Auf dem Weg zur Europäischen Energieregion. Op weg naar één europese energieregio

Transcriptie

1 Auf dem Weg zur Europäischen Energieregion Perspektiven für die deutsch-niederländische Energie-Zusammenarbeit im Raum der Neue Hanse Interregio Op weg naar één europese energieregio Perspectieven voor Nederlands-Duitse samenwerking op het ıgebied van energie binnen de Nieuwe Hanze Interregio Mit freundlicher Unterstützung der EWE

2 Erdgas aus guter Nachbarschaft. Bereits 1962 hat EWE als erster deutscher Energieversorger einen Importvertrag für niederländisches Erdgas geschlossen. Heute kommt gut ein Drittel des Erdgases, das EWE bezieht, aus den Niederlanden. Und auch in Zukunft wollen wir diese deutsch-niederländische Erfolgsgeschichte fortschreiben gemeinsam und mit der richtigen Energie. Aardgas uit een goed buurt. Al in 1962 heeft EWE als eerste Duitse energieleverancier een importovereenkomst gesloten voor Nederlands aardgas. Tegenwoordig komt ruim eenderde van het aardgas dat EWE afneemt uit Nederland. En ook in de toekomst willen wij dit Duits- Nederlandse succesverhaal voortzetten - gezamenlijk en met de juiste energie.

3 Inhalt ı Inhoud Vorwort Perspektiven der Zusammenarbeit im Energiebereich Neue Hanse Energieregion Energieforschung Ausbildung Organisationen Forschungskooperationen bringen Energie auf den Weg Entwicklung von unterstützenden Dienstleistungen und Produkten in den Niederlanden Die Kraftstoff- und Antriebsstrategie von Volkswagen.. 14 Kooperationsverband Stichting Energy Valley Energiecluster ebnen den Weg für eine Deutsch-Niederländische Energieregion Grenzübergreifende Zusammenarbeit im Bereich Energie mit Förderung durch die Europäische Union Konventionelle Energien Erdgas: Erfolgsgeschichte und Brückenkopf in die Energiezukunft Forschung für die Energieversorgung der Zukunft: EWE AG Erdgas in den nördlichen Niederlanden Kraftwerkboom im Norden ohne Stromtransport geht es nicht Neue Energien Windenergienutzung Bioenergie Solare Forschungshochburg im Weserbergland Mit Wasserstoff in eine nachhaltige Energieversorgung. 36 Effiziente Energienutzung/-anwendung Energiesparen im Baubereich Energie und Informatik wachsen zusammen Saubere Energiegewinnung aus fossilen Quellen durch Abschiedung, Lagerung und Verwertung von CO Overijssel: Allianz für nachhaltige Energie Voorwoord Perspectief voor samenwerking in de energiesector Nieuwe Hanze energieregio Energie-onderzoek onderwijs organisaties Samenwerking in onderzoek brengt energie op weg Ontwikkeling van ondersteunende diensten en producten in Nederland Mobiliteit en Onderzoek: De brandstof en aandrijvingstrategie van Volkswagen Samenwerkingsverband Stichting Energy Valley Energieclusters maken de weg vrij voor een Duits-Nederlandse energieregio Grensoverschrijdende samenwerking op het terrein van energie met ondersteuning van de Europese Unie Gangbare energie Aardgas: succesverhaal en bruggenhoofd naar de toekomst van de energie Onderzoek naar de energievoorziening van de toekomst: EWE AG Aardgas in het noordelijke Nederland Energie-centraleboom in het noorden zonder electriciteitstransport werkt het niet Nieuwe energie De toepassing van windenergie Bio-energie Onderzoeksbolwerk zonne-energie in het Weserbergland Met waterstof naar een duurzame energievoorziening.. 36 Efficiënt energiegebruik/-toepassing Energiebesparing in de gebouwde omgeving Energie en informatica groeien gezamenlijk Schoonfossiele energieopwekking in combinatie met afvang, opslag, hergebruik en valorisatie van CO Overijssel: alliantie voor duurzame energie Op weg naar één europese energieregio 3

4 Vorwort ı Voorwoord Sachstand und Perspektiven der deutsch-niederländischen Zusammenarbeit bei der künftigen Energieversorgung und Entwicklungsschwerpunkte für die weitere Zusammenarbeit im Rahmen der Neuen Hanse Interregio. Die Europäische Kommission hat 2001 ergänzend zur Lissabon-Strategie die Göteborg-Strategie für nachhaltige Entwicklung verabschiedet. Auf dieser Basis wurden vier prioritäre Bereiche festgelegt, u.a. Klimaveränderung und natürliche Ressourcen. Für die EU-weite Zusammenarbeit bei der Umsetzung dieser Strategie kann auf mehrere EU Programme, darunter INTERREG und das Environmental action programme (EAP) , zurückgegriffen werden. Eine weitere europäische Dimension ist die Liberalisierung der Energiemärkte. Hier wird die europäische Zusammenarbeit in den vier wichtigen Fragen der Energieversorgung (Energieeffizienz, Energieeinsparung, Erneuerbare Energien und Energiemanagement) forciert. Aus Sicht der Länder Niedersachsen und Bremen sowie der benachbarten Provinzen Groningen, Fryslân, Drenthe und Overijssel gibt es viele Gründe, die interregionale Zusammenarbeit bei dem vielschichtigen Energiethema weiter zu intensivieren: Die Nordniederlande verfügen über Erdgasvorkommen von europäischer Bedeutung und große unterirdische Gasspeicher. Auf deutscher Seite ist Niedersachsen das Bundesland mit den größten Erdgasreserven und unterirdischen Speichermöglichkeiten. In beiden Regionen wird Erdgas aus den Nordsee-Gasfeldern an Land gebracht, und sie wollen aus dieser Situation einen gemeinsamen größeren Mehrwert generieren. Dennoch wird die Gesamtregion in ca. 20 Jahren von bedeutenden Gasproduzenten zu Importeuren von Gas werden. Die Zukunft der Energieversorgung steht langfristig vor großen Umwälzungen. In Niedersachsen und den vier Provinzen ist das Thema Bio-Energie für die Energiewirtschaft, aber vor allem für die Landwirtschaft von großem Interesse. Angesichts vergleichbarer Produktionsbedingungen und des möglichen Einflusses auf landwirtschaftliche Strukturen ist eine enge Kooperation an dieser Stelle besonderes zweckmäßig. Der Kooperationsverband Nord-Niederlande (Provinzen Drenthe, Fryslân und Groningen) hat die Entwicklung der daraus resultierenden Potentiale zu einem der drei Schwerpunkte der Regionalpolitik erklärt. Die Nordniederlande orientieren sich somit in Wissenschaft und Wirtschaft verstärkt am Übergang und an der Konvergenz von konventioneller und erneuerbarer Energie. Niedersachsen und Bremen haben in Deutschland eine Vorreiterrolle im Know-how und bei der Anwendung erneuerbarer Energien (vor allem Wind- und Bioenergie) sowie bei Brennstoffzellen. Im Bereich IT-gestütztes Energiemanagement sind die Perspektiven der Zusammenarbeit besonders vielversprechend. Hier existieren bereits aktuelle, sehr konkrete Vorhaben in deutsch-niederländischer Kooperation des Oldenburger OFFIS-Instituts mit dem Energy Delta Research Centre. Die Dynamik der sich verändernden Märkte, des angewandten Forschungsbedarfs, aber auch des Fachkräftebedarfs ist sehr hoch. Der intensive Austausch macht es einfacher, diese Dynamik zu bewältigen. Die beiden deutschen Länder und die vier niederländischen Provinzen haben beim Thema Energie also viele gemeinsame Interessen. Die großen Erdöl- und Erdgasförderunternehmen und die Energieversorger haben schon sehr früh entdeckt, dass man beim Thema Energieregion über die Staats- und Verwaltungsgrenzen hinaus denken muss. Auch bilden sich seit einigen Jahren umfassende Netzwerkkooperationen wie zwischen Ein historisches Beispiel für grenzüberschreitenden Technologietransfer im Energiebereich: Holländer- Windmühle in Ostfriesland Een historisch voorbeeld van grensoverschrijdende technologie-transfer op energie-gebied: Hollandse molen in Ostfriesland Stand van zaken en perspectief van de duits-nederlandse samenwerking bij de toekomstige energievoorziening en kernpunten voor de verdere samenwerking in het kader van de Nieuwe Hanze Interregio. De Europese Commissie heeft in 2001 aanvullend op de Lissabonstrategie de Göteborg-strategie voor duurzame ontwikkeling vastgesteld. Op basis daarvan zijn 4 prioritaire terreinen vastgelegd, onder andere klimaatverandering en natuurlijke hulpbronnen. Voor de EU-brede samenwerking bij de omzetting van deze strategie kan een beroep worden gedaan op meerdere EU programma s, waaronder Interreg en het Environmental Action Programme (EAP) Een andere Europese dimensie is de liberalisering van de energiemarkten. Hier wordt de Europese samenwerking op de vier belangrijke vragen van de energievoorziening (energie-efficientie, energiebesparing, hernieuwbare energie en energiemanagement) versterkt. Naar de mening van de deelstaten Niedersachsen en Bremen en de provincies Groningen, Fryslân, Drenthe en Overijssel zijn er veel redenen, om de interregionale samenwerking bij het veelzijdige energiethema te intensiveren, te noemen: Noord-Nederland beschikt over aardgasreserves van Europese betekenis en grote onderaardse gasopslagplaatsen. Aan Duitse kant is Niedersachsen de deelstaat met de grootste aardgasreserves en onderaardse opslagmogelijkheden. In beide regio s wordt ook aardgas uit de Noordzee gasvelden aan land gebracht. Beide regio s willen uit deze situatie een gemeenschappelijke grotere meerwaarde genereren. Toch zal deze gehele regio over ongeveer 20 jaar van belangrijke gasproducent tot importeur van gas worden. De toekomst van de energievoorziening staat daarmee op langere termijn voor een grote ommekeer. In Niedersachsen en in de vier Nederlandse provincies is het thema bio-energie voor de energie-sector, maar vooral ook voor de landbouw van groot belang. Met het oog op de vergelijkbare productievoorwaarden en de mogelijke invloed op de structuur van de landbouw is een nauwe samenwerking op dit gebied erg doelmatig. Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen) heeft de ontwikkeling van het daaruit resulterende potentieel, ook wel Energy Valley genoemd, tot een van de drie speerpunten van het regionale beleid verklaard. Noord-Nederland orienteert zich zowel wetenschappelijk als ook economisch met nadruk op de overgang van conventionele naar hernieuwbare energie. Niedersachsen en Bremen zijn in Duitsland de deelstaten die voorop lopen als het gaat om de know-how en de toepassing van hernieuwbare energie (met name wind- en bio-energie) maar ook als het gaat om brandstofcellen. Op het gebied van ICT-ondersteund energie-management zijn de vooruitzichten voor samenwerking bijzonder veelbelovend. Hier bestaan al heel concrete plannen voor Nederlands-Duitse samenwerking tussen het instituut OFFIS in Oldenburg en Energy Delta Research Centre. De dynamiek van veranderende markten, de noodzaak van toegepast onderzoek, maar ook de behoefte aan vaklieden is zeer groot. De intensieve uitwisseling maakt het makkelijker om deze dynamiek te beheersen. De beide Duitse deelstaten en de vier Nederlandse provincies hebben bij het thema Energie dus veel paralel lopende belangen. De grote aardolie- en aardgasbedrijven en de energieleveranciers hebben al heel vroeg ingezien, dat men bij het thema energieregio over de lands- en bestuurlijke grenzen heen moet denken. Ook ontstaan sinds enkele jaren andere samenwerkingsverbanden, zoals tussen het Noord-Nederlandse Energy valley en het Oldenburger Energiecluster. Beide regionale netwerken werken sinds 2005 met veel engagement grensoverschrijdend samen. 4 Auf dem Weg zur Europäischen Energieregion

5 dem nordniederländischen Energy Valley und dem Oldenburger Energiecluster. Beide Netzwerke arbeiten bereits seit dem Jahr 2005 mit viel Engagement zusammen. Die deutsch-niederländische Energieregion ist also im Grunde längst Realität! Der Inhalt dieser Broschüre belegt das in beeindruckender Weise. Eine Reihe von Fachleuten aus Kompetenzzentren, Verwaltung und Wirtschaft haben freundlicherweise Beiträge für eine Momentaufnahme der energiewirtschaftlichen Potentiale in den Partnerregionen der Neuen Hanse Interregio geliefert. Dennoch muß festgestellt werden, dass die grenzüberschreitende Zusammenarbeit auf mehreren Ebenen (Politik, Verwaltungen, Wissenschaft) noch deutlich gestärkt werden kann. Dieses Schaufenster soll als Denkanstoß und Diskussionsgrundlage bei der Erörterung der Frage dienen, wo in der Kooperation besondere Chancen liegen und wo Handlungsbedarf besteht. Bereits in Kapitel 2 sind zahlreiche Themenfelder aufgelistet, bei denen es sich meines Erachtens lohnt, über die Vertiefung der grenzüberschreitenden Kooperation nachzudenken. Schon jetzt aber ist klar: Niedersachsen, Bremen und die nordöstlichen niederländischen Provinzen Groningen, Fryslân, Drenthe und Overijssel haben im Rahmen ihrer Partnerschaft in der Neuen Hanse Interregio das Potential für eine Europäische Energieregion der Zukunft! De Nederlands-Duitse energieregio is dus in feite al een realiteit. De inhoud van deze brochure toont dat op overtuigende wijze aan. Een aantal deskundigen uit nauw betrokken organisaties, overheden en bedrijfsleven hebben bijdragen geleverd aan een momentopname van het economische potentieel dat het thema Energie aan de partners in de Nieuwe Hanze Interregio biedt. Toch moet worden vastgesteld dat de grensoverschrijdende samenwerking op meedere niveau s (bestuurlijk, ambtelijk, wetenschappelijk) nog duidelijk kan worden versterkt. Deze etalage is bedoeld als prikkel en basis voor een discussie over de vraag waar bijzondere kansen voor samenwerking liggen en waar handelend optreden nodig is. In hoofdstuk 2 is een reeks van thema s opgesomd, waar het naar mijn mening de moeite waard is om over een intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking na te denken. Maar nu al is duidelijk: Niedersachsen, Bremen en de Noordoost Nederlandse provincies Groningen, Fryslân, Drenthe und Overijssel hebben in het kader van hun partnerschap in de Nieuwe Hanze Interregio de potentie om een toekomstige Europese Energieregio te worden! Oldenburg, September 2007 Dr. Frank van Es Geschäftsführer der Neuen Hanse Interregio Secretaris van de Nieuwe Hanze Interregio Perspektiven der Zusammenarbeit im Energiebereich Auf dem Weg zur Neuen Hanse Energieregion ı Perspectief voor samenwerking in de energiesector Op weg naar één Nieuwe Hanze Energieregio Sowohl Nordwestdeutschland als auch die nordöstlichen Niederlande engagieren sich stark im Themenfeld Energie. Beiderseits der Grenze wird an ehrgeizigen Programmen zur Anwendung nachhaltiger Energiequellen gearbeitet und stark in den Ausbau der Transport- und Übertragungsinfrastruktur von Erdgas und elektrischer Energie investiert. Beide Regionen wollen dabei derart voranschreiten, dass von einer Vorbildfunktion für andere Regionen gesprochen werden kann, insbesondere im Bereich der erneuerbaren Energien. Dementsprechend steht ein wachsender Anteil der Investitionstätigkeit und des Arbeitsmarktes in beiden Teilen des NHI-Gebietes in einem Bezug zum Energiesektor. Im NHI-Raum bildet sich ein schnell wachsender Cluster von Aktivitäten im Energiebereich, der eine breite Ausstrahlung entfaltet. Sowohl die Forschungs- und Ausbildungsaktivitäten der Schulen und Hochschulen als auch die betrieblichen Innovationen und Entwicklungen richten sich zunehmend auf den Energiebereich, wobei die Nachhaltigkeit einen roten Faden bildet. Trotz dieser parallelen Entwicklungen gibt es auch spezifische Unterschiede zwischen den deutschen und niederländischen Regionen, die sich aber sehr gut ergänzen. So ist in den nördlichen Niederlanden der Gassektor stärker entwickelt, in Nordwestdeutschland hingegen die Produktion und Nutzung von Windkraftanlagen sowie die Bioenergie. Es ist deutlich, dass beide Räume die Kompetenzen des jeweils anderen brauchen. Beispielsweise kann der niederländische Gassektor einen Beitrag zur Stabilisierung der Energieversorgung durch Windenergie leisten, die deutsche Bioenergietechnik hingegen durch die Ergänzung von Erd- mit Noordwest-Duitsland en Noordoost-Nederland zijn twee regio s die beiden sterk de nadruk leggen op energiethema s. Beide regio s werken aan een ambitieus programma voor de toepassing van duurzame energie. En in beide regio s wordt fors geïnvesteerd in leveringscapaciteit van de energiesector, zowel op het gebied van elektriciteit als gas. Beide regio s werken binnen het kader van de EU-richtlijnen, maar willen daarbij zodanig vooroplopen dat er sprake is van een voorbeeldfunctie voor andere regio s, zeker waar het gaat om de toepassing van duurzame energie. Een groeiend deel van de investeringen en de werkgelegenheid in beide regio s heeft dan ook betrekking op energieactiviteiten Dit leidt ertoe dat zich in beide gebieden een snel groeiende cluster van bedrijvigheid in de energie ontwikkeld met een brede uitstraling. De onderzoek- en onderwijsprogramma s van de kennisinstellingen, maar ook de innovatieen ontwikkelingsprogramma s van bedrijven richten zich in toenemende op nieuwe ontwikkelingen in de energiesector, waarbij duurzaamheid een rode draad vormt. Ondanks deze parallelle ontwikkelingen zijn er ook verschillen tussen de Nederlandse en Duitse regio, waardoor er sprake is van een zekere complementariteit. In Noord-Nederland is bijvoorbeeld de gassector sterker ontwikkeld en in Duitsland is de productie van windmolens en biomassaconversie verder uitgebouwd. Duidelijk is ook dat de beide regio s elkaars competenties nodig hebben. Zo kan de gassector een belangrijke bijdrage leveren aan de stabiliteit van de energievoorziening in Duitsland, die sterk wordt beïnvloed door windenergie. Duitse conver- >>> Seite ı blz 6 Op weg naar één europese energieregio 5

6 Perspektiven der Zusammenarbeit im Energiebereich Seite ı blz 5 >>> Biogas ( Green Gas ) einen Beitrag zur Nachhaltigkeit des Gassektors. Da sich die Kompetenzen der Ausbildungs- und Forschungseinrichtungen hervorragend ergänzen, liegt es auf der Hand, grenzüberschreitende Programme für Innovationsförderung und Erfahrungsaustausch zu initiieren. Nach Ansicht der bereits bestehenden Kompetenzcluster Energy Valley und OLEC bringt ein Blick auf die bestehenden Aktivitäten und Potentiale in den einzelnen Regionen eine ganze Reihe von Themenfeldern zu Tage, in denen über verstärkte Kooperation ernsthaft nachgedacht werden sollte: 1. Forschung und Innovation Die Energieforschung bietet als relativ neues Entwicklungsfeld noch ein sehr großes Potential. Die sich ergänzenden Kompetenzen der deutschen und niederländischen Einrichtungen können in gemeinsamen Projekten gebündelt werden. 2. Berufs- und Hochschulbildung In beiden Ländern existiert eine große Zahl an Ausbildungs- und Studiengängen im Energiebereich. Durch grenzüberschreitende Zusammenarbeit lässt sich die Ausbildung der Fachkräfte von Morgen internationaler und besser gestalten. 3. Transnationale Netze in der Gas- und Elektrizitätsleitungsinfrastruktur Beim Wachstum hin zu einer europäischen Energieregion spielt die Koppelung eine große Rolle. So könnten die Niederlande verstärkt Gas nach Deutschland liefern, Nordwestdeutschland hingegen durch Windkraft erzeugten Strom an die Niederlande. In diesem Zusammenhang kommt der Ausbau der grenzüberschreitenden Leitungswege in die Diskussion. 4. Windenergietechnik, insbesondere IT-Lösungen zur Steuerung der Netzstabilität Durch den zunehmenden Anteil der (schwankenden) Energieversorgung aus erneuerbaren Energiequellen ergeben sich neue Herausforderungen bei der Gewährleistung einer konstanten Netzspannung. Hier sollte gemeinsam an intelligenten Lösungen zur Sicherung der Elektrizitätsversorgung im verbundenen Netz gearbeitet werden. 5. Bioenergie In den nordöstlichen Niederlanden kann noch viel vom fortgeschrittenen Technologieniveau in Nordwestdeutschland gelernt werden. Die Technologie kann verbreitet und später gemeinsam weiterentwickelt werden speziell bei hoch gereinigtem Biogas ( Green Gas ). In den ländlichen Regionen beiderseits der Grenze existiert ein erhebliches Potential an Biomasse, das durch sich ergänzende Aktivitäten besser genutzt werden könnte. 6. Nachhaltige Mobilität Um zu einem nachhaltigen Energiehaushalt zu kommen, muss auch der Bereich Logistik und Mobilität nachhaltiger organisiert werden. Durch den Vergleich der unterschiedlichen Ansätze zur Nutzung alternativer Kraftstoffe in Deutschland und den Niederlanden können zum Vorteil beider Regionen die Best-Practices identifiziert werden. 7. Steigerung der Energie-Effizenz im Wohnungsbau Das Energiesparpotential in Gebäuden ist enorm. Durch eine Senkung des Energieverbrauchs in diesem Bereich lassen sich die CO 2 -Emissionen schnell reduzieren. In beiden Ländern wird zwar aktiv an Energiesparkonzepten gearbeitet, es werden jedoch unterschiedliche Strategien verfolgt. Hier wäre ein Erfahrungsaustausch und eine Zusammenarbeit in den Bereichen Baurecht, Planung, Architektur, Technologie und Finanzierung sehr wünschenswert. 8. Deponierung von Kohlendioxid Ein zurzeit diskutierter Weg zur Reduzierung der CO 2 -Emissionen könnte möglicherweise in der Deponierung des Treibhausgases in dafür geeigneten ehemaligen Erdgaslagerstätten liegen. Diese Debatte betrifft den nordwestdeutsch/nordost-niederländischen Raum besonders, da hier entsprechende geologische Lagerstätten grundsätzlich vorhanden sind. Die technischen und politischen Fragen in diesem Zusammenhang sind jedoch bislang noch weitgehend ungeklärt. 9. Wirtschaftsförderung im Bereich Ausbau des Energiesektors durch Entwicklung von Clusterprogrammen Die Untersuchung und folgende Abstimmung von administrativen und ökonomischen Strukturen kann einen Beitrag in der Zusammenarbeit liefern. Für die NHI-Partnerregionen stellt sich die Frage, inwieweit sie eine sietechnologie voor biomassa kan een belangrijke bijdrage leveren aan vergroening van aardgasketen. Ook de compententies van de kennisinstellingen blijken in belangrijke mate complementair, zodat uitwisseling van kennis en grensoverschrijdende innovatieprogramma s voor de hand ligt. Naar mening van de al bestaande competentieclusters Energy Valley en OLEC springen bij een blik op de al lopende activiteiten en mogelijkheden in de individuele regio s een groot aantal thema s in het oog waarbij over een intensievere samenwerking serieus nagedacht zou moeten worden 1.Kennis & innovatie Op het gebied van onderzoek naar energie is nog veel te ontdekken. Het is een nieuw ontwikkeingsveld. De complementaire kennisinfrastructuur kan worden aangewend om gemeenschappelijk deel te nemen aan onderzoeksprogramma s. 2. Opleiding (beroeps- en hogere opleiding) In beide landen zijn een heel aantal opleidingen op het gebied van energie. Door internationaal samen te werken op het gebied van scholing kunnen de energieprofessionals van de toekomst beter (internationaler!) worden opgeleid. 3. Uitbouw van de transnationale gas- en electricitetsinfrastructuur Om uit te groeien naar één Europese energieregio is interconnectiviteit van belang. Zo kan Nederland meer (gas)energie gaan leveren aan Duitsland en Duitsland meer windenergie leveren aan Nederland. Hiervoor is een grensoverschrijdende infrastructuur nodig die hierbij aansluit. 4. Windtechnologie, i.h.b. met betrekking tot de sturing van de netbalans op basis van ICT-oplossingen Het balanceren van de netspanning is door het toenemend aantal duurzame bronnen in de electricitietsvoorziening een actueel onderwerp. Het veiligstellen van de leveringszekerheid door gezamenlijk te werken aan energiemanagmentvraagstukken is een actviteit die aansluit bij de energie-infrastructuur in beide landen. 5. Biomassa-conversie In Noordoost-Nederland kan nog veel worden geleerd van de aanwezige kennis en kunde in Noordwest-Duitsland op het gebied van biomassa. Technologie kan daarom worden verspreid en verder in gezamenlijkheid worden doorontwikkeld. Vooral op het gebied van groen gas. In beide (landbouw)regio s is veel potentieel aan biomassa dat door complementaire activiteiten beter kan worden benut. 6. Duurzame mobiliteit Om te komen tot een meer duurzamere energiehuishouding is het logistieke vraagstuk een duurzaamheidsvraagstuk geworden. Door de integratie van alternatieve brandstoffen in beide landen met elkaar te vergelijk kunnen de best practices een voordeel voor de regio s op leveren. 7. Energie-efficiency in de woningbouw Het energiebesparingspotentieel in de gebouwde omgeving is enorm. Door het energieverbuik terug te dringen kunnen CO 2 -emmissies flink gereduceerd worden. Hoewel in beide landen actief wordt gewerkt aan energiebesparing worden verschillende strategieën gevolgd. Samenwerking op het gebied van aanpak, beleid, planologie, architectuur, technologie en financien is zeer wenselijk. 8. Opslag van CO 2 Momenteel wordt gediscussieerd over de mogelijkheid om CO 2 in de ondergrond op te slaan in daarvoor geschikte gaswinningsplaatsen. Bij die discussie gaat het ook over lokaties in Noordoost-Nederland en Noordwest-Duitsland in vergelijkbare geologische formaties. Hiermee hangen een aantal nog niet opgeloste technische en politiek-bestuurlijke vragen samen. 9. Ontwikkeling van clusterprogramma s voor de uitbouw van de energiesector als economische activiteit Het inzichtelijk maken en daarna afstemming van bestuurlijke en bedrijfsmatige structuren kan een bijdrage leveren aan het samenwerkingsproces. De NHI-partner regio s staan voor de vraag in hoeverre zij een stimulerende en waar nodig ondersteunende rol moeten spelen. Intermediaire organisaties die op het snijvlak van kennis, beleid en bedrijfsactiviteiten opereren kunnen hierbij een implementerende rol spelen. Het begin van een grensoverschrijdende samenwerking is al gemaakt. De beide clusters Energy Valley aan Noord-Nederlandse kant en het 6 Auf dem Weg zur Europäischen Energieregion

7 Perspectief voor samenwerking in de energiesector stimulierende und wenn nötig unterstützende Rolle spielen sollen. Grenzüberschreitende Organisationen, die an der Schnittfläche von Politik, Forschung und unternehmerischem Handeln operieren, können bei der Umsetzung behilflich sein. Der Anfang einer grenzüberschreitenden Zusammenarbeit ist bereits gemacht. Die beiden Cluster Energy Valley auf niederländischer Seite und das Oldenburger Energiecluster OLEC auf deutscher Seite sind mittlerweile Keimzelle und Drehscheibe der Energie-Kooperation zwischen dem nordniederländischen Raum und der Region Weser-Ems. OLEC und Energy Valley beabsichtigen, ihre Zusammenarbeit besonders in den folgenden den vier Feldern strategisch und inhaltlich zu forcieren: IT und Energie nachhaltige Mobilität (z.b. Bioenergie, Erdgasfahrzeuge, Wasserstoffantrieb) Erneuerbare Energien Wissenstransfer und Bildung / Qualifizierung Für die Kooperation ist der Bereich Wissenstransfer und Qualifizierung von besonderer Bedeutung. Die Universitäten in Oldenburg und Groningen pflegen eine enge Verbindung, die hinsichtlich einer Energie-Kooperation ausgebaut und ggf. mit anderen Hochschulkooperationen ergänzt werden soll. Bereits jetzt ist das niederländische Forschungszentrum Energie Centrum Nederland (ECN) Partner beim Weiterbildungsstudiengang Windenergietechnik und management von ForWind an der Universität Oldenburg. Im Bereich Ausbildung in den Erneuerbaren Energien gibt es mit Unterstützung der Cluster eine Kooperationsplattform: das vom Bildungswerk der niedersächsischen Wirtschaft BNW Anfang 2007 gestartete Projekt Fit for new energy. Es hat zum Ziel, innerhalb von zwei Jahren 100 zusätzliche Ausbildungsverhältnisse in den Erneuerbaren Energien in Weser-Ems zu schaffen. Zugleich soll mit dem niederländischen Kooperationspartner Value in the Valley der Informationsaustausch über geeignete Qualifizierungsprojekte im Bereich Energie intensiviert werden. Die Entwicklung der Zusammenarbeit zwischen den Regionen wurde im letzten Jahr durch die Konferenz Verstärken durch Vernetzen am 26. Juni 2006 in Assen forciert. Zwischen den Vertretern des niederländischen Wirtschaftsministeriums, der Provinzen und der Länder Bremen und Niedersachsen wurde eine gemeinsame Erklärung unterzeichnet, in der es zum Themenfeld Energie u.a. heißt: Die Beteiligten unterstreichen die Bedeutung der Entwicklung des Gebiets zu einem Schwerpunkt für nachhaltige Energie (Wind- und Biomasseenergie) und dem konventionellen Energieträger Gas, und stellen fest, dass es erforderlich ist, grenzüberschreitende Netzwerke aufzubauen, gemeinsame Strategien für die Liefersicherheit zu entwickeln sowie innovative Lösungsansätze an den Schnittstellen von nachhaltiger und konventioneller Energie zu erarbeiten. Für die weitere Cluster-Kooperation und damit auch für die Erfüllung der in der Erklärung von Assen genannten Zielvorstellung der Bildung einer führenden europäischen Energieregion im Raum der Neuen Hanse Interregio müssen neben der inhaltlich-strategischen Zusammenarbeit auch die Rahmenbedingungen formuliert und geschaffen werden. In der Folge wird zu diskutieren sein, ob ein gemeinsames, grenzüberschreitendes Clustermanagement eine geeignete Basis für eine nachhaltige und erfolgreiche Kooperation im Bereich Energie im Raum Nordwestdeutschland Nordostniederlande bilden kann. Ein solches Clustermanagement müsste sich in enger Abstimmung mit den Unternehmen und wissenschaftlichen Einrichtungen ganz auf die professionelle Organisation von grenzüberschreitenden Energie-Projekten konzentrieren. Dabei könnte das Clustermanagement die komplette Projektarbeit von der Zusammenstellung der Projektkonsortien, Finanzierung und Fördermittelakquise bis hin zur Abwicklung und Evaluation übernehmen. Verstärken durch Vernetzen so hieß das Motto der Assen-Konferenz Für die Energie-Kooperation ein Jahr nach Assen muss es folgerichtig künftig heißen: Verstärkung der Vernetzung Diese Broschüre stellt einen Schritt in diese Richtung dar. Sie gibt Anstöße für weitere Konkretisierungen einer engeren, fruchtbaren Zusammenarbeit auf dem Weg zur Neuen Hanse Energieregion. Energiecluster OLEC in Oldenburg aan Duitse kant zijn inmiddels startpunt en draaischijf op dit gebied tussen beide regio s. OLEC en Energy Valley hebben plannen om de samenwerking van de beide clusters met name op de volgende vier gebieden strategisch en inhoudelijk verder te ontwikkelen: ICT en energie Duurzame mobiliteit (b.v. boenergie, aardgasvoertuigen, waterstofaandrijving) Hernieuwbare energie kennisstransfer en opleiding / qualificering Voor de samenwerking zijn kennistransfer en qualificering van bijzondere betekenis. De universiteiten van Oldenburg en Groningen onderhouden al nauwe banden, die met het oog op een energie-samenwerking moeten worden versterkt en eventueel uitgebreid met andere universiteiten en hogescholen. Nu al is het Energie Centrum Nederland (ECN) partner bij de opleiding Windenergietechniek en management van For- Wind aan de universiteit Oldenburg. Op het terrein van Opleiding Hernieuwbare Energie bestaat met steun van beide clusters een samenwerkingsplatform: het door het opleidingscentrum van het Niedersächsische bedrijfsleven begin 2007 gestarte projekt Fit for new energy. Doel hiervan is, binnen 2 jaar 100 nieuwe (starters)banen te schepppen in de regio Weser-Ems. Daarnaast is het de bedoeling om met de Nederlandse samenwerkingspartner Value in the Valley de informatie-uitwisseling over passende qualificeringsprojekten op het gebied van energie te intensiveren. De ontwikkeling van de samenwerking tussen de regio s aan beide zijden van de grens kreeg in 2006 een nieuwe impuls door de conferentie Versterken door verbinden. Op 26 juni werd door vertegenwoordigers van het ministerie van EZ, de drie noordelijke provincies en de deelstaten Niedersachsen en Bremen in Assen een gemeenschappelijke verklaring ondertekend, waarin over het thema energie onder andere werd afgesproken dat de deelnemers de betekenis van de ontwikkeling van de regio tot een speerpunt voor duurzame energie (wind- en biomassa-energie) en de conventionele ernergiedrager aardgas onderstrepen en vaststellen dat het noodzakelijk is, grensoverschrijdende netwerken op te bouwen, gezamenlijke strategiën voor de leveringszekerheid te ontwikkelen en innovatieve oplossingen op het snijvlak van duurzame en conventionele energie uit te werken. Voor de verdere cluster-samenwerking en daarmee ook voor de verwezenlijking van het in de verklaring van Assen genoemde doel tot vorming van een leidende Europese energie-regio in het gebied van de Nieuwe Hanze Interregio moeten naast de inhoudelijk-strategische samenwerking ook de randvoorwaarden worden geformuleerd en geschapen. Er is een discussie nodig over de vraag of de vorming van een gezamenlijk, grensoverschrijdend clustermanagement een geschikte basis is voor een duurzame en succesvolle samenwerking op het gebied van energie tussen Noordwest Duitsland en Noordoost Nederland. Een dergelijk clustermanagement zou zich in nauw overleg met bedrijven en de kenniscentra helemaal op de professionele organisatie van grensoverschrijdende energie-projekten moeten concentreren. Daarbij zou het clustermanagement de volledige projekt-aktivitieiten - van de samenstelling van de projektgroepen, de financierings- en co-financieringsaquisitie tot en met de afwikkeling en evaluatie - op zich kunnen nemen. Versterken door verbinden dat was het motto van de conferentie in Assen in Voor de samenwerking op het energie-gebied moet het in het vervolg luiden: Versterken van de verbinding Deze brochure is een stap in de richting. Hij geeft aanknopingspunten voor verdere konkretisering van een nauwere, vruchtbare samenwerking op weg naar een Nieuwe Hanze Energieregio. Foto: Op weg naar één europese energieregio 7

8 Neue Hanse Energieregion Strukturdaten im Gebiet der Neuen Hanse Interregio ı ı Nieuwe Hanze energieregio Basiscijfers in het gebied van de Nieuwe Hanze Interregio Strukturdaten Neue Hanse Interregio 2006 Bevölkerung Fläche in km 2 Einwohner je km 2 Kentallen Nieuwe Hanze Interregio 2006 Inwoners Oppervlakte in km 2 Inwoners per km 2 Niedersachsen ,6 Bremen ,0 Nordostniederlande/Noordoost-Nederland ,0 Nord-Niederlande (LD)/Noord-Nederland (LD) ,0 Groningen (PV) ,0 Friesland (PV) ,0 Drenthe (PV) ,0 Overijssel ,0 Quelle: Statistische Landesämter/Bron: Centraal Bureau voor Statistiek Energiebezogene (technische) Dienstleistungen und IT Energiegerelateerde (technische) diensten en ICT Erdöl- und Gasförderung, Erdölverarbeitung Aardolie- en gaswinning, aardolieverwerking Bau/Installation und Wärmedämmung Installatie en isolatie Produktion und Verteilung von Energie Productie en distributie van energie Brennstoffhandel Handel in brandstoffen Produktion von Energietechnologie (Endprodukte und Komponenten) Productie van energietechnologie (eindproducten en componenten) Beschäftigungsstruktur im Energiesektor in Nord-Niederlande 2004 De werkgelegenheid in de energiesector van Noord-Nederland in 2004 Quelle:/Bron: N. V. NOM (2004) 8 Auf dem Weg zur Europäischen Energieregion

9 Der Energiesektor ist für die Region der Neuen Hanse Interregio ein wichtiger Wirtschaftsfaktor. So gibt es in den nördlichen Nordniederlanden ca. 300 Betriebe mit insgesamt Beschäftigten, die sich direkt und indirekt mit dem Thema Energie beschäftigen. Die nebenstehende Abbildung zeigt die Aufteilung der Beschäftigten auf die einzelnen Energiesektoren. In Niedersachsen und Bremen sind insgesamt rd Beschäftigte im Energiebereich tätig, die sich auf die von der Statistik erfassten Wirtschaftsbereiche gemäss nachfolgender Abbildung aufteilen. Alleine die Windenergiewirtschaft sichert in Niedersachsen und Bremen schon mehr als Arbeitsplätze mit wachsender Tendenz und positiven Auswirkungen auf andere Industriebereiche. So verbraucht die Windkraftindustrie heute beispielsweise mehr Stahl als die traditionelle Werftindustrie. De energiesector is een belangrijke economische factor voor de Nieuwe Hanze Interregio. Zo zijn er in Noord Nederland ca. 300 bedrijven met in totaal werknemers die direct of indirect betrokken zijn bij het thema energie. De hiernaast getoonde afbeelding toont de indeling van werkgelegenheid naar de specifieke energiesectoren. In Niedersachsen en Bremen zijn in totaal ca personen werkzaam in de energiesector. De indeling van deze werknemers naar economische sectoren wordt, op basis van statistieken, getoond in de onderstaande afbeelding. Alleen al de sector windenergie levert Niedersachsen en Bremen meer dan arbeidsplaatsen op met een stijgende tendens en een positieve uitwerking op andere industriesectoren. Zo verbruikt de windenergiesector bijvoorbeeld al meer staal dan de traditionele scheepsbouwindustrie. Gewinnung von Erdöl und Erdgas, Mineralölverarbeitung Winning aardolie en aardgas, verwerking minerale olie Energieversorgung Energievoorziening Herstellung von Geräten der Elektrizitätserzeugung, -verteilung u. ä. Productie van apparatuur voor de electriciteitsproduktie, - distributie ect. Aufteilung der Beschäftigten in Niedersachsen und Bremen auf die Energiebereiche Indeling van de werknemers in Niedersachsen, en Bremen in energiesectoren Installierte Stromerzeugungs- Allgemeine Versorgung Anteil an der nationalen leistung 2005 (brutto el. in MW) und Industrie Windenergie Photovoltaik Biomasse 1) Gesamt Stromerzeugung Totale stroomproductie Allgemene voorzieningen Aandeel in de nationale capaciteit 2005 (bruto in MW) en industrie Windenergie Photovoltaik Biomassa 1) Totaal stroomvoorziening Niedersachsen ,78% Bremen ,30% Σ Nds./HB ,08% Niederlande/Nederland Nordostniederlande/Noordoost-Nederland ,33% 1) Biomasse ohne Müllverwertung/1) Biomassa zonder afvalverwerking Quelle:/Bron: VDEW, DEWI, ECN Erdgasförderung 2005 Anteil der Schätzung der Erdgasförderung und -reserven (Mrd. m 3 ) nationalen Förderung Erdgasreserven (Mrd. m 3 ) Aargasproductie 2005 Aandeel in de Schatting Aargasproductie en -reserves (Mrd. m 3 ) nationale productie aardgasreserves (Mrd. m 3 ) Niedersachsen/Bremen 17,228 91,50% 240 Nordostniederlande/Noordoost-Nederland 42,5 58,46% Niederlande/Nederland 72,7 100,00% Quelle:/Bron: WEG, ECN Op weg naar één europese energieregio 9

10 Energieforschung - Ausbildung Organisationen Forschungskooperationen bringen Energie auf den Weg ı Samenwerking in onderzoek brengt energie op weg Forschung im Energiebereich wird in den nächsten Jahren einen hohen Stellenwert unter allen F&E-Bereichen einnehmen. Die Themen, die mit der Energieforschung verbunden sind, sind vielfältig und breit angelegt. Ein Konzept für eine zielgerichtete und erfolgreiche Forschung ist die Vernetzung der einzelnen Schwerpunkte. Zwei Kooperationen werden nachfolgend vorgestellt. Die Vernetzung in diesen Kooperationen beschränkt sich jedoch nicht auf die nationale Ebene. Viele Partner in den Kooperationen unterhalten aktive Kontakte mit den Niederlanden und umgekehrt mit Deutschland und führen bereits gemeinsame Projekte durch oder planen sie. Diese guten Ansätze sollten von den Forschungskooperationen gezielt genutzt werden, um in dem länderübergreifenden Ansatz nicht nur andere Sichtweisen in die Forschungsarbeiten einfließen zu lassen, sondern auch um deutlich zu machen, dass eine zukünftige nachhaltige Energieversorgung nur in einem grenzüberschreitenden Rahmen betrachtet werden kann. Nachfolgend werden die wichtigsten Forschungseinrichtungen und Kompetenzzentren mit Ihrer Internetadresse genannt: Der Forschungsverbund Energie Niedersachsen (FEN) forscht in den Themenbereichen Energiekonditionierung und speicherung, Energiemanagement und steuerung, dezentrale Stromerzeugung, Kraft-, Wärme- und Kältekopplung sowie dezentrale Netze ( Das EnergieForschungsZentrum Niedersachsen wird ab 2008 Fragen zur gesamten Energiegewinnungs- und Energieverwertungskette von der Rohstoffquelle bis zur Entsorgung behandeln ( Im Projekt HyWindBalance wird ein System entwickelt und erprobt, das Windparks mit dem speicherbaren Energieträger Wasserstoff kombiniert ( ForWind, das Zentrum für Windenergieforschung der Universitäten Oldenburg und Hannover fasst die Kompetenzen der beiden Universitäten im Bereich der Windenergienutzung zusammen (www. forwind.de) Ein Konsortium niedersächsischer Hochschulen und Forschungseinrichtungen arbeitet im Auftrag der EWE AG an der Entwicklung eines Dezentralen Energiemanagementsystems (DEMS) ( dems) Die Landesinitiative Brennstoffzelle Niedersachsen vernetzt alle Akteure aus allen für die Brennstoffzellen-Technologie relevanten Bereichen ( Wissensnetz Energiemeteorologie (WISENT): Ziel des WISENT-Projektes ist die Bereitstellung von Instrumenten und Verfahren, um die Anforderungen der zukünftigen Energieversorgung an die Energiemeteorologie in einem interdisziplinären Forschungsumfeld zu lösen. ( Das Deutsche Windenergie-Institut (DEWI) ist eine vom Land Niedersachsen gegründete gemeinnützige GmbH mit Sitz in Wilhelmshaven, die in der Windforschung tätig ist und ein breites Dienstleistungsspektrum rund um die Nutzung der Windenergie anbietet. ( Das Fraunhofer-Center für Windenergie und Meerestechnik (CWMT) in Bremerhaven forscht und entwickelt Produkte für Windenergieanlagen und Offshore-Bauwerke ( GrASp - Gas research And Sustainability programme, ein multidisziplinäres Programm, das auf die vollständigen Gasversorgungsketten ausgerichtet ist und die Stärken der Nordniederlande auf diesem Gebiet bündelt O nderzoek in de energiesector zal in de komende jaren van grote betekenis worden binnen alle onderzoeks- en ontwikkelingssectoren. De thema s binnen het energie-onderzoek zijn uiteenlopend en zeer breed van aard. Een concept voor doelgericht en succesvol onderzoek is het koppelen van de afzonderlijke zwaartepunten. Twee samenwerkingsverbanden worden in het navolgende besproken. Het koppelen van deze samenwerkingsverbanden is echter niet beperkt tot nationaal niveau. Vele partners van de samenwerkingsverbanden onderhouden al actief contacten met Nederland respectievelijk met Duitsland en voeren al gemeenschappelijke projecten uit of hebben daartoe plannen. Deze goede initiatieven dienen door de onderzoeks-samenwerkingsverbanden doelgericht te worden gebruikt, als landenoverschrijdend initiatief, niet alleen om nieuwe zienswijzen in de onderzoeksprogramma s in te brengen maar tevens om duidelijk te maken dat een toekomstige duurzame energievoorziening in een grensoverschrijdend kader moet worden gezien. In het navolgende worden de belangrijkste onderzoeksinstituten en kenniscentra genoemd. Het Forschungsverbund Energie Niedersachsen (FEN) doet onderzoek binnen de thema s energieconditionering en opslag, energiemanagement en sturing, decentrale energiewinning, krachtwarmte- en koudekoppeling en decentrale netten ( Het EnergieForschungsZentrum Niedersachsen zal vanaf 2008 vraagstukken m.b.t. de gezamenlijke energiewinning en energietoepassingsketen van grondstof tot afvalverwerking behandelen ( In het project HyWindBalance wordt een systeem ontwikkeld, waarmee windparken met waterstof, een energiedrager die is te bewaren ( ForWind, het centrum voor windenergie-onderzoek van de universiteiten Oldenburg en Hannover, bundelt de kennis op het gebied van windenergie van de beide universiteiten ( Een consortium van hogescholen en onderzoeksinstituten uit Niedersachsen werkt in opdracht van de EWE AG, aan de ontwikkeling van een decentraal energiemanagementsysteem (DEMS) ( dems) Het deelstaatinitiatief Brandstofcel Niedersachsen ontwikkelt een netwerk van alle spelers uit alle sectoren die relevant zijn voor de brandstofcel technologie ( Wissensnetz Energiemeteorologie (WISENT): doel van het WISENT project is het ter beschikking stellen van instrumenten en procedures om in een interdisciplinaire onderzoeksomgeving oplossingen te bedenken voor de afstemming van de toekomstige energievoorziening op het gebied van energie-meteorologie. Het Deutsche Windenergie-Institut (DEWI) is een door de deelstaat Niedersachsen opgerichte non-profit organisatie, gevestigd in Wilhelmshaven, die werkzaam is in windonderzoek en een breed pakket van diensten aanbiedt rondom het gebruik van windenergie. ( Het Fraunhofer-Center für Windenergie und Meerestechnik (CWMT) in Bremerhaven onderzoekt en ontwikkelt produkten voor windenergieparken en offshore-installaties ( de/) GrASp Gas research And Sustainability programme, een multidisciplinair programma dat zich op de volledige gasketen richt en de sterkten van Noord-Nederland op dit terrein bundelt 10 Auf dem Weg zur Europäischen Energieregion

11 Energie-onderzoek onderwijs organisaties INES Innovatiecentrum voor duurzame EnergieSystemen (Innovationszentrum für nachhaltige Energiesysteme), eine Kooperation zwischen Gasunie, Hanzehogeschool und TNO (die zentrale niederländische Institution für angewandte Forschung), wobei die Kopplung zwischen Gas- und Elektrizitätssystemen als Grundlage für die Einbettung nachhaltiger Energie Leitthema ist. Eine Erweiterung auf zusätzliche Partner (EnergieCentrumNederland KEMA) ist geplant ETP Energietransitionsparks, Zentren für angewandte Technologien, die eng an Energieaktiviäten und industrielle Aktivitäten anschließen und die auf den Einsatz von Biomasse und anderen Restoffen für die Produktion von Elektrizität, Kraftstoffen, Wärme, Gas und Rohstoffen ausgerichtet sind. Mögliche Standorte sind Delfzijl/Eemshaven, Emmen, Harlingen und Agriport/A7 Biorefinery Development Centre durch u.a. ECN, WUR, RUG, Avebe, VNP, Cosun und weitere gegründet. Ausgerichtet auf Technologieentwicklung für die bessere Nutzung von Nebenströmen ( refinery.nl) FRYSEPS Frysian Solar Energy Products & Services, ein unter dem Cartesius Institut gegründeter Kooperationsverband zwischen u.a. der TU Delft und nordniederländischen Betrieben, ausgerichtet auf innovative Produktion und Anwendungen fotoelektrischer Energiegewinnung ( Carbohydrate Competence Centre von u.a. RUG/UMCG, UU, WUR, TNO und weiteren gegründet. Ausgerichtet auf Produktinnovation mit Kohlehydraten als Grundlage LOFAR Kompetenzzentrum für Sensortechnologie, Anwendung von Sensortechnologie in u.a. energiebezogenen Bereichen ( SPS Smart Power System, ein Kooperationsverband von u.a. Netzbetreibern, Produzenten von dezentralen Erzeugern, Forschungseinrichtungen, Energiehändlern und ICT-Betrieben mit dem Ziel, die Einbettung dezentraler Erzeuger in das Energiesystem zu erleichtern ( TNO-Energie in Groningen ist ein Innovationszentrum, das die Energiesachkenntnis von TNO bündelt ( Gasunie Engineering & Technologie (GET) in Groningen ist ein führendes Kompetenzzentrum auf dem Gebiet von Erdgas und erdgasbezogenen Aktivitäten ( NAM R&D in Assen entwickelt neue Anwendungen und Technologien zur Erdöl- und Gasgewinnung ( Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) in Petten ist mit ca. 900 Mitarbeitern das größte niederländische Energieforschungsinstitut. ECN ist im Auftrag von Kommunen und Wirtschaft auf die Berührungsfläche von Grundlagenforschung und der Anwendung im Markt ausgerichtet ( Energy Delta Research Centre (EdReC) in Groningen bündelt Forschung und Ausbildungen an der Reichsuniversität Groningen (RuG). Mehr als 100 Menschen forschen in den Bereichen Energiemärkte, Wirtschaftsaktivität, nachhaltige Energie, Energieeffizienz und Energiemanagement ( Das Energie KompetenzCentrum (EKC) der Hanzehogeschool Groningen ist eine Netzwerkorganisation. Sie bündelt, entwickelt und vermittelt das Know-how im Energiebereich. Das EKC arbeitet u.a. mit der Gasunie, RuG, TNO, ECN und Energy Valley zusammen ( Energy Delta Institute (EDI) in Groningen ist ein Kooperationsverband von u.a. Gasunie, GasTerra, RuG, Shell, Gaszprom und RWE. EDI bietet eine breite Skala an Ausbildungen im Bereich Ergas an ( Kenniszentrum Duurzame Innovaties (Cartesius Instituut) in Leeuwarden ist ein Kooperationsverband zwischen technischen Universitäten von Delft, Eindhoven und Twente. Dieses Kompetenzzentrum beschäftigt sich mit Forschung und Anwendung von Produkten und Dienstleistungen im Bereich nachhaltige Energie ( institut.org) Die Noordelijke Hogeschool Leeuwarden plant in Zusammenarbeit mit der Fachhochschule Van Hall-Larenstein, der Gemeinde Leeuwarden und der Provinz Fryslân ein Katalysatorzentrum für nachhaltige Mobilität in Leeuwarden in den Bereichen Anwendung von Bio- INES Innovatiecentrum voor duurzame EnergieSystemen, een samenwerking tussen Gasunie, Hanzehogeschool en TNO waarbij de koppeling tussen gas- en electriciteitsystemen als basis voor de inpassing van duurzame energie leidend thema is. Uitbreiding met andere partners (EnergieCentrumNederland, KEMA) is voorzien ETP Energietransitieparken, toegepaste technologiecentra die nauw aansluiten bij energie- en industriële activiteiten en die zich op de inzet van biomassa en andere reststromen richten voor de productie van electriciteit, transportbrandstoffen, warmte, gas en grondstoffen. Mogelijke locaties zijn Delfzijl/Eemshaven, Emmen, Harlingen en Agriport/A7 Bioerefinery Development Centre door o.a. ECN, WUR, RUG, Avebe, VNP, Cosun e.a., gericht op technologieontwikkeling voor het beter benutten van nevenstromen ( FRYSEPS - Frysian Solar Energy Products & Services, een onder het Cartesius Instituut opgericht samenwerkingsverband tussen o.a. TU Delft en Noord-Nederlandse bedrijven gericht op innovatieve (productie en-) toepassingen van foto-elektrische zonne-energie ( Carbohydrate Competence Centre door o.a. RUG/UMCG, UU, WUR, TNO e.a., gericht op productinnovatie met koolhydraten als basis LOFAR kenniscentrum voor sensortechnologie, toepassing van sensortechnologie in o.a. energiegerelateerde onderwerpen, zoals energie en ICT ( SPS Smart Power System, een samenwerkingsverband van o.a. netbeheerders, producenten van decentrale opwekkers, kennisinstellingen, energieretailers en ICT-bedrijven met als doel de inpassing van decentrale opwekkers in het energiesysteem te faciliteren ( TNO-Energie te Groningen is een innovatiecentrum dat de energiedeskundigheid van TNO bundelt ( Gasunie Engineering & Technology (GET) te Groningen is een leidend kenniscentrum op het gebied van aardgas en gerelateerde activiteiten, zoals gastechnologie en gaskwaliteit ( research.nl) NAM R&D te Assen ontwikkelt nieuwe toepassingen en technologieën voor aardolie- en gaswinning ( Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) in Petten is Nederlands grootste energieonderzoekinstituut. ECN richt zich op het raakvlak van fundamenteel onderzoek en toepassing in de markt, in opdracht van overheden en bedrijfsleven. ECN heeft ca. 900 medewerkers in dienst ( Energy Delta Research Centre (EDReC) in Groningen bundelt onderzoek en opleidingen aan de RuG. Ruim 100 mensen verrichten onderzoek op de terreinen energiemarkten, bedrijvigheid, duurzame energie, energie-efficiency en management ( Het Energie KennisCentrum (EKC) van de Hanzehogeschool Groningen is een netwerkorganisatie. Ze bundelt, ontwikkelt en onderwijst energiekennis om een sterke marktpositie te bekleden in Noord- Nederland. Het EKC werkt o.m. samen met Gasunie, RuG, TNO, ECN, Energy Valley ( Energy Delta Institute (EDI) in Groningen is een samenwerkingsverband van o.a. Gasunie, GasTerra, RUG, Shell, Gaszprom en RWE. EDI verzorgt een breed scala aan opleidingen over het thema aardgas ( Kenniscentrum Duurzame Innovaties (Carthesius instituut) te Leeuwarden is een samenwerkingsverband tussen de technische universiteiten van Delft, Eindhoven en Twente. Onderzoek naar en toepassing van duurzame energiegerelateerde producten en diensten staan centraal ( De Noordelijke Hogeschool Leeuwarden heeft i.s.m. Van Hall-Larenstein, Gemeente Leeuwarden en Provincie Fryslân plannen om een katalysatorcentrum voor duurzame mobiliteit in Leeuwarden op te richten op de onderwerpen toepassing van biobrandstoffen, sustainable engineering, electriciteitsopwekking voor transport en alternatieve energiebronnen ( Het TechnologieCentrum Noord-Nederland (TCNN) fungeert als schakel tussen het noordelijke MKB en de aanwezige energiekennis in de regio ( >>> Seite ı blz 12 Op weg naar één europese energieregio 11

12 Energieforschung - Ausbildung Organisationen Seite ı blz 11 >>> brennstoffen, Sustainable Engineering, Elektrizitätserzeugung für den Transport und alternative Energiequellen ( Das TechnologieCentrum Noord-Nederland (TCNN) fungiert als Bindeglied zwischen KMU und dem in der Region vorhandenen Know-how im Energiebereich ( Value in the Valley macht es sich zur Aufgabe, gemeinsam mit nordniederländischen Bildungseinrichtungen einen (innovativen) Beitrag zu Lösungen im Bereich der nachhaltigen Energie zu liefern. Studenten der Einrichtungen beraten Unternehmen in Energiefragen, unterstützt von diversen Experten aus Forschung und Wirtschaft ( Value in the Valley beoogt om samen met Noordelijke onderwijsinstellingeneen (innovatieve) bijdrage te leveren aan oplossingen op het gebied van duurzame energie. Studenten van de instellingen adviseren bedrijfsleven over energievraagstukken, gesteund door diverse experts van instellingen en bedrijfsleven ( nthevalley.nl) Entwicklung von unterstützenden Dienstleistungen und Produkten in den Niederlanden ı Ontwikkeling van ondersteunende diensten en producten in Nederland Diese Dienstleistungen und Produkte haben zum Ziel, die wirtschaftliche Verwertung (Valorisation) neuer Erkenntnisse und Innovationen zu erleichtern. Nachfolgend einige Beispiele: BEN Biomasse-Expertisecentrum Noord-Nederland fördert mehr Wirtschaftsaktivität im Bereich der Biomasse durch unterstützende Einrichtungen und die Beschleunigung aussichtsreicher Biomasseprojekte in der Region Gründung eines Energy Valorisers mit dem Ziel, die Umsetzung von Innovationen in konkrete Produkte und Dienstleistungen zu begleiten und zu beschleunigen. Dies umfasst die professionelle Begleitung von Unternehmensgründungen (Businesspläne), Unterbringung und Finanzierung Gründung von Clustern von Unternehmen (insbesondere KMU) und potentiellen Konsumenten wie regionale und kommunale Behörden, die als Startkunden auftreten können. Ein konkretes Beispiel ist ein Cluster von Gemeinden, Wohnungsbaugesellschaften sowie Bauund Installationsbetrieben mit dem Ziel, in großem Umfang bei Gebäudebestand und Neubauten Kombinationen von innovativen Anwendungen und ausgefeilten Steuerungen zu realisieren. Ein anderes Beispiel ist die Einrichtung vollständiger Produktionsketten von Green Gas bis hin zum Endverbraucher Unterstützung der Vermarktung neuer Produktinnovationen in aussichtsreichen Märkten. Beispiele hierfür sind die Kombination von Energie und ICT sowie die Nutzung von Sonnenergiekonzepten (z.b. im Yachtbau) Deze diensten en producten hebben tot doel om de valorisatie van nieuwe kennis en innovaties te faciliteren. Enkele voorbeelden zijn: BEN - BiomassaExpertisecentrum Noord-Nederland heeft als doel meer bedrijvigheid op het gebied van bio-energie uit biomassa te realiseren door het bieden van ondersteunende faciliteiten en het versnellen van kansrijke biomassaprojecten in de regio oprichting van een Energy Valoriser die als doel heeft om de omzetting van nieuwe kennis en innovaties in concrete producten en diensten te begeleiden en te versnellen. Hieronder vallen professionele begeleiding van starters (businessplannen), huisvesting en financiering oprichting van clusters van bedrijfsleven (met name MKB) en potentiële gebruikers zoals regionale en lokale overheden die als launching customer kunnen optreden. Een concreet voorbeeld is een cluster van gemeenten, woningbouwcorporaties en bouw- en installatiebedrijven met als doel om op uitgebreide schaal bij bestaande en nieuwe woningen (combinaties van) innovatieve toepassingen en slimme aansturing te realiseren. Een ander voorbeeld is de inrichting van complete ketens van productie tot en met eindgebruik van groen gas voor mobiliteit en in de gebouwde omgeving ondersteuning bij de ontwikkeling van nieuwe product-marktcombinaties door de hele keten heen, teneinde innovaties in kansrijke markten te laten landen. Voorbeelden hiervan liggen in de combinatie energie en ICT en toepassing van zonneënergie-concepten (bijv. in de jachtenbouw) 12 Auf dem Weg zur Europäischen Energieregion

13

14 Energieforschung - Ausbildung Organisationen Mobilität und Forschung: Die Kraftstoff- und Antriebsstrategie von Volkswagen Handlungsfelder in der Entwicklung zukünftiger Antriebskonzepte ı Mobiliteit en Onderzoek: De brandstof- en aandrijvingstrategie van Volkswagen Ontwikkelingsgebieden van toekomstige aandrijvingsconcepten Der Volkswagen Konzern mit Sitz in Wolfsburg, Niedersachsen, ist einer der führenden Automobilhersteller weltweit und der größte Automobilproduzent Europas. In Westeuropa, dem größten Pkw-Markt der Welt, stammt nahezu jeder fünfte neue Pkw aus dem Volkswagen Konzern. In Niedersachsen unterhält die Volkswagen AG neben Wolfsburg noch die Produktionsstandorte Braunschweig, Emden, Hannover und Salzgitter. Der nachfolgende Beitrag zeigt Wege, wie Mobilität im Fahrzeugbereich zukünftig nachhaltig gestaltet werden kann. Veränderliche wirtschaftliche, technische und soziale Rahmenbedingungen, gesellschaftliche Trends und daraus resultierende Kundenanforderungen erfordern eine kontinuierliche Weiterentwicklung der Fahrzeuge und Mobilitätssysteme. Umwelt- und Ressourcenschonung spielen eine weiter dominierende Rolle. All diese Gesichtspunkte müssen in einem vernünftigen Kompromiss zu einem nachhaltigen System zusammengefügt werden. Nachhaltigkeit erfordert dabei eine Balance aus Ökologie und Ökonomie unter Berücksichtigung soziologischer Aspekte. Aus den dargestellten Rahmenbedingungen ergeben sich drei konkrete Handlungsfelder in der Entwicklung zukünftiger Antriebskonzepte: die konsequente weitere Erhöhung der Effizienz der Antriebsaggregate die Einbeziehung alternativer Energiequellen zur Kraftstoffherstellung und die Entwicklung von CO 2 -neutralen Pfaden zum Fahrzeugbetrieb In der Volkswagen Kraftstoff- und Antriebsstrategie sind Antworten auf diese Aufgabenstellungen niedergelegt. Kernpunkt ist zum einen die Weiterentwicklung und Effizienzsteigerung der direkteinspritzenden Motorenkonzepte TDI und TSI und ihre Het Volkswagen concern, met hoofdkantoor in Wolfsburg, Niedersachsen, is een van de wereldwijd grootste autoconcerns en de grootste in Europa. In West-Europa, s werelds grootste markt voor personenauto s, komt een op de vijf auto s uit het VW concern. In Niedersachsen heeft Volkswagen naast Wolfsburg productievestigingen in Braunsweig, Emden, Hannover en Salzgitter. Veranderlijke economische, technische en sociale randvoorwaarden, maatschappelijke trends en daaruit voortvloeiende, door de klant gestelde eisen maken een continue verdere ontwikkeling van onze voertuigen en mobiliteitssystemen noodzakelijk. Aandacht voor het milieu en voor hulpbronnen spelen daarbij een dominerende rol. Al deze facetten moeten in een intelligent compromis tot een solide systeem samengevoegd worden. Duurzaamheid vereist daarbij een evenwicht tussen ecologie en economie en dit met inachtneming van sociale aspecten. Deze randvoorwaarden leiden tot drie concrete zwaartepunten bij de ontwikkeling van toekomstige aandrijfconcepten: de consequente verdere verhoging van de efficiëntie van automotoren de integratie van alternatieve energiebronnen voor de productie van motorbrandstoffen en de ontwikkeling van CO 2 -neutrale wegen voor de werking van voertuigen In Volkswagen s brandstof- en aandrijvingstrategie zijn antwoorden op deze taakstellingen vastgelegd. De kern vormt enerzijds de verdere ontwikkeling en de efficiëntie-verbetering van de injectiemotoren TDI en TSI en de de toepassing van hybride systemen en de combinatie van de die- Die Kraftstoff- und Antriebsstrategie von Volkswagen De brandstof- en aandrijvingstrategie van Volkswagen 14 Auf dem Weg zur Europäischen Energieregion

15 Energie-onderzoek onderwijs organisaties Ergänzung durch Hybridsysteme sowie insbesondere die Verschmelzung des Diesel- und des Otto-Brennverfahren zum Combined Combustion System (CCS), zum anderen eine zunehmende Elektrifizierung der Antriebe bis hin zum reinen batterieelektrischen Antrieb. Die Potentiale der einzelnen Antriebsarten werden durch den Einsatz von synthetischen Kraftstoffen aus alternativen Energieträgern noch einmal erweitert. Die synthetischen Kraftstoffe sind frei von Schwefel und Aromaten und können in ihren Eigenschaften enger toleriert werden als heutige Kraftstoffe. Diese vorteilhaften Eigenschaften ermöglichen uns eine Weiterentwicklung unserer Produkte zu verringertem Verbrauch und, insbesondere bei Dieselmotoren, zu weiter verbesserten Emissionen. Bei Herstellung der synthetischen Kraftstoffe aus Erdgas (GtL = Gas to Liquid) oder Biomasse (BTL = Biomass to Liquid) wird in einem ersten Schritt Synthesegas erzeugt, welches im Wesentlichen aus Kohlenmonoxid (CO) und Wasserstoff (H 2 ) besteht. Daran anschließend erfolgt via Fischer-Tropsch-Synthese die katalytische Umwandlung des Synthesegases in flüssigen Kraftstoff. Wird der synthetische Kraftstoff ( SunFuel ) in einem BTL-Verfahren auf Basis regenerativer Primärenergie, wie Biomasse, hergestellt, dann wird der Kraftstoffzyklus zusätzlich zu mehr als 90% in den natürlichen CO 2 -Kreislauf integriert. Der große Vorteil dieser Kraftstoffe liegt zudem darin, dass die heutige Kraftstoff-Infrastruktur genutzt werden kann, einer schnellen Umsetzung somit nichts im Wege steht. Langfristig werden in der Kurzstreckenmobilität emissionsfreie batterieelektrische Antriebe oder mit Wasserstoff betriebene Brennstoffzellen die Systeme mit dem besten Wirkungsgrad sein. Dabei können sich durch Fortschritte auf dem Gebiet der Batterietechnologie in Zukunft durchaus Verschiebungen zugunsten der reinen batteriebetriebenen Elektroautos ergeben. sel- en Otto-verbrandingsmethoden in het Combined Combustion System (CCS). En anderzijds een toenemende elektrificatie van de aandrijving tot zelfs een zuiver batterij-elektrische aandrijving. De potentiële mogelijkheden van de individuele aandrijvingen worden door het gebruik van synthetische motorbrandstoffen op basis van alternatieve energiedragers nog eens extra uitgebreid. De synthetische motorbrandstoffen zijn vrij van zwavel en aromaten en hebben qua eigenschappen nauwere tolerantiegrenzen dan de tegenwoordige brandstoffen. Hun voordelen maken een verdere produktontwilkkeling mogelijk om tot een verlaagd verbruik en, in het bijzonder bij dieselmotoren, voor verdere verbetering van de emissie-waarden te komen. Bij de productie van de synthetische motorbrandstoffen op basis van aardgas (GtL = Gas to Liquid) of biomassa (BtL = Biomass to Liquid) wordt in een eerste stapt synthetisch gas geproduceerd, dat in hoofdzaak uit koolmonoxide (CO) en waterstof (H 2 ) bestaat. In aansluiting daarop volgt de katalytische conversie van het synthetische gas in vloeibare motorbrandstof. Indien de synthetische motorbrandstof ( SunFuel ) aan de hand van een BtL-procédé op basis van regeneratieve primaire energie, zoals biomassa, wordt geproduceerd, dan wordt de brandstofcyclus voor meer dan 90% in de natuurlijke CO 2 -kringloop geïntegreerd. Het grote voordeel van deze motorbrandstoffen ligt er bovendien in, dat er van de huidige brandstof-infrastructuur gebruik gemaakt kan worden en er een snelle realisatie zodoende niets meer in de weg staat. Op lange termijn zullen bij de mobiliteit op korte afstanden emissievrije batterij-elektrische aandrijvingen of op waterstof werkende brandstofcellen de systemen met de beste rendementsfactor zijn. Daarbij kunnen door de vooruitgang op het gebied van de batterij-technologie in de toekomst vast en zeker verschuivingen ten gunste van de zuiver batterijgevoede elektrische auto s ontstaan. Op weg naar één europese energieregio 15

16 Energieforschung - Ausbildung Organisationen Kooperationsverband Stichting Energy Valley ı Samenwerkingsverband Stichting Energy Valley Die schnelle Veränderung des Energiemarkts bietet eine Vielzahl neuer Chancen auf dem Energiesektor in den Nordniederlanden. Durch die Bündelung vorhandener Kompetenzen und Aktivitäten sowie Anziehung neuer Wirtschaftsaktivitäten entsteht ein innovatives Klima, in dem sich neues Know-how, neue Produkte und Dienstleistungen im Bereich der (nachhaltigen) Energie entwickeln können. Der öffentlich-private Kooperationsverband Stichting Energy Valley wurde im Jahre 2003 gegründet, um die Energieaktivitäten in den Nordniederlanden koordiniert zu einem ausgedehnten und integralen Cluster internationaler Bedeutung zu entwickeln. In diesem Kooperationsverband arbeiten Betriebe, öffentliche Verwaltungen sowie Ausbildung und Wissenschaft zusammen. Mit Energy Valley wurde ein einzigartiger Kooperationsverband zwischen den drei nördlichen Provinzen (Fryslân, Drenthe, Groningen) und der Region Noord-Holland mit dem Ziel geschaffen, die Wirtschaft und den Arbeitsmarkt in den nördlichen Niederlanden durch eine Clusterbildung rundum das Thema Energie zu stärken. Mit der Bildung von Netzwerken und Clustern, stimulierenden Aktivitäten sowie Lobbyarbeit schafft Energy Valley die Voraussetzungen für erfolgreiche regionale Initiativen. Das Energy Valley-Gebiet umfasst ungefähr ein Viertel der Gesamtfläche der Niederlande (ca. 1,8 Millionen Einwohner). Die Region hat das Potential, eine Spitzenposition im innovativen Energiesektor einzunehmen. Sie verfügt über sehr günstige Voraussetzungen für die Entwicklung und Anwendung einer großen Palette von Aktivitäten in diesem Bereich: große Wirtschaftsaktivität (große Unternehmen und KMU) sowie umfassendes Know-how im Gas- und Ölsektor groß angelegte Energiegewinnung (die auf der Basis von Erdgas, Kohle und Biomasse geplante und teilweise realisiert Kapazität beträgt ca MW) die Möglichkeit, CO 2 unterirdisch zu lagern bzw. zu verwerten Konzentration nachhaltiger Energieaktivitäten wie Wind und Biomasse Seehäfen (Eemshaven, Delfzijl), diverse regionale Häfen (Den Helder, Harlingen etc.) sowie Binnenhäfen Energietransitionsparks, Industriegebiete, in denen dem Wandel hin zu einer nachhaltigen Energienutzung besondere Beachtung geschenkt wird, in Coevorden, Delfzijl, Emmen, Groningen, Harlingen und Leeuwarden eine große landwirtschaftliche Produktionsfläche (mehr als ein Viertel der landwirtschaftlich genutzten Fläche der Niederlande von ca ha). Eine große verarbeitende Agroindustrie in diesem Gebiet ermöglicht die Anbindung bzw. Integration nachhaltiger Energieerzeugung (Elektrizität, Wärme, Green Gas, Biokraftstoffe) De snelle verandering van de energiemarkt biedt tal van nieuwe kansen aan de energiesector in Noord-Nederland. Door bestaande kennis en activiteiten te bundelen en nieuwe bedrijvigheid aan te trekken, ontstaat een innovatief klimaat waarin nieuwe kennis, producten en diensten op het gebied van (duurzame) energie tot ontwikkeling kunnen komen. Om de energieactiviteiten in Noord-Nederland gecoördineerd te kunnen laten uitgroeien tot een breed en integraal cluster van (inter)nationale betekenis, is in 2003 het publiekprivaat samenwerkingsverband Stichting Energy Valley opgericht. Hierin werken bedrijven, overheden en kennisinstellingen samen. Met Energy Valley is een uniek samenwerkingsverband tussen de drie Noordelijke provincies (Fryslan, Drenthe, Groningen) en de regio Noord-Holland Noord geschapen met als doel de economie en werkgelegenheid van Noord-Nederland te versterken door clustervorming rond het thema energie. Via netwerken, clustering, aanjagende en lobbyactiviteiten schept Energy Valley de juiste randvoorwaarden om regionale initiatieven goed te laten landen. Qua omvang beslaat het Energy Valley-gebied ongeveer een kwart van het oppervlak van Nederland (ca. 1,8 miljoen inwoners). De regio leent zich uitstekend voor het vervullen van een koploperspositie op energiegebied en de ontwikkeling en toepassing van een breed palet aan energieactiviteiten vanwege de aanwezigheid van: gas- en olieactiviteiten, zowel qua bedrijvigheid (grote ondernemingen en MKB) als qua kennispositie grootschalige electriciteitsopwekking (gepland en deels gerealiseerde capaciteit bedraagt ca MW, op basis van aardgas, kolen en biomassa) de mogelijkheid om CO 2 ondergronds op te slaan cq. opnieuw te gegebruiken concentratie van duurzame energieactiviteiten, zoals wind en biomassa zeehavens (Eemshaven, Delfzijl), diverse regionale havens (Den Helder, Harlingen etc) en binnenwaterhavens energietransitieparken (bedrijventerreinen waar specifiek aandacht wordt besteed aan transitie naar duurzaam energiegebruik) in Coevorden, Delfzijl, Emmen, Groningen, Harlingen en Leeuwarden een qua omvang groot agrarisch gebied en verwerkende agro-industrie waaraan gekoppeld/geïntegreerd duurzame energieproductie (electriciteit, warmte, groen gas, bio(transport) brandstoffen) kan plaatsvinden. Ruim een kwart van de landbouwgrond in Nederland (ca ha) bevindt zich in de drie Noordelijke provincies voldoende milieugebruiksruimte, met het oog op beperkende maatregelen in de Randstad en andere drukbevolkte regio s in Nederland als gevolg van stijgende emissies 16 Auf dem Weg zur Europäischen Energieregion

17 Energie-onderzoek onderwijs organisaties im Vergleich zum Ballungsraum Amsterdam / Rotterdam / Den Haag ( Randstad ) und anderen dicht besiedelten Regionen in den Niederlanden mit ihren beschränkenden Maßnahmen ausreichende Möglichkeiten zur Nutzung der Umwelt gute und umfangreiche wissenschaftliche Infrastruktur im Energiebereich: Rijksuniversiteit Groningen, Hanzehogeschool, Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Hogeschool van Hall-Larenstein/WUR Hogeschool Drenthe, Cartesius Instituut, ECN, Wetsus und Astron ein hoher administrativer und öffentlich-privater Organisationsgrad in Gestalt der Stiftung Energy Valley, wodurch eine gute Basis für Aktivitäten im Energiesektor und neue Entwicklungen schnell aufgegriffen und weiterentwickelt werden können Energy Valley besteht aus drei Pfeilern: Energieproduktion (darunter nachhaltige Energie), Forschung und Innovation sowie konventionelle Energieaktivitäten (darunter Gas- und Ölaktivitäten und groß angelegte Stromproduktion). goede en brede energiekennisinfrastructuur: Rijksuniversiteit Groningen, Hanzehogeschool, Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Hogeschool van Hall-Larenstein/WUR, Hogeschool Drenthe, Cartesius Instituut, ECN, Wetsus en Astron hoge bestuurlijke en publiekprivate organisatiegraad via Energy Valley waardoor nieuwe ontwikkelingen snel opgepakt en doorontwikkeld kunnen worden en er draagvlak bestaat voor deze activiteiten Vanwege deze onderscheidende kenmerken zijn in het Energy Valley-gebied de basisvoorwaarden aanwezig om uit te groeien tot innovatieve koploper op energiegebied in Nederland. Inhoudelijk kent Energy Valley drie pijlers, te weten energietransitie (w.o. duurzame energie), kennis en innovatie, en conventionele energieactiviteiten (w.o. gas- en olieactiviteiten en grootschalige electriciteitsproductie). In de volgende hoofdstukken worden deze pijlers nader uitgewerkt. Foto: Energiecluster ebnen den Weg für eine Deutsch- Niederländische Energieregion ı Energieclusters maken de weg vrij voor een Duits-Nederlandse energieregio Anfang 2005 hat die Stadt Oldenburg zusammen mit Unternehmen der Energiebranche, der Universität Oldenburg (Energie- und Halbleiterforschung) sowie ForWind, Zentrum für Windenergieforschung, das Oldenburger Energie Cluster OLEC gründet. OLEC ist ein dynamisch wachsendes PPP-Netzwerk von inzwischen über 30 Firmen, wissenschaftlichen Einrichtungen und Verwaltungen im Nordwesten Niedersachsens mit den Themenschwerpunkten bzw. Geschäftsbereichen: Nutzung Windenergie Photovoltaik Wasserstofftechnologie Geothermie und Biogas Informatik und dezentrales Energiemanagement Energieversorgung/Energiehandel Energieeffizienz von Gebäuden Die Ausrichtung von OLEC als Energiemix -Netzwerk konzentriert sich auf den Austausch und auf gemeinsame Projektentwicklung an der In 2005 heeft de stad Oldenburg samen met ondernemers uit de energiebranche, de universiteit Oldenburg (energie- en halfgeleideronderzoek) en ForWind, centrum voor windenergieonderzoek, het Oldenburger energie cluster OLEC opgericht. OLEC is een dynamisch groeiend PPP netwerk van intussen meer dan 30 firma s, wetenschappelijke instellingen en overheden in het noordwesten van Niedersachsen met als themazwaartepunten cq. marktsectoren: exploitatie van windenergie in alle voor- en nagelegen terreinen fotovoltaik zonne-energie waterstoftechnologie geothermie biogas informatica en decentraal energiemanagement nergievoorziening/energiehandel efficiënt energiegebruik in gebouwen >>> Seite ı blz 18 Op weg naar één europese energieregio 17

18 Energieforschung - Ausbildung Organisationen Seite ı blz 17 >>> Schnittstelle von konventionellen und erneuerbaren Energien. Mit dieser Ausrichtung hat OLEC ein Alleinstellungsmerkmal in Norddeutschland. In OLEC sind start-up Firmen aus der Universität Oldenburg oder der Fachhochschule Oldenburg/Ostfriesland/Wilhelmshaven genauso vertreten wie die big player z.b. die EWE AG und aleo solar AG, ein international führendes Unternehmen in der Produktion von Solarmodulen. OLEC hat sich zu einem regionalen Netzwerk entwickelt, das überregionale Beachtung gefunden hat. Das Bundesland Saarland hat sich bei der Entwicklung eines eigenen Energieclusters am Modell OLEC orientiert. OLEC hat außerdem den Anstoß und die konzeptionellen Grundlagen für den Aufbau eines Weser-Ems weiten RIS-Kompetenzzentrums Energie geliefert, das im Herbst 2007 den Geschäftsbetrieb in Oldenburg aufnehmen wird. Das Clustermanagement von OLEC wird auch in der Geschäftsführung von RIS-Energie vertreten sein. De organisatie van OLEC als energiemix -netwerk concentreert zich op de uitwisseling en gemeenschappelijke projectontwikkeling op het snijvlak van conventionele en hernieuwbare energie. Met deze organisatie heeft OLEC een unieke positie in Noord Duitsland. In OLEC zijn startende ondernemingen vanuit de Universiteit Oldenburg of van de Hogeschool Oldenburg / Ostfriesland / Wilhelmshaven vertegenwoordigd naast de grote spelers zoals EWE AG en Solar AG, een internationaal toonaangevend bedrijf in de productie van zonneenergie modules. Het innovatieve spectrum van OLEC wordt verduidelijkt door de volgende voorbeelden: OLEC heeft zich tot een regionaal netwerk ontwikkeld, dat vroegtijdig bovenregionale aandacht heeft gekregen.olec is bijv. als enig windenergienetwerk uit Niedersachsen vertegenwoordigd op de windenergiebeurs HUSUMWind. De deelstaat Saarland heeft zich bij de ontwikkeling van een eigen energiecluster op het model OLEC geörienteerd. OLEC heeft bovendien de impuls en de conceptionele basis geleverd voor de opbouw van een competentiecentrum voor energie voor het hele Weser-Ems gebied, dat in de herfst van 2007 in Oldenburg de poorten zal openen. Het clustermanagement van OLEC zal ook in de directie van dit energie-competentiecentrum vertegenwoordigd zijn. Foto: 18 Auf dem Weg zur Europäischen Energieregion

19

20 Energieforschung - Ausbildung Organisationen Grenzübergreifende Zusammenarbeit im Bereich Energie mit Förderung durch die Europäische Union ı Grensoverschrijdende samenwerking op het ı terrein van energie met ondersteuning van de Europese Unie Die Zusammenarbeit an der deutsch-niederländischen Grenze im Arbeitsgebiet des grenzübergreifenden Zweckverbands Ems Dollart Region (EDR) und im größeren Kooperationsraum der Neuen Hanse Interregio hat eine langjährige Tradition. Die Wirtschaftsministerien der Niederlande, der Länder Niedersachsen und Bremen sowie der Samenwerkingsverband Noord-Nederland haben im Juni 2006 bei der Konferenz Verstärken durch Vernetzen in einer gemeinsamen Erklärung insbesondere die zunehmende Bedeutung wirtschaftlicher grenzübergreifender Zusammenarbeit unterstrichen. Mit der Förderung durch die Europäische Kommission seit 1989 ist die Kooperation wesentlich weiterentwickelt worden. Bei der Vorbereitung zur neuen europäischen Strukturförderung im Zeitraum 2007 bis 2013, die sich insbesondere auf die Themen Innovation, Technologie, wissensbasierte Wirtschaft und Nachhaltigkeit konzentriert, ist sowohl im Norden der Niederlande als auch in Nordwestdeutschland das Themenfeld Energie als ein Bereich mit vielfältigen Entwicklungspotentialen aufgenommen worden. Die EDR hat das Thema in ihrem neuen INTERREG IVA- Programm im ersten Schwerpunkt Wirtschaft, Technologie und Innovation aufgegriffen. Dabei werden insbesondere die Ziele Förderung des Technologie- und Wissenstransfers zwischen Forschungseinrichtungen und der Wirtschaft und die Förderung von wirtschaftlichen Netzwerken sowie Förderung der grenzübergreifenden Zusammenarbeit von Unternehmen verfolgt. Auch die transnationale Kooperation unter INTERREG IVB wird sich dem Thema widmen. Die Partnerregionen der Neuen Hanse Interregio (NHI) erarbeiten zurzeit mit weiteren Regionen aus den Niederlanden, Großbritannien, Frankreich, Lettland und Polen ein gemeinsames Folgeprogramm zum erfolgreichen INTERREG IIIC Programm Hanse Passage. Themenschwerpunkt wird die grenzüberschreitende Kooperation und Clusterbildung im Energiebereich sein. De samenwerking aan de Duits-Nederlandse grens in het werkgebied van het grensoverschrijdende samenwerkingsverband Eems Dollard Regio (EDR) en het samenwerkingsgebied de Nieuwe Hanze Interregio heeft al een lange traditie. De ministeries van Economische Zaken van Nederland, de deelstaten Niedersachsen en Bremen en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland hebben in juni 2006 bij de conferentie Versterken door Samenwerking in een gemeenschappelijke verklaring vooral de toenemende betekenis van economische grensoverschrijdende samenwerking benadrukt. Met ondersteuning door de Europese Commissie is sinds 1989 de samenwerking aanzienlijk verder tot ontwikkeling gebracht. Bij de voorbereiding voor de nieuwe Europese structuurfondsen voor de periode , die zich vooral op de thema s innovatie, technologie, kenniseconomie en duurzaamheid concentreert, is zowel in Noord-Nederland als ook in Noordwest-Duitsland het thema energie als een sector met een veelzijdig ontwikkelingspotentieel opgenomen. De EDR heeft het thema in haar nieuwe INTERREG IVA programma onder het eerste zwaartepunt economie, technologie en innovatie opgenomen. Daarbij worden met name de doelen ondersteuning van technologie- en kennisoverdracht tussen onderzoeksinstellingen en het bdrijfsleven en bevordering van bedrijfsnetwerken en de bevordering van grensoverschrijdende samenwerking tussen bedrijven nagestreefd. Ook de transnationale samenwerking onder Interreg IVB zal zich met dit thema bezighouden. De partnerregio s van de Nieuwe Hanze Interregio (NHI) werken momenteel samen met andere regio s uit Nederland, Groot-Brittannie, Frankrijk, Letland en Polen aan een gemeenschappelijk vervolgprogramma op het succesvolle Interreg IIIC programma Hanse Passage. Het thematische zwaartepunt zal de grensoverschrijdende samenwerking en clusteropbouw op het gebied van energie zijn. Foto: Auf dem Weg zur Europäischen Energieregion