De schulduitsluitingsgronden in rechtsvergelijkend perspectief met Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De schulduitsluitingsgronden in rechtsvergelijkend perspectief met Nederland"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar De schulduitsluitingsgronden in rechtsvergelijkend perspectief met Nederland Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Lina Capiau Studentennr Promotor: Professor Dr. Brice De Ruyver Commissaris: Professor Dr. Tom Vander Beken

2 2

3 3 Dankwoord Toen ik in 2008 mijn rechtenstudies startte, wist ik nog niet wat ik van de opleiding moest verwachten. Zou het wel interessant zijn? Kan ik de opleiding wel aan? Na de eerste examenperiode ondervond ik dat de rechtenopleiding mij wel lag en zette deze voort. Nu 5 jaar later, loopt mijn studieloopbaan bijna ten einde. Ik heb, zoals wellicht iedere rechtenstudent, veel kennis verorberd maar uiteraard ook wat gepuft en gezweet tijdens de examenperiodes. Gedurende de laatste twee jaar heb ik voor mijn masterproef veel in de bibliotheek vertoefd en een aantal keer een reisje naar de bibliotheek van de universiteit van Leiden moeten maken. Hoewel ik ook bij het schrijven bij deze masterproef heel wat gezwoegd heb, ben ik blij dat ik als kers op de taart van mijn rechtenopleiding, dit werkstuk kan afgeven. Ik wil vooreerst mijn promotor Brice De Ruyver bedanken omdat hij mij goed op weg heeft gezet en voor het lezen en quoteren van mijn masterproef. Daarnaast zou ik graag mijn vader en zus, Gratiën en Ilse Capiau, willen bedanken voor het nalezen van mijn masterpoef op schoonheidsfoutjes en voor de morele steun gedurende deze twee jaar. Ook mijn vriend Ward Deruyter wil ik bedanken voor het werken aan mijn lay-out en om er voor mij te zijn tijdens de stressvolle momenten die ik heb ervaren tijdens het schrijven van mijn masterproef. Tenslotte wil ik ook mijn vriendinnen Jolien Schoukens en Sarah Lallemand vermelden voor het aanhoren van mijn verhalen over de schulduitsluitingsgronden gedurende deze twee jaar. Met hun steun heb ik mijn masterproef tot een goed einde kunnen brengen.

4 4 Inhoudstafel Dankwoord... 3 Inhoudstafel... 4 Inleiding Deel 1. Algemene situering schulduitsluitingsgronden Afdeling 1. Essentiële bestanddelen misdrijf Constitutieve bestanddelen van het misdrijf in België Voorwaarden van strafbaarheid in Nederland Afdeling 2. De verschillende betekenissen van schuld België Nederland Afdeling 3. De schuldvorm vereist voor het misdrijf België De discussie De klassieke theorie Het opzet De onachtzaamheid Materiële misdrijven De theorie van Robert Legros Nederland Slechts één theorie Het opzet Culpa of onachtzaamheid Overtredingen Afdeling 4. De schulduitsluitingsgronden... 34

5 5 1. Begrip Geschreven en ongeschreven schulduitsluitginsgronden De geschreven schulduitsluitingsgronden België Nederland De ongeschreven schulduitsluitingsgronden België Nederland Verschil met de rechtvaardigingsgronden België Nederland Afdeling 5. De gelede vraagstelling Deel 2 Dwang of overmacht Afdeling 1. Algemeen Afdeling 2. Inhoud Wettelijk regeling België Nederland Vormen België Nederland Afdeling 3. Toepassingsvoorwaarden België Nederland Afdeling 4. Dwang en noodtoestand Afdeling 5. Besluit Deel 3 Dwaling en onwetendheid... 58

6 6 Afdeling 1. Algemeen Afdeling 2. Inhoud Zelfde begrip in België en Nederland Vormen van dwaling Afdeling 3. De feitelijke dwaling en rechtsdwaling Feitelijke dwaling (error facti) Oorsprong België Nederland Begrip Rechtsdwaling (error juris) Oorsprong België Nederland Begrip Toepassingsvoorwaarden feitelijke dwaling en rechtsdwaling Gelijke toepassingsvoorwaarden in België en Nederland Voorwaarde van onoverwinnelijkheid België Nederland De dwaling moet slaan op een essentieel element van het misdrijf België Nederland Bijkomende toepassingsvoorwaarden in Nederland Afdeling 4. Putatieve rechtvaardigingsgronden Afdeling 5. Verontschuldigbare onmacht Begrip Toepassingsvoorwaarden... 74

7 7 Afdeling 6. Maximale zorgvuldigheid Afdeling 7. Verhouding dwaling tot de andere schulduitsluitingsgronden Afdeling 8. Rechtspraak in België en Nederland Afdeling 9. Besluit Deel 4 Het onbevoegd gegeven ambtelijk bevel Afdeling 1. Algemeen Afdeling 2. Het ambtelijk/ hoger bevel Terminologie Inhoud Wettelijke regeling België Nederland Wie kan zich beroepen op het ambtelijk/hoger bevel? Ambtelijk/hoger bevel en wettelijk voorschrift Toepassingsvoorwaarden gelijk aan België en Nederland Bijkomende toepassingsvoorwaarde in Nederland: ter uitvoering Afdeling 3. Onbevoegd gegeven ambtelijk bevel Inhoud Wettelijke regeling Ratio onbevoegd gegeven ambtelijk bevel Toepassingsvoorwaarden Culpa in causa Afdeling 4. Belgische alternatieven voor onbevoegd gegeven ambtelijk bevel Dwang en dwaling Bijzondere regeling voor ambtenaren Wettelijke regeling Ratio bijzonder regeling... 94

8 Toepassingsvoorwaarden Statuut artikel 152 en 260 Sw Afdeling 5. Onbevoegd gegeven hoger bevel als schulduitsluitingsgrond in België? Afdeling 6. Besluit Deel 5 Noodweerexces Afdeling 1. Algemeen Afdeling 2. Noodweer Begrip De toepassingsvoorwaarden Afdeling 3. Noodweerexces Begrip De toepassingsvoorwaarden Schematisch overzicht noodweer(exces) Noodweerexces in het Belgisch strafrecht Afdeling 4. Hebben wij nood aan een uitbreiding van de noodweer en de rechtsfiguur noodweerexces? Afdeling 5. Besluit Deel 6 Ontoerekeningsvatbaarheid: jeugdige leeftijd en geestesstoornis Afdeling 1. Algemeen Afdeling 2. Terminologie Afdeling 3. De geestesgestoorden De toerekeningsvatbaarheid in België Artikel 71 Sw Wet Bescherming Maatschappij Toerekenbaarheid in Nederland Ontoerekenbaarheid Verminderde toerekenbaarheid De internering (België) en de terbeschikkingstelling (Nederland)

9 Toepasselijke wetgeving België Nederland Voorwaarden Voorwaarden voor de internering Voorwaarden voor de terbeschikkingstelling Het deskundigenverslag België Nederland Onderscheid TBS met dwangverpleging en TBS met voorwaarden Duur van de internering/tbs en beëindiging België Nederland Kritiek op de Belgische rechtsregeling Afdeling 4. De jeugdige leeftijd Algemeen Toepasselijke wetgeving België Nederland Leeftijdsgrenzen België Nederland De interventie bij jeugddelinquentie Mogelijke acties op parketniveau België Nederland De onderzoeksfase of voorbereidende fase België Nederland

10 De berechtingsfase België Nederland Maatregelen (België) en straffen (Nederland) België Nederland De uithandengeving België Nederland De verkeersmisdrijven Afdeling 5. Besluit Deel 7 Eindconclusie Bibliografie

11 11 Inleiding In dit werkstuk zal ik, naar gelijkluidende titel, de in België bestaande schulduitsluitingsgronden vergelijken met deze in Nederland. Onze noorderburen zijn net zoals wij vertrokken van hetzelfde strafwetboek, namelijk de Code pénal van In de loop der tijd heeft dit wetboek in beide Lage Landen een aantal aanpassingen ondergaan en zijn er verschillende opvattingen over bepaalde rechtsmateries gegroeid. Toch blijft zowel in het Belgische als in het Nederlandse rechtssysteem één grote gelijkenis bestaan en dat wordt verwoord door het algemeen beginsel nullum crimen sine lege of geen straf zonder schuld. In beide landen wordt algemeen aanvaard dat het strafrecht een schuldstrafrecht is. Een persoon kan niet gestraft worden wanneer hem geen schuld treft. De schulduitsluitingsgronden zijn omstandigheden die met zich meebrengen dat het gepleegde misdrijf niet aan de dader kan worden verweten. De schuld wordt in dit geval opgeheven en de persoon kan dus niet gestraft worden. Zowel in België als in Nederland gelden een aantal geschreven en ongeschreven schulduitsluitingsgronden die in deze masterproef grondig onder de loep zullen worden genomen. Kennen wij in België dezelfde schulduitsluitingsgronden als in Nederland? Welke zijn de verschillen en gelijkenissen tussen deze schulduisluitingsgronden? Gebruiken wij dezelfde terminologie? Beschikt Nederland over schulduitsluitingsgronden die wij in ons strafrecht niet kennen? Zouden deze schulduitsluitingsgronden bepaalde leemtes in ons strafrecht kunnen opvullen? In onderstaande uiteenzetting over de gronden van schulduitsluiting zal ik deze vragen allemaal trachten te beantwoorden. In deel 1 van het werkstuk zal ik de schulduitsluitingsgronden situeren in het Belgische en in het Nederlandse strafrecht. Vooreerst komen de constitutieve bestanddelen van het misdrijf aan bod, waarbij ik mij vooral zal toespitsen op het moreel element. Daarna worden de verschillende schuldvormen, opzet en onachtzaamheid, van dichterbij bekeken. Tenslotte zullen de schulduitsluitingsgronden in het algemeen worden toegelicht. In de daarna volgende delen worden de verschillende schulduitsluitingsgronden afzonderlijk in vergelijkend perspectief bekeken met Nederland. In deel 2 en deel 3 komen de dwang en dwaling aan bod die zowel in België en Nederland een bestaan kennen. Deel 4 en deel 5

12 12 zullen gewijd worden aan de schulduitsluitingsgronden die in Nederland worden aanvaard, maar niet in België zijn gekend, namelijk het onbevoegd gegeven ambtelijk bevel en noodweerexces. In deel 6 worden de gronden van niet-toerekeningsvatbaarheid toegelicht, met name de geestesstoornis en de jeugdige leeftijd. Tenslotte zullen in deel 7 in het kort nog eens alle gelijkenissen, verschillen, kritieken en aanbevelingen op een rijtje worden gezet en gecommentarieerd worden.

13 13 Deel 1. Algemene situering schulduitsluitingsgronden Afdeling 1. Essentiële bestanddelen misdrijf 1. Constitutieve bestanddelen van het misdrijf in België Een misdrijf kan in België gedefinieerd worden als een gedraging die door de wet omschreven is en waarop een straf wordt gesteld 1. Om van het bestaan van een misdrijf te spreken dienen er een aantal constitutieve elementen aanwezig te zijn. Traditioneel wordt het moreel element en het materieel element als essentiële bestanddelen van het misdrijf beschouwd. Wanneer één van deze bestanddelen ontbreekt, is er geen misdrijf 2. Wat houdt het materieel en moreel element nu precies in? Het materieel element is de uiterlijk waarneembare gedraging, waardoor de strafwet wordt overtreden 3. Met het moreel bestanddeel van het misdrijf wordt in de enge betekenis de schuldvorm (opzet en onachtzaamheid) bedoeld waarmee de gedraging is gesteld en in bredere zin de afwezigheid van één van de schulduitsluitingsgronden 4. Een aantal auteurs menen dat het misdrijf nog uit een derde component bestaat, namelijk de wederrechtelijkheid 5. Het wederrechtelijk bestanddeel zou duiden op de afwezigheid van rechtvaardigingsgronden. Naast de vervulling van de materiële en morele component van het misdrijf, mag het misdrijf bovendien niet gerechtvaardigd zijn. De Belgische auteur A. De Nauw is echter wel van mening dat een duidelijk onderscheid moet gemaakt worden tussen de bestanddelen van het misdrijf (materieel en moreel bestanddeel) en de 1 C.J. VANHOUDT en C. CALEWAERT, Belgisch Strafrecht, Gent, Story-scientia, 1976, A. DE NAUW, Inleiding tot het algemeen strafrecht, Brugge, Die Keure, 2008, C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht, Strafprocesrecht en Internationaal Strafrecht, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2006, 148; Cass. 2 november 1993, Arr. Cass., 1993, C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht, Strafprocesrecht en Internationaal Strafrecht, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2006, L. DUPONT en R. VERSTRAETEN, Handboek Belgisch Strafrecht, Leuven, Acco, 1989, nr ; F. TULKENS en M. VAN DEN KERCHOVE, Introduction du droit pénal, Diegem, Kluwer, 1999,

14 14 rechtvaardigingsgronden. Processueel moet het openbaar ministerie immers van het bestaan van het moreel en materieel element het bewijs leveren, terwijl voor de rechtvaardigingsgronden de beklaagde eerst de gronden met enige geloofwaardigheid moet aanvoeren, waarbij het openbaar ministerie dan de onjuistheid van deze gronden moet bewijzen 6. Sommige auteurs onderscheiden naast het moreel en materieel bestanddeel ook nog het passief en actief subject als element van het misdrijf. De dader (actief subject) en het slachtoffer (passief subject) worden dan ook als constitutief element van het misdrijf aangemerkt Voorwaarden van strafbaarheid in Nederland Waar in België (constitutieve) bestanddelen en elementen door de meeste auteurs als synoniemen van elkaar worden beschouwd 8, dekken deze begrippen in Nederland niet dezelfde lading. De Nederlandse literatuur maakt unaniem een onderscheid tussen de bestanddelen en de elementen van het misdrijf. Onder het begrip bestanddelen kan alles wat in de delictomschrijving voorkomt worden ondergebracht. Dit betreft alle onderdelen in de delictomschrijving van de strafbaarstelling waaraan het delict zijn eigen karakter ontleent en zich daardoor onderscheidt van andere delicten. Onder elementen kan de wederrechtelijkheid en de schuld worden gerekend 9. De bestanddelen en elementen vormen samen de voorwaarden van strafbaarheid 10. Men spreekt dan van een strafbare gedraging wanneer (1) een menselijke gedraging (=bestanddeel), (2) die in haar kenmerken beantwoordt aan een delictomschrijving (=bestanddeel), (3) wederrechtelijk is (=element) en (4) aan schuld te wijten is (=element). Belangrijk voor de verdere uiteenzetting van mijn thesis is op te merken dat de schuldvorm 6 A. DE NAUW, Inleiding tot het algemeen strafrecht, Brugge, Die Keure, 2008, A. DE NAUW, Inleiding tot het algemeen strafrecht, Brugge, Die Keure, 2008, 37-39; J. CONSTANT, Manuel de droit pénal, Liège, Imp. des Invalides, 1953, Een voorbeeld van Belgische auteurs die een onderscheid wel relevant vinden: R. VERSTRAETEN en F. VERBRUGGEN, Strafrecht en strafprocesrecht voor bachelors, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2007, C.P.M. CLEIREN en J.F. NIJBOER, Strafrecht. Tekst en commentaar, Deventer, Kluwer, 2002, C.P.M. CLEIREN en J.F. NIJBOER, Strafrecht. Tekst en commentaar, Deventer, Kluwer, 2002, 292.

15 15 (opzet en onachtzaamheid) een schuldbestanddeel vormt van het strafbaar feit en de schulduitsluitingsgronden een element van het misdrijf uitmaakt. Aangezien mijn masterproef over de schulduitsluitingsgronden gaat, zal ik niet dieper ingaan op het materieel element, de wederrechtelijkheid en de bestanddelen en elementen van het strafbaar feit die niet de schuld betreffen. Afdeling 2. De verschillende betekenissen van schuld In beide landen volstaat het louter stellen van de strafbare gedraging niet. Er dient tevens enige schuld aanwezig te zijn. Maar wat dient juist te worden verstaan onder schuld? 1. België In België heerst grote verwarring over de inhoud van het srafrechtelijke schuldbegrip. Het dekt verschillende betekenissen die niet altijd echt duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn. C. van den Wyngaert en schrijvers R. Verstraeten en R. Verbruggen hebben het begrip schuld nader bekeken en komen tot volgende conclusies: R. Verstaeten en F. Verbruggen onderscheiden schuld vooreerst als een juridisch causaal verband tussen een feit of rechtssubject. Schuld moet dan opgevat worden in de zin van het begaan of het gepleegd hebben van een feit dat aan een wettelijke delictsomschrijving voldoet. Daarnaast kan onachtzaamheid gezien worden als een tweede betekenis van schuld (culpa). Schuld is een synoniem voor onachtzaamheid, onzorgvuldigheid of gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg, dat in contrast staat met het begrip opzet. Men spreekt dan van een culpoze gedraging (net zoals in Nederland). Hier betreft het dus niet alleen de uiterlijke band tussen feit en dader, maar ook de innerlijke ingesteldheid van de dader tegenover het gebeuren. De laatste betekenis van schuld is de verwijtbaarheid waar het schuldoordeel volgens R. Verstraeten en F. Verbruggen uiteindelijk om gaat. Schuld heeft hier een normatieve betekenis en komt neer op een in rechte negatief gekwalificeerde subjectieve ingesteldheid van de dader ten opzichte van zijn strafrechtelijke handeling of onthouding. Het wordt iemand kwalijk genomen dat hij een gedraging niet heeft vermeden, hoewel hij dat had kunnen en

16 16 moeten weten. Wanneer gesproken wordt over geen straf zonder schuld, dan is het deze betekenis dat moet worden gehanteerd 11. C. Van den Wyngaert erkent schuld eveneens als een meerduidig begrip. Volgens haar verwijst de schuld in de enge betekenis naar de schuldvorm van het misdrijf, namelijk opzet of onachtzaamheid. Verder stelt ze dat onder invloed van de normatieve schuldleer, waarvan R. Verstaeten en F. Verbruggen aanhangers zijn, ook de schuld in een bredere betekenis kan worden bekeken, namelijk in de zin van verwijtbaarheid. Het strafbaar feit dat met de vereiste schuldvorm, opzet of onachtzaamheid, wordt gepleegd, zal slechts tot een straf leiden wanneer de gedraging aan de dader kan worden verweten. Het bestaan van schulduitsluitingsgronden zal met andere woorden leiden tot straffeloosheid. In deze uitgebreide betekenis is het moreel element de positieve voorwaarde en de schulduitsluitingsgronden het negatieve element van het misdrijf Nederland Ook in Nederland wordt het wettelijk schuldbegrip op verschillende wijze gebruikt. De schuld omvat in eerste instantie de fysieke relatie tussen de dader en het feit. Schuld moet dan, net zoals R. Verstraeten en F. Verbruggen stellen, begrepen worden in de zin van het begaan hebben van een misdrijf. Vervolgens kan schuld, zoals eveneens aangehaald door Verstraeten en Verbruggen, duiden op onachtzaamheid. Artikel 307 Sr. bepaalt bijvoorbeeld: Hij aan wiens schuld de dood van een ander te wijten is, wordt gestraft met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste negen maanden. Dit artikel omschrijft de onopzettelijke doodslag (onachtzaamheidsmisdrijf/ culpoos misdrijf) waarbij de term schuld duidt op de onachtzaamheid. Tevens kan met schuld ook de schuldvorm bedoeld worden. Schuld is dan een verzamelbegrip voor opzet en onachtzaamheid. Ook C. Van den Wyngaert meent dat in de enge betekenis schuld duidt op het moreel element van het misdrijf. 11 R. VERSTRAETEN en F. VERBRUGGEN, Strafrecht en strafprocesrecht voor bachelors, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2007, C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht, Strafprocesrecht, Internationaal Stafrecht, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2006, 151.

17 17 Tenslotte kennen de Nederlanders naast het wettelijk schuldbegrip ook het theoretisch of fundamenteel schuldbegrip. Schuld betekent dan de verwijtbaarheid. In deze betekenis komt schuld niet voor in het Wetboek van Strafrecht, vandaar de benaming theoretisch of fundamenteel schuldbegrip 13. Deze betekenis werd eveneens door de Belgische auteurs aan het strafrechtelijk schuldbegrip gegeven. Afdeling 3. De schuldvorm vereist voor het misdrijf 1. België 1.1. De discussie Over het moreel bestanddeel van het misdrijf heerst in de rechtsliteratuur discussie. Het betreft hier één van de moeilijkste en meest omstreden hoofdstukken van het strafrecht. Waar er enigzins consensus over bestaat, is dat het loutere materieel element niet voldoende wordt geacht om te spreken van een misdrijf 14. Er is tevens een moreel element nodig. Daarnaast zijn auteurs het er ook over eens dat het moreel bestanddeel de vraag naar de strafrechtelijke schuld betreft en niet de eventuele morele, maatschappelijk of religieuze schuld is irrelevant 15. Tenslotte is er min of meer eensgezindheid over het feit dat de strafrechtelijke schuld twee componenten omvat, enerzijds de schuldbekwaamheid/toerekeningsvatbaarheid (infra) van de dader en anderzijds het voldoen aan de door de strafwet voor het misdrijf vereiste schuldvorm. Over deze schuldbekwaamheid is weinig discussie. Het is bij de schuldvorm dat het schoentje wringt 16. In deze uiteenzetting zal ik de discussie over de schuldvorm eenvoudig toelichten. Enerzijds is er de klassieke leer van Haus, de grondlegger van het Strafwetboek, anderzijds is er de theorie van Legros. 13 N. JÖRG en C. KELK, Strafrecht met mate, Deventer, Gouda-Quint, 1996, ; M.M. DOLMAN, Overmacht in het stelsel van strafuitsluitingsgronden, Nijmegen, Wolf Legal Publishers 2006, Eerste arrest: Cass. 12 mei 1987, R.W., , 538 en navolgende arresten: Cass. 13 december 1994, R.W , 533; Cass. 19 november 1997, J.L.M.B. 1999, P. ARNOU, Het moreel bestanddeel van het misdrijf: oude en nieuwe wegen doorheen het moeras, A.J.T , P. ARNOU, Het moreel bestanddeel van het misdrijf: oude en nieuwe wegen doorheen het moeras, A.J.T , 25.

18 De klassieke theorie In België onderscheiden de aanhangers van de klassieke theorie twee schuldvormen, namelijk het opzet en de onachtzaamheid Het opzet a) Begrip In het Strafwetboek is nergens een definitie van opzet te vinden. Het opzet wordt door de rechtspraak omschreven als de doelgerichte wil de gedraging te stellen die de wet verbiedt of gebiedt 17. Deze wil om iets te doen wat door de strafwet geboden of verboden wordt, moet daarbij niet per se slaan op het wederrechtelijke. De dader gaat over tot een gedraging omdat hij die wil stellen, maar niet zozeer omdat die verboden is 18. Het opzet omvat naast het volutief aspect ook een cognitief aspect. De dader moet dus niet alleen de gedraging willen, maar ook weten dat hij een inbreuk maakt op de strafwet. 19 Gezien het algemeen beginsel dat iedereen geacht wordt de wet kennen, wordt van iedere burger verwacht kennis te hebben van het recht 20. Het opzet mag niet verward worden met de drijfveer of het motief van de dader. Het motief is de verdere bedoeling van de dader die hem ertoe bewogen heeft het misdrijf te plegen (jaloezie, eerzucht, geldzucht, verveling,..). De wet houdt in principe enkel rekening met het opzet 21. Het opzet is een constant en intrinsiek element van het misdrijf dat altijd hetzelfde blijft ongeacht de persoon die het misdrijf begaat. De drijfveer daarentegen is een individueel en extrinsiek element dat verschilt van persoon tot persoon. In een aantal delictomschrijvingen wordt door de wetgever wel uidrukkelijk een bijzonder opzet vereist waardoor voor de schuld een bijzonder motief nodig is, zoals het oogmerk om te schaden. De motieven van dit motief of andere motieven zijn dan wel weer irrelevant. Deze laatsten 17 Cass. 16 oktober 1973, Pas. 1974, L. DUPONT en R. VERSTRAETEN, Handboek Belgisch Strafrecht, Leuven, Acco, 1989, nr C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht, Strafprocesrecht, Internationaal Stafrecht, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2006, R. VERSTRAETEN en F. VERBRUGGEN, Strafrecht en strafprocesrecht voor bachelors, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2007, C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht, Strafprocesrecht, Internationaal Stafrecht, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2006, 277.

19 19 kunnen enkel een rol spelen bij de straftoemeting, maar niet voor de strafbaarheid van de gedraging 22. b) Graden van het opzet Volgens de Belgische rechtsleer kan opzet in verschillende schakeringen worden opgedeeld: algemeen opzet, bijzonder opzet en gans bijzonder opzet. Algemeen opzet Bij algemeen opzet volstaat het dat de dader wetens en willens de strafbare gedraging heeft gepleegd, zonder dat de wet bepaalde motieven of een bijzondere geestesgesteldheid vraagt van de dader. Het volstaat dan dat de dader wist dat hij het door de wet strafbaar gestelde feit pleegde en dat hij het wilde plegen 23. Wanneer geen (gans) bijzonder opzet in de strafbepaling wordt omschreven, wordt het algemeen opzet voor misdaden en wanbedrijven uit het Strafwetboek steeds vermoed. Overtredingen vereisen slechts opzet wanneer de wet dit uitdrukkelijk eist 24. Bijzonder opzet Wanneer de woorden bedriegelijk, kwaadwillig, met bedriegelijk opzet of met het oogmerk om te schaden in de strafwetbepaling staat, wordt meer vereist dan het louter wetens en willens handelen. De dader moet dan ook gehandeld hebben met een bijzondere geestesgesteldheid. Bij diefstal is het louter wegnemen van de zaak niet voldoende, de zaak moet gestolen zijn met bedriegelijk opzet. Een persoon zal niet gestraft worden voor laster en eerroof, wanneer hij niet met kwaadwillige bedoelingen iemand heeft belachelijk gemaakt. 22 R. VERSTRAETEN en F. VERBRUGGEN, Strafrecht en strafprocesrecht voor bachelors, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2007, C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht, Strafprocesrecht, Internationaal Stafrecht, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2006, C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht, Strafprocesrecht, Internationaal Stafrecht, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2006, 274.

20 20 Het algemeen opzet om de verboden gedraging te stellen volstaat niet, de dader moet ook het in de wetsbepaling omschreven relevant geachte kwaad opzet hebben. Zoals ik hierboven reeds heb vermeld spelen de subjectieve en persoonlijke motieven (geldzucht, eerzucht,..) geen enkele rol 25. Gans bijzonder opzet Bij gans bijzonder opzet moet de dader bij het plegen van een misdrijf een bepaalde beweegreden gehad hebben, een welbepaald doel nastreven. Een gijzeling is een vrijheidsberoving van het slachtoffer met de bedoeling dat slachtoffer borg te doen staan voor voldoening van een bevel of voorwaarde. Genocide is een massamoord met de bedoeling een bevolkingsgroep uit te moorden. Men zou de vraag kunnen stellen of er wel een behoefte is aan gans bijzonder opzet. Het is namelijk slechts een variant van het bijzonder opzet. De aanwezigheid van gans bijzonder opzet heeft tot gevolg dat het misdrijf van kwalificatie verandert. Een wederrechtelijke vrijheidsberoving wordt gijzeling en massamoord wordt genocide. In dit opzicht kan het bestaan van een aparte gradatie relevant zijn 26. c) Modaliteiten van het opzet 27 Naast graden van opzet, bestaan er volgens de rechtsliteratuur ook modaliteiten van opzet. De Belgische auteurs onderscheiden direct opzet, onderverdeeld in bepaald en onbepaald opzet, en indirect opzet. 25 C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht, Strafprocesrecht, Internationaal Stafrecht, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2006, 281; A. DE NAUW, Inleiding tot het algemeen strafrecht, Brugge, Die Keure, 2008, C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht, Strafprocesrecht, Internationaal Stafrecht, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2006, L. DUPONT, Beginselen van strafrecht, Leuven, Acco, 1983,

21 21 Direct opzet Er is sprake van een direct opzet wanneer de dader, ongeacht zijn motieven, het strafbaar feit als doelstelling voor ogen heeft als resultaat van zijn handelen of zijn nalaten 28. Direct opzet kan opgesplitst worden in een bepaald en onbepaald opzet i) Bepaald opzet Er is een bepaald opzet wanneer de dader de strafbare gedraging heeft gewild, plus de gevolgen ervan, die hij precies kent. De dader wil een bepaalde persoon doden en schiet hem neer of wil een schilderij stelen en neemt dit schilderij dan ook bedriegelijk weg. ii) Onbepaald opzet Onbepaald opzet is aan de orde wanneer de dader de strafbare gedraging wil, alsook de gevolgen ervan, maar die hij op het ogenblik van zijn strafbare gedraging nog niet precies kent. Wel weet hij dat deze gevolgen zeker, noodzakelijkerwijs of waarschijnlijk zullen intreden 29. Iemand is van plan om in een menigte te schieten en weet dat hij één of meerdere personen zal raken, maar weet niet wie. Indirect opzet Synoniemen van indirect opzet zijn onrechtstreeks, eventueel of mogelijk opzet. Er is eventueel opzet wanneer de dader een strafbare gedraging wil, zonder uitdrukkelijk de gevolgen ervan te willen, maar toch zijn wil doordrijft, ondanks dat hij voorziet dat het plausibel en zelfs waarschijnlijk is dat die gevolgen zullen intreden. 28 R. VERSTRAETEN en F. VERBRUGGEN, Strafrecht en strafprocesrecht voor bachelors, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2007, R. VERSTRAETEN en F. VERBRUGGEN, Strafrecht en strafprocesrecht voor bachelors, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2007, 53.

22 22 Een automobilist wordt achtervolgd door de politie. Hij wil de politie kwijtgeraken en drijft de snelheid dermate op dat hij de veiligheid van de weggebruikers in gedrang brengt. De automobilist realiseert zich dat het niet uitgesloten is dat hij in deze omstandigheden zware verkeersogevallen kan veroorzaken. Veroorzaakt hij een ongeval met gewonden dan zal hij schuldig worden bevonden aan opzettelijke slagen en verwondingen De onachtzaamheid a) Begrip Naast het opzet kan het moreel bestanddeel van het misdrijf ook een andere schuldvorm aannemen, namelijk de onachtzaamheid. Onachtzaamheidsmisdrijven worden soms ook onopzettelijke misdrijven genoemd omdat de culpa (de fout) die aan de basis ligt in contrast staat tot de dolus (opzet) die de opzettelijke delicten kenmerkt 30. De gedragingen die zowel opzettelijk als onopzettelijk strafbaar worden geacht en dus een brede strafrechtelijke bescherming genieten, zijn beperkt. De enige waarden die zo uitgebreid beschermd worden zijn het leven en de fysieke integriteit. Een voorbeeld hiervan zijn slagen en verwondingen, die zowel in geval van opzet als onachtzaamheid bestraft worden (bij opzet zal de straf uiteraard zwaarder zijn). Wanneer de bescherming van andere waarden worden beoogd, dan zal de handeling slechts onopzettelijk strafbaar zijn indien de dood of lichamelijk letsel kan veroorzaakt worden. Zo wordt zowel opzettelijke als onopzettelijke brandstichting strafbaar gesteld. Gaat het om een vermogensdelict, dan zal dader enkel gestraft worden wanneer hij opzettelijk handelde 31. De wet heeft, net zoals bij opzet, geen algemene definitie gegeven van onachtzaamheid. Wanneer men kijkt naar de strafwetteksten van het bijzonder strafrecht en de bijzondere strafwetten, die onachtzaamheidsmisdrijven omschrijven, dan kan onachtzaamheid omschreven worden als een gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg, die schadelijke gevolgen heeft veroorzaakt, die men wel niet rechtsreeks, noch onrechtstreeks heeft gewild, doch die men kon voorzien en vermijden A. DE NAUW, Inleiding tot het algemeen strafrecht, Brugge, Die Keure, 2008, C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht, Strafprocesrecht, Internationaal Stafrecht, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2006, C.J. VANHOUDT en W. CALLEWAERT, Belgisch strafrecht, Gent, Story-scientia, 1976, 339.

23 23 Er is een gebrek aan voorzichtigheid wanneer een persoon die de handeling stelt of verzuimt te stellen, helemaal niet heeft gedacht aan de mogelijke schadelijk gevolgen van zijn gedraging, ofschoon een normaal vooruitziend en voorzichtig persoon deze gevolgen kon en moest voorzien en derhalve ook moest vermijden 33. Wanneer een persoon denkt dat een revolver niet geladen is en vervolgens het wapen afvuurt en iemand doodt, dan zal hij schuldig zijn aan onopzettelijk doodslag. Hij moest zich vergewissen dat het wapen kon geladen zijn 34. Iemand rijdt achterwaarts zijn erf af op een drukke baan en veroorzaakt daarbij een aanrijding. De fout ligt hem hier in het niet voorzien van de mogelijke gevolgen 35. Bij gebrek aan voorzorg denkt de persoon wel aan de schadelijke gevolgen van zijn gedraging, maar doet niet het nodige om deze te vermijden, hetzij uit lichtzinnigheid, hetzij uit overmoed. 36 Iemand die oververmoeid is weet dat hij niet zonder risico voor zichzelf of anderen aan het verkeer deelneemt. Veroorzaakt hij een ongeval dan zal hij vervolgd worden voor onopzettelijke slagen en verwondingen 37. Een persoon doet schietoefeningen in de tuin in de richting van een haag waarachter een begaanbaar pad loopt. Treft hij een persoon, dan zal hij zich schuldig maken aan onopzettelijke slagen of doodslag 38. Opdat er van onachtzaamheid sprake zou zijn, dient het gevolg voorzienbaar en vermijdbaar geweest te zijn. Tegenover het onvoorzienbare staat de afwezigheid van gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid 39. b) Beoordeling van de onachtzaamheid De rechter moet de onachtzaamheid of de fout beoordelen rekening houdend met de concrete omstandigheden van het geval. Hierbij wordt wel de lichtste fout (culpa levissima) in acht 33 C.J. VANHOUDT en W. CALLEWAERT, Belgisch strafrecht, Gent, Story-scientia, 1976, L. DUPONT, Beginselen van strafrecht, I, Leuven, Acco, 1983, C.J. VANHOUDT en W. CALLEWAERT, Belgisch strafrecht, Gent, Story-scientia, 1976, A. DE NAUW, Inleiding tot het algemeen strafrecht, Brugge, Die Keure, 2008, L. DUPONT, Beginselen van strafrecht, I, Leuven, Acco, 1983, A. DE NAUW, Inleiding tot het algemeen strafrecht, Brugge, Die Keure, 2008, L. DUPONT, Beginselen van strafrecht, I, Leuven, Acco, 1983, 186.

24 24 genomen om de betrokkene strafrechtelijk aansprakelijk te stellen 40. Het strafrechtelijke schuldbegrip wordt met andere woorden gelijkgesteld met het aquiliaanse schuldbegrip dat besloten ligt in artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek. Als maatstaf geldt de gemiddelde, normale, voorzichtige persoon die verkeert in dezelfde omstandigheden als de dader 41. Dit wordt door sommige auteurs, waaronder C. Van den Wyngaert, bekritiseerd. Zij stellen dat de strafrechtelijke fout moet beperkt worden tot de grove fout (culpa lata) Materiële misdrijven Soms kan naast de traditionele opzetmisdrijven en onachtzaamheidsmisdrijven nog een derde categorie worden onderscheiden, namelijk de materiële misdrijven. Bij deze laatste volstaat het dat het strafbaar feit materieel gepleegd wordt, zonder dat opzet of onachtzaamheid vereist is. Het is dus voldoende om de strafbaar gestelde gedraging te veruiterlijken om gestraft te worden. Het gaat hier hoofdzakelijk over overtredingen alsook over de wanbedrijven geviseerd in de bijzonder wetten 43. Deze derde catogorie van misdrijven kan in principe strijdig worden bevonden met het algemeen beginsel van nullum crimen sine culpa, geen straf zonder schuld. Het Hof van Cassatie heeft hierover al een aantal keer geoordeeld dat een misdrijf waarvan in de wettelijke omschrijving geen sprake is van opzet en onachtzaamheid, niet strafbaar is alleen maar doordat het materiële feit is gepleegd 44. Deze rechtspraak voegt er wel aan toe dat de strafbaarheid van het misdrijf apart moet worden gezien van de vraag op welke manier het moreel bestanddeel moet worden bewezen. Zo is het niet uitgesloten dat het bestaan van het moreel element kan worden afgeleid uit het louter materieel gepleegde feit. Daarenboven heeft het Hof van Cassatie aangenomen dat overtredingen in bepaalde gevallen een fout met zich meebrengen die strafrechtelijke schuld insluit (behoudens overmacht of onoverwinnelijke dwaling) Cass. 10 oktober 1971, Pas. 1972, A. DE NAUW, Inleiding tot het algemeen strafrecht, Brugge, Die Keure, 2008, 47; L. DUPONT, Beginselen van strafrecht, I, Leuven, Acco, 1983, C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht, Strafprocesrecht, Internationaal Stafrecht, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2006, C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht, Strafprocesrecht, Internationaal Stafrecht, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2006, Cass. 13 december 1994, R.W , Cass. 8 oktober 2002, Arr. Cass. 2002, nr. 515; A. DE NAUW, Inleiding tot het algemeen strafrecht, Brugge, Die Keure, 2008, 48.

25 25 Wat in ieder geval zeker is, is dat niet noodzakelijk is dat de dader bij een overtreding opzettelijk dient gehandeld te hebben. Ook wanneer de overtreding begaan is uit onachtzaamheid zal de dader gestraft worden 46. De straf voor de overtreding zal hetzelfde zijn, ongacht of deze met opzet of uit onachtzaamheid is begaan De theorie van Robert Legros De Belgische filosoof Robert Legros schreef in 1952 een opmerkelijke theorie neer in zijn doctoraatsproefschrift L élément moral dans les infractions. Volgens Legros geldt schuld door wetsinbreuk wanneer de delictomschrijving geen concrete omschrijving van het morele element bevat. De loutere overtreding van de strafwet zal leiden tot bestraffing. De dader van deze misdrijven kan zich echter wel beroepen op dwaling of dwang om aan een straf te ontsnappen 48. Daarnaast stelt hij dat algemeen opzet, dat in de klassieke leer als gradatie van opzet wordt erkend, een inhoudloos begrip is. Wetens en willens komt in se overeen met de afwezigheid van de schulduitsluitingsgronden dwaling en dwang. Bij dwaling en dwang is immers het wetens- en het wilselement aangetast. Wetens betekent dat de dader niet dwaalde en willens stemt overeen met het niet onder dwang handelen. De gradatie algemeen opzet zou volgens nutteloos zijn en zou bijgevolg gewoon moeten vervangen worden door schuld door wetsinbreuk 49. Legros onderscheidt dus enerzijds misdrijven die als moreel element de schuld door wetsinbreuk kennen en anderzijds de misdrijven die een bijzonder moreel bestanddeel vereisen, namelijk het bijzonder opzet of de onachtzaamheid. Onder de misdrijven met schuld door wetsinbreuk vallen de overtredingen, de wanbedrijven uit de bijzondere wetten (contraventionele wanbedrijven) en de misdrijven, die volgens de klassieke leer, algemeen opzet vereisen Cass. 31 januari 1989, Arr. Cass , nr C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht, Strafprocesrecht, Internationaal Stafrecht, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2006, A. DE NAUW, Inleiding tot het algemeen strafrecht, Brugge, Die Keure, 2008, C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht, Strafprocesrecht, Internationaal Stafrecht, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2006, A. DE NAUW, Inleiding tot het algemeen strafrecht, Brugge, Die Keure, 2008,

26 26 Wanneer de leer van Legros wordt gehanteerd, zal dit op processueel vlak belangrijke gevolgen hebben. Bij misdrijven met schuld door wetsinbreuk zal het openbaar ministerie enkel het materieel element van de strafbare gedraging moeten bewijzen. Slechts indien de dader met enige geloofwaardigheid de schulduitsluitingsgrond dwang of dwaling aanvoert, zal het openbaar ministerie de onjuistheid daarvan moeten bewijzen Nederland 2.1. Slechts één theorie In Nederland is er in de rechtsleer geen discussie omtrent het schuldbestanddeel terug te vinden. Het Nederlands strafrechtssysteem kent eveneens de schuldvormen opzet en onachtzaamheid die als een bestanddeel van het strafbaar feit worden aangemerkt. De onachtzaamheid wordt door de Nederlanders meestal schuld of culpa genoemd. Bijgevolg spreken ze van opzettelijke en culpose delicten. In België kennen we een wettelijke drieledige indeling van de misdrijven: misdaden, wanbedrijven en overtredingen. In Nederland bestaan er slechts twee groepen, namelijk de misdrijven en de overtredingen. De misdrijven zijn de meer ernstige delicten en die vereisen steeds opzet en onachtzaamheid. De schuldvorm zal steeds expliciet of impliciet in deze strafbaarstelling terug te vinden zijn. Bij overtredingen wordt de vereiste opzet of onachtzaamheid niet gesteld Het opzet a) Begrip In Nederland is, net zoals in België, geen definitie van opzet in de wet opgenomen. In de Memorie van Toelichting bij het Wetboek van Strafrecht wordt gesteld: Opzet is de wil om te doen of te laten die daden, welke bij de wet geboden of verboden zijn. Later ontstond er discussie over het feit dat opzet niet zuiver uit iets willen bestaat, maar ook uit iets weten. Net zoals in België, moet de persoon weten dat hij de strafwet overtreedt A. DE NAUW, Inleiding tot het algemeen strafrecht, Brugge, Die Keure, 2008, J.M. VAN BEMMELEN en TH. VAN VEEN, het materieel strafrecht. Algemeen deel (Ons strafrecht, deel 1), Alphen aan den Rijn, Tsjeenk Willink, 1986, 112.

27 27 Hoe herkennen we in Nederland opzet in de strafwetteksten? Zoals hierboven reeds uiteengezet is opzet altijd impliciet of expliciet in de strafrechtsbepaling opgenomen. In sommige bepalingen van het Wetboek van Strafrecht wordt uitdrukkelijk het woord opzettelijk in de delictomschrijving teruggevonden. In andere gevallen hanteert de wetgever bepaalde woorden die duiden op de vereiste van opzet, zoals het woord oogmerk, wetende dat of wist. Vervolgens kan ook gesproken worden van ingeblikt opzet waarbij het opzet ingesloten zit in de gebruikte woordkeuze, bijvoorbeeld mishandeling, verzetten, opruien. Er bestaat in dit laatste geval geen algemene regel over welke woorden juist het opzet behelzen. Dit moet afgeleid worden uit de rechtspraak, rechtsleer en wetsgeschiedenis. Tenslotte kan het vereiste van opzet zelfs afgeleid worden uit de aard van de strafbaar gestelde gedraging. Zo bepaalt artikel 300 Sr. mishandeling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van ten hoogste 600 gulden 53. De Nederlandse wetgever, heeft anders dan in België, er niet voor gekozen om specifieke bedoelingen een rol te laten spelen op het vlak van de bestanddelen 54. (Gans) bijzonder opzet zal dus niet in de Nederlandse strafrechtsbepalingen terug te vinden zijn. Opmerkelijk is wel dat een aantal Nederlandse auteurs 55 geneigd zijn om, net zoals Robert Legros, te stellen dat de aanwezigheid van een dwaling eigenlijk neerkomt op een afwezigheid van het opzet. Zo stellen M.J Kronenberg en B. De Wilde dat weten, zowel bij dwaling als bij opzet van groot belang is. Wanneer de dader dwaalt omtrent een bepaald feit, dan ontbreekt niet alleen de verwijtbaarheid, maar ook de voor opzet vereiste kennis. Een beroep op feitelijke dwaling betekent dan in die gevallen dat het opzet wordt ontkend. Als voorbeeld denken deze schrijvers aan het geval waarin een persoon aangehouden wordt voor het invoeren van cocaïne. Die persoon voert echter aan dat iemand anders die cocaïne in zijn koffer had gestopt en dus niet heeft geweten of kon weten dat de cocaïne in zijn koffer zat. In dit geval zal de rechter de verdachte moeten vrijspreken wegens gebrek aan opzet in de plaats van hem te ontslaan van rechtsvervolging in het geval van dwaling. Het ten laste gelegde feit 53 M.J. KRONENBERG en B. DE WILDE, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer, Kluwer, 2010, 58; A.A.G. PETERS, Opzet en schuld in het strafrecht, Deventer, Kluwer, 1966, J. DE HULLU, Materieel strafrecht. Over algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheid naar Nederlands recht, Deventer, Kluwer, 2003, C.P.M. CLEIREN en J.F. NIJBOER, Strafrecht. Tekst en commentaar, Deventer, Kluwer, 2002, 256; A.A. VAN DIJK, Strafrechtelijke aansprakelijkheid heroverwogen, Antwerpen, Maklu, 2008, 74.

28 28 wordt in het geval van vrijspraak niet bewezen geacht terwijl dit bij ontslag van rechtsvervolging wel het geval is 56. b) Graden van opzet 57 Volgens de Nederlandse rechtsleer kan het opzet in verschillende graden opgedeeld worden. Deze gradaties hebben geen overeenstemming met de graden van opzet die de Belgische juridische auteurs onderscheiden. Opzet met bedoeling Bij opzet met bedoeling handelt iemand met de enige bedoeling om een bepaald gevolg teweeg te brengen of met het oog op een bepaalde omstandigheid. Er is sprake van willens en wetens handelen. De automobilist wilde de voetganger doden (omdat hij een hoge levensverzekering op diens leven had gesloten): moordlust 58. Voorwaardelijk opzet Opzet is niet alleen aanwezig wanneer de dader de bedoeling heeft gehad om een bepaalde handeling te verrichten. Daders zijn soms zo gericht op hun primair doel, dat ze de aanmerkelijke kans erbij nemen, dat door hun gedraging ook een ander gevolg zal intreden. In dit geval kan ook opzet aangenomen worden ten aanzien van het niet-primaire gevolg. De ondergrens van opzet wordt het voorwaardelijk opzet genoemd. Een synoniemen voor het voorwaardelijk opzet is het mogelijkheidsbewustzijn en het kansopzet. De automobilist weet, dat als hij niet hard remt, de kans bestaat dat de voetganger onder zijn auto kan terecht komen. Het interesseert hem wel niet, ook al zou hij de zekerheid hebben gehad, hij zou niet geremd hebben M.J. KRONENBERG en B. DE WILDE, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer, Kluwer, 2010, M.J. KRONENBERG en B. DE WILDE, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer, Kluwer, 2010, N.E. ALGRA en H. C. J. G. JANSSENS, Elementair strafrecht, Alphen aan den Rijn, Tjeenk Willink, 1977, M.J. KRONENBERG en B. DE WILDE, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer, Kluwer, 2010, 42.

29 29 Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn Deze gradatie is verwant met het voorwaardelijk opzet. De dader wil een primair doel bereiken, maar weet dat het noodzakelijk is dat er een bepaald gevolg plaatsvindt opdat dit doel voltooid zou kunnen worden. Dit gevolg is onvermijdelijk, het is honderd procent zeker dat het gevolg zal intreden. Hier verschilt het opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn van het voorwaardelijk opzet. De automobilist dacht: al bedoel ik de dood van de voetganger niet, als ik nu niet hard rem, weet ik zeker, dat ik hem doodrijdt, maar ik rem toch niet 60. c) Opzet en de geobjectiveerde bestanddelen 61 Op welke bestanddelen heeft het opzet betrekking? Voor deze vraag dient men te kijken naar de plaats van het woord opzettelijk of zijn equivalenten in de delictomschrijving. De hoofdregel is dat alle woorden na opzettelijk op opzet slaan. De voorafgaande bestanddelen van de delictbestanddelen worden niet bestreken door het opzet. Er bestaan echter ook delictbestanddelen waarop het opzet van de dader toch niet gericht hoeft te zijn, ook al volgen ze op het opzetbestanddeel. Dit zijn de zogenaamde geobjectiveerde bestanddelen. Als voorbeeld kan artikel 180 van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht aangehaald worden: Hij die zich met geweld of bedreiging met geweld verzet tegen een ambtenaar, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, of tegen personen die hem daarbij krachtens wettelijk verplichting of op zijn verzoek bijstand verlenen, wordt als schuldig aan weerspannigheid gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie. In deze delictomschrijving van weerspannigheid, wordt het opzetbestanddeel verwoord door zich met geweld of bedreiging met geweld te verzetten. Het bestanddeel werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening volgt dan na het opzetbestanddeel. Toch is dit 60 M.J. KRONENBERG en B. DE WILDE, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer, Kluwer, 2010, M.J. KRONENBERG en B. DE WILDE, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer, Kluwer, 2010, 63.

30 30 deel geobjectiveerd. Het delict vereist niet dat er opzet bestaat dat ertoe gericht is zich te verzetten tegen een ambtenaar die zijn job volgens de geldige regels uitvoert. De persoon kan niet aanvoeren dat hij niet wist dat de persoon het recht had om tot aanhouding over te gaan. Een ander voorbeeld van een geobjectiveerd bestanddeel is te vinden in artikel 247 Sr.: Hij die met iemand van wie hij weet dat hij in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijk onmacht verkeert, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens lijdt dat hij niet of onvolkomen in staat is zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden of met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen pleegt of laatstgemelde tot het plegen of dulden van zodanige handelingen buiten echt met een derde verleidt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie. Het opzetbestanddeel komt hier tot uidrukking door het woord weten ( Hij met iemand van wie hij weet ). Normaal zou, gezien de plaats van het delictbestanddeel beneden de leeftijd van zestien jaren, het opzet ook de minderjarige leeftijd moeten bestrijken. De leeftijd van zestien jaar is echter een geobjectiveerd bestanddeel. Een verweer op basis van ze zag er ouder uit zal dan ook onmiddellijk stranden. De problematiek van deze geobjectiveerde bestanddelen zal belangrijk zijn wanneer de dader een feitelijke dwaling aanvoert ten aanzien van een geobjectiveerd bestanddeel. Bij het leerstuk van de dwaling zal daar dan ook verder worden op ingegaan Culpa of onachtzaamheid a) Begrip Vóór met de uiteenzetting van onachtzaamheid te starten, dient eerst terminologisch wat verheldering gebracht te worden. Culpa of schuld dekt immers niet altijd dezelfde lading (supra). Enerzijds kan schuld opgevat worden in de zin van verwijtbaarheid, anderzijds kan schuld onachtzaamheid betekenen. Culpa in de zin van verwijtbaarheid. Een strafbaar feit, is zoals reeds hierboven werd aangehaald, een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een wetttelijke

31 31 delictomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten is. Schuld als element van het strafbaar feit, dient hier opgevat te worden als verwijtbaarheid. Culpa in de zin van onachtzaamheid. Wanneer schuld wordt teruggevonden in de delictomschrijving, dan moet zij begrepen worden in de zin van het (schuld)bestanddeel onachtzaamheid 62. Wat moet verstaan worden onder het begrip onachtzaamheid? Onachtzaamheid is aan de orde wanneer het strafbaar feit wordt gepleegd door een gebrek aan beleid, door onvoldoende zorg of door gebrek aan nadenken waar het eigenlijk nodig was 63. Waaruit blijkt dat de voor een strafbaar feit onachtzaamheid nodig is? De vereiste van onachtzaamheid kan in de delictomschrijving van het misdrijf letterlijk worden gesteld, maar wordt meestal teruggevonden aan de hand van de term schuld. Onopzettelijke doodslag wordt in Nederland verwoord door hij aan wiens schuld de dood van een ander te wijten is. Wanneer de wet onachtzaamheid vereist ten aanzien van een bepaalde omstandigheid die van een gedraging een strafbare gedraging maakt, dan wordt dit uitgedrukt met de woorden ernstige reden hebben om te vermoeden dat die omstandigheid aanwezig is 64. Net zoals bij ons, bestaan in Nederland onachtzaamheidsmisdrijven, die in de Nederlandse literatuur culpose (gevolgs)delicten worden genoemd. Ook bij onze nooderburen kunnen bepaalde delicten zowel met opzet als uit onachtzaamheid gepleegd worden. Deze ruime bescherming geldt eveneens (in de regel) in gevallen waarbij de fysieke integriteit van het slachtoffer is aangetast. Zo wordt het onvoorzichtig veroorzaken van iemand zijn dood evenzeer bestraft. Een culpose vernieling van een bepaald voorwerp zal niet leiden tot strafbaarheid. 62 M.J. KRONENBERG en B. DE WILDE, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer, Kluwer, 2010, M.J. KRONENBERG en B. DE WILDE, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer, Kluwer, 2010, N.E. ALGRA en H. C. J. G. JANSSENS, Elementair strafrecht, Alphen aan den Rijn, Tjeenk Willink, 1977,

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken J. VAN DROOGBROECK De accountant en de belastingconsulent verstrekken adviezen aan de onderneming die hem tewerkstelt

Nadere informatie

Mevrouw K. Feyen. Geachte mevrouw Feyen,

Mevrouw K. Feyen. Geachte mevrouw Feyen, Mevrouw K. Feyen karen.feyen@gmail.com Datum: 18 mei 2012 Betreft: Advies met betrekking tot de professionele aansprakelijkheid van de ziekenhuisfysici Ons kenmerk: Belgische Vereniging voor Ziekenhuisfysici

Nadere informatie

HRo - Inleiding belastingrecht -- Deel 2

HRo - Inleiding belastingrecht -- Deel 2 Inleiding belastingrecht les 2 programma Enkele begrippen uit het strafrecht Verdachte Strafbaar feit Wederrechtelijkheid als bestanddeel Opzet Schuld als bestanddeel Verdachte Artikel 27 Sv Als verdachte

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord. xiii. Lijst van afkortingen. Verkort aangehaalde werken

Inhoudsopgave. Voorwoord. xiii. Lijst van afkortingen. Verkort aangehaalde werken Voorwoord Lijst van afkortingen Verkort aangehaalde werken v xiii xv 1 Inleiding 1 1.1 De Nederlandse strafwetgeving 1 1.2 Ongeschreven recht, verdragsrecht, supranationaal recht 3 1.3 Het Wetboek van

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

Het strafbare feit. Hoofdstuk 15 paragraaf 15.6 en 15.7

Het strafbare feit. Hoofdstuk 15 paragraaf 15.6 en 15.7 Het strafbare feit Hoofdstuk 15 paragraaf 15.6 en 15.7 Wat gaan we behandelen Strafbaar feit Onder het begrip strafbaar feit word verstaan een menselijke gedraging die gedekt wordt door een wettelijke

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

Formeel recht -- Deel 5

Formeel recht -- Deel 5 Formeel belastingrecht les 5 programma Verdachte Voorwaarden Enkele begrippen uit het strafrecht Belastingrecht en strafrecht Overtredingen en misdrijven Besluit bestuurlijke boeten Belastingdienst Artikel

Nadere informatie

Enkele begrippen uit het strafrecht. Belastingrecht en strafrecht. 2010 -- Formeel recht -- Deel 5. Verdachte. Formeel belastingrecht les 5 programma

Enkele begrippen uit het strafrecht. Belastingrecht en strafrecht. 2010 -- Formeel recht -- Deel 5. Verdachte. Formeel belastingrecht les 5 programma Formeel belastingrecht les 5 programma Enkele begrippen uit het strafrecht Belastingrecht en strafrecht Overtredingen en misdrijven Besluit bestuurlijke boeten Belastingdienst Verdachte Artikel 27 Sv Als

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45 Inhoudsopgave 1 Algemene inleiding: wat is strafrecht? 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Strafrecht: begripsvorming 16 1.2.1 Materieel en formeel strafrecht 16 1.2.2 Commuun en bijzonder strafrecht 17 1.2.3 Wat

Nadere informatie

Wetboek van Strafrecht

Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafrecht Titel XIV. Misdrijven tegen de zeden Artikel 239 Met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft schennis van de eerbaarheid:

Nadere informatie

De strafrechtelijke onachtzaamheid getoetst aan de burgerlijke onzorgvuldigheid

De strafrechtelijke onachtzaamheid getoetst aan de burgerlijke onzorgvuldigheid De strafrechtelijke onachtzaamheid getoetst aan de burgerlijke onzorgvuldigheid Over de ontwikkeling van de eenheid van fout Aantal woorden: 46 885 Sarah van Veen Studentennummer: 01201637 Promotor: Prof.

Nadere informatie

Prioritaire voertuigen

Prioritaire voertuigen Prioritaire voertuigen Wat doet de politierechtbank ermee? Kathleen Stinckens Rechter in de politierechtbank Leuven Inleiding Zonder ongeval Met ongeval Voor de burgerlijke rechtbank Voor de strafrechtbank

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 1.1 Eerste kennismaking 19 1.2 Plaats van het strafrecht 19 1.3 Doelen van straffen 22 1.4 Materieel strafrecht,

Nadere informatie

Inhoudstafel - Memorie van toelichting

Inhoudstafel - Memorie van toelichting - Memorie van toelichting Hoofdstuk 1 Voorafgaande bepaling 31 Hoofdstuk 2 Het Strafwetboek 31 Inleiding 31 1. Algemeen 31 2. De bouwstenen voor een optimale strafwetgeving ( accuraat, coherent, eenvoudig

Nadere informatie

Inleiding Strafrecht: Hoofdstuk 2

Inleiding Strafrecht: Hoofdstuk 2 Inleiding Strafrecht: Hoofdstuk 2 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt een (voorbeeld)samenvatting van het vak Inleiding Strafrecht. Dit stuk is gebaseerd op Hoofdstuk 2 van het boek Strafrecht met

Nadere informatie

SAMENVATTING. Moeten strafuitsluitingsgronden beschikbaar zijn voor verdachten van internationale misdrijven? En zo ja, in welke vorm?

SAMENVATTING. Moeten strafuitsluitingsgronden beschikbaar zijn voor verdachten van internationale misdrijven? En zo ja, in welke vorm? SAMENVATTING Ik heb het wel gedaan, maar verdien toch geen straf. Een verdachte die dit argument gebruikt, beroept zich op een strafuitsluitingsgrond. Verdachte erkent bijvoorbeeld dat hij zijn buurman

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE XVII LIJST VAN DE VOORNAAMSTE WETGEVING XIX

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE XVII LIJST VAN DE VOORNAAMSTE WETGEVING XIX INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE LIJST VAN DE VOORNAAMSTE WETGEVING V XVII XIX I. INLEIDING TOT DE STUDIE VAN HET STRAFRECHT 1 A. BEGRIPSBEPALING 2 I. Bepaling van het strafrecht 2 II.

Nadere informatie

Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen

Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be Inleiding

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 NOVEMBER 2014 P.13.1253.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1253.N A B, burgerlijke partij, eiseres, met als raadsman mr. Stijn De Meulenaer, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te

Nadere informatie

Hoofdstukken van materieel strafrecht

Hoofdstukken van materieel strafrecht Hoofdstukken van materieel strafrecht G.A.M. Strijards Ultgcvcrl) LEMMA BV - Utrccht -1992 Opcn Unlvcrtttclt Heerlen Inhoudsopgave Lijst van afkortingen 13 I ni ei di ng 15 HOOFDSTUK I ÅansprakelijRheid/strafbaarheid/

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging Inhoud Voorwoord 9 Deel I Materieel strafrecht 11 1 Strafrecht 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid 13 13 14 18 I 4 5 II 6 7 8 9 10 11 De menselijke gedraging De gedraging Causaal

Nadere informatie

Auteurs SlimStuderen.nl is altijd op zoek naar auteurs! Stuur je motivatie en cv naar als je interesse hebt!

Auteurs SlimStuderen.nl is altijd op zoek naar auteurs! Stuur je motivatie en cv naar als je interesse hebt! Voorwoord Dit is een voorbeeldverslag van de onderwijsgroepen Inleiding Strafrecht. Dit verslag is bedoeld om kennis te maken met de verslagen van SlimStuderen.nl en wordt gratis aan studenten ter beschikking

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie Vonnisnummer / Griffienummer / Rolnummer rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Aangeboden op Inzake het Openbaar Ministerie en BURGERLIJKE PARTIJ(EN)

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.13.1452.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1452.N M N M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jozef Robbroeckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Gelijktijdige strafbaarstelling van rechtspersoon en natuurlijke persoon. Voorwaarde. Vaststelling van fout Datum 23 september 2008 Copyright and disclaimer De inhoud

Nadere informatie

Hoofdstuk 1,2, en 4 van het boek Straf(proces)recht begrepen.

Hoofdstuk 1,2, en 4 van het boek Straf(proces)recht begrepen. Week 1 Inleiding in het strafrecht Het karakter van het strafrecht. De geschiedenis van de codificatie van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht. Waarom bestaat het strafrecht? Hoe verwordt een bepaalde

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS in de zaak tegen de verdachte: [verdachte]., geboren op [geboortedatum] 1994 in Curaçao, wonende te [adres]

Nadere informatie

Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland

Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland Preadviezen Rechtswaarborgen in een herijkte welvaartsstaat 'Herijking van de rechtsstaat' en het Nederlandse recht Culpa in

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 FEBRUARI 2009 P.08.1594.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.1594.F J. R., Mrs. Benoît Lespire, advocaat bij de balie te Luik, en Raphaël Gevers, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

opleiding BOA Wetboek van Strafrecht

opleiding BOA Wetboek van Strafrecht Deze reader geeft een overzicht van de die zijn genoemd in de eindtermen, versie juni 2005. Eerste Boek. Algemene bepalingen Titel I. Omvang van de werking van de strafwet Artikel 1 1. Geen feit is strafbaar

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 JUNI 2011 P.11.0172.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0172.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN eiser, tegen 1. E. D. W., burgerlijke partij, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

2 Materieel strafrecht: de structuur van het strafbare feit

2 Materieel strafrecht: de structuur van het strafbare feit 2 Materieel strafrecht: de structuur van het strafbare feit Een groep ratten vormt een vervelende plaag voor huiseigenaar Valentijn. De ratten vreten en knagen aan het hout en de fundering van het huis.

Nadere informatie

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling: 1-2-3 Aangiftewijzer Geweld, bedreiging en belediging tegen de gerechtsdeurwaarder Soms heeft de gerechtsdeurwaarder te maken met agressie en geweld. Helaas worden strafbare feiten niet altijd en automatisch

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17 Inhoudsopgave Voorwoord / 5 Lijst van gebruikte afkortingen / 13 Deel I Het materiële strafrecht 1. Inleiding / 17 2. Straffen / 19 2.1 Hoofdstraffen ex artikel 9 Sr / 19 2.2 Bijkomende straffen / 20 3.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 FEBRUARI 2016 P.14.0992.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0992.N I B G A K, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Eric Pringuet, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te 9031 Drongen,

Nadere informatie

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID De persoon die schade aan iemand anders veroorzaakt, is verplicht die te herstellen. Hierbij wordt een onderscheid

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2010 P.10.0213.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.0213.N G. R. burgerlijke partij, eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T.

Nadere informatie

Studieboek materieel strafrecht

Studieboek materieel strafrecht Studieboek materieel strafrecht Schilderij op het omslag: het Tribunaal (1989) van Constant Studieboek materieel strafrecht Prof. mr. C. Kelk emeritus hoogleraar strafrecht aan de Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Proeftoets E2 vwo4 2016

Proeftoets E2 vwo4 2016 Proeftoets E2 vwo4 2016 1. Wat zijn de twee belangrijkste redenen om rechtsregels op te stellen? A. Ze zijn een afspiegeling van wat het volk goed en slecht vindt en zorgen voor duidelijke afspraken om

Nadere informatie

Toetsmatrijs BOA OV Module 4 Rechtskennis 24 mei 2017

Toetsmatrijs BOA OV Module 4 Rechtskennis 24 mei 2017 walificatiedossier: BOA OV Module 4 Meer strafrecht Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68% Onderwerp Begrip/Artikel Toetsterm I. Het functioneren binnen en als onderdeel van de

Nadere informatie

Misdrijven die tegen een BOA gepleegd kunnen worden. Pagina 176 tm 183

Misdrijven die tegen een BOA gepleegd kunnen worden. Pagina 176 tm 183 Misdrijven die tegen een BOA gepleegd kunnen worden Pagina 176 tm 183 Wat gaan we behandelen Ambtsdwang (Art. 179 Sr) Wederspannigheid (Art 180 Sr) Belediging (Art 266, 267 sub 2 Sr) Niet voldoen aan

Nadere informatie

Hoorcollege 7A, , Zedendelicten Inleiding

Hoorcollege 7A, , Zedendelicten Inleiding Hoorcollege 7A, 15-10-2018, Zedendelicten Inleiding In titel 14 van het Wetboek van Strafrecht staan de zedendelicten. Toen de titel net in werking trad zag de overheid maar een beperkte rol voor zichzelf.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 MAART 2014 P.13.1907.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1907.F I. S. F., Mrs. Xavier Montiel Corte, advocaat bij de balie te Luik, en Xavier Deleu, advocaat bij de balie te Brussel, II.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry

Nadere informatie

Over algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheidnaar Nederlands recht

Over algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheidnaar Nederlands recht Materieel strafrecht Over algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheidnaar Nederlands recht J. de Hullu Raadsheer in de Hoge Raaden oud-hoogleraar straf(proces) recht aan de Universiteit

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 FEBRUARI 2011 P.10.1335.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1335.N 1. D. L. M. D., beklaagde, 2. D. A., civielrechtelijk aansprakelijke partij, 3. T. D., civielrechtelijk aansprakelijke partij,

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

Geheimhoudingsverklaring ambtenaren Stichtse Vecht

Geheimhoudingsverklaring ambtenaren Stichtse Vecht Geheimhoudingsverklaring ambtenaren Stichtse Vecht Verklaring met betrekking tot de geheimhoudingsplicht Ondergetekende, Werkzaam bij gemeente Stichtse Vecht Verklaart hierbij : a. dat hij/zij op de hoogte

Nadere informatie

INHOUD LIJST VAN AFKORTINGEN...

INHOUD LIJST VAN AFKORTINGEN... INHOUD VOORWOORD... v DANKWOORD... LIJST VAN AFKORTINGEN... ix xxi INLEIDING... 1 1. Probleemstelling en relevantie van het onderzoek... 1 2. Opzet, afbakening en methode van het onderzoek en opbouw van

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e), Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 5578 Arrest nr. 181/2013 van 19 december 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Grondwettelijk

Nadere informatie

Boekbespreking Book review Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting

Boekbespreking Book review Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting Boekbespreking Book review Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting Gaëlle Marlier a Delbrouck, I., Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting, 2015, Brugge, Die Keure, 151p. Panopticon, 37 (5),

Nadere informatie

Wetboek van Strafrecht in het algemeen. Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Wetboek van Strafrecht in het algemeen. Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar Wetboek van Strafrecht in het algemeen Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar Casus Een Belgische passagier aan boord van een Nederlands vrachtschip, haalt uit de koffer

Nadere informatie

Gedrag bij een ongeval, vluchtmisdrijf en schuldig verzuim

Gedrag bij een ongeval, vluchtmisdrijf en schuldig verzuim Gedrag bij een ongeval, vluchtmisdrijf en schuldig verzuim Juli 10 Hilde Peeters Jaarlijks worden duizenden mensen geconfronteerd met een verkeersongeval, soms ook een ongeval met zware gevolgen. Hoe reageer

Nadere informatie

Misdrijven en sancties in de Wegverkeerswet

Misdrijven en sancties in de Wegverkeerswet Misdrijven en sancties in de Wegverkeerswet Patrick ARNOU Martine DE BUSSCHER KLUWER RECHTSWETENSCHAPPEN BELGIÉ ' VERKORT GECITEERDE WETGEVING VERKORT GECITEERDE LITERATUUR XVII XXI DEEL I. DEFINITIE VAN

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 NOVEMBER 2018 P.18.0339.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0339.N B B, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Len Augustyns, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

De strafbare deelneming en de strafbare poging: is er nood aan een rechtsfiguur naar het idee van de conspiracy?

De strafbare deelneming en de strafbare poging: is er nood aan een rechtsfiguur naar het idee van de conspiracy? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-2013 De strafbare deelneming en de strafbare poging: is er nood aan een rechtsfiguur naar het idee van de conspiracy? Masterproef van de

Nadere informatie

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Prof. dr. Alois VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen 1 BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID A. Begrip burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MEI 2014 P.12.2065.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.2065.N HORECA TECHNOLOGIES SOLUTIONS bvba, met zetel te 2900 Schoten, Gazellendreef 22, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Jozef

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 SEPTEMBER 2014 P.12.1864.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1864.N 1. M M D R T, beklaagde, 2. REAL CONSTRUCT bvba, met zetel te 2640 Mortsel, Edegemsestraat 211, beklaagde en burgerlijk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 DECEMBER 2013 P.13.0980.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0980.N A M Y L V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Cavit Yurt, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen INHOUD I. De begrippen burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke II. Twee concrete

Nadere informatie

1.21 Verkeer: dood/zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW 1994)

1.21 Verkeer: dood/zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW 1994) Titelpagina Copyright Pagina Voorwoord HOOFDSTUK 1 Delicten 1.1 Afpersing 1.2 Bedreiging 1.3 Belaging 1.4 Belediging 1.5 Deelname aan een criminele organisatie 1.6 Diefstal 1.7 Heling 1.8 Huisvredebreuk

Nadere informatie

Masterproef De (on)toerekeningsvatbaarheid in het jeugddelinquentierecht

Masterproef De (on)toerekeningsvatbaarheid in het jeugddelinquentierecht 2015 2016 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef De (on)toerekeningsvatbaarheid in het jeugddelinquentierecht Promotor : Prof. dr. Johan PUT De transnationale Universiteit Limburg is een uniek

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 APRIL 2015 P.14.1623.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1623.N L M R V, inverdenkinggestelde, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor

Nadere informatie

ARBEIDSVEILIGHEID EN AANSPRAKELIJKHEID

ARBEIDSVEILIGHEID EN AANSPRAKELIJKHEID ARBEIDSVEILIGHEID EN AANSPRAKELIJKHEID Gouverneur Roppesingel 15 bus 1.2 (B) 3500 Hasselt T +32 11 36 09 71 F +32 11 36 08 15 steven.renette@mploy.be ERNSTIG ARBEIDSONGEVAL 1. ERNSTIG ARBEIDSONGEVAL Arbeidsongeval:

Nadere informatie

De strafrechtelijke aansprakelijkheid van cijferberoepers

De strafrechtelijke aansprakelijkheid van cijferberoepers UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2014 2015 De strafrechtelijke aansprakelijkheid van cijferberoepers Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of

Nadere informatie

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Doc: a135005 Tijdschrift: 135 Datum: 17/09/2011 Origine: NR Thema's: Beroepsgeheim Kwetsbare personen Mishandeling van een kind,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Schoordijk Instituut. Centrum voor wetgevingsvraagstukken. M.M. van Toorenburg. Medeplegen. W.E.J. Tjeenk Willink 1998 Deventer

Schoordijk Instituut. Centrum voor wetgevingsvraagstukken. M.M. van Toorenburg. Medeplegen. W.E.J. Tjeenk Willink 1998 Deventer Schoordijk Instituut Centrum voor wetgevingsvraagstukken M.M. van Toorenburg Medeplegen W.E.J. Tjeenk Willink 1998 Deventer Gebruikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1 1 Doelstelling, afbakening en opzet van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Voorgestelde aanpassingen aan het gecoördineerde politiereglement van Assenede van (politiezone Assenede Evergem)

Voorgestelde aanpassingen aan het gecoördineerde politiereglement van Assenede van (politiezone Assenede Evergem) Voorgestelde aanpassingen aan het gecoördineerde politiereglement van Assenede van 22.02.2018 (politiezone Assenede Evergem) Huidig reglement Aanpassing Verantwoording Benaming College van Burgemeester

Nadere informatie

ARREST In de zaak A 2011/3. Inzake: Mercator Verzekeringen N.V. e.a. tegen: Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds e.a. ARRET Dans l affaire A 2011/3

ARREST In de zaak A 2011/3. Inzake: Mercator Verzekeringen N.V. e.a. tegen: Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds e.a. ARRET Dans l affaire A 2011/3 1 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2011/3/7 ARREST In de zaak A 2011/3 Inzake: Mercator Verzekeringen N.V. e.a. tegen: Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds e.a. Procestaal: Nederlands ARRET Dans

Nadere informatie

Masterproef Deelneming in strafrecht

Masterproef Deelneming in strafrecht 2015 2016 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef Deelneming in strafrecht Promotor : Prof. dr. Michele PANZAVOLTA De transnationale Universiteit Limburg is een uniek samenwerkingsverband van

Nadere informatie

Methodologie verdachten. Politiële criminaliteitsstatistieken

Methodologie verdachten. Politiële criminaliteitsstatistieken Methodologie verdachten Politiële criminaliteitsstatistieken INHOUDSTAFEL VERDACHTEN: METHODOLOGISCHE HANDLEIDING... 3 Waarom?... 3 Wat verstaat men onder verdachten?... 3 Twee kenmerken: geslacht en leeftijd...

Nadere informatie

De wet van 13 augustus 2011 in het kader van de verkeershandhaving.

De wet van 13 augustus 2011 in het kader van de verkeershandhaving. 1. Inleiding. De wet van 13 augustus 2011 in het kader van de verkeershandhaving. De wet van 13 augustus 2011 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende

Nadere informatie

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal Leg uit : het openbaar ministerie ( parket ) = hoeder van de openbare orde! 1) opsporen en onderzoeken 2) vervolgen 3) uitvoering van de straf samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal!

Nadere informatie

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld Inleidende opmerkingen: - Een fenomeen dat valt onder het begrip eergerelateerd geweld

Nadere informatie

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1 Intitulé : LANDSVERORDENING van 18 juli 2013 houdende regels over de aanleg, het beheer en het onderhoud van spoorwegen en de daarbij behorende infrastructuur, alsmede over het vervoer met spoorvoertuigen

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Misdrijf. Toerekenbaarheid. Rechtspersonen. Strafrechtelijke verantwoordelijkheid Datum 20 december 2005 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

ANTWOORDEN KENNISQUIZ WETBOEK VAN STRAFVORDERING

ANTWOORDEN KENNISQUIZ WETBOEK VAN STRAFVORDERING ANTWOORDEN KENNISQUIZ WETBOEK VAN STRAFVORDERING 1. Er is sprake van afpersing als iemand met geweld of met bedreiging daarvan, wordt gedwongen: A iets af te geven B een schuld aan te gaan C af te zien

Nadere informatie

Terug naar de Collegebanken

Terug naar de Collegebanken Terug naar de Collegebanken Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Prof. mr. Roan Lamp 4 september 2014 1 Terug naar de Collegebanken - Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Inhoud Inleiding

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. module 1. Sport, dienstverlening en veiligheid

Wet- en regelgeving. module 1. Sport, dienstverlening en veiligheid Wet- en regelgeving module 1 INHOUDSOPGAVE INLEIDING...3 ALGEMENE BEPALINGEN...4 Wanneer is het Wetboek van Strafrecht van toepassing?... 4 Op wie is het Wetboek van Strafrecht van toepassing?... 4 Wanneer

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE BURGERLIJKE PARTIJEN Vlaamse Vervoersmaatschappij ( ) openbare instelling onder de vorm van een NV, met ondernemingsnummer

Nadere informatie

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2016-2017 ` WETTIGE VERDEDIGING Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Zoé Meersch studentennr. 01106721 Promotor: Prof.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 OKTOBER 2015 P.15.1346.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1346.N S S, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Jean Marie De Meester, advocaat bij de balie te Brugge.

Nadere informatie

Samenvatting Strafrecht 1

Samenvatting Strafrecht 1 Samenvatting Strafrecht 1 Aan de hand van alle hoor- en werkcolleges en de voorgeschreven literatuur. Samenvattingen 15 juni 2015 ing. T.J. van den Belt https://timvandenbelt.com Inhoudsopgave Introductie

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be I. Intrede Artikel 4 Burgerlijk

Nadere informatie

Inhoudsopgave. AthenaSummary Universiteit van Amsterdam FdR Bachelorjaar 2. Straf(proces)recht II - Materieel Werkgroepen en Hoorcolleges

Inhoudsopgave. AthenaSummary Universiteit van Amsterdam FdR Bachelorjaar 2. Straf(proces)recht II - Materieel Werkgroepen en Hoorcolleges AthenaSummary Universiteit van Amsterdam FdR Bachelorjaar 2 Straf(proces)recht II - Materieel Werkgroepen en Hoorcolleges Inhoudsopgave Week 6 - Schulduitsluitingsgronden Hoorcollege blz. 2 Werkgroep blz.

Nadere informatie

Deelneming aan strafbare feiten. Hoofdstuk 16 paragraaf 16.3 t/m 16.5

Deelneming aan strafbare feiten. Hoofdstuk 16 paragraaf 16.3 t/m 16.5 Deelneming aan strafbare feiten Hoofdstuk 16 paragraaf 16.3 t/m 16.5 Waar gaan we het over hebben? Voorbereiding (Artikel 46 Sr) Poging (Artikel 45 Sr) Verschillende deelnemingsvormen aan een strafbaar

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 SEPTEMBER 2014 P.13.1847.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1847.N C L F S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Raf Jespers, advocaat bij de balie te Antwerpen, met kantoor te 2018 Antwerpen,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 182 Besluit van 15 mei 2015 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie

Nadere informatie