UITSPRAAK 5 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V4A - STATENGRACHT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UITSPRAAK 5 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V4A - STATENGRACHT"

Transcriptie

1 UITSPRAAK 5 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V4A - STATENGRACHT Op het verzoek van: de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur en Milieu, te s Gravenhage, verzoeker, gemachtigde : E.J. van Leeuwen, Inspecteur voor de Scheepvaart te Rotterdam, tegen betrokkene N. P., raadsman: M. Stamans. 1. Het verloop van de procedure Op 1 juli 2013 heeft het Tuchtcollege een verzoek tot tuchtrechtelijke behandeling ontvangen van E.J. van Leeuwen, inspecteur voor de Scheepvaart te Rotterdam, gericht tegen betrokkene als kapitein van het Nederlandse zeeschip Statengracht. Bij het verzoek waren acht bijlagen gevoegd. Hierop heeft het Tuchtcollege bij brief aan betrokkene kennis gegeven van het verzoekschrift met bijgevoegd een afschrift van het verzoekschrift met bijlagen en met de mededeling aan betrokkene dat deze de mogelijkheid had een verweerschrift in te dienen. Van betrokkene is een verweerschrift d.d. 17 oktober 2013 ontvangen met bijgevoegd zeven VDR-prints. Dit is in kopie doorgestuurd aan de inspecteur voor de Scheepvaart. 1

2 Op 31 januari 2014 heeft het Tuchtcollege van de inspecteur een rapport ontvangen van de Marine Safety Investigation Unit van Transport Malta. Dit is in kopie doorgestuurd aan betrokkene, die in de gelegenheid is gesteld om een nader verweerschrift in te dienen. Betrokkene heeft hierop gereageerd bij van 21 februari De voorzitter heeft bepaald dat de mondelinge behandeling van de zaak zou plaatsvinden op 28 maart 2014 om uur in de lokalen van het Tuchtcollege te Amsterdam. Verzoeker en betrokkene zijn opgeroepen om dan op de zitting van het Tuchtcollege te verschijnen. De zitting heeft plaatsgevonden op 28 maart Voor verzoeker is ter zitting verschenen E.J. van Leeuwen, inspecteur voor de Scheepvaart. Betrokkene is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, de heer Stamans. 2. Het verzoek Aan het verzoek is het navolgende ten grondslag gelegd. Op 2 februari 2013 is het Nederlandse zeeschip Statengracht in de Oostzee in aanvaring gekomen met het Maltese vrachtschip Katre. Betrokkene was op het moment van de aanvaring kapitein van de Statengracht. Betrokkene wordt verweten dat hij mogelijk heeft gehandeld in strijd met de volgende voorschriften en bepalingen: Verdrag inzake de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972 (hierna: Colregs), voorschrift 2 Verantwoordelijkheid, voorschrift 8 Maatregelen ter vermijding van aanvaring, voorschrift 16 Maatregelen van het schip dat moet uitwijken, Zeevaartbemanningswet, artikel 4, lid 3, zich als kapitein gedragen zoals het een goed zeeman betaamt. 2

3 3. Het standpunt van betrokkene Betrokkene heeft - verkort en zakelijk weergegeven - aangevoerd: -ik heb als goed zeeman direct na de aanvaring alle voorzorgsmaatregelen genomen om niet alleen de veiligheid van de eigen bemanning, het schip en de lading te waarborgen, maar ook die van het aanvarende schip Katre; er zijn ook de nodige maatregelen genomen om milieuvervuiling te voorkomen en het drukke scheepvaartverkeer te waarschuwen; -de Statengracht voer in relatief druk vaarwater; om die reden was ik op de brug om een oogje in het zeil te houden en waar nodig in te grijpen; er was sprake van twee mogelijke aanvaringssituaties kort achter elkaar, t.w. met de Nordvik en de Katre; ten opzichte van de van bakboord komende Nordvik moest de Statengracht koers en vaart behouden; pas nadat duidelijk was geworden dat er geen risico meer was van een aanvaring met de Nordvik konden wij ons op de Statengracht volledig focussen op de Katre en is koers gewijzigd naar stuurboord om achter de Katre langs te varen; deze koerswijziging kon niet te sterk worden ingezet wegens de nabijheid van twee meeliggers aan stuurboordzijde; er was geen eerdere uitwijkmogelijkheid. -de Katre is volledig onverwachts en in strijd met voorschrift 17 scherp uitgeweken naar bakboord, terwijl de Statengracht over haar bakboordzijde passeerde; vanaf dat moment was een aanvaring onvermijdelijk; indien de Katre haar koers en vaart had behouden, zou er geen aanvaring hebben plaatsgehad. 4. De beoordeling van het verzoek A. Een schriftelijke verklaring van betrokkene houdt, samengevat en zakelijk weergegeven in de Nederlandse taal, onder meer het volgende in: Ik vaar al op zee vanaf mijn 16e jaar en vanaf mijn 29e jaar als kapitein op verschillende schepen. Op mijn 35e jaar ontving ik het hoogste Nederlandse diploma als kapitein. Ik was op 13 december 2012 aan boord gekomen van de Statengracht. Het was mijn tweede periode als kapitein op dat schip, maar ik had reeds jaren op zusterschepen gevaren op dezelfde route. 3

4 Het schip was op 31 januari 2013 vertrokken uit Rauma, Finland en was op weg naar de rede van Rostock. Het schip was (onderdeks) niet vol beladen met bosproducten. Volgens het driewachtensysteem was de wacht van tot uur voor de kapitein respectievelijk derde stuurman en de wacht van tot uur voor de tweede stuurman. Op 2 februari 2013 om uur werd de wacht door tweede stuurman V. overgenomen van de derde stuurman. Ik was vóór dat tijdstip op de brug en ik ben daar na de overname van de wacht gebleven. Het zicht was goed, het schip voer in westelijke richting op een koers van ca. 250 en met een snelheid van ca. 17 knopen. Er stonden twee radartoestellen bij. Ik keek voornamelijk op de radar aan de bakboordzijde en de tweede stuurman keek op die aan de stuurboordzijde. Om uur was het schip 14 mijl ten noorden van het eiland Rügen. Er was in dat gebied druk scheepvaartverkeer. Er voeren twee schepen op parallelle koersen aan stuurboord, op een afstand van ca. 1 mijl en 1,5 mijl en er waren twee schepen op kruisende koersen. Van deze laatste kwam de één [de Nordvik] van bakboord en de ander, de Katre, van stuurboord. Deze koerskruisers werden op onze radars ingeplot. Bij de overname van de wacht werd de tweede stuurman door de derde stuurman geïnformeerd over de situatie, met name over de koerskruisers. Korte tijd later wijzigde het schip dat van bakboord kwam zijn koers naar stuurboord om achter ons langs te passeren. Met het oog op de Katre aan stuurboord wijzigden wij koers naar stuurboord. De ruimte daarvoor was echter beperkt vanwege het op ca. 1 mijl aan onze stuurboordzijde op eenzelfde koers varende schip. Volgens onze plot was deze koerswijziging voldoende om achter de Katre langs te passeren en er was geen reden om verder actie te ondernemen, mits de Katre koers en vaart zou behouden. Toen de Statengracht en de Katre elkaar dichter naderden, realiseerde ik me dat de Katre naar bakboord draaide: in plaats van haar rode licht toonde zij nu een rood en een groen licht. 4

5 Ik nam meteen de wacht over, zette de stuurautomaat uit en gaf hard stuurboord roer. Ons schip draaide verder naar stuurboord. Kort daarna werd de Statengracht onder een bijna rechte hoek aangevaren door de Katre. De Statengracht liep een groot gat in haar bakboordzijde op. Het schip kreeg een flinke slagzij naar bakboord. Nadat het schip door middel van pompen was gestabiliseerd, is het doorgevaren naar de haven van Rostock. B. Een schriftelijke verklaring van tweede stuurman A. V. is wat betreft de beschrijving van de gebeurtenissen voor en bij de aanvaring grotendeels overeenstemmend met die van betrokkene. Verder is daarin vermeld dat V. (29 jaar oud) op 24 januari 2013 aan boord van de Statengracht was gekomen voor zijn eerste periode aan boord van dat schip en dat hij tevoren twee periodes op zusterschepen had gevaren op dezelfde route. C. Bij een stuk van de Duitse Wasserschützpolizei bevinden zich negen schermafdrukken. Op de eerste daarvan wordt een beeld gegeven van schepen die zich op 1 februari 2013 om uur in het betreffende vaargebied bevonden. Op de andere zijn de Statengracht en de Katre afgebeeld in het tijdvak van 2 februari 2013 van uur tot uur met AIS-details van deze schepen. D. Een schriftelijke verklaring van O. Kuchinsky, eerste stuurman van de Katre, houdt - zakelijk weergegeven in het Nederlands en zoals het Tuchtcollege deze verklaring begrijpt - onder meer het volgende in: Ik nam een peiling op de Statengracht toen dat schip op een afstand was van 5 mijl en ik observeerde dat schip voortdurend. Toen de Statengracht op een afstand was van 0,6 mijl met een kortste naderingsafstand (CPA) van 0,45 mijl draaide de Statengracht naar stuurboord en stopte met draaien. Ik kon niet naar stuurboord draaien. De CPA was nu 0,15 mijl en de afstand tot mijn voorschip was 0,4 mijl. Ik draaide naar bakboord en stopte. Ik had de bedoeling van de Statengracht niet begrepen; ik riep op de VHF dat ik naar bakboord zou draaien en ik ben met het draaien begonnen. De Statengracht 5

6 gaf geen antwoord en draaide verder naar stuurboord. Mijn stop- en achteruitmanoeuvre kon een aanvaring niet voorkomen. E. Een Marine safety investigation report van de MSIU van Malta Transport houdt samengevat en zakelijk weergegeven in het Nederlands onder meer het navolgende in, waarbij het Tuchtcollege alleen acht heeft geslagen op de in dat rapport vermelde feitelijke gegevens, die door betrokkene niet zijn weersproken. In dat rapport zijn in twee schema s de gegevens vermeld die waren ontleend respectievelijk aan het ARPA-systeem op de Katre en aan de VDR op de Statengracht. In het rapport zijn de tijden vermeld in UTC. In het navolgende worden deze vermeld in de lokale tijd (UTC+1). De Statengracht (lengte 172 m., breedte 25 m., BRT, 1 controllable pitch propeller) voer in de nacht van 2 februari 2013 op een westelijke koers (ca. 250 ) naar de ingang van het verkeersscheidingsstelsel ten noorden van Rügen, met een snelheid van ca. 17 knopen. Het was een druk vaargebied. Aan stuurboord voeren twee meeliggers in dezelfde richting, de Q Ionari op 1 mijl en de Nordic Philip op 1,5 mijl. De Statengracht voer wat sneller dan deze meeliggers. Er waren twee schepen op kruisende koersen, de Nordvik komende van bakboord en de Katre komende van stuurboord. Op de Katre (lengte 88 m., breedte 13 m., BRT, 1 controllable pitch propeller) was eerste stuurman Kuchinsky op de brug, samen met een uitkijk. Het schip was in ballast op weg van Helsingborg, Zweden naar Stralsund, Duitsland. Er werd een zuidoostelijke koers gestuurd (ca. 134 ), de snelheid was ca. 7,2 knopen. Het schip was uitgerust met een ECDIS-systeem, ARPA en ontvangst van AIS-informatie. Ten opzichte van de schepen die op weg waren naar de westelijke/zuidwestelijke baan van het verkeersscheidingsstelsel was de Katre het schip dat koers en vaart moest houden. Het was donker, het zicht was ca. 8 mijl, er stond een westelijke wind kracht 3 Bft en er was een kalme zee. Op de brug van de Statengracht werd de stuurboordradar, ingesteld op een bereik van 6 mijl, geobserveerd door tweede stuurman V. en de 6

7 bakboordradar, ingesteld op een bereik van afwisselend 12 mijl en 6 mijl, door betrokkene. De radartoestellen waren voorzien van ARPA en op het scherm werden de andere schepen met hun naam en verdere AIS-gegevens afgebeeld. Tevens konden de koers en vaart van de andere schepen worden afgebeeld, evenals de CPA en de TCPA daarvan ten opzichte van de Statengracht. Er werd gestuurd op de automaat. Voordien was rond uur de wacht overgedragen door de derde stuurman aan V. Deze overdracht had circa vier minuten in beslag genomen. De CPA met de Katre bedroeg vanaf uur 0,5 mijl. De peiling van de Katre vanaf de Statengracht bleef vanaf dat tijdstip tot omstreeks uur min of meer gelijk ( ). Omstreeks uur wijzigde de Q Ionari koers naar stuurboord om zonder problemen achter de Katre langs te varen. Omstreeks uur maakte de Nordvik een ruime koerswijziging naar stuurboord, waardoor dit schip achter de Statengracht langs zou varen. Betrokkene heeft dat ook waargenomen. Omstreeks uur waarschuwde betrokkene de tweede stuurman in het Engels dat hij de Katre niet te dichtbij moest laten komen. Vanaf ca uur wijzigde de tweede stuurman de koers van de Statengracht enige graden naar stuurboord met behulp van de stuurautomaat. Omstreeks uur zei betrokkene dat een aanzienlijker koerswijziging naar stuurboord moest worden gemaakt opdat het andere schip de bedoeling van de Statengracht zou kunnen begrijpen. Daarna ging de Statengracht verder naar stuurboord, nadat betrokkene tweemaal had gezegd dat de tweede stuurman meer naar stuurboord moest gaan. Omstreeks uur heeft betrokkene het stuursysteem overgeschakeld op handbesturing en heeft hij hard stuurboordroer gegeven. Betrokkene had gezien dat de Katre haar koers naar bakboord wijzigde. Over de VHF werd dit ook gemeld. Kort daarna, omstreeks uur, vond de aanvaring plaats, waarbij de Katre met haar voorsteven in de bakboordzijde van de Statengracht voer. De Katre had omstreeks uur haar snelheid van 7,2 knopen verminderd tot uiteindelijk ca. 5,8 knopen. Omstreeks uur had de Katre haar koers enkele graden naar stuurboord gewijzigd en omstreeks uur enkele graden naar bakboord. 7

8 Op de Statengracht is de snelheid van 17,4 knopen tot de aanvaring niet gewijzigd. F. Uit de door betrokkene overgelegde screenprints afkomstig van de VDR van de Statengracht blijkt dat de Nordvik om uur een koers volgde van 316, om uur een koers van 322 en om uur een koers van 030. Volgens deze prints lag de Katre om uur op een koers van 135, om uur op een koers van 141 en om uur op een koers van 140. De CPA van de Katre en de Statengracht bleef 0,5 mijl. De peiling veranderde niet wezenlijk (270 /279 ). G. Betrokkene heeft ter zitting op 28 maart 2014 samengevat en zakelijk weergegeven onder meer het navolgende verklaard. Vóór de wisseling van de wacht op 2 februari uur was ik ruim van te voren, naar schatting tien minuten voor middernacht, op de brug. De tweede stuurman V. kwam kort voor uur op de brug; dat vond ik wat laat. Ik heb zijdelings de overdracht van de wacht gezien en gehoord. Ik ben altijd op de brug bij de wisseling van de wacht te middernacht. Ik zat op de stoel bij de bakboordradar. De overdracht was drie tot vier meter verder naar stuurboord. V. was net aan boord. Ik had nooit eerder met hem gevaren. Ik had geen conduite van hem gezien. Ik had V. alleen meegemaakt op het traject vanaf Rauma. Ik had niet eerder met hem wacht gelopen. Ik was wel regelmatig op de brug geweest tijdens zijn wacht, in de paar dagen dat hij aan boord was. Ik weet niet of hij veel ervaring had. Ik had meer tijd nodig voor het krijgen van een oordeel over zijn capaciteiten. Ik zat bij de bakboordradar, ingesteld op een bereik van 12 mijl en af en toe 6 mijl. Ik keek ook naar buiten, naar de andere schepen, koerskruisers en meeliggers. Ik meen dat op beide radars AIS was aangesloten. Beide waren voorzien van ARPA. De VDR was aangesloten op de stuurboordradar. Deze stond op een bereik van 6 mijl. De ARPA op dit schip reageert binnen een paar seconden op een koerswijziging. 8

9 De Nordvik en de Katre stonden op de radar, met de AIS-gegevens. Ze zijn geplot en waren op het scherm te volgen. Op een gegeven moment zag ik de Nordvik een bocht maken naar stuurboord. Ik zag de Katre, zowel op het scherm als visueel. Ik heb tegen V. gezegd dat we niet al te dichtbij de Katre moesten komen. Ik heb geleerd dat 0,5 mijl de minimale passeerafstand is met een koerskruisend schip. Zelf houd ik meestal meer dan 0,5 mijl aan. Een halve mijl is het absolute minimum. Ik heb tegen de tweede stuurman gezegd niet te dicht bij de Katre te komen. Toen de afstand tussen de Statengracht en de Katre erg klein was geworden, ben ik naar de stuurboordskant van de brug gelopen. De tweede stuurman heeft een kleine koerswijziging naar stuurboord gemaakt. Die was niet voldoende. Het schip bleef steeds op de automatische piloot varen. Die koerswijziging ging heel langzaam. De tweede stuurman had de Statengracht sneller moeten laten draaien. Beter was geweest dat hij was overgeschakeld op handmatig sturen. De schakelaar was dichtbij. De Statengracht is niet voldoende duidelijk naar stuurboord gegaan. Ik zag aan de boordlichten dat de Katre naar bakboord draaide. Ik zag de Katre recht op de Statengracht aankomen. Dat schip was toen al aan onze bakboordzijde. Ik heb de navigatie overgenomen, heb overgeschakeld op handbesturing en heb hard stuurboordroer gegeven. Terugkijkend denk ik dat de Statengracht vaart had moeten verminderen om de aanvaring te voorkomen. Sinds dit voorval doe ik dat in een dergelijke situatie altijd. We hadden radiocontact kunnen maken, maar we hebben dat niet gedaan. 5. Het oordeel van het Tuchtcollege Op grond van de hiervoor weergegeven verklaringen en verdere gegevens komt het Tuchtcollege tot het volgende oordeel. Op 2 februari 2013 omstreeks uur lokale tijd is het Nederlandse zeeschip Statengracht op de Oostzee in aanvaring gekomen met het Maltese 9

10 zeeschip Katre. Betrokkene was kapitein van de Statengracht en was op het moment van de aanvaring op de brug aanwezig. Om uur had de tweede stuurman V. de wacht overgenomen van de derde stuurman. Betrokkene was voordien al op de brug en bleef aldaar. V. was eerst kort voor uur op de brug gekomen. Betrokkene vond dat V. te laat was verschenen. De overdracht van de wacht had slechts vier minuten geduurd. De wacht dient pas te worden overgenomen nadat de ogen van de opvolgende officier volledig aan het duister zijn gewend (STCW-code Section A-VIII/2, Part 3.1 art. 19). Naar het oordeel van het Tuchtcollege is vier minuten daarvoor duidelijk te kort. Ten tijde van de overdracht van de wacht voer de Statengracht in een gebied met druk scheepvaartverkeer nabij de noordoostelijke ingang van het verkeersscheidingsstelsel ten noorden van Rügen. V. werd geconfronteerd met een complexe situatie bij duisternis: een aantal meeliggers en koerskruisers uit verschillende richtingen, terwijl er ook vaart vanuit een tegengestelde richting was. V. was nog slechts enkele dagen aan boord van de Statengracht. Betrokkene was nog niet eerder tijdens de wacht van V. langere tijd op de brug geweest en had nog geen duidelijk oordeel kunnen verkrijgen over diens capaciteiten. Naar eigen zeggen van betrokkene bleef hij op de brug om een oogje in het zeil te houden en om zonodig te kunnen ingrijpen. De Statengracht was uitwijkplichtig ten opzichte van de Katre, die op een kruisende koers van stuurboord naderde. Datzelfde gold voor de Q Ionari die zich aan stuurboord van de Statengracht bevond. De Statengracht diende koers en vaart te behouden ten opzichte van de Nordvik, die op een kruisende koers van bakboord naderde. Betrokkene volgde de situatie kennelijk nauwgezet. Om uur verlegde de Q Ionari haar koers naar stuurboord, waardoor dit schip achter de Katre 10

11 zou passeren. Vanaf loste het conflict met de Nordvik zich op, toen dat schip op flinke afstand een ruime uitwijkmanoeuvre naar stuurboord maakte om achter de Statengracht langs te varen. Daarna vormde de nadering van Katre nog een probleem. De CPA was en bleef ca. 0,5 mijl. De peiling veranderde niet wezenlijk. Er bestond gevaar voor aanvaring. Betrokkene waarschuwde V. dat deze de Katre niet te dichtbij moest laten komen (00.12 uur). Blijkbaar is pas enkele minuten na deze waarschuwing door V. enig stuurboordroer gegeven, terwijl de besturing op de automaat stond, waardoor de koerswijziging traag verliep en het effect van de stuurmanoeuvre beperkt bleef. De Statengracht draaide maar weinig naar stuurboord (vanaf uur). Ten onrechte is niet overgeschakeld op handbesturing. Betrokkene was zich ervan bewust dat deze koerswijziging niet groot genoeg was om gemakkelijk waarneembaar te zijn voor de Katre en om voldoende ruim achter de Katre langs te varen. Betrokkene zei dat ook tegen V. (00.19 uur). Inderdaad heeft de eerste stuurman van de Katre verklaard dat hij de bedoelingen van de Statengracht niet begreep. Pas omstreeks uur draaide de Statengracht sterker naar stuurboord. Betrokkene heeft toen kennelijk ingegrepen: de stuurautomaat werd overgezet op handbesturing en er werd hard stuurboordroer gegeven. Een aanvaring kon echter niet meer worden vermeden. Dat de Statengracht niet (veel) eerder sterker naar stuurboord had kunnen gaan omdat zich aan haar stuurboordzijde de Q Ionari bevond, is niet duidelijk geworden. Dat laatste schip - oorspronkelijk op 1 mijl dwarsafstand - had immers al om uur haar koers naar stuurboord verlegd. Uit de uitlatingen van betrokkene blijkt ook dat hij van mening was dat de Statengracht een grotere stuurboordmanoeuvre moest maken en - kennelijk - ook kon maken. Indien en voor zover de ruimte voor een substantiële koersverandering al beperkt mocht zijn geweest, dan was een snelheidsvermindering van de 11

12 Statengracht een aangewezen maatregel geweest om aanvaring met de Katre te vermijden. De Statengracht voer met een flinke snelheid van ruim 17 knopen en heeft deze snelheid tot de aanvaring behouden. Een tijdige snelheidsvermindering was hoe dan ook een voor de hand liggende en doeltreffende maatregel geweest ter vermijding van aanvaring en om meer tijd te verkrijgen ter beoordeling van de situatie. Betrokkene heeft dit ook erkend. Betrokkene was zich al ruim 20 minuten voor de aanvaring bewust van de aanwezigheid van de Katre, voor welk schip de Statengracht uitwijkplichtig was, en van het gevaar van aanvaring met dat schip. In die periode is volstaan met een kleine, voor het andere schip niet duidelijk waarneembare koerswijziging naar stuurboord. Deze gang van zaken wijst erop dat stuurman V. geen goed beeld had van de situatie en dat hij niet wist welke maatregelen hij moest nemen. Pas in de paar laatste minuten voor de aanvaring heeft betrokkene ingegrepen en hard stuurboordroer gegeven, wat op dat moment een passende reactie was. Een snelheidsvermindering is geheel achterwege gelaten. De Katre heeft, anders dan van haar verwacht mocht worden, geen koers en vaart behouden. Dit schip heeft vanaf uur haar snelheid enigszins verminderd. De koerswijziging naar bakboord vond pas enkele minuten voor de aanvaring plaats. Daarbij kan worden opgemerkt dat een schip dat koers en vaart moet behouden zelf een manoeuvre mag uitvoeren zodra hem duidelijk wordt dat het uitwijkplichtige schip niet de voorgeschreven passende maatregelen neemt en dat eerstbedoeld schip daartoe is verplicht indien een aanvaring door een handeling van het uitwijkplichtige schip alléén niet kan worden vermeden (Colregs voorschrift 17). De geringe stuurboordmanoeuvre van de Statengracht was blijkbaar op de Katre niet waargenomen en men zag de Statengracht met onverminderde snelheid doorvaren. 12

13 Nagelaten is om door middel van de VHF contact op te nemen met het andere schip, dit om te vragen naar de bedoelingen van het andere schip, om het andere schip op zijn verplichtingen te wijzen en om de eigen handelingen te verduidelijken of aan te kondigen. Door de op beide schepen direct beschikbare AIS-informatie kon het andere schip met zijn naam en callsign worden opgeroepen. In deze situatie was tijdig VHF-contact zeker nuttig geweest. Geconcludeerd moet worden dat de Statengracht niet tijdig doeltreffende en voor de Katre duidelijk waarneembare maatregelen heeft getroffen ter vermijding van aanvaring. Gelet op de vastgestelde feiten is gehandeld in strijd met de voorschriften 2, 8 en 16 van de Colregs. Ook levert dit overtreding op van art. 4 lid 3 Zeevaartbemanningswet. Aan betrokkene kan in het bijzonder worden verweten dat hij niet eerder heeft ingegrepen toen tweede stuurman V. kennelijk niet adequaat reageerde op de situatie en het gevaar voor aanvaring met de Katre. Weliswaar had betrokkene niet de wacht, maar hij was wel op de brug en hij volgde de situatie blijkbaar nauwlettend op de radar en ook op zicht. Als kapitein was hij verantwoordelijk voor de veiligheid van schip en bemanning en uit dien hoofde had hij toen en daar wel degelijk een taak. Het Tuchtcollege is van oordeel dat het Bridge Resource Management duidelijk te wensen overliet. De communicatie tussen betrokkene en V. was bepaald niet optimaal. Het valt ernstig te betwijfelen of de stuurman van de wacht een duidelijk beeld had van de situatie en wist wat hij moest doen. Betrokkene was zich daarvan blijkbaar bewust, doch het heeft ontbroken aan tijdige en duidelijke instructies van betrokkene aan V. Hij heeft niet geverifieerd of V. begreep wat hij moest doen en of deze meteen dienovereenkomstig handelde. 13

14 6. De Tuchtmaatregel Het Tuchtcollege is van oordeel dat betrokkene ernstig is tekortgeschoten in zijn verantwoordelijkheden als kapitein, met een aanvaring van zijn schip met de Katre als gevolg. Betrokkene heeft niet gehandeld zoals een verantwoordelijk kapitein betaamt, waardoor de veiligheid van de opvarenden, het schip met haar lading en de omgeving in gevaar is gebracht. Bij de zware aanvaring is grote schade aan beide schepen ontstaan. De Statengracht liep een groot gat in haar zijde op en had kunnen zinken. Gelukkig hebben zich geen persoonlijke ongevallen voorgedaan en is verontreiniging van het milieu uitgebleven. Gezien de ernst van de gebleken gedragingen van betrokkene is een schorsing van de vaarbevoegdheid van na te noemen duur op zijn plaats. In de omstandigheid dat betrokkene gedurende een groot aantal jaren als kapitein een goede staat van dienst heeft opgebouwd en in het feit dat hij zijn tekortschieten ruiterlijk heeft erkend en uit het voorval kennelijk lering heeft getrokken, ziet het Tuchtcollege aanleiding bepalen dat de schorsing van de vaarbevoegdheid geheel voorwaardelijk wordt opgelegd. 7 De beslissing Het Tuchtcollege: - verklaart de tegen betrokkene aangevoerde bezwaren gegrond zoals hiervoor aangegeven onder 5; - legt betrokkene een schorsing van de vaarbevoegdheid op voor een periode van twee weken; - bepaalt dat deze schorsing niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij het Tuchtcollege bij een latere beslissing anders zal bepalen op grond van het feit dat betrokkene zich voor het einde van een proeftijd, welke het Tuchtcollege bepaalt op twee jaar, zich weer heeft gedragen in strijd met de zorg die hij als goed zeeman in acht behoort te nemen ten opzichte van de opvarenden, het schip, de lading, het milieu of het scheepvaartverkeer; 14

15 - bepaalt dat de proeftijd van de voorwaardelijke schorsing ingaat op de dag, 6 weken na de dag van verzending van deze uitspraak. Aldus gewezen door mr. A.N. van Zelm van Eldik, plv. voorzitter, E.R. IJssel de Schepper, R.J. Gutteling, N.P. Kortenoeven en R.J.N. de Haan, leden, in aanwezigheid van mr. E.H.G. Kleingeld als secretaris en uitgesproken door mr. E.A. Bik ter openbare zitting van 7 mei E.H.G. Kleingeld secretaris E.A. Bik voorzitter Verzonden: 7 mei 2014 Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending hoger beroep worden ingesteld bij het College van beroep voor het bedrijfsleven, Prins Clauslaan 60, Den Haag. 15

UITSPRAAK 6 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V4B - STATENGRACHT

UITSPRAAK 6 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V4B - STATENGRACHT UITSPRAAK 6 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V4B - STATENGRACHT Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

UITSPRAAK 4 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V4-ARKLOW BEACH

UITSPRAAK 4 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V4-ARKLOW BEACH UITSPRAAK 4 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V4-ARKLOW BEACH Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, gemachtigde : ing.

Nadere informatie

UITSPRAAK NUMMER 5 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V5 - FLINTERBAY

UITSPRAAK NUMMER 5 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V5 - FLINTERBAY UITSPRAAK NUMMER 5 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2012.V5 - FLINTERBAY Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

UITSPRAAK 2 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V5 - TINA

UITSPRAAK 2 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V5 - TINA UITSPRAAK 2 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V5 - TINA Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde: ing. M.

Nadere informatie

UITSPRAAK 7 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V7 CROWN MARY

UITSPRAAK 7 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V7 CROWN MARY UITSPRAAK 7 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V7 CROWN MARY Op het verzoek van: de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur en Milieu,

Nadere informatie

UITSPRAAK 4 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V10 - MARIA GO 20

UITSPRAAK 4 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V10 - MARIA GO 20 UITSPRAAK 4 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V10 - MARIA GO 20 Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 8 MAART 2017 (NR. 1 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V5-SCHELDEGRACHT

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 8 MAART 2017 (NR. 1 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V5-SCHELDEGRACHT UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 8 MAART 2017 (NR. 1 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V5-SCHELDEGRACHT Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker,

Nadere informatie

UITSPRAAK 1 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2015.V3-LEAH

UITSPRAAK 1 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2015.V3-LEAH UITSPRAAK 1 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2015.V3-LEAH Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Infrastructuur en Milieu, te s Gravenhage, gemachtigde: ing. M. Schipper,

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 21 MAART 2017 (NR. 4 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V8-HOLLAND

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 21 MAART 2017 (NR. 4 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V8-HOLLAND UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 21 MAART 2017 (NR. 4 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V8-HOLLAND Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde:

Nadere informatie

UITSPRAAK 6 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V6 EEMS CARRIER

UITSPRAAK 6 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V6 EEMS CARRIER UITSPRAAK 6 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2012.V6 EEMS CARRIER Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

UITSPRAAK 5 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK Nr V1 CFL PROSPECT

UITSPRAAK 5 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK Nr V1 CFL PROSPECT UITSPRAAK 5 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK Nr. 2016.V1 CFL PROSPECT Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, zetelend te Den Haag, verzoeker, gemachtigde:

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 15 NOVEMBER 2017 (NR. 11 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V3-HEKLA

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 15 NOVEMBER 2017 (NR. 11 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V3-HEKLA UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 15 NOVEMBER 2017 (NR. 11 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V3-HEKLA Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker,

Nadere informatie

UITSPRAAK 1 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V8 - TRAVELLER

UITSPRAAK 1 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V8 - TRAVELLER UITSPRAAK 1 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V8 - TRAVELLER Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde: ing.

Nadere informatie

UITSPRAAK 4 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V7 HERCULUS ZK 65

UITSPRAAK 4 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V7 HERCULUS ZK 65 UITSPRAAK 4 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2010.V7 HERCULUS ZK 65 Op verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat (thans de Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 25 APRIL 2018 (NR. 2 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V2-FIDUCIA

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 25 APRIL 2018 (NR. 2 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V2-FIDUCIA UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 25 APRIL 2018 (NR. 2 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V2-FIDUCIA Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur en Waterstaat,

Nadere informatie

Beslissing Tuchtcollege Het tuchtcollege spreekt de beslissing op een openbare zitting uit. Het tuchtcollege doet binnen twee maanden uitspraak na

Beslissing Tuchtcollege Het tuchtcollege spreekt de beslissing op een openbare zitting uit. Het tuchtcollege doet binnen twee maanden uitspraak na Werkwijze Tuchtcollege voor de Scheepvaart Kapiteins en scheepsofficieren zijn onderworpen aan het tuchtrecht indien zij handelen in strijd met de regels van goed zeemanschap die zij in acht moeten nemen

Nadere informatie

UITSPRAAKNUMMER 4 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V1 - VRIESENDIEP

UITSPRAAKNUMMER 4 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V1 - VRIESENDIEP UITSPRAAKNUMMER 4 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V1 - VRIESENDIEP Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

UITSPRAAK 5 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V6-HMS LAURENCE

UITSPRAAK 5 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V6-HMS LAURENCE UITSPRAAK 5 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V6-HMS LAURENCE Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde: ing.

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 12 SEPTEMBER 2018 (NR. 9 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V4 ZILLERTAL

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 12 SEPTEMBER 2018 (NR. 9 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V4 ZILLERTAL UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 12 SEPTEMBER 2018 (NR. 9 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V4 ZILLERTAL Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur

Nadere informatie

UITSPRAAK 1 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V2 MARIA GO 20

UITSPRAAK 1 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V2 MARIA GO 20 UITSPRAAK 1 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V2 MARIA GO 20 Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Infrastructuur en Milieu te Den Haag, gemachtigde: E.J. van

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 4 JULI 2018 (NR. 6 VAN 2018) IN DE ZAAK 2017.V10-SYMPHONY SKY

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 4 JULI 2018 (NR. 6 VAN 2018) IN DE ZAAK 2017.V10-SYMPHONY SKY UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 4 JULI 2018 (NR. 6 VAN 2018) IN DE ZAAK 2017.V10-SYMPHONY SKY Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur en

Nadere informatie

UITSPRAAK 6 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V7-ASTRID

UITSPRAAK 6 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V7-ASTRID UITSPRAAK 6 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V7-ASTRID Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde: ing. M.

Nadere informatie

UITSPRAAK 2 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V3 MARIA GO 20

UITSPRAAK 2 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V3 MARIA GO 20 UITSPRAAK 2 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V3 MARIA GO 20 Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Infrastructuur en Milieu te Den Haag, gemachtigde: E.J. van

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 3 NOVEMBER 2017 (NR. 9 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V1-MERWEBORG

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 3 NOVEMBER 2017 (NR. 9 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V1-MERWEBORG UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 3 NOVEMBER 2017 (NR. 9 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V1-MERWEBORG Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker,

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 5 JULI 2019 IN DE ZAAK NR 2018.V.13 THAMESBORG (NR. 3 VAN 2019)

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 5 JULI 2019 IN DE ZAAK NR 2018.V.13 THAMESBORG (NR. 3 VAN 2019) UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 5 JULI 2019 IN DE ZAAK NR 2018.V.13 THAMESBORG (NR. 3 VAN 2019) Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Waterstaat te Den Haag, verzoeker,

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 4 JULI 2018 (NR. 7 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V3-RUYTER

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 4 JULI 2018 (NR. 7 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V3-RUYTER UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 4 JULI 2018 (NR. 7 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V3-RUYTER Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur en Waterstaat,

Nadere informatie

UITSPRAAK 5 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2010.V3 EEMS SKY

UITSPRAAK 5 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2010.V3 EEMS SKY UITSPRAAK 5 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2010.V3 EEMS SKY Op het verzoek van: de Minister van Verkeer en Waterstaat (thans de Minister van Infrastructuur en Milieu)

Nadere informatie

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Klaagster en haar partner gaan uit elkaar. In dat kader moet de gezamenlijke woning worden verkocht. Als na geruime tijd geen verkoop

Nadere informatie

Adviseur en tegelijkertijd koper van pand van cliënt. Misbruik van omstandigheden. Zeer ernstige schending van Erecode.

Adviseur en tegelijkertijd koper van pand van cliënt. Misbruik van omstandigheden. Zeer ernstige schending van Erecode. Adviseur en tegelijkertijd koper van pand van cliënt. Misbruik van omstandigheden. Zeer ernstige schending van Erecode. Een makelaar, toen nog niet aangesloten bij de NVM, wordt door een bejaard echtpaar

Nadere informatie

UITSPRAAK 3 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V9 - DAGERAAD

UITSPRAAK 3 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V9 - DAGERAAD UITSPRAAK 3 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V9 - DAGERAAD Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde : ing.

Nadere informatie

Beweerdelijke strijd met regel 6 Erecode. Belegging en schijn van mogelijke belangenverstrengeling

Beweerdelijke strijd met regel 6 Erecode. Belegging en schijn van mogelijke belangenverstrengeling Beweerdelijke strijd met regel 6 Erecode. Belegging en schijn van mogelijke belangenverstrengeling Klager, een NVM-makelaar, dient een klacht in tegen zijn voormalige kantoorgenoot, eveneens NVM-makelaar

Nadere informatie

UITSPRAAK 4 VAN 2012 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V1 ENNIO MARNIX

UITSPRAAK 4 VAN 2012 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V1 ENNIO MARNIX UITSPRAAK 4 VAN 2012 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2012.V1 ENNIO MARNIX Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE telefoon 070-3905578 fax 070-3905171 BESCHIKKING A. - B. 1. Bij brief van 13 augustus 1999 heeft de heer A. bij de Raad van Toezicht

Nadere informatie

10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM 10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Risicodragende projectontwikkeling via echtgenote. Verantwoordelijkheid als leidinggevende. De

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 11/2362 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Tijdig beroep op ontbindende voorwaarde? Klager/koper deed op de dag dat het financieringsbeding

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort 's-gravenhage

RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort 's-gravenhage RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort 's-gravenhage Secretaeaat Pestbus 85850, 2508 CN 's-gravenhage telefoon (070) 354 70 54 telefax (070) 350 10 24 het secretahaat is telefonisch bereikbaar van rna t/m

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 10 MEI 2017 (NR. 7 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V9-AMADEUS AMETHIST

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 10 MEI 2017 (NR. 7 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V9-AMADEUS AMETHIST UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 10 MEI 2017 (NR. 7 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V9-AMADEUS AMETHIST Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker,

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 28 DECEMBER 2018 (NR. 12 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V12-NIEUWE DIEP

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 28 DECEMBER 2018 (NR. 12 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V12-NIEUWE DIEP UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 28 DECEMBER 2018 (NR. 12 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V12-NIEUWE DIEP Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur

Nadere informatie

1. Procedure. 2. Feiten

1. Procedure. 2. Feiten Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 153 d.d. 23 augustus 2010 (mr. V. van den Brink, voorzitter, en de heren G.J.P. Okkema en prof. drs. A.D. Bac RA) 1. Procedure De Commissie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 Rapport Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van het gerechtshof Den Haag hem het arrest van 17 juli 2008 niet heeft toegestuurd met als gevolg

Nadere informatie

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid

Nadere informatie

1. Hieronder is een verkeerssituatie afgebeeld. Geen van beide schepen volgt stuurboordwal. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft.

1. Hieronder is een verkeerssituatie afgebeeld. Geen van beide schepen volgt stuurboordwal. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft. 43 Examen maart 2013 ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 2 maart 2013 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB. Verklaring van de gebruikte symbolen 1. Hieronder is een verkeerssituatie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347 Rapport Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop notaris X te Q bij gelegenheid van de afwikkeling van haar echtscheiding heeft gehandeld met een

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A. 107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende

Nadere informatie

Het ROEIEN en de vaarregels

Het ROEIEN en de vaarregels Het ROEIEN en de vaarregels Net als op de openbare weg gelden op het openbare water verkeersregels. En dus ook varend met de roeiboten van de K.W.V.L. moeten we ons daar aan houden. Veel van de regelgeving

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011 ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 19 november 2011. Het gedeelte Beperkt en het gedeelte Algemeen bestaan ieder uit 20 vragen (60

Nadere informatie

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM.

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. Klacht over eigen aankoopmakelaar: asbest in aangekochte woning. Bouwkundige keuring aangeraden. Klager

Nadere informatie

Raad voor Rechtsbijstand

Raad voor Rechtsbijstand Internet Www.rvr.org Postbus 24080 3502 MB Utrecht Crocsckan 35 3521 BJ Utrocht Centraal kantoor Utrecht Raad voor Rechtsbijstand TeL 068-7871000. Fax088-787 10 8 Doorkiesnr. : 088-7871020 Datum : 30 juli

Nadere informatie

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was. 19-04 RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was. De NVM verwijt makelaarskantoor X (beklaagde en lid NVM) dat door haar medewerker/vennoot Z een taxatierapport

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/320

Rapport. Datum: 21 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/320 Rapport Datum: 21 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/320 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het LBIO hem in de brief van 25 mei 2004 niet gelijk heeft geïnformeerd over het opheffen van het beslag op zijn

Nadere informatie

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt Dit oefenexamen lijkt erg op het echte examen. Als je wilt weten of je alles goed hebt begrepen

Nadere informatie

BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR)

BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR) BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR) Theorie eisen reglementen (BPR) voor CWOIII Kennis van de volgende artikelen en de uitwijkbepalingen in de betreffende situaties kunnen toepassen: Art. 1.01 i Definitie

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 16 FEBRUARI 2011

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 16 FEBRUARI 2011 CR 10/2355 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 16 FEBRUARI 2011 Onjuiste samenstelling raad van toezicht. Oud en nieuw Reglement Tuchtrechtspraak

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. tegen: hierna te noemen de tussenpersoon'.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. tegen: hierna te noemen de tussenpersoon'. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.4211 (126.06) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster 1', hierna te noemen klager en klaagster 2, allen tezamen hierna

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het CAK. Datum: 28 november 2012. Rapportnummer: 2012/190

Rapport. Rapport over een klacht over het CAK. Datum: 28 november 2012. Rapportnummer: 2012/190 Rapport Rapport over een klacht over het CAK. Datum: 28 november 2012 Rapportnummer: 2012/190 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het CAK hem in het kader van zijn eigen bijdrage Zorg met Verblijf lange

Nadere informatie

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: W. makelaar, aangesloten bij de NVM, kantoorhoudende te R.

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: W. makelaar, aangesloten bij de NVM, kantoorhoudende te R. 10-513 RvT Zwolle DE RAAD VAN TOEZICHT ZWOLLE VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. -------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :

Zaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Zaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : NBSA, causaal verband, herkansing, persoonlijke omstandigheden,

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-287 d.d. 28 juli 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, drs. W. Dullemond en mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Examen Maart De vrije zijde van een beperkt manoeuvreerbaar schip wordt overdag aangeduid met (CEVNI):

Examen Maart De vrije zijde van een beperkt manoeuvreerbaar schip wordt overdag aangeduid met (CEVNI): Examen Maart 2005 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 5 maart 2005. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-233 d.d. 17 juli 2013 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mr. A.P. Luitingh, en mr. J.Th. de Wit, leden, en mevrouw mr. M. Nijland, secretaris)

Nadere informatie

een bij een Aangesloten Instelling geregistreerde mediator; de door een Aangesloten Instelling vastgestelde gedragsregels;

een bij een Aangesloten Instelling geregistreerde mediator; de door een Aangesloten Instelling vastgestelde gedragsregels; 10 november 2009 REGLEMENT STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS Artikel 1 Definities In dit reglement wordt verstaan onder: Stichting: Aangesloten Instelling: Mediator: Gedragsregels: Klachtenregeling:

Nadere informatie

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste oppervlakte in verkoopdocumentatie.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste oppervlakte in verkoopdocumentatie. Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste oppervlakte in verkoopdocumentatie. Klager heeft een woning gekocht die beklaagde in verkoop had. In de verkoopdocumentatie van beklaagde werd vermeld dat de

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep Zie ook 16/2577 Overtreding verbod op handel. Verantwoordelijkheid van de onderneming voor het optreden van de makelaar. De bank wenst als hypotheekhouder van een appartement tot verkoop daarvan over te

Nadere informatie

Taxatie. Te hoge waardering. Reden van taxatie en hoogte van waardering. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Taxatie. Te hoge waardering. Reden van taxatie en hoogte van waardering. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: 10-514 RvT Zwolle DE RAAD VAN TOEZICHT ZWOLLE VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. -------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE C2010.295 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2010.295 van: , wonende te , appellant, klager in eerste aanleg, gemachtigde: R. Melchers,

Nadere informatie

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene.

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-233 d.d. 6 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mevrouw mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting Consument en Aangeslotene hebben

Nadere informatie

RAPPORT 2005/320, NATIONALE OMBUDSMAN, 21 OKTOBER 2005

RAPPORT 2005/320, NATIONALE OMBUDSMAN, 21 OKTOBER 2005 RAPPORT 2005/320, NATIONALE OMBUDSMAN, 21 OKTOBER 2005 Samenvatting Klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen Achtergrond SAMENVATTING Verzoeker klaagde erover dat het LBIO hem niet

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 21 juli 2006 binnengekomen klacht van: A beiden wonende te B klagers gemachtigde C

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert

Nadere informatie

TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART. Jaarverslag 2015

TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART. Jaarverslag 2015 TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART Jaarverslag 2015 JAARVERSLAG 2015 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Damrak 387, 1012 zj Amsterdam Telefoonnummer : 020-622 04 77 E-mailadres : secretariaat@tuchtcollegevoordescheepvaart.nl

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 februari 2007 Rapportnummer: 2007/041

Rapport. Datum: 27 februari 2007 Rapportnummer: 2007/041 Rapport Datum: 27 februari 2007 Rapportnummer: 2007/041 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat X Gerechtsdeurwaarders: op 4 april 2006 een herhaald bevel heeft gedaan tot betaling van per 1 maart 2006 verschuldigde

Nadere informatie

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5 107965 - Klacht student ROC over verwijdering is ongegrond. ADVIES inzake de klacht van: [klaagster] te [woonplaats], klaagster gemachtigde: de heer mr. G.J. Mulder tegen [de school] te [woonplaats], verweerder

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: Raad vanstatc 201002367/2/V6. Datum uitspraak: 1 september 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: wonend te handelend onder de naam

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita 107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het

Nadere informatie

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344 Rapport Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Limburg-Zuid zijn meldingen van geluidsoverlast vanaf 22 oktober 2009 tot heden, welke

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-270 d.d. 1 oktober 2012 (mr. J. Wortel, voorzitter, de heer H. Mik RA en de heer G.J.P. Okkema, leden en mevrouw mr. I.M.M. Vermeer, secretaris)

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Groningen. Datum: 24 maart 2014. Rapportnummer: 2014/023

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Groningen. Datum: 24 maart 2014. Rapportnummer: 2014/023 Rapport Rapport over een klacht over het UWV te Groningen. Datum: 24 maart 2014 Rapportnummer: 2014/023 2 Klacht Verzoeker, bedrijfsarts, klaagt erover dat de verzekeringsarts van het UWV: 1. hem heeft

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de klacht van: 1. A, in zijn hoedanigheid van hoofdinspecteur voor de geestelijke Gezondheidszorg

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 Rapport Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Rivierenland/kantoor Gorinchem bij zijn beschikking van 7 juli 2005 geen ambtshalve vermindering

Nadere informatie

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Niet-ontvankelijkheid klager. Al eerder over feiten geoordeeld. Tijdsverloop van acht

Nadere informatie

Beslissing d.d. 15 november 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

Beslissing d.d. 15 november 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector Beslissing Beslissing d.d. 15 november 2017 ex art. 3.9.1 Tuchtrechtreglement Bancaire Sector DE ALGEMEEN DIRECTEUR, mr. J. Brouwer, benoemd door de Stichting Tuchtrecht Banken, KLAGER, gemachtigde: mevrouw

Nadere informatie

Beoordeling. Bevindingen. h2>klacht

Beoordeling. Bevindingen. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker, werkzaam bij het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD), klaagt over het gebrek aan voortvarendheid waarmee het disciplinaire onderzoek, dat de korpschef van het KLPD naar

Nadere informatie

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van

Nadere informatie

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart Rapportnummer: 2011/103

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart Rapportnummer: 2011/103 Rapport Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart 2011 Rapportnummer: 2011/103 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Huurcommissie hem onvoldoende

Nadere informatie

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder.

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder. HOF VAN DISCIPLINE No. 4516 ------------ HET HOF VAN DISCIPLINE heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder. Bij beslissing van 6 februari 2006 heeft de Raad

Nadere informatie

Onzorgvuldig en onvolledig taxatierapport. Ontvankelijkheid klager.

Onzorgvuldig en onvolledig taxatierapport. Ontvankelijkheid klager. Onzorgvuldig en onvolledig taxatierapport. Ontvankelijkheid klager. Klager wil een naast zijn woning gelegen strook grond aankopen. Hij bereikt met de eigenaar overeenstemming voor een koopsom van 17.000.

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 5 januari 2012. Rapportnummer: 2012/001

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 5 januari 2012. Rapportnummer: 2012/001 Rapport Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 5 januari 2012 Rapportnummer: 2012/001 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat: Hij door de ontvangstbevestiging van de Huurcommissie

Nadere informatie

Verzoeker klaagt er over dat de Kamer van Koophandel Noord-Nederland (hierna KvK):

Verzoeker klaagt er over dat de Kamer van Koophandel Noord-Nederland (hierna KvK): Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er over dat de Kamer van Koophandel Noord-Nederland (hierna KvK): de adresgegevens van het bedrijf van verzoeker niet tijdig heeft gewijzigd ondanks dat hij in een

Nadere informatie

Rapport. Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013

Rapport. Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013 Rapport Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) naar aanleiding van de aanvraag deskundigenoordeel van

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 10 mei 1995, nr. 90

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 10 mei 1995, nr. 90 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 10 mei 1995, nr. 90 Nr. 7 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse vissersvaartuig Sursum Corda UK 172

Nadere informatie

Klacht over bejegening door docent is ongegrond omdat van onheuse bejegening niet is gebleken. ADVIES

Klacht over bejegening door docent is ongegrond omdat van onheuse bejegening niet is gebleken. ADVIES 108170 - Klacht over bejegening door docent is ongegrond omdat van onheuse bejegening niet is gebleken. ADVIES inzake de klacht van: [klager], ouder van [leerling], klager tegen [verweerder 1], docent

Nadere informatie

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES 107973 - Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES inzake de klacht van: [klagers], wonende te [woonplaats], ouders van [leerling], klagers tegen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 juni 1998 Rapportnummer: 1998/203

Rapport. Datum: 2 juni 1998 Rapportnummer: 1998/203 Rapport Datum: 2 juni 1998 Rapportnummer: 1998/203 2 Klacht Op 16 september 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer en mevrouw B. te Ter Apel, met een klacht over een gedraging

Nadere informatie

Beweerdelijk optreden voor meerdere partijen tegelijk. Gebreken aan het gekochte bij doorverkoop.

Beweerdelijk optreden voor meerdere partijen tegelijk. Gebreken aan het gekochte bij doorverkoop. Beweerdelijk optreden voor meerdere partijen tegelijk. Gebreken aan het gekochte bij doorverkoop. Klaagster tracht haar woning via beklaagde te verkopen. Omdat zij haast heeft doet haar makelaar de suggestie

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-148 d.d. 9 mei 2012 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. P.M. Arnoldus-Smit, leden en mevrouw mr. I.M.M. Vermeer, secretaris)

Nadere informatie

X wonende te Y, appellant, tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans verweerder,

X wonende te Y, appellant, tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans verweerder, Zaaknummer: 1995/155 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 21 december 1995 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans Trefwoorden: Auditor, inschrijving,

Nadere informatie

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-377 d.d. 13 oktober 2014 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, mr. J.W.M. Lenting en mr. A.M.T. Wigger, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Nadere informatie

Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Contact opnemen met opdrachtgever van collega.

Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Contact opnemen met opdrachtgever van collega. Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Contact opnemen met opdrachtgever van collega. Nadat de verkopend makelaar en haar opdrachtgeefster (klaagster) de onderhandelingen met gegadigde 1 hadden beëindigd,

Nadere informatie

Beslissing. inzake de klacht van [klager] over het handelen van de AIVD

Beslissing. inzake de klacht van [klager] over het handelen van de AIVD Beslissing inzake de klacht van [klager] over het handelen van de AIVD Beslissing van de afdeling klachtbehandeling van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingenen Veiligheidsdiensten (CTIVD) inzake

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077

Rapport. Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077 Rapport Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077 2 Klacht Op 14 oktober 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer M. te Assen, met een klacht over een gedraging van de Immigratie-

Nadere informatie