Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 7 juni 1995, nr. 107

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 7 juni 1995, nr. 107"

Transcriptie

1 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 7 juni 1995, nr. 107 Nr. 8 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen van het Nederlandse vrachtschip Pluto, varende in de Alst fjord, nabij het eiland Söröhl-N, Noorwegen Betrokkene: Stuurman E.H.M. Kuhlmann Op 25 december 1992 is het Nederlandse vrachtschip Pluto, varende in de Alst fjord, nabij het eiland Söröhl-N, Noorwegen, aan de grond gelopen. Het ms. Pluto was op weg van Stjernoy naar Aveiro. Een commissie uit de Raad voor de Scheepvaart als bedoeld in artikel 29, derde lid, van de Schepenwet, besliste op 5 oktober 1994 dat de Raad een onderzoek zou instellen naar deze scheepsramp en dat het onderzoek tevens zou lopen over de vraag of deze aanvaring is te wijten aan de schuld van de stuurman van het vrachtschip Pluto, Egidius Henricus Maria Kuhlmann, wonende te Haarlem. 1. Gang van het gehouden onderzoek De Raad nam kennis van de stukken van het voorlopig onderzoek, onder meer omvattende: een staat van inlichtingen betreffende het ms. Pluto ; twee ambtsedige processen-verbaal van de Scheepvaartinspectie, houdende een verhoor van respectievelijk stuurman E.H.M. Kuhlmann en kapitein H.J. Bos, beiden van het ms. Pluto ; een brief d.d. 18 mei 1993, van Scheepvaartinspectie, aan Kustvaartbedrijf Moerman te Rotterdam; twee tekeningen van het ms. Pluto, waarop de schade is aangegeven; een fotocopie van een uittreksel uit het scheepsdagboek van het ms. Pluto d.d. 25 december 1992; de Noorse zeekaart 56. Het onderzoek heeft plaatsgevonden ter zitting van de Raad van 1 maart Voor het Hoofd van de Scheepvaartinspectie was ter zitting aanwezig de Inspecteur voor de Scheepvaart K.M. van der Velden. De Raad hoorde stuurman E.H.M. Kuhlmann als betrokkene. De voorzitter zette de betrokkene, aan wie voormelde beslissing van 5 oktober 1994 was meegedeeld, doel en strekking van het onderzoek uiteen en gaf hem gelegenheid tot zijn verdediging aan te voeren, hetgeen hij dienstig achtte. De Inspecteur voor de Scheepvaart heeft het woord gevoerd. 1

2 Aan de betrokkene is het recht gelaten het laatst te spreken. 2. Uit het voorlopig onderzoek blijkt het volgende: A. De schepen De Pluto is een Nederlands vrachtschip, toebehorend aan C.V. ms. Procyon te Rotterdam. Het schip is in 1986 gebouwd, is 83,30 meter lang, meet 1998 GT en wordt voortbewogen door één schroef, aangedreven door een motor met een vermogen van 1125 kw. Het schip is uitgerust met radiotelegrafie, GMDSS, twee VHF s, richtingzoeker, twee radars, echolood, automatische stuurinrichting, gyrokompas, GPS en NAVTEX. Ten tijde van het aan de grond lopen bestond de bemanning, inclusief de kapitein, uit zes personen. De diepgang bedroeg voor 4,85 meter en achter 5,15 meter. De lading bestond uit glaszand in bulk. B. De ramp (1) Aan de Scheepvaartinspectie hebben zakelijk weergegeven verklaard: Stuurman E.H.M. Kuhlmann: In juli 1979 ben ik gaan varen als matroos onder de gage op schepen in de kleine handelsvaart. Na het behalen van het diploma SKA voer ik als tweede stuurman op schepen in de kleine handelsvaart, vervolgens vanaf augustus 1982 als eerste stuurman. Vanaf oktober 1990 vaar ik als eerste stuurman bij rederij Moerman. Op 16 november 1992 kwam ik aan boord van het ms. Pluto. Ik kende het schip goed, want ik had meerdere reizen op dit schip gemaakt. Op 23 december 1992 vertrokken wij uit Stjernoy met bestemming Aveiro. Ik liep de uur wacht en de kapitein de uur wacht. Het weer was slecht na vertrek en wij hebben nog voor anker gelegen om beter weer af te wachten. Op 25 december 1992 te uur nam ik de wacht over van de gezagvoerder. De genoemde tijden zijn GMT uur. De gezagvoerder bleef na het overgeven van de wacht nog op de brug tot ongeveer uur. Daarna is hij diverse malen naar beneden gegaan en weer op de brug verschenen. Na het passeren van het eiland Vikingen te uur is hij gaan slapen. Het weer was regenachtig met stormachtige wind kracht 7 à 9 Beaufort uit zuidelijke richting. Het zicht was goed, doch in buien matig tot slecht. Omdat wij in de fjorden voeren was de zee golvend en er stond geen deining. De navigatie-apparatuur stond bij en werkt naar behoren; beide radars stonden bij. De zeeradar op het 3-mijlsbereik en de rivierradar op twee kilometer; het echolood stond niet bij in verband met de grote diepte in de fjord. De VHF stond continu op kanaal 16; de GPS stond bij en werkte goed. Wij stuurden op de autopilot. Ik liep alleen wacht, zonder uitkijk. Er is geen brugwachtalarm geïnstalleerd. 2

3 Te uur passeerde ik Finkonna eiland op 0,5 mijl afstand aan stuurboord. Ik ben Alst fjord binnengelopen en stuurde 212 graden. De vaart was bij volle kracht 11 knoop en ik heb vaart verminderd toen ik in de buurt van het eiland Vikhl kwam. Het vaarwater wordt daar nauw. Ik passeerde het eiland Vikhl te uur aan bakboord op 0,4 mijl afstand. Het zicht was toen groter dan 2 mijl met goed vurenzicht. Na het passeren van Vikhl kwam op ongeveer 4 mijl op twee streken aan bakboord een tegenligger in zicht. Ik heb dit schip niet geplot, maar zag het even later op de radar op 3 mijl afstand. Ik stuurde in de witte sector van Söröhl-S vuurtoren en mijn vaart op dat moment zal ongeveer acht knoop geweest zijn. De koers van het andere vaartuig is mij niet bekend, maar ik neem aan dat hij in de witte zuid-sector van Söröhl-S vuur voer en dus ongeveer noord geweest moet zijn. Toen de tegenligger in zicht kwam zag ik de beide toplichten en het groene boordlicht. Enkele minuten later kwam ook het rode boordlicht in zicht. Vanaf dat moment heb ik geprobeerd per VHF contact met hem te krijgen. Dit heb ik twee maal gedaan, maar kreeg geen antwoord. Ik heb daarna de seinlamp gepakt en een paar maal geprobeerd zijn aandacht te trekken. Dit lukte in eerste instantie niet, maar even later zag ik toch het groene boordlicht verdwijnen en de beide toplichten gingen openstaan. Alles speelde zich af in enkele minuten. Omdat ik na het geven van lichtsignalen geen actie waarnam bij de tegenligger, heb ik de machine gestopt. Ik zat toen op de rand van de witte en rode sector van Söröhl-S vuur. Toen de tegenligger op minder dan een 0,25 mijl van mij vandaan koers veranderde heb ik mijn positie bepaald en even later passeerde de tegenligger op zeer korte afstand aan bakboord. Ik ben overgegaan op handsturen na het stoppen van de machine. Na het passeren van de tegenligger was mijn positie minder dan 0,2 mijl afstand van Söröhl-N en ik was reeds door de rode sector van Söröhl-S heen. Ik heb de machine op vol achteruit gezet om de vaart uit het schip te halen, maar even later liep het schip met de voorsteven aan de grond op een steen ten noorden van Söröhl-N eiland. Het aan de grond lopen vond plaats te uur. Ik stopte onmiddellijk de machine en rende naar de hut van de kapitein om hem te waarschuwen. De kapitein en ook de gehele bemanning kwam direct op de brug. Ik vertelde wat er gebeurd was en wij kregen opdracht te gaan loden om te kijken waar het schip geboeid zat. Aan de hand van de lodingen maakten wij op dat het schip vanaf de voorsteven tot aan halverwege ruim 1 voorzijde geboeid zat. Ook hebben wij buitenboord gekeken wat de diepgang was; deze was 3 meter. Boven water was geen schade waarneembaar. Vervolgens hebben wij dubbele bodemtanks 1 en 2 gepeild alsmede de dieptank en de voorpiek. Behalve de voorpiek bleven de andere tanks droog. De voorpiek liep op tot drie meter. Wij inspecteerde de boegschroefruimte en hier was geen schade waarneembaar. Toen hebben wij de dieptank en de voorpiek opengemaakt en inwendig geïnspecteerd. De dieptank was droog en onbeschadigd en in de voorpiek konden wij zien dat er een gat vanaf het vlak tot ongeveer één meter boven het vlak was ontstaan. Lenzen op de voorpiek was onbegonnen werk. Wij hebben geen contact met de Noorse autoriteiten opgenomen, maar wel de rederij in kennis gesteld. Op de brug hebben wij uitgevonden dat het tijdens het aan de grond lopen laag water was en het zou om ongeveer uur hoog water zijn. Bij een volgende peiling van de dubbele-bodemtanks bleek er ook water te lopen in stuurboordsdubbelebodemtank 3

4 1. De machinekamer kreeg opdracht de tank leeg te trekken. Het leegtrekken ging zonder problemen en vrij snel, zodat de schade aan deze tanks niet bijzonder groot moest zijn. Hierna werd besloten om dubbelebodemtanks 5 en de zijtanks 4 op te pompen. Hiermee waren wij om ongeveer uur klaar. Te uur hebben wij de motor weer gestart en hebben toen geprobeerd het schip los te wrikken. De diepgang was toen ongeveer vier meter. Het loswrikken lukte niet, maar het achterschip kwam wel in beweging. Met tussenpozen hebben wij geprobeerd los te komen en te uur schoof het schip van de rots af. Toen wij vrij waren hebben wij opnieuw alle tanks gepeild en alles bleef bij het oude met een licht oplopende tank 1 stuurboord. Wij hebben aan de rederij doorgegeven dat het schip weer vlot was en op voorspraak van de kapitein kregen wij opdracht de reis naar Aveiro te vervolgen. Hoewel het schip in de kop lag werkte alles naar behoren en was het schip goed manoeuvreerbaar. Wij vervolgden onze reis. In de nacht van 25 op 26 december 1992 hebben wij in verband met het slechte weer het schip in de fjord gaande gehouden. Toen het weer verbeterde hebben wij om uur op 26 december 1992 de reis vervolgd. De reis naar Aveiro verliep voorspoedig. Op 28 december 1992 is de kapitein in IJmuiden met de loodskotter van boord gegaan en heb ik het commando overgenomen. Op 2 januari 1993 kwamen wij in Aveiro op de rede ten anker en op 3 januari 1993 zijn wij voor de kant gegaan. In Aveiro hebben wij uit het voorruim lading gelost en het schip kwam toen weer achterover te liggen. Wij hebben de voorpiek zelf nog opengemaakt voor inspectie maar er was niets te zien. Op 5 januari 1993 zijn wij uit Aveiro vertrokken met bestemming Castellon, waar wij op 8 januari arriveerden. In Castellon kwam de reder aan boord en er werd besloten het schip leeg te lossen. Er is geen Klassebureau aan boord geweest, noch is de schade door andere instanties bekeken. Ik weet ook niet of de reder met klasse of verzekering contact heeft opgenomen. Vervolgens hebben wij in Torrevieja zout geladen voor Noorwegen. In Noorwegen hebben wij deze lading gelost en in Noorwegen hebben wij geladen voor Engeland. Na lossing in Engeland zijn wij in ballast naar Rotterdam gegaan. Tijdens deze reizen zijn wij niet over het plimsol-merk gekomen. Begin februari 1993 zijn wij bij Van den Brink in de Waalhaven in Rotterdam in dok gegaan. Hier werd ik afgelost en ik heb dus niet de totale omvang van de schade gezien. In Castellon hebben wij de schade in de voorpiek proberen waar te nemen, alsmede de schade in tank 1 stuurboord. Door het water heen in de voorpiek was de schade niet goed waarneembaar, maar in tank 1 zagen wij een scheurtje van ongeveer 10 centimeter en diverse inzettingen. Ook waren er verbogen spanten, maar deze waren niet afgescheurd. Wat er verder met de schade en de afhandeling gebeurd is, weet ik niet, want ik ben met verlof gegaan. 4

5 Ik heb geen scheepsverklaring afgelegd. Ik vond het zelf verantwoord om de reizen, zoals wij die gemaakt hebben, voort te zetten. Kapitein H.J. Bos: Ik vaar sinds juni 1961; eerst als koksmaat, kok en scheepswerktuigkundige op schepen in de kleine handelsvaart. Na het behalen van het diploma SK heb ik als stuurman gevaren, op schepen van rederij Beck in de kleine handelsvaart. In 1979 werd ik aangesteld als kapitein en heb sinds die tijd altijd als gezagvoerder gevaren op schepen in de kleine handelsvaart. In 1986 ben ik in dienst gekomen van rederij Moerman en daar vaar ik nu nog steeds. In augustus 1992 kwam ik aan boord van het motorschip Pluto. Ik had reeds een term als gezagvoerder op dit schip gemaakt en kende het schip derhalve goed. Op 23 december 1992 vertrokken wij uit Stjernoy met bestemming Aveiro. Ik liep de uur wacht en de eerste stuurman de uur wacht. Er hangen standaard-orders op de brug dat ik gewaarschuwd moet worden bij verminderd zicht en moeilijke omstandigheden. In verband met het slechte weer verliep de reis niet voorspoedig. Wij hebben nog ten anker gelegen bij Loedingen en vervolgden de reis toen het weer wat beter werd. Op 24 december 1992 liep ik van tot uur mijn wacht. Tijdens deze wacht was het weer vrij goed; het zicht was helder, de wind zuidelijk kracht 7 à 9 Beaufort, golvende zee en geen deining. Wij voeren in de West Fjord met toestemming van de Noorse autoriteiten. Om uur heb ik de wacht overgegeven aan eerste stuurman E. Kuhlmann. Ik kende de stuurman goed en vertrouwde hem volkomen. De koersen stonden in de kaart. Tijdens zijn wacht zou hij de Alst Fjord doorlopen. Hij was hier bekend, want wij hebben deze reis reeds meerdere malen gemaakt. Ik ben tot ongeveer uur regelmatig op de brug geweest. Te uur passeerden wij Vikingen eiland en toen ben ik naar beneden gegaan om te slapen. De stuurman liep alleen wacht. Er was geen uitkijk. Er is geen brug-wachtalarm geïnstalleerd. Toen ik ging slapen werkte alle navigatie-apparatuur naar behoren; beide radars stonden bij, zowel de rivierradar als de zeeradar, geen echolood, omdat het ter plaatse te diep is, GPS stond bij en er werd op de automaat gestuurd. De tijden zijn GMT uur. Om uur schrok ik wakker door een hels kabaal. Ik kleedde mij snel aan en toen werd ik door de eerste stuurman gewaarschuwd, dat het schip op de stenen gelopen was. Ik ging naar de brug en heb de positie gecontroleerd. Ik zag dat de hoofdmotor gestopt was en dat de zeeradar op het 3-mijlsbereik stond. Inmiddels was de gehele bemanning op de brug gekomen. Het schip zat aan de grond op Sörölh-N in positie 65-55',7 noord en 12 22',7 oost. Ik gaf de stuurman en de werktuigkundige de opdracht buitenboord te loden om na te gaan waar het schip geboeid zat. Ik heb geen contact gehad met de Noorse kustwacht. Samen met de werktuigkundige heb ik toen de dieptank, de boegschroefkamer, de voorpiek en de dubbele-bodemtanks gepeild. De dieptank en de boegschroefruimte 5

6 hebben wij geopend en geïnspecteerd. Er was in deze ruimtes geen schade. De voorpiek liep echter op en er moest dus een lekkage zijn. De rest van de tanks bleef leeg. Ik ben weer naar de brug gegaan en heb daar de waterstand gecontroleerd. Het was op dat moment laag water en rond uur zou het hoog water zijn. Ik besloot de dubbele-bodemtank 5 en zijtanks 4 vol te pompen om het schip meer stuurlast te geven, zodat met hoog water geprobeerd kon worden het schip vlot te krijgen. Te ongeveer uur heb ik de rederij in kennis gesteld van het ongeval en wat wij ondernomen hadden om het schip straks vlot te krijgen. De rederij verzocht mij om de twee uur contact met hen op te nemen om de situatie door te geven. Wij hebben constant op de voorpiek gelensd, maar konden de instroom van water niet bijhouden. Wij bleven de andere tanks regelmatig peilen en die bleven gelukkig droog. Het schip bleef, ook met de vloedstroom, liggen zoals ze vastgelopen was. Toen het waterpeil op het voorschip tot ongeveer 4 meter opgelopen was, heb ik geprobeerd het schip los te wrikken. Dit was om ongeveer uur. Dit lukte niet. Met tussenpozen, terwijl het water steeds hoger kwam, hebben wij geprobeerd het schip los te krijgen en te uur schoof het schip van de stenen. Ik heb de rederij gebeld en doorgegeven dat wij weer vlot waren en de rederij besloot dat wij de reis naar Aveiro moesten vervolgen. Hoewel het schip in de kop kwam te liggen was het nog goed bestuurbaar en kon de reis naar mijn mening veilig vervolgd worden. Wij hebben ons in de fjorden gaande gehouden tot het weer verbeterde en zijn op 26 december 1992 te uur verder gegaan naar Aveiro. Ik ben op 28 december 1992 in IJmuiden van boord gegaan en heb het commando overgedragen aan eerste stuurman E. Kuhlmann. Hoe groot de schade aan het schip was weet ik niet. Ik heb geen scheepsverklaring afgelegd. (2) Het uittreksel uit het scheepsdagboek van het ms. Pluto, ondertekend door kapitein H. Bos, stuurman E.H.M. Kuhlmann en werktuigkundige A. van Duyvendijk, houdt in woordelijke overeenstemming met hetgeen in een handgeschreven verklaring van de stuurman is opgenomen onder meer in: Tijdens de wacht van stuurman E. Kuhlmann liep het schip ms. Pluto omhoog bij het eiland Söröhl-N ( N E) voor de Noorse kust. Te uur navigeerde de stuurman door de Alst-Fjord in de zuidelijke richting. Op dat moment gebruikte hij Noorse zeekaart 56. Beide radars stonden bij en werkten goed. De zeeradar stond op bereik van 3nM met variabele ring van 0,5 nm. De rivierradar op 2 Km met variabele ring van 0,4 Km. Door de regen was het zicht matig. Tussen h en h passeerde een noordgaand schip op zo n korte afstand dat uitwijken naar stuurboord voor de stuurman onvermijdelijk was om het andere schip te ontwijken. VHF-kontakt maken was niet gelukt en ook op signalen met de seinlamp werd niet gereageerd. Door de duisternis bleef de naam van het andere schip onbekend. Nadat het noordgaande schip gepasseerd was, zette de stroom ms. Pluto dermate 6

7 snel naar stuurboord dat het vrij varen van het eiland Söröhl-N met geen enkele manoeuvre meer mogelijk bleek. 3. Het onderzoek ter zitting Ter zitting van de Raad heeft aanvullend verklaard: Stuurman E.H.M. Kuhlmann: De stranding vond plaats op 25 december 1992 in de ochtend. De gezagvoerder is tot uur stand-by op de brug gebleven. Dit was na het overgeven van de wacht. Wellicht ter controle dat weet ik niet. Er was geen aanleiding voor. Ik ken dit gebied. Ik was zeker tussen 10 en 20 keren eerder langs dit punt geweest. Ik weet zeker dat wij Vikhl eiland om uur passeerden. Ik schreef dat op. Wij zaten toen ook nog in de witte sector. Bij het passeren van Vikhl eiland heb ik vaart geminderd tot halve kracht. Dat was bij ons aan boord standaard op dit traject. De vaart bedraagt dan circa 8 knopen. Vervolgens zag ik een tegenligger aan bakboord op 4 mijl afstand. Dit zag ik op de radar, die ik overgezet had zodat 4 mijl binnen het bereik viel. Ik kon het schip niet visueel waarnemen. Ik dacht dat de tegenligger ook een coaster was die normaal gesproken zo n 12 knopen kan lopen. Ik heb bij het passeren nog met de kijker geprobeerd de naam van het schip vast te stellen. Tevergeefs. Het journaal is door mij in de ochtend van 26 december 1992 opgemaakt. Het voorliggende journaal dat bij de stukken is gevoegd is het net journaal. Ik heb dat zelf opgeschreven en heb daar de nodige aandacht aan besteed. Om uur waren wij vrij van het noordgaande schip. Na het passeren heeft het niet lang geduurd voordat wij vastliepen. Vijf minuten lijkt een lange tijd. Ik schat dat ik misschien zo n twee tot vier minuten na het passeren ben vastgelopen. Zeker weten doe ik dat niet. In ieder geval is er na het passeren nog een korte tijd verlopen voor het vastlopen. Wellicht is er wat de tijdstippen betreft een onnauwkeurigheid in het journaal geslopen. De gegevens in het journaal en in de verklaring die ik heb afgelegd kloppen wel. Over het exacte tijdstip waarop ik de machine gestopt heb ben ik nu niet meer zeker. Uit mijn verklaring blijkt dat dit na het passeren van het tegenliggende schip geweest moet zijn. Ik heb eerst met de VHF op kanaal 16 nog geprobeerd contact op te nemen. Ik heb dat via twee afzonderlijke marifoons geprobeerd, omdat ik dacht dat één ervan misschien niet functioneerde, maar er kwam geen reactie. Daarom heb ik vervolgens de lamp op het andere schip gezet. Ik heb geen geluidsseinen gegeven. Nadat het schip gepasseerd was ben ik onze positie nader gaan bepalen. Voordien moest ik te zeer op de tegenligger letten. Wij bleken niet eens meer in de rode sector te zitten. Ik denk dat de tegenligger ook buiten de witte sector gezeten moet hebben. Achteraf gesproken had ik wellicht beter zondermeer bakboord uit kunnen gaan na 7

8 het passeren van de tegenligger. Het tegenliggende schip is op minder dan een kabel gepasseerd. Nadat ik de positie had bepaald door op radar peiling en afstand te nemen en dit in de kaart uit te zetten heb ik achteruit geslagen. Ik heb de positie niet in de kaart gezet. Het schip had een rechtsdraaiende schroef. De precieze locatie van de gronding is met GPS bepaald. Wij lagen zo n 20 meter uit de kust van het eiland aan de kant van het vaarwater en min of meer in de luwte. De wind was immers zuidelijk. Ik overhandig de Raad een fotocopie van het betreffende stuk van de kaart die ik gebruikt heb. De koerslijn die gevolgd is staat in de kaart. De koerslijn is 207 terwijl ik inderdaad opgaf in mijn verklaring dat ik 212 gestuurd heb. De koerslijnen zijn uitsluitend richtlijnen. In principe sturen wij op de witte sector. De waypoints die in deze kaart staan zijn niet gebruikt. Ik had niet de indruk dat wij erg naar stuurboord werden weggezet voordat wij Vikhl eiland passeerden. Het overgaan op handsturen was verstandig omdat bij halve kracht het schip niet meer nauwkeurig op de automaat reageert. Ik vond het derhalve niet gepast om op de automaat te blijven sturen. Bij het stoten liepen wij denk ik zo n 3 à 4 knopen. Het benauwde mij dat ik de toplichten van de tegenligger in één lijn bleef zien, ook bij nadering. Ik vond dat hij voor mij moest wijken, maar het duurde naar mijn idee erg lang voordat hij uiteindelijk uitweek. Aanvankelijk ben ik nog beetje bij beetje stuurboord uitgegaan om er zeker van te zijn dat ik mijn rode licht toonde, maar op een gegeven moment kon ik niet verder. In eerdere instantie zou ik nog gelegenheid gehad hebben om stuurboord uit boven Alteren uit te wijken. Het was al te laat om de kapitein te waarschuwen. Toen ik de kapitein porde waren wij al gegrond. De kapitein prefereert het te worden gepord; hij wordt liever niet gebeld. Omdat wij al aan de grond zaten vond ik het niet nodig hem per telefoon te roepen. Iedere matroos is bereikbaar per telefoon. Wij waren niet loodsplichtig in dit gebied. Dat bedoel ik waar ik in mijn verslag meld dat wij toestemming hadden. Vanaf 1 mei a.s. verandert dit voor zowel Noorse als buitenlandse schepen. Ik weet niet waarom er geen wachtalarm aan boord was. Bij mijn weten is dat er nog niet, althans de laatste keer dat ik aan boord was, was het er nog niet. Het was gepland dat de kapitein van boord ging in IJmuiden en dat ik toen kapitein zou worden. Op verzoek van de rederij is het voorval niet aan de Scheepvaartinspectie gemeld. Alleen de reder is aan boord geweest. Niemand anders. Het opmaken van de scheepsverklaring is aan de kapitein. Ik vond het veilig genoeg om met een volle en lekke voorpiek door te varen. Wij lopen in normale omstandigheden altijd alléén wacht. Dat zijn bij ons de instructies. Die zijn niet schriftelijk vastgelegd. 4. Het standpunt van de inspecteur Het onderzoek toont aan dat het houden van controle op de navigatie tijdens het varen door de fjorden van het allergrootste belang is. Er was sprake van varen in nauw vaarwater. Dit vereist van de leider van de navigatie extra aandacht, 8

9 nauwgezetheid en inzicht in de te verwachten omstandigheden. De stuurman voerde alleen de navigatie; hij moest de posities van het schip bijhouden, de navigatie controleren, manoeuvreren en het overzicht behouden. De navigatieomstandigheden werden nadelig beïnvloed door stormachtige wind, buien en verminderd zicht. De aandacht van de stuurman werd kennelijk volledig in beslag genomen door de uitwijkmanoeuvre. De toedracht van het aan de grond lopen van het ms. Pluto is niet geheel duidelijk; de stuurman was de enige getuige. Volgens hem was het aan de grond lopen een gevolg van een uitwijkmanoeuvre voor een tegenligger die op zeer korte afstand werd gepasseerd en stroom-verzetting. VHF-contact met de tegenligger en gebruik van de aldislamp lukte niet. Hij verminderde vaart, stopte en sloeg tenslotte vol achteruit. De manoeuvres waren onvoldoende. De stuurman had de navigatie kennelijk onvoldoende onder controle om te beseffen dat bij het doorvaren van de rode sector het schip veel te dicht bij Söröhl-N zou geraken. Op het te dicht naderen van het land werd onvoldoende alert gereageerd. Er werd aanvankelijk gestuurd op de autopilot. Er was geen uitkijk die eventueel ingezet kon worden als roerganger. Er was geen loods aan boord. Het overgaan op handsturen en gelijktijdig navigeren bleek niet mogelijk. Pas na de gronding werd de kapitein gewaarschuwd. Het inzetten van een loods en uitkijk bij de navigatie had de stuurman meer gelegenheid gegeven overzicht op de navigatie te houden. Het echolood werd niet gebruikt. Bij het aan de grond lopen kwam het voorschip 1,85 m omhoog raakte het schip over circa éénderde geboeid en kreeg 5 slagzij. Een dusdanige situatie kan mijns inziens niet ontstaan bij geringe vaart. De voorpiektank en een dubbele bodemtank raakten lek; de voorpiektank kon niet lens gehouden worden. Het schip zat circa zes uren vast. Uit het onderzoek blijkt dat er ook andere ernstige en verwijtbare fouten zijn gemaakt die zowel de kapitein als de rederij zijn aan te rekenen. De kapitein en rederij zijn in gebreke gebleven door het niet inlichten conform de Schepenwet van de Scheepvaartinspectie en het classificatiebureau; ook de Noorse autoriteiten werden niet geïnformeerd. De kapitein en stuurman verklaarden dat er met de rederij contact was geweest en dat besloten werd de reis voort te zetten zonder een noodhaven aan te lopen, in overbeladen toestand en zonder de omvang van de schade voldoende vast te stellen; de eigenaar is aan boord geweest. Een omvangrijke schade, waarbij de tanks niet droog gehouden kunnen worden, moet te allen tijde door een scheepsbouwkundig expert geïnspecteerd en beoordeeld worden. Een dergelijke beslissing is niet voorbehouden aan de kapitein of rederij. Pas circa zeven weken na de gronding werd het schip droog gezet, werd de exacte omvang van de schade bekend en werd de autoriteit geïnformeerd. De schade was aanzienlijk. De kapitein werd afgelost voordat het schip droog kwam. Er werd geen scheepsverklaring opgemaakt. De kapitein heeft mede schuld aan de gronding door het niet voldoen aan de voorgeschreven wachtbezetting. De handelwijze van de kapitein en de rederij zijn geen voorbeeld van goed veiligheidsmanagement en geven blijk van onvoldoende begrip voor veiligheid en milieu en onvoldoende kennis van de wettelijke bepalingen. Van medewerking aan het onderzoek door de rederij is niet veel gebleken. Pas na rappel in juni 1994 werden de betrokkenen gehoord. Het gronden was een gevolg van onzorgvuldige navigatie; de positie werd onvoldoende bijgehouden. De stuurman heeft schuld aan de gronding; hij heeft door 9

10 zijn handelen het schip, de bemanning en het milieu in gevaar gebracht. Gelukkig bleven de gevolgen slechts beperkt tot het schip. Ik stel voor stuurman Kuhlmann te straffen door het uitspreken van een berisping; in het voorstel is mede in overweging genomen dat het gronden in december 1992 heeft plaatsgevonden en dat de beleidsfouten hem niet geheel zijn aan te rekenen. 5. Het oordeel van de Raad Toedracht Op 23 december 1992 vertrok de Pluto uit Stjernoy met bestemming Aveiro. De stuurman liep de uur wacht en de kapitein de uur wacht. Op 25 december 1992 om uur nam de stuurman de wacht van de kapitein over. De kapitein bleef na het overdragen van de wacht nog tot uur op de brug. Daarna is hij nog diverse malen, tot na het passeren van Vikingen eiland, op de brug gekomen. Vervolgens is hij te uur gaan slapen. Het was regenachtig, de wind stormachtig kracht 7 à 9 Bft uit zuidelijke richting. In de fjorden was de zee golvend en er stond geen deining. Er werd op de automatische piloot gestuurd; beide radars stonden bij. De zeeradar stond op een bereik van 3 mijl en de rivierradar op een bereik van 2 kilometer. De VHF stond bij op kanaal 16; de GPS stond bij en werkte goed. In verband met de grote diepte stond het echolood niet bij. De stuurman liep alleen de wacht, zonder uitkijk. Er is geen wachtalarm geïnstalleerd. Te uur werd de Alstfjord ingelopen in koers 212. De vaart was volle kracht, hetgeen overeenkomt met een snelheid van 11 knoop. Omdat het vaarwater nabij Söröhl erg nauw is, heeft de stuurman dwars van Vikhl eiland de vaart geminderd tot halve kracht, overeenkomend met 8 knoop. Hij is toen ook overgegaan op handsturen, omdat de automaat het schip bij halve kracht minder nauwkeurig stuurt. Dit eiland werd om uur gepasseerd op een afstand van 0,4 mijl. Het zicht was toen meer dan 2 mijl met goed vurenzicht. Na het passeren van Vikhl kwam op een afstand van ongeveer 4 mijl iets over bakboord, een tegenligger in zicht. De stuurman heeft dit schip niet geplot, maar zag het wel op de radar. De stuurman stuurde in de witte sector van Söröhl-S vuurtoren. Toen de tegenligger in zicht kwam zag hij beide toplichten en het groene boordlicht van dit schip. Vanaf dat moment heeft de stuurman getracht per VHF contact te krijgen, maar dit gelukte niet. Vervolgens heeft de stuurman getracht de aandacht van dat andere schip te trekken met de seinlamp. De stuurman heeft toen de machine gestopt. De tegenligger is op minder dan één kabel aan de bakboordskant van de Pluto gepasseerd. De stuurman is daarna eerst zijn positie gaan bepalen, omdat hij voordien teveel op de tegenligger had moeten letten. Het schip bleek zelfs niet eens meer in de rode sector van het licht van Söröhl-S te zitten. Hij zette een radarpeiling en -afstand uit op de kaart en heeft vervolgens achteruitgeslagen. Even later, te uur, liep het schip met een geschatte vaart van 3 à 4 knoop aan de grond op de ondiepte voor het eiland Söröhl-N op omstreeks 20 meter uit de wal. De stuurman heeft de machine op stop gezet en is de kapitein gaan porren. Deze was inmiddels wakker geworden door het geluid van het aan de grond lopen. Bij rondloden bleek dat naast het voorschip 3 meter water stond. Het schip bleek vanaf het voorschip tot halverwege de voorzijde van ruim 1 geboeid te zitten. Bij 10

11 inspectie bleek dat de voorpiek snel opliep; later bleek dat er ook een klein scheurtje in stuurboords dubbelebodemtank 1 zat. Het bleek dat het schip met laagwater was vastgelopen. Achterlijk liggende tanks werden geballast, waarna om uur vergeefs werd getracht het schip met de motor op achteruit los te wrikken; wel kwam er beweging in het achterschip. Uiteindelijk schoof het schip om uur van de ondiepte. De rederij was inmiddels ingelicht van het vastlopen. De Noorse autoriteiten werden echter niet verwittigd. Toen het schip weer los was gekomen heeft het, in overleg met de rederij, zijn reis vervolgd. Bij IJmuiden werd de kapitein volgens plan afgelost door de stuurman; deze heeft de reis naar Aveiro vervolgd en is daarna naar Castellon vertrokken, alwaar de reder aan boord kwam. Het schip heeft daarna nog enige reizen gemaakt en is begin februari 1993 in Rotterdam gedokt. De schade aan het voorschip bleek aanzienlijk te zijn. De kapitein heeft geen scheepsverklaring ingediend, noch enige autoriteit of het klassebureau ingelicht. Het schip is niet uitgerust met een wachtalarm. Beschouwing De stuurman had dit traject reeds 10 à 20 keer gevaren. Het was de gewoonte om op het stukje waar het aan de grond lopen plaatsvond halve kracht te varen in verband met het nauwe vaarwater. Dit was als zodanig een verstandige beslissing, maar omdat bij halve kracht de automatische stuurmachine minder nauwkeurig werkte, moest de stuurman op handsturen overgaan, waardoor hij omdat hij alleen op de brug was zich beperkte in zijn verplaatsingsmogelijkheden aldaar. De stuurman heeft heel tijdig de tegenligger opgemerkt. Toen dit schip niet van koers veranderde heeft de stuurman zich teveel naar stuurboord laten drukken. Hij was alleen op de brug, moest handsturen, op de navigatie letten en de tegenligger waarschuwen. Hij heeft eerst getracht de tegenligger te waarschuwen per marifoon en toen hij geen antwoord kreeg heeft hij met de seinlamp geschenen. Door dit alles is hij in een ongewenste situatie gekomen. Indien hij assistentie op de brug had gehad, zou het mogelijk ook eerder in hem zijn opgekomen om vóór het bereiken van het eiland Alteren een rondtorn over stuurboord te maken. Hij heeft zich nu teveel op de passeermanoeuvre geconcentreerd, waardoor hij de navigatie heeft verwaarloosd. Kort voor het passeren is hij gestopt en na het passeren heeft hij een radarpeiling en -afstand genomen en dezen in de kaart gezet. Toen hem bleek dat hij zich veel te dicht bij het eiland Alteren bevond heeft hij achteruit geslagen met de rechtse schroef, waardoor de kop nog meer naar stuurboord kwam. Het schip liep even later aan de grond. Indien de stuurman onmiddellijk na het passeren hard bakboord-roer had gegeven en door het zog van de tegenligger was gevaren, had hij in ieder geval in diep genoeg water gezeten, dit onder het motto: waar hij kan varen kan ik dat ook. (Onder normale omstandigheden een gevaarlijk uitgangspunt, maar in deze al zeer precaire situatie, waar sprake was van twee soortgelijke schepen, de minst slechte oplossing). Zonodig had hij daarna het schip kunnen stoppen om de positie te bepalen, maar gezien zijn plaatselijke bekendheid en het sectorlicht, was dit waarschijnlijk niet nodig geweest. 11

12 Het was niet juist dat de stuurman alleen op de brug stond. Het was loodsmansvaarwater en dan had zeker een tweede man op de brug moeten zijn. Voorts had de stuurman, toen hij begon te onderkennen dat er zich een onaangename situatie ontwikkelde, de kapitein telefonisch kunnen waarschuwen, nog daargelaten dat de kapitein zich had behoren te laten waarschuwen voor deze nauwe passage. Aangenomen moet worden dat de tegenligger, die onbekend is gebleven, teveel naar diens bakboordskant van het vaarwater is verdaagd, mogelijk mede door de stormachtige wind. Na het aan de grond lopen heeft de kapitein noch de reder, noch enige autoriteit of het klassebureau ingelicht. Dat was onjuist, evenals het doorvaren met het schip terwijl de omvang van de schade niet precies bekend was. Weliswaar was de stuurman ten tijde van het aan de grond lopen nog geen kapitein, maar enige dagen later werd hij het wel. Nu mede door organisatorische problemen bij de Scheepvaartinspectie het proces-verbaal meer dan een jaar is opgehouden en de stuurman sinds het aan de grond lopen meer dan twee jaar zonder problemen als kapitein heeft gevaren, wil de Raad niet uitgaan boven het voorstel van het Hoofd van de scheepvaartinspectie om een berisping uit te spreken. Bij het onderzoek is voorts gebleken dat het schip niet is uitgerust met een wachtalarm zoals voorgeschreven in de Bekendmaking aan de Scheepvaart no 234/1988. Dit is onjuist; in dit geval heeft het ontbreken van het wachtalarm volgens de verklaringen echter geen invloed op het aan de grond lopen gehad. Beslissing De Raad straft stuurman, thans kapitein, Egidius Henricus Maria Kuhlmann, geboren 18 oktober 1956 en wonende te Haarlem, wegens zijn schuld aan het aan de grond lopen door het te zijnen aanzien uitspreken van een berisping. Aldus gedaan door mr D. Roemers, plv. voorzitter, A. Visser, R.M. Heezius, P.S.W. Haseloop en L.J. de Graaff, leden, in tegenwoordigheid van s Raad plv. secretaris mr C.J.R. Eijsbouts, en uitgesproken door de voorzitter ter openbare zitting van de Raad van 1 maart (get.) D. Roemers, C.J.R. Eijsbouts ISSN Sdu Uitgeverij Plantijnstraat, s-gravenhage

UITSPRAAK NUMMER 5 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V5 - FLINTERBAY

UITSPRAAK NUMMER 5 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V5 - FLINTERBAY UITSPRAAK NUMMER 5 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2012.V5 - FLINTERBAY Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 10 mei 1995, nr. 90

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 10 mei 1995, nr. 90 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 10 mei 1995, nr. 90 Nr. 7 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse vissersvaartuig Sursum Corda UK 172

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011 ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 19 november 2011. Het gedeelte Beperkt en het gedeelte Algemeen bestaan ieder uit 20 vragen (60

Nadere informatie

Voorlopig onderzoek naar de stranding van de Artemis Les Sables d' Olonnes 10 maart 2008

Voorlopig onderzoek naar de stranding van de Artemis Les Sables d' Olonnes 10 maart 2008 Datum Voorlopig onderzoek naar de Les Sables d' Olonnes 10 maart 2008 2 van 15 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Doel van onderzoek 3 1.2 Doel van rapportage 3 1.3 Het onderzoek 3 2 Gegevens 4 2.1 Schip

Nadere informatie

BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017

BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017 BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017 vraag 1) Wie is de gezagvoerder van een sleep met een gesleept vaartuig? A. de schipper van de sleepboot B. de schipper van het gesleepte vaartuig C. geen van

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 1 mei 2002, nr. 82

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 1 mei 2002, nr. 82 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 1 mei 2002, nr. 82 Nr. 7 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van de Nederlandse motorsleepboot Pieter, varende in het

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 20 juni 2001, nr. 116

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 20 juni 2001, nr. 116 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 20 juni 2001, nr. 116 Nr. 12 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het stoten van het Nederlandse vrachtschip Harns, varende in de Oostzee,

Nadere informatie

UITSPRAAK 4 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V4-ARKLOW BEACH

UITSPRAAK 4 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V4-ARKLOW BEACH UITSPRAAK 4 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V4-ARKLOW BEACH Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, gemachtigde : ing.

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 20 augustus 2003, nr. 159

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 20 augustus 2003, nr. 159 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 20 augustus 2003, nr. 159 Nr. 9 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het stoten van het Nederlandse containerschip IJsseldijk, in de

Nadere informatie

Voorlopig onderzoek naar de gronding van ms Zhen Hua 10 Europoort, 2 februari 2008

Voorlopig onderzoek naar de gronding van ms Zhen Hua 10 Europoort, 2 februari 2008 Datum Voorlopig onderzoek naar de gronding van ms Europoort, 2 februari 2008 2 van 12 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Feitelijkheden 4 2.1 Het schip en de bemanning 4 2.2 Reisgegevens 5 2.3 Het onderzoek

Nadere informatie

Examen Maart De vrije zijde van een beperkt manoeuvreerbaar schip wordt overdag aangeduid met (CEVNI):

Examen Maart De vrije zijde van een beperkt manoeuvreerbaar schip wordt overdag aangeduid met (CEVNI): Examen Maart 2005 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 5 maart 2005. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10

Nadere informatie

Examen Maart 1999 BEPERKT STUURBREVET

Examen Maart 1999 BEPERKT STUURBREVET Examen Maart 1999 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 6 maart 1999. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van van woensdag 26 juli 2000, nr. 142

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van van woensdag 26 juli 2000, nr. 142 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van van woensdag 26 juli 2000, nr. 142 Nr. 16 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen van het Nederlandse vrachtschip Ankergracht,

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 22 november 2008

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 22 november 2008 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 22 november 2008 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 15 NOVEMBER 2017 (NR. 11 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V3-HEKLA

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 15 NOVEMBER 2017 (NR. 11 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V3-HEKLA UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 15 NOVEMBER 2017 (NR. 11 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V3-HEKLA Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker,

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 27 december 2000, nr. 250

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 27 december 2000, nr. 250 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 27 december 2000, nr. 250 Nr. 31 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het geboeid raken op een strekdam, van de Nederlandse loodstender

Nadere informatie

UITSPRAAK 6 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V4B - STATENGRACHT

UITSPRAAK 6 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V4B - STATENGRACHT UITSPRAAK 6 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V4B - STATENGRACHT Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

UITSPRAAK 6 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V6 EEMS CARRIER

UITSPRAAK 6 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V6 EEMS CARRIER UITSPRAAK 6 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2012.V6 EEMS CARRIER Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010 Opmerking: De vermelding APSB heeft betrekking op het Algemeen Politiereglement voor de Scheepvaart

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 16 mei 2001, nr. 94

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 16 mei 2001, nr. 94 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 16 mei 2001, nr. 94 Nr. 10 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen van het Nederlandse vrachtschip Ice Star, kort

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 11 november 1998, nr. 216

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 11 november 1998, nr. 216 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 11 november 1998, nr. 216 Nr. 20 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aanvaren van boei TG 19 Weser 2, door het Nederlandse vrachtschip

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 12 februari 1997, nr. 30

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 12 februari 1997, nr. 30 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 12 februari 1997, nr. 30 Nr. 5 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen op de Duitse kust, nabij Börgerende, van

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 8 MAART 2008

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 8 MAART 2008 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 8 MAART 2008 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert

Nadere informatie

UITSPRAAK 1 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2015.V3-LEAH

UITSPRAAK 1 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2015.V3-LEAH UITSPRAAK 1 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2015.V3-LEAH Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Infrastructuur en Milieu, te s Gravenhage, gemachtigde: ing. M. Schipper,

Nadere informatie

UITSPRAAK 4 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V7 HERCULUS ZK 65

UITSPRAAK 4 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V7 HERCULUS ZK 65 UITSPRAAK 4 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2010.V7 HERCULUS ZK 65 Op verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat (thans de Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 22 januari 1997, nr. 15

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 22 januari 1997, nr. 15 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 22 januari 1997, nr. 15 Nr. 1 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse vrachtschip Waterman, op reis van

Nadere informatie

lichten en bruggen/sluizen 28 februari 2017

lichten en bruggen/sluizen 28 februari 2017 lichten en bruggen/sluizen 28 februari 2017 vraag 1) Zeilend met een vlet zie je recht vooruit een schip dat aan stuurboord twee boven elkaar gehesen groene ruiten voert en aan bakboord een rode bal. Je

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 16 oktober 2002, nr. 199

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 16 oktober 2002, nr. 199 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 16 oktober 2002, nr. 199 Nr. 18 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse vrachtschip Saline, varende op

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 17 juli 2002, nr. 134

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 17 juli 2002, nr. 134 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 17 juli 2002, nr. 134 Nr. 12 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse vissersvaartuig Concordia UK 246,

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van van woensdag 24 maart 1999, nr. 58

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van van woensdag 24 maart 1999, nr. 58 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van van woensdag 24 maart 1999, nr. 58 Nr. 5 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen en vervolgens in aanvaring komen van het

Nadere informatie

1. Hieronder is een verkeerssituatie afgebeeld. Geen van beide schepen volgt stuurboordwal. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft.

1. Hieronder is een verkeerssituatie afgebeeld. Geen van beide schepen volgt stuurboordwal. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft. 43 Examen maart 2013 ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 2 maart 2013 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB. Verklaring van de gebruikte symbolen 1. Hieronder is een verkeerssituatie

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009 Opmerking: De vermelding APSB heeft betrekking op het Algemeen Politiereglement voor de

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van Woensdag 23 juli 1997, nr. 138

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van Woensdag 23 juli 1997, nr. 138 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van Woensdag 23 juli 1997, nr. 138 Nr. 21 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de klacht van het Hoofd van de Scheepvaartinspectie, tegen kapitein

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 21 MAART 2017 (NR. 4 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V8-HOLLAND

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 21 MAART 2017 (NR. 4 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V8-HOLLAND UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 21 MAART 2017 (NR. 4 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V8-HOLLAND Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde:

Nadere informatie

DEEL 1 - VRAGEN 1-20

DEEL 1 - VRAGEN 1-20 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel DEEL 1 - VRAGEN 1-20 ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 4 mei 2013 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB.

Nadere informatie

Halzen. met. Clipper Stad Amsterdam

Halzen. met. Clipper Stad Amsterdam Halzen met Clipper Stad Amsterdam Hier weer een klein theorie lesje manoeuvreren onder zeil met Clipper Stad Amsterdam. Als je het vorige stukje dat ik had geschreven hebt gelezen, dan weet je dat we het

Nadere informatie

UITSPRAAK 5 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V4A - STATENGRACHT

UITSPRAAK 5 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V4A - STATENGRACHT UITSPRAAK 5 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V4A - STATENGRACHT Op het verzoek van: de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur en Milieu,

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 4 oktober 1995, nr. 192

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 4 oktober 1995, nr. 192 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 4 oktober 1995, nr. 192 Nr. 19 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse vissersvaartuig Aaltje Margriet

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 27 maart 2002, nr. 61

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 27 maart 2002, nr. 61 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 27 maart 2002, nr. 61 Nr. 5 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart inzake het op de rotsen lopen van het Nederlandse vrachtschip Frisiana, varende

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van donderdag 27 december 2001, nr. 249

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van donderdag 27 december 2001, nr. 249 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van donderdag 27 december 2001, nr. 249 Nr. 27 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen van het Nederlandse vrachtschip Nouakchott,

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van dinsdag 31 december 1996, nr. 251

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van dinsdag 31 december 1996, nr. 251 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van dinsdag 31 december 1996, nr. 251 Nr. 39 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse vissersvaartuig Wilhelmina KW

Nadere informatie

Examen Beperkt stuurbrevet

Examen Beperkt stuurbrevet Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 19 Maart 2011. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10 vragen) geeft u

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 8 MAART 2017 (NR. 1 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V5-SCHELDEGRACHT

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 8 MAART 2017 (NR. 1 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V5-SCHELDEGRACHT UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 8 MAART 2017 (NR. 1 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V5-SCHELDEGRACHT Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker,

Nadere informatie

2. In onderstaande tekening is een verkeerssituatie afgebeeld.

2. In onderstaande tekening is een verkeerssituatie afgebeeld. 41 2012 BEPERKT STUURBREVET EXAMEN 2 Opmerking: De vermelding "CEVNI" heeft betrekking op de Europese reglementering. De vermelding "SIGNI" heeft betrekking op de Europese voorschriften voor signalisatie

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 7 februari 2007, nr. 12

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 7 februari 2007, nr. 12 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 7 februari 2007, nr. 12 Nr. 1 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de scheepsramp op 6 december 2005 waarbij het Nederlandse vrachtschip

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 5 juni 2002, nr. 104

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 5 juni 2002, nr. 104 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 5 juni 2002, nr. 104 Nr. 10 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen van het Nederlandse vrachtschip Bernice, varende

Nadere informatie

Examen November 2007

Examen November 2007 Examen November 2007 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 17 november 2007. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 9 juli 1997, nr. 128

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 9 juli 1997, nr. 128 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 9 juli 1997, nr. 128 Nr. 20 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse ms. Erna, varende in de Langelands

Nadere informatie

Veilig varen. Welkom KBC Utrecht.

Veilig varen. Welkom KBC Utrecht. Veilig varen Welkom KBC Utrecht Jasper Jansen 43 jaar Al ruim 35 jaar op het water: ouders, scouting, diverse zeilscholen, eigen schip CWO kielboot- en kajuitjachtinstructeur Ruim 20 jaar wonen en varen

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 27 maart 2002, nr. 61

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 27 maart 2002, nr. 61 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 27 maart 2002, nr. 61 Nr. 6 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen van het Nederlandse vrachtschip Inger, varende

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 mei 2014

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 mei 2014 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 russel LGEMEEN EN EPERKT STUURREVET 17 mei 2014 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het PS. Vragen 1-5 In de tabel

Nadere informatie

Elk vaartuig dat geschikt is als vervoersmiddel op het water. Een boot die door spierkracht wordt voortbewogen.

Elk vaartuig dat geschikt is als vervoersmiddel op het water. Een boot die door spierkracht wordt voortbewogen. H3 PR 3.1 Het innenvaartpolitiereglement Voordat we het water op kunnen moeten we goed weten wanneer je wel of geen voorrang hebt. Daarvoor bestaat het innenvaartpolitiereglement. Wanneer je de regels

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 22 december 1999, nr. 247

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 22 december 1999, nr. 247 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 22 december 1999, nr. 247 Nr. 23 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse containerschip Batavier VI, met

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 16 november 2013

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 16 november 2013 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 110 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 16 november 013 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB. Vragen 1-4 In

Nadere informatie

Zeerecht GZV (4) Werk- en rusttijden. 4 op 4 af? 5 op 7 af 8 op 4 af? 4 op 8 af 4 op 8 af? 14 op 14 af? gzv-4. gzv-4. gzv-2 kzv-3

Zeerecht GZV (4) Werk- en rusttijden. 4 op 4 af? 5 op 7 af 8 op 4 af? 4 op 8 af 4 op 8 af? 14 op 14 af? gzv-4. gzv-4. gzv-2 kzv-3 Zeerecht GZV (4) Werk- en rusttijden 4 op 4 af? 5 op 7 af 8 op 4 af? 4 op 8 af 4 op 8 af? 14 op 14 af? gzv-2 kzv-3 1 Oefeningen gzv-3 Oefeningen Verplichte oefeningen: Brand Schip verlaten (evacuatie)

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO SAMENVATTING 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO Een vader klaagt dat de IB'er zonder indicatie en overleg onjuiste informatie heeft verschaft aan het AMK en aan de logopedist en de

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 5 mei 2012

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 5 mei 2012 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 russel LGEMEEN EN EPERKT STUURREVET 5 mei 2012 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het PS. Vragen 1-5 In de tabel staan

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 15 november 2014

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 15 november 2014 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 15 november 2014 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB. Vragen 1-3 In

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 9 april 1997, nr. 68

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 9 april 1997, nr. 68 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 9 april 1997, nr. 68 Nr. 10 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de klacht van het Hoofd van de Scheepvaartinspectie tegen kapitein

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 14 maart 2009

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 14 maart 2009 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 14 maart 2009 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 31 december 2003, nr. 252

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 31 december 2003, nr. 252 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 31 december 2003, nr. 252 Nr. 16 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse vrachtschip Fast Jef, tijdens

Nadere informatie

UITSPRAAKNUMMER 4 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V1 - VRIESENDIEP

UITSPRAAKNUMMER 4 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V1 - VRIESENDIEP UITSPRAAKNUMMER 4 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V1 - VRIESENDIEP Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur

Nadere informatie

Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam

Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam Binnenvaartpolitieregelement (BPR) REGELEMENT TER VOORKOMING VAN AANVARING OF AANDRIJVING OP DE OPENBARE WATEREN Net als op straat zijn er ook op

Nadere informatie

Examen November 2005

Examen November 2005 Examen November 2005 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 26 november 2005. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 6 december 1995, nr. 237

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 6 december 1995, nr. 237 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 6 december 1995, nr. 237 Nr. 24 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond raken als gevolg van een krabbend anker, van het

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van van woensdag 12 juli 2000, nr. 132

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van van woensdag 12 juli 2000, nr. 132 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van van woensdag 12 juli 2000, nr. 132 Nr. 14 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het geboeid raken van het Nederlandse vrachtschip Coral, varende

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 14 februari 1996, nr. 32

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 14 februari 1996, nr. 32 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 14 februari 1996, nr. 32 Nr. 4 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen van de Nederlands-Antilliaanse chemicaliëntanker

Nadere informatie

Klein vaarbewijs. 6 e bijeenkomst

Klein vaarbewijs. 6 e bijeenkomst Klein vaarbewijs 6 e bijeenkomst programma testje Marifoon en radar Vaarregels (voorrangsregels) BPR Doorvaren sluizen Slecht zicht Ligplaats nemen Snelle motorboten Overige regels Marifoon Maritieme telefoon

Nadere informatie

Commando's & Manoeuvres

Commando's & Manoeuvres Commando's & Manoeuvres 1. We zijn aan het roeien en willen de boot stoppen. Wat zijn achtereenvolgens de commando's? a) eide boorden op riemen; beide boorden strijkt; gelijk; b) eide boorden stoppen af;

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 18 december 1996, nr. 245

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 18 december 1996, nr. 245 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 18 december 1996, nr. 245 Nr. 35 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse vrachtschip Nedlloyd Main, varende

Nadere informatie

Het ROEIEN en de vaarregels

Het ROEIEN en de vaarregels Het ROEIEN en de vaarregels Net als op de openbare weg gelden op het openbare water verkeersregels. En dus ook varend met de roeiboten van de K.W.V.L. moeten we ons daar aan houden. Veel van de regelgeving

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 6 december 1995, nr. 237

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 6 december 1995, nr. 237 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 6 december 1995, nr. 237 Nr. 27 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse betonningsvaartuig Schuitengat

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 2 december 1998, nr. 231

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 2 december 1998, nr. 231 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 2 december 1998, nr. 231 Nr. 23 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van de Nederlandse hopperzuiger Volvox Hansa, varende

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 2 mei 2001, nr. 84

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 2 mei 2001, nr. 84 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 2 mei 2001, nr. 84 Nr. 8 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen van het Nederlandse vrachtschip Balticborg, tijdens

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 3 december 1997, nr. 233

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 3 december 1997, nr. 233 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 3 december 1997, nr. 233 Nr. 29 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van het Nederlandse vissersvaartuig Marretje UK 32,

Nadere informatie

Examen Maart Twee schepen naderen elkaar met tegengestelde koersen bij een engte. Bij gevaar voor aanvaring moet (CEVNI):

Examen Maart Twee schepen naderen elkaar met tegengestelde koersen bij een engte. Bij gevaar voor aanvaring moet (CEVNI): Examen Maart 2002 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 9 maart 2002. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 MEI 2008

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 MEI 2008 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 MEI 2008 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 18 april 2001, nr. 75

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 18 april 2001, nr. 75 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 18 april 2001, nr. 75 Nr. 7 Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart inzake het stoten aan de grond van het Nederlandse vrachtschip Geulborg, varende

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 5 december 2001, nr. 236

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 5 december 2001, nr. 236 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 5 december 2001, nr. 236 Nr. 24 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het aan de grond lopen van het Nederlandse vrachtschip Lys Ranger,

Nadere informatie

Veilig varen doen we samen

Veilig varen doen we samen 10 gouden tips voor roeiers Veilig varen doen we samen Roeien op de Geldersche IJssel, Neder-Rijn, Lek, Pannerdensch Kanaal, Twentekanalen, Zwarte Water, Zwolle-IJsselkanaal en Meppelerdiep Veilig roeien

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 24 februari 1999, nr. 38

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 24 februari 1999, nr. 38 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 24 februari 1999, nr. 38 Nr. 3 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake de aanvaring van de Nederlandse hopperzuiger Fomalhaut, varende

Nadere informatie

R W B Gl Gr. Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt

R W B Gl Gr. Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt Dit oefenexamen lijkt erg op het echte examen. Als je wilt weten of je alles goed hebt begrepen

Nadere informatie

NNPC PUBLICATIE BALLASTWATER

NNPC PUBLICATIE BALLASTWATER NNPC PUBLICATIE 2015 1 BALLASTWATER 2 / ballastwater / NNPC ballastwater / Inleiding Er zijn de laatste tijd opvallend veel ladingschades die direct of indirect te maken hebben met ballastwater. Veel van

Nadere informatie

Bijlage bij Studiewijzer Klein Vaarbewijs 1 en 2. Nieuwe leerstof Klein Vaarbewijs 2 per 1 januari 2013

Bijlage bij Studiewijzer Klein Vaarbewijs 1 en 2. Nieuwe leerstof Klein Vaarbewijs 2 per 1 januari 2013 Bijlage bij Studiewijzer Klein Vaarbewijs 1 en 2 Let op: dit is een bijlage bij de Studiewijzer Klein Vaarbewijs en geen vervanging van de Studiewijzer. In de Studiewijzer staan nog eens honderden vragen

Nadere informatie

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Beschikking zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klachten met zaaknummers 10.2004 en 155.2004 van: [ ], wonende te [ ], klager,

Nadere informatie

UITSPRAAK 1 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V8 - TRAVELLER

UITSPRAAK 1 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V8 - TRAVELLER UITSPRAAK 1 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V8 - TRAVELLER Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde: ing.

Nadere informatie

AIS nader verklaard. Wat zijn de functies van AIS?

AIS nader verklaard. Wat zijn de functies van AIS? AIS nader verklaard AIS (Automatic Identification System) is de naam van een systeem waarmee het voor schepen mogelijk is om andere schepen te identificeren, en om de voortbeweging van deze schepen te

Nadere informatie

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een met naam genoemde verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen te Heerlen (UWV) bij het vaststellen van de belastbaarheid

Nadere informatie

Vaarbewijs 1. Verlichting

Vaarbewijs 1. Verlichting Vaarbewijs 1 Verlichting Kleine schepen Motorboot: Boordlichten Toplicht, tenminste 1 meter boven boordlichten Heklicht of Rondom schijnend licht i.p.v. apart toplicht en heklicht Kleine schepen Zeilboot:

Nadere informatie

Wéér een rondje Schiermonnikoog,

Wéér een rondje Schiermonnikoog, Wéér een rondje Schiermonnikoog, Op zondag 25 sept. jl., het vaarseizoen was bijna voorbij, de jachthaven van Schiermonnikoog lag nog in diepe rust, maakten we in alle vroegte onze boten klaar om te vertrekken

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/380

Rapport. Datum: 30 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/380 Rapport Datum: 30 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/380 2 Klacht Op 16 maart 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw K. te Rotterdam, met een klacht over een gedraging van de

Nadere informatie

UITSPRAAK 2 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V5 - TINA

UITSPRAAK 2 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V5 - TINA UITSPRAAK 2 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V5 - TINA Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde: ing. M.

Nadere informatie

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart Rapportnummer: 2011/103

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart Rapportnummer: 2011/103 Rapport Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart 2011 Rapportnummer: 2011/103 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Huurcommissie hem onvoldoende

Nadere informatie

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 28 februari 2001, nr. 37

Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 28 februari 2001, nr. 37 Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 28 februari 2001, nr. 37 Nr. 4 UITSPRAAK van de Raad voor de Scheepvaart inzake het raken van de bodem nabij Isla Picuda Chica (Venezuela), door

Nadere informatie

Rapport. Datum: 11 maart 1999 Rapportnummer: 1999/100

Rapport. Datum: 11 maart 1999 Rapportnummer: 1999/100 Rapport Datum: 11 maart 1999 Rapportnummer: 1999/100 2 Klacht Op 29 oktober 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw V. te Best, ingediend door mr. P.N. van Schaik, advocaat en

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 5 JULI 2019 IN DE ZAAK NR 2018.V.13 THAMESBORG (NR. 3 VAN 2019)

UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 5 JULI 2019 IN DE ZAAK NR 2018.V.13 THAMESBORG (NR. 3 VAN 2019) UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 5 JULI 2019 IN DE ZAAK NR 2018.V.13 THAMESBORG (NR. 3 VAN 2019) Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Waterstaat te Den Haag, verzoeker,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065

Rapport. Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065 Rapport Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065 2 Klacht Op 25 augustus 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw V. te IJmuiden, met een klacht over een gedraging van

Nadere informatie

Examen November 2003

Examen November 2003 Examen November 2003 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 22 november 2003. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen

Nadere informatie