Mogelijkheden voor monitoring van de rivierrombout; resultaten 2005
|
|
- Edith Adam
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Mogelijkheden voor monitoring van de rivierrombout; resultaten 2005
2 Mogelijkheden voor monitoring van de rivierrombout; resultaten 2005 Tekst: Dick Groenendijk Met medewerking van: Victor Mensing (inventarisaties en advies), Mathilde Groenendijk (inventarisatie) & Jaap Bouwman (advies) Rapportnummer: VS Productie: De Vlinderstichting Postbus AM Wageningen telefoon: fax: homepage: Opdrachtgever: Directie Kennis, Ministerie van LNV Begeleiding: Calijn Plate (Centraal Bureau voor de Statistiek) Deze publicatie kan worden geciteerd als: Groenendijk, D. (2005). Mogelijkheden voor monitoring van de rivierrombout; resultaten Rapportnummer VS , De Vlinderstichting, Wageningen. Trefwoorden: Rivierrombout, Gomphus flavipes, exuviae, larvenhuidjes, monitoring, Landelijk Meetnet Libellen, NEM Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van De Vlinderstichting en de opdrachtgever. november, 2005 DE VLINDERSTICHTING
3 Inhoud Samenvatting... p. 3 Hoofdstuk 1 / Inleiding... p. 4 Hoofdstuk 2 / Methode... p. 5 Hoofdstuk 3 / Resultaten... p. 7 Hoofdstuk 4 / Implicaties van het onderzoek... p. 12 Hoofdstuk 5 / Referenties... p. 16 Bijlage 1... p. 17 Bijlage 2... p. 18 Bijlage 3... p. 19 DE VLINDERSTICHTING
4 Samenvatting Inleiding Methode In 2004 is een korte studie gedaan naar de mogelijkheden om met behulp van larvenhuidjes-tellingen soortgerichte monitoring uit te voeren naar rombouten en dan met name de rivierrombout. In 2005 is hier een vervolg aan gegeven. In 2005 heeft het onderzoek zich dan ook vooral gericht op de telfrequentie en de mogelijke invloed van het weer. In 2005 werden zes telroutes van 500 meter uitgezet in de omgeving van Wageningen. Vier telroutes lagen langs de Nederrijn en twee routes langs de Waal. Deze routes werden frequent bezocht in de periode tussen 17 juni en 24 juli. De routes werden bij daglicht gelopen in laag wandeltempo. De zone waarin naar exuviae werd gezocht, was vanaf de aanspoelsellijn tot vijf meter hoger op de oever. Bij elke telling werden temperatuur, windkracht en bewolking genoteerd alsmede de duur van de totale telling. In totaal zijn er twee zogenaamde slechtweer-tellingen uitgevoerd. Deze tellingen zijn gedaan op de routes 3 en 4 op 1 en 24 juli. Resultaten De belangrijkste resultaten van 2005 zijn dat blijkt dat de huidjes goed zijn te vinden, en dat de gemiddelde dichtheden niet opvallend lager zijn dan die van imago-tellingen in het Landelijk Meetnet Libellen. Verder blijkt dat met een lengte van 500 meter, de tellingen gemiddeld circa drie kwartier duurden; dit is een acceptabele tijdsduur voor een telplot. Ook de frequentie van tellen belangrijk is. In 2005 bedroeg het steile gedeelte van de uitsluipcurve circa drie weken. Om goede tellingen te krijgen zou zowel daarvoor als daarna een telling moeten plaatsvinden en wekelijks eenmaal in het belangrijke uitsluipgedeelte. Om dit te bereiken zouden elk jaar vijf tellingen op een route moeten plaatsvinden. Het tellen van huidjes is minder afhankelijk van mooi weer, maar de indruk uit de tellingen is dat bij slecht weer de opbrengst aan huidjes minder is ten opzichte van mooi weer. Wel is het zo dat tijdens de slechtweer-tellingen nog steeds huidjes gevonden worden. Conclusie en Advies De voorgestelde methode voor het tellen van de rivierrombout voldoet. Dit biedt op termijn goede perspectieven voor opname van de rivierrombout in het landelijk Meetnet Libellen. Echter, op dit moment is het niet zinvol om de methode integraal in te voeren omdat de rivierrombout vermoedelijk nog in de uitbreidingsfase zit. Geadviseerd wordt daarom om de methode aan te houden en deze pas in te voeren als de rivierrombout zich op alle geschikte locaties in Nederland heeft gevestigd. DE VLINDERSTICHTING
5 Hoofdstuk 1 / Inleiding In 2004 is een korte studie gedaan naar de mogelijkheden om met behulp van larvenhuidjes-tellingen soortgerichte monitoring uit te voeren naar rombouten en dan met name de rivierrombout. In 2005 is hier een vervolg aan gegeven. In dit rapport worden kort de resultaten van 2005 besproken. Probleemstelling De huidige methode in het Landelijk Meetnet Libellen voldoet niet voor vertegenwoordigers van de familie van de rombouten. Imago s van deze familie worden maar zelden bij het water aangetroffen. Toch is het een belangrijke groep van libellen omdat de meeste karakteristiek zijn voor stromend water systemen. Gaffellibel en rivierrombout zijn bovendien soorten van de Habitatrichtlijn. Het doel van het onderzoek in 2005 was om inzicht te krijgen in de invloed van het weer en de telfrequentie op de resultaten. Het uiteindelijke doel is om een methode te ontwikkelen om met behulp van tellingen aan larvenhuidjes door vrijwilligers rombouten te kunnen opnemen in Landelijk Meetnet Libellen. De resultaten van 2004 geven aan dat bij een goede keuze van de telroutes, tellingen van larvenhuidjes van de rivierrombout een goede mogelijkheid bieden voor opname in het NEM. De resultaten van 2004 geven echter geen goede basis voor het doen van uitspraken over de telfrequentie. Verder is het belangrijk dat inzicht wordt verkregen in de invloed van de weersomstandigheden. In 2005 heeft het onderzoek zich dan ook vooral gericht op de telfrequentie en de mogelijke invloed van het weer. Voor meer informatie over rombouten in zijn algemeenheid en het breder kader van het telprobleem wordt verwezen naar Groenendijk (2004). Leeswijzer In hoofdstuk twee wordt een overzicht gegeven van de gevolgde methode en ook waar de tellingen hebben plaatsgevonden. Ook wordt een verantwoording gegeven van de manier waarop de weersgegevens zijn bijgehouden. In hoofdstuk drie worden de resultaten van deze studie gepresenteerd, waarbij de resultaten op twee manieren worden bekeken. Als eerste wordt geprobeerd de vraag te beantwoorden hoe vaak een eventuele teller de route per seizoen zou moeten lopen. In de tweede plaats wordt een inschatting gegeven van de invloed van het weer op de aanwezigheid van huidjes. In hoofdstuk vier worden de resultaten in het bredere perspectief van het Landelijk Meetnet Libellen geplaatst. In hoofdstuk vijf worden de geraadpleegde bronnen genoemd. DE VLINDERSTICHTING
6 Hoofdstuk 2 / Methode In 2005 werden zes telroutes van 500 meter uitgezet in de omgeving van Wageningen. Vier telroutes lagen langs de Nederrijn en twee routes langs de Waal. Deze routes werden frequent bezocht in de periode tussen 17 juni en 24 juli. Telroutes In 2005 zijn vier telroutes langs de Rijn en twee telroutes langs de Waal uitgezet. Alle routes zijn 500 meter lang (in 2004 nog circa 1 kilometer) en (net zoals in het Landelijk Meetnet Libellen) ingedeeld in vijf secties van 100 meter. In tabel 1 is een karakteristiek van de diverse routes weergegeven. De routes 1 en 2 (gelegen in de Blauwe Kamer) komen overeen met routenummer 2 in 2004 en de routes 3 en 4 (gelegen bij Wageningen) komen overeen met route 3 in 2004 (zie ook Groenendijk (2004)). De routes 5 en 6 zijn gelegen langs de Waal. Omdat in 2004 langs de Waal relatief weinig huidjes werden gevonden, werd besloten om de routes langs de Waal op een geheel nieuwe plek te leggen. Dit zijn twee trajecten in de omgeving van IJzendoorn geworden. Tabel 1: karakteristieken en ligging van de telroutes voor de tellingen aan exuviae van de rivierrombout in Routenr Locatie 1 Blauwe Kamer; restaurant 2 Blauwe Kamer; reservaat 3 Wageningen; Pabstsendam 4 Wageningen; Rijnhaven Rivier en ligging Rijn, noordoever Rijn, noordoever Rijn, noordoever Rijn, noordoever 5 IJzendoorn; grindgat Waal, noordoever 6 IJzendoorn; brug Waal, noordoever Coördinaten Lengte Aantal tellingen Kribvakken m m m m m m Telmethode In de periode tussen 17 juni en 24 juli zijn alle 6 trajecten vijf tot zevenmaal maal gelopen, waarbij alle aangetroffen larvenhuidjes zijn geteld. De routes werden bij daglicht gelopen. Omdat exuviae soms lastig te vinden zijn, werd een laag wandeltempo aangehouden en werd speurend over de rivieroever gelopen. De zone waarin naar exuviae werd gezocht, was vanaf de aanspoelsellijn tot maximaal circa vijf meter hoger op de oever. Als er direct grenzend aan de aanspoelsellijn geen strand meer was, werd niet in de ruigtezone naar exuviae gezocht. Losstaande DE VLINDERSTICHTING
7 pollen gras en dergelijke binnen de beschreven zone werden wel op larvenhuidjes gecontroleerd. Alle getelde larvenhuidjes werden meegenomen of direct tussen duim en wijsvinger verpulverd om dubbeltellingen uit te sluiten. Bij elke telling werden temperatuur, windkracht en bewolking genoteerd alsmede de duur van de totale telling. In totaal zijn er twee zogenaamde slechtweer-tellingen uitgevoerd. Deze tellingen zijn gedaan op de routes 3 en 4 op 1 en 24 juli. Weersomstandigheden Om de invloed van de weersomstandigheden op de aantallen gevonden huidjes te kunnen inschatten, werd een dagelijks logboek van het weer bijgehouden. De parameters die werden bijgehouden, waren de maximum temperatuur (in graden Celsius), de windkracht (in Beaufort), de bewolking (in octa s), de regenduur en de duur van de zonneschijn (beide in uren). De gegevens werden ingeschat aan de hand van waarnemingen vanuit het kantoor van De Vlinderstichting en bijgeschat vanaf de internetpagina s van het KNMI indien nodig. De weersgegevens, dagelijks bijgehouden tussen 10 juni en 31 juli, zijn te vinden in bijlage 1. Om een analyse op slechtweer-omstandigheden mogelijk te maken, is een beoordeling gemaakt van de gemeten omstandigheden in drie categorieën: goed weer; redelijk weer en slecht weer. De beoordeling heeft plaatsgevonden volgens de criteria in tabel 2. Elke dag heeft vervolgens een waarde gekregen (tabel 2) en deze waarde is gebruikt in de analyses. Tabel 2: beoordelingscriteria om de gemeten weersomstandigheden voor de analyse te gebruiken. Weersomschrijving Beoordeling Geen regen en windkracht <=3B en bewolking <= 4 octa s en temperatuur >20 C Goed (klasse 3) Regen (meer dan twee uur per daglichtperiode) Slecht (klasse 1) Windkracht (uurgemiddelde >3B) Slecht (klasse 1) Temperatuur (<17 C) Slecht (klasse 1) Alle overige gevallen Redelijk (klasse 2) DE VLINDERSTICHTING
8 Hoofdstuk 3 / Resultaten De behaalde resultaten worden in dit hoofdstuk vanuit twee invalshoeken belicht. Als eerste wordt geprobeerd de vraag te beantwoorden hoe vaak een eventuele teller de route per seizoen zou moeten lopen. In de tweede plaats wordt een inschatting gegeven van de invloed van het weer op de aanwezigheid van huidjes. cumulatief aantal huidjes Algemeen In totaal werden 162 huidjes gevonden, variërend van nul (aan het begin van de uitsluiptijd) tot 26 per telling. Op alle trajecten werden huidjes gevonden (variërend van12 tot 66). Het verschil tussen goede en minder goede trajecten was daarmee minder duidelijk dan in In 2004 sprongen vooral de routes langs de Waal er in negatieve zin uit. Ook nu zijn de routes langs de Waal minder productief, maar de verschillen tussen de routes zijn duidelijk minder groot. In tabel 3 wordt een aantal getallen 180 per route weergegeven. De route met de 160 hoogste aantallen huidjes was route drie 140 (langs de Rijn bij Wageningen). De 120 gemiddelde telduur van een route is circa 100 drie kwartier. Omdat de routes dit jaar een lengte hadden van 500 meter (in 2004 was 80 dit tussen de 800 en 1200 meter), was de 60 tijdsinvestering tijdens de tellingen per 40 route een stuk lager dan in Een 20 telling van circa drie kwartier is 0 aanvaardbaar en komt in de buurt van wat een gemiddelde teller besteedt aan een dagvlinder- of libellenroute in het Netwerk Ecologische Monitoring. In bijlage 2 worden datum alle genoteerde telomstandigheden weergegeven. Figuur 1: cumulatief aantal huidjes gevonden op alle telroutes In figuur 1 worden de cumulatieve aantallen van de gevonden huidjes van alle trajecten weergegeven. Opvallend is de relatief lange tijd waarover het uitsluipen plaatsvindt, namelijk tussen half juni en eind juli. Het steilste gedeelte van de grafiek ligt in de periode tussen circa 1 en 20 juli. Normaal gesproken is de soort eind juli nagenoeg klaar met uitsluipen, maar in 2005 is dit (vermoedelijk door het relatief koude water in de voorzomer) wat verlaat. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat in de laatste week van juli nog enkele huidjes gevonden zijn. Het uitsluippatroon komt sterk overeen met dat van de rivierrombout langs de Oder bij Frankfurt in Duitsland (Suhling & Müller, 1996). 14-jun jun jun jun jun-05 4-jul-05 8-jul jul jul jul-05 DE VLINDERSTICHTING
9 In figuur 2 zijn dezelfde data opnieuw weergegeven, maar nu als aantallen per teldag. Ook hieruit blijkt dat de uitsluipperiode over een lange tijd plaatsvindt. Ook is duidelijk te zien dat de aantallen huidjes het grootst zijn tussen circa 1 en 20 juli. Wel is het zo dat er enkele onregelmatigheden in het verloop te zien zijn. In bijlage 3 zijn alle gevonden huidjes per dag en per sectie weergegeven gevonden huidjes per dag datum Figuur 2: aantal huidjes per datum gevonden op alle telroutes Tabel 3: aantallen gevonden huidjes van de rivierrombout in 2005 per getelde route (gemiddelde telduur in minuten). Routenr Locatie 1 Blauwe Kamer; restaurant 2 Blauwe Kamer; reservaat 3 Wageningen; Pabstsendam 4 Wageningen; Rijnhaven 5 IJzendoorn; grindgat Aantal tellingen Totaal aantal Gemiddelde per telling Gemiddelde telduur Hoogste aantal (18 juli) (18 juli) (18 juli) (18 juli) (alle data) 6 IJzendoorn; brug (29 juni) DE VLINDERSTICHTING
10 gevonden huidjes (%) 100,0 87,5 75,0 62,5 50,0 37,5 25,0 12,5 0, Telfrequentie Een belangrijke doel tijdens het onderzoek van 2005 was het oplossen van de vraag: Hoe vaak moet een teller een route lopen om voldoende exemplaren te tellen. Om deze vraag te beantwoorden is het belangrijk om inzicht te hebben in de uitsluipkarakteristieken van de rivierrombout. Figuur 1 geeft hier voor het seizoen 2005 een inschatting voor. In figuur 3 is deze grafiek nogmaals weergegeven, maar nu als percentage. De hoofdvliegtijd van de rivierrombout, dus de belangrijkste uitsluipperiode, is gedefinieerd als de mediane 75% van de totale uitsluipperiode. Voor het meetnet dagvlinders wordt hier de mediane 50% gebruikt, met ruime marge naar beide kanten. Als vuistregel binnen het landelijk Meetnet Libellen geldt dat tijdens deze hoofdvliegtijd minstens drie bezoeken moeten worden uitgevoerd. De hoofdvliegtijd voor de rivierrombout is in figuur twee aangegeven met een rood ingekleurd vlak. Deze periode ligt tussen 27 juni en 18 juli (=21 dagen). Een wekelijkse datum Figuur 3: cumulatief aantal huidjes (als percentage) van de rivierrombout gevonden op alle telroutes. Het rood ingekleurde vlak geeft de periode aan waarin 75% van de aantallen huidjes gevonden zijn. telling in deze belangrijke periode wordt aanbevolen, evenals een telling voor en na deze periode. Dat zou betekenen dat jaarlijks een telfrequentie van vijf maal moet worden uitgevoerd. Invloed van het weer Het tellen van de huidjes op zich is minder afhankelijk van het tijdstip van de dag of het weer. Immers, de aanwezigheid van huidjes is niet per se gebonden aan de vliegactiviteit van imago s op dat moment en dus kunnen ook huidjes gevonden worden bij bewolkt weer of later op de avond. Echter, de indruk bestaat dan na een (korte) periode van slecht weer, huidjes niet meer te vinden zijn, doordat ze wegspoelen of verwaaien. Om hier meer inzicht in te krijgen, zijn tijdens de tellingen van 2005 twee slechtweer-tellingen uitgevoerd. Bovendien is dagelijks bijgehouden wat voor weer het in de omgeving van Wageningen is geweest (bijlage 1). Om de invloed van slecht weer in te schatten, zijn de dagelijks weerobservaties vertaald in getallen (voor methode zie hoofdstuk 2). De dagen dat het weer volgens deze criteria slecht was, zijn weergegeven met zwarte balkjes boven de curve in de uitsluipgrafiek, en de slechtweertellingen (1 en 24 juli) met blauwe verticale balken (figuur 4). DE VLINDERSTICHTING
11 cumulatief aantal huidjes jun jun jun jun jun jun-05 2-jul-05 5-jul-05 8-jul jul jul jul jul jul-05 datum Figuur 4: cumulatief aantal huidjes (als percentage) van de rivierrombout gevonden op alle telroutes. De getelde data zijn aangeven met dichte cirkels; de blauwe verticale balkjes geven de slechtweertellingen (1 en 24 juli) aan; de zwarte horizontale balkjes geven de dagen aan dat het volgens de criteria van tabel 2, slecht weer was. Als eerste blijkt dat tijdens of direct na slechtweer-periodes nog wel huidjes worden gevonden (zie tellingen van 1, 8, 23 en 24 juli). Het is dus niet zo dat tijdens of na slecht weer alle huidjes direct wegspoelen of wegwaaien. Huidjes blijven dus vindbaar, ook bij slecht weer. De belangrijke vraag is dan natuurlijk of de opbrengst heel veel minder is dan verwacht. Opbrengst bij slecht weer In principe is de rivierrombout tussen eind juni en half juli in grotere aantallen te verwachten. Bij langduriger perioden met slecht weer zullen de aantallen lager zijn. In 2005 was de juni maand relatief slecht en het voorjaar relatief koud, waardoor de watertemperatuur vermoedelijk aan de lage kant is geweest. Dit heeft een slechte invloed op de ontwikkeling van de larven. In 2005 zijn hoge aantallen van de rivierrombout daarom niet eerder te verwachten dan in de eerste helft van juli. De eerste tien dagen van juli kenmerkten zich door matig of zelfs slecht weer (alleen 3 juli heeft een goedweer-beoordeling gekregen) en pas vanaf 9 juli volgt een langdurige goedweer-periode. Waarschijnlijk is het zo dat de aanwezige larven echt op het goede weer hebben gewacht, en massaal tevoorschijn zijn gekomen. De uitsluipcurve laat een sterk steil gedeelte zien. Dat betekent dat slecht weer dus een negatieve invloed heeft op de aantallen aanwezige huidjes. Maar in deze periode is tweemaal geteld (29 juni en 1 juli) en ondanks de lage aantallen huidjes zijn er toch huidjes gevonden. Ook aan het eind van juli doet een dergelijke situatie zich voor. Normaal gesproken is de uitsluipperiode van de rivierrombout dan min of meer afgelopen. De aantallen te verwachten huidjes zijn dus minder dan in de hoofduitsluiptijd. In deze periode is het relatief slecht weer en de aantallen te verwachten huidjes zijn dan dus sowieso laag. In deze periode is geteld op 23 en 24 juli. Op beide dagen zijn ondanks de lage verwachting toch nog enkele huidjes gevonden. Dit geeft aan dat lang niet DE VLINDERSTICHTING
12 alle huidjes wegwaaien of door de regen wegspoelen, zodat ook bij of na een korte slechtweer-periode een beeld van het uitsluipen van de rivierrombout kan worden verkregen. Opbrengst na slecht weer Bij een langdurige periode van slecht weer zijn dus nog wel larvenhuidjes te vinden die van een vorige uitsluipperiode aanwezig zijn, maar zal niet opnieuw worden uitgeslopen. De consequentie is dus dat op de ochtend van de eerste mooi weer dag na een slecht weer periode niet onmiddellijk nieuwe huidjes te verwachten zijn. Dit heeft als consequentie voor de telmethode dat na een slecht weer periode, het tellen van huidjes pas bij de tweede mooie dag moet worden gestart. Constateringen De belangrijkste observaties die naar voren komen uit de resultaten van 2005 zijn: Dat net als in 2004 opnieuw blijkt dat de huidjes goed zijn te vinden, en dat de gemiddelde dichtheden niet opvallend lager zijn dan die van imago-tellingen in het Landelijk Meetnet Libellen. Dat dit jaar de teltrajecten 500 meter lang waren en dat de tellingen hierdoor gemiddeld circa drie kwartier duurden; dit is een acceptabele tijdsduur voor een telplot. Dat de frequentie van tellen belangrijk is. In 2005 bedroeg het steile gedeelte van de uitsluipcurve circa drie weken. Om goede tellingen te krijgen zou zowel daarvoor als daarna een telling moeten plaatsvinden en wekelijks eenmaal in het belangrijke uitsluipgedeelte. Om dit te bereiken zouden elk jaar vijf tellingen op een route moeten plaatsvinden. Het tellen van huidjes is minder afhankelijk van mooi weer, maar de indruk uit de tellingen is dat bij slecht weer de opbrengst aan huidjes minder is ten opzichte van mooi weer. Wel is het zo dat tijdens de slechtweer-tellingen nog steeds huidjes gevonden worden. DE VLINDERSTICHTING
13 Hoofdstuk 4 / Implicaties van het onderzoek De beide onderzoeken van 2004 en 2005 samen, hebben als doel gehad om te kijken hoe larvenhuidjes-tellingen opgenomen kunnen worden in het Landelijk Meetnet Libellen van het NEM. Dit hoofdstuk geeft hier een voorzet voor. Volgorde In het onderzoek van 2004 (Groenendijk, 2004), zijn aanbevelingen gedaan voor het opzetten van larvenhuidjes-tellingen. Deze aanbevelingen worden hier overgenomen en waarmogelijk aangevuld en uitgebreid met de resultaten van het onderzoek in Vervolgens wordt een opzet gepresenteerd om de rivierrombout in het Landelijk Meetnet Libellen op te nemen. De resultaten uit dit onderzoek en deze opzet zijn op 3 november onderwerp van discussie geweest bij een gezamenlijke bespreking met Directie Kennis (Bas van Vliet), het Centraal Bureau voor de Statistiek (Calijn Plate) en De Vlinderstichting (Dick Groenendijk). Een samenvatting van wat besproken is tijdens deze bijeenkomst wordt ook in dit hoofdstuk weergegeven. Hieruit volgt een advies dat aan het eind is weergegeven. Conclusies en aanbevelingen Weersomstandigheden 2004: De weersomstandigheden voor tellingen aan larvenhuidjes luisteren minder nauw vergeleken met reguliere tellingen aan imago s. Toekomstige tellingen moeten worden uitgevoerd bij windkracht 3 of lager. 2005: Bij slechtweer-periodes wordt minder uitgeslopen en zijn dus minder huidjes te verwachten. Desondanks worden bij slechter weer toch lage aantallen huidjes bij tellingen aangetroffen. Dat betekent dat bij iets slechter weer inderdaad gerust transecten kunnen worden gelopen en dat aanwezige huidjes niet onmiddellijk verdwijnen bij de eerste de beste windvlaag of regenbui. De lagere aantallen gevonden huidjes zijn dus niet in de eerste plaats een directe factor van het slechte weer, maar een gevolg van het verminderde uitsluipen. Ligging en lengte routes 2004: De aantallen huidjes op de verschillende teltrajecten wisselt vrij sterk en lange telroutes kosten vrij veel tijd. Het verdient daarom aanbeveling om de telroutes niet langer te maken dan maximaal 500 meter. 2005: De lengte van 500 meter is goed telbaar en duurt gemiddeld drie kwartier. In 2005 is het aantal huidjes tussen de verschillende trajecten beter te vergelijken. Toch is het erg belangrijk om trajecten neer te leggen op bewezen goede trajecten voor de rivierrombout. Telfrequentie 2004: Er is nog geen uitspraak te doen over de telfrequentie die nodig is om larvenhuidjes op te nemen in het libellenmeetnet. Het verdient DE VLINDERSTICHTING
14 aanbeveling om in het seizoen 2005 op enkele telroutes frequente tellingen uit te voeren om hier inzicht in te krijgen. Dit geeft dan tevens inzicht in schommelingen van de aantallen tussen jaren. 2005: Het in 2004 aanbevolen onderzoek is in 2005 uitgevoerd. Hieruit blijkt dat bij een frequentie van vijf tellingen per jaar in de hoofduitsluipperiode van de rivierrombout, goede resultaten kunnen worden geboekt. De variatie tussen trajecten was in 2005 lager dan in 2004, maar een goede trajectkeuze bij eventuele toekomstige routes is belangrijk (zie ook hierboven). Vrijwilligers 2004: Waarschijnlijk is er voldoende draagkracht en kunde te vinden bij de Nederlandse vrijwilligers om gestandaardiseerde monitortellingen te doen aan rombouten. Voor de rivierrombout geldt wel dat eerste de methode uitgekristalliseerd moet zijn. Mogelijk kan ook de beekrombout goed op deze manier worden geteld. 2005: De conclusie en aanbeveling van 2004 blijft staan. De methode voor de rivierrombout is in 2005 verder uitgekristalliseerd (zie hieronder). De methode kan wellicht ook voor de gaffellibel worden gebruikt en misschien zelfs voor de plasrombout. Deze laatste is echter binnen het Landelijk Meetnet Libellen van minder belang omdat het geen soort van de Rode Lijst is en ook geen notering op de Habitatrichtlijn heeft. Kan de rivierrombout worden opgenomen in het meetnet? Een van de belangrijke voorwaarden om deze vraag positief te beantwoorden, is het hebben van een goede methode. Uit de onderzoeken van 2004 en 2005 kan een methode worden gedestilleerd die bij een juiste trajectkeuze goed werkt. Samenvattend kunnen de volgende onderdelen worden genoemd die in de methode zitten: Teltrajecten bestaan uit een lengte van 500 meter. Jaarlijks moet een teltraject minimaal vijfmaal gelopen worden. Jaarlijks wordt (net zoals bij soortgerichte libellenroutes) de periode bepaald waarin de vijf tellingen moeten vallen. De trajecten lopen langs de waterlijn (scheiding tussen nat en droog) en vanaf de waterlijn wordt geteld tot enkele meters voorbij de aanspoelsellijn. Stenen en pollen planten worden ook gecontroleerd. Het wandeltempo bedraagt maximaal circa 1.5 kilometer per uur. Tellingen kunnen plaatsvinden tussen en uur. De weersomstandigheden moeten voldoen aan klasse 2 of 3 uit tabel 2 in deze rapportage. Teltrajecten moeten worden uitgezet op locaties die bekend staan uit het verleden om hun hoge aantallen gevonden huidjes. Tellingen kunnen pas plaatsvinden op de tweede dag met goed weer (klasse 2 of 3 uit tabel 2 in deze rapportage) na een aaneengesloten periode met slecht weer (klasse 1 uit tabel 2 van deze rapportage). De bovenstaande zaken zijn in de onderzoeken van 2004 en 2005 onderzocht en de conclusie is dat er een goede methode voor handen is. Voldoende tellers? Een tweede aspect is dat er tellers moeten zijn. Idealiter zouden de tellingen gelopen moeten worden door vrijwillige tellers. Of er voldoende vrijwillige tellers te vinden zijn om voldoende trajecten te lopen, is natuurlijk lastig te voorspellen. Bij een eerste vraag vanuit de Vlinderstichting, werd wel positief gereageerd en werden ook al enkele aanmeldingen ontvangen. Dat maakt een eventuele vooruitblik optimistisch, maar is vanzelfsprekend geen garantie. DE VLINDERSTICHTING
15 Bespreking op 3 november 2005 Op donderdag 3 november 2005 is de inhoud van deze rapportage onderwerp van discussie geweest bij een gezamenlijke bespreking met Directie Kennis van het Ministerie van LNV (Bas van Vliet), het Centraal Bureau voor de Statistiek (Calijn Plate) en De Vlinderstichting (Dick Groenendijk). Op de agenda stonden twee belangrijke vragen: 1) Wat is de huidige stand van zaken: is er voldoende vertrouwen in de methode om deze te gebruiken in het meetnet? 2) Zo ja, wat moet er dan concreet gebeuren? Methode Op de bijeenkomst bleek dat er een goed gevoel is over de huidige methode. Met de aanpassingen zoals deze voorgesteld worden in deze rapportage is de rivierrombout waarschijnlijk goed te tellen en is de methode niet het probleem om de rivierrombout op te nemen in het Landelijk Meetnet Libellen. Wel wordt nadrukkelijk de vraag aan de orde gesteld wat je precies met de huidige methode zou meten als deze nu zou worden toegepast. Door het CBS wordt naar voren gebracht dat bij het tellen met de voorgestelde methode op een vast aantal telplots langs de rivieren in het huidige verspreidingsgebied, vermoedelijk een stabiele of hoogstens licht stijgende trend zal worden vastgesteld. De situatie is op dit moment echter zo, dat de toename op geografisch gebied echter veel groter is. Met de invoering op dit moment zou je dus niet deze explosieve groei meten. Dat zou verwarrend kunnen werken en dat geeft aan dat het op dit moment wellicht nog te vroeg is om de rivierrombout op te nemen in het meetnet. Het CBS geeft aan dat op dit moment het verspreidingsonderzoek een beter beeld geeft van de vooruitgang. Als uit het verspreidingsonderzoek blijkt dat de rivierrombout zich stabiliseert, dan is het tijdstip goed om de rivierrombout op te nemen in het meetnet. Er wordt voorgesteld om de rivierrombout via het verspreidingsonderzoek te blijven volgen. Concrete handelingen De methode voor het tellen van de rivierrombout is niet de beperkende factor. Om de vinger aan de pols te houden is het belangrijk dat de volgende concrete handelingen worden uitgevoerd: De verspreiding van rivierrombout moet gevolgd worden in het verspreidingsonderzoek om het tijdstip van stabilisatie in Nederland vast te stellen. Echter, omdat veel onderzoek in voor vrijwilligers saaie gebieden moet plaatsvinden zal dit niet vanzelf gaan. Om dit toch te bereiken is het dan ook belangrijk om twee lijnen vast te houden. De eerste is om geregeld aandacht in de begeleidingscommissie van het Landelijk Meetnet Libellen aan dit onderwerp te geven (zie laatste bullet). Verder is het belangrijk om aandacht te blijven vragen voor de rivierrombout in het verspreidingsonderzoek (ook vanuit het NEM). Actie: allen. Omdat de methode voor het tellen van de rivierrombout in principe af is, kunnen eventuele tellers binnen het Landelijk Meetnet Libellen al wel aan de slag. Het is dus nog wel te vroeg voor een volledige invoer, maar zich spontaan aanmeldende tellers zullen niet gefrustreerd worden. Dus, vrijwilligers die zich melden zullen worden begeleid bij het uitzetten van een route en het tellen binnen het huidige meetnet. Het voordeel is dat er op deze manier ervaring wordt opgebouwd om de soort straks definitief op te nemen. Actie: De Vlinderstichting. DE VLINDERSTICHTING
16 Vanuit De Vlinderstichting is er veel contact met vrijwilligers die geregeld waarnemingen doorgeven in het kader van het verspreidingsonderzoek voor libellen. Belangrijk is hierin dat ook gerichte aandacht voor de rivierrombout blijft, zowel voor al goed onderzochte als nog op de witte plekken. De Vlinderstichting kan hier in de toekomst ook vrijblijvend in adviseren. Actie: De Vlinderstichting. De jaarlijkse begeleidingscommissievergadering in september is een moment om te evalueren of de methode voor het tellen van de rivierrombout moet worden ingevoerd. Hiervoor is het nodig dat jaarlijks de rivierrombout op de agenda terecht komt en dat er jaarlijks een overzicht is van de uitbreiding vanuit het verspreidingsonderzoek. De inschatting is dat de benodigde tijd hiervoor circa 1 dag is. Actie: De Vlinderstichting. Eindadvies De voorgestelde methode voor het tellen van de rivierrombout voldoet. Dit biedt op termijn goede perspectieven voor opname van de rivierrombout in het landelijk Meetnet Libellen. Echter, op dit moment is het niet zinvol om de methode integraal in te voeren. Geadviseerd wordt om de methode aan te houden en deze pas in te voeren als de rivierrombout zich op alle geschikte locaties in Nederland heeft gevestigd. DE VLINDERSTICHTING
17 Hoofdstuk 5 / Referenties Groenendijk, D. (2004). Mogelijkheden voor monitoring van de rivierrombout. Rapportnummer VS , De Vlinderstichting, Wageningen. Suhling, F. & O. Müller (1996). Die Flußjungfern Europas (Gomphidae). Die Neue Brehm-Bücherei Band 628; Westarp Wissenschaften, Magdeburg. DE VLINDERSTICHTING
18 Bijlage 1 In onderstaande tabel is een dagelijkse inschatting van het weer in Wageningen gegeven tussen 10 juni en 31 juli. Weergegeven zijn de maximumtemperatuur ( C), de windkracht (in Beaufort en dan het maximum uurgemiddelde), de bewolking (in octa s), de regen- en zonneduur tijdens de daglichtperiode (in uren) en de beoordeling van het weer volgens de criteria van tabel 2. datum Tmax windkracht bewolking regenduur zonneduur beoordeling graden B octa's uur uur klasse 10-jun jun jun jun , jun jun jun , jun , jun jun jun jun jun jun jun jun jun jun jun jun , jun jul , jul , jul jul jul jul jul jul jul jul jul jul jul jul jul jul jul jul , jul , jul jul jul jul jul jul jul jul jul , jul jul jul DE VLINDERSTICHTING
19 Bijlage 2 In onderstaande tabel zijn per teldatum de telomstandigheden weergegeven. Voor de vertaling van routenummer naar precieze ligging wordt verwezen naar tabel 1. De routes zijn geteld door drie tellers (MG = Mathilde Groenendijk; DG = Dick Groenendijk; VM = Victor Mensing). Weergegeven zijn verder de begin- en eindtijd, de duur van de telling (in minuten) de temperatuur ( C), de windkracht (in Beaufort) en de bewolking (in octa s). De tellingen op 1 en 24 juli betreffen de zogenaamde slechtweer-tellingen. datum routenr teller locatie begin eind duur (min) temp wind bewolking 17-jun-05 1 DG Blauwe Kamer jun-05 2 DG Blauwe Kamer jun-05 3 DG Wageningen jun-05 4 DG Wageningen jun-05 5 DG IJzendoorn jun-05 6 DG IJzendoorn jun-05 1 DG Blauwe Kamer jun-05 2 DG Blauwe Kamer jun-05 1 MG Blauwe Kamer jun-05 2 MG Blauwe Kamer jun-05 5 DG + VM IJzendoorn jun-05 6 DG + VM IJzendoorn jul-05 3 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen VM Wageningen VM Wageningen VM Blauwe kamer VM Blauwe kamer VM Wageningen VM Wageningen VM IJzendoorn VM IJzendoorn VM Wageningen VM Wageningen VM IJzendoorn VM IJzendoorn VM Blauwe kamer VM Blauwe kamer VM Wageningen VM Wageningen VM IJzendoorn VM IJzendoorn VM Wageningen VM Wageningen DE VLINDERSTICHTING
20 Bijlage 3 In onderstaande tabel zijn per telroute alle teldata en de gevonden huidjes per sectie weergegeven. Voor de vertaling van routenummer naar precieze ligging wordt verwezen naar tabel 1. De routes zijn geteld door drie tellers (MG = Mathilde Groenendijk; DG = Dick Groenendijk; VM = Victor Mensing). De tellingen op 1 en 24 juli betreffen de zogenaamde slechtweer-tellingen; deze zijn vetgedrukt weergegeven. De tabel wordt vervolgd op de volgende twee pagina s. datum routenr teller locatie sectie aantal huidjes 17-jun-05 1 DG Blauwe Kamer jun-05 1 DG Blauwe Kamer jun-05 1 DG Blauwe Kamer jun-05 1 DG Blauwe Kamer jun-05 1 DG Blauwe Kamer jun-05 1 DG Blauwe Kamer jun-05 1 DG Blauwe Kamer jun-05 1 DG Blauwe Kamer jun-05 1 DG Blauwe Kamer jun-05 1 DG Blauwe Kamer jun-05 1 MG Blauwe Kamer jun-05 1 MG Blauwe Kamer jun-05 1 MG Blauwe Kamer jun-05 1 MG Blauwe Kamer jun-05 1 MG Blauwe Kamer jul-05 1 VM Blauwe kamer jul-05 1 VM Blauwe kamer jul-05 1 VM Blauwe kamer jul-05 1 VM Blauwe kamer jul-05 1 VM Blauwe kamer jul-05 1 VM Blauwe kamer jul-05 1 VM Blauwe kamer jul-05 1 VM Blauwe kamer jul-05 1 VM Blauwe kamer jul-05 1 VM Blauwe kamer jun-05 2 DG Blauwe Kamer jun-05 2 DG Blauwe Kamer jun-05 2 DG Blauwe Kamer jun-05 2 DG Blauwe Kamer jun-05 2 DG Blauwe Kamer jun-05 2 DG Blauwe Kamer jun-05 2 DG Blauwe Kamer jun-05 2 DG Blauwe Kamer jun-05 2 DG Blauwe Kamer jun-05 2 DG Blauwe Kamer jun-05 2 MG Blauwe Kamer jun-05 2 MG Blauwe Kamer jun-05 2 MG Blauwe Kamer jun-05 2 MG Blauwe Kamer jun-05 2 MG Blauwe Kamer jul-05 2 VM Blauwe kamer jul-05 2 VM Blauwe kamer jul-05 2 VM Blauwe kamer jul-05 2 VM Blauwe kamer jul-05 2 VM Blauwe kamer jul-05 2 VM Blauwe kamer jul-05 2 VM Blauwe kamer jul-05 2 VM Blauwe kamer jul-05 2 VM Blauwe kamer jul-05 2 VM Blauwe kamer 5 1 DE VLINDERSTICHTING
21 VERVOLG BIJLAGE 3: datum routenr teller locatie sectie aantal huidjes 20-jun-05 3 DG Wageningen jun-05 3 DG Wageningen jun-05 3 DG Wageningen jun-05 3 DG Wageningen jun-05 3 DG Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Rijn-Wageningen jul-05 3 VM Rijn-Wageningen jul-05 3 VM Rijn-Wageningen jul-05 3 VM Rijn-Wageningen jul-05 3 VM Rijn-Wageningen jul-05 3 VM Rijn-Wageningen jul-05 3 VM Rijn-Wageningen jul-05 3 VM Rijn-Wageningen jul-05 3 VM Rijn-Wageningen jul-05 3 VM Rijn-Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jul-05 3 VM Wageningen jun-05 4 DG Wageningen jun-05 4 DG Wageningen jun-05 4 DG Wageningen jun-05 4 DG Wageningen jun-05 4 DG Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Rijn-Wageningen jul-05 4 VM Rijn-Wageningen jul-05 4 VM Rijn-Wageningen jul-05 4 VM Rijn-Wageningen jul-05 4 VM Rijn-Wageningen jul-05 4 VM Rijn-Wageningen jul-05 4 VM Rijn-Wageningen jul-05 4 VM Rijn-Wageningen jul-05 4 VM Rijn-Wageningen jul-05 4 VM Rijn-Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen jul-05 4 VM Wageningen 5 0 DE VLINDERSTICHTING
22 VERVOLG BIJLAGE 3: datum routenr teller locatie sectie aantal huidjes 20-jun-05 5 DG IJzendoorn jun-05 5 DG IJzendoorn jun-05 5 DG IJzendoorn jun-05 5 DG IJzendoorn jun-05 5 DG IJzendoorn jun-05 5 DG + VM IJzendoorn jun-05 5 DG + VM IJzendoorn jun-05 5 DG + VM IJzendoorn jun-05 5 DG + VM IJzendoorn jun-05 5 DG + VM IJzendoorn jul-05 5 VM IJzendoorn jul-05 5 VM IJzendoorn jul-05 5 VM IJzendoorn jul-05 5 VM IJzendoorn jul-05 5 VM IJzendoorn jul-05 5 VM IJzendoorn jul-05 5 VM IJzendoorn jul-05 5 VM IJzendoorn jul-05 5 VM IJzendoorn jul-05 5 VM IJzendoorn jul-05 5 VM IJzendoorn jul-05 5 VM IJzendoorn jul-05 5 VM IJzendoorn jul-05 5 VM IJzendoorn jul-05 5 VM IJzendoorn jun-05 6 DG IJzendoorn jun-05 6 DG IJzendoorn jun-05 6 DG IJzendoorn jun-05 6 DG IJzendoorn jun-05 6 DG IJzendoorn jun-05 6 DG + VM IJzendoorn jun-05 6 DG + VM IJzendoorn jun-05 6 DG + VM IJzendoorn jun-05 6 DG + VM IJzendoorn jun-05 6 DG + VM IJzendoorn jul-05 6 VM IJzendoorn jul-05 6 VM IJzendoorn jul-05 6 VM IJzendoorn jul-05 6 VM IJzendoorn jul-05 6 VM IJzendoorn jul-05 6 VM IJzendoorn jul-05 6 VM IJzendoorn jul-05 6 VM IJzendoorn jul-05 6 VM IJzendoorn jul-05 6 VM IJzendoorn jul-05 6 VM IJzendoorn jul-05 6 VM IJzendoorn jul-05 6 VM IJzendoorn jul-05 6 VM IJzendoorn jul-05 6 VM IJzendoorn 5 0 DE VLINDERSTICHTING
Mogelijkheden voor monitoring van de rivierrombout
Mogelijkheden voor monitoring van de rivierrombout Mogelijkheden voor monitoring van de rivierrombout Tekst: Dick Groenendijk Met medewerking van: Victor Mensing (tellingen), Jaap Bouwman (figuur 3 en
Nadere informatieLibellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen
Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen Tim Termaat Libellenstudiedag Vlaanderen 15 februari 2014 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Hoe gaat
Nadere informatieGroene glazenmaker in de provincie Groningen
Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Tekst: Albert Vliegenthart Met medewerking van: Herman de Heer, Henk
Nadere informatieLibellenmeetnetten in Vlaanderen
Libellenmeetnetten in Vlaanderen Hannes Ledegen Natuurpunt Studie Geert De Knijf Libellenvereniging Vlaanderen, INBO Wie telde in 2016 al mee? Wat hebben deze soorten gemeen? Meetnetten Wat & waarom? Bepalen
Nadere informatieOpslagverwijdering in de Rottige Meente voor de grote vuurvlinder
Opslagverwijdering in de Rottige Meente voor de grote vuurvlinder Opslagverwijdering in de Rottige Meente voor de grote vuurvlinder Tekst: Henk de Vries Met medewerking van: Saskia Janssen, Gerrit Padding,
Nadere informatieHandleiding Online Invoer Landelijke Meetnetten Vlinders en Libellen
Handleiding Online Invoer Landelijke Meetnetten Vlinders en Libellen Tekst: Chris van Swaay Tim Termaat Calijn Plate Rapportnummer: VS2011.002 De Landelijke Meetnetten Vlinders en Libellen zijn een samenwerkingsproject
Nadere informatieMonitoringroutes van libellen in de Gooi en Vechtstreek 2009 en 2010
Monitoringroutes van libellen in de Gooi en Vechtstreek 2009 en 2010 Vlinder- en Libellenwerkgroep Gooi en Vechtstreek Ronald Hofmeester Hans van Oosterhout Informatie over dit rapport: Ronald Hofmeester,
Nadere informatieGemeente Mill en St. Hubert. Parkeeronderzoek centrum Mill
Gemeente Mill en St. Hubert Parkeeronderzoek centrum Mill Gemeente Mill en St. Hubert Parkeeronderzoek centrum Mill Datum 28 oktober 2009 MSH005/Hdt/0067 Kenmerk Eerste versie Documentatiepagina Opdrachtgever(s)
Nadere informatieUitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in]
Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in] Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel Uitvoering herstelmaatregelen
Nadere informatieVliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008
Vliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008 R.M. Koelman Juli 2008 Rapport van de Zoogdiervereniging
Nadere informatieAnalyse van de tellingen van in de Zuidelijke Maasduinen uitgezette juveniele boomkikkers 2010
Analyse van de tellingen van in de Zuidelijke Maasduinen uitgezette juveniele boomkikkers 2010 door J.J. Heuvelmans Inhoud 1 Inleiding 2 Doelstelling van het onderzoek 3 Telopzet en Tellocaties 4 Resultaten
Nadere informatieInventarisatie van het aantal roepende boomkikker mannen tijdens de paartijd voorjaar door. J.J.Heuvelmans
IVN Maasduinen Inventarisatie van het aantal roepende boomkikker mannen tijdens de paartijd voorjaar 2011. door J.J.Heuvelmans Met medewerking van de amfibie groep van IVN Maasduinen. Inhoud 1: Inleiding
Nadere informatieInventarisatie beschermde vissoorten Vreeland
Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde
Nadere informatieInventarisatie van de kleine ijsvogelvlinder
Inventarisatie van de kleine ijsvogelvlinder 2011-2012 door J.J.Heuvelmans Met medewerking van natuurliefhebbers van IVN Maasduinen Frank Bons Camilia Sitsen Inhoud 1: Inleiding 2: Doelstelling 3: Kerngebied
Nadere informatieKenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen
Nadere informatieAcuut bedreigde dagvlinders in Nederland
Acuut bedreigde dagvlinders in Nederland Acuut bedreigde dagvlinders in Nederland Tekst: Chris van Swaay Met medewerking van Calijn Plate, CBS. Rapportnummer: VS2004.023 Productie: De Vlinderstichting
Nadere informatieQRA Gastransportleiding Verlegging W RLR KP5 Valkenburg Duyfrak Gasunie Transport Services B.V.
Opdrachtgever: Project: QRA Gastransportleidingen Gasunie Projectnummer: I.013262.01 Gasunie Projectnaam: Verl. W-535-01 RLR KP5 Valkenburg Duyfrak QRA Gastransportleiding Verlegging W-535-01 RLR KP5 Valkenburg
Nadere informatieKleine wintervlinders (Operophtera brumata) in de koplamp 2014 Hans Hollander
Kleine wintervlinders (Operophtera brumata) in de koplamp 2014 Hans Hollander Inleiding Drie keer per week fiets ik van mijn huis in het zuidwestelijk deel van Wijchen naar mijn werk in het oostelijk deel
Nadere informatieProject rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001
Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001 2002 Wouter Jansen & Roy Kleukers 25 april 2002 veldwerk Wouter Jansen tekst Wouter Jansen & Roy Kleukers produktie Stichting European Invertebrate Survey
Nadere informatieLandelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten
Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Foto J. Schwiebbe - http://www.birdphoto.nl April 2009, Matthijs Broere (Waarneming.nl) & Fred Hustings (SOVON) 1. Inleiding Afgelopen winter
Nadere informatieTREK VAN AALSCHOLVERS OVER TELPOST DE HORDE
TREK VAN AALSCHOLVERS OVER TELPOST DE HORDE Arjan Boele en Frank Engelen In de loop van het jaar vliegen er veel aalscholvers over trektelpost De Horde. Nu er op deze post al sinds 1997 geteld wordt, willen
Nadere informatie4. Buienradar:
Hoe betrouwbaar zijn de windverwachtingen van de verschillende weersites? Robbert van der Eijk, Groningen juli 2011 Inleiding Voor kanoërs en watersporters in het algemeen is het weer een belangrijke factor
Nadere informatieBataviastad. Parkeeronderzoek Parkeerdrukmeting en inzittenden telling
Bataviastad Parkeeronderzoek 21 Parkeerdrukmeting en inzittenden telling Bataviastad, Parkeeronderzoek 21 Parkeerdrukmeting en inzittenden telling Datum 7 juli 21 LLS12/Glw/817 Kenmerk Documentatiepagina
Nadere informatieWaterbodemsanering Biesbosch
Waterbodemsanering Biesbosch Ligging van beverburchten en beverholen winter 2008/2009 Ir. V. Dijkstra Datum: 17 maart 2009 Rapport: 2009.06 van Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van: Rijkswaterstaat Zuid-Holland
Nadere informatieLibellen van de Habitatrichtlijn,
Indicator 19 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er staan negen soorten Nederlandse
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009
Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009 November 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van ARCADIS Nederland
Nadere informatieBeoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders
Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders Beoordeling representativiteit Landelijk Meetnet Vlinders Tekst: Chris van Swaay, De
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2011 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2011 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieAge Stinissen September 2017
Age Stinissen September 2017 Inhoud Inhoud 2 Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding en doel van het onderzoek 4 2 De respons 6 3 De resultaten 8 3.1 Algemeen 8 3.2 Jongens en meisjes. 9 3.3 De Stadsdelen
Nadere informatieMaandoverzicht van het weer in Nederland. juli 2008
Maandoverzicht van het weer in Nederland juli 2008 Juli 2008: Juli 2008: Warm, nat en een normale zonneschijnduur Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in juli 2008 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2008/juli
Nadere informatieParkeeronderzoek gemeente Boxtel
Parkeeronderzoek gemeente Boxtel Centrum oost en Hoogheem Opdrachtgever Opdrachtnemer Gemeente Boxtel Ruimtelijke Ontwikkeling Postbus 10000 5280 DA Boxtel DTV Consultants B.V. Werner Willemse TBO 110308
Nadere informatieMaandoverzicht van het weer in Nederland. augustus 2008
Maandoverzicht van het weer in Nederland augustus 2008 Augustus 2008: Augustus 2008: Normale temperatuur, somber en nat Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in augustus 2008 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2008/augustus
Nadere informatieMaandoverzicht van het weer in Nederland. maart 2008
Maandoverzicht van het weer in Nederland maart 2008 Maart 2008: Maart 2008: Normale temperatuur, zeer nat en aan de zonnige kant Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in maart 2008 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2008/maart
Nadere informatieVlinders van de Habitatrichtlijn,
Indicator 20 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Van de vijf Habitatrichtlijnsoorten
Nadere informatieMaandoverzicht van het weer in Nederland. juni 2008
Maandoverzicht van het weer in Nederland juni 2008 Juni 2008: Juni 2008: Warm, zonnig en gemiddeld over het land vrij droog Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in juni 2008 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2008/juni
Nadere informatieMaandoverzicht van het weer in Nederland. mei 2008
Maandoverzicht van het weer in Nederland mei 2008 Mei 2008: Mei 2008: Uitzonderlijk warm, zeer zonnig en vrij droog Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in mei 2008 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2008/mei
Nadere informatieMaandoverzicht van het weer in Nederland. augustus 2009
Maandoverzicht van het weer in Nederland augustus 2009 Augustus 2009: Warm en zonnig, gemiddeld over het land droog Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in augustus 2009 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2009/augustus
Nadere informatieMaandoverzicht van het weer in Nederland. oktober 2008
Maandoverzicht van het weer in Nederland oktober 2008 Oktober 2008: Oktober 2008: Vrijwel normale temperatuur, zonnig en gemiddeld over het land vrij nat Voor een uitgebreide beschrijving van het weer
Nadere informatieErvaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda
Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda Gemeten met de CQI index Februari 2015 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: februari 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond
Nadere informatieVerkeerstellingen Nicolaas van Eschstraat, Oisterwijk. April 2016
Verkeerstellingen Nicolaas van Eschstraat, Oisterwijk April 2016 Hoofdlijnen Telling van het verkeer van de Heusdensebaan naar de Nicolaas van Eschstraat Dinsdag 5 april en donderdag 7 april 2016 van 06:00
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Laegieskamp
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Laegieskamp In 2015 met een overzicht van incidentele waarnemingen 1992 2014 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2016 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C.
Nadere informatieDuurzaamheid van werk binnen de banenafspraak
Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak 2017-2018 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding...3 Aanleiding...3 Aanpak, perioden en meetmomenten...3 Samenvatting...4
Nadere informatieOntwikkeling leerlingaantallen
Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging
Nadere informatieQuickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen
Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg
Nadere informatieVendorrating: statistische presentatiemiddelen
pag.: 1 van 6 Vendorrating: statistische presentatiemiddelen Hieronder bespreken we in het kort een aantal verschillende presentatievormen waarmee we vendorratingresultaten op een duidelijke manier kunnen
Nadere informatiePassantentelling. Horecabezoekers Centrum Uden Winter Opdrachtnummer: Dataverzameling: januari 2013 Oplevering: februari 2013
Horecabezoekers Centrum Uden Winter 2013 Opdrachtnummer: 29-2116 Dataverzameling: januari 2013 Oplevering: februari 2013 Projectbegeleiding: R.J.G. van Houwelingen MSc Strabo bv Marktonderzoek en Vastgoedinformatie
Nadere informatieDuurzaamheid van werk binnen de banenafspraak
Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak - 2017 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding... 3 1: Werkzaam zijn en blijven... 4 1a: Werkzaam zijn en blijven
Nadere informatieGemeente Losser. Parkeeronderzoek. Gemeente Losser
Gemeente Losser Parkeeronderzoek Gemeente Losser Gemeente Losser Parkeeronderzoek Gemeente Losser Datum 4 maart 2016 LSR018/Grd/0450.01 Kenmerk Eerste versie www.goudappel.nl goudappel@goudappel.nl Documentatiepagina
Nadere informatieMaandoverzicht van het weer in Nederland. februari 2008
Maandoverzicht van het weer in Nederland februari 2008 Februari 2008: Februari 2008: Zacht, zeer zonnig en vrij droog Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in februari 2008 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2008/februari
Nadere informatieMaandoverzicht van het weer in Nederland. september 2008
Maandoverzicht van het weer in Nederland september 2008 September 2008: September 2008: Vrij koel, aan de droge kant en zonnig Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in september 2008 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2008/september
Nadere informatieReizigerstelling Zwolle-Enschede-Kampen. Ruwe teldata en veldwerkverslag - concept. Provincie Overijssel najaar 2014
Reizigerstelling Zwolle-Enschede-Kampen Ruwe teldata en veldwerkverslag - concept Provincie Overijssel najaar 2014 Opdrachtgever: Contactpersoon: Rapporttype: Auteur(s): Provincie Overijssel Paul Verheijdt
Nadere informatieKenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2
Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen
Nadere informatieAanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur
Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur 2017 Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur C. van den Tempel & V. Ronde 2017 Projectleider Afdeling Opdrachtgever Financiering Foto
Nadere informatieKWANTITATIEVE RISICOANALYSE. GASTRANSPORTLEIDING N TE TONDEN, GEMEENTE BRUMMEN I De Hoven N Rondweg N-345
KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING N-559-20 TE TONDEN, GEMEENTE I.012547.01 De Hoven N-559-20 Rondweg N-345 I.012547.01 De Hoven N-559-20 Rondweg N-345 N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse
Nadere informatieProject: Kennisdocument Onderwerp: p90 Datum: 23 november 2009 Referentie: p90 onzekerheid Wat betekent de p90 (on)zekerheid?
Project: Kennisdocument Onderwerp: p90 Datum: 23 november 2009 Referentie: p90 onzekerheid Wat betekent de p90 (on)zekerheid? De p90 onzekerheid staat in het kader van de garantieregeling voor aardwarmte
Nadere informatieKijkcijferonderzoek regionale omroepen
Kijkcijferonderzoek regionale omroepen Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking Rapportage Auteurs: Selina Kroesemeijer, Jeroen Senster en Clasine van der Wal Project Z1661 16-12-2013 Inleiding
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2014 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2014 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieOpgesteld door: drs. G.W. Brandsen. Gecontroleerd door: ing. N.G.C.M. Quaijtaal. Projectnummer: B02015.000151.0100. Ons kenmerk: 077443609:A
MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Mercatorplein 1 Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Onderwerp: Gebruik Heatsavr in Buitenbad De Bercken in Reuver 's-hertogenbosch,
Nadere informatieErvaringen thuiszorgcliënten St. Elisabeth Roosendaal
Ervaringen thuiszorgcliënten St. Elisabeth Roosendaal Gemeten met de CQI index Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: september 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond en werkwijze
Nadere informatieOnderzoek effect vleermuisvriendelijke verlichting, Zevenaar Hans Hollander en Marcel Schillemans
Onderzoek effect vleermuisvriendelijke verlichting, Zevenaar Hans Hollander en Marcel Schillemans 2014.42 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht van de Gemeente Zevenaar Onderzoek
Nadere informatieBroedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010
Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2010 Marc de Bont Nijmegen, september 2010 Inleiding Methode In maart 2010 heb ik besloten om in de omgeving van het complex Berkenoord de broedvogels
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2012 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2013 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Horstermeerpolder
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Horstermeerpolder In 2015 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2015 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieBezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005
Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005 Effecten van nieuwe openings- en werktijden bij de gemeente s-hertogenbosch Deelonderzoek 1 O&S Juli 2005 Dit product is tot stand gekomen met
Nadere informatieErvaringen bewoners SWZ Willibrord Wassenaar
Ervaringen bewoners SWZ Willibrord Wassenaar Meting 2016 Gemeten met de CQI index Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: december 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond en
Nadere informatieVLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008
VLEERMUIZEN ONDERZOEK MOLSHOEK HELLEVOETSLUIS 2008 K. Mostert & E. Thomassen Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland In opdracht van gemeente Hellevoetsluis 1 INHOUD Inleiding... 3 Gebiedsbeschrijving...
Nadere informatiejan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec
2009 Jaar 2009: zeer zonnig en vrij droog Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in 2009 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2009/jaar Maximumtemperatuur
Nadere informatieQRA Gastransportleiding Heerhugowaard W N.V. Nederlandse Gasunie
Opdrachtgever: Project: QRA Gastransportleiding W-574-02 Gasunie Projectnummer: I.012153.01 Gasunie Projectnaam: GNIPA-1620 Aartswoud-Heerhugowaard Behoort bij besluit van Burgemeester en wethouders van
Nadere informatieErvaringen thuiszorgcliënten V&V De Leystroom
Ervaringen thuiszorgcliënten V&V De Leystroom Gemeten met de CQI index Februari 2016 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: februari 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond
Nadere informatieHet verloop van juveniele boomkikkers na het uitzetten. door. W. Ceron, J. Heuvelmans, T. Wetjens
IVN Maasduinen Het verloop van juveniele boomkikkers na het uitzetten door W. Ceron, J. Heuvelmans, T. Wetjens W.Sitsen J. Raaijmakers Inhoud 1: Inleiding 2: Doelstelling en beschrijving van de uitzetplek
Nadere informatieVroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown
Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown Voortgezet diagnostisch onderzoek 2012 Peter Vink, Peter Vreeburg en Paul van Leeuwen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen
Nadere informatieBallast Nedam Ontwikkelingsmaatschappij. Verkeerswaarnemingen. Food Center Amsterdam
Ballast Nedam Ontwikkelingsmaatschappij B.V. Verkeerswaarnemingen Food Center Amsterdam November 2013 Ballast Nedam Ontwikkelingsmaatschappij B.V. Verkeerswaarnemingen Food Center Amsterdam November 2013
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse Hoofdweg Oostvoorne
Kwantitatieve Risicoanalyse Hoofdweg Oostvoorne status datum: status: 19-01-2011 definitief Opdrachtgever: gemeente Westvoorne Opdrachtleider RBOI: mw. drs. J.P. Zevenbergen-Herweijer Samenvatting In dit
Nadere informatieVoortgangsonderzoek naar de verspreiding van noordse woelmuis, waterspitsmuis en veldspitsmuis in 2006 met behulp van braakbalanalyse
Voortgangsonderzoek naar de verspreiding van noordse woelmuis, waterspitsmuis en veldspitsmuis in 2006 met behulp van braakbalanalyse D.L. Bekker Februari 2007 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In
Nadere informatieResultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg
NOTITIE Bosch & Van Rijn A. Schipper Groenmarkstraat 56 3521 AV Utrecht DATUM: 8 mei 2017 ONS KENMERK: 17.02976/RogVe UW KENMERK: gunning per email dd 6 februari 2017 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE:
Nadere informatieKWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING. OLST-WIJHE I CDM16 Olst N Bruinweg N.V. Nederlandse Gasunie
KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING GASTRANSPORTLEIDING N-556-60 N-556-60 EN EN N-557-30 N-557-30 TE TE OLST, OLST, GEMEENTE GEMEENTE OLST-WIJHE OLST-WIJHE I.012535.01 - CDM16 Olst N-566-60
Nadere informatieDeelhandleiding uploadportal NEM VTT
Deelhandleiding uploadportal NEM VTT Onderdeel van de handleiding voor het meetnet NEM Vleermuis Transect Tellingen Schillemans, M.J. 2015.010 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht
Nadere informatieRisico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen
Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5
Nadere informatieRingslangen in Oostvaardersveld 2016
Ringslangen in Oostvaardersveld 216 Jeroen Reinhold Rapport LBF-216-15 Inleiding. Het Oostvaardersveld was het eerste gebied in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland waar reproductie van de ringslang vastgesteld
Nadere informatieEindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK
Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK rapportnr. 2016.2200 oktober 2016 In opdracht van: Rho adviseurs voor leefruimte
Nadere informatieRECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP HET TWISKE 2011
Recreatieschap het Twiske AB 05-12-2012 Agendapunt 3b mededeling recreatiemonitor, aantal bezoeken 2011 BIJLAGE RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP HET TWISKE 2011 Recreatie Noord-Holland
Nadere informatieMonitoring Natura 2000-soorten en overige soorten prioritair voor het Vlaams beleid. Blauwdrukken soortenmonitoring in Vlaanderen
INBO.R.2012.16 INBO.R.2014.2319355 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid INBO Brussel Kliniekstraat 25 1070 Brussel T: +32 2 525 02 00 F: +32 2 525 03 00 E: info@inbo.be www.inbo.be Monitoring
Nadere informatieVeldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer
Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer Veldinventarisatie in opdracht van Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud Opgesteld door Stichting RAVON R.P.J.H. Struijk
Nadere informatieErvaringen thuiszorgcliënten V&V St. Elisabeth Gemeten met de CQI index
Ervaringen thuiszorgcliënten V&V St. Elisabeth Gemeten met de CQI index December 2014 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: december 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond
Nadere informatieAfwikkelingsanalyse VRI Nijmeegseweg - L.J. Costerstraat
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieKwantitatieve Risicoanalyse De Veldkamp
Kwantitatieve Risicoanalyse De Veldkamp 13 maart 2014 Gemeente Hengelo afdeling wijkzaken, beleid en advies B. Meijer Samenvatting Voor het bedrijventerrein De Veldkamp wordt een nieuw bestemmingsplan
Nadere informatieBroedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012
Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2012 Marc de Bont Nijmegen, juli 2012 Inleiding Methode In 2012 is voor het derde jaar op rij het gebied op broedvogels geteld. Het wordt begrensd wordt
Nadere informatieLandelijk meetnet vlinders
Landelijk meetnet vlinders Maart 2019 Beste teller, De winter loopt op zijn einde en we hebben in februari zelfs alweer vlinders kunnen zien. In deze nieuwsbrief een korte vooruitblik op het komende telseizoen.
Nadere informatieMaandoverzicht van het weer in Nederland. november 2014
Maandoverzicht van het weer in Nederland november 2014 November 2014: Zeer zacht, zeer zonnig en droog Met veel zon en weinig wind ging de maand november bijna zomers van start. Op 1 november beleefde
Nadere informatieErvaringen thuiszorgcliënten V&V Huize het Oosten Gemeten met de CQI index
Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Huize het Oosten Gemeten met de CQI index April 2014 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: april 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond en
Nadere informatieVerslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld
Verslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld Jan Katsman, januari 2018 Libellenmonitoring 2017 in het Leersumse Veld. Het gebied Hert Leersumse Veld is eigendom van en wordt beheerd door Staatsbosbeheer.
Nadere informatieTechnische informatie
.3 Offsetinkten Algemene informatie 09008 ISO 2846- en 647-2 / Altona Testsuite L*a*b waarden voor vierkleureninkten Betreffende colourmanagement wordt keer op keer gevraagd wat de juiste L*a*b* waarden
Nadere informatieOntwikkeling aantal dagvlinders en libellen in Noord-Holland
Ontwikkeling aantal dagvlinders en libellen in Noord-Holland Ontwikkeling aantal dagvlinders en libellen in Noord- Holland Tekst Roy van Grunsven Chris van Swaay Rapportnummer VS2018.019 Projectnummer
Nadere informatieKlimaatverandering & schadelast. April 2015
Klimaatverandering & schadelast April 2015 Samenvatting Het Centrum voor Verzekeringsstatistiek, onderdeel van het Verbond, heeft berekend in hoeverre de klimaatscenario s van het KNMI (2014) voor klimaatverandering
Nadere informatieLandelijk Meetnet Vlinders
Landelijk Meetnet Vlinders Juni 2014 Beste teller, Met de eerste bruine zandogen is het zomerseizoen voor de vlinders inmiddels van start gegaan. Uw tellingen laten zien dat de junidip dit jaar al in de
Nadere informatieOndersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud
Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud Periode 2008-2013 Céline Malengreaux, Jan Vercammen, Alain Licoppe, Frank Huysentruyt, Jim Casaer Dankwoord Het uitvoeren
Nadere informatieGrafieken. 10-13 jaar. Rekenles over het maken van grafieken. Rekenen. 60 minuten. Weerstation, data, grafieken
Grafieken Rekenles over het maken van grafieken 10-13 jaar Rekenen Weerstation, data, grafieken 60 minuten Op het digitale schoolbord bekijkt de leerkracht met de klas verschillende grafieken over het
Nadere informatieGrote Zilverreigers en hun slaapplaatsen
Grote Zilverreigers en hun slaapplaatsen Overwinterende Grote Zilverreigers in de Kempen en Peel Roel van den Heuvel en Robert Kastelijn Echt veel informatie is er nog niet te vinden over Grote Zilverreigers
Nadere informatieMaandoverzicht van het weer in Nederland. oktober 2015
Maandoverzicht van het weer in Nederland oktober 2015 Oktober 2015: Vrij koud, droog en normale hoeveelheid zon Met een gemiddelde temperatuur van 9,9 C tegen een langjarig gemiddelde van 10,7 C was oktober
Nadere informatieVERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN
VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN
Nadere informatie