Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Transcriptie

1 Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Waterakkoord 1- Notagegevens Notanummer Datum Programma: 03 Leefomgeving Portefeuillehouder Weth. Rorink Team ORB 2- Bestuursorgaan [X]B & W [ ]Raad -- [ ]Burgemeester -- College van B & W - Burgemeester - Weth. Kolkman - Weth. Hartogh Heys - Weth. Rorink - Weth. Grijsen Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Routing d.d. Wethouder Leefomgeving Ambtelijk opdrachtgever Programmamanager par. [ ]adj.secr. -- [X]gem.secr BIS Openbaar Status Definitief Bijlagen B & W d.d.: Besloten wordt: 1 Het bestaande Afvalwaterakkoord van 11 april 2007 in te trekken; 2 een Waterakkoord met Waterschap Drents Overijsselse Delta te sluiten conform bijgevoegd voorstel; 3 de burgemeester te verzoeken wethouder Rorink volmacht te verlenen om het waterakkoord te ondertekenen; 4 De nota en het besluit openbaar te maken. Financiële aspecten: Financiële gevolgen voor de gemeente? Begrotingswijziging Nee Nee Voorstel openbaarmaking conform Wet Openbaarheid Bestuur (Wob) [X] De nota en het besluit openbaar te maken [ ] De nota en het besluit openbaar te maken vergezeld van bijgaand persbericht [ ] De nota en het besluit openbaar te maken nadat [ ] De nota en het besluit openbaar te maken, behalve [ ] Het besluit openbaar te maken, maar niet de nota, gelet op artikel: [ ] De nota en het besluit niet openbaar te maken, gelet op artikel: Kennisgeving/ Bekendmaking Awb Kennisgeving (publicatie) conform Awb Bekendmaking conform Awb Nee Nee

2 ADVIESRADEN: Moet een van de adviesraden gehoord worden of op de hoogte gesteld? Nee Toelichting Inleiding Waterschappen en gemeenten werken steeds meer samen op basis van gelijkwaardigheid. Er is een ontwikkeling op gang gekomen waarbij de bakens steeds verder worden verzet naar vormen van samenwerking, met als doel om op een doelmatige manier het watersysteem en de waterketen te beheren en te ontwikkelen. In 2011 hebben het rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven het Bestuursakkoord Water ondertekend. De doelstelling van het Bestuursakkoord water is om in samenwerkingsverbanden de opgaven voor het beheer van het watersysteem én de waterketen te realiseren. In de regio Salland is dit ingevuld door RIVUS. In RIVUS werken het Waterschap Drents Overijsselse Delta en 8 gemeenten (Dalfsen, Deventer, Kampen, Olst-Wijhe, Raalte, Staphorst, Zwartewaterland en Zwolle) samen aan het realiseren van de doelen uit het BAW. Voortvloeiend uit het bestuursakkoord water is de ambitieverklaring RIVUS gezamenlijk afvalwaterbeheer West- Overijssel vastgesteld. Naast deze regionale samenwerking is er sprake van de één op één relatie tussen gemeente Deventer en Waterschap Drents Overijsselse Delta. Om deze samenwerking vorm te geven is in 2008 een afvalwaterakkoord gesloten tussen de gemeente Deventer en het toenmalig waterschap Groot Salland. Dit akkoord omvatte alleen afspraken over de samenwerking in de afvalwaterketen. In het afvalwaterakkoord lag de nadruk op het gezamenlijk uitvoeren van de maatregelen uit de optimalisatiestudie Deventer, het realiseren van de basisinspanning en het hebben van een adequate vergunningensituatie. Deze acties zijn inmiddels uitgevoerd. Het is nu tijd voor een volgende stap in de samenwerking: het Waterakkoord! De afvalwaterketen staat niet op zichzelf, maar heeft een belangrijke relatie met het watersysteem en de leefomgeving. Daarom is een integrale benadering door de beheerders van het watersysteem, de afvalwaterketen en de leefomgeving noodzakelijk. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot het maken van een waterakkoord dat breder is dan alleen de afvalwaterketen. In het nieuwe waterakkoord ligt de nadruk op het gezamenlijk oppakken van het waterkwaliteitsspoor, de verdere samenwerking op gebied van stedelijk water en op meten en monitoren. In het waterakkoord, als bedoeld in artikel 3.7 van de Waterwet leggen gemeente en waterschap de gezamenlijke afspraken vast in een nieuwe bestuurlijke overeenkomst. In dit waterakkoord wordt verwezen naar de vigerende samenwerkingsovereenkomsten. Beoogd resultaat Het gaat om verminderen van de kosten, verhogen van de kwaliteit en het verminderen van de kwetsbaarheid in het beheer en de ontwikkeling van de waterketen en het watersysteemen. In 2008 is een afvalwaterakkoord gesloten tussen de gemeente Deventer en het toenmalig waterschap Groot Salland. De opgaven uit dit afvalwaterakkoord zijn vrijwel geheel gerealiseerd. In het nieuwe waterakkoord zijn zowel afspraken over de samenwerking in de waterketen als in het waterbeheer opgenomen. Het afvalwaterakkoord komt bij ondertekening van het waterakkoord te vervallen. Het akkoord bevat de tekst van de overeenkomst in algemene termen, met een toelichting, met daaraan gehecht per onderwerp uitgewerkte modules met concrete nadere afspraken. De overeenkomst in algemene termen heeft een onbeperkte looptijd. De bijbehorende modules hebben een dynamisch karakter en worden jaarlijks ambtelijk geëvalueerd en zo nodig in een bestuurlijk overleg bijgesteld (zie artikel 6 van het waterakkoord). Daarmee blijft het waterakkoord met de modules actueel en wordt de uitvoering van de gemaakte afspraken geborgd. Kader Met het sluiten van het waterakkoord wordt uitvoering gegeven aan het bestuursakkoord water (2011) en de waterwet artikel 3.7 en 3.8. Tijdens het bestuurlijk overleg (kennismakingsbezoek) van 30 maart 2015 is gemeld dat bestuurlijke behandeling van het waterakkoord op korte termijn plaats zal vinden.

3 Argumenten voor en tegen De samenwerking op basis van gelijkwaardigheid tussen gemeente en waterschap op basis van het afvalwaterakkoord heeft bewezen te werken. Dit waterakkoord is hier een logisch vervolg op. Extern draagvlak (partners) Door het ondertekenen van het waterakkoord wordt verder invulling gegeven aan de structurele samenwerking tussen de gemeente Deventer en het waterschap. Financiële consequenties Er is geen sprake van financiele consequenties in directe zin. Indien de samenwerking leidt tot kostenbesparing dan zal dit direct ten goede komen aan de inwoners van Deventer door verrekening met het tarief rioolheffing. Aanpak/uitvoering De burgemeester wordt verzocht om vakwethouder, de heer F. Rorink, te machtigen om het waterakkoord te ondertekenen. Eventuele bijstelling van de modules vindt plaats in het regulier bestuurlijk overleg tussen WDOD en de gemeente condorm art. 6 lid 3 van het waterakkoord.

4 Waterakkoord gemeente Deventer en waterschap Drents Overijsselse Delta Samenwerking in de waterketen en het waterbeheer Juni 2016 Versie definitief concept

5 Definitief concept, juni 2016 Pagina 2

6 Inhoudsopgave Context van het waterakkoord Waterakkoord Toelichting Versiebeheer Waterakkoord Deventer Modules Pagina 3

7 Context van het Waterakkoord Een volgende stap Waterschappen en gemeenten werken steeds meer samen op basis van gelijkwaardigheid. Er is een ontwikkeling op gang gekomen waarbij de bakens steeds verder worden verzet naar vormen van samenwerking, met als doel om op een doelmatige manier het watersysteem en de waterketen te beheren en te ontwikkelen. In 2011 hebben het rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven het Bestuursakkoord Water ondertekend. De doelstelling van het Bestuursakkoord water is om in samenwerkingsverbanden de opgaven voor het beheer van het watersysteem én de waterketen te realiseren. Het gaat daarbij om verminderen van de kosten, verhogen van de kwaliteit en verminderen van de kwetsbaarheid. In de regio Salland is dit ingevuld door RIVUS. In RIVUS werken het Waterschap Drents Overijsselse Delta en 8 gemeenten (Dalfsen, Deventer, Kampen, Olst-Wijhe, Raalte, Staphorst, Zwartewaterland en Zwolle) samen aan het realiseren van de doelen uit het BAW. Voortvloeiend uit het bestuursakkoord water is de ambitieverklaring RIVUS gezamenlijk afvalwaterbeheer West- Overijssel vastgesteld. Naast deze regionale samenwerking is er sprake van de één op één relatie tussen gemeente Deventer en Waterschap drents overijsselse delta. Om deze samenwerking vorm te geven, is in 2008 een afvalwaterakkoord gesloten tussen de gemeente Deventer en het toenmalig waterschap Groot Salland.. Dit akkoord omvatte alleen afspraken over de samenwerking in de afvalwaterketen. Momenteel zijn de opgaven uit dit afvalwaterakkoord vrijwel geheel gerealiseerd. Het is nu tijd voor een volgende stap in de samenwerking: het Waterakkoord! In dit waterakkoord, als bedoeld in artikel 3.7 van de Waterwet leggen gemeente en waterschap de gezamenlijke afspraken vast in een nieuw bestuurlijke overeenkomst. Dit akkoord omvat zowel afspraken over de samenwerking in de waterketen als in het waterbeheer. In dit waterakkoord wordt verwezen naar de vigerende samenwerkingsovereenkomsten. Samenwerken in het waterbeheer en de waterketen vanuit gezamenlijke verantwoordelijkheden Het beheer van het watersysteem is het totaal aan activiteiten die tot doel hebben om gronden oppervlaktewatersystemen zo goed mogelijk te beheren. Aangezien een teveel aan water even onwenselijk is als tekort water, houdt dit in: het zorgdragen voor veiligheid tegen overstromingen; het zorgdragen voor de aanwezigheid (afvoer en aanvoer) van voldoende oppervlaktewater van goede kwaliteit. Het beheer van de waterketen is het geheel van diensten rondom het gebruik en het afvoeren van water. Het bestaat uit de productie en levering van drinkwater door het drinkwaterbedrijf, het inzamelen, afvoeren en transporteren van stedelijk afvalwater (gebruikt drinkwater) en overtollig regenwater door de gemeente, en het transporteren en zuiveren van dit stedelijk afvalwater door het waterschap. Daarnaast heeft de gemeente de zorgplicht voor grondwater in openbaar gemeentelijk gebied. Dit waterakkoord heeft alleen betrekking op samenwerking tussen de gemeente en het waterschap omdat samenwerking met het drinkwaterbedrijf voor het onderdeel drinkwater nog buiten beschouwing wordt gelaten. Definitief concept, juni 2016 Paraaf gemeente: Pagina 4

8 De afvalwaterketen staat niet op zichzelf, maar heeft een belangrijke relatie met het watersysteem en de leefomgeving. Zowel waterschap als gemeente hebben wettelijke watertaken: Het waterschap heeft als functionele organisatie de zorg voor het regionale waterbeheer, dus voor al het oppervlaktewater en grondwater en de zorg voor de waterveiligheid. Het gaat hier zowel om de kwaliteit van het water voor mens en dier (schoon water) als de kwantiteit (droge voeten). Het waterschap maakt de keuzes die noodzakelijk zijn voor beheer en uitvoering. Verder heeft het waterschap de zorgplicht voor de zuivering van stedelijk afvalwater als onderdeel van de afvalwaterketen. Het waterschap heeft een eigen belastinggebied om haar taken te bekostigen en beschikt over bevoegdheden op het terrein van vergunningverlening en handhaving. De gemeente draagt zorg voor een veilige en prettige leefomgeving en is het eerste loket voor de burger. De gemeente heeft naast de taak in het sociale domein een belangrijke taak in het ruimtelijk domein, waar het gaat om de ruimtelijke ontwikkeling van stad en platteland in brede zin. Daarbij speelt onder meer de afweging tussen milieu, natuur, water, economie en huisvesting een rol. Dit beleid wordt vastgelegd in structuurvisies en bestemmingsplannen. De gemeente is verantwoordelijk voor het rioleringsbeheer als onderdeel van de afvalwaterketen en heeft de zorgplicht voor overtollig hemelwater, afvalwater en grondwater in de bebouwde omgeving. De gemeente formuleert het beleid voor deze zorgplichten en voert de taken uit. De gemeente dekt de kosten van deze taken met de rioolheffing. Tevens geldt dat waterschap en gemeente beide eigenaar en beheerder zijn van watergangen en kunstwerken. Deze maken onderdeel uit van de directe leefomgeving van bewoners en hebben een waarde voor bijvoorbeeld ecologie, beleving, gebruik, cultuurhistorie en ruimte. Met het aspect leefomgeving wordt gedoeld op de waarde van water voor de directe omgeving van de bewoners. Dit gaat, naast schoon water en droge voeten, vooral om aspecten als ruimtelijke uitstraling, mogelijkheden van gebruik/toegankelijkheid en cultuurhistorische waarde. Maar ook om bewustwording van bewoners van dat waardevolle water. Het waterschap en de gemeente hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van het watersysteem, de afvalwaterketen en de leefomgeving. Voor het doelmatig en maatschappelijk verantwoord uitvoeren van hun taken daarin, is onderlinge afstemming noodzakelijk en is samenwerking tussen gemeente en waterschap essentieel. Waterakkoord Basis voor het waterakkoord is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente en waterschap voor het watersysteem, de afvalwaterketen en de leefomgeving. Samen kunnen gemeente en waterschap efficiënter en doelmatiger hun doelen bereiken. Ook landelijk is dit onderkend en zijn hierover afspraken gemaakt. Het Bestuursakkoord Water uit 2011, dat de gemeenten, de waterschappen, de provincies en de Vereniging van waterbedrijven in Nederland met het Rijk zijn overeengekomen, is kaderstellend voor dit waterakkoord. Binnen RIVUS zijn afspraken gemaakt tussen waterschap en gemeenten over het gezamenlijk afvalwaterbeheer voor West- Overijssel. Specifieke afspraken tussen de gemeente Deventer en het waterschap zijn vastgelegd in dit waterakkoord. Pagina 5 Paraaf gemeente:

9 Gemeente en waterschap vergroten met dit waterakkoord de doelmatigheid van de gezamenlijke diensten door een betere afstemming van taken binnen het waterbeheer en de afvalwaterketen. Ook draagt dit waterakkoord bij aan meer transparante informatievoorziening aan burgers over prestaties in termen van kwaliteit, milieu, droge voeten en klantcontacten. Het waterakkoord is een bestuurlijke overeenkomst. Het akkoord bevat: de overeenkomst in algemene termen (dit zijn de vaste afspraken die gelden voor de samenwerking in het algemeen); een toelichting op de overeenkomst; uitgewerkte modules, waarin afzonderlijke onderwerpen concreet zijn uitgewerkt. De overeenkomst in algemene termen heeft een onbepaalde looptijd. De bijbehorende modules hebben een dynamisch karakter en worden jaarlijks geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Paraaf gemeente: Pagina 6

10 Waterakkoord gemeente Deventer en waterschap Drents Overijsselse Delta Met het ondertekenen van dit waterakkoord, als bedoeld in artikel 3.7 van de Waterwet, verklaren de gemeente Deventer en het waterschap Drents Overijsselse Delta te willen samenwerken en voor een aantal actuele onderwerpen op het gebied van het integrale waterbeheer en de afvalwaterketen nadere afspraken te maken. Ondergetekenden: 1. De gemeente Deventer, gevestigd Grote kerkhof 1, 7411 KT Deventer, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester de heer A.P. Heidema, handelend ter uitvoering van het besluit, nummer , van het college van Burgemeester en Wethouders van gemeente Deventer van 27 september 2016, hierna te noemen: de gemeente. 2. Het waterschap Drents Overijsselse Delta, statutair gevestigd in Meppel, op grond van het bepaalde in artikel 95 van de Waterschapswet rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar Dijkgraaf Dhr. H.H.G. Dijk, handelend ter uitvoering van het besluit.., hierna te noemen: het waterschap. Overwegende: 1. Dat de gemeente en het waterschap goed hebben samengewerkt op basis van het Afvalwaterakkoord. 2. Dat de gemeente en het waterschap een gedeelde verantwoordelijkheid hebben in, ofwel elkaar nodig hebben voor het beheer van: het watersysteem: o het voorkomen van wateroverlast door hemelwater, grondwater of vanuit het oppervlaktewater in stedelijk gebied; o een goede chemische en ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater. de afvalwaterketen: o een doelmatig en efficiënt beheer van de afvalwaterketen. de leefomgeving: o een doelmatig en efficiënt beheer van het stedelijk watersysteem; o een zorgvuldige afweging van water in de ruimtelijke ordening; o aantrekkelijk en beleefbaar water voor de bewoners; 3. Dat de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen, namens de gemeenten en de waterschappen in april 2011 het Bestuursakkoord Water zijn overeengekomen met het ministerie van Infrastructuur en Milieu, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van waterbedrijven in Nederland en dat gemeente en waterschap hier verder invulling aan willen geven. 4. Dat de gemeente en waterschap de ambitieverklaring RIVUS gezamenlijk afvalwaterbeheer West- Overijssel 17 september 2014 hebben ondertekend. 5. Dat de gemeente en waterschap het wenselijk vinden, met het oog op een samenhangend en doelmatig beheer, de afspraken op het gebied van waterbeheer en de waterketen vast te leggen in een waterakkoord, waarmee ze hun gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van een duurzaam watersysteem en een duurzame afvalwaterketen (zoals beschreven in lid 1 van deze overwegingen) tot Pagina 7 Paraaf gemeente:

11 uitdrukking brengen. Zij geven daarmee ook invulling aan de uitvoering van de ambitieverklaring Rivus gezamenlijk afvalwaterbeheer West- Overijssel van 17 september 2014, het Bestuursakkoord water van april 2011 en aan de uitvoering van de artikelen 3.7 en 3.8 van de Waterwet. 6. Dat kennis delen en uitdragen binnen samenwerking een belangrijk aspect is, evenals het elkaar, zowel ambtelijk als bestuurlijk, kunnen vinden. Komen volgende artikelen overeen: Artikel 1: definities Voor de toepassing van dit waterakkoord wordt verstaan onder: 1. Waterakkoord: de overeenkomst in algemene termen inclusief alle bijbehorende modules. 2. Integraal waterbeheer: het op elkaar afstemmen van ruimtelijke functies met die van het watersysteem en het beheer van waterkwaliteit en waterkwantiteit van het watersysteem. 3. Watersysteem: het samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken. 4. Stedelijk hoofdwatersysteem: oppervlaktewater waaruit water wordt aangevoerd en afgevoerd. De waterstand in het stedelijk hoofdwatersysteem is direct beïnvloedbaar door middel van peilregulerende kunstwerken. 5. Oppervlaktewaterlichaam: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende bodem, oevers en, voor zover uitdrukkelijk aangewezen in de Waterwet, drogere oevergebieden, alsmede flora en fauna. 6. Grondwaterlichaam: samenhangende grondwatermassa. 7. Bergingsgebied; een krachtens de Wet ruimtelijke ordening voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer watersystemen en ook als bergingsgebied op de legger is opgenomen. 8. Watersysteemdoel: het realiseren van gezamenlijk overeengekomen gewenste technische en ruimtelijke functie van het watersysteem, in kwalitatieve en kwantitatieve zin, 9. Stedelijk afvalwater: huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, overtollig grondwater of ander afvalwater. 10. Waterketen: de productie en levering van drinkwater door het drinkwaterbedrijf, het inzamelen en afvoeren van gebruikt drinkwater, overtollig regenwater en grondwater door de gemeente en het transporteren en zuiveren van dit stedelijk afvalwater door het waterschap. 11. Afvalwaterketen: het inzamelen en transporteren van gebruikt drinkwater en overtollig regenwater en grondwater door de gemeente en het transporteren en zuiveren van dit stedelijk afvalwater door het waterschap. Paraaf gemeente: Pagina 8

12 Artikel 2: reikwijdte akkoord 1. Gemeente en waterschap informeren elkaar bij werkzaamheden die betrekking hebben op de gezamenlijke ambities zoals eerder genoemd in de Overwegingen, lid 1. Indien gemeente en waterschap vinden dat het een meerwaarde heeft (in termen van doelmatigheid, beheersing kosten, kwaliteit, milieurendement), werken zij samen en betrekken elkaar bij de werkzaamheden. De werkzaamheden hebben betrekking op het totale traject van beleidsvorming, onderzoek, planvorming, de uitvoering van concrete projecten en op het beheer en onderhoud van het watersysteem en de afvalwaterketen. 2. Plannen en werkzaamheden die de infrastructuur van gemeente en waterschap op het gebied van het watersysteem en de afvalwaterketen over en weer beïnvloeden zullen in nauw overleg met elkaar worden besproken en als er overeenstemming is over de maatschappelijke meerwaarde daarvan (in termen van doelmatigheid, beheersing kosten, kwaliteit, milieurendement), gezamenlijk worden ontwikkeld en uitgevoerd. 3. Werken en diensten van gemeente en waterschap met een gezamenlijk belang, die eigenlijk tot de taak met bijbehorende verantwoordelijkheid van de ander behoren, kunnen voor de uitvoering van dit waterakkoord tussen gemeente en waterschap worden uitgewisseld. Indien hiervan sprake is worden hierover aparte afspraken gemaakt, die in een module worden vastgelegd. Artikel 3: modules 1. De nadere afspraken die gemeente en waterschap maken op specifieke onderdelen worden neergelegd in modules. 2. Een overzicht van de modules behorende bij het waterakkoord, wordt weergegeven in de inhoudsopgave van het onderdeel Modules. 3. De vigerende overeenkomsten tussen gemeente en waterschap zijn integraal in de toepasselijke modules opgenomen en blijven gedurende hun looptijd onverminderd van kracht. 4. In het jaarlijks ambtelijk overleg (genoemd in artikel 5) wordt de algehele voortgang van het waterakkoord besproken. Dit overleg kan leiden tot een voorstel voor aanpassing, afronding of toevoeging van één of meer module(s). Artikel 4: kosten 1. De financiële afspraken tussen gemeente en waterschap worden vastgelegd in de modules, waaronder onder andere de mate van ieders verantwoordelijkheid, de verdeling van de kosten van de werkzaamheden/ of diensten, de in rekening te brengen uurtarieven, de wijze van declareren van de kosten, de tijdinzet en de benodigde te reserveren (financiële) middelen. Artikel 5: periodiek overleg 1. Gemeente en waterschap komen éénmaal per jaar ambtelijk bijeen voor periodiek overleg over de voortgang en actualisatie van het waterakkoord. Paraaf gemeente: Pagina 9

13 Artikel 6: wijziging 1. Elke wijziging van dit waterakkoord of van de modules vindt schriftelijk plaats. 2. Elke wijziging van dit waterakkoord en/of toe te voegen nieuwe module wordt vastgesteld door de gemeente en het waterschap. 3. Een wijziging of een aanvulling van een module wordt in principe in een bestuurlijk overleg tussen gemeente en waterschap vastgesteld. In het bestuurlijk overleg kan, als daar bestuurlijke redenen voor zijn, worden besloten om de wijziging of aanvulling toch ter besluitvorming voor te leggen aan het daartoe bevoegde orgaan. 4. Gemeente en waterschap ontvangen bij iedere wijziging van het waterakkoord een gewaarmerkte nieuwe versie van dit akkoord of de module, voorzien van de nieuwste versiedatum. 5. Het administratieve beheer van de teksten van het waterakkoord met bijbehorende modules wordt verzorgd door het waterschap. 6. Elke wijziging van dit waterakkoord wordt bijgehouden op een aan dit waterakkoord gehecht wijzigingenblad met het versiebeheer. Artikel 7: beëindiging 1. Gemeente en waterschap kunnen gezamenlijk of ieder afzonderlijk door opzegging dit waterakkoord of een separate module beëindigen. 2. Als gemeente of waterschap voornemens is dit waterakkoord of een separate module op te zeggen, agendeert zij dit eerst ter bespreking voor het bestuurlijk overleg. 3. Indien gemeente of waterschap, na bespreking in het bestuurlijk overleg, de opzegging wenst door te zetten, dient deze opzegging schriftelijk gemotiveerd aan de andere partij kenbaar te worden gemaakt, waarbij een opzegtermijn van zes maanden in acht moet worden genomen. 4. Voor beëindiging van het waterakkoord is een besluit vereist van respectievelijk de gemeente en/of het waterschap. 5. Bij beëindiging van het waterakkoord maken gemeente en waterschap afspraken over het afronden van lopende modules en projecten. 6. Bij beëindigen van het waterakkoord maken gemeente en waterschap afspraken over hoe invulling wordt gegeven aan de wettelijke verplichting samen te werken, anders dan via dit waterakkoord. 7. Indien sprake is van eenzijdige opzegging en de andere partij daardoor aantoonbaar schade lijdt, dient de opzeggende partij deze schade te vergoeden. Artikel 8: geschillenregeling 1. Van een geschil is sprake indien één van de partijen (gemeente of waterschap) dit als zodanig aangeeft. 2. Indien er sprake is van een geschil brengen de gemeente en waterschap elkaar daarvan schriftelijk op de hoogte. Het geschil wordt daarbij duidelijk omschreven en voorzien van een motivering. 3. Een geschil wordt eerst op ambtelijk niveau besproken. Daarbij wordt in overleg gezamenlijk gezocht naar een oplossing. 4. Indien in het ambtelijk overleg als bedoeld in het derde lid geen oplossing wordt bereikt, wordt het geschil ter oplossing voorgelegd aan de bestuurders van gemeente en waterschap. Paraaf gemeente: Pagina 10

14 5. Het toepasselijk recht is het Nederlands recht. 6. Indien ook op bestuurlijk niveau geen oplossing wordt bereikt, kan het geschil worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter of aan een door gemeente en waterschap geaccepteerde mediator. Artikel 9: inwerkingtreding 1. Het waterakkoord gemeente Deventer en waterschap Drents Overijsselse Delta, hierna het waterakkoord, treedt voor onbepaalde tijd in werking op de eerste dag na ondertekening. 2. Bij inwerkingtreding van dit waterakkoord vervalt het Afvalwaterakkoord Gemeente Deventer en Waterschap Groot Salland Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend, Deventer,.. september 2016 Zwolle,.. september 2016 Gemeente Deventer Waterschap Drents Overijsselse Delta A.P. Heidema Burgemeester, H.H.G. Dijk Dijkgraaf, Paraaf gemeente: Pagina 11

15 Toelichting Gemeente en waterschap hebben gezamenlijk de taak om het watersysteem en de afvalwaterketen op een maatschappelijk verantwoorde en duurzame wijze in te richten en te beheren. Om dit te bereiken gaan zij binnen het stedelijk watersysteem en de afvalwaterketen intensief en structureel samenwerken. De taken van gemeente en waterschap raken elkaar op de thema s watersysteem, afvalwaterketen en leefomgeving. Watersysteem Het regionale watersysteem en het stedelijk watersysteem hangen nauw samen. De wateropgaven voor Deventer kunnen dan ook niet los van elkaar worden beschouwd. Daarnaast kan het inzamelen en verwerken van overtollig hemelwater en grondwater niet zonder de onderlinge samenwerking met het watersysteem. Zo is het ook bedoeld in de Waterwet (artikel 3.8). Het stedelijk waterbeheer hangt eveneens samen met verantwoordelijkheden binnen de afvalwaterketen. Waterschap en gemeenten delen de zorg voor biodiversiteit gekoppeld aan de eigen groenen waterstructuren. Voor ecologie is juist een samenhangend robuust netwerk wezenlijk, die mede door samenwerken tussen gemeente en waterschap kan worden bereikt. Ook heeft de mate van functioneren van de afvalwaterketen consequenties voor de kwaliteit van het stedelijk watersysteem en de directe leefomgeving. Afvalwaterketen Er is sprake van één afvalwaterketen met twee actieve beheerders. Inzameling, transport en zuivering van afvalwater kunnen niet los van elkaar (sectoraal) bekeken worden, maar moeten in hun samenhang (integraal) en gericht op duurzaamheid worden beschouwd. Waterschap en gemeente werken samen voor een doelmatig en efficiënt beheer van de afvalwaterketen tegen de laagst maatschappelijke kosten. Leefomgeving Oppervlaktewater maakt onderdeel uit van de directe leefomgeving van bewoners. De gemeente weegt diverse belangen, waaronder dat van water, af in de ruimtelijke ordening ten gunste van een prettige en veilige leefomgeving. Dit kan zij echter niet zonder de expertise en informatie vanuit het waterschap. Daarnaast zijn waterschap en gemeente als eigenaar en beheerder van de watergangen samen verantwoordelijk voor aantrekkelijk en beleefbaar water in de directe leefomgeving van de bewoners. Afstemming tussen beide eigenaren en beheerders leidt tot een meer doelmatig en efficiënt beheer en tevens duidelijkheid naar de bewoners. Tot slot is voor beide partijen van belang dat bewoners zich ook bewust worden van de waarde van water in hun leefomgeving Watertaken gemeente Deventer en waterschap Drents Overijsselse Delta De Waterwet kent formeel twee waterbeheerders. Het rijk als beheerder van de rijkswateren en de waterschappen als beheerder van alle overige wateren. Gemeenten zijn geen waterbeheerder maar hebben wel een aantal taken in het waterbeheer. In de Waterschapswet (artikel 1) is vastgelegd dat de waterschappen de waterstaatkundige verzorging van een bepaald gebied ten doel hebben. Er is hierbij geen onderscheid tussen landelijk gebied en stedelijk gebied. In de Waterwet (artikel 3.5) is vastgelegd dat de gemeente de zorgplicht heeft voor een doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater. Daarbij is ook vastgelegd (Waterwet artikel 3.6) dat de gemeente de zorgplicht heeft voor het in het openbaar Pagina 12 Paraaf gemeente:

16 gemeentelijk gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van hoge grondwaterstanden voor de aan de grond gegeven bestemming zo veel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. Een pragmatische verdeling van taken tussen gemeente en waterschap bij het beheer van het stedelijk watersysteem wordt gemaakt op basis van de begrippen ontwatering en de afwatering: Ontwatering is het afvoeren van water uit de bodem over en door de grond via drains, greppels en kleine sloten; Afwatering is het afvoeren van water dat door ontwatering is geloosd op grotere sloten, watergangen en kanalen waarmee het wordt afgevoerd naar het lozingspunt van het gebied. De gemeente is verantwoordelijk voor de ontwatering van openbare terreinen ten behoeve van een goede leefomgeving. Het waterschap is verantwoordelijk voor de afwatering ten behoeve van een goed functionerend watersysteem. De gemeente zamelt het overtollig hemelwater en grondwater in en brengt dit water naar een locatie waar het geen bedreiging vormt voor een goede leefomgeving. Het waterschap draagt zorg voor de afwatering van het overtollig hemelwater en grondwater door het instellen van waterpeilen in het stedelijk hoofdwatersysteem. De gemeente en het waterschap zorgen gezamenlijk voor de verwerking van het afvalwater in de gemeente. Zij doen dat door het afvalwater in te zamelen, te transporteren en te zuiveren. Het daarbij behorende fysieke systeem wordt de afvalwaterketen genoemd. De organisaties hebben ieder in de afvalwaterketen hun eigen wettelijke verantwoordelijkheid en zorgplicht: De gemeente heeft de zorgplicht voor de aanleg en het beheer van de riolering en het inzamelen en transport van afvalwater tot het overeengekomen overnamepunt op grond van de Wet milieubeheer, artikel 10.33, en de hemelwater- en grondwaterzorgplicht, op grond van de Waterwet, artikelen 3.5 en 3.6. Daarnaast is de gemeente verantwoordelijk voor de regelgeving omtrent de ruimtelijke bestemming en het feitelijke ruimtelijke gebruik; Het waterschap heeft op grond van de Waterwet, artikel 3.4, de zorgplicht voor het transport van afvalwater vanaf het overnamepunt van de gemeente naar de RWZI en voor de zuivering van het afvalwater. Taken leefomgeving De gemeente is eerste overheid, de bestuurslaag die het dichtst bij de burger staat. De gemeente draagt zorg voor een veilige en prettige leefomgeving en is het eerste loket voor de burger. De gemeente heeft taken in het ruimtelijke en sociale domein. In het ruimtelijke domein gaat het om de ruimtelijke ontwikkeling van stad en platteland in brede zin. Daarbij speelt onder meer de afweging tussen milieu, natuur, water, economie en huisvesting een rol. Het beleid hiervoor legt de gemeente vast in de wettelijk verplichte structuurvisie en bestemmingsplannen. De normen voor de chemische en ecologische waterkwaliteit, volgend uit de Kaderrichtlijn water (KRW) beogen schoon (drink)water voor de toekomst. Deze Europese richtlijn is geïmplementeerd in de Waterwet. De verantwoordelijkheid voor het behalen van de normen in een waterlichaam ligt bij de beheerder van het waterlichaam. Met name in stedelijk gebied Paraaf gemeente: Pagina 13

17 ligt samenwerking tussen gemeente en waterschap voor de hand om de normen te kunnen behalen. Meerwaarde waterakkoord In dit waterakkoord worden afspraken gemaakt tot kwaliteitsverbetering en doelmatigheidsverhoging binnen het beheer van het watersysteem en de afvalwaterketen. Dit akkoord is hiermee een leidraad voor de verdere samenwerking en werkt, voor zover het de afspraken in dit akkoord betreft, door in beleidsontwikkeling, vergunningverlening, handhaving, uitvoering en beheer. De meerwaarde van het waterakkoord is dat het in de behoefte voorziet om zowel naar elkaar, naar onze 'klanten' (de burgers en bedrijven) en naar de toezichthoudende instanties (rijk en provincies) de samenwerking op het gebied van integraal waterbeheer en de afvalwaterketen te stimuleren en concreet zichtbaar te maken door transparant te zijn in kosten en prestaties. De samenwerking zet aan tot innoveren en het ontdekken van nieuwe kansen. Gemeente en waterschap inspireren elkaar om te vernieuwen en te ontwikkelen: Samen beter, ieder op eigen wijze. Via deze benadering ontstaat een verscheidenheid aan oplossingen en ideeën, waarbij de beste opties zich zullen doen gelden. In dit waterakkoord leggen gemeente en waterschap vast op welke wijze ze willen samenwerken. De overeenkomst wordt aangemerkt als een raamwerk voor de samenwerking. De concrete uitwerking van de samenwerking vindt plaats in de modules behorende bij het waterakkoord. Landelijk kader De laatste jaren is de afstemming tussen zuivering en riolering een belangrijk punt gebleken in landelijke discussies. Inzameling, transport en zuivering van stedelijk afvalwater horen in onderlinge samenhang gericht te zijn op een duurzame omgang met afvalwater, afgestemd met de gezamenlijke watersysteemambities en tegen de laagst maatschappelijke kosten. De Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben aan de Tweede Kamer voorgesteld om te komen tot het opstellen van waterakkoorden, als bedoeld in artikel 3.7 van de Waterwet, om zo te voorzien in een meer structurele afstemming. De noodzaak hiervan is bevestigd in de rijksvisie op de waterketen en in het Bestuursakkoord Water van april Ook de Waterwet (artikel 3.8) gaat uit van een meer intensieve samenwerking en afstemming van de verschillende overheden op het gebied van integraal waterbeheer. Relatie met andere plannen Het waterakkoord heeft een duidelijke relatie met de plannen voor het watersysteem, de afvalwaterketen en de omgevingskwaliteit op het gemeentelijk en regionaal niveau. In feite bepalen de gezamenlijke ambities op het gebied van het watersysteem, de afvalwaterketen en de leefomgeving de feitelijke opgave voor de afvalwaterketen en het watersysteem. Voor de gemeente is dit vastgelegd in ruimtelijke plannen, het gemeentelijk rioleringsplan en de wateragenda. Voor het waterschap zijn het waterbeheerplan, de beleidsnotitie Water Raakt! en het integraal zuiveringsplan de belangrijkste documenten. Het waterakkoord legt de afstemming tussen deze plannen en de daaruit voortvloeiende gezamenlijke afspraken over samenwerking inhoudelijk vast voor wat betreft het integraal waterbeheer en de afvalwaterketen. Paraaf gemeente: Pagina 14

18 Versiebeheer Waterakkoord Deventer Waterakkoord Deventer Status Versie Datum Document Definitief concept, t.b.v. college B&W 1.0 Oktober 2016 en DB Datum Ondertekening Definitief Bijzonderheden Modules Deventer Module Versie Datum Document 1 waterkwaliteitsspoor 1.1 waterkwaliteitsspoor 1.0 Januari Beheer afvalwaterketen 2.1 Bijzondere afspraken beheer en onderhoud in de waterketen 1.0 Januari Datum Ondertekening Bijzonderheden 3 Overnamepunten 3.1 Locaties 1.0 Januari overnamepunten 3.2 Afstemmen 1.0 Januari gemaalcapaciteit op overnamepunten 3.3 Waterkwaliteit afvalwater 1.0 Januari op overnamepunten 4 Monitoring / Telemetrie 4.1 Monitoring en telemetrie 1.0 Januari Optimalisatie afvalwaterketen 5.1 Optimalisatie afvalwaterketen 1.0 Januari Stedelijk en regionaal oppervlaktewater 6.1 Stedelijk en regionaal 1.0 Januari 2016 oppervlaktewater 7 Klimaat actieve stad 7.1 Klimaatactieve stad 1.0 Januari 2016 Paraaf gemeente: Pagina 15

19 Module 1 WATERKWALITEITSSPOOR 1. Vertrekpunt: Het waterkwaliteitsspoor omvat alle inspanningen om de stedelijke oppervlaktewateren (inclusief de waterbodems) kwalitatief op orde te krijgen. In het waterkwaliteitsspoor zijn de inspanningen gericht op het aanpakken van alle relevante factoren die de kwaliteit van stedelijk water negatief beïnvloeden. Het waterkwaliteitsspoor is een opgave voor waterschap en gemeente. 2. Doelstelling: Gemeente en waterschap realiseren gezamenlijk het waterkwaliteitsspoor op locaties waar één of meerdere factoren een knelpunt vorm(en)(t)voor het behalen van de gestelde waterkwaliteits- doelstellingen. 3. Stand van zaken: Medio 2010 is door de 5 waterschappen gelegen in deelstroomgebied Rijn-Oost besloten te streven naar harmonisatie van het waterkwaliteitsspoor. Dit mede omdat de gemeenten behoefte hadden aan een eenduidige benadering van het waterkwaliteitsspoor. Dit geldt in het bijzonder voor gemeenten die in beheergebieden van meerdere waterschappen liggen. In het najaar van 2011 is vervolgens, op ambtelijk niveau, een uniforme aanpak van de knelpunten waterkwaliteitsspoor geformuleerd. Met lokaal onderzoek en de monitoring van de water(bodem)kwaliteit zijn de knelpunten in beeld gebracht. De maatregelen, die nodig zijn voor het realiseren van het waterkwaliteitsspoor, zijn onderbouwd in een uitvoeringsprogramma. Met als doel de aanwezige waterkwaliteitsknelpunten op te lossen voor het jaar In het uitvoeringsprogramma zijn de maatregelen op hoofdlijnen omschreven. Dit is gedaan met de beste huidige inzichten over hoe de gewenste doelen bereikt kunnen worden en met welke kosten daarmee gemoeid zijn. Op het moment van uitvoeren worden de maatregelen getoetst aan de meest actuele inzichten over doelbereik.. 4. Afspraken: Gemeente en waterschap realiseren gezamenlijk het waterkwaliteitsspoor op de volgende locaties: - Colmschate Noord, Deventer uitvoering Vijvers Keizerslanden, Deventer uitvoering Monitoring Molenkolk, Diepenveen uitvoering Gerelateerde documenten: Gemeentelijk Rioleringsplan Deventer Bestuursbesluit Uitvoeringsprogramma Waterkwaliteitsspoor Oplegnotitie uitvoeringsprogramma met nadere afspraken: Aanpak waterkwaliteitsspoor gemeente Deventer versie 25 maart 2016 Waterbeheerplan Drents Overijsselse Delta 6. Gerealiseerde afspraken Paraaf Gemeente: Pagina 16

20 Module 2 BIJZONDERE AFSPRAKEN BEHEER EN ONDERHOUD IN DE WATERKETEN. 1. Vertrekpunt: De gemeente Deventer heeft op het terrein van de RWZI een effluentfilter gerealiseerd. Met de realisatie van het filter wordt een extra zuivering van het effluent van de RWZI bereikt, waardoor het oppervlaktewater minder wordt belast met zuurstofbindende (CZV) en eutrofiërende stoffen. De bouw is bekostigd door de gemeente en deze is ook eigenaar van het filter. Het beheer en onderhoud wordt uitgevoerd door het waterschap. De gemeente betaald jaarlijks voor de gemaakte kosten. 2. Doelstelling: Door het onderhoud en beheer van het effluentfilter door één partij te laten uitvoeren ontstaat er kwaliteitsverbetering, schaalvoordeel en vermindering van kwetsbaarheid. 3. Stand van zaken: Het beheer en onderhoud van het effluentfilter wordt in opdracht van de gemeente door het waterschap uitgevoerd. Hierbij is van belang dat er volgens goede afspraken wordt gewerkt. Er is daarom overeenkomst opgesteld Beheer en onderhoud effluentfilter gemeente Deventer. 4. Afspraken: Gemeente en waterschap exploiteren gezamenlijk het filter RWZI Deventer, waarbij het waterschap op kosten van de gemeente het beheer en onderhoud uitvoert. Het beheer en onderhoud van het effluentfilter wordt conform de overeenkomst Beheer en onderhoud effluentfilter gemeente Deventer uitgevoerd. 5. Gerelateerde documenten: Overeenkomst: Beheer en onderhoud effluentfilter gemeente Deventer 6. Gerealiseerde afspraken Paraaf Gemeente: Pagina 17

21 Module 3 OVERNAMEPUNTEN 3.1 locaties overnamepunten 1. Vertrekpunt: Binnen de afvalwaterketen hebben gemeenten en waterschappen een taak. De gemeente is verantwoordelijk voor inzameling en transport van afvalwater naar een overeengekomen overnamepunt. Het waterschap is verantwoordelijk voor verder transport en de zuivering van dit afvalwater. 2. Doelstelling: Een logische taakverdeling tussen de gemeente en het waterschap binnen de afvalwaterketen, die past bij de huidige praktijk en de huidige rolverdeling tussen de organisaties. 3. Stand van zaken: De gemeente Deventer en het waterschap hebben opnieuw de overnamepunten vastgesteld. Deze afspraken zijn ingegaan op 1 januari Afspraken: Partijen hebben bepaald dat vanaf 1 januari 2015 de volgende overnamepunten voor afvalwater van Deventer worden gehanteerd: - Het vijzelgemaal voor de RWZI aan de Roland Holstlaan - Gemaal Okkenbroek - Lozingspunt persleiding Voorstad in ontvangstruimte op het terrein van de RWZI Voor het oppompen en transporteren van het afvalwater worden geen kosten in rekening gebracht door het waterschap. 5. Gerelateerde documenten: Waterschap: Bestuursbesluit Gemeente Deventer: B&W Gerealiseerde afspraken: Paraaf Gemeente: Pagina 18

22 3.2 Afstemmen gemaalcapaciteit op overnamepunten 1. Vertrekpunt: Voor een juiste afstemming tussen de zorgplichten van partijen worden wederzijdse verwachtingen en verplichtingen vastgelegd. Hierbij wordt het aanbod van afvalwater en hemelwater vanuit de gemeentelijke riolering (m 3 /uur) afgestemd met de maximale benodigde pompcapaciteit (m 3 /uur)van de rioolgemalen van het waterschap. De zogenoemde afnameverplichting. Deze afnameverplichting vloeit voort uit de Waterwet. 2. Doelstelling: Het procesmatig borgen van het voldoende afnemen van afvalwater door het waterschap om de gemeentelijke riolering goed te laten functioneren en om een doelmatige werking van de zuiveringstechnische werken mogelijk te maken. 3. Stand van zaken: De afnamecapaciteit per overnamepunt wordt door het waterschap jaarlijks op basis van onderlinge overeenstemming tussen gemeente en waterschap bepaald en in dat jaar gerealiseerd. Hierbij wordt het aanbod van afvalwater door de gemeente met de pompcapaciteit van de rioolgemalen van het waterschap en de zuiveringscapaciteit van de RWZI afgestemd. 4. Stand van zaken: De afnamecapaciteit per overnamepunt wordt door het waterschap jaarlijks op basis van onderlinge overeenstemming tussen gemeente en waterschap bepaald en in dat jaar gerealiseerd; Voor de rioolgemalen van het waterschap wordt jaarlijks: - De werkelijke pompcapaciteit (gemeten capaciteit) van de rioolgemalen vastgesteld, uitgesplitst naar maximale capaciteit en de werkelijk ingestelde capaciteit; - Gezamenlijk de afnamecapaciteit voor zowel droogweerafvoer (dwa) als regenweerafvoer (rwa) bepaald; Afstemming van ontwikkelingen die op de middellange termijn (5 tot 10 jaar) plaats vinden (ruimtelijke ontwikkelingen, zuiverings- of rioleringsinvesteringen) om pro-actief te kunnen sturen op investeringsmomenten (basiszuiveringsplannen); De gemeente stelt basisrioleringsplannen op in 2016 en 2017, waarin prognoses zijn opgenomen van ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op het aanbod van afvalwater. 5. Gerelateerde documenten: Strategische Nota Rioleringsbeleid 2007 (WGS); OAS november Gerealiseerde afspraken: Paraaf Gemeente: Pagina 19

23 3.3 Kwaliteit afvalwater op overnamepunten 1. Vertrekpunt Voor het waarborgen van de doelmatige werking en de continuïteit van het zuiveringsproces en het beschermen van de zuiveringstechnische werken werden vroeger in de aansluitvergunningen eisen gesteld aan de kwaliteit van het afvalwater op het overnamepunt. Met het intrekken van de aansluitverordening door de waterschappen (1 januari 2010) zijn alle aansluitvergunningen van rechtswege komen te vervallen. Sinds de inwerkingtreding van de Waterwet en de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht )is in het Wabo aangegeven bevoegd gezag ook het bevoegd gezag voor de indirecte lozingen. Meestal is dit de gemeente, soms de provincie. Het waterschap heeft een adviesfunctie (in sommige gevallen is dit advies bindend) en een toezichtsbevoegdheid voor alle indirecte lozingen. De gemeente of de provincie (Wabo-bevoegd gezag) is verantwoordelijk voor de handhaving. Om het advies en toezicht zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen heeft de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) IJsselland in 2014 met de waterschappen een dienstverleningsovereenkomst (DVO) gesloten. Hierin staan de afspraken waar en wanneer het waterschap advies geeft plus toezicht uitvoert en hoe gemeenten of provincie met deze adviezen omgaan. 2. Doelstelling Het beschermen van de doelmatige werking van de zuiveringskring Deventer en adequaat anticiperen en handhaven bij incidenten of calamiteiten op de zuivering en/of oppervlaktewater, om blijvend te voldoen aan de lozingseisen voor het effluent van de RWZI s. 3. Stand van zaken Gemeenten en provincie Overijssel hebben een Regionale Uitvoering Dienst (RUD) Overijssel ingesteld, waarin ook gemeente Deventer participeert. De RUD is met ingang van 1 januari 2014 operationeel. Deze dienst heeft tot taak om alle vergunningverlenings- en handhavingstaken binnen de gemeenten en de provincie uit te voeren. Binnen de RUD zijn de waterschappen het kenniscentrum afvalwater geworden. De waterschappen houden toezicht op basis van een door de waterschappen ontwikkelde risicoanalyse. Daarnaast hebben gemeenten inzicht welke bedrijven binnen hun gemeente aanwezig zijn en welke bedrijfsactiviteiten daar plaatsvinden. Waterschap Drents Overijsselse Delta heeft te maken heeft met discrepantie. Discrepantie is het verschil tussen de gemeten vuilvracht in afvalwater (i.e.) op de RWZI s en bijbehorende zuiveringsheffing (v.e.). Er komt meer vuil op de RWZI s terwijl de vergoeding voor het zuiveringen van dit vuil achterwege blijft. Het waterschap doet onderzoek naar de mogelijke oorzaken van de discrepantie. Een mogelijke oorzaak kan zijn dat door mogelijk bewust illegale lozingen er extra vuil op de RWZI wordt geleverd. Om dit na te gaan wil het waterschap vuilmetingen doen in het gemeentelijk rioolstelsel. 4. Afspraken Gemeente en waterschap streven naar een evenwichtige samenstelling van het afvalwater voor zover het in beider vermogen ligt om hierop invloed uit te oefenen. Dit met het oog op het zoveel mogelijk borgen van de doelmatige werking van de zuivering Deventer; Gemeente en waterschap streven naar het zoveel mogelijk beëindigen van ondoelmatige lozingen, zoals lozingen van niet-verontreinigd hemelwater, koelwater, grondwater en drainagewater op vuilwaterriolen; Pagina 20 Paraaf Gemeente:

24 In het Activiteitenbesluit en het Besluit lozen Buiten Inrichtingen is lozing van grondwater in een openbaar vuilwaterriool in beginsel verboden. Toch kunnen er situaties ontstaan, waarbij door middel van een maatwerkvoorschrift dit wordt toegestaan. Zie ook bijlage 1. Gemeente en waterschap geven, conform de wet- en regelgeving, een gezamenlijke invulling aan vergunningverlening, handhaving en toezicht van bedrijven, waarbij verzamelde informatie voor beide partijen direct inzichtelijk is. Incidentele lozingen, waarin niet was voorzien bij de dimensionering van vuilwaterriolen en/of de RWZI, worden niet toegestaan tenzij er na overleg tussen gemeente en waterschap overeenstemming is over de lozing; Bij verstoringen op RWZI s afkomstig van verdachte en mogelijk illegale lozingen op het riool spannen de gemeente en het waterschap zich in om de veroorzaker op te sporen en de lozing te stoppen. Het waterschap kan afvalwater in gemalen bemonsteren en laten analyseren, de gemeente kan als bevoegd gezag de verdachte bedrijven nader onderzoeken en eventueel bestuursdwang toepassen. Het waterschap kan assisteren bij het afvalwateronderzoek bij verdachte bedrijven. Waterschap is initiatiefnemer bij onderzoeken naar discrepantie en rioolvreemd water. Hierbij kan de gemeente het waterschap ondersteunen door informatie over het rioleringsysteem en toestemming te geven om in de rioolstelsels te meten. 5. Gerelateerde documenten DVO RUD IJsselland bestuur Gerealiseerde afspraken Paraaf Gemeente: Pagina 21

25 Bijlage 1 Omgaan met bronneringen In de keur en beleidsregels van het waterschap is het onttrekken van grondwater bij bronbemalingen geregeld. Er is soms een watervergunning vereist. Kleinere bronneringen (tot een bepaald maximaal debiet per uur, maand, kwartaal en/of half jaar en een bepaalde maximale duur, veelal 6 maanden) zijn vrijgesteld van de vergunningplicht maar moeten wel gemeld worden. De gemeente is bevoegd gezag voor het lozen van het onttrokken grondwater in de bodem en riolering. Het Waterschap kan bevoegd gezag zijn als de lozing plaats vind op oppervlaktewater, in de rol als waterbeheerder. Bovenstaande tabel geeft informatie over het melden van een lozing van grondwater bij ontwatering en niet bij water afkomstig van een bodemsanering. Er geldt geen meldplicht voor lozingen buiten inrichtingen die korter duren dan 48 uur. De tabel laat ook zien dat lozen op een vuilwaterriool niet is toegestaan tenzij korter dan 8 weken en minder dan 5 m3/uur wordt geloosd, of bij maatwerkvoorschrift of gemeentelijke verordening anders is besloten. Paraaf Gemeente: Pagina 22