Bevrijdende verjaring en de klachtplicht. Lodewijk Smeehuijzen
|
|
- Karel Jozef de Ridder
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bevrijdende verjaring en de klachtplicht Lodewijk Smeehuijzen
2 1. Doel en rechtvaardiging verjaring 2. Art. 3:310 BW 3. Stuiting 4. De klachtplicht
3 Artikel 3:310 lid 1 BW Een rechtsvordering tot vergoeding van schade (..) verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade [..] als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden, en in ieder geval door verloop van twintig jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt [..].
4 Het was [de ouders] in 1987 bekend wie de behandeling had uitgevoerd en wie voor de ontstane schade aansprakelijk waren te stellen, voor zover er aansprakelijkheid was. De omstandigheid dat [de ouders] in eerste instantie er niet mee bekend waren dat die persoon of personen voor de ontstane schade aansprakelijk waren te stellen, wat ook van de beweerde aansprakelijkheid zij, betekent niet dat zij voordien niet met de aansprakelijke persoon of personen bekend waren. De conclusie is dan ook dat voor de in het geding zijnde schade de verjaringstermijn in 1987 is gaan lopen.
5 HR 31 oktober 2003 RvdW 2003, 169 (Saelman) Aanvang relatieve termijn, algemeen Art. 3:310 lid 1 BW bevat twee verjaringstermijnen: een korte van vijf jaren die begint te lopen op de dag volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden, en een lange van twintig jaren, die begint te lopen op de dag na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt. Aan deze lange termijn ligt blijkens de wetsgeschiedenis en de daarmee strokende, vaste rechtspraak van de Hoge Raad (vgl. HR 3 november 1995, nr , NJ 1998, 380) de rechtszekerheid ten grondslag.
6 HR 31 oktober 2003 RvdW 2003, 169 (Saelman) Aanvang relatieve termijn, algemeen Deze termijn begint te lopen door het intreden van de schadeveroorzakende gebeurtenis, zelfs als de benadeelde met het bestaan van zijn vordering niet op de hoogte is (met dien verstande dat een grond voor verlenging van de verjaring bestaat in het geval van art. 321 lid 1, aanhef en onder f, BW). De korte verjaringstermijn daarentegen, waarom het in dit geding gaat, staat niet alleen in het teken van de rechtszekerheid, maar ook van de billijkheid.
7 HR 31 oktober 2003 RvdW 2003, 169 (Saelman) Aanvang relatieve termijn, algemeen Tegen de achtergrond van voormelde rechtspraak en in het licht van de mede naar aanleiding van deze arresten verschenen literatuur komt de Hoge Raad thans tot het oordeel dat de korte verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW, gelet op de strekking van deze bepaling, pas begint te lopen op de dag na die waarop de benadeelde daadwerkelijk in staat is een rechtsvordering tot vergoeding van deze schade in te stellen.
8 HR 6 april 2001, RvdW 2001, 73 (Wilton Fijenoord) Kennis objectief of subjectief? : in dienst bij Wilton Fijenoord 1987: mesothelioom vastgesteld 1988: werknemer overleden 1997: weduwe stelt vordering in (9 jaar later) 1994: weduwe verkrijgt (zo stelt zij) vereiste kennis
9 HR 6 april 2001, RvdW 2001, 73 (Wilton Fijenoord) Kennis objectief of subjectief? Aangenomen moet worden dat, mede gelet op de tekst van deze bepaling, het criterium bekend is geworden subjectief moet worden opgevat. Het komt er op aan dat degene die zich op voormelde verjaringstermijn beroept, stelt en zonodig bewijst dat de benadeelde daadwerkelijk bekend was met de schade en met de daarvoor aansprakelijke persoon
10 HR 6 april 2001, RvdW 2001, 73 (Wilton Fijenoord) Kennis objectief of subjectief? Dat neemt evenwel niet weg dat de rechter, indien de benadeelde zulks betwist, die bekendheid zal kunnen afleiden uit bepaalde ten processe gebleken feiten en omstandigheden. De rechter zal in een zodanig geval tot de slotsom kunnen komen dat op grond van die feiten en omstandigheden voorshands, dat wil zeggen behoudens door de benadeelde te leveren tegenbewijs, moet worden aangenomen dat de benadeelde daadwerkelijk bekend was met de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon.
11 HR 24 januari 2003, NJ 2003, 300 (BASF) Vermoeden of zekerheid? Blootstelling: 16 februari 1981 tot 1 december 1993 Brief huisarts: 27 december 1988 Vasstelling neuroloog: 15 december 1992 Stuiting: december 1995
12 HR 24 januari 2003, NJ 2003, 300 (BASF) Vermoeden of zekerheid? Tekst brief huisarts: (...) zag ik vanmorgen ivm. klachten over duizeligheid, verkoudheid, denkstoornissen etc. Hij (...) wijt zijn klachten aan de chemicaliën waarmee hij kontakt heeft.
13 HR 24 januari 2003, NJ 2003, 300 (BASF) Vermoeden of zekerheid? Het enkele vermoeden van het bestaan van schade is onvoldoende om aan te nemen dat sprake is van daadwerkelijke bekendheid met de schade. Als sprake is van lichamelijke klachten waarvan de herkomst niet zonder meer duidelijk is, kan van daadwerkelijke bekendheid met de schade pas sprake zijn wanneer met voldoende mate van zekerheid is vastgesteld waardoor de klachten zijn ontstaan
14 HR 24 januari 2003, NJ 2003, 300 (BASF) Vermoeden of zekerheid? In het algemeen zal deze vereiste mate van zekerheid die niet een absolute zekerheid behoeft te zijn pas aanwezig zijn wanneer deze oorzaak door te dier zake deskundige artsen is gediagnosticeerd.
15 Verzekeraar Regres krachtens subrogatie; de verhoudingen Verzekeringsovereenkomst 7:962 BW Benadeelde/ verzekerde 6:162 BW Veroorzaker
16 Regres krachtens subrogatie; welke verjaringsregel beheerst het regresrecht? Verzekeraar 7:942 BW 3:310 BW want vordering verandert door subrogatie niet van karakter Benadeelde/ verzekerde 3:310 BW Veroorzaker
17 Regres krachtens subrogatie; wanneer vangt de verjaringstermijn aan? (i) Zodra de verzekeraar de vereiste bekendheid heeft? of (ii) Zodra de benadeelde de vereiste bekendheid heeft? Art. 6:145 BW: de aangesprokene kan aan de regresgerechtigde dezelfde verweren tegewerpen als aan de direct benadeelde. Dus: termijn vangt aan zodra de benadeelde de verseiste bekendheid heeft. Zo ook HR 1 april 2005 (Sint Lucas Andreas/ZAO)
18 3. Stuiting
19 Stuiting Stuitingswijzen: 1. Daad van rechtsvervolging (art. 3:316 BW) 2. Schriftelijke mededeling (art. 3:317 BW) 3. Erkenning (art. 3:318 BW) Doel en rechtvaardiging van stuiting?
20 Stuiting Art. 3:317 BW De verjaring van een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis wordt gestuit door een schriftelijke aanmaning of door een schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt.
21 HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2741 Bij de beoordeling of de mededeling aan de in art. 3:317 lid 1 BW gestelde eisen voldoet, dient niet alleen te worden gelet op de formulering daarvan, maar ook op de context waarin de mededeling wordt gedaan en op de overige omstandigheden van het geval (vgl. HR 18 september 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI8502, NJ 2009/439). Bij deze beoordeling kan onder omstandigheden mede betekenis toekomen aan de verdere correspondentie tussen partijen (HR 28 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ7063, NJ 2011/503).
22 HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2741 "It would appear that ABN Amro may be liable for the regrettable disappearance of the entire syndicated $ 24,000,000 (...) I ve been trying cases involving commercial disputes for over thirty years and I have become convinced that litigation is the least efficient and most uncivilized method of dispute resolution known to man...
23 HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015: That said, if you re able to gather some facts which may shed some light on these issues, I would welcome a visit to New York and a chat all under the cloak of Rule 408. I would also think it appropriate to put ABN Amro carriers on notice of these potential claims. I look forward to hearing from you.
24 HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2741 HR: Tegen deze achtergrond heeft het hof een onbegrijpelijk gemotiveerd oordeel gegeven, in aanmerking genomen - dat de hiervoor in weergegeven brief van 8 augustus 2003 is geschreven door de advocaat van ISG en is gericht aan de advocaat van RBS, - dat in deze brief een bespreking wordt voorgesteld over het geschil van partijen tegen de achtergrond van de uitdrukkelijke genoemde mogelijkheid that ABN Amro may be liable for the regrettable disappearance of the entire syndicated $ 24,000,000,...
25 HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015: dat voorts uitdrukkelijk erop wordt gewezen dat een procedure aanhangig zou kunnen worden gemaakt, en - dat ter afsluiting wordt opgemerkt: I would also think it appropriate to put ABN Amro carriers on notice of these potential claims.
26 (...) Alhoewel ik op 30 december 1992 al heb geschreven dat cliënt nakoming wenst van de openstaande facturen, doe ik u thans andermaal kopieën van de onderhavige facturen toekomen. V.w.b. de facturen 757 en 763 loopt thans een Kantongerechtsprocedure. Het onderhavige schrijven zal u ook per aangetekende post worden aangeboden."
27 Onze incassopogingen hebben geen resultaat opgeleverd. (...) Alvorens nu onze advokaat opdracht te geven beslag te leggen op Uw salaris geven wij U nog een keer de gelegenheid om ons schrijven te beantwoorden.
28 "(...) Naar mijn mening valt aan de aansprakelijkheid van de bestuurder van de bij U verzekerde motorfiets niet te tornen en staat ook vast, dat de klachten van mijn cliënte afkomstig zijn van het ongeval. Ik verzoek U vriendelijk thans met enige spoed het nodige te doen om tot regeling van deze schade over te kunnen gaan. U zou bijvoorbeeld een schaderegelaar in kunnen schakelen. (...)".
29 HR 1 februari 2002, NJ 2002, 195 Stuiten onderhandelingen de verjaring? De opvatting (..) dat (na een voorafgaande aansprakelijkstelling) onderhandelingen op zichzelf de verjaring kunnen stuiten, kan (..) niet als juist worden aanvaard
30 Hoge Raad 18 september 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI8502 Quasiprocesstuk kan mededeling i.d.z.v. 3:317 zijn De indiening voordat een geding aanhangig is van een verzoekschrift tot het bevelen van een voorlopig deskundigenonderzoek (of een voorlopig getuigenverhoor) kan niet worden beschouwd als het instellen van een eis of andere daad van rechtsvervolging in de zin van art. 3:316 BW, omdat een dergelijke procedure nog niet erop gericht is een vorderingsrecht geldend te maken, maar veeleer ertoe strekt de informatie te verkrijgen aan de hand waarvan beoordeeld kan worden of het zinvol is een daarop gerichte procedure aanhangig te maken.
31 Hoge Raad 18 september 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI8502 Quasiprocesstuk kan mededeling i.d.z.v. 3:317 zijn (vervolg) Voorzover de klacht inhoudt dat (het hof ambtshalve had moeten oordelen dat) de indiening van een dergelijk verzoekschrift zonder meer gelijk te stellen is met de in art. 3:317 lid 1 BW bedoelde mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt, faalt zij, omdat zij op een onjuiste rechtsopvatting berust. Bij beantwoording van de vraag of een schriftelijke mededeling als een mededeling in de zin van dat artikellid kan worden opgevat,
32 Hoge Raad 18 september 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI8502 Quasiprocesstuk kan mededeling i.d.z.v. 3:317 zijn (vervolg) zal niet alleen moeten worden gelet op de tekst van de mededeling maar ook op de context waarin de mededeling wordt gedaan, en eveneens op de overige omstandigheden van het geval. Het komt uiteindelijk erop aan of de mededeling een voldoende duidelijke waarschuwing aan de schuldenaar inhoudt dat hij rekening moet houden met de mogelijkheid dat de vordering nog geldend wordt gemaakt zodat hij ervoor kan zorgen dat hij de beschikking behoudt over voor het voeren van verweer benodigde gegevens en bewijsmateriaal.
33 Wanneer gaat het meestel mis? Als er meerdere partijen betrokken zijn.
34 4. De klachtplicht
35 De klachtplicht Art. 6:89 BW De schuldeiser kan op een gebrek in de prestatie geen Beroep meer doen, indien hij niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijze had moeten ontdekken, bij de schuldenaar terzake heeft geprotesteerd.
36 Het probleem De verjaringstermijn bedraagt vijf jaar (soms drie). De klachttermijn veelal minder dan een jaar en zelden meer dan twee jaar. Als de klachttermijn van toepassing is, komt het verjaringsrecht er dan nog aan te pas? Probleem ontstaat door uitbreidend toepassingsbereik van de klachtplicht.
37 Het toepassingsbereik van art. 6:89 BW Vroeger: de pekingeendengevallen. Er was een scherp moment waarop de crediteur had moeten ageren en dat deed hij niet (namelijk: hij had moeten ageren voordacht de eenden werden doorgedraaid) Nu: HR 8 februari 2013, LJN BX7195: Art. 6:89 BW is van toepassing op alle verbintenissen, waaronder ook die uit beleggingsadviesrelaties.
38 Wat moet worden verstaan onder alle verbintenissen? Niet de vordering tot schadevergoeding uit onrechtmatige daad (zonder dat in feite contract grondslag is). In de literatuur is anders bepleit. Maar zie inmiddels Hof Den Bosch 17 mei 2016 (ECLI:NL:GHSHE: 2016:1938); klachtplicht niet van toepassing. Maar verder enige grens wat betreft typen overeenkomsten? Bijvoorbeeld geneeskundige behandelingsovereenkomst? Die begrenzing ligt niet in de tekst van de huidige rechtspraak.
39 Waar de klachtplicht voor verjaring in de plaats komt Voorbeeld: Schadevergoeding na beroepsfout advocaat Vroeger HR 26 november 2004, RvdW 2004, 124 Beroep op vijfjaarstermijn van art. 3:310 BW; 6:89 BW niet aan de orde. Nu HR 22 februari 2013, LJN BY 4124 Niet eens debat over toepasselijkheid van art. 6:89 BW. Zie bijvoorbeeld r.o : Het oordeel van het hof dat [verweerster] aldus voldoende heeft geklaagd als bedoeld in art. 6:89 BW, ook wat betreft het laten verjaren van de vorderingen op [betrokkene 2] en [betrokkene 1], is juist.
40 Zaken die nu onder de klachtplicht zouden vallen - HR 6 april 2001, RvdW 2001, 73 (kennis objectief of subjectief?) - werkgeversaansprakelijkheid - HR 24 januari 2003, NJ 2003, 300 (vermoeden of zekerheid) werkgeversaansprakelijkheid - HR 26 november 2004, RvdW 2004, 124 (rechtsdwaling) foute advisering advocaat - HR 24 mei 2002, NJ 2003, 268 (doorlopende schade) onrechtmatig handelen Staat - HR 10 oktober 2003 NJ 2003, 680 (toekomstige schade) foute advisering door fiscalist
41 Zaken die nu onder de klachtplicht zouden vallen - HR 3 december 2010, LJN BN6241 (strijd met redelijkheid en billijkheid?) verkeersongeval - HR 9 oktober 2009 LJN: BJ4850 fout consultant in bijstand contractering door gemeente - HR 9 juli 2010 LJN: 1688 fout accountant bij beoordeling winstuitkering - HR 6 april 2012, LJN: BU3784 regres bij hoofdelijkheid - HR 4 mei 2012, LJN BV6769 aansprakelijkheid bestuurder wegens tekortschieten taakvervulling
42 Soep echt zo heet? Klachttermijn verlengd onder invloed recente rechtspraak HR (i) Vroeger werd veelal uitsluitend naar de in acht genomen termijn gekeken. Tegenwoordig stelt de Hoge Raad als eis dat het tijdsverloop de debiteur echt benadeeld heeft. HR 8 februari 2013, LJN BY4600 De enkele omstandigheid dat het lang heeft geduurd voordat de cliënt heeft geklaagd, zonder dat daarbij de overige omstandigheden van het geval worden betrokken, zoals de aan- of afwezigheid van nadeel bij de bank door het tijdsverloop,
43 Soep echt zo heet? Klachttermijn verlengd onder invloed recente rechtspraak HR (ii) is ontoereikend voor een succesvol beroep op art. 6:89 BW. In dat licht is onjuist dat - zoals het hof heeft geoordeeld - een fors tijdsverloop slechts onder bijzondere omstandigheden niet leidt tot verval van het recht om een beroep te doen op een gebrek in de prestatie.
44 De klachtplicht in de letselschadepraktijk; Hof Den Haag 6 september 2016 (ECLI:NL:GHDHA:2016:2503) [appellant] heeft zich ( ) beroepen op het verzaken van de klachtplicht door [geïntimeerde 3] : zij zou eerst op 27 april 2010, dus bijna twee jaar na de operatie, aan [appellant] hebben laten weten dat zij niet tevreden was met het resultaat. [appellant] stelt dat hij hierdoor in zwaarwegende belangen is geschaad. Indien [geïntimeerde 3] tijdig zou hebben geklaagd, had [appellant] zelf de klachten kunnen beoordelen en de hersteloperatie hebben kunnen uitvoeren
45 De klachtplicht in de letselschadepraktijk; Hof Den Haag 6 september 2016 (ECLI:NL:GHDHA:2016:2503) Er veronderstellenderwijs van uitgaande dat [geïntimeerde 3] (anders dan zij zelf stelt) bij de controles in oktober 2008 niet heeft geklaagd over de asymmetrie, het opnieuw hangen van de borsten en de lelijke littekens, heeft zij dat eerst in 2010 gedaan. In het midden kan blijven op welk moment precies van [geïntimeerde 3] kon worden verwacht dat zij het gebrek had moeten ontdekken en daarover klagen (partijen stellen hierover weinig), omdat naar het oordeel van het hof niet kan worden
46 De klachtplicht in de letselschadepraktijk; Hof Den Haag 6 september 2016 (ECLI:NL:GHDHA:2016:2503) geoordeeld dat [appellant] door een verondersteld laat klagen in een zwaarwegend belang is geschaad. Aangenomen moet immers worden dat de asymmetrische stand van de protheses niet door de tijd is beïnvloed, terwijl het feit dat [appellant] in 2010 niet meer als arts mocht optreden en dus niet zelf een hersteloperatie heeft kunnen uitvoeren in dit geval voor zijn risico komt.
47 De klachtplicht in de letselschadepraktijk; Hof Den Haag 6 september 2016 (ECLI:NL:GHDHA:2016:2503) Dit betekent dat aan [geïntimeerde 3] niet kan worden tegengeworpen dat zij te laat heeft geklaagd, zodat [appellant] aansprakelijk is voor de schade voorvloeiende uit de hiervoor genoemde tekortkomingen.
48 De klachtplicht in de letselschadepraktijk; Rechtbank Den Haag 3 februari 2016 (ECLI:NL:RBDHA:2016:921) In een arbeidsrelatie hoeft de werknemer niet zonder meer op de hoogte te zijn van de (reikwijdte van de) zorgplicht van de werkgever op grond van artikel 7:658 BW. Als hij er wel van op de hoogte is, mag de werknemer er echter in beginsel van uitgaan dat de werkgever die zorgplicht naleeft. Er rust op de werknemer pas een onderzoeksplicht op grond van artikel 6:89 indien hij weet van voornoemde zorgplicht en hij aanleiding heeft te veronderstellen dat de werkgever hierin kan zijn tekortgeschoten.
49 De klachtplicht in de letselschadepraktijk; Rechtbank Den Haag 3 februari 2016 (ECLI:NL:RBDHA:2016:921) De werknemer behoeft daarom niet zonder meer op te merken dat, zoals in het onderhavige geval wordt gesteld, de geluidsnormen op de werkplek uitgaan boven het wettelijk toegestane niveau. Dat de werkplek lawaaiig is wijst er niet zonder meer op dat de werkgever is tekortgeschoten, zodat dat enkele feit geen reden voor onderzoek naar een zorgplichtschending behoeft te zijn.
50 De klachtplicht in de letselschadepraktijk; Rechtbank Den Haag 3 februari 2016 (ECLI:NL:RBDHA:2016:921) Indien de werknemer, eventueel na (deskundig) onderzoek, bekend is geworden met het niet nakomen van de zorgplicht, of hij daarmee redelijkerwijs bekend had moeten zijn, dient hij terzake op de voet van artikel 6:89 BW binnen bekwame tijd te protesteren. Bij de beoordeling of tijdig is geprotesteerd dient rekening te worden gehouden met de aard van de arbeidsovereenkomst, die met zich meebrengt dat de werknemer zich ten opzichte van de werkgever in een afhankelijke positie bevindt..
51 De klachtplicht in de letselschadepraktijk; Rechtbank Den Haag 3 februari 2016 (ECLI:NL:RBDHA:2016:921) Dit kan een werknemer die nog in dienst is bij zijn werkgever ervan weerhouden zijn werkgever aansprakelijk te stellen voor schade die hij in de uitvoering van zijn werkzaamheden heeft geleden of lijdt, omdat dit mogelijk de verhoudingen onder druk zet..
52 De klachtplicht in de letselschadepraktijk; Rechtbank Den Haag 3 februari 2016 (ECLI:NL:RBDHA:2016:921) Bij de beoordeling of het beroep van de werkgever op artikel 6:89 BW gegrond is, dient verder rekening te worden gehouden met enerzijds het voor de werknemer ingrijpende rechtsgevolg van het te laat protesteren verval van al zijn rechten ter zake van de tekortkoming en anderzijds de concrete belangen waarin de werkgever is geschaad door het late tijdstip dat is geklaagd, zoals een benadeling in haar bewijspositie of een aantasting van haar mogelijkheden de gevolgen van de gestelde tekortkoming te beperken..
53 De klachtplicht in de letselschadepraktijk; Rechtbank Den Haag 3 februari 2016 (ECLI:NL:RBDHA:2016:921) [eiseres] heeft onbetwist gesteld dat hij pas in het najaar van 2011, naar aanleiding van onderzoek door BBZ FNV, te weten kwam dat de geluidsbelasting op zijn werkplek bij Bakkersland normoverschrijdend was. In april 2012 heeft hij Bakkersland aansprakelijk gesteld. Deze termijn een half jaar wordt niet onredelijk geacht, te meer niet nu Bakkersland onvoldoende heeft onderbouwd dat zij door dit tijdsverloop tussen het signaleren van het tekortschieten in de zorgplicht en de aansprakelijkstelling nadeel heeft ondervonden voor haar verweer of bewijspositie..
54 De klachtplicht in de letselschadepraktijk; Rechtbank Den Haag 3 februari 2016 (ECLI:NL:RBDHA:2016:921) Bakkersland heeft immers de beschikking over de voor de beoordeling van de nakoming van de zorgplicht relevante gegevens, zoals meetgegevens, RI&Everslagen en rapporten van de Arbeidsinspectie over de betreffende periode. In zoverre verschilt de onderhavige zaak van de door Bakkersland genoemde casus, waarin sprake was van een bedrijfsongeval.
55 De klachtplicht in de letselschadepraktijk; Rechtbank Den Haag 3 februari 2016 (ECLI:NL:RBDHA:2016:921) In zo n geval komt het er op aan dat de toedracht van het ongeval wordt vastgesteld, en kan door tijdsverloop de mogelijkheid verloren gaan om (bijvoorbeeld) betrouwbare getuigenverklaringen te kunnen verkrijgen, wat nadelige gevolgen kan hebben voor de bewijspositie van de werkgever. Hiervan is in de onderhavige zaak geen sprake. Al met al wordt geoordeeld dat [eiseres] onder genoemde omstandigheden tijdig heeft geklaagd.
56 De opkomst van de klachtplicht; naar valt aan te nemen een door de wetgever ongewilde ontwikkeling.
57 Het verjaringsrecht opgegeten door het klachtrecht; een onvoorziene ontwikkeling T.M.: Dit artikel berust op de gedachte dat een schuldenaar er op moet kunnen rekenen, dat de schuldeiser met bekwame spoed onderzoekt of de prestatie aan de verbintenis beantwoordt en dat deze, indien dit niet het geval blijkt te zijn, zulks, eveneens met spoed, aan de schuldenaar mededeelt. Hoeveel tijd de schuldenaar voor een en ander ten dienste staat, moet naar de aard van de overeenkomst en de gebruiken worden beoordeeld. Door het onderzoek, onderscheidenlijk de mededeling aan de schuldenaar, achterwege te laten, beneemt de schuldeiser zich het recht om over de gebreken van de prestatie te klagen.
58 Het verjaringsrecht opgegeten door het klachtrecht; een onvoorziene ontwikkeling V.V. II. De strekking van dit artikel is kennelijk deze, dat een schuldeiser die na de aflevering niet tijdig reclameert, zich niet meer op een gebrek in de prestatie kan beroepen. De Commissie acht het gewenst de cursief gedrukte woorden in de redaktie van het artikel op te nemen, althans anderszins te doen blijken dat het hier gaat om de situatie na de aflevering. M.v.A. II. Anders dan de Commissie meent de ondergetekende dat dit artikel niet alleen ziet op de situatie na aflevering. Men denke aan het geval da zoals in de praktijk geen uitzondering is de schuldeiser
59 Het verjaringsrecht opgegeten door het klachtrecht; een onvoorziene ontwikkeling in de gelegenheid wordt gesteld de verschuldigde zaak vóór aflevering te inspecteren. De schuldeiser zal dan in de regel ter zake van de door hem bij deze inspectie ontdekte gebreken terstond hebben te protesteren. Los van deze overwegingen is moeilijk voorstelbaar dat de wetgever holle verjaringsbepalingen in het leven heeft willen roepen.
60 Ontwikkeling lijkt niet wenselijk - Feitelijke tweedeling tussen contracten- en onrechtmatige daadsverjaringsrecht zou op weloverwogen beslissing wetgever moeten berusten; - Er is nu een omslachtige dubbele toets (eerst klachtplicht en als dat beroep mislukt beroep op verjaring); - De hoeveelheid discussie van de universeel toepasselijke klachtplicht enerzijds lijkt meer te kosten dan bescherming van de door een vaste verjaringstermijn gekrenkte belangen van debiteuren anderzijds.
Verjaring in het verzekeringsrecht. Lodewijk Smeehuijzen (hoogleraar privaatrecht VU)
Verjaring in het verzekeringsrecht Lodewijk Smeehuijzen (hoogleraar privaatrecht VU) Inleiding Wetgever heeft de ambitie gehad in de artt. 3:306 tot en met 3:326 BW het hele verjaringsrecht te regelen.
Nadere informatieDe onderzoeks- en klachtplicht van de artikelen 6:89 en 7:23 BW.
De onderzoeks- en klachtplicht van de artikelen 6:89 en 7:23 BW. Op 8 februari 2013 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen (LJN:BY4600) over de onderzoeks- en klachtplicht van de artikelen 6:89
Nadere informatieKLACHTPLICHT BIJ NON-CONFORMITEIT
KLACHTPLICHT BIJ NON-CONFORMITEIT Bij de aankoop van een woning blijkt achteraf nogal eens dat iets anders geleverd is dan op grond van de koopovereenkomst mocht worden verwacht. Er kan bijvoorbeeld sprake
Nadere informatieKlaag op tijd én op de juiste wijze (!): het toetsingskader voor verval van recht
Klaag op tijd én op de juiste wijze (!): het toetsingskader voor verval van recht Author : gvanpoppel Klachtplicht Bij het verrichten van een gebrekkige prestatie of de levering van een gebrekkige zaak,
Nadere informatieArtikel 7:942 BW Verzekering en verjaring. Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak
Artikel 7:942 BW Verzekering en verjaring Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak Inleiding Nieuw verzekeringsrecht per 1 januari 2006 met nieuwe regeling voor verjaring Voor 1 januari
Nadere informatieArtikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.
Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking
Nadere informatieVerzekeringsrecht. De nieuwe verjaringsregeling. mr. A.E. Krispijn 1. 1. Inleiding. 2. Vóór 1 juli 2010
mr. A.E. Krispijn 1 De nieuwe verjaringsregeling 39 (Wijzigingen van artikel 7:942 BW) 1. Inleiding Op 1 juli 2010 zijn de Wet deelgeschilprocedure bij letselen overlijdensschade ( Wet deelgeschilprocedure,
Nadere informatieCiviele Procespraktijk
Civiele Procespraktijk Nr. 13 - september 2010 De volgende onderwerpen worden behandeld: Vordering tot winstafdracht Aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten, en schadebeperkingsplicht Verjaring Klachtplicht
Nadere informatieF. Sepmeijer Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn N.V.
1300 blooteigendom van het perceel de bestaande situatie gehandhaafd en niets aan zijn gedrag veranderd. 15. Ook als de redenering van hof en Hoge Raad wordt gevolgd, blijft onduidelijk hoe X in 1994 het
Nadere informatieStuiting: over de stuitingsbrief van art. 3:317 lid 1 BW en feitenrechters die vaak te streng zijn
Stuiting: over de stuitingsbrief van art. 3:317 lid 1 BW en feitenrechters die vaak te streng zijn M r. E. M. v a n O r s o u w * 1 Inleiding Wat is het toch met feitenrechters en de beoordeling of sprake
Nadere informatieKantonrechter Utrecht , ECLI:NL:RBMNE:2017:2008, (werknemer/werkgever c.s.)
commentaar op Kantonrechter Utrecht 12-04-2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:2008, (werknemer/werkgever c.s.) datum 31-07-2017 auteur J.G. Keizer Kantonrechter Utrecht 12-04-2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:2008, (werknemer/werkgever
Nadere informatieVerjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018
Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018 Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Verjaring (1) Art. 7:942 lid 1 BW gaat voor een vordering tegen de verzekeraar
Nadere informatieENIGE KNELPUNTEN AANGAANDE VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT VRIJDAG 11 NOVEMBER 2016
ENIGE KNELPUNTEN AANGAANDE VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT VRIJDAG 11 NOVEMBER 2016 ONDERWERPEN Recht vóór inwerkingtreding titel 7.17 BW Recht bij inwerkingtreding titel 7.17 BW Verjaringstermijn van
Nadere informatieHoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?
Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Feiten In 2007 vindt een ongeval plaats tussen twee auto s. De ene wordt
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-846 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris) Klacht ontvangen op : 21 september 2016 Ingediend door : Consument
Nadere informatieHoe het verjaringsrecht door de klachtplicht wordt opgegeten en waarom dat erg is
Hoe het verjaringsrecht door de klachtplicht wordt opgegeten en waarom dat erg is Prof. mr. J.L. Smeehuijzen* 1. Inleiding De standaard verjaringstermijn is vijf jaar (3:307 tot en met 3:311 BW). De lengte
Nadere informatieDE BEVRIJDENDE VERJARING. mr. J.L. Smeehuijzen
DE BEVRIJDENDE VERJARING mr. J.L. Smeehuijzen Kluwer - Deventer - 2008 Lijst van afkortingen xxm Inleiding 1 1 Het nieuwe verjaringsrecht geeft aanleiding tot zorg 1 2 De onderwerpen van dit proefschrift
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2007:BA4611 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C05/352
ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4611 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-01-2007 Datum publicatie 31-08-2010 Zaaknummer C05/352 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatiePraktijkboek verjarings- en vervaltermijnen in de bouw
Praktijkboek verjarings- en vervaltermijnen in de bouw ISBN 978-90-78066-42-2 NUR 822 2010, S.J.H. Rutten, Stichting Instituut voor Bouwrecht Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden
Nadere informatieValkuilen bij verjarings- en vervaltermijnen in het vermogensrecht
Juridisch Up to Date NIEUWSOVERZICHT mw. mr. M.M. van Rossum Valkuilen bij verjarings- en vervaltermijnen in het vermogensrecht 1. Inleiding Verjarings- en vervaltermijnen kunnen een struikelblok vormen
Nadere informatieActuele verfijning van verjaring in het civiele recht
652 advocatenblad 17 5 oktober 2001 Art. 3:310 BW Actuele verfijning van verjaring in het civiele recht Onlangs besliste de Hoge Raad dat de vijfjarige verjaringstermijn van art. 3:310 BW pas gaat lopen
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatieConclusie. Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie - JOL 2002, 532 NJ 2002, 558 RvdW 2002, 159 JWB 2002/365
ECLI:NL:PHR:2002:AE4430 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 11-10-2002 Datum publicatie 11-10-2002 Zaaknummer C00/345HR Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2002:AE4430 Rechtsgebieden
Nadere informatieI n z a k e: T e g e n:
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar
Nadere informatiePraktisch contracteren: Handelsgeschillen passend oplossen. Kristina Adam & Erik Hollander Advocaten contracten, proces en aansprakelijkheidsrecht
Praktisch contracteren: Handelsgeschillen passend oplossen Kristina Adam & Erik Hollander Advocaten contracten, proces en aansprakelijkheidsrecht 31 maart 2015 Welkom! Wie zijn wij? Erik Hollander 053
Nadere informatieKroniek bouwarbitrage
Roderick Keus en Niek Hoogwout* Kroniek bouwarbitrage In deze kroniek wordt een selectie van de gepubliceerde uitspraken van de Raad van Arbitrage voor de Bouw (hierna: RvA) besproken over de periode vanaf
Nadere informatieVMR Actualiteitendag 2013 Jurisprudentie en actualiteiten handhaving
VMR Actualiteitendag 2013 Jurisprudentie en actualiteiten handhaving mr. T.E.P.A. Lam advocaat Hekkelman Advocaten senior docent/onderzoeker Radboud Universiteit Nijmegen Thema s Artikel 5:39 Awb Betwisting
Nadere informatieHoge Raad, 26 januari 2001 (Weststrate/De Schelde); blootstelling aan asbest niet aangetoond. Vordering afgewezen.
Hoge Raad, 26 januari 2001 (Weststrate/De Schelde); blootstelling aan asbest niet aangetoond. Vordering afgewezen. Samenvatting Werknemer met mesothelioom spreekt werkgever aan. De schadevergoeding wordt
Nadere informatieTermijnen in het arbeidsrecht: een overzicht P.W.H.M. Willems 1
Termijnen in het arbeidsrecht: een overzicht P.W.H.M. Willems 1 Binnen het arbeidsrecht gelden voor het instellen van (rechts)vorderingen verschillende verjaringstermijnen. Sommige termijnen zijn vervaltermijnen,
Nadere informatieWebinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips. 18 december 2015 Dirk Vergunst
Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips 18 december 2015 Dirk Vergunst 1 Artikel 45 Rechtsvordering 1. Exploten (pv van ambtshandeling) worden door een daartoe bevoegde deurwaarder gedaan (
Nadere informatiePraktijkboek verjarings- en vervaltermijnen in de bouw
Praktijkboek verjarings- en vervaltermijnen in de bouw 2 e druk mr. S.J.H. Rutten Voorwoord De eerste druk van dit boek is door praktijk en in de literatuur met grote instemming ontvangen. In de recensie
Nadere informatieB14 Bevrijdende verjaring
MONOGRAFIEËN BW B14 Bevrijdende verjaring Mr. M.W.E. Koopmann Raadsheer in het Gerechtshof Amsterdam Ktuwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2010 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Lijst van afkortingen /
Nadere informatieCiviele Procespraktijk
Civiele Procespraktijk Nr. 14 januari 2011 De volgende onderwerpen worden behandeld: Uitleg opstalrecht op grond van notariële akte Verrekening van voordeel Aanvaarding rechtsstrijd Klachtplicht Risicoaansprakelijkheid
Nadere informatieSamenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg.
Uitspraak Commissie van Beroep 2015-031 d.d. 5 oktober 2015 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. A. Smeeïng-van Hees, leden, en mr. G.A. van de Watering,
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-323 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 27 juli 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatiePersonenschade. HR 31 oktober 2003, RvdW 2003, 169 (Saelman-arrest)
VERJARING HR 31 oktober 2003, RvdW 2003, 169 (Saelman-arrest) Inleiding Artikel 3:310 lid 1 BW bepaalt: Een rechtsvordering tot vergoeding van schade (...) verjaart door verloop van vijf jaren [nadat]
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BV1208
ECLI:NL:RBAMS:2011:BV1208 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 14-12-2011 Datum publicatie 18-01-2012 Zaaknummer 484762 - HA ZA 11-753 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieActualiteiten beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Pieter Leerink 6 november 2015 ACIS-symposium
Actualiteiten beroepsaansprakelijkheidsverzekering Pieter Leerink 6 november 2015 ACIS-symposium Persoonlijke aansprakelijkheid advocaat ECLI:NL:HR:2015:2745 Client vraagt advies (risico s afdekken) over
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 050.01 ingediend door: hierna te noemen 'klaagster, tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatiePagina 14 Uitbreiding aansprakelijkheid. gedragingen kinderen. Weggesluisde premiegelden en een vergeten procedure Verjaring en stuiting
PIV Bulletin 3 Inhoud Pagina 1 Verjaring en stuiting Pagina 8 Fraudeonderzoek en googelende verzekeraars Pagina 14 Uitbreiding aansprakelijkheid ouders voor gedragingen kinderen Pagina 18 Wat te doen als
Nadere informatieDe vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem
De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR
Nadere informatieDe kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht
Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Hof Arnhem 13 januari 2009, zaaknummer 200.005.438 I. van
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-247 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop, mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieVERVAL EN VERJARING 1. INLEIDING
VERVAL EN VERJARING 1. INLEIDING 1.1. Onderhavig document vormt een weergave van de standpunten die door Curatoren en belangenorganisaties in de schikkingsonderhandelingen zijn ingenomen over de vraag
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483
ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatieStellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling
Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling 9 september 2015 Alex Ter Horst Advocaat pensioenrecht Achtergrond Indien verplichtstelling van toepassing is leidt dat voor wg en bpf tot allerlei
Nadere informatieActualiteiten procesrecht. Webinar 6 oktober 2015 Academie voor de Rechtspraktijk R.J.Q. Klomp
Actualiteiten procesrecht Webinar 6 oktober 2015 Academie voor de Rechtspraktijk R.J.Q. Klomp Dombo-zaak: partijgetuige Hof Den Haag 22 juli 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:4684 (gepubliceerd op rechtspraak.nl
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. D.W.Y.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-481 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. D.W.Y. Sie, secretaris) Klacht ontvangen op : 25 juli 2018 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2017:6351
ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 Instantie Datum uitspraak 05-07-2017 Datum publicatie 31-07-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5474399 \ CV EXPL 16-8870 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A. Kanhai, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-003 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A. Kanhai, secretaris) Klacht ontvangen op : 8 juli 2015 Ingediend door : Consumenten Tegen
Nadere informatieSamenvatting. Klacht ontvangen op : 12 april 2017 Ingediend door : Consument
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-745 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 april 2017 Ingediend
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2011:BP3927
ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet
Nadere informatiet Twaalfuurtje van deze week
t Twaalfuurtje van deze week 8 juni 2016 Deze week een eigen zaak waarin de Rechtbank Midden-Nederland op 1 juni 2016 vonnis heeft gewezen. De casus (zeer) verkort weergegeven Bij het oversluiten van een
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642
ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46
Nadere informatieKLAGEN OVER DE KLACHTPLICHT
KLAGEN OVER DE KLACHTPLICHT Naar een nieuwe invulling van de klachtplicht bij consumenten- en commerciële contracten Naam: Jessica Kampman Studentnummer: 5776155 Datum: 05-04-2013 Pagina s: 33 Beoordeeld
Nadere informatieHet einde van de klachtplicht?
Nieuwe uitspraken: - Het einde van de klachtplicht? De klachtplicht: wie niet tijdig klaagt over een gebrek in een prestatie, verliest zijn rechten om een beroep dp dit gebrek te doen. Twee jaar geleden
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 21-07-2015 Datum publicatie 23-07-2015 Zaaknummer 200.128.839-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2009:BI7190 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/10974
ECLI:NL:PHR:2009:BI7190 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 04-09-2009 Datum publicatie 04-09-2009 Zaaknummer 07/10974 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieOnder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten
Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid
Nadere informatie: Today's Beheer & Brokers B.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Today s
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2016-283 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter, prof. drs. A.D. Bac RA en J.C. Buiter, leden en mr. D.M.A. Gerdes, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieDatum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus
Nadere informatieRemedies. Mr. W.L. Valk
Remedies Mr. W.L. Valk 1 Inleiding denken in remedies perspectief van de rechter perspectief van de wetenschap perspectief van partijen advocaat/andere rechtshulpverlener als intermediair aanpak in deze
Nadere informatieDe Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-649 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 3 oktober 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatieHet effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom
Het effect van de Wnra op de schaderegeling 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Programma Schade van de ambtenaar Rechtspositionele voorschriften Werkgeversaansprakelijkheid Goed werkgeverschap
Nadere informatieA R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.
Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239
ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-751 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Klacht ontvangen op : 9 november 2016 Ingediend door : Consument
Nadere informatieNADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS
NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS De heeft in december 2008 wederom drie interessante arresten gewezen inzake werkgeversaansprakelijkheid voor verkeersletsel
Nadere informatieHonderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster
Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieActualiteiten Aansprakelijkheidsverzekering
Actualiteiten Aansprakelijkheidsverzekering Pieter Leerink, JPR Advocaten ACIS-symposium 9 maart 2018 Casus Uitzendkracht stopt in 2011 hand in sorteermachine en loopt ernstig letsel op. Arbeidsinspectie
Nadere informatieDe Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-598 (mr R.J. Verschoof, voorzitter, de heer drs. M.L.A. Schotel, RGA, de heer mr. dr. K. Engel, leden en mr. G.A. van de Watering, secretaris)
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet
Nadere informatieHof van Cassatie van België
19 JANUARI 2009 S.08.0099.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.08.0099.N RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID, met zetel te 1060 Brussel, Victor Hortaplein 11, eiser, vertegenwoordigd door mr. Antoine
Nadere informatieMEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,
Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.
Nadere informatieKluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid
Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 142 d.d. 12 juli 2010 (mr. B. Sluijters, voorzitter, mr. drs. M.L. Hendrikse en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieAlgemene Voorwaarden Administratiekantoor Van Bavel m.i.v. 01-01-2017 Artikel 1. Toepasselijkheid. De voorwaarden zijn van toepassing op iedere overeenkomst gesloten tussen Administratiekantoor Van Bavel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2009:BH4446
ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste
Nadere informatieHof van Cassatie van België
7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd
Nadere informatieAegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2016:7784
ECLI:NL:GHARL:2016:7784 Instantie Datum uitspraak 27-09-2016 Datum publicatie 28-09-2016 Zaaknummer 200.137.907/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatieGeïntimeerde te veroordelen in de kosten van beide instantiën, te begroten volgens het gebruikelijke tarief. "
Cogas geïntimeerde DomJur 2002-136 Gerechtshof Leeuwarden Zaak-/rolnummer: 0000379 Datum: 19-09-2001 Arrest in de zaak van: de naamloze vennootschap Centraal Overijsselse Nuts Bedrijven N.V., gevestigd
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 824 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek voor gevallen van verborgen schade door letsel of overlijden
Nadere informatieZoekresultaat inzien document ECLI:NL:HR:2016:2222. Uitspraak
Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:HR:2016:2222 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30 09 2016 Datum publicatie 30 09 2016 Zaaknummer 15/01943 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:473,
Nadere informatieArtikel 28. Artikel 28 lid 1 Verjaringstermijn van een jaar. Verjaringstermijn van een jaar Extra regrestermijn van drie maanden
Artikel 28 Lid 1 Lid 2 Verjaring Verjaringstermijn van een jaar Extra regrestermijn van drie maanden Artikel 28 lid 1 Verjaringstermijn van een jaar Verjaringstermijn één jaar De hoofdregel, zoals die
Nadere informatieDe (vervolg)stuiting van de verjaringstermijn ex art. 7:942 lid 2 BW
UIT DE PRAKTIJK Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse* De (vervolg)stuiting van de verjaringstermijn ex art. 7:942 lid 2 BW Enige opmerkingen naar aanleiding van HR 26 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:335 In dit
Nadere informatieABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-164 d.d. 15 april 2014 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, drs. A. Adriaansen en mr. W.H.G.A. Filott mpf, leden en mevrouw mr. M. Nijland,
Nadere informatiede naamloze vennootschap Insinger de Beaufort N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Insinger.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-246 d.d. 13 april 2017 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. A.P. Luitingh en mr. J.W.H. Offerhaus, leden en mr. F. Faes, secretaris) Samenvatting
Nadere informatie1.2. Tijdens de zitting zijn partijen en hun advocaten verschenen. De advocaten hebben het woord gevoerd aan de hand van pleitnotities.
vonnis RECHTBANK NOORD-NEDERLAND Afdeling Privaatrecht Locatie Leeuwarden Kort-gedingnummer: [... ] vonnis van de voorzieningenrechter in het kort-geding d.d. 16 juli 2014 inzake [DE MAN], wonende te [Plaatsnaam
Nadere informatieECLI:NL:HR:2007:BA1414
ECLI:NL:HR:2007:BA1414 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 15-06-2007 Datum publicatie 15-06-2007 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C05/339HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:BA1414
Nadere informatieIn zake: 2005/AR/1731
Nummer: Rep. nr.: 2010/ Zitting van: 8 september 2010 Eindarrest Het HOF VAN BEROEP, zitting houdend te ANTWERPEN, TWEEDE KAMER, recht doende in burgerlijke zaken, heeft volgend arrest gewezen: In zake:
Nadere informatieBurgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen
Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Artikel 750 1. Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
ECLI:NL:HR:2014:1405 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-06-2014 Datum publicatie 13-06-2014 Zaaknummer 13/05858 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:289 Civiel recht Bijzondere
Nadere informatieJurisprudentie contractenrecht
Jurisprudentie contractenrecht W.L. Valk senior raadsheer Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden senior onderzoeker Radboud Universiteit Programma Twee arresten van de Hoge Raad: HR 12 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3593
Nadere informatieEen onderzoek naar het geen gevolg geven aan een rechterlijke uitspraak door het Openbaar Ministerie te Den Haag
Rapport Een onderzoek naar het geen gevolg geven aan een rechterlijke uitspraak door het Openbaar Ministerie te Den Haag Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het Openbaar Ministerie
Nadere informatieVERVAL VAN RECHT-CLAUSULES IN VERZEKERINGSVOORWAARDEN VRIJDAG 3 NOVEMBER 2017
VERVAL VAN RECHT-CLAUSULES IN VERZEKERINGSVOORWAARDEN VRIJDAG 3 NOVEMBER 2017 INHOUD Verval van recht-clausules o Wat is een verval van recht-clausule? o Welke soorten verval van recht-clausules zijn er?
Nadere informatie