UITSPRAAK 1 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V8 - TRAVELLER
|
|
- Tobias Meijer
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 UITSPRAAK 1 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V8 - TRAVELLER Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde: ing. M. Schipper, inspecteur van de Inspectie Leefomgeving en Transport te Rotterdam, tegen J. F., betrokkene, raadsman: mr. M. Starmans. 1. Het verloop van de procedure Op 28 september 2015 heeft het Tuchtcollege een schriftelijk verzoek (met bijlagen) tot tuchtrechtelijke behandeling ontvangen van ing. M. Schipper, inspecteur ILT/Scheepvaart te Rotterdam, gericht tegen betrokkene als eerste stuurman van het onder Nederlandse vlag varende zeeschip Traveller. Hierop heeft het Tuchtcollege aan betrokkene schriftelijk kennis gegeven van het verzoekschrift, met daarbij gevoegd het verzoekschrift met bijlagen, en hem in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen. Van die gelegenheid is gebruik gemaakt; bij bericht van 11 november 2015 is verweer gevoerd. De voorzitter heeft bepaald dat de mondelinge behandeling van de zaak zal plaatsvinden op 8 januari 2016 om uur in de lokalen van het Tuchtcollege te Amsterdam. Voor verzoeker is toen verschenen de inspecteur voornoemd. Betrokkene is in persoon verschenen, vergezeld van 1
2 mr. M. Starmans. 2. Het verzoek Aan het verzoek tot tuchtrechtelijke behandeling is ten grondslag gelegd dat betrokkene als eerste stuurman van de Traveller op 5 februari 2014 tussen 14:58 uur UTC (boordtijd 15:58 uur) en 15:21 uur UTC (boordtijd 16:21 uur) bij het kruisen van het verkeersscheidingsstelsel Dover Strait heeft gehandeld: in strijd met de zorg die als een goed zeeman in acht behoort te worden genomen ten opzichte van de opvarenden, het schip, de lading, het milieu of het scheepvaartverkeer (artikelen 4 lid 4 en 55a lid 1 Wet zeevarenden), meer concreet: in strijd met de Voorschriften 5, 7, 8, 14 en 16 van de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, behorende bij het Verdrag inzake de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, in samenhang met artikel 1 van het Besluit houdende het van toepassing verklaring van de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, Het standpunt van betrokkene Het verweerschrift van betrokkene houdt onder meer het volgende in. De kapitein van de Traveller heeft op 5 februari 2014 rond 11:26 uur (UTC + 1) besloten om koers te wijzigen en schuilplaats te zoeken bij Margate (Engeland). Daartoe moest het verkeersscheidingsstelsel worden gekruist. Toen betrokkene op 5 februari 2014 om uur (UTC + 1) de wacht overnam van de tweede stuurman kruiste de Traveller haaks de noordoostgaande baan van het verkeersscheidingsstelsel. Enkele minuten later werd haaks de zuidwestgaande baan binnengevaren. Op dat moment nam betrokkene twee schepen in die zuidwestgaande baan waar, alsook één oplopend schip, zijnde de Endurance. Om een aanvaringssituatie te voorkomen heeft hij om 16:03 uur een sterke koerswijziging naar stuurboord 2
3 gemaakt, waardoor tijdelijk in tegengestelde richting, noordoostwaarts, is gevaren. Hem is niet bekend waarom de Endurance vanaf 16:08 uur besloot om zelf (ook) hard stuurboord uit te gaan. Omdat de Traveller al hard stuurboord was uitgegaan was naar zijn mening het aanvaringsgevaar geweken. Betrokkene wijst er verder op dat de keuze om te keren door de kapitein is gemaakt en dat de haakse kruising van het verkeersscheidingsstelsel door de tweede stuurman is ingezet. Het verwijt dat het beter zou zijn geweest om het kruisen van de baan enige tijd uit te stellen is daarom ten onrechte aan hem gericht, aldus betrokkene in diens verweerschrift. 4. De beoordeling van het verzoek 4.1 Uit de bij het verzoekschrift gevoegde scheepsgegevens blijkt dat de Traveller een onder Nederlandse vlag varend vrachtschip is, bouwjaar 2000, lengte ca. 100 meter, met een draagvermogen van ton en een bruto tonnage van ton. 4.2 Uit het verweerschrift van betrokkene blijkt onder meer (i) dat de Traveller met 2 hoge walkranen aan dek op 4 februari 2014 uit Antwerpen is vertrokken richting Puerto Cortés, Honduras, (ii) dat de kapitein op 5 februari rond 11:26 uur (UTC + 1) heeft besloten om vanwege de weersvoorspellingen (10 Bft) koers te wijzigen en schuilplaats te zoeken bij Margate (Engeland), (iii) dat daartoe het verkeersscheidingsstelsel Dover Strait (tweemaal) moest worden gekruist en (iv) dat, toen betrokkene om 16:00 uur (UTC + 1) de wacht overnam van de tweede stuurman, deze die kruisende beweging reeds in gang had gezet. 4.3 Een bij het verzoekschrift gevoegd proces-verbaal (met bijlagen) van de Nederlandse politie, Landelijke Eenheid, team Maritieme Politie, op ambtsbelofte opgemaakt door J. Veenstra en door hem gesloten en getekend op 15 oktober 2014, houdt onder meer in als weergave van (bevindingen op basis van) een bijgevoegd rapport (met bijlagen) d.d. 24 april 2014 van (een 3
4 medewerker van) het Maritime and Coastguard Agency (MCA) te Dover, Engeland: De Traveller bevond zich op 5 februari 2014 omstreeks 15:04 uur UTC in de positie 51º08,66 Noorderbreedte en 001º49.79 Oosterlengte, met een grondkoers van 18.4º en een vaart over de grond van 16,1 knopen. Omstreeks uur UTC waren deze posities van de Traveller: 51º10,66 Noorderbreedte en 001º42,44 Oosterlengte, met een grondkoers van 24º. De algemene richting van de verkeersstroom in de zuidwestgaande verkeersbaan, waarin de Traveller zich bevond, is 220º. Tegengesteld is dan 040º. De Traveller voer derhalve met 18,4º en 24º nagenoeg tegengesteld aan de algemene richting van de verkeersstroom voor die verkeersbaan. Met (wel) een koers in die algemene richting van deze zuidwestgaande verkeersbaan voer het Nederlandse schip Endurance. De Traveller en de Endurance voeren elkaar aldus op tegengestelde koersen in die zuidwestgaande verkeersbaan tegemoet. De Endurance is vervolgens - omstreeks 15:08 uur UTC - hard naar stuurboord uitgeweken. 4.4 Uit de screenprints en de CD-weergave van het verkeersbeeld en de geregistreerde communicatie (gevoegd bij het onder B bedoelde procesverbaal en het MCA-rapport) blijkt onder meer het volgende: Op 5 februari 2014 om 14:56 uur UTC gaat de Traveller het verkeerscheidingsstelsel kruisen vanuit de noordoostgaande verkeersbaan naar de zuidwestgaande verkeersbaan. In die zuidwestgaande verkeersbaan varen op dat moment drie schepen: de Minerva Grace, de Maersk Belfast en daarachter de (oplopende) Endurance. Vanaf 15:08 uur UTC tracht Dover Coastguard de Traveller op te roepen (via de kanalen 11 en 16 en de AIS Transponder). Om 15:08 uur UTC vindt er communicatie plaats tussen de Maersk Belfast en de Endurance waarbij de Maersk Belfast ruimte wil geven aan de Endurance om zo de gevaarlijke situatie op te heffen. De Endurance geeft daarop te kennen dat zij zelf wel naar stuurboord zal uitwijken. Dover Coastguard vraagt daarna aan de Endurance of deze naar stuurboord uitweek om een mogelijke aanvaring (met de Traveller) te voorkomen, hetgeen door de Endurance wordt bevestigd. Eerst om ca. 15:13 uur UTC komt het eerste 4
5 contact tot stand tussen Dover Coastguard en de Traveller. Dat is nadat vanaf een ander schip via kanaal 6 contact was gelegd met de Traveller. Dover Coastguard wijst de Traveller dan op haar verkeersgedrag en meldt dat hiervan rapport zal worden opgemaakt. 4.5 Een (als bijlage bij het onder B bedoelde proces-verbaal gevoegd) proces-verbaal van de Nederlandse politie, Landelijke Eenheid, team Maritieme Politie, op ambtsbelofte opgemaakt door J. Veenstra en door hem gesloten en getekend op 13 oktober 2014, houdt onder meer in: (i) als weergave van een verklaring van de kapitein van de Traveller: Op 5 februari 2014 om 11:26 uur boordtijd heeft hij naar aanleiding van de weersvoorspellingen besloten dat het veiliger was om de Traveller te draaien en schuilplaats te zoeken bij Margate (Engeland). Hij heeft gehoord dat inderdaad kortstondig in tegengestelde richting in de zuidwestgaande baan van het verkeersscheidingsstelsel is gevaren. Tijdens deze manoeuvre had hij geen wacht en stond hij niet boven op de brug. (ii) als weergave van een bericht van de tweede stuurman van de Traveller: Hij is inderdaad vergeten om Dover Coastguard te informeren dat hij het verkeersscheidingsstelsel ging kruisen. 4.6 Een (als bijlage bij het verzoekschrift gevoegd) bericht, met daarin een opgave van het wachtschema zoals geldig op 5 februari 2014 op de Traveller, houdt onder meer in dat de kapitein wacht had van tot uur, de tweede stuurman van tot uur en de eerste stuurman van tot uur. Volgens een eveneens bijvoegde bemanningslijst bestond de bemanning van de Traveller uit 15 personen. 4.7 Betrokkene heeft bij gelegenheid van de mondelinge behandeling onder meer verklaard dat hij bij het overnemen van de wacht werd geconfronteerd met een ongelukkig ingezette kruisingsmanoeuvre en dat hij zijns inziens vervolgens adequaat heeft gereageerd. Hij heeft de tweede 5
6 stuurman gevraagd om het radioverkeer af te handelen. Dit is inderdaad niet goed gebeurd. Er is met één van de schepen uit de zuidwestgaande baan gecommuniceerd via kanaal 6. Daarna is vergeten de juiste kanalen op te zetten. Dat is een menselijke fout. Ook had hij zelf contact kunnen zoeken met de Endurance. Dit is niet gebeurd en is achteraf bezien niet verstandig. Hoewel hijzelf niet bang is geweest dat de Traveller in aanvaring zou komen met de Endurance had achteraf bezien meer stuurboord moeten worden gegeven, aldus betrokkene ter zitting. 4.8 Voorschrift 5 van de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, met als kopje Uitkijk, bepaalt: Elk schip dient te allen tijde goede uitkijk te houden door te kijken en te luisteren alsook door gebruik te maken van alle beschikbare middelen die in de heersende omstandigheden en toestanden passend zijn ten einde een volledige beoordeling van de situatie en van het gevaar voor aanvaring te kunnen maken. De Voorschriften 7 en 8 bevatten regels voor het onderkennen en vermijden van gevaar. Voorschrift 14 regelt het vaargedrag bij het recht tegen elkaar insturen en Voorschrift 16 bepaalt dat elk schip dat verplicht is uit te wijken voor een ander schip, voor zover dit mogelijk is, bijtijds ruim voldoende maatregelen dient te nemen om goed vrij te blijven. 5. Het oordeel van het Tuchtcollege 5.1 In deze tuchtzaak is het navolgende gebleken. De Traveller, met aan boord 15 bemanningsleden en aan dek 2 hoge walkranen, was op 5 februari 2014 onderweg van Antwerpen naar Puerto Cortés, Honduras. Vanwege de slechte weersvoorspellingen en toenemende deining besloot de kapitein om schuilplaats te zoeken onder de Engelse kust (bij de badplaats Margate). Daartoe moest het verkeersscheidingsstelsel Dover Strait worden gekruist. Omstreeks 14:56 uur is de Traveller het verkeersscheidingsstelsel gaan kruisen vanuit de noordoostgaande verkeersbaan. Op dat moment had de tweede stuurman nog de wacht. Betrokkene, die toen al op de brug was, heeft om 15:00 uur (boordtijd: 16:00 6
7 uur) de wacht van hem overgenomen. Het kruisen van de zuidwestgaande verkeersbaan vond plaats vanaf 15:02 uur. In die zuidwestgaande verkeersbaan voeren toen, in de algemene richting van de verkeersstroom van die baan, de Minerva Grace, de Maersk Belfast en daarachter de (oplopende) Endurance. Kort nadat de Traveller de zuidwestgaande verkeersbaan was binnengevaren heeft betrokkene de koers van de Traveller verlegd naar stuurboord, waarna een koers werd gevaren die (nagenoeg) tegengesteld was aan de algemene vaarrichting van de verkeersstroom voor die verkeersbaan en meer in het bijzonder ook aan die van de naderende Endurance. Ondanks herhaalde oproepen door zowel de Endurance als Dover Coastguard via (o.a.) de VHF-kanalen 11 en 16 kwam er geen contact tot stand met de Traveller. De Endurance heeft daarop om 15:08 uur een scherpe koerswijziging naar stuurboord gemaakt, naar zij tegenover Dover Coastguard bevestigde om een mogelijke aanvaring met de Traveller te voorkomen. De Traveller behield koers en vaart tot zij de Endurance was gepasseerd. Daarna heeft zij haar koers naar bakboord verlegd en is zij een koers gaan varen die ongeveer gelijk was aan de koers waarmee zij de zuidwestgaande verkeersbaan initieel was binnengevaren. Nadat er eerst door één van de andere schepen uit de zuidwestgaande verkeersbaan via VHF kanaal 6 contact was gelegd met de Traveller, kwam er uiteindelijk om 15:13 uur contact tot stand tussen de Traveller en Dover Coastguard. 5.2 Niet in geschil is dat, vanwege het naderende scheepvaartverkeer in de zuidwestgaande verkeersbaan, het kruisen van die verkeersbaan door de Traveller op een verkeerd moment is aangevangen; er ontstond daardoor immers een direct gevaar voor aanvaring. Afgezien hiervan was er achter de drie (naderende) schepen voldoende ruimte om de verkeersbaan onder een zoveel mogelijk rechte hoek te kruisen. 5.3 Ook indien betrokkene niet is gekend in het (tegen 15:00 uur) inzetten van de kruisende beweging (door de tweede stuurman) en betrokkene in zoverre voor een voldongen feit werd gesteld bij de wachtovername (om 15:00 uur) hetgeen niet zonder meer aannemelijk is, te minder nu 7
8 betrokkene voorafgaande aan de wachtovername al enige tijd op de brug aanwezig was, en bij een behoorlijke overdracht van de wacht hoort dat de stand van zaken wordt doorgenomen treft hem het verwijt dat hij niet de geëigende maatregelen heeft genomen om de gemaakte fout te herstellen en het door die fout teweeggebrachte aanvaringsgevaar voldoende (duidelijk) af te wenden. Een geëigende maatregel zou bijvoorbeeld zijn geweest om (i) niet (om 15:02 uur) de zuidwestgaande verkeersbaan binnen te varen, althans (ii) deze baan ten spoedigste weer te verlaten, door terug te keren naar de noordoostgaande verkeersbaan (en daar te wachten tot het naderende scheepvaartverkeer voorbij was gevaren, waarna alsnog de kruising op de voorgeschreven wijze had kunnen worden uitgevoerd), althans (iii) daar maximaal op in te zetten. Ook had betrokkene contact moeten zoeken met de Endurance om de bedoelingen van de Traveller duidelijk te maken. En in elk geval dienden de juiste VHF-kanalen te worden uitgeluisterd; dat dit niet is gebeurd is ter zitting niet (langer) ontkend. 5.4 Dat, zoals door de tweede stuurman is aangevoerd, een passeerafspraak was gemaakt met de Endurance, is niet aannemelijk geworden; die stelling is niet onderbouwd (met bijvoorbeeld een bevestiging van de Endurance) en past ook niet bij bijvoorbeeld het tevergeefs oproepen door de Endurance van de Traveller en het hard naar stuurboord uitwijken door de Endurance, welke laatste manoeuvre plaatsvond, zoals door de Endurance tegenover de Dover Coastguard is bevestigd, om een mogelijke aanvaring met de Traveller te vermijden. Gelet op de geregistreerde koersen en snelheden is evenmin aannemelijk geworden dat het door betrokkene verleggen van de koers van de Traveller (kort na het binnenvaren van de zuidwestgaande verkeersbaan) toereikend was om het gevaar voor aanvaring met de Endurance voldoende af te wenden en om (aan de Traveller toe te rekenen) twijfel hierover te voorkomen. 5.5 Een en ander leidt tot een gegrondverklaring van het hiervoor onder punt 2 weergeven verwijt aan betrokkene dat hij heeft gehandeld in strijd met de daar genoemde Voorschriften van de Internationale Bepalingen ter 8
9 voorkoming van aanvaringen op zee, Dit betekent dat sprake is van een overtreding van het voorschrift van artikel 55a van de Wet zeevarenden in verbinding met artikel 4 lid 4 van die wet: het als scheepsofficier handelen of nalaten aan boord in strijd met de zorg die hij als een goed zeeman in acht behoort te nemen ten opzichte van de opvarenden, het schip, de lading, het milieu en het scheepvaartverkeer. 6. De tuchtmaatregel Het Tuchtcollege is van oordeel dat betrokkene ernstig verwijtbaar tekort is geschoten in zijn verantwoordelijkheden als scheepsofficier. Door het gevaar dat door de verkeerd ingezette kruisingsmanoeuvre van de Traveller was ontstaan niet op adequate wijze af te wenden, heeft hij de veiligheid van onder andere de Endurance in gevaar gebracht. Gelet op de ernst van de verwijten is een sanctie, zoals door de inspecteur voorgesteld, inhoudende een (deels) onvoorwaardelijke schorsing van de vaarbevoegdheid voor de duur van enkele maanden, op zichzelf genomen gepast. Niettemin ziet het Tuchtcollege aanleiding om de schorsing geheel voorwaardelijk uit te spreken. Hierbij spelen onder meer mee: (i) dat zich geen ongelukken hebben voorgedaan; (ii) dat aannemelijk is dat betrokkene de overtredingen niet opzettelijk heeft begaan; (iii) dat betrokkene aan het einde van de mondelinge behandeling er blijk van heeft gegeven het verkeerde van zijn handelen in te zien; (iv) dat het voorval zich al geruime tijd terug (meer dan 2 jaar) heeft afgespeeld en (v) dat niet is gebleken van eerdere (of latere) overtredingen door betrokkene. Toegevoegd wordt nog dat de na te noemen sanctie ook zou zijn opgelegd indien van de diverse overtredingen zoals die door de inspecteur zijn genoemd er slechts één zou zijn komen vast te staan. 7. De beslissing Het Tuchtcollege: 9
10 verklaart de tegen betrokkene aangevoerde bezwaren gegrond zoals hiervoor vermeld onder 5; legt betrokkene een schorsing van de vaarbevoegdheid op voor een periode van twee (2) maanden; bepaalt dat deze schorsing niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij het Tuchtcollege bij een latere beslissing anders zal bepalen op grond van het feit dat betrokkene zich voor het einde van een proeftijd, welke het Tuchtcollege bepaalt op twee jaar, zich weer heeft gedragen in strijd met de zorg die hij als goed zeeman in acht behoort te nemen ten opzichte van de opvarenden, het schip, de lading, het milieu of het scheepvaartverkeer; bepaalt dat de proeftijd van de schorsing ingaat op de dag, zes (6) weken na de dag van verzending van deze uitspraak. Aldus gewezen door mr. J.M. van der Klooster, plv. voorzitter, R.A. Oppelaar, lid, en J. Berghuis, plv. lid, in aanwezigheid van mr. E.H.G. Kleingeld als secretaris en uitgesproken door mr. A.N. van Zelm van Eldik ter openbare zitting van 17 februari J.M. van der Klooster plv. voorzitter E.G.H. Kleingeld secretaris 10
11 A.N. van Zelm van Eldik voorzitter E.G.H. Kleingeld secretaris Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending hoger beroep worden ingesteld bij het College van beroep voor het bedrijfsleven, Prins Clauslaan 60, 2595 AJ Den Haag (Postbus 20021, 2500 EA Den Haag), Nederland. 11
UITSPRAAK 2 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V5 - TINA
UITSPRAAK 2 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V5 - TINA Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde: ing. M.
Nadere informatieUITSPRAAK 4 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V10 - MARIA GO 20
UITSPRAAK 4 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V10 - MARIA GO 20 Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde
Nadere informatieUITSPRAAK 4 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V4-ARKLOW BEACH
UITSPRAAK 4 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V4-ARKLOW BEACH Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, gemachtigde : ing.
Nadere informatieUITSPRAAK 5 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK Nr V1 CFL PROSPECT
UITSPRAAK 5 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK Nr. 2016.V1 CFL PROSPECT Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, zetelend te Den Haag, verzoeker, gemachtigde:
Nadere informatieUITSPRAAK 1 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2015.V3-LEAH
UITSPRAAK 1 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2015.V3-LEAH Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Infrastructuur en Milieu, te s Gravenhage, gemachtigde: ing. M. Schipper,
Nadere informatieTUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART. Jaarverslag 2016
TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART Jaarverslag 2016 tuchtcollege VOOR DE SCHEEPVAART Jaarverslag 2016 2 JAARVERSLAG 2016 tuchtcollege VOOR DE SCHEEPVAART Jaarverslag 2016 3 Tuchtcollege voor de Scheepvaart
Nadere informatieUITSPRAAK NUMMER 5 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V5 - FLINTERBAY
UITSPRAAK NUMMER 5 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2012.V5 - FLINTERBAY Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 21 MAART 2017 (NR. 4 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V8-HOLLAND
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 21 MAART 2017 (NR. 4 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V8-HOLLAND Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde:
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 12 SEPTEMBER 2018 (NR. 9 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V4 ZILLERTAL
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 12 SEPTEMBER 2018 (NR. 9 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V4 ZILLERTAL Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur
Nadere informatieUITSPRAAK 7 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V7 CROWN MARY
UITSPRAAK 7 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V7 CROWN MARY Op het verzoek van: de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur en Milieu,
Nadere informatieUITSPRAAK 6 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V4B - STATENGRACHT
UITSPRAAK 6 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2013.V4B - STATENGRACHT Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur
Nadere informatieUITSPRAAK 5 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V4A - STATENGRACHT
UITSPRAAK 5 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V4A - STATENGRACHT Op het verzoek van: de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur en Milieu,
Nadere informatieUITSPRAAK 4 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V7 HERCULUS ZK 65
UITSPRAAK 4 VAN 2011 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2010.V7 HERCULUS ZK 65 Op verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat (thans de Minister van Infrastructuur
Nadere informatieUITSPRAAK 5 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V6-HMS LAURENCE
UITSPRAAK 5 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR 2015.V6-HMS LAURENCE Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde: ing.
Nadere informatieBeslissing Tuchtcollege Het tuchtcollege spreekt de beslissing op een openbare zitting uit. Het tuchtcollege doet binnen twee maanden uitspraak na
Werkwijze Tuchtcollege voor de Scheepvaart Kapiteins en scheepsofficieren zijn onderworpen aan het tuchtrecht indien zij handelen in strijd met de regels van goed zeemanschap die zij in acht moeten nemen
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 8 MAART 2017 (NR. 1 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V5-SCHELDEGRACHT
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 8 MAART 2017 (NR. 1 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V5-SCHELDEGRACHT Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker,
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 25 APRIL 2018 (NR. 2 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V2-FIDUCIA
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 25 APRIL 2018 (NR. 2 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V2-FIDUCIA Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur en Waterstaat,
Nadere informatieUITSPRAAK 1 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V2 MARIA GO 20
UITSPRAAK 1 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V2 MARIA GO 20 Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Infrastructuur en Milieu te Den Haag, gemachtigde: E.J. van
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 3 NOVEMBER 2017 (NR. 9 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V1-MERWEBORG
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 3 NOVEMBER 2017 (NR. 9 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V1-MERWEBORG Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker,
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 15 NOVEMBER 2017 (NR. 11 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V3-HEKLA
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 15 NOVEMBER 2017 (NR. 11 VAN 2017) IN DE ZAAK 2017.V3-HEKLA Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker,
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 5 JULI 2019 IN DE ZAAK NR 2018.V.13 THAMESBORG (NR. 3 VAN 2019)
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 5 JULI 2019 IN DE ZAAK NR 2018.V.13 THAMESBORG (NR. 3 VAN 2019) Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Waterstaat te Den Haag, verzoeker,
Nadere informatieUITSPRAAK 6 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V6 EEMS CARRIER
UITSPRAAK 6 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2012.V6 EEMS CARRIER Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur
Nadere informatieUITSPRAAK 6 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V7-ASTRID
UITSPRAAK 6 VAN 2015 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V7-ASTRID Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde: ing. M.
Nadere informatieUITSPRAAK 2 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V3 MARIA GO 20
UITSPRAAK 2 VAN 2014 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V3 MARIA GO 20 Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Infrastructuur en Milieu te Den Haag, gemachtigde: E.J. van
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 4 JULI 2018 (NR. 6 VAN 2018) IN DE ZAAK 2017.V10-SYMPHONY SKY
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 4 JULI 2018 (NR. 6 VAN 2018) IN DE ZAAK 2017.V10-SYMPHONY SKY Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur en
Nadere informatieDe Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep
Zie ook 16/2577 Overtreding verbod op handel. Verantwoordelijkheid van de onderneming voor het optreden van de makelaar. De bank wenst als hypotheekhouder van een appartement tot verkoop daarvan over te
Nadere informatieAdviseur en tegelijkertijd koper van pand van cliënt. Misbruik van omstandigheden. Zeer ernstige schending van Erecode.
Adviseur en tegelijkertijd koper van pand van cliënt. Misbruik van omstandigheden. Zeer ernstige schending van Erecode. Een makelaar, toen nog niet aangesloten bij de NVM, wordt door een bejaard echtpaar
Nadere informatieUITSPRAAK 3 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V9 - DAGERAAD
UITSPRAAK 3 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2015.V9 - DAGERAAD Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde : ing.
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 4 JULI 2018 (NR. 7 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V3-RUYTER
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 4 JULI 2018 (NR. 7 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V3-RUYTER Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur en Waterstaat,
Nadere informatieBeweerdelijke strijd met regel 6 Erecode. Belegging en schijn van mogelijke belangenverstrengeling
Beweerdelijke strijd met regel 6 Erecode. Belegging en schijn van mogelijke belangenverstrengeling Klager, een NVM-makelaar, dient een klacht in tegen zijn voormalige kantoorgenoot, eveneens NVM-makelaar
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 10 MEI 2017 (NR. 7 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V9-AMADEUS AMETHIST
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 10 MEI 2017 (NR. 7 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V9-AMADEUS AMETHIST Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker,
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 12 APRIL 2017 (NR. 5 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V7-AMADEUS AMETHIST
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 12 APRIL 2017 (NR. 5 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V7-AMADEUS AMETHIST Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker,
Nadere informatieACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/807 Wtra AK van 1 maart 2019 van
ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/807 Wtra AK van 1 maart 2019 van X, wonende te [plaats1], K L A G E R, t e g e n Y, registeraccountant,
Nadere informatie10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM
10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Risicodragende projectontwikkeling via echtgenote. Verantwoordelijkheid als leidinggevende. De
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK VAN 23 MEI 2018 (NR 4 VAN 2018) 2017.V7-SEA BRONCO
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK VAN 23 MEI 2018 (NR 4 VAN 2018) 2017.V7-SEA BRONCO Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur en Waterstaat,
Nadere informatieKamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam
Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Beslissing van 21 december 2004 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 328.2002 van: [ ], wonende te [ ], klager,
Nadere informatieKamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam
Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Beschikking zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klachten met zaaknummers 10.2004 en 155.2004 van: [ ], wonende te [ ], klager,
Nadere informatieGerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK
Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid
Nadere informatieTuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.
19-04 RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was. De NVM verwijt makelaarskantoor X (beklaagde en lid NVM) dat door haar medewerker/vennoot Z een taxatierapport
Nadere informatieACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van
ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van X, wonende te [plaats1], K L A G E R t e g e n Y, accountant-administratieconsulent,
Nadere informatie12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM
12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Gedeeltelijk onvoldoende belangenbehartiging bij verkoop. Geen onderzoek gedaan naar bijzondere
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 26 APRIL 2017 (NR. 6 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V6-SINGELGRACHT
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 26 APRIL 2017 (NR. 6 VAN 2017) IN DE ZAAK 2016.V6-SINGELGRACHT Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, zetelend te Den Haag,
Nadere informatievan het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden
U I T S P R A A K 12-17 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Talen en Culturen van Japan,
Nadere informatieACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/471 Wtra AK van 12 augustus 2019 van
ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/471 Wtra AK van 12 augustus 2019 van X, wonende te [woonplaats1], K L A G E R, t e g e n Y, accountant-administratieconsulent,
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.
107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:3026
ECLI:NL:RVS:2014:3026 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 13-08-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311562/1/A3 Eerste
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 129 d.d. 17 mei 2011 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 129 d.d. 17 mei 2011 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting De auto van Consument is beschadigd geraakt
Nadere informatieDe Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.
Onjuiste informatie: garage niet geïsoleerd. Verwijzing naar verkeerd artikel in koopakte en tekening in spiegelbeeld. Klager koopt een woning die bij beklaagde in verkoop was. Hij verwijt de makelaar
Nadere informatieEchtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.
18-24 RvT Amsterdam 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn ex-partner zijn door de voorzieningenrechter
Nadere informatieC E N T R A A L T U C H T C O L L E G E
C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-151 d.d. 11 mei 2012 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mevrouw mr. A.M.T. Wigger en mevrouw. mr. J.W.M. Lenting, leden, met de heer
Nadere informatieECLI:NL:CBB:2002:AE1633
ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 Instantie Datum uitspraak 09-04-2002 Datum publicatie 17-04-2002 Zaaknummer AWB 00/25 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven
Nadere informatieUITSPRAAK 6 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2016.V2 - SEA GOLF
UITSPRAAK 6 VAN 2016 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NUMMER 2016.V2 - SEA GOLF Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, te Den Haag, verzoeker, gemachtigde : ing.
Nadere informatieCoöperatieve Rabobank Rotterdam U.A., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-239 d.d. 13 juni 2014. (Prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Samenvatting Aangeslotene heeft een met
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 28 DECEMBER 2018 (NR. 12 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V12-NIEUWE DIEP
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 28 DECEMBER 2018 (NR. 12 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V12-NIEUWE DIEP Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur
Nadere informatieKamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam
Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Beschikking van 9 juli 2002 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de gevoegde klachten met zaaknummers: 93.2002 [ ], wonende te
Nadere informatieTot misverstand leidende informatie aan koper. Afwezigheid van berging. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:
Tot misverstand leidende informatie aan koper. Afwezigheid van berging. Klager bezichtigt een paar appartementen in een complex dat o.a. via beklaagde te koop wordt aangeboden. In dat kader wordt ook de
Nadere informatiede heer B., te O., klager,
Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Klager was geïnteresseerd in een woning die beklaagde in verhuur had. Klager wenste niet in te gaan op alle door de verhuurder gestelde voorwaarden en heeft via
Nadere informatieACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van
ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van X B.V., gevestigd te [plaats1], vertegenwoordigd door [A], K
Nadere informatieGeschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis.
Geschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis. Klaagster is met haar broer en zus erfgenaam van een boedel waarin zich een recreatiewoning
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2008:BG1849
ECLI:NL:RVS:2008:BG1849 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-10-2008 Datum publicatie 29-10-2008 Zaaknummer 200802872/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van
ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van mr. X, wonende en kantoorhoudende te [plaats1], K L A G E R,
Nadere informatieBelangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende overleg met opdrachtgever. Onjuiste informatie in verkoopbrochure.
12-36 Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende overleg met opdrachtgever. Onjuiste informatie in verkoopbrochure. De verkopers van een woning verwijten hun makelaar (beklaagde) dat hij onvoldoende
Nadere informatieDe Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:
Zie ook CR16/2577a Verbod op handel. Resultaat van handel niet van belang. Verantwoordelijkheid van de onderneming De bank wenst als hypotheekhouder van een appartement tot verkoop daarvan over te gaan.
Nadere informatieKamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam
Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Beschikking van 20 mei 2003 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 233.2002 van: [ ], wonende te [ ], klager,
Nadere informatieUITSPRAAKNUMMER 4 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR V1 - VRIESENDIEP
UITSPRAAKNUMMER 4 VAN 2013 VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART IN DE ZAAK NR. 2013.V1 - VRIESENDIEP Op het verzoek van: verzoeker de Minister van Verkeer en Waterstaat, thans de Minister van Infrastructuur
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BY3743
ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-11-2012 Datum publicatie 21-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202162/1/V6 Bestuursrecht Vreemdelingenrecht
Nadere informatie1. Het verloop van de procedure
16.075T (W) Beslissing van de wrakingskamer van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd De wrakingskamer van het College van Toezicht, hierna te noemen: de wrakingskamer, heeft het volgende
Nadere informatieOnzorgvuldig en onvolledig taxatierapport. Ontvankelijkheid klager.
Onzorgvuldig en onvolledig taxatierapport. Ontvankelijkheid klager. Klager wil een naast zijn woning gelegen strook grond aankopen. Hij bereikt met de eigenaar overeenstemming voor een koopsom van 17.000.
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00549
ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 09-12-2010 Datum publicatie 05-01-2011 Zaaknummer 09/00549 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
MigratieWeb ve07001320 200700456/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma Chinees Japans Specialiteitenrestaurant A., gevestigd
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2014:4586
ECLI:NL:RBROT:2014:4586 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-06-2014 Datum publicatie 05-06-2014 Zaaknummer 13/7284, 14/152, 14/2414 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatieMededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel.
18-102 Rvt Amsterdam 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Mededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel. Klagers hebben beklaagde een opdracht tot dienstverlening
Nadere informatieKamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam
28/07 ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0459 KAMER VAN TOEZICHT Beslissing in de zaak onder nummer van: 28/07 Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam Reg.nr. 28/07 Beslissing op
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT WEST VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM
RAAD VAN TOEZICHT WEST VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Meetinstructie. Foutief woonoppervlak vermeld. De kopers van een woning beklagen zich erover dat makelaar-verkoper
Nadere informatieBeroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK
107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw
Nadere informatieCR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.
CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Niet-ontvankelijkheid klager. Al eerder over feiten geoordeeld. Tijdsverloop van acht
Nadere informatieJT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
0378J KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS JURISPRUDENTIE TUCHTRECHTSPRAAK JT 2005-17 RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN Artikel 10 GBR-1994, geheimhoudingsplicht,
Nadere informatieBeweerdelijke onvoldoende belangenbehartiging. Verhuuropdracht beperkt tot huurprijsovereenstemming. Klachtonderdeel pas in hoger beroep ingebracht?
Beweerdelijke onvoldoende belangenbehartiging. Verhuuropdracht beperkt tot huurprijsovereenstemming. Klachtonderdeel pas in hoger beroep ingebracht? Klager, die al jarenlang met beklaagde zaken doet, geeft
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2014:14470
ECLI:NL:RBDHA:2014:14470 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-11-2014 Datum publicatie 15-04-2015 Zaaknummer 14_7761 OB Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2016:3651
ECLI:NL:CRVB:2016:3651 Instantie Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 10-10-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/5 WWB Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieOntvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.
Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)
Nadere informatieInformatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste oppervlakte in verkoopdocumentatie.
Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste oppervlakte in verkoopdocumentatie. Klager heeft een woning gekocht die beklaagde in verkoop had. In de verkoopdocumentatie van beklaagde werd vermeld dat de
Nadere informatieDE Raad van Toezicht Eindhoven/Maastricht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:
Belangenbehartiging opdrachtgever. Contractsbepalingen. De verhuurster van een bedrijfspand (klaagster) verwijt haar makelaar dat hij de borgstelling in de huurovereenkomst onvoldoende geregeld heeft.
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2016:2861
ECLI:NL:RVS:2016:2861 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601473/1/A2 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatie17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018
17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist
Nadere informatieReglement van het Tuchtcollege voor de Scheepvaart
Reglement van het Tuchtcollege voor de Scheepvaart Considerans Het Reglement van het Tuchtcollege voor de Scheepvaart is geen product van wetgeving afkomstig van het Tuchtcollege; het Tuchtcollege is in
Nadere informatieTUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART. Jaarverslag 2015
TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART Jaarverslag 2015 JAARVERSLAG 2015 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Damrak 387, 1012 zj Amsterdam Telefoonnummer : 020-622 04 77 E-mailadres : secretariaat@tuchtcollegevoordescheepvaart.nl
Nadere informatieOnjuist omschreven factuur ingediend. Samenwerking met andere adviseurs. Wat is courtage?
Onjuist omschreven factuur ingediend. Samenwerking met andere adviseurs. Wat is courtage? Een notaris en een bank klagen erover dat een makelaarskantoor bij eerstgenoemde een factuur heeft ingediend voor
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 12 SEPTEMBER 2018 (NR. 8 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V1 STAVFJORD
UITSPRAAK VAN HET TUCHTCOLLEGE VOOR DE SCHEEPVAART VAN 12 SEPTEMBER 2018 (NR. 8 VAN 2018) IN DE ZAAK 2018.V1 STAVFJORD Op het verzoek van: de Minister van Infrastructuur en Milieu, thans Infrastructuur
Nadere informatie201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST. Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste woonoppervlakte.
18-47 RvT Amsterdam 201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste woonoppervlakte. Klager heeft in 2014 een woning gekocht die beklaagde in verkoop
Nadere informatie16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie11-521 RvT Zwolle. Taxatie als deskundige. Noodzaak van plaatselijke bekendheid.
11-521 RvT Zwolle DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. -------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-320 d.d. 15 november 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. C.E. du Perron en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. F.E. Uijleman) Samenvatting
Nadere informatieACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van
ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van X, gevestigd te [plaats1], K L A A G S T E R, gemachtigde: [A],
Nadere informatieDE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.
CR 11/2408 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Onvoldoende inzicht in gedachtegang bij taxatie. Bezwaar tegen kostenveroordeling bij
Nadere informatieSAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J
SAMENVATTING 106262 - Geschil over toepassing vakantieregeling werkgever; BVE Het geschil is in goed overleg tussen partijen aan de Commissie voorgelegd (N-7 cao bve). De werkgever heeft gaandeweg het
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2013:3359
ECLI:NL:RBOVE:2013:3359 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 19-12-2013 Zaaknummer Awb 13/843 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieBeslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van A, wonende te B, k l a g e r -tegen- C, huisarts te D, gemachtigde: mr. L.
Nadere informatie201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST
201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste woonoppervlakte. Communicatie. Ontvankelijkheid van de klacht. Verjaring. Klaagster heeft in 2011 een
Nadere informatie