VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR VAN DE OMGEVINGSDIENST MIDDEN- EN WEST-BRABANT

Transcriptie

1 VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR VAN DE OMGEVINGSDIENST MIDDEN- EN WEST-BRABANT Datum: 1 juni 2016 Tijd: uur Locatie: Gemeentehuis Tilburg Aanwezig: Provincie Noord-Brabant: Gemeente Aalburg: Gemeente Alphen-Chaam: Gemeente Baarle-Nassau: Gemeente Bergen op Zoom: Gemeente Breda: Gemeente Dongen: Gemeente Drimmelen: Gemeente Etten-Leur: Gemeente Geertruidenberg: Gemeente Gilze en Rijen: Gemeente Goirle: Gemeente Heusden: Gemeente Hilvarenbeek: Gemeente Loon op Zand: Gemeente Moerdijk: Gemeente Oisterwijk: Gemeente Oosterhout: Gemeente Rucphen: Gemeente Steenbergen: Gemeente Tilburg: Gemeente Waalwijk: Gemeente Werkendam: Gemeente Woensdrecht: OMWB: OMWB: OMWB: De heer J. van den Hout (voorzitter); De heer P.A. Bouman; De heer A. van de Heijning; De heer J.G.M. van Cranenbroek; De heer P.A.M. van der Velden; De heer P. Depla; Mevrouw B. van Beers; De heer G. de Kok; De heer R.L. Dujardin; Mevrouw W. van Hees; Mevrouw A. Zwarts; De heer G. van der Put; De heer J. Hamming; De heer R.F.I. Palmen; De heer W. Luijendijk; De heer J.P.M. Klijs; De heer S. Verhoeven; De heer S.W.Th. Huisman; Mevrouw L. Matthijssen-de Jong; De heer R. van den Belt; De heer M. Jacobs; Mevrouw J.C.R. Keijzers-Verschelling; De heer M. de Gelder; De heer J.J.C. Adriaansen; Mevrouw Y. van Delft (secretaris); De heer R. Verschoor (wnd. secretaris); De heer F.C. Goorden (verslaglegging); Afwezig met bericht van verhindering: Gemeente Halderberge: De heer F. Harteveld; Gemeente Roosendaal: De heer A.A.B. Theunis; Gemeente Woudrichem: De heer I.C. Koedoot; Gemeente Zundert: De heer J.C.M. de Beer; 1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. Hij deelt mede, dat heren Harteveld, Theunis, Koedoot en De Beer zich hebben afgemeld voor deze vergadering. De heer De Gelder maakt melding van het feit, dat hij op verzoek van de heer Koedoot bij de te bespreken agendapunten ook enkele zaken zal inbrengen vanuit de gemeente Woudrichem. Mevrouw Zwarts meldt, dat zij uiterlijk uur de vergadering zal verlaten vanwege andere verplichtingen. Het algemeen bestuur stemt in met de agenda en de stukken, zoals die aan de leden van het algemeen bestuur is verstrekt. Hij attendeert de leden op een erratum behorende bij agendapunt 5., dat voorafgaand aan de vergadering is uitgereikt. 2. Verslag van de vergadering van 23 maart 2016 De heer Van der Put vraagt om het ontwerpverslag eerder toe te sturen. Mevrouw Van Hees en de heer Luijendijk onderschrijven dat verzoek. 1

2 De voorzitter zegt toe dat het ontwerpverslag binnen een week aan de leden zal worden verstuurd. Mevrouw Van Hees zegt, dat het verslag een correcte weergave is van het besprokene en vollediger is dan de verslagen in het verleden. Daarvoor de complimenten! De heer Adriaansen vraagt om in het verslag op te nemen, dat de RMD-gemeenten zich hebben uitgesproken voor een onafhankelijk arbitragetraject en niet voor de beslechting van de geschillen via een commissie van wijzen. Zonder hoofdelijke stemming besluit het algemeen bestuur het verslag met inachtneming van de door de heer Adriaansen vermelde aanpassing vast te stellen. 3a. Ingekomen stukken: brief minister BZK inzake uitvoering preventief toezicht De heer Van de Put zegt, dat in de brief toestemming wordt gegeven om tot 1 mei 2016 uitgaven te doen. Hij vraagt of dit inhoudt, dat er nu, na het verstrijken van deze datum, geen uitgaven meer worden gedaan. De voorzitter zegt, dat van het ministerie mondeling de toezegging is ontvangen dat de situatie, zoals in de brief beschreven wordt gecontinueerd tot 13 juli 2016, het moment waarop aan het algemeen bestuur het voorstel zal worden gedaan om de begrotingen 2016 en 2017 vast te stellen. Het ministerie heeft ook toegezegd een en ander schriftelijk te bevestigen. Voorts merkt de heer Van den Hout op, dat van de heer Theunis op 31 mei 2016 het bericht is ontvangen, dat hij vanaf de zomer terugtreedt als lid van het dagelijks bestuur en dat er ook vanuit Roosendaal geen andere collegeleden zijn om de functie over te nemen. Dit bericht van de heer Theunis houdt dus in, dat er binnen het dagelijks bestuur twee vacatures zijn. Bij agendapunt 4 zal de invulling daarvan aan de orde worden gesteld. 4. Evaluatie en werkwijze DB De voorzitter geeft een korte toelichting op het voorstel. Deze vergadering wordt gevraagd om in te stemmen met de verbetervoorstellen en met de procedure om te komen tot een aanvulling van het dagelijks bestuur. De benoeming van deze leden is voorzien voor de vergadering van 13 juli De heer Luijendijk vindt het een goede analyse, zeker gelet op het feit, dat er sprake is geweest van een complexe, ingewikkelde situatie. Hij kan er mee instemmen, dat er voorlopig op basis van proef gewerkt gaat worden commissies. Dat kan goed werken, maar kan naar zijn mening ook ontaarden in te veel bureaucratie. Hij doet de aanbeveling om duidelijk uit te werken wat de rol is van bestuurlijke respectievelijk ambtelijke commissies om te voorkomen, dat er op dat punt verwarring ontstaat. De heer Huisman kan zich vinden in het betoog van de heer Luijendijk. Hij voegt daar nog aan toe, dat in de evaluatie nog meer naar voren mag komen, dat de deelnemers hier zitten als eigenaar en niet als opdrachtgever. Mevrouw van Beers mist in de notitie een evaluatie moment om te kunnen beoordelen of de verbetervoorstellen ook het beoogde effect sorteren. De voorzitter antwoordt hierop, dat dit moment inderdaad niet in de notitie is opgenomen. De notitie zal op dat punt worden aangevuld. De heer Dujardin zegt, dat de notitie een goed beeld geeft van de rollen van de leden van het AB en van het DB. Hij kan zich dan ook vinden in de evaluatie. Hij vraagt of ten aanzien van de samenstelling van het DB nu al goed gekeken is naar alle posities in het DB, met andere woorden is er nu al sprake van een evenwichtige samenstelling. Hij vraagt om de profielen voor de leden van het DB tijdig toe te sturen. De voorzitter zegt toe, dat voor alle posities in het DB een profiel zal worden opgesteld. Mevrouw Van Hees zegt met instemming kennis te nemen van de toezegging om de profielen op te stellen en toe te sturen. Zij is van mening, dat iedere positie in het DB in bespreekbaar moet zijn, ook die van de zittende leden. Het is belangrijk om met een frisse start te beginnen. Een kritische blik bij het samenstellen van het DB hoort daar bij. Zij kan zich voorstellen, dat de beoogd voorzitter als een soort formateur dit proces begeleidt. Tenslotte vraagt zij of bij de evaluatie alle DB-leden betrokken zijn geweest. De heer Palmen antwoordt op deze laatste vraag, dat de heer Klijs vanwege familieomstandigheden niet bij de evaluatie zelf is geweest, maar wel zijn inbreng heeft geleverd bij het vaststellen van de notitie door het DB. De notitie is dan ook unaniem door het DB vastgesteld. 2

3 De heer Van den Belt vraagt zich af of het voorstel wel voldoende aansluit bij het besluit op het initiatiefvoorstel, zoals dat in de vorige vergadering is genomen. Hij zegt, dat in de notitie is vermeld, dat de samenstelling mede gebaseerd moet zijn op gebied en grootte. Hij vraagt of die regel in beton is gegoten. Hij hecht meer aan een samenstelling gebaseerd op kwaliteit dan op evenredige vertegenwoordiging. De voorzitter zegt, dat de huidige samenstelling naar het oordeel van het DB aansluit bij de gewenste competenties. Ten aanzien van de samenstelling naar gebied en naar grootte geeft hij aan, dat de gemeenschappelijke regeling daarover een bepaling bevat. De heer Dujardin zegt, dat deze bepaling bij het aanpassen van de regeling gewijzigd zou kunnen worden. De heer De Kok onderschrijft de woorden van de heer Huisman. De leden van het AB moeten zich bewust zijn van het feit, dat zij hier zitten als eigenaar. In de evaluatie mist hij een belangrijk stuk, namelijk de elementen die er voor hebben gezorgd dat de dienst niet voortvarend van start kon gaan. Het DB heeft die situatie laten lopen en heeft niet ingegrepen om de koers te wijzigen. De heer Bouman vindt de notitie teleurstellend. De notitie ademt geen verandering uit. Hij is dan ook de mening toegedaan, dat de situatie zal blijven zoals voorheen. Om een verandering te realiseren en een nieuwe start te maken is het noodzakelijk, dat er kritisch gekeken wordt naar competentieprofielen en de invulling daarvan. De heer De Gelder is van mening, dat er sprake is van een scherpe zelfevaluatie. Hij concludeert uit dit alles, dat het ontbreken van betrokkenheid een belangrijke oorzaak is voor de ontstane situatie. Hij vraagt zich af of het ontbreken van die betrokkenheid een gevolg is van tijdgebrek of van vluchtgedrag en of het DB nu wel het gevoel heeft dat zij optreedt als één team. Hij denkt dat het een goede suggestie is om een evaluatiemoment in de notitie op te nemen. Namens de gemeente Woudrichem brengt hij in, dat goed gekeken moet worden naar profielen en competenties bij het samenstellen van het DB. Ook moet het DB zich alleen maar bezig houden met zaken, die tot de basis behoren. De voorzitter zegt dat de opmerkingen die te maken hebben met teamwork door het DB worden gedeeld. Er zal daar in de toekomst zeker meer aandacht voor zijn. Hij zegt toe, dat de samenstelling van het DB en de portefeuilleverdeling gekoppeld zal worden aan profielen. Een en ander zal resulteren in een voorstel voor de vergadering van 13 juli as. De heer Van Cranenbroek kan instemmen met de uitgevoerde analyse. De voorstellen worden door hem ondersteund. De heer Verhoeven kan eveneens instemmen met de notitie. Hij is van mening dat competenties belangrijker zijn dan de grootte van de deelnemer of de ligging in het werkgebied. Bovendien vindt hij het belangrijk, dat de opgebouwde expertise binnen het DB niet verloren gaat. Alles overziende komt hij tot de conclusie om vertrouwen te geven in het proces, zeker gelet op de moeizame start van de OMWB. De heer Van der Velden vindt de notitie een heldere analyse van de ontstane situatie. De in de notitie gemaakte afweging had ook anders kunnen uitpakken dan nu in de notitie is verwoord. Hij geeft in overweging om de bevindingen in de zelfevaluatie anders te presenteren om daarmee de raden mee te krijgen. Mevrouw Keijzers is van mening dat notitie oprecht en eerlijk is als gekeken wordt naar het verleden. Ook in de voorstellen voor de toekomst kan zij zich vinden. Als het gaat om het proces om te komen tot een nieuw DB is zij van mening dat iedere functie beschikbaar moet zijn en dat door middel van heldere profielen geprobeerd moet worden de juiste man of vrouw op de juiste portefeuille te krijgen. In dat kader vraagt zij ook aandacht voor het tijdsaspect. De leden die zich beschikbaar stellen moeten ook de tijd hebben om de functie te kunnen uitvoeren. Zij vraagt wanneer de functieprofielen beschikbaar zijn. De voorzitter zegt dat de functieprofielen volgende week beschikbaar zijn en zullen worden opgestuurd. Voor iedere portefeuille zal een profiel worden opgesteld. Vervolgens kunnen kandidaten worden aangemeld voor 15 juni as. De heer Depla merkt op, dat iedereen zich wel bewust moet zijn van het feit, dat dit de enige gemeenschappelijke regeling is waar het zo werkt. Hij is het met iedereen eens dat er een beweging gemaakt moet worden, maar men moet wel beseffen, dat de nu naar voren gebrachte ideeën uniek zijn. Als deze gedachten worden ingegeven door gebrek aan vertrouwen in het zittend DB dan is hij van mening, dat dit gebrek aan vertrouwen dan ook moet worden uitgesproken. 3

4 Mevrouw Van Hees vindt dat er procesafspraken gemaakt moeten worden. Zij is van mening dat de heer Depla als beoogd voorzitter een voorstel zou kunnen doen. De heer Luijendijk is van mening dat er een takenpakket moet worden opgesteld voor het gehele DB. Vervolgens kunnen er profielen worden opgesteld en die kunnen getoetst worden aan de zittende leden. Vervolgens kunnen de openstaande vacatures worden ingevuld. Hij is er geen voorstander van om het volledige DB te vervangen. De heer Hamming vindt de analyse helder en is eveneens van mening dat het niet zinvol is om alles overhoop te halen. Er moet gekeken worden naar wat we op termijn willen bereiken. Hij vindt het krachtig van het DB dat zij zelf schuld erkent. De continuïteit is naar zijn mening in het geding als er een volledig nieuw bestuur wordt gekozen. De heer Huisman sluit zich aan bij de woorden van de heer Hamming. Een volledig nieuwe samenstelling van het DB is veel te ingrijpend. Mevrouw Keijzers sluit aan bij het voorstel van de heer Luijendijk. Er wordt dan voldaan aan de wens om alle zittende DB-leden te toetsen aan het competentieprofiel. De heer Dujardin vindt het belangrijk dat het vertrouwen in het DB en het AB wordt hersteld. Het is dan ook belangrijk om zorgvuldig om te gaan met de bemensing van het DB. Hij kan zich vinden in de woorden van de heer Luijendijk. Hij heeft in ieder geval niet de intentie om door dit proces een motie van wantrouwen uit te spreken richting het DB. De heer Klijs zegt dat de intentie van iedereen hetzelfde is. Hij is van mening, dat het wel raadzaam is om vanuit de provincie en de drie grootste gemeentelijke opdrachtgevers een vertegenwoordiging te hebben in het dagelijks bestuur. Hij is het eens met het door de heer Luijendijk beschreven proces, maar dan wel onder die voorwaarden. De voorzitter constateert, dat er voor geopteerd wordt om voor alle DB-leden een profielschets op te stellen. Deze zal worden getoetst aan de zittende leden. Voor de vacatures kunnen kandidaten worden ingediend, waarbij men zich wel bewust moet zijn van het feit, dat er meer dan twee kandidaten kunnen worden aangemeld. Op 13 juli kan dan worden getoond hoe een en ander matcht. Mevrouw Zwarts vraagt welke competenties van de nieuwe leden worden verwacht. De voorzitter zegt dat dat zal blijken aan de hand van de profielen die worden opgestuurd. Mevrouw Zwarts zegt dat de evaluatie scherp is en sluit zich voor de rol van het AB aan bij de woorden van de heren Huisman en De Kok. De leden van het AB moeten goed kijken naar hun rol als eigenaar. De evaluatie is in die zin naar haar oordeel ook zinvol voor de leden van het algemeen bestuur. De heer Van der Put is het eens met mevrouw Zwarts. Hij denkt dat het zinvol is om in de toekomst bijeenkomsten te houden voor AB-leden om de rolverdeling scherp te krijgen. Ten aanzien van de notitie merkt hij op, dat de relatie met de andere Omgevingsdiensten niet in de portefeuille van de heer Van den Hout zou moeten zitten maar in de portefeuille van de voorzitter, omdat de provincie daar zelf een belang heeft. Mevrouw Matthijssen is het eens met de notitie en sluit zich aan bij de woorden van de heer Luijendijk. De heer Adriaansen vindt de analyse goed. Hij is van mening dat het belangrijk is om goed te kijken naar de profielen en de bemensing om de juiste stappen te zetten. Hij is het eens met de heer Luijendijk, dat het werken met commissies het gevaar in zich heeft dat het geheel erg bureaucratisch wordt. Als voorbeeld hoe het zou kunnen werken verwijst hij naar de structuur bij de veiligheidsregio. Tot slot merkt hij op, dat het bij adviespanels niet alleen gaat om ambtelijke panels ten behoeve van het DB. Een ambtelijk overleg als voorportaal voor het AB mag in dat verband niet verloren gaan. De heer Van de Heijning kan instemmen met de notitie. Hij onderschrijft voor het vervolg de woorden van de heer Hamming. De heer Depla zegt dat de commissies tot doel hebben te kunnen klankborden met leden van het algemeen bestuur. Hij is het eens met de heer Luijendijk dat gewaakt moet worden voor een bureaucratisch geheel. Als het gaat om de ambtelijke adviespanels wordt bedoeld, dat het DB graag gebruik wil maken van adviezen vanuit de deelnemers voordat er besluiten worden genomen, zodat de besluitvorming niet alleen bepaald wordt door de advisering vanuit de OMWB. Bovendien kan op die manier gebruik gemaakt worden van de aanwezige expertise bij de deelnemers. Als voorbeeld noemt hij het inschakelen van juristen van deelnemers voor het invullen van de juridische controlfunctie. 4

5 De heer Adriaansen zegt, dat in de notitie staat dat de beoogde adviespanels in plaats treden van de huidige adviespanels. Uit de woorden van de heer Depla maakt hij op, dat de adviespanels voor het DB een aanvulling zijn op de bestaande structuur. Dat is in strijd met wat in de notitie staat. De heer Verhoeven zegt, dat er spanning zit op de rol van een AB-lid als eigenaar in relatie tot de rol als opdrachtgever. Ook als eigenaar moet je het vertrouwen hebben van de raden van de deelnemende gemeenten. Die raden kijken ook naar de dienst als opdrachtgever. Dat kan leiden tot spanning. Mevrouw Van Hees zegt, dat zij een goed gevoel heeft bij de gevoerde discussie, maar voor het herstellen van vertrouwen is meer nodig dan wat er nu in de notitie staat. Zij pleit er voor om goed na te denken over de wijze waarop de notitie en de uitvoering daarvan aan de deelnemers wordt gepresenteerd. Zonder hoofdelijke stemming besluit het algemeen bestuur in te stemmen met de notitie en het dagelijks bestuur op te dragen voor iedere functie profielen op te stellen en deze aan de deelnemers te verstrekken. 5. Basistakenpakket De heer Luijendijk zegt, dat de wetgeving waarin het basistakenpakket een plaats moet krijgen nog niet is vastgesteld. Er moet dus rekening gehouden met mogelijke wijzigingen in de toekomst. De heer Huisman zegt dat het pakket inderdaad geactualiseerd moet worden als de wetgeving anders wordt ingevuld. Mevrouw Van Beers kan instemmen met het voorstel. Zij vraagt waarom de BRIKStaken wel tot het basistakenpakket van de provincie behoren. De heer Dujardin zegt een voorbehoud te willen maken voor de asbesttaken. Deze behoren alleen tot het pakket als het gaat om complexe zaken. Dit voorbehoud is ook al gemaakt in de ambtelijke werkgroep. De heer Van den Hout merkt op, dat voor 2024 alle asbest verwijderd zal moeten zijn. Dat is naar zijn oordeel alleen al een reden om te spreken van een complexe situatie. Mevrouw Van Hees onderschrijft het voorstel. Zij is van mening dat er nu snel gewerkt moet gaan worden aan een Level Playing Field. Het zou mooi zijn als dat LPF meegenomen zou kunnen worden in de werkprogramma s voor De heer De Kok zegt, dat de notitie spreekt over 23 maart 2016 als ingangsdatum. Omdat het voorstel nu pas wordt behandeld stelt hij voor om te kiezen voor 1 juli De heer Bouman is het niet eens met de inhoud van de notitie. Hier is naar zijn oordeel geen sprake van een basistakenpakket, maar van een basistakenpakket plus. Er zijn taken aan toegevoegd, zoals asbest en onderdelen van handhaving, die volgens hem niet tot het pakket behoren. De heer De Gelder wijst op een fout in de datum van het uitgereikte erratum (27 mei in plaats van 27 juni). Hij wijst er op, dat een uniforme uitleg van het pakket nog niet impliceert, dat er sprake is van een uniforme uitvoering. Zeker als er geen sprake is van een gegeven mandaat aan de OMWB blijft de rol van het bevoegd gezag erg groot. Hij pleit er voor om vooral bij handhavingszaken de betrokkenheid van alle partijen goed in beeld te hebben. Namens de gemeente Woudrichem merkt hij op, dat vanuit die gemeente vraagtekens worden gezet bij het uitgangspunt onder 2.1, eerste bullet van de notitie en de over te dragen taken inzake handhaving en asbest. De notitie gaat op die onderdelen verder dan landelijk is overeen gekomen. De heer Van Cranenbroek kan in principe instemmen met de notitie. Hij pleit er voor om de toezichthouders van de OMWB ook melding te laten doen van andere overtredingen dan milieu bij het uitvoeren van hun werkzaamheden. Het zou goed zijn om dat te borgen. Ook pleit hij er voor om in overleg met het bevoegde gezag het moment te bepalen om handhavend op te treden. Voorkomen moet worden, dat er al stappen zijn gezet voordat het bevoegde gezag wordt ingeschakeld. De heer Bouman is van mening, dat er in een vroeg stadium overleg moet plaatsvinden. De voorzitter zegt, dat dit afhangt van het mandaat dat door een deelnemer is gegeven. De heer Verhoeven zegt dat voorkomen moet worden dat er weer nieuwe hypotheken ontstaan als er voorbehouden worden gemaakt. Hij stelt voor om rekening te houden met een overgangstermijn tot bv. 1 januari De heer Van der Velden kan instemmen met de notitie en met het procesvoorstel om overleg te voeren met iedere deelnemer. 5

6 Mevrouw Keijzers is van mening dat de toetsing aan bestemmingsplannen een primaire taak is van de gemeente. Zij stelt voor om de notitie op dat onderdeel aan te passen met de volgende tekst: Toetsing aan het bestemmingsplan vindt plaats door de gemeente, tenzij de gemeente dit onderdeel als verzoektaak heeft ingebracht bij de OMWB. Mevrouw Zwarts is het eens met de heer Van Cranenbroek als het gaat om handhavingstrajecten. Zij is van mening, dat in het proces moet worden opgenomen, dat er tijdig overleg plaatsvindt met de portefeuillehouder. De heer Van de Put en mevrouw Matthijssen zijn het eens met mevrouw Keijzers. De heer Adriaansen kan instemmen met de notitie en pleit er voor om een en ander te borgen in de werkprogramma s voor De voorzitter beantwoordt de vraag van mevrouw Van Beers met de vermelding, dat de provincie de BRIKS-taken als basistaak heeft ingebracht bij de omgevingsdiensten. De heer Verschoor zegt dat de notitie tot stand is gekomen in nauw overleg met de deelnemers. Deze overleggen waren zeer constructief. De datum: 23 maart 2016 is niet bedoeld als ingangsdatum, maar als datum van de notitie. Hij geeft aan dat de nu voorliggende notitie de uitvoering is van fase 1 van het actieplan Huis op Orde als het gaat om het basistakenpakket. Als het pakket is vastgesteld zal in overleg met de deelnemers worden nagegaan of de basistaken inderdaad door de deelnemers zijn ingebracht en zo niet wat dat betekent voor iedere individuele deelnemer. In reactie op de heer Bouman merkt hij op, dat naar de mening van de werkgroep de uitleg zoals die in de notitie is opgenomen de juiste interpretatie is die aan het basistakenpakket moet worden gegeven. De heer Bouman is het daar niet mee eens. De notitie is volgens hem ruimer dan het basistakenpakket zoals dat landelijk is afgesproken. De heer Verschoor zegt, dat ook het ambtelijk overleg heeft ingestemd met de notitie. Ten aanzien van het streven om te komen tot een LPF merkt hij op, dat 1 januari 2018 als voorgestelde datum past in de fasering van het actieplan Huis op Orde. Met betrekking tot de toetsing aan het bestemmingsplan zegt hij dat de werkgroep tot de conclusie is gekomen zoals die in de notitie is opgenomen. Aan het verzoek van de heer Van Cranenbroek om meer in te zetten op integraal toezicht kan naar zijn oordeel voldaan worden. Dat past op zich prima in het proces. Mevrouw Zwarts zegt, dat het wel iets betekent voor de competenties van de inspecteur. De voorzitter merkt in dat verband nog op, dat ook gekeken moet worden naar mogelijke extra kosten om dit toezicht op die manier in te vullen. De heer Dujardin herhaalt dat hij een voorbehoud moet maken als het gaat om asbesttaken. Dat is bij de voorbereiding al aangegeven. De voorzitter zegt, dat wanneer de wetgeving zo komt te luiden, dat deze taken niet meer tot het basistakenpakket behoren het besluit kan worden aangepast. De heer Bouman zegt dat het nu al niet in het basistakenpakket zit. Mevrouw Keijzers blijft de mening toegedaan, dat de toetsing aan bestemmingsplannen een gemeentelijke bevoegdheid moet blijven. Als een gemeente dat anders wil, dan kan zij dat als verzoektaak inbrengen. De heer Klijs is het niet eens met het standpunt van mevrouw Keijzers. Bij bedrijven waar sprake is van veiligheidsaspecten moet je geen scheiding hebben van taken en moet ook de toetsing aan het bestemmingsplan tot het takenpakket van de omgevingsdienst behoren. Vervolgens brengt de voorzitter de door mevrouw Keijzers voorgestelde tekstwijziging in stemming. Voor dat voorstel stemmen mevrouw Keijzers, en de heren Van der Put en Bouman. De andere leden stemmen tegen het voorstel, zodat het voorstel is verworpen. Vervolgens brengt de voorzitter het voorstel van het dagelijks bestuur in stemming. De heer Dujardin zegt de behoefte te hebben een stemverklaring af te leggen. Hij kan niet instemmen met het voorstel, omdat de omschrijving van de asbesttaak niet is opgenomen zoals door hem gewenst. De heer De Gelder, Bouman en Dujardin stemmen tegen het voorstel, terwijl de andere leden voor het voorstel stemmen, zodat het voorstel is aangenomen. De heer Palmen vraagt nu wat de betekenis is van dit besluit. Betekent dit nu dat alle deelnemers overeenkomstig dit besluit zullen handelen. De heer De Gelder zegt dat zijn gemeente het besluit zal volgen, zoals zij dat ook hebben gedaan bij de besluitvorming inzake SSiB. 6

7 De heer Bouman zegt zijn gemeente een voorbehoud maakt. Het besluit gaat de reikwijdte van de regeling te boven. De heer Klijs noemt dit nu zo n voorbeeld van een discussie, waarbij er een rolverwisseling plaatsvindt van eigenaar naar opdrachtgever. De voorzitter zegt dat naar zijn oordeel het besluit helder is. De heer Jacobs wil in het verslag vastgelegd zien, dat wanneer de gemeente Aalburg blijft volharden in dit standpunt en zich ook zal gaan gedragen er een nieuwe hypotheek wordt opgebouwd. Mevrouw Zwarts is de mening toegedaan, dat het DB dit standpunt van Aalburg niet moet accepteren. De voorzitter zegt, dat een en ander beoordeeld zal worden bij het vergelijken van het besluit aan het werkprogramma van iedere deelnemer. De heer Dujardin zegt dat hij alleen een statement heeft gemaakt. Hij legt zich neer bij het besluit. 6. Rondvraag De heer Luijendijk komt nog terug op de discussie over de invulling van de vacatures in het DB. Hij vraagt zich af wat de procedure is als er meerdere kandidaten zijn. De voorzitter zegt, dat bij het toezenden van de profielen ook procedure gevoegd zal worden. Daarin zal ook worden aangegeven hoe gehandeld wordt in het door de heer Luijendijk beschreven geval. De heer Huisman zegt dat in de vorige vergadering afscheid is genomen van de heer Naterop als voorzitter van het algemeen en dagelijks bestuur. Naar zijn mening heeft de heer Naterop veel werk verzet voor de OMWB. Hij gaat er dan ook van uit dat het dagelijks bestuur op gepaste wijze afscheid neemt van hem. De heer Dujardin zegt dat het kennis genomen heeft van de samenwerkingsvisie van de Omgevingsdiensten. Hij kan met die samenwerking instemmen, mits deze samenwerking beperkt blijft tot samenwerking op uitvoeringsniveau. De heer Van de Put stelt voor om deze samenwerkingsvisie te agenderen voor de volgende vergadering. Mevrouw van Hees stelt voor om in verband met de drukke agenda op 13 juli as. dit punt te agenderen voor de vergadering van oktober. Ook vraagt zij om de ontwikkelingen ten aanzien van de werving van de nieuwe directeur te delen met het algemeen bestuur. Tenslotte wijst zij er op, dat op de website niets is vermeld over de vergaderingen van het algemeen bestuur. Omdat deze vergaderingen openbaar zijn vindt zij dat wel gewenst. De voorzitter zegt dat aandacht besteed zal worden aan het vermelden van de vergaderingen van het algemeen bestuur op de website. De heer Jacobs gaat in op de stand van zaken met betrekking tot de werving van de nieuwe directeur. Er zijn 5 kandidaten uitgenodigd voor een gesprek. Met twee kandidaten heeft al een gesprek plaats gevonden. Met de andere drie wordt op 2 juni as. gesproken. De gesprekken met de eerste twee kandidaten hebben een positief beeld opgeleverd. Hopelijk ontstaat er een luxeprobleem om een keuze te maken. Op 13 juli as. zal een update volgen. De heer Verhoeven zegt, dat door zijn gemeente voor 1 juni een zienswijze is ingediend. Het is echter nog wel een concept. De mogelijk tot wijziging is dus altijd aanwezig. Mevrouw Van Hees zegt, dat het gewenst is om overleg te voeren met de griffies over de uitvoering van de notitie verbonden partijen, zodat we volgend jaar daar geen discussie meer over hebben. Mevrouw Keijzers zegt dat het wel gewenst is om de leden van het algemeen bestuur op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in de samenwerking van de omgevingsdiensten nu dit punt pas geagendeerd wordt voor oktober. De voorzitter zegt toe dat dit zal gebeuren. Sluiting. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering. Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant van 13 juli

8 de secretaris, de voorzitter, Y. van Delft J. van den Hout Doorlopende acties vanuit algemeen bestuur OMWB Nr. Datum vergadering Actie Wie september 2015 Evaluatie uitvoering actieplan Huis op orde integreren in P. en C. cyclus september Onderzoeken mogelijkheden voor subsidiëring van 2015 ICT-investeringen in relatie tot Omgevingswet maart 2016 Governance-vraagstukken voorbereiden voor 13 juli juni 2016 Binnen een week na de vergadering conceptverslag versturen aan de leden juni 2016 Voor 8 juni profielen DB-leden en procedure tot invullen vacatures verstrekken aan leden algemeen bestuur juni 2016 Samenwerkingsvisie OD s agenderen voor vergadering in oktober juni 2016 Voeren van overleg met griffies inzake uitvoering notitie Verbonden Partijen R.Verschoor R.Verschoor Y. van Delft F. Goorden Y. van Delft F. Goorden Y. van Delft 8