BRANDBEVEILIGINGSPLAN 21.B 'BEMANNINGENCENTRUM' INCL. VERBINDINGSBRUG NAAR VERTREK VH0 DEFINITIEF ONTWERP VERTREK VH0. 10 november 2016 Versie

Transcriptie

1 BRANDBEVEILIGINGSPLAN 21.B 'BEMANNINGENCENTRUM' INCL. VERBINDINGSBRUG NAAR VERTREK VH0 DEFINITIEF ONTWERP VERTREK VH0 10 november 2016 Versie Bemanningencentrum BBP 21.b Definitief Ontwerp Vertrek VH0.doc

2 Document Transmittal Form: BBP 21.b Definitief Ontwerp Vertrek VH0 INHOUDSOPGAVE pagina Afdeling Naam Paraaf Handtekening voor akkoord PLUS Mevr. A. van Woensel PLUS Dhr. B. De Zwart Datum 1. INLEIDING Ruimtelijk kader en afbakening Relevante normen en richtlijnen Begrippen en afkortingen 1 2. SAMENVATTING Sub brandcompartimentering en ontvluchting Constructieve veiligheid Materiaalkeuze Installaties Gerelateerde onderwerpen 3 3. BRANDBEVEILIGINGSPLAN Omschrijving plangebied Uitgangspunten Uitwerking van de brandbeveiligingsaspecten Constructieve veiligheid Beperking van het ontstaan van een brandonveilige situatie Beperking van ontwikkeling van brand en het ontstaan van rook Beperking van de uitbreiding van brand: indeling in brandcompartimenten Beperking van de verspreiding van rook: indeling in sub brandcompartimenten/rooksegmenten Veilige ontvluchting van personen Bestrijding van brand Berekeningen en bewijsvoering Beperking van het ontstaan van een brandonveilige situatie Beperking van ontwikkeling van brand Beperking van uitbreiding van brand Veilige ontvluchting van personen 9 4. TEKENINGEN BIJLAGEN Basisschema Vluchtstromen: Bemanningencentrum 11 Bemanningencentrum incl.verbindingsbrug naar Vertrek 0 10 november 2016 BBP 21.b Definitief Ontwerp Vertrek VH0.doc

3 1. INLEIDING 1.1 Ruimtelijk kader en afbakening Dit document is een ontwerpdocument dat de veiligheid bij brand van het brandcompartiment BEMANNINGENCENTRUM behandelt. Deze update bevat de aansluitingen vanuit vertrekhal 1 via het bemanningencentrum naar de nieuwe tijdelijke vertrekhal, die op de bagage sorteerhal Zuid gebouwd wordt. De verbindingsgang maakt deel uit van het hoofdbrandcompartiment Bemanningencentrum. Het betreft een verbindingsgang van ongeveer 150 meter tussen de huidige briefingruimtes van de KLM in het Bemanningencentrum voorlangs Skyport/BMC tot aan de nieuwe Vertrekhal VH0. De andere verbindingsgang van ongeveer 10 meter tussen Vertrekhal terminal 1 en de huidige briefingruimtes van de KLM in het Bemanningencentrum behoort tot vertrek 1. Daarnaast wordt een gedeelte van de briefingruimtes van de KLM omgebouwd tot publieksgebied met een aantal selfservice check-in balies zonder bagage afgifte en een klein horecapunt voor de verkoop van Koffie en kleine versnaperingen. Tekening I geeft een overzicht van het plangebied. Op de voorzijde van dit document zijn enkele foto s geplaatst, die een beeld geven van de inrichting van het compartiment. Het plangebied strekt zich over vier verdiepingen uit en wordt bepaald door volgende stramienen: - E, O, 36, 42 (begane grond); - E, M, 27, 42 (1 ste verdieping); B, F, 31, 34 (Zuid-Zuid, eerste verdieping) - G, N, 29, 41 (2 de verdieping); - J, L, 29, 32 en J, L, 38, 41 (3 de verdieping) - Daarnaast behoren nu ook de twee betrokken brugdelen tot dit hoofdbrandcompartiment. Bemanningencentrum grenst aan de volgende compartimenten - Crew Bagage - Lounge 1 ' - 'Vertrek 1 en 2' - 'Skyport 2-9' - Back-office KMAR / Lost Luggage - De BC Corridor via de brug naar Vertrekhal VH0 en is omgeven door landside. De verbindingsgangen zijn eigenlijk tijdelijke bouwwerken met een levensduur van maximaal 5 jaar (De huidige planning voorziet in een afbraak van de Vertrekhal VH0 tegen eind 2019, wanneer op die plaats een aanvang gemaakt zal worden met de bouw van een nieuwe terminal. Dit plan bevat alle relevante bouwkundige en installatietechnische voorzieningen, samen met de nodige verklaringen en toelichting. Bemanningencentrum is gelegen in het zuidelijke gedeelte van Terminal 1 en strekt zich uit over vier verdiepingen. Het bevat tevens de eerste verdieping en de begane grond van Skyport en de eerste verdieping van Zuid-Zuid. Deze laatste wordt nu ongevormd tot verbindingsgebied zoals hierboven aangegeven. Het plangebied is met behulp van een oversteek op de tweede verdieping en twee brand- en rookvrije trappenhallen met de hogere verdiepingen van Skyport verbonden. Twee rook- en brandvrije trappenhallen zorgen tevens voor de verbinding met BMC, parkeergarage P8. Op de begane grond bevinden zich twee uitgangen naar buiten, twee uitgangen richting de douanecontrole en bagageafhandeling voor bemanningen. Op de eerste verdieping is er een verbindingsbrug met Zuid-Zuid en van daaruit kan via een brand- en rookvrij trappenhuis naar de begane grond gevlucht worden. Er is ook een doorgang naar 'Vertrekhal 1+2' via de Lucasgang, twee doorgangen naar 'Lounge 1', en twee vluchtwegen, die onmiddellijk uitkomen in een branden rookvrije traphal en één uitgang naar een buitentrap. De mensen uit de nieuwe verbindingsgang vluchten via het zogenaamde Zuid-Zuid naar Vertrekhal terminal 1, naar het BMC of direct naar buiten. Aan de andere zijde vluchten de mensen de nieuwe Vertrekhal VH0 binnen, die naar de begane grond ontsloten wordt via drie tijdelijke trappen. Op de tweede verdieping is er één doorgang naar 'Lounge 1', één naar Skyport en drie uitgangen naar buiten en dan verder via een buitentrap naar de begane grond. Twee van de uitgangen komen uit op de vluchtweg van op het panoramaterras. Op de derde verdiepingen bevinden zich enkel technische ruimtes, die toegankelijk zijn via de tweede verdieping van het Bemanningencentrum. Bemanningencentrum omvat enerzijds de nodige verblijfsruimten voor de vliegtuigbemanningen zoals relaxruimtes, winkels, een postvakruimte, kleedruimtes en anderzijds dispatching kantoren van luchtvaartmaatschappijen. De sprinkler opstelruimte voor dit gebied bevindt zich in lokaal RK1-47. (enkel de tijdelijke nieuwe lange brug zal via de kleppenruimte van de sorteerhal gevoed worden. 1.2 Relevante normen en richtlijnen Alle brandveiligheidsvoorzieningen en -maatregelen beschreven in dit plan kaderen binnen de volgende normen en richtlijnen (in de volgorde van belangrijkheid): - Ontwerprichtlijn Brandbeveiliging Terminalcomplex Amsterdam Airport Schiphol, versie 1.2 d.d. 28 april Ontwerpgrondslagen Terminalcomplex, versie 3.2 d.d (Omdat de versie 3.1 van de OG gebruikt werd als basis voor de scope-bepaling van het C&BT project Schiphol, voldoen alle bestaande assets minimaal aan die versie van de ontwerpgrondslag. Bij dit project zullen de nieuwe assets in lijn zijn met de nieuwe ontwerpgrondslag brandbeveiliging terminalcomplex, maar bestaande assets, die geen deel uitmaken van de verbouwing zoals rolpaden, roltrappen, looppaden, SER-Ruimtes en dergelijke niet in overeenstemming zijn met de nieuwe versie 3.2 van de OG.) De Ontwerprichtlijn en de Ontwerpgrondslag zijn gebaseerd op de wet- en regelgeving vastgelegd in het Bouwbesluit Voor deze uitbreiding en renovatie is BB 2012 van kracht. De vluchtcapaciteit voor het verbouwde deel is in overeenstemming met de eisen uit BB In deze documenten wordt tevens verwezen naar de van toepassing zijnde NEN-normen en Schiphol richtlijnen. Ondanks het feit dat de verbindingscorridors van tijdelijke aard zijn, wordt toch voldaan aan de eisen voor nieuwbouw en de OG met uitzondering van de weerstand tegen bezwijken van de intermediaire brugdelen zoals beschreven in para Voor het project VH0 werden een aantal specifieke eisen gedefinieerd, die prioritair zijn op de OG. Het algemeen PvE BMI terminal complex, versie 3.0 is leidend voor de brandmeldinstallatie. De corridor wordt aanzien als een standaardruimte. Verdere duiding is gegeven in volgende referentiedocumenten: - De huidige bouwvergunning. - 'Programma van Eisen sprinklerinstallatie Bemanningencentrum', R2B Bemanningencentrum incl.verbindingsbrug naar Vertrek november 2016 BBP 21.b Definitief Ontwerp Vertrek VH0.doc

4 - 1.3 Begrippen en afkortingen Brandcompartiment Gedeelte van een of meer gebouwen bestemd als maximaal uitbreidingsgebied van een brand. Sub brandcompartiment Gedeelte van een brandcompartiment bestemd voor beperking van verspreiding van rook en verdere beperking van het uitbreidingsgebied van brand. Beschermd gedeelte van een sub brandcompartiment dat meer bescherming biedt tegen Sub brandcompartiment brand en rook dan een sub brandcompartiment. Droge blusleiding Droge leiding in of aan een gebouw bedoeld voor het transport van bluswater conform NEN 1594 Natte blusleiding Leiding in of aan een gebouw bedoeld voor het transport van bluswater die permanent is voorzien van bluswater en beschikt over een automatische voeding Gemiddelde vuurbelasting Conform begripsbepaling methode Beheersbaarheid van Brand 2007 Permanente vuurbelasting Vuurbelasting als bedoeld in NEN 6090 Variabele vuurbelasting Bijdrage tot de vuurbelasting van de materialen die geen deel uitmaken van de bouwdelen Bouwconstructie Onderdeel van een bouwwerk dat bestemd is om belasting te dragen Massafactor Een (reductie)factor die wordt gehanteerd bij de bepaling van de maximale oppervlakte van een brandcompartiment (conform begripsbepaling brandbeveiligingsconcept Beheersbaarheid van brand ) Technische ruimte Besloten ruimte voor het plaatsen van de apparatuur, noodzakelijk voor het functioneren van een gebouw waaronder in elk geval begrepen een meterruimte, een liftmachineruimte en een stookruimte Gebruiksgebied Vrij indeelbaar gedeelte van een gebruiksfunctie waar voor de gebruiksfunctie kenmerkende activiteiten plaatsvinden, dat bestaat uit een of meer op dezelfde bouwlaag gelegen ruimten gelegen in een brandcompartiment die niet door een dragende scheidingsconstructie van elkaar zijn gescheiden en die geen toiletruimte, badruimte, technische ruimte of verkeersruimte zijn, tenzij die ruimte zelf een functieruimte is. Verblijfsgebied Gebruiksgebied of een gedeelte daarvan voor het verblijven van personen. Verblijfsruimte Verkeersruimte In een verblijfsgebied gelegen ruimte voor het verblijven van personen. Ruimte bestemd voor het bereiken van een andere ruimte, niet zijnde een ruimte in een verblijfsgebied of in een functiegebied, een toiletruimte, een badruimte of een technische ruimte AAS Amsterdam Airport Schiphol ACS Alarmcentrale Schiphol A/ASM Terminal Beheer BB-2012 Bouwbesluit 2012 BBP Brandbeveiligingsplan BHV Bedrijf Hulp Verlening BiZa Binnenlandse Zaken BVO Bruto vloeroppervlakte B&W Burgemeester en Wethouders C&BT Continuïteit en Brandveiligheid GBS Gebouw Beheer Systeem (KLIVIA) GO Gebruiksoppervlakte IPB Integraal Plan Brandveiligheid NCP Nationaal Centrum voor Preventie OBT Ontwerprichtlijn Brandbeveiliging Terminalcomplex Amsterdam Airport Schiphol RC Regiecentrum TAS Tank Auto Spuit VAS Voorschriften Automatische Sprinklerinstallaties WBDBO Weerstand tegen BrandDoorslag en BrandOverslag WRD Weerstand tegen RookDoorgang Bemanningencentrum incl.verbindingsbrug naar Vertrek november 2016 BBP 21.b Definitief Ontwerp Vertrek VH0.doc

5 2. SAMENVATTING De belangrijkste specificaties van het brandcompartiment zijn weergegeven in Tabel 1. Naam compartiment Bemanningencentrum incl. verbindingsgang naar vertrekhal VH0 Grondoppervlakte [m²] (brug 2) = Gebruiksoppervlakte van het compartiment [m²] = Verwacht maximum aantal personen = WBDBO van compartimentwanden 60 minuten Gemiddelde vuurbelasting [kg vurenhout/m²] 49,8 Sprinklerinstallatie Ja, type NIII De volledige tijdelijke brug wordt gesprinklered, incl. de eerste verdieping van Zuid-Zuid en dit als een OH3 conform NEN-EN Tabel 1: Specificaties brandcompartiment 2.1 Sub brandcompartimentering en ontvluchting Aspect Loopafstanden binnen sub brandcompartimenten Uitgangsbreedte sub brandcompartimenten Rookvrije vluchtroutes vanaf toegang sub brandcompartiment WBDBO deuren en wanden sub brandcompartimenten Brandoverslag conform NEN 6068 Voldoet aan prestatie-eisen Bouwbesluit en OG? Gelijkwaardighei d volgens Ontwerprichtlijn aangetoond? Paragraaf Opmerkingen Neen Ja Enkel in de lange tijdelijke brug wordt de loopafstand van 30 meter tussen veilige gebieden lichtjes overschreden (tot 45 meter). Door de lage brandlast, de sprinklerbeveiliging en de volledige bewaking met automatische brandmelding worden de risico s van brand en rookverspreiding beperkt, zodat een langere loopafstand kan worden toegelaten. Ja N.v.t Ja N.v.t Ja N.v.t en Neen Ja De afstand tussen Zuid-Zuid en de uitbreiding van de vertrekhal kleiner is kleiner dan 8 m. Deze overslagbarrière is gerealiseerd via buitensprinklers ter hoogte van de dakrand van Zuid-Zuid. De verbindingsbrug zelf wordt ook gesprinklered. Tabel 2: Sub brandcompartimentering en ontvluchting 2.2 Constructieve veiligheid Bemanningencentrum maakt deel uit van de Terminal 1. Dit gebouw dient volgens de Ontwerprichtlijn Brandbeveiliging Terminalcomplex een sterkte bij brand te hebben van 90 minuten omdat er verblijfsgebieden zijn die zich hoger dan 5 m boven het meetniveau bevinden, zoals toegelicht onder Hiervan zijn 60 minuten bouwkundig uitgevoerd gezien het gebouw opgetrokken is uit voldoende gedimensioneerde betonnen kolommen, balken en vloeren. De overige 30 minuten worden bekomen door de aanwezigheid van de sprinklerinstallatie, zoals verder toegelicht. Zuid-Zuid is een uitzondering op de regel. Zuid-Zuid is vroeger als een tijdelijk gebouw ingepland en is deels opgetrokken uit een onbeschermde staalconstructie. Verder kunnen we stellen dat de constructie van Zuid- Zuid volledig onafhankelijk is van de rest van het bemanningencentrum, wat een extra argument is om de constructie niet te upgraden. Volgens het BB moet dit gebouwdeel ook geen weerstand tegen bezwijken bezitten, enkel volgens de ontwerprichtlijn is dit noodzakelijk. Binnen dit project wordt er wel een sprinkler voorzien. Voor de tijdelijke bruggen wordt de dragende constructie van de brugdelen uitgevoerd met een weerstand tegen bezwijken bij brand van 30 minuten. Voor de constructieve elementen van de bruggen binnen de brugdelen wordt deze bekomen door de aanwezigheid van de sprinklerinstallatie. De brugdelen zelf hebben geen weerstand tegen bezwijken. Ze zijn wel volledig gesprinklered., waardoor de staaalconstructie gekoeld wordt. De weerstand tegen bezwijken van de hoofddraagconstructie voldoet aan de eisen uit de Ontwerprichtlijn Brandbeveiliging Terminalcomplex Amsterdam Airport Schiphol en de OG brandveiligheid, uitgezonderd Zuid-Zuid, waarvoor ontheffing verleend wordt totdat het gebouw afgebroken wordt. 2.3 Materiaalkeuze Alle materialen voor de constructie en inrichting van het plangebied zijn conform de OG brandveiligheid. Deze grondslag bevat de 5% afwijkingsregel, die het Bouwbesluit expliciet toelaat. 2.4 Installaties Aspect Voldoet aan Ontwerprichtlijn en Ontwerpgrondslag? Paragraaf Opmerkingen Brandmeldinstallatie Ja De installatie is ontworpen conform NEN2535 (NEN-EN 54) en wordt onderhouden conform NEN De lange brug wordt aangesloten op een nieuwe brandmeldcentrale, die gezamenlijk is voor de brug en de tijdelijke Vertrekhal VH0. Deze installatie heeft een eigen doormeld eenheid. Dit levert voordelen op tijdens de bouw en bij de afbraak omdat er dan geen impact is op de operatie van de bestaande gebouwen. Aspect Voldoet aan Ontwerprichtlijn en Ontwerpgrondslag? Paragraaf Opmerkingen Bemanningencentrum incl.verbindingsbrug naar Vertrek november 2016 BBP 21.b Definitief Ontwerp Vertrek VH0.doc

6 Ontruimingsalarminstallatie Ja Type B, Slow-whoop, zonder vertraging geactiveerd op basis van branddetectie van zodra de brandmeldinstallatie in het BMC vervangen zal worden voor een adresseerbare installatie. Omdat de eerste verdieping van Zuid-Zuid omgevormd wordt tot pax-gebied, zal dit gebied samen met de verbindingsbruggen uitgerust worden met een type A ontruimingsinstallatie met gesproken woord in vijf talen. ontruimd wordt. De OAI van de brug wordt ook direct aangestuurd vanuit de brandmeldinstallatie. Noodverlichting Ja Centraal staat een deel van de verlichtingsarmaturen geschakeld op het noodstroomaggregaat. In technische ruimten autonoom uitgevoerde armaturen met eigen batterij aanwezig. Voor de verbindingsbruggen wordt de noodverlichting aangesloten op een prioritaire noodvoedingskast in de sorteerhal of het BMC. Er wordt een lichtintensiteit van 50 lux op vloerniveau voorzien als noodverlichting zoals vermeld in de OG. Vluchtrouteaanduiding Ja Liften Ja Rolpaden en roltrappen Ja Rolluiken doorgangen en branddeuren Ja De doorgang naar Zuid-Zuid wordt uitgerust met branddeuren/brandrolluiken, die voldoen aan de O.G. De brand- en rookwerende deuren in de verbindingsgangen staan continu open op basis van kleefmagneten en worden op basis van automatische rookmelding dicht gestuurd. (Dit gebeurt 1-melder afhankelijk op basis van plaatselijke detectoren aan weerszijden van de deur) Enkel bij de doorgang naar VH1 is een brandrolluik toegepast en dit voldoet ook aan de OG. De aansturing vanuit Zuid-Zuid kan lokaal gebeuren door een brandmelder van VH1 te voorzien aan beide zijden van het rolluik. Dit omdat de oude BMS van het Bemanningencentrum geen extra stuurkabel meer ter beschikking heeft. Brandkleppen Ja Het ventilatieconcept en de prestatie-eisen voldoen aan de OG brandveiligheid. Activatie gebeurt minimaal op basis van een thermische zekering. Luchtbehandelingsinstallatie Ja Volledig volgens de ontwerpgrondslag brandveiligheid. Gasblusinstallaties Ja Aspect Voldoet aan Ontwerprichtlijn en Ontwerpgrondslag? Paragraaf Opmerkingen Sprinklerinstallatie Ja NIII conform bestaande installatie. Voor nieuwe systemen wordt klasse OH3 van de Europese norm als standaard toegepast voor deze gebieden Op de eerste verdieping van Zuid-Zuid is een toevoerleiding geplaatst, die de buitensprinklers tussen de vertrekhal en Zuid- Zuid zal voeden. Deze buitensprinklers zijn nodig als brandoverslag barrière tussen de vertrekhal 1en Zuid-Zuid. Blusleidingen Ja Droge blusleiding in de twee brand- en rookvrije trappen in Skyport. Natte afnamepunten aanwezig op verdieping 1 en 2 van BMC. Er wordt ook gebruik gemaakt van de natte blusleiding in de vertrekhal nabij de toegang via de Lucasgang. In Zuid-Zuid worden geen blusleidingen voorzien omdat men hier gemakkelijk deze ene verdieping kan overbruggen zonder vaste blusleiding. Brandslanghaspels Ja Handbrandblussers in elektrische ruimtes. Tabel 3: Installaties 2.5 Gerelateerde onderwerpen BHV: Het brandcompartiment behoort tot het BHV handhavingsgebied en is dus voorzien van een BHV organisatie zoals voorzien in de A.R.B.O.. Bemanningencentrum incl.verbindingsbrug naar Vertrek november 2016 BBP 21.b Definitief Ontwerp Vertrek VH0.doc

7 3. BRANDBEVEILIGINGSPLAN 3.1 Omschrijving plangebied De indeling van het plangebied is weergegeven op tekeningen I a,b,c, d. Het Bemanningencentrum is een gebouw hoofdzakelijk toegankelijk voor vliegend personeel. Het gebouw heeft meerdere functies en is een ontmoetingsplaats/relaxruimte voor bemanningen. Daarnaast bevinden er zich in dit plangebied vele dispatching-ruimtes, kantoren en vergaderzalen van verschillende luchtvaartmaatschappijen. De eerste verdieping van Zuid-Zuid en de verbindingsbrug zijn de enige passagiersgebieden in dit brandcompartiment. Er zijn ook kleedruimtes, een postvakruimte, een bank en incheckbalies voor boordpersoneel. In de doorgangen naar Lounge 1 en naar bagage zijn douaneposten ingericht. Brandlastclassificatie Oppervlakte [m²] Gemiddelde vuurbelasting [kg vurenhout/m²] Verblijfsgebied Verkeersroute Rookvrije vluchtroute Brand en Rookvrije vluchtroute Liften Sanitair Lockerroom Magazijnen Technische ruimte Technische ruimte e/ser Totaal ,8 Tabel 4: Uitgangspunten plangebied De derde verdieping bestaat enkel uit technische ruimtes voor elektriciteitsvoorziening en luchtbehandeling. Andere technische ruimtes bevinden zich verspreid over het gehele plangebied. Doorheen het plangebied bevinden zich verschillende liften en trappenhallen die niet alleen zorgen voor de verbinding van de verschillende gebieden maar ook zorgen voor de verbinding met 'BMC, Parkeergarage P8' en de hogere verdiepingen van Skyport. De trappenhallen die verbonden zijn met andere compartimenten zijn rook- en brandwerend afgescheiden en behoren niet tot dit plangebied. Zij worden behandeld in BBP 22.a 'Skyport 2-9'. Het trappenhuis in Zuid-Zuid is ook brand- en rookwerend en behoort tot dit plangebied. De oppervlakte van het totale compartiment is m². De hoogte van het plangebied is 3 m op de begane grond en de eerste verdieping. De tweede verdieping is hoger met een oplopend plafond van het midden naar de zijkante. De hoogte varieert van 3 meter in het midden tot 5 meter aan de zijkant. Er is ook een vide tussen de eerste en tweede verdieping. De centrale traphal vormt een verbinding tussen de begane grond en de twee bovenliggende verdiepingen. De (hoofd)draagconstructie van het gebouwdeel waarin Bemanningencentrum ligt, bestaat uit betonnen kolommen. (Zuid-Zuid en de verbindingsbruggen uitgezonderd) 3.2 Uitgangspunten De uitgangspunten ten aanzien van gebruiksfunctie, gebruiksoppervlakte en gemiddelde vuurbelasting voor de verschillende ruimten en gebieden binnen Bemanningencentrum zijn gegeven in Tabel 4. De gemiddelde vuurbelasting is gebaseerd op de FPC-rapportage Adviesnota: onderbouwing waarden vuurbelasting FPC N CO4-NL-S2678 d.d. februari 2004 en de OG. De genoemde getallen zijn het totaal van permanente en variabele vuurbelasting in de betreffende ruimte of gebied. Voor de permanente vuurbelasting is uitgegaan van een standaardwaarde van 20 kg vurenhout/m² conform diezelfde O.G. In Bemanningencentrum zullen volgens de OG theoretisch ten hoogste personen gelijktijdig aanwezig kunnen zijn. Deze aantallen zijn gebaseerd op de gekozen bezetting. Voor de verbindingsbrug wordt gerekend met 3 m 2 / persoon. Als rekenwaarden wordt telkens de minimale oppervlakte per persoon genomen, wat leidt tot een maximale bezetting. (Tabel 7) De verdeling van het geschatte aantal personen over de verschillende sub brandcompartimenten en de globale resulterende bezetting zijn aangegeven in Tabel 6 ( 3.3.6). Bemanningencentrum incl.verbindingsbrug naar Vertrek november 2016 BBP 21.b Definitief Ontwerp Vertrek VH0.doc

8 3.3 Uitwerking van de brandbeveiligingsaspecten Constructieve veiligheid Alle gebouwen waarop de Ontwerprichtlijn brandbeveiliging Terminalcomplex AAS van toepassing is dienen een hoofddraagconstructie te hebben met minimaal een brandwerendheid op bezwijken van 60 minuten. Gebouwen, met een verblijfsgebied (vloer) hoger dan 5 meter boven het meetniveau, dienen volgens het bouwbesluit nieuw bouw (gebouwd na 1992) gebruiksfunctie overig art een sterkte bij brand van 90 minuten te hebben. Dit betekent dat het volledige 'Bemanningencentrum' een sterkte bij brand van 90 minuten dient te hebben. De (hoofd)draagconstructie van het gebouw waarin het Bemanningencentrum ligt is opgetrokken volgens de voorwaarden bepaald in de bouwvergunning. De hoofddraagconstructie bestaat uit betonnen kolommen, betonnen vloeren en betonnen plafonds die over een 'sterkte bij brand' van 60 minuten beschikken. De sprinklerinstallatie wordt gebruikt voor het behalen van extra 30 minuten weerstand bij brand boven de 60 minuten, die bouwkundig gerealiseerd zijn. De brandwerendheid met betrekking tot bezwijken van deze hoofddraagconstructie en de constructies die onderdeel uitmaken van vluchtroutes bij brand zijn weergegeven in Tabel 5. In deze tabel zijn tevens de bouwkundige en installatietechnische maatregelen vermeld die zijn getroffen om aan de gestelde eisen uit de Ontwerprichtlijn te kunnen voldoen. Constructie-onderdeel en locatie Opbouw en materiaal Brandwerendheid met betrekking tot bezwijken [minuten] Maatregelen Opmerkingen Betonnen kolom min. bouwkundig 30 min door sprinklerinstallatie Betonnen vloerplaat min. bouwkundig 30 min door sprinklerinstallatie Betonnen prefabbalk min. bouwkundig 30 min door sprinklerinstallatie Zuid-Zuid Staal onbeschermd 30 0 sprinklerinstallatie Structuur verbindingsbrug Staal beschermd minuten via coating Tabel 5: Weerstand tegen bezwijken hoofddraagconstructie We kunnen dus stellen dat de combinatie van constructieonderdelen een sterkte bij brand van 90/60 minuten heeft en dus voldoet aan de gestelde voorwaarden van het bouwbesluit en de Ontwerprichtlijn Brandbeveiliging Terminalcomplex Amsterdam Airport Schiphol. Enkel de constructie van de eerste verdieping Zuid-Zuid voldoet niet aan deze eisen, omdat ze is opgebouwd uit onbeschermde staalconstructie. Dit wordt verder gedoogd omdat het gebouw afgebroken wordt en er geen aanpassingen aan de bestaande constructie, die vergund is worden aangebracht. Verder is de constructie van Zuid-Zuid totaal onafhankelijk van de constructie van de rest van het bemanningencentrum. De brug naar het BMC heeft een minimum weerstand tegen bezwijken van 30 minuten. De steunen van de nieuwe verbindingsbrug hebben een weerstand tegen bezwijken van 30 minuten. De brugdelen zelf hebben geen weerstand tegen bezwijken, maar zijn binnen wel gesprinklered Beperking van het ontstaan van een brandonveilige situatie De volgende bouwkundige uitgangspunten zijn van toepassing: - Het dak van het Bemanningencentrum is conform de OG voorzien van gemodificeerd bitumen. Gezien het gebouw een verblijfsgebied omvat met de vloer hoger dan 5 m boven het aansluitende terrein is deze dakbedekking uitgevoerd conform NEN Voor het dak van de brug worden materialen gebruikt die voldoen aan de NEN De wanden van leidingschachten en kokers zijn conform Bouwbesluit onbrandbaar. Vuurbelasting Op grond van Tabel 4 kan de totale vuurbelasting in het brandcompartiment worden bepaald. Voor Bemanningencentrum is deze kg vurenhout. De gemiddelde vuurbelasting van het brandcompartiment ( m²) bedraagt dus 49.8 kg vurenhout per m². Bemanningencentrum omvat geen ruimtes die omwille van de beheersbaarheid bij brand een apart brandcompartiment vormen omdat de vuurbelasting beperkt blijft (geen grote opslagruimtes) Beperking van ontwikkeling van brand en het ontstaan van rook Alle materialen gebruikt voor de constructie en inrichting van het plangebied, zijn conform de OG. Deze grondslag bevat de 5% afwijkingsregel, die het Bouwbesluit expliciet toelaat. Het plangebied is voorzien van een brandmeldinstallatie met volledige bewaking. Deze bevindt zich in lokaal RK1-42. Het betreft een collectief systeem, zonder identificatie van iedere specifieke melder. Bij vernieuwing wordt steeds gebruik gemaakt van adresseerbare systemen zoals beschreven in de OG. De brandmelders van de eerste verdieping van Zuid-Zuid mogen als aparte groep op de brandmeldcentrale van Terminal 1 aangesloten blijven, maar moeten een specifiek alarm geven dat ook naar het bemanningencentrum wordt doorgegeven. Een brandmelding in deze groep dient dezelfde sturingen te doen als een brandmelding in het bemanningencentrum. De lange verbindingsbrug wordt niet op de bestaande centrales aangesloten. Hiervoor wordt een nieuwe centrale geplaatst, die gezamenlijk is met deze van de nieuwe tijdelijke Vertrekhal VH0. Deze nieuwe installatie heeft zijn eigen doormeld eenheid en is verbonden met het IMSB Schiphol voor doormelding van de aanvullende groepsinformatie naar het RC en de brandweer. Door de tijdelijke gebouwen aan te sluiten op een nieuwe centrale, kan tijdens de bouw gewerkt worden aan de installatie zonder operationele verstoringen te veroorzaken in de bestaande gebouwen Beperking van de uitbreiding van brand: indeling in brandcompartimenten Op tekeningen II is de indeling van het Bemanningencentrum in brandcompartimenten te zien. Het gehele plangebied is één groot brandcompartiment. De totale vloeroppervlakte van het brandcompartiment bedraagt m². De technische ruimten en de oostelijke trappenhal die in de parkeergarage uitgeeft, zijn apart gecompartimenteerd. De trappenhallen, die naar 'Skyport' leiden, behoren tot het BBP 22.a 'Skyport 2 de t.e.m. 9 de verdieping' Omwille van scheiding tussen een niet gesprinklerd gebied en een gesprinklerd gebied is de rookscheiding tussen Zuid-Zuid en de rest van het bemanningencentrum uitgevoerd als een 60 min WBDBO scheiding ter Bemanningencentrum incl.verbindingsbrug naar Vertrek november 2016 BBP 21.b Definitief Ontwerp Vertrek VH0.doc

9 hoogte van de verbindingsbrug. Omdat de eerste verdieping nu gesprinklered wordt, is een rookscheiding voldoende. In de tijdelijke bruggen worden ter hoogte van de verbinding naar Vertrekhal VH0 en VH1 brandscheidingen met een WBDBO van 60 minuten aangebracht. De kleine brug behoort tot zelf tot hoofdbrandcompartiment VH1 Ter hoogte van de tweede verdieping stelt zich een risico van brandoverslag naar het tegenover liggende compartiment 'Skyport 2 de - 9 de verdieping'. De tussenruimte van 3.5m tussen beide gebouwen is onvoldoende. Daarom is er over de gehele lengte van de muur, grenzend aan skyport, een rij droge sprinklers door de buitenwand aangebracht. Deze sprinklers zullen ervoor zorgen dat er een watergordijn tussen beide gebouwen wordt gevormd zodat brandoverslag verhinderd wordt. Deze bescherming zal er ook voor zorgen dat de buitentraphal beschermd is en er dus te allen tijde een veilige vluchtweg beschikbaar blijft. Hetzelfde principe zal in fase 2 van dit project uitgevoerd worden tussen Vertrek 1+2 en Zuid-Zuid omdat ook daar de afstand tussen beide bouwdelen kleiner dan 8 meter is. De buitensprinklers worden aangebracht op de wand van Zuid-Zuid In paragraaf is aangetoond dat door de huidige compartimentering er sprake is van een gelijkwaardige situatie als bedoelt in de Ontwerprichtlijn Brandbeveiliging Terminalcomplex Amsterdam Airport Schiphol. Automatische blusinstallaties Het gehele brandcompartiment is voorzien van een sprinklerinstallatie. De installatie heeft klasse NIII. De nieuwe verbindingsbruggen en Zuid Zuid worden gesprinklered volgens het criterium OH3 in de Europese norm. Deze wordt gevoed vanuit de dichtstbijzijnde AKR met een vrije aansluiting en vormt een aparte sprinklersectie, net zoals VH0. De uitvoering van de sprinklerinstallatie is beschreven in het Programma van eisen sprinklerinstallatie voor het plangebied Bemanningencentrum' en is conform dit P.v.E uitgevoerd Beperking van de verspreiding van rook: indeling in sub brandcompartimenten/rooksegmenten In tekening II is de locatie van de scheidingen met een weerstand tegen rookdoorgang van 30 minuten (E30) weergegeven die de begrenzing vormen van de in het plangebied te onderscheiden sub brandcompartimenten c.q. rooksegmenten. - Er zijn in totaal 8 sub brandcompartimenten en twee sub brandcompartimenten in de lange verbindingsbrug. - De liftdeuren hebben een WBDBO van 30 minuten indien ze ook andere compartimenten bedienen Veilige ontvluchting van personen Als hulpmiddel voor het beoordelen van het veilig vluchten van personen werd een basisschema vluchtstromen getekend, zie bijlage 5.2. Deze tekening vormt een schematische voorstelling van de relevante vluchtstromen voor alle sub brandcompartimenten opgenomen in Tabel 6. De mogelijke vluchtstromen zijn voorgesteld door groene pijlen, welke uiteindelijk leiden tot een uitgang of een ander brandcompartiment. (zie legenda voor toelichting gebruikte symbolen) Indeling sub brandcompartimenten In Tabel 6 en 8 zijn de gebruiksoppervlakte, de bezetting, het maximum aantal aanwezige personen en de benodigde deurbreedte/vluchtcapaciteit van de verschillende te onderscheiden sub brandcompartimenten weergegeven. Op tekening Va, Vb, Vc en Vd zijn de beschouwde sub brandcompartimenten en deuren genummerd overeenkomstig Tabel 6. De stapelhoogte onder de sprinkler is volgens het P.v.E. beperkt tot 0.5 m onder de sprinklerdeflector Omwille van het gevaar voor elektrocutie, veiligheid en continuïteit worden de ruimte voor elektriciteitsvoorziening niet voorzien van sprinklers. Deze ruimtes worden onderling wel gecompartimenteerd om de continuïteit van de operatie te garanderen. Deze ruimten zijn met een WBDBO van 60 min afgescheiden van de gebieden die voorzien zijn van sprinklers. De sprinklerinstallatie voldoet aan de vereisten gesteld in het goedgekeurde P.v.E en wordt periodiek geïnspecteerd door een erkende instantie. Brandwerende scheidingen In tekening II a,b,c en d is de grootte van de brandcompartimenten en de locatie van de compartimentscheidingen met een WBDBO van 60 minuten aangegeven. De brand scheidende constructies zijn uitgevoerd conform de OG. De technische ruimten zijn separaat gecompartimenteerd. De rook- en brandvrije trappenhallen die naar een ander brandcompartiment leiden zijn eveneens apart gecompartimenteerd. De scheiding ter hoogte van de brug tussen Zuid-Zuid en de rest van het bemanningencentrum is ook uitgevoerd als een 60 min. WBDBO grens. Over de brandcompartiment scheidingen zelf zijn de volgende bijzonderheden op te merken: - Alle doorvoeringen van kanalen en leidingen door de 60 minuten brandwerende wanden en vloeren zijn uitgevoerd volgens de bepalingen in de OG. - Alle brandkleppen zijn uitgevoerd en afgewerkt conform de OG. Alle brandkleppen zijn minimaal voorzien van een thermische zekering. De ventilatie- en luchtbehandelingsinstallatie zullen niet actief bijdragen aan de rookverspreiding omdat ze buiten werking gesteld wordt op basis van de branddetectie. - Alle brandwerende deuren en luiken zijn uitgevoerd conform de OG. Deze deuren zijn zelfsluitend. Bemanningencentrum incl.verbindingsbrug naar Vertrek november 2016 BBP 21.b Definitief Ontwerp Vertrek VH0.doc

10 Nr. Sub brandcompartiment Gebruiksoppervlakte [m²] 1 Sub brandcompartiment 1 - begane grond - eerste verdieping - tweede verdieping Maximaal toelaatbaar aantal personen volgens bouwbesluit Benodigde uitgangsbreedte [mm] cfr. Art * Bezetting B1/B2/B3/B4/B5 B3 Totaal aanwezige uitgangsbreedte [mm] Vluchtcapaciteit cfr BB Sub brandcompartiment B Sub brandcompartiment B Brugdeel B Brugdeel B Sub brandcompartiment B Sub brandcompartiment B Sub brandcompartiment B Sub brandcompartiment B Sub brandcompartiment B Totaal Tabel 6: Sub brandcompartimenten en benodigde uitgangsbreedten Opmerking : - * De minimale uitgangsbreedte voor bestaande doorgangen bedraagt 600 mm. Bij creatie van nieuwe doorgangen wordt een minimale doorgang van 850 mm voorzien. Bezetting Rekenwaarde [m² gebruiksoppervlakte/persoon] B1 0.8 B2 2 B3 5 B4 12 B5 30 Tabel 7: Rekenwaarden bezettingsgraad Uitgang Vluchtbreedte [mm] Uitgang Vluchtbreedte [mm] Uitgang Vluchtbreedte [mm] Uitgang Vluchtbreedte [mm] Uitgang Vluchtbreedte [mm] Uitgang Vluchtbreedte [mm] Sub brandcompartiment 1 Sub brandcompartiment 1 (1 ste ) Sub brandcompartiment 1 (2de) Sub brandcompartiment 2 Sub brandcompartiment 4 Sub brandcompartiment 7 D1 850 D D D D D D2 850 D D D11/D D D D3 850 D D D D D D4 850 D D D D D D5 850 D D D D Sub brandcompartiment 8 Sub brandcompartiment 3 D D6 850 D D (zz) Sub brandcompartiment 5 D7 850 D D D D D D8* 850 D19* 850 D D31/D Sub brandcompartiment 6 D D9 850 D D46* 850 D61/D D D Tabel 8: vluchtdeuren en vluchtbreedte *: Deurbreedte wordt niet meegeteld bij bepaling vluchtbreedte omdat anders bepaalde vluchtwegen dubbel geteld worden. **: De vluchtbreedte in de tijdelijke bruggen van de deuren in iedere richting is vastgelegd op mm met een vluchtcapaciteit in elk van beide richtingen van 220 personen. Dit geldt voor de deuren D61, D63, D64 en D65. Bemanningencentrum incl.verbindingsbrug naar Vertrek november 2016 BBP 21.b Definitief Ontwerp Vertrek VH0.doc

11 Vluchten binnen een verblijfsruimte Loopafstand binnen een verblijfsruimte Voor iedere verblijfsruimte is de maximale loopafstand tot ten minste één toegang van de ruimte kleiner dan 30 m. Voor Technische ruimten bedraagt de maximale loopafstand 60 m. Afwijking hierop vormt de tijdelijke nieuwe corridor, waar deze afstand overschreden wordt en waar vluchtwegen tot 60 meter toegelaten worden. De situatie is daar gelijkwaardig aan de eis gesteld in het bouwbesluit omdat: Er weinig tot geen brandlast in de brug aanwezig is. Er is volledige automatische detectie aanwezig. De brug is volledig gesprinklered. Bovenstaande drie punten garanderen dat er geen snelle brand- en rookverspreiding in de brug mogelijk is, waardoor de passagiers meer tijd hebben om te ontvluchten. Daarenboven is de vluchtweg eenduidig en rechtlijnig. Deurbreedte aanwezig in een verblijfsruimte In iedere verblijfsruimte is het aantal mogelijke aanwezige personen in die mate beperkt dat er voldoende vluchtbreedte ter beschikking is om een veilige ontvluchting te garanderen. Er zijn enkele ruimten waar alleen via één andere verblijfsruimte gevlucht kan worden. De beschouwde verblijfsruimten hebben dan wel twee toegangen die meer dan 5 meter uit elkaar liggen zodat deze situatie voldoet. Vluchten binnen een sub brandcompartiment Loopafstand binnen sub brandcompartiment Alle sub brandcompartimenten voldoen aan de volgende eisen: 1. De loopafstand tussen ieder punt in het sub brandcompartiment en de toegang van dat compartiment is ten hoogste 30 m. In technische ruimten (B5) en de verbindingsbrug geldt maximale loopafstand van 60 m. 2. Het sub brandcompartiment heeft ten minste twee toegangen. 3. De deuren van het sub brandcompartiment draaien niet tegen de vluchtrichting in of voldoen aan de oppervlakte beperkingen bepaald in het Bouwbesluit. Op de tekeningen Va, Vb, Vc en Vd (deelgebieden) is een overzicht gegeven van de loopafstanden vanuit verblijfsgebieden tot de toegangen van sub brandcompartimenten in Bemanningencentrum. De maximaal toegestane loopafstand is hierin weergegeven door de cirkels van 20 meter c.q. 40 m rondom de vluchtdeuren. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de aanwezigheid van inrichting en niet-dragende constructieonderdelen. Op tekening Va, Vb, Vc en Vd is aangegeven welke delen van de aanwezige vloeroppervlakte zijn aangewezen op welke deuren door nummering van de deuren en de daar bijhorende vluchtstraal. Op een aantal plaatsen werd wel rekening gehouden met de aanwezigheid van inrichting en niet-dragende constructieonderdelen. Hier wordt de werkelijke loopafstand (30 meter) uitgezet d.m.v. een lijn met een aanduiding om de 10 m. Deurbreedte aanwezig in een sub brandcompartiment In Tabel 6 en 8 is de vereiste deurbreedte voor ieder te onderscheiden sub brandcompartiment aangegeven. Deze deurbreedte is gebaseerd op de eisen conform artikel van het Bouwbesluit Vluchten vanaf toegang van sub brandcompartiment naar een veilige plaats In de tekeningen Va, Vb, Vc en Vd zijn door middel van groene pijlen de toegangen van het brandcompartiment en de sub brandcompartimenten aangegeven. De vluchtroutes vanaf de toegangen van alle sub brandcompartimenten voldoen aan ten minste één van de volgende voorwaarden: 1. Vanaf de toegang van een sub brandcompartiment kan er in twee richtingen gevlucht worden en deze twee vluchtroutes vallen nergens samen. 2. Het sub brandcompartiment zelf heeft minimaal twee toegangen die leiden naar twee onafhankelijke vluchtroutes. In Bemanningencentrum dient in geval van een evacuatie van Lounge 1 en Vertrekhal VH0 rekening te worden gehouden met overstroom vanuit dit compartiment. De overstroom op de tweede verdieping vanuit de nieuwe Food Court van Lounge 1 kan aanzienlijk zijn, maar de opvangcapaciteit is voldoende. De tijdelijke brug heeft ook voldoende vluchtcapaciteit om een overstroom vanuit de vertrekhal te kunnen verwerken en verder te verspreiden in Zuid-Zuid of naar vertrekhal 1. De vluchtweg van het panoramaterras en deze van het bemanningencentrum zijn gelijklopend. De buitentrap tussen terminal 1 en het bemanningencentrum wordt beschermd via een brandoverslag barrière en buitensprinklers. BHV-organisatie In Bemanningencentrum is een centrale BHV-organisatie aanwezig die het vluchten begeleidt. Organisatorische maatregelen - Er is een algemeen rookverbod van toepassing op het besproken compartiment, behalve in de pauzeruimte voor het personeel. - De brandweer heeft directe toegang tot het compartiment rond het Bemanningencentrum van buiten langs landside. - De lange brug is toegankelijk voor de brandweer langs beide zijden: o vanuit Zuid-Zuid en vertrekhal 1 o Vanuit Vertrekhal VH0, bereikbaar via een buitentrap bij de gevel. Opvangplaatsen Vanuit Bemanningencentrum wordt gevlucht naar veilige opvangplaatsen/ verzamelplaatsen, buiten langs landside gelegen, welke voldoen aan de OG. Deze zijn aangeduid en worden beheerd in het kader van het ontruimingsplan. Ontruimingsalarminstallatie Het plangebied is voorzien van een ontruimingsalarminstallatie TYPE B, slow whoop, conform de OG. De verschillende ontruimingspanelen van de ontruimingsalarminstallatie bevinden zich in het kleppenlokaal van de sprinklerinstallatie en in het RC. Het gebied dat binnen deze verbouwing omgevormd wordt tot passagiersgebied wordt voorzien van een Type A ontruimingsinstallatie met gesproken woord in vijf talen. Voor Zuid-Zuid bevindt zich het bedienpaneel in het kleppenlokaal van terminal 1. Voor de Corridor in de kleppenruimte van sorteerhal zuid of op een goed voor de brandweer toegankelijke locatie. Bemanningencentrum incl.verbindingsbrug naar Vertrek november 2016 BBP 21.b Definitief Ontwerp Vertrek VH0.doc

12 Vluchtrouteaanduiding In tekeningen Va, Vb, Vc en Vd zijn de vluchtwegen aangeduid. Deze worden aangeduid conform de OG. In Bemanningencentrum zijn ook vluchtplattegronden aangebracht nabij de uitgangen. Ook bij de toegangen van de nieuwe brug zullen ontruiming plattegronden aangebracht worden. Noodverlichting Het gehele plangebied is voorzien van centrale noodverlichting in de verblijfsgebieden en decentrale noodverlichting in de technische ruimten. De noodverlichting is uitgevoerd conform de ontwerpgrondslag brandveiligheid. Het maximale tijdsinterval tussen het moment van uitvallen van de stroomvoorziening en het inschakelen van de noodstroomgenerator bedraagt maximaal 15 seconden. Ventilatie- en luchtbehandelingsinstallatie Ten aanzien van de sturing van de ventilatie- en luchtbehandelingsinstallatie geldt het volgende principe: de ventilatie- en luchtbehandelingsinstallaties en de recirculatieventilatoren worden stilgezet bij brandalarm op de BMC. De brandkleppen worden gesloten conform de OG. De luchtbehandelingsinstallatie zal niet actief bijdragen aan de rookverspreiding. Overige installaties De sturing van de liften is uitgevoerd volgens de OG Bestrijding van brand De voorzieningen met betrekking tot de bestrijding van brand zijn aangegeven in tekening VI en VIII. De uitvoering en onderlinge afstanden van deze voorzieningen voldoen aan de OG. Het betreft de volgende voorzieningen: - Vulpunt droge blusleiding buiten op begane grond en 2 aftakpunten op iedere verdieping (naast de traphallen die bij plangebied 'Skyport' horen. - Op de eerste en tweede verdieping zijn natte blusleidingen aanwezig en aftakpunten nabij de aanvalsroutes voor de brandweer. Het natte bluspunt in de vertrekhal nabij de Lucasgang wordt ook gebruikt. - Vanuit de Vertrekhal VH0 kan gebruik gemaakt worden van de droge stijgleidingen bij de dichts bijzijnde buitentrap. Deze kan aangesloten worden vanaf de TAS of vanaf de natte afnamepunten van de sorteerhal zuid in de gevel. - Brandslanghaspels (dekkingsgraad is op tekeningen VIa, VIb, VIc en VId aangegeven met groene cirkels) - BHV-kasten (8) Brandhaspels worden primair vereist, brandblussers worden voorzien als aanvulling op de brandhaspels en in de omgeving van elektrische ruimten en computerruimtes. 3.4 Berekeningen en bewijsvoering Beperking van ontwikkeling van brand De zijgevel van betreffende compartiment is een glasgevel met hoofdzakelijk stalen raamprofielen. Aangezien de afstand tot de tegenoverliggende gevel slechts 3.5 meter bedraagt, is hier gevaar voor brandoverslag over de gehele lengte van Skyport. Het installeren van bijkomende sprinklers in beide gebouwen zorgt voor een gelijkwaardige oplossing, aanvaard binnen de AAS organisatie. Aan Skyport zijde zijn extra sprinklers aan de binnenzijde van het gebouw geplaatst. In het Bemanningencentrum is een rij droge sprinklers aanwezig, die door de buitenwand steken en aangesloten zijn op het gewone natte sprinklersysteem van BMC. Dit is ook het geval ter hoogte van de scheiding met terminal 1. Een soortgelijke constructie met droge buitensprinklers is eveneens voorzien op de eerste verdieping van Zuid-Zuid. Als onderbouwing van onze stelling kunnen we aangeven dat volgende factoren van groot belang zijn om te vermijden dat er brandoverslag zal optreden: De brandlast aan de binnenzijde van de compartimenten is beperkt omdat het enkel over kantoortjes handelt, die beperkt in oppervlakte zijn aan skyport zijde. Aan de zijde van het bemanningencentrum zijn de lokalen een beetje groter, maar is de brandlast zeer beperkt. Beide compartimenten zijn volledig voorzien van sprinklers conform het P.v.E Beperking van uitbreiding van brand Bij de bepaling van de maximaal toelaatbare grootte van het brandcompartiment moet gebruik gemaakt worden van de methodiek Beheersbaarheid van brand, zoals beschreven in de Ontwerpgrondslag brandveiligheid. De maximaal toelaatbare oppervlakte in m² van het brandcompartiment bedraagt m² opp = ,1 [ m² ] = m² De volgende parameters zijn gehanteerd: - Maximale vuurlast = kg: de gemiddelde vuurbelasting (zie paragraaf 3.3.2) is 48.9 kg vurenhout per m 2. - Massafactor = 0,1 (in het compartiment is een sprinklerinstallatie aanwezig) De werkelijke oppervlakte is m 2. Het brandcompartiment valt ruim binnen de grenzen van de methodiek Beheersbaarheid bij brand Veilige ontvluchting van personen Geen bijzonderheden Beperking van het ontstaan van een brandonveilige situatie Geen bijzonderheden. Bemanningencentrum incl.verbindingsbrug naar Vertrek november 2016 BBP 21.b Definitief Ontwerp Vertrek VH0.doc

13 4. TEKENINGEN Tekening Datum Naam Omschrijving I a, b, c, d Overzicht plangebied Overzichtstekening van situatie brandcompartiment t.o.v. de Terminal met hierin kleppenruimte, ontruimingsinstallatie en brandmeldinstallatie. II a, b, c, d Indeling plangebied III Doorsnede plangebied IV N.v.t. Hoofddraagcon structie V a, b, c, d Bezettingsgrade n, Overzicht voorzieningen veilige ontvluchting van personen, Loopafstanden Plattegrond brandcompartiment met overzicht (gebruiks) functiegebieden, brand- en rookscheidingen (20, 30 en 60 min. WBDBO), Indeling in bezettingsgraden van het plangebied. loopafstanden o.b.v. Bouwbesluit of gelijkwaardigheid, codering rolluiken, branddeuren en vluchtrichtingen. VI a, b, c, d Blusinstallaties Overzicht plaats automatische blusinstallaties, brandslanghaspels, brandblussers. VII a, b, c, d Doorgangsbree Overzicht van de minimum doorgangsbreedte dtes VIIIb Repressievoorzi eningen Overzicht plaats natte en droge blusleidingen en BHVkasten. Bemanningencentrum incl.verbindingsbrug naar Vertrek november 2016 BBP 21.b Definitief Ontwerp Vertrek VH0.doc

14 5. BIJLAGEN 5.1 Basisschema Vluchtstromen: Bemanningencentrum Rookcompartiment 6 Rookcompartiment 1a Rookcompartiment 3 Lounge 1 Rookcompartiment 1b+ c Lounge 1 Rookcompartiment 4 Vertrek 1 Rookcompartiment 2 Rookcompartiment 5 Skyport Brug naaar Vertrekhal V1 Rookcompartiment 3 Brug naar Vertrekhal V0 Vertrekhal V0 Rookcompartime nt RC : Rook compartiment Uitgang naar brand- en rookvrije trap Vluchtroute Uitgang naar ander brandcompartiment REVISIONS NO. DAT E DESCRIP TIO N Uitgang naar buiten Vluchtweg DATE ORIGINAL S CALE Basisschema vluchtstromen Bemanningencentrum LATEST REVISION JOB NO. CHECKED DRAWN Bemanningencentrum incl.verbindingsbrug naar Vertrek november 2016 BBP 21.b Definitief Ontwerp Vertrek VH0.doc

15 E W tekening nr. II Verblijfsgebied Verkeersroute Besloten verkeersruimte: a. Rookvrije vluchtroute b. Brand- en rookvrije vluchtroute Liften Sanitair Lockerroom Magazijnen Technische ruimte Technische ruimte : e/ser Industriefunctie Werkplaats Parkeergarage Cellen BHV - kast Brandmeldcentrale Opstelplaats versterkers ontruimingsinstallatie Aftappunt droge stijgleiding Vulpunt droge stijgleiding Aftappunt natte stijgleiding Brandblusapparaat Brandslanghaspel Bereik brandhaspel tekening nr. V Beschouwde vluchtdeur Probleemgebied loopafstand Klasse B1 Vluchtcirkel klasse B1 Straal: 20m Klasse B2 Vluchtcirkel klasse B2 Straal: 20m KLASSE B3 Vluchtcirkel klasse B3 Straal: 20m Compartimentsgrens 20 min. WBDBO scheiding (enkel op vlamdichtheid) 30 min. WBDBO scheiding 60 min. WBDBO scheiding Rolluik 60 min. Rookcompartiment tekening nr. V Bereik natte blusleiding Brandweerlift Sleutelkluis Kleppenruimte KLASSE B4 Vluchtcirkel klasse B4 Straal: 30m KLASSE B5 Vluchtcirkel klasse B5 Straal: 40m Hoofdschakelaar elektrische installatie Vluchtrichting tekening nr. VI Brandweeringang compartiment Constructie: Betonnen kolommen Betonnen vloeren Betonnen plafonds Constructie: Beschermde staalconstructies Constructie: Spinkler N3 Sprinkler H7.5 Sprinkler H15 Gasblusinstallatie Constructie: Staalconstructies gevuld met beton