QUICKSCAN NAAR DE VRAAG NAAR JEUGDZORG IN DE PROVINCIE ZEELAND
|
|
- Jozef Eilander
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 QUICKSCAN NAAR DE VRAAG NAAR JEUGDZORG IN DE PROVINCIE ZEELAND
2 QUICKSCAN NAAR DE VRAAG NAAR JEUGDZORG IN DE PROVINCIE ZEELAND Adviesbureau Van Montfoort Woerden, oktober 2007 Mr. dr. A.J. van Montfoort Drs. R.T. van Vianen Drs. A.D. Gerritsen
3 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING ACHTERGROND VERANTWOORDING UITKOMSTEN CONCLUSIE AANBEVELINGEN GERAADPLEEGDE BRONNEN Adviesbureau Van Montfoort
4 SAMENVATTING De provincie Zeeland wordt geconfronteerd met een stijgende vraag naar de jeugdzorg. De provincie Zeeland heeft Adviesbureau Van Montfoort gevraagd een onderzoek te verrichten naar de oorzaken van deze stijgende vraag en wil de volgende vragen beantwoord zien: 1. Welke oorzaken liggen ten grondslag aan de sterke stijging van de vraag naar jeugdzorg in Zeeland? 2. Wijken deze af van het landelijk beeld? Zo ja, zijn deze specifiek voor Zeeland? 3. Welke (haalbare) maatregelen kunnen worden genomen om deze oorzaken weg te nemen? De opdracht is in twee stappen uitgevoerd. Allereerst is op basis van beschikbare documenten en het beschikbare cijfermateriaal van Bureau Jeugdzorg, de zorgaanbieder en de landelijke Benchmark Jeugdzorg de stijging van de vraag geanalyseerd. Kwartalen van de jaren 2005, 2006 en de eerste twee kwartalen 2007 zijn vergeleken. Vervolgens is bekeken of de gegevens van de provincie Zeeland afwijken van het landelijk beeld door de provincie Zeeland te vergelijken met het landelijke gemiddelde en qua omvang met twee meer vergelijkbare provincies: Drenthe en Flevoland 1. De tweede stap bestond uit houden van interviews met vijftien vertegenwoordigers van de (jeugd)zorg instellingen. Er is gesproken met vertegenwoordigers van MEE, de GGD, Allévo, Zorgstroom, AMW Walcheren, SMWO, Bureau Jeugdzorg Zeeland, Raad voor de Kinderbescherming, AZZ, Emergis (Ithaka), Stichting VraagKracht en CO ACT Consult. De interviews zijn gehouden in de tweede en derde week van oktober. De opdracht had een doorlooptijd van zes weken. Op twee november zijn de uitkomsten besproken met de commissie Welzijn van de provincie Zeeland. Conclusie De stijging van de vraag in de provincie Zeeland is zichtbaar op verschillende onderdelen in de jeugdzorgketen. De toename is berekend over het eerste halve jaar van 2007 en vergeleken met het eerste halve jaar van Dan valt op: Het aantal meldingen bij het AMK is gestegen met 31 procent, de stijging is landelijk gezien het hoogst van alle AMK s. 1 Drenthe had van oudsher (net als Zeeland) een sterke samenwerking met de voorliggende voorzieningen. In Flevoland is net als in Zeeland Intensieve Pedagogische Thuishulp geïntroduceerd. Adviesbureau Van Montfoort 4
5 Het eerste halve jaar van 2007 stijgt het aantal aanmeldingen bij de Toegang van Bureau Jeugdzorg Zeeland met 28 procent in vergelijking met het eerste halve jaar van Het aantal (voorlopige) ondertoezichtstellingen stijgt in het eerste halve jaar van 2007 ten opzichte van het eerste halve jaar van 2006 met 39 procent. Er worden honderd indicatiebesluiten meer genomen in 2006 in vergelijking met 2005, maar of het per saldo daarmee gaat om méér cliënten (en dus méér vragen voor geïndiceerde zorg) is onduidelijk. Dit heeft te maken met de toenemende hoogte van de wachttijden. De verzilveringstermijn verstrijkt na dertien weken en dan wordt het indicatiebesluit opnieuw vastgelegd. Deze tellen mee in het aantal genomen indicatiebesluiten. Bij de zorgaanspraken over de eerste helft van 2007 is er vooral een toename zichtbaar van de vraag naar intensief pedagogische thuishulp, aantal zorgaanspraken op ondersteunende en activerende gespecialiseerde begeleiding (persoonsgebonden budgetten) en aanspraken op de behandeling door de geestelijke gezondheidszorg. Een afname is zichtbaar in aanspraken op verblijf bij de zorgaanbieder en pleegzorg. Kortom, een behoorlijke stijging van de vraag naar jeugdzorg in Zeeland. De procentuele stijging is dan wel hoger dan in andere provincies, maar dit dient beoordeeld te worden tegen de achtergrond van het aantal jeugdigen (per honderdduizend gewogen jeugdigen) dat een beroep doet op de jeugdzorg. Dan valt op: Het aantal jeugdigen dat gemeld wordt bij het AMK of aangemeld wordt bij de Toegang van Bureau Jeugdzorg Zeeland per honderdduizend (gewogen) jeugdigen ligt lager dan op grond van het landelijke gemiddelde verwacht kan worden. De qua omvang vergelijkbare provincies Flevoland en Drenthe hebben achtereenvolgens 1369 en 1557 aanmeldingen bij Bureau Jeugdzorg per honderdduizend (gewogen) jeugdigen. De provincie Zeeland scoort met 1164 aanmeldingen per honderdduizend jeugdigen aanmerkelijk lager. Dit betekent dat - op dit moment - er nog minder jeugdigen een beroep doen op Bureau Jeugdzorg in Zeeland dan op grond van landelijke cijfers en vergelijkbare provincies verwacht zou worden. De huidige toename is dan ook meer te zien als een inhaalslag. Verder, zowel de beschikbare cijfers als de antwoorden van de respondenten duiden erop dat een verdere toename van de vraag naar jeugdzorg in de provincie Zeeland te verwachten is. Hoe komt het dat de vraag naar jeugdzorg stijgt? De respondenten geven daarvoor verschillende verklaringen. Maatschappelijke factoren die een rol spelen zijn de toenemende aandacht voor de veiligheid van het kind in het gezin, betere diagnostiek en de toenemende professionalisering van de medewerkers in de (jeugd)zorg. Meer specifiek voor de provincie Zeeland valt op dat zowel op preventief als op curatief vlak onvoldoende capaciteit is in het lokale veld, waardoor lichte problematiek niet goed in beeld komt. Daarnaast, datgene wat in beeld komt, kan niet goed opgelost worden. Hierdoor mondt lichte en enkelvoudige Adviesbureau Van Montfoort 5
6 problematiek uit in zware en meervoudige problematiek, wat de vraag naar geïndiceerde jeugdzorg doet toenemen. Ook wordt er weinig terugverwezen van geïndiceerde jeugdzorg naar lokale voorzieningen, omdat het aan aanbod ontbreekt. De stijging van het aantal meldingen bij het AMK wordt veroorzaakt door het overhevelen van het AMK van Rotterdam naar Zeeland. Hierdoor is het AMK meer herkenbaar voor de instellingen in Zeeland. De samenwerking met de politie is verbeterd en de politie meldt beduidend vaker. De stijging van het aantal (voorlopige) ondertoezichtstellingen heeft direct te maken met het starten van het Project Stroomlijnen. In dit project werken het AMK, Bureau Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming en AZZ aan het verkorten van de doorlooptijden van jeugdigen waarbij er sprake is van kindermishandeling. Er wordt eerder ingegrepen en sneller geschakeld in de keten van jeugdzorg. Eerder waren er in de Zeeuwse media berichten over onterechte verwijzingen of indicatiestellingen in de jeugdzorg. Alle respondenten geven aan dat er geen onterechte vragen naar jeugdzorg bij Bureau Jeugdzorg Zeeland binnenkomen. De respondenten geven aan dat de vraag naar jeugdzorg minder zou kunnen worden mits de lokale voorzieningen qua capaciteit en erkende interventieprogramma s voldoende toegerust zijn. Dat is nu niet het geval. Alle vragen over opvoeden en opgroeien van jeugdigen en ouders kenmerken zich door ernstige en meervoudige problemen. Er zijn in de jeugdzorg in de provincie Zeeland veel veranderingen gelijktijdig in gang gezet. Zo werkt Bureau Jeugdzorg Zeeland aan interne verbetering van de kwaliteit door onder andere het project Stroomlijnen, het verbeteren van het indicatiebesluit en het invoeren van de deltamethode in de gezinsvoogdij. De zorgaanbieders werken aan invoeren van nieuwe methoden (Intensieve Pedagogische Thuishulp), het verkorten van de doorlooptijden, nieuwe en betere behandelingen (Amares) en het sneller laten uitstromen van jeugdigen (Foyer du Jeunesse). Tot slot komen er drie pilots voor de Centra voor Jeugd en Gezin. Dit zijn complexe veranderingsprocessen op verschillende niveaus. Het is van belang dat verbetertrajecten de tijd krijgen zich te bewijzen. Aanbevelingen De provincie Zeeland vraagt welke (haalbare) maatregelen mogelijk zijn om de vraag naar jeugdzorg in de (nabije) toekomst te doen verminderen. De meeste maatregelen hebben enige jaren nodig voordat zij voldoende zijn uitgekristalliseerd en bijdragen aan het verminderen van de vraag naar jeugdzorg. Adviesbureau Van Montfoort 6
7 1. Investeer in preventie en bundel de inkoopkracht van gemeenten en provincie Alle respondenten van zowel de lokale voorzieningen als de jeugdzorg vinden dat gemeenten meer moeten investeren in preventieve programma s voor lichte, enkelvoudige problemen van jeugdige en ouders. Deze zijn bij voorkeur evidence based (bijvoorbeeld Stevig Ouderschap, Tripple P). De provincie zou de samenhang tussen jeugdzorg en het lokale jeugdbeleid moeten regisseren zodat er een zekere mate van eenduidigheid ontstaat (Taskforce Jeugd). De gemeenten hebben nog moeite met het inkopen van programma s van lokale aanbieders. Er zijn wel programma s voorhanden (er is aanbod). Er is vraag en er is (tenminste een beetje) geld. De aanbieders zijn verdeeld. Bij een inkoopmodel hoort echter geen volledige bundeling van aanbieders, maar een sterke regie van de financier. Het inkopen van programma s van jeugdbeleid en jeugdzorg is moeilijk. Een mogelijke verbetering kan zijn het bundelen van kennis en capaciteit voor de inkoop in de vorm van een groep die inkoopadvies geeft aan de gemeenten en de provincie. De besluitvorming over de inkoop blijft hierbij uiteraard bij de afzonderlijke gemeenten en provincie. 2. Maak keuzes Het kan in de jeugdzorg nog doelmatiger door scherpere keuzes te maken. Daarbij is samenwerking nodig tussen de provincie, gemeenten, Bureau Jeugdzorg en de zorgaanbieder. Scherpere keuzes kunnen zijn: Maak meer en creatief gebruik van elkaars mogelijkheden. Hoewel de instellingen aangeven goed met elkaar samen te werken, geeft elk voor zich aan dat de jeugdzorg niet optimaal gebruik maakt van de aangeboden diensten. Vaak ligt hier ook een verschil in visie of werkwijze aan ten grondslag. Het Algemeen Maatschappelijk Werk geeft bijvoorbeeld aan dat zij vaker gelijktijdig aan hulpverlening door de jeugdzorg of bij uitstroom uit de jeugdzorg ingeschakeld kunnen worden. Bekort de doorlooptijd van jongeren die in voorzieningen voor daghulp en residentiële verblijven. Hier is AZZ al mee aan de slag. Laat jongeren eerder uit de residentiële instellingen stromen. De initiatieven van AZZ zijn op dit punt goed, maar de indruk ontstaat dat het vooral nog een verantwoordelijkheid is van AZZ. Voor zover die indruk juist is, moet de verantwoordelijkheid worden verbreed. De provincie kan gemeenten, woningcorporaties en bij voorbeeld werkgevers aanspreken op hun verantwoordelijkheden voor zorg voor jong volwassenen, huisvesting en arbeidstoeleiding. Overweeg om een ander model van casemanagement in te voeren. Bureau Jeugdzorg Zeeland voert in alle gevallen casemanagement uit. De wet hecht eraan, dat de cliënt de hulp krijgt waar hij recht op heeft. Maar niet elke casus is dat het geval zonder dat casemanagement van Bureau Jeugdzorg. Daarom maken sommige Bureaus Jeugdzorg (bijvoorbeeld Friesland) onderscheid tussen administratief casemanagement (geen Adviesbureau Van Montfoort 7
8 uitvoering, tenzij cliënt of zorgaanbieder erom vraagt) en inhoudelijk casemanagement (complexe zaak, verschillende hulpvragen, et cetera). Bureau Jeugdzorg Zeeland zou hier intern een discussie over kunnen voeren. Er is tijd nodig om een ander model voor casemanagement in te voeren ook al omdat recent Bureau Jeugdzorg Zeeland hier een visiediscussie over heeft afgerond. Stoppen met herindicaties. De herindicaties na drie maanden wachten zijn een bureaucratische artefact. Deze bepaling in de wet op de jeugdzorg was bedoeld om wachttijden te voorkómen, niet om extra papierwerk in te voeren. Ons advies: stoppen met deze herindicaties of ongezien stempelen, tenzij er bericht komt dat de situatie is veranderd, maar dat hangt niet aan drie maandstermijn. Voer een discussie over de netwerkplaatsingen binnen pleegzorg. Provinciale werving als aanvulling op de landelijke campagnes is nodig. Daarnaast kan de discussie gevoerd worden of netwerkplaatsingen altijd formele pleegzorg moeten worden. Als criterium kan gebruikt worden de vraag of de pleegouders, het kind en de eigen ouders een hulpvraag hebben danwel begeleiding nodig hebben. Zo niet, dan kan het buiten de jeugdzorg om. Doen zich later alsnog vragen voor, dan kunnen ze gewoon aanmelden bij Bureau Jeugdzorg. 3. Investeer in (intensief) pedagogische thuishulp Het invoeren van Intensieve Pedagogische Thuishulp in de provincie Zeeland doet direct de vraag naar deze hulpvorm toenemen. AZZ werkt nog aan het verhogen van de capaciteit van Intensieve Pedagogische Thuishulp door bijvoorbeeld ombouw van de ambulante ouderbegeleiding. Een wachttijd van negen maanden tot een jaar voor deze vorm van hulp is onwenselijk. De problemen van de jeugdigen en hun ouders nemen door de wachttijd toe waardoor uiteindelijk weer zwaardere vormen van jeugdzorg nodig zijn. De extra financiële middelen die beschikbaar komen voor het wegwerken van wachtlijsten zouden besteed moeten worden aan extra capaciteit voor Intensieve Pedagogische Thuishulp. 4. Voer een discussie in de provincie over goed genoeg ouderschap In een beperkt aantal casus kiest Bureau Jeugdzorg voor het verlengen van de indicatiestelling terwijl de doelen in het oorspronkelijke behandelplan behaald zijn ( goed is goed genoeg ). Daarbij speelt een rol dat Bureau Jeugdzorg minder risico s neemt waar het gaat om de veiligheid van het kind. Het Savanna-effect is een belangrijke stap vooruit als ernstig mishandelde kinderen sneller beschermd worden. Als een neveneffect is dat in een groot aantal gezinnen wordt ingegrepen met een maatregel en intensieve hulp, waar wel problemen zijn, maar het kind niet in gevaar is, is dat effect ongewenst. We moeten niet alleen leren meer te signaleren, maar vooral leren beter onderscheid te maken tussen kinderen met een hulpvraag die niet in gevaar zijn en kinderen die in gevaar zijn. Van hieruit kan in veel breder verband de discussie worden gevoerd over goed genoeg ouderschap. Niet alle vragen en problemen met Adviesbureau Van Montfoort 8
9 opvoeden en opgroeien moeten in het systeem van jeugdzorg komen. Een deel van de problemen gaat vanzelf over. Meer problemen kunnen worden opgelost door de informele steun rond een gezin en door de maatschappelijke verbanden (zoals de buurt, familie, vrienden, verenigingen, kerk). De kunst is zo goed mogelijk onderscheid te maken tussen deze problemen en de problemen die intensieve professionele zorg nodig hebben. Andere verbeterpunten zijn: het invoeren van een integrale indicatiestelling, het invoeren van gestructureerd beslissen in het project Stroomlijnen en het invoeren van familieontmoetingen. Dit zijn de belangrijkste mogelijkheden om op korte en langere termijn de vraag naar jeugdzorg in de provincie Zeeland te doen afnemen. Adviesbureau Van Montfoort 9
10 1 ACHTERGROND De provincie Zeeland wordt geconfronteerd met een stijgende vraag naar de jeugdzorg. Dit ondanks extra financiële middelen die beschikbaar zijn gekomen voor de jeugdzorg in Zeeland. Het eerste kwartaal van 2007 bedroeg de groei van de vraag naar de geïndiceerde jeugdzorg meer dan twintig procent. Er zijn circa tweehonderd jeugdigen die langer moeten wachten dan negen weken op de start van geïndiceerde vormen van jeugdzorg. De stijging van de vraag naar jeugdzorg geldt niet alleen voor de provincie Zeeland. Landelijk is er sprake van een toename van de vraag naar jeugdzorg. De vraag is wel in hoeverre de stijging van de vraag van de provincie Zeeland zich verhoudt tot de landelijke stijging of vergelijkbare provincies. Door de toenemende vraag naar jeugdzorg doen de aanbieders van jeugdzorg en Bureau Jeugdzorg een beroep op extra financiële middelen. De vraag is of extra financiële middelen het middel zijn om de steeds maar weer toenemende vraag het hoofd te bieden. Of moeten er andere structurele oplossingen in de keten van jeugdzorg gezocht worden? De provincie Zeeland heeft recentelijk samen met Bureau Jeugdzorg Zeeland en AZZ afspraken gemaakt om de druk op de wachtlijsten te verminderen. Een zorgvuldige afweging door Bureau Jeugdzorg Zeeland of jeugdigen naar een lokale voorziening doorverwezen kunnen worden, maakt daar onderdeel van uit. De provincie Zeeland heeft Adviesbureau Van Montfoort gevraagd een onderzoek te verrichten naar de oorzaken van de gestegen vraag naar jeugdzorg in Zeeland. De provincie wil de volgende vragen beantwoord zien: 1. Is er sprake van een stijgende vraag? Wijkt de toename af van het landelijk beeld? Of is deze specifiek voor Zeeland? 2. Welke oorzaken liggen ten grondslag aan de sterke stijging van de vraag naar jeugdzorg in Zeeland? 3. Welke (haalbare) maatregelen kunnen worden genomen om de vraag naar jeugdzorg te verminderen? Daarbij wil bij de provincie Zeeland bij de vraag naar de oorzaken de vraag meenemen of er sprake is van onterechte vraag naar jeugdzorg. Uit een onderzoek door CO ACT (2007) lijkt er bij hulpverleners een tendens tot over -indicering (vals positieven) aanwezig 2. De instellingen in de jeugdzorg zouden volgens de provincie een groot verantwoordelijkheidsgevoel hebben. 2 Bureau jeugdzorg heeft tot taak te beoordelen of jeugdigen recht hebben op jeugdzorg. Dit doen zij door te screenen, opstellen diagnostisch beeld en opstellen van de indicatie. Een multidisciplinair overleg (indicatieorgaan) waaraan in ieder geval een gedragswetenschapper verbonden is, toetst de indicatiestelling en geeft een indicatiebesluit af. Adviesbureau Van Montfoort 10
11 Dat laatste duidt op het feit dat er meer kinderen in behandeling genomen worden dan strikt genomen valt onder de verantwoordelijkheid van de Wet op de jeugdzorg 3. Ook lijken de aanbieders van jeugd-ggz en jeugd-lvg zich meer terug te trekken van hun kerntaken. Door het ontbreken van hulpverlening bij voorliggende voorzieningen (jeugdgezondheidszorg, Algemeen Maatschappelijk Werk) is Bureau Jeugdzorg eerder geneigd verzoeken van ouders en jeugdigen te honoreren. 3 Persbericht van de provincie Zeeland van 21 augustus 2007 Adviesbureau Van Montfoort 11
12 2 VERANTWOORDING Adviesbureau Van Montfoort heeft de opdracht in twee stappen uitgevoerd. Allereerst hebben wij op basis van beschikbare documenten en het beschikbare cijfermateriaal de stijging van de vraag geanalyseerd. De tweede stap was de gesprekken met vertegenwoordigers van de (jeugd)zorg instellingen in Zeeland die wij hebben gevoerd. De opdracht is verleend half september De gesprekken hebben plaatsgevonden in de tweede en derde week van oktober. Het eindrapport is twee november besproken met de commissie Welzijn. De doorlooptijd van aanvaarden van de opdracht tot de eindrapportage bedroeg zes weken. In dit hoofdstuk wordt de uitvoering van deze twee stappen nader beschreven. 2.1 Stap 1: de analyse van de vraag De stijging van de vraag hebben we geanalyseerd op basis van de beschikbare gegevens van Bureau Jeugdzorg en de zorgaanbieders (AZZ, Ithaka), aangeleverd aan de provincie. Voor het analyseren van de trend hebben wij kwartalen vergeleken van de jaren 2005, 2006 en de eerste twee kwartalen Daarbij hebben we bekeken wij of er specifieke vormen van jeugdzorg zijn waar de vraag sterker is toegenomen in vergelijking met andere hulpvarianten. Vervolgens hebben we bekeken of de gegevens van de provincie Zeeland afwijken van het landelijk beeld. We hebben beschikbare gegevens over de landelijke Benchmark Jeugdzorg geanalyseerd. Wij hebben de provincie Zeeland vergeleken met het landelijke gemiddelde en met twee meer vergelijkbare provincies qua omvang: Drenthe en Flevoland 4. Wij hebben een aantal kerngegevens van de provincies op een rij gezet: Aantal jongeren van 0-18 jaar per provincie (voor de drie provincies) Aantal aanmeldingen 2006 per provincie / aantal per honderdduizend jongeren Aantal indicatiestellingen per provincie / aantal per honderdduizend jongeren Hierdoor hebben we een vergelijking tussen de drie provincies gemaakt, zodat inzichtelijk wordt of de provincie Zeeland afwijkt qua financiering en vraag naar jeugdzorg. 4 Drenthe had van oudsher (net als Zeeland) een sterke samenwerking met de voorliggende voorzieningen. In Flevoland is net als in Zeeland Intensieve Pedagogische Thuishulp geïntroduceerd. Adviesbureau Van Montfoort 12
13 Stap 2: interviews met (veld) deskundigen In totaal hebben we vijftien interviews afgenomen. De provincie heeft gezorgd voor het plannen van de interviews. De interviews waren semigestructureerd. Om de structuur in de interviews aan te brengen, is er een topiclijst gemaakt. Er waren vier hoofdvragen die met elke gesprekspartner besproken werden. De vier hoofdonderwerpen waren: Wat zijn verklaringen voor de stijgende vraag naar jeugdzorg? Wat kunnen andere ketenpartners beter of anders doen? Wat kan de eigen organisatie beter of anders doen? Wat is de rol van de provincie en de gemeente daarin? Daarnaast werden ook opvallende uitkomsten van de vraaganalyse voorgelegd aan de deskundigen in het veld. Daarbij werden zowel de voor- als de achterkant van de jeugdzorgketen in ogenschouw genomen (zie voor een schema bijlage 1). Vragen die hierbij gesteld werden, hadden betrekking op de capaciteit van voorliggende voorzieningen om snel hulp te verlenen en of deze capaciteit voldoende benut wordt, daarnaast op de vraag of jongeren goed en snel kunnen doorstromen en tot slot op de selectiviteit van organisaties: hoe selectief zijn de organisaties bij het verwijzen of indiceren van de jeugdigen? De (veld) deskundigen vertegenwoordigen de gehele Zeeuwse jeugdzorg. Er is gesproken met de volgende instanties: Jeugdgezondheidszorg; Algemeen Maatschappelijk Werk; Stichting VraagKracht; Bureau Jeugdzorg Zeeland; Raad voor de Kinderbescherming; AZZ; Ithaka; MEE. De geïnterviewden hebben een korte schriftelijke weergave van het interviews op hoofdpunten gekregen ter aanvulling of correctie. Deze gecorrigeerde verslagen zijn gebruikt voor het eindverslag Adviesbureau Van Montfoort 13
14 3 UITKOMSTEN In dit hoofdstuk komen de resultaten van het onderzoek aan de orde. 3.1 Analyse van de vraag Algemene kengetallen De provincie Zeeland telt inwoners. Daarvan zijn er jeugdigen. Jeugdigen kunnen onderverdeeld worden in ongewogen en gewogen jeugdigen. Onder gewogen jeugdigen wordt het aantal jeugdigen van 0-18 jaar verstaan, waarbij jeugdigen uit eenoudergezinnen en jeugdigen van allochtone afkomst zwaarder worden meegewogen. In de onderstaande tabel zijn zowel het aantal ongewogen als het aantal gewogen 5 jeugdigen uiteengezet. Provincie Ongewogen aantal jeugdigen 2007 Gewogen aantal jeugdigen 2007 Zeeland Drenthe Flevoland Totaal (bron: CapGemini, provincie Zeeland) Om een betrouwbare analyse te kunnen doen naar een daadwerkelijke stijging van de vraag naar de jeugdzorg in Zeeland, vergelijken wij in ieder geval twee provincies met Zeeland. De provincies Drenthe en Flevoland komen daarvoor het meest in aanmerking. Drenthe had van oudsher - net als Zeeland - een sterke samenwerking met de voorliggende voorzieningen. In Flevoland is - net als in Zeeland - Intensieve Pedagogische Thuishulp geïntroduceerd. Deze provincies zijn qua grootte (aantal inwoners en aantal jeugdigen) redelijk vergelijkbaar. Uit de tabel blijkt dat Zeeland het minst aantal ongewogen en gewogen jeugdigen heeft. Drenthe heeft het meest ongewogen jeugdigen, maar Flevoland heeft meer gewogen jeugdigen dan zowel Zeeland als Drenthe, terwijl Flevoland minder ongewogen jeugdigen heeft dan Drenthe. 5 Wegingindicatoren: éénouder gezinnen 1,69 % allochtone jeugd 0,395 % Adviesbureau Van Montfoort 14
15 3.1.2 Aantal onderzoeken kindermishandeling bij AMK Het aantal onderzoeken kindermishandeling bij het AMK is de afgelopen jaren gestegen, zoals blijkt uit onderstaande tabel. Totaal aantal aanmeldingen AMK Onderzoek Advies Consult Totaal (bron: provincie Zeeland) Voor het eerste half jaar van 2007 zijn er 402 meldingen gedaan bij het AMK. In de eerste helft van 2006 waren er 306 meldingen. Dit is een toename van 31 procent. Binnen het totale aantal meldingen bij het AMK te Zeeland stijgt vooral het aantal onderzoeken. Begin 2006 is het AMK vanuit de regio Rotterdam overgeheveld naar Bureau Jeugdzorg Zeeland. Voor de instroom naar AMK te Zeeland valt op dat aantal meldingen (per honderdduizend gewogen jongere) lager ligt dan het landelijke gemiddelde. Dat betekent dat in vergelijking met de andere provincies minder vaak het AMK gevraagd wordt om een advies of consult. Deze stijging zorgt niet voor een hogere doorlooptijd bij het AMK in de provincie Zeeland. Uit de cijfers (Benchmark Jeugdzorg, 2007) blijkt dat het AMK: - Meer onderzoeken afrondt dan voorafgaande perioden. - Percentage onderzoeken dat langer dan vijf werkdagen wacht op start van het onderzoek ligt fors lager dan het landelijk gemiddelde. - De doorlooptijd afneemt (zij komen daarmee onder het landelijk gemiddelde en dat houdt in dat het AMK beter presteert dan de andere regio s waaronder Flevoland en Drenthe). Wanneer het aantal meldingen wordt afgezet tegen het aantal gewogen jeugdigen en vergeleken wordt met de provincie Drenthe en Flevoland, dan valt op het Zeeland minder aanmeldingen heeft dan in de vergelijkvare provincies per honderdduizend jeugdigen. Adviesbureau Van Montfoort 15
16 (bron: Capgemini) Er is sprake van een forse toename (+31 procent) van het aantal meldingen bij het AMK. De landelijke cijfers en gegevens van vergelijkbare provincies als Flevoland en Drenthe laten zien dat het aantal meldingen per honderdduizend jeugdigen onder het landelijk gemiddelde ligt en onder de twee vergelijkbare provincies. Er lijkt dus eerder sprake van een inhaalslag waarbij aantal meldingen per honderdduizend jeugdigen zich gaat verhouden tot de landelijke gegevens Instroom bij de Toegang van Bureau Jeugdzorg Zeeland Om inzicht te krijgen in een stijgende instroom bij de Toegang van Bureau Jeugdzorg Zeeland zijn in de onderstaande grafiek de aanmeldingen voor de Toegang per de eerste halve jaar van de jaren 2005, 2006 en 2007 vergeleken. Daarbij is het jaar 2005 als uitgangswaarde gesteld (op honderd procent). De daling of stijging van het aantal aanmeldingen bij Bureau Jeugdzorg is dan daaruit af te leiden. Adviesbureau Van Montfoort 16
17 In het eerste half jaar van 2007 waren er 715 aanmeldingen bij Bureau Jeugdzorg Zeeland. Het eerste half jaar was dit aantal 558. De stijging is dan 28 procent. Wel waren er in het eerste half jaar van 2006 minder aanmeldingen dan in Hoe presteert Bureau Jeugdzorg Zeeland in vergelijking met de andere provincies? Het uitgangspunt daarbij is het aantal gewogen jeugdigen per provincie. Het aantal aanmeldingen bij Bureau Jeugdzorg ligt (iets) lager dan het landelijke gemiddelde. De provincies Utrecht, Rotterdam, Noord-Brabant en Noord-Holland scoren onder het landelijke gemiddelde. Zij hebben dus minder aanmeldingen bij Bureau Jeugdzorg per honderdduizend gewogen jeugdigen dan de andere provincies. Vergelijkbare provincies als Drenthe en Flevoland liggen met het aantal aanmeldingen iets boven het aantal aanmeldingen in Zeeland. Aantal aanmeldingen / gewogen jeugdigen Zeeland Flevoland Drenthe Het aantal aanmeldingen bij Bureau Jeugdzorg Zeeland ligt nog lager dan op grond van het landelijke gemiddelde en de vergelijkbare provincies (Flevoland en Drenthe) verwacht kan worden. De eerdere stijgingen van het aantal aanmeldingen zorgt ervoor dat de jeugdzorg in Zeeland zich beweegt richting het gemiddelde aantal aanmeldingen. 6 Overigens is de daling van de eerste helft van 2006 weer bij getrokken en ligt het totale aantal aanmeldingen over 2006 nauwelijks lager dan het aantal aanmeldingen over Adviesbureau Van Montfoort 17
18 Bij de instroom van aantal aanmeldingen valt op: Het AMW verwijst slechts in vijf procent van alle jeugdigen naar Bureau Jeugdzorg, voor alle AMW s gezamenlijk gaat het om maximaal zestig jeugdigen per jaar; Bijna één derde van alle jeugdigen (en / of ouders) neemt zelf contact op met Bureau Jeugdzorg Aantal (voorlopige) ondertoezichtstellingen Onderstaande grafiek illustreert de stijging van het aantal (voorlopige) ondertoezichtstellingen. Vanaf het tweede kwartaal van 2006 is er een sterke stijging zichtbaar in de cijfers. Deze trend zet zich voort in het derde en vierde kwartaal van 2006 en het eerste kwartaal van De stijging van het aantal (voorlopige) ondertoezichtstellingen heeft vermoedelijk te maken met het starten van het project stroomlijnen. In dit project werken het AMK, Bureau Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming en AZZ aan het verkorten van de doorlooptijden van jeugdigen waarbij er sprake is van kindermishandeling. Het eerste half jaar van 2007 waren er 128 nieuwe (voorlopige) ondertoezichtstellingen. In 2006 waren dit er 92. Dit is een stijging van 39 procent over eenzelfde periode. Wanneer de cijfers vergeleken worden met de landelijke Benchmark Jeugdzorg (2007), dan valt op dat het aantal nieuwe (voorlopige) ondertoezichtstellingen net boven het landelijk gemiddelde ligt. In vergelijking met de provincies Flevoland en Drenthe is het aantal nieuwe Adviesbureau Van Montfoort 18
19 (voorlopige) ondertoezichtstellingen lager per honderdduizend (gewogen) jongeren dan in Zeeland Aantal indicatiebesluiten In 2006 zijn er door Bureau Jeugdzorg Zeeland in totaal 1990 indicaties afgegeven. Dit zijn honderd indicatiebesluiten meer dan in Dit is exclusief indicaties voor AWBZ en de GGZ. Een indicatiebesluit wordt afgegeven aan één cliënt en kan meer dan één zorgaanspraak omvatten. Het lastige is dat aantal indicatiebesluiten niet direct te relateren is aan de instroom van nieuwe cliënten (in 2006): - Dat heeft te maken met de doorlooptijd; het duurt gemiddeld drie maanden voordat een indicatiebesluit wordt afgegeven (Rapportage wachtlijsten jeugdzorg Zeeland, 2007). Dat betekent dat instroom in het laatste kwartaal van 2006 in het voorjaar van 2007 een indicatiebesluit kan krijgen. - Wanneer de geldigheidstermijn van het indicatiebesluit verstreken is (na dertien weken), wordt opnieuw een indicatiebesluit afgegeven. In 2006 was dit bij van de 1990 indicatiebesluiten het geval. - Er is sprake van zijinstroom (in de praktijk worden dit de herindicaties genoemd). Cliënten die gebruik maken van jeugdzorg maar nog niet uitbehandeld zijn, krijgen opnieuw een indicatie. Hun recht op jeugdzorg wordt dus feitelijk verlengd. - Voor cliënten in het niet-vrijwillige kader (jeugdbescherming en jeugdreclassering) kan een indicatiebesluit worden afgegeven. Het blijkt niet uit de cijfers welk aandeel deze indicatiebesluiten hebben op het totale aantal. Om te beoordelen of de vraag naar jeugdzorg toeneemt, zou het beter zijn de eerste indicatiebesluiten per periode te vergelijken. Nu wordt een indicatiebesluit na het verstrijken van de verzilveringtermijn opnieuw afgegeven en telt deze opnieuw mee. Uit de beschikbare cijfers wordt het niet duidelijk wat het aantal eerste indicatiebesluiten in 2005 en 2006 is 8. Er worden honderd indicatiebesluiten meer genomen, maar of het per saldo daarmee gaat om méér cliënten (en dus méér vragen voor geïndiceerde zorg) is onduidelijk. De provincies gaan verschillend om met het verstrijken van (verzilverings)termijn voor de aanspraak. Een onderlinge vergelijking tussen provincies is weinig betrouwbaar verstreken van geldigheidstermijn van de aanspraak nadat de in het besluit voorziene zorg is aangevangen (artikel 6, lid 1c, Wjz) plus 142 verstrijken termijn waarbinnen de aanspraak tot gelding moet zijn gebracht (artikel 6, lid 1d, Wjz). 8 Daarover wordt wel gerapporteerd (Rapportage wachtlijsten jeugdzorg Zeeland) maar dit omvat alleen de eerste indicatiebesluiten in het vrijwillige kader. Dit zijn er 691 in Dat is dan ongeveer 70% van de instroom in 2006 zonder daarbij rekening te houden van een gemiddelde doorlooptijd van drie maanden. Dat wil zeggen dat het niet hoeft te gaan om cliënten die ook in 2006 zich aangemeld hebben, zij kunnen in 2005 zich aangemeld hebben en vervolgens in 2006 een indicatiebesluit krijgen. Adviesbureau Van Montfoort 19
20 3.1.6 Aantal en aard van de zorgaanspraken Het aantal zorgaanspraken per honderdduizend gewogen jeugdigen ligt in Zeeland op Dit ligt op het landelijke gemiddelde maar ligt lager dan de provincies Drenthe en Flevoland. Vooral Flevoland, dat ook intensieve pedagogische thuishulp heeft geïntroduceerd, valt op met 3598 aanspraken per honderdduizend jeugdigen. 1. Aantal aanmeldingen / gewogen jeugdigen 2. Aantal zorgaanspraken / gewogen jeugdigen 3. Verhouding zorgaanspraak / aanmelding Zeeland Flevoland Drenthe ,18 2,62 1,67 De aard van de vraag (zorgaanspraken) verschuift: - Het aantal indicaties voor jeugdhulp thuis (Intensieve Pedagogische Thuishulp) neemt toe. Daarentegen neemt de vraag naar jeugdhulp op de locatie van de zorgaanbieder sterkt af. - In 2007 zijn er in het eerste half jaar meer zorgaanspraken ondersteunende en activerende begeleiding geregeld via de zogenaamde persoonsgebonden budgetten. - Het aantal aanspraken op behandeling door de jeugd geestelijke gezondheidszorg is toegenomen. - Het aantal aanspraken op verblijf bij de zorgaanbieder of bij pleegzorg neemt af. Niet alle jongeren worden in de jeugdzorg in de provincie Zeeland geplaatst. Ongeveer 60 tot 70 jongeren zijn in instellingen buiten de provincie Zeeland geplaatst. Het gaat dan vooral om voorzieningen (besloten en gesloten jeugdzorg 9 ) of landelijke erkende instellingen 10. Aanbod dat niet voorhanden is in de provincie Zeeland. Elke provincie kan maximaal tien procent van het aanbod beschikbaar stellen voor de zogenaamde buitenregionale plaatsen. 3.2 Gesprekken met de (veld)deskundigen Op basis van de analyse van de cijfers zijn er interviews gehouden met vijftien (veld)deskundigen van de jeugdzorg in Zeeland. De (veld)deskundigen waren afkomstig van organisaties in het voorveld (de jeugdgezondheidszorg, algemeen maatschappelijk werk, MEE), de Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg en de aanbieders van jeugdzorg in de provincie Zeeland (AZZ en Ithaka). Daarnaast is gesproken met CO ACT en Stichting 9 Waaronder de justitiële jeugdinrichtingen 10 Onder andere de Glenn MiIls School van de Hoenderloo Groep Adviesbureau Van Montfoort 20
21 VraagKracht. Deze interviews hadden tot doel inzicht te verschaffen of er inderdaad een stijgende vraag naar jeugdzorg is en zo ja, welke oorzaken hier ter grondslag liggen Meer vraag naar jeugdzorg in de provincie Zeeland De analyse van de cijfers laten een stijging zien van de vraag naar jeugdzorg in de provincie Zeeland. De stijging is vooral zichtbaar door: meer meldingen van kindermishandeling (Adviesen Meldpunt Kindermishandeling), meer (voorlopige) ondertoezichtstellingen en meer aanmeldingen bij de Toegang van Bureau Jeugdzorg. Uit de interviews komt naar voren dat er algemene verklaringen zijn voor het stijgen van de vraag naar jeugdzorg. Daarnaast noemen de respondenten enkele specifieke verklaringen voor de provincie Zeeland. De respondenten noemen de volgende algemene verklaringen: 1. Er heeft een verandering plaatsgevonden in de sociale structuren. De sociale structuur binnen gezinnen, families of gemeenschappen waarin men zich met elkaar en diens opvoeding bemoeid, is grotendeels verdwenen. Lichte opvoedingsproblematiek verergert doordat er onvoldoende steun is vanuit de omgeving. Men ziet de opvoeding veel meer als eigen verantwoordelijkheid en spreekt elkaar hier niet meer op aan. Er vindt er minder stut en steunwerk plaats door familie, buren of vrienden. 2. Professionals zijn steeds beter opgeleid en toegerust om probleemsituaties vroeg te onderkennen; hierdoor signaleren professionals meer en beter. Door deze professionalisering neemt het aantal verwijzingen toe. Er zijn ook meer en betere instrumenten beschikbaar. Daardoor worden problemen niet alleen eerder, maar ook vaker gesignaleerd. 3. De huidige communicatiemiddelen (internet) en de aandacht voor opvoedprogramma s op televisie doen ouders eerder beseffen dat zij problemen hebben met het opvoeden van hun kind of dat hun kind afwijkend gedrag vertoont. Ouders stellen dit eerder aan de orde en willen dan ook onderzoek naar het gedrag van hun kind. De betere diagnostiek zorgt er dan weer voor dat eerder een stempeltje geplakt kan worden op het gedrag van het kind. 4. Door uitgebreid media-aandacht voor incidenten in de jeugdzorg, zoals Savannah of het Maasmeisje, proberen professionals risico s te vermijden en handelen zij eerder en sneller. Een ander effect is dat de samenleving minder tolerant is ten opzichte van opvoedingsproblemen. De sector jeugdzorg heeft ook meer aandacht voor de veiligheid van het kind. Was tien jaar geleden nog het adagium zo licht mogelijk en werd bij twijfel ouders en jeugdige een tweede of derde kans geboden in het vrijwillige kader, nu wordt sneller en eerder gegrepen naar maatregelen in het gedwongen kader. Deze maatschappelijke factoren bepalen volgens de respondenten het huidige tijdsbeeld en zorgen ervoor dat er in algemene zin sprake is van een toenemende vraag naar jeugdzorg en niet alleen geïndiceerde jeugdzorg. Adviesbureau Van Montfoort 21
22 In de provincie Zeeland speelde de veronderstelling naar aanleiding van het rapport Analyse instroom Bureau Jeugdzorg Zeeland door CO ACT. Uit het rapport zou af te leiden zijn dat er sprake is van onterechte instroom bij Bureau Jeugdzorg Zeeland. Dit is bij elk interview onderwerp van gesprek geweest of dit een specifieke verklaring was voor de toename van de vraag in Zeeland. In de gesprekken met CO ACT en Stichting VraagKracht bleek al direct dat de uitkomsten gezien moeten worden in het licht van een tekort aan preventief aanbod. De twintig procent instroom waarin in het rapport over gesproken wordt, is terechte instroom bij Bureau Jeugdzorg Zeeland op dit moment. De twintig procent had misschien niet ingestroomd bij Bureau Jeugdzorg Zeeland als in het voorveld eerder en met specifieke programma s was ingegrepen bij de gezinnen. Dit is niet gebeurd en jeugdigen worden dan verwezen met ernstige, meervoudige problemen naar Bureau Jeugdzorg. Deze veronderstelling is in de interviews bevestigd door de lokale voorzieningen, Bureau Jeugdzorg en de zorgaanbieders. Er zijn door de respondenten specifieke oorzaken voor de provincie Zeeland te noemen: 1. Het tekort aan preventief aanbod. Alle respondenten wijzen erop dat er onvoldoende preventief aanbod is. Er is de afgelopen jaren flink bezuinigd op het jeugd- en jongerenwerk in de gemeenten. Instellingen actief in het lokale veld (algemeen maatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg) voeren hun kerntaken uit, maar hebben weinig tot geen capaciteit om bijvoorbeeld licht pedagogische hulp te verlenen. De respondenten geven aan dat er te weinig financiële mogelijkheden zijn om aan preventie te doen. Interventieprogramma s die binnen de instellingen in het voorveld voorhanden zijn, worden niet ingekocht door gemeenten. Lichte interventies om lichte problematiek aan te pakken - waardoor de vraag naar zwaardere geïndiceerde jeugdzorg vermeden kan worden - kunnen niet ingezet worden door het ontbreken van dit aanbod. Instanties blijven hierdoor steken in signaleren en doorverwijzen, omdat voor de kortdurende preventieve begeleiding (maximaal vijf contacten) onvoldoende financiële ruimte is. De instellingen in het lokale veld geven daarbij aan dat de gemeenten beschikken over opvoedmiddelen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (motie Verhagen) maar dat daar tot nu toe nog geen bestemming aan is gegeven. De gemeenten wachten af. Daarbij speelt ook een rol dat de (lokale) instellingen elk vanuit hun eigenbelang zich profileren bij de gemeente met hun eigen aanbod. Dit terwijl onderlinge samenwerking zou zorgen voor een breder pakket aan opvoedingsondersteuning dat beter zal aansluiten bij de vraag van de cliënt. Het tekort aan preventief aanbod leidt ertoe dat bij minder jeugdigen en gezinnen er preventief hulp verleend wordt. De problemen verergeren en worden te ernstig en meervoudig voor het Adviesbureau Van Montfoort 22
23 voorveld, waardoor de jeugdigen en/of ouders verwezen worden naar de geïndiceerde jeugdzorg. De respondenten constateren dat voor de vijf gemeentelijke taken uit de Wet op de jeugdzorg 11 en het prestatieveld preventie en opvoedingsondersteuning van jongeren nauwelijks tot geen aandacht is binnen de gemeenten. De respondenten vermoeden dat het ontbreken van investering in preventie en het aanbod van het voorveld, te maken heeft met het niet zichtbare effect van preventie. Het rendement van preventie is op korte termijn niet meteen uit te drukken in cijfers. Daarmee blijft het resultaat in eerste instantie onzichtbaar, maar de respondenten geven aan dat goede preventie zich op de lange termijn zal zich terugbetalen in minder vraag naar geïndiceerde jeugdzorg. 2. Het vestigen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling te Zeeland De provincie Zeeland heeft op 1 januari 2006 een eigen vestiging van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling gekregen. Voorheen deed Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Rotterdam de zaken voor Zeeland. Door de verhuizing van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling van Rotterdam naar Zeeland, weten professionals het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling sneller te vinden. De drempel om te melden is lager geworden. Verder levert het ook een betere samenwerking op met andere instanties. Zo is bijvoorbeeld de samenwerking met de politie nadrukkelijk verbeterd. Ook krijgt het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling meer meldingen vanuit het ziekenhuis of de school. Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling schat in dat de vraag naar het aantal onderzoeken blijft stijgen. De landelijke verwachting is ongeveer tien procent per jaar voor de komende jaren. Dit wordt geweten aan de hierboven besproken oorzaken, maar ook aan de samenwerking met het meldpunt huiselijk geweld. Er komt steeds meer aandacht voor dit thema. De gedachte vanuit het ministerie voor Jeugd en Gezin is dat er dwingend hulp moet komen voor kinderen die getuige zijn geweest van (kinder)mishandeling en het zien van huiselijk geweld (kindspoor). De verwachting is dat hiermee een toename zal komen van het aantal meldingen. Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling te Zeeland geeft hier nog geen uitvoering aan. 3. Het bekorten van de doorlooptijden In de provincie Zeeland werken de Raad voor de Kinderbescherming, het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, Bureau Jeugdzorg (Toegang) en de zorgaanbieder (AZZ) samen in het project stroomlijnen. Dit vindt plaats onder de landelijke pilot Beter Beschermd. Doel is het bekorten van de doorlooptijden bij meldingen van kindermishandeling. Cliënten kunnen een voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS) opgelegd krijgen: een laatste waarschuwing. Er vindt 11 Het gaat om: informatie en advies, signalering, toeleiding naar het hulpaanbod, licht pedagogische hulp en coördinatie van zorg op lokaal niveau. Adviesbureau Van Montfoort 23
24 een onafhankelijke toetsing plaats door een kinderrechter. Het ingrijpen in deze gezinnen kan dan ook als terecht worden gezien. De hulp komt direct op gang (er wordt meteen een gezinsvoogd ingezet) en de zorgaanbieder had in 2007 negen trajecten Intensieve Pedagogische Thuishulp direct beschikbaar. Het project stroomlijnen is medio 2006 gestart en leidde direct tot een toename van aantal (voorlopige) ondertoezichtstellingen. De stijging van het aantal (voorlopige) ondertoezichtstellingen ligt iets hoger dan het landelijke gemiddelde volgens de respondent van de Raad voor de Kinderbescherming. Een probleem is dat door de wachtlijsten bij de geïndiceerde zorg er voor deze gezinnen niet altijd direct jeugdzorg beschikbaar is. Idealiter zou bij meer dan de negen gezinnen Intensieve Pedagogische Thuishulp ingezet moeten worden. Er zijn lange wachtlijsten. In het project stroomlijnen wordt dan ook soms naar alternatieven gezocht. 4. Andere factoren De kwaliteit van aanmelding is omhoog gegaan. Bureau Jeugdzorg Zeeland heeft vorige jaren samengewerkt met het AMW wat betreft de Toegang. Hierdoor zijn goede inzichten ontstaan wat bij het AMW hoort en wat bij Bureau Jeugdzorg Zeeland. Het selectiemoment vindt dus al eerder plaats en de aanmeldingen voor Bureau Jeugdzorg Zeeland hebben ook daadwerkelijk recht op geïndiceerde jeugdzorg Het wegwerken van wachtlijsten (in 2006) heeft weer een aanzuigende werking op de vraag naar jeugdzorg. Instellingen in het voorveld, maar ook cliënten, horen dat wachtlijsten zijn weggewerkt en melden dan weer eerder, omdat ze het vertrouwen hebben snel geholpen te worden. Respondenten geven aan dat het ook voor deze groep gaat om ernstige, meervoudige problemen die thuishoren bij de geïndiceerde jeugdzorg. Wanneer er bij lichte problematiek van de ouders gespecialiseerde gezinsverzorging (GGV) door het voorveld geadviseerd wordt en deze aanvraag wordt bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) gelegd, kijkt het Centrum Indicatiestelling Zorg of er ook een kind tot 18 jaar aanwezig is in dit gezin. Als dit zo blijkt te zijn, stelt het Centrum Indicatiestelling Zorg dat de indicatie door Bureau Jeugdzorg Zeeland afgegeven moet worden en niet door het Centrum Indicatiestelling Zorg, ondanks het feit dat de problematiek van het kind niet perse van dien aard is dat het geïndiceerde hulp behoeft Aantal indicatiebesluiten Uit de cijfers blijkt dat het aantal indicatiebesluiten genuanceerd bekeken moet worden. Er is dan wel sprake van een toename van circa honderd indicatiebesluiten in 2006 (in vergelijking Adviesbureau Van Montfoort 24
25 met 2005), maar de hoogte van de wachttijd bij de zorgaanbieder beïnvloedt direct het aantal indicatiebesluiten. Hoe komt dit? Door wachtlijsten bij de zorgaanbieder bestaat er een wachttijd voor hulp nadat er geïndiceerd is door Bureau Jeugdzorg Zeeland. Een indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg Zeeland moet binnen dertien weken verzilverd worden door de zorgaanbieder. Indien dat niet gebeurd, geeft Bureau Jeugdzorg Zeeland een nieuwe indicatie af die vervolgens weer dertien weken geldig is. Dus hoe langer de wachttijd is, hoe vaker een indicatiebesluit opnieuw moet worden vastgesteld. Van de 1990 indicatiebesluiten in 2006 zijn er 442 opnieuw vastgesteld vanwege het verstrijken van de verzilveringtermijn. Eén respondent geeft aan dat er in de vijftien provincies hier verschillend mee wordt omgegaan. Er zijn provincies die soepeler omgaan met termijnen 12. De cijfers tussen de verschillende provincies zijn hierdoor onderling nauwelijks vergelijkbaar. Het bovenstaande is een belangrijk punt waar volgens de respondenten rekening mee moet worden gehouden bij het interpreteren van de toename van het aantal indicatiebesluiten. Andere punten, die volgens de respondenten van invloed zijn op het aantal genomen indicatiebesluiten, zijn: 4. Bureau Jeugdzorg Zeeland verzorgt al enkele jaren de indicatiestelling voor de licht verstandelijke gehandicapten. Ook hiervoor geldt dat niet alle Bureaus Jeugdzorg dit uitvoeren. 5. Bureau Jeugdzorg Zeeland geeft aan dat door de lange wachtlijsten voor geïndiceerde hulp zij soms uitwijken naar andere hulpvormen welke gefinancierd worden uit de AWBZ, zoals Tien voor Toekomst van het Leger des Heils en Gespecialiseerde Thuiszorg. Deze vormen zijn bedoeld om minder zware problematiek te behandelen. De indicatie voor deze vormen verloopt via de AWBZ. De gemeenten zouden dit in moeten kopen, maar doen dit niet. Daarom wordt het nu nog via de AWBZ geïndiceerd. De vraag naar geïndiceerde hulp is dus groter dan uit de doeluitkering wordt betaald. De gespecialiseerde thuiszorg gaat naar de WMO en moet dan door gemeenten worden ingekocht. Als dit niet gebeurd (de inkoop door de gemeenten) en de indicatie via de AMBZ niet meer mogelijk is dan zou de vraag naar jeugdzorg kunnen toenemen. De gevraagde zorg wordt dan niet door zorgkantoor of gemeente betaald maar door de provincie. Dit zou oneigenlijk gebruik van de jeugdzorg zijn. Door de lange wachttijd op zorg kan problematiek verergeren, waardoor lichte problematiek uitmondt in crisisgevallen of meervoudige problematiek. Hiervoor zijn dan weer zwaardere en intensievere vormen van hulp nodig. 12 Genoemd is de termijn van dertien plus acht weken (totaal dus 21 weken). Op moment van verstrijken van de geldigheid zou er dan zicht moeten zijn op het binnen acht weken wel kunnen realiseren van de zorg. Zo niet, dan wordt er niet opnieuw een indicatiebesluit afgegeven. Adviesbureau Van Montfoort 25
26 Zoals al eerder bleek, wordt er vaak gehandeld vanuit veiligheid. Hierdoor worden kinderen soms langer in de geïndiceerde jeugdzorg gehouden dan nodig is. De indicaties worden verlengd en er worden nieuwe doelen geformuleerd. Ook hier is Bureau Jeugdzorg Zeeland zich van bewust en heeft zichzelf ten doel gesteld om kritischer naar doelen en doelrealisatie te kijken en vervolgens naar de hulp die voorliggende voorzieningen kunnen bieden, wanneer problematiek minder ernstig is geworden door interventies van de geïndiceerde zorgaanbieder. Een verhogend effect op het aantal indicatiebesluiten hebben de indicaties voor gespecialiseerde gezinsverzorging voor gezinnen met kinderen. In de situaties waarin ouders ondersteund moeten worden en er kinderen in het gezin zijn, eist het CIZ een indicatie van Bureau Jeugdzorg Zeeland. Het hoeft voor de kinderen in het gezin dan niet persé te gaan om opvoed- of opgroeiproblemen. Voor gespecialiseerde ondersteuning of activerende begeleiding van de geestelijke gezondheidszorg is nu een indicatie van Bureau Jeugdzorg vereist 13. Het gaat dan om ambulante begeleiding in de vorm van een beperkt aantal gesprekken met een psycholoog of orthopedagoog. Per jaar gaat het om circa vijftig indicatiebesluiten. Voor dit laatste punt treden er veranderingen op per 1 januari De ondersteunende of activerende gesprekken met een psycholoog of orthopedagoog worden opgenomen in het basispakket van de zorgverzekeringswet. Cliënten kunnen zich dus wenden tot (particuliere) bureaus of instellingen bij vragen over de ontwikkeling van hun kind zonder over een indicatie van Bureau Jeugdzorg te beschikken. Voor dit onderdeel zal de vraag naar jeugdzorg in 2008 dus afnemen. Het gaat daarbij om ongeveer vijftig jeugdigen per jaar. Aan de andere kant speelt een rol dat het zorgkantoor een plafond heeft gesteld aan het aantal en de hoogte van de persoonsgebonden budgetten. De respondenten zien dat deze maatregel van het zorgkantoor niet direct het aantal indicatiestellingen verhoogd, maar wel het beroep van cliënten op aanspraken binnen de jeugdzorg. Er vindt als het ware een verschuiving plaats van financiering door de AWBZ naar financiering door de provincie. En dat terwijl volgens een aantal respondenten van Bureau Jeugdzorg Zeeland de regeling voor persoonsgebonden budget de druk op de jeugdzorg verlaagt. Cliënten worden immers in staat gesteld zelf op zoek te gaan naar (particuliere) ondersteuning en hulp. Daarbij maken de cliënten onder andere gebruik van Stichting VraagKracht of Agathos. 13 Een huisarts kan bij evidente psychosociale of psychiatrische problematiek de cliënt rechtstreeks verwijzen naar de jeugd-ggz Adviesbureau Van Montfoort 26
Wat zijn de feiten rondom de jeugdzorg in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de jeugdzorg in Zeeland?
Wat zijn de feiten rondom de in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de in Zeeland?
Nadere informatieRapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004
Rapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004 Deze rapportage geeft informatie over het verloop van de wachtlijsten in het jaar 2004. De laatste peildatum van de rapportage is 1 januari 2005. Nu de rapportage
Nadere informatieJeugdzorg in Gelderland april 2009
Jeugdzorg in Gelderland april 2009 Inleiding Voor u ligt de eerste factsheet jeugdzorg 2009. De factsheet is gebaseerd op de actuele beleidsinformatie afkomstig van Bureau Jeugdzorg Gelderland (t/m vierde
Nadere informatieWelke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland?
Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland? overheden Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland? overheden zorginstellingen
Nadere informatiede jeugd is onze toekomst
de jeugd is onze toekomst vereniging van groninger gemeenten Bestuursakkoord Jeugd 2008-2012 In veel Groninger gemeenten zijn er kinderen met problemen. En daarvan krijgen er te veel op dit moment niet
Nadere informatieInzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen
Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen Informatiebijeenkomst Transitie jeugdzorg, SRA 19 juni 2011 Startfoto en kennisdeling. Het Planetarium Amsterdam Caroline Mobach Presentatie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 839 Jeugdzorg Nr. 75 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatie7 Het zorgaanbod jeugdzorg 134 7.1 Inleiding 134 7.2 Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135
Inhoud 1 Inleiding 11 1.1 Jeugdzorg en jeugdbeleid 11 1.2 Leeftijdsgrenzen 12 1.3 Ordening van jeugdzorg en jeugdbeleid 13 1.3.1 Algemeen jeugdbeleid 14 1.3.2 Specifiek gemeentelijk jeugdbeleid 14 1.3.3
Nadere informatieJeugdzorg in Brabant. Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007
Jeugdzorg in Brabant Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007 Introductie 1. Wet op de Jeugdzorg 2. Financiën 3. Bureau Jeugdzorg 4. Het zorgaanbod 5. Actuele ontwikkelingen Wet op de Jeugdzorg
Nadere informatieRapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006
Rapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006 In deze rapportage komen respectievelijk het Bureau Jeugdzorg (BJZ), het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en de geïndiceerde jeugdzorgaanbieders aan
Nadere informatieVeranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord
Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Algemeen Wat verandert er vanaf volgend jaar in de jeugdzorg? Per 1 januari 2015 wordt de gemeente in plaats van het Rijk en de provincie verantwoordelijk
Nadere informatieVersie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening
Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Inleiding Het Bureau Jeugdzorg heeft als taak om te mensen te begeleiden die problemen hebben met de opvoeding van hun kind. Mensen die zich zorgen
Nadere informatieJeugdarts en de Jeugdwet 2015
Factsheet Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedproblemen, en geestelijke
Nadere informatieBureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar
Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Hans Lomans Bestuurder BJzG 8 april 2011 2 U vindt ons Overal in Gelderland In alle regio s Zorg-en Adviesteams Centra voor Jeugd en Gezin Veiligheidshuizen
Nadere informatieJeugdzorg in Gelderland september 2011
Jeugdzorg in Gelderland september 2011 Voor u ligt het derde infoblad 2011. In dit infoblad zijn de actuele cijfers over de ontwikkelingen en prestaties in de Gelderse jeugdzorg kort weergegeven. Tevens
Nadere informatieDE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER
DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER BUREAU JEUGDZORG NOORD-HOLLAND Elk kind heeft recht op goede ontwikkelkansen en om op te groeien in een veilige omgeving. Als dit niet vanzelf gaat, wordt door het lokale veld
Nadere informatieN.B. Voor Haaglanden geldt dat de taken die in dit plaatje bij de provincie liggen de verantwoordelijkheid zijn van het stadsgewest Haaglanden.
De nieuwe Jeugdwet Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor jeugdhulp. De nieuwe Jeugdwet is er voor alle kinderen en jongeren tot 18 jaar die tijdelijk of langer durend ondersteuning nodig hebben
Nadere informatieDe 5 hoek in Amsterdam werkt samen!
Er zijn 27 Ouder- en Kindteams. 22 teams zitten in de wijken, vier teams zijn er voor het voortgezet onderwijs en één team is er speciaal voor het MBO. We werken samen vanuit een aantal functies: ouder-
Nadere informatieDe drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012
De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 Waar gaan we het over hebben? 1. Waarom decentraliseren? 2. Decentralisatie Jeugdzorg 3. Decentralisatie
Nadere informatiePedagogische civil society: Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen.
Beleidsplan Onderdeel Vrij en niet vrij toegankelijke jeugdhulp In deze memo wordt nader in gegaan op de volgende onderwerpen: A. Eenduidige definiëring typen jeugdhulp B. Definiëring welke jeugdhulp wel
Nadere informatieBetreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp
10 november 2014 Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp Geachte heer, mevrouw, Op 1 januari 2015 gaat de nieuwe Jeugdwet
Nadere informatieWelke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen
www.pwc.com Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel Inleiding Wiel Janssen Curriculum Wiel janssen: 35 jaar ervaring aan de voorkant van de Jeugdzorg
Nadere informatieFactsheet Jeugd in cijfers
Factsheet Jeugd in cijfers 2011-2012 Gemeente Gemeente Voorwoord Jeugd in cijfers biedt snel compacte en feitelijke beleidsinformatie over het huidige jeugdzorgstelsel in de provincie Noord- en binnen
Nadere informatieMedisch specialist ziekenhuis
Factsheet Medisch specialist ziekenhuis en de Jeugdhulp Almere 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en
Nadere informatieFactsheet gemeente Westland
In deze factsheet wordt ingegaan op verschillende indicatoren voor het aantal jeugdigen uit uw gemeente dat in de afgelopen jaren gebruik heeft gemaakt van ondersteuning en zorg voor jeugd. Dit wordt per
Nadere informatieCommissie Zorg, Welzijn en Cultuur
Griffie Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur Datum commissievergadering : - - DIS-stuknummer : 1576181 Behandelend ambtenaar : E. Tenneij Directie/bureau : Sociale en Culturele Ontwikkeling/ Programma Jeugd
Nadere informatieJeugdzorg in Gelderland september 2012
Jeugdzorg in Gelderland september 2012 Voor u ligt het derde infoblad 2012. In dit infoblad zijn de actuele cijfers over de ontwikkelingen en prestaties in de Gelderse jeugdzorg kort weergegeven. Tevens
Nadere informatieAdvies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams
Vangnet 0-99 Onafhankelijke regie Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Sociaal medische contractering Jeugd Organisatie wijkteams Lokaal beeld van de transities Wilt u wijkgericht
Nadere informatieToetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis
Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis Utrecht, juli 2016 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Schedeldoekshaven
Nadere informatieQ&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis
Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Informatie voor professionals die werken volgens de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 1. In welke stap van de meldcode neem ik contact op met Veilig
Nadere informatieSamenwerking JGZ - Jeugdzorg
Samenwerking JGZ - Jeugdzorg Marian van Leeuwen 19 november 2012 Doelen JGZ (bron NCJ) 1. preventieve gezondheidszorg bieden aan alle kinderen in Nederland van 0-19 jaar. 2. De lichamelijke, psychische,
Nadere informatieJeugdbescherming in Nederland
Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Mr. drs. Bart de Jong Adviseur Van Montfoort 2 Stelselwijziging Jeugd Wat is Jeugdbescherming? Proces/Actoren Doelgroep en problematiek Maatregelen
Nadere informatieVereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh wim.hoddenbagh@vng.nl
Datum 27 oktober 2010 Onderwerp Feiten en cijfers transitie jeugdzorg Telefoonnummer 070-3738602 Feiten en cijfers transitie jeugdzorg Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim
Nadere informatieCliëntgegevens. Aan de leden van de Provinciale Staten. Nr.: /51/A.31, W Groningen, 16 december 2004
Aan de leden van de Provinciale Staten Nr.: 2004-27.328/51/A.31, W Groningen, 16 december 2004 Behandeld door : K.C. Sikkema Telefoonnummer : (050) 316 4299 Bijlagen : 3 Onderwerp : Derde Kwartaalrapportage
Nadere informatieAntwoorden op kamervragen van het Kamerlid Lambrechts over de opvang van jongeren in particuliere en niet erkende opvanghuizen.
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Lambrechts over de opvang van jongeren in particuliere en niet erkende opvanghuizen.(2030419290) 1 Heeft u kennisgenomen van de t.v.-uitzending waarin de opvang
Nadere informatieSTEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG
STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG ONZE MISSIE EN VISIE ONZE INZET Onze missie Wij beschermen in hun ontwikkeling bedreigde kinderen en zorgen ervoor dat zij de juiste zorg krijgen. Onze visie Wij komen in
Nadere informatieKWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland e kwartaal versie 13/3/15
KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland 2014 4e kwartaal versie 13/3/15 1 Inleiding Dit is de laatste Kwartaalinformatie jeugdzorg. De Kwartaalinformatie was de monitor van de provinciale jeugdzorg.
Nadere informatieERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE
ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:
Nadere informatieJeugdzorg verandert. Decentralisatie +
Jeugdzorg verandert Decentralisatie + Wet op de jeugdzorg 2009-2012 Evaluatie transitie van de jeugdzorg Doel nieuwe wet Realiseren van inhoudelijke en organisatorische verandering in de jeugdzorg Terugdringen
Nadere informatieTransitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur
Transitie Jeugdzorg Door José Vianen; Adviseur relevante thema s 1. Transitie jeugdzorg 2. Wat beogen we? 3. Kansen van de transitie 4. Concept wettekst 5. Richtlijnen en planning 1 Aanleiding van de transitie:
Nadere informatieZorg voor jeugdigen in Nederland
DE JEUGD HEEFT DE TOEKOMST Zorg voor jeugdigen in Nederland Presentatie Vlaams-Nederlands Huis deburen, Directie Curatieve Zorg, 14 november 2006 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 1 ALGEMENE
Nadere informatieIk krijg ondersteuning bij de opvoeding en zorg voor mijn kind. Wat verandert er in 2015?
Ik krijg ondersteuning bij de opvoeding en zorg voor mijn kind Wat verandert er in 2015? Meestal kunt u op eigen kracht of met hulp van familie, vrienden of buren uw leven prima organiseren. Maar soms
Nadere informatieAWBZ en Wlz: een vergelijking
Trends in de indicatiestelling AWBZ en Wlz: een vergelijking Inleiding In deze factsheet presenteren we de meest opvallende trends in de indicatiebesluiten en in de aanspraak op zorg bij cliënten van 18
Nadere informatieDefence for Children over de wetsevaluatie Wet op de jeugdzorg
Defence for Children over de wetsevaluatie Wet op de jeugdzorg Jeugdzorg nog onvoldoende Defence for Children heeft met zorg kennisgenomen van de evaluatie op de Wet op de Jeugdzorg. In oktober 2009 heeft
Nadere informatieKinderen moeten gezond, veilig en met plezier kunnen opgroeien. Het liefst in een gezin. SAMEN ZORGEN VOOR DE JEUGD OP BONAIRE
Kinderen moeten gezond, veilig en met plezier kunnen opgroeien. Het liefst in een gezin. SAMEN ZORGEN VOOR DE JEUGD OP BONAIRE WAT IS ONS GEZAMENLIJKE DOEL Ouders zijn primair verantwoordelijk voor het
Nadere informatieAFSPRAKENKADER MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN EN IPO OVER DE AANPAK EN DE FINANCIERING VAN DE JEUGDZORG IN 2010 EN 2011
AFSPRAKENKADER MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN EN IPO OVER DE AANPAK EN DE FINANCIERING VAN DE JEUGDZORG IN 2010 EN 2011 Den Haag, 11 november 2009 Een trendbreuk in de jeugdzorg De vraag naar jeugdzorg groeit
Nadere informatiePagina 1 van 5. Onderwerp Nota van Inlichtingen Tijdelijk beschermd wonen LVB 18+ Datum 23 augustus 2018
Onderwerp Nota van Inlichtingen Tijdelijk beschermd wonen LVB 18+ Datum 23 augustus 2018 Vraag en antwoord inkoop Tijdelijk Beschermd Wonen LVB 18+ ISD Bollenstreek-Gemeente Katwijk Vragen Antwoord Algemeen
Nadere informatieStelselherziening Jeugdzorg. Platform Middelgrote Gemeenten
Stelselherziening Jeugdzorg Standpunten van het Platform Middelgrote Gemeenten 12 april 2011 I. Aanleiding Een belangrijk onderdeel van het bestuursakkoord tussen Rijk en gemeenten is de stelselherziening
Nadere informatieWeten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.
Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen. Vanaf 1 januari 2015 zijn wij als gemeente verantwoordelijk voor de jeugdhulp in Hendrik-Ido- Ambacht.
Nadere informatie1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp.
17 misverstanden over de Wet langdurige zorg (Wlz) Per 1 januari 2015 komt de Wet langdurige zorg (Wlz) in de plaats van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De Wlz is van toepassing op cliënten
Nadere informatieRisicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008
Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Inleiding De veiligheid van het kind is een van de belangrijkste
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 977 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het opnemen van een gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdketen Nr. 9 DERDE
Nadere informatieReactie op advies Platform Samenleving IJsselstein op ceo Jeugd over zaaknummer augustus 2018 blad 1 van D.A.
Gemeente IJsselstein postadres Postbus 26, 3400 AA IJsselstein bezoekadres Overtoom 1 3401 BK IJsselstein Platform Samenleving IJsselstein t 14 030 f 030 6884350 e info@ijsselstein.nl betreft uw kenmerk
Nadere informatieVragen en Antwoorden voor huidige cliënten jeugdhulp
Vragen en Antwoorden voor huidige cliënten jeugdhulp Na 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdhulp. Op dit moment wordt hard gewerkt om ervoor te zorgen dat deze overgang goed
Nadere informatieONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT
2008009130 HOLLAND IJ is ' AANDACHT ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT bij Problemen rond OPGROEIEN EN OPVOEDING NOORD-HOLLAHO BUREAU JEUGDZORG HEEFT 5 SECTOREN Lokaal Jeugdbeleid Jeugdhulpverlening Advies-
Nadere informatieDatum 12 maart 2012 Onderwerp antwoorden op de vragen van lid Kooiman (SP) over de financiering van Multi Systeem Therapie
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den
Nadere informatieVragen en antwoorden over het Persoonsgebonden budget (PGB) jeugdhulp, Inhoudsopgave
Vragen en antwoorden over het Persoonsgebonden budget (PGB) jeugdhulp, Inhoudsopgave 1. Wijzigingen per 1 januari 2015 algemeen 2. Meest gestelde vragen van mensen die vóór 2015 een PGB hadden 3. PGB:
Nadere informatieVragen en antwoorden over het Persoonsgebonden budget (PGB) jeugdhulp, Inhoudsopgave
Vragen en antwoorden over het Persoonsgebonden budget (PGB) jeugdhulp, Inhoudsopgave 1. Wijzigingen per 1 januari 2015 Algemeen 2. Meest gestelde vragen van mensen die nu een PGB hebben 3. PGB trekkingsrecht
Nadere informatieKWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland 2011 2e kwartaal versie 16/09/11 1 Inleiding De Kwartaal inform atle Is de monitor voor de uitvoering van het provinciale beleid voor de geïndiceerde jeugdzorg
Nadere informatieAnalyse van de samenwerking tussen BJAA en Vangnet Jeugd
Analyse van de samenwerking tussen BJAA en Vangnet Jeugd Inspectie jeugdzorg, november 2006 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Inleiding... 5 Wat is Vangnet Jeugd... 7 De onderlinge samenwerking volgens
Nadere informatieBETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT
Bijlage 4 BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT Voor een deel van de verantwoording voor het eerste halfjaar van 2016 is gebruik gemaakt van de ZelfRedzaamheid Matrix. Hieronder
Nadere informatieOns kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DJB/JZ juni 2007
Programmaministerie voor Jeugd en Gezin De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag 20 juni 2007 Onderwerp
Nadere informatieVersie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming
Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming Inleiding Vanaf 1 januari 2005 zijn de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) een onderdeel
Nadere informatieJeugdzorg naar gemeenten
Jeugdzorg naar gemeenten Wat is jeugdzorg en wat komt naar u toe? Tom van Yperen Nederlands Jeugdinstituut Universiteit Utrecht VNG Regioconferenties, mei 2011 t.vanyperen@nji.nl 2 e lijn 1 e lijn 0 e
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 606 Jeugdzorg 2003 2006 Nr. 24 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Nadere informatieDatum 16 augustus 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Kooiman over het bericht dat de Raad voor de Kinderbescherming 130 tijdelijke mensen aanneemt.
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieJeugdhulp in Nissewaard
Jeugdhulp in Nissewaard Projectleider decentralisatie jeugdhulp Angela van den Berg Regisseur jeugd en gezin JOT kernen Jolanda Combrink Inhoud 1. Wat verandert er? 2. Beleidskaders 3. Jeugdhulpplicht
Nadere informatieLijst van vragen - totaal
Lijst van vragen - totaal Kamerstuknummer : 33149-30 Vragen aan Commissie : Regering : Volksgezondheid, Welzijn en Sport 33 149 Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld------------------
Nadere informatieJeugdzorg naar gemeente: agenda voor inhoudelijke vernieuwing
Jeugdzorg naar gemeente: agenda voor inhoudelijke vernieuwing Tom van Yperen Nederlands Jeugdinstituut 18 januari 2012 te Den Bosch t.vanyperen@nji.nl / s.vanhaaren@nji.nl Waarom de stelselwijziging? 1.
Nadere informatierekenkamer Centrale onderzoeksvraag Aan Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland 19 mei /GM/067
rekenkamer Aan Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland Datum Bijlage Uw kenmerk Ons kenmerk 19 mei 2011 201 1/GM/067 Onderwerp Aankondiging onderzoek (On)verantwoord wachten op jeugdzorg Geachte
Nadere informatieZorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg
Zorgen voor het bedreigde kind Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, november 2006 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting...
Nadere informatieKwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland
Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland 1 Inspectie Jeugdzorg Utrecht, oktober 2015 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg
Nadere informatieGedeputeerde Staten. 2012 HK Haarlem. Betreft: beleidsinformatie jeugdzorg. Geachte leden,
POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Provinciale Staten van Noord-Holland door tussenkomst van de Statengriffier, mr. J.J.M. Vrijburg Florapark 6, kamer L-104 2012 HK Haarlem Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 60365 25 oktober 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 17 oktober 2017, kenmerk
Nadere informatieHeel het Kind Samenvatting van de concept kadernota
Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota 2 Samenvatting van de concept kadernota - Heel het Kind Heel het Kind Op 18 februari 2014 heeft de Eerste Kamer de nieuwe Jeugdwet aangenomen. Daarmee
Nadere informatieALGEMEEN WMO VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP
VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP Vanaf 2015 krijgt de gemeente er zorgtaken bij. Een deel van de zorg die nu via het zorgkantoor vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) loopt, gaat
Nadere informatieTransitie Jeugdzorg. Presentatie PMA Donderdag 24 november Monique te Wierik Beleidsadviseur Gemeente Apeldoorn
Transitie Jeugdzorg Presentatie PMA Donderdag 24 november 2011 Monique te Wierik Beleidsadviseur Gemeente Apeldoorn Waarom transitie Jeugdzorg? Het stoppen van voortdurende groei in de jeugdzorg (8% per
Nadere informatieDe kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1
De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1 Utrecht, november 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de
Nadere informatieFactsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo):
Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo): Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ): Collectieve Volksverzekering voor ziektekostenrisico s, waarvoor je je niet individueel kunt
Nadere informatieEen kinderbeschermingsmaatregel?
Een kinderbeschermingsmaatregel? Stand van zaken naar aanleiding van het vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming bij de besluiten over een kinderbeschermingsmaatregel
Nadere informatieeven Als kinderen en ouders geen raad meer weten
even Als kinderen en ouders geen raad meer weten Het ene kind is het andere niet. En de ene ouder is de andere niet. In Nederland groeien de meeste kinderen gelukkig op en hebben een veilig thuis. Voor
Nadere informatieAanmelden Singelzicht
Aanmelden Singelzicht Om jouw cliënt aan te melden voor een 24-uurszorgtraject binnen Singelzicht, kan je het aanmeldformulier invullen. Stuur daar waar mogelijk, zo veel mogelijk relevante informatie
Nadere informatieVervolgonderzoek 2013 naar de reden van wachten van Zuid-Hollandse cliënten
Oinici zock naar dc ivdcn van wachicii Vervolgonderzoek 2013 naar de reden van wachten van Zuid-Hollandse Aanleiding In 2009 is er veel geïnvesteerd om de wachtlijst geïndiceerde jeugdzorg in de provincie
Nadere informatieZo werkt Bureau Jeugdzorg Flevoland
Opvoedproblemen? Zo werkt Bureau Jeugdzorg Flevoland Informatie voor ouders en verzorgers Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige
Nadere informatie27 januari 2004 Nr , W Nummer 2/2004
27 januari 2004 Nr. 2003-23.286, W Nummer 2/2004 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van het Beleidskader jeugdzorg 2004-2007 en het Uitvoeringsprogramma
Nadere informatieTransitie Jeugdzorg. Van zorgen voor naar zorgen dat. Informatiebijeenkomst voor raadsleden Elburg 7 mei 2012
Transitie Jeugdzorg Van zorgen voor naar zorgen dat Informatiebijeenkomst voor raadsleden Elburg 7 mei 2012 Doel decentralisatie Één financieringssysteem voor het gehele jeugdbeleid: preventief, ambulant
Nadere informatieWethouder Johan Coes Gemeente Hellendoorn. Wethouder Jan Binnenmars Gemeente Twenterand. Wethouder Dianne Span Gemeente Wierden
INLEIDING: Veel bijeenkomsten bezocht en meegedacht die gaan over de transitie. Inschrijven en verkrijgen van een raamovereenkomst met de 14 Twentse gemeenten De planning voor 2015 maken tot zover de indicatie
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieVereniging Gehandicapten Nederland T.a.v. de heer drs. H.G. Ouwerkerk Postbus 413 3500 AK UTRECHT. Indicatiestelling licht verstandelijk gehandicapten
Vereniging Gehandicapten Nederland T.a.v. de heer drs. H.G. Ouwerkerk Postbus 413 3500 AK UTRECHT Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag H.J.F.M. Coppens 070 3405235 Onderwerp Bijlage(n)
Nadere informatieVerbeterprogramma Jeugd Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs. Themaraad Gemeente Heerde, 2 juni 2014 Rob van de Zande
Verbeterprogramma Jeugd Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs Themaraad Gemeente Heerde, 2 juni 2014 Rob van de Zande Onderwerpen Cijfers Beleidsnota Inkoop Budget Vervolgproces Nieuwe taken: 5+5 1.
Nadere informatieOver welke taken jeugdzorg gaat het? Jeugdzorg Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Jeugd GGZ Zorg aan licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen
Transitie Jeugdzorg Inhoud Waar gaat het over? Over welke taken jeugdzorg gaat het? Waarom een transitie? Om welke cliënten gaat het? Wie zijn betrokken? Wanneer vindt de transitie plaats? Financiële aspecten
Nadere informatieFluchskrift Jeugdbescherming: minder als het kan, meer als het moet! 06 2016
Fluchskrift Jeugdbescherming: minder als het kan, meer als het moet! 06 2016 Aanleiding Eerder bracht het Fries Sociaal Planbureau (FSP) een rapport uit over het gebruik van jeugdhulp in Fryslân. Deze
Nadere informatieBijlage Informatiedocument. Beschermd Wonen Brabant Noordoost-oost
Bijlage Informatiedocument Brabant Noordoost-oost 1 Inleiding: Vanaf 1 januari 2015 zal de huidige langdurige intramurale Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) niet langer meer onderdeel zijn van de AWBZ.
Nadere informatieFactsheet pedagogische hulp in Haaglanden 2013: welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid?
Factsheet pedagogische hulp in Haaglanden 2013: welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid? Inleiding Met de invoering van de nieuwe Jeugdwet in 2015 is er veel veranderd in het jeugdbeleid van gemeenten.
Nadere informatieWegwijzer naar de AWBZ
Wegwijzer naar de AWBZ Kinderen met een psychiatrische stoornis hebben soms veel zorg nodig. Als dat bij uw kind het geval is, dan kunt u gebruikmaken van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Deze
Nadere informatieVervolgonderzoek AMK Utrecht
Vervolgonderzoek AMK Utrecht Inspectie jeugdzorg februari 2007 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1... 7 1.1 Aanleiding... 7 1.2 Centrale onderzoeksvraag... 7 1.3 Toetsingskader...
Nadere informatieOm het kind. Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ OCW. Justitie J&G. Provincie. Gemeenten. Gemeentefonds VWS.
Om het kind Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ 19-11-2012. OCW Aanval op de uitval, RMC, plusvoorziening: 320 mln Onderwijsachterstanden-beleid (incl VVE): 249 mln SO, VSO, rugzakjes, praktijk
Nadere informatieDe kwaliteit van Veilig Thuis Utrecht Stap 1
De kwaliteit van Veilig Thuis Utrecht Stap 1 Utrecht, oktober 2015 1 Inspectie Jeugdzorg Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de Gezondheidszorg
Nadere informatiePersoonlijke verzorging in de Wmo
Persoonlijke verzorging in de Wmo Notitie d.d. 18 maart 2015 1. Inleiding In 2014 is er lange tijd onzekerheid geweest voor welke taken op het gebied van persoonlijke verzorging gemeenten verantwoordelijk
Nadere informatie