Exploratief onderzoek naar de relatie tussen de specifieke karakteristieken van de Belgische kust en de interventies uitgevoerd door de strandredders

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Exploratief onderzoek naar de relatie tussen de specifieke karakteristieken van de Belgische kust en de interventies uitgevoerd door de strandredders"

Transcriptie

1 Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Academiejaar Exploratief onderzoek naar de relatie tussen de specifieke karakteristieken van de Belgische kust en de interventies uitgevoerd door de strandredders Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen. Door: Promotor: Sanne Benoot en Annelies Schoutteet Prof. Dr. J. Bourgois Co-promotor: Prof. Dr. I. Tallir

2

3 Woord vooraf WOORD VOORAF In het kader van onze opleiding Master in de Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen gingen wij, Sanne en Annelies, de uitdaging aan om een masterproef te schrijven. Als ervaren redders aan de Belgische kust kregen wij van Prof. Dr. Jan Bourgois de kans om onze kennis rond de reddingsdienst toe te passen in dit innovatief onderzoek. Op 16-jarige leeftijd besloten wij om de opleiding Redder Aan Zee te volgen. Daarna waren wij één van de vele cursisten die een vakantiejob kregen aangeboden binnen de reddingsdienst. Ondertussen hebben wij op 23-jarige leeftijd al heel wat ervaring en kennis kunnen opdoen in verband met de veiligheid op het strand en hoe deze gegarandeerd kan worden. Het was dan ook zeer boeiend om ons hier verder in te verdiepen. Wij willen in de eerste plaats onze promotor Prof. Dr. Jan Bourgois en co-promotor Prof. Dr. Isabel Tallir uitvoerig bedanken voor de begeleiding bij dit onderzoek. Zij stonden steeds paraat om ons te helpen bij het uitwerken van de literatuurstudie en het verwerken van de resultaten. Wij konden steeds rekenen op uitgebreide en opbouwende feedback waardoor wij tot dit mooi eindresultaat zijn gekomen. Als belangrijke factor binnen dit onderzoek mogen wij zeker de tien hoofdredders niet vergeten. Hun medewerking aan dit onderzoek was van cruciaal belang. Alle hoofdredders van de tien badsteden waren onmiddellijk bereid om even tijd vrij te maken voor ons. Zonder hen was dit onderzoek onmogelijk geweest. Ook het I.K.W.V. droeg haar steentje bij. An Beun zorgde ervoor dat wij de noodzakelijke gegevens verkregen om een kwalitatief werk af te leveren. Verder willen wij ook onze ouders en vrienden bedanken voor hun steun en voor het meermaals herlezen van dit eindwerk en de vele tips die zij ons hebben meegegeven. Dus aan iedereen die ons geholpen heeft, een welgemeende dankuwel! I

4

5

6

7 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF... I INHOUDSOPGAVE... III ABSTRACT... VII LITERATUURSTUDIE VERDRINKING Definitie van verdrinking Risicofactoren voor verdrinking Prevalentie van verdrinking wereldwijd Prevalentie van verdrinking in België Preventie van verdrinking DE STRANDREDDINGSDIENST AAN DE BELGISCHE KUST Historiek Intercommunale Kustreddingsdienst West-Vlaanderen (I.K.W.V.) Opleiding voor Redder aan Zee, georganiseerd door WOBRA Taken van de redders Communicatiekanalen van de redders Hulp- en reddingsmiddelen Conclusie OVERZICHT VAN DE CLASSIFICATIE VAN DE STRANDEN: IMPACT VAN DE STRANDMORFOLOGIE EN OMGEVING OP DE STRANDVEILIGHEID Inleiding Classificatiesystemen in verband met de morfologie van het strand Factoren die een invloed hebben of een gevaar betekenen voor de strandgebruikers PROBLEEMSTELLING & ONDERZOEKSVRAGEN Probleemstelling Onderzoeksvragen METHODIEK PROCEDURE Onderzoeksdesign III

8 Inhoudsopgave 1.2. Dataverzameling Meetinstrumenten DATA ANALYSE Beschrijvende analyse Statistische analyse RESULTATEN AANTAL INTERVENTIES LANGS DE BELGISCHE KUST, Aantal en type interventies uitgevoerd door de strandredders in de bewaakte zones Aantal en type interventies uitgevoerd door de strandredders in de bewaakte zones weergegeven per badstad Aantal en type interventies uitgevoerd door de strandredders in de bewaakte zones weergegeven per reddingspost Verschil tussen de badsteden, meetmomenten en posten onderling voor het aantal interventies, redders dagelijks van dienst en redders per 100 meter MORFOLOGIE VAN DE BELGISCHE KUST, ANNO Morfologie en de specifieke logistieke kenmerken Morfologie en specifieke logistieke kenmerken per badstad Relatie tussen de verschillende morfologische en specifieke logsitieke kenmerken van de bewaakte zones INSCHATTING VAN DE GEVAREN, ONDERVRAAGD BIJ DE HOOFDREDDER, LANGS DE BELGISCHE KUST, ANNO Inschatting van de mogelijke negatieve invloed van de menselijke, natuurlijke en structurele factoren op de veiligheid van de strandgebruikers Verband tussen de inschatting van de negatieve invloed en het aantal uitgevoerde interventies VERBAND TUSSEN MORFOLOGISCHE, SPECIFIEKE LOGISTIEKE & METEOROLOGISCHE KENMERKEN EN HET AANTAL UITGEVOERDE INTERVENTIES, ANNO Verband tussen de morfologische & specifieke logistieke kenmerken en het aantal uitgevoerde interventies Verband tussen de meteorologische kenmerken en het aantal interventies Invloed van het aantal redders per 100 meter bewaakte zone op het aantal uitgevoerde interventies, anno DISCUSSIE INTERPRETATIE VAN DE RESULTATEN IV

9 Inhoudsopgave 1.1. Aantal interventies langs de Belgische kust Morfologische en specifieke logistieke kenmerken van de bewaakte zones, anno Inschatting van de gevaren, ondervraagd bij de lokale hoofdredder, aanwezig op de bewaakte zones van de Belgische kust, anno Verband tussen de morfologische, specifieke logistieke & meteorologische kenmerken en het aantal interventies, anno STERKTES EN BEPERKINGINGEN VAN HUIDIG ONDERZOEK Sterktes van huidig onderzoek Beperkingen van huidig onderzoek RICHTLIJNEN VOOR VERDER ONDERZOEK EN VOOR HET BELEID Richtlijnen voor verder onderzoek Richtlijnen voor het beleid CONCLUSIE BIBLIOGRAFIE BIJLAGEN... IX 1. ALARMERINGSSCHEMA... IX 2. VOORBEELDFORMULIER VERLOREN GELOPEN KINDEREN + DAGVERSLAG MIDDELKERKE & KOKSIJDE... X 3. BRIEF HOOFDREDDERS... IX 4. VRAGENLIJST 1... XI 5. VRAGENLIJST 2... XIII 6. HANDLEIDING VOOR HOOFDREDDERS... XVI 7. CHI-KWADRAAT MET BIJBEHORENDE KRUISTABEL VOOR DE MORFOLOGISCHE FACTOREN... XX 8. INSCHATTING GEVAREN, GEMIDDELDEN EN SD S PER BADSTAD... XXIV 9. VOORSTEL UNIFORM DAGVERSLAG... XXIX V

10

11 Abstract ABSTRACT Doelstelling Het doel van dit onderzoek is een beeld te schetsen van het aantal interventies uitgevoerd door de strandredders op de bewaakte zones langs de Belgische kust. Hierbij wordt vervolgens onderzocht of deze interventies verschillend zijn afhankelijk van het aantal redders in dienst en bepaalde morfologische, specifieke logistieke en meteorologische kenmerken. Dit onderzoek gaat eveneens na in welke mate een hoofdredder bepaalde menselijke, natuurlijke en structurele factoren als mogelijke negatieve invloed op de veiligheid van de strandgebruikers inschat én dit gerelateerd aan het aantal interventies. Methodiek Via de jaarverslagen van het I.K.W.V. wordt het aantal interventies uitgevoerd tussen 2009 en 2013 in kaart gebracht. De dagverslagen van 2013 bieden een gedetailleerd overzicht van de interventies uitgevoerd per reddingspost en de dagelijkse meteorologische omstandigheden. Er wordt gebruik gemaakt van eerste vragenlijst die polst naar de morfologische en specifieke logistieke kenmerken aanwezig op de 77 Belgische bewaakte posten. Via een Chi-kwadraattest wordt op zoek gegaan naar verbanden tussen deze factoren. De tweede vragenlijst onderzoekt de inschatting van de negatieve invloed (op een vijfpuntenschaal) van de menselijke, natuurlijke en structurele factoren op de veiligheid van de strandgebruikers op die posten. De Independent Sample T-test gaat na of er een samenhang is tussen de inschatting van de hoofdredders en de aantal interventies. Resultaten Dit onderzoek toont aan dat bepaalde morfologische kenmerken langs de Belgische kust sterk samenhangen met elkaar. Verder wordt genoteerd dat de inschatting, gemaakt door de hoofdredder, van de mogelijke negatieve invloeden op de veiligheid van de strandgebruikers samenhangt met het aantal en type interventies. Er blijkt dat er significante verschillen zijn in het aantal en type interventies afhankelijk van de aan- of afwezigheid van bepaalde morfologische, specifieke logistieke en meteorologische kenmerken. Zo zijn er minder baders in nood op dagen met regenval. Een volgend resultaat toont aan dat er meer kinderen verloren lopen bij de aanwezigheid van meer redders per 100 meter. Besluit Er kan besloten worden dat het aantal en type interventies verschilt afhankelijk van het aantal redders dagelijks van dienst, de aan- of afwezigheid van bepaalde morfologische, specifieke logistieke en meteorologische kenmerken en de inschatting van de negatieve invloed van de gevaren door de hoofdredder. VII

12

13 Literatuurstudie LITERATUURSTUDIE 1. VERDRINKING 1.1. Definitie van verdrinking Verdrinking is een veel voorkomende doodsoorzaak. Met dodelijke slachtoffers wereldwijd door verdrinking in 1990, toonde de Global Burden of Disease studie aan dat deze doodsoorzaak niet genegeerd mag worden (Murray & Lopez, 1997). Het verzamelen van cijfergegevens om de gevolgen van verdrinking in kaart te kunnen brengen, werd de voorbije decennia belemmerd door het gebrek aan een eenduidige definitie (Bierens, 2006). The American Heart Association definieert verdrinking in de ERC-richtlijnen (European Resuscitation Council) als een dodelijke gebeurtenis waarbij het slachtoffer dood is binnen de 24u na de gebeurtenis. In het geval dat de dood pas optreedt meer dan 24u na de dodelijke gebeurtenis adviseert men de term aan een verdrinking gerelateerde dood (Papa, Hoelle & Idris, 2005). In veel studies wordt niet enkel over verdrinking maar ook over bijnaverdrinking gesproken. Bijna-verdrinking wordt omschreven als overleving, op zijn minst tijdelijk, na verstikking door onderdompeling in het water (Salomez & Vincent, 2004). De richtlijnen opgelegd door The American Heart Association adviseren het schrappen van de term bijna-verdrinking en het toekennen van de term slachtoffer door onderdompeling, tot het moment dat er een aan een verdrinking gerelateerde dood optreedt (Papa et al., 2005). Daartegenover staat dan weer de World Health Organization (WHO) die drie niveaus gebruikt namelijk: verdrinking, bijna-verdrinking en bijna-bijna-verdrinking (WHO, 2012). Ter voorbereiding van het World Congress on Drowning voerden Papa en collega s (2005) een systematische review uit waarbij werd nagegaan welke definities van verdrinkingsincidenten in de literatuur gebruikt werden. In totaal werden er 33 verschillende definities gevonden voor het beschrijven van verdrinkingsincidenten. Hieruit bleek dat de meest geciteerde definitie van verdrinking deze van Layon en Modell (1981) is. Deze definitie luidt als volgt: Dood door verstikking na onderdompeling in een vloeistof binnen de 24u. Hierbij wordt verder nog een onderscheid gemaakt tussen verdrinking en bijna-verdrinking en er wordt ook rekening gehouden met de mate van het inademen van water. De eerste onderverdeling die gemaakt wordt is het verdrinken zonder inademing van een vloeistof. 1

14 Literatuurstudie Hierbij sterft het slachtoffer door verstikking (een respiratoire obstructie) terwijl men ondergedompeld is in een vloeibaar medium. De volgende onderverdeling is een verdrinking met inademing van een vloeistof. In dit geval treedt de combinatie op van verstikking met het inademen van een vloeistof terwijl het slachtoffer ondergedompeld is in een vloeibaar medium. Ten derde kan er ook een bijna-verdrinking optreden zonder inademing van een vloeistof. Hierbij overleeft het slachtoffer, op zijn minst tijdelijk, nadat er een onderdompeling heeft plaatsgevonden in een vloeibaar medium. Bij de laatste categorie, bijna-verdrinking met inademing van vloeistof, overleeft het slachtoffer, op zijn minst tijdelijk, na een onderdompeling in een vloeibaar medium waarbij er vocht wordt ingeademd (Bierens, 2006; Layon & Modell, 1981). Op het World Congress on Drowning in 2002 te Amsterdam is een definitie ingevoerd, die vanaf dat moment als de standaarddefinitie beschouwd wordt: Verdrinking is een proces, resulterend in primaire ademhalingsstoornissen veroorzaakt door submersie of immersie in een vloeibaar medium. De ademhaling van het slachtoffer wordt gehinderd door de aanwezigheid van een vloeistof in de luchtweg. Onafhankelijk van het feit of het slachtoffer sterft of niet, is hij of zij in deze situatie het slachtoffer van een verdrinkingsincident (Idris et al., 2003). Immersie betekent dat het hoofd zich niet onder water bevindt, terwijl dit bij submersie wel het geval is (Papa et al., 2005; Szpilman, Bierens, Handley & Orlowski, 2012). Publicaties van de laatste decennia hanteren een vergelijkbare definitie, namelijk Verdrinking is het proces waarbij ademhalingsstoornissen worden ervaren na submersie of immersie in een vloeistof die kan resulteren in de dood, ziekte of geen ziekte (Turgut & Turgut, 2012; Van Beeck, Branche, Szpilman, Modell & Bierens, 2005). Verdrinkingsincidenten kunnen in elke waterige omgeving voorkomen waarbij de waterdiepte de kans biedt om tot immersie of submersie te leiden. Naast de definities van verdrinking blijkt ook uit de review van Papa et al. (2005) dat gerapporteerde gevolgen van verdrinkingsincidenten ook zeer uiteenlopend zijn. Enkele voorbeelden hiervan zijn dood, dood binnen de 24u, hartstilstand, hospitalisatie, nood aan reanimatie, hypoxie, bewijs voor het inademen van vloeistof en in gevaar gebrachte fysieke of mentale toestand. Een gevolg van de uiteenlopende definities van verdrinking is het ontbreken van uniformiteit in het rapporteren van verdrinking. Sinds het World Congress on Drowning 2002 werd daarom de Utstein stijl ingevoerd (Idris et al., 2003). Hierin worden standaarddefinities, terminologie en aanbevolen dataregistraties weergegeven die men zou moeten gebruiken bij 2

15 Literatuurstudie het rapporteren van verdrinkingsincidenten. Het invoeren hiervan heeft als belangrijk gevolg dat verschillende verdrinkingsincidenten vergeleken kunnen worden en dat men ter preventie verschillende strategieën kan opstellen waarmee men hoopt heel wat levens te kunnen redden. Naast het feit dat er een onderscheid kan worden gemaakt tussen verschillende definities van verdrinking kan er ook een onderscheid worden gemaakt tussen de verdrinkingsslachtoffers. De meeste slachtoffers kunnen in twee categorieën worden ingedeeld namelijk het actief of het passief slachtoffer. De passieve slachtoffers zijn in de meeste gevallen niet meer bij bewustzijn door een hartstilstand of alcoholintoxicatie, wat het moeilijk maakt voor de redder om de verdrinking op te merken. Actieve slachtoffers kunnen door een goed getrainde en ervaren redder worden opgemerkt omdat zij effectief armbewegingen maken en het hoofd boven water trachten te houden. De moeilijkheid bij deze gevallen is het feit dat de redder kan denken dat de baders zich aan het amuseren zijn in het water. Ze roepen immers niet om hulp, aangezien dit te veel energie vraagt (American Red Cross, 2012; Fenner, Leahy, Buhk & Dawes, 1999). De richtlijnen van de Utstein stijl stellen echter voor om ook deze termen te vervangen door het opgemerkte slachtoffer en het onopgemerkte slachtoffer. Dit omdat uit onderwaterbeelden vaak blijkt dat slachtoffers die volgens de redders bewegingsloos in het water liggen toch vaak bewegingen maken (Idris et al., 2003). Ondanks het feit dat het situeren van een verdrinkingsslachtoffer niet gemakkelijk is, blijft dit essentieel om van een redding te kunnen spreken Risicofactoren voor verdrinking Voordat er preventiestrategieën kunnen ontwikkeld worden om verdrinking te voorkomen, is het noodzakelijk dat men een inzicht krijgt in de risicofactoren (Szpilman, 1997). Al te vaak gaat men ervan uit dat verdrinking enkel kan voorkomen bij kinderen of ouderen. Het blijkt echter dat elke menselijke activiteit in, op of in de omgeving van water kan leiden tot verdrinking ongeacht de oorzaak, het geslacht, de leeftijd, de etniciteit of de woonomgeving van het slachtoffer (Avramidis, Butterfly & Llewellyn, 2009b). Algemeen kan gesteld worden dat de risicofactoren in twee groepen kunnen ingedeeld worden. Enerzijds zijn er de menselijke factoren waaronder geslacht, leeftijd en socio-economische. Volgens Salomez en Vincent (2004) en Szpilman et al. (2012) lopen mannen een groter risico op verdrinking dan vrouwen. Dit is te wijten aan het feit dat mannen meer risicogedrag vertonen, meer alcohol en drugs gebruiken en meer deelnemen aan watersportactiviteiten (Bierens, Van der Velde, Van Berkel & Van Zanten, 1989). Als de leeftijd in rekening gebracht wordt, kan men stellen dat 3

16 Literatuurstudie kinderen tot de grootste risicogroep behoren. Szpilman en medewerkers (2012) stellen dat kinderen jonger dan veertien jaar het grootste risico hebben om te sterven aan verdrinking. 27% van de sterfgevallen bij kinderen tussen de 1 en 4 jaar zijn immers toe te schrijven aan verdrinking (Salomez & Vincent, 2004). Een eerste belangrijke factor hierbij is het feit dat veel van deze verdrinkingen te wijten zijn aan de onoplettendheid van de ouders. Ongeveer één derde van de verdrinkingen in de Verenigde Staten gebeurt in bewaakte zwembaden (Schwebel, Jones, Holder & Marciani, 2010). De derde menselijke factor die een risico vormt voor verdrinking is de socio-economische status (Bierens, 2006). Uit onderzoek van Szpilman et al. (2012) is immers gebleken dat een groot deel van de mensen die verdrinken een laag inkomen en/of een laag onderwijsniveau hebben. Naast de menselijke factoren zijn er ook nog de omgevingsfactoren die een rol spelen bij het risico op verdrinking. Hierbij kan er een onderscheid gemaakt worden tussen de plaats waar de verdrinking gebeurt, de klimatologische omstandigheden en het aanwezige reddingsmateriaal en de bijhorende veiligheidsvoorschriften die er gelden (Avramidis, Butterfly & Llewellyn, 2009a; Bierens, 2006). Het is logisch dat landen met veel kust een groter verdrinkingscijfer hebben dan landen die geen of weinig kust hebben. Hoewel het merendeel van de fatale verdrinkingsincidenten plaatsvinden in open water (Turgut & Turgut, 2012) zijn er ook in mindere mate verdrinkingen in zwembaden en badkuipen waarmee men rekening dient te houden (Ahrendt, 2008). De tweede omgevingsfactor die een belangrijke invloed kan hebben op het risico op verdrinking is de klimatologische situatie. Als men op reis gaat naar onbekende landen of gebieden is men als toerist vaak niet vertrouwd met het klimaat. In sommige landen kan het weer echter in een zeer korte tijd volledig veranderen. Dit zorgt ervoor dat ook de omstandigheden in zee snel kunnen veranderen waardoor het risico op verdrinking stijgt. Verder kan ook het langdurig in te koud water blijven het risico op verdrinking doen stijgen (Bierens, Van der Velde, Van Berkel & Van Zanten, 1990). De laatste omgevingsfactor die invloed heeft op de risicofactoren is de aanwezigheid van reddingsmateriaal en de veiligheidsvoorschriften die ter plaatse gelden. Dit is vooral van belang bij boten en schepen. Uit onderzoek is gebleken dat er in Europa tussen 1987 en 1994 vijf grote verdrinkingsincidenten hebben plaatsgevonden, wat zorgde voor 4300 doden (Bierens, 2006). Het is dan ook noodzakelijk dat er voldoende drijvend reddingsmateriaal aanwezig is op een schip om elke passagier te kunnen redden. Verder dienen de veiligheidsvoorschriften duidelijk vermeld te worden zodat deze kunnen toegepast worden indien nodig. 4

17 Literatuurstudie 1.3. Prevalentie van verdrinking wereldwijd De World Health Organization (WHO) houdt de verdrinkingsdata bij om op die manier de prevalentie van verdrinking wereldwijd te kunnen inschatten. Zo werd er gesteld dat er in 2004 over de hele wereld mensen gestorven zijn door verdrinking. De WHO refereert verdrinking dan ook als de derde belangrijkste oorzaak van onopzettelijke doding (WHO, 2012). Van Beeck et al. (2005) stelde dat er elk jaar ongeveer mensen verdrinken. Dit komt er op neer dat er wereldwijd jaarlijks meer mensen sterven door verdrinking dan door oorlogen. Onderzoek in de Verenigde Staten toont aan dat er tussen 2005 en 2009 jaarlijks ongeveer mensen gestorven zijn door verdrinking. Daarenboven zijn er jaarlijks slachtoffers behandeld in een ziekenhuis voor de gevolgen van een bijna-verdrinking. De prevalentie geeft weer hoeveel mensen verdrinken op een bepaald ogenblik, vaak uitgedrukt per De prevalentiecijfers uit de Verenigde Staten tussen geven weer dat mannen vier keer meer verdrinken dan vrouwen, respectievelijk 2,07 en 0,54 per inwoners (Laosee, Gilchrist & Rudd, 2012). Uit de statistieken van 2007 bleek dat Brazilië (3,5), Finland (3,4) en Nieuw-Zeeland (3,3) het hoogste aantal verdrinkingsdoden per inwoners telden. Daartegenover stonden Iran (0,4), Maleisië (0,5) en Sint-Lucia (0,7) met het laagst aantal verdrinkingsdoden (Turgut & Turgut, 2012). Bij het interpreteren van al deze cijfergegevens dient echter rekening gehouden te worden met het feit dat niet elk land de cijfergegevens (op dezelfde manier) rapporteert aan de WHO. Zo worden natuurrampen of bootongelukken vaak niet opgenomen bij de data en zoals eerder vermeld zijn er verschillende definities over verdrinking. Er kan dus gesteld worden dat de beschikbare cijfers een onderrepresentatie zijn van de werkelijkheid. Zoals eerder vermeld hebben kinderen een groter risico om te verdrinken dan volwassenen (Avramidis et al., 2009b; Salomez & Vincent, 2004). Kinderen gebruiken immers vaker strandmateriaal (zoals boards en kajaks) en dit heeft een significante invloed op de veiligheid van de kinderen (Petronis, Welch & Pruitt, 2009). Verder speelt ook de grootte van de groep een rol met betrekking tot de veiligheid. Volgens Petronis en collega s (2009) hebben kinderen die in een groep, groter dan drie, in het water gaan een groter risico op het oplopen van verwondingen. Verder blijkt dat slechts 17% van de (jong)volwassen slachtoffers alleen is in het water op het moment van de verdrinking, 54% is in de nabijheid van anderen terwijl dit bij de overige 29% niet geregistreerd is (Morgan, Ozanne-Smith & Triggs, 2007). 5

18 Literatuurstudie De leeftijdscategorie van de 20 tot 29 jarigen is de tweede leeftijdsgroep waarbinnen de meeste verdrinkingen gebeuren (n=31), op de voet gevolgd door de leeftijdscategorie van de 50 tot 59 jarigen (n=23) (Morgan et al., 2007). Niet enkel kinderen maar ook mannen zijn in grotere getallen vertegenwoordigd bij de verdrinkingsslachtoffers (Avramidis et al., 2009b). Morgan en zijn team (2007) noteerden alle verdrinkingsslachtoffers aan de Australische surfstranden gedurende een periode van vier jaar. Daaruit bleek dat er 110 mannelijke slachtoffers waren op een totaal van 128. Howland, Hingson, Mangione, Bell en Bak (1996) hebben dit ook geconstateerd en zijn nagegaan wat de reden is voor de over-representatie van de mannelijke slachtoffers. De eerste reden is dat mannen meer blootgesteld worden aan wateractiviteiten in vergelijking met vrouwen. Ze gaan vaker zwemmen, vissen, duiken, surfen, Hoewel vrouwen op frequentere basis zwemlessen volgen, geven de mannen zich een gelijkaardige score op de vraag hoe ze hun zwemcapaciteiten inschatten. Verder zouden mannen ook meer risico nemen door vaker in open water, alleen of s nachts te zwemmen. Een volgend onderzoek toont aan dat mannen ook meer alcohol nuttigen voor het zwemmen in vergelijking met vrouwen. Volgens Howland et al. (1996) zijn dit de voornaamste redenen waarom er meer mannelijke verdrinkingsslachtoffers zijn in vergelijking met vrouwelijke. Uit de risicofactoren is eerder al gebleken dat er een duidelijk verschil merkbaar is bij de slachtoffers afhankelijk van de socio-economische status (SES). Avramidis et al. (2009b) stelt dat mensen met een lagere SES zich enkel in water begeven die niet veel dieper is dan hun eigen lichaamslengte omdat ze niet zo bedreven zijn met het zwemmen. Mensen met een hogere SES nemen vaak deel aan recreatieve wateractiviteiten waardoor het verdrinkingspercentage bij deze activiteiten hoger ligt in deze groep. Verder blijkt uit de studie van Avramidis en medewerkers (2009b) dat de niet-zwemmers, mensen die het bewustzijn verloren hebben en mensen die niet uit de omgeving afkomstig zijn, de grootste risicogroep vormen voor verdrinking. Dit laatste wordt tegengesproken door Morgan en collega s (2007) die stellen dat 43% van de dodelijke slachtoffers Australische inwoners zijn die wonen binnen een straal van 10km van de plaats van verdrinking. Daartegenover staat dat 25% van de slachtoffers internationale toeristen zijn. Als laatste menselijke factor dient er ook rekening gehouden te worden met de gezondheidstoestand van het slachtoffer die de kans op verdrinking kan beïnvloeden. Bij een onderzoek aan de Australische surfstranden gaat Morgan et al. (2007) na of de slachtoffers een medische aandoening hebben. Dit blijkt bij 30% van de slachtoffers het geval te zijn, waarvan het in 87% van de aandoeningen om een cardiovasculair probleem gaat. Verder 6

19 Literatuurstudie wordt bij zeven van de 128 verdrinkingsslachtoffers het gebruik van alcohol of drugs vastgesteld. Hierbij dient echter de kanttekening gemaakt te worden dat de aan- of afwezigheid ervan bij slechts 8% van de slachtoffers wordt aangegeven, bij de overige 92% wordt dit niet nagegaan. Uit de situationele factoren blijkt dat de grootste groep verdrinkingsslachtoffers aan de Australische surfstranden de zwemmers of baders zijn (74%). Hoewel het onderzoek wordt uitgevoerd aan de surfstranden, zijn slechts 16% van de slachtoffers surfers terwijl duikers en snorkelaars met 11% van de verdrinkingen de minderheidsgroep vormen (Morgan et al., 2007). Een veel voorkomend fenomeen aan de Australische kusten zijn de muistromen. Muistromen zijn smalle, zeewaarts gerichte stromingen die ontstaan binnen de branding en zich zeewaarts uitbreiden (MacMahan, Thornton & Reniers, 2006). In het onderzoek van Morgan et al. (2007) is 22% van de verdrinkingsslachtoffers door een muistroom meegesleurd. Als tweede situationele factor blijkt eveneens dat meteorologische omstandigheden een invloed hebben op de veiligheid. Petronis et al. (2009) toont aan dat bewolkte weersomstandigheden een significant negatieve invloed hebben op de veiligheid van kinderen Prevalentie van verdrinking in België Hoewel er heel wat onderzoek is naar verdrinking in de zonnige surflanden bestaan er ook prevalentiecijfers van verdrinking in België. In 2006 werden ongeveer sterfgevallen vastgesteld in België. Hiervan stief 94% een natuurlijke dood waaruit valt af te leiden dat 6% een niet-natuurlijke dood stierf (Statistics Belgium, 2013). De meest voorkomende nietnatuurlijke doodsoorzaak is zelfdoding gevolgd door verkeersongevallen, valpartijen en andere uitwendige oorzaken (waaronder verbranding, verdrinking, vergiftiging, ). Hieruit kan al worden opgemerkt dat er slechts een klein percentage Belgen overleed door verdrinking (Statistics Belgium, 2013). Het Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid is een dienst van de overheid die alle gegevens bijhoudt in verband met sterftecijfers. In 2011 zijn 39 verdrinkingen genoteerd in Vlaanderen, waarvan 27 mannen en 12 vrouwen, op een totaal van overlijdens bij een bevolkingsaantal van In Vlaanderen is er een prevalentie van 0,62 verdrinkingen op (Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid, 2011). 0,07% van de sterfgevallen in Vlaanderen kan dus worden toegeschreven aan verdrinking en onderdompeling. 7

20 Literatuurstudie Via de gegevens van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (sd.) is het mogelijk om de gegevens in verband met verdrinking op te vragen. In grafiek 1 staan de verdrinkingscijfers vermeld binnen de periode onderverdeeld in de categorieën België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel, per oorzaak. De oorzaken zijn verdrinking in het bad, in het zwembad, in open water, na een val in open water, andere gespecificeerde oorzaken en ongespecificeerde oorzaken. De drie andere grafieken geven de verdrinkingscijfers weer over die periode met een onderscheid tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië. In 2009 zijn er in België 71 verdrinkingen vastgesteld. Grafiek 1A: Verdrinkingsaantallen in België per doodsoorzaak ( ) Grafiek 1B: Verdrinkingsaantallen in Vlaanderen per doodsoorzaak ( ) 8

21 Literatuurstudie Grafiek1C: Verdrinkingsaantallen in Brussel per doodsoorzaak ( ) Grafiek1D: Verdrinkingsaantallen in Wallonië per doodsoorzaak ( ) 1.5. Preventie van verdrinking Preventietechnieken De prevalentiecijfers van verdrinking geven aan dat dit een niet te onderschatten maatschappelijk probleem is. Naast onderzoek naar de prevalentie van verdrinking bestaat er ook onderzoek naar mogelijke preventiestrategieën om de kans op verdrinkingen te doen 9

22 Literatuurstudie dalen. De belangrijkste taak bij preventie is om de mensen bewust te maken van het gevaar van verdrinking. Vaak zijn de verdrinkingen te vermijden door het aanpassen van de omgeving of het organiseren van veiligheidsoefeningen voor de ouders. Volgens Ma, Xu & Xu (2010) is verdrinking immers een doodsoorzaak waarbij er bijna altijd getuigen zijn die in de meeste gevallen de kans hebben om een reddingspoging te ondernemen. Bij preventie kan er een onderscheid gemaakt worden tussen primaire en secundaire preventie. Primaire preventie vindt plaats wanneer men vooraf anticipeert op mogelijke risicosituaties en er bijgevolg geen gevaarlijke situatie kan ontstaan. Bij secundaire preventie zorgt men ervoor dat een risicovolle situatie niet erger wordt door de persoon in nood te helpen. In het algemeen zijn er drie mogelijke vormen van preventie (Bierens, 2006). Een eerste vorm van preventie is om het gevaar zelf te veranderen, te verminderen of te verwijderen. Een voorbeeld hiervan is onder andere het afdekken van het zwembad (Bierens, 2006). De tweede vorm van preventie is vooral gericht op het menselijk gedrag. Men probeert het gedrag te veranderen op vlak van het nemen van risico s, het houden van toezicht en de zwemvaardigheden. Een eerste voorbeeld hiervan is een kind van jongsaf aan zwemlessen te laten volgen. Uit de studie van Cody, Quraishi, Dastur & Mickalide (2004) blijkt dat 74% van de verdrinkingsslachtoffers in de Verenigde Staten niet zwemvaardig is. Gelijkaardig aan dit resultaat vindt Barss (2003) dat één derde van de slachtoffers in Canada tussen vijf en veertien niet of onvoldoende kan zwemmen. Door kinderen op jonge leeftijd zwemvaardigheden aan te leren, zullen ze beter leren reageren op onverwachte omstandigheden (Salomez & Vincent, 2004). Het moet echter benadrukt worden dat ondanks het volgen van zwemlessen, de ouders de zwemcapaciteiten van de kinderen niet mogen overschatten (Morrongiello, Sandomierski, Schwebel & Hagel, 2013). Een tweede voorbeeld waarbij de preventie gericht is op het menselijk gedrag is de mate van het toezicht door de ouders. Aangezien verdrinkingen niet enkel in de zee voorkomen, maar ook in meren en in baden is het ten sterkste aan te raden om kinderen nooit alleen te laten in de buurt van enig water. Schnitzer (2006) stelt dan ook de standaard dat ouders steeds op een afstand kleiner dan één armlengte dienen te blijven en dat elke vorm van afleiding vermeden moet worden. Zoals eerder aangetoond zijn mannen vaker slachtoffer van verdrinking in vergelijking met vrouwen. Tijdens zonnig weer nuttigen mannen vaker alcohol dan vrouwen. Onderzoek van Salomez en Vincent (2004) toont aan dat alcohol in 30-50% van de verdrinkingen bij (jong)volwassenen een rol speelt. Alcohol zorgt namelijk voor een vermindering van de coördinatie. Het alcoholgebruik zou dus zeker beperkt moeten worden wanneer men van plan 10

23 Literatuurstudie is om te gaan zwemmen. Iemand met een alcoholgehalte van 0,1g/100ml in het bloed, heeft tienmaal meer risico op overlijden tijdens het beoefenen van een wateractiviteit in vergelijking met mensen die geen alcohol genuttigd hebben. Hoe meer alcohol men inneemt voor het zwemmen, hoe groter het risico wordt (Driscoll, Harrison & Steenkamp, 2004). Een derde en laatste preventiestrategie bestaat erin om het contact tussen de mens en het water te vermijden. De meest voorkomende manier hiervoor is het plaatsen van een omheining rond het zwembad, vijver of meer, maar ook het dragen van een reddingsvest door alle zwakkere zwemmers en watersporters wordt onder die laatste strategie begrepen (Laosee, Gilchrist & Rudd, 2012). Aangezien het plaatsen van een omheining omheen de waterige omgeving niet steeds mogelijk is, dienen er vaak redders ingeschakeld te worden. Zoals eerder vermeld zijn een groot aantal verdrinkingen te wijten aan de gebrekkige controle van de ouders (Schwebel et al., 2010). Een klein, maar niet te negeren percentage van deze verdrinkingen gebeurt echter onder de bewaking van gediplomeerde redders. In de Verenigde Staten stellen Schwebel en collega s (2010) vast dat één derde van de verdrinkingen plaatsvindt onder de supervisie van professionele redders. Het is meteen duidelijk dat toezicht door redders, vooral op jonge kinderen, een essentiële preventiestrategie is die zoals hierboven aangetoond niet altijd volstaat (Brenner, 2003). Om het risico op verdrinkingen in bewaakte zones te reduceren stelt Schwebel et al. (2010) drie acties voor. Ten eerste zouden redders op geregelde tijdstippen een bijscholing en trainingssessie moeten bijwonen. Dit zou ervoor zorgen dat de redders zich realiseren hoe een reddingssituatie kan verlopen waardoor hun zelfvertrouwen stijgt bij het effectief voorvallen van een noodsituatie. Een probleemoplossend vermogen en het verhogen van het zelfvertrouwen zijn immers belangrijke elementen bij het organiseren van een effectieve bewaking (Schwebel, Lindsay & Simpson, 2007). De tweede methode stelt dat het aangewezen is om op geregelde tijdstippen een gesimuleerde reddingssituatie in te oefenen. Doordat de redders zich een bepaald patroon eigen maken, zullen ze in noodsituaties effectiever kunnen werken en zullen de individuele prestaties verbeteren (Van Hasselt, Romano & Vecchi, 2008; Anderson & Leflore, 2008). Als laatste methode geeft Schwebel et al. (2010) mee dat de organisatie van de dienst moet worden nagegaan. Kishida (1973) heeft een onderzoek bij monotone beroepen naar elementen die de concentratie zouden kunnen beïnvloeden uitgevoerd. Zo zouden redders zich niet mogen bezig houden met het bijvoorbeeld schoonmaken van een zwembad, het verplaatsen van materiaal, en het innen van geld tijdens de momenten dat ze verantwoordelijk zijn voor de bewaking. Zo dient er geregeld 11

24 Literatuurstudie geroteerd te worden en zou men voldoende rustpauzes nodig hebben opdat de aandacht optimaal kan blijven en de veiligheid steeds gegarandeerd kan worden Scanningstechnieken Het voordeel van het inschakelen van redders ter preventie van verdrinking is het feit dat zij beschikken over vaardigheden in verband met het detecteren van kritieke situaties. Deze scanningstechnieken zijn van groot belang bij het realiseren van een goed bewaakte zone. In 1999 deed Surf Life Saving Australia (Fenner et al., 1999) een onderzoek naar de manier waarop de redders hun zone moeten scannen. Sindsdien wordt er dan ook steeds meer onderzoek gedaan in verband met deze techniek. De visuele scanning en aandacht wordt beschreven als het observeren, registeren en evalueren van de zone die onder bewaking staat (Fenner et al., 1999). Dit omhelst zowel het zwembad of de zee, alsook de omgeving zoals het strand of de ruimte rond het zwembad. Scannen is dus het gebruiken van het visuele systeem om informatie op te nemen, waardoor strategische planning en een goed management kunnen ontwikkeld worden wat zou moeten leiden tot een veiligere omgeving. Uit het onderzoek blijkt dat de gezichtsscherpte optimaal is binnen een hoek van 10 à 15. Het is dus essentieel dat de redder zijn hoofd voldoende draait zodat hij steeds een zo groot mogelijk gezichtsveld heeft. Indien hij zijn hoofd niet beweegt, zou een niet-bewegend slachtoffer zeer gemakkelijk over het hoofd kunnen gezien worden (Fenner et al., 1999). Korte en Grant (1980) stellen dat ook externe factoren, zoals bijvoorbeeld geluid, de scanning van de redders kunnen hinderen. Op preventief vlak is scanning een zeer belangrijk deel van de job van een redder. Het zorgt voor de herkenning van personen die een hoger risico lopen op mogelijke problemen in het water of op het evalueren van zich ontwikkelende problemen. Het trainen van (onervaren) redders in scanningstechnieken is dus essentieel zodat het opmerken en lokaliseren van mogelijke slachtoffers sneller kan gebeuren. Het onderzoek van Page, Bates, Long, Dawes en Tipton (2011) geeft aan dat een ervaren redder vijfmaal vaker een verdrinkingsslachtoffer opmerkt in vergelijking met een onervaren redder. Men stelt dat de redders wel naar de plaats van verdwijning kijken, maar de verdrinking niet zien. De informatie wordt als het ware niet verwerkt. Hieruit kan er dus gesteld worden dat het van belang is dat er steeds voldoende ervaren redders aanwezig zijn op de plaats waar er bewaking verzekerd moet worden. 12

25 Literatuurstudie Het is duidelijk dat verdrinking een maatschappelijk probleem is dat zeker niet genegeerd mag worden. Het feit dat de onderzoekers het na vele jaren eens zijn geraakt over een algemeen geldende definitie toont aan dat er gericht wordt gezocht naar allerhande mogelijke preventiestrategieën. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen primaire en secundaire preventie. Zowel het bewust maken van het gevaar van water bij de bevolking als het aanpassen van het gedrag van de mens is een niet te onderschatten preventiestrategie. De vorm van preventie die echter het meest aanzien geniet is vaak de redder. Hierdoor worden alle vorige preventiestrategieën maar al te vaak vergeten. In België beschikt men over een goed georganiseerde reddingsdienst, dit zowel aan zee, in zwembaden en andere openbare wateren. In de volgende hoofdstukken wordt verder ingegaan op de reddingsdienst en verdrinkingen aan zee. 13

26 Literatuurstudie 2. DE STRANDREDDINGSDIENST AAN DE BELGISCHE KUST 2.1. Historiek De eerste georganiseerde badendienst werd in 1784 opgericht in Oostende waardoor deze stad als eerste de titel van badplaats kreeg. Opmerkelijk in dit verhaal is dat een Brit de organisatie op zich nam. In Groot-Brittannië was het zeebaden immers al een groot succes sinds In de 19 e eeuw was na Oostende, Blankenberge de volgende badplaats die tot ontwikkeling kwam. De steden die hierop volgden waren Heist, Nieuwpoort, Middelkerke, Wenduine en tenslotte Knokke, in In het begin van de 20 e eeuw richtten De Panne, Westende, Koksijde en Oostduinkerke hun badendienst op waardoor ze ook de titel van badplaats verdienden. De laatste kustgemeenten die zich ontwikkelden waren Zeebrugge, Duinbergen, Bredene en Het Zoute. Tussen 1900 en 1914 werd de primaire vorm van dienstverlening steeds belangrijker en kreeg de badendienst een nieuwe structuur, de werkelijke reddingsdienst was geboren. In deze periode werd ook het kusttoerisme steeds populairder. Er kwam een toename in strandbezoeken en ook de zwemsport kende een serieuze opmars. Doordat de mensen de gevaren van de Noordzee niet goed kenden, drong de behoefte voor hulpverlening zich op waardoor de gemeenten meer personeel ging inzetten bij de reddingsdienst. Door de steeds stijgende populariteit tussen 1920 en 1940 kwam er een grote stijging in het aantal zwemmers en baders waardoor een aanpassing van de reddingsdiensten onvermijdelijk was. Onder invloed van het toerisme bracht men dan ook de eerste structuren in de reddingsdiensten aan zoals ze ook vandaag nog gebruikt wordt: hoofdredder postoverste redder. Het belangrijkste wat echter nog ontbrak, was de aangepaste opleiding (WOBRA, 2013a). In 1982 werd de Intercommunale Kustreddingsdienst West-Vlaanderen, kortweg I.K.W.V., opgericht. Het I.K.W.V. heeft als doel de veiligheid van de baders, zwemmers en in een latere fase ook de watersportbeoefenaars langs de Belgische kust maximaal te waarborgen en dus mede het toerisme aan de kust te bevorderen. Dit wordt nagestreefd door het organiseren, coördineren en begeleiden van de kustreddingsdiensten. Deze samenwerking had dan ook al snel resultaat. Het aantal verdrinkingen in de onbewaakte zones daalde snel. Daar waar er tussen 1960 en 1979 nog 146 mensen verdronken in de onbewaakte zone, waren dit er nog 30 tussen 1980 en Dit is voornamelijk te danken aan het oprichten van het I.K.W.V. (WOBRA, 2013a). Na de oprichting werden verdrinkingen aan de Belgische kust een zeldzaamheid. Uit het informatieblad van het Vlaams Instituut van de Zee (VLIZ) en de 14

27 Literatuurstudie jaarverslagen van het I.K.W.V. blijkt dat er sinds 1982 geen verdrinkingen meer plaatsvonden in de bewaakte zone, tijdens de bewaking door de redders. De verdrinkingen die plaatsvonden zijn dan ook te situeren op plaatsen en tijdstippen waarop er geen bewaking was (I.K.W.V., ; VLIZ, 2006) Intercommunale Kustreddingsdienst West-Vlaanderen (I.K.W.V.) Binnen de structuur van het I.K.W.V. kunnen twee niveaus worden onderscheiden namelijk het beleidsniveau en het uitvoeringsniveau (WOBRA, 2013a). Het beleidsniveau beslist hoe en met welke middelen er gewerkt zal worden om de maximale veiligheid van de baders, zwemmers en watersporters te garanderen. Het uitvoeringsniveau zorgt ervoor dat het uitgestippelde beleid correct wordt uitgevoerd. Sinds 2000 zijn alle kustgemeenten lid van het I.K.W.V.. Dit wil dus zeggen dat zij de organisatie en de werking van de kustreddingsdienst volledig toevertrouwd hebben aan het I.K.W.V., wat niet betekent dat de gemeenten niet meer betrokken zijn bij het beleid. Het gaat immers over een samenwerkingsakkoord tussen I.K.W.V. en de gemeenten, waarmee zij instemmen vanaf het moment van hun toetreding. Dit geldt ook voor het uitvoeringsniveau. Alle hoofdredders en diensthoofden (de verantwoordelijke van de badstad voor de reddingsdienst) komen minimaal twee keer per jaar samen om ervoor te zorgen dat er zo n groot mogelijke uniformiteit wordt nagestreefd tussen de verschillende kustgemeenten. De volledige structuur van de reddingsdienst wordt hieronder weergegeven in organigram 1 (WOBRA, 2013a). Organigram 1: Structuur van het I.K.W.V. (WOBRA, 2013a) 15

28 Literatuurstudie 2.3. Opleiding voor Redder aan Zee, georganiseerd door WOBRA In 1959 werden de eerste opleidingen voor strandredder georganiseerd door de Provinciale Commissie voor zwem- en reddingsbrevetten (WOBRA, 2013a). Vanaf 1997 werd dit overgedragen naar de vzw West-Vlaamse Brandweerschool, welke in 1999 zijn naam veranderde naar het West-Vlaams opleidingscentrum voor Brandweer-, Reddings- en Ambulancediensten (WOBRA, 2013b). De taak van het WOBRA binnen dit verhaal is het organiseren van de opleiding Redder aan Zee. Deze opleiding is te volgen in vier steden: Brugge, Kortrijk, Oostende en Koksijde. Om hieraan deel te nemen dient men 16 jaar te zijn op 1 augustus voorafgaand aan het academiejaar waarin men de cursus wil volgen. De cursusduur bedraagt 50 uren, bestaande uit theorie- en praktijklessen (WOBRA, 2014). In de theorielessen wordt de nodige kennis aangeleerd om als redder de veiligheid op het strand te bevorderen. Men leert onder andere hoe de organisatie en structuur van de reddingsdienst werkt. Ook wetgeving, reglementering en rechten en plichten van de redder moeten gekend zijn. Om preventief te werk te kunnen gaan op het strand, is het belangrijk dat de redder gevaarlijke situaties kan inschatten. Alcoholgebruik, oververmoeidheid of zelfmoord zijn kenmerken die vaak gepaard gaan met een verdrinking. Ook de theorie van de reddingstechnieken voor baders, zwemmers en watersporters dient gekend te zijn. Naast het herkennen van mogelijke risicofactoren moet de redder kennis hebben omtrent de getijden en de stromingen waar de Belgische kust onderhevig aan is. Het kunnen lezen en interpreteren van een getijdentabel komt hier bijvoorbeeld aan bod. Specifieke gevaren zoals weer en wind worden in de cursus besproken zodat de redder weet hoe hij hiermee moet omgaan bij noodsituaties. Het is duidelijk dat het zeer belangrijk is dat een redder een gevaarlijke situatie moet kunnen inschatten. Hiervoor is het essentieel om te weten hoe de samenwerking tussen hoofdredder, postoverste en redder in zijn werk gaat. De werk- en hulpmiddelen die de redder ter beschikking heeft op het strand worden eveneens behandeld zodat de redder weet hoe deze gebruikt moeten worden. De eerste stap om het diploma Redder Aan Zee te behalen, wordt dus genomen bij het instuderen van deze cursus. Hierna volgt dan een onderdeel over boten, motoren en vaartechnieken. De toekomstige redder leert onder andere hoe men met de boten moet varen (aanmeren, afmeren, naderen van een drenkeling ) en hoe de boten onderhouden moeten worden. Als laatste, maar zeer belangrijk hoofdstuk, leert men de EHBO- en reanimatievaardigheden die elke redder moet beheersen volgens de Europese Richtlijnen (WOBRA, 2013a). 16

29 Literatuurstudie Naast een theoretisch examen, dienen ook vier praktische proeven afgelegd te worden. Als eerste module is er een zwemgedeelte, bestaande uit drie proeven. De tweede module bestaat uit uitvoeringstechnieken (bevrijdingsgrepen, vervoersgrepen ). In de derde en laatste module komen EHBO en reanimatie aan bod. De Europese richtlijnen, die elke vijf jaar kunnen veranderen, vormen de basis voor het slagen voor deze module. Momenteel gelden de Europese richtlijnen van 2010 (Nolan et al., 2010; Orkin, 2013). Indien men slaagt voor deze drie modules ontvangt men een attest, geldig om één jaar aan de slag te gaan als Redder aan Zee. In de maand juli of augustus van hetzelfde jaar dient men vervolgens een zeezwemproef af te leggen. In het geval men ook hiervoor slaagt, ontvangt men het diploma Redder aan Zee waarmee men drie jaar tewerk gesteld kan worden. Daarna dient men elke drie jaar voor een recyclageproef te slagen waarbij men opnieuw beoordeeld wordt op de drie modules van het praktisch examen (WOBRA, 2014) Taken van de redders Voor de bewaking van de Belgische stranden kan men in de bewaakte zones rekenen op de hoofdredder, redder-postoverste en de redder. Een goede samenwerking ter preventie van verdrinkingen wordt dan ook vereist. Hiervoor heeft het I.K.W.V. een duidelijke omschrijving van de taken per functie opgesteld (WOBRA, 2013a) Taken van de hoofdredder De hoofdredder houdt zich in de voorbereiding bezig met het opstellen van de werkschema s voor de verschillende reddingsploegen. Dagelijks dient hij de aanwezigheden en prestaties te controleren en de noodzakelijke vervangingen te verzorgen. Opdat alles vlot zou verlopen, dient hij instructies aan de postoversten en redders uit te delen. Op het vlak van materiaal, moet hij ervoor zorgen dat alle nodige middelen aanwezig en in goede staat zijn en blijven. Vervolgens is hij verantwoordelijk voor het geven van instructies omtrent het politiereglement en de toepassing van dit reglement op het strand. Verder dient hij er nog voor te zorgen dat de vaardigheden van de redders op hoog niveau blijven door het organiseren van trainingen en vaaropleidingen. Tot slot neemt hij ook deel aan de vergaderingen van de werkgroep leiding. 17

30 Literatuurstudie Taken van de redder-postoverste Per reddingspost is er minimum één redder-postoverste. Hij leidt de taken op de post, die meestal bestaat uit 3 à 6 redders. Hij dient zijn ploeg optimaal op te leiden door zoveel mogelijk relevante kennis over te brengen aan de redders. Dagelijks controleert hij de aanwezigheden van de redders op zijn post en geeft dit door aan de hoofdredder. Hij is direct betrokken bij de vaaropleidingen. Indien onderhoud, herstellingen of bevoorrading op de post gewenst is, dient hij dit door te geven aan de hoofdredder. Bij interventies leidt en stuurt hij de reddingsploeg. Als laatste taak brengt hij dagelijks verslag uit bij de hoofdredder over het aantal en de aard van de interventies Taken van de redder Naast de hoofdredder en de postoverste is er de redder die zorgt dat de veiligheid van de baders gegarandeerd blijft. Zijn dagelijkse taken bestaan uit het klaar zetten van het materiaal, het invullen van de getijden en de waterkwaliteit op het infobord. Hij zorgt dat de baders op elk moment tussen de boeien blijven zodat ze niet afdrijven of in de buurt van een strandhoofd kunnen komen. Hiernaast dient hij ervoor te zorgen dat plankzeilers, plankvliegers, motor- en zeilbootjes niet in de badzone komen. Hij is verantwoordelijk voor het bieden van eerste hulp aan vermoeide baders of mensen in nood. Verder waakt de redder over verloren gelopen kinderen en maakt hij de strandgangers alert op het gevaar van het graven van diepe putten. Op aanwijzing van de hoofdredder moet hij ook kunnen optreden als plaatsvervangend postoverste Communicatiekanalen van de redders Samenwerking met andere actoren Om de veiligheid te kunnen garanderen, kan de reddingsdienst hulp krijgen van andere instanties. Elke badstad heeft een bepaald aantal EHBO-posten op de dijk. Zij staan in voor de eerste hulp bij ongevallen op het strand. De redders kunnen ook altijd beroep doen op de plaatselijke politie. Vervolgens kan de brandweer assistentie bieden, bijvoorbeeld voor aangespoelde dieren. Het hulpcentrum 112, zijnde de MUG, ambulance en helikopter werken ook nauw samen met de reddingsdienst. Voor reddingsoperaties kan steeds de hulp van de Seaking vanuit Koksijde gevraagd worden. Het maritieme reddings- en coördinatiecentrum (MRCC) in Oostende wordt voornamelijk gewaarschuwd bij schepen in nood of 18

OPLEIDING REDDER AAN ZEE

OPLEIDING REDDER AAN ZEE OPLEIDING REDDER AAN ZEE HISTORIEK STRUCTUUR, ORGANISATIE EN WERKING IKWV WETGEVING EN REGLEMENTERING AANSPRAKELIJKHEID PLICHTEN VAN DE REDDER STATUUT 1784: Oostende: eerste badendienst 2 de helft 19

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 ORGANISATIE EN STRUCTUUR IKWV, WETGEVING, RECHTEN &PLICHTEN VAN DE REDDER OPLEIDING REDDER AAN ZEE

HOOFDSTUK 1 ORGANISATIE EN STRUCTUUR IKWV, WETGEVING, RECHTEN &PLICHTEN VAN DE REDDER OPLEIDING REDDER AAN ZEE HOOFDSTUK 1 ORGANISATIE EN STRUCTUUR IKWV, WETGEVING, RECHTEN &PLICHTEN VAN DE REDDER OPLEIDING REDDER AAN ZEE INLEIDING HISTORIEK STRUCTUUR, ORGANISATIE EN WERKING IKWV WETGEVING EN REGLEMENTERING AANSPRAKELIJKHEID

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Welkom bij de workshop Toezicht en het voorkomen van verdrinking

Welkom bij de workshop Toezicht en het voorkomen van verdrinking Welkom bij de workshop Toezicht en het voorkomen van verdrinking Waar gaan we het over hebben Waarom toezicht houden? Hoe zit het juridisch Gevaren in jouw bad Verdrinkingen Hoe houd je toezicht Waarom

Nadere informatie

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald PERSMEDEDELING VAN JO VANDEURZEN, VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 4 oktober 2012 Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald De kans dat Vlamingen

Nadere informatie

Achtergronden bij Simulaties van optreden bij een waterongeval

Achtergronden bij Simulaties van optreden bij een waterongeval Achtergronden bij Simulaties van optreden bij een waterongeval Bewerking van een Engelse tekst gemaakt door Janet Castro (RLSS en lid internationale ILS Sportcommissie) over trainingsmodules voor SERC.

Nadere informatie

Opleiding Redder aan Zee PRAKTIJKCENTRUM OOSTENDE

Opleiding Redder aan Zee PRAKTIJKCENTRUM OOSTENDE Opleiding Redder aan Zee 2016-2017 PRAKTIJKCENTRUM OOSTENDE Provinciaal Opleidingscentrum voor Veiligheidsdiensten POV WFIV WOBRA WPS West-Vlaams Opleidingscentrum voor Brandweer, Reddingsdiensten en Ambulanciers

Nadere informatie

Doodsoorzaak: VERKEER

Doodsoorzaak: VERKEER Doodsoorzaak: VERKEER V erkeersongevallen zijn wereldwijd de belangrijkste niet aan ziekte gebonden doodsoorzaak. De VN legden zich daarom met de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen een stevige ambitie

Nadere informatie

VEILIG AAN ZEE HOE KAN JE GENIETEN VAN EEN ZORGELOOS STRANDBEZOEK? An Beun - presentatie cursus zeeanimator op 19/10/2018

VEILIG AAN ZEE HOE KAN JE GENIETEN VAN EEN ZORGELOOS STRANDBEZOEK? An Beun - presentatie cursus zeeanimator op 19/10/2018 VEILIG AAN ZEE HOE KAN JE GENIETEN VAN EEN ZORGELOOS STRANDBEZOEK? An Beun - presentatie cursus zeeanimator op 19/10/2018 VEILIG AAN ZEE VZW Opgericht in 2009 Doel: preventie en sensibiliseren over de

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers Vlaams Gewest Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers.aspx - oktober 2007 Door: Cloots Heidi, De Kind Herwin, Kongs Anne, Smets Hilde Afdeling Informatie & Ondersteuning Inhoudsopgave...

Nadere informatie

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting Verschillende internationale studies toonden socio-economische verschillen in gezondheid aan, zowel in mortaliteit als morbiditeit. In bepaalde westerse landen bleek dat, ondanks de toegenomen welvaart,

Nadere informatie

De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen in de notariskantoren.

De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen in de notariskantoren. NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE S1 2017 VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen

Nadere informatie

STERFTECIJFERS 2015 Cijfers Zorg en Gezondheid 15 December 2017

STERFTECIJFERS 2015 Cijfers Zorg en Gezondheid 15 December 2017 Sterftecijfers 25 15.12.27 STERFTECIJFERS 25 Cijfers Zorg en Gezondheid 15 December 27 > Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid verwerkt zelf de sterftecertificaten van het Vlaams Gewest. Sinds 20 (registratiejaar

Nadere informatie

AFSPRAKENREGELING REDDINGEN AAN DE BELGISCHE KUST

AFSPRAKENREGELING REDDINGEN AAN DE BELGISCHE KUST AFSPRAKENREGELING REDDINGEN AAN DE BELGISCHE KUST Overzicht Doel van de afsprakenregeling Waar geldig? Wanneer van toepassing? Hoe gebeurt de alarmering? Zichtbare drenkeling Vermiste: onderscheid rode-

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

GEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE 2017 S1 2018

GEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE 2017 S1 2018 NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE S1 2018 OVERZICHT ACTIVITEIT EVOLUTIE S1 2017 S1 2018 GEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE 2017 S1 2018 VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST De index voor de vastgoedactiviteit

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Middelengebruik: Cannabisgebruik

Middelengebruik: Cannabisgebruik Middelengebruik: Cannabisgebruik Inleiding Cannabisgebruik geeft zowel gezondheidsrisico s, psychosociale gevolgen als wettelijke consequenties 1,2. Frequent gebruik van cannabis wordt geassocieerd met

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Reddingsbrigade AMSTELVEEN

Reddingsbrigade AMSTELVEEN Reddingsbrigade AMSTELVEEN LIFE SAFER 1 NOVEMBER 2015 lifesafer 1 LIFESAVER 1 JEROEN GUIDO ARIAN MAURITS TIANNA RENS STEFAN MIRTHE MARCO THIJS TIJMEN RENS BENJAMIN PRANAV JIKKE-JANNE BARBARA LAURA TON

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012

PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012 PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012 De regionale inkomensverschillen onder de loep Hoe verhoudt de inkomensevolutie zich ten opzichte van de inflatie? In welke regio liggen de gemiddelde inkomens het

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Verdrinkingen

Hoofdstuk 1 Verdrinkingen Hoofdstuk 1 Verdrinkingen 1-8-2016 Handleiding Life Saver 1 Introductie 100 200 mensen overlijden per jaar door verdrinking. Meestal jongeren (

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 2010 bestaat uit 10772 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het

Nadere informatie

HET VOORKÓMEN VAN HANDECZEEM

HET VOORKÓMEN VAN HANDECZEEM HET BELANG VAN ONZE HANDEN Het is wellicht iets waar niemand iedere dag bij stilstaat, maar onze handen zijn erg belangrijk. Zonder handen zouden we dagelijkse klusjes onmogelijk kunnen uitvoeren en zou

Nadere informatie

Nota: Invaliditeit Aantal en verdeling volgens ziektegroep

Nota: Invaliditeit Aantal en verdeling volgens ziektegroep Nota: Invaliditeit Aantal en verdeling volgens ziektegroep Men valt in het stelsel van invaliditeit na één jaar primaire arbeidsongeschiktheid. De erkenning van invaliditeit geldt voor een bepaalde periode

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 7 juni 2017

PERSBERICHT Brussel, 7 juni 2017 PERSBERICHT Brussel, 7 juni 2017 Verkeersongevallen 2016 in detail: oorzaken, leeftijd, & type weggebruiker, plaats & tijd ongeval De Algemene Directie Statistiek Statistics Belgium publiceert vandaag

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Opleiding tot Postoverste

Opleiding tot Postoverste Opleiding tot Postoverste Inhoud 1) Algemene info... 3 1.1. Toelatingsvoorwaarden... 3 1.2. Inhoud... 3 2) Evaluatieformulier... 4 2.1. Module I - Competenties... 4 2.2. Module II - Vaarproef... 4 3) Praktische

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 6.2.1. Inleiding Binnen de verschillen factoren van risico gedrag heeft alcoholverbruik altijd al de aandacht getrokken van de verantwoordelijken voor Volksgezondheid. De WGO gebruikt de term "Ongeschiktheid

Nadere informatie

OPLEIDING REDDER AAN ZEE CURSUSJAAR 2015 2016

OPLEIDING REDDER AAN ZEE CURSUSJAAR 2015 2016 OPLEIDING REDDER AAN ZEE CURSUSJAAR 015 016 TOELATINGSVOORWAARDEN Minstens 16 jaar oud zijn op 1 augustus 015; Een inschrijvingsrecht van 165 EURO betalen voor de kandidaten zonder vrijstelling en 150

Nadere informatie

Zeg niet te gauw t is weer een vrouw Vandaag 8 maart is het de internationale dag van de vrouw

Zeg niet te gauw t is weer een vrouw Vandaag 8 maart is het de internationale dag van de vrouw Zeg niet te gauw t is weer een vrouw Vandaag 8 maart is het de internationale dag van de vrouw Er doen heel wat vooroordelen de ronde als het aankomt op vrouwen achter het stuur. Op deze internationale

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST EVOLUTIE OP 5 JAAR ( )

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST   EVOLUTIE OP 5 JAAR ( ) NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE 2017 OVERZICHT EVOLUTIE OP JAARBASIS (2016 2017) EVOLUTIE OP 5 JAAR (2013 2017) VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST De index voor de vastgoedactiviteit aan

Nadere informatie

Commissievergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed

Commissievergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed vergadering C147 zittingsjaar 2014-2015 Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed van

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE 2018 Deze kustbarometer geeft een inzicht in de evolutie van de vastgoedactiviteit en de prijzen voor appartementen aan de kust. In deze barometer bekijken

Nadere informatie

OPLEIDING REDDER AAN ZEE CURSUSJAAR

OPLEIDING REDDER AAN ZEE CURSUSJAAR OPLEIDING REDDER AAN ZEE CURSUSJAAR 2016 2017 TOELATINGSVOORWAARDEN Minstens 16 jaar oud zijn op 1 augustus 2016 Een inschrijvingsrecht van 175 EURO betalen voor de kandidaten zonder vrijstelling en 160

Nadere informatie

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende het verplicht aanbieden van cursussen eerste hulp bij ongevallen (EHBO) in het lager en secundair onderwijs

Voorstel van resolutie. betreffende het verplicht aanbieden van cursussen eerste hulp bij ongevallen (EHBO) in het lager en secundair onderwijs stuk ingediend op 1224 (2010-2011) Nr. 1 6 juli 2011 (2010-2011) Voorstel van resolutie van de heer Jean-Jacques De Gucht, de dames Ann Brusseel, Marleen Vanderpoorten en Elisabeth Meuleman, de heren Boudewijn

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -20% IN 2020

EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -20% IN 2020 / cijfers EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -% IN Vlaams Gewest 1 /..17..17 Evaluatie doelstelling zelfdoding: -% in 1/13 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op..17 door: Heidi Cloots,

Nadere informatie

Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015. G. Portzky

Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015. G. Portzky Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015 G. Portzky 1. INLEIDING 1. Definiëring Suïcide Suïcidepoging: Moet er suïcidale intentie aanwezig zijn om van poging

Nadere informatie

OPLEIDING REDDER AAN ZEE CURSUSJAAR

OPLEIDING REDDER AAN ZEE CURSUSJAAR OPLEIDING REDDER AAN ZEE CURSUSJAAR 014 015 TOELATINGSVOORWAARDEN Minstens 16 jaar oud zijn op 1 augustus 014 Een inschrijvingsrecht van 165 EURO betalen voor de kandidaten zonder vrijstelling en 150 EURO

Nadere informatie

STERFTECIJFERS 2012 Cijfers Zorg en Gezondheid 13 november 2014

STERFTECIJFERS 2012 Cijfers Zorg en Gezondheid 13 november 2014 Dia 1 STERFTECIJFERS 2012 Cijfers Zorg en Gezondheid 13 november 2014 Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid verwerkt zelf de sterftecertificaten van het Vlaams Gewest. Sinds 2005 (registratiejaar 2003)

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

SAMENVATTING Schadelijk gebruik van alcohol staat wereldwijd in de top vijf van risicofactoren die tot ziekte, arbeidsongeschiktheid of overlijden kunnen leiden. Het alcoholgebruik is stabiel of neemt

Nadere informatie

Coach Profession Profile

Coach Profession Profile Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Coach Profession Profile AUTEUR PROF. DR. HELMUT DIGEL / PROF. DR. ANSGAR THIEL VERTALING PUT K. INSTITUUT Katholieke Universiteit

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Tandhygiëne Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Tandhygiëne Gezondheidsenquête, België, 1997 5.6.1. Inleiding Tandcariës is een ziekte waarbij de gemineraliseerde tandweefsels vernietigd worden als gevolg van zuurvorming die ontstaat bij de fermentatie van koolhydraten door bacteriën in de mond.

Nadere informatie

Hartstilstand. HartRidders. rea app. www.durf-redden.be. Durf Redden is een initiatief van de Belgische Cardiologische Liga

Hartstilstand. HartRidders. rea app. www.durf-redden.be. Durf Redden is een initiatief van de Belgische Cardiologische Liga Hartstilstand HartRidders rea app Acties Hart Durf Redden is een initiatief van de Belgische Cardiologische Liga www.durf-redden.be Van diegenen die een hartstilstand overleven, hebben 4 op 5 dit te danken

Nadere informatie

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR FOCUS : TOEKENNINGSDUUR 2013.2 1 De toekenningsduur: een nieuwe variabele van de POD Maatschappelijke Integratie 1. INLEIDING Onderzoek naar toekenningsduur binnen de Belgische bijstand werd eerder door

Nadere informatie

Klassiek wordt de mate van cariës voorgesteld door een cariës-index (DMFT-index = gemiddeld aantal gecarieerde, afwezige of gevulde tanden).

Klassiek wordt de mate van cariës voorgesteld door een cariës-index (DMFT-index = gemiddeld aantal gecarieerde, afwezige of gevulde tanden). 5.6.1. Inleiding Tandcariës is een ziekte waarbij de gemineraliseerde tandweefsels vernietigd worden als gevolg van zuurvorming die ontstaat bij de fermentatie van koolhydraten door bacteriën in de mond.

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

FAQ - Hoeveel redders moeten toezicht houden?

FAQ - Hoeveel redders moeten toezicht houden? FAQ - Hoeveel redders moeten toezicht houden? 1. Bestaande toezichtsregels - Art. 5.32.9 Het minimum aantal toezichthoudende personen, waarvan de helft redder zijn, wordt bepaald volgens de volgende basisformule

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Voor meer informatie over hart- en vaataandoeningen :

Voor meer informatie over hart- en vaataandoeningen : Voor meer informatie over hart- en vaataandoeningen : Belgische Cardiologische Liga Informatie- en uitwisselingsplatform rond cardiovasculaire aandoeningen in België voor de patiënten. BELGISCHE CARDIOLOGISCHE

Nadere informatie

EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -20% IN 2020

EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -20% IN 2020 / Archief cijfers EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -20% IN 2020 Vlaams Gewest 2013 / 1.12.2015 1.12.2015 Evaluatie doelstelling zelfdoding: -20% in 2020 1/14 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 Lichte daling werkloosheid Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2015 De werkloosheidgraad gemeten volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau daalde

Nadere informatie

Sterke stijging aantal drugdoden fors overdreven

Sterke stijging aantal drugdoden fors overdreven Sterke stijging aantal drugdoden fors overdreven Op 4 december 2006 stond er een klein bericht in Het Laatste Nieuws met als kop sterke stijging Vlaamse drugdoden. De Morgen deed het de dag nadien over

Nadere informatie

Opleiding tot Postoverste

Opleiding tot Postoverste Opleiding tot Postoverste Inhoud 1) Algemene info... 3 1.1. Toelatingsvoorwaarden... 3 1.2. Inhoud... 3 2) Evaluatieformulier... 4 2.1. Module I - Competenties... 4 2.2. Module II - Vaarproef... 4 3) Praktische

Nadere informatie

LECTORAAT ZORG & INNOVATIE IN PSYCHIATRIE. Risicofactoren, leefstijl en de mondzorg bij jong volwassenen na vroege psychose

LECTORAAT ZORG & INNOVATIE IN PSYCHIATRIE. Risicofactoren, leefstijl en de mondzorg bij jong volwassenen na vroege psychose LECTORAAT ZORG & INNOVATIE IN PSYCHIATRIE Risicofactoren, leefstijl en de mondzorg bij jong volwassenen na vroege psychose Symposium onderzoeksresultaten 2017 Sonja Kuipers, MSc MSW RN PhD-Student Zonder

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Organisatie, structuur kustreddingsdienst, wetgeving en reglementering, rechten en plichten van de redder.

Hoofdstuk 1 Organisatie, structuur kustreddingsdienst, wetgeving en reglementering, rechten en plichten van de redder. Hoofdstuk 1: organisatie, structuur kustreddingsdienst en wetgeving 1 Hoofdstuk 1 Organisatie, structuur kustreddingsdienst, wetgeving en reglementering, rechten en plichten van de redder. Hoofdstuk 1:

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Appraisal. Datum:

Appraisal. Datum: Appraisal Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 Meer 55-plussers aan het werk Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2013 66,7% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage daalt licht in vergelijking met

Nadere informatie

Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007

Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007 Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007 Evaluatie van de spelonderdelen AUTEUR(S) VANMEDEGAEL STEVEN,

Nadere informatie

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse Studies De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen Beschrijvende analyse van 1995 tot 1999 Inleiding Deze analyse heeft tot doel na 5 jaar een balans op te maken van het stelsel van de Plaatselijke

Nadere informatie

Samenvatting voor de niet medisch onderlegde lezer

Samenvatting voor de niet medisch onderlegde lezer Etnische verschillen in overleving bij dialysepatiënten in Europa. De rol van demografische, klinische en psychosociale factoren. Nieren hebben de belangrijke taak om afvalproducten en vocht uit het lichaam

Nadere informatie

Opleiding tot Postoverste

Opleiding tot Postoverste Opleiding tot Postoverste Inhoud 1) Algemene info... 3 1.1. Toelatingsvoorwaarden... 3 1.2. Inhoud... 3 2) Evaluatieformulier... 4 2.1. Module I - Competenties... 4 2.2. Module II - Vaarproef... 4 3) Praktische

Nadere informatie

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven Selectiecriteria Alle ziekenhuisverblijven weerhouden in deze selectie voldoen aan de algemene criteria die betrekking hebben op woonplaats, leeftijd en geslacht

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen in de volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Inleiding In ons recent onderzoek betreffende de gerechtigden op wacht- en

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -20% IN 2020

EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -20% IN 2020 / cijfers EVALUATIE DOELSTELLING ZELFDODING: -% IN Vlaams Gewest 1 / 1.9.1 1.9.1 Evaluatie doelstelling zelfdoding: -% in 1/1 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op 1.9.1 door: Heidi

Nadere informatie

Voor meer informatie over hart- en vaataandoeningen :

Voor meer informatie over hart- en vaataandoeningen : Voor meer informatie over hart- en vaataandoeningen : Belgische Cardiologische Liga Informatie- en uitwisselingsplatform rond cardiovasculaire aandoeningen in België voor de patiënten. BELGISCHE CARDIOLOGISCHE

Nadere informatie

Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding

Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding Vlaanderen is milieu Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding Eindrapport VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be V Management samenvatting Deze studie geeft een overzicht van de effectieve

Nadere informatie

INTIATIE BEDRIJFS-EHBO

INTIATIE BEDRIJFS-EHBO Succes Invest Movan Cash Flow Management BVBA 1 Opleiding PRODUCTFICHE 2018 CODE: EHB Faraday Safety Training VZW Faraday Safety VOF INTIATIE BEDRIJFS-EHBO Bedrijfseerstehulp Los van het wettelijk kader

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 Jeugdwerkloosheid gedaald in het eerste kwartaal van 2015 Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2015 In het eerste kwartaal van 2015 was 67,4% van de 20- tot 64-jarigen

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

BASISOPLEIDING / BIJSCHOLING BEDRIJFS-EHBO

BASISOPLEIDING / BIJSCHOLING BEDRIJFS-EHBO Succes Invest Movan Cash Flow Management BVBA PRODUCTFICHE 2018 CODE: NIJ / BIJ Faraday Safety Training VZW Faraday Safety VOF BASISOPLEIDING / BIJSCHOLING BEDRIJFS-EHBO 1 Opleiding Bedrijfseerstehulp

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Organisatie, structuur kustreddingsdienst, wetgeving en reglementering, rechten en plichten van de redder.

Hoofdstuk 1 Organisatie, structuur kustreddingsdienst, wetgeving en reglementering, rechten en plichten van de redder. Hoofdstuk 1: organisatie, structuur kustreddingsdienst en wetgeving 1 Hoofdstuk 1 Organisatie, structuur kustreddingsdienst, wetgeving en reglementering, rechten en plichten van de redder. 2017 WOBRA Opleiding

Nadere informatie

Preventie Bevorderen van gezond gedrag

Preventie Bevorderen van gezond gedrag Preventie Preventie Bevorderen van gezond gedrag Marleen Mares Pepijn Roelofs Tweede druk Boom Lemma uitgevers Amsterdam 2015 Voorwoord In de Nederlandse Grondwet ligt vastgelegd dat de overheid verantwoordelijk

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/15/116 ADVIES NR. 08/05 VAN 8 APRIL 2008, GEWIJZIGD OP 6 MEI 2008, OP 4 MAART 2014 EN OP 7 JULI 2015,

Nadere informatie

Evolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden

Evolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden Evolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden 1 Inleiding Dankzij de gegevens afkomstig van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid konden we de evolutie nagaan van de

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

Borstkankeropsporing in de beleids- en beheerscyclus van gemeenten en OCMW s (BBC)

Borstkankeropsporing in de beleids- en beheerscyclus van gemeenten en OCMW s (BBC) Borstkankeropsporing in de beleids- en beheerscyclus van gemeenten en OCMW s (BBC) Borstkankeropsporing in de BBC Situering Het Vlaams bevolkingsonderzoek naar borstkanker is een initiatief van de Vlaamse

Nadere informatie

Statistisch Product. Doodsoorzaken

Statistisch Product. Doodsoorzaken Statistisch Product Doodsoorzaken Metadata De statistiek van de doodsoorzaken wordt opgesteld d.m.v. de statistische overlijdensformulieren (Model IIIC en Model IIID) die bij elk in België plaatsgevonden

Nadere informatie

De CVO s (centra voor volwassenenonderwijs) organiseren opleidingen voor volwassenen.

De CVO s (centra voor volwassenenonderwijs) organiseren opleidingen voor volwassenen. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 323 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 21 februari 2017 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Centra voor volwassenenonderwijs

Nadere informatie