Het civiel effect van inburgering: conceptuele beschouwingen en nulmeting
|
|
- Guido van der Woude
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Het civiel effect van inburgering: conceptuele beschouwingen en nulmeting Johan Wets, Marie Seghers, Fernando Pauwels, Peter De Cuyper & Piet Van Avermaet
2 HET CIVIEL EFFECT VAN INBURGERING: CONCEPTUELE BESCHOUWINGEN EN NULMETING Johan Wets, Marie Seghers, Fernando Pauwels & Peter De Cuyper Projectleiding: Johan Wets (HIVA), Peter De Cuyper (HIVA) & Piet Van Avermaet (SDL) Onderzoek in opdracht van het Europees Integratiefonds
3 Gepubliceerd door KU Leuven HIVA - Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving Parkstraat 47 bus 5300, BE 3000 Leuven D/2012/4718/13 ISBN OMSLAGONTWERP Altera 2012 HIVA-KU Leuven Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by mimeograph, film or any other means, without permission in writing from the publisher.
4 Inhoud Lijst afkortingen 7 Lijst tabellen 9 Lijst figuren 11 Inleiding 13 Toename van diversiteit 13 Vraagstelling 14 Overzicht van de studie - leeswijze 14 - DEEL 1 Civiel Effect van het inburgeringsbeleid als concept Het concept civiel effect Inleiding Het beleidskader Inburgering als een interactief proces Civiel effect van het inburgeringsbeleid Naar een operationalisering van het concept civiel effect van inburgering Afbakening Conceptualisering Achtergrond bij het concept civiel effect Analyse van de literatuur en beleidsdocumenten 26 Inhoud 3 2 Percepties van het civiel effect van het inburgeringsbeleid op het veld Inleiding en situering Methodologie Opzet Ontvangende samenleving Beleidsuitvoerders Inburgeraars De interpretatie van civiel effect bij de ontvangende samenleving Civiel effect op de arbeidsmarkt Civiel effect in het onderwijs OCMW s, lokale besturen en civiel effect Civiel effect in de socialewoningmarkt Het civiel effect van het inburgeringsbeleid door de ogen van de beleidsuitvoerders Civiel effect: concept 57
5 2.4.2 Kennis inburgering in de ontvangende samenleving en bestaande vormen van civiel effect Beleid rond civiel effect wenselijk en waar liggen mogelijkheden? Meting civiel effect: suggesties en tips Conclusies institutioneel kader Het civiel effect van het inburgeringsbeleid door de ogen van de inburgeraars Onderzoeksvragen Vaststellingen 63 3 Percepties van civiel effect: literatuur en buitenlandse cases Integratiebeleid in Europa, inzichten uit internationaal vergelijkende studies Overzicht data en bronnen Integratiebeleid en monitoring in een EU-context Kenmerken en tendensen van integratiebeleid in de lidstaten Meten en monitoren van integratie Civiel effect van integratiebeleid? Bevraging sleutelfiguren Resultaten bevraging Synthese en bevindingen civiel effect Concept civiel effect Voorbeelden civiel effect Civiel effect op de arbeidsmarkt Nt2 versus MO Draagvlak voor streven naar civiel effect Pleidooi voor een resultaatsverbintenis? Valkuilen Meten en monitoren Advies en conclusie Uitdagingen voor integratiebeleid Concluderend 90 Inhoud 4 Conclusies deel Conceptuele uitklaring Bekendheid en perceptie inburgering Perspectief ontvangende samenleving in kader van inburgering Concept civiel effect Voorbeelden van civiel effect Meten van civiel effect Draagvlak voor civiel effect Social impact Wat kunnen we hieruit leren voor het, civiel effect van het, inburgeringsbeleid in Vlaanderen? 96 - DEEL 2 Het meten van civiel effect Civiel effect van het inburgeringsbeleid gemeten. De ontwikkeling van een meetinstrument Inleiding Mixed-methods en triangulatie Input vanuit de kwalitatieve bevraging bij de actoren in het veld Input vanuit de kwalitatieve bevraging bij het doelpubliek Operationalisering van het concept Werkwijze Grenzen en beperkingen Verschillende types indicatoren Een divers doelpubliek, diverse vragenlijsten Bevraging van de werkgevers Bevraging van de lokale besturen (als werkgever) Bevraging van de OCMW s Bevraging van de scholen Bevraging van het brede publiek Gehanteerde indicatorenset 105
6 5.8 Praktische uitleiding Civiel effect van het inburgeringsbeleid gemeten. Een nulmeting Inleiding Lokale besturen Inleiding Kennis Communicatie Houding Inspanningen Inburgeraars in dienst Voordelen bij het aanwerven van inburgeraars Hindernissen om inburgeraars aan te werven Scholen Inleiding Profielkenmeken van de antwoordende scholen Kennis Communicatie Houding Volgen van inburgeringstraject door ouders Voorbereiding Hindernissen in de contacten met inburgeraars Nood aan een inburgeringsbeleid Werkgevers Profielgegevens Kennis Communicatie Inspanningen Werknemers Houding ten opzichte van inburgeraars Voordelen en hindernissen bij het aanwerven van inburgeraars Nood aan een inburgeringsbeleid OCMW s Inleiding Kennis Communicatie Houding Inspanningen Aanwezigheid van inburgeraars Hindernissen Nood aan een inburgeringsbeleid Het brede publiek Inleiding Kennis Communicatie Noodzaak om een inburgeringsbeleid te voeren Een profiel van de bevraagde bevolking met betrekking tot het inburgeringsbeleid Synthese Kennis Communicatie Dient er een inburgeringsbeleid gevoerd te worden? Houding tegenover inburgeraars Gepercipieerde hindernissen Puntsgewijze conclusie 138 Inhoud 5 - DEEL 3 Samenvatting, conclusie en aanbevelingen Samenvatting Conclusies en aanbevelingen Is het nastreven van civiel effect/social impact opportuun? 8.2 Is een inburgeringscertificaat een optie?
7 8.3 Een brede kijk op civiel effect is noodzakelijk Tot slot: van civiel effect naar sociale impact 150 Bibliografie Inhoud
8 Lijst afkortingen HBO LDP MBO OECD OKAN VVSG Hoger beroepsonderwijs (Nederland) Language Policy Division (van de raad van Europa) Middelbaar beroepsonderwijs (Nederland) Organisation for Economic Cooperation and Development Onthaalklassen anderstalige nieuwkomers Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten 7 Lijst afkortingen
9
10 Lijst tabellen Tabel 2.1 Bevraagde organisaties binnen arbeidsmarkt, onderwijs, lokale besturen en OCMW s en sociaal wonen 31 Tabel 2.2 Institutionele actoren 32 Tabel 2.3 Vooropgestelde selectie 34 Tabel 2.4 Overzicht respondenten 35 Tabel 2.5 SWOT domein arbeidsmarkt 41 Tabel 2.6 SWOT domein onderwijs 48 Tabel 2.7 SWOT domein OCMW s 53 Tabel 2.8 SWOT domein socialewoningmarkt 57 Tabel 2.9 SWOT domein beleidsuitvoerders 62 Tabel 2.10 SWOT domein inburgeraars 72 Tabel 3.1 Indicatoren van integratie van migranten 75 Tabel 5.1 Overzicht indicatorenlijst per groep respondenten 106 Tabel 6.1 Sectoren die in de enquête vertegenwoordigd zijn naar omvang in de enquête 119 Tabel 6.2 Verband tussen de vragen aan het grote publiek en de achtergrondkenmerken 133 Lijst tabellen 9
11
12 Lijst figuren Figuur 1.1 Het continuüm formeel-informeel civiel effect 21 Figuur 1.2 Conceptueel model 24 Figuur 2.1 Samenhang verschillende onderzoeksluiken 30 Figuur 5.1 Aanpak en opeenvolging in het kader van data-triangulatie 100 Figuur 6.1 Kennis van het inburgeringsbeleid bij de lokale besturen 108 Figuur 6.2 Mening van de lokale besturen met betrekking tot de communicatie over het inburgeringsbeleid 109 Figuur 6.3 Ingeschatte houding ten opzichte van inburgeraars door personen werkend in de lokale besturen 109 Figuur 6.4 Houding ten opzichte van de inspanningen door inburgeraars geleverd (personen werkend in lokale besturen) 110 Figuur 6.5 Aandeel gemeenten met inburgeraars in dienst (in %) 110 Figuur 6.6 Gepercipieerde voordelen van het aanwerven van inburgeraars door lokale besturen (% populatie dat dat antwoord gaf) 111 Figuur 6.7 Gepercipieerde hindernissen bij het aanwerven van inburgeraars door lokale besturen (% populatie dat dat antwoord gaf) 112 Figuur 6.8 Verdeling van de scholen die geantwoord hebben naar onderwijsniveau 113 Figuur 6.9 Verdeling van de scholen die geantwoord hebben naar inrichtende macht 113 Figuur 6.10 Kennis van het inburgeringsbeleid in de scholen 114 Figuur 6.11 Mening van de scholen met betrekking tot de communicatie over het Inburgeringsbeleid 115 Figuur 6.12 Ingeschatte houding ten opzichte van inburgeraars door de respondenten uit het onderwijs 115 Figuur 6.13 Aandeel scholen met ouders die een inburgeringstraject gevolgd hebben 116 Figuur 6.14 Ingeschat voordeel van het volgen van een inburgeringstraject in de contacten met de scholen 116 Figuur 6.15 Gepercipieerde hindernissen in de contacten met inburgeraars in de scholen 117 Figuur 6.16 Meningen in het onderwijs over de noodzaak een inburgeringsbeleid te voeren 117 Figuur 6.17 Grootte van de ondernemingen in het onderzoek vergeleken met totale populatie 118 Figuur 6.18 Kennis van het inburgeringsbeleid bij de werkgevers 120 Lijst figuren 11
13 Lijst figuren 12 Figuur 6.19 Mening van de werkgevers met betrekking tot de communicatie over het inburgeringsbeleid 120 Figuur 6.20 Houding ten opzichte van de inspanningen door inburgeraars geleverd (personen werkend in lokale besturen) 121 Figuur 6.21 Aandeel bedrijven die allochtone burgers tewerkstellen 122 Figuur 6.22 Ingeschatte houding van de werkgevers ten opzichte van inburgeraars 122 Figuur 6.23 Gepercipieerde voordelen bij het aanwerven van inburgeraars (meerdere antwoordmogelijkheden) 123 Figuur 6.24 Gepercipieerde hindernissen bij het aanwerven van inburgeraars (meerdere antwoordmogelijkheden) 124 Figuur 6.25 Meningen bij de werkgevers over de noodzaak een inburgeringsbeleid te voeren 124 Figuur 6.26 Kennis van het inburgeringsbeleid bij de OCMW s 125 Figuur 6.27 Mening bij de OCMW s met betrekking tot de communicatie over het inburgeringsbeleid 126 Figuur 6.28 Ingeschatte houding ten opzichte van inburgeraars door de respondenten bij de OCMW s 126 Figuur 6.29 Houding ten opzichte van de inspanningen door inburgeraars geleverd (personen werkend in de OCMW s) 127 Figuur 6.30 Aandeel OCMW s dat met inburgeraars in contact komt 128 Figuur 6.31 Gepercipieerde hindernissen bij de contacten met de inburgeraars 128 Figuur 6.32 Meningen bij de OCMW s over de noodzaak een inburgeringsbeleid te voeren 129 Figuur 6.33 Kennis van het inburgeringsbeleid bij het brede publiek 130 Figuur 6.34 Mening met betrekking tot de communicatie over het inburgeringsbeleid 131 Figuur 6.35 Meningen bij de Vlaamse bevolking over de noodzaak een inburgeringsbeleid te voeren 132 Figuur 6.36 Belang van op de hoogte te zijn van het inburgeringsbeleid 132 Figuur 6.37 Visuele voorstelling van de verschillende appreciatieprofielen bij het brede publiek 134 Figuur 6.38 Synthese: kennis van het inburgeringsbeleid bij de verschillende deelpopulaties 135 Figuur 6.39 Synthese: appreciatie van de communicatie met betrekking tot het inburgeringsbeleid bij de verschillende deelpopulaties 135 Figuur 6.40 Synthese: moet de Vlaamse overheid een inburgeringsbeleid voeren? 136 Figuur 6.41 Synthese: ingeschatte houding ten opzichte van inburgeraars in de sector 137 Figuur 6.42 Synthese: gepercipieerde hindernissen bij de tewerkstelling of omgang met inburgeraars 138
14 Inleiding Toename van diversiteit De samenleving wordt steeds diverser. De term die deze evolutie het beste weergeeft, is de term superdiversiteit (Vertovec, 2007). Superdiversiteit slaat op de diversiteit die het gevolg is van migraties na Deze worden gekarakteriseerd door een enorme toename in de diversiteit op velerlei vlakken: nationaliteiten, migratiemotieven, modaliteiten voor immigratie en aan soorten aanwezigheid in de ontvangende gemeenschap. Hierdoor passen de bestaande modellen om diversiteit in Europa te beschrijven - waarin verschillen voornamelijk etnisch gedefinieerd worden - niet meer. Net om die steeds groter wordende diversiteit in een samenleving in goede banen te leiden, hebben de meeste Europese landen en regio s de laatste jaren een integratiebeleid uitgewerkt. Ook de Vlaamse overheid heeft zich sinds enkele jaren geëngageerd om van Vlaanderen een regio te maken waarin alle mensen, ongeacht hun herkomst, kunnen samenleven in diversiteit. De Vlaamse regering gaat daarbij uit van de basisprincipes van gelijkwaardigheid en actief, gedeeld burgerschap. Het is de bedoeling dat iedereen - oud of nieuw - actief aan de samenleving kan deelnemen. Het inburgeringsbeleid van de Vlaamse overheid is een belangrijk instrument in dit proces. De Vlaamse overheid beschouwt haar inburgeringsbeleid als een geschikte manier om nieuwkomers de kans te geven om een actief, gedeeld burgerschap op te nemen. In het Vlaamse inburgeringsprogramma wordt van de nieuwe burger een actief engagement gevraagd in de vorm van een scholingstraject rond taal en kennis van de samenleving. Dit wordt als een eerste stap in een proces van integratie beschouwd. Maar tegenover dit engagement staat ook een engagement van de samenleving in haar geheel. Welke plaats geven belangrijke actoren in de samenleving (onderwijs, arbeidsmarkt, socialehuisvestingsmarkt, lokale overheidsdiensten,...) aan dit engagement? Heeft het engagement van de nieuwe burger, aangegaan door deelname aan een inburgeringstraject, een maatschappelijke waarde? Opent dit gemakkelijker deuren op de arbeidsmarkt; in het onderwijs, op de socialehuisvestingsmarkt, in de communicatie met lokale overheden,...? Wat heeft een werkgever er aan als iemand kan aantonen dat hij een taaltraject heeft gevolgd? Die waarde wordt soms omschreven als het civiel effect. Aan het civiel effect worden echter vele invullingen gegeven. De definitie van civiel effect is niet altijd eenduidig. Ze varieert van een formeel (wettelijk geregeld) afdwingbaar kader tot een losser kader van waardering voor de geleverde inspanning. De spanning tussen een inspanningsverbintenis en een resultaatsverbintenis is cruciaal in de waarde van een inburgeringsattest. In de beleidsnota Inburgering en integratie stelt de bevoegde Vlaamse minister dat het civiel effect van inburgering moet verhoogd worden. Om dit te realiseren moet de Vlaamse Inleiding 13
15 samenleving de inspanningen van de inburgeraars erkennen en valideren, niet in het minst via werk. De invoering van een inburgeringscertificaat wordt hiertoe vooropgesteld. In de beleidsnota wordt ook verwezen naar het integratiedecreet van 30 april 2009 om deze doelstelling via regelgeving te realiseren. Om een dergelijk beleid uit te werken en te implementeren, moeten een aantal voorafgaande vragen beantwoord worden. Deze vragen kunnen opgedeeld worden in een drietal luiken: 1. het begrip civiel effect van een inburgeringsattest moet vanuit theoretisch oogpunt gedefinieerd worden. Wat wordt er precies bedoeld met het civiel effect?; 2. het draagvlak voor het verhogen - en dus in bepaalde mate afdwingbaar maken - van het civiel effect van het inburgeringsattest bij de betrokken actoren en in de betrokken maatschappelijke domeinen moet afgetoetst worden; 3. de randvoorwaarden en de kritische succesfactoren voor de implementatie van een inburgeringscertificaat moeten in kaart gebracht worden. Vraagstelling Uit het voorgaande kan een vraagstelling afgeleid worden. De centrale vraag die geformuleerd kan worden, is of het inburgeringstraject een civiel effect heeft voor de nieuwe burger. Is er een draagvlak bij belangrijke actoren in de Vlaamse samenleving om aan het inburgeringstraject een civiel effect te geven? En wat zijn de randvoorwaarden, wat zijn de kritische succes- en faalfactoren om te komen tot een civiel effect van een inburgeringstraject, van een inburgeringscertificaat. Inleiding Deze centrale vragen roepen de volgende subvragen op: - Wat verstaan we onder civiel effect? Hoe omschrijven/definiëren we civiel effect? - Hoe wordt civiel effect nu door verschillende actoren gepercipieerd en omschreven? - Wat is de waarde van het huidige inburgeringsattest dat aangeeft dat de primaire fase van het inburgeringstraject is afgelegd? Met andere woorden, hoe groot is het civiel effect van het huidige inburgeringsattest voor nieuwkomers en de samenleving in haar geheel, in het bijzonder de arbeidsmarkt, onderwijs, sociale huisvesting en lokale besturen (e.g. OCMW s)? - Wat zijn de indicatoren/criteria om civiel effect in kaart te kunnen brengen? - Wat zijn de randvoorwaarden en kritische succesfactoren voor het bekomen van een civiel effect? - Wat is de rol van lokale besturen in het geven van civiel effect aan een inburgeringscertificaat? 14 Overzicht van de studie - leeswijze Deze onderzoeksopdracht is gericht op het beantwoorden van bovenstaande vragen. In een eerste hoofdstuk wordt verduidelijkt wat verstaan kan worden onder het concept civiel effect, hoe dit concept zich verhoudt tot het concept social impact en in hoeverre een maatschappelijk draagvak belangrijk is bij de interpretatie van dit concept. In een tweede hoofdstuk wordt verslag gedaan van de kwalitatieve bevraging van een aantal belangrijke actoren op het veld. Zij werden gevraagd naar hun mening over en hun inzichten betreffende het civiel effect van het inburgeringsprogramma. Er werden relevante actoren in het onderwijs, arbeidsmarkt, bij de OCMW s, in de sector van de sociale huisvesting en bij de aanbodsverstrekkers van inburgeringsprogramma s gezocht. Bij deze respondenten werd gepeild naar hun kennis over de vertrouwdheid met en het gepercipieerde nut van het inburgeringstraject. Bij de belangrijkste institutionele actoren werd tevens gepeild naar het draagvlak voor een civiel effect voor het behaalde inburgeringsattest. Het doel van deze bevraging was om ener-
16 zijds de definitie van het begrip civiel effect aan te scherpen en anderzijds dit te vertalen naar indicatoren om het civiel effect van het inburgeringstraject te meten. In het derde hoofdstuk worden de inhoudelijke inzichten getoetst aan de ervaringen in het buitenland. Het doel van de bevraging bij buitenlandse experts was zowel om een zicht te krijgen op de praktijk in verschillende Europese landen, als om concrete voorbeelden te kunnen krijgen van hoe het civiel effect van het inburgeringsbeleid gemeten zou kunnen worden. Hoofdstuk 4 brengt een synthese van de eerste drie hoofdstukken en slaat een brug naar de uiteindelijke instrumentontwikkeling. De wijze waarop dit tot stand gekomen is, en de indicatoren die weerhouden zijn worden in het meer technische hoofdstuk 5 beschreven. Dit hoofdstuk bevat onder meer een beschrijving van de verschillende deelgroepen die bevraagd werden en van de specificiteit van de bevraging van deze deelgroepen. Er werd gefocust op werkgevers, lokale besturen, OCMW s en het onderwijs. Als uitbreiding en controle werd nog een bevraging van het brede publiek toegevoegd. Het doel is van hiermee op langere termijn verder te werken. Dit instrument kan groeien en informatie vergaren om delen van het inburgerings- en integratiebeleid te monitoren en desgewenst bij te sturen. De toepassing van het ontwikkelde instrument wordt beschreven in hoofdstuk 6. De resultaten van de verschillende deelbevragingen worden beschreven en naast elkaar geplaatst. De focus van deze rapportering ligt op het draagvlak dat kan gevonden worden voor het inburgeringsbeleid. De antwoorden laten toe op een groot deel van de onderzoeksvragen in te gaan. In een afsluitend hoofdstuk wordt alles gesynthetiseerd, worden een aantal conclusies geformuleerd en worden aanbevelingen gedaan. Dit hoofdstuk wordt gepresenteerd in de vorm van een Management summary. 15 Inleiding
17
18 - DEEL 1 CIVIEL EFFECT VAN HET INBURGERINGSBELEID ALS CONCEPT -
19
20 1 Het concept civiel effect 1.1 Inleiding Aan het concept civiel effect worden vele invullingen gegeven: de definitie ervan is niet altijd eenduidig. Het concept varieert van een formeel (wettelijk geregeld) afdwingbaar kader tot een losser kader van waardering voor de geleverde inspanning of het gevoerde beleid. Dit vertaalt zich in de vraag of het behalen van een inburgeringsattest het resultaat moet zijn van een inspanningsverbintenis of van een resultaatsverbintenis. De centrale vraag die daarbij geformuleerd kan worden, is of het inburgeringstraject een civiel effect heeft. Is er een draagvlak bij belangrijke actoren in de Vlaamse samenleving om aan het inburgeringstraject een erkenning te geven, een civiel effect te geven? En wat zijn de randvoorwaarden, wat zijn de kritische succes- en faalfactoren om te komen tot een civiel effect van een inburgeringstraject en van een inburgeringscertificaat. In de volgende paragrafen wordt het concept civiel effect geoperationaliseerd. Nadien wordt op basis van de spaarzame gegevens die in de literatuur en op het veld gevonden kunnen worden, deze operationalisering geduid. In die zin vormt dit onderzoek een aanvulling op de onderzoeken die de effectiviteit en efficiëntie van het inburgeringsbeleid evenals de output en impact van het beleid al uitvoerig in kaart brachten (De Cuyper et al., 2010). hoofdstuk 1 Het concept civiel effect 1.2 Het beleidskader Inburgering als een interactief proces Zowel het Vlaamse inburgeringsdecreet als de richtlijnen binnen Europa benadrukken de dubbele dynamiek van inburgering en integratie. Op Europees niveau en meer bepaald in het programma van Stockholm wordt verwezen naar integratie als dynamisch wisselwerkingsproces dat niet alleen inspanningen van de nationale, regionale en lokale autoriteiten vereist, maar ook een grotere betrokkenheid van de ontvangende samenleving en de immigranten zelf (Europese Raad, 2010). In haar mededeling omtrent migratie, van 2010, benadrukt de Europese Commissie het belang van een inclusieve samenleving. Integratie wordt daarom omschreven als een tweezijdig proces dat inspanningen veronderstelt van zowel de inburgeraar als de ontvangende samenleving (Europese Commissie, 2010).
21 De dubbele benadering die in de Europese richtlijnen te vinden is, vormt ook de benadering in het Vlaamse beleid. In het inburgeringsdecreet van 28 februari 2003 wordt inburgering als volgt omschreven: Een interactief proces waarbij de overheid aan inwijkelingen een specifiek programma aanbiedt, dat hun enerzijds de mogelijkheid biedt om hun zelfredzaamheid te verhogen en anderzijds ertoe bijdraagt dat de samenleving die personen als volwaardige burgers erkent, met als doel een volwaardige, actieve participatie en een gedeeld burgerschap van eenieder en het verkrijgen van een voldoende sociale samenhang. 1 De definitie van inburgering in het decreet behelst twee perspectieven, dat van de inburgeraar enerzijds en dat van de ontvangende samenleving anderzijds. Van de nieuwkomer wordt verwacht dat hij leert zelfredzaam te zijn. Vermits inburgering een interactief proces is, wordt van de ontvangende samenleving ook verwacht dat zij hierin stappen onderneemt. Het beleidskader rond dit laatste is echter veel minder duidelijk uitgewerkt dan het luik rond de verantwoordelijkheid van de inburgeraar (Pauwels, 2010). Pauwels en Lamberts (2010) concluderen in hun onderzoek naar de impact van het inburgeringsbeleid dat het beleid sterk gericht is op de inspanningen van de inburgeraar en minder aandacht heeft voor de wijzigingen die er zouden moeten plaatsvinden in de ontvangende samenleving. Inburgering blijkt voor een groot deel van de mensen die een traject gevolgd hebben een goede basis voor zelfredzaamheid te zijn, maar om de stap naar verdere integratie te kunnen zetten, moet de ontvangende maatschappij hiervoor open staan en voldoende toegankelijkheid creëren (Pauwels & Lamberts, 2010). Dit laatste punt, de mate waarin de ontvangende samenleving zich openstelt of zou kunnen openstellen voor de inburgeraars, staat centraal in deze studie. hoofdstuk 1 Het concept civiel effect Civiel effect van het inburgeringsbeleid Toegepast op inburgering vinden we de term civiel effect voor het eerst letterlijk terug in de beleidsnota inburgering en integratie van minister Bourgeois (2009). De minister wil dat het effect van inburgering verhoogd wordt. Daarbij ziet hij niet enkel een taak weggelegd voor de individuele inburgeraars, maar ook voor de maatschappij die de inspanningen van deze inburgeraars door het volgen van een inburgeringstraject moet erkennen en valideren. Civiel effect wordt door de minister omschreven als de maatschappelijke erkenning, valorisatie en waardering van de geleverde inspanningen van de inburgeraars. Ook in de vorige beleidscyclus was er aandacht voor het civiel effect van inburgering, al werd die term toen nog niet gebruikt en had minister Keulen het over het maatschappelijk effect van het inburgeringsattest. Minister Keulen stelde in zijn beleidsbrief het volgende: De maatschappelijke waardering voor de inspanning van de inburgeraars zou een aanzet moeten vormen voor de inburgeraar om het attest te behalen. Dit maatschappelijk effect kan inhouden dat het inburgeringsattest gevaloriseerd wordt bij sollicitatieprocedures of een erkend attest wordt bij inschrijvingen bij vormingsinstellingen. (Keulen, 2004) Zowel op Europees als op Vlaams niveau wordt de rol van de ontvangende samenleving in het inburgeringsproces benadrukt. Wat die rol precies inhoudt of hoe de waardering van de inspanningen die inburgeraars geleverd hebben vorm moet krijgen, komt zowel in het decreet als in de opeenvolgende beleidsnota s enkel impliciet naar voren. Een expliciete concretisering blijft nog achterwege. 1 Decreet Vlaams inburgeringsbeleid hoofdstuk 1 artikel 2.
22 1.3 Naar een operationalisering van het concept civiel effect van inburgering Afbakening Het inburgeringstraject omvat een primair en een secundair gedeelte. Het primair traject beoogt de verhoogde zelfredzaamheid van de inburgeraars. Op het einde van het primair traject moet de inburgeraar in principe snel kunnen doorstromen in een vervolgprogramma in functie van werk, diploma of maatschappelijke participatie. Het secundair traject beoogt de volwaardige participatie van de inburgeraars aan de samenleving en biedt een vervolgtraject aan met het oog op hun levensloopbaan. Civiel effect van inburgering betreft hier in eerste instantie het civiel effect van het primair inburgeringstraject. Dat traject is voor veel inburgeraars verplicht en heeft een duidelijk afgelijnde start- en eindperiode. De inhoud van het vormingsprogramma is ook meer uitgewerkt dan het secundair traject dat eigenlijk onder de regie van de reguliere voorzieningen valt. Het primair traject omvat een module maatschappelijke oriëntatie, een cursus Nederlands als tweede taal en (loopbaan)oriëntatie. Inburgering verloopt niet enkel langs het formeel inburgeringstraject, maar omvat ook een eerder informeel proces van inburgering. Dat proces houdt veel meer in dan het vormingsprogramma van het primair inburgeringstraject. Ook mensen die geen traject gevolgd hebben, vinden hun weg in de samenleving. Het inburgeringstraject is een belangrijke facilitator om mensen op weg te helpen, maar lang niet de enige (Pauwels & Lamberts, 2010). In het onderstaande wordt ingegaan op het civiele effect van het formele inburgeringstraject Conceptualisering Civiel effect is een nieuwe invalshoek om de impact van inburgering te bekijken. Een verkenning en uitklaring van het concept civiel effect van inburgering is een eerste stap in dit onderzoek. In een eerste fase werd op basis van een literatuurstudie en een bevraging van experten uit Nederland een startconcept afgeleid. Dit initiële concept, met als vertrekpunt een onderscheid tussen formeel en informeel civiel effect, werd doorheen het onderzoek verder uitgediept en culmineerde in twee onderscheiden dimensies, civiel effect als de formeel-juridische dimensie en social impact als de meer informele en breed maatschappelijke dimensie van waardering en erkenning van inburgeraars Fase 1: formeel versus informeel civiel effect Het initieel gehanteerde conceptuele model vertrok van twee dichotome concepten: formeel civiel effect enerzijds en informeel civiel effect anderzijds. In de realiteit is het onderscheid tussen beiden niet duidelijk te maken en is er eerder sprake van een continuüm. Vanuit een pragmatisch perspectief werd ervoor geopteerd om civiel effect van inburgering vanuit twee dichotome variabelen te omschrijven. 21 hoofdstuk 1 Het concept civiel effect Figuur 1.1 Het continuüm formeel-informeel civiel effect Formeel civiel effect < > Informeel civiel effect
23 Het civiel effect van inburgering is enerzijds een formeel juridisch concept dat aangeeft in welke mate aan het volgen van het inburgeringstraject of het inburgeringsattest welbepaalde voordelen of rechten ontleend kunnen worden binnen bepaalde maatschappelijke domeinen zoals de arbeidsmarkt, het onderwijs, wonen, binnen lokale besturen, enz. Het geeft aan dat centrale actoren en instellingen binnen die domeinen het inburgeringsprogramma en de inspanningen die de inburgeraars zich getroost hebben om het programma te volgen herkennen, waarderen en erkennen en daardoor toegang verlenen tot hun dienstverlening. Formeel civiel effect gaat dus over de mate waarin de deelname aan een volledig inburgeringstraject die rechten afdwingbaar kan maken. Een kanttekening hierbij is dat afdwingbaarheid niet gelijk hoeft te staan aan automatische toegang tot een welbepaald maatschappelijk domein. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen noodzakelijke en voldoende voorwaarden. Het wel of niet hebben van een (inburgerings)attest kan een noodzakelijke voorwaarde zijn, maar geen voldoende voorwaarde. Ter illustratie: een diploma lasser kan een voorwaarde zijn om toegang te krijgen tot het beroep van lasser, maar een werkgever kan daarnaast ook nog andere eisen hebben ten aanzien van een toekomstige werkgever zoals een welbepaald taalniveau, het beschikken over een rijbewijs, aandacht voor veiligheid, enz. Een diploma lasser is dus een specifieke voorwaarde om een job als lasser te kunnen uitvoeren, maar zeker niet de enige. Civiel effect in het kader van inburgering kan ook worden opgevat als maatschappelijke waardering, erkenning en betrokkenheid. Het gaat dan niet om civiel effect in de strikt formele betekenis van het woord en in relatie tot een attest of een getuigschrift, maar eerder om een ruimer, informeel effect dat breed maatschappelijk te situeren valt. In het kader van inburgering moet deze dimensie zeker in rekening worden gebracht. Civiel effect van inburgering valt niet volledig tot puur formele aspecten te herleiden, maar gaat ook over een breed maatschappelijk draagvlak, openheid en positieve waardering voor de inburgeraars in de samenleving. hoofdstuk 1 Het concept civiel effect 22 Deze tweedeling leverde ons volgende definiëring van het concept civiel effect van inburgering op: Civiel effect van inburgeringsbeleid is de mate waarin een inburgeringsprogramma en eventueel het bijhorend studiebewijs enerzijds vanuit een formeel perspectief herkenning, waardering en erkenning oplevert binnen de afnemende velden onderwijs, arbeidsmarkt, sociale huisvesting en lokale besturen en daardoor toegang verleent tot hun dienstverlening en anderzijds vanuit een informeel perspectief, de mate waarin er draagvlak is voor de waardering van de inspanningen van inburgeraars. Beide perspectieven beïnvloeden elkaar. In het kwalitatieve luik van dit onderzoek zijn we van deze definitie vertrokken om het concept voor te stellen en daaropvolgend de relevantie en het draagvlak voor deze invulling af te toetsen. Bij de bevraging van de beleidsuitvoerders werd volgende werkdefinitie gehanteerd: Het civiel effect is de waardering die de maatschappij formeel en informeel toekent aan zowel het attest als de inburgeringsinspanningen die de inburgeraar heeft geleverd in het primair traject. We maken daarbij een onderscheid tussen een formeel, algemeen juridisch afdwingbaar civiel effect (bv. toegang tot sociale huisvesting, koppeling met verblijfsvergunning,...) en informeel civiel effect. Dit laatste gaat dan om blijken van waardering. Voorbeelden zijn een lokaal bestuur die een receptie organiseert als blijk van waardering voor het behalen van het inburgeringsattest of de waardering van een buur voor het feit dat een inburgeraar een traject heeft gevolgd, maar ook een OCMW dat lokaal beslist om het inburgeringsattest als toegang tot artikel 60 te beschouwen Fase 2: van informeel civiel effect naar social impact Doorheen het kwalitatieve luik van dit onderzoek is gebleken dat informeel civiel effect beter gevat wordt door het concept social impact. De informele en breed maatschappelijke kant van waardering en erkenning van inburgeraars is van essentieel belang voor de wederkerigheid van
HET CIVIEL EFFECT VAN INBURGERING: CONCEPTUELE BESCHOUWINGEN EN NULMETING
HET CIVIEL EFFECT VAN INBURGERING: CONCEPTUELE BESCHOUWINGEN EN NULMETING Johan Wets (HIVA), Marie Seghers (SDL), Fernando Pauwels (HIVA) & Peter De Cuyper (HIVA) Projectleiding: Johan Wets (HIVA), Peter
Nadere informatieAdvies ten gronde over certificaatsupplementen
ADVIES Algemene Raad 27 november 2008 AR/KST/ADV/012 Advies ten gronde over certificaatsupplementen VLAAMSE ONDERWIJSRAAD, KUNSTLAAN 6 BUS 6, 1210 BRUSSEL www.vlor.be Advies ten gronde over certificaatsupplementen
Nadere informatieVOORSTEL VAN DECREET. van de heren Mark Demesmaeker, Jan Peumans, Geert Bourgeois, Piet De Bruyn en Kris Van Dijck en mevrouw Helga Stevens
Zitting 2008-2009 14 januari 2009 VOORSTEL VAN DECREET van de heren Mark Demesmaeker, Jan Peumans, Geert Bourgeois, Piet De Bruyn en Kris Van Dijck en mevrouw Helga Stevens houdende wijziging van het decreet
Nadere informatienr. 695 van CHRIS JANSSENS datum: 31 augustus 2016 aan LIESBETH HOMANS Inburgering - Vormingsprogramma - Resultaatverbintenis
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 695 van CHRIS JANSSENS datum: 31 augustus 2016 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE
Nadere informatieDe NT2-trajecten van inburgeraars in kaart gebracht
De NT2-trajecten van inburgeraars in kaart gebracht Mid term conference 26 november 2013 Montserrat González Garibay (HIVA) Peter De Cuyper (HIVA) montserrat.gonzalezgaribay@kuleuven.be peter.decuyper@kuleuven.be
Nadere informatieVR DOC.0254/1TER
VR 2018 3003 DOC.0254/1TER VR 2018 3003 DOC.0254/1TER DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Eerste
Nadere informatieDe NT2-trajecten van inburgeraars: een diagnose Peter De Cuyper HIVA Inhoud
De NT2-trajecten van inburgeraars: een diagnose Brussel, 28 03 2014 Peter De Cuyper HIVA peter.decuyper@kuleuven.be Inhoud Situering en opzet Conclusies 2 1 Situering Steunpunt Inburgering en Integratie
Nadere informatieAFKORTINGEN EN BEGRIPPENKADER Ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse kinderopvang
AFKORTINGEN EN BEGRIPPENKADER Ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse kinderopvang BKO BSO CVO CVS ERSV ESF EVC EVK IBO K&G PLOT POP RESOC SERR SERV VBJK VCOK VDAB VDKO VLOR VSPW VZW Buitenschoolse Kinderopvang
Nadere informatieAddendum Tewerkstelling van kansengroepen bij lokale besturen
Addendum Tewerkstelling van kansengroepen bij lokale besturen 1. Situering De nieuwe cijfers uit de stads- en gemeentemonitor 2018 vormen de aanleiding voor dit addendum bij het advies van de van 6 juni
Nadere informatieIntegratie: een boom met veel takken PETER DE CUYPER MONTSERRAT GONZÁLEZ GARIBAY
Integratie: een boom met veel takken PETER DE CUYPER MONTSERRAT GONZÁLEZ GARIBAY Peter De Cuyper werkt aan het HIVA als onderzoeksleider, in onder andere inburgerings-, integratie- en arbeidsmarktbeleid
Nadere informatieKwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016
Kwaliteitsvol jeugdwerk Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 In vogelvlucht Kwaliteitsvol jeugdwerk Toelichting bij de politieke discussie in de EU en het traject van de
Nadere informatieSport en tewerkstelling van jongeren. Marc Theeboom / Joris Philips
Sport en tewerkstelling van jongeren Marc Theeboom / Joris Philips studie Kan sport bijdragen tot competentie-ontwikkeling voor kortgeschoolde jongeren, waardoor hun tewerkstellingskansen toenemen? initiatieven
Nadere informatieDe Sociale plattegrond
De Sociale plattegrond Sector: Inburgering Spreker: Sofie Michielsen (Inburgering Oost-Vlaanderen) WAT IS INBURGERING? - 2-1 Opdracht Inburgering = Vlaamse beleid Opstap tot integratie door het onthalen
Nadere informatieFederaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012
Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012 Federaal Plan Armoedebestrijding Reactie van BAPN vzw BAPN vzw Belgisch Netwerk Armoedebestrijding Vooruitgangstraat 333/6 1030
Nadere informatieOnderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen
Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen Voorwoord Geert Goeyvaerts, Marietta Haffner, Kristof Heylen, Katleen Van den Broeck, Frank Vastmans (coördinator) en Sien Winters Promotor: Erik Buyst Onderzoek
Nadere informatieHoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)
Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.
Nadere informatiegezamenlijk advies 22 januari 2013
ONTWERPBESLUIT houdende uitvoering van het decreet van 18 november 2011 tot regeling van bewijs van taalkennis gezamenlijk advies 22 januari 2013 VLABEST - Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken Boudewijnlaan
Nadere informatieEvaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma
Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel
Nadere informatieDe NT2 trajecten van inburgeraars in kaart gebracht. Peter De Cuyper HIVA. Inhoud
De NT2 trajecten van inburgeraars in kaart gebracht VLOR, Brussel, 21 01 2014 Peter De Cuyper HIVA peter.decuyper@kuleuven.be Situering Inhoud De evaluatie van taaltrajecten Opzet Methodologie Conclusies
Nadere informatieNederlandse samenvatting (Summary in Dutch)
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als
Nadere informatieBrussel, 10 december _Advies_accreditatieverdrag. Advies. Accreditatieverdrag met Nederland
Brussel, 10 december 2003 111903_Advies_accreditatieverdrag Advies Accreditatieverdrag met Nederland Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding en situering adviesvraag... 3 2. Samenvatting... 4 3. Advies...5 2 1.
Nadere informatieAdvies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC)
ALGEMENE RAAD 25 november 2010 AR-AR-KST-ADV-005 Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC) Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219
Nadere informatieBrussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen
Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.
Nadere informatieDiversiteit in integratie
n. Diversiteit in integratie Auteur(s): Peter De Cuyper en Johan Wets 1 Abstract Vlaanderen ontvangt jaarlijks meer dan 20 000 nieuwkomers. Naast immigratie kwam de voorbije jaren, net zoals in de omringende
Nadere informatieNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de
Nadere informatieGelet op de aanvraag van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding ontvangen op 16 maart 2017;
1/5 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 32/2017 van 21 juni 2017 Betreft: aanvraag van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) tot uitbreiding van het
Nadere informatieNederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de
Nadere informatieSTEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap
STEM Visietekst van het GO! 28 november 2016 onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 2 Samenvatting In de beleidsnota 2014-2019 stelt Vlaams minister van Onderwijs de ambitie om leerlingen warmer te maken
Nadere informatieAdvies. betreffende het voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 4 juni 2003 betreffende het inwerkingsbeleid
Brussel, 13 maart 2006 130306 Advies inwerkingsbeleid Advies betreffende het voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 4 juni 2003 betreffende het inwerkingsbeleid Inhoud Inhoud... 2 1.
Nadere informatieMEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING
De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en armoedebestrijding
Nadere informatieBrussel, 18 februari _Advies_Integratiedecreet. Advies
Brussel, 18 februari 2009 021809_Advies_Integratiedecreet Advies Over het voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 28 april 1998 inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele
Nadere informatie3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium
Dit document is een onderdeel uit het advies Drie routes naar een valide examenproduct van mei 2016. De uitwerking van het advies vindt plaats vanaf augustus 2016 door de hiervoor aangestelde kwartiermaker
Nadere informatieTalenten en competen-es als bron voor solidariteit? DieGem conferen-e 1 april 2014
Talenten en competen-es als bron voor solidariteit? DieGem conferen-e 1 april 2014 Vragen Welke rol spelen competen-es en talenten binnen uw werking/domein (in de context van superdiversiteit)? Kan een
Nadere informatie3. Kan de minister meedelen welk aandeel van de asielzoekers daadwerkelijk een taalcursus start?
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 387 van CHRIS JANSSENS datum: 23 februari 2016 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE
Nadere informatieRapport over de screening van ontwerpcertificaatsupplementen
EINDDOCUMENT Algemene Raad 23 april 2009 AR/VB/KST/END/001 Rapport over de screening van ontwerpcertificaatsupplementen VLAAMSE ONDERWIJSRAAD, KUNSTLAAN 6 BUS 6, 1210 BRUSSEL www.vlor.be Rapport over de
Nadere informatieCommunicatierichtlijnen NLQF
Communicatierichtlijnen NLQF Aan de door u aangeboden kwalificatie is een NLQF-niveau toegekend. Dit betekent dat u nu, voor deze kwalificatie, gebruik kunt gaan maken van een NLQF niveau-aanduiding. Het
Nadere informatieSectoren / paritaire comités Methodologie
Sectoren / paritaire comités Methodologie Wouter Vanderbiesen Mei 2014 Methodologie Steunpunt Werk en Sociale Economie Parkstraat 45 bus 5303-3000 Leuven T:+32 (0)16 32 32 39 steunpuntwse@kuleuven.be www.steunpuntwse.be
Nadere informatieNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: ontwerpbesluit tot regeling van steun aan projecten van collectief O&O en collectieve kennisverspreiding
Nadere informatieGEÏNTEGREERD EVC-BELEID. Lieselotte Bommerez
GEÏNTEGREERD EVC-BELEID Lieselotte Bommerez Wat levert EVC op? Individuen Laten zien wat ze waard zijn: - Aan huidige of toekomstige werkgever - Zelfvertrouwen/zelfbewuster - Tweede kans/extra kwalificatie
Nadere informatieRecept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent
Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent Het gerecht Het resultaat: weten dat u met de juiste dingen bezig bent. Alles is op een bepaalde manier meetbaar.
Nadere informatieOntwerp van decreet. betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid. Amendementen ( ) Nr. 7 7 mei 2013 ( )
stuk ingediend op 1867 (2012-2013) Nr. 7 7 mei 2013 (2012-2013) Ontwerp van decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid Amendementen Stukken in het dossier: 1867 (2012-2013) Nr. 1:
Nadere informatieDivers personeelsbeleid: personen met een arbeidshandicap
Divers personeelsbeleid: personen met een arbeidshandicap Kennismaking Sophie De Wintere HR consulent diversiteit Dienst Personeelsmanagement Elke Deforce Diensthoofd bureau voor diversiteitsmanagement
Nadere informatieDIVERSITEIT IN de gemeente
DIVERSITEIT IN de gemeente Ondersteuning op maat van lokale besturen Diversiteit in Vlaanderen Een diversiteitsvriendelijk Vlaanderen Vlaanderen is divers, ook etnisch-cultureel. De aanwezigheid van mensen
Nadere informatieWarme overdracht tussen leren en werken en de VDAB: visietekst
Raad Secundair Onderwijs 2 april 2015 RSO-RSO-END-1415-001 Warme overdracht tussen leren en werken en de VDAB: visietekst Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219 42 99 F +32
Nadere informatieDeterminanten van een geslaagd NT2 traject
Determinanten van een geslaagd NT2 traject Joke Meeus & Peter De Cuyper Meeus, J & De Cuyper, P. (2015). De NT2- trajecten van inburgeraars in kaart gebracht: Inzicht in de doelgroep, het behalen van basistaalvaardigheid,
Nadere informatieChecklist EVC-procedure voor organisaties
Checklist EVC-procedure: voor organisaties Checklist EVC-procedure voor organisaties Eén van de instrumenten uit de toolbox van het kwaliteitsmodel EVC is de checklist voor organisaties. Met behulp van
Nadere informatieProject Wegwijzer: planning 22 december 2017
Wegwijzer: Algemeen overzicht WEGWIJZER - Strategische doelstelling 1: Professionaliseren en uitdragen van het project Wegwijzer naar de burgers en naar het beleid Operationele doelstelling 1.1 Professionaliseren
Nadere informatieEmployabilityDriver. Waarom een strategische discussie over employability beleid?
EmployabilityDriver Waarom een strategische discussie over employability beleid? We weten al een tijd dat door vergrijzing en ontgroening de druk op de arbeidsmarkt toeneemt. Het wordt steeds belangrijker
Nadere informatieTweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie
Mr Roger VAN BOXTEL, Minister of City Management and Integration, Netherlands Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie 21-22 mei 2001 Enkel gesproken tekst geldt Tweede
Nadere informatieVormingen. Aanbod in West-Vlaanderen
Vormingen Aanbod in West-Vlaanderen 1 JANUARI 2017 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Het Agentschap Integratie
Nadere informatieVoorlichtingsbijeenkomst EVC aanbieders en beoordelende organisaties. Tijs Pijls, 17 november 2015
Voorlichtingsbijeenkomst EVC aanbieders en beoordelende organisaties Tijs Pijls, 17 november 2015 Programma 13.30: Opening en welkom, toelichting programma. Mijlpalen in de ontwikkeling EVC van de afgelopen
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen
Nadere informatieStaten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen. Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014
Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014 Doel en opzet Basisprincipes Voorbereidende werkgroepen Resultaat van de Staten-Generaal Vooraf
Nadere informatieVlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel
Evaluatie van beleid en beleidsinstrumenten Protocol tussen de entiteit 1 verantwoordelijk voor de (aansturing van de) evaluatie en (de instelling verantwoordelijk voor) het beleidsinstrument Vlaamse overheid
Nadere informatieSYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING
SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING Studiedienst en Prospectief Beleid 1 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Vlaamse Overheid Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030
Nadere informatieInleiding. Johan Van der Heyden
Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be
Nadere informatie13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en
Inhoudsopgave Dankwoord 5 Lijst van gebruikte Afkortingen 9 Lijst van figuren 15 Lijst van tabellen 16 1. Algemene inleiding 19 1.1. Inspiraties voor het onderzoek 24 1.2. Praktische relevantie van het
Nadere informatieNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van
Nadere informatieStichting Empowerment centre EVC
I N V E N T A R I S A T I E 1. Inleiding Een inventarisatie van EVC trajecten voor hoog opgeleide buitenlanders in Nederland 1.1. Aanleiding De Nuffic heeft de erkenning van verworven competenties (EVC)
Nadere informatieDe Vlaamse kwalificatiestructuur
De Vlaamse kwalificatiestructuur 3 november 2008 Rita Dunon Strategisch Onderwijs- en Vormingsbeleid Wat is een kwalificatie? Afgerond geheel van competenties Competenties: geheel van kennis, vaardigheden
Nadere informatieProjectmatig 2 - werken voor lokale overheden
STUDIEDAG Projectmatig werken in lokale overheden LEUVEN 27 oktober 2011 Projectmatig werken in de lokale sector Katlijn Perneel, Partner, ParFinis Projectmatig 2 - werken voor lokale overheden 1 Inhoud
Nadere informatieSTERKE SCHAKELS. Samen werken aan functionele taalvaardigheid. Probleemstelling STERKE SCHAKELS 1
STERKE SCHAKELS Samen werken aan functionele taalvaardigheid Probleemstelling Jongeren in het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) en het beroepssecundair onderwijs (BSO) stromen vaak uit zonder
Nadere informatieZelfevaluatie-instrument in verband met belemmerende en bevorderende organisatiefactoren voor inclusie van personen met een handicap.
Zelfevaluatie-instrument in verband met belemmerende en bevorderende organisatiefactoren voor inclusie van personen met een handicap Bea Maes, Claudia Claes, Karlien Deroover INSTRUCTIES 1. Inhoud van
Nadere informatieWerkend leren in de jeugdhulpverlening
Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003
Nadere informatieLevenslang en samen leren omgaan met diversiteit
Levenslang en samen leren omgaan met diversiteit Maart 2017 20-tal ingekantelde organisaties Van 20-tal organisaties naar één Vlaams Agentschap Integratie en Inburgering 2015: installeren 2016: organiseren
Nadere informatie( Verantwoord ) Beleidsvoerend Vermogen
( Verantwoord ) Beleidsvoerend Vermogen Herman Siebens SOK - Beveren-Waas 10 / 12 / 2010 Er verandert heel wat meer met minder! toenemende druk richting autonomie openheid naar de maatschappelijke omgeving
Nadere informatieEen leven lang leren in de techniek
Hiteq Kennis van nu, kennis voor later Denk 10 of 20 jaar verder. Hoe ziet de technische sector er dan uit in de context van onderwijs, arbeidsmarkt, technologie en maatschappij? Hiteq selecteert en ontsluit
Nadere informatieNAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR
NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR Een lokale engagementsverklaring als basis voor een vitale samenwerking tussen kinderopvang en lokaal bestuur Zowel in het decreet van
Nadere informatie1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2
2 1.1. WAAROM DIT HANDBOEK? Internationale mobiliteit wordt steeds meer een absolute noodzaak op een arbeidsmarkt waar een sterke vraag heerst naar meer flexibiliteit en aanpassingsvermogen. Een van de
Nadere informatieLerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte
OP ESF Vlaanderen 2014 2020 Prioriteit uit OP: 1 - loopbaanbeleid curatief investeringsprioriteit 8i - werkloosheid naar werk Informatieve Bijlage: Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte
Nadere informatieWat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?
Motivatie en welzijn Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? SERV. 2012. Arbeidsethos en arbeidsoriëntaties op de Vlaamse arbeidsmarkt 2007-2010. Informatiedossier. Brussel: SERV Stichting Innovatie
Nadere informatieIN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM
IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM De tijd dat MVO was voorbehouden aan idealisten ligt achter ons. Inmiddels wordt erkend dat MVO geen hype is, maar van strategisch belang voor ieder
Nadere informatieAdvies. Wijzigingen HBO en hoger onderwijs. Brussel, 12 juni 2017
Advies Wijzigingen HBO en hoger onderwijs Brussel, 12 juni 2017 SERV_20170612_SenSeHBO_ADV.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be www.serv.be
Nadere informatieNaar een gezamenlijke visie: lokale overheden als actoren voor ontwikkeling
Naar een gezamenlijke visie: lokale overheden als actoren voor ontwikkeling Consultatieproces Dit document bevat de ontwerpvisie die resulteerde uit de conferentie Winning through twinning, die van 17
Nadere informatieInstroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1
Instroom 1 4 Uitstroom 3 Inclusie 2 Doorstroom Universiteit Utrecht 1 Rapportage 2018 Prof. Dr. Naomi Ellemers Prof. Dr. Jojanneke van der Toorn Dr. Wiebren Jansen Inhoud Voorwoord 4 Algemeen 6 Hoe is
Nadere informatieInclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen.
Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen. Anita Hütten / T ik BV, Veghel 2012 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen
Nadere informatieOproep Mensgericht ondernemen
Oproep Mensgericht ondernemen MO - Situatieschets Geef een korte situatieschets van uw organisatie op dit moment zowel naar werking als naar context. Link dit aan uw kwaliteitsopstap/ -paper. Project steeds
Nadere informatieIndicatoren voor beheer en beleid: tussen hamer en aambeeld? Josée Lemaître Dries Verlet
Indicatoren voor beheer en beleid: tussen hamer en aambeeld? Josée Lemaître Dries Verlet Overzicht Inleidende beschouwingen ivm indicatoren Door middel van kennis gebaseerd beleid naar bruikbare indicatoren
Nadere informatieKaderconventie van de Raad van Europa over de bijdrage van cultureel erfgoed aan de samenleving, opgemaakt in Faro op 27 oktober 2005
Sectorraad Kunsten en Erfgoed Kaderconventie van de Raad van Europa over de bijdrage van cultureel erfgoed aan de samenleving, opgemaakt in Faro op 27 oktober 2005 Advies 2010/2 (SARiV) Advies 243-05 (SARC)
Nadere informatieSOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken Sector Ontwikkeling en Ondersteuning
Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken Sector Ontwikkeling en Ondersteuning Part 1 Instructions LFS ad hoc module 2008 Aan: Interviewers Van: Wim Maassen Onderwerp:
Nadere informatiesturen om tot te komen Rijnconsult Business Review
Je moet behoorlijk sturen om tot zelfsturing te komen 56 Rijnconsult Business Review Het creëren van effectieve autonome teams is geen nieuw onderwerp voor veel organisaties. Maar de dynamiek waarin veel
Nadere informatieUitgangspunt van deze omzendbrief is het subsidiëren van projecten van bepaalde duur.
Omzendbrief voor de subsidiëring van projecten in het kader van Samenlevingsinitiatieven 1. Wat zijn de Samenlevingsinitiatieven? De erkenning en subsidiëring van Samenlevingsinitiatieven gebeurt op basis
Nadere informatieMEMORIE VAN TOELICHTING
VOORONTWERP VAN DECREET HOUDENDE INSTEMMING MET HET SAMENWERKINGSAKKOORD VAN (DATUM) TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, DE FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMSSIE MET BETREKKING
Nadere informatieAdvies over het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake wonen, inburgering en stedelijk beleid
ADVIES Raad Volwassenenonderwijs 22 februari 2005 RVOL/MDR/ADV/005 Advies over het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake wonen, inburgering en stedelijk beleid VLAAMSE ONDERWIJSRAAD, LEUVENSEPLEIN
Nadere informatieHet volwassenenonderwijs en levenslang leren: een krachtige synergie
Het volwassenenonderwijs en levenslang leren: een krachtige synergie Workshop 1: Missie en impact van het volwassenenonderwijs Maria Bouverne-De Bie Universiteit Gent Kernpunten en actielijnen Kernpunten
Nadere informatieAdvies met betrekking tot het Vertrouwensexperiment met de bijstand
Advies met betrekking tot het Vertrouwensexperiment met de bijstand Adviesnr. : 4 Datum : 20 april 2017 Colofon De Adviesraad Samenleving Wageningen is geïnstalleerd op 1 oktober 2016. De Adviesraad bestaat
Nadere informatieZoals gezegd kent de monetaire manier van armoedemeting conceptuele en methodologische bezwaren en is de ontwikkeling van multidimensionele
1 Samenvatting Kinderarmoede is een ongewenst, en voor velen, onaanvaardbaar fenomeen. De redenen hiervoor zijn enerzijds gerelateerd aan het intrinsieke belang van welzijn voor kinderen in het hier en
Nadere informatiebouwstenen cultuursensitieve-def.indd 4
bouwstenen cultuursensitieve-def.indd 4 11/03/16 12:27 5 Voorwoord Vlaanderen evolueert naar een superdiverse samenleving. Dit brengt grote uitdagingen met zich mee ook voor het beleidsdomein Welzijn,
Nadere informatieWerken aan diversiteit Visie en missie van de stad Mechelen
Werken aan diversiteit Visie en missie van de stad Mechelen 1 1. Aanleiding Een aantal bovenlokale processen en gebeurtenissen maken het aanzicht van en het leven in onze stad heel divers. Migratiestromen,
Nadere informatieNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de
Nadere informatieVerhoging pensioenleeftijd in praktijk
Verhoging pensioenleeftijd in praktijk Claudette Blankestijn Elianne Janssen 30 januari 2012 Pensioenseminar Maastricht University Verhoging pensioenleeftijd in praktijk Onderzoek onder werkgevers Wat
Nadere informatie2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie.
BEOORDELINGSELEMENTEN, BEOORDELINGSCRITERIA EN EVALUATIECRITERIA VAN DE SOCIAAL- CULTURELE ORGANISATIES MET EEN WERKING BINNEN SPECIFIEKE REGIO DECREET EN MEMORIE VAN TOELICHTING ARTIKEL 35, UITVOERINGSBESLUIT
Nadere informatie2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie.
BEOORDELINGSELEMENTEN, BEOORDELINGSCRITERIA EN EVALUATIECRITERIA VAN DE SOCIAAL- CULTURELE ORGANISATIES MET EEN WERKING BINNEN SPECIFIEKE REGIO DECREET EN MEMORIE VAN TOELICHTING ARTIKEL 35, UITVOERINGSBESLUIT
Nadere informatieWij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid
Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid INBURGERINGSPROGRAMMA Trajectbegeleider: TB Nederlands als Tweede Taal: NT2 Maatschappelijke Oriëntatie: MO Toekomstplannen
Nadere informatieHANDLEIDING VOOR HET OPSTELLEN VAN MEETBARE DOELSTELLINGEN
HANDLEIDING VOOR HET OPSTELLEN VAN MEETBARE DOELSTELLINGEN drs. A.L. Roode Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) juni 2006 Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: drs. A.L. Roode Project:
Nadere informatieRapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel
Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel 1 Inleiding Naar aanleiding van het nieuwe kwaliteitszorgsysteem dat werd ingevoerd bij de opschorting van de opleidingsvisitaties, werd beslist om
Nadere informatieVlaamse Arbeidsrekening. Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel
Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2013 Wouter Vanderbiesen September 2015 Methodologie Steunpunt Werk en Sociale Economie Parkstraat 45 bus 5303-3000
Nadere informatieOnverwachte en moeilijk beheersbare instroom van personen uit Midden- en Oost-Europa in steden van de Benelux en aangrenzende regio s
Onverwachte en moeilijk beheersbare instroom van personen uit Midden- en Oost-Europa in steden van de Benelux en aangrenzende regio s Memorandum of Understanding De Ministers, bevoegd voor het stedelijk
Nadere informatieArbeidsorganisatie en personeelsbeschikbaarheid
Arbeidsorganisatie en personeelsbeschikbaarheid Onderzoekers: dr. Sophie Op de Beeck, dr. Eva Platteau en dr. Jolien Vanschoenwinkel Promotor: prof. dr. Annie Hondeghem Werkprogramma Arbeidsorganisatie
Nadere informatie