Verslag van de vergadering van burgemeester en wethouders van Den Haag op dinsdag 27 november 1995

Transcriptie

1 Verslag van de vergadering van burgemeester en wethouders van Den Haag op dinsdag 27 november 1995 Aanwezig: de burgemeester *), de heren Meijer, Noordanus, Van der Putten en Luijten, de dames Engering en Van Kampen en de heren Van de Laar, Kolthek (gemeentesecretaris), Van Wersch (VEB), en Lie (secretariaat) Afwezig:*) bij de punten 18 t/m 20 en 23

2 1 1. Vaststelling van de lijst van besluiten nr. 48 conform. 2. Vaststelling van de A-lijst conform. punt 3 (geldlening Haagsche Buurtspoorwegen): komt aan de orde in het Tripartite overleg (TPO) in het kader van de artikel 12- aanvraag. 3. Concept-raadsmededeling, met bijlagen, inzake het ontwerp-bestemmingsplan Wateringse Veld de raadsmededeling omvat een samenvatting van het ontwerp-bestemmingsplan en gaat in op een aantal reacties. De belangrijkste wijzigingen naar aanleiding van de ingekomen reacties zijn: het via een wijzigingsbevoegdheid mogelijk maken van een "stop" in de centrale as; het beperken van de vestigingsmogelijkheden van kantoren en grootschalige detailhandel en via een wijzigingsbevoegdheid toestaan van een grotere uitbreiding van de woningbouw in de Erasmuszone. Daarnaast gaat de raadsmededeling in op het toetsingsadvies Cmer en het evaluatieprogramma MER.

3 2 akkoord te gaan met: - de concept-raadsmededeling; - behandeling van het plan in de vergadering van de Cie. ROSV van 13 december 1995; - en vervolgens ter-inzage-legging ten behoeve van officiële procedure; - ter-inzage-legging van de bijlagen: toetsingsadvies Cmer d.d. 24 oktober 1995 en aanvullende notities waterhuishouding en verkeersaspecten d.d. 27 september conform, met dien verstande dat de passage inzake sport en recreatie in de raadsmededeling wordt aangescherpt/geconcretiseerd, na overleg tussen de weth. ROSV en WGSR. 4. Concept-raadsmededeling, met het ontwerp-bestemmingsplan Binckhorst, 1e herziening het ontwerp-bestemmingsplan maakt een kantoorontwikkeling mogelijk in het gedeelte van de Binckhorst dat wordt begrensd door Maanweg, Regulusweg, Zonweg en (het verlengde van) de Melkwegstraat. Deze ontwikkeling past binnen het gemeentelijk kantorenbeleid. Voor het betreffende gebied is reeds tweemaal een voorbereidingsbesluit genomen. akkoord te gaan met: - de concept-raadsmededeling; - behandeling van het plan in de vergadering van de Cie. EMP op 8 december 1995; - ter-inzage-legging ten behoeve van officiële procedure.

4 3 conform.

5 5. Ontwerp-raadsvoorstel - voor het nemen van een principe-beslissing - inzake invoering van productsubsidiëring in de sector volwasseneneducatie 4 de Verordening Produktsubsidiëring Den Haag is op 18 februari 1993 vastgesteld door de gemeenteraad (rv. 1993, 63). Artikel 2 van de verordening bepaalt dat zij van toepassing is op alle subsidies waarop zij door de raad van toepassing is verklaard. Medio 1994 zijn, na consultering van de Raadscommissie OSWIE, de voorbereidingen gestart voor invoeren van de systematiek van de produktsubsidiëring op het terrein van de volwasseneneducatie. Deze voorbereidingen zijn thans zo ver gevorderd, dat de verordening met ingang van 1 januari 1996 feitelijk op de desbetreffende gemeentelijke subsidies kan worden toegepast. Een bijkomende omstandigheid is, dat op deze datum tevens de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) in werking treedt. Krachtens deze wet kent de gemeente de rijksbijdragen educatie aan de instellingen toe op basis van contracten. Aangezien tussen deze contracten enerzijds en produktafspraken krachtens de Verordening produktsubsidiëring anderzijds materieel een grote mate van overeenstemming bestaat, strekt het raadsvoorstel er mede toe de systematiek van de produktsubsidiëring zo veel als mogelijk is ook te hanteren bij de contracten krachtens de WEB. 1. met ingang van 1 januari 1996 de Verordening produktsubsidiëring van toepassing te verklaren op de gemeentelijke subsidies, te verstrekken op het terrein van de volwasseneneducatie; 2. deze verordening analoog toe te passen op de rijksmiddelen die de gemeente krachtens de Wet educatie en beroepsonderwijs (die per 1 januari 1996 in werking treedt) toekent.

6 conform. 5

7 6. Ontwerp-raadsvoorstel - voor het nemen van een principebeslissing - inzake vaststelling van de verordening toeslagen en verlagingen bijstandsnorm 6 de nieuwe Algemene bijstandswet (Abw) kent een drietal leefvormen en geeft voor elk hiervan een landelijke basisnorm. Nadere afstemming van de bijstand op de feitelijke omstandigheden van de betrokkene vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Voor deze afstemming, in de vorm van verhogingen en verlagingen van de bijstandsnorm, zijn de gemeenten in de wet een aantal bevoegdheden toegekend. Artikel 38 Abw bepaalt dat het door de gemeente te voeren beleid ten aanzien van de verhogingen en verlagingen wordt vastgelegd in een door de gemeenteraad vast te stellen verordening. Uit deze verordening moet blijken voor welke categorieën een verhoging of verlaging van de landelijke bijstandsnorm en tevens op grond van welke criteria de hoogte van deze verhoging of verlaging wordt vastgesteld. Op 20 juli 1995 heeft de gemeenteraad de uitgangspunten van beleid vastgesteld (rv 279). Deze concept-verordening vormt daarvan de neerslag. in principe in te stemmen met het ontwerp-raadsvoorstel. conform. 7. Concept-brief aan de Cie. WGSR, met twee bijlagen, met betrekking tot het Experimentenfonds Multiculturele Stad 1994 medio juli 1995 besprak de Commissie OSWIE een overzicht van projecten waarvoor financiering wenselijk was binnen de ruimte

8 in het Experimentenfonds over 1994 en voorgaande jaren. Ten aanzien van een aantal van deze projecten, voornamelijk in het kader van de Nota's Allochtone Vrouwen en Meisjes en Allochtone Jongeren en vallen binnen de beleidssfeer van de portefeuille WGSR, hebben zich ontwikkelingen voorgedaan die aanleiding geven tot verschuivingen in deze reservering in het Experimentenfonds. Het totaal financieel beslag van de bijgestelde en nieuwe projecten die nu voorgesteld worden, is hoger dan de vrijgekomen ruimte. Wethouder OSW is bereid voor die projecten die op stadsdeelniveau uitgevoerd worden een aanvullende bijdrage te geven ten laste van het Experimentenfonds uit die middelen die in 1995 gereserveerd zijn voor initiatieven op stadsdeelniveau. Onder aantekening dat het gaat om eenmalige financieringen en derhalve een eenmalige bijdrage, wordt de commissie voorgesteld akkoord te gaan met de bijgestelde aanwending van deze nog niet bestede middelen uit het Experimentenfonds. 7 in te stemmen met de concept-brief aan de Commissie WGSR. conform. 8. Nota weth. LMPBO, met twee bijlagen, waaronder een ontwerp-raadsvoorstel met betrekking tot de stadsdeelbudgetten in het concept-raadsvoorstel wordt een advies gegeven inzake motie 5.1 van Groenlinks inzake Stadsdeel/wijkbudgetten. Onder verantwoordelijkheid van de stadsdeelcoördinatoren wordt voor een aantal budgetten die nu al op stadsdeelniveau worden aangewend voor verschillende doeleinden een bestedingsplan opgesteld. Daarover vindt een afstemmingsoverleg plaats waarin

9 alle betrokken diensten deelnemen. Met de stadsdeelbudgetten wordt beoogd de bewoners meer invloed te geven op de besteding en daar meer samenhang in aan te brengen. Voor het merendeel van de betrokken budgetten geldt dat de bestedingscriteria in stand blijven. Wel wordt van deze budgetten 5 procent gestort in een zogenaamde vrij beschikbaar budget waaruit kleinschalige initiatieven van bewoners gefinancierd kunnen worden. De bestuurlijke besluitvorming over de bestedingsplannen loopt via het Bestuurlijk Overleg Leefbaarheid en de Commissie BVO. Hetzelfde geldt voor de jaarverslagen waarin verantwoording over de besteding wordt afgelegd. Het college heeft geen bezwaar tegen aanvaarding van de motie. 1. in te stemmen met het concept-raadsvoorstel en met bespreking daarvan in de Commissie BVO van 6 december 1995; 2. in te stemmen met de eindrapportage inspraak ter zake. 8 conform.

10 9 9. Nota weth. EMP, met twee bijlagen, n.a.v. het rapport "Haalbaarheidsonderzoek Haagse Managementopleiding" het "Haalbaarheidsonderzoek Haagse Managementopleiding" is opgeleverd door Boer & Croon, Management Consultants te Amsterdam. Het is een tweede rapportage, nadat deze zomer het rapport over de oriëntatiefase is verschenen. De werkzaamheden van Boer & Croon vormen een onderdeel van het Project Toerusting Managers waarover het college op 3 oktober 1995 al een besluit genomen heeft. In dat voorstel is uitgebreid ingegaan op een meerjarenperspectief voor de opleidingen, uitmondend in een meerjarenraming. In dit haalbaarheidsrapport wordt het opleidingsbeleid geconcretiseerd voor Offertes van externe aanbieders op de vier voorgestelde modules of leergangen worden afgewogen en de financiële haalbaarheid van een Haagse Managementopleiding wordt behandeld. Ook wordt ingegaan op de organisatie van de opleiding en de eventuele inzet van een databank voor opleidingen. 1. het haalbaarheidsrapport van Boer & Croon met inachtneming van het vorenstaande vast te stellen; 2. de lijst van per dienst te garanderen financiële bijdragen vast te stellen; 3. de directeur POI, na nader advies van de adviesraad in januari 1995, te machtigen de desbetreffende contracten af te sluiten met: - De Beuk/Tom Pauka voor de Strategische Conferenties; - B+O en TOCO Facilitaire Dienst voor de Training Resultaatgericht Werken; - Stichting Publiek Domein voor de Scholing in Opdragen en Ondernemen; - Van Dijk en Partners voor de Basiscursus Management; 4. het haalbaarheidsrapport te bespreken in de Cie. EMP. 1. het college kiest voor Overvoorde/HCO als

11 lokatie/accommodatie voor de opleidingen/conferenties; 2. de GDVV doet wel mee aan het opleidingsprogramma; 3. overigens conform. 10

12 10. (gewijzigde) Concept-raadsmededeling n.a.v. de motie van de heer C.F. Kwant c.s., inzake de onderhoudstoestand van gemeentelijke gebouwen 11 tijdens de behandeling van het masterplan voor het Haags Gemeentemuseum en de Koninklijke Schouwburg, is de motie Kwant ingediend met het verzoek inzicht te verschaffen over de onderhoudstoestand van de gemeentelijke gebouwen in relatie tot de beschikbare budgetten. Op basis van de voorstellen voor het inlopen van achterstallig onderhoud in het kader van artikel 12 van de diverse gebouwbeherende diensten is het achterstallig onderhoud geïnventariseerd. in te stemmen met de concept-raadsmededeling. conform Contacten met leden van het Kabinet en andere overheden ---

13 Stand van zaken artikel 12-aanvraag/tripartite overleg ---

14 Beleidsvoorbereidende commissiestukken Concept-notitie aan de Cie. ABPB inzake Internationale Solidariteit en Stedenbanden de notitie wordt ook toegestuurd aan de Cie. EMP (m.n. gelet op de betrokkenheid van de portefeuille EMP bij internationale economische samenwerking); 2. overigens kennis genomen. 17. Stadsgewest Haaglanden: a. Ingekomen stukken: kennis genomen. b. Stand van zaken stadsgewest Ingekomen stukken kennis genomen. 19. Ingekomen uitnodigingen ---

15 Overzicht strategische beleidsbesprekingen en stuurgroepvergaderingen Ontwerp-raadsvoorstel - voor het nemen van een principebeslissing - inzake afdoening motie 4.2 en aanpassing achterstandscriteria Naar aanleiding van de motie 4.2 (Begroting 1995) inzake criteria verdeling middelen sociaal-cultureel werk over de wijken en stadsdelen is in opdracht van de Dienst Welzijn een onderzoek verricht naar actualisering en eventuele aanpassing van de achterstandscriteria. Op 23 mei 1995 is het resultaat van dit onderzoek in oriënterende zin in de commissies BVO en WGSR besproken. Daarna is het ter inspraak gestuurd naar de bewonersorganisaties. Eveneens is het rapport en de keuze van de achterstandsindicatoren in een tweetal workshops besproken met vertegenwoordigers van bewonersorganisaties, deskundigen en leden van de raadscommissie BVO. De raad wordt nu geïnformeerd over het resultaat van het onderzoek, waardoor de motie wordt beantwoord en afgedaan.

16 Tevens wordt de raad, mede gelet op de uitkomsten van de besprekingen voorgesteld bij het bepalen van de achterstand van wijken vanaf 1997 uit te gaan van een geactualiseerd en aangepast model. In dit model worden de volgende indicatoren gehanteerd bij het vaststellen van de achterstands-scores van de haagse wijken: Inkomen, Sociaal-economische factor, Huurpunten, Langdurig werklozen en Etnisch-culturele groepen. Op basis van deze indicatoren is een vijfdeling gemaakt van de Haagse wijken. De nieuwe wijkindeling wordt vooralsnog uitsluitend gebruikt voor de verdeling van de budgetten ten behoeve van bewonersorganisaties en bewonersondersteuning. 15 in principe in te stemmen met het ontwerp-raadsvoorstel. conform