Masarykova univerzita Filozofická fakulta. Magisterská diplomová práce

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Masarykova univerzita Filozofická fakulta. Magisterská diplomová práce"

Transcriptie

1 Masarykova univerzita Filozofická fakulta Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Magisterská diplomová práce 2011 Adéla Obermajerová

2 Masarykova univerzita Filozofická fakulta Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Nizozemský jazyk a literatura Adéla Obermajerová Sociale deixis en verzoekstrategieën in Nederlandse, Vlaamse en Tsjechische zakelijke verzoekbrieven Magisterská diplomová práce Vedoucí práce: Mgr. Marta Kostelecká 2011

3 Prohlašuji, že jsem diplomovou práci vypracovala samostatně s využitím uvedených pramenů a literatury. Ik verklaar hiermee dat ik deze Masterscriptie zelfstandig heb geschreven en dat ik alle gebruikte bronnen in de Literatuurlijst heb opgenomen....

4 DANKBETUIGING Ik wil hier enkele mensen bedanken zonder wie deze scriptie niet tot stand had kunnen komen. Ik wil vooral mijn begeleidster, Mgr. Marta Kostelecká, hartelijk bedanken voor haar begeleiding en steun tijdens het hele schrijfproces. Ze heeft me altijd moed kunnen inspreken toen ik in de ontwerpsfase er soms over twijfelde dat ik ooit mijn onderzoek op de juiste weg zou kunnen zetten. Een tweede woord van dank gaat aan Mgr. Sofie Rose-Anne W. Royeaerd, M.A., voor haar waardevolle kritiek die mij bij het formuleren van het onderzoeksonderwerp hielp. Vervolgens dank ik aan dr. P. J. (Per) van der Wijst die me zijn proefschrift gratis ter inspiratie per post heeft doorgestuurd en dat nog niet terugvraagt. Verder ben ik ook aan dr. Jacomine Nortier dankbaar voor het bemiddelen van enkele literatuurbronnen en aan Mgr. Klára Švehlová voor het bespreken van betalingsherinneringen in de context van het Tsjechische recht. Aan de volgende mensen ben ik dankbaar voor een grote hulp met de talige kant van de scriptie: Fedora Vandermeersch, M.A., Steffie Vanveerdeghem, B.A., Joyce Dujardin, M.A., Niels Verschatse en Nicolas Roose, B.A. Ik stel vooral op prijs dat ze me nog geen betalingsherinneringen hebben gestuurd. Uiteraard had deze scriptie niet kunnen ontstaan zonder de Nederlandse, Vlaamse en Tsjechische lieve vrijwilligers die me hun zakelijke correspondentie ter beschikking hebben gesteld. Ik verklaar hiermee dat ik de brieven en s uitsluitend voor mijn onderzoeksdoeleinden heb verwerkt. Tot slot wil ik hartelijk bedanken aan de talrijke mensen die met mij over de scriptie praatten, die mij inspireerden, goede vragen stelden of vóór wie ik gerust wild kon brainstormen zonder dat ze iets zeiden. Helemaal tot slot bedank ik degenen die me het allerdichtst aan het hart liggen. Dank dat jullie zijn.

5 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Twee hoofdonderwerpen Theoretische aanpak De centrale vragen en het doel Structuur en metodologie SOCIALE DEIXIS IN DE THEORIE Definitie van sociale deixis Sociale relatie en situatie Status en solidariteit Taalmanifestaties van sociale deixis Taalmanifestaties en het geval Het T/V-systeem Nederlandse aanspreekvormen Tsjechische aanspreekvormen Vocatieven Beleefdheid VERZOEKEN EN VERZOEKSTRATEGIEËN IN DE THEORIE Het coöperatie-principe en de conversationele maximes Verzoek als een illocutieve taalhandeling De illocutieve strekking en de illocutieve kracht Verzoek vs. bevel Slotbeschouwingen Het beleefdheidsprincipe Beleefdheidsstrategieën volgens Brown & Levinson Gezicht Gezichtsbedreigende handeling (FTA) Gezichtsherstellende middel Overzicht beleefdheidsstrategieën en drie sociologische variabelen

6 3.5 Indirectheid in de pragmatiek Verzoekstrategieën ZAKELIJKE VERZOEKBRIEVEN IN DE PRAKTIJK: DE SOCIALE DEIXIS Corpus Betalingsherinneringen en verzoeken om informatie Ordening van het corpusmateriaal en wijze van het verzamelen Sociale relatie en situatie in de context van verzoekbrieven De pronominale keuze tussen T en V De pronominale keuze tussen T en V volgens handboeken Corpusanalyse van de aanspreekvormen De aanhef en de slotformule in de verzoekbrieven De aanhef en de slotformule volgens de Nederlandstalige... handboeken De aanhef en de slotformule volgens de Tsjechische handboeken Analyse van de aanhef en de slotformule in de Nederlandse en... Vlaamse brieven Analyse van de aanhef en de slotformule in de Tsjechische brieven ZAKELIJKE BRIEVEN IN DE PRAKTIJK: VERZOEKSTRATEGIEËN & INHOUDSFORMULERING De mate van impositie Overzicht verzoekstrategieën in het corpus Analyse van de verzoekstrategieën in het corpus De strategieën met imperatief en met performatief werkwoord De strategie met een statement van wil, wens of noodzaak De zesde verzoekstrategie: refereren aan precondities Inhoudsformulering van de brief volgens de handboeken De inleidende alinea en de slotalinea Taalgebruik en de kern Analyse van de inhoudsformulering bij drie brieven Een Nederlandse brief

7 5.5.2 Een Vlaamse brief Een Tsjechische brief SAMENVATTING EN CONCLUSIE Samenvatting van het theoretische gedeelte: de belangrijkste punten Samenvatting van het praktische gedeelte: de belangrijkste punten Resultaten van het praktisch onderzoek: de sociale deixis De pronominale keuze tussen T en V De aanhef en de slotformule Resultaten van het praktisch onderzoek: de verzoekstrategieën en inhoudsformulering Eigen evaluatie van het onderzoek en conclusie LITERATUURLIJST 86 8 LIJST TABELLEN.. 91 BIJLAGE: CORPUS ZAKELIJKE VERZOEKBRIEVEN 3

8 1 INLEIDING 1.1 Twee hoofdonderwerpen De eerste taaluitdrukkingen die we allemaal als kleine peuters ooit geproduceerd hebben, zoals Mamma!, Daar!, Ik wil niet en Geef mij dat!, waren al deiktische uitdrukkingen en verzoeken. Met de deiktische uitdrukkingen streefden we er kennelijk naar dingen en personen aan te wijzen, naar hen te verwijzen, of iemands aandacht te krijgen; en met de eenvoudige, directe verzoeken verzochten we al iets van iemand. Met deze vertrouwde herinnering wil ik de twee hoofdonderwerpen van mijn onderzoek voorstellen. In de scriptie die voor u ligt, staan dus de volgende twee verschijnselen van het taalgebruik in het Nederlands en in het Tsjechisch centraal: een soort deiktische uitdrukkingen, namelijk de sociale deixis; en de verzoekstrategieën. Het tekstsoort waar ik de aandacht op zal richten met het oog op beide hoofdonderwerpen, zijn zakelijke verzoekbrieven in het Nederlands en het Tsjechisch. Met het begrip verzoekbrieven 1 bedoel ik brieven én s waarin er om iets verzocht wordt, meer bepaald om een betaling (betalingsherinneringen) of belangrijke informatie (verzoeken om informatie). De betalingsherinneringen werden meestal door een advocaat geschreven, dus ze waren nog geen rechtbankdocumenten (meer in 4.1.1). 1.2 Theoretische aanpak Waarom schrijf ik nu over de sociale deixis én over de manier van verzoeken? Hoe functioneert de theorie hier? Het antwoord op de eerste vraag leid ik af uit mijn 1 Als een Tsjechisch equivalent vind ik de term žádost het meest passend (cf. Slovník spisovné češtiny pro školu a veřejnost. Red. Akademie věd České republiky, Ústav pro jazyk český. Praha: Academia, p.585) 4

9 voorbeeld, namelijk dat eenvoudigweg, en intuïtief, kan gezegd worden dat personen aanspreken, en van hen iets willen, in mijn opvatting tot de kernfuncties van taal behoort. Vandaar dat ik ervoor gekozen heb allebei onderwerpen te gaan bestuderen. De keuze van het tekstsoort is dan toe te schrijven aan het feit dat de sociale deixis en verzoekstrategieën in elke zakelijke verzoekbrief voorkomen en daar essentieel zijn. Naar aanleiding van Chestermans categorisatie van verschillende soorten opvattingen van het begrip theorie ( On the Idea of a Theory, 2007) zie ik de theorie in deze scriptie hoofdzakelijk als een samenspel van descriptieve, interpretatieve en voorspellende hypotheses: de aanpak is in de eerste instantie beschrijvend en samenvattend. In de tweede instantie komen er verschillende categorisaties voor die Chesterman als voorbeeld geeft van een interpretatieve hypothese. Deze wordt gezien als een menselijk middel om de wereld te conceptualiseren en dus erover te mogen praten. Een belangrijk aspect van een interpretatieve hypothese is dat ze niet onverwisselbaar of onbetwistbaar is. In de derde instantie formuleer ik ook op basis van de theorie enkele voorspellingen ten opzichte van het aansluitende praktische gedeelte. Nu stel ik de centrale vragen van dit onderzoek. 1.3 De centrale vragen en het doel De centrale vragen van dit onderzoek zijn de volgende: Hoe ziet het gebruik van de sociale deixis en verzoekstrategieën in Nederlandse, Vlaamse en Tsjechische zakelijke verzoekbrieven eruit? Zijn er verschillen per taal en ook per cultuur? Zo ja, welke? Welke adviezen geven de auteurs van handboeken over zakelijke correspondentie aan schrijvers van zulke brieven? Het beoogde doel ligt erin dat de gevorderde Tsjechische student Nederlands een overzicht krijgt van het taalgebruik in zakelijke verzoekbrieven zowel in de vreemde taal als in de moedertaal. Ik werk dus cross-linguïstisch en cross-cultureel: vergelijken is de bedoeling. De scriptie wordt dan ook een bron van specifieke woordenschat, waarvan er bij het vertalen van zakelijke correspondentie, of een eigen productie van teksten, gebruik kan worden gemaakt. De scriptie zou om dezelfde reden ook andersom voor de Nederlandse of Vlaamse studenten Tsjechisch interessant kunnen zijn. 1.4 Structuur en metodologie De scriptie bestaat uit een theoretisch gedeelte en een praktische analyse. Het structuurplan is dusdanig opgesteld dat het tweede en derde hoofdstuk aan de twee 5

10 hoofdonderwerpen in de theorie gewijd is; de praktische toepassing daarvan neemt dan het vierde en vijfde hoofdstuk in beslag. Mijn doel in het theoretische gedeelte is enkele belangrijke begrippen in verband met sociale deixis en verzoeken te bespreken. Hierbij zal ik me baseren op onder andere werken van R. Brown & A. Gilman (1960), S. C. Levinson (1983), G. Leech (1983), P. Brown & S. C. Levinson (1987), R. Le Pair (1997), R. Wardhaugh (2002), J. Vermaes (2002) en M. Hirschová (2006). Het gaat vooral om pragmatische theorieën die ik in verband probeer te brengen en met eigen observaties uitbreiden. Daardoor verkrijg ik een theoretische basis waar ik verder mee zal kunnen werken in het praktische gedeelte. Het praktische gedeelte bestaat uit een klein literatuuronderzoek enerzijds en een kleinschalig corpusonderzoek anderzijds. In beide gevallen zal ik trachten het antwoord op de centrale vragen te krijgen. Meer specifiek wijd ik in hoofdstuk 4 de aandacht aan de sociale deixis in de praktijk. Eerst beschrijf ik nog precies welke brieven het corpus bevat, op welke manier ik ze heb geordend en ook wie ze mij vriendelijk heeft verstrekt. Daarna komt het literatuuronderzoek aan bod: ik wil hier enkele handboeken over zakelijke correspondentie raadplegen om een beeld te krijgen van wat de normen en aanbevelingen voor het schrijven van zakelijke brieven zijn, meer bepaald wat betreft de keuze van aanspreekvorm, de aanhef en de slotformule. Dat vergelijk ik meteen met het resultaat van het corpusonderzoek. In hoofdstuk 5 richt ik de aandacht weer op het tweede onderwerp, de verzoekstrategieën. Ik wil daar eerst te weten komen van welke verzoekstrategieën de schrijvers het meest gebruikmaakten en of er verschillen per taal en per cultuur zijn. Verder ben ik er ook in geïnteresseerd wat de auteurs van handboeken zeggen over de gewenste formulering van de inhoud. Ter illustratie analyseer ik daarna het taalgebruik bij één Nederlandse, één Vlaamse en één Tsjechische brief om te leren of de adviezen er nagevolgd worden. Over de metodologie en mijn aanpak wil ik nog de volgende zeggen. Ik besef dat ik in de scriptie geen formulering van universalia kan nastreven wat het taalgebruik in de context van de verzoekbrieven betreft. Dat beweer ik enerzijds in verband met de kleine omvang van het corpus en anderzijds in verband met het feit dat het taalgebruik toch altijd afhangt van de bepaalde linguïstische en extra-linguïstische context en die wel in zekere (kleine) mate van brief tot brief varieert hoeveel ik geprobeerd heb een corpus samen te stellen dat zo gelijkslachtig mogelijk zou zijn (meer in 4.1). 6

11 Ondertussen zegt Chesterman (2004: 41) 2 de volgende: We seek generalizations that are as extensive as possible. Less-than-universal claims can still be interesting and valuable. Any level of generalization can increase understanding. In aansluiting op dit idee tracht ik uit mijn onderzoek geen universele conclusies te trekken maar wel wil ik enkele neigingen nasporen in een specifiek soort zakelijke correspondentie van vandaag. Ik kom dus tot de resultaten die minder-danuniverseel zijn maar toch kunnen ze mijn lezer een interessant en waardevol inzicht verschaffen. Het nut zie ik ook in het feit dat ik laat zien hoe de theorie in de praktijk eruitziet, hoe de theorie in de praktijk gebracht kan worden en hoe de praktijk aan de hand van de theorie verklaard kan worden. 2 Bron: Chesterman, Andrew. Beyond the Particular. Translation Universals: Do They Exist? Red. Anna Mauranen & Pekka Kujamäki. John Benjamins: pp

12 2 SOCIALE DEIXIS IN DE THEORIE Uitgegaan van mijn eerste overwegingen in de inleiding zou ik hebben verondersteld dat taalkunde, en vooral pragmatiek, veel belang hecht aan deiktische categorieën en verzoeken. Mijn veronderstelling bleek echter niet even volkomen gerechtvaardigd te zijn. Zoals ik heb kunnen zien, is er op het vlak van verzoeken wel al veel onderzoek gevoerd. Het aantal werken rond deixis daarentegen is ontalrijk. Stephen C. Levinson (2006: 97) stelde nog niet zo lang geleden zelfs vast dat deixis een van het minst empirisch ondezochte kerngebieden van pragmatiek is en dat we de grenzen daarvan nog lang niet hebben begrepen. 3 Hij zegt verder dat er geen toereikende crosslinguïstische categorisatie van deiktische uitdrukkingen bestaat. Ik zal zelf geen categorisatie weergeven, maar, zoals reeds in de inleiding vermeld, zal ik wel crosslinguïstisch werken. Dit hoofdstuk vormt een theoretische basis voor de praktische analyse van het corpus. Eerst en vooral wil ik verduidelijken wat onder het begrip sociale deixis wordt verstaan en welke drie aspecten van communicatie eronder vallen. Daarna leg ik andere belangrijke begrippen uit, met name de sociale relatie en situatie, en de status en solidariteit. Ten laatste zal ik uiteenzetten hoe sociale deixis zich in het taalgebruik manifesteert. 2.1 Definitie van sociale deixis In mijn opvatting sluit ik me aan bij Levinson (1983: 89) in wiens pragmatische behandeling sociale deixis een overkoepelend begrip is voor dat soort taalvormen, waarin de sociale identiteit van de spreker 4, of de sociale relaties tussen twee of meer sprekers, of de sociale relaties tussen één spreker en de personen of objecten waar hij naar verwijst, ingebed zijn. Sociale deixis mag niet verward worden met persoonlijke deixis die met de grammaticale categorie van persoon (eerste, tweede en derde) te maken heeft en die de verschillende rollen van louter individuele mensen in de 3 [mijn vertaling, ao] 4 N.B. Om precies te zijn, zoals Levinson (1983: 89) tussen haakjes toevoegt, gaat het om de rollen die de communicatiedeelnemers in een gesprek spelen eerder dan om sociale identiteiten in de letterlijke zin van het woord. 8

13 gesprekssituatie weergeeft, dwz. de spreker, de aangesprokene(n) en de andere(n) (Levinson 1983: 89; 2006: 112 & 119; Yule geciteerd door Válková 61-62) 5. Vooraleer we zullen zien hoe sociale deixis zich werkelijk in taal manifesteert (2.3), komen nog andere essentiële begrippen aan bod, met name de sociale relatie en situatie, en de status en solidariteit. 2.2 Sociale relatie en situatie Ter verantwoording van het veelvuldig gebruikte begrip sociale relatie, wat dus ook een essentieel begrip is, licht ik het hier nader toe. De sociale relatie betekent een dimensie in het sociale leven van de mens. Vermaes maakt in tegenstelling tot eerdere werken een onderscheid tussen (sociale) relatie en situatie: een relatie vertaalt zich voor haar in prototypische intermenselijke relaties die voor iedereen herkenbaar zijn, bv. relatie leerling-leraar en kind-ouder (21). Onder situatie daarentegen verstaat zij het doel en het onderwerp van de gesprekssituatie en vooral de mate van formaliteit die ze vereisen (23). De formaliteit is hier zeer belangrijk omdat enkele situaties het (taal)gedrag beperken en weinig tot geen variatie toelaten. Het taalgebruik wordt dan in veel situaties gedetermineerd naargelang van de bestaande normen in de maatschappij en in sommige omstandigheden wordt de relatie zelfs in de schaduw gesteld (Dittmar 1978: 228 geciteerd door Vermaes 23). Als voorbeeld noemt Vermaes debatten in de Nederlandse Tweede Kamer waarin politici het u-aanspreekvorm hanteren maar elkaar buiten de vergaderzaal je en jou zeggen (ibidem). Als gemeenschappelijke term voor relatie en situatie gebruikt Vermaes de term geval. Hirschová (2006b: 170) gebruikt de term communicatieve situatie (in het Tsjechisch komunikační situace ) en dat wel in enigszins bredere zin die ook de sociale relatie dekt. In de scriptie zal ik de termen sociale en communicatieve situatie door elkaar gebruiken maar altijd in de betekenis volgens Vermaes. Zowel relatie als situatie bevatten twee fundamentele aspecten, die het globaal geval karakteriseren, en waarvan dus ook sociale deixis afhangt. Deze zijn met name het aspect van status en het aspect van solidariteit (R. Brown & A. Gilman 1960, herdruk 1972: 252; Vermaes 21; P. Brown & Levinson 74) 6. In het volgende hoofstuk zullen we zien dat er nog één aspect in de communicatie een rol speelt, met name de mate van 5 Voor een uitvoerige bespreking van deixis zie Levinson 2006: N.B. Hirschová (2006b: 167) rangschikt de sociale deixis onder de persoonlijke. 6 Het artikel van R. Brown & A. Gilman uit het jaar 1960 werd in 1972 en 2003 herdrukt (zie Literatuurlijst). Ik zal voortaan in de bronvermelding het boek uit het jaar 1972 blijven gebruiken. 9

14 impositie van de individuele taalhandelingen. Dit bespreek ik pas later. In de volgende subparagraaf geef ik een beschrijving van de status en de solidariteit (ibidem) Status en solidariteit Status wordt vaak afgebeeld als de maatschappelijke hiërarchische verhouding tussen twee mensen op de verticale lijn waarbij de een boven [ ] de ander [staat] (Vermaes 21). Het kan dus gezegd worden dat er sprake is van een soort machtsverhouding: daarom gebruikt men in het Engels de term power (macht). In de Tsjechischtalige literatuur heb ik voor status (of power) naast de letterlijke vertaling (status) ook twee andere equivalenten gevonden, met name moc (macht) en autorita (gezag) 7. Elke maatschappij heeft haar eigen sociale structuur waar soms zeer verschillende regels en/of gewoontes heersen. R. Brown & A. Gilman (1972: 255) vermelden de volgende voorbeelden van variabelen die voor de machtsverhouding tussen sprekers doorslaggevend kunnen zijn, of ooit zijn geweest: de fysieke kracht, de rijkdom, de leeftijd, het geslacht, de geïnstitutionaliseerde rol in de kerk, de staat, het leger, of binnen het gezin. Bij solidariteit denken we aan gelijkwaardigheid en vertrouwdheid tussen de sprekers, die dan wel op de horizontale lijn kunnen worden afgebeeld. Met andere woorden, als we de mate van solidariteit willen bepalen, moeten we rekening houden met de grootte van de sociale afstand. De gelijkwaardige posities in de maatschappij of gelijkwaardigheid in de context van de net genoemde variabelen zijn hier van belang. R. Brown & A. Gilman (1972: 258) benadrukken echter dat de objectieve gelijkwaardigheid voor de mate van solidariteit niet bepalend is. Wat de ultieme doorslag wel geeft, is de gelijkstemmigheid tussen de sprekers over hun sociale relatie. Verder stellen ze vast dat over het algemeen het aspect van solidariteit tussen de sprekers al vanaf de negentiende eeuw steeds meer voorrang is gaan krijgen (ibid. 260; Vermaes 2002: 21-22). Het begrip sociale afstand wordt ook door Hirschová gebruikt (2006a: 68). Wat ze in het Tsjechisch als sociální distance aanduidt, is echter eerder een ruimere term. Hiermee wordt enerzijds de verticale afstand bedoeld, die in dezelfde zin wordt gebruikt als de term status hierboven, en de horizontale afstand anderzijds, die verder een spatiale én temporele dimensie bevat. Met de term horizontale afstand verwijst 7 De term moc komt voor in Carbucicchio (2008: 15) en Válková (2004: 167); de term autorita in Fidler, Masako U. Vztah mezi solidaritou a jazykem (interpretace na základě češtiny a japonštiny). Čeština univerzália a specifika, 4. Red. Zdeňka Hladká & Petr Karlík. Verzameling artikelen uit de conferentie te Masaryk universiteit, Brno. Praha: Nakladatelství Lidové noviny, pp ) 10

15 Hirschová bijvoorbeeld naar de manier van communicatie, waarbij ze denkt aan het verschil tussen de interpersonele en de massacommunicatie, of het verschil tussen communicatie hier en nu en het lezen van een brief. Al deze factoren, waardoor sociální distance wordt samengesteld, zouden volgens Hirschová op de sociale deixis invloed uitoefenen. Een concreet voorbeeld geeft ze echter alleen maar voor de horizontale afstand (ibid ). 2.3 Taalmanifestaties van sociale deixis De actuele taalmanifestaties van sociale deixis zijn de volgende aspecten van communicatie: de pronominale keuze tussen je en u (oftewel T/V-pronomina; 2.4); het gebruik van namen en andere nominale aanspreekvormen (de zog. vocatieven; 2.5); en het gebruik van beleefdheidsstrategieën (Wardhaugh 259 & 275, zie ook Levinson 1983: 89; hier 2.6). Voordat ik er dieper op inga, wil ik hier nog twee opmerkingen vermelden Taalmanifestaties en het geval Traditioneel wordt het gebruik van je als vertrouwd gezien, en u als beleefd (Wardhaugh 259). Daarom zou men op dit punt misschien geneigd zijn om de keuze van pronomina van de tweede persoon enkelvoud als een soort beleefdheidsstrategie te beschouwen. Waar ik echter op wil wijzen, is dat we zojuist gezien hebben dat er minstens twee fundamentele factoren in het spel zijn, met name de status en de solidariteit (2.2.1). Met andere woorden is de gemene deler van alle drie de aspecten de actuele context van het gesprek oftewel het geval (cf. 2.2). De actuele toepassing van de pronomina, maar ook van de vocatieven en van de beleefdheidsstrategieën, is daar sterk afhankelijk van (Válková 62; Vermaes 21; zie ook Žgáničová 31). Vandaar dat ik hier de beleefheid níet boven de sociale deixis plaats. De tweede opmerking is dat de factoren van status en solidariteit geen statische factoren zijn: nota bene zelfs niet binnen één gesprek. Zoals Válková (63-64) in haar Engelstalige voorbeeld laat zien, fungeren de status en de solidariteit als contextgevoelige variabelen. Dat wil zeggen dat de ene het gesprek 8 mag aanknopen door de solidarteit aan te bieden en de vertrouwde Hello, Frank te gebruiken (cf. Vocatieven in 2.5), maar de andere met Good afternoon, Irv laat zien dat hij of zij een grotere sociale afstand wenst te houden (cf. supra). Daarop reageert de eerste persoon meteen met Good afternoon, sir hieruit blijkt dat de wens geaccepteerd werd. 8 In dit geval gaat het om een telefonisch gesprek: een tv-kijker belt een moderator van een talkshow op. De moderator is degene die het gesprek begint. 11

16 In de komende drie paragrafen ga ik dus op de drie aspecten van communicatie in waardoor sociale deixis zich manifesteert. 2.4 Het T/V-systeem Een eerste communicatiemiddel om sociale deixis mee uit te drukken, is de keuze tussen de persoonlijke voornaamwoorden in de tweede persoon enkelvoud bij talen die deze distinctie vergen. Een vaak voorkomende aanduiding voor zo n distinctie is het T/V-systeem, waarin dus de T/V-pronominale aanspreekvormen in het enkelvoud onderscheiden worden (verder aanspreekvormen, of T en V als eenheden). Deze aanduiding komt doordat het T/V-onderscheid met dat uit het Latijn overeenstemt. In het Latijn bestonden er namelijk het enkelvoudig pronomen tu (T) en het meervoudige vos (V). Men gebruikte echter in bepaalde situaties de meervoudige vorm ook als een individuele persoon werd aangesproken. Zoals ik net heb vermeld, worden de T en V vaak respectievelijk als vertrouwd/informeel en beleefd/formeel/niet-vertrouwd beschreven (bv. Wardhaugh 259). Ik ben er echter een voorstander van om het adjectief beleefd achterwege te laten doordat ik de pronominale en andere aanspreekvormen (zie verder 2.5) als een fenomeen zie dat niet onder beleefdheid valt, maar eerder daarnaast staat en daarmee verbonden is. Aan de ene kant sluit ik me dan ook weliswaar aan bij Carbucicchio (2008: 10) volgens wie we pas tegen iemand beleefd kunnen zijn wanneer we de contact hebben aangeknopen - en daar kunnen we alleen maar in slagen als we hem of haar beleefd aanspreken; dus niet met uitdrukkingen zoals Jij, daar!. 9 Met andere woorden zijn V-vormen en niet-vertrouwde nominale aanspreekvormen dus wel middelen om beleefdheid uit te drukken. Aan de andere kant kunnen we ook tegen iemand beleefd of onbeleefd zijn volledig afgezien van aanspreekvormen (cf. Berger 2002: 189). We zullen in deze paragraaf zien dat het Nederlands en het Tsjechisch allebei het T/V-onderscheid kennen. Eerst en vooral moet nog de volgende vraag worden gesteld: Hoe is het T/V-systeem tot stand gekomen? De theorie van de oorsprong van de Latijnse T en V werd door Roger Brown & Albert Gilman in 1960 uitgewerkt (herdruk 1972: , met verwijzing naar Byrne [1936] en Châtelain [1880]). Aanvankelijk was er enkel sprake van de T-vorm tu. De persoon die als eerste met het meervoudige vos aangesproken werd, was de keizer. Dit zou rond de vierde eeuw gebeuren: de verklaring hiervoor is dat het Romeinse Rijk toen door 9 [vertaald door mij, ao] 12

17 twee keizers bestuurd werd. De ene was in Constantinopel gevestigd en de andere in Rome. Als gevolg van Diocletianus hervorming werd het Rijk administratief verenigd. Wie na deze hervorming de ene keizer aansprak, sprak automatisch ook diens collega aan. Mogelijk heeft dit geleid tot het gebruik van het meervoudige vos voor de keizer. Bovendien was de keizer figuurlijk de vertegenwoordiger van het hele volk: om die reden gebruikte hij toch de pluralis maiestatis oftewel het majesteitsmeervoud nos als hij naar zichzelf verwees. Het eerbiedige vos van zijn onderdanigen kan dan als de reciprociteit daarvan gezien worden. De V-vorm werd daarna verspreid naar andere machtige personen en overgenomen door het Frans, Engels, Italiaans, Spaans, Duits en, zoals we zullen zien, het Nederlands (Vermaes 35). V werd toen niet-wederkerig gebruikt, dus iemand die macht over de andere had, zei T en ontving V (R. Brown& A. Gilman 257). Zo is de machtssemantiek ontstaan die ik al eerder besproken heb (cf ). Mensen in dezelfde maatschappelijke positie gebruikten het wederkerige T onder elkaar als een teken van vertrouwdheid. Het wederkerige V kwam voor het eerst bij de Franse adel voor als een teken van elegantie. Na verloop van tijd is V echter wedekerig geworden: geleidelijk aan was er noch sprake van een soort machtsverhouding tussen de spreker en de hoorder, noch van enige familiariteit (R. Brown& A. Gilman 257). Hieronder volgt een beknopt overzicht van de bestaande aanspreekvormen en de ontwikkeling daarvan. Eerst bespreek ik de Nederlandse en daarna de Tsjechische. Ik schets telkens nog het huidige gebruik daarvan ook Nederlandse aanspreekvormen Tabel 1 laat ons kennis maken met de aanspreekvormen in het moderne Nederlands, wat wil zeggen zowel de Nederlandse als de Vlaamse variëteit, formeel én informeel (Vermaes 20). Voor de volledigheid vermeld ik ook de getallen en de vorm wanneer het persoonlijk voornaamwoord niet het subject is. subject/nominatief object/andere naamvalllen enkelvoud u, jij/je, gij/ge u, je, jou meervoud u, jullie, gij/ge u, jullie Tabel 1: Aanspreekvormen in het moderne Nederlands 13

18 De Nederlandse aanspreekvormen ontwikkelden zich tot hun huidige vorm vanaf de dertiende tot en met de negentiende eeuw. Het gebruik daarvan is echter vanaf het begin van de twintigste eeuw tot op heden aan het veranderen. De studie van deze veranderingen vormt een gedeelte van het proefschrift Veranderingen in de Nederlandse aanspreekvormen van de dertiende t/m de twintigste eeuw (2002) door Johanna A. M. Vermaes. Het tweede gedeelte, dat in het proefschrift centraal staat, bestaat uit onderzoek naar het huidige gebruik van aanspreekvormen in Nederland. Zoals gezegd, ik beperk me in deze scriptie tot een korte samenvatting van, eerst, de ontwikkeling van aanspreekvormen en, twee, de neigingen in het huidige gebruik in Nederland. In de hele paragraaf ga ik me dus op de genoemde studie baseren. In Vlaanderen vond er voor zover ik weet nog geen gelijkaardig onderzoek plaats. Daarom vermeld ik alleen maar enkele overwegingen van Vermaes en mijn eigen observaties ook. Oorspronkelijk bestonden er, in het Middelnederlands, de volgende aanspreekvormen: ghi voor het meervoud en als beleefdheidsvorm tegen iemand met een hogere status [+status] en met wie men niet vertrouwd was [-solidariteit] 10 en du voor het enkelvoud tegen iemand die een lagere status had en met wie men wel vertrouwd was [- status][+solidariteit] (35, 53). Dit onderscheid werd waarschijnlijk beïnvloed door het Latijnse vos en tu en het Franse vous en tu (zie ook verder bij 2.4.2). De u-vorm werd in het Middelnederlands slechts als objectsvorm van ghi gebruikt (47, 52). Toen vonden er drie grote veranderingen plaats. De eerste in de zestiende eeuw: du werd toen bijna volledig vervangen door ghi waarmee men op dat moment iedereen aansprak zonder verschil in situatie. Het Nederlands kwam toentertijd in dit opzicht met het Engels overeen waar de oorspronkelijke vertrouwdsheidsvorm (thou) verdween en alleen you bleef bestaan (217). In de zeventiende eeuw sloeg het Nederlands echter opnieuw een andere weg in. De tweede verandering is namelijk het gebruik van u niet alleen in de accusatief, maar ook in de nominatief. De opkomst van u als subject kan ook verklaard worden door de verkorte vormen van de aanspreking Uwe Edelheid, uwé of uwe. Daar zou u zich van ontwikkeld hebben. De derde verandering is de verspreiding van de jij/je-vorm die aanvankelijk alleen maar in de provincies Noord- Holland en Zuid-Holland in plaats van ghi werd gebruikt (47, 53). Vanaf de zeventiende tot en met de negentiende eeuw had men dus een waaier aan aanspreekvormen: het traditionele gebruik van de combinatie ghi en u bestond parallel met het nieuwe u als subjectsvorm. Bovendien drong de Noordelijke jij/je- 10 De grafische vorm heb ik overgenomen van Vermaes (35) 14

19 vertrouwdheidspronomen langzamerhand ook de taal in het Zuiden binnen. Dit betekent dan ook dat men in de negentiende eeuw opnieuw de beleefdheids- en vertrouwdheidsvormen en enkelvoud en meervoud is gaan onderscheiden. Men gebruikte namelijk gij/ge en u als beleefdheidsvorm [+status][-solidariteit] en jij/je voor het enkelvoud en als vertrouwdheidsvorm [-status][+solidariteit]. Wie meervoud wilde uitdrukken, gebruikte -lieden of -lui als uitgangen (bv. gijlieden en jijlui). Hiervan stamt de huidige meervoudsvorm jullie af (54). Hoe zag de situatie in de twintigste eeuw eruit? In Nederland behoorden de aanspreekvormen u en jij/je weliswaar al vanaf de achttiende eeuw tot de standaardtaal (49), maar pas op het eind van de negentiende eeuw zijn de andere aanspreekvormen bijna volledig verdwenen en het gebruik van u en jij/je is gestabiliseerd, met u voor [+status][-solidariteit] en jij/je omgekeerd [-status][+solidariteit] (78). Daarna, in de loop van de twintigste eeuw, heeft er zich echter nog een grote verschuiving in het gebruik van u naar jij/je voorgedaan, omdat het begrip status in de gewone omgang aan belang moest inboeten. Dit was vooral te zien aan de kind-ouder relatie, waar een kind de ouder steeds minder met u is gaan aanspreken (ibidem). Aan de andere kant blijft het traditionele status-/solidariteitssysteem in de twintigste eeuw voortbestaan, bijvoorbeeld in interviews en reclameteksten. Vermaes vat de problematiek samen door te zeggen dat in de vorige eeuw de gebruikswaarde van u en jij/je nog in ontwikkeling was (80). Zoals gezegd heeft Vermaes in het laatste decennium van de twintigste eeuw onderzoek gedaan naar het gebruik van aanspreekvormen in Nederland. Dit was alleen mogelijk door een landelijke enquête onder bijna anderhalfduizend informanten uit te voeren. Ze vergelijkt drie generaties (oud, midden en jong) in verschillende relaties en situaties. Het ging primair om de relaties met ouders, leraren, onbekende helper en kennissen. Dat waren dus de personen tot wie men zich richtte. De relaties met ouders heeft de auteur gekenschetst als [+status][+solidariteit] (hogere status van de aangesprokene, wel vertrouwdheid), met leraren als [+status][-solidariteit] (ook hogere status maar geen vertrouwdheid), met een onbekende helper als [-status][-solidariteit] (hier speelt vooral de onbekendheid de rol [127]), en met kennissen als [±status][±solidariteit] (zoals een buurtgenoot die relatief bekend is maar niet helemaal vertrouwd [134]). De communicatiesituaties bestonden uit informeel overleg, een vergadering, een gesprek met de directie en een pauze. Naast leeftijd waren de andere variabelen bij de informanten religie, opleiding en geslacht (220). 15

20 Laten we nu de belangrijkste data samenvatten die uit Vermaes onderzoek zijn gebleken. Als het in de relatie om [+status] en [-solidariteit] gaat en ook om [-status] en [-solidariteit], dat wil zeggen de "onbekende helper", dan is men meer geneigd om u te gebruiken dan in andere gevallen. Daaruit vloeit voort dat leraren en een onbekende helper nog in de meeste gevallen gevousvoyeerd worden en de veranderingen in dit soort relaties minder zichtbaar zijn (220). De grote verandering uit de twintigste eeuw, concreet de verschuiving van het gebruik van u naar jij/je tegen ouders werd daarentegen ten volle bevestigd. Het geldt dan wel vooral voor de midden- en jonge generatie. Wat bij de jonge generatie opvalt, is dat ze volgens het onderzoek van Vermaes de solidariteitsdimensie belangrijker acht dan ooit. Het zou kunnen worden toegeschreven aan de toegenomen democratisering, informalisering en communicatiemogelijkheden (221). Vandaar dat de jonge generatie ook tegen leraren en een onbekende helper minder u is gaan zeggen. Een derde resultaat heeft te maken met religie: het onderzoek heeft aangetoond dat we de grootste veranderingen in het genoemde opzicht (verschuiving van u naar jij/je) bij de verschillende katholieke strekkingen en niet-gelovigen kunnen vinden. Niet zo bij de protestanten en orthodoxen. Jonge protestanten blijven namelijk de ouders aanspreken met u. (221). Een vierde resultaat wijst op het verschil tussen de relatie en de situatie. Voor de keuze tussen u en jij/je blijkt namelijk doorslaggevend te zijn in welke situatie de communicatie plaatsvindt: gaat het om informeel overleg of om een gesprek met de directie? In een gesprek met de directie gebruikt de meerderheid van elke generatie de u-aanspreekvorm. In een vergadering is de situatie gelijksoortig, al moet opgemerkt worden dat de jonge generatie minder vaak u zegt omdat ze zich meer gelijkwaardig acht, aldus Vermaes. Daartegenover staat dat in vergelijking met de oude en middengeneraties de jonge generatie over het algemeen bij formele situaties meer u zegt. Dit heeft te maken met leeftijdsverschillen en ook met het feit dat de jonge generatie minder werkervaring heeft. Kortom, ook de jonge generatie differentieert naargelang de aard van de situatie (221). De laatste algemene resultaten die Vermaes heeft afgeleid uit het vergelijken van specifieke situaties en relaties, houden verband met de relationele factoren. Er is gebleken dat de factoren zakelijkheid, onbekendheid en respect in de verschillende relaties altijd het toenemende gebruik van u veroorzaken. Bovendien beïnvloedt respect het gebruik van u in grotere mate dan de maatschappelijke 16

21 positie die iemand inneemt. Bekendheid lijkt daarentegen invloed te hebben op het gebruik van jij/je ( ). Ten slotte vermeld ik nog enkele neigingen in Vlaanderen. Zoals reeds vermeld, laat Vermaes in haar onderzoek Vlaanderen buiten beschouwing. Daar wordt het gebruik van gij/ge nog voortgezet en gecombineerd met de Noord-Nederlandse vormen. Zeer gangbaar zijn ook combinaties van je en u (65-66). Mijn eigen voorbeeld is het volgende fragment, afkomstig uit informele correspondentie via . Ja geen probleem, ik zal zeker eens kijken wat ik hier thuis heb liggen dat u kan helpen [ ] Ik laat je zo vlug mogelijk iets weten! [ ] Dus je thesis gaat over aanspreekvormen van een hoger register? [ ] Uw thesis lijkt mij toch ook niet gemakkelijk! Even courant zijn uitspraken zoals deze die ik op een sociaalnetwerksite heb gevonden: [A] zoekt iemand die met Wordfast kan werken? [B] ik! ik leer da nu in school. werken is een groot woord.. ge weet toch da je eerst zelf al u vertalingen moet invoegen en dat hij dan achteraf uw vertalingen zelf zou moeten maken met de lijsten die jij hebt ingevoegd? 11 Een mogelijke verklaring voor het blijvende gebruik van gij/ge is volgens Vermaes dat men in Vlaanderen aan de j-vormen nog niet zo gewend is. Het kan ook zijn dat de j- vormen in het Zuiden juist afgewezen worden omdat die als exogeen gezien worden (66). Wat bij gij/ge opmerkelijk is, is dat áls dat gebruikt wordt, dan wel ongeacht of men in de standaardtaal je- of u-vormen zou gebruiken (De Electronische ANS). Ik zie dan ook hier een verband met de zestien eeuwse ghi. De Electronische ANS vermeldt bovendien dat ge niet alleen in Vlaanderen maar ook in het Zuiden van Nederland (Noord-Brabant) kan voorkomen. Daarnaast wordt het in religieuse teksten gebruikt als aanspreking voor God. Hiermee heb ik het gebruik van aanspreekvormen volgens Vermaes (2002) samengevat en mijn observaties vermeld. Concluderend wil nog enkele slotoverwegingen toevoegen. Ik denk dat men in het Nederlands én in het Tsjechisch in sommige communicatieve situaties twijfelt over het juiste gebruik van aanspreekvormen. Dit heeft volgens mij te maken met de voortdurende verandering waaraan taal als fenomeen altijd onderhevig is; soms bevindt men zich nu eenmaal ergens in het midden en heerst er daarom onzekerheid. Verder ga ik akkoord met wat Zalk & Jansen (2004: 15) zeggen, i.e. dat de sociale verhoudingen gedurende iemands leven 11 In beide voorbeelden heb ik de aanspreekvormen onderstreept en in vet gezet [ao]. 17

22 veranderen. Daarenboven moeten we beseffen dat niet alleen het gebruik van aanspreekvormen van belang is maar ook de waardering daarvan. Om andermaal Zalk & Jansen te citeren: Hebben we allemaal niet de ervaring dat je uitspraak van de [ij] ongeveer hetzelfde is gebleven naarmate je ouder wordt, maar dat je waardering van de aanspreekvormen waarmee mensen je toespreken, drastisch verandert? Van trots op het feit dat je al u wordt genoemd, via trots op het feit dat je nog je wordt genoemd, tot de uiteindelijke berusting in u. (Zalk&Jansen 15) De studie van Zalk & Jansen (2004: 15) naar de waardering van de aanspreekvormen in een persuasieve webtekst (1, 13) wijst er namelijk op dat ouderen je waarderen ( Ze zeggen nog je tegen me ) maar jongeren daarentegen u op prijs stellen. Nog een ander onderzoek (Jansen & Janssen 2005: 2) toonde aan dat een tekst, die door lezers van alle leeftijden als interessant wordt gezien, nog beter wordt ontvangen als de lezer met u aangesproken wordt. Als ze daarentegen getutoyeerd worden, blijkt dat een dempend effect te hebben. Ik sluit me dan ook bij de mening aan dat in het onderzoek naar aanspreekvormen age grading zeker een rol moet gaan spelen (Zalk&Jansen 15). Als besluit wil ik zeggen dat het mijns inziens voor de Tsjechische student zeer belangrijk is om over het gebruik van de Nederlandse aanspreekvormen geïnformeerd te worden. Zo kan men voorkomen dat de woordjes u, je en ge minstens in Vlaanderen voor verbazing zorgen. Het overkwam mij in Vlaanderen namelijk vaak dat iemand mij binnen één gesprek met alle drie de vormen aansprak, net zoals ik ook in de voorbeelden hierboven liet zien. Ik heb zelf het gebruik daarvan pas na twee of drie maanden verblijf in Vlaanderen tenminste gedeeltelijk begrepen en ermee leren omgaan. Als niet-vlaamse gebruikte ik het gij/ge nooit en het is moeilijk om te voorspellen of ik na langere tijd minstens in enkele situaties het ook zou (moeten) beginnen te zeggen. Deze vraag laat ik dus open staan. Kortom, het is volgens mij niets ongewoons dat een student Nederlands af en toe onzeker is over het juiste gebruik van aanspreekvormen in bepaalde situaties. Ik pleit er dan ook voor dat docenten Nederlands als vreemde taal deze onzekerheid als een gewoon fenomeen presenteren Tsjechische aanspreekvormen Deze paragraaf wil ik met een korte overweging beginnen. Iemand die het Tsjechisch als vreemde taal studeert en vanuit zijn of haar moedertaal vertrouwd is met het T/Vsysteem, lijkt op het eerste gezicht in een onvergelijkbaar betere positie te verkeren dan iemand in wiens taal en ook cultuur dit niet het geval is. Een mooie illustratie is het 18

23 verhaal van een Amerikaan die naar Tsjechië is verhuisd. Pas in Tsjechië constateerde hij dat hij het gebruik van en het verschil tussen de T- en V-vormen eigenlijk nooit echt had begrepen, ook al had hij al over het taalfenomeen gehoord in de lessen Frans op de Amerikaanse middelbare school 12. Laten we nu echter de Engelstaligen, maar ook sprekers van de Slavische talen, achterwege. Zijn de Nederlandstalige studenten Tsjechisch vatbaar voor problemen met het gebruik van de Tsjechische aanspreekvormen? Wat de Vlaamse studenten Tsjechisch betreft, heb ik uit eigen contact met sommigen geconcludeerd dat hoewel het Nederlands een taal met een T/V-systeem is, dat dat niet noodzakelijk inhoudt dat er geen moeilijkheden bij het gebruik van de Tsjechische aanspreekvormen ty en vy kunnen onstaan. Een voorbeeld daarvan is wanneer een Vlaming onder de invloed van de genoemde je/u combinatie (zie supra) deze ook in het Tsjechisch al dan niet onbewust probeert toe te passen. Een tweede voorbeeld heeft te maken met de student-docent relatie op de hogeschool of universiteit. Ik heb gemerkt dat leerkrachten in Vlaanderen met u worden aangesproken maar ze zelf tegen studenten je zeggen. Wat Nederland betreft, heeft het onderzoek van Vermaes aangetoond dat steeds meer studenten je tegen docenten zeggen. In Tsjechië heerst weer een andere gewoonte. Hierbij moet ik echter zeggen dat aangezien er geen gelijksoortig onderzoek naar aanspreekvormen in Tsjechië werd uitgevoerd, ik voorlopig alleen kan beweren dat in de relatie student-docent het wederzijdse vy gebruikt wordt, althans in het hoger onderwijs. Zeer gangbaar op de middelbare school en universiteit is het gebruik van vy tegen een student in combinatie met de voornaam. Mijn bewering wordt door Hirschová (2006a: 178) en Švehlová (1995: 80) ondersteund 13. Verder in deze paragraaf zal ik dus je en u als geen vaste equivalenten van ty en vy beschouwen. Hieronder volgt een overzicht van de bestaande Tsjechische aanspreekvormen. Ik heb ze ook in een tabel geplaatst en zoals bij het Nederlands heb ik voor de volledigheid eveneens de naamvallen en getallen vermeld. Aan de Tsjechische naamvallen van genitief tot en met instrumentalis heb ik ook nog voorbeeldzinnen toegevoegd (cf. Carbucicchio 2008: 12-14) Bron: Nicholas, Sinclair. Vykání a tykání. The AmeriCzech Dream: Cizinec v cizí zemi. Vertaald naar het Tsjechisch door Zbyněk Gross. WD Publications: pp N.B. Volgens Hirschová wordt dit soort aanspreking ook voor jongere werknemers gebruikt (2006a: 178). Švehlová (1995: 80) voegt nog toe dat de motivatie voor dit soort aanspreking is zowel emotioneel als manipulatief. 14 Op de voorbeeldzin in de accusatief na geef ik eigen voorbeelden [ao]. 19

24 subject/ nominatief andere naamvalllen enkelvoud ty, vy gen. tebe/tě, vás dat. tobě/ti, vám acc. tebe/tě, vás voc. ty! vy! loc. (o) tobě, vás instr. (s) tebou, vámi meervoud vy gen. vás dat. vám ak. vás voc. vy! loc. (o) vás instr. (s) vámi voorbeeldzin Bez tebe/vás. Jdu k tobě/vám. Vidím tě/vás. Ty(Vy), pokračuj(te)! Píšu o tobě/vás. Je s tebou/vámi? Bez vás. Jdu k vám. Vidím vás. Vy, pokračujte! Píšu o vás. Je s vámi? Nederlandse vertaling Zonder je/jou/u. Ik ga naar je/jou/u. Ik zie je/jou/u. Jij, loop door/ Loopt u door! Ik schrijf over je/jou/u. Is hij met je/jou/u? Zonder u/jullie. Ik ga naar u/jullie. Ik zie u/jullie. Jullie, loop door/doorlopen!//loopt u door! Ik schrijf over jullie/u. Is hij met jullie/u? Tabel 2: Aanspreekvormen in het moderne Tsjechisch Net zoals in het Nederlands kenden de aanspreekvormen in het Tsjechisch een lange ontwikkeling. Deze werd beschreven door Michael Betsch in zijn Engelstalige artikel The system of Czech bound address forms until 1700 (2003: ). Net zoals in het Nederlands bestond er in het Tsjechisch aanvankelijk alleen maar een enkel pronomen: tot en met de dertiende eeuw werd tegen iedereen ty gezegd. In de navolgende eeuwen werden echter twee nieuwe manieren van aanspreken ingevoerd: (1) de eerste was een combinatie van een abstract substantief en een possessief pronomen (2) de tweede was het gebruik van de meervoudige vorm van het pronomen ty, dus vy. Hierdoor werd respect tegen de andere uitgedrukt. Het meest voorkomende abstracte substantief was Milost: men zei dus Tvá Milost ( Jouw Genade ) en gebruikte werkwoorden in de derde persoon. Vanaf de zestiende eeuw werd een Duitste aanspreking Herr overgenomen: pán. Soms mengde het meervoudige pronomen met de abstracte substantieven. Daardoor is de aanspreekvorm Vaše Milost onstaan ( Jullie Genade ) die later tot Vašnost afgekort werd (Vaše Milost) (Betsch 141). Kortom, op het begin van de zeventiede eeuw was het Tsjechisch rijk aan aanspreekvormen van respect. Men kon gebruiken óf T in het meervoud (vy) óf een nominale aanspreking samen met werkwoorden in de derde persoon. Daarna is het gebruik van pán echter langzamerhand gaan dalen ten voordele van het persoonlijk 20

25 pronomen on. Tegelijkertijd ging men steeds minder Vaše Milost/Vašnost zeggen en gebruikte bij analogie in plaats daarvan het persoonlijk pronomen oni. In dat opzicht (on/oni voor respect) leek het systeem van Tsjechische aanspreekvormen in de achttiende eeuw sterk op dat van het Duits. Na de periode van de Tsjechische nationale wedergeboorte in de negentiende eeuw werd het meervoudige T voor respect/afstand echter weer gehaald. Aanspreekvormen on en oni zijn dan ook substandaard geworden (Betsch 142). Uit de vergelijking van Tabel 1 en 2 blijkt dat zowel T als V in het Tsjechisch hetzelfde meervoud hebben. Anders geformuleerd, men creëert de V-vorm in het Tsjechisch net zoals in het Latijn, dat wil zeggen aan de hand van het meervoudige T-pronomen. Wat het Nederlands betreft, hebben we in Tabel 1 gezien dat het Nederlands daarentegen dezelfde grammaticale vorm heeft voor het V-pronomen enkelvoud en T-pronomen meervoud, maar dit slechts bij de pronomina u en gij/ge. Het meervoud van de T- pronomen jij/je is dan wel jullie. We moeten er echter rekening mee houden dat V zich in het Tsjechisch grammaticaal niet volledig als het meervoud gedraagt. Dit is het gemakkelijkst te zien aan de morfosyntactische werkwoordsvalentie. In de volgende werkwoordswijzen en tijden kunnen we grammaticaal gezien niet afleiden of de spreker een enkele persoon vousvoyeert (V in het enkelvoud), meerdere personen vousvoyeert (V in het meervoud) of met meerdere personen vertrouwd spreekt (T in het meervoud): de imperatief (de gebiedende wijs), de indicatief presens (de aantonende wijs in de onvoltooid tegenwoordige tijd) en de indicatief futurum (de aantonende wijs in de onvoltooid toekomende tijd die in het Tsjechisch alleen maar voor de imperfectieve werkwoorden van pas is 15 ) (Carbucicchio 23). Een voorbeeld daarvan is de zin Vidím vás uit Tabel 2. In andere soorten werkwoordsvalentie daarentegen treffen we wel een grammaticaal onderscheid aan tussen V in het enkelvoud, V in het meervoud en T in het meervoud, zoals in het preteritum (wat gelijk staat met de Nederlandse voltooid tegenwoordige tijd én de onvoltooid verleden tijd). Panevová (2009: 102) noemt deze problematiek hybridnost ( hybridisatie ). Ter illustratie neem ik haar voorbeeld met het werkwoord rozumět. Als we iemand in het preteritum V zeggen, gedraagt het werkwoord zich als volgt: het subject staat in het enkelvoud (V-vorm vy), het hulpwerkwoord in het 15 bron: Základy české morfologie: Základní teze, terminologie a kategorie tématu, [auteur niet vermeld]. Cursus voor universitaire studenten. České Budějovice: Jihočeská univerzita, Pedagogická fakulta, Katedra českého jazyka a literatury, [jaar uitgave niet vermeld]. p. 56. Geraadpleegd via eamos Systeem Online Publicaties op 11 september < 21

26 meervoud (jste) terwijl het verleden deelwoord weer in het enkelvoud staat (rozuměl: vy jste rozuměl) (cf. ook Berger 2002: 192). Zoals we nu hebben gezien, is V in het Tsjechisch niet alleen een veelvuldig gebruikte aanspreekvorm maar ook een grammaticaal verschijnsel. Verrassend genoeg neemt deze aanspreekvorm echter in de Tsjechische grammatica s maar een marginale positie in (Panevová 2009: 102). Panenová is van mening dat dit werkwoordsparadigma daaraan wel toegevoegd moet worden. Wat betreft de kwestie van meervoud laat ze de vraag open staan of V in het meervoud als homoniem met het meervoudige T gezien moet worden of men constateren moet dat de eerbiedige betekenis in het meervoud nu eenmaal vervaagt (106). Wat leren we uit de Tsjechische bronnen over het gebruik van aanspreekvormen in het Tsjechisch? Het antwoord is dat de derde persoon volledig verdwenen is uit de omgang (zie supra) 16 en het Tsjechisch nu gekenmerkt is door de binaire opositie van vertrouwde T-vorm ty en de afstandelijke/niet-vertrouwde V-vorm vy (Berger 2002: 192; Panevová 2009: 102; Příruční mluvnice češtiny 1995: 678). Carbucicchio (2008: 20-21) behandelt T als dé aanspreekvorm van de solidariteit en zegt, in referentie naar naar R. Brown en A. Gilman (1960), dat de dimensie van de solidariteit vandaag de dag domineert boven de machtssemantiek (cf. 2.4). Hij is van mening dat dat meer precies het geval is wanneer er tussen de sprekers een behoefte ontstaat om tot dezelfde maatschappelijke groep te behoren, of de samenhorigheid te bevestigen. Dat betreft vooral de leeftijd (jonge mensen) of de lidmaatschap van sommige vrijetijdsverenigingen of school. Daar kan soms meteen T (al dan niet expliciet) aangeboden worden. Om dezelfde reden gaat nu men soms gemakkelijk tot T over ook op de werkvloer. Marek Nekula niettenmin toevoegt dat in de geïnstitutionaliseerde domein V nog steeds gebruikt wordt (gecit. in Carbuciccho 21). Samenvattend lijkt het vooral de factor van bekendheid in het Tsjechisch de grootste rol te spelen (ibid.). Met andere woorden, als iemand onbekend is, is de aanvankelijke aanspreekvorm altijd V, op enkele uitzonderingen na. 2.5 Vocatieven Het tweede aspect van communicatie waarin sociale deixis zich manifesteert, zijn namen en andere nominale aanspreekvormen. Ik was op zoek naar een overkoepelende 16 De derde persoon wordt slechts aangetroffen in anekdoten over joden in combinatie met de nominatieve vorm van de achternaam (zie Válková 2004: 62). Voor een gedetailleerd overzicht van de historische ontwikkeling van de Tsjechische aanspreekvormen raad Berger (2002: 192) het volgende werk aan: Betsch, Michael. Diskontinuität und Tradition im System der tschechischen Anredepronomina ( ). Műnchen: Otto Sagner,

Spoor je leerlingen dus aan om een verzorgde taal te hanteren tijdens en buiten de lessen. Je maakt hen enkel sterker!

Spoor je leerlingen dus aan om een verzorgde taal te hanteren tijdens en buiten de lessen. Je maakt hen enkel sterker! Jongeren en chattaal geen probleem, standaardtaal is ook een must in ons systeem! September Aandacht voor Standaardnederlands Taal verbindt en maakt van een groep mensen een samenleving. Een rijke taal

Nadere informatie

Veranderingen. in de. Nederlandse aanspreekvormen

Veranderingen. in de. Nederlandse aanspreekvormen Veranderingen in de Nederlandse aanspreekvormen van de dertiende t/m de twintigste eeuw Published by LOT phone: + 31 30 253 6006 Trans 10 fax: + 31 30 253 6000 3512 JK Utrecht e-mail: lot@let.uu.nl The

Nadere informatie

ALGEMEEN. Doel & inhoud. Evaluatie

ALGEMEEN. Doel & inhoud. Evaluatie NI04_02 Komunikace v obchodním styku a v zaměstnání Sofie Royeaerd Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Arna Nováka 1 602 00 Brno CZ sofie.royeaerd@gmail.com ALGEMEEN Doel & inhoud In deze

Nadere informatie

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam. Formeel en informeel Tijdens je stage praat je veel met mensen. Soms is het een officieel gesprek, soms een gezellig praatje met een collega. Dit noem je formele en informele gesprekken. Formeel betekent

Nadere informatie

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht [Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Agrammatische Broca-afasie wordt meestal veroorzaakt door een hersenbeschadiging in (de omgeving) van het gebied van Broca (Brodmann s areas 44 en 45). Hierdoor krijgt de patiënt

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

Feedback is een mededeling aan iemand die hem informatie geeft over hoe zijn gedrag wordt waargenomen, begrepen en ervaren.

Feedback is een mededeling aan iemand die hem informatie geeft over hoe zijn gedrag wordt waargenomen, begrepen en ervaren. FEEDBACK WAT IS FEEDBACK EIGENLIJK? Feedback is een mededeling aan iemand die hem informatie geeft over hoe zijn gedrag wordt waargenomen, begrepen en ervaren. Hiermee is feedback een belangrijk middel

Nadere informatie

9 Communicatie-tools. voor meer liefde, meer verbondenheid, meer intimiteit & betere communicatie

9 Communicatie-tools. voor meer liefde, meer verbondenheid, meer intimiteit & betere communicatie 9 Communicatie-tools voor meer liefde, meer verbondenheid, meer intimiteit & betere communicatie Maar één persoon Je hebt maar een persoon nodig om nieuwe ervaringen te introduceren VOORWOORD Geen enkel

Nadere informatie

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen Leesbegrippen Groep 5 1. alinea (7)* 2. anekdote (2) 3. bedoeling van de schrijver (3) 4. boodschap overbrengen (1) 5. bronvermelding (2) 6. conclusie (1) 7. de bedoeling van de schrijver (2) 8. de clou

Nadere informatie

EEN ZAKELIJKE BRIEF SCHRIJVEN NEDERLANDS

EEN ZAKELIJKE BRIEF SCHRIJVEN NEDERLANDS EEN ZAKELIJKE BRIEF SCHRIJVEN NEDERLANDS 0 WAAROM BELANGRIJK? Wanneer moet je een zakelijke brief schrijven? Best vaak. De zakelijke brief wordt veel gebruikt. Vooral als je iets wilt (organiseren) of

Nadere informatie

Eisen en lay-out van het PWS

Eisen en lay-out van het PWS Eisen en lay-out van het PWS INHOUD EN OPZET VAN HET PROFIELWERKSTUK In het navolgende komen achtereenvolgens aan bod: de titelpagina, de inhoudsopgave, de inleiding, de hoofdtekst, de samenvatting, de

Nadere informatie

Doel van Bijbelstudie

Doel van Bijbelstudie Bijbelstudie Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het

Nadere informatie

Adviezen in een hulpverlenend gesprek: zegen of vloek? Door: Johan Clarysse, stafmedewerker Tele-Onthaal West-Vlaanderen

Adviezen in een hulpverlenend gesprek: zegen of vloek? Door: Johan Clarysse, stafmedewerker Tele-Onthaal West-Vlaanderen Adviezen in een hulpverlenend gesprek: zegen of vloek? Door: Johan Clarysse, stafmedewerker Tele-Onthaal West-Vlaanderen Adviezen in een hulpverlenend gesprek: zegen of vloek? 1 Advies is vaak iets anders

Nadere informatie

Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven

Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven Situatie John volgt een opleiding coaching. Hij wil dat vak dolgraag leren. Beschikt ook over de nodige bagage in het begeleiden van mensen, maar

Nadere informatie

Scriptie over Personal Branding en Netwerking

Scriptie over Personal Branding en Netwerking Scriptie over Personal Branding en Netwerking 1e versie - 16 november 2012 Jana Vandromme Promotor: Hannelore Van Den Abeele 1. Inhoudstafel 1. Inhoudstafel 2. Onderzoeksvragen 2.1 Onderzoeksvraag 1 2.2

Nadere informatie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman Compassie leven 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman Inhoudsopgave Voorwoord Wekelijkse inspiraties 01 Geweld in de taal? Wie, ik?

Nadere informatie

Deel ; Conclusie. Handleiding scripties

Deel ; Conclusie. Handleiding scripties Deel ; Conclusie Als je klaar bent met het analyseren van de onderzoeksresultaten, kun je beginnen met het opstellen van de conclusie(s), de eventuele discussie en het eventuele advies. In dit deel ga

Nadere informatie

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Leraar: Dag Jef. Jef: Dag mevrouw. Hoe gaat het met u? Leraar: Goed, dank je. En met jou? Jef: Ook goed. ----------- Mark: Hallo

Nadere informatie

MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding

MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN 1 Inleiding 1.1 In Nederland wordt in de praktijk door ondernemingen veel gebruik gemaakt van algemene voorwaarden ( AV ). Hoewel het gebruik van AV over het algemeen als

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

HET WERKWOORD : DE TIJDEN

HET WERKWOORD : DE TIJDEN HET WERKWOORD : DE TIJDEN 1. De vervoeging of conjugatie Er bestaan fundamenteel 8 tijden in het Nederlands. En het is zeker de moeite waard om de gangbare termen in het Nederlands te kennen, gewoon omdat

Nadere informatie

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar Gemeente van de Heer Jezus Christus, Jongeren, ouderen, kinderen van God, Zoals ik voor de lezing al gezegd heb; het gaat vanmorgen niet over trouwen of getrouwd zijn, dat is alleen een voorbeeld verhaal.

Nadere informatie

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Samenvatting Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Negen casestudies naar de verwerving van het Engels, Duits en Zweeds door volwassen moedertaalsprekers

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

Zondag 19 januari 2014. Viering in de Week van Gebed. voor de eenheid van de christenen. Paulusgemeenschap en. Protestantse Gemeente de Eshof

Zondag 19 januari 2014. Viering in de Week van Gebed. voor de eenheid van de christenen. Paulusgemeenschap en. Protestantse Gemeente de Eshof Zondag 19 januari 2014 Viering in de Week van Gebed voor de eenheid van de christenen Paulusgemeenschap en Protestantse Gemeente de Eshof Hoevelaken Thema: Is Christus dan verdeeld? (1 Kor. 1,13) 1 / 7

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Inleiding

1 Inleiding. 1.1 Inleiding 1 Inleiding 1.1 Inleiding Huisartsen en patiënten voeren dagelijks gesprekken met elkaar zowel in spreekkamers van huisartspraktijken als bij patiënten thuis. Het werk van de huisarts bestaat, naast het

Nadere informatie

EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT

EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT Monitoraat op maat Academisch Nederlands 1 EEN E MAIL STUREN NAAR EEN DOCENT De communicatie tussen een student en een docent verloopt vaak per e mail. Een groot voordeel van het medium is namelijk de

Nadere informatie

Leren parafraseren & synthetiseren

Leren parafraseren & synthetiseren Leren parafraseren & synthetiseren Inhoud 1. Standpunt / conclusie (vs) argumenten / onderzoek 2. Een samenhangend betoog schrijven 3. Verwijzen naar andere auteurs 4. Taal in wetenschappelijke teksten

Nadere informatie

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Hieronder vindt u de leerplandoelen taalbeschouwing die we met onze evaluatie in kaart willen brengen. Ze staan in dezelfde volgorde

Nadere informatie

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo WERKVORMEN MAGAZIJN Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo Voorwoord Voor u heeft u Thema boekje 1 Wat is netwerken? Dit themaboekje is een onderdeel van de lessenserie Netwerken.

Nadere informatie

Februari 2012 Workshop Eviont

Februari 2012 Workshop Eviont Het Brein heeft een doel nodig! Februari 2012 Workshop Eviont Het Brein heeft een doel nodig! Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE...2 LEESWIJZER...3 INLEIDING...4 STAP 1: HET KADER...5 STAP 2: STATE, GEDRAG EN

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Modelen WWW.CPS.NL Contactgegevens Willem Rosier w.rosier@cps.nl 06 55 898 653 Hoe ziet het modelen er in de 21 ste eeuw uit? Is flipping the classroom dan

Nadere informatie

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 24 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 24 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2016 tijdvak 1 dinsdag 24 mei 9.00-12.00 uur Grieks Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen en een vertaalopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen.

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari keer beoordeeld. Nederlands. Nederlands Proefwerk Schrijven H.3.

Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari keer beoordeeld. Nederlands. Nederlands Proefwerk Schrijven H.3. Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari 2011 6 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op niveau Nederlands Proefwerk Schrijven H.3. 1. Omgaan met informatie. 1.1 Een onderwerp kiezen.

Nadere informatie

Wie is er nou blind? Het evangelie naar Johannes 9:1-41 22-9-2015

Wie is er nou blind? Het evangelie naar Johannes 9:1-41 22-9-2015 Wie is er nou blind? Het evangelie naar Johannes 9:1-41 1 Inleiding (1) Schrijver: Johannes, discipel en apostel (noemt zichzelf: de discipel van wie Jezus hield) Doel (Joh 20:31): dat je gelooft dat Jezus

Nadere informatie

Taalverandering. 19. Taalverandering. Opdracht 19.1

Taalverandering. 19. Taalverandering. Opdracht 19.1 19. Taalverandering Opdracht 19.1 Vraag: Noem twee voorbeelden van varianten in het Nederlands (of in een andere taal) die steeds meer gebruikt lijken te gaan worden. Geef een lexicale en een andere variant.

Nadere informatie

HC zd. 42 nr. 31. dia 1

HC zd. 42 nr. 31. dia 1 HC zd. 42 nr. 31 weinig mensen zullen zeggen dat ze leven voor het geld geld maakt niet gelukkig toch zeggen we er graag achteraan: wel handig als je het hebt want waar leef ik voor? een christen mag zeggen:

Nadere informatie

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in language. A typological study Sterre Leufkens Een taal kun je zien als een verzameling vormen (woorden, zinnen, klanken, regels),

Nadere informatie

Eisen Nederlands, vormgeving, APA. Pagina 1 van 10. Eisen Nederlands, vormgeving en bronvermelding AMA

Eisen Nederlands, vormgeving, APA. Pagina 1 van 10. Eisen Nederlands, vormgeving en bronvermelding AMA Pagina 1 van 10 Eisen Nederlands, vormgeving en bronvermelding AMA Versie: 8 juni 2015 Pagina 2 van 10 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Eisen Nederlands 3 Eisen vormgeving 4 Eisen bronvermelding 5 Procedure

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN Blijf kalm; Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt; Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is; Leg uit waarom je belt; Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe

Nadere informatie

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament Beknopte grammatica voor de cursus Grieks van het Nieuwe Testament versie 1.0 Menno Haaijman scripture4all.org Tijdens de try-out voor de cursus bleek dat veel, zo niet alle, toehoorders de Nederlandse

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

Voorwoord Met oprechte blijdschap schrijf ik het voorwoord voor dit boek. Ik ken Henk Rothuizen al vele jaren en heb hem zien opgroeien tot een man van God, met een bediening die verder reikt dan zijn

Nadere informatie

Module 3. Hoe gebruik ik informatie op een correcte manier? www.thomasmore.be/bibliotheek

Module 3. Hoe gebruik ik informatie op een correcte manier? www.thomasmore.be/bibliotheek www.thomasmore.be/bibliotheek Module 3 Hoe gebruik ik informatie op een correcte manier? Gebaseerd op de tutorials informatievaardigheden van Bibliotheek Letteren - K.U.Leuven Hoe gebruik ik informatie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 Rapport Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen Venlo tot het moment van indienen van de klacht bij de Nationale

Nadere informatie

We moeten vreemde woorden uit het Nederlands te weren

We moeten vreemde woorden uit het Nederlands te weren We moeten vreemde woorden uit het Nederlands te weren Deze meningsuiting is een beetje moeilijk te behandelen. Volgens mij het gebruik van het woord "weren" sterk is. WV Maar volgens de auteur van dit

Nadere informatie

> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE

> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE TAALWERKBLAD PARTICIPATIE aanpak coach cultuur deelnemen doel eigenschappen heden integreren kwaliteiten meedoen mentor nu plan samenleving toekomst vaardigheden verleden verwachtingen wensen DE WERKWOORDSTIJDEN

Nadere informatie

Attitudes en gedrag i.v.m. de professionele rollen van leraren in opleiding. Opdrachtenbundel

Attitudes en gedrag i.v.m. de professionele rollen van leraren in opleiding. Opdrachtenbundel Attitudes en gedrag i.v.m. de professionele rollen van leraren in opleiding Opdrachtenbundel Oefening 1: Oudercontact 1. Thema van de oefening Ouderavond. 2. Type oefening Individueel werk. 3. Opgave Algemene

Nadere informatie

1 Korintiërs 12 : 27. dia 1

1 Korintiërs 12 : 27. dia 1 1 Korintiërs 12 : 27 kerk in deze (21 e ) eeuw een lastige combinatie? want juist in deze tijd hoor je veel mensen zeggen: ik geloof wel in God maar niet in de kerk kerk zijn lijkt niet meer van deze tijd

Nadere informatie

Enquête: De spirituele dimensie in de palliatieve zorg

Enquête: De spirituele dimensie in de palliatieve zorg BIJLAGE 2 : ENQUÊTE Enquête: De spirituele dimensie in de palliatieve zorg Deel 1 : Persoonskenmerken Vooraleer we effectief met de vragen beginnen, had ik graag wat gegevens over u zelf vernomen : 1.

Nadere informatie

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Soorten vragen, vraagwoorden, signaal- en sleutelwoorden Schema 1 Soorten vragen Open vraag

Nadere informatie

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010 1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan

Nadere informatie

Onderzoek: Studiekeuze

Onderzoek: Studiekeuze Onderzoek: Studiekeuze Publicatiedatum: 31-01- 2014 Over dit onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 29 t/m 31 januari 2014, deden 712 scholieren en 1064 studenten mee. De uitslag van de peiling

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis

Nadere informatie

pagina 2 van 5 Laten we maar weer eens een willekeurige groep voorwerpen nemen. Er bestaan bijvoorbeeld -- om maar iets te noemen -- allerlei verschil

pagina 2 van 5 Laten we maar weer eens een willekeurige groep voorwerpen nemen. Er bestaan bijvoorbeeld -- om maar iets te noemen -- allerlei verschil pagina 1 van 5 Home > Bronteksten > Plato, Over kunst Vert. Gerard Koolschijn. Plato, Constitutie (Politeia), Amsterdam: 1995. 245-249. (Socrates) Nu we [...] de verschillende elementen van de menselijke

Nadere informatie

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst.

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst. Nederlands Leesvaardigheid Leesstrategieën Oriënterend lezen Globaal lezen Intensief lezen Zoekend lezen Kritisch lezen Studerend lezen Om het onderwerp vast te stellen en te bepalen of de tekst bruikbaar

Nadere informatie

Doel A bestaat uit vier inhoudelijke elementen waar we bij stil zullen staan in deze studie:

Doel A bestaat uit vier inhoudelijke elementen waar we bij stil zullen staan in deze studie: Doel A: Geboren in het Koninkrijk : studenten zowel kerkelijk als niet-kerkelijk komen tot persoonlijke geloofsovergave aan Jezus en leren dit proces voor zichzelf verwoorden. Doel A bestaat uit vier inhoudelijke

Nadere informatie

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Vooraf De syntheseproef bestaat uit een aantal onderdelen. 1. Schriftelijke taalvaardigheid Het verslag dat je maakte van de aidsgetuigenis van Kristof

Nadere informatie

Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie

Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie 2.1 Kernboodschap De kernboodschap is dat Engelstalige advertenties slechter worden gewaardeerd, maar beter worden onthouden dan hun Nederlandstalige

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

In de loop van de vele jaren dat ik in mijn bediening sta, constateerde

In de loop van de vele jaren dat ik in mijn bediening sta, constateerde INHOUDSOPGAVE Inleiding................................................... 5 1. Jezus en de doop........................................ 7 2. Het werk van de Heilige Geest.......................... 11

Nadere informatie

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Stel dat dat (te grote wonder) gebeurt, ik betwijfel of dat zal gebeuren, maar stel je voor dat, wat zou je dan doen dat je nu niet doet? (p36)

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: waarden, normen en. instituties

Hoofdstuk 6: waarden, normen en. instituties Hoofdstuk 6: waarden, normen en Begrippen hoofdstuk 6: Normen Sancties Socialisatie Waarden Belangen Instituties Anticiperen Internalisatie Vertraging instituties vervolg Taboe Folkways en mores Universals

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

wat is passend? naar aanleiding van Paulus brief aan de Kolossenzen wil ik dat uitwerken voor 4 categorieën vier kringen

wat is passend? naar aanleiding van Paulus brief aan de Kolossenzen wil ik dat uitwerken voor 4 categorieën vier kringen vandaag wil ik dit gebod toepassen op het geloofsgesprek onderwerp van de gemeenteavond komende week onze overtuiging is dat zulke gesprekken hard nodig zijn voor de opbouw van onze gemeente tegelijk is

Nadere informatie

Visual Storytelling Analyse van een Infographic. Het Frisia-Nederland conflict

Visual Storytelling Analyse van een Infographic. Het Frisia-Nederland conflict Visual Storytelling Analyse van een Infographic Het Frisia-Nederland conflict Student: Yannick van Hierden Id-code : 1609791 E-mail : Yannickvanhierden@student.hu.nl Docent: Gerard Smit Minor: Editorial

Nadere informatie

Mijn dochter; boulimia en borderline

Mijn dochter; boulimia en borderline Mijn dochter; boulimia en borderline Mijn dochter; boulimia en borderline E.M. van der Linden Schrijver: E.M. van der Linden Coverontwerp: via Brave New Books ISBN: 9789402130331 E.M. van der Linden Dit

Nadere informatie

Handboek gedragscodes voor leerkrachten, directie en ouders van Openbaar Onderwijs Alblasserdam

Handboek gedragscodes voor leerkrachten, directie en ouders van Openbaar Onderwijs Alblasserdam 1 Handboek gedragscodes voor leerkrachten, directie en ouders van Openbaar Onderwijs Alblasserdam Doel We vinden het belangrijk om een gedragscode voor leerkrachten, ouders en directie op te stellen, waarin

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

VOORWOORD. René van Royen

VOORWOORD. René van Royen VOORWOORD Priscianus was een knappe man. Toen Rome lang geleden nog een rijk was, leerde hij de kinderen in zijn klas Latijn. Hij gaf dus les, maar wat hij in de klas vertelde schreef hij ook op. Zo ontstond

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Voorbereiding op de studiekeuzecheck 1. Lees aandachtig het meegezonden artikel. 2. Maak hiervan een samenvatting van 10 regels. 3.

Voorbereiding op de studiekeuzecheck 1. Lees aandachtig het meegezonden artikel. 2. Maak hiervan een samenvatting van 10 regels. 3. Welkom Voorbereiding op de studiekeuzecheck 1. Lees aandachtig het meegezonden artikel. 2. Maak hiervan een samenvatting van 10 regels. 3. Onderstreep de woorden waarvan je de betekenis niet weet en zoek

Nadere informatie

BIJBELSTUDIES VOOR JONGE GELOVIGEN LES 1. Les 1 - De oorsprong van de Bijbel. In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling

BIJBELSTUDIES VOOR JONGE GELOVIGEN LES 1. Les 1 - De oorsprong van de Bijbel. In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling BIJBELSTUDIES VOOR JONGE GELOVIGEN LES 1 Les 1 - De oorsprong van de Bijbel In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Deze bijbelstudies zijn vooral bedoeld voor jongeren van 11

Nadere informatie

Tekststudio Schrijven en Schrappen 06-13 59 30 44 www.schrijven-en-schrappen.nl - lotty@schrijven-en-schrappen.nl -

Tekststudio Schrijven en Schrappen 06-13 59 30 44 www.schrijven-en-schrappen.nl - lotty@schrijven-en-schrappen.nl - Graag zou ik je bij dezen iets vertellen betreffende onnodig moeilijk taalgebruik dat geregeld wordt gebezigd. Alhoewel de meeste mensen weten dat ze gerust in spreektaal mogen schrijven, gebruiken ze

Nadere informatie

Masarykova univerzita Filozofická fakulta. Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky. Nizozemský jazyk a literatura

Masarykova univerzita Filozofická fakulta. Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky. Nizozemský jazyk a literatura Masarykova univerzita Filozofická fakulta Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Nizozemský jazyk a literatura Bc. Terézia Orviská Wat wilt ge nu eigenlijk zeggen? Aanspreekvormen in Nederlandse

Nadere informatie

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid History Christiane Simone Stadie Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid Herinneringen van mijne academiereis in 1843 (Abraham Des Amorie van der Hoeven Jr.) Seminar paper Christiane

Nadere informatie

Test: Je ouders als studie oriëntatiecoach

Test: Je ouders als studie oriëntatiecoach Test: Je ouders als studie oriëntatiecoach Je ouders kunnen perfecte last minute studie oriëntatiecoaches zijn, maar weten ze eigenlijk wel wat je dromen en ambities zijn? En omgekeerd: weet jij hoe jouw

Nadere informatie

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE Naam: Klas: Bedrijf: Stageperiode: Maak een inhoudsopgave zoals hieronder is afgebeeld. Indien nodig je eigen onderdelen tussen voegen en uiteindelijk de inhoudsopgave

Nadere informatie

Meerwaarde voor onderwijs. De Pijlers en de Plus van FLOT

Meerwaarde voor onderwijs. De Pijlers en de Plus van FLOT Meerwaarde voor onderwijs De Pijlers en de Plus van FLOT De vijf Pijlers: Cruciale factoren voor goed leraarschap Wat maakt een leraar tot een goede leraar? Het antwoord op deze vraag is niet objectief

Nadere informatie

Minicursus Verbindend Communiceren. Geschreven door: Jan van Koert

Minicursus Verbindend Communiceren. Geschreven door: Jan van Koert Minicursus Verbindend Communiceren Geschreven door: Jan van Koert Geweldloze communicatie is een wijze van communiceren die leidt tot gehoord en verstaan worden. Met helderheid, zonder beschuldigen en

Nadere informatie

NOOIT GENOEG DE KWETSBAARHEID VAN

NOOIT GENOEG DE KWETSBAARHEID VAN TEKST: Annick Geets DE KWETSBAARHEID VAN NOOIT GENOEG Kwetsbaarheid is niet een kwestie van winnen of verliezen, maar een kwestie van inzien en accepteren dat beide bij het leven horen. Een kwestie van

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen

Rijksuniversiteit Groningen De adolescentiefase: over puberen, hersenontwikkeling, studiekeuze, risicogedrag en de relatie met ouders. Dr. Saskia Kunnen i.s.m. Dr. Anna Lichtwarck-Aschoff Afdeling Ontwikkelingspsychologie Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Dit is een digitale voorbeeldversie van de opdrachten voor de leerlingen. Mail naar kiesvaardig@lerenkiezen.nl voor de originele versie.

Dit is een digitale voorbeeldversie van de opdrachten voor de leerlingen. Mail naar kiesvaardig@lerenkiezen.nl voor de originele versie. Dit is een digitale voorbeeldversie van de opdrachten voor de leerlingen. Mail naar kiesvaardig@lerenkiezen.nl voor de originele versie. Via dit mailadres kunt u ook informatie aanvragen over de docentenhandleiding

Nadere informatie

Voor meer informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met Lisette van Vliet: lisette.van.vliet@eenvandaag.

Voor meer informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met Lisette van Vliet: lisette.van.vliet@eenvandaag. Onderzoek Rekentoets 6 oktober 2015 Over het onderzoek Aan dit online onderzoek in samenwerking met LAKS, gehouden van 23 september tot en met 5 oktober 2015, deden 1.411 middelbare scholieren en 701 hbo

Nadere informatie

Verantwoord Bijbelgebruik

Verantwoord Bijbelgebruik Deze beknopte samenvatting heeft tot doel een indruk te geven van de cursus Verantwoord Bijbelgebruik. Het boek Verantwoord Bijbelgebruik van John Boekhout is prima geschikt om als basis in de cursus gebruikt

Nadere informatie

Usability Engineering en User Experience 2012/2013

Usability Engineering en User Experience 2012/2013 Usability Engineering en User Experience 2012/2013 Opdracht 3 Persona s Uitleg en begeleiding Deze opdracht gaat over usability testing met behulp van persona s. De persona s ontwerp je zelf en gebruik

Nadere informatie

Techniekkaart: Het houden van een interview

Techniekkaart: Het houden van een interview WAT IS EEN INTERVIEW? Een interview is een vraaggesprek. Wat een interview speciaal maakt, is dat je met een interview aan informatie kunt komen, die je niet uit boeken kunt halen. Als je de specifieke

Nadere informatie

Kan ik het wel of kan ik het niet?

Kan ik het wel of kan ik het niet? 1 Kan ik het wel of kan ik het niet? Hieronder staan een aantal zogenaamde kan ik het wel, kan ik het niet-schalen. Deze hebben betrekking op uw taalvaardigheid in zowel het Nederlands als het Engels.

Nadere informatie

REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS)

REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS) Latijns-Amerika Studies (LAS) BA programma REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS) De Bacheloropleiding Latijns-Amerika Studies (specialisatie geschiedenis) wordt in het tweede semester

Nadere informatie

Gemeente. Zijspoortje. De Bijbelse Encyclopedie leert ons dat het woord kerk afgeleid is van het Griekse woord [kuriakè], dat des Heren betekent.

Gemeente. Zijspoortje. De Bijbelse Encyclopedie leert ons dat het woord kerk afgeleid is van het Griekse woord [kuriakè], dat des Heren betekent. Gemeente Wanneer je aan iemand vraagt Weet jij wat een kerk is?, zal het antwoord niet zo lang op zich laten wachten. Dat is een gebouw waar gelovige mensen samenkomen! Het kan ook voorkomen, dat men aan

Nadere informatie

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst. Interview op zaterdag 16 mei, om 12.00 uur. Betreft een alleenstaande mevrouw met vier kinderen. Een zoontje van 5 jaar, een dochter van 7 jaar, een dochter van 9 jaar en een dochter van 12 jaar. Allen

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie