Notulen vergadering 17oktober 2016, uur, Boscotondo

Transcriptie

1 Notulen vergadering 17oktober 2016, uur, Boscotondo Commissie M Aanwezig: Leden commissie M: Portefeuille: Voorzitter: Griffie: Notulist: Afw. m.k. Afw. z.k. Dhr. M. Chahim (PvdA), Dhr. M. Chmourra (GL), dhr. J. Damen (VVD), dhr. S. Dere (CDA), dhr. G. Hurks (Helder Helmond), dhr. M. Isselt (VVD), dhr. M. Janssen (Lokaal Sterk), dhr. N. Kaygisiz (PvdA), mevr. L. Maráczi (SP), mevr. D. Meulenbroek (CDA), mevr. W. van Paassen (SP), dhr. M. Selten (D66), Dhr. A. Spruijt (SP), mevr. S. Stijkel (Senioren 2013), dhr. H. van Dijk (Lokaal Sterk) wethouder N. v.d. Zanden, wethouder M. de Leeuw J. Hamacher P. Berkers mw. E. van Leeuwen dhr. H. Bekkers (Lokaal Sterk), dhr. H. Klarenbeek (plan!), dhr. L. Smits (Helmond Aktief), mevr. H. Verouden (Lokaal Sterk), mevr. A. Raaijmakers (CDA), dhr. R. Verhoeven (GL), dhr. N. Zarroy (D66), 1. Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Er wordt melding gemaakt van de afwezigen. 2. Vaststellen ontwerpagenda 17 oktober 2016 De agenda is akkoord. Mededelingen: -Weth. De Leeuw: ter informatie: monitoren effect verhogen leges t.a.v. gastouderbureaus. Er zijn afgelopen jaar ruim 28 aanmeldingen van nieuwe gastouders. We zien een verschuiving van opa/oma opvang naar de professionele gastouders. Vastgesteld is dat de verhoging van de leges niet van invloed is geweest op het aantal gastouders. Dhr. Chahim: een kleine nuancering. We hebben samen een voorstel gemaakt wat in de praktijk goed uitwerkt. Complimenten daarvoor. Goed dat dit teruggekoppeld wordt naar de commissie. -Weth. De Leeuw: n.a.v. een motie verlenging van de schooltijd Westwijzer. Voorwaarde was dat ¾ van de ouders zouden instemmen. Dat is niet gehaald. 60% was akkoord. Vooral ouders van de groepen 7 en 8 bleken niet enthousiast en de ouders van jongere groepen wel. Nu wordt bekeken of er van onderaf hier aan gebouwd kan worden. De plannen worden wel doorgezet maar aangepast aan de huidige realiteit. 3. Doorontwikkeling sociaal domein Weth. vd Zanden: vorige week hebben we u meegenomen in de ontwikkeling jeugd en Wmo en de concrete punten zoals we die aan willen pakken. We hebben benoemd welke stappen we daar in willen zetten. We hebben u een aantal voorstellen gedaan en gevraagd of u hier mee kunt instemmen en of u nog iets hierin mist. We vragen vanavond om uw reactie. Dhr. Damen: met betrekking tot de speerpunten bij jeugdhulp. Daar staan we achter. Met name met het feit dat het preventief beleid is. We vragen extra aandacht voor het onderzoek naar beschermde woonvormen. In Eindhoven loopt ook een goed project, gericht op mensen die een laag inkomen hebben, rond de 18 jaar zijn en zelfstandig moeten wonen. Misschien is daar benchmarking te doen. Afhankelijk van dat onderzoek en waar u mee komt, besluiten wij welke maatregelen er nodig zijn. 18- naar 18+ jaar. Het gaat met name om de formulierenbrigade. De omschakeling voor deze doelgroep van geen verantwoordelijkheid naar eigen verantwoordelijkheid en zelf besluiten nemen vraagt aandacht. Nergens wordt geleerd wat je moet doen/aanvragen. Vooral het begeleiden in het vinden en invullen van formulieren, waar moet je zijn en op tijd aanvragen. Wmo. Wij kunnen ons vinden in de speerpunten. Wij willen graag resultaten zien m.b.t. Stadsleerbedrijf en Stadslab. Dhr. Spruijt: we hebben onlangs een overzicht gekregen met de stand van zaken van het Stadslab. U wilt meer, anders? Dhr. Damen: ik ga geen waardeoordeel geven over wat daar uitkomt. We geven het nog meer tijd. Tijd is eindig, ook in dit geval. Eigen bijdrage. We wachten de rijksmaatregelen af. Het voorstel zou dan enigszins aangepast moeten worden. Dhr. Janssen: onze bijdrage van Lokaal Sterk is ook mede ingebracht door mevr. Verouden. We zijn blij dat de 10 miljoen die we blijkbaar teveel hebben bezuinigd weer opnieuw geïnvesteerd worden. Dit overschot wordt betreurd. Het betekent namelijk dat we mogelijk mensen tekort hebben gedaan. Commissie Maatschappij Blz. 1

2 In de doorontwikkeling jeugd en Wmo zullen we een bedrag van 3,5 miljoen investeren. Overige budget gaat naar het sociaal innovatief fonds en wordt gebruikt als impuls voor de werkgelegenheid. Dat zou volgens Lokaal Sterk uit een ander potje moeten komen. U gaat investeren op andere vlakken dan waar de pijn gelegen is. Zorg voor goede zorg in Helmond is voor Lokaal Sterk een belangrijk uitgangspunt. We sluiten aan bij opmerkingen van dhr. Damen over het Stadslab en Stadsleerbedrijf. Doorontwikkeling jeugdhulp. Het lijkt dat de hulp gericht is op de specialistische hulp terwijl er ook veel kinderen en jongeren zijn met een lichte problematiek. Verzoek is om ervoor te zorgen dat de lichte problematiek een lichte problematiek kan blijven door adequaat hulp te bieden. En ervoor te zorgen dat deze jongeren niet in de categorie zeer moeilijk terecht komen. Zorg dat jongeren in schulden niet daarin blijven hangen of verder in verzinken door ze voor dat ze een startkwalificatie naar school te sturen en niets aan hun problemen te doen. Schuldhulpverlening kan niet met een studiefinanciering. En die studiefinanciering moet terugbetaald worden als een diploma niet gehaald wordt. Misschien een pilot opstarten die het opkopen van kleine schulden mogelijk maakt? Doorontwikkeling wmo. We zijn blij dat er aandacht is voor de verbeter punten zoals ze benoemd zijn. Het is mooi dat er gesteld is dat er veel goed gaat maar we horen ook nog veel andere geluiden. Er wordt ook gesproken over het nog meer halen uit vrijwilligersinitiatieven en uit collectieve voorzieningen. Dat kan ook betekenen dat er nog meer vreemde gezichten in huis komen. We vragen om vooral te gaan voor continuïteit. Mensen die hulp nodig hebben zijn al kwetsbaar genoeg. Activiteiten i.v.m. participatiewet zouden niet met Wmo geld bekostigd moeten worden. Je moet de financiële stromen zuiver houden. Verlaging eigen bijdrage. We wachten op actie van het Rijk. We willen meegeven om de hardheidsclausule niet te specifiek te maken. Die is er om in onvoorziene omstandigheden af te kunnen wijken van bestaande regels. Een sterke terugval in inkomen is zeker een reden om de hardheidsclausule toe te passen. Dhr. Spruijt: wij hebben geen moeite met de punten in de presentatie. De avonden die we mogelijk wel of niet gaan organiseren. We willen hier gaan voor kwaliteit en niet op kwantiteit. Proberen om het zoveel mogelijk op de reservedatum of vergaderdatum te organiseren. N.a.v. de opmerking van dhr. Janssen: hebben we mensen tekort gedaan? We wisten vooraf niet waaraan we begonnen. Als we met een tekort hadden gezeten dan hadden we een ander geluid gehoord. We kunnen nu repareren/herstellen waar nodig is. Dhr. Janssen: als we een fors bedrag overhouden dan kan dat toch niet zijn dat we mensen niet hebben gegeven waarom ze gevraagd hebben en waarvan we nu met elkaar vast moeten stellen dat we wel heel erg flink bij mensen ingegrepen hebben. Met name de vergoedingen huishoudelijke zorg. Dhr. Spruijt. Als we dit vooraf hadden geweten dan hadden we andere keuzes gemaakt. We gaan waar mogelijk nu repareren. Eigen bijdrage. We kunnen instemmen met het even wachten op de landelijke maatregelen op de eigen bijdrage. Dhr. Chahim: n.a.v. de voorlaatste opmerking van dhr. Spruijt. We hebben te maken met een kwetsbare doelgroep. We moeten er niet altijd vanuit gaan dat als je geen geluiden hoort dat ze niet te klagen hebben. Ik miste in de prestentatie waarom we geld overhouden. Komt het omdat we hartstikke goed maatwerk leveren of omdat we slim inkopen want we zijn vrij innovatief als gemeente? Of komt het omdat we te streng geïndiceerd hebben? Dit heb ik niet helder voor ogen. Dit is goed om als uitgangspunt te nemen. We kunnen bijv. de rekenkamercommissie er naar laten kijken. Doel daarvan is om informatie te winnen en niet om af te rekenen. Het is een complex dossier. Kunnen we hier iets uit leren? De hoop is er om de komende periode iets meer op één gezin, één probleem, één regisseur gaan lopen. Per casus één eigenaar van het probleem. Van kindgerichte ondersteuning naar systeemgerichte ondersteuning. Arbeidsmarkt. Ik ben blij dat daar geld naar toe gaat. Het heeft niet direct hier mee te maken. Maar werk maakt gelukkig en het kan wellicht preventief werken. Ik ben ook blij met extra aandacht voor jongeren zonder startkwalificatie. Jongeren op niveau 1 en 2 van het mbo daar moeten we veel meer focussen op het beroepsgerichte. Het begeleiden naar werk toe i.p.v. al die diploma s. Die zijn niet veel meer waard dan een vak leren. We zijn niet zo star als PvdA met het behouden van de 10 miljoen voor de zorg. Natuurlijk is dat het uitgangspunt. Maar we vonden dit stuk ook interessant genoeg. Herfinanciering sociaal innovatief fonds. Dat is goochelen met cijfers. Daarvoor hebben we al financieringsafspraken gemaakt aan het begin van deze collegeperiode, namelijk om dat te financieren uit incidenteel onvoorzien en uit het investeringsprogramma. Maar nu wordt gedaan alsof we 10 miljoen extra stoppen in Wmo/zorg producten terwijl 4,5 miljoen een herfinanciering is. Kunnen we terugkijkend iets leren van het eerste jaar en is dat wellicht iets voor de rekenkamercommissie? Commissie Maatschappij Blz. 2

3 Weth. De Leeuw: t.a.v. de preventieve insteek, wordt ook door de SP onderstreept. Daar zijn wij ook blij mee. Formulierenbrigade. Ik deel de toestand die je hebt met het invullen als je18 jaar wordt. En wat je allemaal mist als je het niet invult. Een deel ligt ook bij de opvoeders (financiële opvoeding). Alle kinderen moeten al vroeg leren geld uitgeven en het verantwoorden daarvan. Dat moet bijv. ook met DigiD aanvragen. Nibud heeft goed voorbeeld materiaal. Het is een belangrijk aandachtspunt. We nemen het mee in de financiële opvoeding. Scholen geven hier al wel aandacht aan maar misschien moeten we het meer faciliteren. Dhr. Damen: er zijn gezinnen die de ruimte niet hebben om het voor te schieten. Niet veel mensen zijn inventief om het op internet op te zoeken. Besteed er meer aandacht aan want als dat al fout gaat dan begin je al verkeerd. Weth. De Leeuw: een helder signaal en dat willen we uitbouwen. Als er nog meer goede ideeën zijn, laten we dat toetsen door de gebruikers. 10 miljoen teveel bezuinigd. We hebben niet te veel bezuinigd maar we hebben met aanbesteding slim ingekocht en er spelen een aantal andere factoren, zoals niet verzilverde PGB s. Daar heeft u ook een RIB (nr. 41) over gehad. Dit is incidenteel geld en we kunnen er een hoop impulsen aan geven. Preventie vooraf beginnen. Eigenlijk al bij de kleine signalen en het liefst daar voor. Daarom zetten we hier al vooraf extra op in. Studiefinanciering schulden. Daar zijn we ons van bewust. En daar willen we een verschil in kunnen maken. Eén regisseur, één systeem. We willen meer inzetten op het systeem. We bedoelen dat we meer het gezin erbij willen betrekken. Het systeem van het gezin. Avonden om ervaringen te delen. Kort, kracht en zeer beperkt. Dat is een duidelijke opdracht. Beschermde woonvorm in Eindhoven. Daar gaan we ook naar kijken. Stadsleerbedrijf/Stadslab. Dat is niet 2 keer 4,5 miljoen. We hebben een andere vorm van financiering. Die 4,5 miljoen was eerst uit de algemene middelen. Dat halen we nu uit de dekking brede reserve. We hebben het omgeruild waardoor we meer algemene middelen vrij spelen. Dhr. Janssen: Is het de bedoeling dat het geld wat we nu vrij spelen wel binnen het sociaal domein gaan besteden of gaat dat naar o.a. fietspaden, lantaarnpalen? Weth. De Leeuw verwijst naar de presentatie, sheet financiële analyse. Het restant ( ) gaat naar het programma sociale stad. Het wordt ingezet voor zorg/ondersteuning in de brede zin. Weth. vd Zanden: resultaat Stadslab/Stadsleerbedrijf. Stadslab daar heeft u al recentelijk informatie over ontvangen. U kunt voor de begroting ook nog informatie ontvangen over Stadsleerbedrijf. Als u andere ideeën heeft over hoe u het wilt monitoren, we willen ook met de commissie werkbezoeken afleggen. De commissie meenemen in de resultaten die geboekt zijn. Maar als u ook nog andere manieren heeft of andere behoeftes heeft waarop we kunnen monitoren dan horen we dat graag. Werkgelegenheidsimpuls. Het geld gaat niet naar de pariticipatiewet. Het blijft in het maatschappelijk domein. Het is niet bedoeld om mensen naar werk te begeleiden maar gaat om maatschappelijke participatie. Meer activering en niet om mensen naar werk te begeleiden. Dat is de taak van het werkbedrijf. Dhr. Janssen: moeten we dan denken aan trajecten zoals talent verplicht? Weth. vd Zanden: dat was een traject voor mensen met een hele grote afstand tot de arbeidsmarkt. Dat was succesvol. Daar zouden we zeker aan kunnen denken. Dhr. Janssen betwijftelt of het succesvol was. Weth. vd Zanden: pilot opkopen kleine schulden. Er wordt verwezen naar de RIB (nr. 48) waarin staat wat de vorderingen zijn met betrekking tot deze pilot. Dhr. Chahim: in de RIB staat dat we ook met de ING gingen praten i.p.v. dat we enkel met de Rabobank in gesprek waren. Weth. vd Zanden: daarin staat uitgebreid de pilot zoals we die vorm gegeven hebben. Die pilot is er en we zijn er al mee aan de slag. Meer betrekken van vrijwilligers. We willen meer integraal samenwerken in de T-teams. We willen meer naar één gezin, één hulpverlener, één regisseur, één plan. Het is de ambitie dat we het aantal hulpverleners in huis willen verminderen. Dhr. Chahim: RIB overschot wmo/jeugdzorg. We hebben via de mail een algemeen onderzoek gekregen naar verschillende gemeentes niet specifiek voor Helmond. Een groot gedeelte van de PGBmiddelen zijn niet verzilverd. Blijkbaar hebben we voldoende middelen, niemand klaagt. Zoals we kunnen terugvinden in alle onderzoeken is men vrij tevreden zoals we het hier regelen. De zorg in ieder geval. Tenminste zoals het formeel op papier staat. We hebben best veel geld overgehouden. Ik wil daar de vinger op krijgen, hoe komt dat nou? De mensen krijgen toch een indicatie. Komt het doordat ze geen zorgaanbieder kunnen vinden die hen daarin helpt, komt dat omdat ze veel te hoog geïndiceerd zijn ten opzichte van de zorg die ze daadwerkelijk nodig hebben. Dat zijn interessante vragen om antwoord op te krijgen. Weth. vd Zanden: het is verschillend. Het kan inderdaad zijn dat iemand een indicatie krijgt en maar een gedeelte verzilverd. Dat kan allerlei oorzaken hebben. Commissie Maatschappij Blz. 3

4 Dhr. Chahim: kunnen we uitzoeken (bijv. door de rekenkamer) of iets specifieks aan de hand is in Helmond? Dhr. Damen: dhr. Chahim wil kwantificeren waar het aan ligt. En dat kan als we de speerpunten die we nader benoemen bij de Wmo, bijv. onafhankelijk laten toetsen of een huis waar het schoon genoeg is, daarna kun je zeggen dat de indicering goed is. Dhr. Chahim: mijn motivatie is als volgt. Er komt nog een aantal kortingen. Bijv. als blijkt dat mensen veel te hoog geïndiceerd worden dan kunnen we dat geld wat we beschikbaar hebben gebruiken voor meer maatwerk. Of anders begroten. Weth. de Leeuw: we hebben deze reserve met z n allen opgebouwd. En daarover zijn meerdere RIB s geweest. Ook met een presentatie bent u meegenomen met inzicht in de knoppen waar het volgens ons heeft gelegen. Één ervan is dat iemand een indicatie heeft gekregen en het niet heeft opgemaakt. Al die fouten, die kronkelingen moeten uit het systeem gaan. Je kunt er meerdere onderzoeken op zetten waarmee je altijd terugkijkt. Maar we hebben nu meer belang om vooruit te kijken. U bent vrij om bijv. de rekenkamer onderzoek te laten uitvoeren. Wij willen onze kracht focussen op de toekomst om inderdaad te kijken naar wat voor zorg iemand nodig heeft. Maakt hij er gebruik van of waarom maakt hij er geen gebruik van? Dat kan met cijfers maar wij hopen dat we met de wijkteams daar een vinger achter kunnen krijgen. Dhr. Chahim: Dat zijn de vragen die we willen beantwoorden. Dat kan door bijv. de rekenkamer. Dat kan u ook daarin helpen. Met een aantal partijen bespreken. Als we het erover eens zijn dan kunnen we dat initiëren. Zo niet dan wachten we af hoe het dit jaar afloopt en wellicht alsnog een onderzoek starten. Mevr. Meulenbroek: Helmond is inderdaad een innovatieve gemeente. En op alle goede voorstellen die in de presentatie zitten daar kun je geen nee op zeggen. We moeten doorgaan met waar we goed in zijn. Aandacht voor duidelijkere taal in beschikkingen. Niet alleen in beschikking maar ook in deze commissie proberen om wat duidelijkere taal te spreken. Het gaat ook over hoe willen we hier nu over rapporteren. Duidelijke taal in prestentaties. Bij alle goede voorstellen één regel erbij zetten: wat willen we bereiken? Bepaalde effecten, suggesties hoe we die kunnen meten of weten. Het blijft nu bij opsommen van goede ideeën. We moeten scherp blijven als raad. Waarom we dit allemaal doen? Wat verbeteren we en hoe merken we dat? Duidelijkere taal en niet alleen in beschikkingen. De motie verlagen van de eigen bijdragen in te gaan per In het voorstel staat nu toch weer dat we de Rijksontwikkelingen afwachten. Wij willen als CDA pleidooi houden laat het gewoon ingaan per Krijgen we er middelen voor van het rijk dan is dat mooi meegenomen. Maar wacht niet af. Laten we de motie gewoon uitvoeren. Dhr. Janssen: we doen meer beroep op vrijwilligers. Ik wil een verzoek nu neerleggen om een doorkijk te laten maken door afdeling onderzoek en statistiek om te kijken hoe de toekomstige ontwikkeling is van potentiele vrijwilligers in de stad. Door verlaging van alle uitkering worden mensen gedwongen langer te blijven werken daardoor zijn er straks minder mensen om vrijwilligerswerk te doen. Hierdoor hebben we straks wel de klussen maar niet meer de mensen. Kan daar ambtelijk naar gekeken worden zodat we tijdig kunnen ingrijpen. Dhr. Hurks: we hebben vorige week al aangegeven dat we op zich de doorontwikkeling een prima plan vinden. Dat we dat ondersteunen. Er zijn nog wel altijd dingen waar nog over gedebatteerd moet worden. Toekenning wmo huishoudelijke ondersteuning. Door wmo-consulenten worden mensen kort gehouden. Dat lijdt ertoe dat als je mensen te kort doet en dan blijft er aan het eind ook meer geld over. Er zijn een hoop mensen die het gevoel hebben dat ze niet gekregen hebben wat ze toekomen. Als je kijkt naar de notitie over de eigen bijdrage. In 2015 een korting van 33% die is vervallen, bij het toetsen wordt het inkomen van 2 jaar terug genomen. Dat is niet reëel. Het zou beter zijn door te toetsen 6 maanden voordat de mensen niet meer vooruit kunnen. Met de gegevens die bij de gemeenten bekend zijn zouden er best nog wat cijfers achter de voorbeelden vermeld kunnen worden. Wat hebben ze gekregen per salaris groep, welke bedragen zijn dat geweest en hoeveel zijn er dat geweest? Weth. De Leeuw: u gaat nu inhoudelijk in op de 4 varianten. Dat is voor vanavond nog niet de bedoeling. Dhr. Hurks: hier zouden toch stappen gezet kunnen worden. We hebben het over het ontleden van de eigen bijdrage. Mevr. Teeuwen: in de commissie van november komen we terug op de eigen bijdrage. En dan gaan we inhoudelijk het onderwerp behandelen. Op 1 januari gaan er ook nog dingen veranderen: de maatregelen van het rijk gaan dan voor alle gemeenten in. Mevr. Stijkel: Jeugdhulp. Opvoedondersteuners zijn 50% van de tijd kwijt met ondersteunen van kinderen van vechtscheidingen. Maar wat doen we met kinderen die wel een stabiele thuisbasis hebben. Zij vallen bijna tussen wal en schip. Want met alle rots en watertrainingen, opvoedonder- Commissie Maatschappij Blz. 4

5 steuners, workshops en vakken als leefstijl worden deze kinderen, mijn inziens, flink belast met de ellende van een ander. Dat baart zorg. Er wordt op veel scholen veel aandacht besteed aan echtscheidingen, financiële problematiek etc. We moeten ook zuinig zijn op de kinderen die al op de rit zitten en ze daarop te houden. Dhr. Van Dijk: 4,5 miljoen die we gaan herverdelen. N.a.v. de voorjaarsnota heb ik veel reacties gekregen. Een aantal reacties zijn doorgestuurd en opgelost maar er zijn ook mensen die liever niet hadden dat ik het door gaf. Mensen zijn bang dat ze nog meer gekort werden. Die 4,5 miljoen kunnen wij die daar echt uit gebruiken. Worden e mensen die geïndiceerd zijn en die van 8 naar 2 uurtjes zijn gegaan echt geholpen of blijven ze hierop zitten. Veel ouderen geven aan bij keukentafelgesprekken, door bijv. trots, dat ze wel dingen zelf kunnen en eigenlijk niet kunnen. Onze zorg zit er met name in dat we de 4,5 miljoen ergens anders voor gebruiken die we misschien beter kunnen besteden aan mensen die het echt nodig hebben. Met betrekking tot de jeugdzorg. Je ziet een groot probleem ontstaan bij 18+ jaar, die het niet meer zelfstandig redden. Worden die kinderen in die 3,5 miljoen die wij extra gaan besteden ook geholpen? Of hadden we daar liever meer geld voor gehad? Gebruik het waarvoor het bestemd is. Niet voor bijv. kookboeken zoals in stadslab of leuke projecten maar gebruik het voor de mensen waarvoor het bestemd is. Weth. De Leeuw: ouders vragen PGB aan voor hun kind. Als ze niet kunnen voldoen aan de eisen van het zorgkantoor dan wordt het verhaald op het kind en niet op degene die het hebben aangevraagd. Dat probleem lossen we hier niet mee op. Dat is een juridisch probleem. We hebben een impuls van 3,5 miljoen voor de gevallen die tussen wal en schip vallen en om te kijken hoe je structureel dat beleid kunt verbeteren. Daar hebben we voldoende geld voor om zo n omslag te maken. Belast met de ellende van een ander. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Het is op school ook niet dat die zorgen gedeeld worden met klasgenoten. Het is wel belangrijk dat kinderen leren omgaan met nee zeggen en met teleurstellingen. De realiteit moet duidelijk worden. Het onderwijs kan daar wel een steentje aan bijdragen. Niet alle kinderen krijgen de trainingen als rots en water. De geldt voor specifieke doelgroepen die het echt hard nodig hebben. Die daardoor ook maatjes door maken en minder alleen voelen. Mevr. Stijkel: rots en water trainingen worden klassikaal gegeven. Alle kinderen krijgen workshops hoe om te gaan en waar je terecht kunt als je agressieve ouders hebt. Of ouders met bepaalde verslavingsproblematiek. En dat baart wel eens zorgen. Weth. De Leeuw: we moeten met elkaar de balans zoeken. Maar goede dingen in elkaar versterken is mooi. Stel duidelijke doelen. Daar zijn we het helemaal mee eens. We komen ook terug naar u met voorstellen met duidelijke doelen. We willen succes en dat moet wel meetbaar zijn. Dhr. Hurks: wethouder De Leeuw heeft gezegd, we zijn niet echt met de zaken inhoudelijk bezig. In het voorstel wat we hebben gekregen staat duidelijk aangegeven denk eens na hoe dat je de eigen bijdrage anders kunt gaan indelen. Met het plan dat we voorstaan zou je al hele goede handvatten krijgen om inderdaad daar anders mee om te gaan. Maar dan moet u in de tabellen ook meer informatie geven. Dan kun je een omslag berekenen. Het hoeft nu niet, maar er moet wel over nagedacht worden. Als je het gaat analyseren kun je een bepaald omslagpunt berekenen wat tot een betere verdeling kan leiden. Weth. vd Zanden. Terug naar de bedoeling. Dat is waar we de komende tijd extra in gaan investeren om zaken duidelijk te maken waarom doen we het. En niet alleen in de beschikkingen maar in heel onze aanpak en bewustzijn. N.a.v. dhr. Hurks: u had een inhoudelijk verhaal, voortkomend uit informatie die u gekregen heeft. Daar komen we in november op terug. Aandacht voor vrijwilligers. Wij gaan goed kijken naar wat zijn vrijwilligers, wie zijn vrijwilligers, hoe belasten we vrijwilligers en wat betekent dat? We gaan het goed monitoren. Daarin nemen we u als commissie in mee. Dhr. Janssen. Het lijkt me niet zo heel moeilijk om wat demografische gegevens erbij te halen om te kijken uit welke populatie komen vrijwilligers nu? Hoe ontwikkelt die populatie zich toekomst gericht? En hoeveel mensen zijn er van een bepaalde categorie? Dhr. Chahim: Dat is wel een hele complexe vraag om te beantwoorden. We moeten met elkaar goed monitoren wat er gebeurt met de huidige vrijwilligers en hoe dat het zich ontwikkelt. We moeten ook kijken, maatschappij breed, hoe we ervoor kunnen zorgen dat we voldoende vrijwilligers blijven houden. Dat betekent dat je jonger moet beginnen. Je ziet dat jongeren na een maatschappelijke stage blijven hangen, er mee doorgaan. We faciliteren ook met het Stadsleerbedrijf. Volgens mij zijn dat meer de insteken die je moet nemen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we voldoende vrijwilligers behouden en hoe kunnen we dat als overheid stimuleren? En dat ze dat lang kunnen volhouden zonder overbelast te worden. Dat is veel interessanter. Weth. vd Zanden: u verwoordt dat goed. Gaan onze inwoners er echt wat (huishoudelijk ondersteuning) van merken in de stad? Wij gaan heel veel doen. Wat we in de presentatie hebben vermeld, daar gaan we concreet mee aan de slag. En daar gaan de inwoners echt iets van merken. U ziet dat Commissie Maatschappij Blz. 5

6 er in het proces al iets is veranderd. De Wmo consulenten worden al beter gepositioneerd in het hele proces. 4. Aanpak verwarde personen Weth. vd Zanden: wij presenteren u, als commissie, informerend deze presentatie over de aanpak voor mensen met verward gedrag. Vanuit de minister is aan gemeenten gevraagd om met een, lokale aanpak te komen. In deze eerste voorzet nemen we u mee waarbij we ook met voorbeelden uit de praktijk proberen te verduidelijken wat er in een situatie gebeurd, had kunnen gebeuren en wat we met deze aanpak beogen. Mw. Peijnenburg en mw. Henckens geven een presentatie en lichten casussen toe. Dhr. Hurks: na een behandeltraject staat de persoon uit de casus uiteindelijk toch op straat. Wat nu? Mevr. Peijnenburg: We komen straks terug met een stukje wat gaan we doen en we komen ook terug op de casussen waarom we deze aanpak nodig vinden om te laten zien wat we zouden kunnen veranderen door de aanpak. Het is nu; waar lopen we in de praktijk tegen aan om dat straks beter in beeld te brengen? Dhr. Isselt: verzwaring van toezicht. Kunt u meer uitleg geven wat dat inhoudt in algemene zin. En wat zijn de manieren/routes waarop dit soort personen in beeld komen van de zorgverleners. Mevr. Peijnenburg: In deze casus komt de persoon in beeld omdat hij een indicatie had vanuit de AWBZ. Dat is een geldende indicatie. We zijn bezig met herindicaties. Mensen komen bij de Wmo consulenten en die kijken wat er speelt en wat er nodig is. Maar de mensen kunnen ook zelf met hun vraag komen. Of dat een partner iemand in beeld heeft. Het is heel divers om in beeld te komen. Bij een grote groep zie je dat het of is omdat er een lopende indicatie is of omdat een van onze partners aangeeft dat iemand bij hun in beeld is. En we zien dat er een ondersteuningsvraag ligt. En dan wordt er samen naar de mogelijkheden gekeken. Dit zijn wel twee hoofdstromen voor de zwaardere groep. Dhr. Kaygisiz: wat hebben al die instanties, waar alle subsidies naar toe gaan, bereikt? Instanties verwijzen door. Uiteindelijk komt justitie erbij en dan gebeurt er nog niets. Met alleen leuke dingen doen bereik je niets. Als er geen resultaat is na een indicatie dan zijn de instanties niet goed bezig of wij zijn niet goed bezig. Voorzitter: Eigenlijk is dat een politieke vraag die de wethouder mogelijk aan het eind van de presentatie kan beantwoorden. Ik stel voor dat we de presentatie eerst afmaken. De casussen zijn bedoeld ter verduidelijking van het verhaal. We moeten niet in die casussen duiken. Probeer vragen te bewaren voor na het betoog. Dhr. Chahim: In hoeverre hebben zorginstellingen een zorgplicht en hoe vrijblijvend zijn zij bij het wel of niet accepteren van een potentiële cliënt? Mevr. Peijnenburg: in principe is het zo dat wij van onze partners verwachten, voor de taken waar wij als gemeente voor aan zet zijn, dat zij klanten accepteren en ondersteunen. Zij kunnen uiteraard wel gemotiveerd aangeven waarom zij dat niet zouden willen maar dat is niet een middel dat we licht inzetten. Daarbij moeten we onderscheid maken tussen verschillende typen van zorg. Dat is wat we hiermee willen aangeven. Het gaat hier om een hele brede keten. Niet alle vormen van zorg die nodig zijn voor deze mensen zijn binnen onze taken belegd. Wij gaan wel kijken wat kunnen we eraan doen maar behandeling is niet des gemeentes. We gaan wel met onze partners in gesprek als wij denken dat ze aan cherry picking doen. Maar we zien dat, dat erkennen de partners ook, er klanten zijn die te veel aanbieders hebben gehad. Iedere aanbieder heeft zijn eigen expertise, eigen specialisme. En dat betekent dat sommige cliënten niet de juiste plek hier in Helmond kunnen vinden. Dat kan tijdelijk zijn maar daar waar het gaat om langdurige ondersteuning gaan we nu nog kijken wat kunnen we nog extra investeren hier om te zorgen dat we mensen niet op straat krijgen. Tegelijkertijd hoort bij deze doelgroep dat zij niet bij een aanbieder komen en dat het dan klaar is. Dhr. Damen: we hebben het over zorg maar ergens houdt zorg op. Wat is dan de volgende stap? Dat is volgens mij justitie. Want dan komt de openbare orde en veiligheid in geding. Is er een combinatie te maken met justitie dat je zegt als we op dat punt aankomen dan is het niet meer voor ons. Mevr. Peijnenburg: er is het veiligheidshuis. Daar waar een aantal casussen spelen waarbij de ketens aan zet zijn en zij voldoen aan de kaders die wij gesteld hebben dan kunnen procesregisseurs van het veiligheidshuis daar hun rol in pakken. Daarnaast hebben we vandaag een eerste oriënterend overleg gehad met het Openbaar Ministerie (OM). Naast politie en veiligheidshuis willen we ook met elkaar kijken hoe kunnen we daar het proces nog verbeteren. Om te voorkomen en vooraf te constateren om als we dat punt bereiken dan gaat het OM zorgen dat ze er op aansluiten en of dat ze een haakje bieden waardoor we alsnog die aanpak kunnen inzetten. Het is lastig want ook het OM is niet zwaar bezet en kan niet overal zijn. We gaan kijken met het OM wat kunnen we wel doen Commissie Maatschappij Blz. 6

7 naast onze relatie met het veiligheidshuis. Die hebben al nadrukkelijk die rol waar het om zorg en strafketen gaat. mevr. Maráczi: Volgens mij is het ook juist de discussie die we aan moeten gaan. Want meestal hebben deze mensen dus zorg nodig en geen justitie. En dan vraag ik me ook af, mensen zijn ook uitbehandeld zonder een strafbaar feit te plegen. Dan heeft dat ook niets met justitie te maken. Dhr. Isselt: gaan de Wmo-consulenten de regie voeren? Zo ja, dan ben ik benieuwd. Zijn zij wel geëquipeerd om met dit soort vraagstukken om te gaan. Ligt het wel goed in de organisatie ligt het bij de Wmo-consulenten? Klopt dat? En hebben wel genoeg geëquipeerde medewerkers voor om met dit soort zaken om te gaan. Mevr. Peijnenburg: De Wmo-consulenten hebben al de taak om breed te kijken. Er is onderscheid in casus regie en procesregie. We willen dat zoveel professionals in het veld casusregie pakken. Zij zijn aan de slag met deze mensen en zij hebben de kennis over deze mensen. De Wmo-consulenten zijn vooral aan zet daar waar het gaat om wat er ingezet moet worden vanuit de gemeenten, de toegang tot bepaalde voorzieningen. De procesregie beleggen bij trajectregisseurs. We zijn dat verder aan het uitwerken. Wie dan precies en welke mandaten krijgen zij dan? We hebben nu ook specifiek Wmo-consulenten die met name op die complexe doelgroepen zitten en die al heel veel kennis hebben over deze mensen. Zij kunnen inschatten wat er nodig is en zij kunnen inschatten dat verder gaat dan dat wij als gemeente kunnen bieden en dat er een andere partner aan zet is. dhr. Isselt: hoe komen de gevallen in beeld? Als er vanuit de Wmo/zorg vraag gekeken wordt dan is er ook vanuit dat perspectief dat je dingen gaat zien. Maar het kan vanuit een hele andere overlast hoek komen. Je kijkt verkokerd is mijn zorg. En hoe kunnen we breed kijken? We weten niet waar ze vandaan komen of vanuit welk kanaal ze in beeld komen. Mevr. Peijnenburg: onze trajectregisseurs, zitten nog fysiek bij het veiligheidshuis, zij zijn een belangrijke sparringpartner voor alle professionals waaronder de Wmo-consulenten en hebben nadrukkelijk die relatie met veiligheid ook en met justitie. Dat betekent dat zij goed in beeld hebben wanneer het gaat om een casus die bijvoorbeeld voor persoonsgerichte aanpak in aanmerking komt. De relatie met veiligheid en justitie is er daarom zitten zij ook bij het veiligheidshuis zodat zij ook heel snel kunnen schakelen met de mensen die daar zitten. Zij hebben een goede relatie met de politie, wijkagenten. We zorgen niet zozeer dat zij (Wmo-consulente) al die kennis moeten hebben maar dat ze weten met wie ze kunnen sparren. In praktijk merken we ook dat andere professionals contact opnemen met de Wmo-consulenten. We willen de overlegvormen bekijken om te voorkomen dat de deur waar iemand binnen komt bepaalt welke ondersteuning iemand krijgt. Daarom zeggen we ook welke overlegvormen hebben en welke procesafspraken we moeten hebben om te voorkomen dat er maar vanuit één keten gekeken wordt. Juist die brede aanpak is daarbij van belang. Daarom is er onderscheid tussen procesregie en casusregie. In het proces is ook nadrukkelijk de rol van veiligheid belegd. En ook de vraag voor hele extreme gevallen is hier een risico voor de openbare orde en wat betekent dat dan in de verdere organisatie. Dhr. van Dijk: het was een duidelijke en eerlijke presentatie. Ik ben blij met de motie van de SP destijds die wij mede ondertekend hebben om op dit onderwerp aandacht te hebben. Want 80% gaat goed en die 15% met de Wmo-consulenten en alle instanties gaat het ook goed. Maar dan dat topje van de ijsberg. Ik ben blij dat er binnen het projectplan Brabant-Oost gekeken gaat worden naar die acute opvang bij crisis. Dit is een probleem dat ook acuut opgelost moet worden. Maar ook bij die acute opvang is die cliënt nog maar een paar dagen daar. Wat dan? Mag de gemeente een gedwongen opname op leggen? Mevr. Peijnenburg: de burgemeester heeft een aantal middelen ter beschikking om daar waar het gaat om echt een acuut gevaar voor de persoon zelf of zijn/haar omgeving een aantal zaken af te dwingen waaronder opname. Het is een middel dat we spaarzaam inzetten omdat het een enorme ingreep is in iemands persoonlijke situatie. Mevr. Maráczi. Als plan goed loopt kan het veel crisissen voorkomen. We zitten nu in een fase dat het nog niet geregeld is. Dhr. Hurks: hoe kan het dat een man die goed in beeld is, door een uitkeringsaanvraag die hij niet begrijpt, uit beeld raakt? Gaat er dan geen licht branden bij iemand dat die man niet in staat is om zo n formulier in te vullen. Mevr. Peijnenburg: dat kan door een bepaald financieel vermogen dat is verkregen. Er zijn regels voor hoe een aanvrager van een uitkering moet interen op dat vermogen. Dat geldt voor iedereen, niet specifiek voor deze groep. In dit geval was de persoon, door zijn achtergrond, vlotter door eigen vermogen gegaan. Hij is niet uit beeld gekomen door de uitkering, maar door de plek waar hij kon verblijven. Die plek hield op. Daardoor is hij is uit beeld geraakt terwijl hij nog wel een opvang vraag had. De partners moeten elkaar beter en sneller kunnen vinden. Commissie Maatschappij Blz. 7

8 Dhr. Hurks: iemand in een zware categorie moet extra aandacht krijgen. Had een professional er niet harder achter aan moeten gaan. Mevr. Peijnenburg: als er geconstateerd wordt dat er aanvullende problemen spelen dan moet het niet koud zijn afwijzing, uitkering en klaar. Dat is waar er vanuit de uitvoering in het sociaal domein op ingezet wordt dat daar ook eerder met elkaar gekeken wordt wat kunnen we dan doen om te voorkomen dat deze persoon uit beeld loopt. Het ligt genuanceerder en het is niet de bedoeling dat er een koude afwijzing volgt zonder verder te kijken. Dhr. Chmoura: de kans bestaat dat zorgverleners te snel los laten bij een casus. Dus dat een persoon toch weer aan een woning komt, uitkering krijgt of aan werk vindt. Dat het dus ineens beter gaat. Als deze persoon een terugval krijgt, omdat de professionals zich echt van die casussen los trekken en die persoon zijn gang laten gaan. Hebben wij daar invloed op als gemeente? Zijn daar oplossingen voor? Kunnen we oplossingen bedenken? Mevr. Peijnenburg: met partners en Wmo-consulenten kijken we nu naar een geleidelijke schaal van afbouw. En hoe kunnen we er voor zorgen dat professionals in de wijk waar iemand dan terecht kan ook ggz expertise kunnen gebruiken als er sprake is van ggz problematiek. We zijn er nog niet helemaal maar daar wordt wel expliciet aandacht aan besteed. Deze mensen moeten ook willen. Dhr. Chmoura: het zijn mensen die vaak drugproblematiek hebben. En na een succesvolle afkickperiode toch weer daarin terug raken. Ik denk dat we daarmee veel meer kracht en geld verliezen dan dat nodig is. We denken niet alleen in cijfers maar ook in veiligheid en gezondheid van de mensen. Het is een enorme verspilling als je toch los laat en die persoon in zijn oude patroon terugvalt. Daar moet veel concentratie opgelegd worden. mevr. Maráczi: er wordt te snel gezegd dat mensen zelfredzaam moeten zijn. Terwijl die persoon de zelfredzaamheid niet aan kan. En dat merk je wel heel erg bij de ggz. Graag aandacht daarvoor. Nazorg is ook heel belangrijk is bij deze mensen. Mevr. Peijnenburg: als mensen niet willen kan als argument gebruikt worden om iets niet te doen door de professionals. Soms is het niet willen maar vooral ook niet kunnen. Kan iemand zien dat hij ondersteuning nodig heeft? Voor verslavingszorg is het nog wel een zoektocht. Hoe kunnen wij ervoor zorgden dat de Wmo en ook die tak beter op elkaar aansluiten. Er zijn ook gesprekken geweest met een zorgverzekeraar om ook daar beter mee samen te werken. Daar hebben we als gemeente niet echt invloed op terwijl we er wel last van hebben als de nazorg te snel wordt gestopt. Dhr. Kaygisiz: verwarde cliënten die wel de nodige hulp krijgen die een ander niet krijgt. Maar die om een of andere reden terug willen naar de slechte kant. Er wordt dus aandacht gegeven aan personen die weer terug bij af zijn. Dan moeten daar dus andere middelen voor gezocht worden. Iemand die los gelaten wordt, is wel een gevaar voor de maatschappij. Voorzitter: ik denk dat het een politieke vraag is en in het verlengde van de discussie die zich bijna ontvouwde. Waar moeten we met justitie en waar moeten we met zorg aan de slag en waar zijn die twee met elkaar in verbinding? Weth. vd Zanden: het gaat hier te ver om op specifieke casussen in te gaan. We presenteren hier dat we als gemeente zien dat er heel veel goed gaat. En dat het om een kleine groep gaat die overlast veroorzaakt. Maar dat we met onze aanpak waarin we zeggen; we hebben een goede ketenaanpak, we hebben een goede relatie met onze ketenpartners en die willen we meer verstevigen. We willen nog meer als gemeente de regie pakken en nog meer elkaar aanspreken over wat gebeurt er op straat. We gaan daarmee nog verder dan onze taak is. Want er zijn zaken waar wij geen invloed op kunnen uitoefenen, waar we geen vat op hebben. En we willen toch weten waar komen de mensen dan terecht en wat gebeurt er dan waar wij last van hebben. Dus onze regie aanpak op dit gebied is ook dat we met die ketenpartners meer met elkaar en beter met elkaar daarover in gesprek gaan. Niet willen loslaten, maar samen met elkaar kijken wat het betekent als wij zoiets zien. Betekent het dat wij naar andere partners moeten reageren of betekent het dat dat we iets zelf moeten doen? En daar is deze aanpak op gericht. De intentie van deze aanpak is dat zie ik en waar kan ik daarvoor terecht. Mevr. Peijnenburg: door de samenwerking moet het niet uitmaken waar dat telefoontje in eerste instantie binnenkomt. Op het moment dat mensen overlast constateren van een persoon dan is dat ook een politie vraagstuk, die dan contact kan leggen met bijvoorbeeld trajectregisseurs of Wmoconsulenten. Waar we naar toe willen is dat onze afdeling zorg en ondersteuning en de wijkteams dat plekken zijn waar mensen met hun zorg terechtkunnen. Maar iedereen is ook vrij om de politie te bellen als er sprake is van overlast. En iedere professional moet daar op aangesproken kunnen worden en die moeten kijken wie moet ik hier bij betrekken of wat kan ik daarop doen. Dhr. Selten: er ontstond een discussie eerder deze avond. Ik ben benieuwd naar het vervolg van de discussie. Het wil niet zeggen dat het nu moet of hier moet. Ik vind het een dusdanige politiek interessante discussie dat ik hem niet zomaar weg wil wuiven. Commissie Maatschappij Blz. 8

9 Weth. vd Zanden: deze aanpak is erop gericht om te voorkomen dat er situaties zo ernstig worden dat je daarin terecht komt. We zetten alles in op preventie. Het gaat maar om een heel klein deel van waar het niet goed gaat. Maar er zijn inderdaad raakvlakken en dat ziet u ook in de poppetjes en de kleur poppetjes. We doen heel veel en gaan ook door met de ontwikkeling. We hebben onze regisseurs die op snij vlak zitten van veiligheid en zorg daar de situatie en processen goed in de gaten houden om te kijken waar is het zorg en waar betreft het veiligheid en hoe kunnen we daarin ook gezamenlijk verder samen optrekken. Wat we wel vaker zien is dat mensen in een politiebusje worden afgevoerd. Dat willen we niet meer. Omdat we weten dat veel van deze situaties er sprake is van zorg en van een hulpvraag en daarom zetten we daar ook stevig op in. dhr. Selten: u geeft een bestuurlijk inhoudelijk antwoord, terwijl het een politiek inhoudelijke discussie is. U geeft aan wat u doet. Maar wat ik vooral interessant vond om te zien was, en dat is niet richting de wethouder maar de commissieleden die zich daar vanavond mee bezig hielden. Dhr. Damen maakte daar een opmerking over en mevr. Maráczi maakte daar een opmerking over, en daar vond ik wel een mooie discussie ontstaan over wat willen we eigenlijk. Niet wat we doen! Dat is helder en duidelijk maar wat willen we? Voorzitter: dhr. Selten vraagt naar een verdieping en een discussie mogelijk over het onderwerp het snijvlak zorg en justitie. De wethouder heeft er in zekere zin een antwoord opgegeven door te zeggen we zetten in op preventie maar daarmee is het wellicht niet het hele antwoord gegeven. Ik stel voor dat dhr. Selten op zoek gaat naar draagvlak en dat onderwerp opnieuw laat agenderen. Tot slot bedankt de voorzitter de dames Peijnenburg en Henckens voor de presentatie, de prettige wijze waarop ze dat gedaan hebben en de vragen hebben beantwoord. 5. Sluiting Dhr. Janssen: een vraag van praktische aard. Over niet al te lange termijn hebben we een beginspraak avond. Wat is het onderwerp. Dhr. Berkers: daar is op dit moment nog geen zekerheid over. Maar u ontvangt, zoals gebruikelijk, 10 dagen van te voren of bericht dat het doorgaat en met welk onderwerp of de mededeling dat er geen gebruik van wordt gemaakt. Dat wordt gedaan in overleg met de voorzitter. De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 21:43. Commissie Maatschappij Blz. 9