SCHIPPER, MAG IK OVERVAREN? Door Kim Wagemans

Transcriptie

1 SCHIPPER, MAG IK OVERVAREN? Door Kim Wagemans Doelgroep RG 1.1: niet- of zwakgealfabetiseerde NT2 cursisten. Het functionele deel van deze lesvoorbereiding kan je behouden voor de hogere groepen (vanaf alfa module 7). Doelstellingen Spreekvaardigheid De cursist kan in een gespreksituatie en op kopiërend niveau aan een bekende informatie vragen door eenvoudige en gestandaardiseerde vragen te stellen. (Ja of nee? Mag ik? Moet ik?) Luistervaardigheid - De cursist kan relevante gegevens selecteren uit herkenbare vragen. (Mag je?) - De cursist kan het globale onderwerp bepalen in informatieve teksten zoals een mededeling ( al wie een blauwe broek aan heeft, mag overvaren.) Schrijf- en leesvaardigheid - De cursist kan visueel lezen - De cursist kan zich oriënteren in de ruimte (bladspiegel, blad van links naar rechts lezen). Leesvaardigheid De cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten zoals advertenties en brochures. En daarnaast vind ik ook nog erg waardevol: - De cursisten beleven plezier aan de Nederlandse les. Ze zingen, ze spelen. - Ze beleven wat kinderen in onze lagere scholen tijdens de pauzes doen. Materiaal - prenten van een tram, een trein, een boot, een fiets, een vliegtuig en een auto - een computer met internetaansluiting of een paar afdrukken - een foto van het Steenplein in Antwerpen - woordbeelden van de maanden van het jaar Voor elke cursist: - kleine prentjes van een schipper, een cent, een overvarende boot en betalen - twee werkblaadjes Schipper, mag ik overvaren? 1

2 Lesverloop 1. VERKENNEN EN ZINGEN VAN HET LIED 1.1 Intro Je hangt prenten van een tram, een trein, een boot, een fiets, een vliegtuig en een auto aan het bord. De meeste prenten vind je op deze website, andere prenten moet je nog zoeken of tekenen. Je kan ook vragen aan studenten om foto s uit te knippen uit een stapel tijdschriften en reclamebladen. Klasgesprek: Hoe kom jij naar school? Uit welk land kom jij? Hoe reis je naar (land van herkomst)? Hoe ga je naar de supermarkt? Semantisering varen, rijden, vliegen, fietsen De afbeelding van de tram en de trein worden weggenomen. Je vraagt de cursisten te luisteren naar wat je vervolgens zegt: Met een fiets kan je fietsen. Met een auto kan je rijden. Met een vliegtuig kan je vliegen. Met een boot kan je varen. Je vraagt de cursisten te luisteren en de juiste prenten aan te wijzen bij wat je vervolgens zegt: Ik fiets. Ik fiets met de fiets. Ik rijd. Ik rijd met de auto. Ik vlieg. Ik vlieg met een vliegtuig. Ik vaar. Ik vaar met een boot. 1.2 Eerste luisterronde van het lied Beluister het lied op Kapitein Winokio zag 3 beren. Wat hoor je? Fietsen, varen, rijden of vliegen? We luisteren naar het lied. Je hoort varen. 1.3 Tweede luisterronde van het lied Elke cursist krijgt 4 tekeningen. Tekeningen van een schipper, een cent, een overvarend schip en betalen. De eerste 3 tekeningen kan je bij de afbeeldingen vinden. Voor de tekening van betalen raad ik je aan eens een kijkje te nemen op Denk vooraf na over de afmetingen van de tekeningen. Je moet ze verder nog gebruiken op een werkblaadje. We luisteren een tweede keer naar het lied. Laat de kaartjes in de juiste volgorde leggen. Schipper, mag ik overvaren? 2

3 1.4 Derde luisterronde van het lied De kaartjes worden op volgend cursistenblaadje geplakt: Cursistenblaadje 1: 1., mag ik over? Ja of nee? 2. Moet ik dan? Ja of nee? Bij de derde luisterronde proberen de cursisten, samen met de docent met hun vinger op het blad het lied te volgen. Het lied wordt nu samen gezongen. Hiervoor kun je ook de eenvoudige versie van de website gebruiken. 2. FUNCTIONEEL LEZEN: DE FLANDRIA-BOOT Neem met je cursisten een kijkje op de website van Flandria. Je kan natuurlijk ook volgende pagina s afdrukken: Vertel hen dat je in Antwerpen ook met een boot kan varen. Je kan dan de Schelde overvaren. Kijk met je cursisten naar het kaartje (webpagina2: inschepingsplaats) Laat ze de Schelde aanduiden Laat ze ook linkeroever en de rechteroever aanduiden Laat ze aanduiden waar je de boot kan opstappen Kijk met je cursisten naar de tekst (webpagina1: Scheldetocht) - Hang de kaarten van maanden met je cursisten in de juiste volgorde aan het bord. - Vraag hen dan te zoeken en aan te duiden in welke maanden je een Scheldetocht kan maken. Zeg hen dat ze moeten zoeken naar datums. - Vraag hen dan te zoeken hoe laat de boot vertrekt; zeg hen te zoeken naar uren. - Schrijf op het bord: Steenplein. Daar vertrekt de boot. Laat de cursisten Steenplein zoeken in de tekst. - Neem een foto mee van het Steenplein. Het is altijd leuk voor de cursisten om een beeld te hebben van een plaats. Hier kan je een foto van de opstapplaats op het Steenplein vinden: eiger.jpg?hid=img;mxh=400;mxw=400 - Laat de cursisten zoeken hoelang de tocht duurt. - Laat de cursisten zoeken hoeveel de tocht kost. - Vraag of iedereen moet betalen (kinderen onder 6jaar zijn gratis). Ook nog: - Laat de cursisten telefoneren of een schrijven (hogere groepen) om te horen of 65+ en mindervaliden ook vermindering krijgen. Schipper, mag ik overvaren? 3

4 - Laat de cursisten in een vorige les allerlei personen uit tijdschriften knippen en een collage hiervan maken. Per persoon in de collage wordt de leeftijd geschat en erop geschreven. In deze les word dan bekeken hoeveel de groep personen op de collage moeten betalen als ze met allemaal een boottocht gaan maken. - Organiseer een uitstap met Flandria voor je klas. 3. HET LIED SPELEN 3.1 Vierde luisterronde van het lied Al wie Het lied wordt af en toe stop gezet. De cursisten luisteren. Wie mag gratis overvaren? Wie moet geen cent betalen? Geef de cursisten volgende opdrachten: Sta recht: - Al wie in Antwerpen woont - Al wie uit Marokko komt - Al wie met de auto kan rijden - Al wie lasagne kan maken - Al wie een dochter heeft - Al wie een zoon heeft - Al wie 3 kinderen heeft - Al wie volwassen is - Al wie getrouwd is Laat de cursisten elkaar soortgelijke opdrachten geven. 3.2 Spelen - Zorg dat je veel plaats hebt. (Onze school heeft hier een leuke speelplaats voor.) - De ene kant van de ruimte wordt uitgeroepen tot Linkeroever. De andere kant van de ruimte wordt uitgeroepen tot Rechteroever. - In het midden staat de schipper. - De cursisten zingen het lied. - De schipper geeft de opdracht.(bv. Al wie een zwarte broek draagt mag gratis varen) - De cursisten lopen naar Rechteroever. - Al wie niet gratis vaart mag getikt worden, waarna hij de schipper moet helpen. Extra: Laat de cursisten hun kinderen mee naar school nemen op een woensdagmiddag. Of ga met je klas naar een naburige school tijdens de speeltijd. Speel het lied eens samen met kinderen. Schipper, mag ik overvaren? 4

5 4. MAG JE? De cursisten krijgen onderstaand werkblaadje. - Iedereen heeft ook een cent nodig. - De cursisten leggen de cent op de schipper. - De docent stelt vragen. - De cursisten moeten antwoorden met ja of nee. Antwoorden de cursisten ja, dan schuiven ze de cent in de richting van het volgende ja-vakje. Antwoorden de cursisten nee, dan schuiven ze de cent in de richting van het volgende nee-vakje. - Op het einde moeten alle schepen van de cursisten op hetzelfde nummer zijn aangekomen. Mogelijke vragen (in België): - Mag ik roken in een restaurant? - Mag ik eten in de klas? - Mag ik drinken in de cinema? - Mag ik telefoneren in de cinema? - Mag ik door het rood rijden? - Mag ik door het oranje rijden? - Mag ik door het groen rijden? - Mag ik thuisblijven als ik ziek ben? - Mag ik thuisblijven als ik moe ben? - Mag ik met 2 mannen/vrouwen trouwen? - Mag ik eten op de tram? - Mag ik (vrouw) met een vrouw trouwen? - Mag ik roken op de tram? - Mag ik een hoofddoek dragen op mijn paspoort? - Mag ik een jas dragen op mijn paspoort? - Mag ik een bril dragen in school? - Mag ik elke dag frietjes eten? - Mag ik zonder handen fietsen? - Mag ik achterop een fiets zitten? - Mag ik het voetpad geel schilderen? - Wat ook kan: - Moet ik mijn schoenen uitdoen in de kerk? - Moet ik mijn schoenen uitdoen in de moskee? - Moet ik stil zijn in de cinema? - Moeten mijn kinderen naar school als ze 3 jaar zijn? - Moeten mijn kinderen naar school als ze 6 jaar zijn? - Moet ik betalen voor de lessen Nederlands? - Moet ik betalen voor de papieren in de les Nederlands? - Moet ik naar de school bellen als ik 1 dag ziek ben? - Moet ik rechtstaan als de lerares binnen komt? Schipper, mag ik overvaren? 5

6 - Moet ik reserveren in de frituur? - Moet ik de secretaresse kussen als ik ze tegenkom in de winkel? Extra: Je kan je cursisten zelf Mag ik en Moet ik -vragen laten stellen. Je kan ze zo n paar vragen laten voorbereiden en een instantie bezoeken: het secretariaat van de school, een politiekantoor in de buurt, een postkantoor, Binnen dit thema kan je verder aan de slag met het lied al die willen te kapr n varen. Schipper, mag ik overvaren? 6