Hoofdrapport. Business case gemaal Lauwersoog

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdrapport. Business case gemaal Lauwersoog"

Transcriptie

1 Hoofdrapport Business case gemaal Lauwersoog

2

3 Business case gemaal Lauwersoog Hoofdrapport Grontmij Nederland B.V. 17 april 2012 in opdracht van:

4 Inhoud 1. Inleiding Werkwijze Organisatie Fasering Aandacht voor proces Risicoanalyse Uitgangspunten Watervisie Lauwersmeer De Derde Weg Intentieverklaring Technisch programma van eisen gemaal Lauwersoog Context gemaal Lauwersoog Belang Lauwersmeer voor waterhuishouding Noord-Nederland Omgeving Lauwersmeer Beleidsmatige context Stakeholdersanalyse Koppelkansen Locatievarianten Situering locatievarianten Realisatieproces Locatiespecifieke aandachtspunten Conclusies Investeringskosten Investeringskosten per locatievariant Investeringskosten energievoorziening Totale investeringskosten Operationele kosten gemaal Jaarlijkse kosten energieverbruik netvoeding vs eigen opwekking Beheer en onderhoud Conclusies Duurzaamheid Energie Hernieuwbare energie op de eigen locatie Kansen in de waterketen Blue Energy Materiaalgebruik Conclusies

5 9. Drie concepten Totstandkoming concepten Doelstellingen concepten Additioneel programma Business case Wat is een business case? Uitgangspunten business cases Investering in 2020 of 2030? Relatie kosten gemaal en waterschapslasten Business case additioneel programma Maatschappelijke waarden Subsidiebronnen Draagvlak en draagkracht Conclusies

6 - 6 -

7 1. Inleiding De besturen van het waterschap Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân, de provincies Groningen en Fryslân en de directeur-generaal van het (voormalig) ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben in 2010 de gezamenlijke ambitie voor het stichten van een gemaal bij Lauwersoog uitgesproken. In de Intentieverklaring Financiering Gemaal Lauwersoog is aangegeven dat: de vervroegde bouw van een nieuw gemaal op Lauwersoog een flexibel peilbeheer mogelijk maakt, waarmee binnen de randvoorwaarden van veiligheid de achteruitgang van natuurwaarden wordt gestopt en wordt beantwoord aan het Streefbeeld Natuur. 1. Daarnaast is afgesproken, dat ten behoeve van besluitvorming over het tempo waarin het gemaal gerealiseerd moet worden, er een business case dient te worden uitgewerkt. In het BOWL-standpunt van 20 april 2009 is besloten het gemaal in 2015 te realiseren conform de uitwerking die bekend staat als de Derde Weg. Op basis van de uitkomsten van de business case worden belangrijke beslissingen over het vervolgtraject naar de realisering van een gemaal bij Lauwersoog genomen. Met het uitwerken van een business case wordt een nieuwe impuls gegeven aan de planvorming en worden de kansen en risico s in het proces van nu tot de inwerkingstelling van het gemaal in kaart gebracht. Daarbij is het belangrijk om te realiseren dat de bouw van een gemaal van de omvang zoals voorgenomen, een uniek project is. Voor wat betreft de technische specificaties is binnen Nederland maar één vergelijkbaar voorbeeld. Niet alleen de aard en omvang van het gemaal, maar ook de ligging van het gemaal op bestuurlijke grenzen, maken planvorming voor het gemaal gecompliceerd. Maar de uitdagingen van vandaag de dag liggen breder. Juist ook in de watersector wordt in toenemende mate de traditionele, technische ontwerpmethode verruild voor een kansgedreven werkwijze. Op die manier kunnen ook andere thema s als veiligheid, natuurlijkheid, economisch potentieel, leefbaarheid en duurzaamheid met elkaar worden verenigd. Zij kunnen elkaar bovendien versterken. De uit te werken business case geeft inzicht in de mogelijkheden om van het gemaal iets bijzonders te maken, wat ondermeer leidt tot versterking van de omgeving. Mogelijke voorbeelden zijn het realiseren van een technisch hoogstandje op gebied van duurzame energie en het maken van een belevingsconcept (koppelkans). Ook kan de vormgeving en uitstraling van het gemaal gekoppeld worden aan de waterafvoerfunctie met oog voor een natuurlijke in plaats van een kunstmatige barrière. Creativiteit, vernieuwing, innovatie en duurzaamheid zijn daarbij leidende begrippen. Door koppeling van de gemaalfunctie aan andere maatschappelijke doelen ontstaat draagvlak en kunnen wellicht interessante financieringsbronnen worden aangeboord. De business case vormt het resultaat van een creatief proces waarin synergiemogelijkheden worden geïnventariseerd en maximaal benut. 1 De heer Kalden (directeur Staatsbosbeheer) geeft aan dat doorgaan op deze manier (zonder gemaal) geen optie is en dat de gewenste dynamiek gerealiseerd kan worden door het eerder bouwen van het gemaal (bestuurlijk overleg, 22 december 2011)

8 Doel en fasering De opgave is te komen tot aansprekende en wervende concepten en bijbehorende business case voor het gemaal Lauwersoog. Dit rapport moet de besturen van de waterschappen ondersteunen om een weloverwogen besluit te nemen over de bouw van het gemaal en inzicht te bieden in: de doelstellingen die door realisatie van het gemaal behaald moeten worden; de aard en de omvang van de risico s die met elke keuze samenhangen; de omvang van de financiering die met de realisatie van de keuze samenhangt; het bouw- en realisatieproces. Met de business case kunnen de waterschapsbesturen in overleg treden met de provincies en de ministeries van I&M en EL&I om tot afspraken te komen over het vervolgtraject. Benadrukt wordt dat deze studie niet tot doel heeft om in beeld te brengen, wat het gemaal precies kan betekenen voor het realiseren van de Natura2000 doelstellingen van het Lauwersmeer. Leeswijzer Dit rapport behandelt in hoofdstuk 2 en 3 de werkwijze en uitgangspunten die aan de basis liggen van dit rapport. Hoofdstuk 4 geeft een beschrijving van de waterhuishoudkundige, ruimtelijke, beleidsmatige en procesmatige context van het gemaal Lauwersoog. Hoofdstuk 5 behandelt een drietal potentiële locaties voor de bouw van het gemaal. Hoofdstuk 6 en 7 geven een overzicht van de investerings- en operationele kosten die gemoeid gaan met de bouw en de ingebruikname van het gemaal. Hoofdstuk 8 geeft een beschrijving van de mogelijkheden van gebruik van duurzame energie voor de aandrijving van het gemaal en duurzaam materiaalgebruik. In hoofdstuk 9 zijn de mogelijkheden verkend voor het meekoppelen van aanvullende doelstellingen bij de bouw van het gemaal. Hoofdstuk 10 bevat het hart van het rapport. In dit hoofdstuk is de business case voor het gemaal uitgewerkt en wordt nader ingegaan op kosten en baten. Hoofdstuk 11 gaat kort in op het beschikbare draagvlak en draagkracht voor de bouw van het gemaal. Hoofdstuk 12 sluit af met conclusies en aanbevelingen voor het vervolg

9 2. Werkwijze Dit hoofdstuk beschrijft de werkwijze waarmee deze rapportage tot stand is gekomen. Organisatie en fasering van het project staan centraal. 2.1 Organisatie De business case is in nauwe samenwerking tussen de waterschappen, Grontmij, Ecorys, E-kwadraat en PvanB architecten tot stand gekomen. Deze samenwerking is zowel ambtelijk als bestuurlijk geborgd in de projectorganisatie door de vorming van een projectteam en een stuurgroep. Onderstaand figuur geeft de projectorganisatie schematisch weer. Het projectteam was verantwoordelijk voor inhoudelijke uitwerking van de business case en bewaking van het proces. Stuurgroep Henk van t Land / Bert Middel Paul van Erkelens Aaltje Rispens Johannes Lindenbergh (dijkgraaf Noorderzijlvest, vz) (dijkgraaf Wetterskip Fryslân) (portefeuillehouder Wetterskip Fryslân) (portefeuillehouder waterschap Noorderzijlvest) Projectteam Ate Wijnstra Johannes Veenstra Kees de Jong Jannes Krol Frank Gort Jelle Zoetendal Arjen Luinenburg (procesmanager Noorderzijlvest, vz) (projectleider, Wetterskip Fryslân) (projectleider, Noorderzijlvest) (programmamanager, Wetterskip Fryslân) (projectleider vanuit Grontmij) (deelprojectleider vanuit Grontmij) (projectsecretaris, Grontmij) 2.2 Fasering De business case is door het projectteam uitgewerkt in drie fases: 1. Inventarisatie. 2. Opstellen schetsontwerp. 3. Uitwerken business case in drie concepten. Gedurende het project heeft aan het eind van iedere fase afstemming plaatsgevonden met de stuurgroep. Zowel het dagelijks bestuur als het algemeen bestuur van de waterschappen zijn aan het eind van fase 2 geïnformeerd over de stand van zaken en de voortgang van het project

10 Kenmerkend voor de werkwijze van het projectteam zijn de termen hoofd in de wolken, zonder buikpijn, voeten op de grond. Fasering Werkzaamheden Werkwijze Fase 1: hoofd in de wolken Inventariseren, ideeën verzamelen Interview, inventarisatie en analyse Fase 2: zonder buikpijn Creativiteit, koppelingen leggen Expertmeeting Fase 3: voeten op de grond Technische en financiële haalbaarheid Business case Tabel 2.1: Werkwijze consortium In de eerste en tweede fase is er ruimte geweest voor stakeholders en experts om ideeën in te brengen voor koppelingen met de basisfuncties van het gemaal. Hierin is door het projectteam een filtering aangebracht. Op basis daarvan zijn 3 concepten ontwikkeld. Tot slot zijn de concepten getoetst op technische en financiële haalbaarheid in fase 3. Tabel 2.1 geeft deze werkwijze weer. 2.3 Aandacht voor proces Gedurende de drie fasen is er ruime aandacht geweest voor het proces rondom de business- case. In de eerste fase zijn bilaterale gesprekken gevoerd met stakeholders. Tijdens deze gesprekken is ingegaan op de totstandkoming van de besluitvorming rondom gemaal, het doel van de business case en de betrokken belangen van de betreffende stakeholders. De stakeholders zijn gedurende de business case op de hoogte gebracht van de voortgang door middel van een nieuwsbrief. In de derde fase van het project zijn dezelfde stakeholders nogmaals bilateraal gesproken. Gedurende de business case is het politieke speelveld flink gewijzigd. Het jonge regeerakkoord is gedurende de looptijd van de business case verder ingevuld. Tijdens de business case zijn er nieuwe provinciale besturen geformeerd en zijn de provinciale collegeprogramma s geschreven. Gedurende het project zijn daarom zowel de oude BOWL (Bestuurlijk Overleg Watervisie Lauwersmeer) partners als de nieuwe bestuurlijke vertegenwoordigers van de BOWL-partners geïnformeerd over de business case. In paragraaf 4.4 is nader op de betrokken stakeholders en hun belangen ingegaan. 2.4 Risicoanalyse Om het project inhoudelijk en procesmatig goed te kunnen bewaken heeft een risicoinventarisatie plaatsgevonden bij de start van fase 1. De inventarisatie is uitgevoerd door het projectteam, aangevuld met experts van de waterschappen. De belangrijkste benoemde risico s zijn in bijlage 2.1 van het bijlagenrapport opgenomen en hadden met name betrekking op: de scope van de business case (aantal en detailniveau varianten); de wissel- en samenwerking tussen projectgroep en stuurgroep; de wijze van communicatie met derde belanghebbenden. De geïnventariseerde risico s maakten deel uit van de agenda van het projectteam en de stuurgroep. Op deze wijze heeft het projectteam gedurende het proces snel kunnen sturen op de risico s, die zich gaandeweg het proces voordeden

11 3. Uitgangspunten Circa zeven jaar van studie en besluitvorming is deze studie voorgegaan in het kader van de Watervisie Lauwersmeer. Dit vormt het vertrekpunt voor deze studie. De belangrijkste conclusies van het Bestuurlijk Overleg Watervisie Lauwersmeer (BOWL) zijn in dit hoofdstuk kort beschreven. Daarnaast is in bijlage 3.1 van het bijlagenrapport een factsheet opgenomen met de belangrijkste beslispunten en een samenvatting van de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan dit rapport. 3.1 Watervisie Lauwersmeer De opstelling van de Watervisie Lauwersmeer had als doel het gewenste waterbeheer op het Lauwersmeer vast te stellen. Met dat waterbeheer moesten gelijktijdig de effecten van autonome processen als klimaatverandering en bodemdaling worden geneutraliseerd en de wensen van gevestigde en nieuwe belangen in en rondom het Lauwersmeergebied worden gediend 2. Tussen 2000 en 2007 zijn een groot aantal alternatieven en scenario s onderzocht en doorgerekend (zie figuur 3.1). Figuur 3.1: Schematische weergave totstandkoming Derde Weg. Geen van de alternatieven kwam voor uitvoering in aanmerking. Een terugval op het basisalternatief Referentie 2030 bleek echter onvoldoende om de Natura2000-doelen van het Lauwers- meer te benaderen. 3 Om een impasse te voorkomen, is vervolgens het scenario de Derde Weg geformuleerd. De volgende paragraaf beschrijft dit scenario. De watervisie is opgenomen onder bijlage 3.2 van het bijlagenrapport. 3.2 De Derde Weg Als onderdeel van de Watervisie zijn de effecten van klimaatverandering en bodemdaling met de toen beschikbare modellen, gemodelleerd met een doorkijk tot Hieruit bleek dat de mogelijkheden voor vrije lozing via het spuicomplex bij Lauwersoog geleidelijk verminderen. Bij uitvoering van de WB21-maatregelen en toepassing van het middenscenario voor zeespiegelrijzing kan tot 2030 met vrije lozing worden volstaan. Daarna is de inzet van een gemaal op Lauwersoog noodzakelijk. Met de jaren wordt de vrije lozing minder en neemt gebruik van het gemaal toe. Naar verwachting is in 2100 geen vrije lozing meer mogelijk. Bij de statenbehandeling van de Watervisie begin 2007 in Groningen en Fryslân bleek er consensus te bestaan over de versnelde aanleg van gemaalcapaciteit op Lauwersoog, in 2015 in plaats van Dit gegeven is vervolgens uitgangspunt geweest voor de uitwerking van wat bekend staat als de Derde Weg. 2 Watervisie Lauwersmeer, Gemaalplan Lauwersoog, de Derde Weg, klankbordgroep Watervisie Lauwersmeer, 1 november Watervisie Lauwersmeer, de Derde Weg, BOWL, 20 april

12 De Derde Weg is als volgt gedefinieerd: In 2015 een gemaal op Lauwersoog (capaciteit ca 182 m 3 /s) om daarmee de (vrije) waterafvoer van de Friese en de Electraboezem voor de toekomst zeker te stellen (conform statenbesluiten Groningen en Fryslân begin 2007). Een goed op natuurontwikkeling afgestemd waterbeheer, inclusief brak water in het noordelijke deel van het Lauwersmeer, onder de voorwaarde dat voldoende vrije waterafvoer van de boezem plaats kan vinden. Uitgangspunt van de Derde Weg is dat met het gemaal de waterstand zo kan worden gestuurd, dat voldoende vrije afvoer van de Friese en de Electraboezem mogelijk is. Tegelijkertijd staat het gestuurde peilverloop en de aanwezigheid van brak water in het noordelijk deel van het Lauwersmeer aan de basis voor de realisatie van de Natura2000- doelstelling 4. Onderdeel van de Derde Weg is het besluit om een waterprotocol op te stellen voor het waterbeheer van het Lauwersmeer met inzet van het gemaal. Gekoppeld hieraan wordt een monitoringsprogramma opgesteld. De ervaring die met monitoring van de inzet van het gemaal wordt opgedaan, wordt gebruikt voor het bijstellen van het waterprotocol. Met behulp van dit flexibele waterprotocol zal het optimale natuurgericht waterbeheer binnen de hydrologische randvoorwaarden van het boezembeheer gevonden moeten worden 5. De Derde Weg is vastgesteld door het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest op 10 juni Het algemeen bestuur is op 2 september 2009 geïnformeerd over dit besluit. De uitgangspunten van de Derde Weg zijn door Wetterskip Fryslân opgenomen in het waterbeheerplan en als onderdeel van dat plan vastgesteld door zowel het dagelijks als het algemeen bestuur van het Wetterskip. 4 Voor de natuurdoelstelling gaat het om het behouden dan wel verkrijgen van: Een open oeverlandschap door middel van overstroming en een waterverzadigd profiel waarbij ook lage waterstanden nodig zijn Een samenhangend watersysteem: met mogelijkheden voor een vrije vispassage; optimalisatie van bestaande verschillen tussen zout en zoet in het Lauwersmeer; een betere koppeling, via het Lauwersmeer, tussen Waddenzee en achterland. 5 Watervisie Lauwersmeer, de Derde Weg, BOWL, 20 april

13 3.3 Intentieverklaring In oktober 2009, respectievelijk maart 2010 hebben de bestuurders van waterschap Noorderzijlvest, Wetterskip Fryslân, Provincie Groningen, provincie Fryslân en de directeur-generaal van het voormalig ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de Intentieverklaring Financiering Gemaal Lauwersoog ondertekend (zie bijlage 3.6). In dit document verklaren de partijen zich gezamenlijk in te zullen spannen om de financiering van het gemaal Lauwersoog tot stand te brengen om een vervroegde bouw van het gemaal ten behoeve van de natuur op het Lauwersmeer mogelijk te maken. 3.4 Technisch programma van eisen gemaal Lauwersoog Naar aanleiding van het Derde Weg besluit is voor het gemaal Lauwersoog een schetsontwerp opgesteld 6 met bijbehorend technisch programma van eisen (PvE). Op 6 januari 2011 is met de waterschappen een workshop gehouden, waarin dit technisch programma van eisen is geactualiseerd ten behoeve van voorliggende rapportage. Het geactualiseerde PvE is gebaseerd op een aantal onderzoeksrapporten. De desbetreffende rapporten zijn: een schetsontwerp voor nieuwbouw gemaal Lauwersmeer, Tauw, 28 juli 2008; Watervisie Lauwersmeer, de Derde Weg, BOWL, 20 april 2009; Gemaal Centraal, een verkennende scenariostudie, Deltares, De diverse eisen en randvoorwaarden, die als basis hebben gediend voor de verschillende rapporten, zijn met elkaar vergeleken en getoetst tijdens de workshop. Tegenstrijdigheden in randvoorwaarden van de diverse rapporten zijn besproken en eenduidig gemaakt of eventueel aangevuld. Het geactualiseerde PvE is opgenomen in bijlage 3.3 van het bijlagenrapport en is uitgangspunt in deze rapportage. 6 een schetsontwerp voor nieuwbouw gemaal Lauwersmeer, Tauw, 28 juli

14 - 14 -

15 4. Context gemaal Lauwersoog Meer inzicht in de relatie tussen gemaal en haar omgeving geeft ook meer inzicht in mogelijkheden om doelstellingen en de belangen van derden te koppelen aan de bouw van het gemaal. Dit hoofdstuk beschrijft de waterhuishoudkundige, ruimtelijke, beleidsmatige en procesmatige context van het gemaal. 4.1 Belang Lauwersmeer voor waterhuishouding Noord-Nederland Het gemaal zal worden gebouwd om het waterpeil van het Lauwersmeer beter te kunnen beheersen. Het Lauwersmeer is in 1969 ontstaan door de Lauwerszee af te sluiten van de Waddenzee. Hiermee kreeg het Lauwersmeer een belangrijke waterhuishoudkundige functie voor grote delen van zowel Friesland als Groningen. Het meer fungeert in de huidige situatie als bergingsgebied voor zowel de afvoer vanuit de Electraboezem in Groningen als de afvoer vanuit een groot deel (circa 60%) van de Friese boezem. In het meer komt het water uit twee waterhuishoudkundige hoofdsystemen samen en wordt er via de spuisluizen bij Lauwersoog vrij geloosd op de Waddenzee. Op de lange termijn komt deze vrije lozing in gevaar door de autonome zeespiegelrijzing 7. Een gemaal bij Lauwersoog zorgt ervoor dat het water vanuit het Lauwersmeer altijd op de Waddenzee kan worden gespuid. Figuur 4.1: Relatie Friese Boezem Lauwersmeer Waddenzee (zie ook bijlage 3.4 bijlagenrapport) Figuur 4.2: Relatie Electraboezem Lauwersmeer - Waddenzee Figuur 4.1 en 4.2 geven de huidige relatie op stroomgebiedniveau tussen Lauwersmeer en Friese en Electraboezem schematisch weer. 7 Basisdocument Watervisie Lauwersmeer, Royal Haskoning, 8 april

16 4.2 Omgeving Lauwersmeer Het Lauwersmeer en omgeving is een multifunctioneel zoetwatergebied waar natuur, landbouw, recreatie, visserij, scheepvaart en militair gebruik zich in meer of mindere mate hebben ontwikkeld. Het Lauwersmeer is een natuurgebied met een belangrijke functie voor toerisme en recreatie. De haven van Lauwersoog is van groot belang voor de visserij. De overgang tussen Waddenzee en Lauwersmeer is een belangrijk gebied voor vissen die migreren tussen zoet en zout water. Bovendien heeft het waterbeheer van het Lauwersmeer invloed op het grondwater in de landbouw-gebieden die om het Lauwersmeer zijn gelegen. De beoogde locatie voor het gemaal nabij Lauwersoog is een unieke plek waar bestuurlijke én fysieke grenzen samenkomen. De locatie ligt op de grens van: Groningen en Friesland. Gemeente De Marne en Dongeradeel. Natura2000 en Unesco werelderfgoed gebied Waddenzee en Natura2000 gebied en Nationaal Park Lauwersmeer. Zoet en zout. Zee en meer. Figuur 4.3: Schematische weergave ruimtelijke context gemaallocatie

17 Het Lauwersmeer vervult een rol voor het waterbeheer van zowel Wetterskip Fryslân als voor waterschap Noorderzijlvest. De mogelijke locaties van het gemaal liggen volledig in het beheergebied van het waterschap Noorderzijlvest. 4.3 Beleidsmatige context Er is een beleidsanalyse uitgevoerd om inzicht te krijgen in de doelstellingen en belangen die diverse partijen hebben in het Lauwersmeergebied. De ligging van het Lauwersmeer in een bestuurlijk en geografisch grensgebied heeft een hoge dichtheid aan gebiedsgericht en sectoraal beleid tot gevolg. Voor de business case gemaal Lauwersoog zijn de potentiële koppelingen tussen de doelstellingen van het gemaal en overige beleidsdoelstellingen van belang. Vanuit het bestaand beleid kunnen de volgende zogenaamde koppelkansen worden benoemd: vanuit PROLoog (gemeente De Marne en provincie Groningen): Het gemaal zelf is een plus voor recreatieve ontwikkeling Lauwersoog (en Lauwersmeer). Economische spin-off kan worden gegenereerd door activiteit en een attractief programma te koppelen aan het gemaalgebouw. Het gemaal kan een bijdrage leveren aan de plannen van de EHL voor het verduurzamen van de haven van Lauwersoog. De uitstraling van het gemaalgebouw (vormgeving) kan bijdragen aan het versterken van de identiteit van Lauwersoog/Lauwersmeer. Het gemaalgebouw kan fungeren als de entree naar haven Lauwersoog, vanuit Friesland gezien. Het gemaal als onderdeel van de looproutes op Lauwersoog op de grens van water en land. Gemaal korte afstand van haven Lauwersoog moeten worden gesitueerd om genoemde effecten te kunnen hebben. Figuur 4.4: Visiekaart Plan voor Regie en Ruimtelijke Ontwikkeling Lauwersoog (PROLoog) vanuit Rijksbeleid: Noord-Nederland wordt op het gebied van waterhuishouding gezien als landsdeel waar innovatie- en watertechnologie unieke kansen hebben (duurzame) energie, watertechnologie en sensortechnologie zijn alle drie sterk vertegenwoordigd in Groningen, Friesland en Drenthe). Koppeling met programma Naar een Rijke Waddenzee. Koppeling met beheerplan Natura2000 Lauwersmeer

18 vanuit provincies Friesland en Groningen: Natuurontwikkeling door gemaal in Bundeling van toerisme en recreatie op Lauwersoog. Verweven met de visie Koers op Lauwersmeer. 4.4 Stakeholdersanalyse Bij de totstandkoming van de Watervisie Lauwersmeer zijn een groot aantal partijen in meer of mindere mate betrokken geweest. Met een aantal van deze partijen zijn gesprekken gevoerd gedurende het proces van deze studie, aanvullend op de beleidsanalyse. Tijdens deze gesprekken is ingegaan op de totstandkoming van de besluitvorming rondom het gemaal, het doel van de business case en de betrokken belangen van de betreffende stakeholders. Tabel 4.5 geeft de belangrijkste stakeholders en hun belangen weer. 8 Partijen Betrokkenheid Belang Waterschap Noorderzijlvest beslissen waterbeheer passend bij gebruik en functie gebied. Beslisser over maatregelen en ingrepen. Wetterskip Fryslân beslissen waterbeheer passend bij gebruik en functie gebied. Beslisser over maatregelen en ingrepen. Provincie Groningen beslissen veiligheid en natuurbeheer, waterkwaliteit, duurzame gebiedsontwikkeling. Beslisser over veiligheidsnormen en natuur. Provincie Fryslân beslissen veiligheid en natuurbeheer, waterkwaliteit, duurzame gebiedsontwikkeling. Beslisser over veiligheidsnormen en natuur. Ministerie van Infrastructuur en milieu betrekken veiligheid en waterkwaliteit Ministerie van ELI/ DLG (programma naar een rijke Waddenzee) betrekken belangen economische spin-off, landbouw en natuur 8 Staatsbosbeheer betrekken invloed gemaal op Natuurbeheer Gemeente De Marne afstemmen veiligheid, gebiedsontwikkeling en economische ontwikkeling Lauwersoog en omgeving Gemeente Dongeradeel afstemmen veiligheid, gebiedsontwikkeling en economische ontwikkeling Lauwersoog en omgeving EHL afstemmen invloed gemaal op gebruik haven Waddenvereniging informeren bescherming beleving, natuur en landschap wadden Visserij (beheercommissie) informeren invloed gemaal op visstanden en bevaarbaarheid Landbouw (LTO Noord) informeren waterbeheer landbouwgronden rondom Lauwersmeer Stichting Lauwerkrans/promotie Lauwersoog informeren promotie toerisme en recreatie Lauwersoog VVV Lauwersland informeren promotie toerisme en recreatie lauwersland Tabel 4.5: Stakeholders, betrokkenheid en belang 8 Een groot deel van het takenpakket op het gebied van natuurontwikkeling en beheer wordt door het Rijk overgedragen naar de provincies. Tijdens de looptijd van deze studie zijn de afspraken hierover, en de gevolgen hiervan voor het beheer van het Lauwersmeer nog niet definitief

19 In bijlage 2.2 van het bijlagenrapport zijn de gespreksverslagen opgenomen van de gesprekken die tijdens het project zijn gevoerd. De reacties van de stakeholders hebben betrekking op draagvlak, draagkracht en koppelkansen. In hoofdstuk 11 is nader ingegaan op het draagvlak en de draagkracht van de diverse stakeholders. In de volgende paragrafen is een aantal koppelkansen opgenomen, die door de stakeholders werden benoemd. 4.5 Koppelkansen De grootste gemene deler vanuit de gesprekken over koppelkansen met het gemaal is, dat er aansluiting moet worden gezocht bij de kwaliteiten die er in de omgeving van het Lauwersmeer te vinden zijn. De volgende omgevingskenmerken worden als de belangrijkste omgevingskwaliteiten genoemd: wadden; dijkenlandschap; Lauwersoog; Dokkum; landelijk gebied; rust en ruimte ; extensieve recreatie. De meeste stakeholders zien koppelkansen met het gemaal. Alleen de Waddenvereniging ziet het gemaal en het toegevoegd programma niet zitten. Door een groot aantal stakeholders wordt verwezen naar de ontwikkelingen in het havengebied van Lauwersoog (gemeente De Marne, provincie Groningen, provincie Fryslân, Stichting Lauwerskrans, EHL). Zo noemt de provincie Groningen de behoefte aan een slechtweervoorziening in de haven. Kansen worden ook gezien om vismigratie te koppelen aan het gemaal en de vismigratievoorziening verder recreatief te benutten door deze beleefbaar te maken. De visstandbeheercommissie en sportvisserij voegen hier nog aan toe dat (kennisverwerving over) vismigratie en de kwaliteit van zoetwater essentieel zijn om een aantal vissoorten voor uitsterven te behoeden. De beleving van techniek van het gemaal, de kracht en het belang van water voor de regio en het gemaal als landmark, worden eveneens vaak genoemd als (recreatieve) koppelkans. De historie is altijd gericht op het achterland in verband met de waterafvoer en de natuurontwikkeling in het Lauwersmeergebied. Zowel ambtenaren van de gemeente Dongeradeel als vertegenwoordigers van het programma naar een rijke Waddenzee adviseren ook buitendijks te kijken. Het mogelijke effect van een gemaal op het waddengebied is nog onderbelicht. Tot dusver is alleen gekeken naar het Lauwersmeergebied. Uit de gevoerde gesprekken blijkt dat het aangeven van concrete kansen als lastig wordt ervaren. In bijlage 3.5 van het bijlagenrapport is een overzicht van de geïnventariseerde koppelkansen weergegeven

20 - 20 -

21 5. Locatievarianten Voor de nadere uitwerking van het gemaal is een technisch programma van eisen opgesteld waarin eisen ten aanzien van pompcapaciteit, type pomp, opvoerhoogte, etc., zijn vastgelegd, Dit technisch programma van eisen is gebaseerd op een schetsontwerp van een gemaal op een locatie in de primaire kering ten westen van de R.J. Cleveringsluizen. Aan deze locatie kleven echter een aantal nadelen. Zo wordt het gemaal gebouwd in de primaire kering, waaraan in de toekomst mogelijk nog aanpassingen moeten plaatsvinden. Daarnaast wordt een eiland in het Lauwersmeer doorsneden door het instroomkanaal van het gemaal op deze locatie. Om deze reden is een alternatieve locatie in deze studie betrokken. Dit hoofdstuk gaat in op een aantal locatiespecifieke kenmerken van beide locaties, zodat de voor- en nadelen beter inzichtelijk kunnen worden gemaakt. 5.1 Situering locatievarianten Tijdens de expertmeeting die in fase 2 van het project heeft plaatsgevonden, is aandacht besteed aan de denkbare locaties voor het gemaal en de voor- en nadelen die de verschillende locaties hebben. Drie potentiële locaties zijn gedurende het project nadrukkelijk naar voren gekomen. Dit zijn: A. locatie in de dijk; B. locatie voor de spuisluis; C. locatie in de sluisdeuren. De genoemde locaties zijn weergegeven in figuur 5.1. A C B Figuur 5.1: ligging locatievarianten gemaal

22 Deze rapportage vergelijkt alleen locatie A en B. In het onderstaand inzetkader is kort beargumenteerd waarom locatie C buiten beschouwing is gelaten. Een locatie meer westelijk van de geschetste locatie A wordt niet geschikt geacht, vanwege de ongunstige ligging ten opzichte van de geulen in de Waddenzee. Gemaal in sluisdeuren R.J. Cleveringsluizen In de Haalbaarheidsstudie met betrekking tot het integreren van een gemaal met het sluiscomplex te Lauwersoog (Tauw) zijn een aantal varianten onderzocht om pompen in de spuisluisdeuren te plaatsen. De meest kansrijke variant is opgenomen en geraamd in het rapport Schetsontwerp nieuwbouw gemaal Lauwersmeer. Uit de raming blijkt dat het ombouwen van het spuicomplex (door het plaatsen van 24 pompen in de deuren van het spuicomplex) duurder is dan nieuwbouw van een gemaal in de dijk. Tijdens de business case is de variant toch weer ter sprake gekomen na een gesprek met het bedrijf Voith. Dit bedrijf stelt, dat zij met een innovatief concept van schroefpompen de gewenste gemaalcapaciteit kan bereiken door het plaatsen van 6 tot 8 pompen in de spuisluisdeuren. Op pompgebied betreft het onbeproefde en geheel nieuwe technologie. In principe zijn de pompen geschikt om in de schuiven in te bouwen, al zal het bijplaatsen van een terugslagklep en diffusor noodzakelijk zijn. Dit alles vergt de nodige lengte, wat een probleem kan zijn voor het inbouwen van de pompen in de bestaande (niet al te dikke) sluisdeuren. Visvriendelijkheid van de schroefpomp is een aandachtspunt. De technische haalbaarheid zal nader onderzocht moeten worden. Deze locatievariant heeft een aantal voordelen. Zo zijn er minder effecten op Natura2000 te verwachten, omdat er in een bestaand gebouw wordt gebouwd. Gefaseerd aanleggen van de pompcapaciteit is eenvoudig te realiseren door gefaseerde plaatsing van de pompen in de sluisdeuren. Er zijn echter ook nadelen. Tijdens de aanlegfase zijn de capaciteit van de spuisluizen en de veiligheid van de primaire kering echter (sluisdeuren) belangrijke aandachtspunten. Omdat de technische haalbaarheid van deze locatievariant onzeker is, wordt hij verder buiten beschouwing gelaten. Conceptontwikkeling Afsluitdijk In dezelfde tijdsperiode waarin onderhavige business case is opgesteld zijn door Rijkswaterstaat concepten ontwikkeld om in de spuivoorzieningen in de Afsluitdijk gemaalcapaciteit te plaatsen. Er is kennis genomen van deze concepten. Tijdens de business case is dit concept niet verder uitgewerkt omdat het aan een aantal randvoorwaarden onvoldoende tegemoet komt. Het gaat daarbij met name om het creëren van voldoende variatie in opvoerhoogte en het behouden van de huidige spuicapaciteit. Het verdient de aanbeveling de ontwikkeling van de concepten bij de Afsluitdijk te blijven volgen en deze te beoordelen op relevantie en haalbaarheid voor het Lauwersmeer. Situatieschets De basis voor beide locatievarianten vormt het schetsontwerp van Tauw (juli 2008). Het schetsontwerp is in voorliggende studie geactualiseerd en uitgewerkt voor beide varianten. Afbeeldingen 5.2 en 5.3 betreffen de situatieschetsen van beide varianten

23 Locatie A (in de dijk) Afbeelding 5.2: Het gemaal is ingepast op de locatie direct ten westen van de R.J. Cleveringsluizen. Locatie B (voor de spuisluis) Afbeelding 5.3: Het gemaal sluit aan op de meest oostelijke spuikoker, vanwege de ligging ten opzichte van de haven van Lauwersoog 9. 9 Bij locatie A is het denkbaar het gemaal vóór de dijk te bouwen ten zuiden van de weg. In dat geval passeert het water de weg en de dijk via perskokers. Beide alternatieven zijn interessant om nader uit te werken zodra er een besluit voor de bouw van het gemaal is gevallen. Bij locatie B is aansluiting van het gemaal op de meest westelijke spuikoker denkbaar. Daarbij zou gebruik gemaakt kunnen worden van het bestaande parkeerterrein aan de voet van de dijk ten westen van het spuicomplex

24 5.2 Realisatieproces Procedures Voorafgaand aan de bouw van het gemaal zullen diverse ruimtelijke procedures moeten worden doorlopen. Zo zullen de effecten van de bouw van het gemaal op Natura2000-gebied Lauwersmeer en Waddenzee in beeld moeten worden gebracht. Hierbij moet het verleggen van de in het gebied aanwezige hogedrukgasleiding ook meegenomen worden, wat de complexiteit van de procedures vergroot. Daarnaast zal een milieueffectrapportage moeten worden opgesteld en een bestemmingsplanwijziging plaatsvinden. De totale onderzoeks- en proceduretijd zal zeker 2,5 jaar bedragen voor beide locatievarianten. Bouwtijd De bouwtijd van het gemaal wordt geschat op ca. 3,5 jaar voor de locatie voor de spuisluis tot 4 jaar voor de locatie in de dijk. Het verschil in bouwtijd wordt veroorzaakt door de veel zwaarder uitgevoerde bouwkuip voor de locatie in de dijk. Een deel van deze bouwkuip moet hier als vervangende waterkering fungeren. Risico s Op 31 oktober 2011 heeft een werksessie plaatsgevonden over de kostenramingen van de gemaalvarianten. Doel van de werksessie was het inzichtelijk maken van de bandbreedtes in de ramingen en het aangeven welke risico s hieraan ten grondslag liggen. De belangrijkste risico s die benoemd werden voor beide locaties zijn: extra natuurmaatregelen Waddenzee of Lauwersmeer; vervuild bodemmateriaal; geotechnische kwaliteit bodem; beschikbaarheid en aanbesteding pompen; niet gesprongen explosieven. Afbeelding 5.4: Transport gemaalpomp bij uitbreiding gemaal IJmuiden (bron: Het water de baas, Van Rijn & Polderman, 2010)

25 Zoals in de inleiding al aangegeven is, gaat het bij de bouw van een gemaal van deze omvang om een uniek project. Met name de beschikbaarheid van visvriendelijke pompen met de gewenste capaciteit werd tijdens de sessie daarom als een risico gezien. Op dit moment zijn er twee potentiële leveranciers die de pompen zoals benoemd in het technisch programma van eisen, kunnen leveren. De risico s zijn vertaald in de ramingen van bijlage 1.3 van het bijlagenrapport door het op-nemen van een risicoreservering. Fasering Door de capaciteit van het gemaal gefaseerd aan te leggen kunnen kosten in de tijd worden verspreid en rentelasten worden verminderd. Het gemaal is modulair opgebouwd. Bij de locaties in de dijk en voor de spuisluis is gefaseerd bouwen niet makkelijk, maar wel mogelijk. Hier zijn twee mogelijkheden: Bouw eerst het civieltechnische deel van het gehele gemaal voor 5 pompen, maar plaats vooralsnog 2 of 3 pompen en de rest later. Dit wordt weleens bij rioolgemalen gedaan. Bouw eerst het complete gemaal voor twee of drie pompen en bouw de rest er later tegenaan. Dit is in IJmuiden uitgevoerd. De basisinvestering voor gefaseerd bouwen hangt van de te kiezen mogelijkheid af. De eerste mogelijkheid geeft de grootste initiële investering. Overigens zal nader onderzoek moeten uitwijzen of gefaseerd bouwen zinvol is. De vraag welke maximale pompcapaciteit benodigd is, uitgezet in de tijd met het oog op veiligheid en natuur zal eerst beantwoord moeten worden en is mede afhankelijk van het te hanteren waterprotocol

26 5.3 Locatiespecifieke aandachtspunten In tabel 5.5 is een beknopt overzicht opgenomen van een aantal relevante locatiegerelateerde aandachtspunten en hoe deze verschillen in beide locatievarianten A (in de dijk) en B (voor de spuisluis). Aandachtspunten In de dijk Voor de spuisluis Natura2000 Doorsnijding eiland N2000-gebied Bouwen in N2000-gebied Ruimte en bereikbaarheid plus programma Bouwen in N2000-gebied Mogelijk compenserende maatre- gelen Optimalisatie waterbeheer t.b.v. natuurwaarden mogelijk Hoogte gemaalgebouw Beperkt vanwege bouw in en op primaire kering Technische gegevens Onduidelijkheid geotechnische Aanlegfase gesteldheid bodem Omleiding verkeer Omvang Bouwkuip Veiligheid primaire kering Vismigratie en - passage Visvriendelijkheid pompen en Scheepvaart vispassage mogelijk Nader onderzoek noodzakelijk naar meest geschikte locatie voor passage Procedureel Complexe procedure vanwege Investeringskosten (exclusief voeding, zie hoofdstuk 6) Mogelijk compenserende maat- regelen Optimalisatie waterbeheer t.b.v. natuurwaarden mogelijk Hoogte gemaalgebouw Aanwezig door aansluiting op haven Lauwersoog (huidig parkeerterrein) Onduidelijkheid geotechnische gesteldheid Onduidelijkheid diepte bodem Onzekerheid functioneren sluisdeu- ren bij hoogwater Beperking van capaciteit spuisluizen Visvriendelijkheid pompen en vispassage mogelijk Mogelijkheden van toepassing van bassin tussen spuicomplex en gemaal voor vispassage onderzoeken Nader onderzoek noodzakelijk naar meest geschikte locatie voor passage Geen belemmeringen Nader hydraulisch onderzoek natuurwetgeving en bouw in primaire kering. Verwachte proceduretijd (inclusief MER) circa 2,5 jaar 166 miljoen (inclusief BTW, prijspeil november 2011) raadzaam naar beïnvloeding van instroomkanaal en vaarroute richting schutsluis Lauwersoog Complexe procedure vanwege natuurwetgeving. Verwachte proceduretijd (inclusief MER) circa 2,5 jaar 167 miljoen (inclusief BTW, prijspeil november 2011) Bouwtijd 4 jaar (zie hoofdstuk 6) 3,5 jaar (zie paragraaf 5.5) Kabels en leidingen De aanwezige hogedrukgasleiding zal verlegd moeten worden Landschappelijke inpassing Gemaalgebouw in relatie tot Tabel 5.5: Locatiespecifieke aandachtspunten dijklichaam en spuicomplex Gemaalgebouw in relatie tot Waddenzee en Lauwersmeer De aanwezige hogedrukgasleiding zal verlegd moeten worden Gemaalgebouw in relatie tot bebouwing haven Gemaalgebouw in relatie tot spuicomplex Gemaalgebouw in relatie tot Lauwersmeer Inpassing verbinding tussen gemaal en spuicomplex

27 5.4 Conclusies Het doel van dit hoofdstuk is niet om een voorkeurslocatie te kiezen. De reden dat er een alternatieve locatievariant (bouw gemaal voor de spuisluis) is gepresenteerd, is dat er een aantal nadelen kleven aan het bouwen in de dijk. Beide locatievarianten hebben hun voor- en nadelen. Voor- en nadelen locatie in de dijk Voordelen van locatie A zijn: De instroom ligt vlakbij de aanstroomgeul naar de spuisluizen en de uitstroom ligt vlakbij de vaargeul op het Wad, zodat geen grootschalige baggerwerkzaamheden nodig zijn. Het gemaal ligt niet in het sluitgat. De caissons die indertijd voor de sluiting van de Lauwersmeerdijk zijn gebruikt hoeven niet verwijderd te worden en vormen geen complicerende factor. Nadelen van locatie A zijn: Het eiland vlak voor het instroomkanaal zal deels verwijderd moeten worden. Er wordt gebouwd in een primaire kering, die mogelijk in de toekomst nog aangepast moet worden. Verkeershinder tijdens de bouwfase vanwege benodigde omlegging van de N361. Aanwezige hogedrukgasleiding zal verlegd moeten worden. Voor- en nadelen locatie voor de spuisluis Voordelen van locatie B zijn: De instroom ligt in de aanstroomgeul naar de spuisluizen en de uitstroom ligt in de uitstroomgeul van het spui- complex, zodat geen grootschalige baggerwerkzaamheden nodig zijn. Tijdens de bouw van het gemaal zijn er geen belemmeringen voor de doorstroming van het verkeer. De bouw van het gemaal heeft geen invloed op de veiligheid van de primaire kering en eventuele toekomstige aanpassingen aan de primaire kering. De locatievariant voor de spuisluis biedt meer mogelijkheden voor additioneel programma (zie hoofdstuk 9) vanwege ligging nabij parkeerterreinen haven Lauwersoog. Eventueel aanvullend programma gekoppeld aan het gemaal sluit aan op de haven. Goede bereikbaarheid van de locatie. Besparingen in investeringskosten kunnen gerealiseerd worden bij locatievariant voor de spuisluis indien het uitgangspunt van behoud spuicapaciteit komt ter vallen. Nadelen van locatie B zijn: Een mogelijke beperking van de spuicapaciteit van de R.J. Cleveringsluizen tijdens de aanleg van het gemaal. Aanwezige hogedrukgasleiding zal verlegd moeten worden. Locatie in de sluisdeuren Een derde locatievariant (plaatsen van schroefpompen in de sluisdeuren) is vanwege onvoldoende beschikbare informatie over technische haalbaarheid niet nader beschouwd. Nader onderzoek naar deze nog niet eerder in gemalen toegepaste techniek zal moeten uitwijzen wat de haalbaarheid is

28 Realisatieproces Het in werking hebben van een gemaal in 2015 is niet haalbaar. De procedure- en de bouwtijd nemen gezamen- lijk 6 tot 7 jaar in beslag. Op z n vroegst kan het gemaal (wanneer morgen wordt gestart met de procedures) in 2018 in gebruik zijn. Onze inschatting is dat ingebruikname van het gemaal op zijn vroegst in 2020 kan plaatsvinden. Voor voorbereiding, draagvlakverwerving, procedures en bouwen is dan 8 jaar beschikbaar. Voor de verdere uitwerking van de business cases in hoofdstuk 10 wordt daarom 2020 beschouwd als het jaar waarin het gemaal op z n vroegst in gebruik zal worden genomen. De uniciteit van het gemaal en haar pompspecificaties werkt risicoverhogend voor de planvoorbereiding en de kostenraming

29 6. Investeringskosten 6.1 Investeringskosten per locatievariant Met toepassing van de SSK is een raming opgesteld van de investeringskosten van het gemaal in beide locatievarianten. De raming is gebaseerd op een schetsontwerp van het gemaal dat is opgenomen in bijlage 1.2 van het bijlagenrapport. Daarbij stond het gemaal van IJmuiden model (zie afbeelding 6.1). Afbeelding 6.1: Gemaal IJmuiden (bron: het water de baas, Van Rijn & Polderman, 2010) De volledige raming is opgenomen in bijlage 1.3 van het bijlagenrapport. Tabel 6.2 geeft het resultaat van de ramingen weer. Locatie A (in de dijk) Locatie B (voor de spuisluis) Nominaal (in miljoen) Excl. BTW Incl. BTW Excl. BTW Incl. BTW Voorziene investeringskosten Risicoreservering Totale investeringskosten Tabel 6.2: Investeringskosten per locatievariant exclusief kosten energievoorziening (prijspeil november 2011) 10 Standaardsystematiek Kostenramingen (CROW-publicatie 137)

30 Uitgangspunten bij de kostenramingen zijn als volgt: De nauwkeurigheid van de ramingen is -10% en +30%. De spuicapaciteit van het spuicomplex blijft intact, zowel gedurende de aanleg als na de bouw van het gemaal. De scheidingsdam tussen gemaal en spuicomplex (locatievariant B) fungeert als sluisdeur bij gebruik van het spuicomplex 11. De scheidingsdam gemaal en spuicomplex (locatievariant B) fungeert als primaire kering indien er gepompt wordt bij hoog water op de Waddenzee. Investeringskosten voor energievoorziening zijn niet in de raming inbegrepen (zie paragraaf 6.2). Prijspeil ramingen is november Verschillen tussen ramingen Opvallend is hoe dicht de kostenramingen van de twee locaties bij elkaar liggen. Toch zijn er grote verschillen in de kosten van de benodigde afzonderlijke civieltechnische en waterbouwkundige werken tussen de twee varianten. De bouwput van de locatievariant in de dijk is veel duurder dan de bouwput van de locatievariant voor het spuicomplex. Voor deze laatste variant is echter een dure scheidingsdam noodzakelijk. Tabel 6.3 geeft de belangrijkste verschillen in kostenopbouw tussen beide varianten weer. Kosten deelramingen nominaal (in miljoen) Locatie A (In de dijk) Locatie B (Voor de spuisluis) Locatie B t.o.v. A Bouwkosten bouwput met tijdelijke waterkering en tijdelijke brug 26,7 15,0-11,7 Bouwkosten betonconstructie 19,6 18,1-1,5 Bouwkosten instroomkanaal 9,6 3,7-5,9 Bouwkosten uitstroomkanaal 2,9 3,5 + 0,6 Bouwkosten wegen ed. 2,5 1,7-1,2 Bouwkosten scheidingsdam - 18,8 + 18,8 Engineeringkosten 14,0 15,6 +1,6 Totaal +1,1 Tabel 6.3: Belangrijkste verschillen in kostenopbouw tussen varianten Deze onderdelen verklaren waarom de investeringskosten van locatievariant B (voor de spuisluis) ruim 1 miljoen hoger wordt geraamd dan locatievariant A (in de dijk). 6.2 Investeringskosten energievoorziening De kosten van de benodigde investeringen voor de voeding van het gemaal zijn niet inbegrepen in de ramingen, opgenomen in paragraaf 6.1. Deze kosten zijn afhankelijk van de keuze voor een voeding via het net of via eigen opwekking met behulp van dieselaggregaten. Bij deze keuze spelen afwegingen ten aanzien van bedrijfszekerheid van het gemaal een belangrijke rol. 11 Indien het mogelijk blijkt om een (derde) deel van de spuicapaciteit op te geven kan dit een kostenbesparing opleveren voor de locatievariant voor de spuisluis. De scheidingsdam hoeft in dat geval geen schuifdeuren te bevatten en kan goedkoper uitgevoerd worden

31 Investeringskosten bij netvoeding Lauwersoog wordt voorzien van stroom vanuit Dokkum en Anjum. Er ligt langs de N361 van Dokkum naar Lauwersoog thans al een stroomkabel. Het totaal benodigde elektrische aansluitvermogen voor het gemaal zal circa kva (8 MVA) bedragen. De bestaande kabel is voor dit vermogen te licht; er zal dus een nieuwe, zwaardere kabel gelegd moeten worden. De berm van de N361 is breed genoeg om daar een nieuwe kabel bij te leggen. NUON heeft in 2010 een kostenindicatie afgegeven voor een kabel met een dergelijke capaciteit tussen Anjum en Lauwersoog over 9,6 km. De opgegeven kosten bedragen 2 miljoen. Het gaat hierbij om een enkele aansluiting op een uitloper van het netwerk. Het gemaal zal echter van twee kanten gevoed moeten worden, bijvoorbeeld ook vanaf Winsum (28 km) of de Eemshaven. Bij een defect in de voeding staat het gemaal anders meteen spanningsloos. Voor een gemaal van deze omvang en functie is dat niet acceptabel. De totale aansluitkosten vanaf Winsum worden door Tauw geschat op 7 à 8 miljoen (hoogspanningsnet Essent). Het snel aanvoeren van te huren mobiele noodstroomaggregaten bij spanningsuitval is overigens geen optie. Het op te stellen vermogen is daar te groot voor. Wat de aansluiting van het gemaal in een ring gaat kosten is pas met zekerheid te zeggen na overleg en het opvragen van offertes bij de plaatselijke netbeheerder(s). Voor deze studie wordt vooralsnog uitgegaan van 10 miljoen (inclusief BTW) investeringskosten voor de netvoeding in een ring. Investeringskosten eigen opwekking Met toepassing van de SSK is een raming opgesteld van de investeringskosten van dieselaggregaten. De volledige raming is opgenomen in bijlage 1.3 van het bijlagenrapport. De investeringskosten voor energievoorziening met eigen opwekking zijn geraamd op 17 miljoen (inclusief BTW). Uitgangspunt bij deze raming is dat de energievoorziening modulair is opgebouwd. Dat betekent één dieselaggregaat per pomp Totale investeringskosten De totale investeringskosten voor het gemaal bedragen, afhankelijk van locatie en de keuze voor de wijze van energievoorziening tussen 176 miljoen en 184 miljoen. Tabel 6.4 geeft een overzicht van de geraamde investeringskosten. Totale investeringskosten Locatie A (in de dijk) Locatie B (voor de spuisluis) (nominaal in miljoen) Bij netvoeding Bij eigen opwekking Tabel 6.4: totale investeringskosten (prijspeil november 2011, incl. BTW) 12 Standaardsystematiek Kostenramingen (CROW-publicatie 137) 13 In principe is het mogelijk om de gemaalpompen rechtstreeks aan te drijven via dieselmotoren. Hier is echter een ander pompconcept voor nodig als opgenomen in het technisch programma van eisen. Dit zouden schroefpompen in zogenaamde kattenruguitvoering kunnen zijn. Dit type is verouderd, maar zou nog wel gemaakt kunnen worden. De kosten zullen echter zeer veel hoger zijn, zowel van de pompen zelf als van het gemaalgebouw. Om deze reden wordt rechtstreekse aandrijving via dieselmotoren als variant verder buiten beschouwing gelaten

32 - 32 -

33 7. Operationele kosten gemaal Voor het opstellen van de business case is het van belang om de levensduurkosten van het gemaal te bepalen. De levensduurkosten bestaan uit investerings- en gebruikskosten (jaarlijkse kosten). In het vorige hoofdstuk zijn de investeringskosten geraamd voor twee locatievarianten. Dit hoofdstuk geeft inzicht in de operationele kosten van een nieuw gemaal bij Lauwersoog. Keuzes in de wijze van energievoorziening en beheer en onderhoud beïnvloeden deze kosten. Aan de hand van genoemde variabelen wordt in dit hoofdstuk een inschatting gemaakt van de operationele kosten van het gemaal. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: De kosten van genoemde variabelen verschillen niet per locatie. De levensduur van het gemaal bedraagt 81 jaar. Het gemaal is onbemand. De nauwkeurigheid van de ramingen is -10 % en +30%. 7.1 Jaarlijkse kosten energieverbruik netvoeding vs eigen opwekking In het technisch programma van eisen is een inschatting gemaakt van de jaarlijkse inzet van het gemaal. Er is uitgegaan van 850 draaiuren per jaar. Dit uitgangspunt is overgenomen uit het rapport Schetsontwerp gemaal lauwersoog (Tauw, juli 2008) en is destijds gekozen in overleg met waterschap Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân. Het uitgangspunt voor het aantal draaiuren is gebaseerd op het jaarlijks aantal draaiuren van gemaal Waterwolf. De verwachting is dat het nieuw te bouwen gemaal een vergelijkbaar aantal draaiuren zal hebben. Op basis van het aantal draaiuren en de kenmerken van de pompen is het totaal energieverbruik van het gemaal berekend. Dit wordt geschat op 3,1 GWh per jaar. Vervolgens zijn de jaarlijkse kosten berekend in het geval gebruik wordt gemaakt van netvoeding en eigen opwekking. De berekeningen zijn opgenomen in bijlage 1.4 van het bijlagenrapport. Tabel 7.1 geeft een overzicht van de jaarlijkse kosten en levensduurkosten van de voeding van het gemaal. Energievoorziening Jaarlijkse energiekosten bij 850 draaiuren p/j Levensduurkosten energievoorziening (nominaal in miljoen) Netvoeding 0,39 32 Eigen opwekking 0,85 69 Tabel 7.1: Overzicht jaarlijkse energiekosten bij netvoeding en eigen opwekking (nominaal, inclusief BTW, prijspeil november 2011) Uit de berekeningen blijkt dat de kosten van energievoorziening via netvoeding aanzienlijk lager zijn dan de kosten van energievoorziening door eigen opwekking

34 7.2 Beheer en onderhoud Er wordt aangenomen dat de kosten voor beheer en onderhoud van de locatievarianten in de dijk en voor de spuisluis gelijk zijn. Een uitwerking van de kosten voor beheer en onderhoud is opgenomen in bijlagen 1.5 en 1.6 van het bijlagenrapport. Deze paragraaf beschrijft beknopt de belangrijkste bevindingen. Dagelijks beheer en onderhoud Het dagelijks beheer en onderhoud voor het gemaal bestaat uit onderhoud en controles van de W&E-installaties, schoonmaak van het gebouw en controles door de storingsdienst. De kosten hiervoor worden geschat op circa per week (inclusief BTW). Dit is uitgewerkt in bijlage 1.5. Over de levensduur van het gemaal komt dit neer op circa 7 miljoen (nominaal inclusief BTW). Groot onderhoud en vervangingsinvesteringen Voor het vaststellen van de levensduurkosten van het gemaal is uitgegaan van een levensduur van 81 jaar. De levensduur van de verschillende onderdelen van het gemaal varieert echter. In bijlage 1.6 is een uitsplitsing gemaakt van de verschillende onderdelen van het gemaal en de verwachte levensduur. Per onderdeel is vervolgens een inschatting gemaakt van de periodieke kosten voor (groot) onderhoud, revisie en vervanging over de levensduur. Hiervoor is een onderhoudsinterval van 12,5 jaar gehanteerd. De totale nominale kosten voor groot onderhoud en vervangingsinvesteringen bedragen 34 miljoen (bij netvoeding) tot 45 miljoen inclusief BTW (bij eigen opwekking) over de gehele levensduur van het gemaal 14. Inspecties Het is nodig om de constructies en de machines en installaties regelmatig te inspecteren om vast te stellen of het voorgestelde onderhoud- en revisieschema bijsturing behoeft. Een redelijke inspectietermijn is de helft van de onderhoudsinterval, dus 6,25 jaar. Voor het uitvoeren van de inspecties is het nodig het gemaal droog te zetten. Hier zijn kosten mee gemoeid voor: droog en weer nat zetten; inzet van een duikploeg voor niet droog te zetten onderdelen; inspecteren; het verzorgen van de verslaglegging; het actualiseren van de onderhoud- en revisieplanning. De kosten van een inspectie bedragen circa inclusief BTW. De kosten voor inspecties over de gehele levensduur bedragen 1 miljoen. 14 In de praktijk blijkt vaak dat kostbare aanpassingen aan bouwkundige onderdelen in de loop van de tijd noodzakelijk zijn om aan nieuwe normen en/of veranderde afmetingen van te vervangen onderdelen te kunnen voldoen. Kosten voor dergelijke aanpassingen zijn niet in de raming van de onderhoud- en vervangingskosten opgenomen, omdat deze kosten op voorhand niet zijn te kwantificeren

35 7.3 Conclusies De jaarlijkse energiekosten bij eigen opwekking zijn ruim tweemaal zo hoog als de energiekosten bij netvoeding. De kosten voor dagelijks onderhoud worden geschat op per week (inclusief BTW). Over de levensduur van het gemaal komt dit neer op circa 7 miljoen (nominaal inclusief BTW). De totale nominale kosten voor groot onderhoud en vervangingsinvesteringen bedragen 34 miljoen (netvoeding) tot 45 miljoen inclusief BTW (bij eigen opwekking) over de gehele levensduur van het gemaal. De kosten van een inspectie bedragen globaal inclusief BTW. De kosten voor inspecties over de gehele levensduur bedragen 1 miljoen. Tabel 7.2 geeft een overzicht van de nominale operationele kosten over de levensduur van het gemaal. Onderdeel Nominale kosten over levensduur (in miljoen) Kosten voor groot onderhoud, revisie en vervanging in miljoen variant met netvoeding 34 variant met eigen opwekking 45 Inspecties 1 Dagelijks onderhoud 7 Energiekosten Energiekosten bij netvoeding 32 Energiekosten bij eigen opwekking 69 Totale operationele kosten variant met netvoeding 74 variant met eigen opwekking 122 Tabel 7.2: Operationele kosten over levensduur gemaal (nominaal, inclusief BTW, levensduur is 81 jaar, prijspeil november 2011)

36 - 36 -

37 8. Duurzaamheid De waterschappen hebben de ambitie om duurzaamheid integraal mee te nemen in het ontwerp van het gemaal. Duurzaamheid is echter een breed begrip. Concreet is door het consortium gekeken naar de duurzaamheidaspecten energie en materiaalgebruik. 8.1 Energie De installaties van het gemaal draaien naar inschatting 850 uren per jaar. Het totale energieverbruik wordt geschat op circa 3,1 GWh per jaar. Dit komt overeen met het elektriciteitsverbruik van circa 900 huishoudens. Het energieverbruik van het gemaal is discontinue en niet goed voorspelbaar. Qua bedrijfskosten en duurzaamheid verdient rechtstreekse voeding uit het net de voorkeur boven het zelf opwekken van de benodigde elektrische energie. Niet alleen is het zelf opwekken aanzienlijk duurder, ook is de (lokale) milieubelasting groter. De dieselmotoren produceren geluid en hebben een bepaalde uitstoot. Daarnaast is er sprake van een grote hoeveelheid extra afval dat bij periodiek reviseren en vervangen vrij komt. Bij voeding uit het net is deze milieu-belasting (althans lokaal) niet aanwezig. De benodigde trafo-installatie heeft een zeer lange levensduur en geeft bovendien geen lokale milieuoverlast. Transformatoren zijn bijna volledig recyclebaar. Milieubeschermende maatregelen zijn bij grootschalige elektriciteitsopwekking (in een centrale) veel effectiever en goedkoper te realiseren dan bij een relatief kleine eigen energiecentrale. Om het energieverbruik te verduurzamen is gekeken naar de omgeving en de mogelijkheden van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen. 8.2 Hernieuwbare energie op de eigen locatie Het gemaal heeft diverse mogelijkheden om op de eigen locatie energie op te wekken, namelijk: windenergie: de locatie heeft goede eigenschappen om windenergie toe te passen. De verwachte vollasturen op Lauwersoog liggen tussen de en uur; zonne-energie: Lauwersoog ligt geografisch zeer gunstig voor het produceren van elektriciteit uit zonlicht. Bij het ontwerp van het gemaal kan rekening worden gehouden met toekomstige ontwikkelingen. Installaties die energie produceren met behulp van zon of wind maken een sterke technologische en financiële ontwikkeling door. Anno 2011 zijn deze installaties nog niet terug te verdienen binnen 10 jaar. De verwachting is dat tegen de tijd dat het gemaal gebouwd wordt, de terugverdientijd van installaties binnen 10 jaar ligt. Derhalve dienen het gemaal en het terrein voorbereid te worden op het plaatsen van dergelijke technieken. De elektrische aansluitingen en eventuele bouwtechnische aanpassingen kunnen in het gemaal worden meegenomen. De geschatte energieproductie van deze voorzieningen bedraagt ongeveer kwh/jaar. Dit is volstrekt onvoldoende om de pompen van het gemaal aan te drijven. Deze energieproductie kan wel worden aangewend om een groot deel van het geschatte energieverbruik (circa kwh/j) voor verwarming, verlichting en installaties van het gebouw te leveren

38 De grote gemalen hebben doorgaans een aansluiting op het openbare net. In het geval gekozen wordt voor energievoorziening via netvoeding kan een contract worden afgesloten met energieleveranciers, waarin staat opgenomen dat alleen duurzaam opgewekte energie wordt gebruikt voor de aandrijving van het gemaal. Wellicht kan daartoe in de toekomst gebruik worden gemaakt van windenergie, die via de nog aan te leggen COBRA-kabel vanuit Denemarken naar de Eemshaven wordt getransporteerd. Ook andere hernieuwbare bronnen genoemd in deze paragraaf die mogelijk in de toekomst worden benut in de omgeving van Lauwersoog, kunnen toeleveren aan het net. Wanneer een gemaal wordt aangesloten op een generator in plaats van op het openbare net, ontstaan andere kansen, namelijk: Generator op biodiesel. Generator op vloeibaar gas (LNG of BioLNG). In de omgeving van het gemaal ligt de kans om een groene economie op te zetten. Het gemaal kan hierin een aanjaagfunctie vervullen. Daartoe dient het gemaal de locaal geproduceerde energie te kunnen ontvangen. Het aansluiten van het gemaal op een generator (geschikt voor biodiesel / Bio LNG) creëert deze aanjaagrol. De kosten van een biovergistingsinstallatie bedragen circa 4 miljoen. Echter vooralsnog lijkt de aandrijving van het gemaal via netvoeding aanzienlijk goedkoper dan de aandrijving via generatoren (zie paragraaf 6.2 en 7.1). 8.3 Kansen in de waterketen Blue Energy De keten biedt een interessante aanvullende kans, namelijk de toepassing van Blue Energy. Dit is energie, gewonnen door het verschil in zoutconcentratie tussen zeewater en zoet water. Er bestaan twee manieren om dit te doen: door toepassing van omgekeerde elektrodialyse (RED) of door pressure retarded osmosis (PRO) met ionen specifieke membranen. Het afvalproduct van beide processen is brak water. In Friesland is het bedrijf Redstack gevestigd, dat de mogelijkheden van Blue Energy onderzoekt. Bij de Afsluitdijk wordt binnenkort de eerste pilot gerealiseerd. Volgens Redstack is Blue Energy echter pas na 2020 beschikbaar. De potentie is daarentegen groot volgens een woordvoerder van Redstack: Wanneer 1 m 3 /s rivierwater wordt gemengd met zeewater met behulp van een RED-installatie is theoretisch daaruit ongeveer 1MW aan duurzame elektriciteit te winnen. Wat de potentie in de praktijk voor de locatie Lauwersoog is, is nu nog onbekend. 8.4 Materiaalgebruik Ten aanzien van materiaalgebruik geldt dat er weinig alternatieven zijn voor de klassieke materialen waarmee gemalen van deze omvang worden gebouwd. Dit zijn beton en staal. Duurzaamheidbeschouwingen bij het ontwerp van andere grote civieltechnische werken leren dat deze klassieke materialen juist een hoog duurzaamheidsgehalte hebben. De levensduur van de civieltechnische constructie dient op basis van het programma van eisen 100 jaar te zijn. Bij gebruik van deze materialen dient rekening te worden gehouden met deze levensduur. Voor betonconstructies zal onder andere een grotere dekking op het wapeningsstaal dan gebruikelijk te worden gebruikt en moeten aangepaste toeslagmaterialen worden gebruikt. Voor staalconstructies dient een passende conservering met juist en regelmatig onderhoud te worden toegepast

39 De mechanische installatie, de pompen, kleppen en schuiven, de krooshekken en een diversiteit aan hulpapparatuur bestaat uit materialen als gietijzer, staal, roestvaststaal en een aantal non-ferro metalen. Dit zijn alle materialen die recyclebaar zijn. Niet herbruikbaar restafval zal er nauwelijks zijn. De elektrische installatie bestaat uit diverse metalen en een enorme diversiteit aan kunststoffen. Een flink deel hiervan zal recyclebaar zijn, maar toch moet gerekend worden op een hoeveelheid restafval. Op dit moment zijn er geen (veilig toepasbare) alternatieve recyclebare materialen voor. 8.5 Conclusies Het gemaalgebouw biedt kansen om elektriciteit op te wekken uit zonne-energie en windenergie. De terugver- dientijden van deze hernieuwbare energiebronnen is anno 2012 langer dan 10 jaar. Deze ontwikkelingen zijn interessant om te volgen op toepasbaarheid bij uitwerking van het gemaalontwerp. De toepasbaarheid is echter beperkt tot de energievoorziening van de installaties van het gemaalgebouw. Blue Energy zit nog in de onderzoeksfase. Eventueel kan bij de bouw van het gemaal ruimte gereserveerd worden voor de bouw van een Blue Energycentrale. Aandachtspunt daarbij is dat er geen continue stroom zoetwater beschikbaar is. In de omgeving van het gemaal ligt de kans om een groene economie op te zetten. Het gemaal kan hierin een aanjaagfunctie vervullen. Het aansluiten van het gemaal op een generator geschikt voor biodiesel / Bio LNG creëert deze aanjaagrol. Nagegaan zal moeten worden wat de jaarlijkse kosten zijn van aandrijving via biodiesel/ Bio LNG ten opzichte van aandrijving via netvoeding. Daarnaast zal onderzocht moeten worden of de omgeving van Lauwersoog voldoende aanvoer van biomassa heeft. Vooralsnog maakt dit geen onderdeel uit van de business case. Qua bedrijfskosten en duurzaamheid verdient rechtstreekse voeding uit het net de voorkeur boven het zelf opwekken van de benodigde elektrische energie. Niet alleen is het zelf opwekken duurder, ook de milieubelasting is groter. Om deze redenen wordt in de business-case uitgegaan van voeding via het net. Voor toelevering van energie uit het net kunnen mogelijk duurzaamheidscontracten met leveranciers van groene stroom worden afgesloten. Vooralsnog zijn er weinig duurzamere alternatieven voor de klassieke bouwmaterialen beton en staal. De ontwikkeling van technieken op het gebied van duurzame energie en materiaalgebruik staat niet stil. Bij de keuze voor de bouw van een gemaal in 2030 verdient het aanbeveling om genoemde conclusies nog eens te beschouwen in relatie tot de stand van de techniek op dat moment

40 Botenlift Falkirk Wheel Schotland: kunstwerk als economische impuls

41 9. Drie concepten Een nieuw gemaal is noodzakelijk om ook na 2030 het waterbeheer van het Lauwersmeer ten behoeve van de Friese boezem en de Electraboezem veilig te kunnen uitvoeren. De forse investering die het gemaal vergt, kan echter een katalysator zijn voor maatschappelijke ontwikkelingen in het Lauwersmeergebied. Vanuit diverse invalshoeken is nagedacht over de toekomstmogelijkheden van een gemaal plus. Op basis hiervan zijn drie concepten geformuleerd. Dit zijn: Concept Naam Roepnaam Kenmerken 1 Met het oog op zee en meer 1. Natuurbeleving Verhogen natuurwaarden en natuurbeleving 2 Gemaal als poort naar Lauwersoog 2. Recreatiepoort Impuls voor economie van Lauwersoog en omgeving 3 Gemaal Lauwersoog als bron van kennis 3. Kenniscluster Vergroten kennis, stimuleren innovatie en samenwerking op het gebied van waterbeheer De drie concepten zijn in dit hoofdstuk beschreven. 9.1 Totstandkoming concepten De totstandkoming van de concepten is schematisch weergegeven in figuur 9.1. Inventarisatie Stakeholders Programma s Experts Concepten Inventarisatieonderzoek, beleid en subsidieregelingen Gesprekken met stakeholders Analyse politieke programma s Raadplegen experts (kookpot) Samenstellen concepten op basis van koppelkansen Figuur 9.1: Schematische weergave totstandkoming concepten

42 Voor alle drie concepten geldt dat de uitgangspunten van de Derde Weg (zie hoofdstuk 3 en alle bijlagen onder hoofdstuk 3 van het bijlagenrapport) ten aanzien van natuur en veiligheid de basis vormen. In bijlage 2.3 van het bijlagenrapport is een overzicht van deelnemers aan de bijeenkomst met experts opgenomen. 9.2 Doelstellingen concepten Deze paragraaf geeft een toelichting op de doelstellingen van de concepten: 1. Natuurbeleving 2. Recreatiepoort 3. Kenniscluster Per concept is een korte beschrijving gegeven van de centrale doelstellingen. In bijlage 2.4 van het bijlagenrapport is een aantal indicatieve schetsen van de concepten opgenomen. Ad 1. Natuurbeleving Het eerste concept Natuurbeleving heeft het verhogen van natuurwaarden en het creëren van natuurbeleving van Lauwersmeer en Waddenzee tot doel. Het gemaal wordt benut om negatieve effecten van het spuien van zoet water op de Waddenzee zo veel mogelijk te beperken, door frequenter en continue waterbezwaren af te voeren. Dit betekent dat het gemaal vaker gebruikt zal worden. Dit zal nader worden uitgewerkt in een waterprotocol. Daarnaast worden enkele onderdelen aan het bouwprogramma toegevoegd. Dit zijn een informatiecentrum, een zichtbare vispassage en een uitzichtpunt. Op deze wijze kan de verbetering van de natuurkwaliteit van zee én meer door bezoekers worden beleefd. Het concept biedt de slechtweervoorziening waar op Lauwersoog behoefte aan is, blijkens de gevoerde gesprekken met de stakeholders. Ook is sanitair opgenomen ten behoeve van bezoekers. Natuurlijke kwaliteiten Zichtbare vispassage Zoetwaterbel Ad. 2 Recreatiepoort In het tweede concept Recreatiepoort wordt een aantal programmaonderdelen toegevoegd met het doel een impuls aan de toeristische economie van Lauwersoog en omgeving te geven. De voorzieningen beogen het aantrekken van meer toeristen naar Lauwersoog. Er is edutainment toegevoegd, wat een plus op het informatiecentrum vormt. Schoolgaande kinderen kunnen onder begeleiding activiteiten doen om het waterbeheer beter te begrijpen. Aanvullend hierop kan gedacht worden aan een horecavoorziening met bijbehorende keuken, geschikt om een terras te bedienen in de zomerdagen. Zeker de bouw van het gemaal in het Lauwersmeer biedt hiervoor bijzondere mogelijkheden. Gemaal verbinden met proloog Café Hotel boven gemaal 15 Beleving van het gemaal en water Beleef een romantische zonsondergang Edutainment Trots op techniek 15 D eze functie kan mogelijk ook gerealiseerd worden in één van de spuikokers van het spuicomplex, indien blijkt dat een deel van de spuicapaciteit kan komen te vervallen na de bouw van het gemaal. Of dit mogelijk is, zal nader onderzoek en besluitvorming moeten uitwijzen

43 Een bruidssuite (room with a view) kan boven het gemaal gebouwd worden als dependance van een hotel in de haven. De kamers hebben zicht op het Lauwersmeer en de Waddenzee. Voor eventuele extra activiteiten is een post overige marktruimte opgenomen. Ad 3. Kenniscluster In het derde concept ligt het accent op het versterken van de bedrijvigheid door een aantal kennisinstellingen en private bedrijven in een kenniscluster te laten samenwerken. Het vergroten van kennis en het stimuleren van innovatie en samenwerking op het gebied van waterbeheer is een van de speerpunten van het huidige kabinet. Hierbij kan worden gedacht aan een innovatiecentrum op het gebied van waterbeheer en natuur, waarbij gebruik wordt gemaakt van het monitoringsprogramma. Dit derde concept Kenniscluster heeft in ieder geval de elementen uit concept 1. Natuurbeleving nodig en wordt bij voorkeur gecombineerd met concept 2. Recreatiepoort, omdat deze concepten elkaar kunnen versterken. Het is echter ook mogelijk om 3. Kenniscluster onafhankelijk van 2. Recreatiepoort te ontwikkelen. In dit derde concept zijn faciliteiten voor bedrijven opgenomen, zoals bedrijfsruimte en een living laboratorium (experimenteerruimte in samenhang met het gemaal). Ook is hierbij een congrescentrum gedacht waar opgedane kennis kan worden gedeeld door het organiseren van bijeenkomsten. Living lab: monitoring en kennisverwerving Proeftuin nieuwe energiebronnen Congresruimte: kennisdeling

44 In tabel 9.2 zijn de dragers per concept weergegeven. Natuurbeleving Recreatiepoort Kenniscluster Beleving techniek en natuur door informatiecentrum over het gemaal en haar natuurlijke omgeving Ruimtelijke situering in aansluiting op haven Lauwersoog (afgestemd op Proloog) Bediening gemaal gericht op het Marktruimte voor functies die de voorkomen van negatieve effecten attractiviteit van Lauwersoog versterken: zoetwaterbel horeca, edutainment, hotel. Architectuur gemaalgebouw met respect Gemaalgebouw fungeert als landmark voor spuisluizen en en versterkt uitstraling van haven natuurlijke omgeving Lauwersoog Zichtbare vispassage (eventueel Gemaal is aanjager groene economie aangevuld met educatief/ en verduurzaming haven Lauwersoog: attractief programma voor kinderen) Aandrijving via biofuel, geproduceerd in de haven 16 Uniek uitzichtpunt het Wad en het In de toekomst ruimte bieden voor Lauwersmeer nieuwe functie in spuicomplex Bediening sluizen en gemaal afgestemd Uniek uitzichtpunt over de haven van op verbeteren van de vismigratie Lauwersoog en omliggend gebied Bijstelling waterprotocol op basis van Negatieve effecten van het gebruik van praktijkervaring voor optimale balans het gemaal op slibvorming in de haven tussen veilig en worden (indien technisch mogelijk) natuurvriendelijk waterbeheer voor zee voorkomen en meer Tabel 9.2: Conceptuele dragers per concept 1516 Gemaalgebouw is kenniscluster van samenwerkende partijen op het gebied van water, ecologie, technologie en beheer Oprichting Living lab : continue (24/7) monitoring van waterhuishoudkundige en ecologische parameters Lauwersmeer en Waddenzee met behulp van sensortechnologie. Clustering van datastromen Living lab is bron van kennis, innovatie en educatie Living lab is centrum voor pilotprojecten op het gebied van waterbeheer en natuur. Er is een ruimtereservering voor een Blue Energy -proeflocatie Het gemaalgebouw groeit mee met de vestiging van bedrijven die gebruik maken van bundeling van aanwezige kennis Het gemaalgebouw is een inspirerende locatie voor educatieve doeleinden vanwege bundeling van kennis en prachtige omgeving Marktruimte voor functies die bijdragen aan het concept, zoals congresfaciliteiten en vergaderruimten 16 Zie paragraaf 8.2 en 8.5 over de toepassing van biofuel/bio LNG ten behoeve van aandrijving van het gemaal

45 9.3 Additioneel programma De conceptuele dragers zijn uitgewerkt in een concreet programma. Dit programma is opgenomen in tabel 9.3. Natuurbeleving Recreatiepoort Kenniscluster Gemaal met natuurvriendelijk spuiprotocol Gemaal met natuurvriendelijk spuiprotocol Gemaal met natuurvriendelijk spuiprotocol Informatiecentrum Informatiecentrum Informatiecentrum Zichtbare vispassage Zichtbare vispassage Zichtbare vispassage Uitzichtpunt Uitzichtpunt Uitzichtpunt horeca edutainment hotel keuken overige marktruimte kenniscluster Living lab 17 vestiging bedrijven congrescentrum Tabel 9.3. Additioneel programma per concept Figuur 9.4: Impressie gemaal met additioneel programma, aansluitend op haven Lauwersoog Voor het additioneel programma is een inschatting gemaakt van het benodigde vloeroppervlak en de bouwkosten per m 2. Dit is opgenomen in bijlage 1.7 van het bijlagenrapport. In het volgende hoofdstuk is per programma een business case uitgewerkt om inzicht te krijgen in de financiële haalbaarheid van het additionele programma. 17 In het Living lab is de benaming voor continue (24/7) monitoring van waterhuishoudkundige en ecologische parameters Lauwersmeer en Waddenzee met toepassing van innovatieve technieken zoals sensortechnologie

46 - 46 -

47 10. Business case Wat is de financiële haalbaarheid van het additionele programma? Wat zijn de meerkosten van eerder bouwen van het gemaal ten behoeve van natuur? Om op deze vragen antwoord te geven zijn vijf business cases uitgewerkt, die beknopt worden beschreven in dit hoofdstuk Wat is een business case? In een business case zijn de kosten en opbrengsten opgenomen, waarmee de initiatiefnemer te maken krijgt bij de uitvoering van het plan. Daarbij gaat het om kosten, die eenmalig voorkomen en kosten die jaarlijks terugkeren. Zo zijn bijvoorbeeld de investeringen in een gebouw voor het gemaal eenmalig, maar is er jaarlijks een kostenpost voor het energiegebruik. De jaarlijkse kosten zijn niet elk jaar gelijk, omdat er na een aantal jaar bijvoorbeeld groot onderhoud nodig is om onder andere de waaiers van de pompen te vervangen. Voor de opbrengsten geldt dat deze zich ook in de tijd spreiden. Het gaat hier bijvoorbeeld om de huuropbrengst van het toegevoegde programma, zoals het hotel. Een belangrijk kenmerk van een business case is dat het de kosten en opbrengsten laat zien, die een prijskaartje kennen op een goederenmarkt. Naast commerciële opbrengsten kunnen er ook maatschappelijke opbrengsten zijn, waar niet voor wordt betaald, maar die wel van belang kunnen zijn bij de afweging of het project waardevol is. In de onderzochte concepten voor het gemaal zitten een dependance van een hotel en een informatiecentrum. Stel dat er voor dit informatiecentrum geen entree wordt geheven, dan zouden bezoekers aan het informatiecentrum kunnen genieten van verstrekte informatie over het gemaal en de natuur. Ze betalen er dan niet voor, maar hebben er wel tijd en reiskosten voor over gehad om dit te beleven. In de business case komen er voor deze bezoekers geen inkomsten binnen. Maatschappelijk gezien is het wel een waarde, omdat deze bezoekers hebben genoten van wat ze hebben gezien en ook educatief kan dit hebben bijgedragen aan hun kennis over waterbeheer en natuur. Als diezelfde bezoekers in het hotel bij het gemaal zouden slapen, dan komt er wel geld binnen, wat als opbrengst in de business case wordt geboekt. Voor de kosten geldt dit onderscheid tussen business case en maatschappelijke waarde in mindere mate. Een voorbeeld waar dit toch optreedt, is overlast van een project voor omwonenden. Stel dat het gemaal met een dieselaggregaat veel verontreiniging zou uitstoten dan kan dit (onbedoelde effect) een negatief op de maatschappelijke waarden hebben en komt dan niet als kostenpost naar voren in de business case

48 Vijf business cases Er zijn voor het gemaal drie concepten met een additioneel programma ontwikkeld, die elk een eigen business case hebben gekregen. Deze zijn beschreven in paragraaf 9.2. Daarnaast zijn er business cases uitgewerkt voor ingebruikname van een kale variant van het gemaal in 2020 (ten behoeve van natuurdoelstellingen) en ingebruikname van het gemaal in Tabel 10.1 geeft een overzicht van de vijf business cases die in dit hoofdstuk zijn uitgewerkt. Business- cases Naam Roepnaam Kenmerken 1 Met het oog op zee en meer 1. Natuurbeleving Verhogen natuurwaarden en natuurbeleving 2 Gemaal als poort naar Lauwersoog 3 Gemaal Lauwersoog als bron van kennis 2. Recreatiepoort Impuls voor economie van Lauwersoog en omgeving 3. Kenniscluster Vergroten kennis, stimuleren innovatie en samenwerking op het gebied van waterbeheer 4 Gemaal zonder additioneel programma gereed in Gemaal natuur 2020 Gericht op natuur, waarbij de veiligheid ook verbetert 5 Gemaal zonder additioneel programma gereed in Gemaal veiligheid 2030 Gericht op veiligheid, waarbij de natuur ook verbetert Tabel 10.1: Overzicht business cases De volgende paragraaf geeft een overzicht van de uitgangspunten die bij de uitwerking van de business cases zijn gehanteerd. De volledige uitwerking van de business cases is opgenomen in bijlage 1.1 van het bijlagenrapport

49 10.2 Uitgangspunten business cases In tabel 10.2 zijn de uitgangspunten opgenomen die ten grondslag liggen aan het opstellen van de business cases: Onderwerp Waarde Toelichting Discontovoet 5,50% Kosten Discontovoet 2,00% Baten Rente 5% Op geldlening voor jaarlijkse afschrijving Index op kosten 2% Index op opbrengsten 2% Prijspeil: 2011 Afschrijving bouwkundig en bijkomende kosten 40 jaar VVO- / BVO-verhouding 0,8 Verhuurbaar vs. netto oppervlakte Bijkomende kosten 15% van de bouwkosten additioneel programma (eenmalig) Onderhouds- en beheer kosten Bouwkundig onderhoud additioneel programma 4% (jaarlijks) Energiekosten (netvoeding) per kwh 0,12 per kwh Energiekosten (netvoeding) vastrecht per jaar Energiekosten (eigen opwekking) per kwh 1,13 per liter diesel Energiekosten (eigen opwekking) vastrecht per jaar Bouwtijd 4 jaar Start functioneren gemaal en additioneel programma 2020 in basis 2030 als alternatief Grondkosten 0 Later te bezien wie eigendom heeft Inventaris 0 Is voor de huurder Groot onderhoud Elke 12,5 jaar Inspecties Tussentijdse Inspecties (zonder het uitvoeren van Eens in de 12,5 jaar, werkzaamheden) na 6¼, 18¾, 31¼, 43¾, 56¼ en 68¾ tussentijds jaar. Opening 2020 Levensduur gemaal t/m 2100 = 81 jaar Onder meer relevant voor dagelijks Variant opening 2030 onderhoud en energie t/m 2110 = 81 jaar Levensduur additioneel programma 40 jaar ( ) Tabel 10.2: Uitgangspunten business cases

50 Nominaal en NCW: discontovoet Er is in de business case gerekend met nominale waarden en netto contante waarden. Bij nominale bedragen wordt er geen rekening gehouden met de factor tijd. Het is een optelsom van alle kosten, onafhankelijk wanneer deze worden gemaakt. Echter, het gaat de waterschappen juist om een afweging, waarbij de factor tijd een grote rol speelt. De te maken keuze is of het gemaal in 2030 moet worden opgeleverd, of dat de investering met het oog op de natuurdoelen tien jaar eerder kan worden gedaan, zodat het gemaal al in 2020 operationeel is. Bij de netto contante waarde (NCW) is juist wel rekening gehouden met de tijd. Dit is een methode om de kosten, die op verschillende tijdstippen gedurende de levensduur van het gemaal moeten worden betaald, onderling vergelijkbaar te maken. Als bijvoorbeeld een investering in groot onderhoud over 12,5 jaar moet worden gedaan, dan kan hoeft deze pas over 12,5 jaar te worden betaald. Met deze methode is het mogelijk om een afweging te kunnen maken tussen het investeren in een gemaal, zodat het gereed is in 2020 of dit tien jaar uit te stellen. Voor de financiële positie van de waterschappen heeft uitstel van een investering geen financiële gevolgen omdat de kosten kunnen worden omgeslagen op de ingezetenen. Wel betekent uitstel voor de ingezetenen dat zij pas later hoeven te betalen en dat is op de kortere termijn een financieel voordeel. In de discontovoet is ook rekening gehouden met de mogelijkheid dat de kosten in de toekomst lager kunnen worden door bijvoorbeeld innovatie. De gebruikte discontovoet is 5,5%, wat gebruikelijk is in business cases (ook geadviseerd door het ministerie van Financiën). Deze discontovoet is gebruikt bij de kosten van het gemaal zelf. Voor de investeringen in het additionele programma is voor de berekening van de jaarlijkse kapitaallasten een rentepercentage van 5% gehanteerd (dat is dus iets gunstiger dan 5,5%). Voor de opbrengsten kan ook een discontovoet worden gebruikt. Deze discontovoet representeert de onzekerheid van de toekomstige inkomsten. Het additionele programma gaat vooral over het verhuren van vierkante meters ruimte om activiteiten uit te kunnen voeren. De inkomsten zijn redelijk zeker, als deze meters zijn verhuurd. Om die reden wordt er een percentage van 2% gebruikt, wat lager is dan het percentage van de kosten. Het is belangrijk om te beseffen dat de inflatie geen rol speelt in de berekeningen. Inflatie betekent dat geld minder waard wordt, maar dat hoeft geen effect op de toekomstige koopkracht te hebben. Stel dat de prijs van een fiets in tien jaar stijgt van 500 naar 600, dan is die fiets net zo duur als het salaris ook is gestegen met eenzelfde percentage, bijvoorbeeld van naar In de gepresenteerde financiële gegevens gaat het om reële veranderingen in de kosten. Wel is het zo dat er een economisch verschil zit tussen investeren op de middellange termijn (2020) en lange termijn (2030). In het bedrijfsleven worden afwegingen tussen twee investeringsmomenten gedaan met de methode van de netto contante waarde. Voor hen geldt dat zij een bepaalde hoeveelheid kapitaal hebben (eigen vermogen) en een bepaalde hoeveelheid leenvermogen (vreemd vermogen). De keuze voor investering op de korte termijn doet daarmee aanspraak op hun kapitaal. Door een investering uit te stellen, kunnen ze dit geld in een andere investering met financieel rendement inzetten. Je mag zeggen dat als een commercieel bedrijf een afweging moet maken tussen investeren in 2020 of 2030, het tien jaar rendement scheelt omdat ze het geld op de bank hadden kunnen zetten (of minder hadden hoeven lenen). Dit is een reëel effect, denk even aan de slogan: Geld lenen, kost geld. Voor de financiële positie van de waterschappen maakt het tijdstip investeren niet zoveel uit omdat zij als publieke partij niet met winstoogmerk naar dergelijke investeringen kijken en door het omslagstelsel de uitgaven kunnen verhalen op de ingezetenen. Verhuurbaar oppervlak Er is onderscheid gemaakt tussen het Bruto Vloer Oppervlak (BVO) en het Verhuurbaar Vloer Oppervlak (VVO). Een deel van de gebouwen, bijvoorbeeld voor de technische installaties, kan niet worden verhuurd. Levensduur Voor het gemaal is uitgegaan van een lange levensduur. In de achterliggende rekensommen is gewerkt met 80 jaar na opening ( en ). Daarbij is tussentijds groot onderhoud en revisie voorzien. Voor het additionele programma is een levensduur van 40 jaar voorzien en moet daarna worden bezien of de activiteiten moeten voortbestaan en welke investering dan in het gebouw nodig is

51 Bouwkosten en bijkomende kosten additioneel programma In tabel 10.3 zijn de bouwkosten per m 2 opgenomen. Deze zijn gebaseerd op referentieprojecten uit de uitgave bouwkosten, bouwkosten.nl, reed business (2010) en ervaringscijfers van PvanB Architecten. Bij de referentieprojecten is uitgegaan van een hoge kwaliteit om zo de ambitie waar te maken van een aansprekend gebouw, manifestatie in omgeving en uitstraling gekoppeld aan het programma. Tevens is uitgegaan van een hoge complexiteit van de bouwopgave (integreren met gemaalgebouw). De kosten zijn inclusief BTW. m 2 /m 2 1. Natuurbeleving 2. Recreatiepoort 3. Kenniscluster programma informatiecentrum zichtb. vispassage uitzichtpunt marktruimte kenniscluster living lab proefloc. Blue Energy?? vest. bedr horeca edutainment hotel keuken congrescentrum Tabel 10.3: Prijzen per m 2 voor het additionele programma, gebaseerd op referentieprojecten en hoge kwaliteit, incl. BTW Voor bijkomende kosten voor het realiseren van het additioneel programma is een percentage van 15% van de bouwkosten als uitgangspunt gekozen. Hierbij kan gedacht worden aan kosten voor vergunningen, ontwerp (engineering) en een risicopost. Grondkosten Voor de grondkosten is nu geen reservering opgenomen. De reden hiervoor is dat de verwerving van vastgoed voor een project van deze schaal een kleine post is. Ook is deze nu niet goed te berekenen. Het hangt onder meer af van de eigendomsverhoudingen van de grond. Een ruwe schatting van de voetafdruk van het gemaal is 40 x 70 meter = meter. Daarnaast komt er per concept nog een aantal honderden viermante meters bij, hoewel deze ook gestapeld kunnen worden. Stel dat er m 2 moet worden verworven tegen een grondprijs (Noord-Nederland) van ca. 5,-, dan leidt dit tot een kostenpost van Verhuur, inventaris en werkgelegenheid De waardebepaling van het additioneel programma is verricht door uit te gaan van bouw door de waterschappen en verhuur van de ruimten aan derden. Op basis van de bouwkosten en de jaarlijkse kosten van onderhoud is een huurprijs berekend, die derden zouden moeten opbrengen om de kosten terug te verdienen. Er zijn hiervoor drie scenario s uitgewerkt. Door de keuze van deze methode vallen de kosten van de inventaris voor de diverse functies (bijv. hotel, informatiecentrum) toe aan de huurders. Deze kosten horen dan niet thuis in de business case van de waterschappen, maar komt als waarde terug via de betaalde huur. Eenzelfde redenering geldt voor de werkgelegenheid bij het additionele programma. De daar gecreëerde banen drukken niet op de business case van de waterschappen, maar op die van de huurders. In de paragraaf Resultaten is overigens wel een indicatie gegeven van deze werkgelegenheid

52 10.3 Investering in 2020 of 2030? Uitgangspunt van de Derde Weg is de bouw van een gemaal in 2015 ten behoeve van natuurgericht waterbeheer blijkt echter niet haalbaar te zijn vanwege benodigde procedure- en bouwtijd. In de business case wordt daarom uitgegaan van ingebruikname van het gemaal in 2020 ten behoeve van natuur. Op basis van onderzoek blijkt dat pas in 2030 het gemaal noodzakelijk is vanuit veiligheidsoverwegingen. Daarom is een kostenvergelijking gemaakt tussen ingebruikname van het gemaal in 2020 en 2030 met behulp van de Netto Contante Waardetechniek (NCW, zie inzetkader). Kosten van gemaal voor de investering Een belangrijke kostenpost van het gemaal is de initiële investering. Er is hierbij vanuit gegaan dat de bouw in vier jaar tijd plaatsvindt en dat houdt dus in, dat als het gemaal operationeel is in 2020 of 2030, er gebouwd wordt vanaf 2016 resp Totale investeringskosten (2020) Totale investeringskosten (2030) Nominaal (in miljoen) Investeringskosten exclusief BTW Investeringskosten inclusief BTW NCW (in miljoen) Investeringskosten exclusief BTW Investeringskosten inclusief BTW Tabel 10.4: Kosten van investering nominaal en NCW, gemaal gereed in 2020 en 2030 De investeringskosten voor het gemaal bedragen 177 miljoen. Deze kosten kunnen gespreid in de tijd worden uitgegeven. Bij de bouw met het oog op de natuur (gereed in 2020), wordt geïnvesteerd in de periode en de netto contante waarde daarvan is 119 miljoen. Deze 119 miljoen is de waarde van alle kosten in de toekomst, omgerekend naar euro s in Als de investering nog tien jaar kan worden uitgesteld, zodat het gemaal gereed is in 2030 ten behoeve van de veiligheid, dan moet fysiek hetzelfde nog gebeuren en is de investeringssom nog steeds 177 miljoen verspreid over de tijd. Echter, de netto contante waarde daalt omdat de kosten later in de tijd moeten worden gemaakt en het bedrag dat anno 2011 moet wordt gereserveerd, is dan 70 miljoen. Dat is aanzienlijk lager, namelijk ca. 49 miljoen in vergelijking met het tien jaar eerder opengaan van het gemaal met het oog op de natuur. De meerkosten voor het openen van het gemaal in 2020 ten behoeve van de natuur in vergelijking met openen in 2030 voor waterveiligheid zijn circa 49 miljoen

53 Mogelijke besparingen op autonome investeringen watersysteem door bouw gemaal De bouw van het gemaal kan mogelijk besparingen opleveren op stroomgebiedsniveau doordat autonome investeringen aan boezemkaden niet nodig zijn, om de veiligheid in het achterland te garanderen. Besparingen Friese Boezem In 2001 is Wetterskip Fryslân gestart met het herstelprogramma oevers- en kaden. Vanaf 2012 is nog 500 km kade en oever te herstellen. In de afgelopen jaren zijn de kaden op normhoogte gebracht conform de maatgevende boezempeilen die in de studie Vasthouden, bergen en afvoeren (vba) zijn vastgesteld. Het dagelijks bestuur van het waterschap heeft in 2010 besloten, dat pas na de realisatie van het gemaal Lauwersoog een lager maatgevend boezempeil geldt, waarop de kadehoogte worden gebaseerd. Dit betekent dat na de realisatie van het gemaal kan worden bespaard op het herstelprogramma O&K. Dit heeft twee redenen: een deel van de kaden dat niet voldeed aan de oude normhoogte voldoet dan wel. Deze kaden hoeven niet meer hersteld te worden in het huidige oevers en kaden programma; De kaden die nog wel hersteld moeten worden kunnen lager aangelegd worden (ca. 10 cm lager). Als het gemaal Lauwersoog in 2020 wordt gerealiseerd, kunnen de kaden vanaf 2021 lager aangelegd worden. Vanaf 2012 tot en met 2020 wordt nog ruim 300 km kaden op de oude normhoogte uit de studie vba aangelegd. Begin 2021 is nog ca. 190 km kade te herstellen op basis van het vba maatgevende peil. Omdat we vanaf 2021 uit kunnen gaan van lagere maatgevende boezempeilen wordt dat ca. 145 km. De te verwachten besparingen in de periode zijn totaal 15 miljoen, waarvan 4 miljoen door lagere kadehoogten in het herstelprogramma en 11 miljoen door uitgestelde kadeverbeteringen. Besparingen zijn bovendien te verwachten op minder draaiuren van het Woudagemaal en het Hooglandgemaal. Tenslotte zijn beheerkosten te besparen op calamiteiten, zoals in de 1e week van Naar schatting levert dit een besparing van ,- per jaar op. De doelstelling voor investeringen in retentiepolders voor 2030 is al gerealiseerd. Boezemuitbreidingen betreffen voornamelijk autonome ontwikkelingen en zijn niet afhankelijk van het eventueel later bouwen van het gemaal. Electraboezem Voor Groningen/Electraboezem kan geen kostenbesparing worden gerealiseerd. Mogelijk zal door het gemaal de Electraboezem in de OPEX hogere kosten laten zien door meer draaiuren van bestaande gemalen. Waterschap Noorderzijlvest heeft aangegeven een besparing van 15 miljoen op het verhogen van de Lauwersmeerkades te kunnen realiseren als gevolg van de bouw van het gemaal (bron: Watervisie Lauwersmeer, Gemaalplan Lauwersoog de Derde Weg, 1 november 2007). Kosten natuurbeheer Lauwersmeer Mogelijk kan een alternatief peilbeheer dat mogelijk wordt gemaakt met de bouw van het gemaal, een besparing voor het Rijk opleveren in de beheervergoeding voor natuurbeheer van het Lauwersmeer. Deze besparingen liggen in de orde van grootte van ,- per jaar Invloed gemaal op beheerkosten Lauwersmeer in hypothetische situatie, Grontmij, 1 november

54 Besparingen op investeringen in watersysteem bij eerder bouwen Als het gemaal tien jaar later operationeel wordt (in 2030), dan zullen er kosten worden gemaakt voor het watersysteembeheer in de periode (zie tekstvak). Deze extra kosten kunnen vermeden worden door eerder in het gemaal te investeren, zodat het al operationeel is Het is niet eenvoudig precies in te schatten welke maatregelen in het beheergebied van het waterschap Noorderzijlvest en het Wetterskip Fryslân kunnen worden vermeden. Om gevoel te krijgen voor de financiële gevolgen heeft Ecorys in overleg met de financiële deskundigen van de waterschappen aannames gemaakt. Er wordt uitgegaan van het budget voor de watersysteembeheerkosten van beide waterschappen, die zijn ingeschat op 106 miljoen per jaar, waarbij is verondersteld dat dit budget inclusief BTW is. Er is aangenomen dat de besparing ca.15 miljoen over de looptijd van 10 jaar bedraagt. Netto contant is dat 7 miljoen. Dit kan een argument zijn om toch eerder in het gemaal te investeren. Dit is weergegeven in tabel Gemaal gereed Gemaal gereed Meerkosten voor natuur 2020 in miljoen incl. BTW (NCW) 2020 natuur 2030 veiligheid Investering Max. extra kosten voor watersysteem-beheer (t.o.v. gemaal in 2020) 0 7 Kosten na correctie Tabel 10.5: Investeringskosten gemaal (NCW) in 2020 en 2030 inclusief correctie voor extra investeringen in watersysteem tussen Uit de tabel blijkt dat het verschil tussen de natuurvariant (gemaal gereed in 2020) en de veiligheidsvariant (gemaal gereed in 2030) 49 miljoen is. Echter, dit bedrag kan worden gecorrigeerd als rekening wordt gehouden met kosten die uitgespaard worden indien het gemaal al in 2020 operationeel is. Dit spaart kosten voor het beheer van het watersysteem uit, die wel gemaakt moeten worden indien het gemaal in 2030 opent. Hierdoor wordt het financiële gat tussen het gemaal in 2020 en 2030 kleiner en bedraagt ca. 42 mln. Anders gezegd, als het gemaal 2020 wordt vergeleken met het gemaal 2030, dan is er 42 mln. extra nodig (economische waarde 2011) en wordt zo tien jaar eerder geprofiteerd van veiligheid en natuur. Conclusie over investeren voor 2020 (natuur) of 2030 (waterveiligheid) De investeringskosten voor het gemaal, inclusief een reservering voor de risico s bedragen 177 miljoen. Deze kosten kunnen gespreid in de tijd worden uitgegeven. Bij de bouw met het oog op de natuur (gereed in 2020), wordt geïnvesteerd in de periode en de netto contante waarde daarvan is 119 miljoen. Deze 119 miljoen is de waarde van alle kosten in de toekomst, omgerekend naar euro s in Als de investering nog tien jaar kan worden uitgesteld, zodat het gemaal gereed is in 2030 ten behoeve van de veiligheid, dan moet fysiek hetzelfde nog gebeuren en is de investeringssom nog steeds 177 miljoen verspreid over de tijd. Echter, de netto contante waarde daalt omdat de kosten later in de tijd moeten worden gemaakt. Maar er stijgen ook kosten voor het watersysteembeheer, omdat tien jaar lang extra maatregelen nodig zijn die, door eerder het gemaal te bouwen overbodig zijn. Als die twee effecten worden samengenomen, dan kan ruwweg worden gesteld dat het tien jaar eerder opengaan van het gemaal met het oog op de natuur en ook voor veiligheid leidt tot meerkosten van ca. 42 miljoen (NCW). Operationele kosten over de hele levensduur Naast de eenmalige investeringskosten zijn er ook kosten voor inspecties, dagelijks en groot onderhoud, beheer en energie, zogenaamde operationele kosten. Deze kosten komen met een bepaalde tijdsinterval meerdere malen voor in de beschouwde periode van 80 jaar. Zo is bijvoorbeeld groot onderhoud voorzien aan de pompen na 12,5 jaar, die 5% van de investeringskosten bedragen. Deze kosten zijn nader uitgewerkt in bijlage 1.6 van het bijlagenrapport en reeds benoemd in hoofdstuk 6. Tabel 10.6 geeft de netto contante waarde van deze kosten bij de ingebruikname van het gemaal in 2020 en

55 Operationele kosten in miljoen Nominaal Netto Contante Waarde 2020 Netto Contante Waarde 2030 (natuurvariant) (variant waterveiligheid) Kosten voor groot onderhoud, revisie en vervanging variant met netvoeding variant met dieselcentrale Inspecties Dagelijks onderhoud Energiekosten energiekosten bij netvoeding energiekosten bij eigen opwekking Totale operationele kosten variant met netvoeding variant met dieselcentrale Tabel 10.6: Operationele kosten over de levensduur van 81 jaar, prijspeil november 2011, inclusief BTW, nominaal en netto contante waarde. Bij de start van het gemaal in 2020 variëren de jaarlijkse kosten voor onderhoud, revisie en vervanging over de hele looptijd van 4 tot 5 miljoen (NCW); dat is 34 miljoen tot 45 miljoen (nominaal) afhankelijk van het type energievoeding. De lage waarde hoort bij netvoeding en de hogere waarde is van toepassing bij een eigen opwekking met een dieselcentrale. De netto contante waarde is heel veel lager dan de nominale waarde, omdat het onderhoud over 81 jaar loopt en veel kosten in de latere jaren vallen. Voor inspecties is apart een kostenpost opgenomen van 1 miljoen nominaal (zie hoofdstuk 7). Naast het grootschalig onderhoud, is ook dagelijks onderhoud nodig. Dit kost ca. 7 miljoen nominaal ( 1 miljoen NCW in 2020 en iets minder dan 0,5 miljoen bij variant 2030). Een belangrijke post is energie. De kosten bij netvoeding zijn 32 miljoen nominaal ( 4 miljoen NCW 2020 of 3 miljoen NCW 2030) en lopen op tot ca. 70 miljoen nominaal ( 9 miljoen NCW 2020 of 5 miljoen NCW 2030) bij eigen opwekking. Als al deze kosten worden samengenomen, dan kunnen de operationele kosten over de hele levensduur worden bepaald. Deze zijn ca. 74 miljoen (nominaal) en 9 miljoen (NCW 2020) of 5 miljoen (NCW 2030) voor de variant met netvoeding of 122 miljoen (nominaal) en 15 miljoen (NCW 2020) of 9 miljoen (NCW 2030) bij eigen opwekking met een dieselcentrale

56 Verhouding kosten investering, operatie en energie Deze operationele kosten zijn bij de investeringskosten opgeteld om de totale levensduurkosten (NCW) voor ingebruikname van een gemaal in 2020 en 2030 te verkrijgen. Dit is weergegeven in tabel Hierbij is uitgegaan van netvoeding omdat dit financieel voordeliger uitpakt dan opwekking met dieselgeneratoren. Er is in de onderstaande tabel geen correctie meegenomen voor uitgespaarde kosten voor watersysteembeheer bij de natuurvariant (2020). Levensduurkosten in miljoen Nominaal NCW 2020 (natuurvariant) NCW 2030 (variant waterveiligheid) Investeringskosten incl. BTW Totale operationele kosten Operationeel ex. energie Energie (netvoeding) Totale kosten levenscyclus Tabel 10.7: Levensduurkosten 2020 en 2030 (nominaal en NCW, inclusief BTW, prijspeil november 2011) Figuur 10.8: onderverdeling nominale levensduurkosten Figuur 10.9: onderverdeling levensduurkosten (NCW)

Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Lauwersmeer

Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Lauwersmeer Opdrachtgever: Projectgroep Watervisie Lauwersmeer Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Lauwersmeer Fase 2 110202.000570 februari 2006 Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Lauwersmeer, fase 2 2 HKV

Nadere informatie

Op weg naar een Watervisie Lauwersmeer (tussenbalans) Presentatie van de. keuze van uit te werken scenario s/beheersvarianten. 14/15 april 2005 BOWL

Op weg naar een Watervisie Lauwersmeer (tussenbalans) Presentatie van de. keuze van uit te werken scenario s/beheersvarianten. 14/15 april 2005 BOWL Op weg naar een Watervisie Lauwersmeer (tussenbalans) Presentatie van de keuze van uit te werken scenario s/beheersvarianten 14/15 april 2005 BOWL Waarom een watervisie? Toekomstig waterbeheer Lauwersmeer.

Nadere informatie

Plan van Aanpak Onderzoek Haalbaarheid Proef Pomp Lauwersoog

Plan van Aanpak Onderzoek Haalbaarheid Proef Pomp Lauwersoog Plan van Aanpak Onderzoek Haalbaarheid Proef Pomp Lauwersoog Versie 1.0, 21 juni 2017 Figuur 1. Topografische kaart Lauwersmeergebied Inhoud: 1. Aanleiding en Prioriteit 2. Nut en Noodzaak 3. Doelstelling

Nadere informatie

Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016)

Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016) Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016) Opgave waterveiligheid Westelijk van de veerdam is 2,3 km betonblokkenbekleding in de teen van de dijk afgetoetst

Nadere informatie

Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en.

Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en. Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en. Informatiebijeenkomst gemeenteraad Marum 20 mei 2015 Gebiedscommissie Zuidelijk Westerkwartier Agenda 1. Opening 2. Voorstellen gasten

Nadere informatie

: kredietaanvraag restauratie Wetsingerzijl

: kredietaanvraag restauratie Wetsingerzijl A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d. : 6 juli 2011 Agendapunt: 12 Onderwerp : kredietaanvraag restauratie Wetsingerzijl KORTE SAMENVATTING: De Wetsingerzijl, gelegen in het Wetsingermaar (gemeente

Nadere informatie

Grenzen verleggen in het Waddengebied. Maarten Hajer

Grenzen verleggen in het Waddengebied. Maarten Hajer Grenzen verleggen in het Waddengebied Maarten Hajer De Waddenzee versterken: ja, maar hoe? 2 Waar J.C. Bloem niet geldt 3 En dan: wat is natuur nog in dit land? Waddenzee van (inter)nationaal belang Grootste

Nadere informatie

Vervolg en gebiedsproces WBP 5

Vervolg en gebiedsproces WBP 5 Vervolg en gebiedsproces WBP 5 1 Inleiding Het WBP5 strategisch deel ligt voor. Hiermee is het WBP 5 niet af, maar staat het aan het begin van het gebiedsproces en het interne proces om tot een uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

Projectoverstijgende verkenning van innovatieve dijkverbeteringsoplossingen voor de waddenzeedijken. Hiermee kunnen we noodzakelijke verbeteringen

Projectoverstijgende verkenning van innovatieve dijkverbeteringsoplossingen voor de waddenzeedijken. Hiermee kunnen we noodzakelijke verbeteringen Projectoverstijgende verkenning van innovatieve dijkverbeteringsoplossingen voor de waddenzeedijken. Hiermee kunnen we noodzakelijke verbeteringen sneller en goedkoper uitvoeren. WAAROM DEZE POV? De POV

Nadere informatie

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas provincie :: Utrecht Plan van aanpak Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas In samenwerking tussen Veenendaal: 23 oktober 2017 Versie: 0.1 Opgesteld door: Maurice Kassing Gemeente

Nadere informatie

Projectplan Vispassage Zwarte Haan

Projectplan Vispassage Zwarte Haan Projectplan Vispassage Zwarte Haan Wetterskip Fryslan Cluster Projecten December 2012 D.M. de Vries 2 1 Inleiding 4 2 Doelstelling van het project 5 2.1 Hoofddoelstelling 5 2.2 Nevendoelstellingen 5 3

Nadere informatie

PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013.

PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013. PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013. Zwolle, 20 november 2013 Nr. Bestuur-4232 Aan het algemeen bestuur Onderwerp: HWBP Plannen van Aanpak Verkenningsfase

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter, Directie Regionale Zaken De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DRZN. 2009/431 23 maart 2009 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

Actualisatie Vervolg Locatiestudie Hemus

Actualisatie Vervolg Locatiestudie Hemus Actualisatie Vervolg Locatiestudie Hemus 9 juni 2011 0 Inleiding Op 10 mei 2011 heeft de raad de motie Quickscan locaties Huis van de Watersport aangenomen. Onderdeel van de motie is het uitvoeren van

Nadere informatie

Verkenning pompenspuien

Verkenning pompenspuien Verkenning pompenspuien Uitbreiding waterafvoer van IJsselmeer naar Waddenzee 30 oktober 2012 Inhoud Afwegingproces Toelichting op de voorkeursbeslissing Vragen; Wat zijn uw zorg- en aandachtspunten? 2

Nadere informatie

Piekberging Haarlemmermeer

Piekberging Haarlemmermeer Nieuwsbrief Piekberging Haarlemmermeer Nr. 2 - Juli 2011 Klankbordgroep In de klankbordgroep worden belanghebbenden uit het gebied geïnformeerd over de voortgang van het project. Ideeën over de invulling

Nadere informatie

Werken aan een waterveilig Nederland. Project Afsluitdijk

Werken aan een waterveilig Nederland. Project Afsluitdijk Werken aan een waterveilig Nederland Project Afsluitdijk 80 jaar De Afsluitdijk beschermt Nederland al meer dan tachtig jaar tegen de zee. De dijk voldoet niet meer aan de huidige normen voor waterveiligheid.

Nadere informatie

Business case. Samenwerking afvalwaterketen. Informatiebijeenkomst gemeenteraden 26 juni

Business case. Samenwerking afvalwaterketen. Informatiebijeenkomst gemeenteraden 26 juni Business case Samenwerking afvalwaterketen Informatiebijeenkomst gemeenteraden 26 juni 2013 1012209-022 Inhoud 1. Proces tot nu 2. Informatie uit het onderzoek 3. Conclusies, aanbevelingen 4. Vervolg Business

Nadere informatie

A L G E M E E N B E S T U U R

A L G E M E E N B E S T U U R A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d.: 19 december 2018 Agendapunt: 7 Betreft: Besluitvormend Programma: 1. Waterveiligheid Portefeuillehouder: Luitjens Route: DB-AB Onderwerp Kredietaanvraag

Nadere informatie

Drie deelprojecten MARCONI

Drie deelprojecten MARCONI Drie deelprojecten MARCONI MARCONI: opzet, organisatie en wat eraan vooraf ging Arjen Bosch in opdracht van gemeente Delfzijl www.decoulissen.nl Verkenning Schermdijk Delfzijl v-1 (september 2010) i Inhoudsopgave

Nadere informatie

Bouwwegen beslisnotitie bouwweg in nabijheid Veessen

Bouwwegen beslisnotitie bouwweg in nabijheid Veessen Bijlage 11- Uitvoeringsplan. Bouwwegen beslisnotitie bouwweg in nabijheid Veessen Voor u ligt een notitie om te komen tot een definitieve beslissing over de locatie van de losplaats en aanvoerweg (samen

Nadere informatie

Werken aan een waterveilig Nederland. Project Afsluitdijk

Werken aan een waterveilig Nederland. Project Afsluitdijk Werken aan een waterveilig Nederland Project Afsluitdijk 80 jaar De Afsluitdijk beschermt Nederland al meer dan tachtig jaar tegen de zee. De dijk voldoet niet meer aan de huidige normen voor waterveiligheid.

Nadere informatie

Welkom: Goos den Hartog bestuur WSRL

Welkom: Goos den Hartog bestuur WSRL Watersysteemmaatregelen Alblasserwaard Informatieavond Groot-Ammers 25 maart 2019 Welkom: Goos den Hartog bestuur WSRL Doel 1. U informeren en terugkoppelen over varianten boezemgemaal Groot Ammers 2.

Nadere informatie

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Deltaprogramma Waddengebied Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Colofon Deltaprogramma Waddengebied Nieuwe Uitleg 1 Den Haag PROBLEEMANALYSE DELTAPROGRAMMA WADDEN Datum 10 augustus 2011 Status

Nadere informatie

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept Samen Ontwikkelen Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept Samen Ontwikkelen 2. Water Bodem & Gebruik 3. Het Groene Hart, met zijn veenweiden, Over de realisatie van

Nadere informatie

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland SMART WATER INLEIDING In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland - nieuw te ontwikkelen) projecten en activiteiten aan worden verbonden en worden KRIMP voor de welvaart

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-

Nadere informatie

Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis

Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis Opsteller: N. Verhoof-Schuil Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Voorontwerpfase 701700 Datum: 17-01-2013 Kopie: Archief Opdrachtgever

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Terheijden Dijkvak omschrijving Lengte in m Opgave B117a_b Bastion 803 Hoogte Overzichtskaart met aanduiding dijkvak B117a_b, impressie van de natte EVZ en

Nadere informatie

ADVIES. Randweg ligt op het grensgebied met Noordwijk) en Noordwijkerhout. 1. Opgave

ADVIES. Randweg ligt op het grensgebied met Noordwijk) en Noordwijkerhout. 1. Opgave ADVIES Onderwerp: Advies aansluiting Noordelijke Randweg Voorhout en Leidsevaart op de provinciale weg N444 Datum: 27 mei 2013 1. Opgave In de Raadsvergadering van 13 december 2012 heeft de Gemeenteraad

Nadere informatie

Uitbreiding gemaalcapaciteit H.D. Louwes

Uitbreiding gemaalcapaciteit H.D. Louwes Uitbreiding gemaalcapaciteit H.D. Louwes Presentatie aan belangstellenden uit het raamcontract technische adviesdiensten Projectteam HD Louwes 22 september 2017 Inhoud: 1 Historie en huidige functioneren

Nadere informatie

A L G E M E E N B E S T U U R

A L G E M E E N B E S T U U R A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d.: 11 juli 2018 Agendapunt: 8 Betreft: Besluitvormend Programma: 1. Waterveiligheid Portefeuillehouder: Luitjens Route: DB-AB Onderwerp Aanvullend voorbereidingskrediet

Nadere informatie

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner Memo Aan deelnemers diner-debat Eye Kopie aan Contactpersoon Rik van Terwisga Datum 8 januari 2015 Onderwerp Vervolg Debat-diner "Watersysteem van de Toekomst" Watersysteem van de Toekomst: vervolg

Nadere informatie

Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe - fase 2. Juli 2019

Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe - fase 2. Juli 2019 Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe - fase 2 Juli 2019 Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe fase 2 Inleiding Beter Bereikbaar Gouwe (BBG) is een grote gebiedsontwikkeling waarin de gemeenten

Nadere informatie

ADVIES KLANKBORDGROEP RIJN- WEST AAN REGIONAAL BESTUURLIJK OVERLEG inzake opzet en inhoud gebiedsprocessen, op weg naar 2e Stroomgebiedbeheerplan

ADVIES KLANKBORDGROEP RIJN- WEST AAN REGIONAAL BESTUURLIJK OVERLEG inzake opzet en inhoud gebiedsprocessen, op weg naar 2e Stroomgebiedbeheerplan ADVIES KLANKBORDGROEP RIJN- WEST AAN REGIONAAL BESTUURLIJK OVERLEG inzake opzet en inhoud gebiedsprocessen, op weg naar 2e Stroomgebiedbeheerplan Inleiding Het RBO Rijn- West heeft procesafspraken gemaakt

Nadere informatie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Voorstellen Waterschap Hollandse Delta John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Waterschap Hollandse Delta Dynamiek in de Delta [2] Inhoud De taken van het waterschap De dynamiek in de tijd Een dynamische

Nadere informatie

Overzicht projecten Programma De Nieuwe Afsluitdijk

Overzicht projecten Programma De Nieuwe Afsluitdijk Overzicht projecten Programma De Nieuwe Afsluitdijk Exclusief de projecten die meegenomen worden in het Rijkscontract (deze zijn apart hiervan uitgebreider toegelicht) Volgnum Mobiliteit 1 Verruiming sluis

Nadere informatie

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 13 juni 2017 Portefeuillehouder: Bom - Lemstra, AW Uiterlijke beslistermijn: n.v.t. Behandeld ambtenaar : mw L.G.J van Westbroek E-mailadres: lgj.van.westbroek@pzh.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN Aanpak De opdracht Afstemmen investeringen is voortvarend opgepakt door de werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de Gelderse waterschappen en

Nadere informatie

Project Afsluitdijk. Stakeholdersbijeenkomst. Donderdag 4 april 2013. Wieringerwerf

Project Afsluitdijk. Stakeholdersbijeenkomst. Donderdag 4 april 2013. Wieringerwerf Project Afsluitdijk Stakeholdersbijeenkomst Donderdag Wieringerwerf PROGRAMMA 13.00 13.15 Welkom Voorstellen W+B en architectencombinatie 13.15 13.45 Toelichting op de opgave Toelichting doel en aanpak

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Achtergrondrapport Vollenhove-Noordoostpolder (dijkring 7) en Vollenhove-Friesland/Groningen (dijkring

Nadere informatie

Aan Dorpsbelangen Zoutkamp, Wehe-den Hoorn, 16 juni 2014

Aan Dorpsbelangen Zoutkamp, Wehe-den Hoorn, 16 juni 2014 Aan Dorpsbelangen Zoutkamp, Wehe-den Hoorn, 16 juni 2014 Onderwerp: Windmolenpark(en) in de gemeente Kollumerland c.a. Geachte Dorpsbelangen Zoutkamp, Er zijn bij Fryslân foar de Wyn (FfdW) plannen voor

Nadere informatie

REGIONAAL AMBITIEDOCUMENT Kop van Noord-Holland

REGIONAAL AMBITIEDOCUMENT Kop van Noord-Holland 521 REGIONAAL AMBITIEDOCUMENT Kop van Noord-Holland Frame: Algemene regionale opgaven veranderende functies platteland Projectnaam: Vrijkomende agrarische bebouwing en kwaliteitsimpuls vergroting agrarische

Nadere informatie

agendapunt 04.B.11 Aan Commissie Waterveiligheid AANVRAAG INVESTERINGSPLAN EN KREDIET GEMAAL KERSTANJEWETERING (GEMEENTE DELFT)

agendapunt 04.B.11 Aan Commissie Waterveiligheid AANVRAAG INVESTERINGSPLAN EN KREDIET GEMAAL KERSTANJEWETERING (GEMEENTE DELFT) agendapunt 04.B.11 1066160 Aan Commissie Waterveiligheid AANVRAAG INVESTERINGSPLAN EN KREDIET GEMAAL KERSTANJEWETERING (GEMEENTE DELFT) Voorstel Commissie Waterveiligheid 04-06-2013 De VV te verzoeken:

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013 VERGADERDATUM 23 april 2013 SSO SECTOR/AFDELING STUKDATUM NAAM STELLER 3 april 2013 R.J.E. Peeters ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT 12 Voorstel Kennisnemen van het projectplan voor Waterbeheerplan 3 waarin

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK V E R G A D E R D A T U M S E C T O R / A F D E L I N G 16 december 2010 Waterketen / BWK S T U K D A T U M N A A M S T E L L E R 2 december 2010 A.C. de Ridder ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT 8 Voorstel

Nadere informatie

Vismigratie Zuidwestelijke Delta

Vismigratie Zuidwestelijke Delta 1 Vismigratie Zuidwestelijke Delta Ecologisch herstel in de Rijkswateren Kees-Jan Meeuse RWS Zeeland adviseur waterbeheer Inhoud 3 1. Rijkswaterstaat Zeeland en vismigratie (rol) 2. Studie: naar een gezonde

Nadere informatie

Revisie Omgevingsvisie Drenthe

Revisie Omgevingsvisie Drenthe Revisie Omgevingsvisie Drenthe Tussentijds toetsingsadvies over het op te stellen milieueffectrapport 5 december 2017 / projectnummer: 3212 Tussentijds advies over het plan-mer voor de revisie van de

Nadere informatie

Programma naar een Rijke Waddenzee

Programma naar een Rijke Waddenzee Programma naar een Rijke Waddenzee n Symposium Waddenacademie Kees van Es Inhoud presentatie 1. Aanleiding, opdracht en context 2. De mosseltransitie in het kort Kennisvragen 3. Streefbeeld: Wijze van

Nadere informatie

Holwerd aan Zee MKBA. Jeroen Stegeman Elisabeth Ruijgrok. Zicht op Howerd vanaf het Wad door Dolly Leemans

Holwerd aan Zee MKBA. Jeroen Stegeman Elisabeth Ruijgrok. Zicht op Howerd vanaf het Wad door Dolly Leemans Holwerd aan Zee MKBA Jeroen Stegeman Elisabeth Ruijgrok Zicht op Howerd vanaf het Wad door Dolly Leemans Maatschappelijke Kosten Baten Analyse MKBA is een vergelijking van de welvaarts- en welzijnseffecten

Nadere informatie

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015 Bestuursrapportage 204 Vechtstromen Versie 24 november 205 Deze rapportage bevat een overzicht op hoofdlijnen van de voortgang van de uitvoering van het waterbeleid en dient als basis voor jaarlijks bestuurlijk

Nadere informatie

Business case modelcasus

Business case modelcasus 1/5 Modelcasus Van Bleek fabriek - Business Case Business case modelcasus Inleiding De Business case geeft antwoord op de vraag of het financiële resultaat over de gehele levensduur van het project voldoende

Nadere informatie

Plan van Aanpak & inventarisatie. Programma Friese Waddenkust

Plan van Aanpak & inventarisatie. Programma Friese Waddenkust Plan van Aanpak & inventarisatie Oktober 2018 Over het Plan van Aanpak Het heeft als doel zowel de vele bestaande initiatieven als nieuwe ideeën en plannen langs de Friese waddenkust samen te laten bijdragen

Nadere informatie

Startdocument piekberging Haarlemmermeer Bijlage 1

Startdocument piekberging Haarlemmermeer Bijlage 1 Startdocument piekberging Haarlemmermeer Bijlage 1 Datum: 21 oktober 2010 Behorende bij aanbiedingsbrief startdocument m.e.r. d.d. 21 oktober 2010 Onderwerp: Startdocument strategisch project Piekberging

Nadere informatie

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017 Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017 Geachte commissie, Stichting Bescherming Leefomgeving Ridderkerk Zuid-Oost wil u graag opmerkzaam maken op het volgende. Sympathisanten

Nadere informatie

Toelichting locatiekeuze nieuwe sluis

Toelichting locatiekeuze nieuwe sluis Bijlage 2 Toelichting locatiekeuze nieuwe sluis Bijlage 2 : Toelichting locatiekeuze nieuwe sluis Locatieafweging tweede Sluis Eefde Uitgangspunten en werkwijze Een extra sluiskolk kan op verschillende

Nadere informatie

Voorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer. 1. Inleiding

Voorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer. 1. Inleiding Voorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer 1. Inleiding Zoetermeer wil zich de komende jaren ontwikkelen tot een top tien gemeente qua duurzaam leefmilieu. In het programma duurzaam Zoetermeer

Nadere informatie

Protocol Bouwen in het gesloten seizoen aan primaire waterkeringen

Protocol Bouwen in het gesloten seizoen aan primaire waterkeringen Protocol Bouwen in het gesloten seizoen aan primaire waterkeringen Plan van Aanpak POV Auteur: Datum: Versie: POV Macrostabiliteit Pagina 1 van 7 Definitief 1 Inleiding Op 16 november hebben wij van u

Nadere informatie

Voorgesteld wordt om: In te stemmen met het voorstel voor de verdeling van de verschillende onderdelen.

Voorgesteld wordt om: In te stemmen met het voorstel voor de verdeling van de verschillende onderdelen. Plan Van Aanpak Gebiedsontwikkeling Westerzeedijk 24 april 2017) Besluitvorming: Voorgesteld wordt om: In te stemmen met het voorstel voor de verdeling van de verschillende onderdelen. 1) Aanleiding Het

Nadere informatie

Startnotitie Initiatieffase partiële verdubbeling N34 Emmen de Punt

Startnotitie Initiatieffase partiële verdubbeling N34 Emmen de Punt 2017-2026 Startnotitie Initiatieffase partiële verdubbeling N34 Emmen de Punt a Startnotitie Initiatieffase partiële verdubbeling N34 Emmen de Punt Gedeputeerde Staten van Drenthe Juni 2018 Colofon Dit

Nadere informatie

Bijlage bij agendapunt: J-139. Samenvatting Verkenning definitieve oplossing toegangsgeul en haven Noordpolderzijl

Bijlage bij agendapunt: J-139. Samenvatting Verkenning definitieve oplossing toegangsgeul en haven Noordpolderzijl Bijlage bij agendapunt: J-139 Samenvatting Verkenning definitieve oplossing toegangsgeul en haven Noordpolderzijl 6 juni 2017 Inleiding De haven van Noordpolderzijl ligt in de gemeente Eemsmond, aan de

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer 1 Programma Welkom door Douwe Hollenga, voorzitter van de stuurgroep - Wat is Natura 2000 - Waar staan we: wat is geweest en wat komt Toelichting

Nadere informatie

Regionale betrokkenheid bij de voorbereiding van de nominatie

Regionale betrokkenheid bij de voorbereiding van de nominatie Directie Regionale Zaken De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DRZN. 2007/4545 13 december 2007 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

RUIMTELIJKE VISIE KORNWERDERZAND. Feddes/Olthof landschapsarchitecten en Architectenbureau Paul de Ruiter

RUIMTELIJKE VISIE KORNWERDERZAND. Feddes/Olthof landschapsarchitecten en Architectenbureau Paul de Ruiter RUIMTELIJKE VISIE KORNWERDERZAND Feddes/Olthof landschapsarchitecten en Architectenbureau Paul de Ruiter STAKEHOLDERS 24 APRIL 2014 1. IDENTITEIT KORNWERDERZAND DE AFSLUITDIJK IN HET WATERLANDSCHAP haaks

Nadere informatie

Oproep: Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied

Oproep: Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied Oproep: Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied Meld nu uw bouwproject aan voor het Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied. Daarin bundelen overheden,

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad van de gemeente Kollumerland c.a., Wehe-den Hoorn, 16 juni 2014

Aan de gemeenteraad van de gemeente Kollumerland c.a., Wehe-den Hoorn, 16 juni 2014 Aan de gemeenteraad van de gemeente Kollumerland c.a., Wehe-den Hoorn, 16 juni 2014 Onderwerp: Windmolenpark(en) in de gemeente Kollumerland c.a. Geachte gemeenteraad, Er zijn bij Fryslân foar de Wyn (FfdW)

Nadere informatie

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta Waterschap Hollandse Delta dynamiek in de delta Inhoud De dynamiek in de tijd Een dynamische ruimte De opgaven nu en voor de toekomst Water besturen Functionele overheid Algemeen belang en specifiek belang

Nadere informatie

Nieuwe natuur voor droge voeten

Nieuwe natuur voor droge voeten Nieuwe natuur voor droge voeten Informatieavond en klankbord Polder de Dijken-Bakkerom Donderdag 19 april 2018 en De Drie Polders en Lettelberterbergboezem Donderdag 26 april 2018 Programma 19 en 26 april

Nadere informatie

DAG VAN DE DIJKZONE LAUWERSMEER 21 MEI 2014 NAAM RAPPORT

DAG VAN DE DIJKZONE LAUWERSMEER 21 MEI 2014 NAAM RAPPORT DAG VAN DE DIJKZONE LAUWERSMEER 21 MEI 2014 NAAM RAPPORT Dag van de Dijkzone: een kort verslag Op 21 mei 2014 organiseerden Programma naar een Rijke Waddenzee, Deltaprogramma Waddengebied en de Projectoverstijgende

Nadere informatie

Projectplan Slikken van Flakkee Ontwerpfase quick wins 28-5-2014 Projectnummer: 16508

Projectplan Slikken van Flakkee Ontwerpfase quick wins 28-5-2014 Projectnummer: 16508 Projectplan Slikken van Flakkee Ontwerpfase quick wins 28-5-2014 Projectnummer: 16508 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Overzicht van het Plangebied... 3 3 Ambitie... 3 4 Scope... 4 5 De opgave... 4 6 Fasering...

Nadere informatie

A L G E M E E N B E S T U U R

A L G E M E E N B E S T U U R A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d.: 30 maart 2016 Agendapunt: 12 Betreft: Besluitvormend Programma: 2. Voldoende en gezond water Portefeuillehouder: Alma Route: MT-DB-AB Onderwerp Garantstelling

Nadere informatie

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 3 Samenwerkingsovereenkomst

Nadere informatie

Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen

Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen Samenvatting De gemeente Heumen wil in 2050 energie- en klimaatneutraal zijn. Om dit doel te bereiken is het noodzakelijk dat de gemeente en haar inwoners ook

Nadere informatie

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013 FRYSLÂN FOAR DE WYN Plan van aanpak Finale versie, 14 november 2013 Albert Koers, Comité Hou Friesland Mooi Hans van der Werf, Friese Milieu Federatie Johannes Houtsma, Platform Duurzaam Friesland FRYSLÂN

Nadere informatie

Projectteam Afsluitdijk Rijkswaterstaat Dienst IJsselmeergebied Postbus 600 8200 AP LELYSTAD. Betreft: Reactie visies Afsluitdijk

Projectteam Afsluitdijk Rijkswaterstaat Dienst IJsselmeergebied Postbus 600 8200 AP LELYSTAD. Betreft: Reactie visies Afsluitdijk Projectteam Afsluitdijk Rijkswaterstaat Dienst IJsselmeergebied Postbus 600 8200 AP LELYSTAD Harlingen, 27 februari 2009 Betreft: Reactie visies Afsluitdijk Kenmerk: AW/09014 Geacht projectteam Afsluitdijk,

Nadere informatie

Intentieverklaring Samen op Weg langs de Lange Linschoten

Intentieverklaring Samen op Weg langs de Lange Linschoten Intentieverklaring Samen op Weg langs de Lange Linschoten Oudewater, 9 maart 201 8 Intentieverklaring Samen op Weg langs de Lange Linschoten Aanleiding De Lange Linschoten is een pracht voorbeeld van kleinschalig

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Zevenbergen Terheijden Overzichtskaart met uitsnede van het deelgebied (dijkvak B100b) en vogelvlucht foto (Google Earth) Sectie Dijkvakken

Nadere informatie

Windmolens aan de kust

Windmolens aan de kust Windmolens aan de kust Landelijke Kustdagen 2013 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ministerie van Economische Zaken Rijkswaterstaat Lisette Groot Kormelink Projectleider Haalbaarheidsstudie Windenergie

Nadere informatie

A L G E M E E N B E S T U U R

A L G E M E E N B E S T U U R A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d.: 19 juli 2017 Agendapunt: 10 Betreft: Besluitvormend Programma: 1. Waterveiligheid Portefeuillehouder: Luitjens Route: MT-DB-AB Onderwerp Kredietaanvraag

Nadere informatie

Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer

Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer Portefeuillehouder: A. van den Berg Vergaderdatum: 2 maart 2010 Agendapunt: Beleidsveld: 150 Kenmerk D&H: 840252 Aard voorstel: Besluitvormend Kenmerk VV: Steller:

Nadere informatie

A L G E M E E N B E S T U U R

A L G E M E E N B E S T U U R A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d.: 25 mei 2016 Agendapunt: 11 Betreft: Besluitvormend Programma: 1. Waterveiligheid Portefeuillehouder: Luitjens Route: MT-DB-AB Onderwerp Aanvullende kredietaanvraag

Nadere informatie

Bijlage 1 Concept intentieverklaring WOC Campus Nieuwleusen

Bijlage 1 Concept intentieverklaring WOC Campus Nieuwleusen Bijlage 1 Concept intentieverklaring WOC Campus Nieuwleusen Intentieverklaring project WOC Campus Nieuwleusen De Partijen: In het project WOC Campus Nieuwleusen participeren de volgende partijen: Landstede

Nadere informatie

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

VOORSTEL AB AGENDAPUNT : VOORSTEL AB AGENDAPUNT : PORTEFEUILLEHOUDER : M.M. Kool AB CATEGORIE : B-STUK (Beleidsstuk) VERGADERING D.D. : 26 november 2013 NUMMER : WS/WRM/CR/JEs/7985 OPSTELLER : ing. J. Esenkbrink, 0522-276829 FUNCTIE

Nadere informatie

Waddenwerken Afsluitdijk >>>

Waddenwerken Afsluitdijk >>> Waddenwerken Afsluitdijk >>> Waddenwerken Afsluitdijk project Marktverkenning Afsluitdijk locatie Afsluitdijk ontwerpers Jonas Strous Peter de Ruyter Hilke Floris Remco Rolvink Jorrit Noordhuizen partners

Nadere informatie

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking

Nadere informatie

Stuurgroep Nieuw Hydepark

Stuurgroep Nieuw Hydepark Voortgangsrapportage 1 Stuurgroep Nieuw Hydepark Periode januari t/m mei 2013 4 juni 2013 Kleine Synode 21 juni 2013 OZ 13-06 Bestuur Dienstenorganisatie Pagina 3 van 7 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Projectkaders

Nadere informatie

Voldoende afstand tot windturbines en belangrijke kabels en leidingen. archeologische vindplaatsen, natuurgebieden, etc.).

Voldoende afstand tot windturbines en belangrijke kabels en leidingen. archeologische vindplaatsen, natuurgebieden, etc.). Hoe vindt de trechtering van groot concept zoekgebied naar voorkeursalternatief plaats? Om tot een voorkeurslocatie voor het station en voorkeurslocatie voor de kabelcircuits te komen worden een aantal

Nadere informatie

1 Inleiding. : Projectplan Waterwet Realisatie vispassage Doesburg. : Definitief besluit

1 Inleiding. : Projectplan Waterwet Realisatie vispassage Doesburg. : Definitief besluit Onderwerp Status : Projectplan Waterwet Realisatie vispassage Doesburg : Definitief besluit Datum vastgesteld door het college van dijkgraaf en 5 december 2017 heemraden : Bijlage(n) : n.v.t. 1 Inleiding

Nadere informatie

Mededeling. Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen

Mededeling. Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Onderwerp Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen Kern mededeling: In de vergadering van de commissie Economie en Bereikbaarheid van 14 oktober

Nadere informatie

Bijlage 2 Indicatieve doorlooptijden (open) aanbesteding(svarianten)

Bijlage 2 Indicatieve doorlooptijden (open) aanbesteding(svarianten) Bijlage 2 Indicatieve doorlooptijden (open) aanbesteding(svarianten) Wanneer duidelijkheid burger* Aanbestedings dossier gereed Opties 0 en 1 Optie 2 Optie 3 Optie 4 DT Noord (verlegd en verdiept**) met

Nadere informatie

1. Voorstel aan commissie Aan de commissie wordt advies gevraagd op onderstaand voorstel aan het ab:

1. Voorstel aan commissie Aan de commissie wordt advies gevraagd op onderstaand voorstel aan het ab: Aan commissie Water 30 januari 2018 Het projectteam zal tijdens de commissie Water op 30 januari 2018 een presentatie over het VKA, het proces en het vervolg verzorgen. VOORSTEL Portefeuillehouder F. ter

Nadere informatie

Gedeeltelijke verdubbeling N34 Omgeving verkeersplein Gieten

Gedeeltelijke verdubbeling N34 Omgeving verkeersplein Gieten Gedeeltelijke verdubbeling N34 Omgeving verkeersplein Gieten Gieten, 24 april 2019 Agenda 1. Welkom 2. Aanleiding en korte terugblik 3. Scope 4. Fasering en planning 5. Toelichting Verkeersonderzoek 6.

Nadere informatie

Verslag expertsessie Holwerd aan Zee: effecten op regionale economie, regionaal toerisme en krimp

Verslag expertsessie Holwerd aan Zee: effecten op regionale economie, regionaal toerisme en krimp Verslag expertsessie Holwerd aan Zee: effecten op regionale economie, regionaal toerisme en krimp MIRT-onderzoek Holwerd aan Zee Donderdag 12 mei 2016 Provinciehuis, Leeuwarden Inhoud van het verslag Expertmeeting

Nadere informatie

Programma van Eisen - Beheerplannen

Programma van Eisen - Beheerplannen Programma van Eisen - Beheerplannen Eisen voor de inhoud Inventarisatie 1. Het beheerplan geeft allereerst een beschrijving van de natuurwaarden in het Natura 2000-gebied (de actuele situatie en trends,

Nadere informatie

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 20 februari 2014

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 20 februari 2014 ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 20 februari 2014 OPSTELLER VOORSTEL: Jan Zijlstra AFDELING: PORTEFEUILLEHOUDER: Pytsje de Graaf Agendapunt: No. /2014 Dokkum, 8 januari 2014 ONDERWERP: bestuurlijke

Nadere informatie

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties.

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. 1. Nota van antwoord Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. Daarnaast zijn enkele petities/handtekeningenacties gevoerd: Petitie Voordorp 975 handtekeningen Petitie NMU meer dan 19.000

Nadere informatie

Trekpontje in wandeltraject Gagelweg Geerkade, langs de Bijleveld.

Trekpontje in wandeltraject Gagelweg Geerkade, langs de Bijleveld. Trekpontje in wandeltraject Gagelweg Geerkade, langs de Bijleveld. Inleiding. In het gebiedsconvenant Groot Wilnis Vinkeveen 2010-2020, wordt een integrale opgave voor de doelen: beperken bodemdaling,

Nadere informatie

Notitie Hoe verhoudt de Gebiedsvisie A15-A12 zich tot de afspraken in de bestuursovereenkomst

Notitie Hoe verhoudt de Gebiedsvisie A15-A12 zich tot de afspraken in de bestuursovereenkomst Projectbureau ViA15 Datum: 22 oktober 2008 Notitie Hoe verhoudt de Gebiedsvisie A15-A12 zich tot de afspraken in de bestuursovereenkomst Op 28 augustus 2008 heeft projectbureau ViA15 formeel de met erratum

Nadere informatie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie Regionale Energie Strategie Regionaal samenwerken voor realisatie van de Klimaatopgave Een historische opgave Om de opwarming van de aarde te beteugelen, zijn drastische maatregelen nodig. Dit jaar wordt

Nadere informatie