptie Door: Stephanie Loth Studentnummer: 6159400 Begeleider: Dr. S.S.M. Peters 4 juli 2011 Inhoudsopgave: 1. Inleiding 4 2. De vakantiewetgeving 6

Nadere informatie

Inleiding in het ontslagrecht

Inleiding in het ontslagrecht I Inleiding in het ontslagrecht Het Nederlandse ontslagrecht kent vier wijzen waarop een arbeidsovereenkomst kan eindigen. De eerste en meest voorkomende wijze van beëindiging is de beëindiging met wederzijds

Nadere informatie

ARBEIDSOVEREENKOMST. 2. [naam DGA], geboren op [datum], wonende aan de [adres] te ([postcode]) [plaats], hierna te noemen: "werknemer";

ARBEIDSOVEREENKOMST. 2. [naam DGA], geboren op [datum], wonende aan de [adres] te ([postcode]) [plaats], hierna te noemen: werknemer; ARBEIDSOVEREENKOMST Ondergetekenden: 1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam] Holding BV, statutair gevestigd te [plaats] en kantoorhoudende aan de [adres] te ([postcode]) [plaats],

Nadere informatie

1 Arbeidsovereenkomst

1 Arbeidsovereenkomst 1 Arbeidsovereenkomst Arbeidsovereenkomst Artikel 7.610 en 7.750 BW Voorwaarden arbeidsovereenkomst Geen duidelijke afspraken Er is een arbeidsovereenkomst als een werknemer met een werkgever overeenkomt

Nadere informatie

Het ontslagrecht per 1 juli 2015

Het ontslagrecht per 1 juli 2015 Het ontslagrecht per 1 juli 2015 Noordam Advocatuur mr. dr. A.J. Noordam Het Europese en Nederlandse arbeidsrecht biedt in grote mate bescherming aan de werknemer. Met name het ontslag van werknemers is

Nadere informatie

Werkgeverszaken Vakantie

Werkgeverszaken Vakantie Werkgeverszaken Vakantie Inhoudsopgave 1 Inleiding en leeswijzer 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Leeswijzer 3 1.3 Wetgeving in verandering 3 2 Opbouw van vakantie-uren 5 2.1 Inleiding 5 2.2 Recht op vakantie 5 2.2.1

Nadere informatie

Vakantie en ziekte: de nieuwe wettelijke regeling

Vakantie en ziekte: de nieuwe wettelijke regeling Jan M athies Vakantie en ziekte: de nieuwe wettelijke regeling De combinatie vakantie en ziekte levert in de praktijk voor werkgevers vaak problemen op. Het berekenen van de opbouw van vakantierechten

Nadere informatie

1. [Naam onderneming of natuurlijk persoon], gevestigd te [postcode] [plaats] aan de [straat & nummer], hierna te noemen: 'werkgever',

1. [Naam onderneming of natuurlijk persoon], gevestigd te [postcode] [plaats] aan de [straat & nummer], hierna te noemen: 'werkgever', LET OP: VOOR GEBRUIK IN INDIVIDUELE OF CONCRETE GEVALLEN IS AANPASSING VAN DIT MODEL NODIG. RAADPLEEG SEC ARBEIDSRECHT ADVOCATEN VOOR HET OP MAAT MAKEN VAN HET MODEL VOOR UW BEDRIJF/SPECIFIEKE TOEPASSING

Nadere informatie

Nieuwsbrief Wet Werk en Zekerheid

Nieuwsbrief Wet Werk en Zekerheid Nieuwsbrief Wet Werk en Zekerheid Beste Klant, Per 1 januari en 1 juli 2015 zullen er diverse wijzigingen plaatsvinden op het gebied van arbeidsrecht. Hiervan willen wij u graag op de hoogte brengen. De

Nadere informatie

Het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA)

Het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA) 2 Het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA) De UWV-ontslagprocedure komt alleen in beeld als er een verplichting is om een arbeidsovereenkomst op te zeggen. Als die er niet is, hoeft er ook geen

Nadere informatie

Wijzigingen per 1 juli 2015: van ketenregeling, ontslagrecht, WW en overige

Wijzigingen per 1 juli 2015: van ketenregeling, ontslagrecht, WW en overige Wet werk en zekerheid: Wijzigingen per 1 juli 2015: van ketenregeling, ontslagrecht, WW en overige Door Mr. Patrice Hoogeveen Inleiding Met datum d.d. 10 juni 2014 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Artikel 750 1. Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens

Nadere informatie

Verlofstuwmeren in aantocht

Verlofstuwmeren in aantocht Verlofstuwmeren in aantocht Over de vakantierechten van zieke werknemers en ambtenaren Naam: Maaike Theunis Studentnummer: 636324 Afstudeerdatum: 23 november 2011 Scriptiebegeleider: Mevr. B.B.B. Lanting

Nadere informatie

Whitepaper Regeling Compensatie transitievergoeding

Whitepaper Regeling Compensatie transitievergoeding Whitepaper Regeling Compensatie transitievergoeding VeReFi Whitepaper 31 Wet compensatie transitievergoeding - 1 - Inleiding Als een werknemer meer dan 2 jaar ziek is en er geen uitzicht is op herstel

Nadere informatie

Themasessie transitievergoeding

Themasessie transitievergoeding Themasessie transitievergoeding de Ins en Outs Dinsdag 14 juni 2016 Mr. W.M. Limberger Advocaat Stein Advocaten Zwolle Eekwal 4 8011 LD ZWOLLE Tel : 038-4215221 Fax: 038-4218190 E-mail: limberger@steinadvocatenzwolle.nl

Nadere informatie

Werkgeverszaken Vakantie

Werkgeverszaken Vakantie Werkgeverszaken Vakantie Vakantie Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Opbouw van vakantie-uren 5 2.1 Inleiding 5 2.2 Recht op vakantie 5 2.2.1 Hoofdregel Burgerlijk Wetboek 5 2.2.2 CAO Gehandicaptenzorg 5 2.3

Nadere informatie

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken Cao Openbare Bibliotheken 2015-2019 Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken Gewijzigde artikelen met terugwerkende kracht per 1 januari 2018 Hoofdstuk II Salariëring en vergoedingen Artikel

Nadere informatie

de Wet werk en zekerheid Praktische informatie over de nieuwe wet Werk en Zekerheid Deel 1

de Wet werk en zekerheid Praktische informatie over de nieuwe wet Werk en Zekerheid Deel 1 de Wet werk en zekerheid Praktische informatie over de nieuwe wet Werk en Zekerheid Deel 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 - Proeftijd 4 Hoofdstuk 2 - Concurrentiebeding 6 Hoofdstuk 3 - Aanzegtermijn

Nadere informatie

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging 3 Salaris en vergoedingsregelingen Bezoldiging Artikel 3:1 1 Met inachtneming van artikel 1:2:1 wordt aan de ambtenaar binnen het kader van een lokaal vast te stellen bezoldigingsregeling een bezoldiging

Nadere informatie

Vakantieregeling TU Delft 1

Vakantieregeling TU Delft 1 Vakantieregeling TU Delft 1 Artikel 1 Aanspraak op vakantie 1.De aanspraak op vakantie wordt uitgedrukt in hele uren. Zo nodig vindt afronding naar hele uren plaats. 2. De aanspraak op vakantie bedraagt

Nadere informatie

Toelichting op de wet Werk en Zekerheid

Toelichting op de wet Werk en Zekerheid Whitepaper: Toelichting op de wet Werk en Zekerheid Op 10 juni 2014 is de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) aangenomen. De WWZ beoogt het arbeidsrecht aan te passen aan de veranderende arbeidsverhoudingen in

Nadere informatie

Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Universitair Medische Centra (BWUMC)

Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Universitair Medische Centra (BWUMC) LANDELIJK OVERLEG ACADEMISCHE ZIEKENHUIZEN Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Universitair Medische Centra (BWUMC) 11 juli 2008 NFU-082381/GS/DvL -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

ECWGO/U201401851 Lbr. 14/069 CvA/LOGA 14/04

ECWGO/U201401851 Lbr. 14/069 CvA/LOGA 14/04 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft cao 2013-2015 (2) car-uwo teksten uw kenmerk ons kenmerk ECWGO/U201401851 Lbr. 14/069 CvA/LOGA 14/04 bijlage(n)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/02/2017

Datum van inontvangstneming : 14/02/2017 Datum van inontvangstneming : 14/02/2017 SAMENVATTING VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING - ZAAK C-12/17 Voorwerp en grondslag van de prejudiciële verwijzing Verzoek krachtens artikel 267 VWEU

Nadere informatie

DE ARBEIDSOVEREENKOMST KLAKKELOOS ONDERTEKENEN IS NIET VERSTANDIG

DE ARBEIDSOVEREENKOMST KLAKKELOOS ONDERTEKENEN IS NIET VERSTANDIG DE ARBEIDSOVEREENKOMST KLAKKELOOS ONDERTEKENEN IS NIET VERSTANDIG VOORWAARDEN ARBEIDSOVEREENKOMST Wanneer is er sprake van een arbeidsovereenkomst: Verplichting om persoonlijk arbeid te verrichten; Werkgever

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:1273

ECLI:NL:CRVB:2016:1273 ECLI:NL:CRVB:2016:1273 Instantie Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/5380 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Woerden. Nr. 104681 6 november 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden Gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke

Nadere informatie

2.6 model arbeidsovereenkomst voor de duur van een bepaald werk of bepaald project 1

2.6 model arbeidsovereenkomst voor de duur van een bepaald werk of bepaald project 1 2.6 model arbeidsovereenkomst voor de duur van een bepaald werk of bepaald project 1 ARBEIDSOVEREENKOMST De ondergetekenden: 1. hierna te noemen: "de werkgever"; en 2. hierna te noemen "de werknemer";

Nadere informatie

Alles over ontslag met wederzijds goedvinden

Alles over ontslag met wederzijds goedvinden Alles over ontslag met wederzijds goedvinden Werkgever en werknemer kunnen afspreken om in onderling overleg het dienstverband te beëindigen. Dat heet ook wel ontslag met wederzijds goedvinden. U bent

Nadere informatie

Checklist ontslag door middel van een beëindigingsovereenkomst

Checklist ontslag door middel van een beëindigingsovereenkomst Checklist ontslag door middel van een beëindigingsovereenkomst Controleer vóórdat u uw handtekening zet of uw beëindigingsovereenkomst voldoet aan de volgende punten: Initiatief werkgever De beëindigingsovereenkomst

Nadere informatie

ARBEIDSOVEREENKOMST (voor bepaalde tijd) I., gevestigd te, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer/mevrouw,

ARBEIDSOVEREENKOMST (voor bepaalde tijd) I., gevestigd te, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer/mevrouw, ARBEIDSOVEREENKOMST (voor bepaalde tijd) De ondergetekenden: I., gevestigd te, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer/mevrouw, hierna te noemen: de werkgever ; en II. de heer/mevrouw, geboren

Nadere informatie

De compensatieregeling van de transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid

De compensatieregeling van de transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid Laura Gringhuis Juridisch Medewerker De compensatieregeling van de transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid Arbeidsrecht & Medezeggenschap 06 februari 2018 Na de invoering

Nadere informatie

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Er is geen specifieke vooropleiding vereist

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Er is geen specifieke vooropleiding vereist Diplomalijnen Examen Loonadministratie Juridisch Personeel en Organisatie Arbeidsrecht Niveau Vergelijkbaar met mbo 4 Versie 2-1 Geldig vanaf 01-11-2015 Vastgesteld op februari 2014 Vastgesteld door Veronderstelde

Nadere informatie

Oproepovereenkomst m.u.p. onbepaalde tijd

Oproepovereenkomst m.u.p. onbepaalde tijd BIJLAGE 20 Oproepovereenkomst m.u.p. onbepaalde tijd De ondergetekenden: De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (of een andere rechtsvorm)... gevestigd te..., kantoorhoudende te... aan

Nadere informatie

ARBEIDSOVEREENKOMST MET UITGESTELDE PRESTATIEPLICHT VOOR BEPAALDE TIJD (NUL UREN)

ARBEIDSOVEREENKOMST MET UITGESTELDE PRESTATIEPLICHT VOOR BEPAALDE TIJD (NUL UREN) ARBEIDSOVEREENKOMST MET UITGESTELDE PRESTATIEPLICHT VOOR BEPAALDE TIJD (NUL UREN) DE ONDERGETEKENDEN: De heer/mevrouw.., geboren op 201, wonende aan de. te.., hierna werkgever, Of: De besloten vennootschap

Nadere informatie

meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam &

meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500 AV UTRECHT t: (030)

Nadere informatie

HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen

HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen Introductie Met de komst van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) vinden per 1 januari en 1 juli 2015 ingrijpende veranderingen in het arbeids-

Nadere informatie

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement; Regeling uitkering substantieel bezwarende functies 2006 [Regeling vervalt per 01-04-2015.] Zichtdatum 07-02-2018 Geldend van 01-01-2010 t/m 31-03-2015 Regeling uitkering substantieel bezwarende functies

Nadere informatie

Voorbeeld Arbeidsovereenkomst. Werkboek BB Bladzijde 111 opdracht 2.4

Voorbeeld Arbeidsovereenkomst. Werkboek BB Bladzijde 111 opdracht 2.4 Voorbeeld Arbeidsovereenkomst Werkboek BB Bladzijde 111 opdracht 2.4 Arbeidsovereenkomst Onbepaalde Tijd Ondergetekenden: 1. Bloemenwinkel het tuinhekje De Balkan 16, 8303 GZ, Emmeloord, hierna te noemen

Nadere informatie

c. Werknemers die werkelijk in drieploegendienst werkzaam zijn hebben recht op een verlofdag extra.

c. Werknemers die werkelijk in drieploegendienst werkzaam zijn hebben recht op een verlofdag extra. Artikel 15 Vakantie 1. Het vakantiejaar loopt gelijk met het kalenderjaar. 2. De werknemer heeft per vakantiejaar recht op 25 verlofdagen / diensten met behoud van salaris. 3. Jeugdigen tot en met 18 jaar

Nadere informatie

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Nr 3213 ar. JZio GEMEENTE DORDRECHT UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Artikel l Deze verordening verstaat onder: a. ontslag: ontslag als bedoeld in artikel H 12a van het Algemeen Ambtenarenreglement

Nadere informatie

Wijzigingen Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA) i.v.m. wijziging ketenbepaling en anti- draaideurbepaling Versie 18 mei 2015

Wijzigingen Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA) i.v.m. wijziging ketenbepaling en anti- draaideurbepaling Versie 18 mei 2015 Bijlage bij B&W-flap d.d. 9 juni 2015, BD2015-007302 Wijzigingen Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA) i.v.m. wijziging ketenbepaling en anti- draaideurbepaling Versie 18 mei 2015 De tekst

Nadere informatie

Ontslagrecht. Prof. A.R. Houweling

Ontslagrecht. Prof. A.R. Houweling Ontslagrecht Prof. A.R. Houweling Het einde van de arbeidsovereenkomst Vier wijzen van eindigen van de aok: 1. Einde van rechtswege 2. Beëindiging met wederzijds goedvinden 3. Opzegging (ontslag) 4. Ontbinding

Nadere informatie

ONTSLAGRECHT VERNIEUWD. 5 februari 2014 Richard Geurts Annemarie van Woudenberg

ONTSLAGRECHT VERNIEUWD. 5 februari 2014 Richard Geurts Annemarie van Woudenberg ONTSLAGRECHT VERNIEUWD 5 februari 2014 Richard Geurts Annemarie van Woudenberg Wijzigingen Wetgeving 1-1-2014: - Verhoging AOW-leeftijd: 65 jaar en 2 maanden - Afschaffing stamrechtvrijstelling: ontslagvergoeding

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 530 Besluit van 14 december 2015, houdende wijzigingen van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Ambtenarenreglement Staten-Generaal, het

Nadere informatie

Nieuwsbrief, december 2014

Nieuwsbrief, december 2014 Nieuwsbrief, december 2014 Wijzigingen arbeidsrecht in 2015 Door de invoering van de Wet Werk en Zekerheid wordt het arbeidsrecht ingrijpend gewijzigd. De wijzigingen hebben gevolgen voor het bestaande

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 554 Wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der

Nadere informatie

VERKLAREN DE VOLGENDE ARBEIDSOVEREENKOMST TE SLUITEN:

VERKLAREN DE VOLGENDE ARBEIDSOVEREENKOMST TE SLUITEN: DE ONDERGETEKENDEN: a. WERKGEVER naam: adres: woonplaats: en b. WERKNEMER naam: adres: woonplaats: VERKLAREN DE VOLGENDE ARBEIDSOVEREENKOMST TE SLUITEN: 1. Indiensttreding De werkgever neemt de werknemer

Nadere informatie

Wijzigingen in de CAR/UWO, Wet arbeid en zorg. Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten,

Wijzigingen in de CAR/UWO, Wet arbeid en zorg. Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Eersel. Nr. 94488 20 juli 2016 Wijzigingen in de CAR/UWO, Wet arbeid en zorg Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten; Overwegende

Nadere informatie