Iepziekteresistentie en gebruiksmogelijkheden van iepenklonen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Iepziekteresistentie en gebruiksmogelijkheden van iepenklonen"

Transcriptie

1 Iepziekteresistentie en gebruiksmogelijkheden van iepenklonen Een onderzoek aan de hand van literatuur en ervaringen uit de provincie Friesland R.J.A.M. Wolf J. Kopinga Alterra-rapport 1432, ISSN

2 Iepziekteresistentie en gebruiksmogelijkheden van iepenklonen

3 Directie Kennis, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2 Alterra-rapport 1432

4 Iepziekteresistentie en gebruiksmogelijkheden van iepenklonen Een onderzoek aan de hand van literatuur en ervaringen uit de provincie Friesland R.J.A.M. Wolf J. Kopinga Alterra-rapport 1432 Alterra, Wageningen, 2006

5 REFERAAT Wolf, R.J.A.M. & J. Kopinga Iepziekteresistentie en gebruiksmogelijkheden van iepenklonen. Een onderzoek aan de hand van literatuur en ervaringen uit de provincie Friesland. Wageningen, Alterra, Alterra-rapport blz. ;.7 tab.; 18 ref. In dit rapport worden per iepensoort, -kloon en kweekvorm de iepziekteresistentie en gebruiksmogelijkheden in beeld gebracht van laan- en straatbeplantingen in het stedelijk en landelijk gebied. Het rapport is gebaseerd op literatuur en op praktijkgegevens over aanplant en uitval in Friesland. Mede op grond van de hoeveelheid kennis en ervaring die tot nu toe in Nederland is opgedaan, worden aanbevelingen gegeven over de aanplant van iepen. Ook worden suggesties gedaan voor kennisvergroting via informatieuitwisseling, experimenten, praktijkproeven, monitoring en ander onderzoek. Goede, gerichte communicatie blijkt cruciaal om het negatieve imago af te schudden dat de iep door haar iepziekteverleden ten onrecht heeft. Het huidige iepensortiment biedt veel gebruiksmogelijkheden en heeft een beheersbaar (iep)ziekterisico. Trefwoorden: iepziekte, iep, resistentie, aantasting, uitval, kloon, gebruik, eigenschappen, straatbomen, laanbomen, onderstam, praktijkervaring, kloonkeuze, praktijkproef, monitoring, herplant, communicatie, Friesland ISSN Dit rapport is digitaal beschikbaar via Een gedrukte versie van dit rapport, evenals van alle andere Alterra-rapporten, kunt u verkrijgen bij Uitgeverij Cereales te Wageningen ( ). Voor informatie over voorwaarden, prijzen en snelste bestelwijze zie Alterra Postbus 47; 6700 AA Wageningen; Nederland Tel.: (0317) ; fax: (0317) ; info.alterra@wur.nl Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Alterra. Alterra aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. 4 Alterra-rapport 1432 [Alterra-rapport 1432/12/2006]

6 Inhoud Woord vooraf 7 Samenvatting 9 1 Inleiding Achtergrond Doel van het onderzoek Werkwijze Opzet rapport 13 2 Iepziekte en iepenklonen in Nederland Iepen en iepziekte Ontwikkeling nieuwe iepenklonen Gebruik iepenklonen 18 3 inventarisatie iepenklonen in Friesland Respons Overzichtsgegevens Gegevens per object 27 4 Analyse Friese gegevens in landelijk perspectief Belang van resistentie voor iepziekte Belang van andere eigenschappen en ervaring Ervaring opdoen met iepenklonen in Nederland Monitoring op kloonniveau Communiceren over iepen 37 5 Conclusies 39 6 Aanbevelingen 43 Literatuur 45

7

8 Woord vooraf Dit rapport is het resultaat van een onderzoek dat is uitgevoerd in het kader van het DK programma BO , Beheer Natuur, Bos en Landschap, cluster Ecologische Hoofdstructuur. De auteurs danken iedereen die heeft bijgedragen aan de totstandkoming van dit rapport. In het bijzonder gaat onze dank uit naar: - mevrouw J. Westerink van het projectbureau van de Stichting Iepenwacht Fryslân voor de ondersteuning bij het verzamelen van gegevens uit de Friese praktijk en voor het becommentariëren van de conceptversie van dit rapport, - de contactpersonen van de Friese gemeenten Boarnsterhim (C.J. van Slooten), Dongeradeel (J. Lautenbach), Gaasterlân-Sleat (K. Knobbe), Leeuwarden (G. Cnossen), Nijefurd (S. Westra), Skarsterlân (H. de Roo), Wunseradiel (L. Stellingwerf) en Wymbritseradiel (G. de Vries) voor het aanleveren van basisgegevens uit de Friese praktijk, - dhr. S.M.G de Vries van Alterra voor zijn medewerking bij het verzamelen van basisgegevens en voor het becommentariëren van de conceptversie van dit rapport, - dhr. H. Ketelaar (Bronnen bomen) voor het verstrekken van informatie over de Fladderiep, - dhr. H. Kaljee (Hoofdstedelijk Bomenconsulent bij de gemeente Amsterdam) en L.J. Koudstaal (beleidsmedewerker en coördinator iepenbeheer bij de gemeente Den Haag) voor het aangeven van hun ervaring met de uitval door iepziekte per kloon. Alterra-rapport

9

10 Samenvatting In 2005 is de Stichting Iepenwacht Fryslân opgericht. Doel van de stichting is om binnen Friesland de uitval van iepen door iepziekte te minimaliseren. Het onderzoek waarvan de resultaten in dit rapport worden gepresenteerd is gefinancierd door het ministerie van LNV, als ondersteuning van de werkzaamheden van de Stichting Iepenwacht Fryslân. Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de iepziekteresistentie en gebruiksmogelijkheden van nieuwe iepenklonen. Dit inzicht kan dan worden gebruikt bij de aanplant en herplant van iepen. Het onderzoek is uitgevoerd via twee invalshoeken: een literatuurstudie en een enquête onder gemeentelijke groenbeheerders over aanplant en uitval van iepen in Friesland. Iepziekte wordt veroorzaakt door een schimmel en overgebracht door iepenspintkevers. De ziekte komt in Nederland voor sinds circa 1920 en heeft sindsdien zeer veel sterfte veroorzaakt. Vanaf de jaren 70 heeft de komst van twee nieuwe, agressievere varianten van de iepziekteschimmel geleid tot een nieuwe sterftegolf onder de Nederlandse iepen. Om de iep als kenmerkend onderdeel van onze stads- en kustlandschappen te behouden wordt al vanaf 1930 aandacht besteed aan de bestrijding van de iepziekte. De pijlers van deze bestrijding zijn het consequent verwijderen van iepziektehaarden (zieke iepen en gevelde stammen) en het herplanten met iepen die resistent zijn voor de iepziekte. Inmiddels is een 15-tal in Nederland en Amerika ontwikkelde iepenklonen beschikbaar die voldoende resistent zijn voor de iepziekte om in aanmerking komen voor aanplant. Er zijn ook diverse veelbelovende nieuwe iepenklonen die momenteel nog niet in Nederland verkrijgbaar zijn. De inheemse Fladderiep (Ulmus laevis) is niet resistent, maar komt ook in aanmerking voor aanplant omdat deze bijna nooit besmet wordt (de iepenspintkevers mijden deze soort). Naast de mate van iepziekteresistentie/aantasting zijn er nog diverse andere eigenschappen die bepalen voor welke toepassingen een bepaalde kloon of soort geschikt is. De belangrijkste zijn de groeisnelheid, de kroonkenmerken (omvang, vorm, dichtheid), de gevoeligheid voor andere aantastingen (Meniezwammetje en Elm yellows), de gevoeligheid voor standplaatsfactoren (wind, zout, luchtvervuiling, bodemverdichting) en het risico op problemen met de stabiliteit van de boom. Op dit moment is het voor groenbeheerders lastig om inzicht te krijgen in het beschikbare assortiment iepziekteresistente iepen, hun eigenschappen en de mate waarin er praktijkkennis en -ervaring mee is opgedaan. Dit leidt ertoe dat het voor groenbeheerders moeilijk is om een goed afgewogen keuze te maken voor de aanplant van een iepenkloon die het beste aan hun specifieke gebruikseisen voldoet. Daarnaast hebben veel ontwerpers, beleidsmakers en groenbeheerders weinig vertrouwen in de iep. Dit gebrek aan vertrouwen hangt samen met negatieve ervaringen uit het verleden en onbekendheid met de kenmerken, eigenschappen, risico s en beschikbaarheid van de nieuwe klonen. Alterra-rapport

11 Het gebruikte iepensortiment en de uitval door iepziekte in Friesland komt in grote lijnen overeen met het landelijke beeld. Tot 1935 is vooral de kloon Belgica aangeplant en in de jaren 60 en 70 vooral Vegeta, Commelin en Groeneveld. De enigszins resistente kloon Groeneveld is na de 70er jaren nog volop aangeplant, de andere klonen wegens hun vatbaarheid voor de iepziekte niet meer. Het accent in de aanplant is in Friesland verschoven van Groeneveld in de jaren 80 naar Lobel in de jaren 90 en daarna. De meest iepziekte-resistente Nederlandse kloon Columella is nog betrekkelijk weinig aangeplant. De laatste jaren zijn op kleine schaal Amerikaanse klonen aangeplant, met name New Horizon. De klonen waarvan bekend is dat ze een redelijke tot goede iepziekte-resistentie hebben laten in de praktijk een lage uitval door iepziekte zien (in Friesland 0-6% sinds de aanplant). Het gemiddelde jaarlijkse uitvalpercentage door iepziekte dat uit de Friese data komt is laag. Bij de oudere klonen kan echter sprake zijn van onderschatting van de uitval en in piekjaren waren er wel degelijk serieuze problemen met de iepziekte. Het overgrote merendeel van de uitval betreft de oude klonen waarvan algemeen bekend is dat ze gevoelig zijn voor de iepziekte. Op grond van deze studie kan worden geconcludeerd dat wanneer gebruik wordt gemaakt van plantmateriaal dat redelijk tot goed resistent is tegen iepziekte, de aanplant van iep (in Friesland) op dit moment geen substantieel hoger risico met zich meebrengt dan aanplant van andere boomsoorten. In combinatie met een goed gecoördineerde iepziektebestrijding is het iepziekteprobleem dan onder controle. Deze boodschap moet beter worden gecommuniceerd met de mensen uit de praktijk. Gezien de positieve gebruikseigenschappen van iepen zal aanplant van iep met name in de stad en het kustlandschap vaak een goede keuze zijn. De belangrijkste aanbevelingen uit dit rapport zijn: - Iepen uit het nieuwere sortiment te blijven planten en door te gaan met het opzetten en uitvoeren van een goed gecoördineerde iepziektebestrijding (sanitair beheer). - De nadere keuze van het plantmateriaal mede af te laten hangen van de specifieke gebruikseigenschappen van de kloon en van de mate waarin er in Nederland al praktijkervaring is opgedaan met deze kloon en met de wijze waarop deze op de boomkwekerij wordt vermeerderd. - De uitval en ontwikkeling van iepen per kloon/soort en kweekvorm te monitoren en de opzet van praktijkproeven van diverse in Nederland beschikbare nieuwe iepenklonen in één beplanting te overwegen. Dit levert voor de toekomst een belangrijke aanvullende informatiebron op. - Als Iepenwacht groenbeheerders te helpen om de weg naar de nieuwste informatie over beschikbaarheid, eigenschappen en risico s van het matig tot goed iepziekteresistente sortiment te vinden. Daarmee kan worden voorkomen dat de focus op maatregelen voor preventie van iepziekteuitbraken onbedoeld en onnodig leidt tot een negatief imago van de iep. 10 Alterra-rapport 1432

12 1 Inleiding 1.1 Achtergrond Bestrijding iepziekte in Friesland De iep is bij uitstek een kenmerkende boom in het Friese landschap, maar wordt ernstig bedreigd door de besmettelijke iepziekte. Om de aantasting door de iepziekte te minimaliseren is in juni 2005 de Stichting Iepenwacht Fryslân opgericht. Op 15 juli 2005 hebben de deelnemende organisaties een convenant ondertekend voor samenwerking over een periode van minimaal 15 jaar. Friesland is daarmee de eerste provincie die kiest voor een nieuwe samenwerkingsvorm voor de integrale aanpak van de iepziekte. De deelnemende gemeenten en andere organisaties dragen op grond van een beheerovereenkomst geld af aan een fonds waaruit de Stichting Iepenwacht Fryslân de iepziektebestrijding financiert. In de hele provincie worden zieke iepen opgespoord, geveld en vervangen door iepen die resistent zijn tegen de iepziekte. Veel gezonde beeldbepalende iepen die gevoelig zijn voor de iepziekte worden op kosten van de stichting jaarlijks preventief geïnjecteerd. Dit gebeurt met een middel dat de boom meer weerbaar maakt tegen de iepziekte. Uitval door de iepziekte en nieuwe aanplant van iepen in de deelnemende gemeenten worden door de Stichting Iepenwacht Fryslân gemonitord. Via deze aanpak verwachten de deelnemers het uitvalpercentage van iepen door de iepziekte binnen enkele jaren terug te brengen tot maximaal 1% per jaar. Dit is het niveau van voor 1990, toen de iepziektebestrijding nog werd gecoördineerd vanuit de landelijke overheid (door Staatsbosbeheer en de Plantenziektekundige Dienst). Een uitvalpercentage van minder dan 1% per jaar ligt in de dezelfde orde van grootte als uitval van bomen door diverse andere oorzaken. De beheerkosten zijn dan acceptabel. Er hoeft, net als bij andere boomsoorten, dan slechts af en toe een exemplaar te worden vervangen (bron: Onderzoek naar resistentie van iepenklonen Aansluitend op de nieuwe centraal gecoördineerde aanpak van iepziektebestrijding en het hierbij ontwikkelde monitoringsysteem, is door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) toegezegd onderzoek te financieren dat de Stichting Iepenwacht Fryslân ondersteunt in haar werkzaamheden de iep als karakteristieke soort voor Friesland te behouden. De resultaten van een onderdeel van dit onderzoek worden in dit rapport beschreven. Het betreft het verzamelen en omzetten naar praktische aanbevelingen van ervaringen met het gebruik van de nieuwere, meer iepziektetolerante iepenklonen. Dit is met name van belang in het licht van de herplant die door de Stichting Iepenwacht Fryslân wordt uitgevoerd. Alterra-rapport

13 Dit onderzoek is door Alterra uitgevoerd in opdracht van de LNV-directie Kennis en begeleid door de LNV-directie Natuur en het projectbureau van de Stichting Iepenwacht Fryslân, belegd bij BTL-Bomendienst. 1.2 Doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek is: Een bijdrage leveren aan de beheersing van de iepziekte via het verkrijgen van inzicht in de iepziekteresistentie en gebruiksmogelijkheden van diverse nieuwere iepenklonen en de vertaling van dit inzicht naar praktische aanbevelingen voor boombeherende instanties. Op grond van informatie uit de Friese praktijk en uit literatuur wordt een zo compleet mogelijk beeld gegeven van de reële verwachtingen die men mag stellen ten aanzien van gebruik van de nieuwere iepenklonen. Ook worden praktische aanbevelingen gegeven in relatie tot het gebruik van deze klonen in de toekomst. 1.3 Werkwijze Om tot goed onderbouwde praktische richtlijnen te komen voor het gebruik van iepenklonen zijn twee sporen gevolgd. 1. Er is een literatuurstudie uitgevoerd naar beschikbare gegevens en ervaringen over iepziekteresistentie van de diverse iepenklonen. Daarbij is ten behoeve van praktische toepasbaarheid ook onderzocht welke eventuele andere gebruiksmogelijkheden en -beperkingen de diverse klonen met zich meedragen. De literatuurstudie is aangevuld met eigen kennis en ervaring. 2. Er is een vragenformulier samengesteld. Hierin wordt gevraagd naar de mate waarin de verschillende iepencultivars die in Friesland zijn aangeplant tot nu toe zijn aangetast door de iepziekte. Dit formulier is op 21 oktober 2005 door het projectbureau van de Stichting Iepenwacht Fryslân toegestuurd aan alle gemeenten en andere organisaties die deelnemen aan deze stichting. Daarbij is enerzijds gevraagd naar een inschatting van het totale uitvalpercentage per soort/kloon, anderzijds naar beschikbare uitvalgegevens per object. Het gaat daarbij uitsluitend om gegevens van solitaire bomen en van straat- en laanbomen langs openbare wegen (geen singels). Via deze vragenlijst is getracht de resistentie van iepenklonen in de Friese praktijk zo goed mogelijk in beeld te krijgen. Het onderzoek betreft zowel de oudere klonen als de nieuwe, voornamelijk Nederlandse en Amerikaanse, klonen. De gegevens uit het vragenformulier en uit de literatuur zijn samen geanalyseerd en vertaald naar conclusies, concrete praktijkrichtlijnen en aanbevelingen. 12 Alterra-rapport 1432

14 1.4 Opzet rapport De resultaten van het literatuuronderzoek en de vragenlijst voor Friesland worden beschreven in hoofdstuk 2 en 3 van dit rapport. In hoofdstuk 4 worden deze resultaten nader geanalyseerd en in hoofdstuk 5 worden de conclusies beschreven die uit deze analyse volgen. Het rapport sluit af met een aantal praktische aanbevelingen (hoofdstuk 6). Alterra-rapport

15

16 2 Iepziekte en iepenklonen in Nederland 2.1 Iepen en iepziekte De iep Iepen (geslacht Ulmus) komen voor op het noordelijk halfrond. Het grootste aantal soorten is inheems in Azië, met een zwaartepunt in China. Een kleiner aantal soorten is te vinden in Noord-Amerika en Europa. In Nederland zijn drie iepensoorten inheems: - de Gladde iep (Ulmus minor) synoniemen: Veldiep (Ulmus campestris, Ulmus carpinifolia) - de Ruwe iep (Ulmus glabra) synoniemen: Bergiep (Ulmus scabra, Ulmus montana) - de Fladderiep (Ulmus laevis) synoniem: Steeliep De Gladde iep is genetisch variabel en kruist van nature met andere iepensoorten. Kruisingen tussen de Gladde iep en de Ruwe iep hebben geleid tot de hybride Hollandse iep (Ulmus x hollandica). Vanaf het begin van de 19e eeuw is vooral de Hollandse iep-kloon Belgica (Ulmus x hollandica Belgica ) aangeplant. Aan het begin van de 20ste eeuw bestond vrijwel het gehele Nederlandse iepenbestand uit deze kloon (Hiemstra et al., 2006; Een aantal eigenschappen maakt iepen bij uitstek geschikt voor toepassing als laanboom in kustgebieden en in steden. Iepen groeien goed op diverse bodemtypen, laten veel licht door, zijn windvast, kunnen goed tegen zoute zeewind, herstellen zich gemakkelijk als de stam of wortel is beschadigd, verdragen veel luchtverontreiniging en bodemverdichting en zijn goed bestand tegen droogte. Door hun snelle jeugdgroei ontwikkelen ze zich snel tot grote bomen. Ze kunnen in circa 50 jaar al monumentale afmetingen bereiken en als zodanig enkele honderden jaren aanwezig blijven. Iepen zijn dan ook al eeuwenlang in groten getale aangeplant als laanbomen in steden en in het buitengebied van de kustprovincies. Hierdoor spelen iepen een belangrijke rol in het stads- en kustlandschap: ze vormen hiervan een kenmerkend onderdeel. In het begin van de 20ste eeuw waren hierin naar schatting circa 1,5 miljoen iepen aanwezig (Hiemstra et al., 2006; Janson 1997). De iepziekte Iepen hebben weinig problemen met ziekten en plagen, op één grote uitzondering na: de iepziekte. De iepziekte wordt veroorzaakt door een schimmel (Ophiostoma ulmi sensu lato 1 ) en komt in Nederland voor sinds circa De schimmel leidt tot verstopping van de houtvaten van de iep, waardoor het watertransportsysteem in de boom stagneert en de boom afsterft. Iepziekte wordt verspreid via de Grote en Kleine iepenspintkever (resp. Scolytus scolytus en Scolytus multistriatus) en via wortel- 1 Synoniemen van de schimmel Ophiostoma ulmi zijn Ceratocystis ulmi en Graphium ulmi. Alterra-rapport

17 contact tussen naast elkaar staande bomen (Anonymous 2001; Buchel & Cornelissen 2000). Iepenspintkevers leggen hun eieren onder de bast van verzwakte of recent afgestorven bomen (ook in gevelde, niet van bast ontdane stammen). De eieren ontwikkelen zich hier tot jonge kevers. Deze jonge kevers boren zich een weg naar buiten en vliegen uit in voorjaar en zomer. Ze gaan dan op zoek naar gezonde iepen, waar ze zich voeden met de plantensappen die uit de door hen aangevreten takoksels stromen (rijpingsvraat; Anonymous 2001). Wanneer de jonge kevers uit iepzieke bomen komen dragen ze doorgaans de sporen van de schimmel met zich mee. De schimmel heeft zich dan in de larvegangen ontwikkeld en daar sporen gevormd. Tijdens de rijpingsvraat brengen de kevers de iepziekteschimmel over op de gezonde boom en besmetten deze zo. De iepenspintkevers vliegen op hun zoektocht naar geschikte voedselbronnen niet verder dan nodig is, maar als ze in hun omgeving geen iepen vinden, kunnen ze afstanden tot 10 kilometer overbruggen (Buchel & Cornelissen 2000). De eerste iepziekte-epidemie, veroorzaakt door Ophiostoma ulmi, vond plaats in de periode , met een uitloop tot circa Deze leidde tot sterfte van minimaal tweederde van het aantal iepen in Nederland. Deze sterfte betrof vooral de Hollandse iep-kloon Belgica. Deze is vanwege de grote vatbaarheid voor de iepziekte vanaf 1930 nauwelijks meer aangeplant. Ook andere iepensoorten en klonen zijn tot 1960 weinig aangeplant. In de jaren 60 en begin jaren 70 zijn weer meer iepen geplant, vooral veel Gladde iepen (voor groenvoorzieningen zoals singels en bosplantsoen) en de resistent geachte Hollandse-iep-klonen Vegeta, Commelin en Groeneveld (voornamelijk als straat- en laanboom). In 1972 begon de tweede iepziekte-epidemie. Deze werd veroorzaakt door Ophiostoma novo-ulmi en vanaf 1980 ook door Ophiostoma himal-ulmi. Deze varianten van de iepziekteschimmel zijn veel agressiever dan hun voorganger en hebben zeer veel uitval veroorzaakt onder de resterende Belgica iepen en onder de recenter aangeplante Gladde iepen en Vegeta - en Commelin -iepen (Hiemstra et al., 2006). Iepziektebestrijding De iep is vanwege haar gunstige combinatie van eigenschappen niet goed door gelijkwaardige andere boomsoorten te vervangen. Bovendien is het gewenst om iepen te behouden als kenmerkend onderdeel van stads- en kustlandschappen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er al vanaf 1930 aandacht wordt besteed aan bestrijding van de iepziekte. Deze bestrijding heeft twee pijlers: verwijderen van potentiële iepziektehaarden en herplanten van iepen die resistent zijn tegen de iepziekte. Daarnaast kunnen monumentale bomen worden ingeënt. Dit laatste is kostbaar, moet jaarlijks worden herhaald en werkt alleen als de boom nog niet is aangetast (Bomenstichting 2002; Hiemstra et al., 2006). Verwijderen iepziektehaarden Bij het verwijderen van potentiële iepziektehaarden gaat het erom dat alle broedbomen voor iepenspintkevers tijdig worden opgeruimd. Doorgaans zijn dit de 16 Alterra-rapport 1432

18 bomen die reeds door de ziekte zijn aangetast. Zieke en zwakke iepen worden geveld en geveld iepenhout wordt direct geschild, versnipperd, gecomposteerd of verbrand, of wordt onder water bewaard. Om iepziekteverspreiding via het wortelstelsel te voorkomen moeten in lanen of boomgroepen soms wortelcontacten tussen nog gezonde en aangetaste bomen worden verbroken en moeten soms niet alleen aangetaste iepen worden verwijderd, maar ook de buurbomen (Bomenstichting 2002). Het principe is eenvoudig, maar de uitvoering kostbaar en complex. Alleen een consequente aanpak voor een groot gebied blijkt effectief. Uit het verleden blijkt dat hierdoor het percentage aangetaste iepen kan worden teruggedrongen tot 1% of nog minder. Herplant resistente iepen Herplanten van resistente iepen is een duurzame oplossing om de iepziekte terug te dringen. Deze resistente iepen zijn na infectie in staat om verspreiding van de ziekte door de boom te voorkomen. Er zijn en worden diverse resistente klonen ontwikkeld en getest. In het verleden is echter gebleken dat klonen die resistent waren tegen het oude, minder agressieve type van de ziekte, dit later bij uitbraak van de agressievere vormen van de iepziekteschimmel niet meer bleken te zijn. Deze ervaring zorgt in combinatie met de nog voortdurende uitval door de iepziekte bij de groenbeheerders voor een negatief imago van de iep. Hierdoor worden resistente iepenklonen momenteel slechts in beperkte aantallen aangeplant (Hiemstra at al 2006; Stolk et al., 1998). Hieronder wordt nader op de ontwikkeling, beschikbaarheid en gebruiksmogelijkheden van de diverse iepenklonen ingegaan. 2.2 Ontwikkeling nieuwe iepenklonen Nederland Na de komst van de iepziekte in Nederland is in 1928 gestart met ontwikkeling van resistente iepenklonen. Hiervoor werd genetisch materiaal verzameld van over de hele wereld. De eerste Nederlands klonen die met succes op de markt zijn gebracht, zijn Commelin in 1960 en Groeneveld in Deze hybriden van Europese soorten waren resistent tegen de iepziekte totdat vanaf 1972 de agressievere vormen van deze ziekte de kop op staken. De kloon Commelin bleek hiervoor zeer vatbaar, de kloon Groeneveld slechts beperkt resistent (Anonymus 2002; Hiemstra et al., 2006; Janson 1997). Later zijn in Nederland ook resistente klonen ontwikkeld via inkruising van genetisch materiaal uit Aziatische soorten, die vaak resistent zijn tegen iepziekte. In 1973 kwamen hieruit de klonen Dodoens, Lobel en Plantijn op de markt, in 1983 gevolgd door Clusius en in 1989 door Columella (Heybroek 1983; Hiemstra et al., 2006). Deze klonen hebben een behoorlijke resistentie tegen de agressieve vormen van de iepziekte, maar alleen Columella is volledig resistent (Van Meggelen 2002; Nouwens & Schalk 2001). Na 1989 zijn er geen Nederlandse iepenklonen meer op de markt gekomen. Er zijn tot op heden ook geen nieuwe Nederlandse klonen in ontwikkeling, al beschikt Alterra nog wel over vele bruikbare kruisingsproducten uit Alterra-rapport

19 het in 1992 afgesloten iepenveredelingsonderzoek (Hiemstra et al., 2006; De Vries 1996). Buitenland Buiten Nederland is en worden nog steeds diverse resistente iepenklonen ontwikkeld. In Italië zijn in 2002 de resistente klonen San Zanobi en Plinio uitgegeven, in Frankrijk is in 2003 de kloon Lutece uitgegeven, een in Frankrijk uitgeteste selectie uit het Nederlandse veredelingsonderzoek. Ook buiten Europa zijn en worden iepziekteresistente klonen ontwikkeld. Het zwaartepunt ligt daarbij in de Verenigde Staten van Amerika, waar de inheemse Amerikaanse iep (Ulmus americana) zeer vatbaar is voor de iepziekte. Via kruisingen van Amerikaanse iepen met Europees en Aziatisch genenmateriaal is inmiddels een groot aantal resistente klonen uitgegeven door de USDA, de University of Wisconsin en het Morton Arboretum. De USDA heeft onder andere in 1984 de klonen Homestead en Pionieer uitgegeven en in 1995 de klonen New Harmony en Valley Forge. De University of Wisconsin geeft de Risista-klonen uit met onder andere Sapporo Autumn Gold (1973), Regal (1983), New Horizon (1994) en Cathedral (1994). De ontwikkeling van nieuwe buitenlandse klonen gaat nog volop door. Zowel uit Italië als uit Spanje, Schotland, de Verenigde Staten van Amerika en Canada zijn in de toekomst nieuwe iepziekteresistente klonen te verwachten (Van Meggelen 2002; Hiemstra et al., 2006). 2.3 Gebruik iepenklonen Tabel 1 geeft een globaal overzicht van de belangrijkste iepen die tot op heden (2006) in Nederland zijn en worden aangeplant. Het gaat daarbij zowel om de drie inheemse soorten als om oude klonen en om nieuwe iepziekteresistente klonen. Per kloon is het jaar van uitgifte of van eerste aanplant aangegeven. Daarnaast is per soort en kloon de mate van resistentie tegen de iepziekte vermeld en een globale beschrijving gegeven van kenmerken en gebruiksvormen. 18 Alterra-rapport 1432

20 Tabel 1. Overzicht van in Nederland tot 2006 gebruikte iepen Kloon/ soort Jaar van uitgifte Aangeplant sinds Resistentie iepziekte Gebruik/ Kenmerken INHEEMSE SOORTEN Gladde iep Tot 30m hoge boom met variabele vorm. Vooral in bos en beplantingen. Ruwe iep Tot 40m hoge boom met brede kroon. Zeldzaam in bos. Fladderiep Tot 35 m hoge, brede, snelgroeiende boom. Zeldzaam in bos; in toenemende mate aangeplant als laanboom. KLONEN België Belgica Hoge boom met snelle groei, in verleden veel aangeplant langs wegen en grachten. Dampieri Vrij grote straatboom. Wredei? - Goudiep; Middelgrote tuin- en parkboom. Engeland Vegeta (1750) Huntingdoniep; hoge zware boom, in verleden veel aangeplant langs wegen. Exoniensis Pluimiep; hoge en brede park-, laan en straatboom. Sarniensis Denemarken Monumentaaliep; Hoge boom met smalle kroon; straaten laanboom. Hoersholmiensis Hoge brede, regelmatige kroon; straat-, park- en laanboom. Schotland Camperdownii Prieeliep; middelgrote parkboom. Nederland Pendula -? - Middelgrote parkboom, brede kroon. Den Haag 1936? Hoge park- en straatboom met zeer brede kroon. Commelin Opgaande vrij smalle kroon; laan- en straatboom. Groeneveld Hoge laan- en straatboom met vrij langzame groei. Dodoens Brede laan- en straatboom met snelle groei. Lobel Vrij smalle laan- en straatboom met snelle groei. Plantijn Vrij brede laan- en straatboom met snelle jeugdgroei. Clusius Laan- en straatboom met volle kroon en snelle (dikte)groei. Columella Laan- en straatboom met smalle kroon en goede groei. USA Resista groep Sapporo Autumn Gold Regal Snel en wild groeiende middelgrote parkboom met brede dichte kroon en sterk wortelstelsel. Snel groeiende middelgrote straatboom met vrij smalle kroon. Cathedral Snel groeiende, zwaar betakte brede straat- en parkboom. New Horizon Snelgroeiende, vrij brede forse laan- en straatboom. Overig Urban Snel en recht omhoog groeiende middelgrote park- en straatboom. Homestead Middelgrote park- en straatboom met vrij brede dichte kroon. Pioneer Snelgroeiende brede middelgrote park- en straatboom. New Harmony Brede laan- en straatboom met vrij snelle groei. Valley Forge Vrij brede park- en straatboom met dichte kroon en vrij snelle groei. 1 Wel vatbaar voor iepziekte maar wordt nauwelijks besmet door de kevers. Resistentie iepziekte: - : niet resistent (tegen agressieve vormen van de ziekte). + : matig resistent. ++ : goed resistent. Alterra-rapport

21 De tabel en toelichtende tekst zijn voornamelijk gebaseerd op Anonymous (1971), Hiemstra (2002), Hiemstra et al., (2006), Janson (1997), Santini et al. (2004), Stolk et al. (1998), De Vries (1996) en diverse veelal Amerikaanse websites (zie literatuuroverzicht). Resistentie iepziekte Resistentie voor de iepziekte is een eerste vereiste voor aanplant van nieuwe iepen. Voor nieuwe aanplant komen dan ook alleen die iepen in aanmerking die ten minste matig resistent zijn voor de iepziekte. Dit betreft de Fladderiep en de 15 onderste klonen uit tabel 1. Hier zullen in de toekomst nieuwe resistente klonen bijkomen. De Fladderiep is niet resistent, maar wordt bijna nooit besmet doordat de iepenspintkevers deze soort mijden. Van de matig resistente klonen is Groeneveld het meest vatbaar voor de iepziekte. De matig resistente Amerikaanse kloon Regal gaat niet dood aan de iepziekte, maar na aantasting kan wel een enkele grote tak afsterven, wat kan leiden tot extra onderhoud (snoei) wanneer deze dode tak bijvoorbeeld gevaar gaat opleveren voor de omgeving. De recent uitgegeven Italiaanse klonen Plinio en San Zanobi zijn nog niet op de Nederlandse markt, maar hebben een goede resistentie tegen iepziekte en zijn interessant om in Nederland uit te testen in de nabije toekomst. Voor gebruik in de praktijk moet onderscheid worden gemaakt tussen feitelijke resistentie en de veldresistentie. De feitelijke resistentie wordt bepaald aan de hand van onderzoek waarbij iepen kunstmatig ziek worden gemaakt. Eenmaal op een bepaalde plantplaats aangeplant, zijn er echter diverse omgevingsinvloeden die kunnen maken dat de bomen in het veld (veel) minder last hebben van aantasting door iepziekte dan op grond van de feitelijke resistentie verwacht zou worden. Ze hebben dan een (betrekkelijk) hoge veldresistentie. De veldresistentie tegen iepziekte kan van streek tot streek sterk verschillen. Deze verschillen hangen met name samen met van de dichtheid van de populatie iepenspintkevers ( keverdruk ). In gebieden waar de keverdruk structureel laag is, is aanplant van iepenklonen met een matige resistentie tegen iepziekte eerder verantwoord dan in gebieden met een hoge keverdruk. In Friesland lijkt de keverdruk bijvoorbeeld aanzienlijk minder te zijn dan in een stad als Amsterdam. Dit beeld wordt bevestigd door een recent onderzoek in het Lauwersmeergebied (Kopinga 2006), waarin de gevangen keveraantallen laag zijn. Andere belangrijke eigenschappen Naast de mate van resistentie voor de iepziekte zijn er nog diverse andere eigenschappen die de gebruikswaarde van een iepenkloon bepalen. Deze eigenschappen bepalen samen met de iepziekteresistentie voor welke toepassingen een bepaalde kloon geschikt is. De belangrijkste van deze eigenschappen zijn: - Groeisnelheid, - Omvang, dichtheid, vorm van de kroon, - Gevoeligheid voor aantasting door het Meniezwammetje (het vuur ) en Elm yellows (necrose bastweefsel), 20 Alterra-rapport 1432

22 - Gevoeligheid voor standplaatsfactoren zoals (zee)wind, luchtverontreiniging en bodemverdichting, - Risico op instabiliteit bij gebruik van bepaalde onderstammen en vatbaarheid voor iepziekte van de onderstam. Groeisnelheid De groeisnelheid is van belang wanneer een beheerder snel een boom van enige omvang wil hebben. De meeste matig of goed iepziekteresistente iepenklonen zijn snelle groeiers. Dit geldt met name voor Dodoens, Lobel, Clusius, de klonen van de Resista-groep, Urban, Pionieer en de Italiaanse kloon San Zanobi. Ook de Fladderiep heeft een snelle groei. Groeneveld groeit relatief langzaam. Omvang, dichtheid, vorm kroon De omvang, dichtheid en vorm van de kroon bepalen of een bepaalde kloon voldoet aan een door de beheerder gewenst beeld en of deze geschikt is voor aanplant op locaties waar de ruimte beperkt is. De meest iepziekteresistente Nederlandse kloon Columella heeft bijvoorbeeld een smalle, zuilvormige kroon. Deze habitus wijkt sterk af van het kenmerkende beeld van brede zware bomen ( Belgica ), dat veel groenbeheerders van iepen hebben. Ook klonen als Lobel en San Zanobi hebben een nogal smalle kroon, zeker op jeugdige leeftijd. Van de Nederlandse klonen komt met name Dodoens in de richting van het Belgica -beeld. Onder de Amerikaanse klonen geldt dit vooral voor New Horizon. De Fladderiep heeft een brede kroon. De vorm en omvang laten duidelijke verschillen zien tussen diverse herkomsten. Sommige Fladderiep-herkomsten vertonen een onregelmatige groei en hebben lage horizontaal afstaande takken, andere laten echter een evenwichtige groei zien en zijn goed te geleiden tot mooie laanbomen (pers. med. H. Ketelaar 2006). Gevoeligheid voor Meniezwammetje en Elm yellows Het Meniezwammetje of vuur (Nectria cinnabarina) is na de iepziekte de belangrijkste aantaster van iepen in Nederland. Het algemeen voorkomende Meniezwammetje leidt tot het pleksgewijs afsterven van de bast. Hierdoor worden bij vatbare iepenklonen regelmatig takken en (jonge) stammen geringd. De betreffende tak of hele boom kan hierdoor afsterven (Anonymous 2001). De Fladderiep en bijna alle Nederlandse matig of goed iepziekteresistente iepenklonen hebben een behoorlijke weerstand tegen het Meniezwammetje. De enige uitzondering is Groeneveld, die hier vatbaar voor is (Anonymus 2002; Stolk et al., 1998). Ook de Franse kloon Lutece is vatbaar, althans in Nederland, en lijkt hierdoor minder geschikt voor introductie. Overigens is de vatbaarheid voor Nectria ook sterk afhankelijk van de conditie van de bomen (Schoeneweiss 1978). Gezonde iepen hebben in de praktijk weinig last van het Meniezwammetje (Gremmen 1978). Inmiddels heeft de praktijk geleerd dat Nectria-aantastingen gemiddeld genomen geen onoverkomelijk probleem zijn voor het gebruik van de kloon Groeneveld. Elm yellows (necrose van het bastweefsel) wordt veroorzaakt door Mollicutesfytoplasma s en komt van nature voor bij Amerikaanse iepensoorten. Wanneer bomen hier vatbaar voor zijn kunnen deze binnen een groeiseizoen afsterven (Buchel & Cornelissen 2000). Op dit moment komt deze ziekte in Nederland niet voor (wel Alterra-rapport

23 in Italië). Europese inheemse iepen zijn weinig vatbaar voor deze ziekte, maar de vatbaarheid van klonen met Aziatisch genenmateriaal en van uit Amerika afkomstige klonen is een punt van aandacht voor de toekomst. De Amerikaanse klonen Urban, Homestead en Pioneer zijn resistent, maar van andere klonen zoals Sapporo Autumn Gold, Regal en New horizon wordt aangegeven dat de mate van resistentie nog onbekend is. Gevoeligheid standplaatsfactoren In het algemeen is de geringe mate van gevoeligheid voor standplaatsfactoren als (zee)wind, luchtverontreiniging, bodemverdichting en beschadigingen een pluspunt van iepen boven andere boomsoorten (zie ook 2.1). Er zijn echter ook duidelijke verschillen tussen de diverse klonen. Deze verschillen bepalen in welke mate een kloon geschikt is voor aanplant op bepaalde locaties. Zo zijn van de Nederlandse klonen met name Lobel en Clusius zeer goed bestand tegen wind, terwijl Plantijn juist gevoelig is voor (zee)wind en droogte. Ook Dodoens kan goed tegen (zee)wind, Groeneveld redelijk. Van de kloon Columella is de windbestendigheid niet goed bekend (Anonymus 2002; Stolk et al., 1998). Met de buitenlandse klonen is over de gevoeligheid voor wind en andere Nederlandse standplaatsfactoren nog weinig ervaring opgedaan. De eerste ervaringen met nog jonge New horizon iepen lijken te wijzen op een goede windbestendigheid van deze kloon (Bonte Hoek kwekerijen 2004). Onverenigbaarheid en vatbaarheid onderstam Veel van de Nederlandse klonen zijn vermeerderd door ze te enten of oculeren op onderstammen van Ruwe iep (Ulmus glabra) of van de kloon Belgica. Onderstammen van de Ruwe iep zijn zaailingen, onderstammen van Belgica worden vermeerderd via stek of afleggers. Gebruik van Ruwe iep als onderstam geeft in enkele gevallen problemen, zoals het ontstaan van zogenaamde potloodiepen. Dit zijn bomen die op een leeftijd van 15 jaar of meer plotseling omvallen doordat ze gedurende de voorafgaande tijd nog geen goed wortelstelsel hebben kunnen vormen. Dit wordt wel aangeduid als uitgestelde onverenigbaarheid en leidt tot veiligheidsrisico s. Het gaat hierbij om de klonen Plantijn, Columella en, in beperkte mate, Groeneveld (Anonymus 2002). Omdat het nog niet goed mogelijk is om aan te geven of en wanneer een op Ruwe iep vermeerderde kloon instabiel wordt, is Ruwe iep als onderstam voor deze klonen af te raden. Door de genetische variabiliteit van de Ruwe iep zijn de resultaten van deze onderstam ook bij andere klonen wisselend. Bovenstaande problemen doen zich niet voor bij gebruik van de kloon Belgica als onderstam (Hiemstra et al., 2006). Zowel Ruwe iep als Belgica zijn, ook bij gebruik als onderstam, vatbaar voor iepziekte. Dit kan problemen geven voor de erop geënte resistente iepen. De iepziekte kan zich via het wortelstelsel verspreiden naar aangrenzende iepen. De kloon Stavast is een nieuwe, goed wortelende onderstam met een behoorlijke mate van resistentie tegen de iepziekte. Deze kan mogelijk een goed alternatief vormen, maar hiermee is nog weinig ervaring opgedaan (Hiemstra et al., 2006). 22 Alterra-rapport 1432

24 Sinds een aantal jaren worden de Nederlandse klonen, net als bij veel Amerikaanse klonen het geval is, in toenemende mate ook op eigen wortel (als stek) gekweekt. Dit voorkomt bovenstaande problemen. De jeugdgroei van de Nederlandse klonen die op eigen wortel staan is goed. Vooral bij winterstekken laat ook het wortelstelsel een goede ontwikkeling zien die de basis legt voor stabiele, windbestendige bomen. De ontwikkeling van het wortelstelsel is bij winterstekken overwegend zelfs beter dan bij gebruik van Belgica onderstammen, die soms last hebben van een slechte verdeling van de wortels om de boom en daardoor dan een hogere kans hebben om scheef te waaien (Kunneman & Nouwens 1998; Nouwens & Schalk 2001). Ook van de stekken van de Amerikaanse klonen lijkt de ontwikkeling van het wortelstelsel in Nederland goed uit te pakken. Voor de boomkweker betekent het kweken van iepen op eigen wortel in plaats van op onderstam meestal dat het iets langer duurt voordat de jonge iepen een verkoopbare maat hebben, omdat geënte iepen vaak een snellere eerste groei vertonen. Kennis, ervaring en informatievoorziening Er zijn in Nederland momenteel diverse Nederlandse en Amerikaanse iepenklonen op de markt met een redelijke tot goede resistentie tegen de iepziekte. Dit zijn de klonen die nu in aanmerking komen voor nieuwe aanplant van iepen. Ook de zeldzame inheemse soort Fladderiep heeft weinig last van iepziekte en komt in aanmerking voor aanplant. Van de Nederlandse klonen is inmiddels vrij veel bekend over hun functioneren in de praktijk. Bovendien zijn deze klonen voordat ze zijn uitgegeven al jarenlang in ons land uitgetest. Het gaat hierbij om de gebruiksmogelijkheden en risico s op onderstam van Belgica of Ruwe iep. Later zijn Nederlandse klonen ook op eigen wortel geplant. Hiermee is inmiddels ook al vrij veel positieve ervaring opgedaan. Met aanplant van deze klonen op een iepziekteresistente Stavast onderstam is nog weinig ervaring. De Amerikaanse klonen worden pas sinds kort in Nederland aangeplant. Er is daardoor nog weinig kennis opgedaan over hoe deze soorten zich onder Nederlandse omstandigheden ontwikkelen. Deze kennis en ervaring zal de komende jaren moeten worden ontwikkeld. Er zijn diverse veelbelovende nieuwe iepenklonen die momenteel nog niet op de Nederlandse markt verkrijgbaar zijn. Hieronder zijn de Italiaanse klonen San Zanobi en Plinio, diverse Amerikaanse klonen en ook Nederlandse nog niet uitgegeven resistente klonen. Via introductie van nieuwe klonen en toetsing ervan aan de Nederlands praktijk kan het Nederlandse assortiment in de toekomst op een duurzame wijze verder worden uitgebreid (Hiemstra el al 2006). De ervaring met het gebruik van Fladderiep als laanboom groeit, maar is nu nog vrij beperkt. Er is van verschillende herkomsten plantmateriaal beschikbaar voor gebruik als laanboom. Dit plantmateriaal is de laatste jaren door diverse gemeenten en andere organisaties afgenomen (pers. med. H. Ketelaar). Alterra-rapport

25 Op dit moment is het voor groenbeheerders lastig om inzicht te krijgen in het beschikbare assortiment iepziekteresistente klonen, hun eigenschappen en de ervaring die er mee is opgedaan. Deze kennis is sterk versnipperd. Dit leidt ertoe dat het voor groenbeheerders moeilijk is om een goed afgewogen keuze te maken voor de aanplant van een iepenkloon die het beste aan zijn specifieke gebruikseisen voldoet. Recent en nieuw onderzoek Recent is door Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO) en Alterra een verkennende studie afgerond naar het belang en de toekomstmogelijkheden voor de iep in Nederland (Hiemstra et al., 2006). Uit dit onderzoek wordt geconcludeerd dat: - het van belang en zeer gewenst is om de iep als kenmerkende boom in de Nederlandse stads- en kustlandschappen te behouden, - de iepziekte geen grote bedreiging vormt voor de toekomst van de iep in Nederland, maar het gebrek aan vertrouwen bij ontwerpers, beleidsmakers en diverse groenbeheerders wél. Het gebrek aan vertrouwen heeft enerzijds te maken met ervaringen uit het verleden, waarbij resistent geachte iepenklonen door het opkomen van de agressievere iepziekterassen toch massaal ziek bleken te worden. Hierdoor durven veel beheerders nu niet te vertrouwen op de resistentie van de nieuwe klonen. Anderzijds heeft dit ook te maken met de onbekendheid met de kenmerken, eigenschappen, risico s en beschikbaarheid van de nieuwe klonen. Eén van de eigenschappen en bijbehorende risico s waarbij in de praktijk sprake is van onzekerheid door onbekendheid, is de kans op uitgestelde onverenigbaarheid van op onderstam vermeerderde iepen. Dit laatste vormt onderdeel van het resistentie- en gebruikswaarde-onderzoek aan veelbelovende iepenklonen waarvoor in 2005 een onderzoeksvoorstel is opgesteld (Hiemstra 2005) en dat dankzij een subsidie van de sector (Productschap Tuinbouw) in 2006 van start kan gaan. Dit onderzoek wordt in de komende jaren ( ) uitgevoerd door PPO en Alterra in samenwerking met de Boomkwekerijen t Herenland en De Bonte Hoek en met de Gemeente Amsterdam. Het sluit aan op gesignaleerde vragen en op conclusies en aanbevelingen uit de recent afgeronde verkennende studie (Hiemstra et al., 2006). Bij het huidige sortiment aan Nederlandse en Amerikaanse klonen zal onder Nederlandse omstandigheden onderzoek worden gedaan naar de resistentie tegen iepziekte en naar de groei en gebruikseigenschappen. Ook zal voor deze klonen worden onderzocht hoe ze het best kunnen worden vermeerderd. Dit gebeurt via een vergelijkende studie van bomen op eigen wortel, op Belgica onderstam en op Stavast -onderstam. In het onderzoek wordt ook een aantal nog niet uitgegeven klonen uit het iepenprogramma van Alterra (voorheen De Dorschkamp ) meegenomen. Dit met het oog op ontwikkeling van een resistente, stabiele kloon met een Belgica -kroonvorm. De onderzoeksresultaten zullen samen met al bestaande informatie eenvoudig toegankelijk worden gemaakt via een iepenwebsite. 24 Alterra-rapport 1432

26 3 inventarisatie iepenklonen in Friesland De mate van aanwezigheid en uitval (sinds de aanplant) van diverse iepenklonen in Friesland is eind 2005 onderzocht via een vragenformulier dat is toegestuurd aan de deelnemers van Stichting Iepenwacht Fryslân. De resultaten van dit onderzoek worden hieronder samengevat, aangevuld met enkele ervaringen uit de steden Amsterdam en Den Haag. 3.1 Respons De respons op het vragenformulier is weergegeven in tabel 2. Van de 22 gemeenten en 4 overige organisaties die deelnemen aan de Stichting Iepenwacht Fryslân hebben 8 gemeenten binnen 2 maanden gereageerd en van één gemeente zijn in een later stadium nog gegevens aangeleverd. 7 gemeenten hebben voor het onderzoek bruikbare informatie aangeleverd, waarvan 5 dit ook op objectniveau hebben gedaan. Tabel 2. Respons op het vragenformulier Deelnemende organisatie Vragenlijst geretourneerd Bruikbare overzichtsgegevens Bruikbare gegevens per object Gemeente Boarnsterhim Gemeente Bolsward Gemeente Dantumadeel Gemeente Dongeradeel Gemeente Ferwerderadiel Gemeente Franekeradeel Gemeente Gaasterlân-Sleat Gemeente Harlingen Gemeente Het Bildt Gemeente Kollumerland Gemeente Leeuwarden Gemeente Leeuwarderadeel Gemeente Lemsterland Gemeente Littenseradiel Gemeente Menaldumadeel Gemeente Nijefurd Gemeente Schiermonnikoog Gemeente Skarsterlân Gemeente Sneek Gemeente Tytjerksteradiel Gemeente Wunseradiel Gemeente Wymbritseradiel It Fryske Gea* Provincie Friesland, Sector Provinciale Waterstaat Rijkswaterstaat Noord Nederland* Staatsbosbeheer Regio Noord* * aan deze drie deelnemende organisaties is geen vragenformulier toegestuurd; It Fryske Gea en Staatsbosbeheer hebben alleen Gladde iepen. respondent Alterra-rapport

27 3.2 Overzichtsgegevens Zoals reeds vermeld, zijn van 7 gemeenten bruikbare overzichtgegevens ontvangen. Deze gegevens bevatten per iepenkloon of soort: - een schatting dan wel een exacte telling van het aantal aanwezige exemplaren (solitairen en straat/laanbomen), - een opgave van het aandeel ervan dat is uitgevallen door de iepziekte. (zie tabel 3. Hoge aantallen of aandelen zijn gemarkeerd via grijstinten). Aanwezigheid De meest aangeplante klonen zijn Belgica, Groeneveld en Lobel. Deze klonen zijn in alle gemeenten aanwezig, elk met in totaal meer dan 1000 exemplaren. Andere klonen die regelmatig voorkomen zijn Vegeta, Exoniensis, Commelin, Dodoens en Plantijn. De klonen, Clusius, Columella en New Horizon en de soort Ruwe iep (Ulmus glabra) zijn verspreid over meerdere gemeenten in kleine aantallen aanwezig. In één gemeente (Leeuwarden) is Exoniensis opvallend sterk vertegenwoordigd. Van de 663 Exoniensis -exemplaren die door de 7 gemeenten zijn opgegeven staan er 581 in Leeuwarden. Tabel 3. Overzichtsgegevens iepenklonen; aantal aangeplante exemplaren en uitval door iepziekte in zeven Friese gemeenten. Aanwezigheid Uitval door iepziekte Kloon/ Soort Aantal gemeenten Aantal aangeplante exemplaren Percentages per gemeente Percentage van totaal Inheemse soorten Gladde iep (Ulmus minor) Ruwe iep (Ulmus glabra) tot 50 9 Fladderiep (Ulmus laevis) Klonen Ulmus x hollandica 'Belgica' tot Ulmus 'Vegeta' tot Ulmus glabra 'Exoniensis' tot 29 5 Ulmus 'Commelin' tot Ulmus 'Groeneveld' tot 20 6 Ulmus 'Dodoens' tot 10 2 Ulmus 'Lobel' tot 10 4 Ulmus 'Plantijn' tot 5 4 Ulmus 'Clusius' tot 6 1 Ulmus 'Columella' tot 1 1 Ulmus 'Homestead' Ulmus 'New Horizon' Totaal tot 83 8 Uitval door iepziekte De uitvalpercentages 3 per gemeente en per kloon/soort variëren sterk, van 0 tot 83%. Het gemiddelde uitvalpercentage van alle iepen bedraagt 8%. De klonen 2 Mogelijk betreft het hier exemplaren van de kloon Exoniensis en niet zoals opgegeven van de soort Ulmus glabra. 3 Het gaat hier bij uitval steeds om het totale uitvalpercentage sinds de aanplant van de iepen (dus niet om een uitvalcijfer per jaar). 26 Alterra-rapport 1432

28 Belgica en Vegeta laten met respectievelijk 38% en 23% de hoogste uitval door iepziekte zien. Ook de kloon Commelin en de soort Ulmus glabra vertonen relatief veel uitval door de iepziekte. De klonen Exoniensis, Groeneveld, Dodoens Lobel en Plantijn hebben een beperkte uitval van enkele procenten; de klonen, Clusius, Columella en New Horizon kennen (nagenoeg) geen uitval door de iepziekte. 3.3 Gegevens per object De tabellen 4, 5, 6 en 7 geven een samenvatting van de gegevens per object, zoals die zijn aangeleverd door 5 Friese gemeenten. Hoge aantallen of aandelen zijn in de tabellen gemarkeerd via grijstinten. Tabel 4 geeft per kloon/soort een overzicht van: - het aantal objecten waarin deze is aangeplant, - het aantal geplante exemplaren, - de periode van aanplant, - de gemiddelde leeftijd van de aangeplante iepen in 2005, - het totale uitvalpercentage, - het uitvalpercentage dat het gevolg is van de iepziekte, - het gemiddelde jaarlijkse uitvalpercentage dat het gevolg is van de iepziekte Gegevens van Leeuwarden zijn in deze tabel niet meegenomen, omdat hierin van veel bomen de aanplantperiode onbekend was of niet is vermeld. Dit zou, met name voor de gemiddelde leeftijd van de oudere klonen, een vertekend beeld kunnen geven. Alterra-rapport

29 Tabel 4. Objectgegevens iepenklonen; aantal aangeplante exemplaren, aanplantperiode en uitval in vier Friese gemeenten. Aanwezigheid Leeftijd Percentage uitval Kloon/ Soort Aantal objecten Aantal exemplaren Aanplantperiode Gemiddelde leeftijd in 2005 (jr)* Totaal sinds aanplant (%) Sinds aanplant Door iepziekte (%) Inheemse soorten Gladde iep Ruwe iep ,47 Fladderiep ,00 Klonen 'Belgica' ,59 'Vegeta' ,25 'Exoniensis' ,96 'Commelin' ,26 'Groeneveld' ,14 'Dodoens' ,02 'Lobel' ,09 'Plantijn' ,14 'Clusius' ,28 'Columella' ,00 'Homestead' ,00 'New Horizon' ,00 Totaal ,32 * gewogen gemiddelden op grond van aantal bomen. Gemiddeld per jaar* Aanwezigheid en uitval De gegevens over aanwezigheid en uitval uit tabel 4 komen in grote lijn overeen met de overzichtsgegevens die in tabel 3 staan. Voor bijna alle soorten en klonen liggen deze in de twee tabellen in dezelfde orde van grootte, al zijn de cijfers door het kleinere aantal bomen en gemeenten dat in tabel 4 is meegenomen iets anders. Dit kleinere aantal bomen en gemeenten hangt ermee samen dat niet van alle bomen de in tabel 4 te combineren parameters zijn ingevuld. De uitvalcijfers van de kloon Exoniensis (Pluimiep) vertonen een groot verschil tussen tabel 3 (5% uitval) en tabel 4 (30% uitval). Dit verschil hangt ermee samen dat de gegevens uit de gemeente Leeuwarden in tabel 4 niet zijn meegenomen. In deze gemeente komt deze kloon veel voor en is het uitvalpercentage ervan laag, terwijl de uitval in de andere gemeenten veel hoger is. Interessant is het geringe verschil tussen de totale uitval en de uitval door de iepziekte. Hieruit is af te leiden dat bijna alle uitval het gevolg is van de iepziekte. Dit wil echter niet zeggen dat daarmee alle andere oorzaken altijd weinig relevant zijn. Periodiek kunnen deze ook een belangrijke bijdrage aan de uitval leveren. Illustratief hiervoor is tabel 5. Hierin is voor de gemeente Leeuwarden aangegeven in welke mate verschillende oorzaken in de periode hebben bijgedragen aan uitval van iepen. 28 Alterra-rapport 1432

HERPLANT VAN IEPEN IN FRYSLAN STICHTING IEPENWACHT FRYSLÂN. Projectbureau Stichting Iepenwacht Fryslân (BTL Bomendienst)

HERPLANT VAN IEPEN IN FRYSLAN STICHTING IEPENWACHT FRYSLÂN. Projectbureau Stichting Iepenwacht Fryslân (BTL Bomendienst) HERPLANT VAN IEPEN IN FRYSLAN STICHTING IEPENWACHT FRYSLÂN Projectbureau Stichting Iepenwacht Fryslân (BTL Bomendienst) Projectbureau Telefoonnummer : 055-59 99 444 Faxnummer : 055-53 38 844 E-mail : bomendienst@btl.nl

Nadere informatie

Iep heeft door resistentie weer toekomst

Iep heeft door resistentie weer toekomst Iep heeft door resistentie weer toekomst Jelle Hiemstra (WUR-PPO) Ziekten en Plagen Dag; 29 augustus 2013, Boskoop Aanleiding Inventarisatie 2005: Toekomst voor de Iep? Iep kan als laanboom niet gemist

Nadere informatie

Toekomst voor de iep. Resistentie, vermeerdering en gebruikswaarde. Jelle Hiemstra (WUR-PPO) 28 januari 2013; Boomteeltstudieclub Opheusden

Toekomst voor de iep. Resistentie, vermeerdering en gebruikswaarde. Jelle Hiemstra (WUR-PPO) 28 januari 2013; Boomteeltstudieclub Opheusden Toekomst voor de iep Resistentie, vermeerdering en gebruikswaarde Jelle Hiemstra (WUR-PPO) 28 januari 2013; Boomteeltstudieclub Opheusden Aanleiding Inventarisatie: Toekomst voor de Iep? 2005: Belang en

Nadere informatie

Aanleiding. Inventarisatie 2005: Toekomst voor de Iep? Project(en) Toekomst voor de iep. Hoofdthema s. Iepensortiment in resistentietoets

Aanleiding. Inventarisatie 2005: Toekomst voor de Iep? Project(en) Toekomst voor de iep. Hoofdthema s. Iepensortiment in resistentietoets De terugkomst van de Iep Onderzoek laat zien: Iepen planten kan weer Aanleiding Jelle Hiemstra (WUR-PPO) Verkennend overleg Bomenwacht Noord Holland; 16 oktober 2014, Heiloo Inventarisatie 2005: Toekomst

Nadere informatie

Weer volop toekomst voor de iep

Weer volop toekomst voor de iep Weer volop toekomst voor de iep Nieuwe iepen: zeer hoge mate van resistentie en algemeen bruikbaar Ulmus 'Lobel' klaar voor planten De iep is eeuwenlang een van de beeldbepalende bomen geweest in het Nederlandse

Nadere informatie

Ronnie Nijboer Toekomst voor de iep

Ronnie Nijboer Toekomst voor de iep Bomenwacht Groningen Ronnie Nijboer Toekomst voor de iep Resistentie vergelijkingsproef 2006-2011 29 klonen Wageningse klonen Clusius Columella Dodoens Lobel Plantijn Vroegere handelsklonen Commelin Den

Nadere informatie

Een nieuwe Toekomst voor de Iep

Een nieuwe Toekomst voor de Iep Een nieuwe Toekomst voor de Iep recente onderzoeksresultaten Jelle Hiemstra (WUR-PPO) 8 juni 2013, Doorn; KPB Aanleiding Inventarisatie: Toekomst voor de Iep? 2005: Belang en toekomst van de iep in Nederland

Nadere informatie

Essentaksterfte. Ontwikkelingen onderzoek en alternatieven. Jelle Hiemstra. Informatiebijeenkomst Groninger Bomenwacht; Zuidwolde, 18 oktober 2017

Essentaksterfte. Ontwikkelingen onderzoek en alternatieven. Jelle Hiemstra. Informatiebijeenkomst Groninger Bomenwacht; Zuidwolde, 18 oktober 2017 Essentaksterfte Ontwikkelingen onderzoek en alternatieven Jelle Hiemstra Informatiebijeenkomst Groninger Bomenwacht; Zuidwolde, 18 oktober 2017 Inhoud Essentaksterfte Oplossing??? Onderzoek naar minder

Nadere informatie

De juiste boom op de juiste plaats

De juiste boom op de juiste plaats De juiste boom op de juiste plaats 15 jaar gebruikswaarde onderzoek straatbomen VGG, 4 oktober 2012; Jelle Hiemstra Onderdelen presentatie Inleiding 15 jaar gebruikswaarde onderzoek laanbomen Toekomst

Nadere informatie

Iepziekte PRAKTIJKADVIES. Hoe om te gaan met iepziekte? Wat is de oorzaak van iepziekte? Laatste update: 6 juni 2014

Iepziekte PRAKTIJKADVIES. Hoe om te gaan met iepziekte? Wat is de oorzaak van iepziekte? Laatste update: 6 juni 2014 Laatste update: 6 juni 2014 Nieuw aanplant Beemsterpolder, UNESCO Werelderfgoed (foto: Hans Kaljee) Hoe om te gaan met iepziekte? is al sinds het begin van de vorige eeuw in Nederland. De ziekte had een

Nadere informatie

Ronnie Nijboer iepen op eigen wortel

Ronnie Nijboer iepen op eigen wortel Kennismiddag SIF Ronnie Nijboer iepen op eigen wortel Ulmus hollandica Belgica Provinciale weg Leeuwarden - Heerenveen restanten Belgica-iepen bij Burum Iepen vermeerdering - Zaaien e.w. nakomelingen heterogeen

Nadere informatie

I E P E R D E P I E P

I E P E R D E P I E P I E P E R D E P I E P 19 e eeuw Al vele jaren is Bonte Hoek kwekerijen begaan met het lot van de iep. Deze boomsoort heeft zeer goede eigenschappen om geplant te worden als laan- en parkboom in stad en

Nadere informatie

Essentaksterfte in Nederland

Essentaksterfte in Nederland Essentaksterfte in Nederland Op zoek naar een duurzame oplossing Jelle Hiemstra Nederlandse Boominfodag; Velp Van Hall Larenstein, 1 juni 2017 Inhoud Essentaksterfte Oplossing??? Onderzoek naar minder

Nadere informatie

Belang en toekomst van de iep in Nederland

Belang en toekomst van de iep in Nederland OmslPPO421.qxp 15 03 2006 11:36 Pagina 1 Belang en toekomst van de iep in Nederland J.A. Hiemstra, J. Buiteveld, J. Kopinga, K.G. Kranenborg, M.B.M. Ravesloot, B.J. van der Sluis en S.M.G. de Vries PPO

Nadere informatie

Klimaatbestendig sortiment

Klimaatbestendig sortiment Klimaatbestendig sortiment De toekomst van bomen in de stad Jelle Hiemstra 2-10-2014, Den Haag Opzet Waarom Groen/Bomen in de stad De stad als groeiplaats voor bomen Sortiment en aanpassing De iep Waarom

Nadere informatie

Iepenwandeling Start Herengracht brug Leidsestraat kijkend richting De Bocht. Hier staan Lindebomen.

Iepenwandeling Start Herengracht brug Leidsestraat kijkend richting De Bocht. Hier staan Lindebomen. Iepenwandeling Start Herengracht brug Leidsestraat kijkend richting De Bocht Hier staan Lindebomen. Schilderij Gerrit Berckheyde (1672) voorbeeld van schilderij 17 e eeuw zonder bomen. Voorstudie van hetzelfde

Nadere informatie

Toekomst voor de iep. Resistentie, vermeerdering en gebruikswaarde van het huidige sortiment. J.A. Hiemstra 1, J. Buiteveld 2 en J.

Toekomst voor de iep. Resistentie, vermeerdering en gebruikswaarde van het huidige sortiment. J.A. Hiemstra 1, J. Buiteveld 2 en J. Toekomst voor de iep Resistentie, vermeerdering en gebruikswaarde van het huidige sortiment J.A. Hiemstra 1, J. Buiteveld 2 en J. Kopinga 2 1 Praktijkonderzoek Plant en Omgeving, Wageningen UR 2 Alterra,

Nadere informatie

Oplegvel Collegebesluit

Oplegvel Collegebesluit Oplegvel Collegebesluit Onderwerp Verzoek provincie Noord-Holland om deel te nemen aan iepenbeheerorgansiatie Portefeuille M. Divendal Auteur Dhr. R. Elsenaar Telefoon 5113386 E-mail: relsenaar@haarlem.nl

Nadere informatie

1 Algemene Gezondheid

1 Algemene Gezondheid 1 Algemene Gezondheid Gezondheid in Friesland In de uitwerking van het thema algemene wordt inzicht gegeven in de manier waarop de Friese bevolking van 19 jaar en ouder haar beoordeelt. Ook wordt kwaliteit

Nadere informatie

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling 1. Kindermishandeling Kindermishandeling is 'elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte

Nadere informatie

Samenvatting Gevolgen essentaksterfte Utrecht in beeld Onderzoek en beheerstrategie

Samenvatting Gevolgen essentaksterfte Utrecht in beeld Onderzoek en beheerstrategie Samenvatting Onderzoek en beheerstrategie COLOFON Opdrachtgever: Gemeente Utrecht Mevrouw ing. I. Tepp Opdrachtnemer: Terra Nostra Boomtechnisch adviseur: De heer R. Geerts Mevrouw W.W. Batenburg Fotografie:

Nadere informatie

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

GO Jeugd 2008 Seksualiteit GO Jeugd 2008 Seksualiteit Samenvatting seksualiteit Uit de gegevens van GO Jeugd 2008 van GGD Fryslân blijkt dat 22% van de Friese 12 t/m 18 jongeren wel eens geslachtsgemeenschap heeft gehad. De helft

Nadere informatie

GO Jeugd 2008 Alcohol

GO Jeugd 2008 Alcohol GO Jeugd 2008 Alcohol Samenvatting alcohol Uit de gegevens van GO Jeugd 2008 van GGD Fryslân blijkt dat 63% van de Friese 12 t/m 18 jarigen wel eens alcohol heeft, 51% nog in de vier voorafgaand aan het

Nadere informatie

Presentatie. Afsterven steenfruitbomen. Klantendag Stonefruitconsult. Echteld Donderdag 7 maart. Met medewerking van Marcel Wenneker van PPO

Presentatie. Afsterven steenfruitbomen. Klantendag Stonefruitconsult. Echteld Donderdag 7 maart. Met medewerking van Marcel Wenneker van PPO oetermeer Presentatie Afsterven steenfruitbomen Klantendag Stonefruitconsult Echteld Donderdag 7 maart Met medewerking van Marcel Wenneker van PPO Boomuitval Grotere verliezen aan bomen binnen steenfruit

Nadere informatie

Nederland bedreigd door nieuwe iepziekte-epidemie

Nederland bedreigd door nieuwe iepziekte-epidemie Nederland bedreigd door nieuwe iepziekte-epidemie Annemarie S. Buchel Leerstoelgroep Fytopathologie, Universiteit van Amsterdam Postbus 94062, 1090 GB Amsterdam, e-mail: buchel@science.uva.nl Al bijna

Nadere informatie

Advies betreffende de herintroductie van olm in het polderlandschap

Advies betreffende de herintroductie van olm in het polderlandschap Advies betreffende de herintroductie van olm in het polderlandschap Nummer: INBO.A.2012.96 Datum advisering: 29 juni 2012 Auteur(s): Contact: An Vanden Broeck, Kristine Vander Mijnsbrugge, Karen Cox Niko

Nadere informatie

PRAKTIJKADVIES. Phytophthora ramorum. en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden

PRAKTIJKADVIES. Phytophthora ramorum. en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden PRAKTIJKADVIES Phytophthora ramorum en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden PRAKTIJKADVIES SEPTEMBER 2004 Het Bosschap, Zeist Vormgeving: HBG Design bv, Nieuwegein Foto s: Plantenziektenkundige

Nadere informatie

Broodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar 2003-2004 jongeren GO Jeugd 2004

Broodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar 2003-2004 jongeren GO Jeugd 2004 3. Voeding Een gezonde voeding is een van de uitgangspunten voor het goed functioneren van het lichaam. In dit gezondheidsprofiel wordt op een aantal aspecten van voeding ingegaan. Hoewel dit geen totaalbeeld

Nadere informatie

Onderzoekers van het eerste uur hadden veel uithoudingsvermogen en inventiviteit

Onderzoekers van het eerste uur hadden veel uithoudingsvermogen en inventiviteit Onderzoekers van het eerste uur hadden veel uithoudingsvermogen en inventiviteit Terugkijkend op een kleine eeuw iepziekte en iepenveredeling Dr. Marie Ledeboer (links), the Dutch National Fungus Culture

Nadere informatie

Notitie kosten en aanpak kastanjebloedingsziekte gemeente Hilversum

Notitie kosten en aanpak kastanjebloedingsziekte gemeente Hilversum Notitie kosten en aanpak kastanjebloedingsziekte gemeente Hilversum Aan : Rob Scheper Gemeente Hilversum Van : Gerbrand van de Weerd Bomenwacht Nederland Datum : 15 april 2013 Projectcode : 12565 Inleiding

Nadere informatie

Infobrief Bomen in Maalbootstraat,

Infobrief Bomen in Maalbootstraat, Infobrief Bomen in Maalbootstraat, juni 2014 Beste bewoner Kiest u graag zelf de boom die in uw straat wordt geplant? Vul dan bijgaand formuliertje in en bezorg het ons terug vóór maandag 7 juli. Onderhoudswerken

Nadere informatie

foto s Hans van den Bos Een duivels dilemma Einde van de iepziektebestrijding op Texel is een historisch besluit Jaap de Wijk

foto s Hans van den Bos Een duivels dilemma Einde van de iepziektebestrijding op Texel is een historisch besluit Jaap de Wijk Een duivels dilemma Einde van de iepziektebestrijding op Texel is een historisch besluit Jaap de Wijk foto s Hans van den Bos 6 De iep is een karakteristieke boom die goed gedijt langs de kust. Als een

Nadere informatie

Rapportage quick scan Friese taal 2007 Provincie Fryslân

Rapportage quick scan Friese taal 2007 Provincie Fryslân Rapportage quick scan Friese taal 2007 Provincie Fryslân Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding... 3 Hoofdstuk 2: De vier vaardigheden... 5 Hoofdstuk 3: De moedertaal... 9 Hoofdstuk 4: Taaloverdracht...12

Nadere informatie

1 De iep of olm (Ulmus sp.)

1 De iep of olm (Ulmus sp.) Lieven Decrick Inleiding Recent ontstond uit de Natuurpunt afdeling Pajottenland, de afdelingskern Natuurpunt Pepingen. Binnen die kern werd bijna onmiddellijk ook een lokale vlinderwerkgroep in het leven

Nadere informatie

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag. 2. Overgewicht De gevolgen van overgewicht op de kinderleeftijd zijn uiteenlopend van psychosociale problemen, zoals gepest worden, negatief zelfbeeld en depressiviteit, tot lichamelijke problemen zoals

Nadere informatie

Hieperdepiep, lang leve de iep!

Hieperdepiep, lang leve de iep! Hieperdepiep, lang leve de iep! De iep herleeft, dus een diepe buiging voor de redders van deze geweldige boom De Hollandse iep is een Belg! Ulmus x hollandica Belgica is, samen met de Hollandse linde,

Nadere informatie

Wat gaat er gebeuren in de Wevershoek?

Wat gaat er gebeuren in de Wevershoek? Essentaksterfte De situatie in Nederland Inmiddels is meer dan 80 % van de essen in Nederland aangetast. De verwachting is dat hooguit 10 % van de essen de ziekte zal overleven, gebaseerd op ervaringen

Nadere informatie

Wat is essentaksterfte?

Wat is essentaksterfte? Wat is essentaksterfte? Essentaksterfte is een ziekte die wordt veroorzaakt door de schimmel (vals wit bladvlieskelkje, Chalara fraxinea). Door de aantasting van essentaksterfte verzwakt de boom dusdanig

Nadere informatie

Figuur 1. Redenen van jongeren om zich thuis of in de woonomgeving bang of angstig te voelen (GGD Fryslân GO Jeugd 2004).

Figuur 1. Redenen van jongeren om zich thuis of in de woonomgeving bang of angstig te voelen (GGD Fryslân GO Jeugd 2004). 2. Veiligheidsgevoelens 2.1 Veiligheid thuis of in de woonomgeving Driekwart van de jongeren van 13 tot en met 18 jaar voelt zich thuis of in de woonomgeving nooit bang of angstig. Van de jongens voelt

Nadere informatie

Tuin u & in La & n La dsc n hap dsc 13A

Tuin u & in La & n La dsc n hap dsc 13A 23 juni 2011 13A Tuin&Landschap Voorwoord Ode aan de iep De iep, of olm, is een echte cultuurboom. Hoewel in Nederland drie soorten inheems zijn, is de kans dat je een iep in de stad tegenkomt stukken

Nadere informatie

Groene glazenmaker in de provincie Groningen

Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Tekst: Albert Vliegenthart Met medewerking van: Herman de Heer, Henk

Nadere informatie

Stichting Iepenwacht Groningen

Stichting Iepenwacht Groningen Van iepenwacht naar bomenwacht Stichting Iepenwacht Groningen Opgericht juni 2005 Stichting Iepenwacht Groningen April 2014 Iepenwacht Groningen POP subsidie 2001 2005 Inventarisatie iepen per gemeente

Nadere informatie

Boomkeuze. Zuilvormige bomen zijn toe te passen wanneer de bovengrondse ruimte beperkt is.

Boomkeuze. Zuilvormige bomen zijn toe te passen wanneer de bovengrondse ruimte beperkt is. Boomkeuze Wij vragen veel van stadsbomen, terwijl we de bomen vaak maar heel weinig bieden om het gevraagde allemaal mogelijk te maken. Door kennis van de eigenschappen en gebruikswaarde van de verschillende

Nadere informatie

Psychosociale gezondheid en gedrag

Psychosociale gezondheid en gedrag Psychosociale gezondheid en gedrag 1. Criminaliteit 1.1 Criminaliteit onder Friese jongeren De meest genoemde vorm van criminaliteit waar Friese jongeren van 13 tot en met 18 jaar zich in 2004 schuldig

Nadere informatie

OLMEN DOEN STEDEN ADEMEN

OLMEN DOEN STEDEN ADEMEN B ULMUS New Horizon OLMEN DOEN STEDEN ADEMEN ULMUS Rebona ULMUS Fiorente ULMUS Rebella M 1: 2 IN VELE OPZICHTEN DE IDEALE STADSBOOM TELKENS WEER GEBLEKEN. BEWEZEN KWALITEIT resista olmen doen het al meer

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de Gemeente Haaren

Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de Gemeente Haaren Besluit van de raad Onderwerp : Beleidsregel waardevolle houtopstanden Raadsvergadering : 15 juli 2010 Registratienummer : 185 De raad van de gemeente Haaren; in zijn vergadering van 15 juli 2010; gezien

Nadere informatie

Wat gaat er gebeuren in het Oosterpark?

Wat gaat er gebeuren in het Oosterpark? Essentaksterfte De situatie in Nederland Inmiddels is meer dan 80 % van de essen in Nederland aangetast. De verwachting is dat hooguit 10 % van de essen de ziekte zal overleven, gebaseerd op ervaringen

Nadere informatie

Bomen in Bergen. Inventarisatie in het kader van Bomenplan Bergen

Bomen in Bergen. Inventarisatie in het kader van Bomenplan Bergen Bomen in Bergen Inventarisatie in het kader van Bomenplan Bergen Concept november 2012 1 Inhoud H1 Inleiding... 3 H2 Veel bomen... 4 H3 Hoe staan onze bomen er voor?... 6 H4 Waardevolle bomen... 8 H4 Kansen

Nadere informatie

Opvoedingsproblemen. leeftijd ouders leeftijd ouders leeftijd ouders middelbaar onderwijs. hoger onderw ijs.

Opvoedingsproblemen. leeftijd ouders leeftijd ouders leeftijd ouders middelbaar onderwijs. hoger onderw ijs. 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 In deze uitwerking van het thema opvoedingsondersteuning wordt inzicht gegeven in de vragen en/of problemen die Friese ouders/verzorgers ervaren bij het opvoeden van kinderen

Nadere informatie

Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen het voorkomen van risicosituaties tussen jongens en meisjes.

Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen het voorkomen van risicosituaties tussen jongens en meisjes. 1. 0 4 jarigen Sinds 1 januari 2004 gebruiken Thuiszorg Het Friese Land, Thuiszorg De Friese Wouden en Thuiszorg Zuidwest Friesland een nieuw risicoregistratiesysteem. Doel van deze risicoregistratie is

Nadere informatie

Karakterisatie van stammen van de aardappelziekte in Wallonië (2012)

Karakterisatie van stammen van de aardappelziekte in Wallonië (2012) Karakterisatie van stammen van de aardappelziekte in Wallonië (2012) V. César (CRA-W) Samenvatting Sinds 1999 onderzoekt het CRA in Libramont de kenmerken van de verschillende stammen van de aardappelziekte

Nadere informatie

RaadsbijlageAdvies over het beroep van de heer R. Martens tegen de verleende kapvergunning voor een boom aan de Sophia van Wurthemberglaan 51

RaadsbijlageAdvies over het beroep van de heer R. Martens tegen de verleende kapvergunning voor een boom aan de Sophia van Wurthemberglaan 51 +4 gemeente Eindhoven Dienst Bestuursondersteuning Raadsbijlage nummer 49 Inboeknummer OOV001038 Adviesdatum eie b.b. 25 november 1999 Dossiernummer 007.401 RaadsbijlageAdvies over het beroep van de heer

Nadere informatie

Veiligheidscontrole Paardenkastanjes Veerdam, gemeente Papendrecht

Veiligheidscontrole Paardenkastanjes Veerdam, gemeente Papendrecht Veiligheidscontrole Paardenkastanjes Veerdam, gemeente Papendrecht September 2014 Veiligheidscontrole Paardenkastanjes Veerdam, Papendrecht Prohold BV Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Conclusie en advies..3

Nadere informatie

Karakterisatie van stammen van de aardappelziekte in Wallonië (2014)

Karakterisatie van stammen van de aardappelziekte in Wallonië (2014) Karakterisatie van stammen van de aardappelziekte in Wallonië (2014) V. César (CRA-W) Samenvatting Het Waals onderzoekscentrum voor de landbouw onderzoekt sinds 1999 de populaties van de aardappelplaag.

Nadere informatie

Een nieuwe toekomst met nieuwe én oude iepen

Een nieuwe toekomst met nieuwe én oude iepen Een nieuwe toekomst met nieuwe én oude iepen Het geslacht Ulmus: een comeback Iepen behoren tot de sterkste bomen voor stedelijke omstandigheden en open landschappen. Door de iepenziekte is het iepenbestand

Nadere informatie

Wat is essentaksterfte?

Wat is essentaksterfte? Wat is essentaksterfte? Essentaksterfte is een ziekte die wordt veroorzaakt door de schimmel (vals wit bladvlieskelkje, Chalara fraxinea). Door de aantasting van essentaksterfte verzwakt de boom dusdanig

Nadere informatie

Factsheet Competenties Ambtenaren

Factsheet Competenties Ambtenaren i-thorbecke Factsheet Competenties Ambtenaren Competenties van gemeenteambtenaren - nu en in de toekomst kennis en bedrijf Gemeenten werken steeds meer integraal en probleemgestuurd aan maatschappelijke

Nadere informatie

Boomtechnisch onderzoek 157 bomen Bochtafsnijding Delftse Schie Gebied Overschie Rotterdam

Boomtechnisch onderzoek 157 bomen Bochtafsnijding Delftse Schie Gebied Overschie Rotterdam Boomtechnisch onderzoek 157 bomen Bochtafsnijding Delftse Schie Gebied Overschie Rotterdam Boomtechnisch onderzoek 157 bomen Bochtafsnijding Delftse Schie Gebied Overschie Rotterdam Opdrachtgever: Provincie

Nadere informatie

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe  Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012 Vergrijzing in Fryslân fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe In Fryslân wonen op 1 januari 2011 647.282 inwoners. De Friese bevolking groeit nog jaarlijks. Sinds 2000 is het aantal inwoners toegenomen

Nadere informatie

Inventarisatie van de ernst van de bloedingziekte in paardenkastanjebomen in Den Haag

Inventarisatie van de ernst van de bloedingziekte in paardenkastanjebomen in Den Haag Inventarisatie van de ernst van de bloedingziekte in paardenkastanje in Den Haag 2011 A.J. van Kuik en L. Slingerland Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen,

Nadere informatie

Visuele boomveiligheidscontrole en beheerinventarisatie 2011 6.421 bomen Beheergebied Hoeksche Waard

Visuele boomveiligheidscontrole en beheerinventarisatie 2011 6.421 bomen Beheergebied Hoeksche Waard Visuele boomveiligheidscontrole en beheerinventarisatie 2011 6.421 bomen Beheergebied Hoeksche Waard Visuele boomveiligheidscontrole en beheerinventarisatie 6.421 bomen Beheergebied Hoeksche Waard Opdrachtgever:

Nadere informatie

Eerstvolgende WIZwijzer verschijnt in het najaar

Eerstvolgende WIZwijzer verschijnt in het najaar Eerstvolgende WIZwijzer verschijnt in het najaar Vanwege de vakantieperiode verschijnt er in de zomerperiode geen nieuwsbrief van de afdeling Informatie- en Servicecentrum van de gemeente Oosterhout. De

Nadere informatie

Handleiding. Goed Iepenbeheer

Handleiding. Goed Iepenbeheer Handleiding Goed Iepenbeheer 1 Colofon De handleiding Goed Iepenbeheer is een uitgave van de Bomenstichting en werd mede mogelijk gemaakt door: Aequator Groen & Ruimte BV BTL Bomendienst BV Iepenwacht

Nadere informatie

SNOEIEN (LAAN) BOMEN

SNOEIEN (LAAN) BOMEN SNOEIEN (LAAN) BOMEN Snoeien van bomen Ideale boomvorm Een solitaire boom in de vrije ruimte behoeft géén snoei Begrippen binnen begeleiding snoei Scheut een nog niet verhouten stengel die max. 1 groeiseizoen

Nadere informatie

1 Bent u bekend met het artikel problemen met buxus en mogelijke vervangers?

1 Bent u bekend met het artikel problemen met buxus en mogelijke vervangers? > Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Prins Clauslaan 8 2595 AJ DEN HAAG Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG www.rijksoverheid.nl/eleni

Nadere informatie

Informatie reader. Over bomen

Informatie reader. Over bomen Informatie reader Over bomen Bron: een selectie uit folders van de bomenstichting Hoe groeit een boom? blz. 1 t/m 4 Bomen en mensen blz. 5 t/m 7 Bomen en feesten blz. 8 t/m 10 Bomen en medicijnen blz.

Nadere informatie

Bericht van het Bosbouwproefstation

Bericht van het Bosbouwproefstation Bericht van het Bosbouwproefstation DE IEP 'GROENEVELD' i) THE ELM 'GROENEVELD' [176.351] door H. M. HEYBROEK SUMMARY The clone Ulmus hollandica 'Groeneveld' will be reieased to growers in the autumn of

Nadere informatie

Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)

Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) In dit register houdt het college van burgemeester en wethouders bij aan welke regelingen

Nadere informatie

Hollandse iepen in 's Gravenhage

Hollandse iepen in 's Gravenhage Hollandse iepen in 's Gravenhage Deze notities zouden misschien in de pen gebleven zijn als Schoenfeld (1975) op zijn kaart van Nederland een arcering of een kruisje had gezet op de plaats waar Den Haag

Nadere informatie

Uniformiteit is de gangbare norm, maar diversiteit is de ambitie!

Uniformiteit is de gangbare norm, maar diversiteit is de ambitie! Uniformiteit is de gangbare norm, maar diversiteit is de ambitie! Ondanks de nog korte trend van divers toepassen in laanbeplanting, overwegend positief effect ziekte- en plaagdruk waarneembaar In dit

Nadere informatie

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010 Opvoedondersteuning Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010 Opvoedvragen zijn van alle tijden. Als ouders vragen hebben over de opvoeding van hun kind, zoeken zij

Nadere informatie

Essentaksterfte. augustus 2013 BTL Bomendienst Arnold Meulenbelt

Essentaksterfte. augustus 2013 BTL Bomendienst Arnold Meulenbelt Essentaksterfte augustus 2013 BTL Bomendienst Arnold Meulenbelt Wat is essentaksterfte? Een schimmel uit de stam Ascomyceten NL; zakjeszwammen Een schimmel uit de familie; Helotiaceae De ongeslachtelijke

Nadere informatie

Het geslacht Ulmus - nieuwe mogelijkheden

Het geslacht Ulmus - nieuwe mogelijkheden Het geslacht Ulmus - nieuwe mogelijkheden L. Goudzwaard Iepen behoren tot sterkste bomen voor stedelijke omstandigheden en open landschappen. Door de iepenziekte is het Iepenbestand in Nederland flink

Nadere informatie

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen Sectorrapport Bos- en haagplantsoen Najaar 2014 Inhoudsopgave Terugblik op najaar 2014...3 Najaar 2014 in cijfers...4 Verwachtingen voorjaar 2015...7 Van Oers Agro Hofdreef 24 4881 DR Zundert Postbus 88

Nadere informatie

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht Pilot Brandveilig Leven in rzicht Evaluatie huisbezoeken VERSIEBEHEER Versie Datum Auteur 1. juni 212 RP 1.1 2 juni 212 RP 1 Samenvatting Dit is de evaluatie van de pilot Brandveilig leven in rzicht, die

Nadere informatie

KENMERKEN VAN DE BELANGRIJKSTE POPULIERENKLONEN

KENMERKEN VAN DE BELANGRIJKSTE POPULIERENKLONEN KENMERKEN VAN DE BELANGRIJKSTE POPULIERENKLONEN POPULUS ALBA (WITTE ABEEL) Hoogte: 15 25 m Groeiwijze: Variabele kroonvorm; rond breed en open. Maakt veel worteluitlopers. Gebruik: Landschappelijke beplantingen;

Nadere informatie

Handleiding. Goed Iepenbeheer

Handleiding. Goed Iepenbeheer Handleiding Goed Iepenbeheer 1 Colofon De handleiding Goed Iepenbeheer is een uitgave van de Bomenstichting en werd mede mogelijk gemaakt door: Aequator Groen & Ruimte BV BTL Bomendienst BV Iepenwacht

Nadere informatie

[Geanonimiseerd] Het verlenen van de gevraagde omgevingsvergunning Mient. Geachte heer (Geanonimiseerd),

[Geanonimiseerd] Het verlenen van de gevraagde omgevingsvergunning Mient. Geachte heer (Geanonimiseerd), Retouradres: Postbus 12655, 2500 DP Den Haag Uw brief van Onderwerp Ons kenmerk 201601741/5927764 Behandeld door Doorkiesnummer E-mail Aantal bijlagen zie documentenlijst Datum zie documentenlijst Het

Nadere informatie

Bestrijding van Myrothecium in lisianthus

Bestrijding van Myrothecium in lisianthus Bestrijding van Myrothecium in lisianthus 2015 PT nummer.: 14980 Proef nummer: 14512 Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk Phone +31 (0)228 56 31 64 Fax +31 (0)228 56 30 29 E-mail: proeftuin@proeftuinzwaagdijk.nl

Nadere informatie

GO Jeugd 2008 Mishandeling

GO Jeugd 2008 Mishandeling GO Jeugd 2008 Mishandeling Samenvatting mishandeling Uit de gegevens van GO Jeugd 2008 van GGD Fryslân blijkt dat 7% van de 12 t/m 18 jarigen in Fryslân geestelijk wordt mishandeld. Ook wordt 4% lichamelijk

Nadere informatie

Oriënterend onderzoek naar de oorzaak van het ontstaan van bastknobbels in laanbomen op de kwekerij.

Oriënterend onderzoek naar de oorzaak van het ontstaan van bastknobbels in laanbomen op de kwekerij. Juli 2008 Titel Consultancy: Bastknobbels Sector/deelsector Bomen Gewas Laan- en parkbomen Thema Duurz.bedr.v.gewasbescherming Status Afgerond Uitvoerder(s) PPO Bomen Oriënterend onderzoek naar de oorzaak

Nadere informatie

Demografische gegevens

Demografische gegevens 1. Algemeen Op 1 januari 2003 telde Fryslân 154.273 jeugdigen tussen 0 en 18 jaar; 79.241 jongens en 75.032 meisjes. Op basis van de leeftijden die een schoolperiode inluiden (of afsluiten), is een verdeling

Nadere informatie

Bestrijding van Fusarium in lisianthus

Bestrijding van Fusarium in lisianthus Bestrijding van Fusarium in lisianthus 2014 PT nummer.: 14980 Proef nummer: 13485 Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk Phone +31 (0)228 56 31 64 Fax +31 (0)228 56 30 29 E-mail: proeftuin@proeftuinzwaagdijk.nl

Nadere informatie

Herkennen van iepezaailingen *)

Herkennen van iepezaailingen *) HOUTTEELT Herkennen van iepezaailingen *) [176.351] RECOGNJZJNG ELM-SEEDLJNGS H. M. HEYBROEK SUMMARY A table is given with characters of one- to three-year-old seedlings of four species of elm. A good

Nadere informatie

Ontwikkeling banen in %

Ontwikkeling banen in % Het betreft de eerste uitkomsten van het werkgelegenheidsonderzoek 2016. Het Friese werkgelegenheidsregister maakt onderdeel uit van de stichting LISA. LISA vertegenwoordigt 20 regionale registers die

Nadere informatie

Duurzaam Iepenbeheer

Duurzaam Iepenbeheer Duurzaam Iepenbeheer Een bestuurlijke samenwerkingsvorm ten behoeve van het behoud van waardevolle natuur en landschapselementen Door: Ruud Mantingh, DLV Groen & Ruimte bv Lezing ten behoeve van studiedag

Nadere informatie

Het verlenen van de gevraagde omgevingsvergunning ter hoogte van de Kleine Veenkade 3 tot en met 38 en Van Boecopkade 22 tot en met 74

Het verlenen van de gevraagde omgevingsvergunning ter hoogte van de Kleine Veenkade 3 tot en met 38 en Van Boecopkade 22 tot en met 74 Retouradres Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Uw brief van Datum Zie documentenlijst Contactpersoon Telefoonnummer E-mailadres Aantal bijlagen Zie documentenlijst Onderwerp Het verlenen van de gevraagde

Nadere informatie

fluchskrift

fluchskrift Wonen in Fryslân Afgelopen jaren minder toename woningen In 2011 bedraagt de totale woningvoorraad in Fryslân 282.689 woningen. In 2000 bestond de totale woningvoorraad nog uit 261.849 woningen. Tussen

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Sport op Basisscholen

Onderzoeksrapport. Sport op Basisscholen Onderzoeksrapport Sport op Basisscholen Sport Fryslân, januari 2015 Inhoud Inhoud... 2 Sport op Basisscholen: inzet vakleerkracht en verzorging bewegingsonderwijs... 3 Lekker Fit! Fryslân... 7 Literatuur...

Nadere informatie

Gemeente Leidschendam-Voorburg T.a.v. dhr. R. Bruin Koningin Wilhelminalaan BM LEIDSCHENDAM

Gemeente Leidschendam-Voorburg T.a.v. dhr. R. Bruin Koningin Wilhelminalaan BM LEIDSCHENDAM Gemeente Leidschendam-Voorburg T.a.v. dhr. R. Bruin Koningin Wilhelminalaan 2 2264 BM LEIDSCHENDAM Prohold BV Amorijstraat 12 6815 GJ Arnhem Tel: 06 27 166 502 gjvanprooijen@telfort.nl Betreft: Second

Nadere informatie

Essentaksterfte Inspectie Essentaksterfte

Essentaksterfte Inspectie Essentaksterfte Essentaksterfte Inspectie Essentaksterfte 2013-2017 COLOFON Inspectie Essentaksterfte 2013-2017 OPDRACHTNEMER OPGESTELD DOOR VRIJGEGEVEN DOOR OPDRACHTGEVER BTL Bomendienst B.V. Marowijne 80 7333 PJ Apeldoorn

Nadere informatie

ONBEKENDE BOOMAANTASTINGEN. December 2009

ONBEKENDE BOOMAANTASTINGEN. December 2009 ONBEKENDE BOOMAANTASTINGEN December 2009 Onbekende boomaantastingen De gemeente Alphen aan den Rijn zet zich in voor een gezonde leefomgeving. Het openbaar groen draagt hier in belangrijke mate aan bij.

Nadere informatie

Bomen. Plantgoed en kwaliteit

Bomen. Plantgoed en kwaliteit Bomen Plantgoed en kwaliteit bosplantsoen; spil; veer; hoogstam (halfstam, laagstam); solitair; meerstammig. Type plantgoed Het type plantgoed is afhankelijk van de standplaats, de soort, de aangeplante

Nadere informatie

Juiste boomkeuze, sleutel tot succes

Juiste boomkeuze, sleutel tot succes Juiste boomkeuze, sleutel tot succes 15 jaar gebruikswaarde onderzoek straatbomen Floriade, 27 juni 2012; Jelle Hiemstra Onderdelen presentatie Inleiding Waarom Functies Standplaats 15 jaar gebruikswaarde

Nadere informatie

Hoofdstuk 51 Groenvoorzieningen. Wijziging Technische Bepalingen. Gewijzigde bepalingen zijn grijs gemarkeerd. Niet gemarkeerde bepalingen zijn nieuw

Hoofdstuk 51 Groenvoorzieningen. Wijziging Technische Bepalingen. Gewijzigde bepalingen zijn grijs gemarkeerd. Niet gemarkeerde bepalingen zijn nieuw TECHNISCHE BEPALINGEN Hoofdstuk 51 Groenvoorzieningen Wijziging Technische Bepalingen Gewijzigde bepalingen zijn grijs gemarkeerd Niet gemarkeerde bepalingen zijn nieuw Overzicht vervallen bepalingen toegevoegd

Nadere informatie

3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie.

3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie. 3. Inventarisatie 3.1. Methode Het inventarisatieformulier (zie bijlage 2) voor de Jeneverbes is verspreid via diverse organisaties naar beheerders en vrijwilligers. De organisaties die hierbij aan bij

Nadere informatie

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Rapport Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Drie afbakeningen van het MKB Oscar Lemmers Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Er waren geen

Nadere informatie

BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST

BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST INLEIDING Bomen in de gemeente Voerendaal vervullen een belangrijke rol. Ze verfraaien de buitenruimte, brengen natuur in de

Nadere informatie

Het verlenen van de gevraagde omgevingsvergunning Monsterseweg 93. Geachte [Geanonimiseerd],

Het verlenen van de gevraagde omgevingsvergunning Monsterseweg 93. Geachte [Geanonimiseerd], Retouradres Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Uw brief van Datum zie documentenlijst Contactpersoon Telefoonnummer E-mailadres Aantal bijlagen zie documentenlijst Onderwerp Het verlenen van de gevraagde

Nadere informatie