De exploitatie van de auteursrechten in de muziekwereld

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De exploitatie van de auteursrechten in de muziekwereld"

Transcriptie

1 De exploitatie van de auteursrechten in de muziekwereld Hoe muziekauteurs, uitvoerende artiesten en platenproducenten geld kunnen verdienen aan hun rechten. Masterproef van de opleiding Master in de rechten Academiejaar Ingediend door Nathalie Dilewyns Studentennummer: Promotor: Prof. Dr. H. Vanhees Commissaris: Filip Bogaert

2 Voorwoord Tijdens het schrijven van deze masterproef is me meer dan ooit duidelijk geworden hoe belangrijk de mensen in mijn omgeving voor me zijn. In het bijzonder ben ik de volgende personen een woordje van dank verschuldigd. Professor Vanhees zou ik als eerste willen bedanken, om me de kans te geven me te verdiepen in het onderwerp van mijn keuze, en om me bij te sturen en aan te moedigen waar nodig. Ook het inspirerende Poppunt-team verdient zonder twijfel een vermelding, in het bijzonder Jan Pauly, die me een jaar geleden onder zijn vleugels nam om me in te wijden in beginselen van de Vlaamse muziekbusiness. Daarnaast waren er de echte vaklui die in hun boordevolle agenda toch een plaatsje hebben vrijgemaakt voor een gesprek: Didier Deneuter en Joris Raport (Entertainmentadvocaten bij Modo Law), Wim Germonprez (Manager Legal Development bij SABAM) en Krista D Haeseleer (Algemeen Directeur SIMIM). Verder wil ik mijn lieve vrienden bedanken. In het bijzonder Simon Verbist voor zijn onuitputtelijke optimisme, Siona Houtmuys voor haar begrip en steun, Lore Raport en Floor van Herreweghen voor de geweldige gesprekken, Sanne Nack voor de last-minute naleessessie, Pieter Vermeersch zijn wijze woorden, en tenslotte Flodder en Fly voor hun onvoorwaardelijke vriendschap. Verder verdienen ook mijn fantastische neven en nicht, Cédric, Dirk en Kristin Gillebert een bijzondere vermelding, omdat zij de moedige taak op zich namen om mijn masterproef na te lezen, hoewel de inhoud niet meteen tot hun vakgebied hoort. Tot slot mag ik zeker niet de mensen vergeten die er altijd al zijn geweest voor me, en op wie ik altijd kan rekenen: mama, papa en Cathy. Nathalie Dilewyns 15 mei

3 Inhoudstafel Voorwoord Inleiding DEEL I. De auteursrechten van de tekstschrijver en de componist Wanneer wordt een werk auteursrechtelijk beschermd? De bescherming van muziekwerken De basisprincipes Vermogensrechten en morele rechten De titularis van het auteursrecht Co-auteurschap De beschermingsduur De rechten van de auteur De exploitatierechten De morele rechten De uitzonderingen Algemeen Uitzonderingen die niet vergoed worden Uitzonderingen die een recht op vergoeding geven DEEL II. De naburige rechten van de uitvoerende kunstenaar en de producent De verhouding met het auteursrecht De rechten van de uitvoerende kunstenaar Algemeen Exploitatierechten Morele rechten De rechten van de producent van fonogrammen Algemeen Exploitatierechten Morele rechten De uitzonderingen Uitzonderingen naar analogie met het auteursrecht De uitzondering voor secundair gebruik DEEL III. Contracteren m.b.t. de auteurs- en naburige rechten De algemene regels Een volledige of gedeeltelijke overdracht Een geschrift als bewijs De specifiëringsplicht

4 1.4. Interpretatieregels De exploitatieplicht Contracteren over toekomstige werken Contracteren over toekomstige exploitatievormen Contracteren over de morele rechten Collectieve beheersvennootschappen De beheersvennootschap als noodzakelijke tussenschakel De toepasselijkheid van de algemene regels De fiduciaire overdracht Wettelijke verplichtingen Overheidscontrole Muziekuitgave De taak van de muziekuitgever De wettelijke regeling inzake uitgavecontracten De inhoud van het muziekuitgavecontract DEEL IV. Collectief rechtenbeheer Het beheer van de rechten van de muziekauteur door SABAM Uitvoeringsrechten Mechanische reproductierechten Het beheer van de rechten van de uitvoerende kunstenaars door PlayRight en SIMIM Inning van de billijke vergoeding Verdeling van de billijke vergoeding Het beheer van de vergoedingsrechten De thuiskopie De reprografie De openbare uitlening De billijke vergoeding voor secundair gebruik Besluit Bibliografie Bijlagen 4

5 Inleiding La musique c'est la négation des phrases, la musique c'est l'anti-mot! - Milan Kundera. De muziek en het woord, twee tegengestelden. De muziek en het recht, indien mogelijk nog meer. Nochtans schuilt het succes van een artiest dikwijls in een goede combinatie tussen beide. De meeste muzikanten hebben helaas maar een vaag idee van de rechten waarover ze beschikken en de manieren waarop ze er geld aan kunnen verdienen. Dat heb ik in de praktijk mogen ondervinden, door een jaar lang als vrijwilliger advies te verlenen aan muzikanten en DJ s bij Poppunt. In dit licht tracht deze masterproef een algemeen beeld te schetsen van de verschillende spelers in de muziekwereld, de rechten die ze hebben, en de manier waarop ze deze rechten ook effectief kunnen laten opbrengen. Niet enkel de auteursrechten in de enge zin, nl. de rechten van de tekstschrijver en de componist komen aan bod, maar ook de naburige rechten van uitvoerende kunstenaars zoals zangers en muzikanten en van platenproducenten. In DEEL I wordt het auteursrecht sensu stricto onder de loep genomen. Eerst worden de vereisten onderzocht waaraan een werk moet voldoen om auteursrechtelijk te kunnen worden beschermd. Daarna komen de basisprincipes van het auteursrecht aan bod: de onderverdeling in exploitatie- en morele rechten, mogelijke titularissen, de regeling bij co-auteurschap, en de beschermingsduur. Vervolgens worden zowel de exploitatierechten als de morele rechten van de muziekauteur in detail besproken. Tot slot worden de uitzonderingen die hij moet respecteren onderzocht. Na de rechten van de muziekauteurs, komen de naburige rechten van de uitvoerders en de platenmaatschappijen aan bod in DEEL II. We bekijken hoe deze rechten zich verhouden tot de auteursrechten. Ook hun rechten worden in detail besproken. Daarna wordt onderzocht welke uitzonderingen de wet heeft ingevoerd op de naburige rechten. In DEEL III gaan we in op de contracten die worden gesloten m.b.t. de auteurs- en naburige rechten. Er wordt nagegaan welke de algemene regels inzake auteurscontracten zijn. Daarna komen twee contractpartners aan bod die bijna onvermijdelijk opduiken in het kader van de exploitatie van auteursrechten op muziek: de collectieve beheersvennootschap en de muziekuitgever. Tenslotte gaan we in DEEL IV na hoe de belangrijkste inkomsten van muziekauteurs en houders van naburige rechten worden gegenereerd door de collectieve beheersvennootschappen. Eerst wordt het innings- en verdelingssysteem van SABAM, PlayRight en SIMIM onder de loep genomen. Deze beheersvennootschappen vertegenwoordigen resp. de muziekauteurs, de uitvoerders en de platenproducenten. Daarnaast staan we stil bij de inning en de repartitie van de vergoedingsrechten die de wet heeft ingevoerd ter compensatie van bepaalde uitzonderingen op de auteurs- en naburige rechten. Ook dit gebeurt immers collectief. 5

6 DEEL I. De auteursrechten van de tekstschrijver en de componist Inleiding In dit eerste deel wordt bekeken welke rechten de wet toekent aan tekstschrijvers en componisten als muziekauteurs. Na korte behandeling van de beschermingsvoorwaarden en de basisprincipes van het auteursrecht, wordt onderzocht uit welke onderdelen dit recht precies bestaat, en welke uitzonderingen erop van toepassing zijn. De wetgever heeft aan bepaalde excepties een vergoeding gekoppeld. Hoe deze wordt geïnd en verdeeld, wordt besproken in deel IV. 1.1 Wanneer wordt een werk auteursrechtelijk beschermd? Het auteursrecht beschermt geen ideeën, maar alleen werken van letterkunde of kunst (art. 1, 1 AW), d.w.z. ideeën die een vorm hebben aangenomen. Alleen oorspronkelijke werken worden beschermd, waarde en doel van het werk spelen geen rol. De bescherming komt tot stand van rechtswege, zonder formaliteiten. Met deze uitspraak vat CORBET de essentie van auteursrechtelijke beschermingssysteem perfect samen. Rechtsleer en rechtspraak zijn het erover eens dat ideeën, principes, theorieën, systemen en methodes niet worden beschermd door het auteursrecht 1. Enkel wanneer een idee in een concrete vorm wordt gegoten, waardoor het zichtbaar of hoorbaar wordt, kan van het beschermingsregime van het auteursrecht worden gebruik gemaakt. Een zelfverzonnen deuntje dat in iemand s hoofd rondspookt wordt dus niet beschermd, maar zodra het bv. wordt gefloten of neergeschreven wel. Het werk moet niet enkel zintuiglijk waarneembaar zijn, maar ook origineel. Rechtspraak en rechtsleer zijn het er echter over eens dat dit begrip twee componenten bevat: het werk moet het resultaat zijn van een intellectuele activiteit van de maker, en het moet de stempel van zijn persoonlijkheid dragen. Beide criteria gaan hand in hand. Zo redeneerde het Hof van Beroep te Brussel: Het heeft van de componisten zonder twijfel intellectuele muzikale inspiratie gevergd om het geheel te creëren. Hun inspiratie levert op dat hun stempel erin kan worden herkend 2. De eerste component vereist dat de auteur een zekere mentale arbeid heeft verricht 3. Bovendien kan het enkel gaan om creaties van de menselijke geest, en bijv. niet om louter machinale prestaties. Dat doet de vraag rijzen naar het lot van muziekwerken die m.b.v. een computerprogramma tot stand kwamen (infra). Ten tweede moet de persoonlijkheid van de auteur te herkennen zijn in het werk 4. Dat is het geval wanneer de creatie het gebruikelijke of banale overstijgt. Ook moet de auteur effectief keuzes hebben gemaakt in het creatieproces: het werk mag niet de uitdrukking zijn van natuurkundige of technische wetmatigheden. Deze twee voorwaarden werden herhaaldelijk door het Hof van Cassatie bevestigd. Het Europees Hof van Justitie heeft in het arrest Infopacq van 16 juli 2009 het begrip 'originaliteit' op een gelijkaardige manier geïnterpreteerd 5. Het is bovendien belangrijk originaliteit te onderscheiden van nieuwheid, een irrelevant criterium in de wereld van het auteursrecht. Zo worden talloze muziekwerken beschermd die voortbouwen op reeds bestaande nummers 6. Zoals DEENE het verwoordt: de absolute originele artiest is een extreem zeldzaam en wellicht denkbeeldig wezen, dat ergens op een geïsoleerde habitat zou moeten wonen 1 Cass. 19 maart 1998, AM 1998, 229, noot B. DAUWE; A. PUTTEMANS, Droits intellectuels et concurrence déloyale, Brussel, Bruylant, 2000, nr Brussel 4 september 2007, IRDI 2008, Cass. 27 april 1989, RW , 362; Cass. 11 maart 2005, IRDI 2005, Cass. 2 maart 1993, Ing. Cons. 1993, 145; Cass. 10 december 1998, RW , 325; Cass. 11 maart 2005, IRDI 2005, HvJ 16 juli 2009, nr. C-5/08 (Infopaq t/ Danske Dagblades Forenig), AM 2009, Zo werd de orkestratie van Maurice Ravel afzonderlijk beschermd. Zie Parijs, 10 maart 1970, RIDA 1970,

7 waar reeds bestaande werken of tradities geen impressie hebben nagelaten 7. Ook werken die bestaan uit een combinatie van andere beschermde creaties, kunnen dus van bescherming genieten 8. Het is natuurlijk ook mogelijk dat twee auteurs tezelfdertijd een gelijkaardig nummer schrijven. In zo n geval kunnen beide werken volledig worden beschermd. Verder beschermt het auteursrecht volgens CORBET evenzeer het werk van de eenvoudige amateur, als de schepping van de genie 9. De omvang van de geleverde inspanning is auteursrechtelijk immers van geen belang. Op muzikaal vlak wordt bv. niet alleen volledig uitgeschreven werken, maar kunnen ook improvisaties tijdens jam sessies auteursrechten genieten 10. Ook de bestemming, de kwaliteit noch de artistieke waarde van de creatie zijn relevant. Tenslotte dient nog één belangrijke eigenschap van het auteursrecht te worden vermeld: het ontstaat van rechtswege. In tegenstelling tot wat het geval is voor andere intellectuele eigendomsrechten zoals het octrooirecht en het merkenrecht, hoeft de auteur geen enkele formaliteit te vervullen om bescherming te krijgen 11. Zoals GOTZEN stelt: om auteursrecht te verkrijgen, moet men niets aanvragen, niets deponeren en zelfs niets reserveren 12. In principe is het gebruik van het copyrightsymbool ( ) dus niet vereist, al creëert het wel een wel een wettelijk vermoeden van houderschap De bescherming van muziekwerken Ook voor muziekwerken gelden de voorgaande algemene regels: wanneer ze een concrete vorm hebben (bv. een opname of een partituur), en origineel zijn, worden ze automatisch beschermd. Wat de originaliteitsvereiste betreft, heeft de jurisprudentie door de jaren heen een specifiek toetsingsstramien ontwikkeld, dat telkens wordt gehanteerd wanneer de vraag rijst of een muziekwerk al dan niet origineel is. Klassiek kijken rechters steeds naar dezelfde drie elementen van een muzieknummer: de melodie, de harmonie (de akkoorden) en het ritme. De melodie, ookal bestaat die maar uit enkele noten zoals de gekende Nokia-tune, wordt volgens CORBET zonder enige twijfel op zichzelf beschermd 14. De oude opvatting, van o.m. VAN ISACKER, die stelt dat het melodische gedeelte vrij van bescherming zou moeten zijn 15, acht hij volledig voorbijgestreefd. BERENBOOM lijkt zich bij CORBET aan te sluiten 16. Ook COLOMBET vindt dat moet aangenomen worden dat er een essentieel verschil bestaat tussen een onbeschermbaar idee, en een muzikaal thema. Een idee richt zich tot de intelligentie en kan uitgedrukt worden in verschillende vormen, die dan elk afzonderlijk beschermd zullen zijn. Een muzikaal thema richt zich tot het gevoel en is op zichzelf een vormschepping die wordt beschermd 17. Het ritme en de harmonie langs de andere kant, geven op zich geen aanleiding tot bescherming, maar kunnen wanneer ze vermengd worden met een (eventueel reeds bestaande) melodie, een nieuw werk 7 J. DEENE, België broedplaats van wereldhits, Juristenkrant 2007, afl. 154, 3. 8 Brussel 22 april 1959, Ing. Cons. 1959, J. CORBET, Auteursrecht, Antwerpen, Kluwer, 1997, Vred. Luik 24 juni 1963, Jur. Liège, , Art. 5.2 Berner Conventie verbiedt zelfs het genot of de uitoefening van het auteursrecht aan enige formaliteit te onderwerpen. 12 F. GOTZEN, Art. 1 A.W, in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), Huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, M.C. JANSSENS en H. VANHEES, internet, Kortrijk-Heule, UGA, 2012, 17. Andere voordelen van de copyrightnotie is het psychologische afschrikkingseffect, en het feit dat het gebruik ervan de auteur een sterke positie bekomt om een schadevergoeding te bekomen bij procedures in de VS. 14 Zie ook C. COLOMBET, Propriété littéraire et artistique., Parijs, Précis Dalloz, 1999, nr Corr. Seine 31 mei 1827, Gaz. Trib. 31 mei 1827; F. VAN ISACKER, Kritische synthese van het Belgische auteursrecht, Antwerpen, Kluwer, 1985, nr A. BERENBOOM, Le nouveau droit d auteur et les droits voisins, Brussel, Larcier, 2008, nr C. COLOMBET, Propriété littéraire et artistique, Parijs, Dalloz, 1980, nr

8 vormen, dat zelf onder de bescherming valt 18. Bijgevolg kan iedereen die bestaand muziekwerk wijzigt qua ritme of harmonie, en dat op een voldoende originele wijze doet, hiervoor bescherming krijgen 19. Moderne muziekvormen, waarin de drie klassieke elementen niet of slechts gedeeltelijk in zijn terug te vinden, worden anders beoordeeld. De creativiteit van de componist komt hier tot uiting in de verzameling en ordening van de gebruikte klanken en geluiden 20. Hoewel de componist in feite meester blijft van de compositie, bestaat er in de rechtsleer veel weerstand tegen bescherming van met computer gecomponeerde muziek De basisprincipes 2.1 Vermogensrechten en morele rechten De essentie van het auteursrecht is dat de auteur een exclusief recht of verbodsrecht bezit. Hij is in principe de enige die kan toelaten of weigeren dat zijn werk gebruikt wordt. Dit exclusieve recht valt uiteen in twee categorieën: de vermogensrechten en de morele rechten, ook wel exploitatierechten en persoonlijkheidsrechten genoemd 22. JANSSENS en VANHEES beschrijven deze rechten als volgt: De exploitatierechten stellen je als auteur in staat om je beschermde creatie te exploiteren en te commercialiseren. (...) De morele rechten beschermen als het ware de band tussen jezelf als auteur en je werk. Met gaat er immers van uit dat je als auteur een stuk(je) van jezelf in je creatie legt, zodat je bv. moet kunnen optreden tegen wijzigingen die zonder je toestemming aan je werk worden aangebracht 23. Zoals verder uitvoerig wordt besproken, worden de vermogensrechten verder onderverdeeld in het recht van de auteur om zijn werk te reproduceren langs de ene kant, en het recht om het mee te delen aan het publiek anderzijds. Over deze vermogensrechten kan de auteur vrij beschikken: hij kan ze overdragen of in licentie geven 24, en dat geheel of gedeeltelijk 25. Een overdracht brengt met zich mee dat de verkrijger de nieuwe eigenaar wordt van de rechten, die zich dus niet langer in het vermogen van de auteur bevinden. Een auteur kan er echter ook voor kiezen om minder ver te gaan, en een licentie of gebruiksrecht aan zijn contractpartner toe te staan, al dan niet op exclusieve basis. Een overdracht of licentie gebeurt steeds d.m.v. een auteurscontract, dat aan specifieke regels onderworpen is (infra). De morele rechten van de auteurs langs de andere kant, zijn volgens de wet onvervreemdbaar 26. Nochtans is het niet uitgesloten dat er contracten worden gesloten m.b.t. deze rechten. Enkel de globale verzaking aan de toekomstige uitoefening van een moreel recht is nietig. Men aanvaardt dat een welomschreve n toestemming voor een actuele uitoefening van een moreel recht wel degelijk mogelijk is (infra) De titularis van het auteursrecht De auteur blijft niet altijd de titulairs van zijn rechten. Hij kan zijn vermogensrechten overdragen, in licentie geven, of ze kunnen zijn overgegaan op anderen na zijn overlijden 28. In praktijk blijkt het niet 18 Voorz. Rb. Brussel 5 augustus 2004, AM 2005, 244; Brussel 4 september 2007, AM, 2007, 471, noot A. STROWEL; Brussel 18 december 2008, AM 2010, Brussel 15 september 2000, AM 2007, J. CORBET, Auteursrecht, Antwerpen, Kluwer, 1997, F. GOTZEN, L ordinateur et la propriété intellectuelle, JT 1976, Art. 1 AW. 23 M.C. JANSSENS en H. VANHEES, internet, Kortrijk-Heule, UGA, 2012, Art. 3, 1 lid 1, tweede zin AW. 25 Art. 3, 1, lid 1, eerste zin AW. Dit werd reeds meermaals door de rechtspraak bevestigd. Zie o.a.: Cass. 13 februari 1941, Pas. 1941, I, 40; Cass. 11 november 1943, Pas. 1944, I, 47; Cass. 25 juni 1982, Pas. 1982, I, 1258 en RW , 2702; Brussel 9 mei 1953, Ing.-Cons. 1953, Art. 1, 2, lid 1 AW. 27 Verslag DE CLERCQ, Parl. St. Kamer, 473/33, B.Z. 91/92, Art. 7 AW. 8

9 altijd eenvoudig te achterhalen wie precies de rechthebbenden zijn. In de muzieksector wordt dit probleem opgelost door de tussenkomst van beheersvennootschappen, (infra). Zij treden op als tussenpersoon tussen muziekgebruiker en auteur, en beschikken over een databank waarin alle te contacteren personen eenvoudig zijn terug te vinden. Ook wanneer rechten zich nog in het vermogen van de oorspronkelijke auteur bevinden, is het niet altijd gemakkelijk om te achterhalen wie hij of zij precies is. Daarom bevat de Auteurswet twee weerlegbare vermoedens: - personen wiens naam (of het letterwoord waarmee ze te identificeren zijn, zoals initialen, een merk of handtekening) vermeld wordt op het werk, op een reproductie ervan, of bij een mededeling aan het publiek, worden als auteur beschouwd de uitgever van een anoniem werk, of van een werk dat wordt gepubliceerd onder een pseudoniem, wordt ten aanzien van derden geacht de auteur te zijn Co-auteurschap Wanneer meerdere personen een auteursrechtelijk beschermd werk hebben gecreëerd, iets wat vaak het geval is in de muziekwereld, zullen er logischerwijze meerdere titularissen zijn. De eerste vraag is dan wie van hen wordt beschouwd als co-auteur? In de eerste plaats moet hij een creatieve bijdrage tot het werk hebben geleverd, die op zichzelf al auteursrechtelijk beschermd wordt. Een voorbeeld daarvan is de tekst die een songwriter schrijft, of de melodie van de componist. Daarnaast kan iemand ook als mede-auteur worden beschouwd als zonder zijn bijdrage het totale werk niet tot stand zou zijn gekomen, of wanneer het werk in dat geval belangrijke verschillen met de huidige versie zou vertonen 31. Eenmaal vaststaat wie de verschillende co-auteurs zijn, komt meteen de volgende vraag naar boven: hoe kunnen de co-auteurs de rechten op hun werk uitoefenen? In dat opzicht maakt de wet een onderscheid tussen deelbare werken, waarin men de individuele bijdrage van de auteurs nog kan onderscheiden en ondeelbare werken, waarin dat niet meer mogelijk is 32. a. Deelbare werken Een popnummer dat bestaat uit de tekst een een songwriter, en de muziek van een componist, is bijvoorbeeld een deelbaar werk: de bijdrage van de mede-auteurs is duidelijk te onderscheiden. In dit geval moeten twee zaken uit elkaar worden gehouden: - de uitoefening van de auteursrechten op het werk als geheel. - en de uitoefening van de auteursrechten op de individuele bijdragen. Wat betreft het muziekstuk als geheel kunnen zowel de vermogensrechten als de morele rechten door de tekstschrijver en de componist vrij worden geregeld bij overeenkomst. Ze kunnen bv. bepalen dat enkel de componist gemachtigd wordt om de rechten op het muziekstuk uit te oefenen. Als de coauteurs echter niets overeenkomen, dan kunnen ze hun auteursrechten enkel gezamenlijk uitoefenen, 29 Art. 6, lid 2 AW. Deze regel geldt ook voor de titularissen van naburige rechten. Onder letterwoord vallen onder meer pseudoniemen, initialen, merken en logo s. 30 Art. 6, lid 3 AW. Het Hof van Cassatie aanvaardt dat het vermoeden van houderschap ook kan spelen in het voordeel van een rechtspersoon. Zie Cass. 12 juni 1998, Ing.-Cons. 1999, 100. Ook BRISON en MICHAUX gaan hiervan uit. Zie F. BRISON en B. MICHAUX, De nieuwe auteurswet, RW 1995, H. VANHEES, Auteursrecht in een notendop, Leuven-Apeldoorn, Garant, 1998, Art. 4 en 5 AW. 9

10 maar niet individueel 33. Dat zorgt in de praktijk dikwijls voor problemen. Wanneer ze het niet eens geraken, worden hun auteursrechten op het nummer immers geblokkeerd. In zo n geval zullen ze zich tot de rechter moeten wenden. Hij zal dan bepalen of, en op welke manier de onverdeelde auteursrechten moeten worden uitgeoefend 34. Stel bv. dat een filmproducent de toestemming vraagt om het nummer te gebruiken in een film. De componist gaat akkoord, maar de tekstschrijver niet. In dat geval kan de rechter bepalen dat de exploitatie toch kan doorgaan, maar dat de tekstschrijver niet zal delen in de kosten en baten, of dat zijn naam niet zal worden vermeld in de film 35. Wat hun individuele bijdragen betreft, is de basisregel dat de auteurs met niemand anders mogen samenwerken, tenzij ze onderling anders hebben afgesproken 36. De songwriter kan zijn teksten bv. niet op de muziek van een andere componist laten zetten. Daarnaast kunnen ze wel hun individuele bijdrage afzonderlijk exploiteren, zolang daarbij de exploitatie van het gemeenschappelijke werk niet in gedrang komt 37. Zo kan de tekstschrijver kan zonder problemen zijn songteksten in boekvorm uitgeven 38. b. Ondeelbare werken Muziek kan echter ook een ondeelbaar werk vormen, waarin de individuele bijdrage van de auteurs niet meer duidelijk valt af te lijnen. Denk bijvoorbeeld aan een nummer dat spontaan tot stand komt tijdens een repetitie van een band, waarbij tekst en muziek ontstaan door een wisselwerking tussen alle bandleden. In dat geval gelden de regels voor de uitoefening van de rechten op een deelbaar werk als geheel, zoals hierboven beschreven. 2.4 De beschermingsduur De auteursrechten bestaan tot 70 jaar na het overlijden van de auteur 39. Deze termijn begint te lopen vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het feit dat de rechten doet ontstaan 40. Onder meer DE VISSCHER en BERENBOOM gaan ervan uit dat zowel de vermogensrechten als de morele rechten na deze tijdspanne vervallen 41. Deze beperkte houdbaarheid van het auteursrecht is noodzakelijk voor maatschappelijke en culturele vooruitgang, zodat nieuwe nieuwe creaties kunnen ontstaan op basis van het bestaande patrimonium 42. Eenmaal de termijn verstreken is, zoals bv. al lang het geval is voor muziek van Mozart, valt het werk in het publiek domein. Van dan af aan mag het vrij worden gekopieerd, bewerkt, verspreid en op- of uitgevoerd. Ze kunnen worden geïntegreerd in eigen materiaal of beschikbaar gesteld worden op het internet 43. Bij het gebruik van rechtenvrije muziek uit het openbaar domein is wel enige voorzichtigheid geboden: het is mogelijk dat de nummers zelf vrij van auteursrechten zijn, maar er wel nog naburige rechten kleven aan de opnames ervan (infra). Zo valt de muziek van Mozart onder het publiek domein, maar wanneer een orkest zijn muziek speelt en opneemt, verkrijgen deze muzikanten als uitvoerende kunstenaars wel rechten op de opname. 33 Wel is elke auteur vrij om in eigen naam een rechtsvordering in te stellen wegens inbreuk op zijn auteursrecht en voor zijn deel schadevergoeding te eisen (art. 4, lid 2 AW). 34 Art. 4, lid 1 AW. 35 H. VANHEES, Auteursrecht in een notendop, Leuven-Apeldoorn, Garant, 1998, Art. 5, lid 1 AW. 37 Art. 5, lid 2 AW. 38 H. VANHEES, Auteursrecht in een notendop, Leuven-Apeldoorn, Garant, 1998, Art. 2 1 en 2 AW. 40 Art. 2, 7 AW. 41 F. DE VISSCHER, Le facteur temps dans l application de la loi relative au droit d auteur et aux droits voisins in F. GOTZEN, Belgisch auteursrecht van oud naar nieuw, Brussel, Bruylant, 1996, 433; A. BERENBOOM, Le nouveau droit d auteur, Brussel, Larcier, 2008, M.C. JANSSENS en H. VANHEES, internet, Kortrijk-Heule, UGA, 2012, M.C. JANSSENS en H. VANHEES, internet, Kortrijk-Heule, UGA, 2012,

11 3. De rechten van de auteur 3.1 De exploitatierechten Zoals vermeld, worden de vermogensrechten verder ingedeeld in het het reproductierecht en het publiek mededelingsrecht 44. De auteur heeft m.a.w. het exclusieve recht om enerzijds zijn werk te vermenigvuldigen, en anderzijds om het openbaar mee te delen. Telkens wanneer dit gebeurt, is zijn toestemming vereist, en heeft hij recht op een vergoeding. Het verveelvoudigingsrecht wordt verder onderverdeeld in het eigenlijke reproductierecht (kopiëren), het adaptatie- en vertaalrecht, het bestemmingsrecht, het distributierecht en het verhuur- en uitleenrecht. a. Het reproductierecht Het reproductierecht in de enge zin Wie kopieert, reproduceert, aldus GOTZEN 45. In beginsel mag dit niet zonder de toestemming van de auteur. Klassiek wordt een kopie gezien als een verveelvoudiging op een identieke drager, bv. van cd naar cd. Maar ook wanneer een werk wordt gereproduceerd op een andere drager (bv. een interne of externe harde schijf of een usb-stick), is de toestemming van de auteur nodig. Dat maakt dat ook het downloaden van muziek kopiëren is in de zin van de Auteurswet. Dit kan enkel legaal wanneer de muziek werd aangekocht bij een online muziekwinkel zoals itunes, die op voorhand afspraken heeft gemaakt met de auteur m.b.t. zijn reproductierechten. Het delen van nummers via peer-to-peer netwerken, buiten de conrole van de auteur, is dus onwettig. Het adapatie- en vertaalrecht Volgens art. 1, 1 AW omvat het reproductierecht van de auteur tevens het exclusieve recht om toestemming te geven tot het bewerken of het vertalen van het werk. De auteur kan zich dus niet enkel verzetten tegen de identieke reproductie van zijn werk, maar ook tegen ingrijpende wijzigingen ervan bij het reproduceren. Van een bewerking of adaptatie is bv. sprake wanneer een akoestische versie van een liedje wordt gemaakt om te dienen als soundtrack van een film. De auteur zal zowel toestemming moeten geven voor de eigenlijke bewerking, als voor de exploitatie van nieuwe creatie die hierdoor tot stand komt. Bovendien kan het nieuwe werk op zichzelf auteursrechtelijk beschermd worden. In de muzieksector wordt er soms ook voor geopteerd om een nummer te vertalen, om het zo nieuw leven in te blazen in bepaalde gebieden. Daarvoor is de instemming van de oorspronkelijke tekstdichter nodig, opnieuw zowel voor de vertaling zelf als voor de exploitatie ervan. Ook de vertaler kan hij op zijn beurt een eigen auteursrecht verkrijgen op de nieuwe tekst, voorzover die voldoet aan de algemene vereiste van originaliteit 46. Het bestemmingsrecht Verder heeft alleen de auteur het recht heeft om op welke wijze of in welke vorm ook, zijn werk te reproduceren of daartoe te toestemming te geven. Het Hof van Cassatie, evenals de meerderheid van 44 Art. 1, 1 AW. 45 F. GOTZEN, Art. 1 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische auteurswet, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Art. 2 cijfer 3 Conventie van Bern. 11

12 de rechtsleer 47 leiden hieruit af dat het reproductierecht hem ook een bestemmingsrecht geeft 48. GOTZEN definieert dit recht als de bevoegdheid om niet alleen medecontractanten maar ook derden een bepaald gebruik van in de handel gebrachte reproducties van het werk te verbieden 49. Een voorbeeld hiervan zijn promo-cd s, die vaak de vermelding bevatten niet voor verkoop - alleen voor promotionele doeleinden. Het is aan te raden dergelijke beperkingen te vermelden op ieder materieel exemplaar. Een derde kan immers pas worden aangesproken wegens miskenning van de bestemming van een creatie wanneer gezien de concrete omstandigheden geen twijfel mogelijk was dat de auteur tot een bijzondere bestemming had beslist 50. Het distributierecht De auteur is ook de enige die kan bepalen of zijn werk, of exemplaren ervan, in het verkeer mogen worden gebracht 51. Zo is de toestemming van de muziekauteur niet enkel nodig om cd s met zijn muziek te mogen vervaardigen, maar ook om de aldus vervaardigde cd s te verdelen en te verspreiden. Dit distributierecht kent wel bepaalde beperkingen. Zo mag het in geen geval gebruikt worden om markten af te scheiden binnen de Europees Economische Ruimte (EER). Het is bijgevolg niet mogelijk om als auteur te bepalen dat exemplaren van je werk niet geëxporteerd mogen worden naar bepaalde landen van de EER. Daarnaast is er nog de beperking die gevormd wordt door het systeem van de communautaire uitputting. Eenmaal creaties op een rechtmatige wijze in het verkeer werden gebracht binnen de Europese Gemeenschap, kan de auteur geen controle meer uitoefenen op de verdere eigendomsoverdracht ervan binnen dit gebied. Parallelimport, die kan ontstaan wanneer de prijzen in de ene lidstaat lager zijn dan in de andere, kan hij dus niet verhinderen. Hij kan in principe wel steeds verhinderen dat goedkopere exemplaren uit andere landen zoals de VS worden geïmporteerd 52. De communautaire uitputtingsregel is enkel van toepassing op de distributie van materiële exemplaren zoals cd s, en niet m.b.t. werken die elektronisch worden aangeleverd 53. Verhuur- en uitleenrecht Art. 1, 3, lid 3 AW bevestigt uitdrukkelijk dat het reproductierecht ook het exclusieve recht omvat om toestemming te geven tot het verhuren of het uitlenen van werk 54. Het begrip verhuur wijst op een economisch of commercieel voordeel in hoofde van de verhuurder (bv. een videotheek), terwijl bij een uitlening dit aspect niet aanwezig is (bv. openbare uitlening) 55. Uitlenen onder vrienden of kennissen wordt niet als uitlening gezien J. CORBET, Auteursrecht, Antwerpen, Kluwer, 1997, 46-47; F. DE VISSCHER en B. MICHAUX, Précis du droit d auteur, Brussel, Bruylant, 2000, 83; A. STROWEL en E. DERCLAYE, Droit d auteur et numérique, Brussel, Bruylandt, 2001, 55-57; F. BRISON, Het naburig recht van de uitvoerende kunstenaar, Brussel, Larcier, 2001, ; A. BERENBOOM, Le nouveau droit d auteur, Brussel, Larcier, 2005, 148; F. DE VISSCHER en B. MICHAUX, Le droit d auteur et les droits voisins désormais dans l environnement numérique, JT 2006, Cass. 19 januari 1956, Pas. 1956, F. GOTZEN, Art. 1 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet, huldeboek aan Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Brussel 9 september 2002, IRDI 2003, 113. Dit arrest bevestigt Voorz. Rb. Brussel 10 oktober 2000, AM 2001, Art. 1, 1, lid 5 AW. 52 HvJ 12 september 2006, nr. C (Laserdisken t/ Kulturministeriet), AM 2007, M.C. JANSSENS en H. VANHEES, internet, Kortrijk-Heule, UGA, 2012, Inzake het verhuurrecht bepaalt art. 24 AW dat de auteur die zijn recht betreffende de verhuring van geluids- of audiovisueel werk overdraagt of afstaat, het recht behoudt op een billijke vergoeding voor de verhuring. Deze bepaling is in feite overbodig, aangezien art. 19 AW auteurs het recht geeft op een afzonderlijke vergoeding voor elke wijze van exploitatie. Ook BERENBOOM neemt een kritische houding aan tegenover deze artikelen: En cas de location, les auteurs ont droit, à tout le moins, à une rémunération equitable... mais dont le montant, en cas de litige, sera fixé par le tribunal, car que signifie une rémunération équitable? Bien malin qui pourra le dire!, zie A. BERENBOOM, Art. 24 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Art. 1, b van Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom, Pb.L. 26 december 12

13 De wetgever voerde n.a.v.een EG-Richtlijn 57 evenwel een uitzondering het leenrecht in: De auteur kan de uitlening van werken van letterkunde, databanken, fotografische werken, partituren van muziekwerken, geluidswerken en audiovisuele werken niet verbieden wanneer die uitlening geschiedt met een educatief of cultureel doel door instellingen die daartoe door de overheid officieel zijn erkend of opgericht (infra) 58. b. Het publiek mededelingsrecht Het tweede grote onderdeel van de vermogensrechten van de auteur is het publiek mededelingsrecht, ook het uitvoeringsrecht genoemd 59. Het geeft de auteur de controle over de openbaarmaking van zijn werk. Dat kan gebeuren op allerhande manieren: door artiesten in levende lijve, maar ook via technische communicatietechnieken zoals radio, televisie, bioscoop, kabel, satelliet en internet. Ook on demand -diensten, die consumenten de mogelijkheid aanbieden om muziek op te vragen op een door hen gekozen moment, worden gekwalificeerd als publieke mededelingen 60. GOTZEN spreekt over elk procédé van communicatie waarmee een werk in een niet-tastbare vorm voor een publiek waarneembaar kan worden gemaakt 61. JANSSENS en VANHEES definiëren de openbare mededeling dan weer als iedere verveelvoudiging in niet-bestending vermaterialiseerde vorm 62. Maar waar ligt nu in praktijk de grens tussen de publieke en de private sfeer? In een recent arrest van het van 7 december 2006 in de zaak Rafael Hoteles heeft het Hof van Justitie uitdrukkelijk gesteld dat een publieke mededeling een communautair begrip is, en dat het niet aan de lidstaten is om het verder te definiëren 63. In casu verklaarde het Hof dat het woord publiek wijst op een onbepaald aantal potentiële televisiekijkers. VANHEES leidt hieruit af, in samenlezing met twee andere arresten van het Hof 64, dat moet gekeken worden naar het (potentiële) publiek van de mededeling om te bepalen of de mededeling al dan niet openbaar is 65. Volgens GOTZEN lijkt de bestaande Belgische jurisprudentie in grote lijnen verder te kunnen worden gehanteerd na dit arrest, onder voorbehoud van nadere preciseringen van het Hof van Justitie 66. Zo gaf het Hof in twee arresten van 15 maart 2012 aan dat hoteluitbaters die radio of televisie aanbieden in hun kamers, een openbare mededeling mogelijk maken en dus auteursrechten moeten betalen 67. Anderzijds is er volgens het Hof van Justitie geen sprake van een publieke mededeling wanneer een 2006, definieert uitlenen als de ter beschikking stelling van een werk voor een korte periode zonder direct of indirect commercieel voordeel en via een voor het publiek toegankelijke instelling. 56 M.C. JANSSENS en H. VANHEES, internet, Kortrijk-Heule, UGA, 2012, Art. 6 van Richtlijn nr. 92/100 van 19 november 1992 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom, Pb.L. 27 november 1992, 346, nieuwe versie in nr. 2006/115 van 12 december 2006, Pb.L. 27 december 2006, Art. 23, 1 AW. 59 Nochtans hebben de begrippen mededeling en uitvoering een andere betekenis in het kader van het auteursrecht. Zie J. DEENE en K. VAN DER PERRE, Nieuwe auteurswet. Belang voor de digitale wereld, NJW 2005, 871: Een uitvoering is een voorstelling van muziek, toneel of dans (...), een mededeling is het bekend maken in de ruime betekenis van het woord. Volgens hen hoort uitvoering eerder thuis binnen het kader van de naburige rechten. Zie hierover ook: F. BRISON, Het naburig recht van de uitvoerende kunstenaar, Brussel, Larcier, 2001, 429, nr. 974, die enkel spreekt over een uitvoering wat de houders van naburige rechten betreft. 60 Het betreft hier het on-demand -recht vermeld in art. 8 WIPO Copyright Treaty (WCT) van 1996 en in art. 3 cijfer 2 Richtlijn informatiemaatschappij. 61 F. GOTZEN, Art. 1 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, M.C. JANSSENS en H. VANHEES, internet, Kortrijk-Heule, UGA, 2012, HvJ 7 december 2006, nr. C-306/05 (SGAE t/ Rafael Hoteles), Mediaforum , 56, noot D. VISSER en AMI 2007, 45, noot K. KOELMAN. 64 HvJ 2 juni 2005, nr. C-89/04 (Mediakabel t/ Commissariaat voor de Media), AM 2006, 73; HvJ 14 juli 2005, nr. C-192/04 (Lagardère t/ SPRE en GVL), AMI 2006, 25, noot J. SEIGNETTE. 65 H. VANHEES, Commentaar bij art. 22 Auteurswet 1994, in X, Handels- en economisch recht. Commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, IX. Intellectuele eigendom, A. Auteursrecht, H. VANHEES, Het publiek mededelingsrecht na het arrest van het Hof van Justitie van 7 december 2006 in de zaak Rafael Hoteles, AM 2007, HvJ 15 maart 2012, nr. C-162/10 (Phonographic Performance (Ireland) Limited t/ Ireland), (28 maart 2012), concl. V. TRSTENJAK. 13

14 tandarts achtergrondmuziek laat spelen in zijn praktijk 68. Deze laatste uitspraak zorgde voor heel wat opschudding in België, aangezien reeds lang geprotesteerd wordt tegen het feit dat SABAM auteursrechten int voor het gebruik van muziek in wachtkamers van artsen. Uit het arrest en de conclusie van de Advocaat-Generaal zou kunnen worden afgeleid dat de Europese rechters met hun uitspraak ook de wachtzaal viseren 69. Op Belgisch niveau geeft het Hof van Cassatie al jaren inhoud aan het begrip publieke mededeling door het te plaatsen tegenover de kosteloze privé-uitvoering in familie- en schoolverband 70, een wettelijke uitzondering op het publiek mededelingsrecht (infra). De precisering kosteloos brengt mee dat het vragen van inkomgeld voor een uitvoering reeds uitsluit dat ze in private sfeer gebeurt. Het Hof hanteert verder een restrictieve interpretatie van de uitvoeringen in familiekring, door op dit vlak slechts twee soorten bijeenkomsten te onderscheiden: - bijeenkomsten van de eigen familie en de bloed- en aanverwanten met een besloten karakter. - bijeenkomsten tussen personen die geen bloedband hebben, maar zo n nauwe, intieme band hebben dat deze gelijkgesteld kan worden met een familiale band. Het besloten karakter uit de eerste categorie ontbreekt wanneer bv. een familiefeest in een tuin plaatsvindt en de gespeelde muziek ook voor derden (bv. buren) hoorbaar is 71. Het Hof nam verder al aan dat een quasi-familiale band bestond tussen de bewoners van een rusthuis 72, en tussen enkele arbeiders in een werkatelier 73. De groep personen in een sportclub 74, of op een personeelsfeest waar ook partners en kinderen aanwezig waren, werd dan weer niet aanvaard als een familiekring 75. Ondanks deze cassatierechtspraak blijft de vraag waar de grens ligt tussen het afspelen van muziek in familiekring en in het openbaar, nog steeds een heet hangijzer, dat reeds aanleiding gaf tot een grote hoeveelheid rechtspraak (infra). 3.2 De morele rechten De morele rechten, die de persoonlijke band tussen de auteur en zijn werk beschermen, worden ingedeeld in het recht op bekendmaking, het recht op naamsvermelding, en het recht op eerbied. a. Het recht van bekendmaking Het recht van bekendmaking of divulgatie houdt in dat de auteur soeverein beslist of, wanneer, en onder welke voorwaarden hij zijn creatie wil prijsgeven aan het publiek 76. Wanneer een componist 68 HvJ 15 maart 2012, nr. C-135/10 (Socièta Consortile Fonografici (SCF) t/ Marco Del Corso), (28 maart 2012), concl. V. TRSTENJAK. 69 Punt 98 van het arrest stelt immers: "De patiënten van een tandarts gaan uitsluitend voor tandverzorging naar een tandartspraktijk en daarbij is een uitzending van fonogrammen geen aan tandverzorging inherent aspect. Zij horen toevallig en buiten hun wil bepaalde fonogrammen, afhankelijk van hun aankomsttijdstip in de praktijk en hun wachttijd alsook van de aard van de behandeling. In deze omstandigheden kan niet worden verondersteld dat de normale kring van patiënten van een tandarts ontvankelijk is voor de betrokken uitzending. SABAM beschouwt wachtkamers echter nog steeds als een openbare plaats 70 Art. 22, 1, 3 AW. Zie ook Cass. 8 oktober 1999, RW , 1401, noot H. VANHEES en AM 2000, 289, waarin uitdrukkelijk wordt gesteld dat art. 1 1 vierde lid AW gelezen moet worden in samenhang met art. 22 1, 3 A.W. en Cass. 26 januari 2006, AM 2006, 180, noot H. VANHEES en RW , 511, noot J. DEENE, waarin dit uitdrukkelijk werd bevestigd. 71 H. VANHEES, Commentaar bij art. 22 Auteurswet 1994, in WYMEERSCH, E., STUYCK, J., VANHEES H. en STEENNOT, R. (eds.), Handels- en economisch recht: commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2007,6. 72 Cass. 18 februari 2000, AM 2000, 290 en R.W , 908, noot H. VANHEES). 73 Cass. 26 januari 2006, AM 2006, 180, noot H. VANHEES en RW , 511, noot J. DEENE. 74 Cass. 8 oktober 1999, AM 2000, 289 en RW , 1401, noot H. VANHEES. 75 Cass. 21 november 2003, AM 2004, 35, noot H. VANHEES. 76 Art. 1, 2, lid 3 AW. 14

15 bijvoorbeeld van mening is dat zijn nummer nog niet volledig is afgewerkt, kan de platenmaatschappij hem niet verplichten dit nummer bekend te maken. Wel kan het divulgatierecht slechts éénmaal worden uitgeoefend. De beslissing om het werk bekend te maken, is fundamenteel en onherroepelijk. Zij kan slechts één keer worden genomen ten aanzien van hetzelfde werk, en slechts door één persoon, namelijk de auteur zelf, aldus GOTZEN 77. Het Belgisch recht erkent namelijk geen recht van inkeer 78. De auteur kan bijgevolg niet meer terugkomen op zijn beslissing om zijn werk openbaar te maken. De uitoefening van het recht op bekendmaking heeft een belangrijk gevolg: pas vanaf dat moment kunnen derden de wettelijke uitzonderingen op de exploitatierechten inroepen, waardoor de auteur zich tegen bepaalde vormen van gebruik niet meer kan verzetten (infra) 79. b. Het recht op naamsvermelding Het recht op naamsvermelding, ook recht van vaderschap of paterniteit genoemd, geeft de auteur het recht om te eisen dat zijn naam wordt vermeld op zijn werk 80, en om op te treden tegen personen die ten onrechte hun naam verbinden aan zijn muziek 81. Op muzikaal vlak vertaalt dit recht zich bv. in de vermelding van de naam van de auteur bij de aftiteling van de film waarin zijn muziek werd gebruikt, of wanneer zijn nummer op de radio wordt gespeeld. Daarnaast heeft het recht op naamsvermelding ook een negatieve kant : de auteur kan ervoor kiezen om anoniem te blijven, of om een pseudoniem te gebruiken. In dat geval zal de uitgever van het werk ten aanzien van derden worden geacht de auteur ervan te zijn 82. De auteur kan dat wettelijke vermoeden weerleggen door achteraf zijn identiteit toch bekend te maken. c. Het recht op eerbied voor het werk Het recht eerbied voor het werk, ook wel het integriteitsrecht genoemd, geeft de auteur de keuze om al dan niet toe te laten of er wijzigingen mogen aangebracht worden aan zijn werk 83. Een platenmaatschappij kan bijvoorbeeld geen nieuwe versie van een nummer uitbrengen zonder toestemming van de auteur. Maar ook een toevoeging of inkorting van een werk (bv. het ongeautoriseerd gebruik van samples) wordt als aantasting van de integriteit van het werk gezien. Het recht op eerbied voor het werk beschermt de auteur ook tegen niet-materiële wijzigingen, die de geest van het werk aantasten, zoals het gebruiken van een muziekwerk in een onzedige film 84. In beginsel kan de auteur zich verzetten tegen elke wijziging van zijn werk, zonder dat hij daarbij enige schade moet aantonen 85. Een radicale regel volgens GOTZEN 86. Daarom wordt de uitoefening van het integriteitsrecht in de praktijk vaak contractueel aan banden gelegd (infra). Er blijft wel steeds een harde kern bestaan, die anders dan voor de andere morele rechten voor geen enkele contractuele regeling wijkt 87. Zelfs wanneer de auteur afstand doet van zijn recht op eerbied 77 F. GOTZEN, Art. 1 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), Huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, STROWEL, A. en STROWEL, B., "La nouvelle législation belge sur le droit d'auteur", JT, 1995, nr. 34, M.C. JANSSENS en H. VANHEES, internet, Kortrijk-Heule, UGA, 2012, Art. 1, 2, lid 5 AW. Dit is een precisering van art. 6bis van de Conventie van Bern, dat zeer algemeen verklaart dat onafhankelijk van de vermogensrechtelijke auteursrechten en zelfs na afstand van die rechten de auteur gedurende heel zijn leven het recht behoudt het vaderschap van een werk op te eisen. 81 Zie art. 80 AW, dat strafsancties oplegt voor dergelijke handelingen. 82 Art. 6 AW. 83 Art. 1, 2, lid 6 en 7 AW. 84 Cass. 8 mei 2008, AM 2009, 102, noot F. GOTZEN en Ing. Cons. 2008, 605, noot CAMPOLINI en MICHAUX. 85 Art. 1, 2, voorlaatste lid AW. 86 F. GOTZEN, Art. 1 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006,

16 voor het werk, behoudt hij in elk geval het recht om zich te verzetten tegen twee zaken: de misvorming, verminking of andere wijziging van zijn werk, en elke andere aantasting van zijn werk die zijn eer of reputatie kunnen schaden De uitzonderingen 4.1 Algemeen Zoals blijkt uit het voorgaande is het basisprincipe in het auteursrecht: wie een beschermd werk wil reproduceren of openbaar mededelen, heeft daarvoor voorafgaandelijk de toestemming nodig van de auteur. De wet beperkt dit verbodsrecht evenwel door een reeks situaties op te sommen waarin de auteur zich niet kan verzetten tegen het gebruik van zijn werk 89. Het is daarbij belangrijk voor ogen te houden dat sommige excepties beperkt zijn tot handelingen van reproductie, terwijl andere enkel de publieke mededeling toelaten. Slechts in een paar gevallen worden is een exceptie van toepassing op beide handelingen 90. a. De Richtlijn Informatiemaatschappij Verder zal naar voren komen dat voor sommige uitzonderingsgevallen een onderscheid dient gemaakt te worden tussen de huidige en de toekomstige regeling. Dat heeft alles te maken met de Richtlijn Informatiemaatschappij 91, die België verplichtte om enkele aanpassingen door te voeren in haar Auteurswet. Dat gebeurde door de Wet van 22 mei Het jammere aan de zaak is dat de meeste nieuwe wetsbepalingen nog niet in werking zijn getreden omdat de nodige uitvoeringsbesluiten nog niet werden opgemaakt. Voorlopig werden maar twee uitzonderingen effectief aangepast 93. b. Dwingend recht Vervolgens moeten we bemerken dat de uitzonderingsbepalingen van dwingend recht zijn 94, en bijgevolg niet kunnen worden weggecontracteerd 95. Zo mag iedere persoon een kopie van een cd maken voor eigen gebruik, ook al zou erop vermeld staan dat het werk niet gereproduceerd mag worden. De wet bevat wel een uitzondering op dit principe voor on demand-diensten zoals Spotify 96. De beheerders van dergelijke platforms kunnen bv. geldig bedingen dat van de muziek die ze aanbieden geen gratis gebruik kan worden gemaakt voor didactische doeleinden 97. c. De gemeenschappelijke toepassingsvoorwaarde 87 F. GOTZEN, Art. 1 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Art. 1, 2, laatste lid AW. 89 De excepties werden in gevoerd ter vrijwaring van enkele fundamentele rechten en het algemeen belang. Zo is de uitzondering van de parodie gebaseerd op de vrijheid van meningsuiting. Zie Brussel 29 juli 2010, AM 2010, 547, noot. 90 M.C. JANSSENS en H. VANHEES, internet, Kortrijk-Heule, UGA, 2012, 55; M.C. JANSSENS, Art. 22 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, Pb.L. 2001, Wet van 22 mei 2005 houdende de omzetting in Belgisch recht van de Europese Richtlijn 2001/29/EG van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, B.S. 27 mei 2005, Zijnde art. 22, 1, 4 en 4 bis betreffende de reprografie voor privégebruik en voor didactische doeleinden, en art. 22, 1, 5 betreffende de thuiskopie. 94 Art. 23bis, lid 1 AW. 95 M.C. JANSSENS en H. VANHEES, internet, Kortrijk-Heule, UGA, 2012, Art. 23bis, lid 2 AW. 97 DEENE en VAN DER PERRE merken hierbij terecht op dat het risico op wegcontracteren van de excepties zeer groot is, aangezien dergelijke platformen steeds werken met zgn. click-wrap-licenties, waarbij gebruikers meestal hun akkoord aanvinken zonder de voorwaarden te hebben gelezen. Zie J. DEENE en K. VAN DER PERRE, Nieuwe auteurswet. Belang voor de digitale wereld, NJW 2005,

17 Bovendien is het van belang even stil te staan bij het feit dat een werk op een geoorloofde wijze openbaar moet zijn gemaakt alvorens de uitzonderingsregels kunnen worden toegepast. Over de juiste draagwijdte van deze voorwaarde wordt al jaren gediscussieerd. Een minderheid in de rechtsleer is van mening dat een werk dat dit begrip inhoudt dat de uitzonderingen enkel gelden voor werken die op legale wijze zijn verkregen 98. Dat zou bv. betekenen dat een illegaal gedownload nummer niet gratis en zonder toestemming zou mogen worden gekopieerd en afgespeeld in familiale kring, terwijl dat wel is toegelaten voor muziek die legaal werd gekocht. De meerderheid van de rechtsleer verdedigt evenwel de mening dat een creatie op geoorloofde wijze openbaar werd gemaakt wanneer de auteur zijn divulgatierecht heeft uitgeoefend, en zijn werk bekend heeft gemaakt aan het publiek 99. Volgens deze opvatting is het dus volstrekt legaal om een privékopie te maken (bv. een download) van een muziekwerk dat op illegale wijze verkregen werd, zolang dat maar geberut nadat het officieel gereleased is. d. Relevante uitzonderingen Tenslotte dient te worden vermeld dat in het kader van deze masterproef enkel aandacht wordt besteed aan de uitzonderingen die relevant zijn in de muziekwereld. We delen de excepties op naargelang hun impact op het vermogen van de auteur. Een eerste categorie bevat de excepties die absoluut gelden. Het gaat om situaties waarin de auteur geen financiële compensatie krijgt voor het verlies aan inkomsten dat de uitzondering teweeg brengt: Een tweede categorie betreft een aantal uitzonderingen waarvoor de wetgever wel een vergoeding heeft voorzien voor de rechthebbenden. Hun verbodsrecht wordt in deze gevallen omgezet in een vergoedingsrecht 100. Hoe deze vergoeding wordt geïnd en verdeeld wordt besproken in deel IV (infra). 4.2 Uitzonderingen die niet vergoed worden a. De uitvoering in familiekring of in het kader van schoolactiviteiten De Auteurswet bepaalt al enige tijd toe dat een werk kosteloos mag worden uitgevoerd in familiekring of in het kader van schoolactiviteiten, zonder dat daarvoor de toestemming van titularis van het auteursrecht vereist is 101. Volgens JANSSENS vallen onder te term uitvoering alle vormen van mededeling waarbij de toehoorders fysiek aanwezig zijn 102. Het gaat daarbij enerzijds om opvoeringen door fysieke personen (bv. theater- en muziekuitvoeringen), en anderzijds om uitvoeringen d.m.v. van een technisch medium (bv. radio, televisie, projectiescherm) 103. De uitvoering in familiekring Zoals reeds vermeld, plaatst het Hof van Cassatie de mededeling in familiekring tegenover de openbare mededeling (supra). Tussen beide begrippen bestaat echter nog steeds een grijze zone. Of een mededeling al dan niet publiek is, moet worden beoordeeld aan de hand van de concrete omstandigheden. De laatste jaren zijn er op dit vlak enkele interessante uitspraken van de vrederechters geweest. Zo stelde de vrederechter van Leuven in 2009 dat er geen sprake is van een 98 A. BERENBOOM, Le nouveau droit d auteur et les droits voisins, Brussel, Larcier, 2008, 313; M.C. JANSSENS, Art. 22 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), Huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, 121; A. LUCAS en H.J. LUCAS, Traité de la propriété littéraire et artistique, Parijs, Litec, 2001, J. DEENE en K. VAN DER PERRE, Nieuwe auteurswet: belang voor de digitale wereld, NJW, nr. 119, 2005, 872; F. DE VISSCHER en B. MICHAUX, Précis du droit d auteur et des droits voisins, Brussel, Bruylant, 2000, 107; Voorz. Rb. Brussel 13 februari 2007, AM 2007, 107, noot D. VOORHOOF. 100 F. DE VISSCHER en B. MICHAUX, Précis du droit d auteur, Brussel, Bruylant, 2000, 86-87; A. STROWEL en E. DERCLAYE, Droit d auteur et numérique, Brussel, Bruylant, 2001, Art. 22, 1, 3 AW. 102 M.C. JANSSENS, Art. 22 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, F. DE VISSCHER en B. MICHAUX, Le droit d auteur et les droits voisins désormais dans l environnement numérique: la loi du 22 mai 2005 ne laisse-t-elle pas un chantier ouvert? ; JT 2006, , nr

18 openbare mededeling wanneer muziek kan worden beluisterd door een open raam 104. Twaalf jaar volgde de vrederechter van Jumet reeds een gelijkaardige redenering, toen hij besliste dat muziek die hoorbaar is op straat, maar afkomstig uit uit een werkatelier van een garagist, niet publiek wordt uitgevoerd 105. Wanneer langs de andere kant de klanten van een handelszaak de radio kunnen horen spelen in het privé-gedeelte van het onroerend goed, is ergeen sprake meer van een privaat gebruik, aldus de vrederechter van Brugge 106. DEENE stelt concluderend dat de privé-mededeling alvast een hele odyssee doorheen het auteursrecht heeft afgelegd 107. De uitvoering in het kader van schoolactiviteiten Art. 22, 1, 3 AW geeft verder ook onderwijsinstellingen ook het recht om auteursrechtelijk beschermde creaties kosteloos uit te voeren. Het lijkt JANSSENS bv. geen probleem om met leerlingen muziek te beluisteren of live uit te voeren 108. Ook recreatieve activiteiten van de school, zoals een schoolfeest of een sportdag 109 vallen onder de uitzondering 110. Wel moet de uitvoering kosteloos gebeuren en een privé-karakter vertonen. Is een schoolvoorstelling bijvoorbeeld vrij toegankelijk voor andere personen dan leerlingen, ouders en leerkrachten, dan zal de auteur wel degelijk auteursrechten moeten betalen voor de openbare mededeling van de gebruikte muziek 111. Een toepassing van deze exceptie is een specifieke uitzonderingsbepaling die de toelaat om kosteloos werken uit te voren tijden een publiek examen 112. Dit kan kosteloos voor zover daarbij de toekenning van een diploma door een officiële onderwijsinstelling wordt beoogd 113. Bijgevolg vallen muziekwedstrijden niet onder de uitzondering 114. Wel betreft de uitzondering enkel het mededelingsrecht en dekt ze bv. niet het gebruik van kopieën van partituren voor een examen 115. Dit laatste valt onder de reprografie-exceptie (infra) b. De bloemlezing Ook voor bloemlezingen bestaat er een bijzondere regeling 116. Dit zijn uittreksels uit werken van één of meerdere auteurs 117. Eenmaal de auteur overleden is, kan zo n bloemlezing gebeuren zonder toestemming van de rechthebbenden, op voorwaarde dat de bloemlezing bestemd is voor onderwijsdoeleinden. Wel moet een billijke vergoeding onderhandeld worden met de erfgenamen, en moeten de morele rechten van de auteur gerespecteerd worden. c. Het citaatrecht 104 Vred. Leuven, 2 mei 2009, AM 2010, 357, noot H. VANHEES. 105 Vred. Jumet 17 maart 1999, JT 1997, Vred. Brugge, 30 april 2009, AM 2010, 358, noot H. VANHEES. 107 J. DEENE, De odyssee van de privé-mededeling doorheen het auteursrecht, RW , afl. 12, M.C. JANSSENS, De uitzonderingen op het auteursrecht anno 2005 Een eerste analyse, AM 2005, M.C. JANSSENS, Art. 22 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, F. BRISON, Het naburig recht van de uitvoerende kunstenaar, Brussel, Larcier, 2001, 429, nr. 974; M.C. JANSSENS, Art. 22 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Verslag DE CLERCQ, Parl. St. Kamer, 473/33, B.Z. 91/92, 258 (de verklaring van expert C. DOUTRELEPONT i.v.m. art. 46, 3 A.W.). 112 Art. 22, 1, 7 AW. Deze mogelijkheid staat niet vermeld in de exhaustieve lijst van de Richtlijn Informatiemaatschappij 2001, maar kan via de catch-all -bepaling uit art. 5.3, o worden opgevangen. 113 M.C. JANSSENS en H. VANHEES, internet, Kortrijk-Heule, UGA, 2012, Verslag DE CLERCQ, Parl. St. Kamer, 473/33, B.Z. 91/92, 260 en F. BRISON en B. MICHAUX, De nieuwe auteurswet, RW , M.C. JANSSENS en M. CARLY, Auteursrecht en onderwijs met bijzondere aandacht voor de internetomgeving, TORB , Art. 21, 2 AW. 117 M.C. JANSSENS en H. VANHEES, internet, Kortrijk-Heule, UGA, 2012,

19 Het citaatrecht is zowel een uitzondering op het reproductierecht als op het publiek mededelingsrecht 118. Een fragment kan bijgevolg vrij worden geciteerd in een geschreven tekst, of worden gebruikt in een opvoering. Er moet wel aan een aantal voorwaarden voldaan zijn: d. De parodie - Het citaat moet kort zijn Het citaat wordt gebruikt voor doeleinden van kritiek, polemiek, onderwijs of wetenschap Het citeren moet gebeuren overeenkomstig de eerlijke beroepsgebruiken en het beoogde doel De titel van het geciteerde werk, de naam van de auteur en de bron moeten duidelijk vermeld worden, tenzij dit onmogelijk is. De bewijslast ligt daarvoor ligt bij de begunstigde van de exceptie 122. Verder mag een muziekwerk kosteloos gebruikt worden om er een parodie van te maken 123. De wetgever spreekt over een karikatuur, parodie of pastiche, maar viseert daarmee in feite hetzelfde 124, namelijk een overdreven nabootsing van het oorspronkelijke werk 125. De rechtspraak is zeer terughoudend wat deze uitzondering betreft 126, en aanvaardt het bestaan van een parodie slechts indien cumulatief aan de volgende vijf voorwaarden is voldaan 127 : - de parodie is zelf een origineel werk, en dus geen slaafse reproductie ze is bedoeld als kritiek op of bespotting van het geparodieerde werk. - ze heeft een humoristische ondertoon ze ontleent enkel de uiterlijke en strikt noodzakelijke elementen aan het werk zodat er geen verwarring mogelijk is met het geparodieerde werk. 118 Art. 22, 1, 1 e, 2 AW. 119 Wat precies onder kort moet worden verstaan hangt af van de lengte van het oorspronkelijke werk. Men hanteert als vuistregel de 10 %-regel. Zie M.C. JANSSENS, Art. 21 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, De geciteerde passage moet dus worden gekaderd in een onderzoek, bespreking, een zakelijk betoog, of iets dergelijks. Een louter aan elkaar plakken van citaten, valt niet onder de uitzondering. 121 Men mag dus geen oneerlijke concurrentieslag aangaan met de uitgever. 122 Art. 21, 1 AW; J. DEENE en K. VAN DER PERRE, Nieuwe auteurswet. Belang voor de digitale wereld, NJW 2005, 869; M.C. JANSSENS, Art. 21 A.W. in F. BRISON, en H. VANHEES (eds.), De Belgische auteurswet, huldeboek aan Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Art. 22, 1, 6 AW. 124 F. DE VISSCHER en B. MICHAUX, Précis du droit d auteur et les droits voisins, Brussel, Bruylant, 2000, 116, nr Corbet probeert dit toch enigszins te differentiëren, zie J. CORBET, Auteursrecht, reeks A.P.R., Antwerpen, Kluwer, 1997, 78, nr. 191 en Brussel 14 juni 2007, AM 2008, 23, noot VOORHOOF. 125 De verschillende benamingen worden gehanteerd naargelang het genre van het geparodieerde werk. Imitaties van muziekwerken vallen onder de noemer parodie. Zie H. VANHEES, Commentaar bij art. 22 Auteurswet 1994, in X, Handelsen economisch recht. Commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, IX. Intellectuele eigendom, A. Auteursrecht, F. GOTZEN, Overzicht van rechtspraak. Auteurs- en modellenrecht , TPR 2004, ; M.C. JANSSENS, De beschermingsomvang in het auteursrecht: een balans na tien jaar toepassing van de Wet van 1994, AM 2004, Zie o.a. Corr. Mechelen 3 februari 1999, IRDI 1999, 31; H. VANHEES, Commentaar bij art. 22 Auteurswet 1994, in X, Handels- en economisch recht. Commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, IX. Intellectuele eigendom, A. Auteursrecht, Zie Antwerpen 2 mei 2006, AM 2006, 257, noot en Mediaforum 2006, afl. 6, 201, noot D. VOORHOOF, waar de rechter oordeelde dat de gebruikte tekening van Nijntje originaliteit miste, daar er meer elementen waren overgenomen dan voor een parodie noodzakelijk is. 129 Zie bv. Brussel 8 oktober 1996, AM 1997,

20 - ze maakt geen inbreuk op de morele rechten van de auteur, door zijn eer of goede naam aan te tasten, of door zijn werk te verminken 130. Verder stelt de wet nog een bijkomende voorwaarde: de parodie moet net als het citaat worden gebruikt overeenkomstig de eerlijke beroepsgebruiken 131. Die worden bijvoorbeeld niet gerespecteerd wanneer men de parodie gaat gebruiken om cliënteel af te werven, of wanneer de parodie een commercieel karakter krijgt 132. e. Technisch noodzakelijke reproducties Het gebruiken van het internet is onlosmakelijk verboden met het aanmaken van tijdelijke technische reproducties. Nochtans is het een exclusief recht van de auteur om reproducties te (laten) maken van zijn werk, ook al zijn ze tijdelijk. De wetgever introduceerde daarom in 2005 een uitzondering voor dergelijke kopieën, zolang ze van voorbijgaande en bijkomstige aard zijn 133. Dit is overigens de enige uitzondering die door de Richtlijn Informatiemaatschappij verplicht werd opgelegd 134. f. Gebruik bij verslaggeving over actuele gebeurtenissen Omdat de media niet over de nodige tijd beschikken om toelating te vragen aan de auteurs van de werken die verschijnen in hun verslaggeving over actuele gebeurtenissen, bepaalt de Auteurswet dat ze in dat kader korte fragmenten zonder toestemming mogen gebruiken, zowel voor reproductie als voor mededeling aan het publiek 135. Werken van grafische of beeldende kunst mogen omwille van praktische overwegingen volledig worden overgenomen. Wel moet steeds de bron, en de naam van de auteur worden vermeld. Deze uitzondering geldt naar mening van DE VISSCHER en MICHAUX ook wanneer het verslag het werk zelf betreft 136. Dat betekent bv. dat wanneer in 2005 de belgische rechter besloot dat het nummer Frozen van Madonna plagiaat was van een Belgisch nummer, het gebruik van fragmenten van beide nummers in de nieuwsuitzendingen onder de uitzondering viel. g. Het incidenteel gebruik van werken die op een openbare plaats worden afgespeeld Verder kan de auteur zich niet verzetten tegen het toevallig gebruik van een tentoongesteld werk 137. Het kan gaan om werken van beeldende kunst (zoals een standbeeld dat toevallig in beeld komt), maar ook om andere werken (bv. muziek die per toeval op de achtergrond weerklinkt) 138. Wel gelden 130 Zo werd de voorstelling van een coke snuivend Nijntje denigrerend geacht, en schadelijk voor de eer en reputatie van de auteur: Antwerpen 2 mei 2006, AM 2006, afl. 3, 257, noot -; Mediaforum 2006, afl. 6, 201, noot D. VOORHOOF. 131 Zie in deze zin: Brussel 15 februari 1996, AM 1996, 319, noot L. VAN BUNNEN. 132 ZIe in dit verband Antwerpen 11 oktober 2000, IRDI 2001, 137, noot V. CASTILLE en AM 2001, 357, noot D. VOORHOOF; Gent 16 april 2002, AM 2002, 347 en Corr. Antwerpen 25 november 2005, AM 2008, afl. 1, 45, noot D. VOORHOOF; Juristenkrant 2007, afl. 145, 13; F. BRISON en B. MICHAUX, De nieuwe auteurswet, RW , Art. 21, 3 AW. Bovendien moeten ze worden toegepast met als enig doel de doorgifte in een netwerk tussen derden door een tussenpersoon, of een rechtmatig gebruik van een beschermd werk waarbij die handelingen geen zelfstandige economische waarde bezitten. 134 Art. 5 Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, Pb.L. 22 juni 2001, Art. 22, 1, 1 en 2 AW 136 Brussel 3 mei 2005, AM 2005, 419; F. DE VISSCHER en B. MICHAUX, Précis du droit d auteur et des droits voisins, Brussel, Bruylant, 2000, 108. Contra: A. BERENBOOM, Le nouveau droit d auteur et les droits voisins, Brussel, Larcier, 2008, 174: Le texte prévoit que la reproduction des oevres n est autorisée que pour autant qu elle figure dans les comptes rendus d événements d actualité, ce qui signifie que ces oevres ne peuvent consituer que l accessoire du reportage et non son objet principal. 137 Art. 22, 1, 2 AW. 138 A. STROWEL, Droits d auteur et droits voisins, in D. KAESMACHER (ed.), Les droits intellectuels, Brussel, Larcier, 2007,

21 twee voorwaarden: het werk moet tentoongesteld worden op een publiek toegankelijke plaats, en het mag niet de bedoeling zijn geweest om het werk zelf te gebruiken als middelpunt van de reportage 139. h. Restcategorie Tenslotte bestaat er nog een restcategorie van uitzonderingen, die een minder belangrijke rol spelen in de muzieksector. Zo verleent de Auteurswet de toestemming aan bibliotheken, musea en archieven om reproducties te maken van hun materiaal, indien dat noodzakelijk is voor de bewaring ervan 140. Ze kunnen kun verzamelingen ook publiek meedelen onder strenge voorwaarden 141. Zo mag de mededeling enkel gebeuren via speciale terminals die in de gebouwen van de genoemde instelling zijn opgesteld. Daarnaast zijn handelingen van reproductie en mededeling vrijgesteld van het toestemmingsvereiste ten behoeve van gehandicapten 142. Verder mogen ook ziekenhuizen, gevangenissen en instellingen voor jeugd- of gehandicaptenzorg kosteloos reproducties maken van radio- en televisie-uitzendingen Uitzonderingen die een recht op vergoeding geven a. De thuiskopie Huidige regeling Omdat het voor de auteur onmogelijk is om op te sporen waar en wanneer zijn werk wordt gekopieerd in de privésfeer, zeker in het internettijdperk, bepaalt art. 22, 1, 5 AW dat voor de reproductie van geluids- en audiovisuele werken de toestemming van de auteur niet vereist indien de reproductie binnen de familiekring geschiedt, en uitsluitend bestemd is voor gebruik binnen die familiekring (voor de notie familiekring, zie supra). Dit laatste betekent dat de kopie niet worden bekeken of beluisterd door bv. collega s of vrienden 144. Er zijn ook bepaalde factoren waar de wet geen rekening mee houdt. Zo speelt het geen rol of het werk integraal dan wel gedeeltelijk wordt gekopieerd. Ook de aard van de drager waarop de werken zijn vastgelegd (analoog of digitaal), noch de aard van de drager waarop ze worden gereproduceerd is van belang. De uitzondering laat dus onder meer toe dat men muziek downloadt van het internet en opslaat op een computer, externe harde schijf, cd, mp3-speler of andere blanco dragers 145. Voor on demand diensten heeft de houder van het auteursrecht evenwel de mogelijkheid om de kopie te verbieden (supra) 146. Daarnaast is het volgens bepaalde rechtsleer irrelevant hoeveel thuiskopieën er precies worden gemaakt 147, hoewel anderen beweren dat de wet slechts het recht geeft om één exemplaar te reproduceren voor privé-gebruik 148. Verder moet bemerkt worden dat de exceptie van de thuiskopie enkel reproducties betreft, maar geen mededelingen. Om een muzieknummer bijvoorbeeld te integreren in een webpagina, of als bijlage te zenden in een , zal nog steeds de goedkeuring van de auteur vereist zijn. Ook het uitwisselen 139 Cass. 25 mei 1972, RW , 1421; F. GOTZEN, Overzicht van rechtspraak. Auteurs- en modellenrecht , TPR 2004, 1480, nr Art. 22, 1, 8 AW. 141 Art. 22, 1, 9 AW. 142 Art. 22, 1, 11 AW. 143 Art. 22, 1, 13 AW. 144 Zij zijn vaak zo geconfigureerd dat de gebruiker zonder het te weten eigen bestanden deelt met andere gebruikers. Zie F. BRISON en B. MICHAUX, De nieuwe auteurswet, RW , M.C. JANSSENS en H. VANHEES, internet, Kortrijk-Heule, UGA, 2012, M.C. JANSSENS en H. VANHEES, internet, Kortrijk-Heule, UGA, 2012, M.C. JANSSENS, Art. 22 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, 133, die schrijft dat er geen limiet is met betrekking tot de omvang van de toegestane reproductie. 148 Verslag DE CLERCQ, Parl. St. Kamer, 473/33, B.Z. 91/92,

22 van privé-kopieën via peer-to-peernetwerken valt onder publieke mededeling, wat dergelijke praktijken onwettig maakt 149. Voor DJ s vormt het feit dat de thuiskopieregeling geen vrijgeleide voor mededelingen van de thuiskopies met zich meebrengt dikwijls een probleem. Dit heeft immers tot gevolg dat ze niet met kopies, maar enkel met originele cd s mogen draaien op feestjes Op digitaal vlak maakt de regel het hen nog moeilijker. Ze mogen namelijk enkel nummers afspelen van op de drager waarop ze nummers oorspronkelijk gedownload hebben, meestal de interne harde schijf van hun computer. Verplaatsen ze de nummers echter naar een andere drager, bv. een externe harde schijf, mp3-speler of usb-stick, dan is opnieuw sprake van een privé-kopie die ze niet openbaar mogen afspelen. SABAM voorziet echter een oplossing door het aanbieden van een DJ-licentie, die DJ s het recht geeft om ook kopies openbaar af te spelen 150. Op 7 mei 2012 deed SABAM nog een oproep aan alle DJ s om hun licentieplicht na te komen 151. Toekomstige regeling Het feit dat de exceptie van de thuiskopie beperkt bleef tot geluids- en audiovisuele werken zorgde voor controverse in België. Daarom zorgde de Wet van 2005 voor een verruiming van haar toepassingsgebied. Wanneer de nieuwe uitvoeringsbesluiten in werking zullen treden, wordt de uitzondering uitgebreid naar alle soorten auteursrechtelijke werken (muziek, film, tekst, foto, enz.). b. De reprografie voor privé-doeleinden Huidige regeling Net zoals de meeste andere Europese landen, bevat ook de Belgische Auteurswet een dwanglicentie voor de reprografie. Hiermee wordt bedoeld het maken van (foto)kopieën van geschreven, gedrukte, getekende of fotografisch vervaardigde originelen 152. In de muziekwereld is de regeling voornamelijk van belang voor het kopiëren van partituren. De ratio achter de reprografieregeling is dezelfde als die achter de thuiskopie: in de huidige maatschappij blijkt het voor auteurs onmogelijk om te controleren wanneer hun werk wordt gekopieerd in de privésfeer. Apparaten die reprografische reproducties mogelijk maken (vnl. fotokopieerapparaten en scanners) zijn immers alomtegenwoordig, waardoor het onmogelijk wordt om met iedere gebruiker een individuele licentie te onderhandelen. Daarom verleent de Auteurswet uitzonderingsstatuut aan reproducties die uitsluitend voor privégebruik geschieden 153. Uit de voorbereidende werken blijkt dat het begrip uitsluitend privégebruik ruim mag worden opgevat 154. Zo omvat het ook de reproducties die men maakt voor professioneel gebruik 155. De kopieën mogen echter geen afbreuk doen aan de normale exploitatie van het oorspronkelijke werk. JANSSENS geeft als voorbeeld hiervan dat de uitzondering niet langer kan worden ingeroepen wanneer blijkt dat de normale exploitatie van het betrokken werk schade ondervindt, wat kan te merken zijn aan dalende verkoopscijfers M.C. JANSSENS, Art. 22 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, 133, randnr Art. 22, 1, 4 AW. 154 ParL. St. Kamer B.Z. 1988, nr. 329/2, 89; Parl. St. Kamer B.Z , nr. 473/33; M.C. JANSSENS, Art. 22 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, H. VANHEES, Commentaar bij art. 22 Auteurswet 1994, in X, Handels- en economisch recht. Commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, IX. Intellectuele eigendom, A. Auteursrecht, M.C. JANSSENS, Art. 22 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006,

23 De uitzondering bevat wel enkele belangrijke beperkingen wat de omvang van de toegestane reproducties betreft: - artikelen of werken van grafische of beeldende kunst (bv. foto s) mogen gedeeltelijk of integraal gekopieerd worden. - uit andere werken, zoals boeken en muziekpartituren, kunnen slechts korte fragmenten worden overgenomen 157. De vigerende regeling staat toe dat reproducties worden gemaakt van werken die op een grafische of soortgelijke drager (papier of microfiches) zijn vastgelegd. Naar welke drager de werken worden gekopieerd speelt in tegenstelling tot de nieuwe versie geen rol, het kan gaan om een fotokopie (reproductie naar papier) of een scan (digitale reproductie). Kopiëren vanuit een digitale drager (cdrom, internet, harde schijf, enz.) is evenwel niet toegestaan door de huidige uitzonderingsbepaling 158, met als gevolg dat tot op heden geen digitale reproductie kan gemaakt worden van een digitaal werk voor privégebruik, tenzij het gaat om een geluidswerk of een audiovisueel werk, waarvoor men zich kan beroepen op de thuiskopieregeling. Toekomstige regeling De toekomstige regeling sluit muziekpartituren expliciet uit. Bij de inwerkingtreding van dit artikel zal het bijgevolg het niet langer toegestaan zijn om voor privégebruik gratis kopieën te maken van bladmuziek. Voor onderwijsdoeleinden blijft dit wel mogelijk (infra). In de praktijk zal deze uitsluiting niet veel verandering teweeg brengen, aangezien de huidige uitzondering slecht toelaat om korte fragmenten uit partituren te kopiëren. Verder is de belangrijkste wijziging het verschuiven van de nadruk van de begindrager naar de einddrager: de reprografie-uitzondering zal niet langer van toepassing zijn op reproducties van een werk op papier, maar op kopieën naar papieren drager. In de toekomst zullen dus ook het uitprinten van werken die te vinden zijn op het internet, op een harde schijf, enz. als reprografie worden gekwalificeerd. Daarmee zal de Auteurswet eindelijk worden aangepast aan de digitale maatschappij. c. Reprografie in het kader van onderwijs en onderzoek Huidige regeling De Auteurswet bevat voorts een uitzondering voor reprografie in het onderwijs. Deze exceptie is in feite een herneming van de reprografieregeling voor privégebruik, maar met een verschillende bestemmingsvereiste 159. Zo gelden wat de omvang van de kopieën betreft dezelfde grenzen als voor de privé-reprografie: artikelen en werken van grafische of beeldende kunst mogen integraal worden gereproduceerd, uit andere werken (waaronder muziekpartituren) mag slechts een kort fragment worden gebruikt. Ook muziekpartituren vallen onder het kort fragment-criterium. Dit leidde reeds tot veel protest, aangezien dit tot gevolg heeft dat de muziekscholen geen gebruik kunnen maken van de uitzondering vermits ze partituren volledig kopiëren. Daarom poogde minister Van Quickenborne de uitzondering 157 Wat juist onder een kort fragment moet begrepen worden, hangt af van de feitelijke omstandigheden. Als vuistregel wordt een omvang van 10% naar voren geschoven. Zie M.C. JANSSENS en H. VANHEES, internet, Kortrijk-Heule, UGA, 2012, Voor deze gevallen zou kunnen verwezen worden naar de nieuwe exceptie van de digitale thuiskopie (art. 22, 1, 5 AW), maar ook deze is nog niet in werking getreden. Gevolg van dit juridisch kluwen is dat op dit ogenblik geen digitale reproductie kan gemaakt worden van een digitaal werk voor privégebruik, tenzij het gaat om een geluidswerk of een audiovisueel werk. 159 Art. 22, 1, 4 bis AW. 23

24 voor integrale reproducties voor onderwijs- of onderzoeksdoeleinden verder door te trekken naar bladmuziek. Via de Programmawet van 22 december 2008 werd bladmuziek voortaan expliciet vermeld in artikel 22 1, 4 AW bij de werken die integraal mochten worden gekopieerd 160. SEMU, de beheersvennootschap voor muziekuitgevers, stelde tegen deze wijziging echter met succes een beroep tot nietigverklaring in, gestoeld op het feit dat ze een ongerechtvaardigde discriminatie invoerde tussen bladmuziek, die voortaan integraal gekopieerd zou mogen worden, en andere vergelijkbare werken (zoals boeken) waarvan slechts een kort fragment gekopieerd mag worden. De wetswijziging werd door het Grondwettelijk Hof geschorst in een arrest van 16 juli Bijgevolg moeten scholen en muziekverenigingen opnieuw betalen voor het kopiëren muziekpartituren. DEENE stelt zich de vraag of SEMU met dit arrest geen Pyrrusoverwinning heeft behaald. De wetgever zou er in de toekomst immers voor kunnen kiezen gewoonweg geen onderscheid meer te maken tussen het integraal reproduceren van bepaalde werken, en slechts fragmentarisch kopiëren van andere 162. Toekomstige regeling In tegenstelling tot de uitzondering voor privé-reprografie bevat de toekomstige regeling van de reprografie in het kader van onderwijs en onderzoek geen uitdrukkelijke uitsluiting voor bladmuziek. A contrario zouden we daaruit afleiden dat een integrale reproductie van bladmuziek op papier wel kan voor onderwijs en onderzoek, zodra de nieuwe regeling in werking treedt 163. In elk geval blijft een kosteloze reproductie van een fragment mogelijk. Verder introduceerde de Wet van 22 mei 2005 een identieke wijziging als voor de reprografie voor privé-gebruik: de oude reprografiebepaling die de nadruk legt op de einddrager zal vervangen worden door een nieuwe regeling die de nadruk legt op de einddrager. In plaats van reproducties van werken die op papier zijn vastgelegd, worden dus reproducties op papier vrijgesteld (supra). Wel voegt de wet hieraan toe dat een bronvermelding verplicht is. d. Reproducties op niet-papieren drager in het kader van onderwijs of onderzoek Een andere regeling, die als een van de enige nieuwe uitzonderingsbepalingen reeds in werking is getreden, werd uitgewerkt voor reproducties op niet-papieren dragers 164. Een voorbeeld dat onder deze categorie valt, is het downloaden van muziek op de harde schijf van een computer 165. In principe komen ook muzieknummers in aanmerking voor deze uitzondering. Een kort fragment mag dus worden gedownload of gekopieerd voor educatieve of onderzoeksdoeleinden 166. Ook in dit geval is een brondvermelding vereist, tenzij dat niet mogelijk blijkt. e. Mededelingen via gesloten netwerken in het kader van onderwijs of onderzoek Ten gevolge van het sterke lobbywerk van hogescholen en universiteiten 167 werd in 2005 een exceptie opgenomen in de Auteurswet voor mededelingen via een gesloten netwerk voor educatieve of wetenschappelijke doeleinden 168. Deze uitzondering maakt het mogelijk dat onderwijzend personeel, studenten en onderzoekers auteursrechtelijk beschermde werken op een digitaal leerplatform kunnen plaatsen en/of raadplegen. 160 Art. 83 en 84 wet houdende diverse bepalingen van 22 december 2008, B.S. 29 december GwH 23 april 2009, Arr.GwH 2009, J. DEENE, Onderwijs mag partituren niet integraal kopiëren, Juristenkrant, afl. 194, 30 september 2009, E. WERKERS, R. KERREMANS, T. ROBRECHTS en J. DUMORTIER, Auteursrecht in de digitale samenleving, Leuven, Vlaamse Gemeenschap, 2009, Art. 22, 1, 4 ter AW. 165 M.C. JANSSENS, Art. 22 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Ibid., J. VAN BORN, De auteurswet en de gebruiker na de wijzigingen van 22 mei 2005, AM 2005, Art. 22, 1, 4 quater AW. 24

25 Naast de drie traditionele voorwaarden die we ook terugvinden bij andere educatieve uitzonderingen (geen winstgevende doelstelling, geen afbreuk aan de normale exploitatie van het werk en vermelding van de bron, waaronder de naam van de auteur), stelt de wet nog enkele vereisten, om geen dijkbreuk aan vrije informatiespreiding te veroorzaken 169. Zo kunnen enkel erkende onderwijsinstellingen van de exceptie genieten. Bovendien moeten het platform een gesloten karakter hebben, en m.a.w. enkel toegankelijk zijn voor wie over gebruikersnaam en een wachtwoord beschikt. Een voorbeeld van een dergelijk netwerk is Minerva van de UGent. Alle mededelingen die deze beschermde omgeving overstijgen, bv. een muziekwerk dat in bijlage van een wordt gevoegd, verstuurd vanaf een Ugent- adres, vallen buiten de exceptie 170. Qua omvang van de werken die mogen worden meegedeeld bevat de wet geen beperkingen. f. Openbare uitlening Zoals reeds aangehaald, kan de auteur in principe soeverein beslissen of zijn werk al dan niet mag worden uitgeleend. Art. 23 Auteurwet zet dit verbodsrecht grotendeels om in vergoedingsrecht: auteurs van werken van letterkunde, databanken, fotografische werken, partituren van muziekwerken, geluidswerken en audiovisuele werken kunnen zich niet verzetten tegen de openbare uitlening van hun werk. In ruil krijgen ze een financiële compensatie (infra). De exceptie geldt enkel wanneer de uitlening geschiedt met een educatief of cultureel doel, door instellingen die daartoe officieel zijn erkend of opgericht 171. Privé-personen die een werk willen uitlenen moeten daarvoor nog steeds de goedkeuring van de auteur krijgen. Voor geluids- en audiovisuele werken werd er nog een extra voorwaarde toegevoegd: de eerste uitlening kan pas twee maanden na de eerste verspreiding van het werk onder het publiek 172. Met deze bufferperiode wilde de wetgever vermijden dat de normale commerciële exploitatie van cd s, dvd s e.d. te veel schade zou lijden 173. De uitzondering biedt helaas geen antwoord op de uitdaging van digitale uitleendiensten 174. Een digitale uitlening wordt namelijk gekwalificeerd als een publieke mededeling 175. En aangezien voor mededelingen via open netwerken geen exceptie bestaat, zal dus telkens een aparte licentieovereenkomst en bijhorende vergoeding moeten worden afgesproken met de rechthebbenden 176. Een voorbeeld van een dergelijk project is Digileen, een initiatief van de Stichting Centrale Discotheek te Rotterdam (CDR). Op kunnen muziekliefhebbers werken uit de muziekcollectie van de CDR uitlenen. De uitlener kan dan enkele muziekbestanden gedurende één week maximaal 70 keer streamen. 169 E. WERKERS, R. KERREMANS, T. ROBRECHTS en J. DUMORTIER, Auteursrecht in de digitale samenleving, Leuven, Vlaamse Gemeenschap, 2009, M.C. JANSSENS, De uitzonderingen op het auteursrecht anno Een eerste analyse, AM 2005, afl. 6, De Dienst Intellectuele Eigendom geeft een ruime invulling aan deze officiële instellingen. Het moet niet gaan om instellingen die uitdrukkelijk zijn erkend voor openbare uitlening, maar om erkende of door de overheid opgerichte instellingen die zich met uitlening mogen inlaten om educatieve of culturele doeleinden. Zie Federaal Memorandum Muzieksector, Art. 23, 2 AW bepaalt dat voor geluidswerken en audiovisuele werken, de openbare uitlening maar kan plaatsvinden 6 maanden na de eerste verspreiding van het werk onder het publiek. Met het KB van 25 april 2004 werd deze termijn gereduceerd tot 2 maanden. 173 M.C. JANSSENS, Art. 22A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Overweging 28 en 29 van de Richtlijn Informatiemaatschappij stellen namelijk duidelijk dat voor online diensten altijd de toestemming van de auteur noodzakelijk is. 175 M.C. JANSSENS en H. VANHEES, internet, Kortrijk-Heule, UGA, 2012, D. VOORHOOF, Het uitleenrecht gekneld tussen auteursrecht en cultuurpolitiek. Un droit reconnu mais inappliqué?, AM 2001,

26 DEEL II. De naburige rechten van de uitvoerende kunstenaar en de producent Inleiding In de ruime zin omvat het auteursrecht niet enkel de rechten van de auteur, maar daarnaast ook de naburige rechten van de uitvoerende kunstenaar die auteursrechtelijk beschermde werken als het ware tot leven wekt door ze uit te voeren, en van de platenproducent die deze uitvoering vastlegt 177. Bovendien beschermt het auteursrecht ook de rechten van de platenproducent die de uitvoering van de auteursrechtelijk beschermde werken vastlegt 178. Daarnaast bezitten ook de producenten van eerste vastleggingen van films en databanken naburige rechten, net zoals omroeporganisaties dat doen. Hun rechten worden in het kader van deze masterproef niet besproken. Nadat in hoofdstuk een wordt nagegaan in welke verhouding de naburige rechten staan met het auteursrecht, worden achtereenvolgens de rechten van de uitvoerende kunstenaar en de producent worden besproken in hoofdstuk drie en vier. Tenslotte komen, net zoals in het auteursrecht, enkele wettelijke uitzonderingen op de naburige rechten aan bod. 1. De verhouding met het auteursrecht Er bestaat een groot parallellisme tussen het auteursrecht en de naburige rechten (zie infra). Zo kunnen we hetzelfde onderscheid terugvinden tussen de principieel onvervreemdbare morele rechten en de overdraagbare vermogensrechten 179, en ook vinden we quasi dezelfde regels inzake contractenrecht 180. Volgens BRISON zijn vele regels uit het auteursrecht mutatis mutandis van toepassing op de naburige rechten. Hetzelfde geldt ook voor de wijze waarop ze door de Belgische rechtbanken, alsook door de Belgische rechtsleer worden geïnterpreteerd 181. Het belangrijkste verschil tussen beide soorten rechten is de verschillende beschermingsduur die ze bieden. Terwijl het auteursrecht tot 70 jaar na de dood van de auteur geldt, vervallen de naburige rechten reeds 50 jaar na de datum van de prestatie (voor uitvoerders) of van de eerste vastlegging (voor producenten) 182. Een cumul tussen auteurs- en naburige rechten is dan ook zeker niet uitgesloten. BRISON geeft het voorbeeld van een auteur die een eigen muziekwerk componeert, dit werk muzikaal uitvoert en vervolgens zorgt voor de nodige fondsen om deze uitvoering op fonogram op de markt te brengen. In dat geval combineert hij het auteursrecht met het naburige recht als uitvoerende kunstenaar én als producent van fonogrammen 183. Wie gebruik wil maken van zijn muziek, zal hem in de drie 177 F. BRISON, Naburige rechten, in F. GOTZEN (ed.), Belgisch auteursrecht van oud naar nieuw, Brussel, Bruylant, 1996, F. BRISON, Naburige rechten, in F. GOTZEN (ed.), Belgisch auteursrecht van oud naar nieuw, Brussel, Bruylant, 1996, Art. 33, lid 2 en art. 34, 1 AW. 180 Art. 35, 2 en 3 AW. 181 F. BRISON, Art. 33 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Art. 38, lid 1 en art. 39, 1, lid 5 AW. 183 F. BRISON, Art. 33 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006,

27 hoedanigheden van auteur, uitvoerder en producent moeten aanspreken 184. Omgekeerd kunnen op éénzelfde fonogram meerdere rechten gelden: het auteursrecht van de componist en de tekstschrijver, het naburig recht van de uitvoerende kunstenaars zoals zangers en musici en ook het naburig recht van de platenmaatschappij. 2. De rechten van de uitvoerende kunstenaar 2.1 Algemeen De auteur en de uitvoerende kunstenaar leven in symbiose met elkaar: de ene heeft de andere nodig, aldus BRISON 185. Zij zijn het immers die de muziek van de auteur laten leven tijdens liveconcerten of opnames van een plaat. Een definitie van het begrip uitvoerende kunstenaar, is echter niet terug te vinden in de wet. Wel aanvaardt men de open definitie uit de Conventie van Rome 186 : Als vertolkende of uitvoerende kunstenaars worden beschouwd: acteurs, zangers, musici, dansers of andere personen die werken van letterkunde of kunst acteren, zingen, reciteren, declameren, spelen of anderszins uitvoeren 187. BRISON spreekt over een persoon die een prestatie uitvoert die erop gericht is een onderliggend werk aan het publiek mee te delen 188. Van de prestatie zelf wordt vereist dat ze een persoonlijk en artistiek karakter heeft. Het zou te ver gaan moest dit persoonlijke karakter impliceren dat de prestatie de stempel van de persoonlijkheid van de auteur moet dragen, zoals het geval is in het auteursrecht. Men verwacht enkel dat de eigenheid van de uitvoerder doorschijnt in zijn prestatie 189. De vereiste van een artistiek karakter liet de wetgever toe om bepaalde prestaties uitdrukkelijk uit te sluiten: technische prestaties (bv. deze van een cameraman), sportieve prestaties, informatieve prestaties (bv. van personen die de toestemming gaven om een realityprogramma rond hen te maken 190 ), en prestaties van aanvullende kunstenaars (bv. van figuranten 191 ). Zoals gezegd vervallen de naburige rechten 50 jaar na de prestatie van de uitvoerder 192. Om precies te zijn wordt de termijn berekend vanaf 1 januari van het jaar dat daarop volgt 193. Deze termijn kan eventueel verlengd worden: voor een prestatie die werd vastgelegd en vervolgens op geoorloofde wijze aan het publiek werd meegedeeld, vervalt de bescherming immers pas 50 jaar na de mededeling aan het publiek 194. Om deze laatste regel te laten gelden, moet de vastlegging van de prestatie wel binnen de 50 jaar na de prestatie gebeurd zijn 195. Onder druk van de muziekindustrie stemde het Europees Parlement eind april 2009 in met een verlenging van de naburige rechten op muziekopnames tot 70 jaar, op voorwaarde dat de producenten de opname opnieuw op de markt zouden brengen tijdens de verlengde beschermingsduur. Ten gevolge hiervan werd de nieuwe termijn op 11 oktober 2011 effectief opgelegd a.d.h.v. een nieuwe richtlijn 196. De lidstaten beschikken nu over een termijn van twee jaar 184 Zie in deze zin: Brussel 22 mei 1996, AM 1997, 178, noot A. STROWEL, Rb. Brussel 31 december 1997, AM 1998, 39; Rb. Brussel 17 december 1999, AM 2000, 289 en Rb. Antwerpen 16 maart 2006, AM 2008, F. BRISON, Het naburig recht van de uitvoerende kunstenaar, Brussel, Larcier, 2001, F. BRISON, Het naburig recht van de uitvoerende kunstenaar, Brussel, Larcier, 2001, 365, nr Art. 3.1 Conventie van Rome. 188 F. BRISON, Art. 33 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, F. BRISON, Art. 33 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Brussel 27 mei 2009, AM 2011, afl. 2, F. BRISON, Het naburig recht van de uitvoerende kunstenaar, Brussel, Larcier, 2001, 365, nr Art. 38, lid 1 AW en art. 43, lid 2 AW. 193 Art. 38, lid 3 AW. 194 Art. 38, lid 2 AW. 195 Overeenkomstig Richtlijn 2006/116/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten, Pb.L. 27 december 2006, 372/12-372/ Richtlijn nr. 2011/77/EG, 27 september 2011 tot wijziging van Richtlijn nr. 2006/11/EG, 12 december 2006 betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten, Pb.L., afl. 265, 11 oktober

28 om de deze richtlijn in nationaal recht om te zetten. Critici merkten echter op dat de maatregel vooral de muziekindustrie zélf ten goede zou komen. De meeste uitvoerders en vertolkers dragen hun rechten op de opnames immers over aan de platenfirma. Het uiteindelijke akkoord zou moeten voorzien in de oprichting van een fonds waarin producenten 20 procent van de inkomsten uit het verlengde copyright zullen storten. Dat geld zou dan de muzikanten en uitvoerders wat soelaas moeten bieden Exploitatierechten Net als een auteur, beschikt ook een uitvoerende kunstenaar over vermogensrechten die hem toelaten controle uit te oefenen op het gebruik van zijn prestaties, en er inkomsten uit te genereren. Ook beschikt hij over een reproductierecht en een recht op mededeling aan het publiek 198. Dit is zo in theorie. In de praktijk dragen uitvoerders hun vermogensrechten in de regel over aan de platenmaatschappij (supra). Voor audiovisuele werken, bevat de wet zelfs een vermoeden van overdracht t.v.v. de producent 199. Ook hij beschikt over een reproductierecht en een recht op mededeling aan het publiek 200. In theorie althans, want in praktijk dragen uitvoerders hun vermogensrechten in de regel over aan de platenmaatschappij (supra). Voor audiovisuele werken, bevat de wet zelfs een vermoeden van overdracht t.v.v. de producent 201. a. Het reproductierecht Om een reproductie van een prestatie te maken, bv. een opname van een cd, is de toestemming van de uitvoerende artiesten vereist. BRISON wijst erop dat het recht op reproductie in de ruime zin moet begrepen worden: het omvat zowel de vastlegging, als de reproductie ervan en de latere verspreiding ervan Verder mogen we ervan uitgaan dat - hoewel de wet het niet uitdrukkelijk vermeldt - zowel de adaptatie, als de bestemming 203 van een prestatie onder de exclusieve rechten van de uitvoerder ressorteren 204. Hij kan dus verbieden dat zijn muziek wordt bewerkt, bv. dat er een remix van wordt gemaakt, en hij kan de bestemming ervan beperken door bv. te bepalen dat een cd waarop muziek te horen is die hij heeft ingespeeld of ingezongen, enkel bestemd is voor promotionele doeleinden, maar niet voor verkoop (supra). Het recht op verhuring en uitlening en distributie worden voor uitvoerders dan weer uitdrukkelijk herhaald in de wet 205. Hun instemming is vereist om materiële dragers, waarop hun prestatie is vastgelegd, te leen of te huur te mogen aanbieden 206, en ze hebben het exclusieve recht om exemplaren van hun prestatie in het verkeer te brengen. Wel is hun distributierecht aan dezelfde beperkingen onderworpen als dat van de auteur. Ook voor hen geldt het beginsel van de communautaire uitputting: eenmaal ze een exemplaar van hun prestatie in de Europese 197 Copyright op muziekuitvoeringen met twintig jaar verlengd, Art. 35, 1, lid 1 en lid 3 AW. 199 Art. 36, lid 1 AW. 200 Art. 35, 1, lid 1 en lid 3 AW. 201 Art. 36, lid 1 AW. 202 F. BRISON, Naburige rechten, in F. GOTZEN (ed.), Belgisch auteursrecht van oud naar nieuw, Brussel, Bruylant, 2001, Het recht van de uitvoerder om de bestemming van zijn prestatie vast te leggen uitdrukkelijk erkend door de Belgische rechtspraak, zie Brussel 9 september 2002, AM 2004, 329 met noot F. BRISON. 204 F. BRISON, Naburige rechten, in F. GOTZEN (ed.), Belgisch auteursrecht van oud naar nieuw, Brussel, Bruylant, 2001, Art. 35, 1, lid 2 en 3 AW. 206 Parallel met art. 24 AW, kent art. 40 AW de uitvoerder die zijn recht op verhuring overdraagt of afstaat, en recht op een billijke vergoeding door de verhuring toe. 28

29 Gemeenschap op de markt brengen, kunnen ze zich niet meer verzetten tegen de verdere verspreiding ervan binnen binnen de grenzen van de EG 207. b. Het publiek mededelingsrecht Ook uitvoerende kunstenaars hebben net zoals de auteur het exclusieve recht om te bepalen of ze hun prestaties willen meedelen aan het publiek. ongeacht of dit rechtstreeks dan wel via een technisch hulpmiddel (bijvoorbeeld het internet of een radio-uitzending) gebeurt (supra) 208. Er zijn evenwel twee belangrijke situaties waarin de uitvoerende kunstenaar zich niet kan verzetten tegen het gebruik van zijn prestaties. Voor bepaalde vormen van secundaire exploitatie voorziet de wet een dwanglicentie, in ruil waarvoor de uitvoerders recht hebben op een billijke vergoeding (infra) 209 : - de mededeling van de prestatie aan het publiek op een openbare plaats, wanneer de toegang gratis is en de uitvoering niet live gebeurt - de uitzending van de prestatie via de omroep. 2.3 Morele rechten De wet kent aan uitvoerende kunstenaars ook twee morele rechten toe, die hun persoonlijkheid beschermen zoals die tot uiting komt in hun interpretatie of uitvoering: het recht op naamsvermelding 210 en het recht op eerbied voor het werk 211. Een recht op bekendmaking of divulgatie is logischerwijze enkel voor de auteur weggelegd. a. Het recht op naamsvermelding Het recht op paterniteit voor de uitvoerder is evenwel niet zo absoluut is als dat van de auteur 212. Hij kan zijn naamsvermelding enkel eisen overeenkomstig de eerlijke beroepsgebruiken. Zo wordt bv. aangenomen dat in geval van een uitvoering door een symfonisch orkest, het moet volstaan de naam van de solisten, van de dirigent en van het symfonisch orkest te vermelden 213. Een ander verschil met het paterniteitsrecht van de auteur, is dat de uitvoerende kunstenaar niet over een recht op anonimiteit of gebruik van een pseudoniem beschikt. b. Het recht op eerbied Ook het recht op eerbied voor de prestatie van de uitvoerende kunstenaar gaat niet zo ver als het recht op eerbied voor de creatie van de auteur. Zijn integriteitsrecht blijft beperkt tot wat de harde kern van het recht wordt genoemd (supra). Het enige waartegen hij zich kan verzetten, is een misvorming, verminking, aantasting of andere wijziging die zijn eer of reputatie kan schaden. In deze zin oordeelde de rechtbank van eerste aanleg te Brussel in 2007 dat de jarenlange verspreiding van honderdduizenden cd s in verschillende landen en werelddelen op een ogenblik dat 207 F. BRISON, Art. 35 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Zie website FOD Economie: unstenaars/. 209 Art AW. 210 Art. 34, lid 3 AW. 211 Art. 34, lid 4 AW. 212 F. BRISON, Art. 33 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, F. BRISON, Het naburig recht van de uitvoerende kunstenaar, Brussel, Larcier, 2001, 378, nr

30 de artiest zijn artistieke loopbaan een andere wending had gegeven in een richting waarin de gecompileerde songs niet meer pasten, een inbreuk vormde op zijn recht op integriteit 214. Zijn recht op eerbied wordt bovendien niet geschonden wanneer een verkorte, maar verder ongewijzigde versie van een muzieknummer op cd wordt verspreid 215. Nochtans gaan er op dit vlak ook andere stemmen op, o.a. die van DE VISSCHER en MICHAUX. Zij zijn van mening dat ook uitvoerende kunstenaars een absoluut recht op integriteit hebben. Enkel wanneer ze aan dit contractueel aan dit recht verzaken, zouden ze beperkt zijn tot wijzigingen die hun eer of reputatie aantasten De rechten van de producent van fonogrammen 3.1 Algemeen Naast de uitvoerende artiesten, zijn ook de producenten van eerste vastleggingen van prestaties houders van naburige rechten 217. De ratio van deze bescherming ligt voor de hand: Ze staan in voor de initiële opname, het produceren van meerdere exemplaren, het distributienetwerk, marketing, enz. Al deze activiteiten brengen een belangrijke investering met zich mee. Zonder deze rechten is het weinig waarschijnlijk dat er kandidaten zouden zijn om deze kosten en risico s op zich te nemen 218. Aangezien de producenten van fonogrammen geen emotionele band hebben met de muziekwerken waarop hun rechten gelden, kent de wet geen morele rechten aan hen toe, maar enkel exploitatierechten toe. Ook voor de definitie van de term producent, kunnen we niet terugvallen op de Auteurswet, maar moeten we kijken naar de Conventie van Rome: de natuurlijk persoon of de rechtspersoon die klanken van een uitvoering of andere klanken voor het eerst vastlegt 219. Het WIPO Performances and Phonograms Treaty (WPPT) heeft achteraf de criteria verfijnd: een producent is de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die het initiatief neemt tot en de verantwoordelijkheid draagt van de eerste vastlegging 220. De FOD Economie tenslotte gebruikt de volgende omschrijving: De producent van een fonogram is de fysieke persoon of rechtspersoon die de financiering en het risico draagt voor het realiseren van de eerste vastlegging van geluiden of klanken (moederband). Concluderend kunnen we stellen dat de producent die de wet bedoelt wel degelijk de platenfirma is. De producent mag dus niet verward worden met de producer van muziekwerken die artiesten begeleidt bij studioopnames. Verder bepaalt de Conventie van Rome ook wat onder een fonogram moet worden verstaan: iedere uitsluitend hoorbare vastlegging van klanken van een uitvoering of van andere klanken 221. De FOD Economie spreekt in dezelfde zin over een fonogram, als de eerste vastlegging (de moederband of de master ) van klank. Hiermee wordt bedoeld de eerste opname van klanken zoals muziek, een lied, stemmen of zelfs gewone geluiden (bv. vogelgezang of straatgeluiden). Het is dus niet vereist dat de opgenomen geluiden op zichzelf auteursrechtelijk worden beschermd 222. Tot slot wordt enkel de eerste vastlegging van muziek beschermd, niet de reproductie. De Belgische rechtspraak heeft dit bevestigd door te stellen dat de producent van compilaties van liedjes uit de jaren 60 niet als producent van fonogrammen in de zin van de Auteurswet kan worden beschouwd, 214 Brussel 4 april 2007, AM 2007, Antwerpen 29 oktober 2007, onuitg. 216 F. DE VISSCHER en B. MICHAUX, Précis du droit d auteur et les droits voisins, Brussel, Bruylant, 2000, Art. 39 AW nogram/ 219 Art. 3.c Conventie van Rome 220 Art. 2.d WPPT 221 Art. 3.b Conventie van Rome 222 F. BRISON, Naburige rechten, Belgisch auteursrecht van oud naar nieuw, Brussel, Bruylant, 1996,

31 omdat hij niet degene is die heeft ingestaan voor de eerste vastlegging van deze liedjes 223. BRISON geeft aan dat die precisering misschien niet al te letterlijk moet worden genomen 224. Een fonogram komt immers pas tot stand na een lang proces van reproduceren, mixen en remixen van de eerste vastlegging 225. De eerste vastlegging is zoals gezegd het aanvangspunt van de beschermingstermijn van 50 jaar. Ook deze begint pas effectief te lopen op 1 januari van het jaar na deze vastlegging, en kan potentieel verlengd worden: als het fonogram op geoorloofde wijze is gepubliceerd binnen de 50 jaar na de vastlegging, vervallen de rechten slechts 50 jaar na de publicatie. 3.2 Exploitatierechten Producenten van fonogrammen beschikken over dezelfde vermogensrechten als de uitvoerende kunstenaars en de auteurs: een reproductierecht en een recht op mededeling (supra). Voor iedere kopie of bewerking van de eerste vastlegging is hun toestemming nodig. Daarnaast moeten ze ook hun goedkeuring geven om exemplaren van een muziekwerk te verspreiden, te verhuren of uit te lenen. Ook elke keer wanneer een eerste vastlegging openbaar wordt afgespeeld is daar in principe toestemming van de producent voor nodig. Maar ook voor hen geldt de uitzondering voor bepaalde secundaire exploitaties, die worden gecompenseerd door een recht op een billijke vergoeding (infra). 3.3 Morele rechten Zoals eerder vermeld, beschikken platenproducenten niet over morele rechten, aangezien ze geen emotionele band hebben met de muziek die ze (laten) produceren. 4. De uitzonderingen 4.1 Uitzonderingen naar analogie met het auteursrecht De uitzonderingen die de houders van naburige rechten moeten respecteren, worden opgesomd in art. 46 en 47 AW. Ze vormen het spiegelbeeld van de uitzonderingen op de rechten van de auteurs. De wet voorziet o.m. in een uitzondering voor citaten, verslaggeving over actuele gebeurtenissen, de thuiskopie, de parodie, kosteloze uitvoeringen in familiekring en in het kader van schoolactiviteiten, en openbare uitlening. Ook de uitvoerende artiesten en de producenten kunnen voor sommige uitzonderingen rekenen op een wettelijke vergoeding (infra). Drie excepties werden niet overgenomen: de regeling van de bloemlezing, de uitzondering voor het werk dat in een voor het publiek toegankelijke plaats is tentoongesteld, en - logischerwijze - de uitzondering ten behoeve van de reprografie. Daarnaast wijst BRISON op de volgende verschillen op met de uitzonderingen op het auteursrecht 226 : - bepaalde uitzonderingen op de vermogensrechten van de auteur bevatten een waarborg op het morele recht op naamsvermelding. Zo vereist de wet dat de bron en de naam van de auteur worden vermeld bij een citaat 227 of bij een verslaggeving over actuele 223 Brussel 22 mei 1996, AM 1997, F. BRISON, Naburige rechten, Belgisch auteursrecht van oud naar nieuw, Brussel, Bruylant, 1996, Art. 38 AW. 226 F. BRISON, Art. 46 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Art. 21, 1 AW. 31

32 gebeurtenissen 228. Deze bepalingen werden niet herhaald ten behoeve van de houders van naburige rechten. - terwijl de uitzonderingen uit de art. 21 t.e.m. 23 AW slechts toepassing vinden voor werken die op geoorloofde wijze zijn bekendgemaakt wordt deze voorwaarde niet gesteld voor de naburige rechten. Deze voorwaarde verwijst naar het feit dat de auteur zijn morele recht van bekendmaking moet hebben uitgeoefend, alvorens derden zich op de wettelijke uitzonderingen kunnen beroepen (supra). 4.2 De uitzondering voor secundair gebruik Zoals gebleken is, zijn de excepties van die van toepassing zijn op naburige rechten, meestal analoog aan de excepties die gelden voor de rechten van de auteur. Toch bevat de Auteurswet hierop één belangrijke uitzondering. Art. 41 AW bevat namelijk een dwanglicentie voor uitvoerende kunstenaars en producenten voor het zogenaamde secundaire gebruik van hun prestaties 229, zonder dat een soortgelijke exceptie bestaat voor auteursrechtelijk beschermde werken 230. Deze uitzondering houdt in dat eenmaal de prestatie van een uitvoerende kunstenaar wordt gereproduceerd, en bv. wordt vastgelegd en uitgegeven op cd, of eenmaal ze door de omroep wordt uitgezonden (de zgn. eerste exploitatie), de uitvoerende kunstenaar en de producent zich niet meer kunnen verzetten tegen een aantal vormen van gebruik hiervan (de secundaire exploitatie): - de mededeling aan het publiek op een openbare plaats, op voorwaarde dat de toegang gratis is en zonder dat er sprake is van een live-spektakel de uitzending via de omroep Concreet betekent dit dat de dwanglicentie toepasbaar is in vier concrete gevallen 232 : - wanneer een gereproduceerde prestatie wordt meegedeeld aan het publiek (bijvoorbeeld het gebruik van een cd in een restaurant of café). - wanneer een gereproduceerde prestatie wordt uitgezonden (bijvoorbeeld het gebruik van muziek door een omroeporganisatie). - wanneer een uitgezonden prestatie wordt meegedeeld aan het publiek, (bijvoorbeeld het laten spelen van een radio of televisietoestel in een restaurant of een café). - wanneer een uitgezonden prestatie wordt heruitgezonden. In tegenstelling tot de andere uitzonderingen op de naburige rechten, is voor de toepassing van deze bijzondere exceptie wél vereist dat de prestatie op geoorloofde wijze werd gereproduceerd of uitgezonden. 228 Art. 22, 2 AW. Zie ook art. 22, 1, 4 ter in fine, dat ook vereist dat de bron en de naam van de auteur worden vermeld bij een reproductie op andere dan papieren drager in het kader van onderwijs of onderzoek. 229 Art AW. 230 Vandaar dat art. 41 AW de formulering onverminderd het recht van de auteur bevat. 231 Op de officiële website over de billijke vergoeding, wordt deze gebruiksvorm als volgt beschreven: De uitvoerende artiesten en producenten kunnen niet verhinderen dat men hun repertoire gebruikt voor weergave in het openbaar. In ruil daarvoor heeft de wetgever aan deze uitvoerende artiesten en muziekproducenten een automatisch recht op vergoeding toegekend: de gebruikers zijn verplicht deze vergoeding te betalen. Deze vergoeding is "billijk" omdat zij niet opgelegd is, maar het resultaat is van lange onderhandelingen met de gebruikers. 232 E. WERKERS, R. KERREMANS, T. ROBRECHTS en J. DUMORTIER, Auteursrecht in de digitale samenleving, 2009, cultuur/downloads/onderzoeksrapport_auteursrecht_in_de_digitale_samenleving.pdf,

33 Bovendien is het van belang te weten wat precies onder de term omroep wordt verstaan. Wordt enkel uitgegaan van de klassieke betekenis van het woord, of omvatten ze ook nieuwe technieken die sterk gelijken op een traditionele radio- of televisieuitzenzending, zoals webcasting en simulcasting (het uitzenden van programma s via internet) 233? HAOUIDEG is van mening dat deze nieuwe omroeptechnieken weldegelijk onder het omroepbegrip vallen, vermits ze onmiskenbare gelijkenissen vertonen met de traditionele omroep 234. Ook BRISON spreekt over omroep in de ruime zin, ongeacht via de gebruikte techniek: via de ether, via de kabel, via satelliet, en alle mogelijke toekomstige uitzendmethodes 235. Wanneer de dwanglicentie wordt toegepast, en m.a.w. prestaties worden uitgezonden via radio, tv, internet e.d., of openbaar worden afgespeeld op een gratis evenement dat niet live is, hebben de uitvoerende kunstenaar en de producent recht op een billijke vergoeding 236. Het gaat om dé billijke vergoeding zoals deze gekend is in de volksmond. Maar wanneer is die vergoeding nu precies billijk? Het Hof van Justitie antwoordde naar aanleiding van een prejudiciële vraag in een geschil tussen het Nederlandse SENA (de beheersvennootschap van uitvoerende kunstenaars en fonogramproducenten) en de NOS (de Nederlandse Omroep Stichting), dat het uitsluitend aan de lidstaten toekomt om de op hun grondgebied meest relevante criteria voor de bepaling van de billijke vergoeding vast te stellen 237. In België gebeurt dat door een commissie die paritair is samengesteld uit vertegenwoordigers van de beheersvennootschappen (waaronder PlayRight en SIMIM), en de organisaties die dergelijke billijke vergoeding verschuldigd zijn (waaronder de VRT, De Lijn en Unizo) 238, voorgezeten door een vertegenwoordiger van de minister van Economie. Eenmaal de commissie tot een akkoord is gekomen, aangaande een billijke vergoeding, wordt de beslissing bij koninklijk besluit algemeen bindend verklaard t.a.v. derden uit dezelfde activiteitensector 239. Zo zijn er al talrijke KB s uitgevaardigd, o.a. betreffende de mededeling van fonogrammen in polyvalente zalen, jeugdhuizen en culturele centra 240 en radio-omroepen (infra) Webcasting is de techniek waarbij digitale muziek (het kan natuurlijk ook gaan films, teksten, enz.) verspreid wordt over het internet via streaming. Eenmaal de uitzending is afgelopen, is de muziek niet langer beschikbaar voor de gebruiker. Hij kan de content niet downloaden of permanent opslaan op de harde schijf van zijn computer. 234 H. HAOUIDEG, Diffusion en continu sur Internet: Le webcasting constitue-t-il une radiodiffusion au sens de l article 41 de la L.D.A.?, AM 2006/1, F. BRISON, Naburige rechten, in F. GOTZEN (ed.), Belgisch auteursrecht van oud naar nieuw, Brussel? bruylant, 2001, 274. Het gaat hier niet om de doorgifte van de prestatie via kabel, die aan het exclusieve recht onderworpen blijft. Zie F. BRISON, Art. 41 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Art. 42 AW. 237 HvJ 6 februari 2003, zaak C245/00 (SENA t/ NOS), AM 2003, Zij worden aangewezen bij ministeriëel besluit. Zie MB 11 januari 2006 tot aanwijzing van de vennootschappen voor het beheer van de rechten en de organisaties van hen die de vergoeding verschuldigd zijn bepaald in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, B.S. 30 januari Art. 42, voorlaatste lid AW. 240 KB 19 december 2010 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 23 november 2010 inzake de billijke vergoeding verschuldigd voor de mededeling van fonogrammen in polyvalente zalen, jeugdhuizen en culturele centra evenals bij gelegenheid van tijdelijke activiteiten binnen en buiten, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, B.S. 23 december KB 21 december 2005 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 12 december 2005 houdende wijziging van de beslissing van 10 februari 2003 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de radio-omroepen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, B.S., 29 december

34 DEEL III. Contracteren m.b.t. de auteurs- en naburige rechten Inleiding Tot nu toe werd duidelijk over welke rechten de auteur, de uitvoerende artiest en de platenproducent precies beschikken. Willen ze er ook effectief iets verdienen, dan zullen ze overeenkomsten moeten sluiten. In dit deel wordt eerst ingegaan op de algemene regels die van toepassing zijn op contracten waarbij een auteur of houder van naburige rechten partij is. In een tweede en derde hoofdstuk bespreken we hun twee belangrijkste contractpartijen in het kader van de exploitatie van muziekrechten: de beheersvennootschap en de muziekuitgever. Ook zij moeten de algemene regels respecteren in hun contracten. 1. De algemene regels Omdat auteurs en uitvoerders economisch en juridisch gezien worden als zwakkere partij, bevatten art. 3 en art. 35, AW enkele algemene regels die steeds moeten worden gerespecteerd wanneer zij een overeenkomst sluiten. Beide regelingen zijn quasi identiek, daarom wordt in dit hoofdstuk gemakkelijkheidhalve enkel over auteurs of auteurscontracten gesproken. Slechts één verschilpunt is van belang in de muzieksector: de regel dat voor elke exploitatiewijze uitdrukkelijk de vergoeding, de reikwijdte en de duur van de overdracht moeten worden bepaald (infra), geldt niet voor uitvoerende kunstenaars 242. Voor producenten van fonogrammen, die zakelijk gezien sterker in hun schoenen staan, gelden de regels evenwel niet 243. Er moet wel opgemerkt worden dat deze bepalingen enkel van toepassing zijn op overeenkomsten waarbij de auteur zelf, of zijn erfgenamen, partij zijn 244. Een derde aan wie bepaalde auteursrechten werden overgedragen, en die op zijn beurt gaat contracteren met anderen, zal zich moeten beroepen op het algemeen verbintenissenrecht 245. Voorts beschikt de auteur bij het contracteren in principe over twee manieren om over zijn rechten te beschikken: hij kan ze overdragen of in licentie geven (supra). In dit hoofdstuk spreken in beide gevallen gemakkelijkheidhalve enkel over een overdracht. Wanneer een overdracht plaatsvindt gaan de rechten over in het vermogen van contractpartij van de auteur of uitvoerder. Een rechthebbende kan er echter ook voor kiezen om minder ver te gaan, en een licentie of gebruiksrecht aan zijn contractpartner toe te staan, al dan niet op exclusieve basis. In dat geval blijft hij de eigenaar (supra). Tenslotte dient men in het achterhoofd te houden dat de algemene bepalingen inzake auteurscontracten enkel van toepassing zijn op overeenkomsten m.b.t. de vermogensrechten van de auteur. Nochtans beweren sommige auteurs dat ze ook toepasbaar zijn op overdrachten van morele rechten (infra) 1.1. Een volledige of gedeeltelijke overdracht In art. 3 AW wordt gesteld dat de vermogensrechten vatbaar zijn voor gehele of gedeeltelijke overdracht 246. De auteur kan dus zelf beslissen of hij één, meerdere of alle vermogensrechten overdraagt. Daarbij is hij niet verplicht om zich het bezit van zijn andere rechten uitdrukkelijk voor te 242 F. BRISON, Naburige rechten, in F. GOTZEN (ed.), Belgisch auteursrecht van oud naar nieuw, Brussel, Bruylant, 2001, 375. Dit was een bewuste keuze van de wetgever, zie Verslag DE CLERQ, 224. Zie art. 3, 1, lid 4 AW. 243 T. VAN EMELEN, H. DEKEYSER, E. WERKERS, Podiumkunsten digitaal ontsluiten, Brussel, Vlaams Theater Instituut, 2008, Voorz. Rb. Brussel 23 oktober 2001, AM 2003, 56; Brussel 25 september 1997, Ing.-Cons. 1997, 346 en Voorz. Rb. Brussel 16 oktober 1996, AM 1996, 426 en RIDA 1997, nr. 172, Zie hierover H. VANHEES, Auteurscontracten en de problematiek inzake werken gemaakt in opdracht of in uitvoering van een arbeidsovereenkomst of statuut, in F. GOTZEN (ed.), Belgisch auteursrecht van oud naar nieuw, Brussel, Bruylant, 1996, , nrs. 17 en 18; F. BRISON en B. MICHAUX, De nieuwe auteurswet, RW , Wat hier geschreven wordt m.b.t. de overdracht van rechten, geldt ook voor de verlening van licenties. 34

35 behouden 247. Het feit dat aan overdracht van een deel van de exploitatierechten niet automatisch de overdracht van de andere rechten met zich meebrengt, werd reeds meermaals door de rechtspraak bevestigd 248. De auteur kan ook slechts één of bepaalde exploitatiewijzen overdragen, zonder dat dit automatisch de overdracht van de andere exploitatiewijzen tot gevolg heeft. Zo oordeelde het Hof van Cassatie In een arrest van 11 mei 1998 dat het enkele feit dat de maker van een muziekwerk toelating verleent tot het reproduceren van zijn werk op een drager met het oog op het commercialiseren ervan, houdt niet in dat de auteur aan de verkoper van de muziekdrager het recht verleent om in de ruimte die bestemd is voor de verkoop, zijn werk openbaar uit te voeren, ook al geschiedt die uitvoering met het doel de verkoop van de muziekdrager te bevorderen Een geschrift als bewijs Daarnaast maakte de wetgever van een geschrift geen geldigheidsvereiste voor de overdracht 250, maar wel een bewijsregel 251. Auteurscontracten kunnen dus zonder problemen mondeling worden overeengekomen, maar indien er discussie ontstaat omtrent het bestaan of de draagwijdte van de overeenkomst, zal de persoon die beweert rechten te hebben ontvangen, dit moeten bewijzen met een geschrift 252. Zowel papieren als elektronische documenten worden daarbij aanvaard 253. Het Hof van Cassatie bevestigde in 2010 uitdrukkelijk dat ook t.a.v. uitvoerende kunstenaars ieder contract schriftelijk moet bewezen worden De specifiëringsplicht Verder vraagt art. 3, 1, lid 4 AW dat voor elke exploitatiewijze de vergoeding voor de auteur, de reikwijdte en de duur van de overdracht uitdrukkelijk worden bepaald. Zoals gezegd hoeft dit niet te gebeuren in contracten met uitvoerende kunstenaars. Het contract moet om te beginnen een duidelijke opsomming bevatten van de precieze exploitatiewijzen waarover wordt gecontracteerd. Clausules zoals hierbij wordt het reproductierecht overgedragen of hierbij wordt het auteursrecht overgedragen zijn niet geldig. Een exploitatiewijze kan worden omschreven als het recht om een auteursrechtelijk beschermd werk op een bepaalde nauwkeurig omschreven, concrete, op zich staande, technisch en economisch zelfstandige wijze te exploiteren 255. Zo kunnen muziekwerken bijvoorbeeld geëxploiteerd worden via het internet, radio, televisie en films. Vervolgens moet per exploitatiewijze uitdrukkelijk een vergoeding worden vastgelegd. Deze bepaling sluit niet uit dat een auteur niet betaald wordt 256, zolang dit maar uitdrukkelijk vermeld wordt in de 247 H. VANHEES, Commentaar bij art. 3 Auteurswet 1994, OHRA 2008, afl. 43, Cass. 13 februari 1941, Arr. Verbr. 1941, 28; Cass. 11 november 1943, Arr. Verbr. 1944, 20; Cass. 25 juni 1982, Arr. Cass , 1347; Cass. 30 juni 2000, IRDI 2001, 19 en AM 2001, 233; Brussel 9 mei 1953, Ing. Cons. 1953, Cass. 11 mei 1998, RW , 713, noot H. VANHEES en AM 1998, 224, noot N. IDE en A. STROWEL. 250 Zie ook in deze zin: Gent 5 september 2002, RW , 1304, noot H. VANHEES (i.v.m. werken gemaakt in opdracht); Brussel 4 oktober 2001, AM 2002, 419; Brussel 25 september 1997, Ing.-Cons. 1997, 346; Voorz. Rb. Brussel 23 oktober 2001, AM. 2003, 56 (waarin ook onderstreept wordt dat de AW het geschrift als bewijsmiddel enkel vereist, wanneer tegen de auteur bewezen moet worden). 251 F. BRISON en B. MICHAUX, De nieuwe auteurswet, RW , 525; A. STROWEL en B. STROWEL, La nouvelle législation belge sur le droit d auteur, JT 1995, Brussel 4 oktober 2001, AM 2002, 419; Brussel 25 september 1997, Ing. Cons. 1997, 346; Voorz. Rb. Brussel 23 oktober 2001, AM 2003, 56; Voorz. Rb. Brussel 8 juli 2002, AM 2004, T. VAN EMELEN, H. DEKEYSER, E. WERKERS, Podiumkunsten digitaal ontsluiten, Brussel, Vlaams Theater Instituut, 2008, Cass. 14 juni 2010, IRDI 2011, 147, noot K. ROOX. 255 H. VANHEES, Commentaar bij art. 3 Auteurswet 1994, OHRA 2008, A. STROWEL en B. STROWEL, Titularité et règles contractuelles dans le domaine du droit d auteur et des programmes d ordinateur, DAOR 1995, nr. 34, 65; A. STROWEL en B. STROWEL, La nouvelle législation belge sur le droit d auteur, JT 1995,

36 overeenkomst, per opgesomde exploitatiewijze 257. Indien er wel een vergoeding wordt afgesproken, kunnen partijen vrij de hoogte en de aard ervan (forfaitair en/of proportioneel) bepalen. Ten derde moet voor iedere exploitatiewijze afzonderlijk worden aangegeven wat de duur is van de overdracht of de licentie. Dat kan door te bepalen dat de rechten slechts worden verleend voor een aantal jaren of voor een beperkt aantal exploitatiehandelingen, bv. voor het vervaardigen van exemplaren van een cd. Tot slot menen bepaalde auteurs, waaronder BRISON en MICHAUX, A. en B. STROWEL dat ook de geografische ruimte waarvoor de rechten worden verleend, per opgesomde exploitatiewijze moet worden vermeld 258. Ze leiden dit af uit de bewoording dat de reikwijdte van de overdracht uitdrukkelijk moet worden bepaald 259. VANHEES is daarentegen van opvatting dat aan het begrip reikwijdte deze betekenis niet gegeven mag worden 260. Hij stelt dat wanneer artikel 3 1 vierde lid A.W. bepaalt dat voor elke exploitatiewijze de reikwijdte van de overgedragen rechten uitdrukkelijk moet worden bepaald, deze bepaling in feite een specificeringsplicht invoert. Zij vereist dat, wanneer men rechten wil verlenen om een auteursrechtelijk beschermde creatie te exploiteren, in de overeenkomst zeer precies moet worden aangeduid i.v.m. welke exploitatiewijzen wordt gecontracteerd 261. Art. 3, 1, lid 4 AW is van dwingend recht. Auteurscontracten die geen bepalingen bevatten m.b.t. vergoeding, reikwijdte en duur van de overdracht zijn bijgevolg nietig. Wordt daarentegen niet elke exploitatiewijze waarover gecontracteerd wordt, uitdrukkelijk opgesomd, of wordt daarbij niet de duur van de overeenkomst is of welke vergoeding de auteur verkrijgt, dan zijn de betreffende clausules nietig. Het betreft slechts een relatieve nietigheid, die enkel door de beschermde partij, nl. de auteur, kan worden ingeroepen 262. De rechter kan de nietigheid dus niet uit eigen beweging uitspreken Interpretatieregels Art. 3 AW bevat ook twee belangrijke interpretatieregels. Een eerste voor de hand liggende regel houdt in dat wanneer een materiële drager waarin een auteursrechtelijk werk vervat ligt (bv. een cd die wordt verkocht) wordt overgedragen, de verkrijger van de drager niet in het bezit komt van enig auteursrecht op het werk 263. Aangenomen kan worden dat deze regel ook van toepassing is op andere handelingen dan overdracht, bv. verhuur 264. Een tweede interpretatieregel bepaalt dat de clausules in auteurscontracten restrictief moeten worden geïnterpreteerd 265. Dit principe werd reeds lang gehanteerd in de rechtspraak 266 en de rechtsleer 267, alvorens het in de wet werd opgenomen. Krachtens deze regel moet de auteur worden geacht zo weinig mogelijk rechten te hebben overgedragen wanneer er betwisting bestaat omtrent de draagwijdte van het auteurscontract 268. Rijst bv. de vraag of de auteur zijn rechten heeft overgedragen, dan wel in licentie heeft gegeven, dan gaat men ervan uit dat hij enkel een 257 F. BRISON en B. MICHAUX, De nieuwe auteurswet, RW , Zij leiden dit af uit de parlementaire voorbereiding van de wet, zie Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door de heer DE CLERCQ (hierna Verslag DE CLERCQ), Parl. St. Kamer, , nr. 473/33, F. BRISON en B. MICHAUX, l.c., 526; A. STROWEL en B. STROWEL, Titularité et règles contractuelles dans le domaine du droit d auteur et des programmes d ordinateur, DAOR 1995, 66; A. STROWEL en B. STROWEL, "La nouvelle législation belge sur le droit d'auteur", JT, 1995, H. VANHEES, Commentaar bij art. 3 Auteurswet 1994, OHRA 2008, afl. 43, H. VANHEES, Commentaar bij art. 3 Auteurswet 1994, OHRA 2008, afl. 43, A. STROWEL en B. STROWEL,, "La nouvelle législation belge sur le droit d'auteur", JT, 1995, Art. 3, 1, lid 3, tweede zin AW. 264 Verslag DE CLERCQ,119 en Art. 3, 1, lid 3, eerste zin AW 266 Cass. 13 februari 1941, Pas. 1941, 40; Cass. 11 november 1943, Pas. 1944, I, 47; Brussel 9 mei 1953, Ing. Cons., 1953, 193; Rb. Brussel 4 april 1973, RW, , 2340; Brussel 21 juni 1988, JLMB 1989, F. VAN ISACKER, De exploitatierechten van de auteur, Brussel, Larcier, 1963, nr Zie o.a. Brussel 18 september 1998, AM 1999, 60, noot V. CASTILLE; Brussel 29 november 2000, IRDI 2001, 145; Voorz. Rb. Brussel, 24 september 2001, AM 2002, 357, noot. 36

37 gebruiksrecht heeft verleend. Is langs de andere kant niet duidelijk of de verleende licentie al dan niet exclusief is, dan zal men aannemen dat het om een niet-exclusieve licentie gaat. In feite wordt de rol van deze laatste regel beperkt door de wettelijke specifiëringsplicht. Toch blijft hij van belang, namelijk in het geval een auteurscontract de exploitatiewijzen opsomt op een manier die vrij algemeen is, onduidelijk, of voor verschillende uitleg vatbaar De exploitatieplicht De medecontractant van de auteur heeft een zekere exploitatieplicht 270. De wet vereist namelijk dat hij het werk moet exploiteren overeenkomstig de eerlijke beroepsgebruiken. Deze gedragsnorm legt in feite een algemene zorgvuldigheidsplicht op aan de verkrijger van de rechten: hij moet er op een correct, loyale wijze mee omgaan 271. Daarbij kan rekening worden gehouden met een aantal omstandigheden zoals de eigenheid van zijn activiteiten, de marktomstandigheden en het doel van de overeenkomst 272. Wanneer de verkrijger niet of niet tijdig overgaat tot het exploiteren van het werk, kan volgens VANHEES de ontbinding van het auteurscontract worden gevorderd 273. Volgens A. en B. STROWEL heeft de niet-exploitatie de nietigheid van de overdracht van de rechten tot gevolg Contracteren over toekomstige werken De Auteurswet laat contracteren over toekomstige werken toe, voor zover de auteur daarbij slechts gebonden wordt voor een beperkte tijd en een bepaald genre van werken 275. Wat onder genre moet worden verstaan, is niet heel duidelijk. Volgens VANHEES dient het soort van toekomstige werken zeer nauwkeurig te worden aangeduid 276. Algemene begrippen als muziekwerken of werken van letterkunde volstaan dus niet. Voor hof van beroep van Brussel volstaat het dat men onderscheidt of de overeenkomst van toepassing is op klassieke muziek, dan wel op de restcategorie van de lichte muziek 277. Clausules m.b.t. toekomstige werken die niet specifiek genoeg zijn, worden gesanctioneerd met relatieve nietigheid. Ook een beperkte tijd is ook een begrip met onduidelijke draagwijdte. Het is mogelijk dat de duur van de verbintenis van de auteur niet nauwkeurig is vast te stellen, bv. wanneer een muzikant zich ertoe verbindt om voor zijn drie volgende albums samen te werken met dezelfde uitgever of platenmaatschappij. Dat mag er echter niet toe leiden dat een auteur zich in feite voor onbeperkte duur verbindt, bv. wanneer de artiest gemiddeld tien jaar nodig heeft om een album te maken. In dat geval kan hij na een redelijke termijn eenzijdig een einde maken aan de overeenkomst Contracteren over toekomstige exploitatievormen Toekomstige werken mogen niet verward worden met toekomstige exploitatievormen. Overeenkomsten die betrekking hebben op exploitatievormen die nog onbekend zijn op het moment van de contractsluiting, zijn nietig 279. Wanneer nieuwe technologieën opduiken om werken de kopiëren en openbaar te maken, zal de auteur opnieuw zijn toestemming moeten verlenen indien men zijn werk ook via deze nieuwe kanalen wil exploiteren H. VANHEES, Commentaar bij art. 3 Auteurswet 1994, OHRA 2008, afl. 43, Art. 3, 1, vijfde lid AW. 271 H. VANEES, Art. 3 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, H. VANHEES, Commentaar bij art. 3 Auteurswet 1994, OHRA 2008, afl. 43, H. VANHEES, Commentaar bij art. 3 Auteurswet 1994, OHRA 2008, afl. 43, A. STROWEL en B. STROWEL, "La nouvelle législation belge sur le droit d'auteur", JT, 1995, Art. 3, 2 AW. 276 Verslag DE CLERCQ, Brussel 29 april 2003, AM 2003, H. VANHEES, Commentaar bij art. 3 Auteurswet 1994, OHRA 2008, Art. 3, 1, laatste lid AW. 280 T. VAN EMELEN, H. DEKEYSER, E. WERKERS, Podiumkunsten digitaal ontsluiten, Brussel, Vlaams Theater Instituut, 2008,

38 Verder is het evenzeer verboden te contracteren over exploitatievormen die al bestaan of voorzienbaar zijn, maar die de auteur nog niet kent omdat ze in de praktijk nog niet toepasbaar of nog niet algemeen bekend zijn Contracteren over de morele rechten Over de vraag of de in art. 3 AW vervatte regels m.b.t. auteurscontracten ook van toepassing zijn op contracten over morele rechten (infra), bestaat geen eensgezindsheid. VANHEES is de mening toegedaan dat deze regels enkel toepasbaar zijn op contracten over vermogensrechten 282. A. en B. STROWEL, BRISON en MICHAUX zijn anderzijds van oordeel dat sommige algemene regels wel gelijk gelden voor overdrachten van morele rechten 283, zoals de restrictieve interpretatie van het contract, en het feit dat niet gecontracteerd kan worden m.b.t. onbekende exploitatievormen 284. In ieder geval is het zo dat men algemeen aanvaardt dat een auteur kan contracteren over zijn persoonlijkheidsrechten, hoewel die in principe onvervreemdbaar zijn 285. Als de auteur een duidelijk en overzichtelijk beeld krijgt van de handelingen die hij toestaat, en hij er dus de draagwijdte en de gevolgen van kan inschatten, is een overeenkomst met betrekking tot zijn morele rechten mogelijk. Een welomschreven toestemming voor een actuele uitoefening van een moreel recht is m.a.w. wel degelijk geldig 286. Dit wordt a contrario afgeleid uit art. 1, 2, lid 2 AW. Dit artikel bepaalt dat de globale afstand van de toekomstige uitoefening van de morele rechten nietig is. Enkel wanneer een contractant de auteur op voorhand en zonder precisering van deze fundamentele rechten zou beroven, geldt het principe van de onvervreemdbaarheid. GOTZEN wijst erop dat men zou kunnen stellen dat het verkopen van een moreel recht niet mogelijk is, maar het in licentie geven wel 287. Het recht op bekendmaking Concreet betekent het voorgaande dat een muziekauteur ervoor kan kiezen iemand contractueel het recht te verlenen zijn nieuwste nummers bekend te maken door ze op een bepaalde manier voor de eerste maal publiek te maken. Dit kan bijvoorbeeld door een release party te organiseren voor dit nieuwe album. Wat niet wordt aanvaard is een overeenkomst waarin de auteur zich ertoe verbindt om zijn werk nooit openbaar te maken 288. Het recht op naamsvermelding Wat het recht op naamsvermelding betreft, kan de auteur akkoord gaan dat een bepaald werk (een nummer of album) wordt bekendgemaakt onder een pseudoniem, of onder de naam van een andere artiest 289. Wat hij niet kan doen, is zich ertoe verbinden om nooit zijn eigen muziek onder zijn eigen naam uit te geven. 281 F. BRISON en B. MICHAUX, De nieuwe auteurswet, RW , H. VANHEES, Commentaar bij art. 3 Auteurswet 1994, OHRA 2008, A. STROWEL en B. STROWEL, Titularité et règles contractuelles dans le domaine du droit d auteur et des programmes d ordinateur, DAOR 1995, 64; F. BRISON en B. MICHAUX, De nieuwe auteurswet, RW , H. VANEES, Art. 3 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Art. 1, 2, lid 1 AW. 286 Verslag DE CLERCQ, Parl. St. Kamer, 473/33, B.Z.91/92, F. GOTZEN, Art. 1 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, F. GOTZEN, Art. 1 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Zo schreef Emiliana Torrini het bekende nummer Slow, gezongen door Kylie Minogue. Zie 38

39 Het recht op eerbied Tenslotte kan de auteur ook zijn recht op eerbied contractueel aan banden leggen en instemmen met bepaalde bewerkingen van zijn nummer. Dat is het geval wanneer men bv. een remix wil maken, wanneer men de tekst wil wijzigen of vertalen, of wanneer men een andere versie van het nummer wil maken 290. Eventueel kan de auteur zelfs achteraf instemmen 291. Hij kan evenwel nooit afwijken van de harde kern van het integriteitsrecht: hij kan zich steeds verzetten tegen de misvorming, verminking of andere wijziging van zijn werk enerzijds en elke andere aantasting van zijn werk die zijn eer of reputatie kunnen schaden anderzijds (supra). 2. Collectieve beheersvennootschappen 2.1 De beheersvennootschap als noodzakelijke tussenschakel Zodra de spreekwoordelijke bal aan het rollen gaat voor een muziekauteur, een uitvoerende kunstenaar of een platenproducent, duikt bijna onvermijdelijk hun eerste belangrijke contractpartner op: de beheersvennootschap. Die vormt in veel gevallen een noodzakelijke tussenschakel tussen de rechthebbende en gebruiker 292. In de huidige samenleving blijkt het immers vaak onbegonnen werk voor de auteur, uitvoerder of de producent om zelf te achterhalen waar en wanneer hun werk of prestatie wordt gebruikt, laat staan om met iedere gebruiker een aparte een vergoeding te onderhandelen. Omgekeerd kan men niet van de muziekgebruikers verwachten dat ze voor ieder nummer de rechthebbenden gaan opsporen om voorafgaand hun goedkeuring te vragen 293. Bovendien verplicht de wetgever het collectief beheer van de rechten van een aantal exploitatievormen. Het betreft hier de doorgifte via de kabel, het kopiëren voor eigen gebruik van geluidswerken en van audiovisuele werken (de thuiskopie), de reprografie, de openbare uitlening evenals de uitzending en de mededeling van een prestatie op een voor het publiek toegankelijke plaats (de billijke vergoedingsregeling). Zoals reeds is gebleken vormen elk van deze exploitatiewijzen een wettelijke uitzondering op de exclusieve rechten van de auteur, de uitvoerende kunstenaar en de producent. Enkel de doorgifte via de kabel kwam nog niet aan bod 294. Daaronder verstaat men de gelijktijdige, ongewijzigde en integrale doorgifte, d.m.v. een kabel of microgolfsysteem, aan het publiek, van een eerste uitzending, al dan niet via de ether of per satelliet, van een televisie- of radioprogramma dat bestemd is voor ontvangst door het publiek 295. Voor deze verplicht collectief te beheren rechten heeft de wetgever een vermoeden van overdracht van de rechten ten gunste van de beheersvennootschappen ingesteld, of van rechtswege aan de beheersvennootschap het monopolie toegekend met het oog op de inning en de verdeling van de rechten op vergoeding 296. Niet alle rechthebbenden zijn echter gelukkig met dit systeem. Ze zijn van oordeel dat afzonderlijke onderhandelingen hun belangen beter zouden behartigen Dit laatste gebeurde onlangs toen de Belgische Milow een ingetogen, akoestische versie maakte van het nummer Ayo Technology van 50 Cent en Justin Timberlake, en hiermee wereldwijd succes boekte. 291 A. STROWEL en B. STROWEL, "La nouvelle législation belge sur le droit d'auteur", JT 1995, P. SCHEPENS, Rol en rechtspositie van de auteursvereniging in F. GOTZEN (ed.), Belgisch auteursrecht van oud naar nieuw, Brussel, Bruylant, 2001, D. DENEUTER, De muziekuitgever, Brussel, Poppunt vzw, 2005, Art AW. 295 Art. 116 AW. 296 Art. 53 AW (doorgifte via kabel) en art. 55, 61 en 63 AW (privékopie, reprorafie, leenrecht). 297 T. VAN EMELEN, H. DEKEYSER, E. WERKERS, Podiumkunsten digitaal ontsluiten, Brussel, Vlaams Theater Instituut, 2008,

40 Rechthebbenden blijven natuurlijk wel vrij om zich al dan niet bij één of meerdere beheersvennootschappen aan te sluiten 298. Men kan er dus ook voor opteren om zijn rechten (die niet verplicht collectief moeten worden beheerd) zelf te exploiteren, eventueel via een eigen vereniging of vennootschap. Dat laatste bevestigde de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel in In casu ging het om een werkgever, die zelf rechtstreeks de naburige rechten uitbetaalde aan de musici die hij tewerkstelde. Wel zal de rechthebbende in dat geval een grote hoeveelheid inkomsten mislopen, aangezien de grote beheersvennootschappen exclusieve contracten hebben met de grote gebruikers zoals radio- en televisiezenders (infra). Ook een combinatie van collectief en individueel beheer is mogelijk, nu de wet uitdrukkelijk bepaalt dat de rechthebbende zelf kan kiezen welke categorieën van werken of prestaties hij aan de beheersorganisatie wil toevertrouwen 300. Vandaar dat de statuten van bv. SABAM expliciet de keuze van individueel beheer voorzien: Tenzij uitdrukkelijk voorbehoud in het contract van aansluiting en fiduciaire afstand, bestaat het voorwerp van de afstand uit de rechten op alle (...) categorieën van werken alsook op alle (...) wijzen van exploitatie 301. In België zijn er verschillende collectieve beheersmaatschappijen actief in de muzieksector. Dit werkstuk zal zich toespitsen op de werking van SABAM, PlayRight en SIMIM, die als belangrijkste spelers in de muzieksector de belangen behartigen van resp. de auteurs, de uitvoerende kunstenaars en de producenten (infra). 2.2 De toepasselijkheid van de algemene regels Men kan zich de vraag stellen in welke mate de algemene regels uit art. 3 AW van toepassing zijn op de overeenkomsten die worden gesloten tussen de rechthebbende en de beheersvennootschap. VAN EMELEN, DEKEYSER en WERKERS geven een negatief antwoord op deze vraag 302. Art. 3 AW is naar hun mening niet van toepassing op contracten met beheersvennootschappen, aangezien ze niet instaan voor het exploiteren, maar eerder voor het beheren van rechten. Dat zou betekenen dat collectieve beheersmaatschappijen niet onderworpen zijn aan enige exploitatieplicht, dat hun aansluitingscontracten niet telkens moeten concretiseren welke exploitatiewijze worden overgedragen, dat ze kunnen contracteren m.b.t. toekomstige exploitatievormen, enz. Ook BERENBOOM lijkt deze mening te zijn aangedaan 303. Deze redenering wordt echter betwist in de rechtsleer. VANHEES gaat er van uit dat art. 3 AW wel degelijk van toepassing is op contracten met beheersvennootschappen, aangezien de Auteurswet geen specifieke regels bevat die de toepassing van dit artikel uitsluit voor dergelijke overeenkomsten 304. DE VISSCHER en MICHAUX delen deze overtuiging. Zij gaan er van uit dat de regels in art. 3 AW zijn opgenomen ter bescherming van de auteur, en dat ze aldus van toepassing zijn op eender welke overdracht van rechten C. LIBERT, Art. 66 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Voorz. Rb. Brussel, 17 december 1999, AM 2000, Art. 66, lid 3 AW. 301 Art. 10 Statuten SABAM. Zie ook de Europese Commissie (DG Mededinging), 12 augustus 2002, AM 2005, 388: in een klachtprocedure tegen de Franse tegenhanger van SABAM, SACEM, heeft de Europese Commissie expliciet verwezen naar de statuten van SABAM, toen het oordeelde dat de statuten van SACEM een misbruik van machtspositie zouden kunnen uitmaken indien ze een verbod opleggen om op individuele manier rechten te beheren, door te verplichten om alle rechten die niet door SACEM worden beheerd, aan het beheer van een andere beheersvennootschap toe te kennen. 302 T. VAN EMELEN, H. DEKEYSER, E. WERKERS, Podiumkunsten digitaal ontsluiten, Brussel, Vlaams Theater Instituut, 2008, A. BERENBOOM, Le nouveau droit d auteur et les droits voisins, Brussel, Larcier, 2008, 412; 304 H. VANHEES, Art Auteurswet 1994, OHRA 1998, afl.10, F. DE VISSCHER, F. en B.MICHAUX, Précis du droit d auteur et des droits voisins, Brussel, Bruylant, 2000, nr

41 2.3 De fiduciaire overdracht Wie zich aansluit bij een beheersvennootschap, tekent doorgaans een contract van fiduciaire afstand 306 : zijn exploitatierechten worden overgedragen aan de vennootschap als vertrouwenspersoon, die ze niet zelf zal exploiteren, maar wel zal beheren in het belang van de rechthebbende 307. Zo kan men lezen in de overeenkomst van aansluiting en fiduciaire afstand die auteurs en uitgevers sluiten met SABAM dat de fiduciaire afstand van rechten wordt gedaan met het oog op het collectief beheer ervan (...), zonder dat SABAM zelf enige exploitatiehandeling met betrekking tot deze werken stelt. Daar deze fiduciaire afstand in de eerste plaats afgesloten wordt in het belang van de rechthebbende, zal SABAM alles in het werk stellen om de perceptie en de juiste repartitie van zijn rechten te waarborgen 308. Uit deze laatste zinsnede wordt de aard van de verbintenis die de beheersvennootschap op zich neemt duidelijk. Zowel rechtspraak als rechtsleer zijn het erover eens dat het om een inspanningsverbintenis gaat 309. Beheersmaatschappijen moeten de rechten die ze in beheer hebben dus op een normale, voorzichtige manier uitoefenen, maar zijn niet verplicht bepaalde resultaten te bereiken. Het Hof van beroep te Brussel oordeelde bv. dat op SABAM slechts een middelenverbintenis rust om auteursrechten te innen in het buitenland. SABAM is gehouden tot een zekere controle, maar er kan niet van de organisatie worden verwacht dat ze zou nagaan of alle nummers die op buitenlandse radio s worden uitgezonden in de boekhouding van de zusterverenigingen worden opgenomen 310. Het is evenwel aan de leden van de beheersvennootschap om te bewijzen dat de organisatie zich niet heeft gedragen als een normale, voorzichtige en zorgvuldige auteursvereniging 311. Men kan zich verder afvragen of de fiduciaire rechtsoverdracht aan de beheersvennootschap al dan niet exclusief is. Kan de auteur m.a.w. nog beschikken over zijn werk en licenties verlenen nadat hij lid is geworden? Een eerste stroming in de rechtsleer aanvaardt het exclusieve karakter van een aansluiting 312. Dit lijkt volgens VAN EMELEN, DEKEYSER, WERKERS de meest logische opvatting, aangezien niemand meer rechten aan een ander kan overdragen dan hij zelf heeft. (de zgn nemo plus -regel) 313. Een andere stroming maakt een onderscheid tussen de inningsrechten, die exclusief worden overgedragen aan de vennootschap, en de exploitatierechten, die eigendom blijven van de rechthebbende 314. Volgens VANDERPERRE is dit echter een gewrongen constructie die de rechtszekerheid niet in de hand werkt Wettelijke verplichtingen Het valt niet te ontkennen dat de beheersvennootschappen een zekere machtspositie bezitten. Ze bepalen eenzijdig hun tarieven, de berekeningsgrondslag ervan, de wijze van inning en verdeling van de rechten die ze onder hun hoede hebben, en de toelatingsvoorwaarden voor hun leden 316. Om te vermijden dat de vennootschappen misbruik zouden maken van hun monopolie, heeft de wetgever 306 Rb. Brussel 12 maart 1996, onuitg.; Rb. Brussel 26 maart 2004, AM 2004, 263. Zie ook o.a. art. 10 Statuten SABAM. 307 E. DIRIX, B. TILLEMAN en P. VAN ORSHOVEN, De valks juridisch woordenboek, Antwerpen, Intersentia, 2004, 131; A. BERENBOOM, Le nouveau droit d auteur et les droits voisins, Brussel, Larcier, 2008, 432; E. CORNU, L exercice du droit d auteur ou des droits voisins, plus particulièrement par des sociétés de gestion de ces droits, peut il constituer un abus de position dominante, et si oui dans quelles circonstances rapport belge sur la question 3, Ing.Cons. 2003, 44. Zie ook de voorbeeldcontracten op de websites van verschillende beheersvennootschappen zoals SABAM, PlayRight, enz. 308 Standaardformulier overeenkomst van aansluiting en fiduciaire afstand van SABAM, p. 1 en Rb. Brussel 18 mei 2006, AM 2006, 253; Rb. Brussel 26 september 2007, AM 2009, 534, noot. 310 Brussel 18 mei 2006, AM 2006, Rb. Brussel 12 maart 1996, AM 2001, 269, noot F. BRISON. 312 A. BERENBOOM, Le nouveau droit d auteur et les droits voisins, Brussel, Larcier, 2008, T. VAN EMELEN, H. DEKEYSER en E. WERKERS, Podiumkunsten digitaal ontsluiten, Brussel, Vlaams Theater Instituut, 2008, A. BERENBOOM, Le nouveau droit d auteur et les droits voisins, Brussel, Larcier, 2008, 412; Brussel 25 juni 1998, AM, 1999, K. VAN DER PERRE, Het vermoeden van overdracht bij audiovisuele werken, IRDI 2001,

42 hen een reeks verplichtingen opgelegd, die onlangs werden aangescherpt door de Wet van 10 december In de muzieksector zijn voornamelijk de volgende plichten van belang: - De beheersvennootschap mag geen rechthebbenden weigeren, als hun verzoek om lid te worden overeenstemt met de doelstelling en de statuten van de vennootschap De vennootschappen moeten werken met systeem van gescheiden rekeningen, waarbij het eigen vermogen van de beheersvennootschap duidelijk afgescheiden blijft van de sommen die geïnd worden voor rekening van de rechthebbenden De vennootschappen moeten hun tariferingsregels en innings- en verdelingsregels bekendmaken De verdeling moet gebeuren binnen de 24 maanden na inning Rechten die niet kunnen worden toegewezen, moeten worden verdeeld onder de andere rechthebbenden van de betrokken categorie De vennootschappen moeten bepaalde minimuminformatie (bv. de berekening van het verschuldigde bedrag) vermelden op documenten en facturen Overheidscontrole De macht van de beheersmaatschappijen wordt verder ook beperkt door een strenge controle vanwege de overheid. Zo houdt de controledienst van de beheersvennootschappen van auteursrecht van de FOD Economie er toezicht op dat ze de wet, hun statuten, hun tariferings-, innings- en verdelingsregels correct toepassen 324, wat volgens LIBERT neerkomt op een allesomvattend toezicht 325. Sinds kort beschikt de overheid bovendien over een heel arsenaal aan sancties dat ze kan opleggen aan beheersvennootschappen die zich niet aan de regels houden. Vroeger kon ze enkel kiezen tussen het intrekken van de vergunning van de vennootschap, of het instellen van een rechtsvordering. De Wet van 10 december 2009 vergrootte de opties van de overheid aanzienlijk door deze lijst aan te vullen met een waarschuwing, een vordering tot staking, een administratieve sanctie, een minnelijke schikking en zelfs een strafrechtelijke boete 326. Naast dit toezicht door de controledienst wordt de correcte werking van de beheersvennootschappen langs verschillende andere kanalen bewaakt. Zo zijn ze onderworpen aan een revisorale controle van hun financiële situatie en hun jaarrekeningen, en oefenen hun leden ook een interne controle uit. Bovendien hebben rechtszaken die tegen hen worden aangespannen ook een grote impact. Zo werd SABAM in 2012 doorverwezen naar de strafrechter voor het vervalsen van jaarrekeningen, misbruik van vertrouwen en fraude bij de verdeling van auteursrechten X, Beheersvennootschappen auteursrechten, NJW 2010, afl. 215, 54 en F. BRISON, M. JANSSENS, P. MAEYAERT, H. VANHEES, Evoluties binnen het recht van de intellectuele eigendom, IRDI 2011, Art. 65ter, 1, lid 1 AW 319 Art. 65ter, 3, lid 1 AW. 320 Art. 66, 1, lid 1 AW. 321 Art. 66, 2 AW 322 Art. 69, 1, lid 1 AW. 323 Art. 66bis, 1 AW. De minimuminformatie moet bepaald worden door de Koning. Dat is tot op heden evenwel niet gebeurd. 324 Art. 76 AW. 325 C. LIBERT, Art. 76 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Art. 77, art. 77quinquies, 1, art. 78bis AW

43 2.6 Internationale samenwerking Doorgaans maken beheersvennootschappen deel uit van een internationaal netwerk. Op basis van wederkerigheidovereenkomsten spreken ze onderling af dat elke beheersmaatschappij op haar eigen territorium zowel haar eigen repertoire, als dat van haar zustervennootschappen zal vertegenwoordigen 328. Dankzij dit systeem hoeven gebruikers zich maar tot één vennootschap te wenden om toegang te krijgen tot een wereldwijd repertoire. Een organisator van een dansevenement in België zal zich bv. enkel moeten wenden tot SABAM om de nodige toestemming te verkrijgen op vlak van auteursrechten. Wordt er buitenlandse muziek gedraaid, dan stort SABAM een deel van de inkomsten door naar de beheersvennootschap waarbij de buitenlandse artiest is aangesloten. Keerzijde van de medaille is dat internationale exploitanten zoals itunes en Spotify in elk land aparte licenties moeten afsluiten met de lokale beheersvereniging. VAN EMELEN, DE KEYSER en WERKERS stellen terecht dat dit, zeker voor online diensten, leidt tot inefficiëntie, een zware administratieve last en een belemmering van de grensoverschrijdende online diensten 329. Ook uit een studie die in 2005 in opdracht van de Europese Commissie werd uitgevoerd door o.a. HUGENHOLTZ, bleek dat het systeem van territorialiteit stilaan onhoudbaar wordt 330. De Europese Commissie is dan ook voorstander van een koerswijziging naar een one-stop-shop voor online muziekaanbieders: licenties die multiterritoriaal en pan-europees kunnen worden verkregen, waarbij de rechthebbenden en de aanbieders alle vrijheid moeten hebben om zelf te bepalen in welk land en bij welke organisatie zij hun repertoire zullen onderbrengen 331. Op die manieren worden de huidige nationale monopolies opgeheven op online-vlak, zodat ze met elkaar kunnen concurreren. Om deze doelstelling te bereiken heeft de Europese Commissie in 2005 geopteerd voor de zachte aanpak, door via een aanbeveling 332 de lidstaten uit te nodigen tot een regelgevend optreden in deze richting 333. Enkele jaren later, in 2008 vaardigde de Commissie een beschikking uit die de nationale beheersorganisaties verplichtte om clausules in hun wederkerigheidsovereenkomsten te schrappen die een beperking inhielden op het toetreden tot buitenlanse verenigingen, of die de vennootschap een exclusieve vertegenwoordigingsbevoegdheid toekenden. 334 Als gevolg van deze aanpak werden in de loop van 2008 de eerste pan-europese initiatieven op vlak van online muziek genomen. Zo mag SABAM sinds eind 2009 pan-europese licenties verlenen voor het Anglo-Amerikaanse repertoire van Warner/Chappell 335. Deze overeenkomst maakt deel uit van het PEDL-initiatief (Pan-European Digital Licensing) van de platenmaatschappij. Organisaties die zich naast SABAM hebben verbonden aan het PEDL-initatief zijn PRS For Music (UK), STIM (Zweden), SACEM (Frankrijk), SGAE (Spanje), en BUMA/STEMRA (Nederland). 328 HvJ 13 juli 1989, nr. C-395/87 (Tournier t/ Verney), Jur. HvJ 1989, T. VAN EMELEN, H. DEKEYSER, E. WERKERS, Podiumkunsten digitaal ontsluiten, Brussel, Vlaams Theater Instituut, 2008, P. HUGENHOLTZ e.a., The recasting of copyright and related rights for the knowledge economy, Final Report, November 2006, 8, 24, 25, M. KOEDOODER, Artiest en recht, Deventer, Kluwer, 2011, Aanbeveling van de Commissie van 18 mei 2005 betreffende het collectieve grensoverschrijdende beheer van auteursrechten en naburige rechten ten behoeve van rechtmatige online muziekdiensten, Pb. L. 276 van 21 oktober 2005, Daarin stelt de Commissie in overweging 8 van de Aanbeveling: In een tijd waarin muziekwerken online worden geëxploiteerd, hebben de commerciële gebruikers een multiterritoriaal licentiebeleid nodig dat er rekening mee houdt dat de online omgeving geen grenzen kent. Daarom moeten er multiterritoriale licenties komen, zodat enerzijds de rechtszekerheid voor commerciële gebruikers bij de uitoefening van hun activiteiten wordt vergroot en de ontwikkeling van rechtmatige onlinediensten wordt gestimuleerd, en anderzijds de rechthebbenden meer inkomsten krijgen 334 Beschikking van 16 juli 2008 betreffende een procedure op grond van artikel 81 van het EG-Verdrag en artikel 53 van de EER-Overeenkomst. Deze beschikking geldt wel enkel voor zogenaamde nieuwe vormen van exploitatie van muziekrechten, zoals online, via kabel of satelliet, en niet voor de meer traditionele gebruiksvormen. Zie M. VROMANS, Nationale muziekmonopolies doorbroken, Jazzmozaïek 2008, afl. 3, Deze overeenkomst maakt deel uit van het PEDL-initiatief (Pan-European Digital Licensing) van Warner/Chappel. Organisaties die zich naast SABAM hebben verbonden aan het PEDL-initatief zijn PRS For Music (UK), STIM (Zweden), SACEM (Frankrijk), SGAE (Spanje), en BUMA/STEMRA (Nederland). 43

44 Het Europees Parlement houdt er echter een andere zienswijze op na dan de Commissie. Het Parlement is in principe niet tegen de one-stop-shop gedachte 336, maar wijst op het gevaar van overcentralisatie 337. Het EP wil dat wordt voorkomen dat de positie van de populairste auteurs en artiesten sterker wordt ten kosten van de mindere goden, aldus KOEDOODER 338. De kans bestaat namelijk, dat zowel grote gebruikers (zoals itunes), als de belangrijkste rechthebbenden, enkel beroep zullen doen op de beheersmaatschappijen van de grote EU-landen. Daardoor wordt het aanbod van bv. Belgisch repertoire in de ituneswinkel veel lager 339, en zouden de kleinere beheersvennootschappen een aanzienlijk deel van hun inkomsten verliezen. Dit zou leiden tot het snelle verdwijnen van nationale beheersvennootschappen en (...) de culturele verscheidenheid in Europa ondermijnen. In een resolutie van 2004 stelde het Parlement dan ook dat het van cruciaal belang is om elke vorm van exclusieve mandatering tussen grote rechthebbenden en nationale beheersmaatschappijen voor de rechtstreekse inning van royalty's in alle lidstaten te verbieden Muziekuitgave Music is everybody's possession. It's only publishers who think that people own it. - John Lennon. 3.1 De taak van de muziekuitgever Naast de beheersmaatschappijen worden ook muziekuitgevers of publishers dikwijls een bondgenoot van houders van auteursrechten, ditmaal in de enge zin. Muziekuitgavecontracten worden immers enkel gesloten met auteurs. Om de taak van een publisher te omschrijven, is het nuttig om even terug te gaan in het verleden. Zijn plaats in de muziekindustrie heeft immers door de jaren heen een markante evolutie ondergaan 341. De oorspronkelijke taak van een muziekuitgever bestond erin partituren te laten drukken en te verspreiden. Op enkele decennia tijd leidden de ontwikkelingen in de muziektechnologie er echter toe dat de de reproductie en distributie van bladmuziek een bijkomstige bezigheid werd. DENEUTER verkaart waarom: Het ontstaan van nieuwe exploitatievormen van muziek (geluidsdragers, radio, videoclips, ) heeft de rol van de muziekuitgever verbreed: als exploitant van de auteursrechten is de hoofdtaak van de uitgever ervoor te zorgen dat zijn muziekwerken zoveel mogelijk worden uitgevoerd of gereproduceerd 342. De hoofdtaak van de muziekuitgever bestaat erin dat hij de auteursrechten die hij onder zijn hoede heeft zoveel mogelijk moet laat opbrengen. Een goed beeld van zijn concrete taken wordt gegeven op de website van Poppunt VZW: Namens de auteur gaat de publisher op zoek naar artiesten die een liedje willen vertolken. Ook probeert hij andersoortige vormen van exploitatie, bv. het gebruik in reclamefilms en filmsoundtracks, te bewerkstelligen. Als de auteur ook uitvoerende artiest is, dan regelt hij met zijn connecties een platencontract. En ook verderop zorgt hij voor ondersteuning, bv. door te zorgen voor een aantrekkelijk voorprogramma bij een grote act of door een extra promotionele campagne te betalen. Sommige publishers hebben banden met bedrijven die achtergrondmuziek leveren aan de horeca en supermarkten. Dat kan interessante extra inkomsten opleveren. En niet te vergeten: als een bepaald nummer dankzij je publisher op een succesvolle compilatie-cd terecht komt, brengt dit ook aardig wat geld op art. 8 Resolutie. 337 C. LIBERT, Art. 65 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, M. KOEDOODER, Artiest en recht, Deventer, Kluwer, 2011, M. VROMANS, Nationale muziekmonopolies doorbroken, Jazzmozaïek 2008, afl. 3, Art. 7 Resolutie van het Europees Parlement over een communautair kader voor maatschappijen voor collectief beheer op het gebied van auteursrechten en naburige rechten, Pb. L. 16 april 2004, D. DENEUTER, De muziekuitgever, Brussel, Poppunt vzw, 2005, Ibid,

45 De publisher heeft dus vooral een commerciële opdracht. Daarnaast nemen de meeste muziekuitgevers ook een administratieve functie op zich 344. Ze beheren en administreren de auteursrechten door controles uit te voeren op van de afrekeningen van binnen- en buitenlandse beheersvennootschappen, innen de rechten in landen waar geen beheersvennootschappen actief zijn, enz 345. Bepaalde uitgevers gaan zich bovendien mengen in het creatieve proces, en gaan samen met de auteur op zoek naar de juiste medeauteurs, uitvoerende artiesten, producer of platenfirma 346. Ook gebeurt het dat een publisher financiële hulp verleent, en bv. een voorschot geeft om demo s op te nemen. Die stellen hem dan in staat om nummers te promoten bij platenfirma s die voor een bepaalde artiest op zoek zijn naar nieuw materiaal 347. In ruil voor al deze diensten staan rechthebbenden een aanzienlijk deel (vaak 50 %) van hun inkomsten uit auteursrechten af aan de uitgever, soms voor de volledige beschermingsduur van hun rechten (infra). Het is dan ook niet verwonderlijk dat auteurs en uitvoerende kunstenaars steeds de raad krijgen om een publishingdeal goed te overwegen. Nochtans hebben ze niet altijd de vrije keuze om al dan niet samen te werken met een uitgever. Artiesten die een contract bij platenmaatschappij ondertekenen, krijgen immers vaak meteen een andere overeenkomst voorgeschoven om de muziekuitgaverechten onder te brengen bij een met de platenmaatschappij gelieerde muziekuitgeverij 348. Zo zijn platenmaatschappijen EMI en Universal gekoppeld aan EMI Music Publishing en Universal Music Publishing. De drijfveer achter deze praktijk ligt voor de hand. In een periode dat het produceren van een plaat niet zonder risico is, zullen platenfirma s eerder geneigd zijn om in zee te gaan met een artiest wiens werk zij ook kunnen uitgeven, aldus DENEUTER De wettelijke regeling inzake uitgavecontracten Auteurs blijken dikwijls niet opgewassen tegen de grotere economische macht en de contractuele vaardigheden van hun uitgever 350. Daarom werden in de Auteurswet enkele algemene, dwingende bepalingen opgenomen inzake uitgavecontracten (art AW), die niet enkel van toepassing zijn op literaire, maar ook op muzikale of audiovisuele uitgavecontracten 351. De algemene regels inzake auteurscontracten blijven daarnaast onverminderd van toepassing: het contract kan ten aanzien van de auteur enkel schriftelijk bewezen worden 352, de contractsbepalingen met betrekking tot het auteursrecht en de exploitatiewijzen ervan moeten restrictief worden geïnterpreteerd 353, en voor elke exploitatiewijze moeten de vergoeding voor de auteur, de reikwijdte en de duur van de overdracht uitdrukkelijk worden bepaald 354. Bovendien heeft ook de uitgever een wettelijke exploitatieplicht 355. Slechts een deel van de specifieke wetsbepalingen inzage uitgavecontracten is toepasbaar op publishingovereenkomsten. De wet gaat immers nog uit van het traditionele uitgavecontract zoals BRISON en MICHAUX dat beschrijven: de overeenkomst die betreffende de reproductie en de 344 SABAM modelcontract muziekuitgave, art D. DENEUTER, De muziekuitgever, Brussel, Poppunt vzw, 2005, Ibid, G. DE MEYER en A. TRAPPENIERS, De muziekindustrie, een lexicon, Leuven, Acco, 2010, D. DENEUTER, De muziekuitgever, Brussel, Poppunt vzw, 2005, F. GOTZEN, "De uitgaveovereenkomst", AMI, 1982/3, 60, nr P. JEANRAY, "De muziekuitgave-overeenkomst", Mediarecht, losbl., deel Audio, Art. 3, 1, lid 2 AW 353 Art. 3, 1, lid 3 AW 354 Art. 3 1, lid 4 AW 355 Art. 3, 1, lid 4 AW 45

46 distributie van exemplaren van een werk gesloten wordt 356. Muziekuitgevers nemen in de huidige maatschappij echter niet langer de effectieve reproductie voor hun rekening, zoals een uitgever van boeken dat doet, maar hebben de niet-materiële taak gekregen te zorgen voor een optimale exploitatie van de auteursrechten die op erop rusten (supra). Dat maakt dat o.m. de volgende regels niet van toepassing zijn in de muzieksector: - Het uitgavecontract moet bepalen uit hoeveel exemplaren de eerste oplage minimum zal bestaan De uitgever moet de exemplaren van het werk binnen de overeengekomen termijn of, indien deze contractueel niet is vastgelegd, overeenkomstig de eerlijke beroepsgebruiken, (laten) produceren De uitgever kan na afloop van het contract, gedurende drie jaar de exemplaren die hij nog voorradig heeft, blijven verkopen tegen de normale prijs Wanneer de uitgever overgaat tot de volledige vernietiging van de exemplaren, kan de auteur de volledige vernietiging van de overeenkomst vorderen, afgezien van alle andere redenen die de ontbinding van het uitgavecontract rechtvaardigen 360. Regels die wel toegepast kunnen worden op publishingovereenkomsten zijn de volgende: - Wat de vergoeding betreft, moet de uitgever aan de auteur in beginsel een vergoeding uitkeren die in verhouding staat tot zijn bruto-ontvangsten De uitgever kan het contract niet overdragen zonder instemming van de (oorspronkelijke) auteursrechthebbende, tenzij hij tegelijkertijd zijn bedrijf geheel of gedeeltelijk overdraagt Niettegenstaande elke daarmee strijdige overeenkomst, moet de uitgever aan de auteur ten minste één keer per jaar een overzicht bezorgen van hetgeen hij voor elke wijze van exploitatie heeft verkocht, ontvangen en overgedragen In geval van faillissement, gerechtelijk akkoord of in vereffeningstelling van het bedrijf van de uitgever kan de auteur het oorspronkelijke contract onmiddellijk opzeggen via een aangetekende brief De inhoud van het muziekuitgavecontract a. Overzicht van de overgedragen exploitatierechten Het eigenlijke voorwerp van een uitgavecontract is de overdracht van de auteursrechten aan de uitgever op alle muzikale composities van de auteur (exclusiviteitscontract of exclusive agreement) of op één enkel werk (titelcontract of individual song agreement). Daarbij is het van het grootste belang dat deze overdracht of licentie gedetailleerd wordt omschreven met een overzicht van alle verschillende exploitatierechten die worden overgedragen aan de uitgever, en de reikwijdte van deze 356 F. BRISON en B. MICHAUX, "De nieuwe Auteurswet", RW , Art. 25, lid 1 AW. 358 Art. 26, 1, lid 1 en 2 AW. 359 Tenzij de auteur verkiest die exemplaren zelf op te kopen tegen een prijs die, bij gebreke van overeenstemming, vastgesteld wordt door de rechtbank, zie art. 27 AW. 360 Art. 29, lid 1 AW. 361 Art. 26, 2, lid 1 AW. 362 Art. 26, 3 AW. 363 Art. 28, lid 1 AW. 364 Art. 30, lid 1 AW. 46

47 overdracht. Is niet aan de specifiëringsplicht voldaan, dan zal in geval van discussie het contract worden geïnterpreteerd in het voordeel van de auteur, wat wil zeggen dat de rechten die niet naar behoren werden beschreven geacht worden niet te zijn overgedragen (supra) 365. SABAM stelt voor in haar modelovereenkomst voor muziekuitgavecontracten om de volgende rechten in licentie te geven 366 : - de grafische reproductie van het werk onder de vorm van partituren. - de grafische reproductie van het werk of fragmenten van het werk onder afgeleide vorm. - het kopiëren voor eigen gebruik of voor intern gebruik van het werk vastgelegd op grafische of soortgelijke drager. - de mechanische reproductie van het werk op geluidsdragers, met inbegrip van het uitvoeringsrecht en het gebruiksrecht op die dragers. - het kopiëren voor eigen gebruik van het werk vastgelegd op geluidsdrager. - de mededeling van het werk aan het publiek door middel van eender welk procedé. - de verhuring en uitlening, inclusief de openbare uitlening, van het werk vastgelegd op een grafische - of op een geluidsdrager. - het reproduceren en het meedelen aan het publiek van het werk online. b. Duur en territorium De termijn gedurende dewelke de rechten worden overgedragen varieert. Dikwijls vraagt de uitgever een overdracht voor de volledige beschermingsperiode van de auteursrechten. Dat is ook de standaardregeling die SABAM voorstelt in haar modelcontract voor muziekuitgave 367. Ook een tussenoplossing is mogelijk, waarbij men voorziet dat indien het werk gedurende een bepaalde periode geen inkomsten genereert, de rechten op dit werk terugkeren naar de auteur 368. c. Verplichtingen van de auteur Beide partijen hebben bepaalde verplichtingen, die best expliciet worden opgenomen in de muziekuitgeve-overeenkomst. De auteur staat er in de eerste plaats borg voor dat hij gerechtigd is tot de overdracht. Dat betekent, zoals DENEUTER aanhaalt, dat hij enerzijds garandeert dat hij zijn rechten niet eerder aan een derde overdroeg of zal overdragen, en dat anderzijds het werk van zijn hand is 369. Hij moet de uitgever dus ook waarborgen dat zijn werk geen rechten van derden schendt. Als m.a.w. blijkt dat hij plagiaat heeft gepleegd, dan zal hij de uitgever moeten vergoeden voor de geleden schade. De uitgever langs de andere kant, engageert zich meestal om de muziek te administreren en te exploiteren. Zijn exploitatieverbintenis kan twee vormen aannemen: een inspanningsverbintenis waarbij de uitgever zich ertoe verbindt voldoende inspanningen te leveren om exploitatie te bewerkstelligen, of een resultaatsverbintenis, waarbij de overeenkomst de uitgever een bepaald te 365 Art. 3, 1, lid 5 A.W Art. 15 SABAM modelcontract muziekuitgave, 368 D. DENEUTER, De muziekuitgever, Brussel, Poppunt vzw, 2005, Ibid,

48 behalen resultaat oplegt (bv. de commerciële release op geluidsdrager bewerkstelligen). Het zal niet verbazen dat in het merendeel der gevallen het uitgavecontract het op een inspanningsverbintenis houdt. In dat geval is het raadzaam te voorzien hoe de auteur de uitgever kan aanmanen indien deze inspanningen niet worden geleverd, waarschuwt DENEUTER 370. d. Verdeling van de rechten Het contract legt de verdeling vast van de opbrengsten die de exploitatie van het werk met zich zal meebrengen. Die zijn onder te verdelen in twee categorieën: - de uitkering van rechten via collectief beheer (uitvoeringsrechten en reproductierechten). - de uitkering van rechten door de uitgever 371. De beheersvennootschap, in België SABAM, keert de rechten uit de eerste categorie rechtstreeks uit aan de auteur en de uitgever conform de verdeelsleutels die worden opgenomen in het contract. De standaardverdeling tussen auteur en publisher is een fifty-fifty royalty-split, conform het Algemeen Reglement van SABAM (zie bijlagen) 372. Een aanzienlijk deel van exploitatieinkomsten dus. Er zijn echter andere regelingen mogelijk naargelang de precieze functie van de muziekuitgever. Als de auteur zelf bijvoorbeeld veel contacten aanbrengt, of zelf een platendeal meebrengt, kan hij een kick-back vragen: de publisher zal dan een deel van zijn ontvangen aandeel terugstorten aan de auteur. Sommige contracten voorzien een sliding scale, een vergoeding die varieert naarmate de inkomsten die het werk genereert: hoe meer inkomsten, hoe groter het aandeel van de auteurcomponist zal zijn in de totale rechten 373. De auteur heeft in elk geval altijd recht op minimum 50% van de auteursrechten, en de componist en de tekstdichter krijgen elk evenveel 374. Hij kan zijn inkomsten controleren a.d.h.v. de repartitiestaten die hij rechtstreeks van de de beheersmaatschappij ontvangt. Daarnaast zijn er de auteursrechten die de uitgever krachtens het contract gerechtigd is om zelf te innen; o.a. de exploitatierechten van het werk op het grondgebied waar collectief beheer onbestaande is 375. Art. 28, lid 1 AW verplicht de uitgever wat deze rechten betreft om de auteur tenminste eenmaal per jaar een overzicht te verstrekken van de door hem gerealiseerde verkoop en inkomsten, per exploitatiewijze (supra). e. Bewerking of adaptatie De auteur behoudt in ieder geval zijn morele recht op integriteit (supra). Daarom is het nuttig om, zoals SABAM voorstelt, een clausule in deze aard te voorzien in het uitgavecontract: In geval van bewerking of adaptatie verbinden de auteur en de uitgever zich ertoe om voor deze bewerking of adaptatie een nieuwe uitgaveovereenkomst af te sluiten 376. Bovendien bepaalt art. 17 AW expliciet dat audiovisuele adaptaties (bewerken van de muziek als bijdrage in bv. een film) niet in het uitgavecontract begrepen zijn, maar via een nieuwe overeenkomst moeten worden geregeld. Het kan nuttig zijn een expliciet voorbehoud te maken m.b.t. deze rechten, hoewel dat strikt gezien niet nodig is (supra). Het modeluitgavecontract van SABAM bepaalt expliciet dat, behoudens andere 370 D. DENEUTER, De muziekuitgever, Brussel, Poppunt vzw, 2005, De laatste jaren is bv. een tendens merkbaar waarin publishers hun online auteursrechten weghalen bij de beheersvennootschappen en zelf gaan beheren. 372 Dit houdt in dat 6/12 van de opbrengsten uit mechanische reproductierechten en 50% van de opbrengsten uit uitvoeringsrechten moeten worden afgestaan aan de publisher. 373 D. DENEUTER, De muziekuitgever, Brussel, Poppunt vzw, 2005, G. DE MEYER en A. TRAPPENIERS, De muziekindustrie, een lexicon, Leuven, Acco, 2010, Art. 10 SABAM modelcontract muziekuitgave. 376 Art. 6 SABAM modelcontract muziekuitgave. 48

49 schriftelijke overeenkomst, de licentie niet geldt voor de volgende exploitatiewijzen die aan de persoonlijkheidsrechten van de auteur raken (supra): - de synchronisatie van het werk (het gebruik van de muziek in combinatie met beelden, bv. in een film) voor eender welk doel, reclamedoeleinden inbegrepen. - het gebruik van het werk of een gedeelte of een fragment van het werk aan de hand van eender welke merchandisingtechniek. - de vertaling van het werk. - de bewerking van het werk. - het gebruik van het werk onder de vorm van parodie, pastiche of karikatuur. - het gebruik van het werk onder de vorm van ringing tunes. - het gebruik van het werk onder de vorm van premium (als geschenk bij een ander product om publicitaire redenen). Als uitgever en auteur overeenkomen dat een bewerking op de muziek wordt toegestaan, en de uitgever een creatieve inbreng doet in deze bewerking, zal hij bovenop zijn aandeel in de auteursrechten in hoedanigheid van uitgever, eveneens een aandeel genieten in de hoedanigheid van hetzij co-auteur, hetzij bewerker of adaptator. f. Co- of sub-uitgave Het is verder mogelijk dat de publisher wenst samen te werken met één of meerdere andere uitgevers. In dat geval neemt hij best een clausule op die hem dat recht geeft. Hij kan zijn contract immers niet zonder toestemming overdragen (supra). Men spreekt van co-publishing wanneer meerdere uitgevers werkzaam zijn op hetzelfde grondgebied. Daarvan kan sprake zijn wanneer wanneer de tekstdichter en de componist elk hun rechten hebben afgestaan aan een verschillende muziekuitgever 377. Een sub-uitgever zal de originele uitgever vertegenwoordigen in een ander gebied. Aangezien in geval van co- of sub-uitgave de auteursrechten moeten worden verdeeld tussen drie of meer partijen, stelt zich de vraag naar de verdelingssleutel. Een clausule zal moeten bepalen of, en in welke mate, de auteur ermee instemt dat zijn auteursaandeel vermindert wordt indien een andere uitgever tussenkomt 378. SABAM beveelt echter aan om te stipuleren dat de co- of sub-uitgever uitsluitend kan worden vergoed met een aandeel in de rechten die krachtens de oorspronkelijke uitgaveovereenkomst aan de uitgever worden toegekend. Het aandeel van de auteur blijft ongewijzigd 379. g. Het optierecht Tot slot voorzien sommige uitgavecontracten in een optie, die de publisher de rechten doet verkrijgen op één of meerdere toekomstige werken. Dat is mogelijk aangezien de Auteurswet contracteren over 377 Een ander scenario is dat waarin succesvolle artiesten, die beschikken over hun eigen muziekuitgeverij, de exploitatie van hun composities op zich nemen, maar de administratie ervan uitbesteden aan een grote muziekuitgeverij. Zie G. DE MEYER en A. TRAPPENIERS, De muziekindustrie, een lexicon, Leuven, Acco, 2010, D. DENEUTER, De muziekuitgever, Brussel, Poppunt vzw, 2005, Art. 16, lid 3 modelcontract muziekuitgave SABAM.. 49

50 toekomstige werken toelaat, voor zover de auteur slechts gebonden wordt voor een bepaalde tijd en een bepaald genre (supra). DENEUTER acht een dergelijk optierecht verdedigbaar, wanneer de uitgever bv. bereid was een risico te nemen of specifieke investeringen te doen 380. Ook SABAM s modelovereenkomst bevat een optierecht voor de uitgever: De auteur biedt aan de uitgever een exclusief voorkeurrecht voor de uitgave van alle door de auteur creëerde nieuwe werken van hetzelfde genre. Gedurende een periode van (...) zal de auteur de werken die hij tijdens deze periode heeft gecreëerd bij voorrang aan de uitgever voor uitgave aanbieden D. DENEUTER, De muziekuitgever, Brussel, Poppunt vzw, 2005, Art. 17, lid 1 en 2 modelcontract muziekuitgave SABAM. 50

51 DEEL IV. Collectief rechtenbeheer Inleiding In het vierde en laatste deel gaan we na hoe het collectief beheer van de auteurs- en naburige rechten in de praktijk gebeurt. Aangezien het in het kader van deze masterproef te ver zou leiden om elke exploitatiewijze te onderzoeken, beperken we ons tot de inning en verdeling van de rechten die de hoogste inkomsten met zich meebrengen. In een eerste hoofdstuk wordt onderzocht op welke manier SABAM de auteursrechten van de tekstschrijver en de componist beheert door de inning en de verdeling van het uitvoeringsrecht en het mechanisch reproductierecht voor haar rekening te nemen. Daarna doen we hetzelfde bij PlayRight en SIMIM, de vennootschappen die resp. de uitvoerende kunstenaars en de producenten van fonogrammen vertegenwoordigen. Hun voornaamste taak is het verdelen van de billijke vergoeding. Dat is de financiële compensatie die de wet heeft ingevoerd n.a.v. de uitzondering voor bepaalde secundaire exploitaties (supra). In het derde hoofdstuk tenslotte, nemen we het collectieve beheerssysteem voor de vergoedingsrechten onder de loep. Dit zijn de rechten die de wet invoerde ter compensatie van bepaalde uitzonderingen op het verbodsrecht van de auteurs en de houders van naburige rechten. Zoals reeds is gebleken, onderscheidt de wet vier vergoedingsregimes: - de vergoeding voor de thuiskopie. - de vergoeding voor reprografie (zowel voor privé-doeleinden als in het kader van onderwijs en onderzoek). - de vergoeding voor andere reproducties dan de reprografie en voor mededelingen via gesloten netwerk in het kader van onderwijs of onderzoek. - de vergoeding voor openbare uitlening. Strikt gezien hoort ook de inning van de billijke vergoeding voor secundaire exploitaties hier thuis, maar deze werd reeds in hoofdstuk twee uitvoerig besproken. 1. Het beheer van de rechten van de muziekauteur door SABAM 1.1 Uitvoeringsrechten Een eerste belangrijkste geldstroom voor auteurs komt voort uit hun recht op mededeling of uitvoeringsrecht. Telkens wanneer hun muziek wordt gespeeld voor een publiek hebben ze recht op een vergoeding, tenzij het natuurlijk gaat om een situatie die wordt vernoemd in de uitzonderingsbepalingen van de Auteurswet (supra). a. Twee systemen Het inningssysteem van SABAM valt uiteen in twee grote luiken: individuele en collectieve inningen. De individuele inningen gebeuren wanneer op voorhand bekend is welke muziekwerken zullen worden gebruikt, bv. bij het gebruik ervan in een theatervoorstelling, of het downloaden van een bepaald 51

52 nummer 382. Voor zo n gebruik sluit SABAM specifieke licentiecontracten 383. Het geïnde bedrag wordt rechtstreeks onder de rechthebbenden verdeeld 384. Soms blijkt het echter onmogelijk om op voorhand te weten welke nummers zullen gebruikt worden, wanneer de muziek bv. wordt gebruikt op radio en televisie, als achtergrond in bv. supermarkten, kapperszaken en cafés en in online-toepassingen. Voor deze gebruikers hanteert men een systeem van collectieve inningen: SABAM sluit een algemeen exploitatiecontract met hen, op basis waarvan de auteursrechten forfaitair worden geïnd 385 In ruil daarvoor kan de gebruiker onbeperkt gebruik maken van muziekwerken uit het door SABAM vertegenwoordigde wereldrepertoire 386. Enkel voor online gebruik kan SABAM niet het volledige repertoire in licentie geven, als gevolg van de pan-europese licenties gegeven door beheersvennootschappen uit andere landen (supra). SABAM sluit dergelijke algemene overeenkomstenen met alle grote mediabedrijven in ons land. Een bekend voorbeeld is de exploitatieovereenkomst tussen SABAM en de VRT. Sinds 1999 betaalt de Vlaamse Radio- en Televisieomroep (VRT) jaarlijks één globaal bedrag aan SABAM, in ruil voor een ongelimiteerd muziekgebruik, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt per medium of per net. b. De inning via specifieke licentieovereenkomsten In het individuele systeem spreekt men van gelegenheidsinningen. Deze gebeuren wanneer op voorhand vaststaat welke muziek zal worden gebruikt, of alleszins welke artiesten zullen optreden. Denk maar aan live concerten, fuiven en festivals 387. In zo n geval moet de organisator in elk geval op voorhand een aanvraag doen bij SABAM, op basis waarvan hij een voorlopige berekening krijgt van het te betalen bedrag. Na het evenement moet hij een speellijst indienen met alle nummers die gespeeld werden. Op basis hiervan wordt dan berekend hoeveel effectief zal moeten worden betaald. SABAM hanteert verschillende tarieven voor verschillende soorten evenementen, waaronder fuiven, concerten, festivals, en evenementen in jeugdhuizen. De bedragen zijn doorgaans een berekening op basis van de toegangsprijs en de gesonoriseerde oppervlakte 388. c. De inning via algemene exploitatiecontracten De collectieve inningen op basis van algemene exploitatiecontracten gebeuren op een eenvoudige manier: de muziekgebruiker betaalt jaarlijks een overeengekomen forfaitair bedrag aan SABAM, in ruil voor algemene toegang tot de muziek uit haar databank. Zoals gezegd heeft SABAM een algemeen contract met de grote mediabedrijven in ons land. Daarnaast int SABAM forfaitaire bedragen bij o.m. restaurant, cafés en snackbars, discotheken, winkels, foorreizigers, sportzalen en zwembaden, wachtruimten, parkings, fanfares, hotels, voertuigen met buitenluidsprekers, standhouders op beurzen, dansscholen, bussen, telefonische wachtmuziek, halls & liften, trouwzalen, funeraria en crematoria 389. Ook voor het online gebruik van het repertoire van SABAM moet een bepaald bedrag worden betaald, afhankelijk van de gebruiksdoeleinden. Zo zijn er afzonderlijke licenties voor personen die achtergrondmuziek gebruiken op hun website (voor professionele of privédoeleinden), voor websites waarop muziek kan worden gestreamd ( on demand ) of gedownload, en voor webradio s Art. 33, lid 1 Algemeen Reglement SABAM Art. 30 Algemeen Reglement SABAM. 386 C. LIBERT, Art. 69 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, Zie T. VASTESAEGER, J. MEERS en A. GOOVAERTS, Concerten, fuiven en festivals organiseren: een praktische gids, Brussel, Poppunt vzw, 2010,

53 Tenslotte biedt SABAM ook aan de traditionele radiozenders licentieovereenkomsten aan waarbij de omroep vrij muziek uit haar databank kan putten. Voor gewone FM-uitzendingen, simulcasting en webcasting wordt telkens een aparte vergoeding gevraagd 390. Het potentiële publiek en de zendtijd van de omroep zijn bepalende factoren bij de vaststelling van het te betalen bedrag. Vroeger hield SABAM ook rekening met reclame-inkomsten. Het hof van beroep te Antwerpen tikte hen daarvoor in 1994 echter op de vingers, door erop te wijzen dat er een rechtstreeks verband aanwijsbaar moet zijn tussen enerzijds de inkomsten van de radio, en anderzijds de opgevoerde muziek 391. d. De verdeling Ook wat de verdeling van de uitvoeringsrechten betreft, wordt opnieuw een onderscheid gemaakt tussen collectieve en individuele repartities. De inningen o.b.v. algemene exploitatiecontracten worden verdeeld volgens een puntensysteem dat gebaseerd is op de speellijsten die SABAM ontvangt van radio- en televisiezenders 392. Het aantal punten dat een nummer krijgt, wordt berekend door de duur van de uitzending van het nummer (in seconden) te vermenigvuldigen met het aantal punten wegens het genre van het werk. Zo krijgt de uitzending van klassieke muziek op de radio 6,5 punten per seconde, terwijl muziek in de generiek van een televisiesoap slechts 1 punt per seconde krijgt 393. De meest populaire werken, die het meest werden gedraaid, krijgen dus de grootste bedragen toegekend. (Ook) de rechten verkregen uit individuele inningen worden per exploitatiewijze pro rata verdeeld 394. Als er meerdere rechthebbenden zijn voor één werk, bv. een tekstschrijver en een componist, dan worden de inkomsten verdeeld volgens de verdeelsleutel uit het Algemeen Reglement van SABAM (zie bijlage). Daarin worden de uitvoeringsrechten verdeeld in twaalfden. Zo heeft de auteur van een onuitgegeven muziekwerk recht op 12/12 van de opbrengst. Is er ook een uitgever in het spel, dan ontvangt deze 4/12 van de rechten, de auteur8/12. De onderverdelingen gaan nog verder indien er ook een bewerker of arrangeur werd ingeschakeld. Dat is de persoon die de muziek zo aanvult of verandert dat het werk door zijn creatieve bijdrage een persoonlijke stempel gaat dragen 395. Zo kan een bewerker ervoor zorgen dat een vocaal nummer een exclusief instrumentaal arrangement krijgt voor de opname van de compositie op de soundtrack van een film 396. Ook een producer, die de muzikanten actief begeleidt tijdens de opnames, kan eventueel recht hebben op een deel van de auteursrechten als bewerker. Een laatste categorie rechthebbenden zijn de adaptators. Zij worden soms gelijkgesteld met bewerkers, maar voor SABAM is een adaptator de tekstbewerker- of aanpasser. Hij is de persoon die de tekst zo aanvult of verandert dat het werk door zijn creatieve bijdrage een persoonlijke stempel gaat dragen Mechanische reproductierechten Een andere belangrijke geldstroom voor muziekauteurs volgt uit de vastlegging en reproductie van hun muziek op een geluidsdrager (fonografisch reproductierecht) en/of beelddrager (synchronisatierecht), en het kopiëren van hiervan (duplicatie). a. Inning Fonografisch reproductierecht 390 Zie brochure SABAM, Tarieven voor radio-omroepen en het online aanbieden van radioprogramma s Antwerpen 19 januari 1994, Limb. Rechtsl. 1994, Het is immers onmogelijk om elke playlist van elke zender te integreren in het verdelingssysteem. Daarom worden de rechten die bij de lokale zender geïnd worden verdeeld d.m.v. door steekproeven of per analogie met de grote zenders. 393 Art. 31 Algemeen Reglement SABAM. 394 Art. 33, lid 2 Algemeen Reglement SABAM. 395 Brochure SABAM: De aangifte van muziekwerken, praktische gids voor de auteur, G. DE MEYER en A. TRAPPENIERS, De muziekindustrie, een lexicon, Leuven, Acco, 2010, Brochure SABAM: De aangifte van muziekwerken, praktische gids voor de auteur,

54 Wat betreft de fonografische reproductierechten kent SABAM twee verschillende toelatingssystemen: een algemeen en permanent en een toelating werk per werk 398. In principe moeten gebruikers voor elke reproductie een aparte toelating bekomen ( werk per werk ), ook wanneer de betreffende muziekwerken niet behoren tot haar repertoire. De perser mag de opdracht immers pas uitvoeren nadat hij ofwel een toestemming tot reproductie, ofwel een verklaring van non-interventie (in geval van werken van niet-leden) heeft gekregen van SABAM. In dat laatste geval zullen geen mechanicals moeten betaald worden. Dit systeem heeft tot gevolg dat enkel perserijen die een kadercontract hebben afgesloten met SABAM, een perstoelating kunnen krijgen. In 2007 oordeelde de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Brussel dat de pers- of dupliceringsverbintenis door fabrikanten die contractueel verbonden zijn met SABAM of door fabrikanten die contractueel verbonden zijn met een andere auteursvennootschap, geen belemmering of vervalsing van de mededinging op de markt van de duplicering tot gevolg heeft 399. Het algemeen en permanent toelatingssysteem is voorbehouden aan de grote gebruikers, nl. producenten uit de fonografische industrie die onderworpen zijn aan het zgn. BIEM/IFPI-contract, een globaal akkoord tussen de nationale auteursverenigingen en de grote fonogramproducenten 400, dat verder wordt geconcretiseerd in een nationaal protocol afgesloten tussen SABAM en de Belgische fonografische industrie (IFPI BELGIUM). Dankzij dit stelsel kunnen de ondertekenende producenten ieder half jaar (achteraf) de mechanische reproductierechten afrekenen, in plaats van telkens opnieuw toestemming te vragen. Daar bovenop genieten ze het grote voordeel dat ze enkel mechanicals hoeven te betalen op de fonogrammen die ze effectief hebben gekocht, en niet op alle aangemaakte exemplaren. Net zoals op vlak van online muziek, zien we de laatste jaren ook voor fonografische reproductierechten een trend tot centralisatie (supra). In plaats van zich tot elke nationale auteursvereniging apart te wenden, sluiten de grote platenmaatschappijen (o.a. EMI, Universal en BMG) al enige tijd centrale licentieovereenkomsten af met één bepaalde beheersvennootschap in de EU. Deze beheersvennootschap betaalt daarna door aan de nationale auteursverenigingen a rato van de in dat land verkochte eenheden. Zo haalde SABAM in 2004 de centrale licentie binnen voor mechanische reproductierechten van Universal Music voor 18 lidstaten van de EU, en dat voor alle door Universal geproduceerde cd s en audiovisuele dragers. Eind 2010 werd de overeenkomst evenwel beëindigd, door de verdere ineenstorting van de platenmarkt, waardoor de verlening van het contract niet genoeg rentabiliteit garandeert, aldus SABAM 401. Universal meende economisch gezien een betere partij te vinden voor de inning van de rechten in de Franse beheersmaatschappij franse SDRM 402. Synchronisatierecht De term synchronisatie slaat volgens DENEUTER op het gebruik van muziek in combinatie met beelden, bijvoorbeeld voor het gebruik van muziek in een film, in een reclamespot, in multimediaprogramma s. Deze muziek kan bestaand zijn, hetzij specifiek in opdracht zijn geschreven D. DENEUTER, Muziekuitgave en auteursrecht. Brussel, Poppunt vzw, s.d., Voorz. Kh. Brussel 14 juni 2007, Jaarboek Handelspraktijken & Mededinging 2007, 1102; TBM 2007, 58, noot H. BUREZ en P. WYTINCK. 400 BIEM staat voor Bureau International des sociétés gérant les droits d Enregistrement et de reproduction Mécanique. Het werd gesticht als internationaal overkoepelend orgaan van alle nationale auteursverenigingen voor mechanische reproductierechten. Het BIEM bepaalt de voorwaarden en de tarieven voor de inning van de reproductierechten. SABAM zetelt hierin als geassocieerd lid. IFPI staat dan weer voor International Federation of Phonographic Industry.Zij vertegenwoordigen wereldwijd de industrie van de fonogrammen en videogrammen Persbericht SABAM, Sabam verlengt haar contract met Universal niet, 17 november htm 403 D. DENEUTER, Muziekuitgave en auteursrecht. Brussel, Poppunt vzw, 2005, 19. Zie ook Brussel 3 maart 2005, AM 2005, afl. 4, 297, noot: Het synchronisatierecht is de begeleiding van een film door een voorafbestaande muziek. 54

55 Zo n synchronisatie van een nummer, al dan niet in een bewerkte versie, kan het recht op integriteit van de auteur aantasten. Daarom kan hij altijd weigeren dat zijn muziek aan beelden wordt gekoppeld, ookal heeft hij al zijn exploitatierechten overgedragen aan een muziekuitgever. Art. 17 AW bepaalt immers dat het verlenen van het recht om van een bestaand werk een audiovisuele bewerking te maken, moet geregeld worden in een afzonderlijk contract, los van het uitgavecontract betreffende het werk. Ook SABAM haalt duidelijk aan in haar brochure over videografische reproductierechten dat het synchroniseren van reeds bestaande muziek, of van nummers die specifiek in opdracht geschreven zijn, inbreuk zou kunnen maken op de morele rechten van de scheppende kunstenaars. Deze laatsten zijn dus de ENIGEN die zonder meer de aanwending van het werk in een afgeleide vorm en bestemming kunnen verbieden, ofwel hun financiële voorwaarden bepalen. Er bestaat evenwel één uitzondering op het voorgaande principe: de zgn. illustratiemuziek. Daarbij gaat het om nummers die speciaal werden gecomponeerd voor het gebruik in audiovisuele werken, zoals achtergrondmuziek bij reclame of filmmuziek 404. De nummers worden opgeslagen in een muziekbibliotheek (vandaar dat men ook over bibliotheekmuziek of library music spreekt) en zijn gebruiksklaar, omdat de ze reeds op voorhand werden gecleard of rechtenvrij werden gemaakt 405. Bij het gebruik van library music dient SABAM de rechthebbenden dus niet meer te raadplegen. Het gebruik kan eenvoudig online worden aangevraagd bij SABAM, dat lage, vaste gebruikstarieven hanteert voor de volgende gebruiksvormen: - Films, publicitaire spots, videoproducties, DVD s, en CD-rom s - Institutioneel gebruik van video s, DVD s en CD-rom s (bv. een productie voor educatieve doeleinden) - Radioprogramma s en geluidsproducties - On-line gebruik van muziek - DVD s van bestaande TV-programma s - Karaoke Een sync license wordt verleend na betaling van een eenmalige financiële vergoeding. De hoogte daarvan wordt volledig bepaald door de contractpartijen, en zal onder meer afhangen van de bekendheid van het nummer en het belang ervan binnen de audiovisuele productie 406. De facturatie zal wel via SABAM verlopen, omdat in beginsel alle exploitatierechten aan haar werden overgedragen. Men dient zich er bovendien van bewust te zijn dat een sychronisatielicentie en de bijhorende vergoeding enkel het recht geven om het nummer te gebruiken in een beeldopname. De kans is evenwel groot dat de procuctie nadien ook op de markt wordt gebracht en openbaar wordt uitgevoerd bij filmvertoningen, televisie- of reclame-uitzendingen. De reproductie- en uitvoeringsrechten hiermee verbonden zijn niet inbegrepen 407. Opnieuw verwoordt DENEUTER dit eenduidig: De vergoeding om het nummer te mogen gebruiken is één, de reproductierechten en desgevallend uitvoeringsrechten verschuldigd aan SABAM voor duplicatie op beelddragers en publieke openbaarmaking is twee 408. Tenslotte verdienen muziekauteurs en uitgevers ook nog hun percent op de duplicatierechten van de audiovisuele werken waarin hun muziek werd verwerkt. Die variëren naargelang het gaan om muziekdvd s, kopieën van bedrijfs- onderwijs- of promofilms, of kopieën bestemd voor verkoop of verhuur aan het publiek voor privégebruik 409. b. Verdeling 404 G. DE MEYER en A. TRAPPENIERS, De muziekindustrie, een lexicon, Leuven, Acco, 2010, Voor een voorbeeld zie een muziekbibliotheek met als slogan Royalty Free Music at your fingertips. 406 D. DENEUTER, Muziekuitgave en auteursrecht. Brussel, Poppunt vzw, s.d., G. DE MEYER en A. TRAPPENIERS, De muziekindustrie, een lexicon, Leuven, Acco, 2010, D. DENEUTER, Muziekuitgave en auteursrecht. Brussel, Poppunt vzw, s.d., Brochure SABAM: Videografische reproductierechten,

56 Voor de mechanische reproductierechten worden de verdeelsleutels uitgedrukt in een percentage dat enigszins gelijkloopt met de verdeling van de uitvoeringsrechten (zie bijlage). Is de auteur de enige rechthebbende, dan verkrijgt hij vanzelfsprekend 100% van de reproductierechten. Heeft hij beroep gedaan op een uitgever, dan worden de opbrengsten standaard gedeeld. En ook hier wordt er een aandeel bewaard voor eventuele bewerkers of adaptators. 2. Het beheer van de rechten van de uitvoerende kunstenaars door PlayRight en SIMIM 2.1 Inning van de billijke vergoeding De inning van de billijke vergoeding werd zowel door PlayRight als door SIMIM uitbesteed aan Honebel en Outsourcing Partners, omwille van het grote aantal secundaire gebruikers over het hele land. Honebel verzorgt de inningen in de horecasector terwijl Outsourcing Partners in alle andere sectoren int (met uitzondering van de radio s). Deze bedrijven zorgen ervoor dat de volgende vergoedingsplichtigen hun bijdrage leveren: - Organisatoren van tijdelijke activiteiten (bv. sportmanifestaties en rommelmarkten) - Speciale gevallen (kerstmarkten, carnavalsvieringen, en scholen) De horeca, discotheken, dancings, horeca-inrichting met regelmatige dans - Winkels (fysieke goederen), handelsgalerijen en tijdelijke verkooppunten - Kapperszaken en schoonheidsspecialisten, - Bioscoopzalen, drive-ins en tijdelijke activiteiten van vertoning van audiovisuele werken - Diensten, vrije beroepen en tijdelijke dienstverlenende activiteiten - Verenigingen en hun activiteiten - Culturele centra - Jeugdhuizen - Polyvalente zalen - Openbare besturen - Radio-omroepen Voor elke categorie vergoedingsplichtingen worden afzonderlijke tarieven gehanteerd, op basis van zeer uiteenlopende criteria (zie bijlage) 411. Bioscoopzalen betalen in 2012 bv. 0,93 per zitplaats, 410 De billijke vergoeding is zoals reeds aangehaald niet verschuldigd wanneer muziek ter illustratie gebruikt wordt tijdens een onderwijsactiviteit. Deze uitzonderingsbepaling interpreteert men echter zeer strikt in het geval van de naburige rechten. Zo is voor het gebruik van in de sporthal tijdens een sportwedstrijd of danslessen, of voor het gebruik van muziek tijdens de middagpauzes in de refter wel degelijk een billijke vergoeding verschuldigd. 411 Zie KB van 12 april 1999 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, B.S., 5 juni 1999; KB van 13 december 1999 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 10 september 1999 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbatingspunten gebruikt voor de promotie, de verkoop of de verhuur van goederen en diensten, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, B.S., 23 december 1999; KB van 8 november 2001 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 5 november 2001 inzake de billijke vergoeding verschuldigd voor de mededeling van fonogrammen in polyvalente zalen, jeugdhuizen en culturele centra evenals bij gelegenheid van tijdelijke activiteiten binnen en buiten, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (B.S., 29 november 2001); KB van 9 maart 2003 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 10 februari 2003 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de radio-omroepen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, B.S., 9 april 2003; KB van 22 december 2004 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 15 december 2004 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de kappers en de schoonheidsspecialisten, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten; B.S., 30 december 2004; KB van 22 december 2004 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 15 december 2004 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door uitbatingen die logies aanbieden en/of maaltijden en/of dranken bereiden en/of opdienen, evenals door discotheken/dancings, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, B.S., 30 december 2004; KB van 22 december 2004 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 15 december 2004 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning evenals door de organisatoren van tijdelijke activiteiten van vertoning van audiovisuele werken, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, B.S., 30 december

57 terwijl voor discotheken de tarieven variëren in functie van hun oppervlakte en het aantal openingsdagen. Voor jeugdhuizen gaat het bedrag omhoog naargelang hun oppervlakte, en het al dan niet bestaan van drink- en dansgelegenheid. Winkels en beoefenaars van een vrij beroep (bv. wachtkamers van dokters) betalen afhankelijk van de oppervlakte van hun ruimte, de aanwezigheid van luidsprekers, of hun muziek buiten of binnen te horen is. 2.2 Verdeling van de billijke vergoeding De vergoeding wordt in gelijke helften verdeeld tussen PlayRight en SIMIM, zoals wettelijk voorgeschreven 412. a. Verdeling onder de uitvoerende kunstenaars door PlayRight Voor alles wijst PlayRight op haar officiële website op één belangrijke regel uit haar verdelingsreglement: enkel het repertoire dat rechten genereert wordt in aanmerking genomen bij een verdeling. Wanneer een opname in een bepaald jaar niet in de radiospeellijsten of de Ultratop-lijsten (onze criteria voor verdeling) genoteerd staat, dan levert die opname voor dat jaar ook geen naburige rechten op 413. In het Algemeen Reglement wordt deze regel inderdaad bevestigd. PlayRight maakt een onderscheid tussen de billijke vergoeding verschuldigd door radio-omroepen, en deze die geïnd wordt bij uitbaters van openbare plaatsen waar muziek gespeeld wordt. De bedragen die radiozenders betalen worden verdeeld volgens de speellijsten die ze aanleveren 414. De gelden geïnd bij de tweede categorie (jeugdhuizen, horecazaken, winkels, enz., zie supra), worden verdeeld per muzikale bron 415 : - Voor lichte muziek, de tegenhanger van klassieke muziek, gelden de volgende regels: - voor gebruikers die via radio lichte muziek ten gehore brengen, worden de speellijsten gebruikt van de zenders die lichte muziek uitzenden, gewogen a rato van hun luistercijfers en hun aantal uren gespeelde muziek - voor gebruikers die door middel van geluidsdragers (cd s, platen, casettes, ) lichte muziek ten gehore brengen, wordt een lijst gebruikt samengesteld uit de hitparades of verkoop- en verhuurcijfers van lichte muziek. - De billijke vergoedingen voor het gebruik van ernstige muziek anderzijds, worden verdeeld aan de hand van kopieën van facturen en loonfiches die door de uitvoerders van deze muziek aan PlayRight werden bezorgd, waarop hun vergoedingen en bruto bezoldigingen als uitvoerend artiest te vinden zijn 416. Voor de onderlinge verdeling tussen de verschillende kunstenaars (hoofdartiesten, muzikanten, zangers, dirigenten, ), maakt PlayRight gebruik van een puntensysteem. De geïnde bedragen worden proportioneel onder hen verdeeld, volgens volgende puntwaarden 417 : - hoofdartiest of solist: 15 punten - dirigent: 10 punten 412 Art. 43, lid 1 AW Art. 27, 2, 1 Algemeen Reglement PlayRight. 415 Art. 27, 2, 2 Algemeen Reglement PlayRight. 416 Art. 27, 2, 3, 23bis en 25bis Algemeen Reglement PlayRight. 417 Art. 25, 1 Algemeen Reglement PlayRight. 57

58 - muzikant/zanger: 5 punten Voor uitvoerders die tot meerdere categorieën behoren, zijn in bepaalde gevallen cumulaties mogelijk 418. b. Verdeling onder de producenten van fonogrammen door SIMIM Het repartitiesysteem dat SIMIM hanteert om de billijke vergoeding onder haar leden te verdelen loopt in grote mate gelijk met het verdelingssysteem van PlayRight. Zo trekt ook SIMIM het wettelijke onderscheid tussen de twee vergoedingsplichtigen, m.n. de radiozenders en de uitbaters van openbare plaatsen waar muziek gespeeld wordt, verder door in haar repartitiereglement. De bedragen die de radiozenders afstaan, verdeelt SIMIM net zoals PlayRight volgens de playlists die ze aanleveren. Daarnaast wordt ook wordt een onderscheid gemaakt tussen uitbaters die via radio muziek ten gehore brengen, en uitbaters die door middel van geluidsdragers (cd s, platen, casettes, enz.) muziek ten gehore brengen. De bedragen die zij afstaan worden op dezelfde manier verdeeld als de lichte muziek door PlayRight (supra). Ernstige muziek is dan weer een begrip dat SIMIM niet hanteert. 3. Het beheer van de vergoedingsrechten 3.1. De thuiskopie a. Huidige regeling Zoals besproken, bevat de Auteurswet een uitzondering voor het kopiëren voor eigen gebruik van audiovisuele werken en geluidswerken, de zogenaamde thuiskopie 419. Aangezien auteurs, producenten en uitvoerende artiesten exploitatie-inkomsten mislopen door deze regeling, voerde de wetgever een wettelijk en forfaitair compensatiemechanisme in voor deze rechthebbenden in art. 55 tot en met 58 Auteurswet. De regels worden verder geconcretiseerd in een koninklijk besluit van 28 maart 1996, hierna KB Thuiskopie 420. De betalingsplichtingen zijn de fabrikant, de invoerder, of de intracommunautaire aankoper 421 van blanco beeld- of geluidsdragers (bv. blanco cd s, usb-sticks, enz) of reproductieapparatuur (bv. hifiinstallaties met opnamefunctie, dvd recorders, enz.) 422. Per apparaat of per drager zijn ze een bepaald bedrag verschuldigd dat wordt gepreciseerd wordt in het KB Thuiskopie (zie bijlage). In praktijk schuiven zij de heffing echter door naar de consument. Sinds 1 februari 2010 voorziet het KB ook in een heffing op informatica-apparatuur, om in overeenstemming te zijn met de Richtlijn Informatiemaatschappij 423. Er is immers ook sprake van een thuiskopie wanneer een gebruiker muziek downloadt van het internet en opslaat op een harde schijf, usb-stick of mp3-spelers 424. Voor 418 Art. 25, 3 Algemeen Reglement PlayRight. 419 Art. 22, 1, 5 AW (auteurs) en art. 46, lid 1, 4 AW (producenten en uitvoerende kunstenaars). In de toekomst zal deze uitzondering betrekking hebben op alle soorten werken (dus ook teksten, foto s, enz.) die op een analoge of digitale drager (zoals cd, dvd, harde schijf, usb-stick) worden gereproduceerd. Art AW werd reeds herschreven in die zin, maar de uitvoeringsbesluiten die deze wijzigingen concreet moeten maken werden nog niet uitgevaardigd. Daarom gelden op dit moment nog steeds de oude wetsartikelen. 420 KB van 28 maart 1996 betreffende het recht op vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik voor de auteurs, de uitvoerende kunstenaars en de producenten van fonogrammen en van audiovisuele werken, B.S. 6 april 1996, hierna KB Thuiskopie. 421 Een intracommunautaire aankoop wordt door het KB Thuiskopie gedefinieerd als het binnenkomen op het nationale grondgebied van één of meer dragers of apparaten afkomstig uit een andere Lid-Staat van de Europese Unie (art. 1, 8 KB Thuiskopie). 422 Art. 55, lid 2 AW. 423 Richtlijn nr.2001/29/e 22 mei 2001 van de Raad betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, B.S. 27 mei G. DE MEYER en A. TRAPPENIERS, De muziekindustrie, een lexicon, Leuven, Acco, 2010,

59 reproducties voor eigen gebruik op computer (op interne harde schijf) wordt nog steeds een nul-tarief gehanteerd 425. Een aantal personen, organisaties of instellingen hebben de mogelijkheid om de vergoeding te laten terugbetalen: producenten van geluidswerken en audiovisuele werken, omroeporganisaties, audioarchieven, (instellingen voor) slechtzienden en slechthorenden, onderwijsinstellingen 426. Daar voegde de Wijzigingswet nog ziekenhuizen, gevangenissen en jeugdinstellingen aan toe. In 1997 werd de vennootschap Auvibel bij KB aangesteld om thuiskopievergoeding te innen en te verdelen 427. Auvibel is een overkoepelend orgaan dat werd opgericht door de beheersvennootschappen die de auteurs, uitvoerende kunstenaars en producenten van geluids- en audiovisuele werken vertegenwoordigen 428. Auteurs, uitvoerende kunstenaars en producenten hebben elk recht op ⅓ van de geïnde bedragen 429. De Gemeenschappen en de federale Staat kunnen evenwel besluiten om dertig procent van de opbrengst van de vergoeding te gebruiken ter aanmoediging van de schepping van werken 430. Het forfaitaire systeem van de thuiskopieheffing wordt de laatste jaren meer en meer in vraag gesteld 431. Er rijst kritiek op het feit dat de compensatie verschuldigd is voor alle dragers, met inbegrip van lege gegevensdragers die niet noodzakelijkerwijze bedoeld zijn om er geluidswerken of audiovisuele werken op te bewaren, of die enkel voor professioneel gebruik worden aangewend. In het compensatiesysteem voor de reprografie daarentegen (infra), betalen gebruikers naast een heffing op de apparaten ook mee op basis van het effectief gebruik. Het Grondwettelijk Hof acht het systeem nochtans niet in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet 432. Het Hof redeneert daarbij als volgt: Ondanks de algemeenheid van de grondslag van de vergoeding, is de maatregel redelijk verantwoord. De wetgever vermag immers rekening te houden met de moeilijkheden die, zowel op het vlak van de doeltreffendheid als op het vlak van de omvang van de administratieve kosten, zouden voortvloeien uit een vergoedingssysteem dat - zo het al mogelijk zou zijn - gebaseerd zou zijn op het effectieve gebruik dat zou worden gemaakt van de dragers en apparaten voor reproductie en derhalve te opteren voor een forfaitair vergoedingssysteem. In 2010 stelde het Europese Hof van Justitie echter in het zgn. Padawan arrest dat een ongedifferentieerde thuiskopieheffing, die geen onderscheid maakt tussen privé-gebruikers en professionele gebruikers, niet in overeenstemming is met de Richtlijn informatiemaatschappij 433. Sinds deze uitspraak kunnen debiteuren die aantonen dat de dragers of apparaten in hun bezit voor zuiver professioneel gebruik worden aangewend, zich rechtstreeks beroepen op de strijdigheid van de 425 Art. 2, 2 KB Thuiskopie. 426 Art. 57, lid 1 AW. 427 KB van 2 oktober 1995 tot het belasten van een vennootschap met de inning en de verdeling van de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik, B.S. 17 oktober Stichtende leden zijn: SCAM, SABAM, SACD, SOFAM, IFPI, URADEX, BVF, ARPF en BOP/UPPI. 429 Art. 58, 1 AW. 430 Art. 58, 2 AW. Dit dient te gebeuren d.m.v. een samenwerkingsakkoord met toepassing van artikel 92bis, 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. Zie MB van 1 augustus 1996 betreffende het recht op vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik voor de auteurs, de uitvoerende kunstenaars en de producenten van fonogrammen en van audiovisuele werken, B.S., 8 augustus 1996 en MB van 4 juni 1997 tot vaststelling van de samenstelling van de Raadgevende Commissie inzake het kopiëren voor eigen gebruik van geluids- en audiovisuele werken, B.S., 20 juni Zie de public hearing over de thuiskopieheffing in Europa, georganiseerd door de Eropese Commissie in 2008: GwH 6 november 2008, A. GrwH 2008, afl. 5, 2441, AM 2009, afl. 1-2, 99, Juristenkrant 2008, afl. 178, 1, TBP 2009, afl. 9, HvJ 21 oktober 2010, C-467/08, Padawan v. SGAE, AM 2011, afl. 3, 306, noot B. REMICHE, V. CASSIERS, concl. V. TRSTENJAK; IER 2011, afl. 3, 164, noot K. KOELMAN; IRDI 2012, afl. 4, 377, noot P. CALLENS, JDE 2010, afl. 174, 320; Mediaforum 2010, afl , 357; NJB 2010, afl. 38,

60 heffing met de Richtlijn Informatiemaatschappij 434. Een aanpassing van de Belgische wetgeving dringt zich dan ook op 435. Auvibel heeft ondertussen in een persbericht geargumenteerd dat dit onderscheid wél bestaat in het Belgische systeem, door de selectie van voorwerpen waarop de heffing van toepassing is 436. Mp3-spelers zijn bv. inbegrepen, SSD disks niet. CALLENS vindt deze argumentatie juridisch iets te kort door de bocht 437. b. Toekomstige regeling Zodra de nodige uitvoeringsbesluiten zullen genomen zijn, zal de thuiskopieregeling van toepassing worden op alle soorten werken (supra). Logischerwijze zal het aantal vergoedingsgerechtigden dan ook stijgen. De verdeling van de thuiskopievergoeding zal dus grondig moeten worden herbekeken. Na heftige discussies in het parlement, heeft men er verder voor gekozen dat computers aan een heffing kunnen worden onderworpen door een koninklijk besluit. Die vergoeding zou eventueel terugbetaald of vrijgesteld kunnen worden in een aantal gevallen, bv. voor computers die gebruikt worden in het onderwijs. JANSSENS merkt terecht het volgende op: Er zullen heel wat open vragen moeten worden beantwoord: wat valt onder de definitie van computer, (...), gaat het om een heffing als drager of apparaat, Het zal uiteindelijk de regering zijn die kleur moet bekennen 438. Tenslotte bepaalt de toekomstige wetsbepaling dat enkel enkel apparaten en dragers die kennelijk worden gebruikt voor het vastleggen voor reproducties onderworpen zijn aan een heffing. Het is dus niet langer de bedoeling om elke drager en elk apparaat dat potentiële reproductiemogelijkheden heeft te taxeren De reprografie a. Huidige regeling Zoals gesteld bevat de Belgische Auteurswet twee uitzonderingen voor reprografie, namelijk in de hypothese van privé-gebruik 440, en in de hypothese van een gebruik ervan voor doeleinden van onderwijs en onderzoek 441. De reprografieregeling is in de muziekwereld voornamelijk van belang voor partituren. De vergoeding die aan de rechthebbende toekomt als tegenprestatie voor deze uitzondering, ligt vervat in de artikelen 59 t.e.m. 61 AW, en worden verder geconcretiseerd in het KB van 30 oktober 1997, hierna KB Reprografie 442. In België werd de coöperatieve vennootschap Reprobel bij KB aangesteld om het verplicht collectief beheer over de reprografierechten op zich te nemen 443, naast de inning van het leenrecht (infra). Reprobel volgt onderscheid dat de wet oplegt tussen twee vergoedingstypes 444 : 434 P. CALLENS, Auteursrechtelijke thuiskopieheffing op de helling gezet door Hof van Justitie voor louter professioneel gebruikte apparaten en dragers, IRDI 2010, J. DEENE, Intellectuele rechten kroniek 2010, NJW 2011, nr. 245, P. CALLENS, Auteursrechtelijke thuiskopieheffing op de helling gezet door Hof van Justitie voor louter professioneel gebruikte apparaten en dragers, IRDI 2010, M.-C. JANSSENS, Art. 55 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, M.C. JANSSENS, Art. 55 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), De Belgische Auteurswet van oud naar nieuw, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, art. 22, 1, 4 AW 441 Art. 22, 4 en 4bis AW. 442 KB 30 oktober 1997 betreffende de vergoeding verschuldigd aan auteurs en uitgevers voor het kopiëren voor privé-gebruik of didactisch gebruik van werken die op grafische of op soortgelijke wijze zijn vastgelegd, B.S. 7 november KB van 15 oktober 1997 tot het belasten van een vennootschap met de inning en de verdeling van de vergoeding en de verdeling van de vergoeding voor het kopiëren van werken die op grafische of soortgelijke wijze zijn vastgelegd, B.S. 7 november zie 60

61 - de forfaitaire vergoedingen 445, die wordt geïnd op kopieertoestellen en scanners, los van het effectieve gebruik ervan. Deze heffing wordt opgelegd aan fabrikanten, invoerders en intracommunautaire aankopers van dergelijke toestellen de evenredige vergoedingen 447 die men int op basis van het aantal kopieën dat wordt gemaakt van beschermde werken. De vergoedingsplichtigen zijn de natuurlijke personen of rechtspersonen die kopieën van werken vervaardigen of ter beschikking stellen van anderen. Het gaat onder meer om bedrijven, beoefenaars van vrije beroepen, zelfstandigen, onderwijsinstellingen, overheidsinstellingen, en copyshops. De inningen worden gelijk verdeeld onder auteurs en uitgevers 448. Welke bedragen precies worden gehanteerd zijn terug te vinden in het KB Reprografie. Belangrijk is dat het aantal gemaakte kopieën niet overeenstemt met het aantal kopieën dat betrekking heeft op beschermde werken. Daarom moet met Reprobel onderhandeld worden over het werkelijk te betalen aantal. Indien er geen overeenstemming wordt gevonden, kan een advies worden gevraagd aan een deskundige 449. b. De toekomstige regeling Zoals reeds aangehaald zal onder de toekomstige regeling de nadruk verschuiven van de begindrager naar de einddrager. Aan de evenredige vergoeding wordt niet gesleuteld. De forfaitaire vergoeding zal niet meer worden berekend op apparaten waarmee de beschermde werken uit papieren bron gereproduceerd kunnen worden (vnl. fotokopiëerapparaten en scanners), maar wel op apparaten die gebruikt worden voor de reproductie op papier (vnl. fotokopieerapparaten en printers 450, scanners vallen nu buiten het toepassingsgebied 451 ). Daarnaast vereist gebruikt de nieuwe bepaling inzake reprografie dat enkel een vergoeding vereist is voor kennelijk gebruik, net zoals de nieuwe thuiskopieregeling (supra) de vergoeding voor andere reproducties dan de reprografie en voor mededelingen via gesloten netwerk in het kader van onderwijs of onderzoek. Verder bevat de wet ook verschillende uitzonderingen voor het gebruik van werken bij onderwijs en onderzoek, die niet gedekt worden door de vergoedingsregeling voor reprografie. Het gaat onder meer om de mogelijkheden van reproducties naar andere dragers dan papier of een soortgelijke drager 452, en om mededelingen via gesloten netwerken 453. De artikelen 61bis t.e.m. 61quater AW vormen als het ware hun financiële complement. Anders dan de duale heffingsregelingen voor reprografie en thuiskopie, werkt men voor deze uitzonderingen enkel met een evenredige vergoedingen 454. Scholen en onderzoeksinstellingen moeten een bedrag betalen dat evenredig is met het gebruik dat ze maakt van beschermde werken. In tegenstelling tot de vergoedingsbepalingen m.b.t. de thuiskopie en de reprografie, traden de artikelen 61bis t.e.m. 61quater AW bij de wetswijziging van mei 2005 onmiddellijk in werking. 445 Art. 59 AW juncto art. 2-7 KB Reprografie. 446 De Raad van State is van oordeel dat de forfaitaire apparatenvergoeding geen maatregel is die de handel tussen de lidstaten, al dan niet rechtstreeks daadwerkelijk of potentieel kan belemmeren in de zin van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap. Zij is evenmin als een straf te beschouwen zodat er geen schending kan zijn, noch van art. 6 of 7 E.V.R.M., noch van art. 14 van de Grondwet. Zie RvS nr , 2 februari 2004, AM 2006, afl. 1, 47; NJW 2004, afl. 73, 661, noot DEENE, J.; TBP 2005, Art. 60 AW juncto art KB Reprografie. 448 Art. 61 AW. 449 Art. 14 KB Reprografie. 450 Er moet dan wel vooraf worden beslist dat printers ook onder de regeling komen. Zie Parl. St. Kamer , nr /013/ Voor J. DEENE en K. VAN DER PERRE is dit echter niet zeker. Zie J. DEENE en K. VAN DER PERRE, Nieuwe Auteurswet. Belang voor de digitale wereld, NJW 2005, 880, nr Art. 22, 1, 4 ter en art. 46, 3 bis AW. 453 Art. 22, 1, 4 quater en art. 46, 3 ter AW. 454 Art. 61ter AW. 61

62 Niettemin moet ook deze nieuwe regeling verder worden uitgewerkt in een koninklijk besluit. Van dit KB is tot op heden geen sprake, zodat auteurs, uitgevers, uitvoerende kunstenaars en producenten tot op heden geen compensatie ontvangen voor het gebruik van hun werken of prestaties in het kader van onderwijs of onderzoek De openbare uitlening Art. 23 AW voorziet in een uitzondering voor openbare uitlening (supra). De auteur van een muziekwerk kan ten gevolge van deze wetbepaling niet verbieden dat zijn werk wordt uitgeleend met een educatief of cultureel doel door officieel daartoe erkende of opgerichte instellingen 455. Net zoals de andere uitzonderingen zorgt deze regel voor verlies aan inkomsten voor auteurs. Daarom voorzag de wetgever ook hier een forfaitaire compensatieregeling, die terug te vinden is de artikelen 62 t.e.m. 64 AW, en die verder werd uitgewerkt in het KB Leenrecht 456. Bij dit KB moet een kanttekening worden gemaakt. Het kwam er immers pas in 2004, na een veroordeling van de Belgische Staat door het Hof van Justitie wegens het niet naleven van haar plicht om een leenrechtregeling uit te werken 457. België had met de nieuwe Auteurswet van 30 juni 1994 immers wel de wettelijke licentie voor openbare uitlening ingevoerd, maar waarborgde de auteurs geen vergoeding omdat het uitvoerings-kb ontbrak. In 2004, ruim tien jaar te laat, werd de verschuldigde compensatie uiteindelijk vastgelegd op de kleine bedragen van 1 per jaar voor volwassen bibliotheekgebruikers, en 0,5 voor minderjarigen. Voor personen die in meer dan één uitleeninstelling zijn ingeschreven, moet deze vergoeding bovendien slechts eenmaal worden betaald. Dat is een rechtsstaat onwaardig aldus Roger BLANPAIN, voorzitter van VEWA, de Vereniging van Educatieve en Wetenschappelijke Auteurs 458. De rechthebbenden spreken over een schijnvergoeding 459. Ook SABAM en Reprobel zijn van oordeel dat dit bedrag neerkomt op een aalmoes. Zij eisen dat het jaarlijkse forfait van 1 per bibliotheekgebruiker zou worden opgetrokken tot Ter illustratie kan verwezen worden naar het jaarverslag van SABAM van 2010: slechts een verwaarloosbare 0,2% van de inkomsten van SABAM komen voort uit openbaar uitleningsrecht. SABAM stelt zelf in de commentaar bij de cijfers dat zolang de overheid geen substantiële verhoging van de tarieven wil doorvoeren, SABAM de betrokken auteurs en uitgevers van de uitgeleende werken niet voldoende zal kunnen vergoeden 461. Ook Playright, de beheersvennootschap voor de uitvoerende kunstenaars, deelt mee op haar officiële website: De geïnde bedragen die de vergoeding voor het leenrecht uitmaken, liggen momenteel in ons land zeer laag. Maar als gevolg van een recent arrest van het Europees Hof van Justitie kan hier voor de toekomst echter een verbetering verwacht worden Art. 23, 1 AW. 456 KB 25 april 2004 betreffende de vergoedingsrechten voor openbare uitlening van de auteurs, vertolkende of uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en producenten van eerste vastleggingen van films, B.S., 14 mei HvJ 16 oktober 2003, C-433/02, AM 2003, 351, noot F. BRISON. 458 R. BLANPAIN, Dringend verzoek om billijke vergoeding van auteursrechten, Juristenkrant 2006, afl. 135, 4. Zie ook waarin hij de vergoeding beschrijft als peanuts. 459 E. WERKERS, R. KERREMANS, T. ROBRECHTS en J. DUMORTIER, Auteursrecht in de digitale samenleving, 2009, D. VOORHOOF,, Art. 63 A.W., in F. BRISON en H. VANHEES (eds.), Huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, 349, voetnoot 8; X, Leenrecht is niet ernstig. Vlaamse auteurs schieten al langer op het K.B. over het leenrecht van De beheersvennootschappen geven hen gelijk, De Standaard 22 december Tegen het KB Leenrecht werden door VEWA procedures ingeleid voor de rechtbank van eerste aanleg te Brussel en de Raad van State. 461 Jaarverslag SABAM 2010,

63 Het Hof van Justitie gaf de rechthebbenden in 2011 inderdaad gelijk 463. Het Hof oordeelde dat de vergoeding niet mag bestaan uit een zuiver symbolisch bedrag, maar dat ze de auteurs een passend inkomen dient te geven. De Belgische regeling is bijgevolg een gebrekkige omzetting is van de Richtlijn die het leenrecht harmoniseert 464. De representatieve vennootschap voor de inning en de verdeling van het leenrecht is Reprobel 465. In principe zou ze zich daarvoor tot de individuele bibliotheekbezoekers moeten richten, maar in praktijk heeft de overheid de betaling op zich genomen. De betaalstructuur die gehanteerd wordt, is zeer complex, en zorgt voor een lange duurtijd tussen inning en uitbetaling. De gelden worden door Reprobel in een eerste fase verdeeld tussen Auvibel (voor geluids- en audiovisuele werken) en Reprobel (voor literaire, journalistieke, educatieve en wetenschappelijke werken, alsook partituren, foto's, scripts, illustraties, enz.). Binnen iedere overkoepelende beheersvennootschap gebeurt dan een secundaire verdeling. Binnen Reprobel gaat, zoals wettelijk voorgeschreven, 70% van de vergoeding naar auteurs en 30% naar de uitgevers 466. De opbrengsten worden binnen Auvibel telkens voor ⅓ verdeeld onder auteurs, uitvoerders en producenten De billijke vergoeding voor secundair gebruik Tenslotte hoort ook de billijke vergoeding die uitvoerende kunstenaars en platenproducenten ontvangen voor bepaalde vormen van secundair gebruik thuis onder de vergoedingsrechten. Deze werd reeds uitgebreid besproken (supra). 463 HvJ 8 juli 2011, C-271/10, VEWA v. Belgische staat, Jur. 2011, JDE 2011, afl. 181, 228; Pb.L 27 augustus 2011, 5; TBH 2011, Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom, Pb.L. 26 december KB van 15 december 2006 tot het belasten van een vennootschap met de inning en de verdeling van de vergoeding voor openbare uitlening, B.S., 22 december Art. 64, 1 AW. 467 Art. 64, 2 AW. 63

64 Besluit In deze masterproef werd een beeld geschetst van de verschillende spelers in de muziekwereld, hun rechten en hun exploitatiemogelijkheden. In DEEL I kwam naar voor dat zodra een muziekwerk origineel is en in een concrete vorm wordt gegoten, het automatisch auteursrechtelijk wordt beschermd. Om te beginnen krijgt de auteur krijgt dan vermogensrechten. Meerbepaald krijgt hij het exclusieve recht op reproductie en op openbare mededeling van zijn muziek. Anderzijds verkrijgt hij ook morele rechten op zijn werk. Deze maken het mogelijk dat hij zijn emotionele band met zijn creatie kan beschermen. De morele rechten worden onderverdeeld in het recht op bekendmaking, het recht op naamsvermelding en het recht op eerbied. Wel moet de auteur een aantal uitzonderingen op deze exclusieve rechten respecteren. In bepaalde gevallen worden deze gecompenseerd met een vergoeding. Verder bleek uit DEEL II dat niet enkel auteurs, maar ook uitvoerende kunstenaars en platenfirma s kunnen rekenen op de bescherming van de Auteurswet als houders van naburige rechten. Uitvoerders genieten grotendeels dezelfde rechten als auteurs. Ook zij bezitten vermogensrechten en morele rechten, zij het dat deze soms een minder grote draagwijdte hebben. Aan producenten worden enkel vermogensrechten toegekend. Zij beschikken niet over morele rechten op de muziek die ze financieren. Tenslotte is ook het grootste deel van de uitzonderingen op de naburige rechten identiek aan deze op het auteursrecht. Wel bestaat er één specifieke uitzondering die enkel geldt voor uitvoerende artiesten en producenten: de dwanglicentie voor bepaalde secundaire exploitatievormen. In ruil daarvoor ze recht hebben op een billijke vergoeding. Voorts werd in DEEL III duidelijk bij het contracteren over auteurs- of naburige rechten bepaalde regels moeten worden gerespecteerd. Zo kan een overdracht van de auteursrechten enkel schriftelijk bewezen worden, en mogen auteurs en uitvoerders niet contracteren over toekomstige exploitatievormen. Naast deze algemene regels kwamen de beheersvennootschap en de muziekuitgever aan bod als belangrijkste contractpartijen. In DEEL IV tenslotte werd ingegaan op het collectief rechtenbeheer. Eerst kwam aan bod hoe SABAM, PlayRight en SIMIM zorgen voor de inning en verdeling van de voornaamste exploitatierechten onder hun leden, resp. de auteurs, de uitvoerende kunstenaars en de producenten. Daarnaast werd stilgestaan bij de vergoedingsstelsels die de wet heeft ingevoerd ter compensatie van het verlies aan inkomsten dat bepaalde uitzonderingen teweeg brengen. Ook deze zijn in handen van de beheersmaatschappijen. Uit deze vaststellingen kunnen we het algemeen besluit trekken dat auteurs, uitvoerende kunstenaars en platenproducenten over een hele reeks rechten beschikken, die hen de mogelijkheid bieden om hun werk op diverse wijzen te exploiteren. Er zijn een aantal uitzonderingsgevallen waarin ze hun auteurs- of naburig recht ten gelde kunnen maken, maar de wet voorziet in bepaalde gevallen een financiële compensatie. 64

65 Bibliografie 1. Rechtspraak 1.1 Hof van Justitie HvJ 13 juli 1989, nr. C-395/87 (Tournier t/ Verney), Jur. HvJ 1989, HvJ 6 februari 2003, nr. C245/00 (SENA t/ NOS), AM 2003, 203. HvJ 2 juni 2005, nr. C-89/04 (Mediakabel t/ Commissariaat voor de Media), AM 2006, 73. HvJ 14 juli 2005, nr. C-192/04 (Lagardère t/ SPRE en GVL), AMI 2006, 25, noot J. SEIGNETTE. HvJ 12 september 2006, nr. C (Laserdisken t/ Kulturministeriet), AM 2007, 69. HvJ 7 december 2006, nr. C-306/05 (SGAE t/ Rafael Hoteles), Mediaforum , 56, noot D. VISSER en AMI 2007, 45, noot K. KOELMAN. HvJ 16 juli 2009, nr. C-5/08 (Infopaq t/ Danske Dagblades Forenig), AM 2009, 521. HvJ 15 maart 2012, nr. C-162/10 (Phonographic Performance (Ireland) Limited t/ Ireland), (28 maart 2012), concl. V. TRSTENJAK. HvJ 15 maart 2012, nr. C-135/10 (Socièta Consortile Fonografici (SCF) t/ Marco Del Corso), (28 maart 2012), concl. V. TRSTENJAK. 1.2 Hof van Cassatie Cass. 13 februari 1941, Pas. 1941, I, 40. Cass. 11 november 1943, Pas. 1944, I, 47. Cass. 19 januari 1956, Pas. 1956, 484. Cass. 25 mei 1972, RW , Cass. 25 juni 1982, RW , Cass. 27 april 1989, RW , 362. Cass. 2 maart 1993, Ing. Cons. 1993, 145. Cass. 19 maart 1998, AM 1998, 229, noot B. DAUWE. Cass. 11 mei 1998, RW , 713, noot H. VANHEES en AM 1998, 224, noot N. IDE en A. STROWEL. Cass. 12 juni 1998, Ing. Cons. 1999,

66 Cass. 10 december 1998, RW , 325. Cass. 8 oktober 1999, AM 2000, 289 en RW , 1401, noot H. VANHEES. Cass. 18 februari 2000, AM 2000, 290 en RW , 908, noot H. VANHEES. Cass. 30 juni 2000, AM 2001, 233. Cass. 21 november 2003, AM 2004, 35, noot H. VANHEES. Cass. 11 maart 2005, IRDI 2005, 243. Cass. 26 januari 2006, AM 2006, 180, noot H. VANHEES en RW , 511, noot J. DEENE. Cass. 8 mei 2008, AM 2009, 102, noot F. GOTZEN en Ing. Cons. 2008, 605, noot CAMPOLINI en MICHAUX. Cass. 14 juni 2010, IRDI 2011, 147, noot K. ROOX. 1.3 Grondwettelijk Hof GwH 23 april 2009, Arr.GwH 2009, Overige Antwerpen 19 januari 1994, Limb. Rechtsl. 1994, 76. Antwerpen 11 oktober 2000, IRDI 2001, 137, noot V. CASTILLE en AM 2001, 357, noot D. VOORHOOF. Antwerpen 2 mei 2006, AM 2006, 257, noot en Mediaforum 2006, afl. 6, 201, noot D. VOORHOOF. Antwerpen 29 oktober 2007, onuitg. Brussel 9 mei 1953, Ing. Cons. 1953, 193. Brussel 22 april 1959, Ing. Cons. 1959, 257. Brussel 18 september 1998, AM 1999, 60, noot V. CASTILLE. Brussel 21 juni 1988, JLMB 1989, 17. Brussel 15 februari 1996, AM 1996, 319, noot L. VAN BUNNEN. Brussel 22 mei 1996, AM 1997, 178, noot A. STROWEL. Brussel 8 oktober 1996, AM 1997, 71. Brussel 25 september 1997, Ing. Cons. 1997, 346. Brussel 15 september 2000, AM 2007, 24. Brussel 29 november 2000, IRDI 2001,

67 Brussel 4 oktober 2001, AM 2002, 419. Brussel 9 september 2002, IRDI 2003, 113. Brussel 29 april 2003, AM 2003, 374. Brussel 3 mei 2005, AM 2005, 419. Brussel 18 mei 2006, AM 2006, 453. Brussel 4 december 2006, onuitg. Brussel 18 december 2006, ICIP 2007, 294. Brussel 4 april 2007, AM 2007, 466. Brussel 4 september 2007, IRDI 2008, 102, noot A. STROWEL. Brussel 18 december 2008, AM 2010, 22; ICIP 2009, 707. Brussel 27 mei 2009, AM 2011, 187. Gent 16 april 2002, AM 2002, 347 Gent 5 september 2002, RW , 1304, noot H. VANHEES. Voorz. Kh. Brussel 14 juni 2007, Jaarboek Handelspraktijken & Mededinging 2007, 1102 en TBM 2007, 58, noot H. BUREZ en P. WYTINCK. Voorz. Rb. Brussel 16 oktober 1996, AM 1996, 426. Voorz. Rb. Brussel, 17 december 1999, AM 2000, 298. Voorz. Rb. Brussel 10 oktober 2000, AM 2001, 462. Voorz. Rb. Brussel, 24 september 2001, AM 2002, 357, noot. Voorz. Rb. Brussel 23 oktober 2001, AM 2003, 56. Voorz. Rb. Brussel 8 juli 2002, AM 2004, 255. Voorz. Rb. Brussel 5 augustus 2004, AM 2005, 244. Voorz. Rb. Brussel 13 februari 2007, AM 2007, 107, noot D. VOORHOOF. Rb. Antwerpen 27 mei 1997, AM 1997, 282, noot F. BRISON. Rb. Antwerpen 16 maart 2006, AM 2008, 48. Rb. Brussel 4 april 1973, RW, , Rb. Brussel 12 maart 1996, AM 2001, 269, noot F. BRISON. 67

68 Rb. Brussel 31 december 1997, AM 1998, 39. Rb. Brussel 17 december 1999, AM 2000, 289. Rb. Brussel 26 maart 2004, AM 2004, 263. Rb. Brussel 18 mei 2006, AM 2006, 253. Rb. Brussel 26 september 2007, AM 2009, 534, noot. Vred. Luik 24 juni 1963, Jur. Liège , 183. Vred. Jumet 17 maart 1999, JT 1997, 558. Vred. Brugge, 30 april 2009, AM 2010, 358, noot H. VANHEES. Vred. Leuven, 2 mei 2009, AM 2010, 357, noot H. VANHEES. 2. Rechtsleer 2.1 Boeken BERENBOOM, A., Le nouveau droit d auteur et les droits voisins, Brussel, Larcier, 2008, 536 p. BRISON, F., Het naburig recht van de uitvoerende kunstenaar, Brussel, Larcier, 2001, 727 p. BRISON, F. en VANHEES, H. (eds.), De Belgische Auteurswet, huldeboek Jan Corbet, Brussel, Larcier, 2006, 460 p. COLOMBET, C., Propriété littéraire et artistique, Parijs, Dalloz, 1980, 296 p. CORBET, J., Auteursrecht, Antwerpen, Kluwer, 1997, 173 p. DE MEYER, G. en TRAPPENIERS, A., De muziekindustrie, een lexicon, Leuven, Acco, 2010, 520 p. DENEUTER, D., Muziekuitgave en auteursrecht, Brussel, Poppunt vzw, 2005, 44 p. DE VISSCHER, F. en MICHAUX, B., Précis du droit d auteur et des droits voisins, Brussel, Bruylant, 2000, 1104 p. DIRIX, E., TILLEMAN, B., en VAN ORSHOVEN, P., De valks juridisch woordenboek, Antwerpen, Intersentia, 2004, 431 p. GOTZEN, F. (ed.), Belgisch auteursrecht van oud naar nieuw, Brussel, Bruylant, 1996, 548 p. JANSSENS, M.C., en VANHEES, H., internet, Kortrijk-Heule, UGA, 2012, 116 p. KOEDOODER, M., Artiest en recht, Deventer, Kluwer, 2011, 625 p. PUTTEMANS, A., Droits intellectuels et concurrence déloyale, Brussel, Bruylant, 2000, 569 p. 68

69 SPOOR, J. en VERKADE, W., Auteursrecht: auteursrecht, naburige rechten en databankenrecht, Deventer, Kluwer, 1993, 762 p. STROWEL, A. en DERCLAYE, E., Droit d auteur et numérique, Brussel, Bruylant, 2001, 314 p. VAN EMELEN, T., DEKEYSER, H. en WERKERS, E., Podiumkunsten digitaal ontsluiten, Brussel, Vlaams Theater Instituut, 2008, 60 p. VANHEES, H., Auteursrecht in een notendop, Leuven-Apeldoorn, Garant, 1998, 137 p. VAN ISACKER, F., De exploitatierechten van de auteur, Brussel, Larcier, 1963, 497 p. VAN ISACKER, F., De morele rechten van de auteur, Brussel, Larcier, 1961, 215 p. VASTESAEGER, T., MEERS, J., en GOOVAERTS, A., Concerten, fuiven en festivals organiseren: een praktische gids, Brussel, Poppunt vzw, 2010, 128 p. WERKERS, E., KERREMANS, R., ROBRECHTS, T. en DUMORTIER, J., Auteursrecht in de digitale samenleving, Leuven, Vlaamse Gemeenschap, 2009, 200 p. 2.2 Bijdragen en artikelen BRISON, F., JANSSENS, M.C., MAEYAERT, P., en VANHEES, H., Evoluties binnen het recht van de intellectuele eigendom, IRDI 2011, BRISON, F., en MICHAUX, B., De nieuwe auteurswet, RW , deel 1; , deel 2: en deel 3: CALLENS, P., Auteursrechtelijke thuiskopieheffing op de helling gezet door Hof van Justitie voor louter professioneel gebruikte apparaten en dragers, IRDI 2010, CORNU, E., L exercice du droit d auteur ou des droits voisins, plus particulièrement par des sociétés de gestion de ces droits, peut il constituer un abus de position dominante, et si oui dans quelles circonstances rapport belge sur la question 3, Ing.Cons. 2003, DEENE, J., België broedplaats van wereldhits, Juristenkrant 2007, afl. 154, 3. DEENE, J., De odyssee van de privé-mededeling doorheen het auteursrecht, RW , DEENE, J., Onderwijs mag partituren niet integraal kopiëren, Juristenkrant, afl. 194, 30 september 2009, 4-5. DEENE, J., Originaliteit in het auteursrecht, IRDI 2005, DEENE, J. en VAN DER PERRE, K., Nieuwe auteurswet. Belang voor de digitale wereld, NJW 2005, DE VISSCHER, F. en MICHAUX, B., Le droit d auteur et les droits voisins désormais dans l environnement numérique: la loi du 22 mai 2005 ne laisse-t-elle pas un chantier ouvert?, JT 2006, DUPONT, S., Professionele aansprakelijkheid van de uitgever, Jura Falconis ,

70 GOTZEN, F., "De uitgaveovereenkomst", AMI, 1982, GOTZEN, F., Overzicht van rechtspraak. Auteurs- en modellenrecht , TPR 2004, GOTZEN, F., L ordinateur et la propriété intellectuelle, JT 1976, HAOUIDEG, H., Diffusion en continu sur Internet: Le webcasting constitue-t-il une radiodiffusion au sens de l article 41 de la L.D.A.?, AM 2006, JANSSENS, M.C., De beschermingsomvang in het auteursrecht: een balans na tien jaar toepassing van de Wet van 1994, AM 2004, JANSSENS, M.C., De uitzonderingen op het auteursrecht anno Een eerste analyse, AM 2005, JANSSENS, M.C. en CARLY, M., Auteursrecht en onderwijs met bijzondere aandacht voor de internetomgeving, TORB , JEANRAY, P., "De muziekuitgave-overeenkomst", Mediarecht, losbl., deel Audio, STROWEL, A. en STROWEL, B., "La nouvelle législation belge sur le droit d'auteur", JT 1995, STROWEL, A. en STROWEL, B., Titularité et règles contractuelles dans le domaine du droit d auteur et des programmes d ordinateur, DAOR 1995, VAN BORM, J., De auteurswet en de gebruiker na de wijzigingen van 22 mei 2005, AM 2005, VAN DER PERRE, K., Het vermoeden van overdracht bij audiovisuele werken, IRDI 2001, VANHEES, H., Commentaar bij art. 3 Auteurswet 1994, OHRA 2008, VANHEES, H., Commentaar bij art. 22 Auteurswet 1994, in WYMEERSCH, E., STUYCK, J., VANHEES H. en STEENNOT, R. (eds.), Handels- en economisch recht: commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2007, VANHEES, H., De nieuwe wettelijke regeling inzake auteurscontracten, TBH 1995, VANHEES, H., Het publiek mededelingsrecht na het arrest van het Hof van Justitie van 7 december 2006 in de zaak Rafael Hoteles, AM 2007, VOORHOOF, D., Het uitleenrecht gekneld tussen auteursrecht en cultuurpolitiek. Un droit reconnu mais inappliqué?, AM 2001, VROMANS, M., Nationale muziekmonopolies doorbroken, Jazzmozaïek 2008, afl. 3, 56. X, Beheersvennootschappen auteursrechten, NJW 2011,

71 3. Elektronische bronnen 3.1 Online artikelen SABAM wijst DJ s op licentieplicht : Copyright op muziekuitvoeringen met twintig jaar verlengd : The recasting of copyright and related rights for the knowledge economy (P. HUGENHOLTZ): 8, 24, 25, 27. SABAM doorverwezen naar de strafrechter Overige economie.fgov.be/nl/ondernemingen/intellectuele_eigendom/ (Federaal Memorandum Muzieksector) nl.wikipedia.org/wiki/reprografie. nl.wikipedia.org/wiki/emiliana_torrini 71

72 Bijlagen 1. De verdeelsleutels van SABAM 1.1 Uitvoeringsrechten Bron: D. DENEUTER, Muziekuitgave en auteursrecht, Brussel, Poppunt vzw, 2005, Mechanische reproductierechten 72

73 Bron: D. DENEUTER, Muziekuitgave en auteursrecht, Brussel, Poppunt vzw, 2005, De tarieven van de billijke vergoeding voor Discotheken en dancings 73

Didier Deneuter modo Advocaten

Didier Deneuter modo Advocaten OVEREENKOMSTEN AUTEURS- EN NABURIGE RECHTEN ONDERHANDELINGEN IN DE PRAKTIJK Didier Deneuter modo Advocaten Congresstraat 37 41 1000 BRUSSEL didier.deneuter@modo-law.be [T] 02.427.39.00 [F] 02/425.39.00

Nadere informatie

Bureau M.F.J Bockstael - 2016. Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten:

Bureau M.F.J Bockstael - 2016. Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten: Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten: - vermogensrechten - morele rechten De vermogensrechten (economische rechten) geven de auteur

Nadere informatie

Cyberlaw en auteursrechten

Cyberlaw en auteursrechten Cyberlaw en auteursrechten ABD-BVD 26 januari 2006 Jos Dumortier http://www.ibbt.be http://www.icri.be http://www.lawfort.be Wetgeving auteursrechten Lappendeken - Overgangsperiode Basis: Europese richtlijnen

Nadere informatie

Uitzonderingen op de vermogensrechten van de auteur

Uitzonderingen op de vermogensrechten van de auteur 131 Hoofdstuk 6 Uitzonderingen op de vermogensrechten van de auteur A f d e l i n g 1 Inleiding 221. De wetgever achtte het niet wenselijk dat de gebruiker van een auteursrechtelijk werk voorafgaandelijk

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Beschermingsduur

Hoofdstuk 7 Beschermingsduur 171 Hoofdstuk 7 Beschermingsduur 1072 270. De beschermingsduur van het auteursrecht is geharmoniseerd middels de Richtlijn Beschermingstermijn 1073. In het Belgisch recht is de omzetting van deze richtlijn

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Rechten van de auteur

Hoofdstuk 5 Rechten van de auteur 77 Hoofdstuk 5 Rechten van de auteur 128. De rechten van de auteur worden traditioneel ingedeeld in de vermogensrechten en de morele rechten. Dit onderscheid is een logisch gevolg van de structuur van

Nadere informatie

Auteursrecht: basisbegrippen. VVJ JAM 8 februari 2016

Auteursrecht: basisbegrippen. VVJ JAM 8 februari 2016 Auteursrecht: basisbegrippen VVJ JAM 8 februari 2016 Auteursrecht: bronnen - wetboek economisch recht 2015, boek XI - rechtspraak - rechtsleer - Europa Het basismechanisme: kijken mag, aankomen niet De

Nadere informatie

Verhuurrichtlijn RICHTLIJN 2006/115/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

Verhuurrichtlijn RICHTLIJN 2006/115/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006 Verhuurrichtlijn RICHTLIJN 2006/115/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele

Nadere informatie

auteursrechten gaat...

auteursrechten gaat... Als het over auteursrechten gaat... Dé partner voor Nederlandstalige auteurs Over auteursrecht regisseurs scenaristen literaire auteurs animatiefilmers documentairemakers reportagemakers theaterauteurs

Nadere informatie

Wie, wat en hoe: waarover gaat het auteursrecht? 15

Wie, wat en hoe: waarover gaat het auteursrecht? 15 4 handboek auteursrecht en pers inhoud Woord vooraf 11 hoofdstuk 1 Wie, wat en hoe: waarover gaat het auteursrecht? 15 Inleiding 15 1. Situering van het auteursrecht 15 1.1. Een korte geschiedenis 15 1.2.

Nadere informatie

RIE. Hoofdstuk 1 RIE?

RIE. Hoofdstuk 1 RIE? RIE Hoofdstuk 1 RIE? Subjectieve rechten -> private -> patrimoniale rechten (vermogen) -> zakelijke rechten -> vorderingsrechten -> intellectuele eigendomsrechten -> extra patrimoniale rechten -> persoonlijkheidsrechten

Nadere informatie

AUTEURSRECHTEN EN INTERNET

AUTEURSRECHTEN EN INTERNET Diensten van de Eerste Minister WETENSCHAPPELIJKE, TECHNISCHE EN CULTURELE AANGELEGENHEDEN AUTEURSRECHTEN EN INTERNET Problemen en oplossingen voor het creëren van een online databank met beelden en/of

Nadere informatie

Handboek Auteursrecht

Handboek Auteursrecht Handboek Auteursrecht DIRK VOORHOOF KATRIEN VAN DER PERRE ACADEM1A PRESS Inhoudsopgave Inleiding 1 0.1. Situering 1 0.2. Relevantie van het auteursrecht in de informatiemaatschappij 2 0.3. Central Station

Nadere informatie

DOSSIER: LEENRECHT.

DOSSIER: LEENRECHT. DOSSIER: LEENRECHT www.deauteurs.be Heb je een vraag of wil je graag aansluiten bij deauteurs? Neem dan contact op met de auteursdienst via auteursdienst@deauteurs.be Wat is leenrecht? Dankzij de Europese

Nadere informatie

SAMENVATTING WET BETREFFENDE HET AUTEURSRECHT EN DE NABURIGE RECHTEN 30 JUNI 1994

SAMENVATTING WET BETREFFENDE HET AUTEURSRECHT EN DE NABURIGE RECHTEN 30 JUNI 1994 SAMENVATTING WET BETREFFENDE HET AUTEURSRECHT EN DE NABURIGE RECHTEN 30 JUNI 1994 Bron : JUSTITIE Publicatie : 27-07-1994 nummer : 1994009586 bladzijde : 19297 Dossiernummer : 1994-06-30/35 Inwerkingtreding

Nadere informatie

De zakelijke kant van muziek

De zakelijke kant van muziek De zakelijke kant van muziek Leerlingentekst en opdrachten Muziek en tekst: eigendom, rechten en geld verdienen Je bent gek op muziek en wat is nou leuker dan van je hobby je werk maken? Als je een bandje

Nadere informatie

DIGITAAL DEPOT Auteursrechtelijk luik: stand van zaken

DIGITAAL DEPOT Auteursrechtelijk luik: stand van zaken http://www.edavid.be DIGITAAL DEPOT Auteursrechtelijk luik: stand van zaken AUTEURS: Evi WERKERS en Hannelore DEKEYSER Legal Researchers ICRI KULeuven 20 oktober 2006, Leuven 0. INHOUDSTAFEL 0. Inhoudstafel...

Nadere informatie

gebruik van Creative Commons licenties in interne projecten

gebruik van Creative Commons licenties in interne projecten c gebruik van Creative Commons licenties in interne projecten c C hoofdlijnen van het auteursrecht C het creative commons licentie model C voorwaarde voor het gebruik van cc licenties binnen waag society

Nadere informatie

Hoe onderhandel je een auteursrechtelijk contract?

Hoe onderhandel je een auteursrechtelijk contract? 5-11-2012 Hoe onderhandel je een auteursrechtelijk contract? 31 oktober 2012 I. Voorstelling Kunstenloket II. Inleiding tot het auteursrecht 2 I. Voorstelling Kunstenloket wie zijn ze, wat doen ze, wat

Nadere informatie

Back to basics - Intellectuele eigendomsrechten : «Auteursrecht»

Back to basics - Intellectuele eigendomsrechten : «Auteursrecht» Back to basics - Intellectuele eigendomsrechten : «Auteursrecht» Fabienne Brison Partner Hoyng Monegier LLP Professor VUB en HUB Contrast Law Seminars i.s.m. Larcier Brussel, 22 oktober 2014 Opzet (beperkt)

Nadere informatie

auteursrechten gaat...

auteursrechten gaat... Als het over auteursrechten gaat... Dé partner voor Nederlandstalige auteurs Over auteursrecht regisseurs scenaristen literaire auteurs animatiefilmers documentairemakers reportagemakers theaterauteurs

Nadere informatie

Auteursrecht voor Wikipedianen. WCN 2013 Sjo Anne Hoogcarspel Klos Morel Vos & Schaap

Auteursrecht voor Wikipedianen. WCN 2013 Sjo Anne Hoogcarspel Klos Morel Vos & Schaap Auteursrecht voor Wikipedianen WCN 2013 Sjo Anne Hoogcarspel Klos Morel Vos & Schaap Internationale regelingen Nederlandse boekverkopers miljoenen verdienen omdat de Fransen vlug van geest zijn (Voltaire)

Nadere informatie

Duurrichtlijn RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

Duurrichtlijn RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006 Duurrichtlijn RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2006 betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten (gecodificeerde versie)

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.3.2013 COM(2013) 109 final 2013/0065 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de WIPO inzake

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 juni 2011 (*)

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 juni 2011 (*) ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 juni 2011 (*) Richtlijn 92/100/EEG Auteursrechten en naburige rechten Openbare uitlening Vergoeding van auteurs Passend inkomen In zaak C-271/10, betreffende een verzoek

Nadere informatie

RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006 L 372/12 NL Publicatieblad van de Europese Unie 27.12.2006 RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2006 betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van

Nadere informatie

Auteurs(contracten)recht

Auteurs(contracten)recht Auteurs(contracten)recht Een korte inleiding Vera van Buitenen Auteursrecht Het uitsluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen,

Nadere informatie

Inleiding. Auteurs- en naburige rechten. Inleiding. Inleiding. Een (gunstig) fiscaal regime: Enkele aandachtspunten. Sinds Wet 16 juli 2008

Inleiding. Auteurs- en naburige rechten. Inleiding. Inleiding. Een (gunstig) fiscaal regime: Enkele aandachtspunten. Sinds Wet 16 juli 2008 Inleiding Auteurs- en naburige rechten Artistieke Prestatie Een (gunstig) fiscaal regime: Enkele aandachtspunten Hoofd- beroep Zelfstandige Auteurs - en naburige rec hten Werknemer Occasionele prestatie

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 oktober 2003 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 oktober 2003 * COMMISSIE / BELGIË ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 oktober 2003 * In zaak C-433/02, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door K. Banks als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende

Nadere informatie

JOURNALISTEN & AUTEURSRECHT

JOURNALISTEN & AUTEURSRECHT JOURNALISTEN & AUTEURSRECHT Journalistenloket 08-02-2016 AUTEURSRECHTEN Journalisten zijn auteurs JAM ( 1995) opgericht door de AVBB (Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten van België) en de VJPP

Nadere informatie

auteursrechten gaat...

auteursrechten gaat... Als het over auteursrechten gaat... Dé partner voor Nederlandstalige auteurs www.deauteurs.be Over auteursrecht Hebt u een vraag of wilt u zich graag aansluiten bij deauteurs, neem dan contact op met de

Nadere informatie

INHOUD WORKSHOP. 1. Hoofdpunten labels 2. Oorsprong 3. Rechten 4. Dance 5. Overeenkomsten 6. Tips 7. Hoofdpunten publishing 8. Vragen?

INHOUD WORKSHOP. 1. Hoofdpunten labels 2. Oorsprong 3. Rechten 4. Dance 5. Overeenkomsten 6. Tips 7. Hoofdpunten publishing 8. Vragen? LABELS & PUBLISHING INHOUD WORKSHOP 1. Hoofdpunten labels 2. Oorsprong 3. Rechten 4. Dance 5. Overeenkomsten 6. Tips 7. Hoofdpunten publishing 8. Vragen? HOOFDPUNTEN Publishing Margriet Koedooder Auteursrecht

Nadere informatie

LIDMAATSCHAPSAANVRAAG VAN DE UITGEVER EN OVERZICHT VAN WERKEN

LIDMAATSCHAPSAANVRAAG VAN DE UITGEVER EN OVERZICHT VAN WERKEN LIDMAATSCHAPSAANVRAAG VAN DE UITGEVER EN OVERZICHT VAN WERKEN Stuur terug naar: Sabam/Beheer IP-gegevens Aarlenstraat 75-77 1040 Brussel Alleen voor de administratieafdeling: Voorstel van de commissie:...

Nadere informatie

Regelgevende ontwikkelingen binnen de audiovisuele sector.

Regelgevende ontwikkelingen binnen de audiovisuele sector. Regelgevende ontwikkelingen binnen de audiovisuele sector Overlegcomité inzake collectief beheer van auteursrechten en naburige rechten en inzake audiovisuele aangelegenheden KB 29 september 2016 gaat

Nadere informatie

1. Auteursrecht. Hoofdstuk V. (De reproductie voor privé-gebruik. ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk

1. Auteursrecht. Hoofdstuk V. (De reproductie voor privé-gebruik. ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk 1. Auteursrecht Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten 3 Hoofdstuk I. Auteursrecht.......... 3 Afdeling I. Auteursrecht in het algemeen.... 3 Afdeling II. Bijzondere bepalingen

Nadere informatie

meest gestelde vragen over Auteursrecht De Gier Stam &

meest gestelde vragen over Auteursrecht De Gier Stam & meest gestelde vragen over Auteursrecht De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over Auteursrechten De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500 AV UTRECHT t: (030)

Nadere informatie

AUTEURSRECHT @ INTERNET. M arie-christine JANSSENS. Hendrik VA N HEES. UGf!

AUTEURSRECHT @ INTERNET. M arie-christine JANSSENS. Hendrik VA N HEES. UGf! AUTEURSRECHT @ INTERNET M arie-christine JANSSENS Hendrik VA N HEES m ' UGf! IN H O U D INHOUD I. IN L E ID IN G... 11 1. H et auteursrecht en zijn impact op het dagelijks leven... 11 2. H et auteursrecht

Nadere informatie

[TITLE IN CAPS, VERDANA, 32]

[TITLE IN CAPS, VERDANA, 32] [TITLE IN CAPS, VERDANA, 32] Recente ontwikkelingen inzake auteursrecht: een algemeen overzicht Fabienne Brison (Inforum 2012, BVD, 31 mei 2012) WETGEVING Belgisch (federaal) Europees Internationaal WETGEVING

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.5.2006 COM(2006)226 definitief 2006/0073(COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht

Nadere informatie

Naamsvermelding NietCommercieel - GelijkDelen 2.0

Naamsvermelding NietCommercieel - GelijkDelen 2.0 Creative Commons Licentie Attribution NonCommercial ShareAlike, Draft belgian version (dutch) 11/10/2004 Naamsvermelding NietCommercieel - GelijkDelen 2.0 CREATIVE COMMONS CORPORATION IS GEEN ADVOCATENKANTOOR

Nadere informatie

10 VOLGRECHT VAN DE KUNSTENAAR

10 VOLGRECHT VAN DE KUNSTENAAR I Inleiding 1. Auteurs van auteursrechtelijk beschermde werken behalen hun inkomsten in de regel uit de exploitatie van hun auteursrechten. De schrijver van een boek ontvangt bijv. van zijn uitgever een

Nadere informatie

Inleiding tot het auteursrecht. Lucie Guibault 30 september 2011

Inleiding tot het auteursrecht. Lucie Guibault 30 september 2011 Inleiding tot het auteursrecht Lucie Guibault 30 september 2011 Inhoud Verkrijgen van rechten Auteursrechthebbende Het werk Omvang van rechten Morele rechten Beperkingen op het auteursrecht 2 Het Auteursrecht

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 13 november 2006 (OR. fr) 2006/0071 (COD) PE-CONS 3643/06 CODIF 55 PI 51 CULT 73 CODEC 976 OC 678

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 13 november 2006 (OR. fr) 2006/0071 (COD) PE-CONS 3643/06 CODIF 55 PI 51 CULT 73 CODEC 976 OC 678 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 13 november 2006 (OR. fr) 2006/0071 (COD) PE-CONS 3643/06 CODIF 55 PI 51 CULT 73 CODEC 976 OC 678 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft:

Nadere informatie

AANVRAAG TOT LIDMAATSCHAP IN HOEDANIGHEID VAN UITGEVER EN OPGAVE VAN DE WERKEN

AANVRAAG TOT LIDMAATSCHAP IN HOEDANIGHEID VAN UITGEVER EN OPGAVE VAN DE WERKEN Dienst Aanvaardingen Tel : 02/286.82.34 Aarlenstraat 75-77 Fax : 02/231.18.00 1040 Brussel E-mail : affiliation@sabam.be Blz : 1/8 Volgnummer : Inschrijvingsnummer : Voorbehouden voor de administratie

Nadere informatie

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A, Richtlijn nr. 91/250/EEG van de Raad van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma's Publicatieblad L nr. 122 van 17 mei 1991, 42-46 Latere wijzigingen: Zie 393L0098 (PB L 290

Nadere informatie

Muziek en tekst: eigendom, rechten en geld verdienen

Muziek en tekst: eigendom, rechten en geld verdienen Muziek en tekst: eigendom, rechten en geld verdienen Je bent gek op muziek en wat is nou leuker dan van je hobby de werk maken? Als je een bandje begint kun je de hele dag bezig zijn met het schrijven

Nadere informatie

Flexibel ter beschikking stellen van leerinhouden

Flexibel ter beschikking stellen van leerinhouden Flexibel ter beschikking stellen van leerinhouden http://www.picdiary.com/new/nyc2004-widescreen/3 Flexibel ter beschikking stellen van leerinhouden Het klassieke auteursrecht Auteursrecht in de onderwijscontext

Nadere informatie

meest gestelde vragen over Naburige rechten De Gier Stam &

meest gestelde vragen over Naburige rechten De Gier Stam & meest gestelde vragen over Naburige rechten De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over Naburige rechten De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500 AV UTRECHT

Nadere informatie

Intellectueel eigendom en software. Voor de digitale economie

Intellectueel eigendom en software. Voor de digitale economie Intellectueel eigendom en software Voor de digitale economie Intellectueel eigendom is een verzamelnaam voor een aantal rechten op zogenaamde voortbrengselen van de menselijke geest, zoals een schilderij,

Nadere informatie

edavid Digitale archivering Auteursrecht, technische beschermingsmaatregelen en wettelijk depot Hannelore Dekeyser April 2007 Versie 2.

edavid Digitale archivering Auteursrecht, technische beschermingsmaatregelen en wettelijk depot Hannelore Dekeyser April 2007 Versie 2. edavid Digitale archivering Auteursrecht, technische beschermingsmaatregelen en wettelijk depot Hannelore Dekeyser April 2007 Versie 2.0 In samenwerking met ICRI - K.U.Leuven - IBBT Expertisecentrum David

Nadere informatie

HET CONTRACTENRECHT IN COMBINATIE MET HET ARTISTIEKE INTELLECTUEEL RECHT De juridisch-technische kant van de muziekwereld

HET CONTRACTENRECHT IN COMBINATIE MET HET ARTISTIEKE INTELLECTUEEL RECHT De juridisch-technische kant van de muziekwereld 3 de Professionele Bachelor Rechtspraktijk Academiejaar 2016-2017 Poppunt vzw Bloemenstraat 32 1000 Brussel HET CONTRACTENRECHT IN COMBINATIE MET HET ARTISTIEKE INTELLECTUEEL RECHT De juridisch-technische

Nadere informatie

RECHT VAN DE INTELLECTUELE EIGENDOM

RECHT VAN DE INTELLECTUELE EIGENDOM 1 E BACHELOR INFORMATICA RECHT VAN DE INTELLECTUELE EIGENDOM SAMENVATTING DOOR PIETER DE BAETS (2009) Hoofdstuk 1: Inleiding... 3 1. Wat zijn intellectuele Eigendomsrechten (=IER)?... 3 2. kenmerken van

Nadere informatie

Consultatieversie Nota van wijziging artikel 45d Auteurswet (maart 2014)

Consultatieversie Nota van wijziging artikel 45d Auteurswet (maart 2014) Consultatieversie Nota van wijziging artikel 45d Auteurswet (maart 2014) Artikel I, onderdeel C, komt te luiden: Artikel 45d Auteurswet 1. Tenzij de makers en de producent schriftelijk anders zijn overeengekomen,

Nadere informatie

Softwarerichtlijn. 5.5.2009 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 111/16 RICHTLIJN 2009/24/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Softwarerichtlijn. 5.5.2009 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 111/16 RICHTLIJN 2009/24/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Softwarerichtlijn 5.5.2009 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 111/16 RICHTLIJN 2009/24/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 april 2009 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma's

Nadere informatie

Aanleveren data voor machinevertalingen : juridische aspecten. Joris DEENE Advocaat (associated partner Everest Law) Gastdocent Universiteit Gent

Aanleveren data voor machinevertalingen : juridische aspecten. Joris DEENE Advocaat (associated partner Everest Law) Gastdocent Universiteit Gent Aanleveren data voor machinevertalingen : juridische aspecten Joris DEENE Advocaat (associated partner Everest Law) Gastdocent Universiteit Gent 13/04/2016 Auteursrecht Auteursrecht (regelgevend kader)

Nadere informatie

Auteursrechten en digitale muziek. NVMB-netwerkbijeenkomst 27.11.2014

Auteursrechten en digitale muziek. NVMB-netwerkbijeenkomst 27.11.2014 Advocaten en notarissen Auteursrechten en digitale muziek NVMB-netwerkbijeenkomst 27.11.2014 Programma Auteursrecht in een notendop Hoofdregels Enkele uitzonderingen Specifieke aandachtspunten bij digitaliseren

Nadere informatie

auteursrechten gaat...

auteursrechten gaat... Als het over auteursrechten gaat... Dé partner voor Nederlandstalige auteurs www.deauteurs.be Over auteursrecht deel 6 - Wie wordt beschermd door het auteursrecht? Hebt u een vraag of wilt u zich graag

Nadere informatie

1 http://www.vub.ac.be/lsts 2 Not for quotation. F. Brison, Het gebruik van auteursrechtelijk beschermde werken in digitale leerplatformen. Wat kan en wat kan niet? Wat willen we en wat willen we niet?,

Nadere informatie

CAG/13/12.12/DOC.104 bijlage 1

CAG/13/12.12/DOC.104 bijlage 1 Modellicenties voor open data Versie 1.1 CAG/13/12.12/DOC.104 bijlage 1 Licentiemodellen open data v1.1 2 Inleiding In deze nota worden een aantal modellicenties voorgesteld voor het ter beschikking stellen

Nadere informatie

AUTEURSRECHT IN DE BOUWKUNST

AUTEURSRECHT IN DE BOUWKUNST KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN KATHOLIEKE UNIVERSITEIT BRÜSSEL CENTRUM VOOR 1NTELLECTUELE RECHTEN CENTRE FOR INTELLECTUAL PROPERTY RIGHTS CENTRE DE RECHERCHE EN PROPRIETE INTELLECTUELLE ZENTRUM FÜR IMMATERIALGÜTERRECHT

Nadere informatie

Is het toegestaan om zonder toestemming van de docent een hoorcollege op te nemen en op facebook te zetten?

Is het toegestaan om zonder toestemming van de docent een hoorcollege op te nemen en op facebook te zetten? Is het toegestaan om zonder toestemming van de docent een hoorcollege op te nemen en op facebook te zetten? Dirk Visser, Leiden, 17 oktober 2017 Relevante wetten: Auteurswet Wet op de naburige rechten

Nadere informatie

Is het toegestaan om zonder toestemming van de docent een hoorcollege op te nemen en op facebook te zetten? Dirk Visser, Leiden, 17 oktober 2017

Is het toegestaan om zonder toestemming van de docent een hoorcollege op te nemen en op facebook te zetten? Dirk Visser, Leiden, 17 oktober 2017 Is het toegestaan om zonder toestemming van de docent een hoorcollege op te nemen en op facebook te zetten? Dirk Visser, Leiden, 17 oktober 2017 Relevante wetten: Auteurswet Wet op de naburige rechten

Nadere informatie

Reproductierechten. Publicatierechten

Reproductierechten. Publicatierechten Rechtenvrije muziek Reproductierechten Reproductierechten Publicatierechten SABAM Reproductierechten Publicatierechten SABAM Beschermt de rechten van haar leden SABAM Beschermt de rechten van haar leden

Nadere informatie

Algemene inhoudsopgave

Algemene inhoudsopgave Voorwoord Ten geleide Afkortingenlijst Algemeen Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom van 20 maart 1883, zoals herzien te Brussel op 14 december 1900, te Washington op 2 juni 1911,

Nadere informatie

Intellectuele Rechten

Intellectuele Rechten Intellectuele Rechten Intellectuele Rechten vermogensrechten op niet-tastbare objecten verzamelbegrip voor... wettelijk kader op EU en nationaal niveau ALGEMEEN www.vlao.be/images_sub/pdf/innovatie/ ie_praktijk.pdf

Nadere informatie

Gery Bessemans Nationaal Adviseur Beëdigd

Gery Bessemans Nationaal Adviseur Beëdigd Gery Bessemans Nationaal Adviseur Beëdigd De auteurswet Wat is beschermd door auteursrecht? Wat is beschermd door naburige rechten? Welke rechten zijn beschermd? De muziekwereld en andere CVBA s. Muziek

Nadere informatie

BINDU DE KNOCK INLEIDING MUZIEKRECHT

BINDU DE KNOCK INLEIDING MUZIEKRECHT BINDU DE KNOCK INLEIDING MUZIEKRECHT 2015 2015, B. De Knock, Amsterdam Ontwerp omslag: Kim Mannes-Abbott Lay-out: az grafisch serviceburo, Den Haag Auteursrecht sfeerfoto s B. De Knock Fotograaf: D. Beentjes

Nadere informatie

Modellicenties Open Data. http://www.vlaanderen.be/opendata info@opendataforum.info Skype: opendataforum_ LinkedIn: Open Data Group

Modellicenties Open Data. http://www.vlaanderen.be/opendata info@opendataforum.info Skype: opendataforum_ LinkedIn: Open Data Group Modellicenties Open Data http://www.vlaanderen.be/opendata info@opendataforum.info Skype: opendataforum_ LinkedIn: Open Data Group INLEIDING In deze nota worden een aantal modellicenties voorgesteld voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 912 Wijziging van de Auteurswet, de Wet op de naburige rechten en de Databankenwet ter implementatie van Richtlijn (EU) 2017/1564 van het Europees

Nadere informatie

Art. 69bis. Carine Libert Hendrik Vanhees

Art. 69bis. Carine Libert Hendrik Vanhees Art. 69bis Art.69bis Onverminderd specifieke afwijkende bepalingen verjaren de vorderingen tot betaling van de rechten geïnd door de beheersvennootschappen na tien jaar te rekenen van de dag van hun inning.

Nadere informatie

1. Auteursrecht. b. Europees Richtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de

1. Auteursrecht. b. Europees Richtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de 1. Auteursrecht a. Nationaal............ 3 Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.................... 3 Hoofdstuk I. Auteursrecht.......... 3 Afdeling I. Auteursrecht

Nadere informatie

auteursrechten gaat...

auteursrechten gaat... Als het over auteursrechten gaat... Dé partner voor Nederlandstalige auteurs Over auteursrecht regisseurs scenaristen literaire auteurs animatiefilmers documentairemakers reportagemakers theaterauteurs

Nadere informatie

Wet van 30 juni 1994. betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. Bijgewerkt en gecoördineerd t/m 1 april 2010

Wet van 30 juni 1994. betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. Bijgewerkt en gecoördineerd t/m 1 april 2010 Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten Bijgewerkt en gecoördineerd t/m 1 april 2010 Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten - Bijgewerkt

Nadere informatie

Muziekuitgave overeenkomst

Muziekuitgave overeenkomst Muziekuitgave overeenkomst De ondergetekenden: Componist/Tekstdichter Naam Straat Postcode en woonplaats Pseudoniem Hierna afzonderlijk en gezamenlijk te noemen "de Auteur" en de Uitgever Naam :....................

Nadere informatie

In deze noot komen de antwoorden of beide prejudiciële vragen aan bod. Maar eerst antwoord of de vraag wat een GUI nu eigenlijk is?

In deze noot komen de antwoorden of beide prejudiciële vragen aan bod. Maar eerst antwoord of de vraag wat een GUI nu eigenlijk is? Noot bij HvJEU,, 22 december 2010, zaak C-393/09, C Bezpečnostní softwarová asociace (BSA) tegen Ministerstvo kultury (prejudiciële vragen Nejvyšší správní soud,, Tsjechië) 1. Inleiding Op 22 december

Nadere informatie

'OPEN HARDWARE' LICENTIE VOOR COLLABORATIEVE ONTWIKKELING

'OPEN HARDWARE' LICENTIE VOOR COLLABORATIEVE ONTWIKKELING 'OPEN HARDWARE' LICENTIE VOOR COLLABORATIEVE ONTWIKKELING LOH DDC licentie Versie 1.0 (20 mei 2014) Auteursrechten: SIBELGA Oorspronkelijk document op: www.sibelga.be/openhardware INLEIDING Dit is een

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN 11.10.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 265/1 I (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2011/77/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 27 september 2011 tot wijziging van Richtlijn

Nadere informatie

Wet van 30 juni 1994. betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. Bijgewerkt en gecoördineerd t/m 30 januari 2012

Wet van 30 juni 1994. betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. Bijgewerkt en gecoördineerd t/m 30 januari 2012 Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten Bijgewerkt en gecoördineerd t/m 30 januari 2012 Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten - Bijgewerkt

Nadere informatie

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht ARTIKEL I De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd: Tekst voorontwerp Artikel 2 1.

Nadere informatie

VR DOC.0975/3

VR DOC.0975/3 VR 2016 1609 DOC.0975/3 Bijlage 1. De CC0-verklaring, vermeld in artikel 7, 1 De CC0-verklaring De instantie mag overeenkomstig de voorwaarden van artikel 7 gebruikmaken van de Nederlandstalige tekst van

Nadere informatie

BESPREKING VAN DE BEGINSELEN VAN HET AUTEURSRECHT EN DE RECHTSBESCHERMING VAN DATABANKEN EN DE TOEPASSING DAARVAN OP INTERNET

BESPREKING VAN DE BEGINSELEN VAN HET AUTEURSRECHT EN DE RECHTSBESCHERMING VAN DATABANKEN EN DE TOEPASSING DAARVAN OP INTERNET Eerste deel BESPREKING VAN DE BEGINSELEN VAN HET AUTEURSRECHT EN DE RECHTSBESCHERMING VAN DATABANKEN EN DE TOEPASSING DAARVAN OP INTERNET A ALGEMENE AUTEURSRECHTELIJKE BEGINSELEN 1 Algemeen juridisch kader

Nadere informatie

Overeenkomst Journalisten

Overeenkomst Journalisten Overeenkomst Journalisten De ondergetekende. 1. De besloten vennootschap Pressexpress BV, kantoorhoudende te Amstelveen, 1181 JC, Biesbosch 225, hierna te noemen PEBV 2. de journalist/ freelancer schrijver,

Nadere informatie

Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. (Belgisch Staatsblad, 27 juli 1994)

Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. (Belgisch Staatsblad, 27 juli 1994) Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (Belgisch Staatsblad, 27 juli 1994) Gewijzigd bij wet van 3 april 1995 houdende aanpassing van de wet van 30 juni 1994 betreffende

Nadere informatie

5. Auteursrecht op internet: waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Een pleidooi voor collectief beheer 1

5. Auteursrecht op internet: waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Een pleidooi voor collectief beheer 1 5. Auteursrecht op internet: waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Een pleidooi voor collectief beheer 1 Erwin Angad-Gaur E r worden, zowel nationaal als internationaal, veel discussies gevoerd over

Nadere informatie

Voor andere bestemmingen dient de Producent zich te wenden tot de rechthebbende van de geluidsopnames in kwestie.

Voor andere bestemmingen dient de Producent zich te wenden tot de rechthebbende van de geluidsopnames in kwestie. ALGEMENE VOORWAARDEN Artikel 1. Voorwerp. 1.1. Door het aangifteformulier in te vullen, dient de audiovisuele producent waarvan de gegevens op het aangifteformulier zijn vermeld (hierna: de Producent ),

Nadere informatie

Secundaire openbaarmaking in historisch perspectief. Madeleine de Cock Buning 9 november 2012

Secundaire openbaarmaking in historisch perspectief. Madeleine de Cock Buning 9 november 2012 Secundaire openbaarmaking in historisch perspectief Madeleine de Cock Buning 9 november 2012 dat indien, gelijk hier, dit laatste geschiedt in het openbaar, niet slechts de tekst der Auteurswet 1912 maar

Nadere informatie

GEBRUIKSVOORWAARDEN EN DISCLAIMER

GEBRUIKSVOORWAARDEN EN DISCLAIMER GEBRUIKSVOORWAARDEN EN DISCLAIMER 1. Identiteit en contactgegevens van Basiel 1.1. De website beschikbaar op het adres www.feestzaalbasiel.be (hierna: de Website ) wordt uitgebaat door en is eigendom van

Nadere informatie

Didier Deneuter. Edmond Tollenaerestraat 56-76 1020 Brussel. Didier.deneuter@modo-law.be [T] 02/427.39.00 [F] 02/425.39.00

Didier Deneuter. Edmond Tollenaerestraat 56-76 1020 Brussel. Didier.deneuter@modo-law.be [T] 02/427.39.00 [F] 02/425.39.00 Didier Deneuter Edmond Tollenaerestraat 56-76 1020 Brussel Didier.deneuter@modo-law.be [T] 02/427.39.00 [F] 02/425.39.00 Digitale rechten? Evolutie modellen Theatermodel : uitvoering Betaling per eenmalig

Nadere informatie

DE MUZIEKAUTEUR BIJ SABAM WWW.SABAM.BE

DE MUZIEKAUTEUR BIJ SABAM WWW.SABAM.BE DE MUZIEKAUTEUR BIJ SABAM WWW.SABAM.BE WOORD VOORAF Tussen het schrijven van een muziekwerk en de weg naar het publiek is er een belangrijke stap waarbij SABAM je graag met raad en daad bijstaat : je als

Nadere informatie

Wijzigingsformulier exploitatie auteursrechten

Wijzigingsformulier exploitatie auteursrechten Siriusdreef 22-28 Postbus 3080 2130 KB Hoofddorp t +31 (0)23 799 79 99 f +31 (0)23 799 77 77 info@bumastemra.nl www.bumastemra.nl Vereniging Buma en Stichting Stemra zijn de auteursrechtenorganisaties

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van internet service providers

Aansprakelijkheid van internet service providers Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-13 Aansprakelijkheid van internet service providers Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Toon Brawers (studentennr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MEI 2011 C.10.0496.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0496.F STAD NAMEN, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen N. N., Mr. Ludovic De Gryse, advocaat bij het

Nadere informatie

Mediawijsheid. Werkblad Introductie Auteursrecht. Auteursrecht

Mediawijsheid. Werkblad Introductie Auteursrecht. Auteursrecht Werkblad Introductie Auteursrecht Auteursrecht Wanneer jij een verhaal, foto, filmpje of muziek maakt, heb je daar automatisch auteursrecht op. Je hoeft daar helemaal niets voor te doen. Wat je gemaakt

Nadere informatie

FOTOREGELS. Uitleg en regels rondom het gebruik van foto s. Het auteursrecht. Als ik een foto koop, krijg ik dan ook de rechten op de foto?

FOTOREGELS. Uitleg en regels rondom het gebruik van foto s. Het auteursrecht. Als ik een foto koop, krijg ik dan ook de rechten op de foto? FOTOREGELS Uitleg en regels rondom het gebruik van foto s Over auteursrecht op foto s is bij consumenten wel eens onduidelijkheid. Soms kan dat tot vervelende situaties leiden voor zowel klant als fotograaf.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling My Lawyer Info Monard D Hulst www.monard-dhulst.be Onderwerp Het Hof van Justitie zet de deur open voor tweedehandse software Datum 9 juli 2012 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document

Nadere informatie

Harmonisatie van auteursrechtelijke exploitatiebegrippen door Europees Hof afgerond

Harmonisatie van auteursrechtelijke exploitatiebegrippen door Europees Hof afgerond Harmonisatie van auteursrechtelijke exploitatiebegrippen door Europees Hof afgerond Met de recente arresten Donner 1 en SAS Institute/World Programming 2 geeft het Europese Hof zichzelf een eigen lente

Nadere informatie

Guidelines. Vergoeding verschuldigd voor rechtenvrije muziek?

Guidelines. Vergoeding verschuldigd voor rechtenvrije muziek? Guidelines Vergoeding verschuldigd voor rechtenvrije muziek? Is er een vergoeding verschuldigd voor de openbare mededeling van rechtenvrije muziek?... 2 1. Praktische tips voor gebruikers van muziekdiensten...

Nadere informatie

Inhoud. Recht en Informatica HC4: Waarom bescherming IE? Octrooi: object. Octrooi: verkrijging. Octrooi: omvang

Inhoud. Recht en Informatica HC4: Waarom bescherming IE? Octrooi: object. Octrooi: verkrijging. Octrooi: omvang Recht en Informatica HC4: Intellectuele eigendom (1): Octrooi, Auteursrecht Octrooi (patent) Op software? Auteursrecht Algemeen Internet Software Inhoud Henry Prakken 11 mei 2015 1 2 Waarom bescherming

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 7 mei 2018 ADVIES 2018-41 met betrekking tot de toegang tot informatie die in een databank aanwezig

Nadere informatie

GECOÖRDINEERDE WET betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (1) (2) (3) (4) (5)

GECOÖRDINEERDE WET betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (1) (2) (3) (4) (5) WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN MINISTERIE VAN JUSTITIE N.94-1956 (S-C - 9586) GECOÖRDINEERDE WET betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (1) (2) (3) (4) (5) ALBERT II, Koning

Nadere informatie