Notitie. Werken aan de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse regio s. Notitie voor het ministerie van Infrastuctuur en Milieu

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Notitie. Werken aan de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse regio s. Notitie voor het ministerie van Infrastuctuur en Milieu"

Transcriptie

1 Notitie Werken aan de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse regio s Notitie voor het ministerie van Infrastuctuur en Milieu Otto Raspe & Frank van Dongen m.m.v. Mark Thissen, Anet Weterings, Stephaan Declerck & Dario Diodato Maart 2013 PBL-publicatienummer: 1055

2 Deze notitie maakt deel uit van een programma dat het Planbureau voor de Leefomgeving uitvoert voor het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) (in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken (EZ)). Het programma gaat over de vraag welke ruimtelijke strategieën (nationaal en regionaal) kunnen worden ontwikkeld om de internationale concurrentiekracht van Nederland te versterken. Deze notitie is gepresenteerd op 4 maart 2013 tijdens een symposium georganiseerd door het ministerie van IenM, ter toelichting bij concurrentieanalyses van de Nederlandse provincies. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heer Gijsbert Borgman of de heer Douwe Jan Harms van het ministerie van IenM (Gijsbert.Borgman@minienm.nl; Douwejan.Harms@minienm.nl). We danken Gijsbert Borgman, Douwe Jan Harms, Daniël de Groot (allen ministerie van IenM), Frank van der Wende (ministerie van EZ), Tim van der Avoird (provincie Noord-Brabant) en Rose-Marie Eissen (provincie Gelderland) voor hun constructieve suggesties en commentaren op een eerdere versie van deze notitie. Pagina 2 van 12

3 Inleiding Overheden staan aan de lat om het bedrijfsleven een excellent vestigingsklimaat te bieden, zodat bedrijven voordelen kunnen ontlenen aan de locatie waar ze zijn gevestigd. Voordelen die belangrijk zijn in een steeds competitiever en internationaler wordend speelveld. En voordelen die niet alleen door nationale condities worden ingegeven, zoals een voordelig belastingklimaat of een politiek stabiel klimaat, maar ook door regionale karakteristieken. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de nationale en internationale bereikbaarheid van regio s, de regionale kennisinfrastructuur, de kwaliteit van de beroepsbevolking in de regio en de aantrekkelijkheid van het woonklimaat. Kortom: voor de concurrentiekracht van het bedrijfsleven zijn gunstige regionale vestigingsplaatsfactoren van essentieel belang. Zodoende wordt het vermogen van een regio om bepaalde bedrijven aan te trekken of te behouden, en ze te laten floreren, mede bepaald door zijn vestigingsklimaat. En dus is dit vestigingsklimaat óók een zaak van de (regionale) overheid. Beleidsmakers op nationaal en regionaal niveau zien zich daarbij meer en meer geconfronteerd met de noodzaak om slimme concurrentiestrategieën te formuleren. Strategieën gericht op het versterken van het vestigingsklimaat, om daarmee het bedrijfsleven in hun concurrentiekracht te ondersteunen en faciliteren. Rijk én regio staan daarbij samen aan de lat, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid. 1 Zo is het Rijk probleemeigenaar van de concurrentiepositie van Nederland. Het voert momenteel een beleid om met hulp van de meest krachtige sectoren de Nederlandse concurrentiepositie te versterken, maar heeft daarbij óók de regio s nodig. Zeker wanneer bepaalde topsectoren sterk in bepaalde regio s clusteren. 2 Centraal in deze notitie staat de wisselwerking tussen het Rijk en de regio s en het formuleren van een integrale concurrentiestrategie, zodat het geheel meer is dan de som der delen (regio s). Belangrijke vragen voor een regionale concurrentiestrategie Zowel op nationaal als op regionaal niveau speelt de vraag hoe het bedrijfsleven optimaal kan worden ondersteund om internationaal te kunnen concurreren. Bij het invullen van een regionale concurrentiestrategie spelen vier vragen een cruciale rol: 1. Wie zijn de belangrijkste concurrenten van de bedrijven in de regio en waar zijn die gevestigd? Het antwoord op deze vraag geeft het inzicht dat bepaalde regio s veel belangrijker concurrenten voor de eigen regio zijn dan andere. En dit betekent vooral dat veel specifieker kan worden gebenchmarkt: de eigen regio hoeft immers niet met tig andere regio s te worden vergeleken, maar vooral met die regio s waar zich de meeste concurrenten bevinden van de eigen bedrijven. 2. Welke vestigingsplaatsfactoren zijn belangrijk voor een goede concurrentiepositie? Als bekend is welke de belangrijkste concurrerende regio s voor een bepaalde sector zijn, kan worden afgeleid welke regionale karakteristieken (vestigingsplaatsfactoren) deze krachtige regio s nu juist hebben. Als de regio s boven aan de concurrentieladder bijvoorbeeld alle een topuniversiteit hebben en geen van alle een internationale zeehaven, dan is het hebben van een topuniversiteit voor de sector een belangrijker vestigingsplaatsfactor (regionale karakteristiek) dan een internationale zeehaven. Op die manier kunnen de regionale karakteristieken ten opzichte van elkaar worden geprioriteerd. Pagina 3 van 12

4 3. Hoe verhoudt het vestigingsklimaat van de regio zich ten opzichte van dat van de belangrijkste internationale concurrenten? Het antwoord op vraag 1 en 2 levert het inzicht dat elke regio zich op de belangrijkste vestigingsplaatsfactoren kan meten met zijn belangrijkste concurrenten (per sector). Juist op de vestigingsplaatsfactoren die er toe doen, is het relevant om de eigen regio te benchmarken ten opzichte van de belangrijkste concurrenten. 4. Welke regionale karakteristieken scoren relatief goed of juist slechter? Die benchmarks leveren het inzicht in de regionale karakteristieken waarop een regio hoger scoort (en waarbij de inspanning is gericht op het behoud van die goede score) of juist lager (en waarop er een achterstand is in te lopen). Het geheel levert als het ware een investeringsagenda per regio, per sector op. Onder investeringsagenda verstaan we hier het geheel aan vestigingsfactoren waarvan bekend is dat ze er toe doen, maar waarbij een regio óf lager scoort dan de belangrijkste concurrenten en er een inspanning nodig is om de score te verbeteren, of juist beter scoort en die positie wil behouden, wat ook een inspanning vergt. Het kan hierbij gaan om een financiële inspanning (bijvoorbeeld een investering in de aanleg van een weg), maar ook om een organisatorische (bijvoorbeeld door in een regionaal innovatiemodel te trachten bedrijfsleven en kennisinstellingen bij elkaar te brengen). Met andere woorden: om de internationale concurrentiestrijd te kunnen aangaan, is het belangrijk om inzicht te hebben in de kwaliteit van het vestigingsklimaat. Het benchmarken van relevante regionale karakteristieken op basis van de voor het bedrijfsleven meest relevante concurrerende regio s kan daarbij uitermate behulpzaam zijn. 3 Werken aan de concurrentiekracht van de Nederlandse regio s De ministeries van Infrastructuur en Milieu (IenM) en Economische Zaken (EZ) werken aan de versterking van de concurrentiekracht van Nederland, zoals onder andere vastgelegd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en gebaseerd op de Bedrijfslevennota. De SVIR gaat daarbij uit van de versterking van de ruimtelijk-economische structuur, waarbij het Rijk, de decentrale overheden en het bedrijfsleven met elkaar samenwerken, en de topsectoren centraal staan. Vanuit de SVIR is het dus logisch het topsectorenbeleid in een ruimtelijk perspectief te plaatsen. Deels wordt in de SVIR aangegeven dat dit tot nu toe heeft geleid tot de keuze van het Rijk voor het integraal benutten en uitbouwen van de stedelijke regio s met een concentratie van (een deel van) de topsectoren (zie SVIR pagina s 31 en 95). 4 Het Rijk gaat in deze stedelijke regio s van nationale betekenis samen met de decentrale overheden, vanuit ieders eigen verantwoordelijkheid, aan de slag om te komen tot een versterking van het vestigingsklimaat. Vraagstelling Het ministerie van IenM, DG Ruimte en Water (DGRW), heeft, vertrekkend vanuit de SVIR, aangegeven dat er behoefte is aan een nadere verkenning van de mogelijkheden om met behulp van ruimtelijk beleid de concurrentiepositie te versterken van de negen stedelijke regio s van nationaal belang. De centrale vraag voor het Rijk is daarbij welke ruimtelijke strategieën (nationaal en voor de betreffende regio s) kunnen (of wellicht moeten) worden ontwikkeld om de internationale concurrentiekracht van Nederland te versterken. DGRW wil de antwoorden gebruiken voor de bepaling van de eigen rol en inzet in (onder andere) het werk aan de gebiedsagenda s en het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Pagina 4 van 12

5 Aan het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is gevraagd in dat kader een antwoord te formuleren op de hiervoor besproken vier vragen die belangrijk zijn voor een regionale concurrentiestrategie voor de Nederlandse regio s. De achterliggende analyses bij deze notitie vormen dus een basis voor het Rijk bij de inzet in onder andere de MIRT. In het PBL-onderzoek is niet specifiek naar het MIRT gekeken. In de studie De internationale concurrentiepositie van de topsectoren, uit maart 2012, heeft het PBL een dergelijke analyse reeds uitgevoerd voor de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant. Nu worden de andere Nederlandse regio s op eenzelfde wijze doorgelicht. 5 Opgemerkt wordt dat in de PBL-analyse de Nederlandse provincies centraal staan, en dat deze niet geheel samenvallen met de genoemde stedelijke regio s van nationaal belang uit de SVIR; de stedelijke regio s in de SVIR zijn in het algemeen deelgebieden binnen de provincies. In een volgende fase van het onderzoek zal het PBL daarom aanvullend nog analyses uitvoeren naar de kwaliteiten van het vestigingsklimaat op een geografisch gedetailleerder schaal. Benchmarks Nederlandse regio s Voor alle Nederlandse provincies zijn benchmarks gemaakt. Deze zijn in afzonderlijke presentaties weergegeven (te downloaden op s). In de presentaties worden per regio en per sector conclusies getrokken over wie daadwerkelijk de belangrijkste concurrenten zijn, welke vestigingsplaatsfactoren belangrijk zijn en hoe het regionale vestigingsklimaat zich verhoudt ten opzichte van de belangrijkste concurrenten. We doen dat telkens voor twee typen van concurrentie: concurrentie bij het exporteren van producten en diensten, en concurrentie bij het aantrekken van buitenlandse bedrijven. De basis voor de benchmark is een analyse op het niveau van 256 Europese NUTS-II regio s (zie Raspe et al. (2012) en Thissen et al. (2011) voor een toelichting op de keuze voor deze regio s). Het resultaat is een investeringsagenda per regio. Omdat de verschillende sectoren in andere markten opereren, hebben ze andere concurrenten en zijn mogelijk andere vestigingsplaatsfactoren relevant. Soms zijn bepaalde factoren specifiek relevant voor een bepaalde topsector, en soms zijn bepaalde factoren voor meerdere topsectoren relevant. Het vereist dus maatwerk om met behulp van de benchmarks een geschikte investeringsagenda per regio op te bouwen. 6 De analyses in de presentaties geven een schat aan informatie over de vestigingsplaatsfactoren, waarbij tevens is aangegeven of een factor relatief beter, gelijk of slechter is ten opzichte van de belangrijkste concurrenten. Wanneer we al deze benchmarks doorlopen, vallen ons enkele, telkens terugkerende zaken op. We vatten hieronder de belangrijkste conclusies samen. 1. Nederlandse regio s missen agglomeratiekracht Prominente kenmerken van de regio s met de sterkste concurrentiepositie zijn een grote bevolkingsomvang en een hoge bevolkingsdichtheid. Aan deze massa en dichtheid ontlenen bedrijven agglomeratiekracht of zogenoemde urbanisatievoordelen: voordelen door de concentratie van economische, sociale, politieke en culturele organisaties in dichtbevolkte stedelijke gebieden, maar ook door de aanwezigheid van universiteiten, onderzoeksinstellingen, op consumptie georiënteerde voorzieningen (amenities), brancheorganisaties en overheidsinstellingen. 7 Deze voordelen uiten zich in de vorm van een grote en gespecialiseerde arbeidsmarkt (labor market pooling) en markt van toeleveranciers (input sharing) en de Pagina 5 van 12

6 aanwezigheid van gespecialiseerde kennis. Agglomeratiekracht is belangrijk voor de concurrentiekracht. De benchmarks leren dat alle Nederlandse regio s agglomeratiekracht missen. Ze hebben relatief weinig massa en een lage dichtheid ten opzichte van de belangrijkste concurrerende regio s. Hier past dus een metropolitane strategie op concurrentiekracht. 2. Nederlandse regio s blijven achter in private kennisinvesteringen Ook een krachtige private kennisinfrastructuur is een kenmerk van de regio s die de concurrentieladder aanvoeren; bedrijven in deze regio s investeren in het algemeen veel in Research & Development (R&D) en het aantal patenten is er relatief hoog. Kennis en concurrentiekracht zijn, met andere woorden, sterk aan elkaar gerelateerd. De benchmarks leren dat bedrijven in de Nederlandse regio s vaak (behoorlijk) minder investeren in hun private kennisinfrastructuur, met Noord-Brabant (Brainport Eindhoven) als enige uitzondering. Vaak zijn de publieke kennisinvesteringen echter wel relatief goed op orde, en heel vaak is de score van de universiteit in de regio internationaal zeer voornaam. Zeker dit laatste is een belangrijk kenmerk van de meest competitieve regio s. 3. De bereikbaarheid van Nederlandse regio s is gunstig Ook de bereikbaarheid van regio s is een belangrijk kenmerk. Het gaat daarbij zowel over de nationale als internationale bereikbaarheid, en zowel over de bereikbaarheid over de weg als door de lucht. We zien tevens dat congestie juist een kenmerk is van de meest competitieve regio s. De regio s in de Randstad (Noord-Holland en Zuid-Holland) en centraal in Nederland en Europa (Utrecht, Noord-Brabant, Limburg) hebben vaak een sterke bereikbaarheid over de weg: de regio is voor veel mensen in een korte tijd over de weg te bereiken. Daar staat tegenover dat de congestie er over het geheel genomen relatief hoog is. Regio s met relatief weinig congestie (de meer perifeer in Nederland gelegen regio s) hebben meestal een minder gunstige positie als het gaat om bereikbaarheid voor veel mensen in een korte tijd. Zeker de bereikbaarheid over de weg is belangrijk tegen het licht van de eerder beschreven agglomeratiekracht. Naast regionale dynamiek zijn de verbindingen van regio s belangrijk. Dat geldt ook in internationaal opzicht. De bereikbaarheid door de lucht is een belangrijk kenmerk van competitieve regio s. Met uitzondering van de regio s nabij Schiphol scoren de Nederlandse regio s iets slechter dan hun concurrenten als het gaat om deze internationale bereikbaarheid. 4. Clusters zijn geen gouden regel voor succes Tot slot zien we dat clusters in sommige gevallen belangrijk zijn voor de concurrentiekracht, maar zeker niet voor alle sectoren die we onderzochten en ook niet in alle regio s. Vooral de kennisintensieve industrie en kennisintensieve diensten hebben baat bij clustering. 8 De hightechindustrie, chemie en energiesectoren hebben dus baat bij de nabijheid van allerlei functioneel gerelateerde bedrijvigheid (de keten van toeleveranciers in de eigen regio). De benchmarks leren daarbij dat de Nederlandse regio s veelal clusterkracht ontberen. De clusters in de Nederlandse regio s zijn relatief klein vergeleken met de belangrijkste buitenlandse concurrenten. We benadrukken nogmaals dat de vier punten enkele algemeenheden zijn die bij het doorlopen van alle benchmarks naar voren komen. Maar de investeringen die horen bij een concurrerend vestigingsklimaat zijn regio- en sectorspecifiek, en dus maatwerk. Nu we voor alle Nederlandse regio s en hun buitenlandse grensregio s de basis hebben gelegd voor een nadere uitwerking van een investeringsagenda, willen we graag nog vier noties behandelen die mogelijk helpen bij het uitwerken van een regionale concurrentiestrategie: 1. borrowed size en borrowed qualities, Pagina 6 van 12

7 2. De contramal-strategie, 3. Spelen in de eigen league en 4. Het regionale weerstandsvermogen. We lichten deze noties hierna toe. Borrowed size en borrowed qualities We zagen dat agglomeratiekracht een van de belangrijkste kenmerken is van de regio s die boven aan de concurrentieladder staan. Verder zagen we dat de Nederlandse regio s ten opzichte van de belangrijkste concurrenten vooral agglomeratiekracht en de daarmee samenhangende clusterkracht en private kennisinvesteringen missen. Dat geldt voor alle regio s en komt naar voren bij praktisch alle sectoren. Een belangrijke conclusie uit ons onderzoek is daarom dat de Nederlandse regio s vaak de agglomeratiekracht ontberen waaraan de bedrijven de grootste economische voordelen behalen. Het is niet reëel om te verwachten dat een stedelijke investeringsagenda op korte termijn zal leiden tot meer massa en dichtheid. Het is dus een legitieme vraag of deze voordelen niet ook kunnen worden gegenereerd door over de grenzen van de eigen regio te kijken. Kan agglomeratiekracht bij de buren worden geleend? We noemen dit borrowed size. Nabijgelegen steden en agglomeraties kunnen elkaar versterken. Daarvoor moeten wél de verbindingen tussen die regio s heel goed zijn. Hoe sneller de verplaatsing van de ene naar de andere stad, hoe makkelijker het is om van elkaars kwaliteiten (in dit geval agglomeratievoordelen) te profiteren. Dit verwijst naar de situatie dat nabijgelegen en goed met elkaar verbonden steden één stedelijk functioneel geheel vormen en gezamenlijk één hoog niveau aan amenities huisvesten. Regio s kunnen derhalve naast het voeren van een eigen strategie op agglomeratiekracht ook profiteren van elkaar. 9 Het ruimtelijk schaalniveau dat daarbij past, is het zogenoemde daily urban system; het schaalniveau waarop bedrijfsinteractie, pendel en winkelbezoek functioneren, behelst veelal het stadsgewest: het geografische geheel van de centrale stad en zijn suburbane ommeland. Voorbeelden van borrowed size zijn daarom eerder haalbaar op het niveau van bijvoorbeeld de Noordvleugel van de Randstad: Amsterdam-Utrecht of binnen de Zuidvleugel: Rotterdam-Den-Haag. Het is niet realistisch dat bedrijven in Noord-Brabant en het noorden van Nederland in sterke mate van de agglomeratievoordelen van bijvoorbeeld de grootstedelijke regio Amsterdam profiteren. De vraag die voorligt, is met welke regio s excellente verbindingen moeten worden onderhouden om te kunnen profiteren van agglomeratievoordelen. Daarbij staat de potentie aan interactie centraal. Naast deze borrowed size gaat het ook over borrowed qualities. Een voorbeeld daarvan is de Nederlandse kennisinfrastructuur, die een sterke concentratie van publieke R&D in Noord- en Zuid-Holland en Utrecht kent, en een sterke concentratie van private R&D in Noord-Brabant, en waarbij andersom geldt dat de Randstedelijke regio s juist de private R&D missen en Noord- Brabant een relatief zwakke publieke kennisinfrastructuur heeft. Met andere woorden: de atypische verdeling van de beide belangrijke type kennisbronnen legitimeert de vraag of een regio moet proberen om beide type kennisbronnen in de eigen regio tot een topniveau te ontwikkelen, of dat van de kracht van de buren kan worden geprofiteerd. 10 Het nadenken over borrowed size en borrowed qualities is relevant in een tijd dat investeringsmiddelen schaars(er) zijn. Dan is het noodzaak om nog selectiever te kijken naar wat de cruciale verbindingen zijn die de agglomeratiekracht ondersteunen. Én om te prioriteren wat écht in de eigen regio moet worden gedaan. Pagina 7 van 12

8 Not everyone is a winner : de contramal-strategie Niet alle Nederlandse regio s zijn in dezelfde mate internationaal actief; slechts enkele regio s slagen er in om veel buitenlandse bedrijven aan te trekken en/of een sterke exportpositie te hebben. Nederland kent enkele topcombinaties ; regio s die voor sommige sectoren tot de Europese top behoren wat betreft export van producten en diensten of het aantrekken van buitenlandse bedrijven. Voorbeelden zijn: de landbouw en voedingsmiddelenindustrie (Agro&Food) in Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant, en logistiek en groothandel en zakelijke diensten in Noord- en Zuid-Holland. Maar veel vaker zijn de Nederlandse regio s subtoppers (hightech in Noord-Brabant) of middenmoters; het laatste geldt vooral voor de regio s in de periferie van Nederland. Dit roept de vraag op of elke regio een strategie moet voeren om tot de top te gaan behoren. 11 Eigenlijk kan worden gesteld dat er in een economie waarin agglomeratievoordelen een belangrijke rol spelen, een logica schuilt in de onevenwichtige verdeling van economische activiteiten. Om allemaal de the race to the top te lopen, is vaak roeien tegen de stroom in. In dit licht kan het ook zinnig zijn om over een contramal-strategie na te denken. Een strategie die niet focust op het benutten van de kracht van topsectoren en proberen de beste te zijn, maar eerder op de kracht van een soort contramal, bijvoorbeeld het belang van een goede kwaliteit van de leefomgeving (quality of living) voor de economie. De leefomgevingskwaliteit wordt een steeds belangrijker aspect voor internationale bedrijven in hun vestigingsplaatskeuze, naast kennis- en marktmogelijkheden. Zeker voor regio s die weinig agglomeratiekracht hebben, kan zo n alternatieve strategie een overweging zijn. Daarbij hoort ook het nadenken over de kernkwaliteiten die passen bij deze contramal. Rust, ruimte, leisure en zorg passen alle bij de contramal van de razende Randstad (zoals De Roo en Hermans (2004) dat formuleren). De invulling van een dergelijke strategie betreft veelal andere sectoren dan de topsectoren (bijvoorbeeld zorg en recreatie). Gecombineerd met de strategie van borrowed size en borrowed qualities kan een contramal-strategie ook uitgaan van de kracht die deze contramal heeft voor regio s die wel uitgaan van agglomeratiekracht en pogen met sterke agglomeraties elders te concurreren. Juist de combinatie van beide maakt Nederland een aantrekkelijke vestigingsplaats. Spelen in de eigen league Ook de benchmarks zelf maken duidelijk dat niet iedere regio een winnaar is. Hoewel grote en krachtige agglomeraties vaak de meeste en belangrijkste concurrenten van de Nederlandse bedrijven huisvesten, is het niet altijd slim om blind te varen op deze regio s (en hun profiel na te streven). Zo kan het ook een strategie zijn om niet te proberen om de toppers van de concurrentieladder te beconcurreren, maar juist om te proberen te winnen van de regio s die ongeveer even krachtig, maar wel belangrijke concurrenten zijn. Met andere woorden: bij een realistische concurrentiestrategie en ambitie past ook het definiëren van de eigen league. Per benchmark is aangegeven wat de globale positie van een regio is (per sector) op het gebied van de export of het aantrekken van buitenlandse bedrijven. De bijbehorende kaartbeelden laten zien wie de belangrijkste concurrenten zijn. Dit zijn zogezegd soms grote krachtige agglomeraties, maar ook andere typen regio s met specifieke vestigingsplaatsfactoren. Vaak is het voor Nederlandse regio s realistischer en effectiever om bij het opstellen van een ruimtelijke investeringsagenda ook oog voor die andere regio s te hebben. Per Nederlandse regio wordt dus wederom maatwerk vereist om de eigen league te definiëren. We geven in het tekstkader een voorbeeld van dit maatwerk. Pagina 8 van 12

9 Spelen in de eigen league We kijken in dit voorbeeld naar de provincie Limburg en richten ons op de topsector chemie. Wat betreft de export van chemische producten geldt dat de regio Limburg buiten de top 10 valt van de meest exporterende regio s in Europa; Limburg neemt ongeveer de dertigste positie van de 256 Europese regio s in. Het bepalen van wie de belangrijkste concurrenten zijn, heeft niet alles te maken met het lijstje van regio s die het meest exporteren. De belangrijkste concurrenten zijn immers die regio s waarmee de chemie in Limburg de grootste marktoverlap heeft (de regio s die het meest in dezelfde markten actief zijn). Dat zijn soms de sterkste regio s in export, maar soms ook regio s die lager op de concurrentieladder staan (zie Thissen et al. (2011) voor een uitgebreide uitleg over marktoverlap). Spelen in de eigen league betekent vertrekken vanuit de eigen positie (voor de chemie in Limburg dus een top 30-positie) en dan definiëren welke van de meest concurrerende regio s, in marktoverlap dus, ongeveer rond de eigen positie liggen. En het liefst iets daarboven, zodat de concurrentiepositie verbetert naarmate de eigen regio het beter gaat doet. Wanneer we nu kijken naar de top 5 van de belangrijkste concurrenten van de chemie in Limburg, valt op dat al deze concurrenten ook tot de top 10 van de meest exporterende regio s behoren. Ten opzichte van die regio s is het dus lastiger de concurrentiepositie te verbeteren. De regio s Köln en Arnsberg echter, bevinden zich ook onder de belangrijkste concurrenten (respectievelijk op plek 6 en 7), maar deze regio s vallen buiten de top 10 van de sterkste exporterende regio s (ze staan respectievelijk op positie 14 en 15). Met andere woorden: ten opzichte van deze regio s is het makkelijker de concurrentiepositie te verbeteren. Een ander voorbeeld is de regio Münster, die de twintigste belangrijkste concurrent is van Limburg, maar slechts de 53 ste positie bekleedt wat betreft export van chemische producten. Kortom: het kan voor een regio interessant zijn om te definiëren wie van de belangrijkste concurrenten zich ook daadwerkelijk nabij de eigen positie wat betreft export bevinden. Juist ten opzichte van die regio s kunnen benchmarks worden gemaakt wat betreft het vestigingsklimaat en welke factoren dan relatief sterk of zwak zijn ontwikkeld. Dergelijke analyses vallen buiten het bestek van deze notitie en maken ook geen onderdeel uit van de presentaties. Het onderzoeksmateriaal van het PBL is echter wel toereikend om zulke analyses in een later stadium uit te voeren. Het regionale weerstandsvermogen Ten slotte geldt dat naast een strategie op concurrentiekracht ook een strategie op het weerstandsvermogen van een regio relevant is. Een regio die sterk is gespecialiseerd in een bepaald cluster, is ook kwetsbaar wanneer er schokken binnen de sector van dat cluster plaatsvinden. Voorbeelden zijn de conjuncturele schommelingen begin jaren negentig van de vorige eeuw, die DAF en Philips hard troffen en de werkloosheid in de regio Eindhoven exponentieel deed toenemen. Maar ook de dynamiek in de Rotterdamse haven is zo n voorbeeld. En zelfs één groot bedrijf kan een grote regionale impact hebben als het zou vertrekken, zoals in het geval van MSD in Oss of NedCar in Born. Kortom, een strategie die via arbeidsmobiliteit past bij het opvangen van dergelijke schokken, is relevant. De vaardigheden van de beroepsbevolking, maar ook de pendelmogelijkheden (en dus weer verbindingen) zijn daarbij cruciaal. 12 Hoe verder? De antwoorden op de vier in het begin gestelde vragen kunnen bijdragen aan het formuleren van een strategie om de concurrentiepositie van sectoren in de Nederlandse regio s te versterken. Daarbij verwijzen we naar 22 presentaties, van de 12 Nederlandse provincies en Pagina 9 van 12

10 van 10 buitenlandse grensregio s. Bovendien gelden enkele noties, zoals het versterken van het vestigingsklimaat door de kracht en kwaliteit van de buren te gebruiken, het definiëren van een contramal-strategie, of het specificeren van de eigen league en het nadenken over het weerstandsvermogen van een regio bij economische tegenslag. Op 4 maart 2013 worden de benchmarks en deze notitie gepresenteerd tijdens een symposium met vertegenwoordigers van Rijk en regio. Tijdens dit symposium wordt interactief gewerkt aan het vormgeven van een concurrentiestrategie. Vooral de inbreng van regionale beleidsmakers is daarvoor van belang. En deze inbreng krijgt ook een vervolg. Deze notitie en de bechmarks zijn zoals gezegd deelproducten van een programma dat het Planbureau voor de Leefomgeving uitvoert voor het ministerie van IenM. Na het symposium op 4 maart volgen enkele activiteiten. Het PBL heeft bijvoorbeeld in de studie De ratio van ruimtelijk-economisch topsectorenbeleid de topsectoren heel precies op de kaart gezet. Deze analyse maakt het mede mogelijk om specifieker (in ruimtelijke zin, maar ook in nadere uitwerkingen van de factoren) te kijken naar de vestigingsplaatsfactoren die relevant zijn voor de clusters van bedrijvigheid van deze topsectoren. Met andere woorden: welke vestigingsplaatsfactoren zijn van belang voor de clusters van bedrijvigheid in de topsectoren? We proberen met hulp van kwantitatieve analyses het ruimtelijk patroon van de topsectoren te verklaren uit een veelheid aan ruimtelijke factoren die relevant zijn voor het functioneren van bedrijven. Het gaat dan wederom om (onder andere) agglomeratiefactoren, clusterfactoren, fysieke infrastructuur, kennisinfrastructuur en kwaliteit van de leefomgeving (en nadere specificeringen daarvan). 13 Ten slotte komt al het materiaal samen in enkele workshops, waarin samen met externe experts wordt gekeken aan welke knoppen beleidsmakers daadwerkelijk kunnen draaien om de concurrentiekracht van het bedrijfsleven te verbeteren en wat de rol van de overheid precies is. Mogelijk komen we elkaar dus in dat kader nog een keer tegen. Tot dusver hopen we echter dat deze notitie en het achterliggende materiaal bijdragen aan het formuleren van nationale en op regio s gerichte ruimtelijke strategieën op het concurrentievermogen van het Nederlandse bedrijfsleven. Bedrijven die juist regionaal zijn ingebed en regionale kwaliteiten nodig hebben. Gebruikte literatuur Boschma, R. (2004), Competitiveness of regions from an evolutionary perspective, Regional Studies 38: Bristow, G. (2005), Everyone s a winner : Problematising the discourse of regional competitiveness, Journal of Economic Geography 5: Bristow, G. (2010), Resilient regions: re- place ing regional competitiveness, Cambridge Journal of Regions, Economy and Society 3 (1): Kitson, M., R. Martin & P. Tyler (2004), Regional competitiveness: An elusive yet key concept?, Regional Studies 38: Martin, R. & P. Sunley (2003), Deconstructing clusters: Chaotic concept or policy panacea?, Journal of Economic Geography 3: Meijers, E. (2008), Summing small cities does not make a large city: Polycentric urban regions and the provision of cultural, leisure and sports amenities, Urban Studies 45 (11): Raspe, O. (2012), De economie van de stad in de mondiale concurrentie, in: Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur, Essays over de toekomst van de stad, Den Haag: RLI. Raspe, O., A. Weterings & M. Thissen (2012a), De internationale concurrentiepositie van de topsectoren, Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving. Raspe, O., A, Weterings, M. Geurden-Slis & G. van Gessel (2012b), De ratio van ruimtelijkeconomisch topsectorenbeleid, Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving. Pagina 10 van 12

11 Roo, G. de & E. Hermans (2004), LILA en de planologie van de Contramal. De ruimtelijkeconomische ontwikkeling in Noord-Nederland krijgt een kleur, Groningen: RUG. Storper, M. (1997), The Regional World, New York: Guilford Press. Thissen, M., A. Ruijs, F. van Oort & D. Diodato (2011), De concurrentiepositie van Nederlandse regio s; regionaal-economische samenhang in Europa, Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving. Todtling, F. & M. Trippl (2005), One size fits all? Towards a differentiated regional innovation policy approach, Research Policy 34: Noten 1 Dat klinkt overigens makkelijker gezegd dan gedaan: alsof er een harde scheidslijn is tussen wat puur door het Rijk moet worden gedaan, en wat puur domein van de regio is. Bovendien zijn sommige beleidsdossiers regio-overstijgend. In de Structuurvisie Infrastructuur en Milieu wordt echter de filosofie decentraal, tenzij gehanteerd en is een selectievere rijksinzet op slechts 13 nationale belangen geformuleerd. Voor die belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken ( je gaat er over of niet (pag. 10). Per belang zal dus bekeken moeten worden hoe het Rijk zijn rol invult en wat de decentrale overheden kunnen bijdragen. Soms ligt de bal echter nadrukkelijk eerst bij de regio. Zie bijvoorbeeld de decentralisatie van het ruimtelijk-economische beleid zoals beschreven in de Bedrijfslevennota (EL&I 2010) en het Bestuursakkoord (BZK 2011). 2 Zie Raspe et al. (2012b). 3 De vier vragen zijn vooral gericht op het identificeren en prioriteren van allerlei karakteristieken van het vestigingsklimaat die op dit moment belangrijk zijn voor een krachtige concurrentiepositie. We kunnen in dit onderzoek geen factoren meenemen die mogelijk belangrijk worden in de toekomst. Bovendien richten we ons op generieke verbanden tussen bepaalde karakteristieken en de concurrentiekracht van een regio, wat betekent dat hoewel soms relevant we ons niet richten op karakteristieken die alleen relevant zijn voor specifieke niches waarin een regio is gespecialiseerd. 4 De topsectoren zijn aanwezig in heel Nederland, maar concentreren zich vooral in de stedelijke regio s van de mainports, brainport, greenports en de valleys. Daarbij gaat het om de haven van Rotterdam en Schiphol, de Brainport Zuidoost-Nederland, de Greenports Venlo, Westland-Oostland, Aalsmeer, Noord- Holland Noord, Boskoop en Bollenstreek, Energyport in Groningen, Food Valley in Wageningen, Health Valley in Nijmegen, Maintenance Valley in West- en Midden-Brabant, Utrecht Science Park en de nanotechnologie in Twente en Delft. Deze stedelijke regio s beschouwt het Rijk van nationale betekenis en hiermee gaat het Rijk samen met decentrale overheden aan de slag. Ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid (SVIR, pagina 31). 5 Naast de Nederlandse provincies zijn ook apart de (tien) grensregio s van Nederland in de analyse meegenomen. Ook daar zijn aparte presentaties van gemaakt. In deze notitie besteden we daar echter geen aandacht aan. 6 Zie Raspe et al. (2012) voor een uitleg over de methodiek, data en indicatoren die in dit onderzoek centraal staan. 7 Zie voor een uitgebreidere beschrijving van agglomeratievoordelen Raspe (2012). 8 Zie ook Thissen et al. (2011) en Raspe et al. (2012). 9 Zie Meijers (2008) voor een uitgebreidere beschrijving van het begrip borrowed size. 10 Omdat de Nederlandse regio s mogelijk ook kunnen profiteren van de kracht van nabijgelegen buitenlandse regio s, zijn de tien grensregio s van Nederland apart geanalyseerd en in een presentatie weergegeven. Pagina 11 van 12

12 11 Zie Bristow (2005) en (2010) voor een uitgebreide beschrijving van regionale concurrentiekracht. 12 In 2013 publiceert het PBL een uitvoerige studie naar de veerkracht van de Nederlandse regio s. 13 Het voordeel van deze aanpak is dat het revealed preferences zijn: de huidige locatie van de bedrijven in de topsectoren hangt samen met bepaalde ruimtelijke kwaliteiten, en niet stated preferences: dat wat bedrijven zeggen dat belangrijk is (en waarbij vaak standaardlijstjes naar voren komen). Bovendien kan met behulp van de regressietechniek de onderlinge verhouding van de factoren naar voren komen. Sommige factoren zijn belangrijker in de verklaring van het patroon dan andere. En sommige factoren zijn mogelijk wel zo verweven dat ze samen eigenlijk staan voor iets groters (een hogere-orde latente variabele). Dat kunnen we dan in het onderzoek meenemen (bijvoorbeeld door factoranalyses). Pagina 12 van 12

Werken aan de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse regio s

Werken aan de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse regio s Werken aan de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse regio s Symposium Ministerie van Infrastructuur en Milieu Den Haag, 4 maart 2013 Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen, Frank van Dongen

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Friesland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Friesland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Friesland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Drenthe. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Drenthe. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Drenthe Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Flevoland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Flevoland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Flevoland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Groningen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Groningen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Groningen Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Zeeland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Zeeland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Zeeland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Trier. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Trier. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio Trier Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. West-Vlaanderen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. West-Vlaanderen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie West-Vlaanderen Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Holland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Holland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Noord-Holland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Utrecht. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Utrecht. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Utrecht Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Gelderland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Gelderland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Gelderland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Limburg (NL) Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Limburg (NL) Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Limburg (NL) Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Liège. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Liège. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Liège Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Oost-Vlaanderen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Oost-Vlaanderen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Oost-Vlaanderen Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Overijssel. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Overijssel. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Overijssel Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Brabant. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Brabant. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Noord-Brabant Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Antwerpen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Antwerpen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Antwerpen Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Zuid-Holland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Zuid-Holland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Zuid-Holland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Köln. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Köln. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio Köln Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Weser-Ems. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Weser-Ems. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio Weser-Ems Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren,

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren, Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren, 2012-2014 Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

De concurrentiepositie van de topsectoren in Zuid-Holland

De concurrentiepositie van de topsectoren in Zuid-Holland De concurrentiepositie van de topsectoren in Zuid-Holland Minisymposium Metropoolregio Rotterdam Den Haag & Planbureau voor de Leefomgeving Delft, Metropoollab 15-03-2012 Otto Raspe, Anet Weterings & Mark

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren De internationale concurrentiepositie van de topsectoren De internationale concurrentiepositie van de topsectoren Planbureau voor de Leefomgeving Voorwoord Om de internationale concurrentiekracht van

Nadere informatie

De internationale concurrentiekracht van Nederlandse (top)sectoren en de rol van bereikbaarheid. Frank van Oort Utrecht, 21 november 2011

De internationale concurrentiekracht van Nederlandse (top)sectoren en de rol van bereikbaarheid. Frank van Oort Utrecht, 21 november 2011 De internationale concurrentiekracht van Nederlandse (top)sectoren en de rol van bereikbaarheid Frank van Oort Utrecht, 21 november 2011 (PBL-onderzoek samen met Mark Thissen, Arjan Ruijs & Dario Diodato)

Nadere informatie

PBL-Notitie. Eindrapportage

PBL-Notitie. Eindrapportage PBL-Notitie De concurrentiepositie van de topsectoren in Noord-Brabant Welk vestigingsklimaat is nodig om internationaal te excelleren? Eindrapportage Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen en Dario

Nadere informatie

Topsectoren, regio s en vestigingsplaatsfactoren: een multivariate regressieanalyse

Topsectoren, regio s en vestigingsplaatsfactoren: een multivariate regressieanalyse Topsectoren, regio s en vestigingsplaatsfactoren: een multivariate regressieanalyse RSAN voorjaarsmiddag Antwerpen 24/04/2014 Frank van Dongen, Olaf Jonkeren & Otto Raspe 1 Agenda Motivatie Onderzoeksvraag

Nadere informatie

Tekst in verdana of georgia

Tekst in verdana of georgia Tekst in verdana of georgia 11-06-2013 Scenarioverkenning Welkom bij de scenarioverkenning Tekst in verdana of georgia 11-06-2013 Scenarioverkenning Programma: 9.30 uur Welkom en inleiding Maurits Schaafsma

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Platform31 De concurrentiepositie van Nederlandse steden. Nieuwe inzichten voor de Utrechtse economie en voor intergemeentelijke samenwerking Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling

Nadere informatie

DE ECONOMIE VAN DE STAD IN DE MONDIALE CONCURRENTIE. Otto Raspe Planbureau voor de Leefomgeving

DE ECONOMIE VAN DE STAD IN DE MONDIALE CONCURRENTIE. Otto Raspe Planbureau voor de Leefomgeving 20 DE ECONOMIE VAN DE STAD 02 IN DE MONDIALE CONCURRENTIE Otto Raspe Planbureau voor de Leefomgeving Inleiding De laatste decennia waren we getuige van een sterke globalisering van de economie. Aangejaagd

Nadere informatie

De internationale concurrentiekracht van. regio s in Europa. Frank van Oort Arjen Ruijs

De internationale concurrentiekracht van. regio s in Europa. Frank van Oort Arjen Ruijs De internationale concurrentiekracht van Nederlandse sectoren en regio s in Europa Mark Thissen Frank van Oort Arjen Ruijs Dario Diadato Aanleiding Aanleiding De internationale concurrentiekracht van Nederland

Nadere informatie

Regionaal Platform 20 april 2016

Regionaal Platform 20 april 2016 Regionaal Platform 20 april 2016 Programma Tijd Activiteit 13.00 uur Opening en welkom 13.15 uur Strategische agenda s metropoolvorming Door Staf Depla 14.00 uur Bereikbaarheidsopgave - stand van zaken

Nadere informatie

Steden als motoren van economische groei

Steden als motoren van economische groei Steden als motoren van economische groei CROW Inspiratiedag hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) Het Bimhuis, Amsterdam 7 December 2017 Dr. Otto Raspe 1 @ottoraspe @leefomgeving 2 Nieuwe geografie van banen

Nadere informatie

Regionaal economisch beleid voor een concurrerend Nederland

Regionaal economisch beleid voor een concurrerend Nederland Regionaal economisch beleid voor een concurrerend Nederland Olaf Jonkeren, Otto Raspe, Mark Thissen, Frank van Dongen Nederlandse bedrijven krijgen meer en meer te maken met een internationaler competitief

Nadere informatie

steden Concurrentiekracht van polycentrische 16 2015/01 S+RO Mark Thissen Planureau voor de Leefomgeving Mark.Thissen@pbl.nl

steden Concurrentiekracht van polycentrische 16 2015/01 S+RO Mark Thissen Planureau voor de Leefomgeving Mark.Thissen@pbl.nl 16 2015/01 S+RO Mark Thissen Planureau voor de Leefomgeving Mark.Thissen@pbl.nl Frank van Oort Erasmus Universiteit Rotterdam, Universiteit Utrecht F.G.vanOort@uu.nl Zuidas Amsterdam, financiële en zakelijke

Nadere informatie

Beleidscommissie Strategische raadsagenda. Visie op positionering Harderwijk 9 februari 2017

Beleidscommissie Strategische raadsagenda. Visie op positionering Harderwijk 9 februari 2017 Beleidscommissie Strategische raadsagenda Visie op positionering Harderwijk 9 februari 2017 Opdracht strategische raadsagenda Wat willen we bereiken: Visie op de positionering van Harderwijk in de context

Nadere informatie

Nederland in Europese systemen en netwerken Internationale Concurrentiepositie van de Noordvleugel van de Randstad

Nederland in Europese systemen en netwerken Internationale Concurrentiepositie van de Noordvleugel van de Randstad Nederland in Europese systemen en netwerken Internationale Concurrentiepositie van de Noordvleugel van de Randstad Mark Thissen Aanleiding: Verzoek EZ De vernieuwende ruimtelijk-economische visie op de

Nadere informatie

Geplaatst in het Financieele Dagblad van zaterdag 19 februari Denk niet langer in termen van gemeente- en provinciegrenzen

Geplaatst in het Financieele Dagblad van zaterdag 19 februari Denk niet langer in termen van gemeente- en provinciegrenzen Geplaatst in het Financieele Dagblad van zaterdag 19 februari 2011 Denk niet langer in termen van gemeente- en provinciegrenzen Economie vraagt om een beter passende ruimtelijke schaal Willem van der Velden

Nadere informatie

DUURZAME VERSTEDELIJKING & AGGLOMERATIEKRACHT

DUURZAME VERSTEDELIJKING & AGGLOMERATIEKRACHT Vereniging Deltametropool i.s.m. College van Rijksadviseurs DUURZAME VERSTEDELIJKING & AGGLOMERATIEKRACHT 14.10.2014 Metropolen zijn de krachtbronnen van de wereldeconomie De economische ontwikkeling concentreert

Nadere informatie

Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)

Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS) Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS) versterking internationale concurrentiekracht Noordelijke en Zuidelijke Randstad & Brainport Eindhoven RE(OS)FLECTIES Utrecht, 3 maart 2016 ir. Harry van

Nadere informatie

Vijf overtuigende vestigingsfactoren

Vijf overtuigende vestigingsfactoren SCHIJF van VIJF Vijf overtuigende vestigingsfactoren Binnen Nederland biedt bedrijvenpark Laarakker een uitstekende locatie voor bedrijven in de agrifoodindustrie Een gezonde keuze om uw bedrijf hier

Nadere informatie

Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Marion Stein secretaris/algemeen directeur Stadsgewest Haaglanden m.stein@haaglanden.nl

Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Marion Stein secretaris/algemeen directeur Stadsgewest Haaglanden m.stein@haaglanden.nl Metropoolregio Rotterdam Den Haag Marion Stein secretaris/algemeen directeur Stadsgewest Haaglanden m.stein@haaglanden.nl 2 3 Metropoolregio by night feb 2012 4 Aanleiding voor Metropoolregio RDH [1] Randstad

Nadere informatie

Nederland als vestigingsplaats g voor buitenlandse bedrijven

Nederland als vestigingsplaats g voor buitenlandse bedrijven Nederland als vestigingsplaats g voor buitenlandse bedrijven 1 Aanleiding Sinds jaren '90 sterke toename van investeringen ingen door buitenlandse bedrijven (FDI) Door open en sterk internationaal georiënteerde

Nadere informatie

Winnaars en verliezers

Winnaars en verliezers Winnaars en verliezers Regionaal economische concurrentie in Nederland en Vlaanderen Mark Thissen & Frank van Oort Project: Napoleon, platform 31 & PBL RSA Nederland Voorjaarsdag 2014: Mobiliteit en Infrastructuur

Nadere informatie

Samenvatting ... 7 Samenvatting

Samenvatting ... 7 Samenvatting Samenvatting... In rapporten en beleidsnotities wordt veelvuldig genoemd dat de aanwezigheid van een grote luchthaven én een grote zeehaven in één land of regio, voor de economie een bijzondere meerwaarde

Nadere informatie

Veerkracht en de regionale arbeidsmarkt

Veerkracht en de regionale arbeidsmarkt Veerkracht en de regionale arbeidsmarkt Kansen op vernieuwing in Rijnmond Economische Verkenningen Rotterdam, 26 februari 2014 Anet Weterings (PBL) & Frank van Oort (UU) Regionale sectorstructuur en groei

Nadere informatie

Brabant 6. Visie Hoofdopgaven Gebieden met concentratie van opgaven van nationaal belang Overige gebiedsopgaven Kaarten Project- en programmabladen

Brabant 6. Visie Hoofdopgaven Gebieden met concentratie van opgaven van nationaal belang Overige gebiedsopgaven Kaarten Project- en programmabladen Brabant 6 Visie Hoofdopgaven Gebieden met concentratie van opgaven van nationaal belang Overige gebiedsopgaven Kaarten Project- en programmabladen Visie Het MIRT-gebied Brabant omvat de provincie Noord-Brabant.

Nadere informatie

Notitie. De veerkracht van de Noord- Brabantse economie bij een schok in de hightechsector. Notitie voor de provincie Noord-Brabant

Notitie. De veerkracht van de Noord- Brabantse economie bij een schok in de hightechsector. Notitie voor de provincie Noord-Brabant Notitie De veerkracht van de Noord- Brabantse economie bij een schok in de hightechsector Notitie voor de provincie Noord-Brabant Anet Weterings m.m.v. Dario Diodato, Martijn van den Berge & Otto Raspe

Nadere informatie

Introductie Metropoolregio Rotterdam Den Haag

Introductie Metropoolregio Rotterdam Den Haag Introductie Metropoolregio Rotterdam Den Haag Aanleiding voor Metropoolregio RDH [1] Randstad 2040 (Structuurvisie Rijk, 2008/09) Herwaardering belang steden voor economie Randstad geen samenhangende metropool

Nadere informatie

REGIONALE VERSCHILLEN IN HET CARRIÈREVERLOOP VAN SCHOOLVERLATERS

REGIONALE VERSCHILLEN IN HET CARRIÈREVERLOOP VAN SCHOOLVERLATERS REGIONALE VERSCHILLEN IN HET CARRIÈREVERLOOP VAN SCHOOLVERLATERS Notitie Anet Weterings (PBL), Marten Middeldorp (RUG) en Martijn van den Berge (PBL) 15 oktober 2018 Regionale verschillen in het carrièreverloop

Nadere informatie

MKB Regionaal Bekeken

MKB Regionaal Bekeken M201214 MKB Regionaal Bekeken Economische specialisatie van het MKB H.S. van der Kroon Zoetermeer, 8 oktober 2012 MKB draagt substantieel bij aan economische specialisaties van regio's Economische specialisatie

Nadere informatie

Regionale Concurrentie in ESPON

Regionale Concurrentie in ESPON Synthese van ESPON- Projecten Regionale Concurrentie in ESPON Projects: TIPTAP, FOCI Projecten: FOCI, ATTREG, TIGER ESPON is het European Observation Network on Territorial Development and Cohesion. 1

Nadere informatie

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West 2030 Station Nieuwe Meer is niet alleen een nieuwe metrostation verbonden met Schiphol, Hoofddorp, Zuidas en de Amsterdamse

Nadere informatie

Adaptieve Gebiedsagenda / Investeringsprogramma. Victor / Klaas

Adaptieve Gebiedsagenda / Investeringsprogramma. Victor / Klaas Adaptieve Gebiedsagenda / Investeringsprogramma Victor / Klaas Ondertussen in de regio Roadmap Next Economy Oeso-rapport Investeringsprogramma / Tordoir Real Life Testing Ground NOA / NOVI REOS Monitor

Nadere informatie

De Verdeelde Triomf. Ateliersessie Trek naar de Stad Provincie Flevoland, Lelystad. 23 maart 2016 Dr. Otto #verdeeldetriomf

De Verdeelde Triomf. Ateliersessie Trek naar de Stad Provincie Flevoland, Lelystad. 23 maart 2016 Dr. Otto #verdeeldetriomf De Verdeelde Triomf Ateliersessie Trek naar de Stad Provincie Flevoland, Lelystad 23 maart 2016 Dr. Otto Raspe 1 @ottoraspe #verdeeldetriomf Trends in de regionale economie http://www.pbl.nl/sites/default/files/cms/publicaties/pbl_2014_trendsin-de-regionale-economie_1374.pdf

Nadere informatie

MIRT Onderzoek FoodValley

MIRT Onderzoek FoodValley MIRT Onderzoek FoodValley Dutch Food to the European Top Management Samenvatting 15 oktober 2013 Status: Definitief Datum: 15 oktober 2013 Een product van: Bureau Stedelijke Planning bv Klein Amerika 18

Nadere informatie

Het belang van het MKB

Het belang van het MKB MKB Regio Top 40 Themabericht Rogier Aalders De nieuwe MKB Regio Top 40 is uit. Zoals u van ons gewend bent, rangschikken we daarin de veertig Nederlandse regio s op basis van de prestaties van het MKB

Nadere informatie

Hoe vitaal is de Zuidvleugel?

Hoe vitaal is de Zuidvleugel? Hoe vitaal is de Zuidvleugel? Symposium Naar een schone en vitale Zuidvleugel Henri L.F. de Groot Vrije Universiteit en Ecorys NEI Opzet Positionering van de regio (naar tijd en plaats) De grote recessie

Nadere informatie

Woon- en leefklimaat Zuid-Holland vanuit bedrijfsoptiek

Woon- en leefklimaat Zuid-Holland vanuit bedrijfsoptiek Woon- en leefklimaat Zuid-Holland vanuit bedrijfsoptiek Den Haag, 1 juni 2015 Agenda 1 Kader: relatie wonen-werken 2 Opzet onderzoek 3 Werkgelegenheid 4 Waardering woon- en leefklimaat 5 Rol woon- en leefklimaat

Nadere informatie

Stedelijke regio s Samen Sterk

Stedelijke regio s Samen Sterk Stedelijke regio s Samen Sterk De grote steden, provincies en het rijk zetten samen schouders onder concurrentiepositie NL Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS) voor de Noordelijke Randstad,

Nadere informatie

Recreatief aanbod voor wandelen en fietsen,

Recreatief aanbod voor wandelen en fietsen, Indicator 8 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aanbod aan recreatiemogelijkheden

Nadere informatie

Bereikbaarheidsindicator: hemelsbrede reissnelheid,

Bereikbaarheidsindicator: hemelsbrede reissnelheid, Bereikbaarheidsindicator: hemelsbrede reissnelheid, 2004-2009 Indicator 20 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Samenhang in de Zuidwestelijke Delta/ voorlopige bevindingen

Samenhang in de Zuidwestelijke Delta/ voorlopige bevindingen Samenhang in de Zuidwestelijke Delta/ voorlopige bevindingen Ruimteconferentie Den Haag 21 mei 2013 Zuidwestelijke Delta Beleid is in beweging De Delta is niet leeg Samenhang We hebben geleerd dat je waterplannen

Nadere informatie

BRAINPORT MONITOR SAMENVATTING - 9 E EDITIE BRAINPORT BLIJVEND SUCCES

BRAINPORT MONITOR SAMENVATTING - 9 E EDITIE BRAINPORT BLIJVEND SUCCES BRAINPORT MONITOR 2016 - SAMENVATTING - 9 E EDITIE BRAINPORT BLIJVEND SUCCES BRAINPORT NEXT GENERATION Meedoen MEER MENSEN DIE MEE DOEN Concurreren DIE SAMEN MEER CREËREN Verdienen EN SAMEN MEER VERDIENEN!

Nadere informatie

TOPSECTOREN EN REGIO S

TOPSECTOREN EN REGIO S TOPSECTOREN EN REGIO S De relatie tussen vestigingsplaatsfactoren en de concentratie van de topsectoren Frank van Dongen, Olaf Jonkeren, Otto Raspe 6 mei 2014 Dit onderzoek maakt deel uit van een samenwerking

Nadere informatie

Bedrijven en bevolking in beweging

Bedrijven en bevolking in beweging M201110 Bedrijven en bevolking in beweging Regionale bedrijvendynamiek en -migratie in relatie tot verstedelijking, periode 1988-2009 drs. R. Braaksma drs. W.V.M. van Rijt-Veltman Zoetermeer, 20 juni 2011

Nadere informatie

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven September 2008 Een nieuwe naam, een nieuw model Ook dit jaar kent onze Regio Top 40 weer enkele verrassende uitkomsten. Lees in deze uitgave hoe winnaars

Nadere informatie

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied,

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied, Indicator 6 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aandeel uitbreiding van

Nadere informatie

Metropoolregio Rotterdam Den Haag en Holland Rijnland

Metropoolregio Rotterdam Den Haag en Holland Rijnland Metropoolregio Rotterdam Den Haag en Holland Rijnland De aanleiding Metropoolregio by night feb 2012 Aanleiding voor Metropoolregio RDH [1] Randstad 2040 (Structuurvisie Rijk, 2008/09) Herwaardering

Nadere informatie

Thema Rotterdam <i>rotterdam in de metropoolregio<i> Marloes Hoogerbrugge TU Delft en Platform31 <i>m.m.hoogerbrugge@tudelft.nl<i>

Thema Rotterdam <i>rotterdam in de metropoolregio<i> Marloes Hoogerbrugge TU Delft en Platform31 <i>m.m.hoogerbrugge@tudelft.nl<i> Thema Rotterdam rotterdam in de metropoolregio Marloes Hoogerbrugge TU Delft en Platform31 m.m.hoogerbrugge@tudelft.nl Evert Meijers TU Delft e.j.meijers@tudelft.nl Martijn Burger Erasmus

Nadere informatie

Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB

Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB High Tech Systems & Materials Life Sciences & Health Agro-Food Logistiek BEDRIJVEN Water Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB Creatieve Industrie Energie Meer geld en betere dienstverlening

Nadere informatie

Presentatie Actieplan FoodValley

Presentatie Actieplan FoodValley Presentatie Actieplan FoodValley Doorontwikkeling FoodValley Ambitie 26 oktober 2012 FoodValley: kristallisatiepunt voor innovaties in agrofoodsector (1) Sense of urgency: wereldvoedselproblematiek en

Nadere informatie

De ruimtelijke structuur van de clusters van nationaal belang. Otto Raspe en Martijn van den Berge

De ruimtelijke structuur van de clusters van nationaal belang. Otto Raspe en Martijn van den Berge De ruimtelijke structuur van de clusters van nationaal belang Otto Raspe en Martijn van den Berge Samenvatting Het ministerie van Economische Zaken werkt aan de herijking van zijn economische stimuleringsprogramma

Nadere informatie

Project Ruimtelijke Opgaven

Project Ruimtelijke Opgaven Project Ruimtelijke Opgaven Ruimteconferentie 1 Accenten Structuurvisie IenR 1. Economie Prioriteit A dam, R dam, Eindhoven Ports, valleys Bereikbaarheid 2. Decentralisatie Bundeling, verdichting Natuur,

Nadere informatie

Nederland als vestigingsplaats voor buitenlandse bedrijven

Nederland als vestigingsplaats voor buitenlandse bedrijven Nederland als vestigingsplaats voor buitenlandse bedrijven 1 Aanleiding Sinds jaren '90 sterke toename van investeringen door buitenlandse bedrijven (FDI) Door open en sterk internationaal georiënteerde

Nadere informatie

Programma Regionaal Platform 20 april 2016 Locatie: Van der Valk Hotel, Aalsterweg 322 te Eindhoven

Programma Regionaal Platform 20 april 2016 Locatie: Van der Valk Hotel, Aalsterweg 322 te Eindhoven Programma Regionaal Platform 20 april 2016 Locatie: Van der Valk Hotel, Aalsterweg 322 te Eindhoven Tijd Vanaf 12.00 uur Activiteit Inloop met broodjeslunch 13.00 uur Opening en welkom, mededelingen 13.15

Nadere informatie

Achilleshiel van de Rotterdamse economie. Smart Urban Region. De arbeidsmarkt als. Rotterdam als

Achilleshiel van de Rotterdamse economie. Smart Urban Region. De arbeidsmarkt als. Rotterdam als Rotterdam als Smart Urban Region De arbeidsmarkt als Achilleshiel van de Rotterdamse economie Frank van Oort 17 februari 2016 1 Opschaling 2 Bottom-up Mobiliteit, transities en keuzevrijheid in de stad

Nadere informatie

MidsizeNL Eerste lessen uit een kennis en inspiratie traject

MidsizeNL Eerste lessen uit een kennis en inspiratie traject MidsizeNL Eerste lessen uit een kennis en inspiratie traject Reisschema langs Midsize NL Het waarom: voor op het nachtkastje Waar ligt midsize NL? 7 trends en veel meer vragen Blik vooruit: scenario s

Nadere informatie

Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013

Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013 Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013 1 PBL project Verstedelijking & Infrastructuur Analyseren van verwachte knelpunten en kansen bij afstemming verstedelijking en infrastructuur Samenhang

Nadere informatie

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied,

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied, Indicator 7 September 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aandeel uitbreiding van

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Public Affairs. Public Affairs. Adaptieve Agenda Zuidelijke Randstad november 2013

Public Affairs. Public Affairs. Adaptieve Agenda Zuidelijke Randstad november 2013 Public Affairs Adaptieve Agenda Zuidelijke Randstad 2040 5 november 2013 Public Affairs Directeur Ruimtelijk-Economische Strategie de heer Ten Dolle Inhoud Onduidelijkheid terminologie Resultaten Toekomst

Nadere informatie

G100 TERUGBLIK G100. 28 maart 2011

G100 TERUGBLIK G100. 28 maart 2011 G100 28-03-2011 Thema: Industriebeleid TERUGBLIK G100 28 maart 2011 Programma 17.00 uur Ontvangst deelnemers 17.30 uur Openingswoord en inleidingen Rob de Wijk en Peter Swinkels 18.15 uur Discussie onder

Nadere informatie

Een Toekomst voor de Stad

Een Toekomst voor de Stad Een Toekomst voor de Stad Decentralisatie en opschaling in een dynamische wereld Henri L.F. de Groot Vrije Universiteit en Ecorys Deze bijdrage Recente stedelijke ontwikkeling The Urban Triumph... in een

Nadere informatie

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden,

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden, Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden, 1996-2015 Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Inwoners en huishoudens per gemeente, provincie en in de Randstad,

Inwoners en huishoudens per gemeente, provincie en in de Randstad, Inwoners en huishoudens per gemeente, provincie en in de Randstad, 2000-2006 Indicator 8 december 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Basis is oké; organisatiekracht moet beter. prof. mr. Friso de Zeeuw praktijkhoogleraar gebiedsontwikkeling TU Delft

Basis is oké; organisatiekracht moet beter. prof. mr. Friso de Zeeuw praktijkhoogleraar gebiedsontwikkeling TU Delft Basis is oké; organisatiekracht moet beter prof. mr. Friso de Zeeuw praktijkhoogleraar gebiedsontwikkeling TU Delft Tien jaar later Tien jaar geleden verscheen: Ontwikkelingsperspectief NHN Coproductie

Nadere informatie

Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden,

Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden, Indicator 10 september 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aandeel woningen en inwoners

Nadere informatie

Van Wederopbouw naar Reconstructie

Van Wederopbouw naar Reconstructie Van Wederopbouw naar Reconstructie Maarten Hajer Volg PBL: @leefomgeving @maartenhajer 1985/7, Nederland Nu Als Ontwerp Vier scenario s Zorgvuldig Dynamisch Kritisch Ontspannen De geschiedenis Wederopbouw,

Nadere informatie

Culturele en natuurlijke kernkwaliteiten van het landschap

Culturele en natuurlijke kernkwaliteiten van het landschap Indicator 8 september 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Ecologische, aardkundige en

Nadere informatie

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Op 11 september 2018 zijn zo n 80 medewerkers van verschillende Noord- en Midden-Limburgse gemeenten, het Waterschap, het Rijk, Provinciale Staten, andere

Nadere informatie

IS DE METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG KLAAR VOOR DE GROENE RACE?

IS DE METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG KLAAR VOOR DE GROENE RACE? IS DE METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG KLAAR VOOR DE GROENE RACE? Essay op verzoek van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag Otto Raspe & Martijn van de Berge 30 januari 2014 De Metropoolregio Rotterdam

Nadere informatie

Werken binnen bestaand bebouwd gebied,

Werken binnen bestaand bebouwd gebied, Indicator 6 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Uitbreiding van bedrijfsvestigingen

Nadere informatie

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid M.F. Dufresne. sv RIS120261_28-sep-2004 Regnr. DSO/ Den Haag, 28 september 2004

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid M.F. Dufresne. sv RIS120261_28-sep-2004 Regnr. DSO/ Den Haag, 28 september 2004 Gemeente Den Haag BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid M.F. Dufresne sv 2004.410 RIS120261_28-sep-2004 Regnr. DSO/2004.3061 Den Haag, 28 september 2004 Inzake: Internationale treinstations

Nadere informatie

De innovatieve stad. Mobility Matters Symposium De Doelen, Rotterdam. 11 april Dr.

De innovatieve stad. Mobility Matters Symposium De Doelen, Rotterdam. 11 april Dr. De innovatieve stad Mobility Matters Symposium De Doelen, Rotterdam 11 april 2017 Dr. Otto Raspe 1 @ottoraspe @leefomgeving Nieuwe geografie van banen Triomf van de stad (agglomeratie-voordelen) Maar niet

Nadere informatie

Een nieuwe ruimtelijke visie voor de regio Arnhem-Nijmegen?

Een nieuwe ruimtelijke visie voor de regio Arnhem-Nijmegen? Een nieuwe ruimtelijke visie voor de regio Arnhem-Nijmegen? Presentatie Ruimtelijke plannen voormalig Stadsregio Omgevingsvisie Gelderland Huidige situatie na opheffen stadsregio Doelstellingen Omgevingswet

Nadere informatie

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers AgriFood Capital Monitor 2018 Belangrijkste feiten en cijfers Inleiding AgriFood Capital Monitor In dit boekje presenteren wij de feiten en cijfers van de AgriFood Capital Monitor 2018*. De Monitor geeft

Nadere informatie

REGIONALE VERSCHILLEN IN CARRIÈREVERLOOP NA DE WW

REGIONALE VERSCHILLEN IN CARRIÈREVERLOOP NA DE WW REGIONALE VERSCHILLEN IN CARRIÈREVERLOOP NA DE WW Notitie Anet Weterings, Marten Middeldorp (RUG) en Martijn van den Berge 23 april 2018 Regionale verschillen in carrièreverloop na de WW De werkloosheidsuitkering

Nadere informatie

Economie Roermond trends en toekomst

Economie Roermond trends en toekomst Economie Roermond trends en toekomst Pieter Tordoir GPIO, Universiteit van Amsterdam Telos, Tilburg University Ruimtelijk Economisch Atelier Tordoir Outline Ontwikkelingen in (inter-)nationaal kader Positie

Nadere informatie

Linco Nieuwenhuyzen Adviseur Strategie Brainport Development

Linco Nieuwenhuyzen Adviseur Strategie Brainport Development Linco Nieuwenhuyzen Adviseur Strategie Brainport Development Brainport Development ontwikkelingsmaatschappij nieuwe stijl Bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid Strategie-ontwikkeling-uitvoering

Nadere informatie

The Netherlands of 2040. www.nl2040.nl

The Netherlands of 2040. www.nl2040.nl The Netherlands of 2040 www.nl2040.nl 1 Tijden veranderen 2 Tijden veranderen 3 Nieuwe CPB scenario studie Vraag Waarmee verdienen we ons brood in 2040? Aanpak Scenario s, geven inzicht in onzekerheid

Nadere informatie