Dwarslaesierevalidatie De evidentie achter het fysiotherapeutische behandelproces bij een complete laag thoracale dwarslaesie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dwarslaesierevalidatie De evidentie achter het fysiotherapeutische behandelproces bij een complete laag thoracale dwarslaesie"

Transcriptie

1 Dwarslaesierevalidatie De evidentie achter het fysiotherapeutische behandelproces bij een complete laag thoracale dwarslaesie Beroepsopdracht van: Berkteit Kebede, Mignon Smit & Petra Wildeman Hogeschool van Amsterdam Opleiding: Fysiotherapie Amsterdam, 21 Januari 2009

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Voorwoord..3 Inleiding..4 Artikel.5 Samenvatting. 5 Inleiding....5 Methode..6 Resultaten...7 Discussie...12 Conclusie..12 Woordenlijst Referenties DVD...16 Nawoord. 17 Samenvatting..18 Literatuurlijst..20 Bijlagen Bijlage 1: Verantwoording.23 Bijlage 2: Uitgebreide resultaten 24 Bijlage 3: Vragenlijst revalidatiecentra

3 Voorwoord Voor u ligt het eindproduct van de beroepsopdracht die is gemaakt door Berkteit Kebede, Mignon Smit en Petra Wildeman. Deze beroepsopdracht hebben wij in het derde studiejaar van de opleiding fysiotherapie uitgevoerd. De vraagstelling voor ons onderzoek was: Welke evidentie en best practice wordt door fysiotherapeuten in verschillende revalidatiecentra gebruikt bij het behandelen van patiënten met een complete laag thoracale dwarslaesie? Met dit document willen wij u als lezer, fysiotherapeuten en aankomend fysiotherapeuten bewust maken van de evidentie die er is en gebruikt wordt rond het behandelproces van dwarslaesiepatiënten met een complete laag thoracale laesie. Door middel van literatuurstudie en onderzoek in verschillende revalidatiecentra hebben wij geprobeerd zo goed mogelijk antwoord te geven op de vraagstelling. In dit document vindt u een artikel waarin wij ons onderzoek en de resultaten hiervan beschreven hebben. Naast het artikel bevat het document ook een DVD die wij als extra opdracht gemaakt hebben. De doelstelling van deze DVD is: Het inzichtelijk maken van een transfertraining tijdens het revalidatieproces van een dwarslaesiepatiënt. Het uiteindelijke document is mede tot stand gekomen met hulp van onze begeleidster Henny van de Koekelt en opdrachtgever Maarten van Egmond. Daarnaast hebben de volgende revalidatiecentra meegewerkt: De Hoogstraat, Heliomare, het MRC en het RCA. Wij willen hen hierbij graag bedanken voor hun inzet. Berkteit Kebede, Mignon Smit & Petra Wildeman. Amsterdam, januari

4 Inleiding Tegenwoordig is het van belang dat fysiotherapeutische interventies gebaseerd zijn op evidentie. Onze beroepsopdracht is dan ook ontstaan door een vraag vanuit de opleiding naar evidentie achter fysiotherapeutische behandelingen van centraal neurologische aandoeningen. Omdat dit onderwerp erg breed is hebben we ervoor gekozen ons alleen te richten op de aandoening dwarslaesie. Hierover hebben we enkele colleges gehad die onze interesse hebben gewekt. Waardoor wij ons graag verder willen verdiepen in deze patiëntengroep. Om ons onderzoek specifieker te kunnen maken hebben wij ervoor gekozen ons te richten op een complete laag thoracale dwarslaesie (ASIA-A). Bij deze mensen is er door een laesie in het ruggenmerg een afwezigheid van sensibiliteit en motoriek onder het niveau van de laesie. Wat in het geval van de door ons gekozen patiëntengroep resulteert in verlamming van de benen en een gedeelte van de romp. Ze zijn hierdoor rolstoelgebonden, maar hebben nog wel volledige arm/hand functie. Om te onderzoeken welke evidentie er rond de behandeling van dwarslaesiepatiënten is en welke er in de revalidatiecentra gebruikt worden, hebben wij literatuurstudie gedaan en vier revalidatiecentra bezocht. Hiervan zijn er drie aangesloten zijn bij het NVDG. De uitkomsten van het onderzoek zijn verwerkt in een artikel. Naast evidentie achter behandelinterventies binnen de opleiding fysiotherapie is er vraag naar visuele ondersteuning voor studenten. Daarom hebben wij een DVD samengesteld. Voor fysiotherapie studenten in FLP6 is het moeilijk een beeld te vormen bij een transfertraining van dwarslaesiepatiënten. Hierdoor kan er vaak geen maximaal resultaat gehaald worden uit het oefenen van de transfers. Met behulp van de DVD waarop verschillende transfers uitgevoerd worden met de daarbij behorende instructies, hopen wij dit voor de studenten inzichtelijker te maken. 4

5 Artikel Evidentie achter het fysiotherapeutische behandelproces bij een complete laag thoracale dwarslaesie Berkteit Kebede, Mignon Smit & Petra Wildeman Samenvatting Doel: De beschikbare evidentie en best practice voor de fysiotherapeutische behandeling van een revalidant met een complete laag thoracale dwarslaesie weergeven. Methode: Om te beoordelen op welke evidentie de behandeling van dwarslaesierevalidanten gebaseerd is, zijn er wetenschappelijke artikelen gelezen en beoordeeld door middel van de CAT-analyse. Daarnaast zijn er verschillende revalidatiecentra in Nederland bezocht, waarbij een vragenlijst is afgenomen. Resultaten: Aan de hand van de CAT-analyses en de kwaliteitsbeoordeling bleken zes van de tien artikelen van voldoende kwaliteit. Door gebrek aan literatuur van voldoende kwaliteit werden de vier artikelen van onvoldoende kwaliteit toch meegenomen in het onderzoek. Belangrijke onderwerpen in de artikelen waren: rolstoeltraining, spierkracht, fysieke capaciteit, longcapaciteit, klinimetrie en het classificatiesysteem. Uit de vragenlijst is gebleken dat er overeenkomsten zijn in de behandelinterventies maar verschillen in de uitvoering hiervan. Discussie: Het onderzoek werd beperkt door de lage kwaliteit van de literatuur en de korte periode die er was om het onderzoek uit te voeren. Ook bleek de vragenlijst niet specifiek genoeg te zijn wat de uitkomsten minder betrouwbaar maakt. Conclusie: De conclusie uit de onderzoeksvraag is dat revalidatiecentra hun behandeling vooral baseren op best practice. De verschillende revalidatiecentra lijken allemaal dezelfde behandelinterventies toe te passen en noemen het hetzelfde, maar in de praktijk blijkt de ene training de andere niet te zijn. Hierdoor kan geen betrouwbare uitspraak gedaan worden over het gebruik van hedendaagse evidentie door de revalidatiecentra. Nieuwe beschikbare evidentie wordt vaak niet goed bijgehouden en toegepast in de Nederlandse revalidatiecentra. Inleiding Dwarslaesie In totaal gaat het in Nederland om ongeveer 180 nieuwe dwarslaesiepatiënten per jaar. 80% van de dwarslaesies die in de revalidatiecentra behandeld worden ontstaat door een ongeval. Verder kunnen dwarslaesies ontstaan door stoornissen in de bloedvaten, ontstekingen van het ruggenmerg of goedaardige gezwellen. Ook ontstaan een aantal dwarslaesies tijdens grote operaties. 1 Bij een dwarslaesie is het somatische- en autonomische zenuwsysteem beschadigd. Een compleet laag thoracale dwarslaesie wil zeggen dat er een laesie is tussen T9 T12. Dit valt onder de groep paraplegia. Complicaties bij een complete dwarslaesie kunnen zijn: blaasontstekingen, spasticiteit, hypotonie, dysreflexen, drukpunten, overbelasting van de armen, fracturen, veneuze tromboseklachten en luchtwegproblemen. Onderzoek Het is moeilijk om te streven naar behandelingen die gebaseerd zijn op evidence based onderzoek, maar tegelijkertijd ook veelbelovend. Het kan zorgen voor betere patiëntresultaten en meer tevredenheid onder therapeuten. Deze weten dankzij evidence based onderzoek welke therapie het meest effectief is. Aan de andere kant is evidence based onderzoek gelimiteerd, in zowel kwaliteit als kwantiteit. Dit houdt in dat fysiotherapeuten nog vaak in situaties terecht komen waarbij zij behandelen 5

6 terwijl waarvoor nog weinig of geen bewijs is. Uit onderzoek blijkt dat veel gepubliceerde onderzoeken van slechte kwaliteit zijn. Hierdoor zijn ook de weinige protocollen en behandelprogramma s gebaseerd op onderzoeksresultaten van lage kwaliteit. Wanneer er wordt gekeken naar evidence based practise blijkt dat hier niet alleen gekeken moet worden naar het behandeleffect. Het stellen van goede behandeldoelen is afhankelijk van de kwaliteit van onderzoeken. Omdat er op de Hogeschool van Amsterdam weinig evidentie bekend is op het gebied van de fysiotherapeutische behandeling van dwarslaesiepatiënten luidt de onderzoeksvraag van het artikel als volgt: Welke evidentie en best practice wordt door fysiotherapeuten in verschillende revalidatiecentra gebruikt bij het behandelen van patiënten met een complete laag thoracale dwarslaesie? Methode Zoekstrategie literatuur Voor het zoeken naar artikelen werd gebruik gemaakt van de volgende databases: PubMed, Cochrane Library, Picarta, de databank van de Hogeschool van Amsterdam portaal gezondheidszorg en de Universiteit van Amsterdam. Voor het vinden van geschikte artikelen werd gezocht op de volgende zoektermen: dwarslaesie, spinal cord injury, spinal cord lesion, paraplegie, rehabilitation of/after spinal cord injury/lesion en effect of rehabilitation/training in spinal cord injury. Naast deze zoektermen werd er op aanbeveling van verschillende fysiotherapeuten ook gezocht op de volgende auteurs: S. van Langeveld, L. Valent, L. van der Woude, J. Haisma, A. Dallmeijer, W. Post en F. van Asbeck. Selectie literatuur Via bovenstaande zoektermen en namen werden veel artikelen gevonden. Ze werden uitgekozen aan de hand van de titel en samenvatting. Vervolgens werden ze beoordeeld op bruikbaarheid met behulp van in- en exclusie criteria, te weten: De patiëntengroep moest helder omschreven zijn Patiënten moesten in een revalidatiecentrum verblijven Artikelen mochten niet ouder zijn dan tien jaar Patiënten moesten een paraplegie hebben Tetraplegie werd indien mogelijk uitgesloten Patiënten mochten geen nevenpathologie hebben die van invloed kon zijn op de onderzoeksresultaten De inhoud van het artikel moest over het effect van revalidatie gaan Uit deze selectie kwamen tien artikelen die meegenomen werden in het onderzoek. Daarnaast zijn er drie boeken gebruikt voor de verdieping in het revalidatieproces van een dwarslaesiepatiënt. Kwaliteit literatuur De geselecteerde artikelen zijn gelezen, samengevat en geanalyseerd met behulp van de CAT-analyse. Uit de CAT-analyse werden verschillende onderdelen gebruikt om de kwaliteit van de artikelen te beoordelen en te bepalen of deze bruikbaar waren voor het onderzoek. Deze onderdelen waren: 1. In- en exclusiecriteria 2. Interventie 3. Randomisatie 4. Blindering 5. Confounding 6. Therapietrouw en contaminatie 7. Co-interventies 8. Uitkomstmeting 9. Loss-to-follow-up 10. Data-analyse De tien onderdelen konden beoordeeld worden met 0, 1 of 2 punten. 0 betekende dat het artikel van slechte kwaliteit was, 1 staat voor redelijke kwaliteit en 2 staat voor goede kwaliteit. In totaal konden 20 punten behaald worden. Een score van 0 t/m 10 betekende dat het artikel van 6

7 onvoldoende kwaliteit was. Bij een score van 11 t/m 20 was het artikel van voldoende kwaliteit. Deelnemers & procedure revalidatiecentra Om te beoordelen op welke evidentie de behandeling van dwarslaesiepatiënten in revalidatiecentra in Nederland gebaseerd is, zijn er tijdens het onderzoek verschillende activiteiten ondernomen. Als eerste werd er gezocht naar revalidatiecentra die patiënten met een laag-thoracale dwarslaesie behandelen. Deze revalidatiecentra werden telefonisch benaderd. Voor revalidatiecentra die bereid waren om deel te nemen aan het onderzoek werd een brief opgesteld met informatie over het onderzoek. Uiteindelijk werden er binnen de onderzoeksperiode vier revalidatiecentra bezocht. Deze revalidatiecentra waren: De Hoogstraat, RCA, Heliomare en het MRC. Drie van de vier waren gespecialiseerd in dwarslaesie behandeling en aangesloten bij het NVDG. Vragenlijst Om te bepalen welke evidentie er beschikbaar is voor de behandeling van dwarslaesiepatiënten in de revalidatiecentra werd een vragenlijst opgesteld. De punten uit de vragenlijst werden gebaseerd op relevante onderwerpen waar meer informatie over nodig was om antwoord te kunnen geven op de vraagstelling. (figuur 1) De vragenlijsten werden afgenomen in een gesprek tussen de onderzoekers en de fysiotherapeut van het betreffende revalidatiecentrum. Bij ieder revalidatiecentrum werd dezelfde vragenlijst gebruikt waardoor de resultaten van de verschillende centra goed met elkaar vergeleken konden worden. Figuur 1. Vragenlijst voor de revalidatiecentra. Vragenlijst revalidatiecentra - Worden er protocollen gehanteerd? Zo ja, zijn deze bindend of worden ze meer als richtlijn gebruikt. - Wanneer wordt er afgeweken van de protocollen? - Welke behandelfases zijn er? - Wat gebeurt er in iedere fase (behandeldoelen)? - Hoe is de overgang naar een volgende fase? Wat zijn de criteria, de gemiddelde duur en evidentie hiervoor? - Wat is de intensiteit van de behandeling? Wat zijn de criteria, de gemiddelde duur en evidentie hiervoor? - Op welke evidentie zijn de oefeningen gebaseerd? - Wordt er gebruik gemaakt van speciale apparatuur? - Wordt er gebruik gemaakt van klinimetrie? Zo ja, wanneer worden deze metingen uitgevoerd?. - Hoe worden nieuwe ontwikkelingen bijgehouden? Waar komt de informatie over deze ontwikkelingen vandaan? - Wanneer worden nieuwe behandelmethodes ingevoerd? Resultaten Aan de hand van de CAT-analyses en de kwaliteitsbeoordeling bleek dat zes van de tien artikelen van voldoende kwaliteit waren. Vanwege gebrek aan literatuur van voldoende kwaliteit werden de overige vier artikelen toch meegenomen in het onderzoek. Om de resultaten van alle artikelen overzichtelijk te laten aansluiten op de onderzoeksvraag werd er een verdeling gemaakt in verschillende onderwerpen, te weten: rolstoeltraining (2 artikelen), spierkracht (1 artikel), fysieke capaciteit (4 artikelen), longcapaciteit (1 artikel), klinimetrie (1 artikel) en het classificatiesysteem (1 artikel). Naast de resultaten van de artikelen worden ook de belangrijkste resultaten uit de vragenlijst weergegeven. Rolstoeltraining Uit onderzoek blijkt dat 82% van de dwarslaesie revalidanten rolstoelgebonden 7

8 is. Gebruik van een rolstoel is nodig om zelfstandig mobiel te zijn. Een goede kennis van rolstoelvaardigheden gecombineerd met een optimale fysieke conditie vergroot de mobiliteit van de revalidant en kan het verschil maken tussen afhankelijkheid en onafhankelijkheid in het dagelijks leven. Training van rolstoeltaken is daarom een noodzakelijk onderdeel van de revalidatie. Onderzoek laat zien dat scores van het rolstoelcircuit na training aanmerkelijk verbeteren gedurende de revalidatie. Er is een verbetering gevonden in beheersing van de rolstoel, uitvoeringstijd en fysieke kracht. Hieruit kon geconcludeerd worden dat er aandacht besteed moet worden aan manuele rolstoeltraining om het omgaan met een rolstoel te optimaliseren. Ook is er onderzoek gedaan naar het testen van het rolstoelcircuit. Hieruit blijkt dat door verschil in moeilijkheidsgraad niet alle revalidanten in staat zijn alle taken uit te voeren. Het aantal taken dat uitgevoerd kon worden varieerde tussen de drie en negen. De betrouwbaarheid en beoordelingsbetrouwbaarheid van de test was over het algemeen goed, maar voor veel onderdelen is nog extra onderzoek nodig. Spierkracht Uit onderzoek blijkt dat er door de lage kwaliteit van onderzoeken geen definitieve uitspraken gedaan kunnen worden over het effect van het trainen van de bovenste extremiteit op de algehele conditie van dwarslaesiepatiënten. De kwaliteit van de methodes was laag door afwezigheid van randomisatie en controlegroepen. In verschillende onderzoeken werd geen onderscheid gemaakt in laesie niveaus waardoor er grote verschillen waren in de resultaten. Fysieke capaciteit Als gevolg van een dwarslaesie, secundaire complicaties en een zittende houding, komt deconditionering voor. Deconditionering resulteert in een lagere fysieke capaciteit. Om goed te kunnen functioneren in de dagelijkse activiteiten en om secundaire lange termijn gezondheidsproblemen te voorkomen is het belangrijk om een optimaal niveau van fysieke capaciteit te hebben en te onderhouden. Fysieke capaciteit wordt vaak verbeterd tijdens de revalidatie en moet hierna voortgezet worden met een actieve leefstijl en/of revalidatie nazorg. De twee belangrijkste componenten van fysieke capaciteit zijn VO2peak en POpeak. In verschillende artikelen is onderzoek gedaan naar het effect van training tijdens revalidatie op de fysieke capaciteit. Er werd een significante verbetering gevonden in VO2peak en POpeak na training. Wanneer gekeken wordt naar verschillen tussen trainingsmodellen, is weerstand circuit training, met daarin een programma van gewichtheffen, armoefeningen of aerobictraining, effectiever voor verbetering van fysieke capaciteit dan rolstoeltraining of armtraining alleen. De resultaten van het onderzoek laten zien dat de evidentie te zwak is om te kunnen zeggen dat bovenste extremiteittraining de fysieke capaciteit verbetert van revalidanten met een dwarslaesie. Voor deze uitspraken is verder onderzoek vereist. Er kunnen op dit moment nog geen verbanden gelegd worden tussen de parameters van fysieke capaciteit en het herstel in tijd. Uit bovenstaande artikelen blijkt training te resulteren in een verbetering in fysieke capaciteit gedurende revalidatie. Deze informatie is nog niet betrouwbaar genoeg vanwege gebrek aan specifiek onderzoek. Longcapaciteit Bij 60-70% van de dwarslaesiepatiënten treden complicaties op aan het ademhalingsstelsel. Een recent onderzoek toont aan dat het ademhalingsstelsel bij 28% van de mensen met een dwarslaesie de doodsoorzaak was gedurende het eerste jaar na het ongeluk en bij 22% de jaren hierna. Uit onderzoek is gebleken dat de ademhalingsfunctie verbetert tijdens de 8

9 revalidatie van de patiënt. De FVC, FEV1 en de maximale uitademingspierkracht nemen toe gedurende en na de revalidatie van de dwarslaesiepatiënt. Daarentegen nemen de FIV1, PImax, PEmax en maximaal gegenereerde uitademingspierkracht alleen toe gedurende de opname van de patiënt in het revalidatiecentrum. Een hoger laesieniveau heeft een negatief effect op alle longfunctieparameters, zowel op de maximaal gegenereerde inademspierkracht als op de uitademspierkracht. Klinimetrie Er blijkt een grote behoefte te zijn aan klinimetrie voor het aantonen van effectiviteit in de revalidatie van de dwarslaesiepatiënten. Met de SCIM worden de meest relevante activiteiten uit het ADL getest voor het welbevinden van de patiënt. Deze is opgedeeld in vier hoofdcategorieën: zelfverzorging, mobiliteit in de kamer, het toilet en de mobiliteit binnen- en buitenshuis. Ondanks de voordelen van de SCIM, bleek de reproduceerbaarheid in relatie tot het baden, aankleden, de darmregeling en de mobiliteit in bed beneden de maat. De SCIM is daarom als volgt verkort: scores voor het baden en aankleden hangen af van de beperkingen die zich in het boven of onderlichaam bevinden. Er zijn kleine veranderingen gemaakt in de benaming van de scorecriteria voor de darmregeling en mobiliteit in bed. Blaasregeling en de drie categorieën voor mobiliteit tijdens lopen zijn toegevoegd aan de lijst. Er is aangetoond dat de nieuwe verkorte versie van de SCIM een verbetering is op de originele en daarom gaat hier de voorkeur naar uit. De verkorte SCIM test is betrouwbaar gebleken. De validiteit van de test is aangetoond op dezelfde manier als die van de FIM. Classificatiesysteem Het classificatiesysteem is ontwikkeld om de dagelijkse behandelsessies gericht op de fysieke revalidatieonderdelen van dwarslaesiepatiënten te kunnen beschrijven. Het systeem is op dit moment nog in ontwikkeling. Er zijn twee artikelen over het classificatiesysteem gepubliceerd. Hierbij werd onderzoek gedaan naar de ontwikkeling en de bruikbaarheid van het classificatiesysteem. Het derde artikel gaat in op de betrouwbaarheid en validiteit van het systeem. Deze is op dit moment nog niet gepubliceerd. Het classificatiesysteem is beoordeeld op de compleetheid, exclusiviteit, snelheid en gebruiksgemak. Vragenlijst Uit de antwoorden op de vragenlijst is gebleken dat de behandeling van complete laag thoracale dwarslaesies in de revalidatiecentra in grote lijnen overeenkomen. Wanneer er specifieker op de vragen ingegaan wordt blijken er toch verschillen te zijn. Hieronder staan de belangrijkste uitkomsten weergegeven. Behandelprotocol Van de bezochte revalidatiecentra was er alleen in De Hoogstraat en Heliomare een behandelprotocol voor dwarslaesierevalidanten beschikbaar. In het RCA en Heliomare wordt er gebruik gemaakt van een behandelprogramma. Het behandelprogramma van het RCA is gebaseerd op informatie van het NVDG en van recent gepubliceerde artikelen. In het MRC is de behandeling voornamelijk gebaseerd op ervaring en klinische expertise. Behandelfases Bij de vier bezochte revalidatiecentra is de behandeling opgedeeld in fases. Deze fases verschillen per revalidatiecentrum in aantal en verrichte vaardigheden per fase. Heliomare heeft de behandeling opgedeeld in zeven fases (M1 t/m M7). In het MRC bestaat de behandeling uit de bedfase, transferfase en mobiliteitsfase. Het RCA heeft de behandeling opgedeeld in de 9

10 intake, behandelfase, ontslagfase en poliklinische fase. Bij De Hoogstraat bestaat de behandeling uit de immobilisatiefase en de mobilisatiefase. Activiteiten per fase In het MRC en Heliomare wordt fysiotherapie gegeven door middel van individuele behandelingen. De Hoogstraat en het RCA behandelen de revalidanten in de eerste periode individueel. Wanneer de revalidant het aankan wordt de behandeling ook door middel van groepstraining gegeven. Er zijn hierbij meerdere trainingsgroepen waarin verschillende vaardigheden getraind worden. In overleg met de revalidant wordt er besproken aan welke trainingsgroep deze deel gaat nemen. (Tabel1) Overgang naar volgende fase In de revalidatiecentra Heliomare, De Hoogstraat en het RCA wordt aan de hand van een bespreking met het multidisciplinaire team besloten of de revalidant op het gewenste niveau functioneert om verder te gaan naar de volgende fase. Bij deze centra vindt circa iedere zes weken een teamoverleg plaats waarin besproken wordt hoe het revalidatieproces van de revalidant verloopt. In het MRC is de overgang naar een volgende fase afhankelijk van het klinisch beeld van de revalidant. De overgang naar de volgende fase kan ook afhangen van advies van het ziekenhuis. Intensiteit van de behandeling De intensiteit van de behandelingen is per revalidatiecentrum verschillend. In Heliomare wordt de intensiteit vastgesteld aan de hand van een startprogramma. Dit programma wordt opgesteld bij opname in het revalidatiecentrum. Meestal komt dit neer op 30 minuten fysiotherapie per dag. Ook in het RCA wordt dagelijks 30 minuten fysiotherapie gegeven. De revalidanten in De Hoogstraat krijgen twee uur per week fysiotherapie. Aan het begin van het revalidatieproces bestaat dit uit vier individuele behandelingen van 30 minuten. Later wordt de fysiotherapeutische behandeling gegeven door middel van groepslessen die ieder één uur duren. Bij het MRC krijgt de revalidant aan het begin van de behandeling minuten fysiotherapie per dag. Naarmate de revalidant zelfstandiger wordt neemt de fysiotherapeutische begeleiding af en krijgt de revalidant oefeningen mee. Gebruikte apparatuur tijdens de behandeling De gebruikte apparatuur verschilde per revalidatiecentrum. De resultaten zijn weergegeven in tabel 2. Klinimetrie In tabel 3 staat een overzicht van de klinimetrie die in de verschillende revalidatiecentra wordt toegepast. In het RCA wordt de gebruikte klinimetrie iedere zes weken afgenomen. Bij De Hoogstraat vindt dit elke zes tot acht weken plaats. Van de overige revalidatiecentra is niet bekend hoe vaak er een meting wordt uitgevoerd. Nieuwe ontwikkelingen Van de bezochte revalidatiecentra zijn Heliomare, De Hoogstraat en het RCA aangesloten bij het NVDG en werken mee aan het Koepelproject. Deze gespecialiseerde revalidatiecentra beschikken over een kenniscentrum waarin verschillende onderzoeken worden gedaan. Nieuwe ontwikkelingen worden na overleg ingevoerd. In het RCA worden ontwikkelingen ook bijgehouden door vergaderingen of congressen te volgen van het NVRA. Als er nieuwe ontwikkelingen zijn wordt er een projectgroep gevormd die besluit of de betreffende interventie wordt ingevoerd in het behandelprogramma. In het MRC worden nieuwe ontwikkelingen bijgehouden door het lezen van tijdschriften. Na multidisciplinair teamoverleg worden nieuwe ontwikkelingen ingevoerd. 10

11 Tabel 1 Activiteiten Revalidatiecentrum De Hoogstraat Heliomare MRC RCA Verticaliseren X X X* Spierkracht X X X Rolstoelvaardigheden X X X X Transfers X X X X Uithoudingsvermogen/ belastbaarheid verbeteren X X** X ADL- vaardigheden X X X Tabel 1. Activiteiten die aan bod komen tijdens de revalidatie * Indien van toepassing bij de patiënt ** Niet de taak van de fysiotherapeut maar van de sporttherapeut Tabel 2 Apparatuur Revalidatiecentrum De Hoogstraat Heliomare MRC RCA CAREN X* Statafel X X X X FES- apparaat X** X NES X** Fitnessapparatuur X X X X Berkelbike X Sta-apparaat X Handergometer X Handbike X Tabel 2. Apparatuur die wordt gebruikt tijdens het revalidatieproces van dwarslaesiepatiënten met een complete laag thoracale laesie. * Indien van toepassing op de revalidant. Apparaat is nog in trial and error fase. ** Apparaten die nog in de experimentele fase zijn. Tabel 3 Klinimetrie Revalidatiecentrum De Hoogstraat Heliomare MRC RCA ASIA X X X X FIM X X VAS X* X Microfet X X Rolstoeltest X X Goniometer X X Bartel- index X Inspanningstest X MRC X* Oxycon apparaat X User X Tabel 3. Gebruikte klinimetrie per revalidatiecentrum * Wordt niet bij iedere revalidant uitgevoerd 11

12 Discussie Uit het onderzoek is gebleken dat er weinig literatuur van goede kwaliteit beschikbaar is voor de evidentie achter de behandeling van een complete laag thoracale dwarslaesie. Er is op dit moment nog onvoldoende onderzoek gedaan naar de verschillende behandelinterventies. Dit geldt niet alleen voor een complete dwarslaesie op laag thoracaal niveau maar voor dwarslaesierevalidatie in het algemeen. Financiën spelen een grote rol bij het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Artikelen die gebruikt zijn voor dit onderzoek werden beoordeeld met een deel van de CAT-analyse. Niet ieder artikel was van voldoende kwaliteit. Door gebrek aan gepubliceerd onderzoek zijn deze artikelen toch meegenomen in het onderzoek. Er was een afwezigheid van de follow-up, controlegroepen, blindering en randomisatie. De onderzoeken waren vaak op kleine schaal en hadden ruime in- en exclusie criteria. Hierdoor kunnen geen betrouwbare conclusies getrokken worden. Naast de lage kwaliteit van de literatuur, was een periode van tien weken voor het uitvoeren van de onderzoeksvraag zeer kort. Hierdoor werd het verzamelen van informatie beperkt, terwijl de vraagstelling erg breed was. Ook hadden de onderzoekers beperkte praktijkervaring met dwarslaesierevalidanten, wat invloed heeft gehad op het verloop van het onderzoek. De vragenlijst, welke is afgenomen bij vier verschillende revalidatiecentra, bleek niet specifiek genoeg te zijn. Er wordt op het gebied van fysiotherapie weinig gebruik gemaakt van behandelprotocollen, waardoor moeilijk achterhaald kon worden waar de behandelingen op gebaseerd waren. De therapeuten van nu zijn vaak niet bewust van de evidentie achter de behandeling en behandelen vooral vanuit klinische expertise. De weinige behandelprotocollen en programma s zijn vaak gebaseerd op oudere onderzoeken. Binnen de revalidatiecentra wordt er onder andere evidentie binnengehaald via vakbladen. Om een duidelijk overzicht te creëren heeft Lisa Harvey in haar boek Managment of spinal cord injuries de evidentie op een rijtje gezet. Opvallend is dat dit belangrijke boek nog nauwelijks bekend is onder fysiotherapeuten in Nederlandse revalidatiecentra. Conclusie De conclusie uit de onderzoeksvraag: Welke evidentie en best-practice wordt door fysiotherapeuten in verschillende revalidatiecentra gebruikt bij het behandelen van patiënten met een complete laag thoracale dwarslaesie? is dat revalidatiecentra hun behandeling vooral baseren op best practice. De verschillende revalidatiecentra lijken allemaal dezelfde behandelinterventies toe te passen en noemen het hetzelfde, maar in de praktijk blijkt de ene training de andere niet te zijn. Hierdoor kan geen betrouwbare uitspraak gedaan worden over het gebruik van hedendaagse evidentie door de revalidatiecentra. Nieuwe beschikbare evidentie wordt vaak niet goed bijgehouden en toegepast in de Nederlandse revalidatiecentra. Uit het onderzoek kan worden geconcludeerd dat er binnen Nederland weinig kwalitatief goed onderzoek gedaan wordt naar de behandeleffectiviteit bij dwarslaesierevalidatie. Daarentegen beschikt het buitenland over recente evidentie waar Nederlandse revalidatiecentra meer aandacht aan moeten besteden. Hierbij zou meer samengewerkt moeten worden. Een beter samenwerking zorgt voor een betere uitwisseling van evidentie en kan zorgen voor onderzoeken op grotere schaal. Op dit moment zijn er in Nederland verschillende onderzoeken gaande die de 12

13 behandelinterventies en het effect van dwarslaesierevalidatie onderzoeken. In revalidatiecentrum De Hoogstraat is fysiotherapeute Sascha van Langeveld bezig een classificatie systeem te ontwikkelen voor de behandeling van dwarslaesie revalidanten. Daarnaast werken onderzoekers door heel Nederland mee aan het Koepelproject. Hierbij wordt de functionele belasting, belastbaarheid en herstel van mobiliteit in het revalidatieproces van dwarslaesiepatiënten onderzocht. Dergelijke onderzoeken worden uitgewisseld via het NVDG. Op dit moment wordt er nog geen verantwoording van de revalidatiecentra verwacht richting de zorgverzekeraars. In de toekomst zal dit gaan veranderen. Het is dan ook van groot belang dat de gespecialiseerde revalidatiecentra binnen Nederland zich meer gaan verdiepen in de evidentie die aanwezig is. Woordenlijst ASIA-A: Asia Impairment Scale A= Compleet, Afwezige motoriek en sensibiliteit in de sacrale segmenten S4-S5 Blindering: Door blindering van de patiënt wordt voorkomen dat: a) deze bewust of onbewust een grotere compliance met het protocol zal hebben, b) de uitkomstmeting door voorkeuren voor behandeling wordt beïnvloed. Door blindering van de behandelaar wordt voorkomen dat deze, omdat hij op de hoogte is van de aard van de toegewezen behandeling: a) een bepaald enthousiasme zal uitstralen, b) verschillende mate van adherentie aan het onderzoeksprotocol zal hebben. Catz-itzkovich SCIM: Verkorte Spinal Cord Independence Measure* CAT-analyse: Critically Appraised Topic analyse Co-interventies: Verdeling van behandelingen anders dan de door randomisatie toegewezen. Soms worden deze door de onderzoekers onder controle en dus gelijk gehouden. In andere gevallen worden de co-interventies per groep gerapporteerd. Confounding: Een confounder is een factor die gerelateerd is aan de te onderzoeken risicofactoren of blootstelling en aan de uitkomst. Een confounder kan een verband tussen blootstelling en uitkomst verzwakken of versterken. Door confounding kan een verband, dat in werkelijkheid afwezig is, worden gesuggereerd of kan een bestaand verband worden ontkend. Contaminatie: In geval van contaminatie krijgt of zoekt de patiënt in de loop van het onderzoek precies de behandeling die eigenlijk aan de andere groep toegewezen is. FEV1: Forced expiratory volume. De maximale hoeveelheid lucht die er na maximale inademing kan worden uitgeademd in 1seconde. FIM: functional imdependence measurement, een observatieschaal voor het zelfstandig meten van de ADL- activiteiten. FIV1: Forced inspiratory volume. De maximale hoeveelheid lucht die na maximale uitademing kan worden ingeademd in 1seconde. 13

14 FVC: Geforceerde vitale capaciteit. Koepelproject: Een project dat de 'Functionele belasting, belastbaarheid en herstel van mobiliteit in de revalidatie van personen met een dwarslaesie weer wil geven. Laag thoracale laesie: T9-T12 Loss-to-follow-up: Uitval van deelnemers bij een onderzoek. MRC: Militair Revalidatiecentrum M Fases Heliomare: M1: Opname voorbereid M2: Opname afgerond M3: Programma draait M4: Functionele prognose bekend M5: Vaardigheidsplafond bereikt M6: Ontslag voorbereid M7: Evaluatie 3 maanden na ontslag NVDG: Nederlands-Vlaams Dwarslaesie genootschap NVRA: Nederlandse Vereniging voor Revalidatieartsen PEmax: Piek uitademingstroom PImax: Piek inademingstroom POpeak: Piek uitgevoerde kracht RCA: Revalidatiecentrum Amsterdam Randomisatie: Een methode waarbij gebruikgemaakt wordt van het toeval om de te onderzoeken interventie en de controlebehandeling(en) toe te wijzen aan de patiënt. Randomisatie houdt in dat ieder individu (of andere eenheid van randomisatie) een gelijke kans heeft om elk van de interventies te krijgen. SCIM*: Spinal Cord Independence measure, een observatieschaal voor het meten van het herstel van de patiënt. Deze meet onder andere de mate van personele hulp, noodzakelijke hulpmiddelen en continentie. VO2peak: Piek zuurstof opname Referenties 1. Faber R. Dwarslaesierevalidatie. Revalidatie factsheet oktober Beschikbaar via: geraadpleegd december

15 2. Lonkhuyzen A van. De Hoogstraat Utrecht. Dwarslaesie en revalidatie Beschikbaar via: 7q1o4R20wPYLtyG5WPiw/folder-dwarslaesie.pdf. Geraadpleegd december Harvey L. Managment of spinal cord injuries. Sydney: Elsevier; P Asbeck F. Handboek dwarslaesie revalidatie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; P Beckers DML. Fysiotherapie bij de revalidatie van dwarslaesiepatiënten: een multidisciplinaire benadering: een leidraad voor behandelaar en revalidant. Utrecht: De Tijdstroom; P Kilkens OJ, Post MW, Woude LH van der, Dallmeijer AJ, Heuvel WJ van den. The wheelchair circuit: Reliability of a test to assess mobility in persons with spinal cord injuries. Archives of physical medicine and rehabilitation 2002;83: Kilkens OJ, Dallmeijer AJ, Nene AV, Post MW, Woude LH van der. The longitudinal relation between physical capacity and wheelchair skill performance during inpatient rehabilitation of people with spinal cord injury. Archives of physical medicine and rehabilitation 2005;68: Valent LJM, Dallmeijer AJ, Houdijk H, Talsma E, Woude LH van der. The effects of upper body exercise on the physical capacity of people with a spinal cord injury: a systematic revieuw. Clinical rehabilitation 2007;21(4): Dallemeijer AJ, Woude LH van der, Hollander AP, As HHJ van. Physical performace during rehabilitation in persons with spinal cord injurys. Medicine & science in sports & exercise 1999;31(9): Haisma JA, Bussmann JBJ, Stam HJ, Sluis TAR, Bergen MP, Post MWM, Dallmeijer AJ, Woude LHV van der. Physical fitness in people with a spinal cord injury: the association with complications and duration of rehabilitation. Clinical rehabilitation 2007;21: Mueller G, Groot S de, Woude LH van der, Hopman MTE. Time course of lung function and repiratory muscle pressure generating capacity after spinal cord injury. A prospective cohort study. Journal of Rehabilitation Medicine 2008; 40: Catz A, Itzkovich M, Steinberg F, Philo O, Ring H, Ronen J, Spasser R, Gepsteinoe R, Tamir A. The Catz- Itzkovich SCIM: a revised version of the Spinal Cord Independence Measure. Disability and rehabilitation 2001, vol 23, no 6, 263; Langeveld SA van, Post MW, Asbeck FW van, Postma K, Leenders J, Pons K. Feasibility of a Classification System for Physical Therapy, Occupational Therapy, and Sports Therapy Interventions formobility and Self-Care in Spinal Cord Injury Rehabilitation. Archives of physical medicine and rehabilitation 2008; 89: Langeveld SA van, Post MW, Asbeck FWA van, Postma K, Leenders J, Pons K, Liefhebber H. Bruikbaarheid van een classificatie van paramedische dwarslaesie behandelingen. Revalidata 2007; Hol AT, Eng JJ, Miller WC, Sproule S, Krassioukov AV. Reliability and Validity of the Six-Minute Arm Test for the Evaluation of Cardiovascular Fitness in People With Spinal Cord Injury. Archives of physical medicine and rehabilitation 2007; 88: Janssen TWJ, Dallmeijer AJ, Veeger D, Woude LHV van der. Normative Values and determinants of physical capcity in individuals with spinal cord injury. Journal of rehabilitation research and development

16 DVD Als extra opdracht is een DVD samengesteld over de verschillende transfertechnieken bij dwarslaesiepatiënten met een paraplegie. Deze DVD is bedoeld als instructie DVD voor toekomstige fysiotherapeuten of kan gebruikt worden als informatiemateriaal voor uw patiënten. In de DVD zullen de volgende items met betrekking tot transfers aan bod komen: Spierkracht Balans Omrollen Rolstoel / bed - Lig / zit - Rolstoel / bed, luchtmatras - Rolstoel / bed, normaal matras - Transfer met hoogte verschil Rolstoel / stoel Grond / rolstoel Omgevallen rolstoel De DVD is ontwikkeld in samenwerking met het RCA en MRC. De patiënten die u te zien krijgt waren tijdens de opnames aan het revalideren en worden geïnstrueerd door hun behandelend fysiotherapeut. 16

17 Nawoord In de afgelopen tien weken hebben wij een beeld gevormd over de evidentie die beschikbaar is voor de behandeling van revalidanten met een complete laag thoracale dwarslaesie. Deze periode was voor ons erg leerzaam en we hopen met deze beroepsopdracht ook anderen meer inzicht te geven over de evidentie rondom de behandeling van dwarslaesierevalidanten. Aan het uitvoeren van ons onderzoek hebben verschillende revalidatiecentra een bijdrage geleverd. Wij willen de fysiotherapeuten van de bezochte revalidatiecentra bedanken voor de tijd die ze hebben vrijgemaakt en de informatie die we gekregen hebben. Ook willen wij de revalidanten en fysiotherapeuten van het RCA en het MRC Doorn bedanken voor de bijdrage die zij hebben geleverd aan de opnames voor de DVD. Voor het ontwikkelen van de gehele beroepsopdracht willen wij Henny van de Koekelt en Maarten van Egmond bedanken voor de begeleiding. 17

18 Samenvatting HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM HOGESCHOOL VOOR PARAMEDISCHE OPLEIDINGEN OPLEIDING FYSIOTHERAPIE SAMENVATTING AFSTUDEEROPDRACHT Van: Berkteit Kebede, Mignon Smit, Petra Wildeman, Datum/jaar: Titel: Dwarslaesierevalidatie: De evidentie achter het fysiotherapeutische behandelproces bij een complete laag thoracale dwarslaesie. Probleemomschrijving/vraagstelling: Welke evidentie en best practice wordt door fysiotherapeuten in verschillende revalidatiecentra gebruikt bij het behandelen van patiënten met een complete laag thoracale dwarslaesie? Samenvatting: Tegenwoordig is het van belang dat fysiotherapeutische interventies gebaseerd zijn op evidentie. Onze beroepsopdracht is dan ook ontstaan door een vraag vanuit de opleiding naar evidentie achter fysiotherapeutische behandelingen van centraal neurologische aandoeningen. Omdat dit onderwerp erg breed is hebben we ervoor gekozen ons alleen te richten op de aandoening dwarslaesie. Om deze aandoening nog specifieker te kunnen maken hebben wij voor een complete laag thoracale dwarslaesie (ASIA-A) gekozen. Om te onderzoeken welke evidentie er rond de behandeling van dwarslaesiepatiënten is en welke er in de revalidatiecentra gebruikt worden, hebben wij literatuurstudie gedaan en vier revalidatiecentra bezocht. De uitkomsten van het onderzoek zijn verwerkt in een artikel. Samenvatting artikel: Doel: De beschikbare evidentie en best practice voor de fysiotherapeutische behandeling van een revalidant met een complete laag thoracale dwarslaesie weergeven. Methode: Om te beoordelen op welke evidentie de behandeling van dwarslaesierevalidanten gebaseerd is, zijn er wetenschappelijke artikelen gelezen en beoordeeld door middel van de CAT-analyse. Daarnaast zijn er verschillende revalidatiecentra in Nederland bezocht, waarbij een vragenlijst is afgenomen. Resultaten: Aan de hand van de CAT-analyses en de kwaliteitsbeoordeling bleken zes van de tien artikelen van voldoende kwaliteit. Door gebrek aan literatuur van voldoende kwaliteit werden de vier artikelen van onvoldoende kwaliteit toch meegenomen in het onderzoek. Belangrijke onderwerpen in de artikelen waren: rolstoeltraining, spierkracht, fysieke capaciteit, longcapaciteit, klinimetrie en het classificatiesysteem. Uit de vragenlijst is gebleken dat er overeenkomsten zijn in de behandelinterventies maar verschillen in de uitvoering hiervan. Discussie: Het onderzoek werd beperkt door de lage kwaliteit van de literatuur en de korte periode die er was om het onderzoek uit te voeren. Ook bleek de vragenlijst niet specifiek genoeg te zijn wat de uitkomsten minder betrouwbaar maakt. 18

19 Conclusie: De conclusie uit de onderzoeksvraag is dat revalidatiecentra hun behandeling vooral baseren op best practice. De verschillende revalidatiecentra lijken allemaal dezelfde behandelinterventies toe te passen en noemen het hetzelfde, maar in de praktijk blijkt de ene training de andere niet te zijn. Hierdoor kan geen betrouwbare uitspraak gedaan worden over het gebruik van hedendaagse evidentie door de revalidatiecentra. Nieuwe beschikbare evidentie wordt vaak niet goed bijgehouden en toegepast in de Nederlandse revalidatiecentra. Naast evidentie achter behandelinterventies binnen de opleiding fysiotherapie is er vraag naar visuele ondersteuning voor studenten. Daarom hebben wij een DVD samengesteld. Voor fysiotherapie studenten in FLP6 is het moeilijk een beeld te vormen bij een transfertraining van dwarslaesiepatiënten. Hierdoor kan er vaak geen maximaal resultaat gehaald worden uit het oefenen van de transfers. Met behulp van de DVD waarop verschillende transfers uitgevoerd worden met de daarbij behorende instructies, hopen wij dit voor de studenten inzichtelijker te maken. Aanbevelingen (evt. suggesties verdere projecten) Het buitenland beschikt over recente evidentie waar Nederlandse revalidatiecentra meer aandacht aan zou moeten besteden. Hierbij zou meer samengewerkt moeten worden. Een beter samenwerking zorgt voor een betere uitwisseling van evidentie en kan zorgen voor onderzoeken op grotere schaal. Het is dus van groot belang dat de gespecialiseerde revalidatie centra binnen Nederland zich meer gaan verdiepen in de evidentie die aanwezig is. 19

20 Literatuurlijst Artikelen 1. Kilkens OJ, Post MW, Woude LH van der, Dallmeijer AJ, Heuvel WJ van den. The wheelchair circuit: Reliability of a test to assess mobility in persons with spinal cord injuries. Archives of physical medicine and rehabilitation 2002;83: Kilkens OJ, Dallmeijer AJ, Nene AV, Post MW, Woude LH van der. The longitudinal relation between physical capacity and wheelchair skill performance during inpatient rehabilitation of people with spinal cord injury. Archives of physical medicine and rehabilitation 2005;68: Valent LJM, Dallmeijer AJ, Houdijk H, Talsma E, Woude LH van der. The effects of upper body exercise on the physical capacity of people with a spinal cord injury: a systematic revieuw. Clinical rehabilitation 2007;21(4): Dallemeijer AJ, Woude LH van der, Hollander AP, As HHJ van. Physical performace during rehabilitation in persons with spinal cord injurys. Medicine & science in sports & exercise 1999;31(9): Haisma JA, Bussmann JBJ, Stam HJ, Sluis TAR, Bergen MP, Post MWM, Dallmeijer AJ, Woude LHV van der. Physical fitness in people with a spinal cord injury: the association with complications and duration of rehabilitation. Clinical rehabilitation 2007;21: Mueller G, Groot S de, Woude LH van der, Hopman MTE. Time course of lung function and repiratory muscle pressure generating capacity after spinal cord injury. A prospective cohort study. Journal of Rehabilitation Medicine 2008; 40: Catz A, Itzkovich M, Steinberg F, Philo O, Ring H, Ronen J, Spasser R, Gepsteinoe R, Tamir A. The Catz- Itzkovich SCIM: a revised version of the Spinal Cord Independence Measure. Disability and rehabilitation 2001, vol 23, no 6, 263; Langeveld SA van, Post MW, Asbeck FW van, Postma K, Leenders J, Pons K. Feasibility of a Classification System for Physical Therapy, Occupational Therapy, and Sports Therapy Interventions formobility and Self-Care in Spinal Cord Injury Rehabilitation. Archives of physical medicine and rehabilitation 2008; 89: Langeveld SA van, Post MW, Asbeck FWA van, Postma K, Leenders J, Pons K, Liefhebber H. Bruikbaarheid van een classificatie van paramedische dwarslaesie behandelingen. Revalidata 2007; Hol AT, Eng JJ, Miller WC, Sproule S, Krassioukov AV. Reliability and Validity of the Six-Minute Arm Test for the Evaluation of Cardiovascular Fitness in People With Spinal Cord Injury. Archives of physical medicine and rehabilitation 2007; 88: Janssen TWJ, Dallmeijer AJ, Veeger D, Woude LHV van der. Normative Values and determinants of physical capcity in individuals with spinal cord injury. Journal of rehabilitation research and development Boeken 1. Harvey L. Managment of spinal cord injuries. Sydney: Elsevier; P Asbeck F. Handboek dwarslaesie revalidatie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; P Beckers DML. Fysiotherapie bij de revalidatie van dwarslaesiepatiënten: een multidisciplinaire benadering: een leidraad voor behandelaar en revalidant. Utrecht: De Tijdstroom; P Françooijs RRJ. Dwarslaesie: de psychische en maatschappelijke gevolgen van het krijgen van een dwarslaesie. Utrecht: SWP; P.159 DVD s 1. Nijsten M. Het leven is schitterend, maar Hilversum: RKK/KRO; min. 20

21 2. Schmitt M, Haen M. Life after SCI. Morton: Altimate Medical; Internetsites

22 Bijlagen 22

23 Bijlage 1 Verantwoording Er is geprobeerd een zo eerlijk mogelijke verdeling te maken van onderdelen die uitgewerkt moesten worden. In de begin fase hebben we veel gezamenlijk gewerkt voor het verdiepen in dwarslaesierevalidatie en het zoeken naar geschikte literatuur. Iedereen heeft even veel artikelen gelezen en geanalyseerd. Hieronder staat een overzicht van wie welk onderdeel van de beroepsopdracht uitgewerkt heeft. Iedere student heeft elkaars stukken gelezen en feedback gegeven. Onderdeel: Voorkant Inhoud Voorwoord Inleiding Samenvatting artikel Inleiding artikel Methode, zoekstrategie literatuur Methode, selectie literatuur Methode, kwaliteit literatuur Methode, deelnemers & procedure revalidatiecentra Methode, vragenlijst Resultaten, rolstoeltraining Resultaten, spierkracht Resultaten, fysieke capaciteit Resultaten, longcapaciteit Resultaten, klinimetrie Resultaten, classificatiesysteem Resultaten, vragenlijst Discussie Conclusie Referenties DVD, filmen DVD, inleiding DVD, montage Nawoord Bijlage Lay-out Naam: Berkteit Berkteit Berkteit Berkteit Petra Mignon Berkteit Berkteit Berkteit Petra Petra Berkteit Mignon Berkteit Mignon Mignon Petra Petra Berkteit Mignon Allen Allen Mignon Berkteit Petra Allen Berkteit 23

24 Bijlage 2 Uitgebreide resultaten Rolstoeltraining Uit onderzoeken blijkt dat 82% van de dwarslaesie revalidanten rolstoel gebonden is. Gebruik van een rolstoel is nodig om zelfstandig mobiel te zijn. Atrofie van de spiermassa resulteert in vermindering van de fysieke capaciteit van de revalidant. Een goede kennis van rolstoelvaardigheden gecombineerd met een optimale fysieke conditie vergroot de mobiliteit van de patiënt en kan het verschil zijn tussen afhankelijkheid en onafhankelijkheid in het dagelijks leven. Daarom is training van rolstoel taken een noodzakelijk onderdeel van de revalidatie. Het rolstoelcircuit is een test om de rolstoelvaardigheden van de revalidant te beoordelen. De negen taken die hierbij uitgevoerd moeten worden zijn: 8-tje rijden, drempel passeren, het opkomen van een helling, sprint, lopen, 3% helling, 6% helling, rolstoel rijden en een transfer. Verandering in rolstoeltaak uitvoering en fysieke capaciteit gedurende de revalidatie zijn onderzocht en in het artikel weergegeven. Gedurende de revalidatie is de rolstoelcircuit test drie keer afgenomen en werd er gescoord op de onderdelen beheersing, uitvoeringstijd en fysieke kracht. De analyse van de rolstoelcircuit scores liet zien dat alle scores significant verbeterd zijn tussen t1 en t2 en tussen t2 en t3. De verbetering in beheersingsscore zat tussen t1 en t2 op 0.92 en tussen t2 en t3 op Verbetering in uitvoeringstijd was seconden tussen t1 en t2 en seconden tussen t2 en t3. De fysieke kracht verbetering was -6.8 tussen t1 en t2 en -5.7 tussen t2 en t3. Hieruit kon geconcludeerd worden dat er aandacht besteedt moet worden aan manuele rolstoeltraining om het omgaan met een rolstoel te optimaliseren. In een ander artikel is onderzoek gedaan naar het testen van het rolstoelcircuit. Uit het onderzoek blijkt dat door het verschil in moeilijkheidsgraad van taken niet alle revalidanten in staat zijn alle taken uit te voeren. Het aantal taken dat uitgevoerd kon worden varieerde tussen de drie en negen. Een goede beoordelaarbetrouwbaarheid moest boven de 0,8 liggen, deze lagen op 0,98 en 0,97. Hieruit konden ze concluderen dat de betrouwbaarheid van de test in het algemeen goed was, maar er voor veel onderdelen nog extra onderzoek nodig is. Spierkracht Uit recent onderzoek blijkt dat door lage kwaliteit van onderzoeken geen definitieve uitspraken kunnen worden gedaan over het effect van het trainen van de bovenste extremiteit op de algehele conditie van dwarslaesie patiënten. Van 25 artikelen uit 1970 t/m mei 2006 met als onderwerp, het effect van het trainen van de bovenste extremiteit voor een verbetering in conditie van patiënten met een dwarslaesie, bleek meer dan 50 % van onacceptabele kwaliteit. De kwaliteit werd bepaald aan de hand van de kwaliteitlijst van Tulder et al, die de kwaliteit van gerandomiseerde oefentrajecten test. Deze lijst bestaat uit 19 items waarop gescoord kan worden. Een score onder de negen werd gezien als onacceptabele kwaliteit. Hiermee wordt de kwaliteit van de randomisatie in de onderzoeken gemiddeld gescoord op een 8,8. De kwaliteit van de methodes waren laag door afwezigheid van randomisatie en controle groepen. 14 artikelen van redelijke kwaliteit lieten na een periode van training een gemiddelde vooruitgang zien in POpeak van 17,6% en VOpeak van 26,1%. De resultaten van de onderzoeken verschilden erg van elkaar doordat er geen onderscheid was gemaakt in laesie niveau. Negen onderzoeken van goede kwaliteit keken naar het effect op de VOpeak bij 24

Ademhalingsfunctie: tussen proefschrift en richtlijn? Karin Postma

Ademhalingsfunctie: tussen proefschrift en richtlijn? Karin Postma Ademhalingsfunctie: tussen proefschrift en richtlijn? Karin Postma fysiotherapeut en onderzoeker Rijndam revalidatie & Erasmus MC te Rotterdam tussen proefschrift en richtlijn? Promotor: Prof.dr. H.J.

Nadere informatie

Inleiding. Arbeidsintegratie op rolletjes? Doel onderzoek. Participanten. Variabelen. Rolstoel capaciteit (1)

Inleiding. Arbeidsintegratie op rolletjes? Doel onderzoek. Participanten. Variabelen. Rolstoel capaciteit (1) Arbeidsintegratie op rolletjes? Judith van Velzen Christel van Leeuwen, Sonja de Groot, Luc van der Woude, Willemijn Faber & Marcel Post 25 maart 2011 Inleiding Werk heeft positieve invloed op kwaliteit

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 4 1 Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding (2) Inleiding (1) Inleiding (4) Inleiding (3)

Inhoud. Inleiding (2) Inleiding (1) Inleiding (4) Inleiding (3) Inhoud van mensen met een dwarslaesie tot 5 jaar na ontslag uit eerste klinische revalidatie Rutger Osterthun, AIOS De Hoogstraat Revalidatie MW Post, FWA Van Asbeck, CM Van Leeuwen, CF Van Koppenhagen

Nadere informatie

Wat is fitheid? Hoe kun je fitheid verbeteren? Belang van fysieke capaciteit. Inhoud. Effecten van training. Effecten van training 20-2-2012

Wat is fitheid? Hoe kun je fitheid verbeteren? Belang van fysieke capaciteit. Inhoud. Effecten van training. Effecten van training 20-2-2012 Hoe kun je fitheid verbeteren? Wat is fitheid? Wanneer doe je het goed? Actieve leefstijl! 3 februari 2012 Rogier Broeksteeg Fysieke fitheid fysieke capaciteit / spierkracht en uithoudingsvermogen / lichaamssamenstelling

Nadere informatie

Lange termijn problemen. Active LifestyLe Rehabilitation Interventions in people with chronic Spinal Cord injury (ALLRISC) ALLRISC ALLRISC ALLRISC

Lange termijn problemen. Active LifestyLe Rehabilitation Interventions in people with chronic Spinal Cord injury (ALLRISC) ALLRISC ALLRISC ALLRISC ALLRISC Onderzoeksprogramma: Active LifestyLe Rehabilitation Interventions in people with chronic Spinal Cord injury (ALLRISC) De eerste resultaten 1999-2006: Onderzoeksprogramma: Herstel van mobiliteit

Nadere informatie

Inhoud presentatie. Achtergrond project Vertaling datasets Consensus rondes Betrouwbaarheid Vervolg

Inhoud presentatie. Achtergrond project Vertaling datasets Consensus rondes Betrouwbaarheid Vervolg Sacha van Langeveld Inhoud presentatie Achtergrond project Vertaling datasets Consensus rondes Betrouwbaarheid Vervolg Achtergrond Streven hoge kwaliteit van zorg NVDG Ontbreken van het op eenduidig gestandaardiseerde

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrumenten

Uitgebreide toelichting van het meetinstrumenten 1 Uitgebreide toelichting van het meetinstrumenten Life Habits 22 September 2010 Review: 1) E. Bernges, M. Bertrand, L. Patelski 2) Sandra Joeris Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens Lichaamsregio

Nadere informatie

Longfunctie en longproblematiek bij mensen met een dwarslaesie na de klinische revalidatie

Longfunctie en longproblematiek bij mensen met een dwarslaesie na de klinische revalidatie Longfunctie en longproblematiek bij mensen met een dwarslaesie na de klinische revalidatie Karin Postma 1,2 Hans Bussmann 2, Henk Stam 2, Michael Bergen 1, Janneke Haisma 1,2, Maria Hopman 3 1: Rijndam

Nadere informatie

Onderzoeksdesigns. Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis

Onderzoeksdesigns. Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis Onderzoeksdesigns Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis Inhoud Inleiding Wetenschappelijk bewijs Opdracht Verschillende onderzoekdesigns De drie componenten van evidence-based practice Wetenschappelijk

Nadere informatie

Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP 16-4-2015

Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP 16-4-2015 Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk Lies Braam, verpleegkundig specialist neurologie 26 maart 2015 V &VN neurocongres Definitie EBP Bij EBP gaat het om klinische beslissingen op basis van

Nadere informatie

Voorwoord 1 0. Inleiding 1 1

Voorwoord 1 0. Inleiding 1 1 Inhoud Voorwoord 1 0 Inleiding 1 1 1 Evidence-based diëtetiek: principes en werkwijze 1 3 Inleiding 1 3 1.1 Evidence-based diëtetiek 1 3 1.2 Het ontstaan van evidence-based handelen 1 5 1.3 Evidence-based

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Door de hedendaagse gespecialiseerde medische zorg is de levensverwachting van mensen met een dwarslaesie aanzienlijk toegenomen. Echter, veel mensen met een chronische dwarslaesie

Nadere informatie

Samenvatting in Nederlands

Samenvatting in Nederlands * Samenvatting in Nederlands Samenvatting in Nederlands Dit proefschrift is gebaseerd op gegevens verkregen uit het FuPro-CVA onderzoek (Functionele Prognose bij een cerebrovasculair accident (of beroerte)).

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Beweegprogramma ms in de eerste en tweede lijn

Beweegprogramma ms in de eerste en tweede lijn Beweegprogramma ms in de eerste en tweede lijn Carien Linders v.d. Lijcke fysiotherapeut PMC Heusdenhout, Breda lid NAHFysioNet Hoe ontstaan? Als opdracht voor cursus Neurorevalidatie... Aanvulling van

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

1 G>=>KE:G=L> Dutch summary

1 G>=>KE:G=L> Dutch summary 1 Dutch summary * - nederlandse samenvatting Alhoewel cerebrale parese (CP) wordt gezien als een non-progressieve aandoening treden er wel degelijk secundaire complicaties op zoals afname van beweeglijkheid,

Nadere informatie

Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag?

Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Prof. dr. Rob A.B. Oostendorp Nederlands Paramedisch Instituut Amersfoort UMC St Radboud, Nijmegen Werkgroep Onderzoek Kwaliteit AANDACHTSPUNTEN doel conventionele

Nadere informatie

Circuittraining Een nieuwe groepstraining met een functioneel karakter

Circuittraining Een nieuwe groepstraining met een functioneel karakter Circuittraining Een nieuwe groepstraining met een functioneel karakter Drs. Lotte Wevers Dr. Ingrid van de Port Prof. Dr. Eline Lindeman Prof. Dr. Gert Kwakkel Kenniscentrum De Hoogstraat, Utrecht Overzicht

Nadere informatie

Ervaringsdeskundigheid binnen de Nederlandse dwarslaesierevalidatie: een exploratieve studie

Ervaringsdeskundigheid binnen de Nederlandse dwarslaesierevalidatie: een exploratieve studie Ervaringsdeskundigheid binnen de Nederlandse dwarslaesierevalidatie: een exploratieve studie Elsemieke Visse 1,2, MSc J. Tommel, C.M.C. van Leeuwen, F. Penninx, A. Riedstra, E. Vollbracht, J. Stolwijk,

Nadere informatie

MS Fitnessgroep. Klinimetrie MS. Fysiotherapie bij MS 19-2-2014. MSMS 2 december 2013

MS Fitnessgroep. Klinimetrie MS. Fysiotherapie bij MS 19-2-2014. MSMS 2 december 2013 MS Fitnessgroep MSMS 2 december 2013 Marion Verhulsdonck (RA) Nydia van As (FT), Sanne Lambeck (FT) Klinimetrie MS Basis lichamelijk onderzoek (kracht, mobiliteit, sensibiliteit, tonus (SPAT?) 10 meter

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Onderste extrimiteiten

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Onderste extrimiteiten Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Emory Functional Ambulation Profile (E-FAP) 22 juni 2011 Review: 1) Britta Klingen Tanja Schmitz Julia Wagner 2) Sandra Joeris Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene

Nadere informatie

Leeswijzer evidence summaries logopedische behandeling

Leeswijzer evidence summaries logopedische behandeling Leeswijzer evidence summaries logopedische behandeling Inge Zoutenbier, Lotte Versteegde, Jenta Sluijmers, Ingrid Singer en Ellen Gerrits (2016) 1 In opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Logopedie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Een dwarslaesie is een gehele of gedeeltelijke beschadiging van het ruggenmerg en leidt tot vermindering van spierkracht, sensibiliteit en dysfunctie van het autonome zenuwstelsel.

Nadere informatie

USER: een nieuw generiek instrument voor het vastleggen van uitkomsten van klinische revalidatie

USER: een nieuw generiek instrument voor het vastleggen van uitkomsten van klinische revalidatie USER: een nieuw generiek instrument voor het vastleggen van uitkomsten van klinische revalidatie M. Post, I. van de Port, R. Peeters, R. Baines, S. van Berlekom INLEIDING In deze bijdrage besteden wij

Nadere informatie

Meten = Weten: evaluatie van vier meetinstrumenten voor uitkomsten van revalidatie

Meten = Weten: evaluatie van vier meetinstrumenten voor uitkomsten van revalidatie Meten = Weten: evaluatie van vier meetinstrumenten voor uitkomsten van revalidatie I.G.L. van de Port, S. Berdenis van Berlekom, R.J. Baines, R. Peeters, R. Sikkes, F. Raats-Bacxk, A. Schilders, M. Post

Nadere informatie

SPIQUE. Spinal Cord Injury Quality of Life Evaluation

SPIQUE. Spinal Cord Injury Quality of Life Evaluation Beatrixoord De Hoogstraat Heliomare Het Roessingh Adelante RCA Rijndam Sint Maartenskliniek Centrum voor bewegingswetenschappen, Universitair Medisch Centrum Groningen, Universiteit van Groningen, Erasmus

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Fysieke training bij kinderen met Duchenne. Auteurs: Wendy Boers; Stephanie van den Broek

Fysieke training bij kinderen met Duchenne. Auteurs: Wendy Boers; Stephanie van den Broek Fysieke training bij kinderen met Duchenne. Auteurs: Wendy Boers; Stephanie van den Broek Inleiding In dit literatuuronderzoek onderzoeken wij wat het effect van fysieke training bij kinderen met Duchenne

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie

Multiple Sclerose (fysiotherapeutische behandeling)

Multiple Sclerose (fysiotherapeutische behandeling) Multiple Sclerose (fysiotherapeutische behandeling) Remco Muller MNR, Fysiotherapeut Lid MS Zorgnet RMC Groot Klimmendaal Expertisecentrum voor volwassenen Inhoud Inleiding Evidence based practise Fysiotherapeutisch

Nadere informatie

hoofdstuk 4 & 7 hoofdstuk 3 & 6 hoofdstuk 2 hoofdstuk 5 Hoofdstuk 2 tot en met 5 hoofdstuk 6 en 7 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 hoofdstuk

hoofdstuk 4 & 7 hoofdstuk 3 & 6 hoofdstuk 2 hoofdstuk 5 Hoofdstuk 2 tot en met 5 hoofdstuk 6 en 7 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 hoofdstuk Samenvatting De Lokomat is een apparaat dat bestaat uit een tredmolen, een harnas voor lichaamsgewichtondersteuning en twee robot armen die de benen van neurologische patiënten kunnen begeleiden tijdens

Nadere informatie

Formulier Beoordeling Critical Appraisal of a Topic (CAT)

Formulier Beoordeling Critical Appraisal of a Topic (CAT) Formulier Beoordeling Critical Appraisal of a Topic (CAT) Datum: Co-schap Beschouwend Co-schap Snijdend Co-schap Moeder & Kind Co-schap Neurowetenschappen Co-schap HAG & Sociale Geneeskunde GEZP Keuzeonderwijs.

Nadere informatie

Samenvatting. Effectiviteit van ergotherapie: stand van zaken

Samenvatting. Effectiviteit van ergotherapie: stand van zaken Samenvatting Effectiviteit van ergotherapie: stand van zaken Ergotherapie is een paramedisch beroep dat gericht is op het verbeteren van het zelfstandig functioneren door het individu in de voor die persoon

Nadere informatie

Meten is weten. ook. bij collum care

Meten is weten. ook. bij collum care Meten is weten ook bij collum care Presentatie door Leny Blonk nurse practitioner orthopedie Alysis zorggroep 1 Meten een dagelijkse bezigheid Leveren van maatwerk 2 Meten een dagelijkse bezigheid Om ons

Nadere informatie

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Vrije Universiteit Brussel UMC St Radboud, Nijmegen NPi, Amersfoort 1 NVMT 4e LUSTRUM VAN HARTE PROFICIAT 2 WAAROM

Nadere informatie

Samenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie

Samenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie Het implementeren van een cliëntgerichte benadering in de gezondheidszorg heeft in toenemende mate de aandacht gekregen van patiënten, hulpverleners en beleidsmakers.

Nadere informatie

1 Inleiding 1 1.1 Historie 1 1.2 Classificaties van revalidatieactiviteiten 1 1.3 Organisatie 2 1.4 Epidemiologie 3 Literatuur 7

1 Inleiding 1 1.1 Historie 1 1.2 Classificaties van revalidatieactiviteiten 1 1.3 Organisatie 2 1.4 Epidemiologie 3 Literatuur 7 Inhoud Woord vooraf bij de tweede, geheel herziene druk Auteurs I III 1 Inleiding 1 1.1 Historie 1 1.2 Classificaties van revalidatieactiviteiten 1 1.3 Organisatie 2 1.4 Epidemiologie 3 Literatuur 7 DEEL

Nadere informatie

Back on Track: eerste ervaringen met geprotocolleerde pijnrevalidatie in de eerste lijn. Reni van Erp, MSc

Back on Track: eerste ervaringen met geprotocolleerde pijnrevalidatie in de eerste lijn. Reni van Erp, MSc Back on Track: eerste ervaringen met geprotocolleerde pijnrevalidatie in de eerste lijn. Reni van Erp, MSc Disclosure slide Companies No relations Research funding CZ Fonds Provincie Limburg Adelante epartment

Nadere informatie

Dutch Summary. (Nederlandse Samenvatting) Tim Takken

Dutch Summary. (Nederlandse Samenvatting) Tim Takken Dutch Summary (Nederlandse Samenvatting) Tim Takken 9 In Hoofdstuk 1 wordt een inleiding gegeven over algemene fitheid en algehele gezondheid. Uit diverse studies blijkt dat er een relatie bestaat tussen

Nadere informatie

Arm-hand revalidatie. op basis van CIMT-BiT

Arm-hand revalidatie. op basis van CIMT-BiT Arm-hand revalidatie op basis van CIMT-BiT Inhoud Inleiding 3 Wat is CIMT-BiT? 3 Doel 3 Opname 4 Wat gaat vooraf aan de behandeling? 4 De behandeling 4 Resultaten 5 Meenemen bij opname 6 Inleiding Een

Nadere informatie

De rol van de revalidatieverpleegkundige in het interdisciplinaire team

De rol van de revalidatieverpleegkundige in het interdisciplinaire team De rol van de revalidatieverpleegkundige in het interdisciplinaire team Dineke Vis, M NR - Master of NeuroRehabilitation. Verpleegkundige neurorevalidatie Transmuraal ketencoördinator CVA Doel presentatie

Nadere informatie

De HandbikeBattle Effect op gezondheid en fitness

De HandbikeBattle Effect op gezondheid en fitness De HandbikeBattle Effect op gezondheid en fitness Sonja de Groot Linda Valent Reade Heliomare Beatrixoord De Hoogstraat Het Roessingh Adelante Rijndam Vogellanden Sint Maartenskliniek De HandbikeBattle

Nadere informatie

Methodologie & onderzoek

Methodologie & onderzoek JAAR 2 Methodologie & onderzoek Klinische les en Critical Appraised Topic deeltaak 11.3a en KET 11 in de leerlijn wetenschap. Wat is Een klinische les Een CAT Wat is een klinische les In een klinische

Nadere informatie

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Lichamelijke activiteit is erg belangrijk om de algemene gezondheid van mensen met een dwarslaesie in stand te houden. Door de beperking van de onderste extremiteiten is dit bij mensen met een dwarslaesie

Nadere informatie

Bij gebrek aan bewijs

Bij gebrek aan bewijs Bij gebrek aan bewijs kennis is macht! internet in de spreekkamer P.A. Flach Bedrijfsarts Arbo- en milieudienst RuG 09-10-2006 1 3 onderdelen 1. Wat is EBM 2. Zoeken in PubMed 3. Beoordelen van de resultaten

Nadere informatie

De HandbikeBattle Effect op gezondheid en fitness

De HandbikeBattle Effect op gezondheid en fitness Effect op gezondheid en fitness Battle tussen teams van (oud)revalidanten uit revalidatiecentra op de Kaunertalergletscherstrasse in Oostenrijk Sonja de Groot Linda Valent Reade Heliomare Beatrixoord De

Nadere informatie

Behandelprogramma. Dwarslaesie

Behandelprogramma. Dwarslaesie Behandelprogramma Dwarslaesie Iedereen is anders. Elke situatie is anders en elk herstelproces verloopt anders. Dat realiseren wij ons heel goed. Om u voorafgaand aan uw opname en/of behandeling bij Adelante

Nadere informatie

Snel in Beweging Ontwikkeling en implementatie van de zelf-oefengids

Snel in Beweging Ontwikkeling en implementatie van de zelf-oefengids Snel in Beweging Ontwikkeling en implementatie van de zelf-oefengids Deborah Zinger MSc, fysiotherapeut UMC Utrecht Identificeer probleem/ hulpvraag patiënt Formuleer klinisch relevante vraag ZSU Maak

Nadere informatie

Klinimetrie Implementatie van een Klinimetrische-CoreSet binnen de werksetting

Klinimetrie Implementatie van een Klinimetrische-CoreSet binnen de werksetting Klinimetrie Implementatie van een Klinimetrische-CoreSet binnen de werksetting Ruud Reijmers Fysiotherapeut Jeroen Bosch Ziekenhuis Disclosure belangen spreker (Potentiële) Belangenverstrengeling: Geen

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY) MAGC Schoenmakers Door verbeteringen binnen de medische zorg bereiken steeds meer kinderen met spina bifida de volwassen leeftijd. De invloed van deze chronische aandoening op het functioneren

Nadere informatie

Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie

Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie Kinderen en jongvolwassenen met een fysieke beperking, zoals cerebrale parese (CP), ervaren vaak loopproblemen in het dagelijks leven. Veelgehoorde

Nadere informatie

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten 5 april 2017 Sarcoïdose ontsporing afweersyteem ophoping afweercellen: granulomen overal in lichaam: longen, lymfesysteem, huid,

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

KBOEM-B voor kinderen. Verbeteren van looppatroon door botox en revalidatie

KBOEM-B voor kinderen. Verbeteren van looppatroon door botox en revalidatie KBOEM-B voor kinderen Verbeteren van looppatroon door botox en revalidatie Inhoudsopgave Inleiding 3 Waarom een opname? 3 Wat is KBOEM-B? 4 Voor wie? 4 Wat gaan we doen? 5 Wat kunt u als ouder doen? 6

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Dutch version of the Quebec User Evaluation of Satisfaction with assistive technology (D-QUEST)

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Dutch version of the Quebec User Evaluation of Satisfaction with assistive technology (D-QUEST) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Dutch version of the Quebec User Evaluation of Satisfaction with assistive technology (D-QUEST) Februari 2018 Review: Ilse Swinkels-Meewisse Invoer: Marsha

Nadere informatie

GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD

GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD RESULTATEN ANALYSE 2014 GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD De Rughuis Methode heeft aangetoond dat de gezondheidstoestand en kwaliteit van leven bij patiënten met chronische rugklachten enorm kan toenemen.

Nadere informatie

Whitepaper Bewegen bij ziekte van Parkinson

Whitepaper Bewegen bij ziekte van Parkinson Whitepaper Bewegen bij ziekte van Parkinson Hanneke Jansen van den Berg, Parkinson therapeut bij Fysiotherapie Jansen van den Berg Inhoud Inleiding Fysiotherapie tijdens de ziekte van Parkinson Wat kan

Nadere informatie

Module gezonde leefstijl. 20 Oktober 2018

Module gezonde leefstijl. 20 Oktober 2018 Module gezonde leefstijl 20 Oktober 2018 University of Michigan / Max Planck Institute for Demographic Research Mensen die niet roken, een gezond gewicht behouden en niet overmatig drinken worden zeven

Nadere informatie

Resultaten van het ActivWalkS ci onderzoek

Resultaten van het ActivWalkS ci onderzoek Resultaten van het ActivWalkS ci onderzoek verandering beweeggedrag van de lopers na klinische revalidatie Karin Postma 1,2 Hans Bussmann 2, Tijn van Diemen 3, Marcel Post 4, Jos Dekkers 5, Rutger Osterthun

Nadere informatie

Huisarts of hometrainer?

Huisarts of hometrainer? Huisarts of hometrainer? In het literatuuroverzicht werden zes studies opgenomen. Vier studies onderzochten het effect van training op ziekteverzuim, drie daarvan bestudeerden tevens de effecten op klachten

Nadere informatie

Revalidatie bij beenamputatie Revalidatiecentrum Breda

Revalidatie bij beenamputatie Revalidatiecentrum Breda Revalidatie bij beenamputatie Revalidatiecentrum Breda Informatie over de behandeling van revalidanten met een beenamputatie bij Revalidatiecentrum Breda. Elk jaar zijn er in Nederland rond de drieduizend

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30)

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) November 2017 Review: 1. M. Post, B Dijcks 2. Eveline van Engelen Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Therapie in de dwarslaesierevalidatie

Therapie in de dwarslaesierevalidatie > PUBLICATIE 201 Hoe wordt in tijden van behandelmodules, bekostiging en zorgpaden toegewerkt naar het optimale programma? Therapie in de dwarslaesierevalidatie S.A.H.B. van Langeveld, M. van de Graaf

Nadere informatie

Sciatica MED Trial resultaten na 1 jaar

Sciatica MED Trial resultaten na 1 jaar Sciatica MED Trial resultaten na 1 jaar Micro endoscopische operatie (buisjesmethode) voor lage rughernia minder effectief U doet mee aan de Sciatica MED Trial, het doelmatigheidsonderzoek naar de behandeling

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

Spinal cord injury Laura Cox Aios anesthesiologie

Spinal cord injury Laura Cox Aios anesthesiologie Spinal cord injury 26-02-2016 Laura Cox Aios anesthesiologie 5000 jaar geleden door Egyptische physicians eerste beschrijving van mogelijke neurogene shock in een patient met spinal cord injury:...he has

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting SAMENVATTING PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ADL- EN WERK- GERELATEERDE MEETINSTRUMENTEN VOOR HET METEN VAN BEPERKINGEN BIJ PATIËNTEN MET CHRONISCHE LAGE RUGPIJN. Chronische lage rugpijn

Nadere informatie

Marike van der Schaaf Juultje Sommers. Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care

Marike van der Schaaf Juultje Sommers. Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care Marike van der Schaaf Juultje Sommers Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care Marike van der Schaaf Juultje Sommers Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care ISBN 978-90-368-0903-0

Nadere informatie

samenvatting 127 Samenvatting

samenvatting 127 Samenvatting 127 Samenvatting 128 129 De ziekte van Bechterew, in het Latijn: Spondylitis Ankylopoëtica (SA), is een chronische, inflammatoire reumatische aandoening die zich vooral manifesteert in de onderrug en wervelkolom.

Nadere informatie

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld. 155 Sport- en spelactiviteiten bevorderen over het algemeen de gezondheid. Deze fysieke activiteiten kunnen echter ook leiden tot blessures. Het proefschrift beschrijft de ontwikkeling en evaluatie van

Nadere informatie

Nazorgprotocol vastgesteld, nu de implementatie nog! Lunteren, 20 oktober 2018 Willemijn Faber & Frans Penninx

Nazorgprotocol vastgesteld, nu de implementatie nog! Lunteren, 20 oktober 2018 Willemijn Faber & Frans Penninx Nazorgprotocol vastgesteld, nu de implementatie nog! Lunteren, 20 oktober 2018 Willemijn Faber & Frans Penninx Co-creatie DON en NVDG DON: vereniging (sinds 1976) van/voor mensen met dwarslaesie of caudalaesie

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Mobiliteit in al haar facetten. Re-integratieteam & sporttherapeuten UZ Leuven

Mobiliteit in al haar facetten. Re-integratieteam & sporttherapeuten UZ Leuven Mobiliteit in al haar facetten Re-integratieteam & sporttherapeuten UZ Leuven I. Inleiding Wat is mobiliteit? ICF: veranderen van lichaamshouding of locatie; van de ene naar andere plaats gaan; dragen,

Nadere informatie

Lichamelijke activiteit bij mensen met een dwarslaesie

Lichamelijke activiteit bij mensen met een dwarslaesie Lichamelijke activiteit bij mensen met een dwarslaesie Carla Nooijen Bewegingswetenschapper OIO, Erasmus MC c.nooijen@erasmusmc.nl Introductie (1) % van 'normaal' activiteitenniveau Introductie (2) 100

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Vallen komt in alle leeftijdsgroepen voor, maar vormt vooral bij ouderen een groot gezondheidsprobleem. Onder een val wordt verstaan een gebeurtenis waarbij de betrokkene onbedoeld op de grond of een lager

Nadere informatie

Behandeling van patiënten met een beroerte

Behandeling van patiënten met een beroerte Revalidatie Behandeling van patiënten met een beroerte Een beroerte heeft vaak grote gevolgen. Een beschadiging van de linker hersenhelft heeft andere gevolgen voor het dagelijks functioneren van de patiënt,

Nadere informatie

Handleiding bij DVD. een Parkinson patiënt

Handleiding bij DVD. een Parkinson patiënt Handleiding bij DVD een Parkinson patiënt Beroepsopdracht van Hidde de Hoog en Alieke Katoele Hogeschool van Amsterdam, ASHP, opleiding Fysiotherapie Amsterdam 10-04-2009 Inleiding Deze DVD is ontwikkeld

Nadere informatie

Rehabilitation, Sports & Active lifestyle (ReSpAct)

Rehabilitation, Sports & Active lifestyle (ReSpAct) Rehabilitation, Sports & Active lifestyle (ReSpAct) Rolinde Alingh en Femke Hoekstra Dr. Rienk Dekker Dr. Floor Hettinga Prof. dr. Cees van der Schans Prof. dr. Lucas HV van der Woude 1 1 Achtergrond Veel

Nadere informatie

Proefpersooninformatie

Proefpersooninformatie Proefpersooninformatie UMCG-RuG Geachte heer/mevrouw, Door middel van deze brief willen we u benaderen voor deelname aan het onderzoeksproject rondom de Handbike Battle, die plaats zal vinden in Oostenrijk

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Leidraad beoordelingen behandelingen tot verzekerde pakket door Kenniscentrum GGZ van Zorgverzekeraars Nederland

Leidraad beoordelingen behandelingen tot verzekerde pakket door Kenniscentrum GGZ van Zorgverzekeraars Nederland Leidraad beoordelingen behandelingen tot verzekerde pakket door Kenniscentrum GGZ van Zorgverzekeraars Nederland Mei 2014 Aanleiding Het CVZ beschrijft in het Rapport geneeskundige GGZ deel 2 de begrenzing

Nadere informatie

Februari 2011 DBC-COPD-Fysiotherapie zorg Maastricht Heuvelland.

Februari 2011 DBC-COPD-Fysiotherapie zorg Maastricht Heuvelland. 1 Februari 2011 DBC-COPD-Fysiotherapie zorg Maastricht Heuvelland. Om aan de transparantie in de Fy net COPD zorg in Heuvelland te beantwoorden, is deze summiere papieren lijst samengesteld. Deze lijst

Nadere informatie

25 jaar whiplash in Nederland

25 jaar whiplash in Nederland 25 jaar whiplash in Nederland Vanuit een fysiotherapeutisch perspectief Maarten Schmitt M.Sc 1 2 Fysiotherapeut & manueeltherapeut Hoofd van de Divisie Onderwijs Stichting Opleidingen Musculoskeletale

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

vragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen

vragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen Samenvatting Samenvatting De toenemende vraag naar totale heuparthroplastieken (THA) en totale kniearthroplastieken (TKA) leidt tot groeiende wachtlijsten. Om dit probleem het hoofd te bieden hebben veel

Nadere informatie

Chapter 9. Samenvatting

Chapter 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting 130 Samenvatting 131 Samenvatting Complicaties van de onderste extremiteit, in het bijzonder voetulcera (voetwonden), veroorzaken een zeer grote ziektelast en een grote mate van

Nadere informatie

Wel dwars, niet lazy!

Wel dwars, niet lazy! Wel dwars, niet lazy! Eindpresentatie beroepsopdracht Olaf van Andel Djekki van Dessel Inhoud van de presentatie Wat willen we bereiken onderzoeksvraag Wat hadden we hiervoor nodig verrichtingen Wat zijn

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Factsheet Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar)

Factsheet Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar) 1/4 Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar) Auteurs F. Driehuis, MSc, FT Prof. dr. M.W.G. Nijhuis - van der Sanden, KFT E. R. I. C. Saedt, MT B. H. van der Woude, MT

Nadere informatie

Libra R&A locatie Blixembosch NAH/CVA. Poliklinische revalidatie

Libra R&A locatie Blixembosch NAH/CVA. Poliklinische revalidatie Libra R&A locatie Blixembosch NAH/CVA Poliklinische revalidatie U heeft niet-aangeboren hersenletsel (NAH) en bent verwezen naar Libra Revalidatie & Audiologie locatie Blixembosch voor poliklinische revalidatie.

Nadere informatie

ONDERZOEK HARTREVALIDATIE: KAN HET KORTER? Sabrine de Vries Spithoven ANIOS Cardiologie

ONDERZOEK HARTREVALIDATIE: KAN HET KORTER? Sabrine de Vries Spithoven ANIOS Cardiologie ONDERZOEK HARTREVALIDATIE: KAN HET KORTER? Sabrine de Vries Spithoven ANIOS Cardiologie 21-11-2014 INHOUDSOPGAVE Introductie Relevantie Onderzoeksvragen Methode Resultaten Discussie Conclusie Aanbeveling

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

Protocol FIT Stroke Knowledge Brokers Project

Protocol FIT Stroke Knowledge Brokers Project Protocol FIT Stroke Knowledge Brokers Project Dr. Ingrid van de Port, senior onderzoeker Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht Mei 2011 Het FIT Stroke programma is een van de projecten welke gekozen

Nadere informatie