ONDERWYS; Onder Commando van den Hoog-Edel Geftri Heer Schout by Nacht,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ONDERWYS; Onder Commando van den Hoog-Edel Geftri Heer Schout by Nacht,"

Transcriptie

1

2

3 Z A A K E L Y K E N G R O N D I G ONDERWYS; OM M E T E E N SCHIP VAN T E M A N O E U V R E E R E N, OORLOG VOOR DE HEEREN ADELBORSTEN OP 'S LANDS SCHIP DEN ADMIRAAL GENERAAL. Onder Commando van den Hoog-Edel Geftri Heer Schout by Nacht, J. H. V A N KINSBERGEN. Te AMSTERDAM, By GERARD HULST VAN K E U L E N, Boek- en Zeekaartverkooper, Compas-, Sextant-, Oftant-, Quadrant-, Graadboog- en Mathematifche Inftrumentmaaker. Met Privilegie.

4

5 c 3 9 INLEIDING. Het kan zekerlyk voor jonge Lieden, welke zich aan een of andere Weetenfchap of Beroep overgeven, niet dan van een groot aanbelang zyn, wanneer zy, behalven het mondelinge onderwys, ook noch fchriftelyke Lesfen voor zich hebben. Tot het eerfte alleenlyk uuren of dagen vastgefteld zynde, kunnen zy den overigen tydinsgelyks met vrucht aanwenden, door het beftudeeren van een gedrukte Vertoog, by het welke hunne Weetenfchap of Beroep het onderwerp is. Deze waarheden, naauwkeurig overwegende, hebben my aangezet de 'volgende Manoeuvres, gefchikt, voor de Adelborften van den Admiraal Generaal tot eene handleiding het licht te doen zien. A i Ik

6 C 4 ) Ik zal de moeite, hiertoe hefteed, ten vollen beloond reekenen, wanneer ik zie, dat zy door het vlytige beftudeeren van deeze Lesfen om met eenschip behoorlyk te manosuvreeren, aan dat goede oogmerk beantwoorden, waarmede ik dezelve nebbe in het licht gegeven. EER-

7 C 5 ) GRONDIG ONDERWYS} OM MET ESN SCHIP VAN OORLOG TE MANOEVREEREN. EERSTE MANOEUVRE Een Schip ten Anker leggende, bet Tuy- Anker te ligtten. lp\t gèreegeldfte wyze, op welke men zulks ter uitvoer brengt, is deze. Men laat eerst de Cabellaaring vóór het Tuytouw naaijen, alvorens de Boomen in het Spil geftooken zyn s en alles gereed gemaakt is, om van het daagftouw te kunnen fteeken, én alsdan de Cabellaaring op het Tuytouw feisfen vóór de Fokkemast, om dat dit Touw met twee ronde flagen op de Mast zit; vervolgens het end ftyf agteruit gehaald zynde, 1 zyn 'ér drie óf vier floppers opgezet. Wanneer het Tuytouw op die wyze opgefeist i*, festt Wen aart het Spil draaijen, en m ma- A 1 te

8 ( 6 ) te hiervan ingewonden word, \moet 'er van 't Daagstouw geftooken worden, zoo lange, tot dat men met het voorfchip boven het Anker is gekomen. Alsdan houd men aan met het Daagstouw tc fteeken, Geduurende het fteeken moeten 'er altyd twee of drie Stoppers gereed gehouden worden, één tusfehen en twee agter de 'Beeting, ten einde tc kunnen floppen, zo dra men zulks goedvind. Het Anker met de Stok bovenwater komende, laat men het Spil flaan en het Pal inzetten, om het des te gemakkelyker te kunnen floppen, en om dat 'er dan niets van opgaat : want, indien 'er te veel van opgaat, koomt de Stok weder onder water kunnende gevolglyk de Kat niet in de Ring van 't Anker gehoekt worden. Men laat ook altyd, zo dra het Anker voor de Kluis is, twee floppers op 't blote Touw zetten. - Wanneer de Kat ingehoekt en flyf gehaald is geworden, laat men van' 't Touw fteeken, om het Anker voor. de Kraan te krygen. Vervolgens fteekt men het end van de Portuurlyn van buiten na binnen door de Ring van het Anker, en legt

9 ( 7 ) legt hetzelve met een ronde flag om de Polder van de Kraanbalk, gelykmede een flag of drie om het aldernaafte Kruishout met een biiidfel 'er op. - Het Anker dus gekat zynde, laat men 't zelve kippen: dit gefchied met het Zytaakel of Zygein, hetwelk aan de binnenkant agter het blad van het Anker gehoekt en daarmede 1 opgeheesfen word, tot dat de punt van' het Anker tot omtrent ter hoogte van de Fokkerust koomt. Hierop {leekt men 't end van de Rustlyn aan de agterksnt van binnen na buiten onder om de fchacht van 't Anker, brengt hetzelve weder na boven en legt het om een Kruishout met een Bindlel 'er op: zoo doende komen de twee panten aan de agtërkant van het hovende blad van 't Anker te leggen. - By het katten van 't Anker, als men het Touw fleekt, worden eerst de twee floppers - of houte -Bek, wat 'tf "opgezet geweest is, van "t Touw afgenomen f aleer Öierï de Cabellaaring a'ffeist. r Öe reeden,- waarom deze floppers opllaan, is, byaldien de Cabellaaring by geval mogt breeken, of hef Touw door A 4 de

10 C 8 ) de Seisfifigs heen flippen, dat hetzelve als dan noch voor die floppers zoude optornen. i In de tusfchentyd dat het ïuyanker gekat word, laat men de Cabellaaring voor 't Daagstouw naaijen, en het Touw van de Beeting neemen, na alvorens een Stopper of drie voor de Beeting te hebben opgezet. By het fteeken van een Touw moet men hetzelve, indien 'er een ftyve koelte waayd, altyd om de Beeting laten leggen, ten einde, als 't nodig is, het gemakkelyker en fchielyker te kunnen floppen; hetwelk men echter, als het niet Beeting legt, by een ftyve koelte niet kan doen. Op deze wyze fleekt men wel als het ftil en mooy weer is, om de gemakkelykheid in 't opnaaien en uitfteeken te bevorderen. Zo dra nu het Touw van de Beeting genomen is, begint men de Cabellaaring op te feisfen van vooren af tot aan het Voorfpil toe. Vervolgens laat men de Cabellaaring ftyf winden en de floppers voor de Beeting afnemen, waarna het Touw ingewonden word. Het Daagstouw word om laag aan Bakboord opge-

11 1 C 9 ) geichooren, en het Tuy aan ftiuirboord op het Plegttouw. De twee laa:ite worden met de Son, en het eerfte tegen de Son opgefchooten. Men begint het Touw, zo veel 'er namentlyk van inkoomt, allengs aftefeisfen,- wordende dit gedeelte wederom in de Pisbak opge-.feist. Men kan het Tuy niet op dezelfde manier opfeisfen, als het Daagstouw, dewyl het om de Fokkemast zit, moetende hetzelve vóór die Mast opgefeist worden : dan na mate het Touw in gewonden word, en de Bogt, welke om de Mast zit, ftyf begint te koomen, moet men hetzelve affeisfen, tot dat de Bogz om laag is; handelende men voor't overige als met het opfeisfen van "t Daagstouw. Wanneer men onder het Anker winden het Touw Beeting legt, rnoït men op dezelve manier opfeisfen als omtrent het Tuytouw : kortende men gemeenlyk van het daags in tot op een half of driekwart touw, en legt het alsdan weder Bceting. Wat het Tuy aanbelangt. hetzelve word op één kwarttouw Beeting ge'legt, om reeden : A 5

12 ( io ) - Eerfielyk als men zomtyds door verandering van weer en win 1 in eene Engte ten Anker moet gaan, daar weinig ruimte is. Ten, tweeden, wanneer men op eene ondiepe plaatfe gaat leggen. Want, byaldien men zich in dit geval van her ï)aagstouw bedient, zal men om het groo* te Bot, daar het op Beeting legt,en door de uitgeftrekte draay, welke dan natuur- 3yk het Schip maakt, op de een of andere wal of grond raaken; daar het Tuy echter niet alleen een kleiner draay veroorfaakt, maar ook met het onderzeilgaan het gemak aanbrengt, dat men het Schip over de een of andere kant kan doen vallen. En ten derden, indien men genoodzaakt is een Touw te moeten kappen, dat men zulks beeter doen kan, als wanneer men voor eene groote Bogt legt: dan hoi nader aan 't Anker, hoe fpocdigcr men onder zeil kan koomen. TWEE

13 C i i ) TWEEDE MANOEUVRE. Om met een Schip onder Zeil te- gaan- en kort het Daagstouw zoo verre M in, dat hetzelve ftagswyze ftaat. Voorts laat men de Marszeils, het Kruiszeil, Fok, Voorftenge,Stagzeil en Kluiver losmaaken en uithaalen, gelyk mede de Marszeils fchooten voorhaalen en dezelve met mooy wter opzetten. By voorbeeld, wanneer het Schip op de Wind legt, en men voornemens is hetzelve over ftuurboord te doen vallen, laat men de agterzeilen ftuurboord aan, en het Voormarszeil Bakboord aan brasfen : wordende vervolgens het Spil gedraayt. Zo dra het Anker volkomen gelicht is, leid men de Roerpen na Stuurboords zyde, dewyl het Schip alsdan aanvangt, agteruit te lopen. In 't afvallen van 't Schip, en wanneer de Zeilen vol beginnen te komen,

14 ( a ) men, laat men voor afbrasfen. Dog, indien hetzelve niet ras genoeg afvalt, moet men de Kluivers en het Stagzeil byzetten, en, in teegendeel te veel afvallende, haald men de Bezaan uit, en dé Kluiver en Stagzeil, als zy byftaan, neer. Men moet wel opletten dat, als 't Anker niet behoorlyk vóór is en men aflaat brasfen, het Schip niet te veel vaart ïoopt, wyl het Anker dan onder het Schip doordroomt, en zoodoende ongemakkelyker vak, hetzelve voor de Kluis te winden. Indien men genoeg ruimte heeft, laat men zo lang tegenbrasfen, tot dat het Anker gekat is: wordende dit op dezelve voet verricht, gelyk met het Tuyanker. Zo dra het Schip genoeg is afgevallen, legt men 't Roer midden Scheeps, en vervolgens vooruit lopende, legt men 't zelve te Loefwaard of aan Ley, na dat men Cours wil dellen. Wanneer men echter het Schip over Bakboord wil doen af vallen, laat men de Zeilen vóór Stuurboord aan, en agter Bakboord aan brasfen, en by het agteruitgaan word de Roerpen aan Bakboord gelegt. Voor hét ove*

15 ( 13 ) overige werkt men op dezelve wyze als boven gezegt is, behalven dat men hier Stuurboord voor Bakboord neemt. DERDE MANOEUVRE. Een Marszeil te reeven, Alvorens men eenig Volk by de Loef. marsfe brasfen geplaatst heeft, om dezelve optehaalen, worden de Marsfeboellyns en Mager man losgegooyd, en de Loefmarsfe brasfen opgehaald, ten einda de Raa tot het ftryken der Marszeils vry van 't Leywand koomt. Inmiddels laat men het Volk, hetwelk op de Marsferaas behoord naar boven loopen, waarop de Marszeils geftreeken worden. De Raas haald men omtrent vierkant zoo, dat het Z^il een weinig levendig tegen legt. De Riftaalies laat men zo veel ephaalen, als nodig is, em een of twee Ree-

16 ( H ) lleeven inteneemen. Indien het Zed te vol ftaat, hebben de Riftaalies te veel te lyden, en men kan het Rif ook niet gemakkelyk opvatten; het welk ook plaats heeft als het Zeil te veel tegen legd. De Léymarsfe brasfen worden tot fteun van de Raa een weinig ftyf gezet. Het Volk op de Raas leggende, begint eerst met het Rif optevatten en na de Loefzyde uittehaalen ; en zo dra de Steekbouten te Loefwaard vast zyn, naald men het Zeil na Ley uit, terwyl het Rif weder van de Raa afgegooyd, en vervolgens het Zeil met kleine Broekings opgevat word,tot dat men het Rif krygt, laatende men alsdan de Seisfings knoopen. Men moet echter vooral in 't oog houden, dat de Seisfings evengelyk geknoopt en niet de eene voor- en de andere na agter uitgehaald worden, dewyl men anders het Zeil van de Broekings tusfchea de Riffeisfings door kan zien, en de andere Reeven 'er niet goed in kan krygen. Ook moet men wel toezien, dat het ftaande Lyk tusfchen de Leuvers genoeg opgebrooken word. Het Reeven gc-

17 ( i$ ) geëindigt zynde, doet men het Vulk uit de Marsfen komen, plaatst het zelve aan de Marsfe vallen, gooid den Leybras los en vierd de Loefmarsfebras, na mate de Marfevallen opgehcesfen worden, A af..onder het heisfen haald men fomtyds de loos van de Marsfeboeliyn, Magerman en de Leimarsfebras door, om het Zeil een weinig levendig te krygen, en om dat het heisfen ook gemakkelykcr valt. Wanneer het Marsfeval hoog genoeg is, haald men de Marsfeboeliyn en Magerman uit, altyd in 't oog houdende, dat, hoe vlakker een'zeil ftaat, hoe meer dienst het doet. De Raas moeten zoo veel doenlyks, evenwydig aan elkander geplaatst worden, eerftelyk om dat ze als. dan door een gelyke beweging minder lyden, en ten tweeden, om dat de Wind beter in de Zeilen vallende, ook meer voordeel aanbrengt. By het heisfen van een Marszeil moet men als 't aan Ley traande Lyk Van 't zelve ftyf begint te liaan, het Val laten vast maaken. Met zwaar ftampen dienen de Marszeils niet te %f geheesfen te worden. VIER-

18 ( itf ) VIERDE MANOEUVRE. Het laatjle Rif in een Marszeil te nemen. Terwyl men alles gereed heeft doen maaken,gelyk in 't derde Manoeuvre gezegd is, de Marszeils geftreeken en de Raas opgehaald zyn, vierd men de Loefwaardfchoot wat by, om de Riftaalie voor te haaien. Voorts haald men de zelve, alvoorens de fchoot by gevierd is, insgelyks aan Ley vóór en deley-riftaalie kan ook voorgehaald worden, zonder dat de fchoot bygevierd word, als men namentlyk, indien geene Onderzeilen byftaan, de groote en Fokkebras wa? iaat fpringen, Wanneer nu het Rif ingenoomen is s haald men eerst de Leymarsfchoot weeder voor, en dan die te Loefwaard, wam de Loefi'choot het eerst voorhalende, kan men die aan Ley zo ligt niet voor krygen. By-

19 C W ) By aldicn mén Ruimfchoots of v\ïor ét Wind zeild, en men wil dan het laatfte Rif in de Marszeils neemert, is tot dat eindé de befte en gemakkelykfte manier, het Zeil optegeijen,om dat, als de Schoo.- ten bygevierd worden, het Zeil altoos blyft vol ftaan, en de Riftaalies niet dan met veel moeite en gevaar van breeken kunnei-tvoor (gehaald worden. Dog de Wind niet al te agterlyk inkomende, zoude men de Brasfen van de onder en Marsfe-Raas, aan de zyde daar het Schip de wind ontfangt, wat kunnen door haaien, en zo verre laaten brasfen dat het Zeil eenigzints levendig kwam te ftaan. V002 't overige 3 zoude men omtrent het by vieren der Schooten kunnen handelen, gelyk boven gezegt is. Als men het Marszeil wil opgeijen en'er het Rif inneemen, geyd nien hetzelve eerst aan Ley en dail ten Loefwaard. De Boellyn word om 't flaan van 't Zeil te beletten, niet los gegooid, maar bygeviert. Zo dra het Mars. zeil opgegeyd is, vierd men de Dempgording weder af, om de Riftaalie voor Ée haaien, namentlyk eerst te Loefwaard ^ en

20 C 18 ) en dan aan Ley. Voorts word de L»yfchoot en dan de Locffchoot voorgehaald en het Zeil opgeheesfen. Met eene ftyve koelte van de Wind zeilende, moet men altyd het Marszeil doen geijen,, dewyl anders door het bree-^ ken eener Marsfebras veel Volk ongelukkiglyk het leven kan verliezen. VYFDE MANOEUVRE, Reeven uit een Marszeil te fteeken, bet (Irykende of zvel ftaande. M en neemt by den aanvang van dit Manoeuvre in acht 9 het geene boven in het derde omtrent het ftrykenvar* het Marszeil is gezegd. Hierop zet men de Riftaalies aan weerskanten vast, en laas aan ieder zyde van de Raa drie man uitloopen, de eerfte om de Steekbouts los te

21 ( 19 ) maakeh, en de tweede om de Reeveh Uit te fteeken: de laatfte moeten één voor één losgemaakt worden". Vervolgens laat men de Steekbouten aan ieder zyde gelyk afvieren, want als men deze eensklaps los gooid, en 'er by geval nog een Seisfing vastftaat * word het Zeil daar door aan 't fcheuren blootgefteldi Indien men meer als één Rif 'er uit wil hebben, begint men weder op dezelve wyze van de Steng af los te maken. De Reeven 'er uit zynde, laat men de Steekbout na binnen op de Raa vastfteekende* het Zeil heisfen, gelyk in 't derde Manoeuvre is aangeweezen. Wanneer men de Reven ftaande uit het Marszeil wil fteeken, laat men eerst de Marsfeboeliyn losgooijen, de Raa parallel met de Windftrèekbrasfen, en deleybras, benevens de Riftaalies en Dempgordings vast zetten; hier op ftrykt men het Marszeil een en een halve'of twec'vocten, zoo dat het ftaande Lyk van de Raa tot aan de Leuver van de Riftaalie - Schinkel los komt te hangen; want als men 't Lyk by het infteeken der Reeven te ftyf laat ftaan, B a loopt

22 ( 20 ) loopt men gevaar dat het Zeil feheurd. In dit geval laat men niet meer dan één man aan ieder zyde op de Raa gaan, de eerfte op de Nok, op de Steekbouts, en de tweede om het Rif van de fieng of los te maaken, waarby teffens acht gegeeven word dat 'er geen verkeerde Seisfing, en aan ieder zyde even veel los gemaakt worden, ten einde het fcheuren voor te komen- Voorts laat men de Steekbouten te gelyk afvieren, uit oorzaak, gelyk zoo even aangemerkt is. Dan meer Reeven willende uitfleeken, komt de eene man weder naar binnen, om het Rif van de Steng af, en de andere om de Steekbout los te maken. En op deeze wyze kunnen alle Reeven uitgeftooken worden, zonder dat het Zeil aan het fcheuren onderworpen is. Het Marszeil word daarna opgeheefen, alvoorens de Riftaalies en Dempgordings afgeviert zyn, even gelyk in het derde Manoeuvre is gezegd. Deeze manier van Reven uitfteeken, is natuurlyk de fpoedigfte, alzoo men eensdeels het Marszeil niet behoeft te ftryken, en anderdeels de Raa te minder hoog behoeft

23 ( 21 ) hoeft geheefen te worden. Dit is voor al noodig,.terwyl men jaagt, vermits 'er dan weinig tyd verlooren gaat. By het heisfen der Mars- of Bramzeilen moet men altyd indagtig zyn, dat hoe vlakker een Zeil kan gezet worden, hoe meer dienst het doet. Dog men moet by het fteifheifen deezer boven Zeilen, tevens in aanmerking neemen of het Water flecht of hol zy, of dat de Onderzeilen byftaan, want de laatfte by hebbende, en dat 'er veel beweeging is, moeten de Marszeils niet al te fterk geheefen worden, wyl anders de onder- of Marsferaas ligte* lyk kunnen breeken. S ESDE MANOEUVRE. Met flecht Weer een Marszeil te geijen, en vast Je maken. Vooreerst verdeelt men het Volk aan. de Leygordings, Geytouw enloefmarsfebras. Hier op laat men de Bras B 3 ftyf

24 \\ C * ) ftyf teegen de Boellyn aanhaalen en het Marszeil frryken, haaiende c?e Marsfegeytouwen door, om de Raa te doen zakken, \ Zo dra dezelve op de behoorlyke laagte gebracht is,laat men de Gordings ter deegen ftyf haaien en Leyfchoot by vieren, en 't Geytouw en Gordings doorhaalen, Men dient een rykelyk aantal Manfchappen by de Gordings, dewelke het Zeil dempen, te plaatfen. Aan Ley dusdanig ge» yeed zynde, word de Lootfchoot by gevierd, en het Geytouw en Gordings doorgehaald; vierende men wyders de BoeI«Jyn by, na mate de Dempgording doorgehaald word, om het flaan van 't Zeil te beletten. Na dat het Marszeil dus gegeyd is, haald men de Marfe-Raa parallel met de Windiïreek, zoo dat het Zeil niet liaan kan, waar door anderszints het Volk op de Raa leggende, gevaar loopt het leven te verliezen. Ook laat men tot onderfteuning der Raa, de Stootaalie op de Raa en de Leimarsfebras, en 't Marsfeval vastzetten, * Wanneer dit alles in goede orde verricht is, laat men het Volk op de Raa loopen, om het Zeil vast te

25 ( 23 ) te maakeru Voorts zet men de Raa weder na de Wind en laat de Stoottaalie tot fteun op dezelve ftaan: deeze word aan de Loefzyde in de Strop, die boven op de Raa zit gehaakt, als meede in de bont van 't Ezelshoofd. ZEEVENDE MANOEUVRE- Met flecht Weer een Marszeil by te zetten. Het eerfte, 't welk men omtrent dit Manoeuvre werkftellig maakt, is, dat men de Marsferaa zoodanig laat brasfen!, dat het Zeil de Wind kan ontfangem Vervolgens laat men 't Zeil los maaken, vierd het Ley geytouw en Gordings by en haald de Leyfchoot voor, het welk men te Loefwaard overgaande, aldaar insgelyks verricht. Hier op kan men het Marszeil opheifen. By aldien in dit tydftip de Stoottaalie op de Raa mogt B 4 ftaan,

26 ( H ) ftaan, moet men dezelve aleer het Marszeil geheefen word, af laaten neemen. By het voorhaalen van de Loeffchoot, dient men wel indagtig te zyn, om de Loefr marsfebras langzamerhand by te vieren, ten einde de Loeffchoot gemakkelyker voor te kunnen krygen. A GTS TE MANOEUVRE. Om met mooy Weer een Onderzeil by te zetten. Men verdeelt eerftelyk het Volk hy de Hals en Schoot, en laat als dan de Loos daar van doorhalen, terwyl de Geytouwen en Gordings afgeviert worden. 'Er moet ter deezer tyd een man of drie op de Raa weefen, om de Gordings te fchaaken, men moet de fchoot niet te ftyf aannaaien, voor dat de Hals digt is. Terwyl men deeze digt haald,gooyd men de Marsfe en Bramboellyn los, laaiende daar by de groote Bras fomtyds een we-

27 ( *5 ) weinig fpringcn, om gemelde Hals des te gemakkelyker digt te krygen. Hier op haald men de fchoot aan, en de Boellyns uit, dog eerst die van de Onderzeilen, en dan die van het Mars- en Bramzeil. Omtrent het uithaalen der Boellyns moet men in 't algemeen zorgen, dat de Zeilen yol gehouden worden. NEGENDE MANOEUVRE. Met jl:cht Weer een Onderzeil by tt zetten, Om dit in goede orde te doen uitvoeren, laat men eerst de Hals en Schoot in gereedheid brengen, om die te kunnen doorhalen, als meede de Geytouwen en Gordings om af te vieren. Vervolgens haald men de Ley groote fchoot zoo ver door, dat ze omtrend by de Wind ftaat, waar op men het Volk met de Schoot in de handen doet ruften : als dan vierd men, *t Geytouw en Gordings B 5 te

28 ( 26 ) 'te Loefwaard af en haald de Hals door., Het onderlyk van 't Zeil ftyf beginnende te worden, vierd rnen de groote Schoot by en haald de groote Bras te Loefwaard eenigzints op, dewyl anders 't Zeil te veel tegen het Stag komt aan te leggen. Zoo dra de Hals toe is, haald men de Schoot en Hals weder by de Wind, en de Boelly.i uit, terwyl het van zelfs fpreekt, dat de Manfchappen overal wel verdeelt moeten zyn. - Dit is het eenigfte en gereegelfte middel, om wel en fpoedig alle Zeilen te kunnen byzetten en opgeijen. Zonder dat raakt alles in de war, gelyk de ondervinding zulks op fommige Schepen meer dan te veel leert. TIENDE MANOEUVRE. Met flecht Weer een Onderzeil te geijen. De Onderzeilen worden op dezelfde wyze gegeyd als de Marszeils, ïsamentlyk eerst aan Ley, en dan te Loef-

29 ( *7 ) Loefwaard, echter met dit onderfeheid, dat, als men aanvangt te Loefwaard te geijen, de Loef groote Bras opgehaald moet worden, dewyl anders het Zeil te veel tegen bet Stag aankomt, en daar en boven de Gordings niet voor te krygen zyn. Al eer men te Loefwaard begint te geijen, haald men de Bras op tegen de Hals in, en haald 'er verder zoo veel van door, dat het Zeil even levendig blyft. By het opnaaien der Bras moet men niet vergeetcn de Boellyn by te vieren. Het Zeil vry van 't Stag zynde, geeft verfcheiden voordeden: eerfte. lyk, om de Gordings en Geytouwen gemakkelyker te kunnen voorhaalen, ten tweede, om het Zeil vierkant van de Raa te doen loopen, en ten derde, om ten eerften tegen het flingercn der Raa de Toppenands en Brasfen, gelyk mede de Rakketaalies ftyf tc zetten, ten einde aan het va6t maken, van het Zeil alle ongelukken, met opzicht tot het Volk, voor te kooraen, ELF-

30 C 28 ) ELFDE MANOEUVRE, Een Onderzeil te reeven. 'TT'oor eerst moet men het Zeil doen op»» geijen. Voorts fteekt men een Staartblok op de Nokken van de Raas, gelyk meede een aan ieder zyde van de Top van de Mast, of in een der Bouten van het Ezelshoofd, door welke Blokken men aan ieder zyde een Tros fcheerd, dewelke dan met een Ankerfteek in de Rifleuvers van 't Zeil vastgeftoken word. Men haald deeze op de zelfde wyze door als de Riftaalies, naamentlyk eerst te Loefr waard en dan aan Ley. De Nokgordings moet men om het Zeil uit te haaien, een weinig afvieren. Hier op moet 't Volk, 't welk op de Raa legt, het Rif opvatten, en het meede naar die zyde uitnaaien daar de Riftaalies gebracht is. Wanneer nu het Rif, ver genoeg ten Loefwaard inge-ï haald zal zyn, maakt men de Steekbouten Tast, en haald daarna hetzelve, als meede 1

31 de Riftaalie na Ley uit. Vervolgens vat men het Zeil met kleine Broekings op de Raa en laat de Seisfings knoopen, waar op men de Riftaalies en Staartblokken wederom kan afneemen. Het Rif 'er in zynde, kan men de Hals niet toekrygen, dan al eer de Raa gelyk met de diepte van het Rif geftreeken is geworden. Als men de Raa ftrykt, dat de Hals digt komt, ftaat zeekerlyk alles veel vaster en verlicht in 't byzonder de Masten. Dog dit kan zomtyds niet gefchieden door de zware Zeeën die men overkrygt, dewelke in 't Zeil ftortende, het zelve zoude doen barften. Het is om deeze reden, dat men met een holle Zee geene Raas ftrykt,dewyl de Zeilen veeier hoog boven boord ftaande, de Zee 'er natuurlyk onder door flaat. Wanneer het Zeil gereeft word, moeten de Toppenands, Rakketaalies en Brasfen voor al wel vastgezet worden. TWAALF-

32 C 30 ) TWAALFDE MANOEUVRE Een Rif in de Bezaan te neemetit Men geyd de Bezaan op, en ftrykf de Bezaans roede zoo laag, dat de Kous van de Rilleuver juist ter hoogte van die Kous komt daar de Hals door zit, door welke men dan de Hals fehcert en ftyf zet, Men viert den Dirk zoo veel, dat de Rif kous van de fchoot, met die van de, Hals\even gelyk van hoogte gebragt word- Als dan hoekt men het Schootblok uit de Kous, en wederom in de Kous van de Rifleuver, Wyders neemt men de Kousfen, waar in de Hals en Schootblok gezeeten hebben, en naait die op de Rifkoufen vast. Vervolgens rold men de Bezaan op tot onder de Rifbanden. Ook fleekt men een Ryglyn door 't middelfte Rifgat van de Bezaan en reygt die voorts door alle de Rifgaaten, en om de Broeking heen na agteren en vooren toe, en maakt eindelyk de enden in de Rifkousfen vast. - WT DER-

33 C 31 5 DERTIENDE MANOEUVRE. Om de Bezaan te bollen. De Raa word in dit geval niet geftreeken. Men neemt een Valreepskleed, of ander ftuk Zeildoek, het welk drie of viermaal om de Bezaansroede en het Zeil heen kan komen, en plaatst hetzelve aan de agterkant van 't tweede Geytouwblok om de Roede en 't Zeil, voorts naaid men een end van een opgefiagen Tros 'er om heen. VEERTIENDE MANOEUVRE» Met de Marszeils en Kluiver zeilende^ een Schip by de Wind over te wenden. Wanneer men ter uitvoering van dit Manoeuvre commandeert, bedient men zich van de volgende woorden, dewelke by onze Scheepen in gebruik zyn, J. Kla-

34 C 3* ) t. Klarigheid om te wenden i 3; Aan Ley je Roer!- 3. LosjeKleuveren Stagzeilsfchooteö! 4. Wenk wat aan;, vóór! 5. Los je Boellyns! 6. Midden feheepsje Roer! ^. Laat gaan, vóór! 8. Haald by de wind, vóórf 9. Haald üit de Boellyns! AANMERKINGEN. i, Commando. Men moet hier op alles tót het wenden in gereedheid brengen eri het befte Volk wel verdeelen aan de Leyhalfen Schooten, Boellyns en Brasfen, om aftehaalen en los te gooijen. 1. Com. Alvoorens men het Roer aan Ley draid, koomen de volgende omftandigheden in aanmerking. Men moet namentlyk wel achtgeven, wat of het Schip doet, Loeven of Vallen; waar of het Roer ten tyde Van dit Commando legt, of 'er vaart genoeg in 't Schip is, om het 'er door te kunnen draaijen; of men niet te digt aan- of te veel van de Wind legt.

35 C 33 ) D e *. twee laatfte gevallen zyn ria- «Jeelig in een wending: want te digte by de Wind leggende, heeft het Schip geen fnelheid genoeg, om 'er door te draaijen, vermits 'er de vaart te ras uit is, en te veel afhoudende, verliest het Schip bevoorens het oploeven noodzakelyk word, alreeds zyn kracht, dewyl hetzelve zo veel te meer moet draaijen, voor dat het op en daar na door de Wind is. De Zeilen moeten derhalven by- en voldaan, aleer men aanvangt te wenden, zonder evenwel te killen. Wanneer in het oogenblik van dit Commando het Roer te Loefwaard vaart, legd men het eerd middenfcheeps om het Schip te doen loeven Oom. Men laat de Kluiver en Voordenge en Stagzeilfchooten los gooijen. Dit gefchied,' om dat het Schip fpoedigef draaijen zal, voorts leid met het Roer langzaamerhand naar Ley aan-boord, ten einde de vaart niet te duiten. 4. Com. Ten opzichte van dit Commando laat men voor aan wenken, dat is de Fokkeen Marsfebras wat ophaalen, dyf teegen de Magerman aari, tot d ( at het té C Loef-

36 C éi ). Loefwaard even begint tc killen, uit oorzaak dat dan de Wind uit het Marszeil haaiende, het Schip beter draaijd en het Marszeil zelfs fchielyker tegen komt te leggen, indien men oordeelt, dat het Marszeil niet ras genoeg aan het oogmerk voldoet, vierd men de Magerman een weinig af. Men moet echter het Marszeil niet al te veel Opbrasfen, zo dat het terftond komt tegen te leggen, wyl dan de vaart te fchielyk uit het Schip ge» raakt. Dog het Marszeil te veel opnaaiende, doet het een tegenftrydige. werking door het Schip tc doen afvallen, in plaats van oploeven. De groote Stenge, Stagzeil en Vliegerfchoot laat men by de Wind ftaan, ten einde de Vaart des te.beëter in het Schip te behouden, en deze twee Zeilen drukken daar en boven den Romp van 't Schip niet veel meer. 5. Com. Men laat de Boellyn los gooijen en de Zeilen, als de Wind regt van vooren inkomt, aan de andere kant by Wind brasfen, om dat ze als dan over den zyden geen dienit meer doen. Want als men dezelveri laat ftaan tot dat de Wind aan

37 ( 35 > Sari de eérftgèinelden kant inkoömt, werken zy tegen het voor Marszeil aan.. Wanneer de Stagzeils levendig beginnen tekoomen, worden zy tusfehen de Ma* ten opgegcyd,.terwyl men de Loos van de Schooten aan de andre zyde laat overhaalen.. 6.Com. Het Roer word midden Scheeps geicgt, zodra de Vaart uit 't Schip is. Indien het Schip- ainvangt agter uit te dein* lenen niet fpoedig genoeg op de Voorzeilen draaid, legd men het Roer verkeerd. I3y voorbeeld over Stuurboord moeten vallen, legt men de Roerpen Stuurboord aan boord \ en in tegendeel over Bakboord, Bakboord-aan boord. Dog by aldien 't Schip wel draayd, laat men het Roer midden' Schéeps leggen, om dat het anders té veel afvalt. 7. Com, Men laat vóór gaan, ais de Agterzeiien beginnen Wind tc fchëppc'n, en zo lang af brasfen tot dat liet Marszeil v< ftaatj want het is wederom nadeelig in 't Aanloeven, als men 't zhve terftond by de Wind zét. De Kluiver en Stagzeil- >chooten moéten los blyven leggen, tot" C 2 dat

38 C 3* ) dat men voorby de Wind haald. IV:n. neer de Voorzeilen tc lang teegcn leggen, valt het Schip te veel af, en moet te veel oploeven, al eer het zelve weder by de Wind legt. Zoo dra het Schip aanvang vooruit te gaan, legt men 't Roer aan Ley. Dog indien het Roerover heeft geleegen en de Voorzeilen afgehaald worden, moet men het midden Scheeps leggen, om dat het Schip, wanneer men het Roer liet leggen tot dat 'er weer Vaart in het Schip kwam, inmiddels te veel zoude afvallen. Ten einde het Schip des te fchielyker te doen loeven, laat men de Bezaan en Kruisftenge, Stagzeil Schooten by de^wind haaien. Als men voor heeft afgebrast, laat men de Boellyns agter uitnaaien, om dat de Zeilen volftaande, te beetcr kunnen uitgehaald worden. 8. Com. Wanneer het Schip begint te loeven, haald men het voor Marszeil by de Wind, gelyk mede de Kluiver, voor een groot Stenge Stagzeil en Vliegerfchooten, haaiende men tevens na mate het Schip oploeft, het Roer allengs op uit de Ley, tot dat het Schip by de Wind legt. 9- C (in.

39 ( 37 ) 9- Com. Zo ras de Voorzeilen by de Wind ftaan, worden de Boellyns uitgehaald, om dezelfde reeden gelyk zo even is gezegd. V YFTIENDE MANOEUVRE. Met de Marszeils, Kluiver en Fok by de Wind zeilende, een Schip by de Wind over te zvenden, ~~V Woorden van Commando hier ~a~-^ toe gebruikelyk zyn de volgende. 1. Klarigheid om te wenden! 2. Aan Ley je Roer! 3. Loos je Kluiver en Stagzeils fehooten. 4. Wenk wat aan vóór! ff. Steek op je Fokkehals! 6. Los je Boellyns! 7. Midden Scheeps je Roer. C 3 8. Laat

40 ( 3S. ) 0. Laat gaan vóór! g. Haald by de Wind ypór Haald uit je Boellyns,, AANMERKINGEN. In dit Manoeuvre gefchied alles op de zelve manier en uit gclyke reden, als in het voorige Manoeuvre is aangevveczen, uitgenomen dat hier de Fok by ftaat, cn dat men in 't aanwenken om des te beter te draaijen, de Fokkefchoot losgooit. De Fokkehals laat men opfteeken als de Fok teegen koomt te leggen. Vervolgens word de Loos van de Loeffchoot en Lcyhals door gehaald, ten einde teegen hef afbrasfen der Voorzeilen alles gereed te hebben. Wanneer het vóór afgehaald word, moet men de Fokkefchoot niet te fterk aannaaien, maar los laten leggen, tot dat het Schip weedcr aanvangt te loeven. De Fokkehals word toegehaald, als de Voorzeilen worden afge brast. Wanneer de Fok door het flecht draaijen van het Schip niet fpoedig genoeg tegen koomt tc leggen, vierdmen g ) * de

41 ( 39 ) 4e Boellyns een weinig af, om dezelfde reeden, gelyk in 't vorige Manoeuvre de Magerman afgevierd word, die men dan in dit geval insgelyks moet vieren. Terwyl het Schip in de Wendig legt, de Vaart 'er uit is, en zoo, zonder nogthans na de een of- andere zyde te draaijen, blyft leggen, laat men de Agterzeilen vierkant brasfen en het Roer overlegden, ten einde het Schip op zyn Roer 'er door te laaten draaijen. Dit gelukkende,haald men de Agterzeilen by de Wind en werkt voor 't overige, gelyk in 't voorige Manoeuvre is aangemerkt. ZESTIENDE MANOEUVRE. Een Schip met alles by zeilende, by de Wind over te doen wenden. TP\e woorden van Commando, welke - L ^ hier toe gebruikt worden, zyn deeze:, C 4 i. Kla-

42 C 4 ) i. Klarigheid om te wenden! a, Aan Ley je Roer! 3. Los j.e Kleuver en Voorftenge Stagzeils fchooten! 4. Wenk wat aan, vóór! 5- Steek op je Halfen! 6. Los je Boellyns! 7- Midden fcheepsje Roer! 8. Laat gaan, vóór! 9. Haald by de wind, vóór! 10. IJaald uit je Boellyns.' AANMERKING EN. Men werkt hier op gelyke voet en om dezelfde reeden als in de twee voorige Manoeuvres aangeweefen is, met dit onderfcheid nogthans, dat hier de voor Bram-Boellyn losgegooyd word, terwyl men de Kluiver en Stagzeils - Schoöten losgooyd, om 't Zeil des te fchielyker tegen te krygen. De groote Hals laat men gelyk met de Fokke-Hals opfteeken, of zomwyl wel eerder zoo drabqt Zeil levendig koomt, terwyl intusfchen,

43 ( 4i ) fchen, voor 'dat men laat ornhaalen, alles ter deeg fïyf gezet moeten worden, als de Loos van de Schoot, Hals en Boellyn. By het ornhaalen moet men toezien, dat de groote Bras niet te fpoedig by de Wind gehaald word, alvorens de Hals dicht ftaat, wyl men dezelve als dan gemakkelyker en gezwinder dicht kan krygen. Zoo dra de Hals toe is, haald men de grooten Bras by de Wind. Dan het Schip inmiddels afgevallen zynde, moet men de Bras lasten ftaaa, en in têegendeel eerst de Voorzeilen ornhaalen, en daarna agter by de Wind, ten einde het Schip des te beeter. te doen loeven. Men moet by het wenden? wanneer de Onderzeilen by ftaan, voor al zorg dragen, dat men de Wind niet meer danregt van vooren doet inkoomen, dewyl het anderzints moeijelyk valt de Zeilen af te haaien, waar door men niet alleen in de Winding zeer veel verliest, maar ook het Volk onnodig laat werken, C 5 ZE-

44 ( 4* ) ZEVENTIENDE MANOEUVRE. Met enkelde Marszeils Zeilende, een, Schip voor de Wind om te doen wenden, De woorden, van Commando beftaa hier in i- Klarigheid om te wenden! 2. Te Loefwaard aan boord je Roer! 3. Groot Marszeils en Kruiszeils Boellyns Los! 4. Haald het Kruiszeil levendig en de groote Bras op! 5. Breede vóór. 6. Haald by de Wind vóór! j 7. Boellyns uitnaaien. AANMERKINGEN. 1. Com. Hierop moet alles in gereedheid gebracht worden, het geene tot het wenden vereifcht word, verdeelende met het Volk

45 C 43 ) Volk aan de Loefbrasfen om door te haaien en aan de Boellyns om aftevieren. 2. Com. Gefchiedende, om het Schip te doen afvallen. 3. Com. Dit verricht men zo dra het Roer te Loefwaard aan boord word gedraayt, om wanneer hetzelve werkelyk aanboord legt, de Zeilen te kunnen op, haaien en opbrasfen. 4. Com. Het Roer aan boord leggende, brast men het Kruiszeil levendig. Dit word om die reedèn gedaan, wyl dit Zeil zo agterlyk ftaande, te fterk tegen het Roer aanwerkt en gevolgelyk het fchielyk afvallen zouden beletten. Men haald de groote Bras niet zo veel op, dat het Zeil volkoomen levendig koomt, om dat 'er dan geen genoegfaame vaart in 't Schip blyft, om op.het Roer te draaijen. Het groot Marszeil brast men op na mate het Schip afvalt, en houd tevens zo lange het Kruiszeil levendig als de Wind van deeza zyde inkoomt. 5. Com. Dit doet men als de Wind twee ftrceken'agterlyker als dwars overkoomr. Men moet de Brasfen opnaaien, om dat het

46 C +4 ) het Marszeil de Wind beeter kan ontfan : gen, laatende men hier op na dat het Schip draayt, allengs breed in. De Wind van agteren komende, moet het voor en groot Marszeil vierkant ftaan, en vervolgens laat men, na dat het Schip draayt, het groot Marszeil, als mede het Kruiszeil na de Wind brasfen. Indien de Wind een paar ftreeken inkoomt, moet men de Fokke en Marsfe - Brasfen langzaam dooren de Agterzeilen by de Wind haaien, ten einde het Schip des te fchielyker te doen oploeven- tiet Voormarszeil dient men niet te fpoedig na de Wind te laten brasfen, wyl dan de Wind te fterk in 't Marszeil valt, het welk zeer nadeelig in 't oploeven is. 6. Com. Dit gefchied, als het Schip omtrent by de Wind legt; men laat als dan het Roer uit de Ley ophaalen en eenigzints Stutten voor 't oploeven. 7. Com. Wordende zulks verricht, zoo ras de Zeilen by de Wind gebrast ftaan, en wel uit oorzaak gelyk in 't vyftiende Manceuvre is gezegd. By aldien men met de Marszeil legd en. - 'er

47 C 45 ) 'er weinig Koelte is, of wel, dat men óm reeden het Schip fpoedig wil doen draayen, heist men de Kluiver, dat het voorlykfte Zeil is, op, waarna een Schip het fchielykfte afvalt, of van de Wind dranijd ACHTIENDE MANOEUVRE. Met Marszeil, Fok, Stagzeils en Klui-. verzeilende, een Schip voor de Wind om te doen wenden- De woorden van Commando zyn dé volgende, i. Klarigheid om te.wenden! &. Gey op je Bezaan en KruisuW, Stagzeils! ( 0 f Bezaan Stagzeils, welke van die beide byftaan!) 3. Te Loefwaard aan boord je Roer! 4. Marszeils en Kruiszeils Boellyns lo's. 5- Haald je Kruiszeil levendig en de groote Bras op. 6~.-Steek

48 i 4* ) 6i Steek op je Fokkehals! 7. Breede voor en vier je Stagzeils Schoot wat af! 8. Gey op je Stagzeils! 9. Haald b'y de Wind vóór! 10. Boellyns uitnaaien! AAN M ERIN GE N. 1. Com. Als dan leid men de Fokke- Schooten en Halfen langs deks, en werkt Voorts als in 't vöorige Manoeuvre is aangeweezen. 2,. Com. Bit doet men ten einde het Schip beeter te doen afvallen. 3. Com. Uit reeden, gelyk in 't vorige Manoeuvre, nopens het tweede Commando is gezegt. 4. Zie de rceden In 't vorige Manoeuvre, derde Commando. 5. Com. Zie de reeden in 't vorige Manoeuvre, vierde Commando. 6. Com. Men moet zulks laten doen, zo dra de Wind dwars inkoomt, wordende de Fokkehals opgeltoken, de Loos van de Loeffchoot doorgehaald en de Boellyns

49 t Af j iyh's los gégooyt, zonder de Brasfen te : vieren. 7. Com. 'Dit gefchied ter zeiver tyd, als in 't vorige Manoeuvre by het 5. Commando 'is'gczegt, laatende men dan de Fokke-Schooten en Hals' na mate men opbrast, doorhalen. ii. Com. Men laat zulks doen als de Wind omtrent van agteren inkoomt, en als de Zeilen levendig beginnen te koomen. Indien men de Wind een paar flreeken aan de andere kant ohtfangt, laat men de Bezaans en Kruisflenge Stagzeils -Schooten weder aanhaalen, om des te fchielykerop ce loeven. Voorts de Agterzeilen by de Wi: % gelyk het 5, Commando in 't vorige Manoeuvre aanwyst. 0. Com. Zie het vorige Manoeuvre, fesde Commando. By het toezetten van den Fokkehals moet men de Fokkeraa niet te fcherp laten brasfen, voor dat de ifals dicht ftaat. Want zulks doende, Waairf het Zeil te veel tegen het Stag aan, waar door het niet alleen ongemakkelyker vair den Dals dicht te haaien, maar ook nadeelig is voor het oploeven. De Fokkc- - fchoot

50 ( 48 f fchoot blyft zo lange los leggen, tot dat de Voorzeilen by de Wind gebrast worden. Vervolgens'haald men ook de Stagzeils-Schooten by de Wind 10. Com. Zie daar omtrent het veertiende Manoeuvre. NEGENTIENDE MANOEUVRE." Met alle vierkante Zeilen zeilende, een Schip voor de Wind om te doen wenden. H ier toe gebruikt men de volgende' woorden van Commando. 1. Groot Zeil Geijen en Gorden! 2. Klarigheid om te wenden! 3. Te Loefwaard aan bóord je Roer'. 4. Marsfe en Kruiszeil Boellyns los! 5. Haald je Kruiszeil levendig en je groote Bras op! 6. Steek op je Fokkehals! 7. Breede vóór. 8. Haald by de Wind vóór! 9. Boellyns uitnaaien! AdN-

51 C 49 ) A A N.M E R IIV G E N*, De Reeden waarom het groot Zeil niét inoet blyven liaan, is, dat het Schip niet fchielyk genoeg zoude, afvallen en men dus zeer veel in de wending zoude verlieten.. Voorts werkt men op dezelve manier als in 't voorige Manoeuvre is aangetoond, uitgenoomen, dat 'er geene Stagzeils by zyn.. Zo d r a m e n d e A terzeüen by de Wind laat brasfen, word het groot Zeil wederom bygezet. TWINTIGSTE MANOEUVRE. -i' IflSSilSiv i.... '..CrooV* sf> '! Met alle vierkante Zeilen zeilende, overftaag willende gaan en dal bet Schip weigert, TTet befte middel, waarvan men zich' A-Lin zulk een geval moet bedienen is, dat men vooreerst de Fokke en groote Hals opfteekt, de Bóellyns losgoóyt, het groot Zeil opgeyt, en alle Zeitón vie-r- kant

52 ( 5 ) kant teegen brast. Dog de Fokfee en' Marsfebras moet meer dan vierkant gehaald worden, dewyl dan de Wind des te beter van buiten op de Zeilen' werkt * en het Schip des te fpoediger doet afvallen. Men moet het Roer zo lange laten leggen tot dat 'er weder vaart in het Schip koomt en het daarna* overleggen. Dit Manoeuvre gedaan hebbende, vald het Schip ten eerfte tot voor de Wind toe af. Vervolgens laat men de Zeilen ftaan, ten einde weder Vaart in 't Schip te krygen. Hier op de Zeilen Wind beginnende te fcherjpen, brast men, indien het Schip niet volkomen tot voor de Wind is afgevallen, de Voorzeilen vierkant of na de Wind. Dan echter voor de Wind leggende, werkt men op dezelve manier, gelyk in 't 17. en 18. Manoeuvre is gezegd. De voorgemelde manier is zekerlyk de befte, wanneer het Schip weigert en de Vaart 'er uit is. Want door het teegenhaalen der Zeilen begint het agter uit te loopen, terwyl.de Neus,met eene Vaart nalaat; \ j s hierom, dat men het Roermoet

53 ( 5i ) moet laten leggen. Men kan ook het Schip voor de Wind omwenden als men de Voorzeilen laat ftaan en het Schip doet afvallen; en vervolgens de Agterzeilen laat opnaaien; wordende Voor 't overige gewerkt, gelyk by het achtiende Manoeuvre is aangemerkt geworden: Dog het eerfte Manoeuvre willende doen ^ moet men by ontdekking dat het Schip wil weigeren, ten eerftcn de halfen van de Onderzeilen [opfteeken, de Boellyns losgooi jen en tegenbrasfen en't groot Zeil opgeijen, anders kan men dit niet met voordeel boven het laatfte doen, wyl in dit geval het Schip reeds te veel afgevallen is om de Zeilen te kunnen tegenbrasfen, en gevolglyk hetzelve niet ras genoeg zoude draaijen; ï * EEN-

54 C 52 ) ÈEN- EN TWINTIGSTE M A N O E U V R E. ' By een Storm een Schip met de Fok voot de Wind te doen omgaan of halfen. W anneer men alles hier tóe nodig heeft doen gereed maaken, en het Volk aan de Loeffchoot, Bras en Leihals verdeelt heeft, om de Loos door te haaien ^ en het Schip vervolgens afvalt, neemt men dit ogenblik waar, en legt het Roer te Loefwaard aan-boord, zo dra het Schip zodanig is afgevallen, dat de Wind ruim agterlyker als dwars inkoomt, laat men de Fokkehals opfteeken, en de Loeffchoot doorhaalen tegen de Boellyn aan. Indien de Wind vier ftreeken agterlyker als dwars inkoomt, vierd men de Fokke Boellyn allengs by en haald de Fokkebras en fchoot na maate het Schip draaid, ook op. De Wind van agteren inkomende, moet de Fokke Raa vierkant ftaan, terwyl men de Bezaan teffens gereed houd, om des noods

55 C 53 ) iy te kunnen zetten. Als de Wind een ftreek inkoomt, haald men de Bezaan uit; dog men moet wel toezien of 'er een Slegje is om het Schip te doen aanloeven, uit vrees, dat men anders een Zee overkrygt. Omtrent dit alles diend men na de gefteldheid der Zee te werk te gaan. Vervolgens laat men na mate het Schip oploeft de Fokkebras Hals. door halen. Wanneer de Wind dwars inkoomt, moet de Fokkehals dicht ftaan. Men moet voornamentlyk zorgen dat de Raa niet te fcherp gebrast word, voor dat de Hals dicht ftaat, wyl anders het Zeil tegen het Stag aanwaaijende, men de Hals bezwaarlyk kan toekrygen. Hier op laat men, na dat het Schip draaijd by de Wind haaien. Zo moet omtrent het by de Wind haaien of op brasfen acht gegeeven worden, dat de Fok niet levendig koomt, dewyl hy anders gevaar loopt aanftukken te flaan. Voorts moet de Voormarsfe Raa onder het Halfen gebrast worden, even gelyk de Fokkeraa, de groote Marsferaa, Bagyne en Kruiszeils Raa parallel mèt de ftreek van de Wind, vermits dit nog min of meer voordeel in 't halfen D 3 aan-

56 ( 54 ) aanbrengt. De Wind dwars inkomende? laat men het Roer allengs uit de Ley opnaaien om te ftutten. By aldien 'er onder het halfen zwaare Zeeën lopen en het Schip voor de Wind legt, moet men, als een Zee aankoomt, het Roer van boord haaien, ten einde het Schip te Hutten, en regt voor de Zee te laten lopen, tot dat deeze gepasfeerd is. Want zo men in dit geval het Schip niet flut, maar met de breede zyden in die Zee draayt, krygt men deze natuurlyk en niet zonder groot gevaar in het Schip over. Dog het zelve niet te min onverhoeds gebeurende, en dat het Water niet fpoedjg genoeg door de Spiegaaten uitgeloost kan worden, bediend men zich van het middel om gaten in het dek te kappen, ten einde hier door het Water by de Pomp te krygen en 30 doende wyders uit te pompen. TWEE-

57 ( 55 ) TWEE- EN TWINTIGSTE M A N O E U V R E, By een Storm een Schip met de Stormfok voor de Wind te doen omgaan of halfen. Dit gefchied op dezelve wyze. gelyk in het voorige Manoeuvre is aangevveezen, en men neemt hetzelve in acht omtrent het oploeven. - De Wind van agteren komende, zoo dat de Stormfok aanvangt blind te Haan, laat men dezelve nederhaalen en vervolgens overeen" komftig de inkomende Wind even gelyk in 't vorige Manoeuvre aangemerkt is, de Bezaan uitnaaien. Het fchip by de Wind leggende, heist men de Stormfok weder op. Met het byzetten derzelve diend in achtgenomen te worden, om eerft de Schoot aan te haaien, voor dat men ze op heist, dewyl zy anders aan ftukken Haat. Dit moet men met opzicht tot alle Stagzeils in 't oog houden, daar by teffens indachtig zyn, dat hoe ftyver de Schoot D 4 word

58 .( & p word gehouden, hoe minder het Zeil flaat. Dan na mate men het zelve opheist of nederhaald moet de fchoöt bygevierd worden. DRIE- EN TWINTIGSTE M A N O E U V R E, Met titooy, Weer een Schip Ruiwfdjoots of. voor de Wind Zeilende, ten Anker te brengen zonder Stroom. Wanneer men op een geruimen afftand de Ankerplaats genadert is, laat men de Zeilen geyen en vastmaken, uitgezonderd het Voormarszeil en Kruiszeil, welke beide men om de Vaart in 't Schip te behouden, by laat ftaan, of op de rand laat loopen. Wat dichter by de Ankerplaats komende, word het Voormars- ^eil'opgegeyd en vastgemaakt, terwyl men ieffens het Anker voor de Kraan Tiert! Vervolgens dezelve op een Kabellengte

59 C S7 ) lengte genadert zynde, draayd men de, Roerpen na het een of anderen boord. By voorbeeld over Stuurboord willende bydraai/en, legt men de Roerpen Stuurboord aan boord, haald de Bezaan uit en Kruiszeil by de Wind. Zoo dra het Schip zoo veel is opgedraayd dat het by de Wind is, haald men het Kruiszeil tegen, tot dathet Schip ftil legt ', laatende men' in dit moment het Anker vallen. Het Bot uitziende, laat men zoo veel van 't Touw ftee ken, als geoordeelt word noodzakelyk te weezen, wordende ten laatften de Bezaan en het Kruiszeil opgegeyd en vastgemaakt. Byaldien men tusfchen de Scheepen, alwaar dikwils geen ruimte genoeg is om het Schip op te doen draaijen, wil Ankeren, moet men zo dra de Roerpen aan boord legt, het Anker doen vallen, het Kruiszeil na de Wind brasfen en de Bezaan uithaalen, ten einde het Schip dé torn gedaan hebbende, kan men van 't Touw fteeken, zoo veel men denkt nodig te zyn. Wanneer men vqor 't overige voor ten Anker wil of moetkoomen, dient men D 5 voor

60 ( 5 ) WQOT al in aanmerking te rieemen dat door het minderen van Zeil de vaart van 't Schip ook allengs moet verflaauwen en dat daar door de Torn op het Touw Veel geringer is. VIER- EN TWINTIGSTE M A N O E U V R E. Een Schip, by de Wind zeilende, ten Anker brengen zonder Stroom. Omtrent by den Anker plaats komende, laat men, indien 'er meer Zeilen dan Marszeils byftaan, dezelve geijen en bergen. Vervolgens, en wel kort voor dat men het Anker wil doen vallen, legt men de Roerpen aan het Leiboord. Voorts wanneer de Marszeils beginnen Levendig te komen, geyd men de zelve op en haald teffens om de vaart van het Schip te ftremmen, het Kruiszeil tegen. Hier op laat men, als het Schip ftil legt, het Anker vallen. Vervolgens het Schip op-

61 ( 59 ) optornende, geyd men de Bezaan op, en werkt wyders met het Kruiszeil na voorkomende omftandigheden, om het Schip des te fchielyker op de Wind te doen fchieten. Alvorens men het Anker laat vallen, gooijd men het Lood overboord, waar aan het beft kan gezien worden, of het Schip voor of agter uitloopt, pit moet men in Zee ten Anker gaande, altyd verrichten, dewyl hier geene kenmerken daar toe betrekkelyk voor handen zyn, gelyk op een Rhede daar zulks of aan den Schepen of aan het Land kan gezien worden. yyf- EN TWINTIGSTE M A N O E U V R E. f> Met Stroom en Wind over een zynde te Ankeren. M en laat by tyds de Zeilen, uitgenomen het Kruiszeil en Voorftenge Stagzeil bergen 2 voorts yvél in acht neemen-

62 mende om het Schip te laten opdraaijeü op een Cabellengte voor dat de plaatfe bereikt is, daar men het Anker wil laten vallen, dewyl men anders door het afdryven met de Stroom te laag zoude komeri. Het Roer aan boord gelegt hebbende, haald men het Voorftenge Stagzeil neer, het Kruiszeil na de Wind en de Bezaan uit.. Zoo dra de groqtfte Vaart uit't Schip is, laat men het Anker vallen, cn werkt wyders met het Touw als boven. De reeden waarom men als het Schip ftillegt of agteruit loopt, het Anker laat vallen, is deeze, dat, indien 'er tentyden van het Ankeren nog vaart in het Schip is, het zelve 'er over heen loopt, en vervolgens weederom agter uit deinfende, het Touw onklaar word. Het welk egter by het ftil leggen of agter uitzakken van een Schip kan voorvallen. SES-

63 ( *l ) SES-EN TWINTIGSTE M A N O E U V R E. Tegen dén Stroom komende aanzeilen ten Anker. TJJTahnéer men alvorens op eèh bc hoorlyke afftand van de Ankerplaats, eenige Zeilen geborgen eiï eenïgj tot het Doorzeilen van de Stroom bygehouden hebbende, eindelyk op de bepaalde plaats gekomen is s laat men het Anker vallen en zeild het Bot uit, blyvertde men zoo, om geen onklaar Anker te krygen in het Touw zeilen. Wan.t indien men dit niet doet, zal het Schip over het Anker heen dry v e n en het Touw onklaar worden, dat is om de hand of ftok van het Anker komende te leggen Het laatfte is zeer nadeelig, g aan de men " *yl hetzelve geen grond houd, met de siinfte koelte dry ven. v

64 C & ) Aleer men ten Anker koomt, moeten de beiden Touwen met een Bogt op het Dek gereed leggen, daar by wel toeziende dat 'er niets in de Bogt of Kat legt i het welk het Touw onklaar zoude doen komen. Is dit by goed weer noódzakelyk, hoe. veel eer dient men met omzichtigheid alles natezien by flecht weer. SEEVEN EN TWINTIGSTE M A N O E U V R E. Met flecht Weer een"schip ten Anker te brengen ruim feboots zeilende. Ten einde dit met een goed gevolg uit te voeren, laat men intyds de Zeilen bergen en het Schip alleenlyk vobr een Stagzeil of Stormfok, tot de Ankerplaats loopen. Hier aangekomen, haald men het Stagzeil of Stormfok neer, draaid de Roerpen na het eene of andere boord, en haald de Befaanfchoot aan. Het Schip zodanig opgedraayd zynde, dat de Vaart uit is,laat men het Anker vallen,en fteekt ten

65 C H 3 teri éeffceri zoo veel Bot uit, als weef én" omftandigheid vereisfchem Men moet hier omtrent in 't oog houden dat men het Schip voor geen te kort Bot laat optornen, dan dit doende, zoude zeekerlyk het Anker mede gaan of het Touvv breeken. Het is om deze reeden, dat men zoo ras het geplaastbot uit is, bepaald Volk by het Touw gepast houd om te fteeken, tot op 't geene men uit wil hebben. Dit uit zynde, vervolgt men met Steeken. Men laat naar 't overige dé Bezaan byftaan,. tot dat het Schip op de Wind legt, terwyl men iri 't algemeen diend zorg te dragen, dat 'er altyd en voornamentlyk by flecht weer, een tweede Anker gereed legt, om indien het eerfte niet wilde houden of dat het Touw brak, te kunnen vallen. AGT-

Halzen. met. Clipper Stad Amsterdam

Halzen. met. Clipper Stad Amsterdam Halzen met Clipper Stad Amsterdam Hier weer een klein theorie lesje manoeuvreren onder zeil met Clipper Stad Amsterdam. Als je het vorige stukje dat ik had geschreven hebt gelezen, dan weet je dat we het

Nadere informatie

CO N D I T I E N, 1 q^i- HO. 'y? I'

CO N D I T I E N, 1 q^i- HO. 'y? I' i CO N D I T I E N, Waar op, voor den tyd van zes Jaaren, ingaande den i Augufty 1788 en expirerende den laatften July 1794 is befteed, HET ONDERHOUD DER HOUTE-BRUGGEN, LEGGENDE OVER DE CAPITAALE GRAGTEN

Nadere informatie

VAN EENE ZELDZAAME NOG NIET BESCHREEVEN

VAN EENE ZELDZAAME NOG NIET BESCHREEVEN BESCHRYVING VAN EENE ZELDZAAME AFRIKAANSCHE NOG NIET BESCHREEVEN ~ A T - S 0 0. R T, GENAAMD DE BIZAAM~KAT, OP DE I{AAP DE GOEDE HOOP VALLENDE, En bewaard wordende in het MusEuM VAN ZYNE DOORLUCHTIGSTE

Nadere informatie

Zeil insigne kielboot 1. Termen... 2. Zeil standen... 3. Overstag... 4. Gijpen... 5. Stormrondje... 5 BPR... 6. Regels... 6. 1 Goed zeemanschap...

Zeil insigne kielboot 1. Termen... 2. Zeil standen... 3. Overstag... 4. Gijpen... 5. Stormrondje... 5 BPR... 6. Regels... 6. 1 Goed zeemanschap... Inhoud Termen... 2 Zeil standen... 3 Overstag... 4 Gijpen... 5 Stormrondje... 5 BPR... 6 Regels... 6 1 Goed zeemanschap... 6 2 Een klein schip wijkt voor een groot schip... 6 3 Kleine schepen onderling...

Nadere informatie

Handwe?ken en Fabficqueft*

Handwe?ken en Fabficqueft* B E R I C H T WEGENS HET INZETTEN VAN EEN GLASRAAM IN LOOD, A A N D E N (ECONOMISCHEN V A N DE TAK H O L L A N D S C H E MAATSCHAPPYE DER W E E T E N S C H A P P E N, TE H A A R L E M, D O O R JOHAN WILHELM

Nadere informatie

WWS Dameszeilen! Kort lesschema! Benamingen en begrippen!

WWS Dameszeilen! Kort lesschema! Benamingen en begrippen! WWS Dameszeilen Kort lesschema Hieronder een zeer beknopte beschrijving van het basiszeilen. Wanneer je dit allemaal onder de knie hebt kun je gerust een bootje meenemen. Het is geschreven als korte leidraad

Nadere informatie

H5 Commando s & Manoeuvres

H5 Commando s & Manoeuvres 5.1 Voor het afvaren Voordat je daadwerkelijk afvaart, moet je ervoor zorgen dat je alle belangrijke spullen aan boord hebt. Daarnaast moet je ervoor zorgen dat de boot gehoosd en schoon is, zodat je veilig

Nadere informatie

CWO. Jan van Galen Juniorwacht - 1 -

CWO. Jan van Galen Juniorwacht - 1 - CWO Jan van Galen Juniorwacht - 1 - 1. Boot onderdelen 1: Klauwval 14: Fokkeval 27: Dol 2: Piekeval 15: Voorstag 28: Dolpot 3: Gaffel 16: Fok 29: Doft 4: Zeillat in zak 17: Fokkeschoot 30: Voordek 5: Zijstag

Nadere informatie

Manier om paarden wel te behandelen.

Manier om paarden wel te behandelen. Manier om paarden wel te behandelen http://hdl.handle.net/1874/31378 Manier om paarden wel te behandelen HOR R t J> N. VII gaat men nog daarenboven dikwyl$over tot Poortftangen; en dit is juisthet

Nadere informatie

O P E E N TEKENING KOPERE PLAAT OECONOMISCHEN HOLLANDSCHE MAATSCHAPPYË DER WEETENSCHAPPEN, TE HAARLEM, INGELEVERD DÓÓR

O P E E N TEKENING KOPERE PLAAT OECONOMISCHEN HOLLANDSCHE MAATSCHAPPYË DER WEETENSCHAPPEN, TE HAARLEM, INGELEVERD DÓÓR B È R I G T. WEGENS DE UITVINDING OM E E N TEKENING O P E E N KOPERE PLAAT O V E R T E B R E N G E N, AAN DEN OECONOMISCHEN TJM V A N D E HOLLANDSCHE MAATSCHAPPYË DER WEETENSCHAPPEN, TE HAARLEM, INGELEVERD

Nadere informatie

JZVB 2015: CWO 1 & 2 JZVB 2015

JZVB 2015: CWO 1 & 2 JZVB 2015 JZVB 2015 windroos Windrichting: de richting waar de wind vandaan komt! Hier dus: ZW stuurrrrrrboord = rrrrechts windrichting stuurboord Lijzijde bakboord Loefzijde windrichting Lijzijde bakboord stuurboord

Nadere informatie

Zeil instructies voor de Texelstroom

Zeil instructies voor de Texelstroom Zeil instructies voor de Texelstroom Alvorens men mee gaat zeilen is het aan te bevelen om de termen die gebezigd worden te leren zodat men snel de handelingen kan leren. Let erop dat alle handelingen

Nadere informatie

Krachten. Hoe en waarom zeilt een zeilboot

Krachten. Hoe en waarom zeilt een zeilboot Krachten Hoe en waarom zeilt een zeilboot Programma Krachten en krachten combineren Waarom gaan we niet steeds harder (tegenkrachten aan het werk) Momenten (krachten en armen) Wat gebeurt er bij een zeil

Nadere informatie

Aan-teekening, gehouden op het schip de Vrouw Maria

Aan-teekening, gehouden op het schip de Vrouw Maria Aan-teekening, gehouden op het schip de Vrouw Maria Freerk Pieters bron. Jacobus van Egmont, Amsterdam na 1769 (tweede druk) Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/piet077aant02_01/colofon.php

Nadere informatie

V A N EEN E ZE L D ZA AM E 0 0 S T I N D I S C II E NOG NIET BESCHREE VEN. :BESCHR:EEVEN EN UITGEGEEVE.N DOOlt

V A N EEN E ZE L D ZA AM E 0 0 S T I N D I S C II E NOG NIET BESCHREE VEN. :BESCHR:EEVEN EN UITGEGEEVE.N DOOlt op". d~ zy n g- - BESCHRYVING V A N EEN E ZE L D ZA AM E 0 0 S T I N D I S C II E n,,... n e-- NOG NIET BESCHREE VEN B 0 SC H- KAT, IN JApAN VALLENDE. :BESCHR:EEVEN EN UITGEGEEVE.N DOOlt p. h ole d 't.

Nadere informatie

Kielboot zeilen - Basistheorie Overstag Manoeuvre

Kielboot zeilen - Basistheorie Overstag Manoeuvre Kielboot zeilen - Basistheorie Overstag Manoeuvre In deze les wordt de overstag manoeuvre uitgelegd. Dit is een manoeuvre waarbij de zeilen naar de andere boeg worden verplaatst. Tijdens de overstag manoeuvre

Nadere informatie

D E R ELECTRICITEIT.

D E R ELECTRICITEIT. D E T H E O R I E D E R ELECTRICITEIT. D E l r - 9 *?^Zl ' T H E O R I E D E R ELECTRICITEIT, RUSTENDE OP PROEFONDERVIND- LYKE WAARHEDEN. DOOI H E N D R I K L U G T. T* WEST- ZAANDAM, By H E N D R I K

Nadere informatie

10 (wedstrijd) TIPS VOOR PATINZEILERS

10 (wedstrijd) TIPS VOOR PATINZEILERS 10 (wedstrijd) TIPS VOOR PATINZEILERS 05 AUG 2007 NORTH SEA PATIN SAILORS BEACHCLUB DE WINDHAAN 1 1/ koers- of snelheidsschema: (figuur 1) onderling verband tussen windrichting, koers en snelheid voorbeeld

Nadere informatie

CWO 1. Optimist WSV De Ank. Dit boek is van:

CWO 1. Optimist WSV De Ank. Dit boek is van: CWO 1 Optimist WSV De Ank Dit boek is van: 1 Inhoud Wat moet je eigenlijk leren?... 3 Theorie:... 3 Praktijk... 3 Deel 1 Theorie Schiemanswerk... 5 Zeiltermen... 9 Onderdelen... 11 Veiligheid... 12 Reglementen...

Nadere informatie

LANGSTAARTIGE, EN EEKHOORNACHTIGE. KLAAUWEN HEBBENDE WEZEL, POTTO GENAAMD. OVERGEBRAGT UIT DE HOLLANDSCHE VOLKPLANTING S U R I N A M- E N

LANGSTAARTIGE, EN EEKHOORNACHTIGE. KLAAUWEN HEBBENDE WEZEL, POTTO GENAAMD. OVERGEBRAGT UIT DE HOLLANDSCHE VOLKPLANTING S U R I N A M- E N BESCHRYVING VAN EEN GEHEEL NIEUWE OF ONBEK~NDE SOORT VAM AMERIKAANSCHE LANGSTAARTIGE, EN EEKHOORNACHTIGE. KLAAUWEN HEBBENDE WEZEL, POTTO GENAAMD. OVERGEBRAGT UIT DE HOLLANDSCHE VOLKPLANTING S U R I N A

Nadere informatie

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt Dit oefenexamen lijkt erg op het echte examen. Als je wilt weten of je alles goed hebt begrepen

Nadere informatie

JEUGDZEILEN KZVW. Praktijk en theorie. Jeudzeilopleiding Kustzeilvereniging Wassenaar

JEUGDZEILEN KZVW. Praktijk en theorie. Jeudzeilopleiding Kustzeilvereniging Wassenaar JEUGDZEILEN KZVW Praktijk en theorie 1. Catamaran zeilklaar maken 2. Hijsen en strijken van de zeilen 3. Stand en bediening van de fok 4. Overstag gaan als fokkenist 1. Stand en bediening van het grootzeil

Nadere informatie

" EXTRACT. RECES VAN DE EXTRAORDs. a?4 IN AUGUSTUS BINNEN DE STAD 4 RN HEM GEHOUDEN. T E A R N H E M,

 EXTRACT. RECES VAN DE EXTRAORDs. a?4 IN AUGUSTUS BINNEN DE STAD 4 RN HEM GEHOUDEN. T E A R N H E M, " EXTRACT UIT H E T RECES VAN DE EXTRAORDs. L A N D D A G IN AUGUSTUS 1787. BINNEN DE STAD 4 RN HEM GEHOUDEN. T E A R N H E M, BY WILLEM ALBERT VAN GOOR, ORD. DRUKKER VAN DEN ED. HOVE VAN GELDERLAND 1787.

Nadere informatie

Historie van den man met de bonte-muts

Historie van den man met de bonte-muts bron. Weduwe Jacobus van Egmont, Amsterdam z.j. [1771] Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_his005hist01_01/colofon.htm 2005 dbnl 5 Voor-berigt, aan den leezer. DEeze Historie, die ik noeme

Nadere informatie

Bij meer wind en hogere golven, mast meer naar achteren zetten. Bij weinig wind en geen golven meer naar voren (maximaal rechtop.)

Bij meer wind en hogere golven, mast meer naar achteren zetten. Bij weinig wind en geen golven meer naar voren (maximaal rechtop.) Trimtips Dart 18 Uit het Dart infoboekje: 1. Optuigen en Trimmen 1.1 Trampoline en hangbanden Wanneer de trampoline gemonteerd is, is het raadzaam er even een paar keer over heen te open. Je ziet dan dat

Nadere informatie

WV het Bovenwater. Theorie CWO 1. Naam: Groep:

WV het Bovenwater. Theorie CWO 1. Naam: Groep: WV het Bovenwater Theorie CWO 1 Naam: Groep: Inhoudsopgave {TOC \O "1-3" \H \Z \U} 1 Zeiltheorie Er is een ding heel belangrijk bij het zeilen, dat is je boot. Je boot heeft heel veel onderdelen en jij

Nadere informatie

Rapport aan Zyne DoorlugtU ge Hoogheid

Rapport aan Zyne DoorlugtU ge Hoogheid (I) Rapport aan Zyne DoorlugtU ge Hoogheid 3 den Heere Triitcè van Orange en Najfau &c. &c. &c. -van den ondergeteekende Schout by Nagt van Holland en IVeftvricsland. "TjEn 9 Oaober laarftleeden, tegens

Nadere informatie

De bouwonderdelen bij dit nummer

De bouwonderdelen bij dit nummer ouwhandleiding De bouwonderdelen bij dit nummer U ontvangt de blinde, die onder de boegspriet wordt gezet en materiaal voor de tuigage. eslag linde losse schietbuizen van -ponders losse schietbuizen van

Nadere informatie

In den naam Gods amen.

In den naam Gods amen. In den naam Gods amen. Albrecht, bij de gratie Gods, paltsgraaf op den Ryn, graaf van Henegouwen, Holland, Zeeland en heer van Friesland, allen die deze brief nu of in de toekomst zullen lezen saluut en

Nadere informatie

E E R S T E H O O F D S TU K.

E E R S T E H O O F D S TU K. ~ 1 ~ E E R S T E H O O F D S TU K. Over de beginzelen der Exercitie in het algemeen en in het detail. Men kan de geheele Exercitie gevoegelyk in deze drie Classen verdeelen: 1. Het Allignement of de Rigting.

Nadere informatie

Ahoy! Mijn naam is Moos Matroos. Aan boord steek ik graag mijn handen uit de mouwen én maak ik veel plezier. Wil je ook aan de slag als matroos?

Ahoy! Mijn naam is Moos Matroos. Aan boord steek ik graag mijn handen uit de mouwen én maak ik veel plezier. Wil je ook aan de slag als matroos? ---- Samen varen, samen doen----------- Laatst was mijn kleinzoon voor de eerste keer aan boord van mijn motorboot, een jochie van net anderhalf jaar. Het eerste wat hij deed, was draaien aan het stuurwiel.

Nadere informatie

Krachten. Hoe en waarom zeilt een zeilboot? Bert Stals, 1 februari 2019

Krachten. Hoe en waarom zeilt een zeilboot? Bert Stals, 1 februari 2019 Krachten Hoe en waarom zeilt een zeilboot? Bert Stals, 1 februari 2019 Programma Krachten en krachten combineren Waarom gaan we niet steeds harder (tegenkrachten aan het werk) Momenten (krachten en armen)

Nadere informatie

V A N WETENSCHAP, KONST EN SMAAK. I. WYSBEGEERTE EN ZEDEKUNDE. II. NATUURKUNDE EN NATUURLYKE HISTORIE.

V A N WETENSCHAP, KONST EN SMAAK. I. WYSBEGEERTE EN ZEDEKUNDE. II. NATUURKUNDE EN NATUURLYKE HISTORIE. N I E U W A L G E M E E N M A G A Z Y N, V A N WETENSCHAP, KONST EN SMAAK. B E H E L Z E N D E : I. WYSBEGEERTE EN ZEDEKUNDE. II. NATUURKUNDE EN NATUURLYKE HISTORIE. III. H I S T O R I E K U N D E. IV.

Nadere informatie

Handboek Optimist zeilen. Van...

Handboek Optimist zeilen. Van... Handboek Optimist zeilen Van... Hee Dolfijn! Voor je ligt jouw boekje over het zeilen in de Oppi s bij Christofoor Zwolle. Als je dit boekje helemaal uit hebt, en alles kunt, wat hier in staat, kun je

Nadere informatie

Een nieuw zeemans lied

Een nieuw zeemans lied bron. Z.p., ca. 1800 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nie115nieu01_01/colofon.php 2011 dbnl 1 Een Nieuw Zeemans Lied. Op een Aangename Wys. 1 My dunkt ik hoor nu al weer 't gebiet Zyt

Nadere informatie

,,PLATSTAART SLANG:EN,

,,PLATSTAART SLANG:EN, VAN TWEE VERSCHILLENDE EN VOOR ALS NOG ZEER WEINIG BEKENDE,,PLATSTAART SLANG:EN, I ZYNDE DE BRUIN-RUG' uit MEXICO,'~N DE GERINGDE UIT DE INDISCHE ZEEN. Beitie, met nog eene verfchi!lende foorte van de!aatflgemelde,

Nadere informatie

CWO 1 Instructiemateriaal

CWO 1 Instructiemateriaal CWO 1 Instructiemateriaal Week 1: Technisch inzicht Minimaal 15 onderdelen van de lelievlet kunnen invullen. Bootonderdelen Lelievlet 1.klauwval 2.vaantje 3.piekeval 4.gaffeldraad 5.marllijn 6.gaffel 7.tophoek

Nadere informatie

Een ware en aanddoenlyke historie

Een ware en aanddoenlyke historie bron. Z.p., ca. 1810 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_war002ware01_01/colofon.php 2011 dbnl 1. Een jong Meisje, welke de eenige Dochter was, hoe zy tegen zin en wil van haare Ouders

Nadere informatie

Dit boekje is van: ...

Dit boekje is van: ... Dit boekje is van:... Boekje kwijt? Je kan hem ook terugvinden op onze website! www.scoutingwestvoorne.nl Speltakken > Zeeverkenners > CWO Zeilen Aftekenlijst voor het CWO 2 Diploma Praktijk Eisen: CWO

Nadere informatie

OEFENSCHOOLE K O N S T E N WEETENSCHAPPEN. V A N

OEFENSCHOOLE K O N S T E N WEETENSCHAPPEN. V A N A L G E M E E N E OEFENSCHOOLE V A N K O N S T E N N WEETENSCHAPPEN. EERSTE AFDEELING. BEHELZENDE DEWYSBEGEERTE VOOR JONGE HEEREN EN JUFFEREN, OF ACHTEREENVOLGENDE BESCHOU WINGEN VAN DE WERKEN DER NATUUR.

Nadere informatie

PUBLICATIE» jpqwtofy Raden, in naamc

PUBLICATIE» jpqwtofy Raden, in naamc PUBLICATIE» jpqwtofy Raden, in naamc v \ \ / cc ^n de Edele Mogende Hee- C V V % ren STA ATEN des FUR- S T E N D 0 M S KuJihMJi^ GELRE en vsiffl A GRAAFSCHAPS ZUT- PHEN, doen te weeten: Alzoo Hoogftgedagte

Nadere informatie

Zakboekje voor alle handelaars en liefhebbers van paarden.

Zakboekje voor alle handelaars en liefhebbers van paarden. Zakboekje voor alle handelaars en liefhebbers van paarden http://hdl.handle.net/1874/31502 Zakboekje voor alle handelaars en liefhebbers van paarden Dat hetbedrog grootmet of in deeze Nogotie ft*. valt

Nadere informatie

~ 1 ~ H A N D L E I D I N G BURGER WAPENHANDEL

~ 1 ~ H A N D L E I D I N G BURGER WAPENHANDEL ~ 1 ~ G E L Y K H E I D, V R Y H E I D EEN EN ONDEELBAARHEID H A N D L E I D I N G TOT DEN BURGER WAPENHANDEL VOOR DE B A T A A F S C H E GEWAPENDE BURGERMACHT Ingericht volgends het R E G L E M E N T

Nadere informatie

RAND IN ALLERLE7 ZOORT VAN HUIZEN

RAND IN ALLERLE7 ZOORT VAN HUIZEN N I E U W E EN CS> NATUURKUNDIGE WETTEN STEUNENBS UITVINDING, OM DEN VOORTGANG VAN ONTSTAANE RAND IN ALLERLE7 ZOORT VAN HUIZEN N voornamelyk in GROOTE EN OPENBAARE G E B O U W E N, t>p het allerzeekerfi,

Nadere informatie

WSV De Maas Venlo. (Wedstrijd)regels voor zeilers: (uitleg van de gebruikte zeiltermen, zie bjilage 1)

WSV De Maas Venlo. (Wedstrijd)regels voor zeilers: (uitleg van de gebruikte zeiltermen, zie bjilage 1) (Wedstrijd)regels voor zeilers: (uitleg van de gebruikte zeiltermen, zie bjilage 1) Bij het (wedstrijd)zeilen hebben we een aantal voorrangsregels en "wedstrijdafspraken", waaraan elke deelnemer zich zal

Nadere informatie

J: DIBBETZ WESTERWOUT. Waar in den Oorfprong en Opkomst deezer Landen aangetoonde word,"

J: DIBBETZ WESTERWOUT. Waar in den Oorfprong en Opkomst deezer Landen aangetoonde word, B E K N O P T E B E S C H R Y V I N G ZEVENTIEN D E R NEDERLANDSCHE P R O V I N C I Ë N Waar in den Oorfprong en Opkomst deezer Landen aangetoonde word," mitsgaders De Geaardheid, Zeden, Godsdienst, Huwelyken

Nadere informatie

Een week varen met de morgenster. Suzanne van Tilborg.

Een week varen met de morgenster. Suzanne van Tilborg. Een week varen met de morgenster. Suzanne van Tilborg. Ik begon deze week met het gevoel ik heb er zin in en ik zie wel wat we allemaal gaat gebeuren, ik laat het wel op me afkomen. Na de eerste dag voor

Nadere informatie

( * ) ber is, de pogingen welke daartoe aangewend worden, door zijne medewerking te onderdennen.

( * ) ber is, de pogingen welke daartoe aangewend worden, door zijne medewerking te onderdennen. B E R I C H T. txar het Etfen of vervaardigen Van Konstpïaatert door inbijting van fterk water, een der deelen van de algemeene beöeffening der Teken - en Schilderkunde is, welke tot een aangenaame en

Nadere informatie

KORTE VERHANDELING VAN GOD / DE MENSCH EN DES ZELFS WELSTAND

KORTE VERHANDELING VAN GOD / DE MENSCH EN DES ZELFS WELSTAND i1 KORTE VERHANDELING VAN GOD / DE MENSCH EN DES ZELFS WELSTAND Korte Schetz van 't eerste van het tweeede Deel KORTE SCHETZ DER VERHANDELING VAN BENEDICTUS DE SPINOZA, OVER GOD; DEN MENSCH, EN DESZELFS

Nadere informatie

Nieuw Oranje volks-lied

Nieuw Oranje volks-lied bron. Z.p., 1815 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nie072nieu01_01/colofon.php 2011 dbnl 1 Nieuw Oranje volks - lied. Wys: Wilhelmus al van Nassauwen. 1. Wilhelmus al van Nassauwen, Dat

Nadere informatie

CWO II Theorie. 1. Schiemanswerk. 2. Zeiltermen. Op deze pagina vind je de theorie van CWO II KB. Het is een aanvulling op de theorie CWO I.

CWO II Theorie. 1. Schiemanswerk. 2. Zeiltermen. Op deze pagina vind je de theorie van CWO II KB. Het is een aanvulling op de theorie CWO I. CWO II Theorie Op deze pagina vind je de theorie van CWO II KB. Het is een aanvulling op de theorie CWO I. 1. Schiemanswerk Mastworp (met slipsteek als borg) Met deze knoop leg je een boot vast aan een

Nadere informatie

Examen CWO kielboot I

Examen CWO kielboot I Examen CWO kielboot I Werkgroep CWO-examenvragen Nautische commissie waterwerk Scouting Nederland Legenda afbeeldingen Wind Wit licht Stroom Geel licht Koers Blauw licht Klein zeilschip Groen licht Klein

Nadere informatie

HUG-Ö DE &E.OOT, W A M 33 V 1 S J E 5 M E T Z E L A A R, STE1N, U I T H E T HUIS V A N ABRAHAM DAATSELAAR G E G A A N E N V E R V O L G E N S

HUG-Ö DE &E.OOT, W A M 33 V 1 S J E 5 M E T Z E L A A R, STE1N, U I T H E T HUIS V A N ABRAHAM DAATSELAAR G E G A A N E N V E R V O L G E N S I) 20 V A N HUG-Ö DE &E.OOT, I N H E T G E W A A D V A N E E N ' M E T Z E L A A R, Z O O A L S H I J, N A Z I J N E O N T K O M I N G V A N LOEVE- STE1N, U I T H E T HUIS V A N ABRAHAM DAATSELAAR G E

Nadere informatie

Dit boekje is van: ...

Dit boekje is van: ... Dit boekje is van:... Aftekenlijst voor het CWO 1 Diploma Praktijk Eisen: CWO 1 Lelievlet zeilklaar maken en aftuigen Lelievlet compleet opdoeken Afmeren op eigen ligplaats Korte afstand wrikken, (bij

Nadere informatie

borden en diversen 13 maart 2017

borden en diversen 13 maart 2017 borden en diversen 13 maart 2017 vraag 1) Zeilend met een lelievlet, ziet je het hierboven getekende bord staan. Het bord is vierkant en blauw met daarop tegen elkaar indraaiende witte pijlen. Dit is voor

Nadere informatie

FORMULIER. for DEN H. DOOP DER ÏÖNfift 'KINDEREN, /^V: IH?}^

FORMULIER. for DEN H. DOOP DER ÏÖNfift 'KINDEREN, /^V: IH?}^ EVANG. LUTH. SEMINARIUM. No. FORMULIER for DEN H. DOOP DER ÏÖNfift 'KINDEREN, /^V: IH?}^ -Voor de Zitting. Latlu GetneeHte ^oï^^^pski p iwórdt ons, geliefde Medechristenen! eën kïncj gebracht, om door

Nadere informatie

Diploma eisen Jeugdzeilen CWO I, II en III Pagina 1 van 5

Diploma eisen Jeugdzeilen CWO I, II en III Pagina 1 van 5 Diploma eisen Jeugdzeilen CWO I, II en III Pagina 1 van 5 Eisen Praktijk CWO I CWO II CWO III 1 Boot zeilklaar en nachtklaar maken 2 Boot te water laten en verhalen 3 Hijsen en strijken van de zeilen 4

Nadere informatie

Cor Hendriks: Inburgering in vroeger tijden (2)

Cor Hendriks: Inburgering in vroeger tijden (2) Cor Hendriks: Inburgering in vroeger tijden (2) ORDONNANTIE Op het verkrygen en bewaaren van het BURGERRECHT. By Burgermeesteren en Vroedschap der Stadt Utrecht gearresteert den 19. en 30. Meert 1761.

Nadere informatie

Instructie voor de moolenaars in de Starnmeer.

Instructie voor de moolenaars in de Starnmeer. Instructie voor de moolenaars in de Starnmeer. Te Alkmaar, gedrukt by Jan Coster Hz. Anno 1785. Instructie voor de moolenaars in de Starnmeer. Articul 1. In den eersten. Zullen alle Moolenaars, als de

Nadere informatie

COIÖUESPONBENTIE-WYZER,

COIÖUESPONBENTIE-WYZER, O 63 3377 "BSiS&BaSSi 01 3220 0874 ALGEMEEN O DENKBEELD F MYNE GEDACHTEN E» UITVINDING VAN EEN Ï H E L È G K ' A P H E, O F COIÖUESPONBENTIE-WYZER, Zynde een Werktuig, onlangs in Fran'ïryk uitgevonden

Nadere informatie

Merkwaardig verhaal van Reinier Hylkes, als matroos, met het schip de Hopende Visser

Merkwaardig verhaal van Reinier Hylkes, als matroos, met het schip de Hopende Visser Merkwaardig verhaal van Reinier Hylkes, als matroos, met het schip de Hopende Visser commandeur Volkert Jansz, ten jare 1777, na Groenland uitgevaren op de walvisvangst, en aldaar met 9 andere schepen

Nadere informatie

B E R I G T WEGENS DEN STORM IN DEN NACHT TU6SCHEN DEM 20 EN 21 NOVEMBER 1776.

B E R I G T WEGENS DEN STORM IN DEN NACHT TU6SCHEN DEM 20 EN 21 NOVEMBER 1776. 295 B E R I G T WEGENS DEN STORM IN DEN NACHT TU6SCHEN DEM 20 EN 21 NOVEMBER 1776. (Volgens het handschrift van Mr- Lollius Adema, in leven Secretaris van Wïjmbritseradeel, te Sneek. 1776.) Uonderdag den

Nadere informatie

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt Dit oefenexamen lijkt erg op het echte examen. Als je wilt weten of je alles goed hebt begrepen

Nadere informatie

Insigne Zeilen CWO Kielboot I

Insigne Zeilen CWO Kielboot I Insigne Zeilen CWO Kielboot I Zeeverkenners 1 Scouting Loevestein Insigne Zeilen (rood) CWO Kielboot I Het CWO-diploma Kielboot I is bedoeld voor personen die blijk hebben gegeven de volgende onderdelen

Nadere informatie

Gruwel moord, gepleegd door zekeren, Basurini

Gruwel moord, gepleegd door zekeren, Basurini Gruwel moord, gepleegd door zekeren, Basurini Dirk ter Woort bron exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: Lbl KB Wouters 06021 Gruwel moord, gepleegd door zekeren, Basurini. J. Wendel en

Nadere informatie

INSECTEN; HISTORIE NATUURLYKE. jimsterd^m, VAN ROSENHOF, Miniatuur -Schilder. EERSTE DEELS, HdeSTUK.

INSECTEN; HISTORIE NATUURLYKE. jimsterd^m, VAN ROSENHOF, Miniatuur -Schilder. EERSTE DEELS, HdeSTUK. .-* ^ D NATUURLYKE HISTORIE E INSECTEN; Voorzien met naar 't Leven getekende en gekoleurde Plaaten. Folgens eigen ondervinding befchreeven y door den Heer AUGUST JOHAN RÖSEL, VAN ROSENHOF, Miniatuur -Schilder.

Nadere informatie

BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017

BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017 BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017 vraag 1) Wie is de gezagvoerder van een sleep met een gesleept vaartuig? A. de schipper van de sleepboot B. de schipper van het gesleepte vaartuig C. geen van

Nadere informatie

De bouwonderdelen bij dit nummer

De bouwonderdelen bij dit nummer Bouwhandleiding De bouwonderdelen bij dit nummer Bij deze aflevering ontvangt u de onderdelen van de onderlijzeilspieren, verdere losse schietbuizen en de kettingen voor het roerblad van uw Victory. Houten

Nadere informatie

Eisen Insigne zeiler (groen) CWO-Kb-II

Eisen Insigne zeiler (groen) CWO-Kb-II Eisen Insigne zeiler (groen) CWO-Kb-II Eisen praktijk 1. Het schip zeilklaar en nachtklaar maken Controle inventaris. Eventueel schip schoon/droog maken. Zonodig sluitingen controleren. Fok aanslaan: val

Nadere informatie

RS-Feva. Handleiding. RACING MANUAL (Part I)

RS-Feva. Handleiding. RACING MANUAL (Part I) RS-Feva Handleiding RACING MANUAL (Part I) Datum: 8 oktober 2009 Alle foto s (behalve foto s 4-8 en A en B) en tekst zijn auteursrechtelijk beschermd en mogen NIET gebruikt of gepubliceerd worden zonder

Nadere informatie

Vervoer van granen in 1836

Vervoer van granen in 1836 Vervoer van granen in 1836 No. 168. BESLUIT van den Gouverneur van Groningen, van den 11den Junij 1836, no. 23, houdende bijzondere verordeningen voor die provintie, betrekkelijk den binnenwaardschen vervoer

Nadere informatie

Examen CWO kielboot II

Examen CWO kielboot II Examen CWO kielboot II Werkgroep CWO-examenvragen Nautische commissie waterwerk Scouting Nederland Legenda afbeeldingen Wind Wit licht Stroom Geel licht Koers Blauw licht Klein zeilschip Groen licht Klein

Nadere informatie

RS-Feva. Handleiding. RACING MANUAL (Part 2)

RS-Feva. Handleiding. RACING MANUAL (Part 2) RS-Feva Handleiding RACING MANUAL (Part 2) Datum: 8 oktober 2009 Alle foto s (behalve foto s 4-8 en A en B) en tekst zijn auteursrechtelijk beschermd en mogen NIET gebruikt of gepubliceerd worden zonder

Nadere informatie

UB AMSTERDAI

UB AMSTERDAI I Cs) 1 388 01 2428 6477 UB AMSTERDAI A A N M E R K I N G E N. OVER DE IN GEBRUIK ZIJNDE MANIER DER BAARD- PLANKEN AAN DE SLUIZEN, IN WELKEN DE DEFECTEN AANCEWEEZEN EN DE NOODIGE VERBüETERINCEN DE* AANGAANDE

Nadere informatie

Z A A M E N S P R A A K

Z A A M E N S P R A A K Z A A M E N S P R A A K T U S S C H E N D E L U C H T B O L V A N f> E N H E E R E D U I V E N E, En die van 't GENOOTSCHAP F EL IX ME RI T IS. Waar in verhaald word de wonderlyke ontmoetingen welke zy

Nadere informatie

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. (ET. 44.) WET van den 2$sten Juli) i85o, ter uitvoering van art, j der Grondwet. WIJ WILLEJI III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE

Nadere informatie

IMPRESSIE HEMELVAARTTOCHT 2015 (VOYAGER)

IMPRESSIE HEMELVAARTTOCHT 2015 (VOYAGER) IMPRESSIE HEMELVAARTTOCHT 2015 (VOYAGER) Voor de Voyager begon de Hemelvaarttocht 2015 met de afvaart om 13:30 vanuit Lelystad haven met zon, 15 knopen wind en een snelheid over de grond van 6 knopen.

Nadere informatie

YSCO Diploma zeilen NASAF 1 Criteria + Theorie

YSCO Diploma zeilen NASAF 1 Criteria + Theorie YSCO Diploma zeilen NASAF 1 Criteria + Theorie Chris Koppenaal 2012 Youth Sailing Curacao Organisation Diploma zeilen In dit document is te vinden wat voor kennis en kunde er nodig is om te slagen voor

Nadere informatie

De startgids voor wedstrijdzeilen

De startgids voor wedstrijdzeilen De startgids voor wedstrijdzeilen (gecopieerd van OCN club NL) De start is één van de meest belangrijke en mogelijk één van de meest frustrerende onderdelen van het wedstrijdzeilen.het lijkt erop dat bepaalde

Nadere informatie

De Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Delft,

De Gedeputeerden der Steden Dordrecht, Haarlem, Delft, 1 *ST' FRTHE1D, GEUïKHEID, BROEDERSCHAP. Vergadering van de Pro vifioneele Reprsefenta? ten van het Volk van Holland, gehouden in den Hage Maandag dm 16 January 1795. Eetjle Jaar der Bataaffcbe Vryheid.

Nadere informatie

Hybride voortstuwing sloep met ballen

Hybride voortstuwing sloep met ballen Hybride voortstuwing sloep met ballen Sloep met ballen is een overnaads geklonken aluminium reddingssloep van 8,25 m met een gewicht van circa 2500 kilo. Voor deze sloep ben ik op zoek naar een hybride

Nadere informatie

Een nieuw lied Of de klaagende dochter

Een nieuw lied Of de klaagende dochter bron. Z.p., ca. 1810 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nie054nieu01_01/colofon.php 2011 dbnl 1 Of de Klaagende. dochter WYS: ô Gestaadige dag. 1. Ag hoe vals is het hert van een Minnaar,

Nadere informatie

1 In de figuur moet je aangeven welke termen/namen er bij de verschillende nummers horen. Welke combinatie is goed?

1 In de figuur moet je aangeven welke termen/namen er bij de verschillende nummers horen. Welke combinatie is goed? Nautisch Inzicht 1 In de figuur moet je aangeven welke termen/namen er bij de verschillende nummers horen. Welke combinatie is goed? a) de hoge wal, loef- en lijzijde; b) de lage wal, lij- en loefzijde;

Nadere informatie

Een nieuw lied, Op de onverwagte wederkomst van een minnaar by zyn beminde

Een nieuw lied, Op de onverwagte wederkomst van een minnaar by zyn beminde Een nieuw lied, Op de onverwagte wederkomst van een minnaar by zyn beminde bron exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: Lbl KB Wouters 03050. Z.p. ca. 1810 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nie040nieu01_01/colofon.htm

Nadere informatie

VERZAMELING VERLUS TI GING. HOORENSknSCHULPEN, AMSTERDAM, TE BydeErvenvan f. HOUTTUYN. M D C C L X X. EERSTE DEEL. VAN ALLEPvLEY BEKENDE

VERZAMELING VERLUS TI GING. HOORENSknSCHULPEN, AMSTERDAM, TE BydeErvenvan f. HOUTTUYN. M D C C L X X. EERSTE DEEL. VAN ALLEPvLEY BEKENDE G. TJ^, K N O R R S VERLUS TI GING DER OOGEN EN VAN DEN GEEST, VERZAMELING o F VAN ALLEPvLEY BEKENDE HOORENSknSCHULPEN, DIE IN HAAR EIGEN KLEUREN AFGEBEELD ZYN: EERSTE DEEL. THANS NAGEZIEN, VERBETERD,

Nadere informatie

Zeilwoordenlijst voor waterscouting. De belangrijke vreemde woorden en begrippen voor de beginnende bemanningsleden.

Zeilwoordenlijst voor waterscouting. De belangrijke vreemde woorden en begrippen voor de beginnende bemanningsleden. Zeilwoordenlijst voor waterscouting. De belangrijke vreemde woorden en begrippen voor de beginnende bemanningsleden. A Aanliggen: Zeilstand waarbij de wind de welving van het zeil goed kan volgen. Aanslaan:

Nadere informatie

E BIBLIOTHECA viri clarissimi

E BIBLIOTHECA viri clarissimi E BIBLIOTHECA viri clarissimi A. 1880 defuncti, Universitati donafa. ^ r Bibliotheek Universiteit van Amsterdam 01 3261 7077 BEANTWOORDING D E R V R A A G E: HOE K U N N E N VROUWEN, ZONDER BENADELING

Nadere informatie

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond Instructie Laat de leerling een extra set droge roei- dan wel burgerkleding en schoenen bij zich hebben. Laat de bril afzetten of vastmaken met een touwtje. Het traject van de opleiding tot het Sc 2 niveau

Nadere informatie

Theorie Eisen Kielboot 1

Theorie Eisen Kielboot 1 Theorie Eisen Kielboot 1 Theorie Eisen Kielboot 1 1 - Schiemanswerk De volgende knopen en steken kennen en op verzoek kunnen leggen: achtknoop, twee halve steken waarvan de eerste slippend, paalsteek,

Nadere informatie

Informatieblad Zeilvoering 1

Informatieblad Zeilvoering 1 Bijlage Werkbladen Werkblad Onderbroken kaartprojectie van de wereld Informatieblad I Zeilvoering 1 Zeilvoering van een laat 18e eeuws schip met Grootzeilen, Marszeilen en Bramzeilen (van onder naar boven)

Nadere informatie

Berigt van den zaaklyken inhoud van twee lessen, gegeeven aan de leden van de Teken-Akademie te Amsterdam

Berigt van den zaaklyken inhoud van twee lessen, gegeeven aan de leden van de Teken-Akademie te Amsterdam Berigt van den zaaklyken inhoud van twee lessen, gegeeven aan de leden van de Teken-Akademie te Amsterdam Petrus Camper bron Petrus Camper, Berigt van den zaaklyken inhoud van twee lessen, gegeeven aan

Nadere informatie

Naam: Geboorte datum: Adres: Postcode: Datum: Instructeur/trise:

Naam: Geboorte datum: Adres: Postcode: Datum: Instructeur/trise: Naam: Geboorte datum: Adres: Postcode: Datum: Instructeur/trise: De Windroos Bootonderdelen Schiemanswerk: 8-knoop schootsteek platte knoop mastworp paalsteek Halve steek slipsteek met daarop een halve

Nadere informatie

Schets der elektriciteit-kunde

Schets der elektriciteit-kunde Schets der elektriciteit-kunde Martinus van Marum bron. J. van Walré, Haarlem 1781 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/maru002sche01_01/colofon.php 2010 dbnl III Bericht. Voor UWED. MYNE

Nadere informatie

lichten en bruggen/sluizen 28 februari 2017

lichten en bruggen/sluizen 28 februari 2017 lichten en bruggen/sluizen 28 februari 2017 vraag 1) Zeilend met een vlet zie je recht vooruit een schip dat aan stuurboord twee boven elkaar gehesen groene ruiten voert en aan bakboord een rode bal. Je

Nadere informatie

WELKOM BIJ DE JEUGDZEILOPLEIDING VAN DE WSV HOORN (WSV

WELKOM BIJ DE JEUGDZEILOPLEIDING VAN DE WSV HOORN (WSV WELKOM BIJ DE JEUGDZEILOPLEIDING VAN DE WSV HOORN (WSV =Watersport Vereniging) Een beginnende zeiler of iemand die voor het eerst gaat varen heeft meestal geen idee wat hem of haar te wachten staat. Welke

Nadere informatie

Aandoenlyke geschiedenis, voorgevallen te Edenburg, in het Duitsche Ryk

Aandoenlyke geschiedenis, voorgevallen te Edenburg, in het Duitsche Ryk Aandoenlyke geschiedenis, voorgevallen te Edenburg, in het Duitsche Ryk bron exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: Lbl KB Wouters 03092. Z.p. ca. 1840 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_aan002aand01_01/colofon.htm

Nadere informatie

Een dwarsgetuigdschip vaart prima met de wind mee.maar veel minder goed met halve wind of aan de wind.

Een dwarsgetuigdschip vaart prima met de wind mee.maar veel minder goed met halve wind of aan de wind. 1 2 3 Lateraalpunt:het middelpunt van de dwarskrachten die onder water ontstaan. Het lateraalpunt valt ongeveer in de kiel (of het zwaard) en noemen we punt L. Zie het boek van Hoefnagels, pagina 309.

Nadere informatie

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond Instructie Laat de leerling een extra set droge roei- dan wel burgerkleding en schoenen bij zich hebben. Laat de bril afzetten of vastmaken met een touwtje. Het traject van de opleiding tot het Sc 2 niveau

Nadere informatie

BATAVIA, VOORTREFFELYKE GEBOUWEN, DIEREN EN GEWASSEN,' B E S C H R E E V E N. HOOGE EN LAAGE REGEERING, GESCHIEDENISSEN, LUCHTSGESTELDHEID, ZIEKTEN,

BATAVIA, VOORTREFFELYKE GEBOUWEN, DIEREN EN GEWASSEN,' B E S C H R E E V E N. HOOGE EN LAAGE REGEERING, GESCHIEDENISSEN, LUCHTSGESTELDHEID, ZIEKTEN, BATAVIA, DE HOOFDSTAD VAN NEERLANDS O. INDIEN. IN G.ELEGENHEID, D E R Z E L V E R OPKOMST, VOORTREFFELYKE GEBOUWEN, HOOGE EN LAAGE REGEERING, GESCHIEDENISSEN, K E R K Z A A K E N, K O O P H A N D E L,

Nadere informatie