Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 7 februari 2007, nr. 12
|
|
- Christiaan Veenstra
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 7 februari 2007, nr. 12 Nr. 1 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de scheepsramp op 6 december 2005 waarbij het Nederlandse vrachtschip Artemis in de Kieler Forde aan de grond liep. Betrokkene: kapitein P.P. B. Op 6 december 2005 is het Nederlandse vrachtschip Artemis in de Kieler Forde aan de grond gelopen. Een commissie uit de Raad voor de Scheepvaart, als bedoeld in artikel 29, derde lid, van de Schepenwet, besliste op 17 juli 2006 dat de Raad een onderzoek zou instellen naar de oorzaak van deze scheepsramp en dat het onderzoek tevens zou lopen over de vraag of deze scheepsramp te wijten is aan de schuld van de kapitein van het Nederlandse vrachtschip Artemis, P.P. B., wonende te Enkhuizen. 1. Gang van het gehouden onderzoek: De Raad nam kennis van de stukken van het voorlopig onderzoek, onder meer omvattende: 1. een staat van inlichtingen betreffende het Nederlandse vrachtschip Artemis ; 2. een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt door een ambtenaar van de Scheepvaartinspectie, houdende een verhoor van kapitein P.P. B.; 3. drie kopieën van een scheepsverklaring; 4. kopie melding gronding van Delta Fleet Support B.V. aan Inspectie Verkeer en Waterstaat, d.d. 7 maart 2006; 5. NAW-gegevens van kapitein P.P. B.; 6. kopie crewlist; 7. kopieën correspondentie omtrent schade; 8. diverse kopieën scheepsdagboek; 9. ships in service survey report van Bureau Veritas aangaande de Artemis, d.d. 7 december 2005; 10. twee zeekaarten van het betrokken gebied. Het onderzoek heeft plaatsgevonden ter zitting van de Raad van 27 november Voor het Hoofd van de Scheepvaartinspectie was aanwezig de Inspecteur voor de Scheepvaart, de heer E.J. van Leeuwen. De Raad hoorde kapitein P.P. B., als betrokkene. De voorzitter zette de betrokkene, aan wie voormelde beslissing van 17 juli 2006 URS469 Sdu Uitgevers, s-gravenhage 2007 ISSN
2 was meegedeeld, doel en strekking van het onderzoek uiteen en gaf hem de gelegenheid tot zijn verdediging aan te voeren hetgeen hij dienstig achtte. De Inspecteur voor de Scheepvaart heeft het woord gevoerd. Aan de betrokkene is het recht gelaten het laatst te spreken. 2. Uit het voorlopig onderzoek blijkt het volgende: A. Het schip De Artemis is een Nederlands vrachtschip, in eigendom van Delta Fleet Support B.V. te Delfzijl. Het schip is gebouwd in 2004, is 88,78 meter lang en meet bruto 2545 registerton. Wordt aangedreven door een motor met een vermogen van 1520 kw. Ten tijde van het ongeval waren vijf bemanningsleden en één passagier aan boord. De lading bestond uit turf. B. Het ongeval Op 7 december 2005 heeft kapitein P.P. B. te Kiel de volgende scheepsverklaring afgelegd: Hierbij verklaart ondergetekende, dat de Artemis op 7 december met een volle lading turf van Klaipeda naar Papenburg voer onder mijn commando. Dat ik het traject met andere schepen en nu met de Artemis vele malen gemaakt heb. Dat ik boei 2 van de Kieler Forde aanstuurde met een koers van 260. Dat op een afstand van 1nm ik de koers verlegde naar 230 teneinde buiten het vaarwater het noordgaande verkeer aan mijn stuurboordzijde te houden en vervolgens achter dit verkeer langs het vaarwater te kruisen. Dat het schip geboeid aan de grond raakte in positie 54 26,1N O. Dat alle pogingen om het schip op eigen kracht vlot te krijgen nutteloos bleken, dat de sleepboten Frankensein en Kitzeberg het schip assisteerden en om uur weer vlot kwam. Dat geen lekkage of olieverlies werd geobserveerd, dat de Artemis om uur afmeerde in Kiel. Dat duikeronderzoek schroefschade vaststelde en krasschade onder het vlak. Dat ik te allen tijde beschikbaar ben om aanvullende vragen te beantwoorden. Aan de Scheepvaartinspectie heeft zakelijk weergegeven verklaard: Kapitein P.P. B.: Ik heb mijn opleiding S1 op de normale manier gevolgd en voltooid in Ik vaar ongeveer 20 jaar als kapitein op Nederlandse en buitenlandse schepen. In die tijd heb ik bij verschillende maatschappijen gevaren. Sinds mijn zestigste verjaardag ben ik gepensioneerd. Sinds die tijd vaar ik als aflosser op verschillende schepen via een uitzendbureau. Sinds 1 oktober 2005 op de Artemis. De reizen van de Artemis waren voornamelijk tussen de Baltische staten en West Europa. Zo ook deze reis van Klaipeda naar Papenburg geladen met turf. De tijd aan boord was 2
3 gewoon Nederlandse tijd. De diepgang van het schip weet ik niet meer. De diepgang luisterde heel nauw in verband met de bestemmingshaven. Derhalve werd hier goed op gelet. Ik weet niet meer wanneer de reis vanuit Klapeida begon. Ik weet wel dat de reisvoorbereiding volgens de regels werd gedaan. Dit hield in het bijwerken van kaarten en boekwerken. In de gebruikte kaarten is geen routeplanning zichtbaar omdat ik tijdens de reis besloot om van de normale routeplanning, de Kiel-Balticroute, af te wijken. De reis was voor mij en voor het schip redelijk routinematig. Alle benodigde informatie was in de computer opgeslagen, zo ook de geplande route. Alle benodigde en wettelijk verplichte navigatie-apparatuur was aanwezig en functioneerde naar behoren. De exacte weersomstandigheden weet ik niet meer. Er waren echter geen extreme weersomstandigheden voor de tijd van het jaar. De weersomstandigheden hadden derhalve geen invloed op het functioneren van het schip. Het zicht was goed. Ik volgde niet de aanbevolen Kiel-Baltic-route omdat ik me herinner dat het tij voor Papenburg kritisch was qua tijd. Derhalve ben ik aan de zuidzijde van de Kiel-Baltic-route gebleven om enige tijd te sparen. Ik voer op boei 2 met een koers van 260. Ik ben ter plaatse goed bekend en loop globaal altijd tussen boei 1 en de Kleveberg-boei de Kieler Forde in. Nu ben ik bakboorduit gegaan vanwege het uitgaande verkeer uit de Kieler Forde. Ik ben dus buiten de route bakboorduit gegaan. Ik weet niet meer precies op welk punt dit was maar het was dichtbij de rode boeienlijn, teneinde achter het uitgaande verkeer de Kieler Forde in te gaan. Op dat moment heb ik me te veel in beslag laten nemen door binnenkomende telefoontjes en door pure onoplettendheid te laat stuurboorduit gegaan met de gronding als gevolg. Ik was niet alleen op de brug maar de aanwezige personen speelden geen rol in de navigatie. Als ik het me goed herinner waren het de stuurman en machinist. Vermoeidheid speelde bij de gronding geen rol. Het schip raakte aan de grond in positie; 54 26,1 N O, zoals gesteld in de scheepsverklaring. Nadat gedurende ongeveer één uur pogingen om het schip los te werken mislukten, heb ik de reder en de autoriteiten gewaarschuwd. Met één sleepboot lukte het niet het schip los te werken maar met de tweede sleepboot erbij was het schip los. Tankpeilingen wezen uit dat er geen lekkende tanks waren. Ook geen brandstofverlies. We zijn op eigen kracht naar een aangewezen ligplaats in Kiel gegaan. Aan het gedrag van het schip was niets bijzonders te merken. Duikerinspectie wees uit: krassen onder het schip en schroefschade. De Duitse autoriteiten legden mij een boete op van, als ik mij het goed herinner, 2000 euro. Die heb ik zelf betaald. Het schip mocht de reis vervolgen, na een klasse-inspectie waaruit bleek dat het schip zo snel mogelijk het dok in moest. Op 12 december (RVDS: volgens het scheepsjournaal 9 december) heb ik het schip in de sluis van Delfzijl aan de eigenaar overgedragen. Dit was mijn laatste reis, ik ben gestopt met varen. 3
4 3. Het onderzoek ter zitting Ter zitting van de Raad op 27 november 2006 heeft aanvullend verklaard: Kapitein P.P. B.: De Russische stuurman had de reisvoorbereiding gedaan. Voor de betreffende reis stond deze standaard in de computer omdat dit schip deze reis al vele malen had gemaakt. De reisvoorbereiding beslaat ongeveer twee A4-tjes. De koerslijnen stonden wel in de kaart. Wij voeren op de GPS, maar de waypoints stonden niet in de kaart. Volgens mij was de stuurman wel goed. Verder kan ik niet veel over hem vertellen. Onze snelheid bedroeg 11 tot 12 knopen. Alle benodigde navigatieapparatuur stond bij. Het tij bij Papenburg luistert heel nauwkeurig, vandaar dat het heel belangrijk is dat de diepgang precies is afgelezen. Toen ik zag dat wij het tij in Papenburg konden halen, ben ik een alternatieve route naar het Kielerkanaal gaan varen. Die route stond niet in de computer. Ik heb die alternatieve route niet met de stuurman besproken. Dat was volgens mij niet nodig; de bemanning was bezig met het zich voorbereiden op voor en achter. Die alternatieve route wordt ook door andere schepen gevaren. Ik had boei 2 op korte afstand gepasseerd, ik hield die boei daarbij aan stuurboord. De zeekaarten die u mij laat zien, waren de kaarten die wij aan boord gebruikten. Ik ken de koerslijnen die erin zijn getekend. Ik laat u zien waar wij 260 hebben gestuurd en ik laat u tevens zien waar ik van plan was om van koers te veranderen. Ik heb het betreffende traject tientallen malen gevaren, ik werkte dus eigenlijk routinematig. Er was sprake van uitkomend scheepvaartverkeer, ik schat zo n drie tot vier schepen. Dat was ook een reden waarom ik bakboorduit ben gegaan. Ik heb mij daarna door een aantal zaken, namelijk een paar telefoontjes van de reder, van de navigatie laten afleiden, waardoor wij uiteindelijk zijn gegrond. Die onoplettendheid zal zo n anderhalve tot twee minuten hebben geduurd. Ik heb de parallelle-indexmethode op de radar gebruikt, maar door mijn onoplettendheid heb ik deze niet continu gecontroleerd. Naderhand heb ik van Duitse autoriteiten vernomen dat ik de derde was binnen een tijdsbestek van vier tot zeven dagen die dat is overkomen. Een van de oorzaken zou daarbij kunnen zijn dat een rode boei was verplaatst. Ik was van die verplaatsing niet op de hoogte. Ik heb de positie van die boei ook niet gecontroleerd. Ik ben zelf volledig verantwoordelijk voor de gronding, ik was belast met de totale navigatie. De jachthaven die u mij in de zeekaart laat zien, heeft bij de navigatie geen enkele rol gespeeld. Ik laat u in de zeekaart de positie zien waar wij zijn gegrond. Na de gronding was aan het vaargedrag van het schip niets bijzonders op te merken. De bedoeling was dat de stuurman de navigatie in het Kielerkanaal van mij over zou nemen, samen met de loods die op de rede van Holtenau aan boord gekomen zou zijn en het schip naar de sluis zou hebben gebracht. Dat was de standaardprocedure aan boord. In het Kielerkanaal zouden geen sleepboten worden gebruikt. De reder is in Kiel aan boord gekomen, waarna hij daar ook weer naar huis is gegaan. Later is hij weer in Papenburg aan boord gekomen. Wij hebben het schip toen samen naar Delfzijl gevaren. Ik ben daar in de sluis van boord gegaan. Naderhand heb ik van iemand van het uitzendbureau een compliment gekregen voor het feit dat ik de zaak zo goed heb afgehandeld. 4
5 Twee jaar geleden heb ik het machinistendiploma voor schepen met een vermogen tot 3000 kw gehaald. Het was niet mijn bedoeling om daadwerkelijk als machinist te gaan varen, maar meer om als intermediair te fungeren tussen de reder en de buitenlandse machinisten aan boord van Nederlandse schepen. Als kapitein vaar je tegenwoordig onder zeer grote druk. Er zijn vrijwel alleen buitenlanders aan boord en er is sprake van minimale communicatie. Je houdt je als kapitein met alles bezig, van het kopen van stores aan de wal tot het kopen van smeerolie. Een rol speelt hierbij dat ik de reder en de charteraar altijd zoveel mogelijk ter wille wil zijn. In tegenstelling tot wat ik eerder heb verklaard, was er eigenlijk wel sprake van vermoeidheid. Naar mijn idee is daar eigenlijk altijd sprake van. Wij werken weliswaar met een wachtsysteem van zes uur op, zes uur af, maar in de praktijk komt daar helemaal niets van terecht. In het kader van arbeids- en rusttijden worden er werkstaten ingevuld, maar het gebeurt wel eens dat daarbij van de werkelijkheid wordt afgeweken. Ik probeer wel de rusttijden van de bemanning zo goed mogelijk in de gaten te houden, maar ik vergeet mijzelf daarbij regelmatig. Ik vind het bemannen van een schip met slechts één stuurman eigenlijk crimineel gedrag en ik zal zelf nooit meer gaan varen op een schip waarbij slechts één stuurman aan boord is. Ik heb nog nooit tegen een reder gezegd dat wij niet zouden kunnen uitvaren in verband met de overschrijding van regels met betrekking tot de arbeids- en rusttijden. Ook niet na de twee grondingen die mij een paar jaar hiervoor zijn overkomen. Ik vermoed dat mijn uitzendbureau ook niet erg blij geweest zou zijn met een dergelijke melding. Ik heb nog nooit gehoord dat een andere kapitein dat heeft gedaan. Ik heb een reder ook nooit gevraagd om de bemanning met een extra stuurman of een ander bemanningslid uit te breiden in verband met de grote werkdruk. De reders hanteren een door de overheid goedgekeurd bemanningsplan waarnaar dan wordt verwezen, grote werkdruk of niet. Er is volgens mij geen vak op de wereld waar zo weinig aandacht is voor het aspect vermoeidheid, als bij kapiteins in de zeevaart. In Duitsland heb ik een boete van 2000, gekregen die ikzelf heb betaald. Ik zou u niet kunnen vertellen op grond van welk wetsartikel dit is gebeurd. Ik vind het enigszins tegen mijn rechtsgevoel indruisen dat ik nu bij de Raad voor de Scheepvaart moet voorkomen, omdat ik al eerder voor dit feit ben gestraft. Ik heb een scheepsverklaring afgelegd, die u kunt vinden op bladzijde twaalf van uw dossier. De reder had mij, na onderling overleg, verteld dat alles geregeld was. Ik heb zelf Inspectie Verkeer en Waterstaat niet ingelicht. Ik loop niet in de ziektewet; ik vaar nu als afloskapitein in de binnenvaart. Ik beschik over alle daarvoor benodigde papieren. Mij huidige vaarbevoegdheid is nog steeds geldig. Ik gebruik in het geheel geen alcohol. 4. Het standpunt van de Inspecteur Op 6 december 2005 liep het Nederlandse motorschip Artemis bij daglicht aan de grond in de Kieler Forde. De weersomstandigheden waren goed, het was goed zicht en verwaarloosbare stroom. De kapitein stond op de brug en nam, om tijd te winnen, niet de aanbevolen 5
6 aanlooproute via het scheidingsstelsel naar de Kieler Forde. Hij stuurde aan op een boei aan de buitengrens van het scheidingsstelsel. Voor de boei week hij uit naar bakboord om vrij te varen van verkeer vanuit de Kieler Forde. Korte tijd later liep het schip zuidelijk van deze boei aan de grond. Uit het onderzoek blijkt het volgende. De gevaren koers stond niet in de kaart. De kapitein hield geen posities bij in de kaart en in plaats van goede uitkijk houden, zoals voorgeschreven in voorschrift 5 van de Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaringen op Zee, was de kapitein aan het telefoneren. Een goede uitkijk dient naast voorkoming van aanvaringen tevens om gevaren voor de navigatie zoals stranding te kunnen beoordelen. Daarnaast stuurde de kapitein aan op het uiteinde van een verkeersscheidingsstelsel. Dit is in strijd met voorschrift 10(h) van genoemde bepalingen dat voorschrijft: bij geen gebruik van een verkeersscheidingsstelsel dient het met een zo ruim mogelijke marge vermeden te worden. Bovengenoemde handelingen geven blijk van slecht zeemanschap. Ik stel vast dat de gronding een direct gevolg was van onveilige navigatie door de kapitein. Ik concludeer hiermee dat de kapitein schuldig is aan de gronding. Daarnaast is deze kapitein door de Raad schuldig bevonden in twee eerdere grondingen. Hij kreeg daarvoor tuchtstraffen in de vorm van drie en zes weken ontzegging van zijn vaarbevoegdheid. Opmerkelijk zijn de structurele nalatigheden met betrekking tot de navigatie, namelijk: geen posities bijhouden; geen koersen in de kaart; slechte uitkijk. De kapitein gaf op de zitting aan dat een belangrijk deel van de onoplettendheid te wijten was aan fatigue als gevolg van het zes op zes af wachtsysteem aan boord in combinatie met de drukke vaart in West Europese wateren. Door te volharden in zijn onveilige manier van navigeren en het tonen van geen verbetering bracht hij zichzelf en medeopvarenden ernstig in gevaar. Ik acht het daarvoor nodig een forse tuchtrechtelijke maatregel te eisen. Ik stel de Raad voor de vaarbevoegdheid van de kapitein te ontzeggen voor de periode van zes maanden. 5. Het oordeel van de Raad Toedracht Op 6 december 2005 was het Nederlandse vrachtschip Artemis met een lading turf onderweg van Klaipeda naar Papenburg. Een routeplanning was in de aanloopkaarten naar het Kielerkanaal (Noord-Oostzeekanaal) niet aangebracht omdat de kapitein tijdens de reis besloot om van de normale route, de Kiel-Baltic-route, af te wijken. Tijdens het aanlopen van het Kielerkanaal was het weer goed en hadden de weersomstandigheden geen invloed op het functioneren van het schip. Ook het zicht 6
7 was goed. Om enige tijd te besparen, in verband met het tij in Papenburg, besloot de kapitein bezuiden de Kiel-Baltic-route de Kieler Forde aan te lopen. Situatieschets; niet voor navigatie Hij liep in koers van 260 rw de rode boei 2 aan. Zijn bedoeling was om vandaar tussen de groene boei 1 en Kleverberg-o boei de Kieler Forde in te lopen. Vanwege het uitgaande verkeer in de Kieler Forde ging de kapitein, op circa een mijl voor boei 2 (positie A), bakboorduit naar een koers van 230, teneinde achter het uitgaande verkeer de Kieler Forde in te lopen. Na deze koersverandering hield de kapitein zich voornamelijk bezig met het voeren van een aantal telefoongesprekken, vijf in totaal. Hij bleef de koers van 230, zonder zijn positie te controleren, voorliggen tot hij om uur (positie 1500) aan de grond liep. De positie van de gronding was; 54 26,1 N en O. Na de stranding vernam de kapitein, volgens zijn zeggen, dat boei 2 niet precies op de in de kaart aangegeven plaats lag. De kapitein was niet alleen op de brug maar de aanwezige stuurman en de machinist speelden geen rol bij de navigatie. De kapitein probeerde na de stranding met roer- en schroefmanoeuvres het schip vlot te krijgen. Toen dat niet lukte lichtte hij zijn reder en de plaatselijke autoriteiten in. Met behulp van de sleepboten, Frankenstein en Kitzeberg, lukte het om het schip, omstreeks uur, los te trekken. Tankpeilingen wezen uit dat er geen lekke tanks waren. De Artemis kon vervolgens op eigen kracht naar de, door de autoriteiten aangewezen, ligplaats in Kiel varen. Om uur lag men daar gemeerd. Een inspectie door duikers wees uit dat er verfschade aan het vlak, schade aan de boegschroefbladen en schroefschade waren ontstaan door de gronding. De totale schade bedroeg circa De Duitse autoriteiten legden de kapitein een boete op van Na overleg met het classificatiebureau mocht het schip de reis naar Papenburg vervolgen om haar lading te lossen maar daarna diende zo snel mogelijk gedokt te 7
8 worden. De Artemis vertrok op 7 december om uur uit Kiel. Op 8 december 2005 kwam het schip, om uur, in Papenburg aan. Op 9 december 2005 gaf de kapitein om uur, in de sluis van Delfzijl, het schip over aan de reder. Om uur lag men gemeerd bij de werf om te repareren. Beschouwing De stranding De positie van de stranding is bekend; 54 26,1 N en O. Tot aan de stranding werd een koers aangehouden van 230. Zet men vanuit de positie van de stranding een lijn uit met een richting van 50 dan is punt A het snijpunt met de aanloopkoers van 260 naar de rode boei 2. Op dit punt veranderde de kapitein zijn koers naar 230 om achter het uitgaande verkeer langs te gaan. Punt A ligt op circa 1 mijl voor boei 2, wat overeenkomt met de scheepsverklaring die de kapitein op 7 december 2005 opmaakte. In zijn verklaring ten overstaan van de Scheepvaartinspectie spreekt hij van een punt dichtbij de rode boeienlijn en ter zitting verklaarde de kapitein dat hij de rode boei 2 al aan stuurboord gepasseerd was toen hij van koers veranderde. In dat geval was de Artemis precies in het midden van het vaarwater de Kieler Forde ingevaren en niet aan de grond gelopen. Situatieschets; niet voor navigatie De Artemis liep een vaart van circa 12 knopen en stuurde met een koers van 260 op de rode boei 2 aan. Ongeveer een mijl voor boei 2 (positie A) besloot de kapitein een koers van 230 te gaan sturen om later, achter het uitkomende scheepvaartverkeer, weer richting de Kieler Forde te varen. De afstand van positie A naar positie 1500 (positie stranding) in de situatieschets is 2,7 mijl. Op de brug bevonden zich behalve de kapitein ook de stuurman en de machinist. De kapitein 8
9 voerde zelf de navigatie, de anderen namen daaraan geen deel. Zelfs toen de kapitein een vijftal telefoongesprekken voerde, werd op de stuurman geen beroep gedaan om uit te kijken en de positie te controleren. De kapitein besteedde, vanaf het moment van zijn koersverandering naar 230, zijn tijd geheel aan het voeren van de telefoongesprekken ondanks het steeds nauwer worden van het vaarwater en het uitkomende scheepvaartverkeer. Hij was daar zo druk mee bezig dat hij de gehele navigatie uit het oog verloor en tot zijn verbazing om uur, voorbij de Kleverberg-o boei, aan de grond liep. Vanaf positie A tot aan de stranding werden er geen posities in de kaart gezet. De kapitein heeft noch op de radar noch visueel uitgekeken. Het zicht was goed en vlak voor de gronding zat de jachthaven, nabij de Wendtorf 2-boei, op een mijl afstand over bakboord. Deze afstand had ten minste twee mijl moeten zijn. De afstand van positie A tot de stranding bedraagt 2,7 mijl. Bij een vaart van 12 knopen houdt dit in dat de kapitein gedurende 13,5 minuut, en geen twee minuten zoals hij ter zitting verklaarde, met andere dingen bezig geweest is dan met zijn navigatie. Het viel de kapitein zelfs niet op dat de kust aan bakboord zo dichtbij kwam. Het bevreemdt de Raad dat de stuurman, die ook op de brug was, dit ook niet opviel. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de stuurman niet op de hoogte was van de andere route die de kapitein nam. De kapitein achtte het niet noodzakelijk om dergelijke zaken met de stuurman te bespreken, zoals hij ter zitting verklaarde. Hieruit blijkt wel hoe slecht de communicatie tussen de kapitein en de stuurman was. De reisvoorbereiding De reisvoorbereiding van de kapitein is uitermate slecht geweest. Er stonden geen koerslijnen in de kaart voor het aanlopen van de Kieler Forde en de kapitein besloot zelfs, in plaats van de aanbevolen Baltic-Kiel-route, een alternatieve route te volgen om, zoals hij verklaarde, wat tijd te winnen om het tij in Papenburg veilig te stellen. Vanaf boei Ko6/T63 (einde Kiel-Baltic-route) tot de Kleverberg-o boei is het verschil tussen de aanbevolen route en de alternatieve route van de kapitein minder dan twee mijl. Met nog een hele reis voor de boeg, inclusief het Kielerkanaal met zijn sluizen, kan hier niet van een tijdwinst gesproken worden. De Kiel-Baltic-route scheidt het in- en uitgaande verkeer van het Kielerkanaal. De route is voorzien van een groot aantal goed zichtbare boeien zodat de navigatie veilig en eenvoudig kan geschieden. Door de andere route te kiezen bracht de kapitein niet alleen zichzelf in de problemen maar kon daardoor tevens verwarring zaaien bij het uitgaande verkeer dat op weg was naar het verkeersscheidingsstelsel Kieler Forde, het stelsel waarvan de Artemis ook gebruik had moeten maken. De GPS was niet voorzien van waypoints voor de alternatieve aanlooproute. De conclusie van de Raad In een tijdsbestek van zes jaar heeft de kapitein drie maal met een schip aan de grond gezeten. In alle drie gevallen werd de ramp veroorzaakt door een slechte reisvoorbereiding en een zeer slechte navigatie waarbij zelfs de grondbeginselen hiervoor niet in acht genomen werden, zoals het aanbrengen van posities in een kaart die voorzien is van de koerslijnen die gevolgd moeten worden. 9
10 De Raad komt tot de conclusie dat de reisvoorbereiding aan boord van de Artemis bijzonder slecht is geweest. Slechte communicatie tussen de kapitein en de stuurman. Veranderingen in het reisschema werden niet besproken. Er stonden geen koerslijnen in de kaart voor de route die gevolgd werd bij het aanlopen van de Kieler Forde. Geen waypoints in de GPS aangebracht voor de route die genomen werd. Er werd een alternatieve route genomen om de Kieler Forde aan te lopen in plaats van de aanbevolen route. Deze alternatieve route is in strijd met de normen van goed zeemanschap. De kapitein bracht daarmee niet alleen zichzelf in de problemen maar kon tevens verwarring zaaien bij de uitgaande scheepvaart uit het Kielerkanaal. Het scheepvaartverkeer ter plaatse kan zeer intensief zijn. In 2005 gingen er schepen door het kanaal. De navigatie De kapitein heeft voorafgaande aan de stranding geen enkele aandacht geschonken aan de navigatie en het houden van goede uitkijk. In plaats van zorgvuldig te navigeren, zeker in het geval van deze alternatieve route en uitkomende scheepvaart, pleegde de kapitein een aantal telefoongesprekken. Zijn aandacht werd hierdoor zo afgeleid dat het schip tot zijn grote verrassing aan de grond liep. Dit kon gebeuren omdat gedurende geruime tijd (circa 13,5 minuut) geen enkele positie werd genomen en niet goed werd uitgekeken, noch visueel noch op de radar. Als de kapitein zo nodig telefoongesprekken moest voeren had hij de navigatie, gedurende die tijd, over moeten dragen aan de stuurman die ook op de brug was. De kapitein heeft zich niet gehouden aan de basisregels voor een veilige navigatie; het varen via koerslijnen in de kaart, het met regelmaat controleren van de positie en het houden van goede uitkijk, daarbij gebruik makend van alle beschikbaren middelen. Voor zover er nog sprake was van een navigatie werd dit alleen op zicht gedaan. Voor de kapitein was boei 2 de aanloopboei naar de Kieler Forde. Hij heeft niets gedaan om te controleren of deze boei op zijn goede plaats lag. Referentiepunten waren voldoende aanwezig om dit eenvoudig te doen. Het excuus van de kapitein dat deze boei wellicht niet op zijn aangegeven plaats heeft gelegen gaat daarom niet op. Gezien het bovenstaande is de Raad van oordeel dat de kapitein volledig schuld heeft aan de gronding en een maatregel van tucht gepast en geboden is. Bij het bepalen van de strafmaat heeft de Raad zwaar laten meewegen dat de kapitein in het verleden nog tweemaal met een schip, onder zijn commando en terwijl hij zelf de navigatie voerde, aan de grond gezeten heeft (zie uitspraken 18/2000 en 10/2002). Ook bij deze twee strandingen werden de basisregels voor een veilige navigatie met voeten getreden. Ook hier waren de reisvoorbereidingen slecht, stonden er geen koerslijnen in de kaart en werd de positie van het schip onvoldoende gecontroleerd. 10
11 De kapitein heeft, naar het oordeel van de Raad, van zijn twee voorgaande strandingen en de disciplinaire maatregelen die daar op volgden, niets geleerd. Stranding van het vrachtschip Bernice op 11 mei 1999, omstreeks uur, ten zuidwesten van het eiland Vejrø (uitspraak 18/2000). In de uitspraak geeft de Raad als oorzaken en omstandigheden die tot de stranding geleid hebben aan; De kapitein had een niet betonde route genomen terwijl er ook een betonde route was. Er was geen detailkaart van het betrokken gebied voorhanden. Geen posities in de kaart bijgehouden. Geen uitkijk op de brug aanwezig. Kapitein in slaap gevallen. Schip voer al geruime tijd zonder stuurman zodat de kapitein oververmoeid was. Zeer slechte reisvoorbereiding. Alleen op zicht genavigeerd. Stranding van het vrachtschip Bernice op 18 december 1999, omstreeks uur, in de Belfast Lough ter hoogte van Grey Point (uitspraak 10/2002). In de uitspraak geeft de Raad als oorzaken en omstandigheden die tot de stranding geleid hebben aan; Slechte reisvoorbereiding. Geen koerslijnen in de kaart. Geen waypoints in de GPS. Alleen de wacht op de brug, geen uitkijk. Geen posities in de kaart bijgehouden. Alleen op zicht genavigeerd. Beslissing De Raad straft kapitein P.P. B., geboren 18 december 1943, wegens zijn schuld aan de gronding door hem de bevoegdheid om als kapitein en als stuurman te varen op schepen als bedoeld in Artikel 2 van de Schepenwet te ontnemen voor de periode van zes maanden. 11
12 Aldus gedaan door, mr. U.W. Bentinck, voorzitter, R.M. Heezius, A.J. Both, J.F. Jongbloed en H. Reijne, leden, in tegenwoordigheid van s Raads secretaris mr. D.J. Pimentel, en uitgesproken door voorzitter mr. U.W. Bentinck, ter openbare zitting van de Raad van 27 november mr. U.W. Bentinck voorzitter mr. D.J. Pimentel secretaris De uitspraken van de Raad voor de Scheepvaart zijn te vinden op het Internet: > officiële publicaties > uitspraken Raad voor de Scheepvaart 12
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 21 MAART 2017 (NR. 4 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V8-HOLLAND
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 21 MAART 2017 (NR. 4 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V8-HOLLAND Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde:
Nadere informatieUITSPRAAK 4 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V7 HERCULUS ZK 65
UITSPRAAK 4 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2010.V7 HERCULUS ZK 65 Op verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat (thans de Minister van Infrastructuur
Nadere informatieUITSPRAAK 6 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V6 EEMS CARRIER
UITSPRAAK 6 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2012.V6 EEMS CARRIER Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur
Nadere informatieUITSPRAAK 4 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V4-ARKLOW BEACH
UITSPRAAK 4 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V4-ARKLOW BEACH Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, gemachtigde : ing.
Nadere informatieVoorlopig onderzoek naar de stranding van de Artemis Les Sables d' Olonnes 10 maart 2008
Datum Voorlopig onderzoek naar de Les Sables d' Olonnes 10 maart 2008 2 van 15 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Doel van onderzoek 3 1.2 Doel van rapportage 3 1.3 Het onderzoek 3 2 Gegevens 4 2.1 Schip
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 12 februari 1997, nr. 30
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 12 februari 1997, nr. 30 Nr. 5 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen op de Duitse kust, nabij Börgerende, van
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 15 NOVEMBER 2017 (NR. 11 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V3-HEKLA
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 15 NOVEMBER 2017 (NR. 11 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V3-HEKLA Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker,
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 8 MAART 2017 (NR. 1 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V5-SCHELDEGRACHT
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 8 MAART 2017 (NR. 1 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V5-SCHELDEGRACHT Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker,
Nadere informatieUITSPRAAK 2 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V5 - TINA
UITSPRAAK 2 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V5 - TINA Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde: ing. M.
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 20 juni 2001, nr. 116
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 20 juni 2001, nr. 116 Nr. 12 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het stoten van het Nederlandse vrachtschip Harns, varende in de Oostzee,
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 1 mei 2002, nr. 82
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 1 mei 2002, nr. 82 Nr. 7 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van de Nederlandse motorsleepboot Pieter, varende in het
Nadere informatieUITSPRAAK 1 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2015.V3-LEAH
UITSPRAAK 1 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2015.V3-LEAH Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Infrastructuur en Milieu, te s Gravenhage, gemachtigde: ing. M. Schipper,
Nadere informatieUITSPRAAK 7 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V7 CROWN MARY
UITSPRAAK 7 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V7 CROWN MARY Op het verzoek van: de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur en Milieu,
Nadere informatieHet ROEIEN en de vaarregels
Het ROEIEN en de vaarregels Net als op de openbare weg gelden op het openbare water verkeersregels. En dus ook varend met de roeiboten van de K.W.V.L. moeten we ons daar aan houden. Veel van de regelgeving
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011
ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 19 november 2011. Het gedeelte Beperkt en het gedeelte Algemeen bestaan ieder uit 20 vragen (60
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 20 augustus 2003, nr. 159
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 20 augustus 2003, nr. 159 Nr. 9 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het stoten van het Nederlandse containerschip IJsseldijk, in de
Nadere informatieBPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017
BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017 vraag 1) Wie is de gezagvoerder van een sleep met een gesleept vaartuig? A. de schipper van de sleepboot B. de schipper van het gesleepte vaartuig C. geen van
Nadere informatieUITSPRAAK 6 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V4B - STATENGRACHT
UITSPRAAK 6 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V4B - STATENGRACHT Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur
Nadere informatieUITSPRAAKNUMMER 4 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V1 - VRIESENDIEP
UITSPRAAKNUMMER 4 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V1 - VRIESENDIEP Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert
Nadere informatieUITSPRAAK NUMMER 5 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V5 - FLINTERBAY
UITSPRAAK NUMMER 5 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2012.V5 - FLINTERBAY Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 27 maart 2002, nr. 61
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 27 maart 2002, nr. 61 Nr. 6 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen van het Nederlandse vrachtschip Inger, varende
Nadere informatieZeerecht GZV (4) Werk- en rusttijden. 4 op 4 af? 5 op 7 af 8 op 4 af? 4 op 8 af 4 op 8 af? 14 op 14 af? gzv-4. gzv-4. gzv-2 kzv-3
Zeerecht GZV (4) Werk- en rusttijden 4 op 4 af? 5 op 7 af 8 op 4 af? 4 op 8 af 4 op 8 af? 14 op 14 af? gzv-2 kzv-3 1 Oefeningen gzv-3 Oefeningen Verplichte oefeningen: Brand Schip verlaten (evacuatie)
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 10 mei 1995, nr. 90
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 10 mei 1995, nr. 90 Nr. 7 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse vissersvaartuig Sursum Corda UK 172
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 5 juni 2002, nr. 104
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 5 juni 2002, nr. 104 Nr. 10 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen van het Nederlandse vrachtschip Bernice, varende
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 8 MAART 2008
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 8 MAART 2008 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 17 juli 2002, nr. 134
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 17 juli 2002, nr. 134 Nr. 12 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse vissersvaartuig Concordia UK 246,
Nadere informatieBINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR)
BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR) Theorie eisen reglementen (BPR) voor CWOIII Kennis van de volgende artikelen en de uitwijkbepalingen in de betreffende situaties kunnen toepassen: Art. 1.01 i Definitie
Nadere informatieUITSPRAAK 6 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V7-ASTRID
UITSPRAAK 6 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V7-ASTRID Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde: ing. M.
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 25 APRIL 2018 (NR. 2 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V2-FIDUCIA
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 25 APRIL 2018 (NR. 2 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V2-FIDUCIA Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur en Waterstaat,
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 31 december 2003, nr. 252
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 31 december 2003, nr. 252 Nr. 16 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse vrachtschip Fast Jef, tijdens
Nadere informatieVeilig varen. Welkom KBC Utrecht.
Veilig varen Welkom KBC Utrecht Jasper Jansen 43 jaar Al ruim 35 jaar op het water: ouders, scouting, diverse zeilscholen, eigen schip CWO kielboot- en kajuitjachtinstructeur Ruim 20 jaar wonen en varen
Nadere informatieUITSPRAAK 4 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V10 - MARIA GO 20
UITSPRAAK 4 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V10 - MARIA GO 20 Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009 Opmerking: De vermelding APSB heeft betrekking op het Algemeen Politiereglement voor de
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010 Opmerking: De vermelding APSB heeft betrekking op het Algemeen Politiereglement voor de Scheepvaart
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 11 november 1998, nr. 216
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 11 november 1998, nr. 216 Nr. 20 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aanvaren van boei TG 19 Weser 2, door het Nederlandse vrachtschip
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 5 JULI 2019 IN DE ZAAK NR 2018.V.13 THAMESBORG (NR. 3 VAN 2019)
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 5 JULI 2019 IN DE ZAAK NR 2018.V.13 THAMESBORG (NR. 3 VAN 2019) Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Waterstaat te Den Haag, verzoeker,
Nadere informatieReglementen. Ivar ONRUST
Reglementen Ivar ONRUST 2 Toepassingsgebied Diverse reglementen S.R.K.G.T. B.P.R. R.P.R. Binnenvaart Politie Reglement Algemene binnenwateren Rijnvaart Politie Reglement Rijn, Waal, Lek, Pannerdensch kanaal
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 3 december 1997, nr. 233
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 3 december 1997, nr. 233 Nr. 29 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse vissersvaartuig Marretje UK 32,
Nadere informatieExamen Maart De vrije zijde van een beperkt manoeuvreerbaar schip wordt overdag aangeduid met (CEVNI):
Examen Maart 2005 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 5 maart 2005. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 22 januari 1997, nr. 15
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 22 januari 1997, nr. 15 Nr. 1 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse vrachtschip Waterman, op reis van
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 16 mei 2001, nr. 94
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 16 mei 2001, nr. 94 Nr. 10 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen van het Nederlandse vrachtschip Ice Star, kort
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van donderdag 27 december 2001, nr. 249
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van donderdag 27 december 2001, nr. 249 Nr. 27 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen van het Nederlandse vrachtschip Nouakchott,
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 27 december 2000, nr. 250
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 27 december 2000, nr. 250 Nr. 31 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het geboeid raken op een strekdam, van de Nederlandse loodstender
Nadere informatieExamen November 2005
Examen November 2005 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 26 november 2005. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 16 oktober 2002, nr. 199
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 16 oktober 2002, nr. 199 Nr. 18 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse vrachtschip Saline, varende op
Nadere informatieExamen Beperkt stuurbrevet
Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 19 Maart 2011. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10 vragen) geeft u
Nadere informatieUITSPRAAK 1 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V8 - TRAVELLER
UITSPRAAK 1 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V8 - TRAVELLER Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde: ing.
Nadere informatieALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 22 november 2008
Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 22 november 2008 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert
Nadere informatieBegrippen en Definities. Ivar ONRUST
Begrippen en Definities Ivar ONRUST Toepassingsgebied Diverse reglementen B.P.R. R.P.R. Binnenvaart Politie Reglement Algemene binnenwateren Rijnvaart Politie Reglement Rijn, Waal, Lek, Pannerdensch kanaal
Nadere informatieRAPPORT VAN EXPERTISE
Gemeente Heemstede Sneek, 21 mei 2013 afdeling juridische zaken Postbus 352, 2100 AJ Heemstede RAPPORT VAN EXPERTISE Opdrachtgever : Gemeente Heemstede Opdrachtdatum : 12-04-2013 Onze referentie : P13030
Nadere informatieExamen Maart 1999 BEPERKT STUURBREVET
Examen Maart 1999 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 6 maart 1999. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10
Nadere informatieUITSPRAAK 5 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V4A - STATENGRACHT
UITSPRAAK 5 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V4A - STATENGRACHT Op het verzoek van: de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur en Milieu,
Nadere informatieVoorlopig onderzoek naar de gronding van ms Zhen Hua 10 Europoort, 2 februari 2008
Datum Voorlopig onderzoek naar de gronding van ms Europoort, 2 februari 2008 2 van 12 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Feitelijkheden 4 2.1 Het schip en de bemanning 4 2.2 Reisgegevens 5 2.3 Het onderzoek
Nadere informatieRapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162
Rapport Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162 2 Klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop ambtenaren van het regionale politiekorps Utrecht op 6 mei 2006 hebben gereageerd op zijn verzoek om
Nadere informatieRapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344
Rapport Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Limburg-Zuid zijn meldingen van geluidsoverlast vanaf 22 oktober 2009 tot heden, welke
Nadere informatieUITSPRAAK 5 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK Nr V1 CFL PROSPECT
UITSPRAAK 5 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK Nr. 2016.V1 CFL PROSPECT Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, zetelend te Den Haag, verzoeker, gemachtigde:
Nadere informatieUITSPRAAK 1 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V2 MARIA GO 20
UITSPRAAK 1 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V2 MARIA GO 20 Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Infrastructuur en Milieu te Den Haag, gemachtigde: E.J. van
Nadere informatieExamen versie: 999999NWG1-7-200909:00VBA Handmatig pagina 1 (1-7-2009) Antw.Pnt. VBA. Ministerie van Verkeer en Waterstaat AANVULLEND EXAMEN
Examen versie: VBA 999999NWG-7-200909:00VBA Handmatig pagina (-7-2009) Ministerie van Verkeer en Waterstaat Stichting VAMEX AANVULLEND EXAMEN KLEIN VAARBEWIJS II (Alle binnenwateren- artikel 6, Binnenvaartbesluit)
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax
RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE telefoon 070-3905578 fax 070-3905171 BESCHIKKING A. - B. 1. Bij brief van 13 augustus 1999 heeft de heer A. bij de Raad van Toezicht
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 142 Wet van 16 maart 2000, houdende wijziging van de Binnenschepenwet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 96/50/EG van de Raad
Nadere informatieExamen November 2007
Examen November 2007 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 17 november 2007. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen
Nadere informatieMinisterie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004
Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Inhoudsopgave........................................................................................
Nadere informatieExamen November 1999
Examen November 1999 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 20 november 1999. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 7 juni 1995, nr. 107
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 7 juni 1995, nr. 107 Nr. 8 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen van het Nederlandse vrachtschip Pluto, varende
Nadere informatieWIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.
WET van 24 juni 1993, houdende bepalingen inzake de rusttijden van bemanningsleden, de samenstelling van de bemanning en de vaartijden van schepen op binnenwateren WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van van woensdag 26 juli 2000, nr. 142
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van van woensdag 26 juli 2000, nr. 142 Nr. 16 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen van het Nederlandse vrachtschip Ankergracht,
Nadere informatieExamen Maart Twee schepen naderen elkaar met tegengestelde koersen bij een engte. Bij gevaar voor aanvaring moet (CEVNI):
Examen Maart 2002 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 9 maart 2002. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10
Nadere informatieRapport. Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Noord-Holland Noord. Datum: 21 maart Rapportnummer: 2011/099
Rapport Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Noord-Holland Noord. Datum: 21 maart 2011 Rapportnummer: 2011/099 2 Klacht Op 24 juni 2009 verhoorden twee politieambtenaren van het
Nadere informatieUITSPRAAK 4 VAN 2012 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V1 ENNIO MARNIX
UITSPRAAK 4 VAN 2012 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2012.V1 ENNIO MARNIX Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur
Nadere informatieElk vaartuig dat geschikt is als vervoersmiddel op het water. Een boot die door spierkracht wordt voortbewogen.
H3 PR 3.1 Het innenvaartpolitiereglement Voordat we het water op kunnen moeten we goed weten wanneer je wel of geen voorrang hebt. Daarvoor bestaat het innenvaartpolitiereglement. Wanneer je de regels
Nadere informatieWat je van ver haalt is!
Wat je van ver haalt is! Hemelvaartsweekend was het zover. Na begin van het jaar de koop van onze Westbas 29 Offshore overeengekomen te zijn met de Duitse eigenaren, was nu het moment om de boot naar Nederland
Nadere informatie1/18A LOODSEN OP AFSTAND BIJ GESTAAKTE LOODSKRUISPOST IN DE SCHELDEMONDEN
112 8. Toepassing van de criteria Bedacht dient te worden dat in de punten 1 t/m 3 steeds de minimum aantallen loodsen en sleepboten zijn genoemd. De bevoegde nautische autoriteit kan in verband met omstandigheden
Nadere informatieEen aantal bepalingen uit het Binnenvaart Politie Reglement * welke voor roeiers van belang kunnen zijn.
Een aantal bepalingen uit het Binnenvaart Politie Reglement * welke voor roeiers van belang kunnen zijn. *) nb. In verband met de duidelijkheid is hier en daar de officiële tekst wat minder formeel gemaakt.
Nadere informatieBENODIGDHEDEN o Werkbladen o Antwoordkaarten o Eventueel verdiepingsopdracht
Leerkrachtinformatie Groep 6 Zeehavens in Zeeland Lesduur:90 minuten (klassikaal en in tweetallen) DOEL De leerlingen weten op een kaart van Zeeland de zeehavens te vinden en te benoemen; kunnen de werking
Nadere informatie38350 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD
38350 MONITEUR BELGE 17.07.2003 BELGISCH STAATSBLAD HOOFDSTUK VI. Slotbepalingen Art. 9. Het Besluit ontheffing loodsplicht Scheldereglement wordt ingetrokken. Art. 10. Dit besluit treedt in werking met
Nadere informatieRapport. Datum: 8 juni 1998 Rapportnummer: 1998/219
Rapport Datum: 8 juni 1998 Rapportnummer: 1998/219 2 Klacht Op 9 januari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer R. te Rotterdam, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Particulieren
Nadere informatieDE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 april 2018;
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van 15 juli 2002 betreffende de verscherpte loodsplicht voor vaartuigen in de Belgische territoriale zee en vaarwateren
Nadere informatieRapport. Verslag van Rapport over een klacht over de SVB te Amstelveen. Datum: 22 januari 2013. Rapportnummer: 2013/007
Rapport Verslag van Rapport over een klacht over de SVB te Amstelveen Datum: 22 januari 2013 Rapportnummer: 2013/007 2 De klacht en de achtergronden De Nationale ombudsman ontving in het voorjaar van 2012
Nadere informatieMededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel.
18-102 Rvt Amsterdam 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Mededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel. Klagers hebben beklaagde een opdracht tot dienstverlening
Nadere informatieRapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/331
Rapport Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/331 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat door toedoen van de vreemdelingendienst van het regionale politiekorps Midden en West Brabant de Spaanse
Nadere informatieRapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083
Rapport Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Gouda vanaf november 2002 onvoldoende heeft getracht om de
Nadere informatie1. Procedure. 2. Feiten
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 88 d.d. 13 oktober 2009 (mr R.J. Paris, voorzitter, mevrouw mr. J.W.M. Lenting en de heer mr. W.F.C. Baars) 1. Procedure De Commissie beslist
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 176 Besluit van 16 maart 1995, houdende wijziging van het Besluit zeevaartdiploma s en van het Bemanningseisenbesluit Wij Beatrix, bij de gratie
Nadere informatieRapport. Rapport betreffende een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord- Nederland. Datum: 11 februari 2015 Rapportnummer: 2015/030
Rapport Rapport betreffende een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord- Nederland. Datum: 11 februari 2015 Rapportnummer: 2015/030 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een politieambtenaar
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 129 d.d. 17 mei 2011 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 129 d.d. 17 mei 2011 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting De auto van Consument is beschadigd geraakt
Nadere informatieKlacht over onveilige schoolomgeving. School heeft onvoldoende gedaan om herhaling van geweld jegens leerling te voorkomen.
107823 Klacht over onveilige schoolomgeving. School heeft onvoldoende gedaan om herhaling van geweld jegens leerling te voorkomen. Landelijke ADVIES inzake de klacht van: mevrouw A, wonende te [woonplaats],
Nadere informatieRapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/259
Rapport Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/259 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat een aantal van hun eigendommen, die na hun verplaatsing vanuit het asielzoekerscentrum (AZC) Utrecht naar het
Nadere informatieWisselprijs voor de Internationale Zuiderzee-wedstrijd REGLEMENT VOOR DE INTERNATIONALE ZUIDERZEE-WEDSTRIJD
Wisselprijs voor de Internationale Zuiderzee-wedstrijd REGLEMENT VOOR DE INTERNATIONALE ZUIDERZEE-WEDSTRIJD Artikel 1. Inleiding De Zuiderzeewedstrijd voor motor- en motorzeiljachten is een jaarlijkse
Nadere informatieBijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 9 april 1997, nr. 68
Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 9 april 1997, nr. 68 Nr. 10 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de klacht van het Hoofd van de Scheepvaartinspectie tegen kapitein
Nadere informatieBasis gedragsregels & veiligheid sloeproeien
Basis gedragsregels & veiligheid sloeproeien Indeling presentatie Basis verkeersregels (herhaling voor mensen met eerdere opleiding) Suggesties tav gedrag en veiligheid - Varen doe je samen Tips van de
Nadere informatieKO N I N K L I J K E V E R E N I G I N G VA N N E D E R L A N D S E R E D E R S
KO N I N K L I J K E V E R E N I G I N G VA N N E D E R L A N D S E R E D E R S Werken op zee betekent: - De hele wereld zien. - Na de zeevaartschool ben je zeker van een baan. - Een hoog salaris. - Snel
Nadere informatieRapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073
Rapport Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 2 Klacht DE ONDERZOCHTE GEDRAGING Het in strijd met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht niet informeren van betrokkene over de mogelijkheid
Nadere informatieK MAKELAARSKANTOOR O.G. B.V.,kantoorhoudende te G, beklaagde,
Mandeligheid van buitenmuur. Informatie aan kopende collega-makelaar over juridisch geschil met de buren. Tijdsverloop voor indienen van klacht. Beklaagde is belast met de verkoop van een woning. Aan de
Nadere informatie2.4 De Commissie heeft de klacht op 18 januari 2011 doorgestuurd naar verweerster.
Oordeel 2011-04 Commissie: mr. drs. C.M.F. van Roessel, voorzitter, mr. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid
Nadere informatieSamenvatting ongeval Jason, 11 maart Ongeval Jason Looveer 11 Maart 2017 Samenvatting. Jason Arnhem, juni
Ongeval Jason Looveer 11 Maart 2017 Samenvatting Jason Arnhem, juni 2017 1 Inleiding In de ochtend van 11 maart 2017 vond een ongeval plaats op de Rijn waarbij drie leden van roeivereniging Jason het leven
Nadere informatieKamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam
Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Beschikking van 21 januari 2003 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met zaaknummer 207.2002 van: [ ], wonende te [ ],
Nadere informatieEen onderzoek naar afhandeling van schoolverzuim door de gemeente Hoorn
Rapport Een waarschuwing van de leerplichtambtenaar Een onderzoek naar afhandeling van schoolverzuim door de gemeente Hoorn Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over Gemeente Hoorn gegrond.
Nadere informatie15.087T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
15.087T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieRapport. Datum: 12 juli 2007 Rapportnummer: 2007/149
Rapport Datum: 12 juli 2007 Rapportnummer: 2007/149 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (het CBR) hem onheus heeft bejegend toen hij begin mei 2006
Nadere informatie