Masarykova univerzita Filozofická fakulta. Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky. Magisterská diplomová práce

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Masarykova univerzita Filozofická fakulta. Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky. Magisterská diplomová práce"

Transcriptie

1 Masarykova univerzita Filozofická fakulta Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Magisterská diplomová práce 2012 Anna Nutilová

2 Masarykova Univerzita Filozofická fakulta Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Nizozemský jazyk a literatura Anna Nutilová Maar, wel, toch, eens, even, nou De uitdrukking van de Nederlandse modale partikels in het Tsjechisch Magisterská diplomová práce Vedoucí práce: Mgr. Marta Kostelecká 2012

3 Prohlašuji, že jsem diplomovou práci vypracovala samostatněv s využitím uvedených pramenů a literatury. Ik verklaar hiermee dat ik deze Masterscriptie zelfstandig heb geschreven. Alle literatuur en bronnen die ik gebruikt heb, zijn in de literatuurlijst opgenomen.

4 Dankbetuiging Eerst wil ik graag Mgr. Marta Kostelecká bedanken voor haar begeleiding en waardevolle adviezen. Daarnaast gaat mijn dank uit naar mijn ouders voor hun steun tijdens mijn hele studie en naar Ferry omdat hij altijd bereid was om mij te helpen als dat nodig was.

5 Inhoudsopgave 1 INLEIDING De keuze van de modale partikels Het doel Methodologie De zes modale partikels De structuur NEDERLANDSE MODALE PARTIKELS Partikels in het Nederlands Modale partikels en hun pragmatische functie Modale partikels Taalhandelingen Pragmatische functie van de MPs DE APPELLATIEVE EXPRESSIVITEIT VAN DE TSJECHISCHE ZIN EN HAAR TAALINSTRUMENTEN De bevelende zin Vragende zin Conditionalis Negatieve vraag Voltooide/onvoltooide werkwoordsvorm De beleefdheidswoorden Modale werkwoorden De verandering van de persoon Modificatiepartikels Bijwoorden De interjectie no Werkwoordsvormen met grammaticale betekenis Vragende zin Ja/nee-vraag Aanvullende vraag ZES MODALE PARTIKELS EN DE UITDRUKKING VAN HUN BETEKENIS IN HET TSJECHISCH Maar

6 4.1.1 Vorm en context De pragmatische betekenis De uitdrukking van de pragmatische betekenis van het MP maar in het Tsjechisch Contexten met MP maar uit de film Dik Trom Wel De vorm en de context Pragmatische betekenis De uitdrukking van de betekenis van het MP wel in het Tsjechisch Contexten met het MP wel uit de film Dik Trom Toch Vorm en context Betekenis De uitdrukking van de betekenis van het MP toch in het Tsjechisch Contexten met MP toch uit de film Dik Trom Eens Vorm en context Pragmatische betekenis De uitdrukking van de betekenis van het MP eens in het Tsjechisch Contexten met het MP eens in de film Dik Trom Even Vorm en context Pragmatische betekenis De uitdrukking van de betekenis van het MP even in het Tsjechisch De contexten met MP even uit de film Dik Trom Nou Vorm en context Betekenis De uitdrukking van de betekenis van het MP nou in het Tsjechisch De contexten met MPnou uit de film Dik Trom Overzicht Conclusie

7 5.1 Uitdrukking van de pragmatische betekenis van zes MPs door de taalmiddelen van de AE in het Tsjechisch Literatuurlijst

8 1 INLEIDING In het gesproken en in het geschreven Nederlands komen we vaak woorden zoals maar, even of eens tegen. Naast bijwoord en voegwoord, kunnen deze woorden ook een ander woordsoort vertegenwoordigen- de partikels. Als partikels spelen ze een belangrijke pragmatische rol in de relatie tussen de spreker en de hoorder en ze zijn daardoor onmisbaar in de (vooral gesproken) Nederlandse taal (Wenzel, 2004). Hoewel Van der Wouden (2006) in zijn artikel over partikels beweert dat ze ook in de schriftelijke taal voorkomen, is hij het er tegelijkertijd met de andere taalwetenschappers over eens, dat de partikels een typisch fenomeen zijn van het informele gesproken Nederlands (o.a. Foolen, 1993; Vismans, 1994; Wenzel, 2004; Foolen & Van der Wouden, 2011). Om deze reden richten we ons in deze scriptie uitsluitend op het gesproken Nederlands. Een ander punt over partikels waarover de taalwetenschappers het eens zijn is dat het over een heterogene groep woorden met een vage betekenis gaat, die moeilijk af te bakenen is. Hierdoor leveren de partikels problemen op wanneer men het gesproken Nederlands wil uitdrukken in een andere taal (o.a. Foolen, 1986; Wenzel, 2004; Van der Wouden & Caspers, 2010). In deze scriptie wordt de andere taal vertegenwoordigd door het Tsjechisch. We onderzoeken hier de manieren waarop men de Nederlandse partikels in het Tsjechisch kan uitdrukken. Aangezien dat een studie over de gehele groep van partikels te complex is, hebben we ons beperkt tot alleen één soort partikels- de modale partikels (de keuze voor de modale partikels wordt verder toegelicht in 1.1). Volgens Foolen (1986) lijkt deze categorie partikels het meest problematisch voor de taalbeheersing van de NT2-sprekers en de NVTsprekers. Uit deze groep hebben we voor ons onderzoek zes vertegenwoordigers gekozen: maar, wel, toch, eens, even, nou en we beschrijven hier de manier waarop hun ingewikkelde betekenis in het Tsjechisch uitgedrukt kan worden. De keuze van deze zes modale partikels wordt nader toegelicht in Uit het proefschrift over modale partikels (verder MPs) van Foolen (1993) volgt, dat de MPs vooral aan de pragmatische functie van de zin bijdragen. Om deze reden behandelen we de MPs hier uitsluitend van de pragmatische invalshoek. De pragmatische functie van de MPs houdt in, dat ze de illocutieve betekenis van de zin modificeren (idem). Het doel van 4

9 deze scriptie is te laten zien door welke verschillende lexicale, fonologische, morfologische en syntactische taalmiddelen de bijdragende betekenis van de zes bovengenoemde MPs aan de illocutieve betekenis van de zin uitgedrukt kan worden in het Tsjechisch. De taalmiddelen die we hier onderzoeken maken deel uit van de appellatieve expressiviteit (apelativní expresivita) van de zin, waarmee de houding van de spreker tegenover de hoorder wordt uitgedrukt (Bečka, 1992). Foolen (1993) onderzoekt verder in zijn proefschrift de multifunctionaliteit van de MPs. De pragmatische functie van de MPs is volgens hem afhankelijk van de context waarin ze zich bevinden. Eenzelfde partikel kan in een andere context ook een andere betekenis aan de zin toevoegen. Om het belang van de context voor de pragmatische betekenis van de MPs te demonstreren, beschrijven we het gebruik van het bepaalde MP en de pragmatische betekenis ervan in de verschillende situaties. Deze voorbeeldsituaties komen uit de film Dik Trom (2010) die hier ons als vertegenwoordiger van het informeel gesproken Nederlands dient. Door de vertaling van de dialogen van deze situaties naar het Tsjechisch laten we zien hoe de pragmatische betekenis van het bepaalde MP in de concrete situatie uitgedrukt kan worden in het Tsjechisch. 1.1 De keuze van de modale partikels Hoewel er drie verschillende soorten partikels bestaan- focuspartikels, discoursepartikels en modale partikels (Van der Wouden, 2006), richt deze scriptie zich alleen op de laatstgenoemde. Het onderzoeken van alle drie de soorten en hun uitdrukkingen in het Tsjechisch zou te ingewikkeld en te uitgebreid zijn. Daarom beperken we ons qua inhoud en qua aanpak alleen tot één soort partikels. De beslissing om deze scriptie op de MPs te richten heeft twee redenen: Ten eerste speelde in onze keuze de belangrijke communicatieve functie van de MPs een rol. Hun naam duidt aan dat ze een van de instrumenten van de modaliteit zijn. Daardoor, net zoals modale werkwoorden, zorgen ze ervoor dat de inhoud van de zin de werkelijke bedoeling van de spreker tegenover de hoorder weergeeft (Vandeweghe, 2004). Door middel van het gebruik van een modaal partikel kan de spreker bv. het bevel Geef die boeken hier wat zachter maken als hij vriendelijk wil zijn, in dit voorbeeld door het modale partikel maar: Geef de boeken maar hier (Haeseryn, 1997, p. 457). Dit voorbeeld laat zien 5

10 hoe belangrijk een juiste uitdrukking van de MPs is, om zo in een andere taal het signaal van de spreker tegenover de hoorder correct te uiten. De tweede (en minder belangrijke) reden ontstond tijdens het verzamelen van de informatie over partikels. In de verschillende publicaties waarin de partikels beschreven worden, worden de MPs vaak beschouwd als vertegenwoordiger van de gehele groep partikels, wat er toe heeft geleid dat van de drie soorten partikels de MPs het grondigst geanalyseerd zijn. Hierdoor is over de MPs meer informatie beschikbaar dan over de andere soorten partikels. 1.2 Het doel Van der Wouden (2006) noemt Nederlands een partikeltaal. Meer dan in andere talen zoals Engels of Frans, worden de partikels in het Nederlands gebruikt in spontaan gesproken taal en daarnaast verschijnen ze ook in goed geschreven schrijftaal (idem). In het huidige Nederlands zijn partikels in sommige uitingen zelfs vrijwel verplicht (Van der Wouden & Caspers, 2010). Door hun frequente gebruik zijn de partikels een belangrijk verschijnsel in de Nederlandse taal geworden. Maar over welke woorden gaat het precies? Het doel van deze scriptie is o.a. uit te leggen welke woorden als partikels worden beschouwd om vervolgens de subcategorie modale partikels te karakteriseren. De kernvraag waarmee we ons hier bezig houden betreft echter de uitdrukking van de pragmatische betekenis van de Nederlandse MPs in het Tsjechisch. De MPs voegen een speciale nuance toe aan de illocutieve betekenis van de zin (Vandeweghe, 2004). In het Tsjechisch bestaan meerdere taalmiddelen die gelijke pragmatische functie vervullen. De spreker kan door deze taalmiddelen een extra nuance aan zijn taalhandeling toevoegen. Om deze reden worden ze beschouwd als onderdeel van de appellatieve expressiviteit (verder AE) van de zin die de mentale bedoeling van de spreker tegenover de hoorder weergeeft. Binnen ons onderzoek beperken we ons tot de zes MPs: maar, wel, toch, eens, even en nou (nader toegelicht in 1.3.1). Het doel van deze scriptie is een overzicht te geven van de in hoofdstuk 3 beschreven taalmiddelen van de AE waarmee de verschillende pragmatische betekenissen van de bovengenoemde zes MPs uitgedrukt kunnen worden in het Tsjechisch. 6

11 De pragmatische betekenis van een MP is afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt door de spreker (Foolen, 1993). Om deze reden werken we hier met de film Dik Trom (2010) waarin de MPs in verschillende contexten voorkomen en waardoor hun verschillende pragmatische betekenissen gedemonstreerd worden. Door de vertaling van de dialogen waarin de MPs gebruikt zijn laten we zien hoe een pragmatische betekenis van een bepaalde MP in een concrete context uitgedrukt kan worden in het Tsjechisch. 1 De film Dik Trom werd recentelijk gemaakt, in 2010, waaruit we concluderen dat het gebruik van de MPs hierin slechts beperkt afwijking zal vertonen van de hedendaagse realiteit. Daarnaast is Dik Trom een familiekomedie waarin vele informele situaties voorkomen. In deze situaties wordt spontaan gesproken, waardoor er in de film uitdrukkingen met elke van de zes MPs voorkomen. Ten slotte wordt het informele gesproken Nederlands en daardoor ook de MPs door de personages van verschillende leeftijden en beroepen gebruikt wat ons verschillende contexten aanbiedt waarin de MPs gebruikt kunnen worden. 1.3 Methodologie In deze paragraaf lichten we eerst de keuze voor de zes onderzochte partikels toe. Daarna stellen we de bronnen voor waarvan we hier gebruik maken. Ten slotte beschrijven we de structuur van dit onderzoek De zes modale partikels In ons onderzoek vergelijken we de pragmatische betekenis van de MPs met de pragmatische betekenis van de taalmiddelen van de AE. Om de bredere dimensie van de betekenis van de MPs te kunnen behandelen, hebben we als de vertegenwoordigers de partikels gekozen met een verzachtende functie (maar, even) en die met versterkende functie (toch, nou). De MPs eens en wel kunnen beide functies vervullen. Vervolgens is de selectie van deze zes MPs gebaseerd op het feit dat ze het meest vaak voorkomen als voorbeelden van de MPs in het corpus van de relevante literatuur over 1 Van het totale contexten met MPs in de film kiezen we alleen diegene waarin het gebruik van een bepaalde MP voor dit MP typisch is en beschreven wordt in de gebruikte literatuur 7

12 MPs en dat er een aantal publicaties en artikelen bestaat waarin sommige ervan apart worden beschreven. Daarin zien we twee redenen voor onze selectie: Ten eerste worden deze MPs vaak als voorbeelden gekozen, waarschijnlijk vanwege de hoge frequentie van hun gebruik. Deze theorie wordt ook ondersteund door het onderzoek van Hiligsman en Noiret (2010) die de vertalingen van de Nederlandse MPs naar het Frans beschrijven. 2 Ten tweede wordt de betekenis van deze MPs in de vakliteratuur het grondigst beschreven: Het proefschrift van Vismans (1994) Modal particles in Dutch directives: a study of functional grammar is gericht op de betekenis en functie van de negen MPs eens, even, dan, misschien, maar, nou, ook, soms en toch en hun gebruik in met name de bevelende zin. Van deze negen MPs worden maar en toch nog apart onderzocht in andere publicaties: Foolen (1993) beschrijft de betekenissen van het MP maar in zijn proefschrift. Maar wordt ook behandeld door De Vriendt en Van der Craen (1984) in hun artikel Maar als modaal partikel in Studies over Nederlandse partikels. Het partikel toch is daarnaast uitgebreid beschreven in de masterscriptie van Snel (2011) Het lemma toch. Een corpusgebaseerde partikelstudie. Uit de negen MPs van Vismans (1994) hebben we nog even, eens en nou gekozen. Er bestaat geen publicatie die alleen op deze drie woorden is gericht, maar in de literatuur over partikels worden ze vaak genoemd als de vertegenwoordigers van de gehele groep MPs. Daardoor wordt er vaak aan hun pragmatische betekenis verwezen. De MPs dan, ook, misschien en soms komen we daarentegen in de vakliteratuur minder tegen. Het partikel wel komt vooral in vragende zinnen voor, wat een verklaring kan zijn voor het feit dat Vismans (1994) in zijn profschrift over MPs in de bevelende zin dit partikel niet beschrijft. Niettemin, de betekenissen van dit MP worden geanalyseerd in het artikel van Abraham (1984) De betekenis en de functie van het Nederlandse wel- een vergelijking met het Duits in de Studies over Nederlandse partikels en in de masterscriptie van Hoogeweg (2005) Well, about wel. On the diversity and unity of the Dutch particle wel De structuur 2 Ze werken met het corpus van de tien nummers van het stripverhaal Suske en Wiske waarin de meest frequente partikels eens, maar, toch, nou, wel en even zijn. 8

13 Om de pragmatische betekenis van de MPs te kunnen uitdrukken in het Tsjechisch karakteriseren we aan het begin deze woordsoort en de pragmatische functie ervan. Eerst verduidelijken we de positie van de gehele groep partikels in het Nederlands. Nadat we de basiskenmerken van de partikels voorstellen, beschrijven we de basiskarakteristiek van de MPs. Hiervoor maken we gebruik van de inleiding tot de bundel Studies over Nederlandse partikels geschreven door Van der Auwera en Vandeweghe (1984), waarin de basiskarakteristiek van de partikels en vervolgens de MPs te vinden is. In de artikelen van Van der Wouden, die zich bezig houdt met de moeilijkheden die de partikels, waaronder ook de MPs, opleveren bij de NT2-sprekers, vinden we een beschrijving van de kenmerken van de partikels in het algemeen en vervolgens van de MPs (Van der Wouden, 1999, 2002, 2006; Van der Wouden & Caspers 2008; Van Balen et al. 2010; Foolen & Van der Wouden 2011). Daarnaast werken we met het proefschrift van Foolen (1993) De betekenis van partikels: een dokumentatie van de stand van het onderzoek, met bijzondere aandacht voor "maar" waarin hij de functie van de partikels in de zin en de kenmerken ervan beschrijft. Vervolgens besteden we aandacht aan de pragmatische functie van de MPs in de zin. Omdat hun pragmatische functie samenhangt met de taalhandeling van de spreker, stellen we eerst de verschillende vormen van de taalhandeling voor aan de hand van twee publicaties: Taal en betekenis. Een inleiding in de taal-filosofie van Stokhof (2003) en het hoofdstuk Zinnen en cognitie van Janssen en Veerhagen (2002) in Taal in gebruik. Een inleiding in de taalwetenschap. Daarna verduidelijken we met behulp van het bovengenoemde proefschrift van Foolen (1993) gericht op MPs de pragmatische betekenis van de MPs in de taalhandeling. In het volgende hoofdstuk richten we ons op de Tsjechische taal. Zoals hier al werd gezegd is de pragmatische functie van de Nederlandse MPs in de communicatie tussen de hoorder en de spreker in het Tsjechisch het best vergelijkbaar met de taalmiddelen van de appellatieve expressiviteit (verder AE) van de zin. In de inleiding van hoofdstuk 3 leggen we uit wat we met de term AE van de zin bedoelen. Vervolgens stellen we de taalmiddelen voor waarmee deze soort expressiviteit gemodificeerd kan worden. Als bronnen dienen hierover de volgende publicaties die de Tsjechische syntax, stilistiek, morfologie en de communicatie in het Tsjechisch beschrijven 3 : hoofdstuk Komunikační funkce výpovědí in Příruční mluvnice 3 In het Tsjechisch zijn partikels als zelfstandige woordsoort beschouwd die apart beschreven wordt in de grammaticaboeken. In het Nederlands, daartegenover, vallen ze vaak in de grammaticaboeken onder de 9

14 češtiny (Grepl, 1995), Mluvnice češtiny 3: skladba (Hlavsa et al., 1986), Česká stylistika (Bečka, 1992), artikelen Poznámky o komunikační funkci otázky zjišťovací v češtině (Náprstková, 1999) en Poznámky o komunikační funkci otázky zjišťovací v češtině (Rathouská, 1999) in Komunikační a strukturní aspekty češtiny a jiných jazyků, Základy české skladby (Kopečný, 1962). Daarnaast zijn voor ons de artikelen van het taalkundige tijdschrift Naše řeč een waardevolle bron voor de beschrijving van de taalmiddelen van de AE. We maken ook gebruik van de elektronische versie van het woordenboek Slovník spisocvného jazyka českého (Havránek et al., 2011), waarin de betekenis van de lexicale taalmiddelen van de AE wordt beschreven. In het hoofdstuk 4 wordt de kernvraag van ons onderzoek beantwoord. We behandelen hier de zes MPs één voor één. Eerst verduidelijken we de vorm van het MP en beschrijven we de context waarin het voorkomt. Dat doen we aan de hand van de literatuur beschreven in waarin het MPs wordt geanalyseerd. Met gebruik van dezelfde literatuur stellen we vervolgens de gebruiksmogelijkheden van het MP voor. Daarnaast vergelijken we elke gebruiksmogelijkheid van het MP met het Tsjechisch. Als resultaat daarvan laten we zien door welke taalmiddel van de AE de pragmatische betekenissen van het MP uitgedrukt kunnen worden in het Tsjechisch. Als laatste stellen we de contexten van de film Dik Trom (2010) waarin dit MP voorkomt. We verduidelijken hier de pragmatische betekenis van dit MP in de concrete situatie en de pragmatische betekenis van het taalmiddel van de AE waardoor we de MP in deze concrete context uitdrukken in het Tsjechisch. Tenslotte, in het laatste hoofdstuk Conclusie vatten we de taalmiddelen van de AE samen, waardoor de pragmatische betekenissen van de zes vertegenwoordigers van de Nederlandse MPs in het gesproken Tsjechisch uitgedrukt kunnen worden. woordsoort bijwoorden. De partikels worden in de Nederlandse taalwetenschap meer behandeld in de publicaties die besteden zijn uitsluitend aan deze groep woorden, omdat ze een belangrijke rol uitoefenen in de communicatie. In het Tsjechisch bestaan zulke publicaties over partikels of een bepaald partikel niet. In de publicaties die met de communicatie in het Tsjechisch bezig zijn, worden er partikels samen met andere taalmiddelen genoemd als factoren die de illocutieve strekking van de spreker beïnvloeden. 10

15 2 NEDERLANDSE MODALE PARTIKELS In dit hoofdstuk beantwoorden we de vraag door welke kenmerken de MPs zich onderscheiden en bespreken we wat hun pragmatische functie inhoud. Allereerst verduidelijken we de positie van de gehele groep partikels in het Nederlands. Daarna geven we een beschrijving van de basiskarakteristiek van de MPs. Om hun pragmatische functie te kunnen uitleggen, beschrijven we eerst het systeem van de taalhandelingen, dat met het pragmatiek samenhangt. Vervolgens lichten we de rol toe die de MPs in dit systeem spelen. 2.1 Partikels in het Nederlands De term partikel komt oorspronkelijk van het Latijnse woord particula, dat naar alle kleine onverbuigbare woorden verwijst (Van der Auwera & Vandeweghe, 1984; Vismans, 1994). Tegenwoordig, nu er categorieën voor de onverbuigbare woorden bestaan, worden partikels vaak in de grammatica s gerangschikt onder de woordsoort bijwoorden (idem). Toch zijn er verscheidene taalwetenschappers die deze groep als een aparte lexicale categorie beschouwen. Vismans (1994) stelt in zijn proefschrift Hoogvliet en De Groot voor als de eerste taalwetenschappers die de groep van partikels als een aparte categorie onder de bijwoorden hebben gezien. Hoogvliet noemt deze woorden nog niet partikels, maar invoegselwoorden (idem). Uit zijn boek komt ook de bekende zin Geef de boeken dan nu toch maar eens even hier (Hoogvliet, geciteerd door Van der Wouden, 2002, in para 2.5), die door andere taalwetenschappers wordt geciteerd als een voorbeeld van de groepsvorming van partikels. De problematische afbakening van deze categorie en de beperkte informatie erover heeft andere taalwetenschappers gemotiveerd om de kleine woorden grondiger te gaan onderzoeken. Hierdoor zijn de basiseigenschappen bepaald die deze kleine woorden in het gemeen hebben en waardoor ze zich op deze manier onderscheiden van de andere onverbuigbare woorden: a) Deiktisch karakter 11

16 Partikels zijn geen onderdeel van de beschrijving van de situatie waarover de zin gaat (Van der Auwera & Vandeweghe, 1984), maar ze hebben een deiktische functie (Van der Auwera en Vandeweghe, 1984; Foolen, 1993). Ze veronderstellen een communicatieproces, waarin een spreker, een hoorder, een mededelende inhoud, verwachtingen en preferenties met betrekking tot de mededelende inhoud aanwezig zijn (Foolen, 1993). Op deze manier brengen ze de twee hoofdonderdelen van het communicatieproces, de inhoud en de context, met elkaar in verband (idem) en bepalen de relatie tussen de mededelende inhoud en de context (Hoogeweg, 2005). Naar deze belangrijke rol van de partikels in het communicatieproces verwijst ook Van der Wouden (1999), volgens wie de beheersing van het gebruik van de partikels heel belangrijk is voor de NT2-ers om de juiste toon van de spreeksituatie te treffen. b) Fenomeen van informeel gesproken Nederlands Een ander aspect dat de partikels gemeen hebben is dat ze voornamelijk gebruikt worden in gesproken informeel Nederlands (o.a. Vismans, 1994; Van der Wouden, 1999; Wenzel, 2004). c) Clustervorming In de zin treden partikels (met name de modale partikels) vaak samen in een groep op (Van der Wouden & Caspers, 2010). Van der Wouden (2002) noemt in zijn artikel een aantal van deze clusters: alleen maar, nog eens, dan ook, al maar, etc. d) Multifunctionaliteit Foolen (1986) verwijst in zijn Verslag van het negende colloquium van docenten in de neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten aan de multifunctionaliteit van de woordvorm van de partikels. De woorden die als partikels worden beschouwd kunnen meer gebruiksmogelijkheden hebben bv. als bijwoord of interjectie. Daardoor ontstaan volgens Foolen problemen bij de NVT-sprekers en bij de taalwetenschappers om de partikels te onderscheiden van de andere woordsoorten. Naast Foolen beweert ook Van der Wouden (2002) in zijn artikel dat in sommige gevallen het moeilijk is om de grenzen tussen de partikels en een andere woordsoort te 12

17 bepalen. Hij laat het zien aan de hand van het woord misschien, waarvan de betekenis als MP heel weinig afwijkt van misschien als modaal bijwoord. (1a) (1b) Jan is misschien wel ziek. [modaal bijwoord; AN] Mogelijk heb je hierin gelijk dat wij zelf misschien niet eens zo zeer verschillend zijn maar onze idealen zijn dat geheel en al. [MP; AN] (Van der Wouden 2002, in para 3.3) Daarnaast bestaat in de Nederlandse taalwetenschap een overzichtelijke verdeling van de partikels in drie subcategorieën: focuspartikels, modale partikels en discoursepartikels. We stellen de drie subcategorieën in een paar zinnen voor: a) Focus partikels De focuspartikels benadrukken een bepaald zinsdeel van de zin of ze suggereren een contrast (Van der Wouden & Caspers, 2010). Daardoor staan ze in de zin bij het zinsdeel (idem, p. 53): Jip speelt zelfs met autootjes. b) Modale partikels De modale partikels daartegenover hebben betrekking tot de gehele zinsinhoud, die ze op subtiele manier schakeren (Van der Wouden, 2002). Om deze reden worden ze ook soms schakeringspartikels genoemd, bv. in ANS (Haeseryn, 1997). c) Discoursepartikels Deze partikelsoort heeft een gespreksorganiserende functie. Ze geven aan hoe de spreker vindt dat de hoorder zou moeten reageren (Van der Wouden & Caspers, 2010, p. 53). Vanwege hun perifere positie in de zin is hun syntactische functie van de drie partikelsoorten het minst belangrijk (Van der Wouden, 2002): Stikstof is een gas, hoor! (Van der Wouden & Caspers, 2010, p. 53). 13

18 2.2 Modale partikels en hun pragmatische functie Modale partikels Vanuit de etymologische invalshoek gezien zijn de MPs het resultaat van de grammaticalisering van woorden uit verschillende woordklassen. Dit verklaart waarom de MPs een tegenhanger in een andere woordsoort hebben bv. bijwoorden of interjecties (Foolen, 1993). De MPs dragen in de zin geen klemtoon en daardoor onderscheiden ze zich van de andere woordsoorten en partikelsoorten. In de zin vallen ze onder de intonatiepatroon ervan en worden nooit benadrukt. Daaruit volgt een ander kenmerk van de MPs- ze kunnen nooit buiten het middenstuk van de zin staan en geen zelfstandige zin maken (idem). De accentloosheid van de MPs is te verklaren door het feit dat ze niet aan de beschrijving van de stand van de zaken bijdragen noch nauw aansluiten bij de mededelende inhoud zoals bv. focuspartikels (idem). Ze verrijken de zin op het taalhandelingniveau: ze modificeren het illocutieve statuut van de zin (Van der Auwera & Vandeweghe, 1984, p. 12). In de volgende paragrafen beschrijven we wat we onder de term taalhandeling verstaan en we leggen hier uit welke soorten taalhandelingen er bestaan. Vervolgens werken we verder uitsluitend met de term illocutie en illocutieve taalhandeling omdat deze betrekking heeft op de MPs Taalhandelingen Koole (2002) beschouwt Austin als de auteur van het begrip taalhandelingen. Austin bekijkt de betekenis van een uiting van twee perspectieven: de taal-informatie die de spreker in een uiting geeft over de werkelijkheid en wat de spreker in de werkelijkheid met de uiting doet (idem). De taalhandeling kunnen we daardoor begrijpen als combinatie van de informatie die de spreker mededeelt in de uiting en de manier waarop hij de informatie mededeelt in de uiting. In de werken van Stokhof (2003), Vismans (1994) en Hoogeweg (2005) wordt de volgende verdeling van de taalhandelingen van Austin behandeld: locutie, illocutie en perlocutie. In volgende alinea s stellen we deze drie taalhandelingen voor: 14

19 a) Locutie Locutieve taalhandeling is wat de spreker zegt, de combinatie van woorden met de specifieke betekenis (Hoogeweg, 2005, p. 4). Stokholf (2003) beschouwt wat de spreker rapporteert in de directe rede als de locutieve taalhandeling. In zijn voorbeeldzin Het regent (Stokholf, 2003, p. 189) wordt de locutieve taalhandeling de twee uitgesproken woorden in de bepaalde combinatie. b) Illocutie De illocutieve taalhandeling betreft het weergeven van de tendens van de spreker of de strekking van de uiting (Hoogeweg, 2005). Hoogeweg (2005, p. 4) legt aan de hand van de voorbeeldzin Could you pass me the salt het verschil tussen de locutie en illocutie uit: De locutie van deze uiting is het uitspreken van deze woorden in deze volgorde. De illocutie van deze uiting is het maken van een verzoek door iemand te vragen of hij het zout wil doorgeven. c) Perlocutie De perlocutieve taalhandeling is het effect die gewekt wordt bij de hoorder door het uitspreken van de zin (Vismans, 1994). De voorbeelden van deze taalhandeling zijn laten schrikken of doen geloven, terwijl meedelen, vragen, beloven of bevelen dienen als voorbeelden van de illocutieve handeling (Stokhof, 2003) Pragmatische functie van de MPs De naam van de modale partikels duidt aan dat ze een van de taalmiddelen van de modaliteit zijn. Vandeweghe (2004) beschrijft modaliteit als verhouding waarin, naar het oordeel van de spreker, de inhoud van de zin staat tot de werkelijkheid (Vandeweghe, 2004, p. 147). De MPs dragen aan dit oordeel van de spreker bij, omdat ze een extra betekenis toevoegen aan de illocutie van de zin waardoor de spreker zijn stemming signaleert (idem). Hieruit volgt dat ze in het systeem van de taalhandelingen aan de illocutieve taalhandeling bijdragen. Volgens Foolen (1993) hebben ze geen betrekking tot de mededelende inhoud van de zin zelf, maar tot de mentale of sociale handeling waarvan de 15

20 mededelende inhoud het resultaat is. Op deze manier indiceren ze de houding van de spreker of van de hoorder die relevant is in verband met de context en de illocutieve functie van de uiting (idem). De dimensie van de betekenis die ze daardoor aan de zin kunnen toevoegen vatte Foolen (1986, p. 40) al samen in zijn artikel van 1985: a) Expressief- de spreker signaleert aan de hoorder of hij bijvoorbeeld verbaasd of geïrriteerd is b) Attitudineel- de spreker geeft zijn houding te kennen bv. of hij vriendelijk wil zijn of juist andersom -of hij aandringt c) Illocutief- de spreker geeft aan of de uiting als bv. besluit of verzoek begrepen moet worden W. Vandeweghe (2004, p ) geeft voorbeelden van zulke pragmatische betekenisaspecten van de MPs zien aan: (2a) (2b) (2c) (2d) Kom binnen (imperatief/bevel) Kom eens binnen (dwingender maken van het bevel) Kom maar binnen (vriendelijke uitnodiging) Kom toch binnen (aandrang, aanmoediging) (Vandeweghe, 2004, p ) Vismans (1994) beschouwt de pragmatische functie van de MPs als verzachting of versterking van de illocutieve betekenis van de zin. Hij verdeelt de MPs in reinforcers en mitigators. De functie van de reinforcers (nou, toch) is de intensiteit van de taalhandeling vanwege de hoorder te verhogen. De spreker maakt er gebruik van als hij de hoorder bijvoorbeeld wil overtuigen of als hij zijn ongeduldigheid wil uitdrukken. De mitigators (maar, even) daarentegen verminderen de intensiteit van de taalhandeling vanwege de hoorder. De spreker gebruikt ze in het geval dat hij beleefd wil zijn of dat hij wil dat de hoorder zich gerust voelt (idem). 16

21 3 DE APPELLATIEVE EXPRESSIVITEIT VAN DE TSJECHISCHE ZIN EN HAAR TAALINSTRUMENTEN De zin met de appellatieve expressiviteit (verder AE) drukt de bedoeling van de spreker uit en tegelijkertijd beïnvloedt het de handeling van de hoorder. Bečka (1975) formuleert de bedoeling van de spreker als subjectieve expressie (subjektivní exprese) en de indruk die de spreker met de zin met de AE bij de hoorder wekt als impressie van de polariteit (polaritní imprese). De uitdrukkingsmiddelen van de AE zijn de vraagzin en de bevelende zin. 4 De intensiteit van bovengenoemde subjectieve expressie en impressie van de polariteit verandert in deze twee zinsoorten door de syntactische, lexicale, morfologische en fonologische taalmiddelen (Bečka, 1992). Als voorbeeld van deze taalmiddelen dient ons het partikel prosím dat de intensiteit van het bevel vermindert en de betekenis van beleefdheid aan de zin draagt: (3) Posaďte se, prosím (Bečka, 1992, p. 205) Neemt u plaats alstublieft 5 Hieruit volgt dat de spreker door het gebruik van de taalmiddelen van de AE de intensiteit van de bedoeling van zijn zin en van de indruk daarvan op de hoorder beïnvloedt. In dit opzicht lijkt de functie van deze taalmiddelen op de functie van de Nederlandse MPs, die volgens Vandeweghe (2004, p. 152) de strekking van de taaluiting van de spreker modificeren. Aangezien dat zowel de taalmiddelen van de AE als de Nederlandse MPs aan de illocutieve betekenis van de uiting bijdragen, beschouwen we de taalmiddelen van de AE geschikt voor de vergelijking met de Nederlandse MPs. In de volgende paragrafen beschrijven we de taalmiddelen die in de relevante literatuur over de functie van de Tsjechische zin en de communicatie in het Tsjechisch behandeld worden als taalinstrumenten waardoor de spreker zijn illocutieve taalhandeling versterkt of verzacht en die we daardoor als de taalmiddelen van de AE kunnen 4 Volgens Bečka (1975) kan de AE ook vertegenwoordigd worden door een interjectie onder de vorm van één-woord-zin, bv. Pst! Sst! (eigen vertaling) en door de vokatieve zin bv. Petře! Pieter! (eigen vertaling) met bepaalde intonatie, die het gevoel en de houding van de spreker toont. We nemen aan, dat deze uitdrukkingsmiddelen van de AE door dezelfde uitdrukkingsmiddelen worden uitgedrukt in het Nederlands. Om deze reden laten we de vokatieve zin en de interjectie-zin hier buiten beschouwing. 5 Eigen vertaling 17

22 beschouwen. Bij elk van deze taalmiddelen stellen we de verzachtende of versterkende betekenis voor. Deze betekenissen van de taalmiddelen van de AE vergelijken we vervolgens in het hoofdstuk 4 met de illocutieve betekenissen van de zes MPs. Om de bepaalde betekenis van het taalmiddel van de AE hier duidelijker te maken, laten we bij elk taalmiddel van de AE een voorbeeldzin zien. De vertalingen van de voorbeeldzinnen naar het Nederlands die we hier veronderstellen zijn maar suggesties. 3.1 De bevelende zin Als eerste besteden we aandacht aan de bevelende zin. Door de bevelende zin wil de spreker de hoorder tot een activiteit brengen. De bedoeling van de spreker is hier in verschillende intensiteiten uitgedrukt- vanaf het echte bevel en waarschuwing tot het verzoek (Bečka, 1992). De boodschap die de spreker de hoorder in de bevelende zin wil signaleren kan uitgedrukt worden door de volgende taalmiddelen: Vragende zin De functie van de bevelende zin kan ook vervuld worden door de vragende zin. Door het gebruik van de vragende zin maakt de spreker het bevel beleefder, omdat hij de hoorder de mogelijkheid geeft tot een negatief antwoord (Rathouská, 1999): (4) Odvezeš mě domů? (Rathouská, 1999, p. 47) Zal je me naar huis brengen? 6 De vragende zin in het bevel kan echter ook een ander effect bewerkstelligen. In een andere context (5) kan de spreker de hoorder tot de onmiddellijke uitvoering van de activiteit willen brengen (Grepl, 1995). Volgens Kopečný (1962) drukt de spreker door de vragende zin vaak in combinatie met het bijwoord už zijn ongeduldigheid uit (6). (5) Otevřte?! (Grepl, 1995, p. 599) Doe open! 7 6 Eigen vertaling 18

23 (6) Obuješ se už? (Kopečný, 1962, p. 283) Doe de schoenen toch nou aan! Conditionalis Met de conditionalis in de vragende zin (7) kan de spreker de mogelijkheid van de hoorder om nee te zeggen nog vergroten (Rathouská, 1999). Daarnaast verwijst de conditionalis naar de onzekerheid van de spreker over het antwoord van de hoorder (8) en wordt daardoor beschouwd als heel beleefd (Grep, 1995): (7) Mohl bys mě odvézt domů? (Rathouská, 1999, p. 47) Kan je me even naar huis brengen? 7 (8) Pomohl byste mi s tím kufrem? (Grepl, 1995 et al., p. 605) Kunt u me misschien met die koffer helpen? Negatieve vraag Volgens Rathouská (1999) wordt de schuchterheid en de beleefdheid van het verzoek nog vergroot door de negatieve vraag (9): (9) Nemohl bys mě odvézt domů? (Rathouská, 1999, p.47) Kan je me misschien even naar huis brengen? Voltooide/onvoltooide werkwoordsvorm De voltooide werkwoordsvorm is gericht op het resultaat van de activiteit van de hoorder, terwijl de onvoltooide werkwoordsvorm de loop van deze activiteit uitdrukt. Om deze reden verwijst de voltooide vorm (10a) meer naar de persoonlijke noodzaak en autoriteit van de spreker dan de onvoltooide vorm. De onvoltooide vorm (10b) wordt daardoor beschouwd als zachter en beleefder (Nečasová, 2006). 7 Eigen vertaling 19

24 (10a) Vykonej svou povinnost! (Nečasová 2006, p. 17) Maak je plicht af! 8 (10b) Konej svou povinnost! (Nečasová 2006, p. 17) Doe je plicht! 8 De betekenis van beide werkwoordsvormen is echter afhankelijk van de intonatie en de context. De onvoltooide vorm (11) kan in andere zin ook bijvoorbeeld de ongeduldigheid, concreetheid of urgentie van de spreker uiten (Hlavsa et al., 1987). (11) Vystupuj, jsme na místě! (Hlavsa et al., 1987, p. 337) Stap nu uit, we zijn aangekomen! Deze betekenis van de onvoltooide vorm (12a) geldt ook voor de negatie wanneer het onmiddellijke verbod van de activiteit is uitgedrukt (Kopečný, 1962). De voltooide negatieve vorm (12b) drukt dan de waarschuwing uit (idem) (12a) Nechoď tam! (Kopečný, 1962, p. 283) Ga daar niet heen! 8 (12b) Nestoupni do toho bláta! (Kopečný, 1962, p.283) Pas op de modder! De beleefdheidswoorden Door het gebruik van lexicale beleefdheidswoorden kan de spreker ook de intensiteit van het bevel verminderen, bijvoorbeeld door het partikel prosím en het bijwoord laskavě (Bečka, 1992). (13) Posaďte se, prosím (Bečka, 1992, p. 205) Neemt u alstublieft plaats 8 8 Eigen vertaling 20

25 Er bestaat echter een verschil tussen het gebruik van laskavě en prosím. Prosím verwijst naar de ondergeschikte rol van de spreker die om iets verzoekt, terwijl laskavě verwijst naar het vermogen van de hoorder om het verzoek uit te voeren (Náprstková, 1999) Modale werkwoorden De modale werkwoorden behoren ook tot de taalmiddelen in het Tsjechisch waarmee de spreker het bevel kan verzachten of versterken. De intensiteit van het bevel van zin 14a wordt door het modale werkwoord moci kleiner dan de intensiteit van het bevel in zin 14b. Het bevel in 14b wordt daardoor beleefder (Grepl, 1995). (14a) Tento dopis do zítřka přepište! (Grepl, 1995, p. 603) Schrijft u dit dossier voor morgen over! 9 (14b) Mohla byste tento spis do zítřka přepsat? (Grepl, 1995, p. 603) Zou u deze brief voor morgen kunnen overschrijven? 9 De verzachtende betekenis van het werkwoord moci kan ook de onzekerheid van de spreker over de reactie van de hoorder zijn (Grepl, 1995): (15) Mohl bys mu zatelefonovat? (Grepl, 1995, p. 603) Zou je hem kunnen bellen? 9 Door het gebruik van het werkwoord muset kan de betekenis van het bevel worden versterkt en de spreker drukt daarmee een streng bevel uit (Grepl, 1995): (16) Musíš to odmítnout! (Grepl, 1995, p. 593) Je moet het weigeren! 9 9 Eigen vertaling 21

26 3.1.7 De verandering van de persoon Door het gebruik van de 1ste persoon meervoud in plaats van de 2e persoon enkelvoud in het bevel (17), geeft de spreker aan dat het bevel een oproepend karakter heeft (Bečka, 1992). Aan de andere kant, door het gebruik van de 1ste persoon enkelvoud (18) krijgt de zin een toon van ontevredenheid (idem): (17) Všimněme si, jak... (Bečka, 1992, p. 205) We kunnen kijken hoe (18) Když to vím, tak to řeknu a nedělám s tím tajnosti (Bečka, 1992, p. 205) Als je dat weet, zeg je het en doe niet geheimzinnig daarover Modificatiepartikels In de Tsjechische grammatica s worden de partikels op verschillende manieren verdeeld in subcategorieën. De subcategorie waarvan de pragmatische kenmerken het meest in overeenkomst zijn met de pragmatische kenmerken van de Nederlandse MPs is de partikelsoort modificatiepartikels, beschreven in Příruční mluvnice češtiny (Karlík et al., 1995). De modificatiepartikels dragen bij aan de communicatieve functie van de zin. Samen met de context, mededelende inhoud en andere uitdrukkingsmiddelen modificeren (schakeren) ze de illocutieve betekenis van de zin. Ze worden beschouwd als commentatoren van de mededelende inhoud van de zin, die de zin in een bredere context situeren (idem). Door hun gebruik te maken van dit type partikels kan de spreker bv. een bevelende zin verzachten of versterken (idem). Op de volgende lijst van modificatiepartikels in de bevelende zin staan de partikels die in Příruční mluvnice češtiny (Karlík et al., 1995) als voorbeelden van deze subcategorie genoemd worden. Hun verzachtende of versterkende betekenis bepalen we aan de hand van de Slovník spisovného jazyka českého (Havránek et al., 2011) en de grammatica s en artikelen waarin de communicatieve functie van de zin wordt behandeld. In deze vakliteratuur worden echter ook andere partikels voorgesteld die de communicatieve functie van de bevelende of 10 Eigen vertaling 22

27 vragende zin modificeren. Deze partikels beschouwen we daardoor ook als modificatiepartikels en we voegen ze aan de lijst toe. (19) Klidně/jen si zapalte (Hlavsa et al., 1987, p. 346) (toestemming) Steekt u de sigaret maar aan 11 (20) Jen se neostýchejte (Havránek et al., 2011) (aansporing, activerende functie ) Wees niet verlegen 11 (21) Jen se opovaž! (Havránek et al., 2011) (dreiging) Waag het eens! 11 (22) Že spadneš! (Grepl,1995, p. 619)(waarschuwing) Je gaat (wel) vallen! 11 (23) Tak pojďte (Havránek et al., 2011) (oplevende begin van de zin, spreektaal) Komt u maar 11 (24) Ať tam přijdeš včas! (Holavsa et al., 1987, p. 336) (streng bevel) Kom daar wel op tijd! 11 (25) Ať ten ubrus nestáhneš! (Holavsa, 1987, p. 336) (waarschuwing) Pas op dat je het tafelkleed er niet aftrekt! Bijwoorden In het Tsjechisch bestaan een aantal bijwoorden die naast aan de mededelende inhoud ook aan de illocutieve betekenis van de zin bijdragen: a) Přece (přeci) Volgens Slovník spisovného jazyka českého (Havránek et al., 2011) gebruikt de spreker het bijwoord přece als hij een bewering die men negeert of waarover men kan twijfelen wil bevestigen: 11 Eigen vertaling 23

28 (26) Vidíte přece, že odpočívá! (Havránek et al., 2011) Ziet u toch dat hij uitrust! 12 In Mluvnice češtiny 3 (Hlavsa et al., 1987) komen we zin 27 tegen, waarin přece wordt beschreven als een woord dat de communicatieve functie van de bevelende zin modificeert. De modificatie wordt hier niet nader toegelicht, maar uit de zin zelf blijkt dat přece de versterkende betekenis onder vorm van oproep aan de zin toevoegt. (27) No tak se přece posaďte! (Hlavsa et al., 1987, p. 335) Ga nou toch zitten! 12 b) Však Door het bijwoord však wil de spreker nadruk leggen op bv. verzekering (28) of dreiging (29) in het geval dat het genegeerd door de hoorder wordt: (28) Však vy to už dokážete (Havránek et al., 2011) (verzekering) Het gaat u wel lukken 12 (29) Počkej, však já tě dostanu! (Havránek et al., 2011) (dreiging) Ik pak je nog wel! 12 c) Tedy (in spreektaal teda) Het bijwoord tedy gaat in sommige gevallen gepaard met het partikel tak of het adjectief dobrá/het partikel ano (Havránek et al., 2011). De spreker kan door het gebruik van tedy de volgende betekenissen aan de bevelende zin toevoegen: (30) Tedy dobrá, udělejte to (Havránek et al., 2011) (toegeving na een aarzeling) Goed. Doe het maar 12 (31) Začněme tedy! (Havránek et al., 2011) (aansporing) Laten we beginnen! Eigen vertaling 24

29 d) Už Aan de lijst van de bijwoorden die de bevelende zin kunnen modificeren voegen we ook het bijwoord už toe. Už benadrukt in de zin de oproep of dreiging. Door het gebruik ervan geeft de spreker aan de zin een familiaire toon: (32) Mlčte už! (Havránek et al., 2011) (strenge aansporing) Hou nou op! 13 (33) Ať už jsi venku! (Havránek et al., 2011) (dreiging) Ga nou toch naar buiten! De interjectie no De interjectie no is typerend voor de spreektaal. In het informele gesproken Tsjechisch komt no onder verschillende vormen voor- no, nó, nóó, nono, nonono. De spreker kan daarmee de bevelende zin zowel versterken als verzachten door er de volgende betekenissen aan toe te voegen: (34) No dej už pokoj! (Havránek et al., 2011)(ergernis) Stop er nou mee! 13 (35) No počkej až tě chytim (Havránek et al., 2011) (dreiging) Wacht maar tot ik je pak! 13 (36) No pojď! (Havránek et al., 2011) (oproep) Kom nou! 13 (37) No tak mluv! (Havránek et al., 2011) (aansporing) Praat nou toch! 13 (38) No neboj se! (Havránek et al., 2011) (aanmoediging) Wees maar niet bang! Eigen vertaling 25

30 (39) No neplač. (Havránek et al., 2011) (geruststelling) Niet huilen Werkwoordsvormen met grammaticale betekenis De werkwoordsvormen van het type pojď hebben in sommige gevallen hun lexicale betekenis verloren en drukken alleen maar de grammaticale betekenis van een oproep uit. Voor het sterke bevel kan de spreker de werkwoordsvormen koukej of hleď en infinitief gebruiken (Hlavsa et al., 1987) (40) Koukej se učit! (Hlavsa et al., 1987, p. 339) Ga nou toch studeren! 14 I.Kolářová (1999) beschrijft in haar artikel de werkwoorden podívej, koukej, koukni in de functie van een grammaticaal woord, dat de betekenis van verrassing en verbazing uitdrukt. Door het gebruik van deze uitdrukkingen kan volgens Kolářová (1999) de spreker de aandacht van de hoorder laten richten op de mededelende informatie(41). De imperatieve vorm van deze werkwoorden (42) kan ook de aandacht van de hoorder trekken naar iets, wat hij door verschillende zintuigen kan waarnemen (idem). (41) Podívej, co kdybychom si teď dali kávu? (Kolářová, 1999, p. 67) Zullen we nu koffie nemen? 14 (42) Koukněte, už zase říká něco jiného (Kolářová, 1999, p. 65) Kijk, hij zegt weer iets anders Vragende zin Met de vraagzin verzoekt de spreker de hoorder om hem informatie te geven (Bečka, 1992). Er bestaan twee types van de vraagzin: ja/nee-vraag en aanvullende vraag. We 14 Eigen vertaling 26

31 behandelen elk type van de vragende zin apart en karakteriseren de taalmiddelen waardoor de illocutieve functie van de vragende zin wordt verzacht of versterkt Ja/nee-vraag De basisvorm van de ja/nee-vraag is de mededelende zin die hierbij gepaard gaat met een stijgende intonatie (Grepl, 1965). Grepl (1965) onderscheidt vier illocutieve basisfuncties van de ja/nee-vraag: De spreker gebruikt de ja/nee-vraag als hij de inhoud van de zin wil verifiëren (43). De ja/nee-vraag kan ook de twijfel van de spreker over de mededelende informatie (44) en de verbazing van de spreker over dat iets anders is dan hij dacht (45) signaleren. Het laatste type van ja/nee-vraag is de zogenaamde oratorische vraag. We behandelen de betekenis van de oratorische vraag apart in (43) Máš hlad? (Grepl, 1965, in para 5.1) Byls tam také? 15 (44) Navštívíme tedy Karla hned. - A bude doma? (Grepl, 1965, in para 5.3) We bezoeken dan Karel meteen. En zal hij wel thuis zijn? 15 (45) Vy jste tam nebyli? (Grepl, 1965, in para 5.2) Jullie zijn daar niet geweest? Oratorische vraag De spreker gebruikt de oratorische vraag niet om informatie van de hoorder te krijgen, maar zijn verontwaardiging uit te drukken. Hij kan daardoor bv. laten zien, dat hij bezwaar heeft tegen de bewering van de hoorder (46) of hij wil de hoorder iets verwijten (47) (Grepl, 1995): (46) Neříkal jsem to? (Grepl, 1995, p. 609) Dat heb ik toch gezegd? 15 (47) To musíš tak křičet? (Grepl 1995, p. 609) 15 Eigen vertaling 27

32 Moet je nou zo schreeuwen? Presumptieve vraag Een ander specifiek type van de ja/nee-vraag is de presumptieve vraag. Door deze vraag veronderstelt de spreker dat de mededelende inhoud waarheid is. Deze betekenis kan uitgedrukt worden door de vraag zelf of door de constructie van mededelende zin gepaard met de partikels ano, ne, co en een stijgende intonatie of mededelende zin gepaard met de partikels že ano, že ne, viď(te) en een dalende intonatie (48) (Hlavsa et al., 1987). (48) Petr se bude ženit, že? (Hlavsa et al., 1987, p. 327) Peter gaat trouwen, toch? Negatie De spreker drukt door het gebruik van de negatieve vraag (49a) meer dan door de positieve vraag (49b) zijn belang uit en de vraag wordt daardoor ook beleefder (Grepl, 1965). (49a) Je ti zima? (Grepl, 1965, in para 6.2.1) Heb je het koud? 16 (49b) Není ti zima? (Grepl 1965, in para 6.2.1) Heb je het niet koud? 16 In een ander geval gebruikt de spreker juist de negatieve (50)/positieve (51) vraag als hij wil, dat het resultaat ook positief/negatief is (Hlavsa et al., 1987). In deze vragen is vaak het gevoel van angst of hoop van de spreker aanwezig (idem). (50) Nespadne ten lustr? (Hlavsa et al., 1987, p. 324) Gaat de lamp niet vallen? 16 (51) Vyčistil sis zuby? (Hlavsa et al., 1987, p. 324) Heb je wel je tanden gepoetst? Eigen vertaling 28

33 Ten slotte gebruikt de spreker de negatie bij de hypothetische vraag om de hypothese te verifiëren (Šára, 1974). (52) Nemluví ta dívka česky? (Šára, 1974, p. 87) Spreekt het meisje soms Tsjechisch? Modificatiepartikels Door de modificatiepartikels kan de spreker naast de bevelende zin ook de illocutieve betekenis van de vragende zin versterken of verzachten. Hij kan door dit taalmiddel bv. de betekenis van ontevredenheid of verbazing aan de communicatieve functie van de ja/nee-vraag toevoegen. Net zoals bij de bevelende zin bestaat de volgende lijst van de modificatiepartikels uit de partikels die volgens de vakliteratuur de communicatieve functie van de ja/nee-vraag modificeren. (53) Pavel že nepřijde? (Hlavsa et al., 1987, p. 325) (verificatie) Pavel komt niet? 17 (54) Nestalo se snad/náhodou/třeba něco nepříjmného? (Hlavsa et al., 1987, p. 324) (verwachting, hoop of angst) Misschien is haar iets gebeurd? 17 (55) Copak já za to můžu? (Grepl,1965, in para 6.3.1) (ontevredenheid en de verontwaardiging) Is het mijn schuld? 17 (56) To/Copak máš tak málo práce? (Grepl, 1965, in para 6.3.1) (verbazing) Heb je zo weinig werk? 17 (57) Jestlipak sis vyčistil zuby? (Grepl, 1995, p. 608) (controle op de verrichting van de verplichting) Heb je je tanden wel gepoetst? Eigen vertaling 29

Cover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date:

Cover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19983 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in

Nadere informatie

Lingua e Traduzione neerlandese II, les 20 en 21, mei 2017 pragmatische partikels

Lingua e Traduzione neerlandese II, les 20 en 21, mei 2017 pragmatische partikels Lingua e Traduzione neerlandese II, les 20 en 21, mei 2017 pragmatische partikels De naam: Pragmatische partikels, modale partikels, schakeringspartikels Omschrijving : Pragmatische partikels hebben veel

Nadere informatie

Welke modale partikels komen voor in het Nederlands van nietmoedertaalsprekers

Welke modale partikels komen voor in het Nederlands van nietmoedertaalsprekers Modale partikels in het Nederlands als tweede taal: Aanwijzingen voor een vaste verwervingsvolgorde 1 Erna van Balen, Johanneke Caspers en Ton van der Wouden On the basis of earlier research, it is likely

Nadere informatie

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

1 keer beoordeeld 4 maart 2018 7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp

Nadere informatie

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in language. A typological study Sterre Leufkens Een taal kun je zien als een verzameling vormen (woorden, zinnen, klanken, regels),

Nadere informatie

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 47. Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991.

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 47. Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991. De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06 Pag. 47 47 Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991. De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Module 9

Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting door een scholier 1519 woorden 26 juni 2004 7,5 55 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Kiliaan Module 9: A3 Tekstsoorten A4 Structuur van de boodschap C4

Nadere informatie

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament Beknopte grammatica voor de cursus Grieks van het Nieuwe Testament versie 1.0 Menno Haaijman scripture4all.org Tijdens de try-out voor de cursus bleek dat veel, zo niet alle, toehoorders de Nederlandse

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: leesvaardigheid Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1 + 2 Theorie blz. 7-8, 50 aantekeningen oefeningen uit het leerboek stappenplan lezen De leerling kent de termen onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte,

Nadere informatie

Smeermiddelen van de taal* Partikels in het Nederlands

Smeermiddelen van de taal* Partikels in het Nederlands Smeermiddelen van de taal* Partikels in het Nederlands Ton van der Wouden In 1903 verscheen Lingua. Een beknopt leer- en handboek van Algemeene en Nederlandsche taalkennis, meer bepaaldelijk bestemd voor

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

GESPREKS- EN DOELEN VANDAAG 6/1/2016 SPREEKVAARDIGHEID IN DE ISK ONDERWIJSACTIVITEITEN. Hoe zeg je dat?

GESPREKS- EN DOELEN VANDAAG 6/1/2016 SPREEKVAARDIGHEID IN DE ISK ONDERWIJSACTIVITEITEN. Hoe zeg je dat? GESPREKS- EN SPREEKVAARDIGHEID IN DE ISK Hoe zeg je dat? 1 Lies Alons 31 mei 2016 AZC Dronten DOELEN VANDAAG 2 1. Je weet welke onderdelen van belang zijn in het spreekproces in een 2 e taal. 2. Je ontwikkelt

Nadere informatie

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er

Nadere informatie

Masterscriptie 20 ECTS. Het lemma toch. Een corpusgebaseerde partikelstudie. Barbara Snel S Augustus 2011 begeleider: dr. A.

Masterscriptie 20 ECTS. Het lemma toch. Een corpusgebaseerde partikelstudie. Barbara Snel S Augustus 2011 begeleider: dr. A. Masterscriptie 20 ECTS Het lemma toch Een corpusgebaseerde partikelstudie Barbara Snel S0415715 Augustus 2011 begeleider: dr. A. van der Wouden Faculteit der Geesteswetenschappen Nederlandse taal en cultuur

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/142381

Nadere informatie

Masterexamen Nederlands

Masterexamen Nederlands Masterexamen Nederlands 1. Richtlijnen masterexamen Nederlands 1.1. Inleiding 1.2. Scriptie 1.2.1. Vertaalscriptie 1.3. Letterkundig/taalkundig essay 1.4. Mondelinge toets 1.5. Vertaling 2. Inleveren scripties

Nadere informatie

2. Syntaxis en semantiek

2. Syntaxis en semantiek 2. Syntaxis en semantiek In dit hoofdstuk worden de begrippen syntaxis en semantiek behandeld. Verder gaan we in op de fouten die hierin gemaakt kunnen worden en waarom dit in de algoritmiek zo desastreus

Nadere informatie

Eindexamen Nederlands mavo D 2002 - I. Tekst 1 Dank u wel, alstublieft. - www.vmbogltl.nl - 1 - havovwo.nl. www.examen-cd.nl -

Eindexamen Nederlands mavo D 2002 - I. Tekst 1 Dank u wel, alstublieft. - www.vmbogltl.nl - 1 - havovwo.nl. www.examen-cd.nl - Tekst 1 Dank u wel, alstublieft - www.vmbogltl.nl - 1 - Tekst 1 Dank u wel, alstublieft 2p Kunt u me dan vertellen hoe laat de stoomtrein gaat? vraagt de man geërgerd. (regels 5 7) 1 Waarom gebruikt de

Nadere informatie

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. 9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw

Nadere informatie

Person Markers in Spoken Spontaneous Israeli Hebrew. A Systematic Description and Analysis S. Cohen

Person Markers in Spoken Spontaneous Israeli Hebrew. A Systematic Description and Analysis S. Cohen Person Markers in Spoken Spontaneous Israeli Hebrew. A Systematic Description and Analysis S. Cohen Persoonsmarkeerders in het Spontaan Gesproken Israelisch Hebreeuws (Samenvatting) Het corpus-gebaseerde

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

Actief luisteren (De ander helpen zo duidelijk mogelijk te zijn)

Actief luisteren (De ander helpen zo duidelijk mogelijk te zijn) Actief luisteren (De ander helpen zo duidelijk mogelijk te zijn) Laat de ander merken dat je echt luistert door je houding en ogen. Laat merken dat je aandacht op hem/haar gericht is. Stel zoveel mogelijk

Nadere informatie

Het instappen in de Paranormale Wereld

Het instappen in de Paranormale Wereld Het instappen in de Paranormale Wereld Eerste druk, 2014 2014 Johanna de Vos isbn: 9789048432189 nur: 728 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming van deze

Nadere informatie

Indexicale Problemen voor Frege

Indexicale Problemen voor Frege Indexicale Problemen voor Frege Een van de moeilijkheden waar een taalfilosofische theorie tegenaan loopt is het probleem van de indexicaliteit, dat wil zeggen: is de betekenis van persoons-, plaats- en

Nadere informatie

Examen VBO-MAVO-D. Nederlands, leesvaardigheid

Examen VBO-MAVO-D. Nederlands, leesvaardigheid Nederlands, leesvaardigheid Examen VBO-MAVO-D Voorbereidend Beroeps Onderwijs Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 22 mei 13.30 15.30 uur 20 02 Vragenboekje Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Samenvatting Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Negen casestudies naar de verwerving van het Engels, Duits en Zweeds door volwassen moedertaalsprekers

Nadere informatie

Samenvatting De belangrijkste onderzoeksvraag waarop het werk in dit proefschrift een antwoord probeert te vinden, is welke typen taalkundige informatie het nuttigst zijn voor de lexicale desambiguatie

Nadere informatie

DE DIALOOG. Kenmerken van een dialoog. Werkmodel dialoog. Communicatietips. Luisteren (3 niveaus) Waarderend onderzoeken. Soorten vragen - 1

DE DIALOOG. Kenmerken van een dialoog. Werkmodel dialoog. Communicatietips. Luisteren (3 niveaus) Waarderend onderzoeken. Soorten vragen - 1 DE DIALOOG 3 Kenmerken van een dialoog Werkmodel dialoog Communicatietips Luisteren (3 niveaus) Waarderend onderzoeken Soorten vragen - 1 Soorten vragen - 2 Er is meer dan taal (19 meervoudig intelligente

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Inleiding

1 Inleiding. 1.1 Inleiding 1 Inleiding 1.1 Inleiding Huisartsen en patiënten voeren dagelijks gesprekken met elkaar zowel in spreekkamers van huisartspraktijken als bij patiënten thuis. Het werk van de huisarts bestaat, naast het

Nadere informatie

32 Taalbeschouwing. 1 Inleiding

32 Taalbeschouwing. 1 Inleiding DC 32 Taalbeschouwing 1 Inleiding Taalbeschouwing betekent letterlijk: het beschouwen van de taal. Dus, het gaat niet over taalgebruik, maar over bestuderen van het verschijnsel taal. Als je kijkt naar

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/23938 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/23938 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/23938 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Bruil, Martine Title: Clause-typing and evidentiality in Ecuadorian Siona Issue

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio /HV Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode

Nadere informatie

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden Samenvatting door Bernard 1165 woorden 29 januari 2015 6,8 14 keer beoordeeld Vak Nederlands Redekundig ontleden Allereerst, wat is redekundig ontleden? Redekundig

Nadere informatie

Examen VBO-MAVO-C. Nederlands, leesvaardigheid

Examen VBO-MAVO-C. Nederlands, leesvaardigheid Nederlands, leesvaardigheid Examen VBO-MAVO-C Voorbereidend Beroeps Onderwijs Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 22 mei 13.30 15.30 uur 20 02 Vragenboekje Voor dit examen zijn

Nadere informatie

53. Anders ga je met pensioen!

53. Anders ga je met pensioen! 53. Anders ga je met pensioen! Alex Reuneker, Universiteit Leiden 1 Het bijwoord anders kent volgens Smessaert en Van Belle (2010) drie typen gebruik, als in (1)-(3). (1) Ze zullen zich morgen anders gedragen

Nadere informatie

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Ontleden Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Bij het redekundig ontleden verdeel je de zin in zinsdelen en geef je elk zinsdeel een redekundige naam. Deze zinsdelen

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Lesbrief Werkwoorden november Door Henk Jongsma, hoofdauteur Op niveau tweede fase eerste editie. Werkwoorden

Lesbrief Werkwoorden november Door Henk Jongsma, hoofdauteur Op niveau tweede fase eerste editie. Werkwoorden Lesbrief Werkwoorden november 05 Door Henk Jongsma, hoofdauteur Op niveau tweede fase eerste editie Inleiding Werkwoorden Wat een werkwoord is, weet je natuurlijk, al was het alleen maar van die, voor

Nadere informatie

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking

Nadere informatie

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

Masarykova univerzita Filozofická fakulta. Magisterská diplomová práce

Masarykova univerzita Filozofická fakulta. Magisterská diplomová práce Masarykova univerzita Filozofická fakulta Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Magisterská diplomová práce 2011 Adéla Obermajerová Masarykova univerzita Filozofická fakulta Ústav germanistiky,

Nadere informatie

uitzonderingen 8 Verkleinwoorden 9 Trappen van vergelijking 10Werkwoorden gebruik 11 Werkwoorden vorm 12 Bijzinnen en voegwoorden 13 Het woord er

uitzonderingen 8 Verkleinwoorden 9 Trappen van vergelijking 10Werkwoorden gebruik 11 Werkwoorden vorm 12 Bijzinnen en voegwoorden 13 Het woord er Grammatica, een nieuwe kijk op grammatica didactiek. Grammatica gaat niet alleen over vormen, het gaat over wat vormen betekenen en wanneer en waarom ze gebruikt worden. Larsen-Freeman, Teaching grammar,

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren

Nadere informatie

Lexicografie. Inhoudsopgave. Tom Ruette. 1 Inleiding 2. 2 Opnamecriteria 3 2.1 Van Dale Groot Woordenboek... 3 2.2 Redactie... 5

Lexicografie. Inhoudsopgave. Tom Ruette. 1 Inleiding 2. 2 Opnamecriteria 3 2.1 Van Dale Groot Woordenboek... 3 2.2 Redactie... 5 Lexicografie Tom Ruette 2007 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Opnamecriteria 3 2.1 Van Dale Groot Woordenboek.................. 3 2.2 Redactie.............................. 5 3 Descriptieve aanpak 6 4 Case-study:

Nadere informatie

We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen.

We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen. Wordorder. We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen. 2. SVO In de taalkunde wordt Engels als een SVO-taal beschouwd, vanwege de volgorde van woorden in een zin. SVO staat voor Subject,

Nadere informatie

Examen VBO-MAVO-D. Nederlands, leesvaardigheid

Examen VBO-MAVO-D. Nederlands, leesvaardigheid Nederlands, leesvaardigheid Examen VBO-MAVO-D Voorbereidend Beroeps Onderwijs Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 20 juni 9.00 11.00 uur 20 01 Vragenboekje Voor dit examen zijn

Nadere informatie

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29022 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Lin, Chin-hui Title: Utterance-final particles in Taiwan Mandarin: contact, context

Nadere informatie

UNIVERZITA KARLOVA V PRAZE FILOZOFICKÁ FAKULTA KATEDRA NEDERLANDISTIKY DIPLOMOVÁ PRÁCE. Anna Kmeťová

UNIVERZITA KARLOVA V PRAZE FILOZOFICKÁ FAKULTA KATEDRA NEDERLANDISTIKY DIPLOMOVÁ PRÁCE. Anna Kmeťová UNIVERZITA KARLOVA V PRAZE FILOZOFICKÁ FAKULTA KATEDRA NEDERLANDISTIKY DIPLOMOVÁ PRÁCE Anna Kmeťová NEDERLANDSE MODALE PARTIKELS EN HUN EQUIVALENTEN IN TSJECHISCHE EN SLOWAAKSE VERTALINGEN DUTCH MODAL

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

De betekenis van het partikel best en het verband met de superlatief

De betekenis van het partikel best en het verband met de superlatief De betekenis van het partikel best en het verband met de superlatief Bachelorscriptie Nederlandse Taal & Cultuur Werkgroep Nederlandse Taalkunde Universiteit van Amsterdam Janneke Hopman Studentnummer:

Nadere informatie

Bijlage I Sollicitatiebrief

Bijlage I Sollicitatiebrief Bijlage I Sollicitatiebrief Sollicitatiebrief Door middel van je sollicitatiebrief moet je de stagebiedende organisatie ervan overtuigen dat jij een gesprek waard bent. Je brief moet een duidelijke motivatie

Nadere informatie

Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven 4 Lessen Nederlands: Stimuleren vrij lezen, Verhaalfragmenten aanbieden/promopraatjes Nieuw Nederlands Hoofdstuk: Spreken en Gesprekken blz.

Nadere informatie

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties Ronde 3 Joost Hillewaere Eekhoutcentrum Contact: joost.hillewaere@kuleuven-kulak.be Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties 1. Inleiding Waarom leren kinderen taal op school? Taal heeft

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Het programma van deze PIT wordt gedurende het schooljaar aangepast aan het tempo en het niveau van de klas. Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Klas: IG1 - EBR Lesperiode: 1 en 2 Taalportfolio opdracht

Nadere informatie

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen Leesbegrippen Groep 5 1. alinea (7)* 2. anekdote (2) 3. bedoeling van de schrijver (3) 4. boodschap overbrengen (1) 5. bronvermelding (2) 6. conclusie (1) 7. de bedoeling van de schrijver (2) 8. de clou

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie

Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin.

Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin. Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin. 1. Ga opnemen de telefoon je? 2. Ik te laat altijd kwam in de les. 3. Wat zijn

Nadere informatie

Masarykova univerzita Filozofická fakulta. Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky

Masarykova univerzita Filozofická fakulta. Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Masarykova univerzita Filozofická fakulta Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Nizozemský jazyk a literatúra Bc. Mária Barteková De verschillen tussen de eerste taalverwerving bij Slowaakse

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Over lezen

Samenvatting Nederlands Over lezen Samenvatting Nederlands Over lezen Samenvatting door M. 943 woorden 16 januari 2013 8,7 5 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op nieuw niveau Over lezen 2.2 Spanning Open plekken: zijn plekken in een

Nadere informatie

HET WERKWOORD : DE TIJDEN

HET WERKWOORD : DE TIJDEN HET WERKWOORD : DE TIJDEN 1. De vervoeging of conjugatie Er bestaan fundamenteel 8 tijden in het Nederlands. En het is zeker de moeite waard om de gangbare termen in het Nederlands te kennen, gewoon omdat

Nadere informatie

Examen VBO-MAVO-D. Nederlands, leesvaardigheid

Examen VBO-MAVO-D. Nederlands, leesvaardigheid Nederlands, leesvaardigheid Examen VBO-MAVO-D Voorbereidend Beroeps Onderwijs Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 21 mei 9.00 11.00 uur 20 01 Vragenboekje Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Zit je nou alweer te twitteren? Een nieuwe manier om partikels in kaart te brengen

Zit je nou alweer te twitteren? Een nieuwe manier om partikels in kaart te brengen Zit je nou alweer te twitteren? Een nieuwe manier om partikels in kaart te brengen Ton van der Wouden Op school is het u waarschijnlijk niet verteld, maar het Nederlands is een partikeltaal. Heel veel

Nadere informatie

Zorgen voor een scherpe werkvraag

Zorgen voor een scherpe werkvraag http://lemniscaatacademie.com francis@lemniscaatacademie.be Zorgen voor een scherpe werkvraag 1 Een 'probleem' is een werkvraag In een andere tekst (Oplossingsgericht werken) heb ik uitgelegd wat het nut

Nadere informatie

20 EEUWIGE STRUIKELBLOKKEN

20 EEUWIGE STRUIKELBLOKKEN 20 EEUWIGE STRUIKELBLOKKEN De vijf ergerlijkste taalfouten Radio 1 kan (1) er van / ervan meespreken. Vraag de luisteraar niet aan welke taalfouten en clichés hij (2) hem / zich ergert, want je (3) word

Nadere informatie

Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl

Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl Introductie Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl 08/03/2018 SANNE NIEMER Onderzoeker kinderen en obesitas VU-projectleider LEFF 2 Waarom lastig om te bespreken? Vrees voor negatieve reacties

Nadere informatie

Dé stappen om je doel te bereiken: de combinatie van de creatiespiraal en het enneagramprocesmodel. Ontspannen. Handelen

Dé stappen om je doel te bereiken: de combinatie van de creatiespiraal en het enneagramprocesmodel. Ontspannen. Handelen Van wens naar doel Dé stappen om je doel te bereiken: de combinatie van de creatiespiraal en het enneagramprocesmodel. Het combinatiemodel Ontspannen Doel bereiken Willen/wensen Verbeelden/ verheugen Geloven/

Nadere informatie

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven. 1.8 Nederlands formuleren Als je zuiver Nederlands schrijft, moet je net als een verzorgde spelling een verzorgde zinsbouw gebruiken. Veel voorkomende fouten moet je daarbij vermijden. Deze fouten vind

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat. Grammatica: werkwoorden werkwoordsen uitleg Werkwoordsen 1. Persoonsvorm In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 802 woorden 14 februari 2004 5,4 39 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Topniveau 3.5 persuasieve teksten betoog beschouwing Bevat

Nadere informatie

8 MEDIA EN SOCIALE MEDIA

8 MEDIA EN SOCIALE MEDIA 53 8 MEDIA EN SOCIALE MEDIA Media Afhankelijk van de omstandigheden kan het verstandig zijn om de media proactief te benaderen op het moment dat een afdeling van de school zwak of zeer zwak wordt. Bij

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Taalwetenschap Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de

Nadere informatie

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Hieronder vindt u de leerplandoelen taalbeschouwing die we met onze evaluatie in kaart willen brengen. Ze staan in dezelfde volgorde

Nadere informatie

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN Blijf kalm; Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt; Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is; Leg uit waarom je belt; Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe

Nadere informatie

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken Boekverslag door Tmp_cox 1720 woorden 25 oktober 2012 5.8 259 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands NIEUW NEDERLANDS; Samenvatting, (mavo), havo, vwo hoofdstuk 1 t/m 6 tip! in leerjaar

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN EN CREATIVITEIT

SOCIALE VAARDIGHEDEN EN CREATIVITEIT Prof. Rumen Stamatov PhD Assoc. Prof. Svetlana Sariyska Maria Goranova Petya Grudeva SOCIALE VAARDIGHEDEN EN CREATIVITEIT Handboek met illustraties Uitgeverij Blakom Plovdiv, 2015 1 Prof. Rumen Stamatov,

Nadere informatie

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8. Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige

Nadere informatie

Latijnse epistemische partikels. Nempe, quippe, scilicet, videlicet en nimirum.

Latijnse epistemische partikels. Nempe, quippe, scilicet, videlicet en nimirum. Samenvatting Latijnse epistemische partikels. Nempe, quippe, scilicet, videlicet en nimirum. Dit onderzoek richt zich op enkele Latijnse partikels die het standpunt van de spreker ten opzichte van de tekst

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht

Nadere informatie

1e Deeltentamen Inleiding Taalkunde

1e Deeltentamen Inleiding Taalkunde 1e Deeltentamen Inleiding Taalkunde 28/05/2009 13.15-16.15 Dit tentamen heeft 5 vragen. Je hebt drie uur de tijd om deze te beantwoorden. Vergeet niet je naam en studentnummer steeds duidelijk te vermelden.

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleiden die hun taalvaardigheid in het Nederlands zullen moeten bewijzen op de werkvloer in Vlaanderen, Nederland of in een buitenlands bedrijf

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch. For a summary in English, see section )

Samenvatting. (Summary in Dutch. For a summary in English, see section ) 524 Samenvatting (Summary in Dutch. For a summary in English, see section 1.2.4.) Dit proefschrift beschrijft de grammatica van het Sheko. Het Sheko is een Omotische taal in het zuidwesten van Ethiopië

Nadere informatie

EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT

EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT Monitoraat op maat Academisch Nederlands 1 EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT De communicatie tussen een student en een docent verloopt vaak per e mail. Een groot voordeel van het medium is namelijk de

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde graad ASO, Duits als tweede moderne vreemde taal kan worden

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Můžete mi pomoci, prosím? Om hulp vragen Mluvíte anglicky? Vragen of iemand Engels spreekt Mluvíte _[language]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Nemluvím_[language]_.

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Ik spreek geen

Nadere informatie

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica Basisgrammatica In Muiswerk Basisgrammatica wordt aandacht besteed aan de drie belangrijkste woordsoorten die de traditionele grammatica onderscheidt. Verder komen de eerste beginselen van zinsontleding

Nadere informatie

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Inleiding De checklist Presentatie geven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een presentatie moeten kunnen geven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

# 4 De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten.

# 4 De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten. A. LEER- EN TOETSPLAN Onderwerp: Grammatica De leerlingen kunnen onderscheiden. De leerlingen kennen elementen van het verbuiging- en vervoegingsysteem. De leerlingen kunnen m.b.v. de betekenis van een

Nadere informatie

Niemand hoeft verlegen te zijn

Niemand hoeft verlegen te zijn Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 1 Verlegen mensen Niemand hoeft verlegen te zijn Kleine kinderen zijn vaak verlegen. Dat vindt iedereen normaal. Maar ook 1 op 5 volwassenen

Nadere informatie