De Kamer van Koophandel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Kamer van Koophandel"

Transcriptie

1 1 De Kamer van Koophandel

2 KleurRijker Deze module gaat over De Kamer van Koophandel. De Kamer van Koophandel helpt je met informatie en tips over het starten van een bedrijf. Je gaat informatie lezen van de Kamer van Koophandel. Je gaat vertellen over het bedrijf dat jij wilt starten. Je leert praten met andere mensen die een bedrijf gaan starten. De film Ondernemerschap, module 1: De Kamer van Koophandel. Ga naar en bekijk de film. Bespreek: Kun je de film goed verstaan? Begrijp je waar het over gaat? Wat begrijp je nog niet? Wat wist je al? Wat wist je nog niet? Vind je de film leuk? Waarom wel/niet? 1-1

3 Wat kun je? De Kamer van Koophandel Ik begrijp informatie van de Kamer van Koophandel over het starten van een nieuw bedrijf. Ik praat met een adviseur van de Kamer van Koophandel. Ik schrijf mijn bedrijf in bij de Kamer van Koophandel. Ik ga naar een startersdag of informatiebijeenkomst. Dat kan ik goed Dat kan ik met hulp Dat kan ik nog niet Dat wil ik leren 1-2

4 Opdracht 1 Bespreek met elkaar. Welk woord hoort bij welk plaatje? het kantoor van de Kamer van Koophandel post van de Kamer van Koophandel de startersbijeenkomst de website van de Kamer van Koophandel 1-3

5 Opdracht 2 Bespreek met elkaar. Weet je wat de Kamer van Koophandel doet? Welke dingen kun je noemen? Ben jij weleens bij de Kamer van Koophandel geweest? Hoe ging dat? Wat ging je daar doen? Heb je weleens op de website van de Kamer van Koophandel gekeken? Wat voor informatie vond je daar? Is er in jouw land ook een soort Kamer van Koophandel? Wat doet deze? 1-4

6 De Kamer van Koophandel Wat doet de Kamer van Koophandel? De Kamer van Koophandel moet ervoor zorgen dat het goed gaat met de bedrijven in Nederland. De Kamer van Koophandel geeft advies aan alle mensen die een bedrijf hebben of een bedrijf willen beginnen. Als je een bedrijf begint, heb je veel vragen. Denk bijvoorbeeld aan: Heb je genoeg geld? Hoe vind je een goede plaats voor je bedrijf? Hoe vind je goede medewerkers? Heb je een vergunning nodig? Heb je aan alles gedacht? De Kamer van Koophandel kan je helpen met het schrijven van een ondernemingsplan. Een ondernemingsplan (of bedrijfsplan) schrijven betekent dat je opschrijft wat je bedrijf gaat doen, hoe je het gaat doen en waar je het gaat doen. De Kamer van Koophandel wordt vaak afgekort. Men zegt dan: de KvK. De KvK geeft ook advies aan de overheid over bedrijven. De KvK zorgt ook voor het handelsregister. Een handelsregister is een lijst waar alle bedrijven in staan. Als je een bedrijf begint, moet je dus ook jouw bedrijf aanmelden bij het handelsregister. Ook moet je zorgen dat de KvK ieder jaar een jaarrekening krijgt van jouw bedrijf. Dit is een overzicht van het geld in het bedrijf. Je kunt ook informatie over andere bedrijven vinden bij het handelsregister. Bijvoorbeeld hoe lang het bedrijf bestaat. Of hoe goed het financieel gaat met het bedrijf. Dit is goed om te weten wanneer je gaat samenwerken met een ander bedrijf. De KvK heeft een kantoor in iedere grote plaats in Nederland. Je kunt hier naartoe gaan om advies te krijgen. Of om informatie uit het handelsregister te halen. Of wanneer er een startersbijeenkomst is. Dit is voor mensen die een bedrijf willen beginnen. Er is ook een website: Op deze website kun je vinden waar en wanneer een startersbijeenkomst is. Of je kunt 1-5

7 een afspraak maken voor advies. Of je kunt een informatiepakket aanvragen. Dit is een boekje over alle belangrijke dingen die je moet weten als je een bedrijf begint. De Kamer van Koophandel is verdeeld in twaalf regio s in Nederland. Hieronder zie je de regio s. In welke regio woon jij? * Amsterdam * Brabant * Centraal Gelderland * Den Haag * Gooi, Eem- en Flevoland * Limburg * Midden-Nederland * Noord-Nederland * Noordwest-Holland * Oost Nederland * Rotterdam * Zuidwest-Nederland Opdracht 3 Bespreek met elkaar. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis op in de woordenlijst. Je vindt de woordenlijst achterin. het bedrijf de medewerker de vergunning het ondernemingsplan de overheid het handelsregister de jaarrekening het advies de startersbijeenkomst het informatiepakket Lees de tekst 'De Kamer van Koophandel' nog een keer. Welke belangrijke woorden ken je nog niet? Schrijf de woorden op in jouw woordenlijst achterin. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis ook op. Opdracht 4 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: 1-6

8 Opdracht 5 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: Opdracht 6 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: Opdracht 7 Hieronder zie je het programma van een seminar van de Kamer van Koophandel. Een seminar is een bijeenkomst van mensen waar je iets leert. Het seminar gaat over marketing voor starters. Marketing betekent: de dingen die je doet om je producten te verkopen. Bijvoorbeeld reclame. Bekijk eerst de vragen op pagina 8. Bekijk dan het programma. Je hoeft niet alle woorden te begrijpen. Beantwoord de vragen. 1-7

9 1-8

10 1. Wat is een seminar? a. Mensen komen samen en leren iets. b. De Kamer van Koophandel. c. Een formulier dat je moet invullen. 2. Wat betekent marketing? a. Belasting betalen voor het bedrijf. b. De dingen die je moet doen om je producten te verkopen. c. Een bedrijfsplan schrijven. 3. Op welke dag is het seminar? 4. Wat zijn de kosten? 5. Wat leer je op dit seminar? Opdracht 8 Lees de situatie. Bekijk het formulier op de vorige pagina. Vul het formulier in. Situatie Je wilt je inschrijven voor het seminar Marketing van de Kamer van Koophandel. Je bedrijf heet Oranis VOF. Adres: Merellaan XF Schiedam Telefoon: Gebruik je eigen naam, je eigen adres en je eigen handtekening. 1-9

11 Opdracht 9 (buitenopdracht) Ga naar Beantwoord de vragen. Bespreek de antwoorden met de docent en de groep. 1. Klik op Agenda. Zoek op Starters. Is er een seminar bij jou in de buurt? Hoe heet het seminar? 2. Waar is dit seminar? 3. Wat zijn de kosten? Opdracht 10 Begrijp je nu informatie van de Kamer van Koophandel over het starten van een nieuw bedrijf, denk je? Dan kun je een opdracht doen voor je portfolio. Bespreek dit met je docent of begeleider. Heb je een opdracht gedaan? Vul dan een bewijsformulier in en stop het in je portfolio. Vertel in de groep hoe het gegaan is. 1-10

12 Een adviesgesprek Mayra Tavares heeft een afspraak gemaakt voor een adviesgesprek met een medewerker van de Kamer van Koophandel. Ze gaat een bedrijf beginnen. Ze heeft een aantal vragen. Mayra medewerker Mayra medewerker Mayra medewerker Mayra medewerker Mayra medewerker Mayra medewerker Mayra medewerker Mayra medewerker Goedemorgen, meneer. Goedemorgen, mevrouw Tavares. Mijn naam is Erik de Bruin. Hoe kan ik u helpen? Ik ga een kledingwinkel beginnen. Ik heb veel dingen al uitgezocht, maar ik heb ook nog een aantal vragen. Zegt u het maar. Ik heb nog geen locatie gevonden voor de winkel. Kunt u mij advies geven waar ik aan moet denken? Als u een winkel begint, zijn vier zaken erg belangrijk bij het kiezen van een locatie. Eén: lopen er genoeg mensen langs de winkel? Twee: denk ook aan de bevolking in de omgeving van de winkel. Wonen hier mensen die de kleding dragen die uw winkel verkoopt? Drie: ook belangrijk is de bereikbaarheid per auto. Kun je er komen met een auto en kun je parkeren? Vier: tenslotte is de concurrentie ook erg belangrijk. Hoeveel winkels zijn er al die de kleding uit uw winkel verkopen? Als er al veel winkels zijn, kunt u beter ergens anders een winkel beginnen. Dat zijn goede tips! Ik zal er aan denken. Maar als ik een hele goede locatie vind, dan is die meestal ook duur. Dat is waar. Wat u moet doen is eigenlijk een zo goed mogelijke locatie vinden tegen een zo laag mogelijke prijs. Dat is best lastig, en misschien moet u een tijdje zoeken. Als ik een ruimte vind, zal ik die dan kopen? Het is beter om te beginnen met huren. Als u huurt, bent u flexibel. Als er niet genoeg klanten komen, dan kunt u makkelijker naar een andere locatie. Bovendien is kopen vaak te duur als u net begint. Ja, dat is ook zo. Waar kan ik zoeken naar een ruimte om te huren? Er zijn veel mogelijkheden, mevrouw. Denk aan de lokale krant. Vaak staan er advertenties in. Er zijn ook veel websites waar ruimtes te huur worden aangeboden. Ook een makelaar kan u vaak helpen. Oh ja, de Kamer van Koophandel heeft een eigen krant. Hier staan interessante advertenties in. Nou, wat heeft u mij veel goeie tips gegeven zeg. Dank u wel voor uw tijd! Graag gedaan. Als u meer advies nodig heeft, belt u dan maar. Fijn dat ik kan bellen. Tot ziens. Tot ziens, mevrouw Tavares. 1-11

13 Opdracht 11 Bespreek met elkaar. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis op in de woordenlijst. Je vindt de woordenlijst achterin. het adviesgesprek de locatie de bevolking de omgeving de bereikbaarheid de concurrentie de ruimte flexibel de advertentie de makelaar Lees de tekst 'Een adviesgesprek' nog een keer. Welke belangrijke woorden ken je nog niet? Schrijf de woorden op in jouw woordenlijst achterin. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis ook op. Opdracht 12 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: Opdracht 13 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: 1-12

14 Opdracht 14 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: Opdracht 15 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: Opdracht 16 Werk samen. Lees de zinnen en spreek ze uit. Je praat met een adviseur van de Kamer van Koophandel. Deze zinnen zou je kunnen gebruiken: 1. Ik heb een aantal vragen. 2. Ik wil graag een informatiepakket aanvragen. 3. Ik wil graag een afspraak maken voor een adviesgesprek. 4. Ik wil graag iets beginnen in de horeca. Kunt u mij iets vertellen over diploma s? 5. Kunt u mij advies geven over marketing? 6. Ik wil graag meer informatie over de vergunningen die ik nodig heb. 7. Ik ga een bedrijfsplan schrijven. Kun u mij vertellen hoe dit moet? 8. Ik ben op zoek naar een bedrijfsruimte. Kunt u mij advies geven? 9. Ik ga een bedrijf beginnen. Kun u mij vertellen hoe ik goede medewerkers vind? 10. Ik wil graag iets leren over administratie. Kunt u mij advies geven? Werk samen. Lees de zinnen nog een keer. Geef een goede reactie. 1-13

15 Opdracht 17 Werk samen. Lees de zinnen nog een keer. Geef een goede reactie. Cursist A belt een adviseur van de Kamer van Koophandel. Cursist A stelt een vraag. De adviseur geeft antwoord. Welk antwoord? Zet het juiste cijfer in de ballon. Bijvoorbeeld: 3 De antwoorden staan onderaan. Waar zal ik in adverteren? Hoe vind ik bedrijfsruimte? Kan de KvK mij helpen met het schrijven van een bedrijfsplan? Heb ik een vergunning nodig voor een kledingwinkel? Antwoorden: 1. Jazeker. Eén van onze adviseurs kan u helpen bij het schrijven. 2. Via een makelaar, maar bekijk ook advertenties in de krant. 3. Denk aan lokale dagbladen en gratis kranten. En denk ook eens aan internet. 4. Nee. Tegenwoordig kunt u zonder vergunning beginnen. 1-14

16 Opdracht 18 Je belt naar de Kamer van Koophandel. Je hebt een vraag over administratie. De adviseur van de KvK heeft op woensdag 5 augustus tijd, om twee uur. Schrijf de afspraak in de agenda augustus Week 32 Week augustus 3 Maandag Donderdag 6 4 Dinsdag Vrijdag 7 5 Woensdag Zaterdag 8 Zondag 9 Werk samen. Vergelijk wat je hebt ingevuld. Kun je goed lezen wat er staat? Klopt de afspraak? 1-15

17 Opdracht 19 Werk samen. Cursist A is medewerker van de Kamer van Koophandel. Cursist B wil een bedrijf starten en heeft vragen. Speel eerst gesprek 1. Ga daarna verder met gesprek 2, 3 en 4. Wissel steeds van rol. Cursist A 1. U spreekt met de KvK, mijn naam is (zeg je naam). 2. De Kamer van Koophandel, met (zeg je naam). 3. Goedemiddag, Kamer van Koophandel. U spreekt met. 4. Kamer van Koophandel, met (zeg je naam). Cursist B 1. Goedemiddag, mijn naam is (zeg je naam). 2. Hallo, u spreekt met (zeg je naam). 3. Mijn naam is (zeg je naam). 4. Hallo, met (zeg je naam). Cursist A 1. Waarmee kan ik u helpen? 2. Wat kan ik voor u doen? 3. Wat kan ik voor u betekenen? 4. Zegt u het maar. Cursist B 1. Ik ben een bedrijf begonnen, maar heb geen ervaring met boekhouden. 2. Ik wil een autobedrijf beginnen. Welke diploma s en vergunningen heb ik nodig? 3. Ik wil graag een bedrijfsplan schrijven, maar ik heb geen ervaring. 4. Ik ga een restaurant beginnen. Hoe kan ik het beste adverteren? 1-16

18 Cursist A 1. Wij hebben een seminar Alles over financiën. In een dagdeel vertellen we u de belangrijkste dingen over boekhouden. 2. U kunt een afspraak maken met een adviseur. Hij kijkt naar uw situatie en geeft advies. 3. Dan raad ik u aan om naar onze seminar Aan de slag te komen. Hier leert u in één dag alles over het bedrijfsplan. 4. Als u een afspraak maakt met onze adviseur, kan zij u advies geven over adverteren. Cursist B 1. Dat lijkt me interessant. Ik wil me graag aanmelden. 2. Ik wil graag een afspraak maken met de adviseur. 3. Kunt u mij inschrijven voor deze seminar? 4. Kan ik een afspraak maken met de adviseur? Cursist A 1. Aanmelden kan via onze website 2. Dat kan. Wat is uw naam en telefoonnummer? 3. Kijkt u op onze website voor de tijd en plaats. Hier kunt u zich ook aanmelden. 4. Ja natuurlijk. Ik heb uw naam en telefoonnummer nodig. Cursist B 1. Ah, dank u wel. Dat zal ik doen. 2. Mijn naam is (zeg je naam), mijn telefoonnummer is (zeg je telefoonnummer). 3. Dat ga ik doen. 4. Mijn naam is (zeg je naam), mijn telefoonnummer is (zeg je telefoonnummer). 1-17

19 Cursist A 1. Graag gedaan. 2. Dag meneer/mevrouw. 3. Tot ziens. 4. Dank u wel. Dag. Opdracht 20 Situatie Je wilt een restaurant beginnen. Je moet nog twee dingen bedenken: (1) waar je een goede ruimte vindt voor het restaurant en (2) waar je moet adverteren. Bedenk twee vragen die je aan een medewerker van de Kamer van Koophandel kunt stellen. Schrijf de vragen op. Vraag 1 Vraag 2 Werk samen. Cursist A wil een bedrijf starten en stelt de vragen die hierboven staan. Cursist B is medewerker van de Kamer van Koophandel. Wissel steeds van rol. Wat heeft cursist B gezegd? Probeer het belangrijkste op te schrijven. 1-18

20 Opdracht 21 Bespreek het rollenspel. 1. Was het een goed gesprek? Wat vond je nog moeilijk? 2. Konden jullie elkaar goed verstaan? 3. Waren jullie beleefd? 4. Heb je goede vragen gesteld? En je antwoorden goed gegeven? Oefen het rollenspel eventueel nog een keer. Maak het gesprek een beetje anders. Bespreek met je docent hoe het rollenspel gegaan is. Opdracht 22 Kun je nu zelf met een adviseur van de Kamer van Koophandel praten, denk je? Dan kun je een opdracht doen voor je portfolio. Bespreek dit met je docent of begeleider. Heb je een opdracht gedaan? Vul dan een bewijsformulier in en stop het in je portfolio. Vertel in de groep hoe het gegaan is. Opdracht 23 Lees de woorden. Maak van de woorden een goede zin. Schrijf de zin op. Zin 1 over heb Ik vraag een marketing. 1-19

21 Zin 2 diploma nodig? ik Heb een Zin 3 restaurant een Ik beginnen. wil Zin 4 op zoek Ik ben een naar bedrijfsruimte. Zin 5 Ik administratie. over weet nog genoeg niet Zin 6 helpen schrijven Kunt u mij van een bedrijfsplan? bij het Inschrijven in het handelsregister Iedere ondernemer moet zijn bedrijf inschrijven in het handelsregister. Het handelsregister is een lijst van alle bedrijven in Nederland. Het handelsregister is openbaar. Anderen kunnen uw gegevens zien. U kunt ook de gegevens van andere bedrijven zien. Om je bedrijf in te schrijven moet je een formulier invullen. Hieronder zie je delen van dit formulier. 1-20

22 De witgoed store Zoetermeer BV 1 maart 2010 x De witgoed store x Verkoop en reparatie van huishoudelijke apparaten zoals wasmachines, vaatwassers en koelkasten. O. Herat 22 augustus

23 Opdracht 24 Bespreek met elkaar. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis op in de woordenlijst. Je vindt de woordenlijst achterin. de ondernemer openbaar de gegevens de vennootschap de v.o.f. de aanvang de onderneming de handelsnaam het internetadres daadwerkelijk Lees de tekst 'Inschrijven in het handelsregister' nog een keer. Welke belangrijke woorden ken je nog niet? Schrijf de woorden op in jouw woordenlijst achterin. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis ook op. Opdracht 25 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: Opdracht 26 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: Opdracht 27 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: 1-22

24 Opdracht 28 Lees de vragen in de linker kolom. Deze vragen kunnen op een formulier staan. Wat hoor bij elkaar? Trek een lijntje Wat is de naam van de v.o.f.? Wat is de datum van aanvang? Tafelman import BV Heeft de onderneming een internetadres? Wat is uw achternaam en voorletter(s)? Import en verkoop van elektronica uit China. 1 oktober 2009 Wat zijn de bedrijfsactiviteiten? Tafelman, H.J. Opdracht 29 Situatie Je gaat een restaurant beginnen. Het is een pizzeria. De officiële naam is La Lanterna Tilburg BV. Je noemt de pizzeria La Lanterna. Je wilt beginnen op 1 maart Je hebt een website gemaakt voor het restaurant, dit is Vul het formulier in op de volgende pagina. 1-23

25 1-24

26 Opdracht 30 Kun je nu zelf een bedrijf inschrijven bij de Kamer van Koophandel, denk je? Dan kun je een opdracht doen voor je portfolio. Bespreek dit met je docent of begeleider. Heb je een opdracht gedaan? Vul dan een bewijsformulier in en stop het in je portfolio. Vertel in de groep hoe het gegaan is. Opdracht 31 Maak de puzzel. Je ziet zeven zinnen. In elke zin is één woord weg. Welk woord is dat? Vul het woord in in het schema. In elk vakje moet 1 letter. Kies uit de volgende woorden: Koophandel - medewerkers - advies - makelaar - ondernemer - lening nodig 1. Iemand die een bedrijf begint is een Als je geld leent van de bank, heb je een KvK betekent Kamer van Een helpt je met het vinden van een bedrijfsruimte. 5. Om een bedrijf te beginnen heb je geld De mensen die werken voor het bedrijf zijn de Een adviseur geeft.... Heb je alle woorden gevonden? Je leest dan in het midden een woord. Van boven naar beneden. Welk woord is dat? 1-25

27 Een startersdag Ondernemer? Farid is naar een startersdag gegaan van de Kamer van Koophandel. Samen met 10 andere starters luistert hij naar Hans van Doorn. Hans werkt voor de Kamer van Koophandel en vertelt iets over het starten van een bedrijf. Hans Goedemorgen allemaal, mijn naam is Hans van Doorn. Vandaag wil ik jullie iets vertellen over ondernemer worden. Ben je een goede ondernemer? Niet iedereen is dat. Je moet een aantal kwaliteiten hebben. Belangrijk is dat je verantwoordelijk bent. Dit betekent dat jij ervoor zorgt dat alles gebeurt. Als je werkt voor een baas, dan krijg je automatisch je salaris. Je krijgt automatisch geld als je oud bent. Je krijgt ook geld als je ziek wordt. Meestal zorgt iemand anders in het bedrijf voor de administratie, de 1-26

28 verzekeringen, de belastingen, enzovoorts. Als ondernemer moet je alles zelf regelen. Jij bent dus verantwoordelijk voor alles. Farid Hans Farid Vóórdat je ondernemer wordt, moet je je dus afvragen of je dit wilt en of je dit kunt. Maar schrik niet. Ondernemer zijn heeft ook veel voordelen. Je hebt vrijheid om te doen wat je zelf wilt. Je hebt geen baas meer die zegt wat je moet doen. Je kunt de dingen doen die je goed kunt, dat geeft een goed gevoel. En als het goed gaat, word je ook goed beloond. Zijn er op dit moment al vragen of opmerkingen? Ik wil graag ondernemer worden. Ik denk dat ik de kwaliteit hebt die u noemt. Maar als ik een bedrijf begin, dan verdien ik de eerste tijd nog geen geld. Hoe moet ik dan rondkomen? Dat is een goede vraag. Het antwoord is dat u hiervoor ook zelf moet zorgen. Net als de rest. U kunt bijvoorbeeld een tijdje leven van gespaard geld. Of u spreekt af met de bank dat u ook wat geld leent om van te leven. De bank moet dit natuurlijk wel goed vinden. Er is een derde mogelijkheid wanneer u een uitkering krijgt. Er bestaan mogelijkheden om de eerste tijd uw uitkering nog te houden. Dat is duidelijk, dank u wel. Opdracht 32 Bespreek met elkaar. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis op in de woordenlijst. Je vindt de woordenlijst achterin. de kwaliteit verantwoordelijk de baas het salaris de administratie de verzekering de belasting rondkomen sparen de uitkering Lees de tekst 'Een startersdag' nog een keer. Welke belangrijke woorden ken je nog niet? Schrijf de woorden op in jouw woordenlijst achterin. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis ook op. 1-27

29 Opdracht 33 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: Opdracht 34 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: Opdracht 35 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: Opdracht 36 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: 1-28

30 Opdracht 37 Werk samen. Je bent op een startersdag van de Kamer van Koophandel. Cursist A stelt vragen over het bedrijf cursist B. Cursist B beantwoordt de vragen. Bedenk zelf zinnen. Wissel na afloop van rol. Als het kan: vraag of een andere cursist naar jullie wil luisteren. Of neem het gesprek op. Cursist A Groet en vraag naar het bedrijf dat cursist B gaat beginnen. Cursist B Bedenk een bedrijf dat je wil gaan beginnen. Cursist A Vraag naar de naam van het bedrijf en wat het bedrijf doet. Cursist B Zeg de naam en wat het bedrijf doet. Cursist A Vraag naar de medewerkers. Hoe heeft cursist B deze gevonden? 1-29

31 Cursist B Vertel hoe je de medewerkers gevonden hebt. Bedenk een antwoord. Cursist A Vraag naar de bedrijfsruimte. Hoe heeft cursist B deze gevonden? Cursist B Vertel hoe je de bedrijfsruimte gevonden hebt. Bedenk een antwoord. Cursist A Bedankt cursist B voor het gesprek. Cursist B Groet cursist A. Opdracht 38 Situatie Bedenk een bedrijf dat je wilt beginnen. Bedenk een naam en wat het bedrijf doet. Schrijf het op. Bedenk ook twee vragen die je iemand anders kunt stellen over zijn of haar bedrijf. Schrijf deze ook op. Je kunt vragen stellen over: de naam de activiteiten de locatie de bedrijfsruimte de medewerkers de marketing geld lenen (bijvoorbeeld bij de bank) de administratie etcetera. 1-30

32 Beschrijf het bedrijf. Vraag 1. Vraag 2. Werk samen. Cursist A en cursist B zijn beiden starters. Cursist A stelt twee vragen aan cursist B. Cursist B bedenkt een antwoord. Wissel daarna van rol. Opdracht 39 Bespreek het rollenspel. 1. Was het een goed gesprek? Wat vond je nog moeilijk? 2. Konden jullie elkaar goed verstaan? 3. Waren jullie beleefd? 4. Heb je goede vragen gesteld? En je antwoorden goed gegeven? Oefen het rollenspel eventueel nog een keer. Maak het gesprek een beetje anders. Bespreek met je docent hoe het rollenspel gegaan is. 1-31

33 Opdracht 40 Ga naar Zoek een startersdag of informatiebijeenkomst in de buurt. Zie je folders (of andere informatie) om mee te nemen? Neem dit mee. 1. Waar gaat de bijeenkomst over? 2. In welke plaats is de bijeenkomst? 3. Wanneer is de bijeenkomst? 4. Wat kost het om naar de bijeenkomst te gaan? 5. Heb je folders of andere informatie meegenomen? Van welke organisaties? 1-32

34 Opdracht 41 Ga naar Zoek een bijeenkomst in de buurt die voor jou interessant is. Meld je aan en bezoek de bijeenkomst. Beantwoord de vragen. Let op: dit kost een hele of een halve dag. Ook kost het geld (meestal 30,-). Je hoeft deze opdracht daarom niet te doen, als je niet wilt. 1. Waar ging de bijeenkomst over? 2. Wat heb je geleerd? 3. Heb je andere ondernemers gesproken? Waarover? 1-33

35 Opdracht 42 Deze opdracht gaat over je netwerk. Lees de tekst. Vul de cirkels in. Ontdek je netwerk! Als je een bedrijf hebt, heb je klanten nodig. Je kunt klanten vinden met een advertentie, maar vaak is het netwerk een betere manier. Vraag mensen niet of ze klant willen worden (dat vinden ze niet leuk), maar vertel over je bedrijf en wat je kan doen. Mensen hebben vaak een groter netwerk dan ze zelf denken. In deze opdracht gaan we kijken hoe groot jouw netwerk is. De snelste manier om klanten te vinden is vaak via mensen uit je omgeving! Kolom 1: Kolom 2: Kolom 3: Familie (Ex-)collega s Vrienden en kennissen Moeder Van je laatste Huidige buren Vader baan Vroegere buren Broer(s) Van banen Andere mensen uit Zus(sen) daarvoor de straat/wijk Tantes Van de afdeling Schoolvrienden Ooms Die je tijdens de Clubleden Neven/nichten lunch zag Vrienden van de Schoonfamilie Die je wel eens vereniging Oma/opa sprak tijdens de Bekenden van je Partner koffie kinderen Andere Die afscheid van Docenten verwanten die je te binnen je namen toen je wegging Mensen die je beroepsmatig kent schieten Chefs en managers met (kapper, buschauffeur, etc) wie je een goede Mensen van de kerk relatie had Kennissen/vrienden van je partner Mensen die je ansichtkaarten sturen 1-34

36 Opdracht 1: Kijk naar kolom 1 hierboven. Schrijf zo veel mogelijk mensen op die je kunt bedenken uit deze lijst. Je hoeft nog niet te besluiten met wie je gaat praten dat kun je later doen. Vermeld dus iedereen waar je aan denkt. Opdracht 2: Kijk naar kolom 2 hierboven. Schrijf zo veel mogelijk mensen op die je kunt bedenken uit deze lijst. Je hoeft nog niet te besluiten met wie je gaat praten dat kun je later doen. Vermeld dus iedereen waar je aan denkt. Opdracht 3: Kijk naar kolom 3 hierboven. Schrijf zo veel mogelijk mensen op die je kunt bedenken uit deze lijst. Je hoeft nog niet te besluiten met wie je gaat praten dat kun je later doen. Vermeld dus iedereen waar je aan denkt. Vrienden en kennissen (Ex-)collega s Familie 1-35

37 Opdracht 43 Kun je nu zelf een startersdag of informatiebijeenkomst bezoeken, denk je? Dan kun je een opdracht doen voor je portfolio. Bespreek dit met je docent of begeleider. Heb je een opdracht gedaan? Vul dan een bewijsformulier in en stop het in je portfolio. Vertel in de groep hoe het gegaan is. Opdracht 44 Lees de woorden. Maak van de woorden een goede zin. Schrijf de zin op. Zin 1 ondernemer, worden Zin 2 ondernemer, voordelen Zin 3 hoe, rondkomen Zin 4 geld, bank 1-36

38 Zin 5 bedrijf, naam Zin 6 bedrijfsruimte, vinden Opdracht 45 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: Opdracht 46 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: Opdracht 47 Ga naar en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: 1-37

39 Assessment In het assessment oefenen we het examen. We gebruiken daarom u en geen jij. Net als in het examen. Wat gaat u doen? 1. U gaat informatie lezen. U moet vragen beantwoorden over de informatie. 2. U vult een aanmeldformulier in. 3. U gaat praten met een makelaar over bedrijfsruimte Situatie taak 1: U wilt een rijschool beginnen. Binnenkort is er een startersdag. Taak 1: Lees de tekst. Zoek de antwoorden op in de tekst. Zet een rondje om het goede antwoord. 1-38

40 14 augustus gratis startersdag Alle informatie voor een succesvolle start Aanmelden Naam bedrijf: Naam deelnemer (naam/voorletter): Adres deelnemer: Postcode en plaats: Telefoon: adres: Datum: Handtekening: Op de startersdag beantwoorden specialisten vragen van starters. Bij diverse stands op de informatiemarkt kunnen bezoekers met startersambities met hun vragen terecht. Op de startersdag staan diverse organisaties zoals: accountants, advocaten, de belastingdienst, makelaars, banken en natuurlijk de KvK. Ook de overheid is aanwezig. Deze specialisten beantwoorden vragen en bieden diensten en producten aan. Alle startersinformatie gratis onder één dak Wat gebeurt waar? Zaterdag 14 augustus uur Startersdag Delft Mekelweg CC Delft augustus is er een startersdag. Wat is het doel van deze dag? a. informatie geven aan starters b. informatie krijgen over starters c. informatie verkopen 2. Wat kost het om naar deze dag te gaan? a. 30,- b. 120,- c. niets 1-39

41 3. Waar vindt de startersdag plaats? a. Den Haag b. Delft c. Utrecht Aanmelden Naam bedrijf: Naam deelnemer (naam/voorletter): Adres deelnemer: Situatie taak 2: U wilt zich aanmelden voor de startersdag. Taak 2: Bekijk het aanmeldformulier hiernaast en vul het in. Postcode en plaats: Telefoon: adres: Datum: Handtekening: Situatie taak 3: U wilt een rijschool beginnen. U bent op zoek naar informatie. Taak 3: Op de startersdag praat u met een adviseur van de Kamer van Koophandel. U wilt weten welke diploma s nodig zijn voor het starten van een rijschool. Welke vraag kunt u de adviseur stellen? Vraag:.. Werk samen. U belt naar het bedrijf. Cursist A: u wilt een rijschool beginnen. U bent op zoek naar een goede locatie voor de rijschool. Cursist B: u bent adviseur van de Kamer van Koophandel en beantwoordt de vragen. Bedenk zelf zinnen. Stel ook uw vragen. Wissel na afloop van rol. 1-40

42 Docent of andere cursist U reageert. Cursist A Groet en noem uw naam. Cursist B Groet terug, noem uw naam vertel uw vraag. Cursist A Cursist B De film Ondernemerschap, module 1: De Kamer van Koophandel. Bekijk de film nog een keer. Bespreek: Begrijp je nu alles? Wat begrijp je nog niet? Vertel in je eigen woorden waar de film over gaat. Wat is anders in jouw land? Ben je het eens met de persoon? Wat is jouw mening? Waarom? Examentrainer Ben je klaar voor een oefenexamen? Doe de examentrainer. Ga naar en kies de examentrainer. Kies Ondernemerschap, module 1: De Kamer van Koophandel. Maak de opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af: 1-41

43 Woordenlijst Schrijf de betekenis op. Hoe? Dat mag je zelf kiezen. Bijvoorbeeld in je eigen taal, of in het Nederlands. Met een voorbeeldzin, of met een tekening. woord betekenis de aanvang de administratie de advertentie het advies het adviesgesprek de baas het bedrijf de belasting de bereikbaarheid de bevolking de concurrentie daadwerkelijk het diploma flexibel de gegevens de handelsnaam het handelsregister het informatiepakket het internetadres de jaarrekening de kwaliteit de locatie de makelaar de medewerker de omgeving 1-42

44 de ondernemer de onderneming openbaar de overheid rondkomen de ruimte het salaris sparen de startersbijeenkomst de uitkering de v.o.f. de vennootschap verantwoordelijk de vergunning de verzekering Schrijf jouw nieuwe woorden op deze lijst. Schrijf ook de betekenis op. Vul minimaal drie woorden in. woord betekenis 1-43

45 Kies 5 woorden uit de woordenlijst. Spreek ze uit. Kies opnieuw 5 woorden uit de woordenlijst. Maak een zin waarin het woord voorkomt en spreek deze uit. Kies 5 moeilijke woorden uit de woordenlijst. Vraag aan een medecursist wat de woorden betekenen. 1-44

46 Wat kun je nu? De Kamer van Koophandel 1. Informatie begrijpen van de Kamer van Koophandel over het starten van een nieuw bedrijf. 2. In gesprek met een adviseur van de Kamer van Koophandel. 3. Een bedrijf inschrijven bij de Kamer van Koophandel. 4. Naar een startersdag of informatiebijeenkomst gaan. Doelen 1. Ik kan informatie over het starten van een bedrijf begrijpen. 2. Ik kan informatie uit een informatiepakket van de Kamer van Koophandel begrijpen. 3. Ik kan informatie van de site van Kamer van Koophandel begrijpen. 1. Ik kan een afspraak maken voor een adviesgesprek. 2. Ik kan advies vragen over het starten van een bedrijf. 3. Ik kan advies begrijpen over bijvoorbeeld bedrijfsnaam, locatie en ondernemingsplan. 4. Ik kan korte aantekeningen maken van het gesprek met de adviseur van de Kamer van Koophandel. 1. Ik kan mijn eigen bedrijf inschrijven. 1. Ik kan informatie tijdens een presentatie begrijpen. 2. Ik kan informatie verzamelen op een informatiemarkt. 3. Ik kan informatie uitwisselen met andere startende ondernemers. 4. Ik kan korte aantekeningen maken over belangrijke dingen op een startersdag of informatiebijeenkomst. Dat kan ik goed Dat moet ik nog oefenen Dat heb ik gedaan voor mijn portfolio 1-45

Je kunt zoeken naar werk dat bij je past. Je kunt praten met een medewerker van een uitzendbureau. Je kunt informatie vragen over vacatures.

Je kunt zoeken naar werk dat bij je past. Je kunt praten met een medewerker van een uitzendbureau. Je kunt informatie vragen over vacatures. 1 Op zoek naar werk KleurRijker Deze module gaat over Op zoek naar werk. Je kunt zoeken naar werk dat bij je past. Je kunt praten met een medewerker van een uitzendbureau. Je kunt informatie vragen over

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken www.edusom.nl Opstartlessen Les 1. Kennismaken Wat leert u in deze les? Uzelf voorstellen Kennismaken Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam HET GESPREK

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Opbellen naar een bedrijf. Wat leert u in deze les? Een telefoongesprek naar een bedrijf begrijpen. Een gesprek over een advertentie begrijpen.

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 30. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van:

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

Aflevering 6: Eigen bedrijf

Aflevering 6: Eigen bedrijf Aflevering 6: Eigen bedrijf Vragen vooraf: Heb je wel eens een eigen bedrijf gehad? Als je een eigen bedrijf zou beginnen, wat voor soort bedrijf zou dat dan zijn? Hoofditem Fragment 1 Korte inhoud: Khalid

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Dan laat Soumiya aan Taban en Ama

Nadere informatie

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk Les 11. Herhaling Inleiding Deze les is een herhalingsles van de vier gesprekken van les 7 tot en met 10. Wat leert u in deze les? Vragen

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 6. 1 Introductie 7 Ondernemerschap in Nederland 8 Drie manieren om een bedrijf te starten 8 IK als ondernemer 9

Inhoud. Inleiding 6. 1 Introductie 7 Ondernemerschap in Nederland 8 Drie manieren om een bedrijf te starten 8 IK als ondernemer 9 Inhoud Inleiding 6 1 Introductie 7 Ondernemerschap in Nederland 8 Drie manieren om een bedrijf te starten 8 IK als ondernemer 9 2 Instanties in Nederland 13 Belangrijke instanties voor ondernemers 14 Kamer

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het

Nadere informatie

Inkijkexemplaar. Dit deel gaat over de taalstage. Wat kun je?

Inkijkexemplaar. Dit deel gaat over de taalstage. Wat kun je? !!,1232!3 2!971-5+!5-/5034 985#!! 7!532#50#! 82%*98 :3-2*98! 7!583385/7#! 585 5#5835385, ;55

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek ntwoord geven op vragen Inleiding Maria heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het

Nadere informatie

Cp7. het bedrijfsplan

Cp7. het bedrijfsplan Cp7 het bedrijfsplan Een onderneming starten begint met een idee. U heeft een idee over wat u wilt verkopen en aan wie u dat wilt verkopen. U denkt ook na over een goede plaats voor uw onderneming. Voordat

Nadere informatie

5 Verkeer en vervoer

5 Verkeer en vervoer 5 Verkeer en vervoer Deze module gaat over Verkeer en vervoer. Je kunt de weg vinden in je eigen dorp op stad. Je kunt de weg vragen. Je maakt gebruik van het openbaar vervoer. De film Maatschappelijke

Nadere informatie

Aflevering 6: Eigen bedrijf

Aflevering 6: Eigen bedrijf Aflevering 6: Eigen bedrijf Vragen vooraf: Heb je wel eens een eigen bedrijf gehad? Ken je mensen met een eigen bedrijf? Wat voor soort bedrijf is dat? Hoofditem Fragment 1 Korte inhoud: Khalid wil een

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK

Nadere informatie

werkbladen thema 1 naar een nieuwe school

werkbladen thema 1 naar een nieuwe school werkbladen thema 1 naar een nieuwe school 1.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Tarik en Zoera gaan naar de inburgeringscursus. waar / niet

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

Thema In en om het huis.

Thema In en om het huis. http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 22. Een huis zoeken Wat leert u in deze les? Praten over uw huis Informatie over het vinden van een nieuwe woning Praten over wat afgelopen is Veel succes!

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 27. De vakopleiding. Wat leert u in deze les? Praten over het verleden, het heden en de toekomst. Een gesprek voeren met de studieadviseur.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt

Nadere informatie

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen www.edusom.nl Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen Het is belangrijk om veel woorden te leren. In deze extra les vindt u extra woorden bij de Opstartlessen 1 t/m 5. Kijk ook eens naar

Nadere informatie

CP16. ziek- en betermelden

CP16. ziek- en betermelden CP16 ziek- en betermelden Bent u ziek? Kunt u daarom niet werken? Geef het dan door aan uw baas. Dat is normaal in Nederland. Als u wat langer ziek bent, maakt u een afspraak met de bedrijfsarts. Als u

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Wie ben jij? HOOFDSTUK 1 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik... Paula. a heet b naam. 2... kom je vandaan? a Hoe b Waar

Wie ben jij? HOOFDSTUK 1 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik... Paula. a heet b naam. 2... kom je vandaan? a Hoe b Waar 5 5 HOOFDSTUK 1 Wie ben jij? WOORDEN 1 1 Ik... Paula. a heet b naam 2... kom je vandaan? a Hoe b Waar 3 Ik ga... mijn vriend naar het restaurant. a uit b met 2 1 Mijn... is Derek. a huisnummer b naam 2

Nadere informatie

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 30. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Informatie vragen bij een instelling. Veel succes! Deze

Nadere informatie

Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.

Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel. Tekst Audio Les 7 /m 11 Radio Amsterdam Les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel. Track 1 Jingle Track 2 Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

CP1. op zoek naar werk

CP1. op zoek naar werk CP1 op zoek naar werk Als u in Nederland op zoek gaat naar werk, kunt u zich inschrijven bij het CWI of een uitzendbureau. Bedrijven die vacatures hebben, geven dat door aan het CWI of uitzendbureau. Ook

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Lesbrief 35. AOW aanvragen.

Lesbrief 35. AOW aanvragen. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 35. AOW aanvragen. Wat leert u in deze les? Informatie over AOW begrijpen. Uitleg vragen. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den

Nadere informatie

van tevoren vragen opschrijven om bij een sollicitatiegesprek te stellen.

van tevoren vragen opschrijven om bij een sollicitatiegesprek te stellen. CP2 solliciteren Als u in Nederland belangstelling heeft voor een vacature, kunt u gaan solliciteren. Meestal gaat u dan praten bij een bedrijf. Soms kunt u ook telefonisch solliciteren. In cruciale praktijksituatie

Nadere informatie

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam. Formeel en informeel Tijdens je stage praat je veel met mensen. Soms is het een officieel gesprek, soms een gezellig praatje met een collega. Dit noem je formele en informele gesprekken. Formeel betekent

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria en

Nadere informatie

CP9. In gesprek over de toekomst

CP9. In gesprek over de toekomst CP9 In gesprek over de toekomst Na het voortgezet onderwijs kiest uw kind welk vak hij wil gaan leren en welke opleiding hij wil gaan volgen. Hij maakt een beroepskeuze. Een decaan of studiebegeleider

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Thema Op zoek naar werk. Demet TV Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria

Nadere informatie

dat ik aan mijn baas en collega s moet doorgeven welke werkzaamheden ik heb gedaan en wat nog gedaan moet worden.

dat ik aan mijn baas en collega s moet doorgeven welke werkzaamheden ik heb gedaan en wat nog gedaan moet worden. CP26 rapporteren Als u in Nederland in de Handel & Dienstverlening werkt, bijvoorbeeld in een winkel of op een kantoor, moet u doorgeven aan uw baas en/of uw collega wat u gedaan heeft en wat er nog moet

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek. Wat leert u in deze les? Een sollicitatiegesprek voeren. De voltooide tijd gebruiken. Vragen naar interesse stellen en

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.

Nadere informatie

taal portfolio Taalportfolio 9+

taal portfolio Taalportfolio 9+ taal portfolio Taalportfolio 9+ Inhoud bladzijde 3 bladzijde 4 bladzijde 5 bladzijde 8 bladzijde 11 bladzijde 12 bladzijde 13 Jouw naam en school Welke taal of dialect spreek je met wie Wat kun je in de

Nadere informatie

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. www.edusom.nl Opstartlessen Les 2. Wonen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam

Nadere informatie

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL 7.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 2 3 Badria vindt Nederlands moeilijk. De juf komt op huisbezoek.

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Wong, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

dat ouders vaak afspraken maken om hun kinderen bij elkaar thuis te laten spelen.

dat ouders vaak afspraken maken om hun kinderen bij elkaar thuis te laten spelen. CP7 Vrije tijd In Nederland zijn veel kinderen lid van een sportclub of een andere club zoals bijvoorbeeld een knutselclu Maar het is ook heel gewoon dat kinderen na schooltijd bij elkaar thuis spelen.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen

Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen Opdracht 1 bij 8.2 Lees de vragen. Geef antwoord. 1. Kun je bij jou in de buurt cursussen volgen? Waar dan? 2. Volg jij een cursus of heb je een cursus gevolgd? Welke

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 10. Het eindgesprek. Wat leert u in deze les? Een eindgesprek voeren. Informatie vragen en geven. Het verschil tussen werk en vrijwilligerswerk. De

Nadere informatie

Ondernemerschap in Nederland

Ondernemerschap in Nederland Ondernemerschap in Nederland Je neemt deel aan het profiel Ondernemerschap. Dit betekent dat je erover denkt om in de toekomst als ondernemer te gaan werken. Dat is anders dan werken in loondienst. Dan

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw, Maria, gaat weer naar de winkel om over werk te

Nadere informatie

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken.

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken. Weekschema maken Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken. Leer en oefen: Neem samen me de docent/assistent het fotoboek de

Nadere informatie

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de afgelopen weken hebben we veel teksten gelezen. Deze teksten hebben we samengevat, we hebben vragen erbij gesteld, gekeken

Nadere informatie

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst. Interview op zaterdag 16 mei, om 12.00 uur. Betreft een alleenstaande mevrouw met vier kinderen. Een zoontje van 5 jaar, een dochter van 7 jaar, een dochter van 9 jaar en een dochter van 12 jaar. Allen

Nadere informatie

Inkijkexemplaar. Dit deel gaat over de opdrachten tijdens de stage.

Inkijkexemplaar. Dit deel gaat over de opdrachten tijdens de stage. Dit deel gaat over de opdrachten tijdens de stage. Je kunt een woordenlijst aanleggen. Je kunt een evaluatie invullen. Je weet wat formeel en informeel betekent. Je kunt een interview op je stageplaats

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in

Nadere informatie

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk Lesbrief 11. Herhaling Inleiding Deze les is een herhalingsles van de vier gesprekken van het thema. Wat leert u in deze les? Vragen naar werk. Je voorstellen.

Nadere informatie

Lesbrief 3. De fysiotherapeut.

Lesbrief 3. De fysiotherapeut. MDS-65 speakerstand Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Kaya, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

Monica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf.

Monica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf. Les 1 Werk en inkomen (1) Monica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf. Evert en Monica -2 Rijbewijs Monica is jarig.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag vrij.

Nadere informatie

Werkboek Het is mijn leven

Werkboek Het is mijn leven Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er

Nadere informatie

Les 3 - maandag 3 januari 2014 - De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper

Les 3 - maandag 3 januari 2014 - De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper Les 3 - maandag 3 januari 2014 - De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper Het lampje is aan, dat betekent dat we gaan filosoferen. Isa-Noa vertlede in de eerste les dat zij lippenstift en badeendjes

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Meneer Bashir gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen. Ze praten.

Nadere informatie

CP15. functioneringsgesprek

CP15. functioneringsgesprek CP5 functioneringsgesprek In Nederland voert de leidinggevende een of meer keren per jaar een functioneringsgesprek met de werknemer over het werk. Dit gesprek gaat over wat wel en niet goed gaat in het

Nadere informatie

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING... maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING... 1 Gegevens leerling Naam Adres Postcode Woonplaats Geboortedatum Telefoon Afdeling/leerweg Gegevens school Naam Schoolbegeleider Adres Plaats Telefoon

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Daarna laat Soumiya

Nadere informatie

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs Lesmateriaal hoofdstuk 4 Spreken Oefeningen uit Voorbereiding op Werk De volgende tien oefeningen zijn afkomstig van de website behorende bij: Verboog, M. & Adèr,

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 7. Naar het uitzendbureau.

Thema Op zoek naar werk. Les 7. Naar het uitzendbureau. http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Naar het uitzendbureau. Wat leert u in deze les? Een gesprek bij het uitzendbureau begrijpen. Hoe je je kunt inschrijven bij het uitzendbureau. Wat u

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN

VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN http://www.edusom.nl Thema In en om het huis VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN Lesbrief 26. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 22, 23, 24 en 25. Veel succes! Deze les is ontwikkeld

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

CP17. het werkoverleg

CP17. het werkoverleg CP7 het werkoverleg Als u in Nederland aan het werk bent, overlegt u ook vaak met collega s over het werk. Soms overlegt u tijdens het werk met een colleg Soms doet u ook mee aan een speciaal werkoverleg

Nadere informatie

Lesbrief. De familieblues Yvonne Kroonenberg

Lesbrief. De familieblues Yvonne Kroonenberg Lesbrief De familieblues Yvonne Kroonenberg Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert

Nadere informatie

werkbladen thema 5 werk

werkbladen thema 5 werk werkbladen thema 5 werk 5.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Jan staat voor het uitzendbureau. Jan heeft werk. Tarik wil taxichauffeur

Nadere informatie

U leert in deze les "om raad vragen". Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies.

U leert in deze les om raad vragen. Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies. OM RAAD VRAGEN les 3 spreken inleiding en doel U leert in deze les "om raad vragen". Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies. Het is belangrijk

Nadere informatie

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. UW MENING GEVEN spreken inleiding en doel Een mening is wat iemand denkt of vindt. U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. U leert ook uw mening geven. Uw mening geven

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

EEN BEZOEK AAN DE KAPPER (deel 1)

EEN BEZOEK AAN DE KAPPER (deel 1) EEN BEZOEK AAN DE KAPPER (deel 1) Je hebt een eigen kapperszaak. Je werkt op afspraak. Je klanten bellen om een afspraak te maken. Aan de telefoon spreken jullie af wanneer de klant komt en wat er moet

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 28. De belastingaanslag. Wat leert u in deze les? Informatie over uw inkomsten begrijpen. Informatie over uw uitgaven begrijpen.

Nadere informatie

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig. Les 1: Een Wikitekst schrijven Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken Bekijk met de klas het Jeugdjournaalfilmpje over koningin Beatrix op www.nieuwsbegrip.nl 1. Schrijf tijdens het

Nadere informatie

Zeg het voort. Werkboek

Zeg het voort. Werkboek Zeg het voort Werkboek In het werkboek Zeg het voort komen verschillende soorten oefeningen voor. De onderstaande plaatjes maken duidelijk om welke oefeningen het gaat. Deze les gaan we... Speel het spel

Nadere informatie

dat ik als werkende in de zorg of welzijn ook veel praat met de mensen waarvoor ik werk.

dat ik als werkende in de zorg of welzijn ook veel praat met de mensen waarvoor ik werk. CP30 klantencontact Als u in Nederland in Zorg of Welzijn werkt, heeft u veel contact met klanten. U praat bijvoorbeeld over het huishoudelijk werk dat u gaat doen voor iemand. Of u geeft door dat u op

Nadere informatie

WERK ZE! Lesmateriaal voor reïntegratie

WERK ZE! Lesmateriaal voor reïntegratie ld be e or Vo WERK ZE! Lesmateriaal voor reïntegratie Stichting Lezen & Schrijven t 070 302 26 60 www.lezenenschrijven.nl Auteur Elma Draaisma Vormgeving 7Causes Eindeloos Medeauteurs en klankbordgroep

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Spreekopdrachten thema 7 Werken Spreekopdrachten thema 7 Werken Opdracht 2 bij 7.2 ** Knip de volgende pagina door. Je bent leidinggevende in een restaurant. Vandaag is de eerste werkdag van een nieuwe werknemer. Leg uit wat hij moet

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 28. Geld lenen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met een bank over geld lenen. Woorden en zinnen gebruiken die gaan over het

Nadere informatie

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd 1 Joppe (13): Mijn ouders vertelden alle twee verschillende verhalen over waarom ze gingen

Nadere informatie