Leraar / Tolk Nederlandse Gebarentaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leraar / Tolk Nederlandse Gebarentaal"

Transcriptie

1 Studiegids Bacheloropleiding Leraar / Tolk Nederlandse Gebarentaal Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2016

2 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 6 2 Inrichting van de opleiding Beroepsprofiel Beroep Uitwerking van beroepsprofiel Competenties beginnende beroepsbeoefenaar Vaardigheden afgestudeerde Werkveld en functies Beroepsprofiel Beroep Uitwerking van beroepsprofiel Competenties beginnende beroepsbeoefenaar Vaardigheden afgestudeerde Werkveld en functies Opleidingsprofiel Algemeen Doelstelling opleiding Het hbo-niveau van de opleiding Didactische uitgangspunten Inrichting opleiding Opleidingsvarianten Verkorte en versnelde opleidingsroutes Getuigschriften Graden en titulatuur Opleidingsstructuur Propedeuse Programma Studieadvies Overstappen Hoofdfase Toelating hoofdfase Programma s Stages en stagewaardigheid Profileringsruimte Excelleren Afstuderen Vervolgopleidingsmogelijkheden Examencommissie Instelling en benoeming Samenstelling Taken en bevoegdheden Verzoekschrift Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen Voorzieningen Begeleiding ICT-faciliteiten Algemeen Wachtwoord Informatiebeveiliging en privacy Registratie studievoortgang Hogeschool Utrecht, juli /119

3 MijnHU AskHU OSIRIS Student Student Informatiepunt (STIP) Studievereniging Opleidingscommissies Contactgegevens Cursussen Cursusdeelname Inschrijving voor cursussen Aanwezigheidsplicht Ingangseisen Cursusbeschrijvingen Tentamens en examens Introductie Vrijstellingen Organisatie tentamens Tentamenvorm en -duur Tentamenrooster Inschrijving en deelname (her)tentamens Voorzieningen in geval van een functiebeperking Legitimatieplicht bij tentamens Gang van zaken tijdens tentamens Beoordeling Toekennen resultaat en inzage Onregelmatigheden / fraude Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk Geldigheidsduur resultaten Diplomering Procedure afgifte diploma Aantekening cum laude of met genoegen Roosters HU-onderwijsjaarrooster Vakanties en vrije dagen Lesdagen en -tijden Openingstijden gebouwen Roosterinformatie en -wijzigingen Klachten, bezwaar en beroep Inleiding Bezwaar Beroep Beroep aantekenen Hoger beroep Klachten Klacht indienen Herzieningsverzoeken bij klachten Ongewenst gedrag Schema klachten, bezwaar en beroep Studentzaken Studiebegeleiding Profileringsfonds Studentendecaan Centrum Studiekeuze Hogeschool Utrecht, juli /119

4 8.5 Vertrouwenspersoon Studentenarts Bureau Studentenpsychologen Mediation Studeren met een functiebeperking Verbetering taalvaardigheden Bibliotheek Internationalisering Study abroad Stage of afstuderen in het buitenland Medezeggenschap Inspraakorganen Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten Studium Generale Studentenvereniging Algemeen Bestuursbeurs Topsport Trajectum Sport Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren Verzekeringen: aansprakelijkheid, ongevallen en reisverzekering Werken naast uw studie Huisvesting Over de HU Algemene informatie Onderwijsprofiel HU Bachelor- en masterstelsel Hogeschool- en faculteitsregelingen Orderegels Kwaliteitszorg Organogram HU Locaties HU Algemene informatie faculteit Algemeen Organogram faculteit Contactgegevens Plattegrond Praktische voorschriften en aanwijzingen Faciliteiten In- en uitschrijven voor de opleiding Toelatingsonderzoek Studiekosten, eigen bijdragen en tegemoetkoming Collegegeld Kosten voor boeken en leermiddelen Overige kosten Financiële tegemoetkoming Bijlagen Onderwijs- en examenregeling Cursusbeschrijvingen Conversietabellen Tolkaanvraagprotocol IGT&D voor student en medewerker Handleiding tolk NGT Hogeschool Utrecht, juli /119

5 10.6 Docentenoverzicht Curriculumoverzicht Leraar NGT Studiebelastingsuren curriculum Leraar NGT Curriculumoverzicht Tolk NGT Studiebelastingsuren curriculum Tolk NGT Verwijzingen Links en adressen Deze studiegids is op 25 april 2016 vastgesteld door de instituutsdirecteur IGT&D. De faculteitsdirecteur heeft de gidsen op 21 juni onder voorbehoud van een positief advies van de (G)OC goedgekeurd. Na het negatieve advies van de GOC heeft de faculteitsraad op 8 september 2016 alsnog ingestemd met voorliggende studiegids met inachtneming van de overgangsregeling zoals geformuleerd door de opleiding in de brief van 31 augustus 2016 aan de faculteitsdirecteur. Zie par voor de overgangsregeling. Hogeschool Utrecht, juli /119

6 1 Voorwoord Beste student, Voor u ligt de studiegids van uw opleiding Leraar/Tolk Nederlandse gebarentaal (NGT). We hopen dat u bij onze opleiding een prettige en succesvolle studietijd heeft. In deze studiegids vindt u belangrijke spelregels en nuttige informatie over uw studie. Hogeschool Utrecht biedt vraaggestuurd en competentiegericht onderwijs. Competentiegericht wil zeggen dat u vaardigheden opdoet die aansluiten bij het beroepsleven (Beroepsprofiel). Met vraaggestuurd onderwijs streven wij er naar het onderwijs en de ondersteuning eromheen zo in te richten dat u zich tijdens uw studie kunt ontwikkelen op een manier die ú belangrijk vindt en die bij u past. Hieronder vindt u informatie over de belangrijkste aspecten van uw studie. Invloed van de student Veel van onze mogelijkheden zijn ontwikkeld en verbeterd op initiatief van uw medestudenten. De hogeschool beschouwt u dan ook als partner; u maakt deel uit van onze kennisgemeenschap. De HU hecht veel waarde aan uw mening en ideeën. Dat begint al bij de evaluaties van alle cursussen, waar u als student uw oordeel en verbetertips kunt geven. Ook organiseren we op opleidingen en faculteiten 1 onderwijsdialogen, waarin we samen in gesprek gaan over uw opleiding en alles eromheen. De HU ondersteunt actief deelname van studenten in opleidingscommissies en medezeggenschapsorganen (Medezeggenschap). We vragen u elk jaar de NSE (Nationale Studenten Enquête) in te vullen. En bent u bijzonder tevreden over het onderwijs van die ene docent(e), nomineer hem/haar dan als docent(e) van het jaar. Excelleren De HU waardeert en stimuleert verschillende vormen van excellentie. Als u uitstekende resultaten in uw studie behaalt, ontvangt u bij uw diploma de aantekening cum laude of met genoegen (Aantekeningen). U kunt ook uitblinken op aspecten als innovatie en leiderschap, en ook dat wil de HU graag bevorderen. Hiervoor hebben we honourstrajecten ontwikkeld. U kunt met het volgen van deze trajecten Ster Verklaringen behalen. Als u vijf verschillende Ster Verklaringen behaalt, krijgt u het Honours Certificaat. Dit is een officieel HU-waardepapier dat u bij uw afstuderen naast uw diploma ontvangt (Excelleren). Verbreden en verdiepen Veel opleidingen kennen afstudeerrichtingen waarmee u zich kunt specialiseren op een onderdeel van uw vakgebied. Daarnaast kennen de meeste opleidingen de zogenaamde vrije profileringsruimte (van 30 EC, een half jaar), die u kunt gebruiken om u te verdiepen binnen uw eigen vakgebied, of om kennis te maken met een geheel ander vakgebied. Dat kan binnen uw faculteit of binnen een opleiding van een andere faculteit, maar ook een cursus aan een andere instelling is vaak mogelijk (Profileren). Verder bestaat de mogelijkheid een eigen examenprogramma te ontwikkelen. De examencommissie van uw opleiding (Examencommissie) moet daar toestemming voor geven. Voor advies over zo n eigen examenprogramma kunt u terecht bij uw studieloopbaanbegeleider (Begeleiding). Ook is er Studium Generale dat inspirerende programma s aanbiedt. Wat anders? U kunt uw studietijd natuurlijk ook benutten om u zo breed mogelijk te ontwikkelen en extra ervaring buiten uw reguliere studie op te doen.. Wilt u een tijdje studeren in het buitenland (Internationalisering)? Of denkt u erover bestuurlijk actief te worden in bijvoorbeeld een studievereniging, een gezelligheidsvereniging of een studentensportclub (Sport)? Of combineert u topsport met een studie (Topsport)? Ook kunt u ervaring opdoen in medezeggenschap en opleidingscommissies. Er is van alles denkbaar dat door de HU actief ondersteund wordt. 1 Let op. De organisatiestructuur van de Hogeschool Utrecht is onderhevig aan mutaties. Het kan zijn dat verantwoordelijkheden in het studiejaar bij andere verantwoordelijken, gremia, organisatieonderdelen worden belegd. Op het moment dat de mutaties volledig uitgekristalliseerd zijn, zal een erratum in dezen op de site van de studiegidsen worden gepubliceerd. Hogeschool Utrecht, juli /119

7 Studievertraging Het kan gebeuren dat uw studie niet verloopt zoals u dat graag zou willen. Zeker als bijzondere omstandigheden als ziekte een rol spelen is het belangrijk om contact te zoeken met zowel de studieloopbaanbegeleider (Begeleiding) als de decaan (Studentdecaan). In veel gevallen is extra ondersteuning mogelijk. Haalt u bijvoorbeeld te weinig studiepunten en dreigt u een negatief studieadvies te krijgen, dan kunt u hulp krijgen bij het maken van een studieplanning (Studieadvies). Het is natuurlijk niet wenselijk dat u (veel) te lang over uw studie doet. Om dat te voorkomen, bieden opleidingen soms inhaaltrajecten aan. Die worden via MijnHU bekend gemaakt. Heeft u een functiebeperking? Mogelijk heeft u dan meer tijd nodig voor uw studie, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. De hogeschool kent een breed scala aan voorzieningen die u in uw studie kunnen ondersteunen (Studeren met een functiebeperking). Problemen en klachten Heeft u problemen die uw studie negatief kunnen beïnvloeden? Bij uw slb er (Begeleiding) of een studentendecaan (Studentdecaan) bent u daarmee aan het juiste adres; zij kunnen u adviseren of doorverwijzen. Als u klachten heeft over de bejegening door studenten of medewerkers, kunt u ook een vertrouwenspersoon (Vertrouwenspersoon) inschakelen. Als er sprake is van een escalerende situatie kunnen onze studentmediators helpen om verdere escalatie te voorkomen en de samenwerking weer te herstellen (Mediation). En gaat er binnen de HU iets fout of bent u het niet eens met een besluit? Informatie over bezwaren en klachten (Klachten, bezwaar en beroep) is te vinden via AskHU. Ook hiervoor is de studentendecaan het eerste aanspreekpunt. Wat verwacht de HU van u? Wij streven ernaar u een opleiding en studieklimaat te bieden waarin u zich optimaal kunt ontplooien. Daarvoor is het nodig dat iedere student zich aan de interne regels houdt (Orderegels). Ongewenst gedrag (bijvoorbeeld intimidatie, hat s, verbaal of fysiek geweld) wordt niet getolereerd. Als u een diploma haalt, moet u dat ook hebben verdiend: fraude (Onregelmatigheden / fraude) wordt niet getolereerd. Zeker als dit gevolgen heeft voor onschuldige medestudenten, doordat tentamenresultaten ongeldig worden verklaard, zijn de straffen zwaar. Zowel ongewenst gedrag als fraude kan leiden tot verwijdering van de opleiding. Er zijn heel veel mogelijkheden bij de HU om een prettige studietijd te hebben. U vindt het merendeel terug in deze studiegids. Lees de gids goed door voordat u aan uw studie begint. Is iets niet duidelijk of kunt u bepaalde informatie niet vinden, kijk dan op MijnHU of vraag het uw slb er (Begeleiding) of bij het STIP (Student informatiepunt). We wensen u een prettige studietijd en veel succes in dit studiejaar. Mede namens alle collega s die aan uw opleiding bijdragen, Henny van der Neut Directeur Instituut voor Gebaren, Taal & Dovenstudies Hogeschool Utrecht, juli /119

8 2 Inrichting van de opleiding 2.1 Beroepsprofiel Beroep Leraar Nederlandse Gebarentaal NGT is de eerste taal van veel vroegdove mensen. Dit gegeven brengt met zich mee dat zowel de horende omgeving van deze mensen, als ook dove mensen zelf, geschoold moeten/willen worden in de Nederlandse Gebarentaal. Daarnaast is er een grote groep mensen die gebruik maakt van Nederlands met Gebaren (NmG). Het beroep docent Nederlandse Gebarentaal is een jong beroep. Onder invloed van ontwikkelingen binnen de dovengemeenschap is de vraag naar NGT-docenten gegroeid. Het lesgeven in en over de NGT en NmG kan binnen verschillende settings gerealiseerd worden. Bij NGT moet een onderscheid gemaakt worden tussen mensen die de NGT leren als eerste taal en mensen die deze taal leren als tweede taal. Eerstetaalverwerving kan onder andere plaatsvinden in de thuissituatie, maar ook binnen het dovenonderwijs. De docent NGT wordt opgeleid om binnen dit taalverwervingsproces op te treden als vakdocent. Binnen de tweedetaalverwerving, gericht op mensen die niet de gebarentaal als eerste taal hebben, speelt de docent NGT ook een belangrijke rol in het lesgeven in NGT of NmG. Hierbij gaat het om verschillende doelgroepen, zoals ouders, familieleden en/of vrienden van dove kinderen, maar ook groepsleiding uit het dovenonderwijs en leerkrachten uit het (primair en secundair) onderwijs. Verder is er een grote groep hulp- en dienstverleners die zich beroepsmatig in de NGT en/of NmG willen bekwamen. Zie art. 15 OER-HU Uitwerking van beroepsprofiel Wanneer bent u een bekwaam docent? Dat bent u als u in complexe beroepssituaties op de juiste manier weet te handelen. Dat leert u door veel in de praktijk bezig te zijn en door op de opleiding te leren welke keuzes u kunt maken. De keuzes die u kunt maken, hebben te maken met het vak-/leergebied, maar ook met u als persoon en met uw handelen vanuit onderwijskundige motieven. Meestal is het een combinatie van die drie. In de bekwaamheidseisen van een docent wordt die combinatie zichtbaar. Het onderwijs binnen de Faculteit Educatie is competentiegericht beroepsonderwijs. Onder een beroepscompetentie wordt verstaan: het integratieve en ontwikkelbare vermogen tot het uitvoeren van beroepstaken resulterend in beroepsgedrag dat bijdraagt aan wenselijke resultaten. Dit betekent dat de student tijdens zijn opleiding door integratie van kennis, vaardigheden en attitude het vermogen ontwikkelt om verantwoorde beslissingen te nemen op basis waarvan hij/zij adequaat kan handelen in meer complexe beroepssituaties. De competenties en de ontwikkeling van deze competenties is nader uitgewerkt per bacheloropleiding in zogenaamde 'competentiekaarten' 1. Er zijn voor de BA-opleiding Leraar NGT acht competenties opgesteld die afgeleid zijn van de set van zeven SBLcompetenties, zoals vastgesteld door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) en omschreven zijn in de Wet op de beroepen in het onderwijs (wet BIO). De SBL-competentie vakinhoudelijk & didactisch competent is gesplitst om zodoende de kennisbasis en taalbeheersing van de leraren NGT nader te omschrijven. Zie art. 15 OER-HU. 1 De competentiekaarten zijn vastgesteld na feedback van de beroepsverenigingen voor Leraren NGT en Tolken NGT Hogeschool Utrecht, juli /119

9 2.1.3 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar Gedurende de vierjarige Bacheloropleiding ontwikkelt de student zijn/haar competenties. Deze ontwikkeling kent drie niveaus, namelijk: Niveau 1 = hoofdfasebekwaam Niveau 2 = afstudeerbekwaam Niveau 3 = startbekwaam De niveaus worden bepaald door de mate van zelfstandigheid waarmee de student zijn/haar taken uitvoert (respectievelijk van onder begeleiding, naar met toezicht en onder begeleiding naar zelfstandig), de mate van complexiteit van de context (respectievelijk van eenvoudig, naar complex naar professioneel) en de mate van volledigheid van handelen (van observeren en verwoorden, naar analyseren en naar toepassen en evalueren). Hieronder volgen de competentiekaarten voor Leraar NGT. INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar NGT moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Hij geeft op een goede manier leiding, schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer en brengt een open communicatie tot stand. Hij bevordert de zelfstandigheid van leerlingen/cursisten en zoekt in zijn interactie een goede balans tussen: Leiden en begeleiden Sturen en volgen Confronteren en verzoenen Corrigeren en stimuleren Niveau 1 De student onderkent het belang van een prettig leef- en werkklimaat dat een vriendelijke en coöperatieve sfeer bevordert en beheerst elementaire communicatievaardigheden. Indicatoren: de student - maakt contact met leerlingen/cursisten. - benadert leerlingen/cursisten positief en belangstellend. - is respectvol. - signaleert, observeert en bespreekt ongewenst gedrag. - communiceert door het hanteren van verbale en non-verbale technieken. Niveau 2 De student stimuleert leerlingen/cursisten tot gewenst gedrag zowel individueel als groepsgewijs zodat er een op samenwerking gerichte sfeer ontstaat. De student beheerst enkele professionele gespreksvaardigheden. Indicatoren: de student - is vriendelijk en beslist tegen leerlingen/cursisten. - onderhoudt contact met leerlingen/cursisten binnen de didactische context. - motiveert zijn handelen in begrijpelijke taal aan leerlingen/cursisten. - stelt regels en bespreekt deze met leerlingen/cursisten. - complimenteert gewenst gedrag en corrigeert ongewenst gedrag. - communiceert effectief door het hanteren van verbale en non-verbale technieken. Niveau 3 De student stimuleert in verschillende groepen leerlingen/cursisten tot gewenst gedrag zodat er een op samenwerking gerichte sfeer ontstaat. De student beheerst professionele gespreksvaardigheden en past deze zelfstandig toe. Indicatoren: de student - kan flexibel omgaan met regels en beschikt over handelingsalternatieven. - motiveert zijn handelen vanuit theoretische en methodische inzichten. - bevordert effectieve communicatie door te luisteren, samen te vatten en door te vragen. Hogeschool Utrecht, juli /119

10 ORGANISATORISCH COMPETENT De leraar NGT draagt zorg voor organisatorische zaken en alle aspecten van klassenmanagement die samenhangen met zijn onderwijs en het leerproces van de leerlingen/cursisten. Hij gaat overzichtelijk, ordelijk en taakgericht te werk. Hij zorgt er dus voor dat de leerlingen/cursisten weten waar ze aan toe zijn, welke ruimte ze hebben voor eigen initiatief, wat ze moeten doen en hoe en met welk doel ze dat moeten doen. Niveau 1 De student plant zijn eigen werkzaamheden (taken en afspraken) en ordent de te gebruiken middelen en materialen en maakt deze toegankelijk. De student draagt zorg voor de daarbij behorende administratie. Indicatoren: de student - verkent en beschrijft de mogelijkheden van de leeromgeving. - plant zijn eigen werk en heeft zijn materialen op tijd bij de hand. - kent de gehanteerde regels en houdt zich daaraan. - weet benodigde informatie te vinden en er op een adequate wijze gebruik van te maken. Niveau 2 De student hanteert, onder begeleiding, een voor leerlingen/cursisten bruikbare vorm van taak- en tijdsplanning. De student richt de leerruimte in op een doelmatige manier en houdt de leerling/cursistenadministratie bij. De student is actief betrokken bij activiteiten op de werkplek. Indicatoren: de student - biedt een leeractiviteit aan die onder toezicht tot stand is gekomen. - geeft eenduidige opdrachten aan leerlingen/cursisten. - houdt zich aan de regels en spreekt leerlingen/cursisten daarop aan. - maakt een adequate taaktijdsplanning en houdt zich hieraan. - voert leerling/cursistenadministrati e uit. - legt in eigen woorden de organisatie van zijn klas uit. Niveau 3 De student hanteert zelfstandig een taak- en tijdsplanning voor zichzelf en de leerlingen/cursisten. De student treedt regulerend en ordenend op in onverwachte situaties en houdt de administratie bij van alle relevante en werkgerelateerde informatie. Indicatoren: de student - geeft duidelijk aan wat de inhoud, vorm en structuur is van de geplande leeractiviteit. - verantwoordt zijn opvatting, taaktijdsplanning en organisatie van zijn onderwijs en is consequent in het hanteren van regels. - stelt prioriteiten en verdeelt de beschikbare tijd efficiënt. - bewaakt de planning samen met leerlingen/cursisten. - kan contact leggen met leerlingen/ cursisten als er veranderingen zijn in de planning. - kan adequaat reageren op onverwachte situaties die invloed hebben op de planning. Hogeschool Utrecht, juli /119

11 COMPETENT IN SAMENWERKEN MET COLLEGA S De leraar NGT moet ervoor zorgen dat zijn werk en dat van zijn collega s op school/instantie goed op elkaar zijn afgestemd en/of stemt zijn werkzaamheden af op zijn netwerk. Hij moet ook bijdragen aan het goed functioneren van de organisatie van zijn school/instantie/netwerk, aan een goed pedagogisch, vakinhoudelijk en didactisch klimaat op school/binnen de instantie en aan goede onderlinge samenwerking. Hij onderhoudt een goed contact met zijn netwerk, communiceert met zijn collega s en werkt goed samen, levert een constructieve bijdrage aan vergaderingen en andere vormen van school/instantie-overleg en aan werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om de school/instantie goed te laten functioneren. Daarnaast levert hij een bijdrage aan de ontwikkeling en verbetering van zijn werkplek. Niveau 1 De student onderkent het belang van goede werkverhoudingen met medestudenten en docenten. De student geeft en ontvangt feedback en laat zien wat hij hiermee doet. Hij neemt deel aan lessen die aangeboden worden binnen SLB en SLB-bijeenkomsten. Niveau 2 De student neemt deel aan een team binnen een school/instantie en werkt volgens de afspraken van deze school/instantie. Verder neemt de student deel aan (intervisie) bijeenkomsten. Niveau 3 De student neemt zelfstandig actief deel aan verschillende vormen van overleg binnen de school/instantie. De student geeft en ontvangt feedback van collega s. Indicatoren: de student - vraagt naar en benut feedback van docenten op de opleiding en medestudenten. - maakt afspraken met docenten op de opleiding en medestudenten en houdt zich hieraan. - geeft aan wat hij wel/niet kan. Indicatoren: de student - vraagt hulp aan collega s/medestudenten en biedt hulp aan. - neemt verantwoordelijkheid voor zijn taken. - werkt volgens de in de organisatie geldende afspraken, procedures en systemen. - is kritisch ten aanzien van geldende afspraken, procedures en systemen in de organisatie en denkt na over eventuele alternatieven. Indicatoren: de student - stelt eigen grenzen vast: is duidelijk over wat hij (niet) wil of kan. - levert zelfstandig een bijdrage aan de ontwikkeling en verbetering van zijn lessen en lesmateriaal. - verantwoordt zijn opvattingen en werkwijze aangaande samenwerken met collega s binnen de organisatie/instelling. - geeft en ontvangt feedback van collega s met betrekking tot samenwerken, handelen en lesmaterialen. Hogeschool Utrecht, juli /119

12 COMPETENT IN SAMENWERKEN MET DE OMGEVING De leraar NGT moet contacten onderhouden met de familie van leerlingen/cursisten en instanties/organisaties die een rol spelen in de ondersteuning van doven en slechthorenden (bijv. NSDSK, Fodok etcetera) en/of is zich bewust van het netwerk waarin hij zijn lessen NGT verzorgt. Hij moet er ook voor zorgen dat zijn professionele handelen en dat van derden goed op elkaar zijn afgestemd. Hij levert, in het belang van de leerlingen/cursisten, zijn bijdrage aan een goede samenwerking met mensen en instanties in de omgeving die betrokken zijn bij zijn leerlingen/cursisten. Niveau 1 De student onderkent het belang van contacten met de familie van de leerling/cursist en met collega s van instanties/organisaties die een rol spelen in de ondersteuning van doven en slechthorenden. Niveau 2 De student is betrokken bij het overleg tussen school, leerling/cursist en bedrijven of instellingen waar de leerling/cursist mee te maken heeft. Niveau 3 De student neemt zelfstandig en actief deel aan overleg met mensen en instellingen buiten de school/instelling. Indicatoren: de student - maakt verslag van bijgewoonde overleggen. - maakt verslag van bezoeken aan de dovengemeenschap. - beschrijft de relaties die een school/instelling onderhoudt met andere scholen/instellingen. - brengt het netwerk van een leerling/cursist in kaart. Indicatoren: de student - hanteert gesprekstechnieken en vaardigheden voor het voeren van gesprekken binnen zijn netwerk. - geeft informatie aan derden binnen de kaders van privacy. - onderhoudt contact met personen/instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor leerlingen/cursisten. (Bovenstaande onder toezicht) Indicatoren: de student - voert zelfstandig gesprekken met derden (bijv. ouders) en hanteert daarbij gesprekstechnieken en vaardigheden. - raadpleegt aanwezige informatie binnen de school/instelling en registreert nieuwe informatie. - deelt informatie met derden met inachtneming van privacy. - verantwoordt professionele opvattingen aan ouders en andere belanghebbenden en past zo nodig in gezamenlijk overleg zijn werk aan. Hogeschool Utrecht, juli /119

13 COMPETENT IN REFLECTIE EN ONTWIKKELING De leraar NGT is verantwoordelijk voor zijn verdere ontwikkeling en professionalisering. Hij denkt regelmatig na over zijn beroepsopvattingen en zijn professionele bekwaamheid en streeft ernaar zijn beroepsuitoefening bij de tijd te houden en te verbeteren. De leraar NGT weet goed wat hij belangrijk vindt in zijn leraarschap en van welke waarden, normen en onderwijskundige opvattingen hij uitgaat. Hij weet goed zijn sterke en zwakke kanten te benoemen en werkt op een planmatige manier aan zijn verdere ontwikkeling. Hij weet zijn eigen ontwikkeling af te stemmen op het beleid van zijn school/instelling en benut de kansen die de school/instelling biedt om zich verder te ontwikkelen. Niveau 1 De student onderkent het belang van het zelf onderzoeken en ontwikkelen van zijn opvattingen en zijn handelen. Hij onderzoekt en verwoordt deze o.a. via sterkte/zwakte analyse, evaluatie, reflectie en feedback. Indicatoren: de student - beschrijft zijn sterke en zwakke kanten. - reflecteert op eigen gedrag en betrekt hierin de feedback van anderen. - weet aan te geven op welke punten de eigen competentieontwikkeling verbeterd kan worden. - verkent en beschrijft ontwikkelingen rond vak en docentschap. Niveau 2 De student onderzoekt met hulp van collega s en begeleiders zijn werkzaamheden en zijn opvattingen. Hij legt verbanden tussen theorie en praktijk. Indicatoren: de student - reflecteert zelfstandig op eigen gedrag en betrekt hierin de feedback van anderen. - werkt op een planmatige manier aan zijn eigen ontwikkeling. - is flexibel, past zich aan aan veranderende omstandigheden en beschikt over enkele alternatieven. - staat open voor andere visies en ideeën. - brengt onder woorden wat zijn visie is op het docentschap en van welke waarden en normen hij uitgaat. Niveau 3 De student onderzoekt zelfstandig en systematisch zijn werk en betrekt daarbij de feedback van collega s en begeleiders. Hij is op de hoogte van actuele ontwikkeling binnen zijn vakgebied en past zijn handelen hierop aan. Indicatoren: de student - stemt zijn ontwikkeling af op het beleid van de school/instelling. - volgt ontwikkelingen op zijn vakgebied. - benut verschillende mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen (vakliteratuur, workshops, seminars, etcetera). - staat open voor andere visies en ideeën en probeert deze daadwerkelijk uit. - beschrijft gericht op feitelijke situaties de eigen kwaliteit en beperkingen. Hogeschool Utrecht, juli /119

14 PEDAGOGISCH COMPETENT De leraar NGT moet de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van de leerlingen/cursisten bevorderen en hen helpen een zelfstandig en verantwoordelijk persoon te worden binnen de Dovenwereld/Dovencultuur en daarbuiten. Hij creëert een veilige leeromgeving in zijn groep en zijn lessen. Zo n leraar zorgt ervoor dat de leerlingen/cursisten weten dat ze welkom zijn en gewaardeerd worden en dat leerlingen/cursisten op een respectvolle manier met elkaar omgaan, uitgedaagd worden om verantwoordelijkheid voor elkaar te nemen en initiatieven kunnen nemen en zelfstandig kunnen werken. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 De student onderkent het belang van een veilige leer- en werkomgeving die zelfstandigheid en verantwoordelijkheid bevordert. De student heeft een beeld van de leerlingen en is in staat om de sfeer in een kleine groep te bewaken. Indicatoren: de student - vormt zich een beeld van de sociale en culturele achtergrond van de leerlingen/cursisten. - toont interesse in de leerlingen/cursisten en toont respect. - observeert het sociale klimaat in de groep. De student heeft een beeld van het sociale klimaat binnen groepen leerlingen/cursisten. Onder begeleiding is de student in staat de sfeer te verbeteren door de situatie te analyseren en een aanpak te kiezen. Indicatoren: de student - zorgt, onder begeleiding, voor een leersituatie waarin leerlingen/cursisten hun eigen inbreng kunnen tonen. - gebruikt en stimuleert de inbreng van leerlingen/cursisten in het onderwijsproces. - analyseert en beschrijft verschillen tussen leerlingen in cultureel, sociaal en emotioneel opzicht. - verantwoordt pedagogische opvattingen binnen het kader van de school/instelling. - spreekt leerlingen/cursisten aan op ongewenst gedrag. De student heeft een duidelijk beeld van de sociale verhoudingen en de sfeer binnen een groep leerlingen/cursisten. Hij analyseert en handelt zelfstandig om de sfeer te bevorderen. De student heeft een beeld van de individuele leerling en verleent steun aan deze leerling. Indicatoren: de student - creëert een veilig klimaat waarin leerlingen/cursisten elkaar respectvol behandelen. - zorgt zelfstandig voor een leersituatie waarin leerlingen/cursisten hun eigen inbreng kunnen tonen. - maakt in zijn pedagogisch handelen gebruik van individuele verschillen. - signaleert (tijdelijke) problemen en belemmeringen in de emotionele of morele ontwikkeling van leerlingen en handelt adequaat. - daagt leerlingen/cursisten uit om mee te denken over hun eigen ontwikkelings- en leerprocessen. - onderneemt zelfstandig actie om de sfeer binnen de groep te stimuleren en evalueert zijn handelen. Hogeschool Utrecht, juli /119

15 DIDACTISCH COMPETENT De leraar NGT moet de leerlingen/cursisten helpen zich de bagage eigen te maken die behoort tot de kerndoelen van het NGT-onderwijs. De leraar ontwerpt een krachtige leeromgeving in zijn groep en zijn lessen. Daarbij zijn de leerinhouden afgestemd op de leerlingen/cursisten en wordt rekening gehouden met individuele verschillen. De leraar motiveert de leerlingen/cursisten voor hun leertaken, daagt hen uit en helpt hen met een succesvolle afronding. Niveau 1 De student onderkent het belang van een krachtige leeromgeving en hij beheerst de basale kennis van het vak. De student maakt onder begeleiding van de docent/begeleider een lesonderdeel. Indicatoren: de student - assisteert de docent in leeractiviteiten. - analyseert de leeractiviteiten die worden aangeboden. - beschrijft de verschillende didactische vormen die worden aangeboden. - toont basale kennis van het vak (kennisbasis) - hanteert enkele eenvoudige werkvormen. Niveau 2 De student laat zien dat hij grondige kennis heeft van NGT (-grammatica), NGT-onderwijs en dovencultuur. Hij legt verbanden tussen theorie en praktijk en kan zijn kennis uitbreiden door literatuuronderzoek. Hij stimuleert en motiveert leerlingen/cursisten met zinvolle activiteiten, elementaire werkvormen en evalueert zijn handelen. Indicatoren: de student - ontwerpt/ontwikkelt leeractiviteiten en beoordelingsinstrumenten. - brengt voorkennis van leerlingen/cursisten in kaart - geeft een heldere opbouw in de leerstof aan. - reflecteert op zijn aangeboden leeractiviteit en beschrijft de leeruitkomsten en beperkingen. - gebruikt actuele inzichten in zijn vakgebied. - hanteert diverse werkvormen en leermiddelen tijdens les. - draagt, onder toezicht, bij aan de ontwikkeling van lesmateriaal. Niveau 3 De student toont actieve bijdrage aan de uitbreiding van de kennis op zijn vakgebied. Hij ontwerpt zelfstandig onderwijsactiviteiten die recht doen aan individuele verschillen tussen leerlingen/cursisten en gebruikt daarbij verschillende werkvormen. Hij evalueert zijn onderwijs met leerlingen/cursisten. Indicatoren: de student - ontwerpt/ontwikkelt complexe leertrajecten en beoordelingsinstrumenten. - maakt actief gebruik van de voorkennis van leerlingen/cursisten en past zijn leerinhoud en werkvormen hierop aan. - gebruikt verschillende werkvormen en gebruikt schriftelijke, audiovisuele en digitale leermiddelen om leerdoelen te bereiken. - beschikt over alternatieven wanneer de leeromgeving beperkte mogelijkheden heeft. - ondersteunt en stimuleert de leerling/deelnemer in zijn leerproces. - reflecteert samen met leerlingen/cursisten op de leerinhoud - verantwoordt zijn vakdidactische aanpak. Hogeschool Utrecht, juli /119

16 VAKINHOUDELIJK COMPETENT De Leraar NGT beheerst de Nederlandse Gebarentaal op minimaal B2-niveau (binnen het Europees Referentiekader) en het Nederlands met Gebaren (NmG) en afgeleide vormen hiervan. Daarnaast heeft hij kennis van de structuur en de grammatica van de Nederlandse Taal en NGT. Hij heeft grondige kennis van de dovengeschiedenis en dovencultuur en relateert deze kennis aan algemene kennis over maatschappelijke en sociale structuren. Hij kent en participeert in het netwerk van zijn doelgroep en is op die manier op de hoogte van de meest toegepaste communicatiesystemen voor dove, slechthorende, doofblinde en plots/laat-dove mensen. Niveau 1 De student beheerst basale kennis en vaardigheden in de NGT. Hij maakt kennis met de dovencultuur en verwerft inzicht in de verschillende doelgroepen. Indicatoren: de student - gebaart in eenvoudige, bekende situaties - heeft een actieve en passieve basisgebarenschat - heeft een basale kennis van de grammatica NGT - kent communicatieve conventies die gangbaar zijn in het contact met doven (begroeten, aandacht vragen) Zie art. 15 OER-HU. Niveau 2 De student beheerst de NGT op B1/B2- niveau en heeft fundamentele grammaticale kennis van de NGT. De student legt een relatie tussen de horende- en dovencultuur. Indicatoren: de student - gebaart in complexe conversaties - heeft een uitgebreide actieve en passieve kennis van gebaren - begrijpt complexe grammaticale constructies in NGT en past deze toe - zet een conversationele situatie uit de dovencultuur om naar een passende tegenhanger uit de horende cultuur, en omgekeerd Niveau 3 De student beheerst de NGT op B2-niveau en produceert en begrijpt dit op een gemiddeld gebaartempo. De student zet zijn kennis van NGT in om NmG te beheersen en afgeleide vormen daarvan. Indicatoren: de student - gebaart moeiteloos in nieuwe, onbekende situaties - heeft een kennis en beheersing op (near-)nativeniveau van NGT - zet verschillende stijlen en registers van gesproken Nederlands om in NGT en omgekeerd - past gebaren uit NGT ook toe in NmG - vertoont in elke conversationele situatie in NGT het adequate gedrag - legt complexe grammaticale constructies in NGT uit in NGT/NmG/gesproken Nederlands, op een wijze die passend is bij de doelgroep. - informeert leerlingen/cursisten over Dovencultuur en stimuleert hen hieraan deel te nemen Vaardigheden afgestudeerde De student die afstudeert als leraar NGT, is startbekwaam als docent NGT en NmG. De doelgroepen waaraan de docent NGT kan gaan lesgeven zijn zeer divers, bijvoorbeeld vroegdove (prelinguaal) en postlinguaal dove kinderen en laat- en plotsdove volwassenen, slechthorende kinderen en volwassenen, doofblinde mensen maar ook horende kinderen en volwassenen (bijvoorbeeld horende ouders van dove kinderen) alsook horende en dove professionals. De docent zal zich na zijn/haar opleiding verder moeten verdiepen en verbreden in het lesgeven aan bijzondere groepen zoals dove kinderen met een Nederlands gebarentaalachterstand of allochtone doven of allochtone ouders van dove kinderen. De startbekwaamheid van de docent NGT omvat in ieder geval de competenties zoals beschreven in par. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.3. Zie art. 15 OER-HU Hogeschool Utrecht, juli /119

17 2.1.5 Werkveld en functies De docent NGT zal bezig zijn in het doven- en slechthorendenonderwijs (cluster 2 van het speciaal onderwijs) en in het volwassenenonderwijs, maar kan ook in de andere sectoren werkzaam zijn, bijvoorbeeld door het scholen van medisch personeel dat met dove patiënten werkt. Het beroep Leraar NGT is erop gericht mensen die NGT als eerste of als tweede taal leren, te onderwijzen. Naast het onderwijzen van NGT als eerste of tweede taal wordt van de docent NGT verwacht, dat hij ook Nederlands ondersteund met gebaren (NmG) kan onderwijzen en informatie kan aanbieden over de maatschappelijke positie en cultuur van doven. Zie art. 15 OER-HU 2.2 Beroepsprofiel Beroep Tolk Nederlandse Gebarentaal Een mens is een sociaal wezen. Het meest wezenlijke middel om uiting te geven aan sociaal gedrag is de communicatie. De erkenning dat communicatie de basis vormt voor menselijk gedrag en de erkenning dat ieder individu het recht heeft gebruik te maken van zijn of haar meest natuurlijke communicatievorm, is de basis voor de waardeoriëntatie waarop het beroep tolk Nederlandse Gebarentaal is gebaseerd. Dove mensen vormen een minderheidsgroep binnen de samenleving. De onderscheidende factor tussen horende en dove, slechthorende, doofblinde en plots-/laatdove mensen is de communicatievorm. De communicatie van vroegdove mensen is visueel/manueel en van doofblinde mensen tactiel. Veel dove mensen geven de voorkeur aan het voeren van gesprekken in een gebarentaal. Anderen kiezen voor een gebarensysteem (zoals NmG). Gebarentalen zijn ontstaan binnen de dovengemeenschap. Het handalfabet (vingerspelling) is een onderdeel van de gebarentaal. Tolken NGT zullen zich bewust moeten zijn van de diverse communicatiemodaliteiten binnen de dovengemeenschap en dragen zorg voor een juiste boodschapoverdracht in een cultureel passende context. Zie art. 15 OER-HU Uitwerking van beroepsprofiel Wanneer bent u een bekwame tolk? Dat bent u als u in complexe beroepssituaties op de juiste manier weet te handelen. Dat leert u door veel in de praktijk bezig te zijn en door op de opleiding te leren welke keuzes u kunt maken. De keuzes die u kunt maken, hebben te maken met het vak / leergebied, maar ook met u als persoon en met uw handelen vanuit tolktechnische en culturele motieven. Meestal is het een combinatie van die drie. In de bekwaamheidseisen van een tolk wordt die combinatie zichtbaar. Het onderwijs binnen de Faculteit Educatie is competentiegericht beroepsonderwijs. Onder een beroepscompetentie wordt verstaan: het integratieve en ontwikkelbare vermogen tot het uitvoeren van beroepstaken resulterend in beroepsgedrag dat bijdraagt aan wenselijke resultaten). Dit betekent dat de student tijdens zijn opleiding door integratie van kennis, vaardigheden en attitude het vermogen ontwikkelt om verantwoorde beslissingen te nemen op basis waarvan hij/zij adequaat kan handelen in meer complexe beroepssituaties. De competenties en de ontwikkeling van deze competenties is nader uitgewerkt per bacheloropleiding in zogenaamde 'competentiekaarten' 2. 2 De competentiekaarten zijn vastgesteld na feedback van de beroepsverenigingen voor Leraren NGT en Tolken NGT Hogeschool Utrecht, juli /119

18 Voor de bacheloropleiding Tolk NGT zijn geen landelijke beroepscompetenties vastgelegd. De zeven geformuleerde competenties zijn afgeleid van het Beroepsprofiel van de Nederlandse Beroepsvereniging Tolken Gebarentaal (NBTG), zie voor het beroepsprofiel Zie art. 15 OER-HU Competenties beginnende beroepsbeoefenaar Gedurende de vierjarige Bacheloropleiding ontwikkelt de student zijn/haar competenties. Deze ontwikkeling kent drie niveaus, namelijk: Niveau 1 = hoofdfasebekwaam Niveau 2 = afstudeerbekwaam Niveau 3 = startbekwaam De niveaus worden bepaald door de mate van zelfstandigheid waarmee de student zijn/haar taken uitvoert (respectievelijk van onder begeleiding, naar met toezicht en onder begeleiding naar zelfstandig), de mate van complexiteit van de context (respectievelijk van eenvoudig, naar complex naar professioneel) en de mate van volledigheid van handelen (van observeren en verwoorden, naar analyseren en naar toepassen en evalueren). Hieronder volgen de competentiekaarten voor Tolk NGT. INTERPERSOONLIJK COMPETENT De Tolk NGT zorgt ervoor dat er aan de voorwaarden is voldaan om een optimale communicatie tot stand te brengen tussen de klanten en zichzelf. Hij staat ten dienste van de klanten en neemt een onafhankelijke positie in die niet verder reikt dan zijn functie als tolk. De Tolk NGT respecteert de zelfstandigheid en de verantwoordelijkheid van de klanten en toont dat in zijn houding en gedrag naar de klanten. Hij signaleert wanneer er tussen hem en de klanten of tussen klanten onderling een misverstand dreigt te ontstaan in het geval van het niet aankunnen van de opdracht of gemis aan kennis van de wederzijdse cultuur, taal, normen en gebruiken. Hij maakt dit kenbaar aan de klanten en zoekt naar een oplossing. De Tolk NGT beoordeelt adequaat of hij in staat is de opdracht uit te voeren alvorens deze aan te nemen of geeft de opdracht terug indien hij problemen signaleert. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 De student onderkent het belang van een optimale communicatie tussen de klanten en hemzelf. De student heeft een respectvolle houding naar docenten en medestudenten en heeft elementaire kennis van cultuur, normen en gebruiken. De student beheerst elementaire communicatievaardigheden. De student stelt zich qua houding, gedrag en uiterlijk zodanig op dat de aandacht voor het tolken de communicatie tussen klanten zo min mogelijk verstoort. De student signaleert wanneer de tolkopdracht dreigt mis te lopen en kan met ondersteuning van de docent/begeleider een oplossing zoeken. De student neemt een onafhankelijke positie in ten opzichte van de klanten en toont respect voor de zelfstandigheid en de verantwoordelijkheid van de klanten. De student geeft aan bij de klanten als er een misverstand dreigt te ontstaan en overlegt oplossingen. De student beoordeelt of hij een opdracht aankan en/of welke voorbereiding hij moet treffen om de opdracht aan te kunnen Indicatoren: de student - is respectvol. - communiceert door het hanteren van verbale en non-verbale technieken. Indicatoren: de student - vertoont de gewenste culturele houding en gedragingen. - heeft weet van het belang van het toepassen van de juiste taal en Indicatoren: de student - weet de juiste taalregisters te gebruiken, passend bij de tolkopdracht, voor zowel NGT als het Nederlands. Hogeschool Utrecht, juli /119

19 culturele/gedragsregisters in verschillende settings. - maakt contact met de klant. - Maakt een begin met op metaniveau reflecteren op eigen en andermans functioneren op verschillende gebieden (gedrag, talig). - kan tolkstrategieën voor optimale communicatie toepassen en evalueren. - kan op metaniveau reflecteren op eigen en andermans functioneren op verschillende gebieden (gedrag, talig). ORGANISATORISCH COMPETENT De Tolk NGT draagt zorg voor organisatorische zaken en alle aspecten die samenhangen met zijn tolkopdracht. De tolk zorgt voor een gedegen voorbereiding op de uit te voeren tolkopdracht door zich te laten informeren over plaats, tijd en in het bijzonder de inhoud van de opdracht (door bijvoorbeeld vooraf informatie op te vragen). Hij bepaalt samen met de klanten zijn plaats in de setting en draagt mede zorg voor optimale omstandigheden van licht en geluid. Dit alles om een optimale en effectieve communicatie tot stand te brengen. Niveau 1 De student plant zijn eigen werkzaamheden (taken en afspraken) en ordent zijn materialen. De student draagt zorg voor een goede administratie van zijn taken. Niveau 2 De student hanteert, een effectieve planning voor het uitvoeren van zijn tolkopdracht en overlegt met de klanten de optimale communicatiemethode en modaliteit. De student heeft kennis van zijn positie in de ruimte die leidt tot een optimale communicatie. Niveau 3 De student hanteert zelfstandig een effectieve planning voor het uitvoeren van zijn tolkopdracht en houdt de administratie bij. De tolk positioneert zich dusdanig dat een optimale communicatie wordt bereikt. Indicatoren: de student (studiegericht) - plant zijn eigen werk en heeft zijn materialen op tijd bij de hand. - weet wat er van hem wordt verwacht en kent de gehanteerde regels. Indicatoren: de student (tolkgericht) - bepaalt de plaats in overleg met horende en dove klant(en). - is in staat de mogelijkheden te verkennen van de tolksetting en te beïnvloeden zodanig dat een optimale communicatie tot stand wordt gebracht. - is in staat een tolkopdracht op een goede manier voor te bereiden. Indicatoren: de student (integreren) - bereidt voorafgaand aan of ter plekke de tolkopdracht de inhoud voor. - legt contact met de horende en dove klant(en). - positioneert zich vooraf, tijdens, en aan het einde van de tolkopdracht op een correcte manier. - is in staat een eigen onderneming te in stand te houden. Hogeschool Utrecht, juli /119

20 COMPETENT IN SAMENWERKEN MET COLLEGA S De Tolk NGT zet zijn eigen deskundigheid en ervaring in ter ondersteuning van collega-tolken. Hij uit geen kritiek op zijn collega-tolken en klanten tijdens een tolksituatie, maar geeft zijn feedback buiten de tolksituatie. Indien hij meent dat een collega niet volgens de beroepscode handelt dan wijst hij zijn collega daarop of wendt zich tot de geëigende instanties. De Tolk NGT neemt zijn zwijgplicht in acht tijdens collegiale contacten. De Tolk NGT is in staat om te werken in teamverband en stemt zijn activiteiten af op collega-tolken. Niveau 1 De student onderkent het belang van het goed onderhouden van contacten met medestudenten. De student geeft en ontvangt feedback en laat zien wat hij hiermee doet. Hij neemt deel aan lessen die aangeboden worden binnen SLB en SLB-bijeenkomsten. Niveau 2 De student voert zijn tolkopdracht uit met in acht neming van de beroepscode en bespreekt informatie uit zijn tolkopdracht met zijn medestudenten met in achtneming van zwijgplicht. Hij neemt deel aan bijeenkomsten waarin ervaringen worden uitgewisseld. Niveau 3 De student geeft en ontvangt feedback van zijn collega s op zijn werkzaamheden en houdt te allen tijden de beroepscode in acht voor hemzelf en zijn collega s. De student zet zijn deskundigheid en ervaring in voor de ontwikkeling van zijn beroepsgebied. De student is in staat om zijn activiteiten af te stemmen op collega-tolken. Indicatoren: de student - vraagt naar en benut feedback van docenten op de opleiding en medestudenten. - maakt afspraken met docenten op de opleiding en medestudenten en houdt zich hieraan. - geeft aan wat hij wel/niet kan. Indicatoren: de student - vraagt hulp aan collega s/medestudenten en biedt hulp aan. - neemt verantwoordelijkheid voor zijn taken. - draagt, onder toezicht, bij aan de ontwikkeling van zijn vakgebied. - werkt volgens de in de organisatie geldende afspraken, procedures en systemen. - levert en ontvangt feedback op de juiste manier. Indicatoren: de student - stelt eigen grenzen vast: is duidelijk over wat hij (niet) wil of kan. - levert zelfstandig een bijdrage aan de ontwikkeling en verbetering van zijn vakgebied. - verantwoordt zijn opvattingen en werkwijze aangaande samenwerken met collega s binnen de organisatie/instelling. - is in staat te tolken in teamverband. - neemt zijn zwijgplicht in acht - levert en ontvangt feedback aan/van medestudenten, mentoren en docenten. Hogeschool Utrecht, juli /119

21 COMPETENT IN SAMENWERKEN MET DE OMGEVING De Tolk NGT onderhoudt goed contact met zijn klanten en zijn omgeving. Hij zorgt ervoor dat er een vertrouwensband ontstaat tussen hem, de klanten en zijn omgeving. Hij bewaart strikte geheimhouding over wat hij tijdens een tolksituatie hoort of ziet en maakt geen misbruik van de informatie die hij door het tolken verkregen heeft. De tolk reageert op informatie waaruit blijkt dat het mentaal of fysiek welzijn van derden in gevaar kan komen of zelfs hun leven in gevaar kan brengen, door dit te melden bij de daartoe aangewezen instanties. De tolk handelt adequaat in alle mogelijke tolksituaties en houdt daarbij rekening met sociale en culturele verschillen. Niveau 1 De student onderkent het belang van (het onderhouden van) een goed contact met potentiële klanten en omgeving en het wederzijds vertrouwen. De student start met het leggen van contacten in de Doven-wereld. Niveau 2 De student onderhoudt contacten in de Dovenwereld. De student is zich bewust van sociale en culturele verschillen. De student komt afspraken na. Niveau 3 De student gaat een vertrouwensband aan met de klanten en zijn omgeving. Hij tolkt onder begeleiding en houdt rekening met sociale en culturele verschillen. De student gebruikt een passend register en gedrag in elke situatie. Indicatoren: de student - heeft een sociale, open houding. - neemt zwijgplicht in acht tijdens observaties in het werkveld. - kan een afweging maken m.b.t. wat wel en niet verteld kan worden over een tolksituatie. - weet grenzen te hanteren in de contacten in de Dovenwereld. Indicatoren: de student - werkt samen met de mentor en laat gedrag zien dat past in de tolksituatie. - heeft regelmatig contact met de stagebegeleider en betrekt deze bij het leerproces. - treedt dove en horende klanten gelijkwaardig tegemoet. - Neemt de zwijgplicht in acht. - heeft kennis van het belangen afwegen van de partijen die betrokken zijn bij de communicatie. Indicatoren: de student - heeft regelmatig contact met de tolkmentor - betrekt de mentor bij het leerproces - neemt zwijgplicht in acht tijdens het tolken in het werkveld. - treedt dove en horende klanten gelijkwaardig tegemoet. - houdt zich aan de beroepscode. - maakt de juiste keuze in het afwegen van de belangen van partijen die betrokkenen zijn bij de communicatie. Hogeschool Utrecht, juli /119

Leraar / Tolk Nederlandse Gebarentaal

Leraar / Tolk Nederlandse Gebarentaal Studiegids Bacheloropleiding Leraar / Tolk Nederlandse Gebarentaal 2017-2018 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2017 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 De opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel Leraar Nederlandse

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar / Tolk Nederlandse Gebarentaal

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar / Tolk Nederlandse Gebarentaal Studiegids Bacheloropleiding Leraar / Tolk Nederlandse Gebarentaal 2015-2016 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel

Nadere informatie

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent

Nadere informatie

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT DE SBL competenties COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Aantekenformulier van het assessment PDG

Aantekenformulier van het assessment PDG Aantekenformulier van het assessment PDG Kandidaat: Assessor: Datum: Een startbekwaam docent voldoet aan de bekwaamheidseisen voor leraren in het tweedegraadsgebied (zie competentie 1 t/m 7 op de volgende

Nadere informatie

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Student: Opleidingsassessor: Studentnummer:. Veldassessor:. Datum: Een startbekwaam

Nadere informatie

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van: Pro-U assessment centrum Eigendom van: Blad 1 Persoonlijke gegevens Naam en voorletters Adres Postcode en woonplaats Telefoonnummer Mobiel nummer Onderwijsinstelling E-mailadres Docentbegeleider Geboortedatum

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen: 1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en

Nadere informatie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO

Nadere informatie

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 1. INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding aan leerlingen (individueel en in

Nadere informatie

1 Interpersoonlijk competent

1 Interpersoonlijk competent 1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en

Nadere informatie

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren Let op: momenteel wordt gewerkt aan een instrument dat beoordeelt aan de hand van de nieuwe bekwaamheidseisen

Nadere informatie

1/8. Voor leerkrachten zijn 7 bekwaamheden geformuleerd:

1/8. Voor leerkrachten zijn 7 bekwaamheden geformuleerd: 1/8 informatie Wet BIO In de Wet BIO staat de kwaliteit van het onderwijspersoneel centraal, want daarmee staat of valt de kwaliteit van het onderwijs. Het doel van de Wet BIO is: een minimumniveau van

Nadere informatie

Competentievenster 2015

Competentievenster 2015 Windesheim zet kennis in werking Competentievenster 2015 TWEEDEGRAADS LERARENOPLEIDING WINDESHEIM Inleiding 3 Het competentievenster van de tweedegraads lerarenopleidingen van Hogeschool Windesheim vormt

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen docenten LC vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie Formulier tussenevaluatie Naam student: Studentnummer: Naam school / onderwijsinstelling: Naam werkplekbegeleider: Naam instituutsopleider: Datum: Beoordeling Niet

Nadere informatie

Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten

Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten 1. Interpersoonlijk competent Een interpersoonlijk competente leraar/lerares schept een vriendelijke

Nadere informatie

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Tijdens de DON bijeenkomst van 13 november 2013 hebben we in kleine groepen (daltoncoördinatoren en directeuren) een lijst met competenties/bekwaamheden

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen docenten LD vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie

1. Interpersoonlijk competent

1. Interpersoonlijk competent 1. Interpersoonlijk competent De docent BVE schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer in het contact met deelnemers en tussen deelnemers, en brengt een open communicatie tot stand. De docent BVE geeft

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis Rapport Docent i360 Naam Angela Rondhuis Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Studiegids. Associate degree opleiding. Schrijftolk 2015-2016

Studiegids. Associate degree opleiding. Schrijftolk 2015-2016 Studiegids Associate degree opleiding Schrijftolk 2015-2016 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel Schrijftolk...

Nadere informatie

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen Daniëlle Ramp, competentie ontwikkeling, oriënterende stage 1. Interpersoonlijk competent Contact maken Stimuleren om op een eigen manier te leren Klimaat voor scheppen 2. Pedagogisch competent Begeleiding

Nadere informatie

Competentiekaarten Fontys Lerarenopleidingen. Hogescholen

Competentiekaarten Fontys Lerarenopleidingen. Hogescholen Competentiekaarten Fontys Lerarenopleidingen Hogescholen Zeven competenties Een leraar is competent in belangrijke beroepsituaties als hij de juiste taken (doelstellingen) kan formuleren en de daaruit

Nadere informatie

Competentiekaarten. Fontys Lerarenopleidingen vo/bve

Competentiekaarten. Fontys Lerarenopleidingen vo/bve Competentiekaarten Fontys Lerarenopleidingen vo/bve Zeven competenties Een leraar is competent als hij in belangrijke beroepsituaties de juiste taken (doelstellingen) kan formuleren en de daaruit voortvloeiende

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift HOGESCHOOL ROTTERDAM Pedagogisch didactisch getuigschrift Pedagogisch Didactisch Getuigschrift Handleiding voor de coach Instituut voor Lerarenopleidingen Versie 24.11.16 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3

Nadere informatie

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 Interpersoonlijke competentie Kern 1.2 Inter-persoonlijk competent Communiceren in de groep De student heeft zicht op het eigen communicatief gedrag in de klas

Nadere informatie

MASTER LGL COMPETENTIES

MASTER LGL COMPETENTIES MASTER LGL COMPETENTIES Preambule De master opleiding FHTL veronderstelt dat de studenten hun bachelor behaald hebben en dus startbekwaam zijn. Deze bekwaamheid vertaalt zich door naar de onderstaande

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis Rapport Docent i360 Naam Angela Rondhuis Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor je ligt het

Nadere informatie

kempelscan K1-fase Eerste semester

kempelscan K1-fase Eerste semester kempelscan K1-fase Eerste semester Kempelscan K1-fase eerste semester 1/6 Didactische competentie Kern 3.1 Didactisch competent Adaptief omgaan met leerlijnen De student bereidt systematisch lessen/leeractiviteiten

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 SFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/ecursie

Nadere informatie

Workshop zelfbeoordelingslijst PARTNERS IN PASSEND ONDERWIJS

Workshop zelfbeoordelingslijst PARTNERS IN PASSEND ONDERWIJS Workshop zelfbeoordelingslijst Competentieprofiel Voor leerkrachten die werken met het protocol leesproblemen en dyslexie. 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk en didactisch

Nadere informatie

Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum:

Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum: A Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse Naam docent: F.Kok Datum: 5-12-2013 Het Lesplan; de student; Omschrijving Bereidt zich voor op de lessen en zorgt ervoor dat alle

Nadere informatie

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep.

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep. Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep. Competentie 1.1: Stimuleert een respectvolle omgang binnen de groep.

Nadere informatie

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Eindproduct (aankruisen) X in beeld/lesgeven op pad/ecursie aan

Nadere informatie

Zelfevaluatie. Inleiding:

Zelfevaluatie. Inleiding: Sabine Waal Zelfevaluatie Inleiding: In dit document heb ik uit geschreven wat mijn huidige niveau is en waar ik mij al zoal in ontwikkeld heb ten opzichte van de zeven competenties. Elke competentie heb

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 1 (jaar 1) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

CP Resultaten QuickScan

CP Resultaten QuickScan CP Resultaten QuickScan Interpersoonlijk competent 1.1 Hij maakt contact met de leerlingen en hij zorgt ervoor dat zij contact kunnen maken met hem en zich op hun gemak voelen. score: 83% 1.2 Hij geeft

Nadere informatie

5. Product ontwikkeld binnen het KIGO project Doorlopende Coach Actieve coach ; penvoerder was Edudelta College.

5. Product ontwikkeld binnen het KIGO project Doorlopende Coach Actieve coach ; penvoerder was Edudelta College. SBL competenties toegespitst op de Doorlopende Coach 1. Type product/dienst Instrument 2. Doelgroep Docenten/begeleiders Teamleiders/locatieleiders 3. Hoe competent ben jij als doorlopende coach? Deze

Nadere informatie

1 Interpersoonlijk competent

1 Interpersoonlijk competent 1 Interpersoonlijk competent De leraar voorbereidend hoger onderwijs moet ervoor zorgen dat er in de groepen waarmee hij werkt, een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van

Nadere informatie

Leraar basisonderwijs LA FUNCTIEBESCHRIJVING

Leraar basisonderwijs LA FUNCTIEBESCHRIJVING Leraar basisonderwijs LA FUNCTIEBESCHRIJVING Context De werkzaamheden worden verricht op een school voor basisonderwijs. De leraar LA geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, levert een bijdrage aan de

Nadere informatie

Leraar basisonderwijs LB

Leraar basisonderwijs LB Leraar basisonderwijs LB Functiewaardering: 43343 43333 43 33 Salarisschaal: LB Werkterrein: Onderwijsproces -> Leraren Activiteiten: Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden, overdragen

Nadere informatie

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD ILS Nijmegen Mei 2009 Voorwoord: Dit voorstel voor een competentieprofiel van de spd is ontworpen op verzoek van de directies van ILS- HAN en ILS-RU door de productgroep

Nadere informatie

goed / aantoonbaar uitstekend / voorbeeld - toont betrokkenheid, stelt zich voldoende open in het contact naar de deelnemer

goed / aantoonbaar uitstekend / voorbeeld - toont betrokkenheid, stelt zich voldoende open in het contact naar de deelnemer 1. Interpersoonlijk Competent De docent zorgt voor een prettig leef- en werkklimaat. De docent die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding, schept een vriendelijke en coöperatieve

Nadere informatie

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013 ALEANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013 Deze monitor is ingevuld op basis van een eerste gesprek, een lesobservatie en een nagesprek (soms in andere

Nadere informatie

Competenties in relatie tot het Protocol Vermoedens van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbuik

Competenties in relatie tot het Protocol Vermoedens van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbuik Competenties in relatie tot het Protocol Vermoedens van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbuik Competenties Het werken met een protocol, zoals het protocol Vermoedens van huiselijk

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1. 1 INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.4 Onderwijs- en examenregeling... 4 2. TOELATING TOT DE OPLEIDING...

Nadere informatie

Competentieprofiel instructeurs

Competentieprofiel instructeurs Competentieprofiel instructeurs 1) Actuele Kennis & Vaardigheden van Eerste Hulp Dit is de elementaire kennisstof en de bijbehorende vaardigheden die ten grondslag liggen aan Eerste Hulp onderwijs. Deze

Nadere informatie

kempelscan P2-fase Studentversie

kempelscan P2-fase Studentversie kempelscan P2-fase Studentversie Pedagogische competentie Kern 2.1 Pedagogisch competent Pedagogisch handelen Je draagt bij aan een veilige leef- en leeromgeving in de groep O M V G Je bent consistent

Nadere informatie

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat KIJKWIJZER PEDAGOGISCH-DIDACTISCH HANDELEN IN DE KLAS School : Vakgebied : Leerkracht : Datum : Groep : Observant : 1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat (SBL competenties 1 en 2) 1.1* is

Nadere informatie

Pluspunt Een professioneel voorbeeld zijn voor leerlingen en in gesprek blijven over de vraag hoe gaan we met elkaar om.

Pluspunt Een professioneel voorbeeld zijn voor leerlingen en in gesprek blijven over de vraag hoe gaan we met elkaar om. Reflectie op de deeltaken; start bekwaam INTERPERSOONLIJK COMPETENT Je zorgt ervoor dat er in de groep een prettig leef- en werkklimaat is. Je geeft op een goede manier leiding, schept een vriendelijke

Nadere informatie

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven. Procedure en criteria voor het beoordelen van studenten in de beroepspraktijk Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Nadere informatie

Studiegids. Masteropleiding. Dovenstudies / Leraar Nederlandse Gebarentaal

Studiegids. Masteropleiding. Dovenstudies / Leraar Nederlandse Gebarentaal Studiegids Masteropleiding Dovenstudies / Leraar Nederlandse Gebarentaal 2012-2013 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2012 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1

Nadere informatie

Assessment Startbekwaam

Assessment Startbekwaam Assessment Startbekwaam Rapportage Studiejaar 2014-2015 Hogeschool Rotterdam Instituut voor Lerarenopleidingen 1 Basisgegevens KANDIDAAT Voor- en achternaam: Studentnummer: Opleiding: Studentstatus: Naam

Nadere informatie

goed / aantoonbaar uitstekend / voorbeeld - toont betrokkenheid, stelt zich voldoende open in het contact naar de deelnemer

goed / aantoonbaar uitstekend / voorbeeld - toont betrokkenheid, stelt zich voldoende open in het contact naar de deelnemer 1. Interpersoonlijk Competent De docent zorgt voor een prettig leef- en werkklimaat. De docent die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding, schept een vriendelijke en coöperatieve

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics)

Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics) Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics) Beschrijving van het beoordelingsinstrument Niveaus Er worden in dit beoordelingsinstrument vier niveaus onderscheiden

Nadere informatie

Competentieprofiel onderwijsassistent voor de periode 2012-2015

Competentieprofiel onderwijsassistent voor de periode 2012-2015 Competentieprofiel onderwijsassistent voor de periode 2012-2015 De volgende competentie domeinen zijn beschreven: Competentie 1: Competentie 2: Competentie 3: Competentie 4: Competentie 5: Competentie

Nadere informatie

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent BOL leerjaar 2 in 2011-2012 Verdiepingsfase OAS praktijk 2011-2013 volgens het Kwalificatiedossier 2010. naam: klas: Loopbaanbegeleider: 1= startniveau 2=aardig

Nadere informatie

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE BIJLAGE D: SFORMULIEREN BEROEPSPRODUCTEN Bij de beroepsproducten wordt steeds een variant op onderstaand formulier gebruikt. De nadere invulling van de variant is afhankelijk van de geselecteerde criteria

Nadere informatie

Studiegids. Masteropleiding. Dovenstudies / Leraar Nederlandse Gebarentaal 2015-2016

Studiegids. Masteropleiding. Dovenstudies / Leraar Nederlandse Gebarentaal 2015-2016 Studiegids Masteropleiding Dovenstudies / Leraar Nederlandse Gebarentaal 2015-2016 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel

Nadere informatie

Bijlage 1 Competenties in de opleiding tot tweedegraads leraar

Bijlage 1 Competenties in de opleiding tot tweedegraads leraar Bijlage 1 Competenties in de opleiding tot tweedegraads leraar Inleiding In dit stuk beschrijven we de competenties van de tweedegraads leraar en de concretisering daarvan in leerdoelen en gedragsindicatoren

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraren

Bekwaamheidseisen leraren Concept eindversie december 2003 Bekwaamheidseisen leraren Stichting Beroepskwaliteit Leraren en ander onderwijspersoneel 2 Inleiding Wat goed onderwijs is, wordt bepaald door de samenleving. Die stelt

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN M.11i.0419 De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN versie 02 M.11i.0419 Naam notitie/procedure/afspraak Visie op professionaliseren Eigenaar/portefeuillehouder Theo Bekker

Nadere informatie

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de Multisource Feedback Er zijn drie verschillende formulierensets Multisource Feedback (MSF) beschikbaar in het digitaal portfolio: Bij de MSF (collega s) is het verplicht minimaal 3 collega s een vragenlijst

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS De ondersteuner passend onderwijs is werkzaam in een team van professionals dat wordt aangestuurd door een ondersteuningsmanager. De ondersteuner passend

Nadere informatie

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift Post-HBO Onderwijs Instituut voor Lerarenopleidingen Pedagogisch Didactisch Getuigschrift De rol en taken van de coach 2016-2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Wat wordt er van de coach zoal verlangd?...

Nadere informatie

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 Functie-informatie Functienaam Docent LD Type 1 Salarisschaal 12 Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een instelling voor voortgezet

Nadere informatie

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Matt Huntjens ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/excursie

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Gerwin Haveman ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op

Nadere informatie

STAGE WERKPLAN ABV (Docent Beeldend)

STAGE WERKPLAN ABV (Docent Beeldend) Fontys Hogeschool voor de kunsten STAGE WERKPLAN ABV (Docent Beeldend) hoofdfase Student: Jan Willem Luiten Sophia van Wurtemberglaan 33 5616BN Eindhoven GSM 06 14 95 45 38 Studentnummer: 2186061 mail:

Nadere informatie

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl - 2 - Voorwoord

Nadere informatie

De vijf kerncompetenties van het competentieprofiel beginnend hbo-docent

De vijf kerncompetenties van het competentieprofiel beginnend hbo-docent 1 De vijf kerncompetenties van het competentieprofiel beginnend hbo-docent Een competentie is een bekwaamheid die tot uiting komt (in kritische beroepssituaties) in effectief gedrag. Deze bekwaamheid is

Nadere informatie

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3* Competentiekaart verzorgende IG (de eisen ten aanzien van loopbaan en de burgerschapsdimensies zijn in de kaart verwerkt, behalve de politiek-juridische dimensie die geheel op school wordt behandeld) Competentiekaart

Nadere informatie

Beoordelingsformulieren. Aanpassingen

Beoordelingsformulieren. Aanpassingen Beoordelingsformulieren Aanpassingen 2018-2019 Opzet praktijkbeoordeling Oud Nieuw SBL-competenties Kerntaken en deeltaken (opleidingsprofiel) 10 geselecteerde algemene Centrale Criteria 23 Indicatoren

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING EN -WAARDERING. Herman Broerenstichting Leraar LB

FUNCTIEBESCHRIJVING EN -WAARDERING. Herman Broerenstichting Leraar LB FUNCTIEBESCHRIJVING EN -WAARDERING Leraar LB Mei 2013 Opdrachtgever Auteur Clara van Sparwoudestraat 1 2612 SP Delft M. van Ommeren P.P.J.G. Janssen Project 5VBBA4431 1 FUNCTIE INFORMATIE Functienaam Organisatie

Nadere informatie

Beoordelingsrapport. Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V.

Beoordelingsrapport. Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V. Beoordelingsrapport Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V. Beoordelingsrapport van: mevr. K. Rozegeur Dit beoordelingsrapport is gemaakt op: 8 juli 2010 Beoordelingsperiode: augustus

Nadere informatie

Functiebeschrijving schoolcoördinator BO

Functiebeschrijving schoolcoördinator BO Functiebeschrijving schoolcoördinator BO FUNCTIE INFORMATIE Functienaam Schoolcoördinator PO (met lesgevende taken) Salarisschaal 10 Werkterrein Management -> schoolmanagement - lesgeven Activiteiten Beleids-

Nadere informatie

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Gerwin Haveman ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven x

Nadere informatie

C.1 Delen en deelnemen

C.1 Delen en deelnemen COLLEGIALE SAMENWERKING C.1 Delen en deelnemen De leraar levert een oplossingsgericht bijdrage aan algemene taken in het team en aan de onderwijskundige en pedagogische ontwikkeling van de school. De leraar

Nadere informatie

Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd

Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd 2016-2017 Inleiding: Bij Studie en Werk 1B word je beoordeeld op je leerproces én je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. De beoordeling

Nadere informatie

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan de docenten.

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan de docenten. Fontys Hogeschool voor de kunsten STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING Student: Mariska Gerritsen Studentnummer: 2173355 Jaar: 3 Dt Stageschool: Sint Lucas Stagebegeleider: H. van Gogh B. Vermogen

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Scholingsaanbod Onderwijsassistent. Versie:

Scholingsaanbod Onderwijsassistent. Versie: Scholingsaanbod Onderwijsassistent. Versie: 16-10-2014 De basis van dit scholingsaanbod wordt gevormd door de vormen van onderwijs handelen en het competentieprofiel van de onderwijsassistent De vijf vormen

Nadere informatie

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LC Type 1

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LC Type 1 FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LC Type 1 Functie-informatie Functienaam Docent LC Type 1 Salarisschaal 11 Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een instelling voor voortgezet

Nadere informatie

COMPETENTIES MA GPW. Master Godsdienst pastoraal werk/ geestelijke verzorging. Wijzigingen: Behandeld door: Status: Datum:

COMPETENTIES MA GPW. Master Godsdienst pastoraal werk/ geestelijke verzorging. Wijzigingen: Behandeld door: Status: Datum: Titel Subtitel FHTL COMPETENTIES MA GPW Master Godsdienst pastoraal werk/ geestelijke verzorging Aan dit document werkten mee: Chr. t Mannetje Hans Jonker Wijzigingen: Behandeld door: Status: Datum: vastgesteld

Nadere informatie

Feedbackformulier voor docenten t.b.v. het beoordelingsgesprek met een docent. Graafschap College

Feedbackformulier voor docenten t.b.v. het beoordelingsgesprek met een docent. Graafschap College Feedbackformulier voor docenten t.b.v. het beoordelingsgesprek met een docent Graafschap College Naam docent over wie feedback gegeven wordt: Suzanne Jansen Naam feedbackgever: Pascal Eskes I Algemeen

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1 Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1 Dit profiel bevat de taken en competenties voor de schoolopleider en de schoolcoördinator, geordend naar de bekwaamheidsgebieden van de Velon beroepsstandaard.

Nadere informatie

Studiegids. Bacheloropleiding. Milieukunde (duaal)

Studiegids. Bacheloropleiding. Milieukunde (duaal) Studiegids Bacheloropleiding Milieukunde (duaal) 2016-2017 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2016 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1 Beroep...

Nadere informatie

Competentieprofiel van de opleider CHVG

Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider per competentiegebied 0. Competentiegebied: handelen als expert De opleider beantwoordt aan het competentieprofiel van de betreffende

Nadere informatie

Bijlage 6. Competenties in de opleiding tot tweedegraads leraar. Inleiding

Bijlage 6. Competenties in de opleiding tot tweedegraads leraar. Inleiding Bijlage 6 Competenties in de opleiding tot tweedegraads leraar De tekst bevat een beschrijving van de competenties voor het leraarschap die de basis is van de gehele lerarenopleiding van de HvA Onderwijs

Nadere informatie