Studiegids. Masteropleiding. Dovenstudies / Leraar Nederlandse Gebarentaal

Transcriptie

1 Studiegids Masteropleiding Dovenstudies / Leraar Nederlandse Gebarentaal Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2015

2 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding Beroepsprofiel master Dovenstudies Beroep Uitwerking van beroepsprofiel Competenties afgestudeerde Vaardigheden afgestudeerde Werkveld en functies Beroepsprofiel master Leraar NGT Beroep Uitwerking beroepsprofiel Competenties beginnende beroepsbeoefenaar Vaardigheden afgestudeerde Opleidingsprofiel Algemeen Doelstelling opleiding Het hbo-masterniveau van de opleiding Didactische uitgangspunten Inrichting opleiding Opleidingsvarianten Versnelde opleidingsroutes Getuigschriften Graden en titulatuur Opleidingsstructuur Programma s Stages en stagewaardigheid Afstuderen Examencommissie Instelling en benoeming Samenstelling Taken en bevoegdheden Verzoekschrift Voorzieningen Begeleiding ICT-faciliteiten Algemeen MijnHU SharePoint OSIRIS Student Wachtwoord Informatiebeveiliging en privacy Registratie studievoortgang Studenten Informatie Punt (STIP) Studievereniging Opleidingscommissies Contactgegevens Cursussen Cursusdeelname Inschrijving voor cursussen Aanwezigheidsplicht Ingangseisen Cursusbeschrijvingen Tentamens en examens 35 2/86

3 4.1 Introductie Vrijstellingen Organisatie tentamens Tentamenvorm en -duur Tentamenrooster Inschrijving en deelname (her)tentamens Voorzieningen in geval van een functiebeperking Legitimatieplicht bij tentamens Gang van zaken tijdens tentamens Beoordeling Toekennen resultaat en inzage Onregelmatigheden / fraude Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk Geldigheidsduur resultaten Diplomering Procedure afgifte diploma Aantekening cum laude of met genoegen Roosters HU-onderwijsjaarrooster Vakanties en vrije dagen Lesdagen en -tijden Openingstijden gebouwen Roosterinformatie en -wijzigingen Klachten, bezwaar en beroep Inleiding Bezwaar Beroep Beroep aantekenen Hoger beroep Klachten Klacht indienen Herzieningsverzoeken bij klachten Ongewenst gedrag Schema klachten, bezwaar en beroep Studentzaken Studiebegeleiding Profileringsfonds Studentendecaan Centrum Studiekeuze Vertrouwenspersoon Studentenarts Bureau Studentenpsychologen Mediation Studeren met een functiebeperking Verbetering taalvaardigheden Bibliotheek Internationalisering Medezeggenschap Inspraakorganen Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten Studium Generale Studentenvereniging Algemeen Bestuursbeurs Topsport Trajectum Sport /86

4 8.19 Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren Verzekeringen: aansprakelijkheid, ongevallen en reisverzekering Over de HU Algemene informatie Onderwijsprofiel HU Bachelor- en masterstelsel Hogeschool- en faculteitsregelingen Orderegels Kwaliteitszorg Organogram HU Locaties HU Algemene informatie faculteit Educatie (FE) Algemeen Organogram faculteit Contactgegevens Plattegrond Praktische voorschriften en aanwijzingen Faciliteiten In- en uitschrijven voor de opleiding Studiekosten, eigen bijdragen en tegemoetkoming Collegegeld Kosten voor boeken en leermiddelen Overige kosten Financiële tegemoetkoming Bijlagen Onderwijs- en examenregeling Cursusbeschrijvingen Overige regelingen Uitgebreide omschrijving competenties master Dovenstudies/Leraar NGT Omschrijving van de competenties master Dovenstudies Omschrijving van de competenties master Leraar NGT Docentenoverzicht Deze studiegids is op 8 mei 2015 vastgesteld door de instituutsdirecteur, gevolgd door een positief advies van de (G)OC en goedgekeurd door de faculteitsdirecteur op 19 juni /86

5 1 Voorwoord Beste student, Voor u ligt de studiegids van de Masteropleiding Dovenstudies / Leraar Nederlandse Gebarentaal. We hopen dat u bij onze opleiding een prettige en succesvolle studietijd heeft. In deze studiegids vindt u belangrijke spelregels en nuttige informatie over uw studie. Hogeschool Utrecht biedt vraaggestuurd en competentiegericht onderwijs. Competentiegericht wil zeggen dat u vaardigheden opdoet die aansluiten bij het beroepsleven ( 2.1). Met vraaggestuurd onderwijs streven wij er naar het onderwijs en de ondersteuning eromheen zo in te richten dat u zich in en tijdens uw studie kunt ontwikkelen op een manier die ú belangrijk vindt en die bij u past. Hieronder vindt u informatie over de belangrijkste aspecten van uw studie. Invloed van de student Veel van onze mogelijkheden zijn ontwikkeld en verbeterd op initiatief van uw medestudenten. De hogeschool beschouwt u dan ook als partner; u maakt deel uit van onze kennisgemeenschap. De HU hecht veel waarde aan uw mening en ideeën. Dat begint al bij de evaluaties van alle cursussen, waar u als student uw oordeel en verbetertips kunt geven. Ook organiseren we op opleidingen en faculteiten onderwijsdialogen, waarin we samen in gesprek gaan over uw opleiding en alles eromheen. De HU ondersteunt actief deelname van studenten in opleidingscommissies en medezeggenschapsorganen (8.13). We vragen u elk jaar de NSE (Nationale Studenten Enquête) in te vullen. En bent u bijzonder tevreden over het onderwijs van die ene docent(e), nomineer hem/haar dan als docent(e) van het jaar! Verbreden en verdiepen Veel opleidingen kennen afstudeerrichtingen waarmee u zich kunt specialiseren op een onderdeel van uw vakgebied. Ook is er Studium Generale dat inspirerende programma s aanbiedt. Wat anders? U kunt uw studietijd natuurlijk ook benutten om u zo breed mogelijk te ontwikkelen, en extra ervaring buiten uw reguliere studie op te doen. Denkt u erover bestuurlijk actief te worden in bijvoorbeeld een studievereniging, een gezelligheidsvereniging of een studentensportclub (8.18)? Of combineert u topsport met een studie (8.16)? Ook kunt u ervaring opdoen in medezeggenschap en opleidingscommissies. Er is van alles denkbaar dat door de HU actief ondersteund wordt. Studievertraging Het kan gebeuren dat uw studie niet verloopt zoals u dat graag zou willen. Als dat komt door bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld ziekte of familieomstandigheden, dan zijn er verschillende regelingen waarop u een beroep kunt doen. Als u door uw persoonlijke situatie tentamens mist, kunt u om een extra herkansing vragen (4.3.3). En had u een studiebeurs, maar studeert u door deze omstandigheden zo lang dat u er geen recht meer op heeft? Dan is er wellicht een mogelijkheid tot financiële ondersteuning (8). In al deze gevallen geldt: meld het zo spoedig mogelijk aan uw coach (2.6.1) of uw studentendecaan (0)! Het is natuurlijk niet wenselijk dat u (veel) te lang over uw studie doet. Om dat te voorkomen, bieden opleidingen soms inhaaltrajecten aan. Die worden via MijnHU bekend gemaakt. Heeft u een functiebeperking? Mogelijk heeft u dan meer tijd nodig voor uw studie, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. De hogeschool kent een breed scala aan voorzieningen die u in uw studie kunnen ondersteunen (8.9). Problemen en klachten Heeft u problemen die uw studie negatief kunnen beïnvloeden? Of vragen omdat u niet precies weet waar u terecht kunt? Bij uw coach (2.6.1) of een studentendecaan (0) bent u daarmee aan het juiste adres; zij kunnen u adviseren of doorverwijzen. Als u klachten heeft over de bejegening door studenten of medewerkers, kunt u ook een vertrouwenspersoon (8.5) inschakelen. Als er sprake is van een escalerende situatie kunnen onze studentmediators helpen om verdere escalatie te voorkomen en de samenwerking weer te herstellen (8.8). En gaat er binnen de HU iets fout of bent u het niet eens met een besluit? Op elke faculteit of opleiding is een klachtenloket waar u terecht kunt met bezwaren en klachten (7.1). Ook hiervoor is de studentendecaan het eerste aanspreekpunt. 5/86

6 Wat verwacht de HU van u? Wij streven ernaar u een opleiding en studieklimaat te bieden waarin u zich optimaal kunt ontplooien. Daarvoor is het nodig dat iedere student zich aan de interne regels houdt (9.1.4). Ongewenst gedrag (bijvoorbeeld intimidatie, hat s, verbaal of fysiek geweld) wordt niet getolereerd. Als u een diploma haalt, moet u dat ook hebben verdiend: fraude (4.4.2) wordt niet getolereerd. Zeker als dit gevolgen heeft voor onschuldige medestudenten doordat tentamenresultaten ongeldig worden verklaard, zijn de straffen zwaar. Zowel ongewenst gedrag als fraude kan leiden tot verwijdering van de opleiding. Er zijn heel veel mogelijkheden bij de HU om een prettige studietijd te hebben. U vindt het merendeel terug in deze studiegids. Lees de gids goed door voordat u aan uw studie begint. Is iets niet duidelijk of kunt u bepaalde informatie niet vinden, kijk dan op MijnHU of vraag het uw coach (2.6.1) of de onderwijsbalie (2.6.3). We wensen u een prettige studietijd en veel succes in dit studiejaar. Mede namens alle collega s die aan uw opleiding bijdragen, Henny van der Neut en Hans Post Instituut voor Gebaren, Taal & Dovenstudies 6/86

7 2 Inrichting van de opleiding De masteropleiding kent twee specialisaties: master Dovenstudies en Leraar NGT. In paragraaf 2.1 en 2.2 volgt een uitwerking per specialisatie. 2.1 Beroepsprofiel master Dovenstudies Beroep De afgestudeerde master Dovenstudies werkt met dove en slechthorende mensen, onder wie ook laat- en plotsdoven, doofblinden of mensen met zowel een auditieve als een andere beperking. Afhankelijk van zijn functie werkt hij 1 met een van deze deelpopulaties of met meerdere. Hij kan ook werken met horende professionals of andere betrokkenen die in contact staan met dove en slechthorende mensen. Dit kan zijn in het onderwijs, in de zorg, of in een andere maatschappelijke context. Hij begeleidt (multidisciplinaire) processen aangaande allerlei aspecten van communicatie van de doelgroep waarmee hij werkt vanuit een gepast cultureel referentiekader. De ondersteuning van de emancipatie van dove en slechthorende mensen in de maatschappij staat voorop. Met zijn helikopterview levert de afgestudeerde master Dovenstudies een bijdrage aan een wereld waaraan iedereen mee kan doen en is hij een onmisbare schakel in de verbetering van de maatschappelijke positie van dove en slechthorende mensen. Zie art. 12 OER-HU Uitwerking van beroepsprofiel Bij de uitwerking van het beroepsprofiel Dovenstudies worden de volgende accenten gelegd. De afgestudeerde master Dovenstudies is gericht op samenwerking, kan vanuit zijn eigen expertise problemen signaleren binnen de (multi-)disciplinaire context waarin hij werkt en is in staat oplossingsgericht nieuwe wegen in te slaan, met gevoel voor de inter-persoonlijke processen die gepaard gaan met veranderingsprocedures. Hiertoe is hij vaardig in zijn eigen beroep en kan hij de vaardigheden en competenties, die hij heeft ontwikkeld in de masteropleiding, goed toepassen. Hieronder valt in ieder geval een grondige kennis van praktijkgericht onderzoek en van de Dovengemeenschap, de Dovencultuur en de verschillende communicatiemogelijkheden. De afgestudeerde master kan goed samenwerken en collega s of werknemers coachen. De afgestudeerde master Dovenstudies kan een probleem signaleren, in de context plaatsen, onderzoek ernaar doen en hierover rapporteren. Hij zal hierbij de resultaten van nationaal en internationaal praktijkgericht onderzoek toepassen en implementeren Competenties afgestudeerde Afgestudeerden van de Master Dovenstudies hebben in hun beroepspraktijk te maken met dove en slechthorende mensen. Tot die doelgroep behoren ook laat- en plotsdoven, doofblinden en mensen die zowel een auditieve als een andere beperking hebben. Afhankelijk van de specifieke beroepssituatie werkt hij met een of meerdere van deze deelpopulaties. Hij is toegerust met een helikopterview wat hem in staat stelt een bijdrage te leveren aan een wereld waarin iedereen participeert. De afgestudeerde master vormt daarin een onmisbare schakel in de verbetering van de maatschappelijke positie van dove en slechthorende mensen. In dit document zijn de competenties beschreven voor afgestudeerden van de Master Dovenstudies. Er worden zes competenties onderscheiden voor de Master Dovenstudies, namelijk: 1. Vakmatig methodisch competent 2. Organisatorisch bestuurlijk competent 1 Voor hij en zijn kan ook zij en haar worden gelezen. 7/86

8 Studiegids Masteropleiding Dovenstudies / Leraarr Nederlandse Gebarentaal Sociaal communicatief competent Reflectief competent Competent in intern en extern functioneren Competent in het sturen van de eigen ontwikkeling en ontwikkeling van het beroep Een uitgebreide omschrijving van de inhoud van elke competentie is te vinden in paragraaf De competenties zijn afgeleid van de beroepseisen en het niveau waarop de competentie wordt beheerst is vastgesteld in overeenstemming met de zogenaamdee Dublin Descriptoren. Wat betreft het onderzoekend vermogen van de Master Dovenstudies worden de eindtermen gehanteerd zoals die faculteitsbreed zijn vastgesteld in het document Uitwerking eindtermen onderzoek in leerlijnen (november 2013), Beleidsteam Onderzoek Faculteit Educatie. Hieronder is een nadere uitwerking gegeven van elkee competentie door indicatoren vast te stellen waarmee een afgestudeerde Master Dovenstudies aantoont de competentie op het gestelde niveau te beheersen. De uitwerking met indicatoren zijn samengevat op een zogenaamde competentiekaart. In elke module van het curriculum wordt aan een aantal competenties gewerkt. Of deze competenties zijn verworven, wordt getoetst met de toetsvormen die aan de betreffende modulen zijn gekoppeld. Deze koppelingen worden in de modulebeschrijvingen aangegeven. Competentiekaarten Master Dovenstudies 1. Vakmatig methodischh competent kennis van en inzicht in het multidiscplinaire gebied van Dovenstudies. Toepassing van kennis en inzicht wordt getoond in het omschrijven van complexe problemen in de huidige werkpraktijk als in nieuwe onbekende situaties, gerelateerd aan het domein van Dovenstudies. Hij verdiept zich door middel van nationale en internationale literatuur. Indicatoren: toont kennis van de Dovencultuur, waaronder de Nederlandse Gebarentaal, Nederlands met gebaren en andere communicatievormen; toont kennis van de Nederlandse en internationale culturele aspecten van de Dovengemeenschap; toont kennis van het maatschappelijk functioneren van dove en slechthorende mensen, waaronder sociale voorzieningen en faciliteiten; toont kennis van de houding ten opzichte van Doven en andere populaties met auditieve beperkingen (disability studies); verdiept zich in een aspect van de Dovencultuur door het raadplegen van relevante nationale en internationale literatuur; legt een koppeling tussen theorie en huidige praktijk door middel van casusbespreking of het bespreken van een complex probleem in zijn huidige werkpraktijk. 8/86

9 Studiegids Masteropleiding Dovenstudies / Leraarr Nederlandse Gebarentaal Organisatorisch bestuurlijk competent kennis van en inzicht in de maatschappelijke vraagstukken die spelen binnen het domein van Dovenstudies. Hij past deze kennis toe in de signalering van maatschappelijke vraagstukken op zijn werkplek en analyseert deze door middel van (inter)nationale literatuur. Hij heeft kennis van en inzicht in veranderingsprocessen om de emancipatie en participatie van leden te ondersteunen en te begeleiden. Indicatoren: omschrijft een maatschappelijk vraagstuk dat speelt binnen zijn eigen werkplek; analyseert het vraagstuk aan de hand van relevante nationale en internationale literatuur; toont kennis van veranderingsprocessen, waaronder paradigma's en modellen van veranderen en innoveren, organisatiecultuur en aspecten van planning, budget en incentive en training bij verandering; toont inzicht in strategieën en interventies in verander en innovatietrajecten en plaatst zijn eigen persoonlijke kwaliteiten ten dienstee van deze trajecten; toont inzicht in veranderingsprocessen door het doen van concretee en uitvoerbare aanbevelingenn met het doel om bij te dragen aan het maatschappelijk vraagstuk. 3. Sociaal communicatief competent kennis van en inzicht in communicatieve aspecten die samenhangen met slechthorendheid en doofheid vanuit een voor de deelpopulatiee relevant cultureel kader. Hij creert een veilig sociaal communicatievee omgeving binnen ten minste een van de deelpopulaties en ondersteunt en/of begeleidt horende en dove professionals of andere betrokkenen in de borging van optimale communicatie. Indicatoren: toont inzicht in communicatieve aspecten binnen verschillende maatschappelijke settings (e.g. onderwijs, gezondheidszorg etcetera); herkent problemen als gevolg van onvoldoende communicatie in relatie tot de maatschappelijke setting; toont inzicht in de gevolgen van onvoldoende communicatie in relatie tot de maatschappelijke setting; heeft een adequate culturele communicatieve houding ten opzichte van doven en slechthorenden; formuleert een advies aan professionals en anderen ter optimalisering van de communicatie tussen horenden, doven en slechthorenden. 9/86

10 Studiegids Masteropleiding Dovenstudies / Leraarr Nederlandse Gebarentaal Reflectief competent vaardig in het reflecteren over zijn eigen handelen, over zijn beroepspraktijk en over zijn eigen beroepstaak in het bijzonder. Hij maakt een afgewogen oordeel door een kritische beschouwing van informatie, waarbij hij rekening houdt met sociaal maatschappelijke verantwoordelijkheden en ethische beginselen. Indicatoren: toont een kritische reflectie verslag over het handelen in de beroepspraktijk; toont een kritische reflectie verslag over zijn leerprocessen; neemt een genuanceerd standpunt in ten aanzien van maatschappelijke vraagstukken en onderbouwt deze met evidentie afkomstig uit de literatuur; reflecteert kritisch op de gevonden literatuur door te vergelijken en eventuele tegenstrijdige evidente te benoemen; verbindt een conclusie aan zijn reflectie en formuleert deze helder en transparant 5. Competentt in intern en extern functionerenn Is op de hoogte van ontwikkelingen en uitdagingen in de organisatie en buiten de eigen organisatie en samenwerkingsverbandenn van organisaties. Hij motiveert en begeleidt anderenn binnen zijn organisatie en draagt op constructieve wijze bij aan ontwikkelingen op lokaal, nationaal en internationaal niveau. Hij is in staat zijn kennis, motieven en overwegingen ondubbelzinnig over te brengen op derden en schrijft een helderee en transparante rapportage van zijn eigen onderzoek. Indicatoren: toont goede communicatieve vaardigheden in woord/ /gebaar en schrift; beschrijft zijn organisatie en toont daarmee zijn kennis van de organisatie waarin hij werkt en of heeft beschrijft zijn netwerk als zelfstandig ondernemer; heeft een heldere en transparante schrijfstijl. 10/86

11 Studiegids Masteropleiding Dovenstudies / Leraarr Nederlandse Gebarentaal Competentt in het sturen van de eigen ontwikkeling en ontwikkeling van het beroep Is in staat zijn eigen ontwikkeling te volgen en dat van zijn vakgebied. Hij bezit leervaardigheden om grotendeels zelfstandig en autonoom zichzelf te ontwikkelen. Hij draagt bij aan de ontwikkelingen op zijn vakgebied door het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Indicatoren: monitort zijn eigen ontwikkeling en herkent wanneer bijsturing noodzakelijk is; toont kennis van de empirische onderzoekscyclus; toont kennis van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden; toont kennis van basale statische analyses voor dataverwerking; toont inzicht in het uitvoeren van onderzoeksmethoden in verschillende opdrachten; doorloopt de empirische onderzoekscyclus in een praktijkgericht onderzoek en toont dit in een helder geschreven rapportage; formuleert aanbevelingen voor de praktijk naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek Vaardigheden afgestudeerde Afgestudeerden van de masteropleiding Dovenstudies kunnen adequaat handelen bij complexe vragen in allerlei situaties in het werkveld. Dit werkveld is breed en beslaat zoals gezegd, het onderwijs, de zorg of een andere maatschappelijke context. De dove of slechthorende persoon staat centraal en wordt ondersteund vanuit een emancipatorisch perspectief. De master kan coördinerende taken uitvoeren. Begeleiding en coaching van mensen binnen en buiten de eigen werksituatie behoort tot zijn taken. Voorts wordt er van afgestudeerden verwacht dat zij een bijdrage kunnen leveren aan de kennisnetwerken op het gebied van doofheid en/of slechthorendheid en Dovencultuur. Het ontwikkelen van best practices (voorbeelden uit de praktijkk die hun nut bewezen hebben) en kenniscirculatie is een speerpunt zowel tijdens de opleiding als daarna in het werkveld. De afgestudeerde master Dovenstudies is in staat zelfstandig praktijkgericht onderzoek te initiëren en uit te voeren en hierover te rapporteren en resultaten van onderzoek desgewenst te (helpen) implementeren. Hij beschikt in ieder geval over de competenties zoals beschreven in par Zie art. 12 OER-HU. 11/86

12 2.1.5 Werkveld en functies De afgestudeerde master Dovenstudies kan werkzaam zijn in bijvoorbeeld de volgende domeinen. - Onderwijs: de vier clusters van de regionale expertisecentra 2 ; het regulier en speciaal basisonderwijs; het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs; initiële lerarenopleidingen basis- en voortgezet onderwijs (PABO en NLO); andere hbo-opleidingen (bv. Tolk/Leraar NGT); het schoolmanagement in bovenstaande instellingen; de educatieve zorgstructuur (gezinsbegeleidingsdiensten, ambulante begeleiding, andere samenwerkingsverbanden e.d.); - Paramedische gezondheidszorg, bijvoorbeeld: logopedie; ergotherapie; - Algemene gezondheidszorg; - Geestelijke gezondheidszorg: psychiatrie; psychologie; - (Culturele) antropologie; - Geschiedenis; - (Ortho-)pedagogiek; - Sociologie; - Taalwetenschap. Uit een behoeften-onderzoek in het werkveld (KPMG 2003) is gebleken dat professionals met een master Dovenstudies werkzaam kunnen zijn als beleidsmedewerkers, groepswerkers, onderzoekers, ontwikkelaars of stafmedewerkers. 2.2 Beroepsprofiel master Leraar NGT Beroep De afgestudeerde master Leraar NGT wordt in staat geacht op hbo- of wo-niveau onderwijs te kunnen ontwikkelen en verzorgen in en over NGT/NmG, met ingebedde kennis over en van de Dovengemeenschappen in Nederland en daarbuiten Uitwerking beroepsprofiel Bij de uitwerking van het beroepsprofiel Leraar NGT worden de volgende accenten gelegd. De afgestudeerde master leraar NGT kent de literatuur en recente ontwikkelingen op het gebied van lexicon, fonologie, morfo-syntaxis, semantiek en pragmatiek van NGT, maar ook internationale literatuur over andere gebarentalen. Ontwikkelingen op het gebied van Dovencultuur, zowel de Nederlandse als die van andere landen worden gevolgd en ingebed in bestaande kennis, alsook verwerkt in onderwijsmateriaal. De afgestudeerde master leraar NGT kan praktijkgericht onderzoek doen naar NGT en/of NmG en het gebruik ervan en naar Dovencultuur. 2 Cluster 1: visueel gehandicapt (blind, slechtziend); Cluster 2: auditief gehandicapt (doof en slechthorend) en ernstige spraak-taalproblemen; Cluster 3: lichamelijk gehandicapte kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen of meervoudig gehandicapte kinderen; Cluster 4: kinderen met gedragsproblemen (zeer moeilijk opvoedbare kinderen) of psychiatrische problemen (pedologische instituten) en langdurig zieke kinderen; (Na de stelselherziening Passend Onderwijs gaat het om het landelijk speciaal onderwijs van cluster 1 en 2; of het regionaal speciaal onderwijs waarin cluster 3 en 4 zullen opgaan) 12/86

13 2.2.3 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar Afgestudeerden van de Master Leraar NGT zijn eerstegraads docenten NGT/NmG en zijn werkzaam binnen alle vormen van het Nederlandse onderwijs: hbo/wo, Basis Volwassenen Educatie, Speciaal (Voortgezet) Onderwijs, Voortgezet onderwijs, basisonderwijs, andere onderwijsinstellingen en zorginstellingen of als zelfstandig ondernemer. De doelgroep waaraan de docent lesgeeft kan zeer divers zijn. Dit vereist dat hij grondige kennis heeft van de didactische behoeften van elke doelgroep en zijn kennis kan inzetten om materiaal en methoden te ontwikkelen in/over NGT, NmG en Dovencultuur voor uiteenlopende doelgroepen (bijvoorbeeld dove kinderen met een gebarentaalachterstand, allochtone doven of allochtone ouders van dove kinderen). Het lesgeven in of het adviseren over het gebruik van gebaren bij slechthorenden of mensen met meervoudige handicaps valt ook onder zijn expertise. Met zijn helikopterview levert de afgestudeerde een bijdrage aan zijn vakgebied door het initiëren van praktijkgericht onderzoek, hierover te rapporteren en de resultaten desgewenst te implementeren en te evalueren. In dit document zijn de competenties beschreven voor afgestudeerden van de Master Leraar NGT. Er worden acht competenties onderscheiden voor de Master Leraar NGT. De competenties volgen de SBL-competenties en zijn aangescherpt om te voldoen aan de masternormen. Er is een competentie toegevoegd aan de oorspronkelijke SBL-competenties, namelijk Vakinhoudelijk competent. De reden voor deze toevoeging is om expliciet de kennisbasis van de eerstegraads leraar NGT te omschrijven omdat deze kennisbasis niet beschikbaar is op landelijk niveau. 1. Inter-persoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Didactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in samenwerking met collega s 6. Competent in samenwerking met de omgeving 7. Vakinhoudelijk competent 8. Competent in reflectie en ontwikkeling Een uitgebreide omschrijving van de inhoud van elke competentie is te vinden in paragraaf De competenties zijn afgeleid van de beroepseisen en het niveau waarop de competentie wordt beheerst is vastgesteld in overeenstemming met de zogenaamde Dublin Descriptoren. Wat betreft het onderzoekend vermogen van de Master Leraar NGT worden de eindtermen gehanteerd zoals die faculteitsbreed zijn vastgesteld in het document Uitwerking eindtermen onderzoek in leerlijnen (november 2013), Beleidsteam Onderzoek Faculteit Educatie. Hieronder is een nadere uitwerking gegeven van elke competentie door indicatoren vast te stellen waarmee een afgestudeerde Master Dovenstudies aantoont de competentie op het gestelde niveau te beheersen. De uitwerking met indicatoren zijn samengevat op een zogenaamde competentiekaart. Aan elke competentie zijn de vakken uit het curriculum van de Master Dovenstudies gekoppeld waarin aan deze competentie wordt gewerkt. Deze vakken gaan vergezeld van de bijbehorende toetsingsvorm(en), waarmee de aanwezigheid van de desbetreffende competenties worden vastgesteld. 13/86

14 Studiegids Masteropleiding Dovenstudies / Leraarr Nederlandse Gebarentaal Competentiekaarten Master Leraar NGT 1. Interpersoonlijk competent zorgen voor een prettig leef cooperatieve sfeer en tot stand brengen van een open communicatie. Hij en werkklimaat., door goed leidinggeven, scheppen van een vriendelijke en bevordert de zelfstandigheid van leerlingen/cursisten en speelt in op specifieke begeleidingsbehoeften bij leerlingen/cursisten. Indicatoren: toont kennis van en inzicht in de leer en begeleidingsbehoeften van de verschillende doelgroepen waaruit zijn leerlingen/cursisten kunnen bestaan; stimuleert de samenwerking met en tussen leerlingen/ /cursisten door het inzettenn van verschillende, bestaande en zelf ontworpen, werkvormen; beschrijft en verklaart de communicatiepatronen in de groepen waarmee hij werkt en speelt hierop in; verantwoordt de omgang met (cultureel heterogene) groepen door relevante theoretische en methodischee inzichten; is flexibel in het aanpassen van zijn communicatie en communicatievorm (NGT, NmG of een afgeleide vorm daarvan) aan de leerling/cursist. 2. Pedagogisch competent bevorderen van de sociaal emotionele en morele ontwikkeling van de leerling/cusisten en hen ondersteunen in de ontwikkeling van een zelfstandig en verantwoordelijk persoon binnen een multiculturele en bilinguale samenleving. Hij onderzoekt continu de ambities en mogelijkheden van zijn leerlingen/cursistenn en of deze optimaal worden benut en stuurt bij. Leerlingen/cursisten voelen zich welkom en wordenuitgedaagd om zich de stof eigente makenenverantwoordelijkheid voor elkaar te nemen. Indicatoren: toont kennis van de sociaal emotionele ontwikkeling van verschillende doelgroepen die tot zijn leerlingen/cursisten kunnen behoren; toont kennis van ontwikkelingstheorieën bij kinderen en adolescenten; toont kennis van de Dovencultuur; toont kennis van een multiculturele, bilinguale samenleving; ontwerpt een plan van aanpak om het sociale klimaat en cohesie te bewerkstelligen of te bevorderen aan de hand van kennis over veranderingsprocessen; evalueert de sociaal emotionele (en morele) ontwikkeling van een individuele leerling/cursist, trekt hieruit conclusies en stelt zo nodig zijn handelen daarop af; signaleert problemen in zijn groep en lost deze zelfstandig op. 14/86

15 Studiegids Masteropleiding Dovenstudies / Leraarr Nederlandse Gebarentaal Didactisch competent ondersteunen van leerlingen/cursisten in het eigenmaken van de bagage die tot de kerndoelen van het NGT onderwijs behoren. Hij creëert een krachtige leeromgeving op planmatige, theoretisch verantwoorde manier en durft vernieuwend te zijn. De leerinhouden zijninnauweafstemming opdebehoeftes van de groep, rekening houdend met individuele verschillen en verschillen tussen doelgroepen, en zijn verantwoord door adequaat onderzoek naar de specifieke leerbehoeftes van leerlingen/cursisten. De leeropbrensten worden continu gemonitord. Indicatoren: toont kennis van didactische theorieen en methodes voor L1 en L2 onderwijs; stemt didactische methodes af op de doelgroep en beargumenteert zijn keuzes; beargumenteert de leerinhoud van zijn lessen aan de hand van evaluatief onderzoek naar de leerbehoeftes van de leerlingen/cursisten; ontwerpt leeractiviteiten die passen bij de leerbehoeftes van de doelgroep/leerling/cursist; stemt zijn niveau van communicatie in NGT/NmG af op het niveau van zijn leerlingen/cursisten; ontwerpt adequate toets en beoordelingsinstrumenten; maakt gebruik van moderne middelen, waaronder ICT middelen. 4. Organisatorisch competent zorgdragen voor organisatorische zaken en alle aspecten van klassenmanagement die samenhangen met zijn onderwijs en het leerproces van de leerlingen/ /cursisten. Leerlingen/cursisten weten waar ze aan toe zijndoorop een consequentie manierconcrete en functionele afspraken te maken. Het is duidelijk wat de ruimte is voor eigen initiatief van de leerling/cursist, wat hun taken en verantwoordelijkheden zijn. Diverse organisatievormen,middelen en materialen worden toegepast. Indicatoren: toont kennis van en inzicht in organisatorische processen; stelt een heldere planning op en communiceert deze met leerlingen/ /cursisten; beschrijft de organisatie van zijn onderwijs en instelling; organiseert gesprekken met leerling/cursisten om voortgang te bespreken; administreert alle zaken die samenhangenn met zijn onderwijs (bijvoorbeeld beoordelingen, aanwezigheid, lesvoorbereidingen etcetera). 15/86

16 Studiegids Masteropleiding Dovenstudies / Leraarr Nederlandse Gebarentaal Competentt in samenwerken met collega's zorgdragen voor een goede afstemming tussen zijn werk en dat van zijn collega's en/of op zijn netwerk. Hij draagt bij aan het goed functioneren vandeschool/instantie/instelling waar hij werkt of waaraan hij verbonden is als zelfstandig ondernemer. Hij heeft een voortrekkersrol in het stimuleren van een goed pedagogisch, vakinhoudelijk en didactisch klimaat. Hij heeft een goed contact met zijn collega's en geeft en ontvangt feedback op zijn functioneren. Hij levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling en verbetering vanzijn werkplek door het inzetten van onderzoeksvaardigheden. Indicatoren: geeft constructieve feedback aan zijn collega's aangaande zijn/haar functioneren in het onderwijs; ontvangt constructieve feedback van zijn collega's en past de feedback toe op zijn functioneren in het onderwijs; houdt rekening met zijn collega's en de belangen van de organisatie/ /instelling waar hij werkt; werkt samen in een multidisciplinair team; verantwoord zijn functioneren binnen de organisatie/instelling aan zijn collega's; onderzoekt zijn werkveld door het inzetten van zijn kennis en vaardigheden in verschillende onderzoeksmethodes. 6. Competentt in samenwerken met de omgeving onderhouden van contacten met de familie van leerlingen/cursisten en instanties/organisaties die een rol spelen in de ondersteuning van doven en slechthorenden. Hij is zich bewust van zijn netwerk waarin hij zijn lessen NGT verzorgt. Hij verantwoordt zijn professionele opvattingen en werkwijzen aan derden en ondersteunt deze door recente nationale en internationale literatuur op zijn vakgebied. Indicatoren: onderhoudt op een open en constructievee manier contacten met ouders, verzorgers of andere belanghebbenden indien hij werkt met kinderen; toont een ondernemende instelling om zijn netwerk te onderhouden en uit te breiden; verantwoordt zijn professionale opvattingen met gebruikmaking van nationale en internationale literatuur; verzorgt aansprekende voorlichting over zijn instelling/ /organisatie; beschrijft zijn netwerk adequaat met oog voor de samenhang tussen instellingen/organisaties. 16/86

17 Studiegids Masteropleiding Dovenstudies / Leraarr Nederlandse Gebarentaal Vakinhoudelijk competent beheersing van de NGTopminimaal B2 niveau (binnenn het Europees Referentiekader), het Nederlands met Gebaren en afgeleide vormen daarvan. Hij heeft grondige taalkundige kennis van het Nederlands en de NGT en trekt cross linguïstische verbanden met een andere gebarentaal. Hij heeft gedegen kennis van de dovengeschiedenis en dovencultuur en relateert deze kennis aan algemene kennis over maatschappelijke en sociale structuren. Hij houdt zijn vakgebied bij met behulp van nationale en internationale literatuur. Indicatoren: toont kennis van de Nederlandse grammatica en de ontwikkeling daarvan bij eerste en tweede taalverwerving; toont kennis van de grammaticale structuren in de NGT, en de ontwikkeling bij eerste en tweede taalverwerving, voor zover de literatuur dat toelaat; legt een verband tussen grammaticale structuren in de NGT en een andere gebarentaal; toont kennis van de dovengeschiedenis en dovencultuur; formuleert een probleemstelling en onderzoeksvraag die tot doel heeft de bestaande kennis op zijn vakgebied uit te breiden; kadert zijn probleemstelling en onderzoeksvraag met nationale en internationale literatuur. 8. Competentt in reflectiee en ontwikkeling verantwoordelijk voor zijn eigen ontwikkeling en professionalisering. Hij verantwoordt zijn beroepsopvatting en professionele bekwaamheid, houdt de ontwikkelingen op zijn vakgebied bij en speelt een voortrekkersrol in het verbeteren van de beroepspraktijk door het zelfstandig uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Hij benoemt zijn sterke en zwakke kanten en werkt op een planmatige manier om zijn competentieprofiel in evenwicht te brengen en te versterken. Indicatoren: beargumenteertt de keuzes die hij maakt in zijn professioneel handelen aan de hand van nationale en internationale literatuur; maakt een sterkte zwakte analyse van zijn professionelee handelen; maakt een plan van aanpak om zijn competentieprofiel in evenwicht te brengen en te versterken; bepaalt en beargumenteert een conventionele onderzoeksmethode om een praktijkgericht probleem te verbetern of op te lossen; past de onderzoeksmethode adequaat toe en analyseert de resultaten; rapporteert zijn onderzoeksresultaten op heldere en transparante manier Vaardigheden afgestudeerde De student die afstudeert als master Leraar NGT is bekwaam als eerstegraads docent NGT/NmG. De doelgroepen waaraan de docent NGT kan lesgeven zijn zeer divers, maar het niveau waarop hij functioneert is hbo-master.(zie 2.3.3). De docent kan didactisch materiaal en cycli of methoden ontwikkelen in/over NGT, NmG en Dovencultuur voor bijzondere groepen, zoals dove kinderenn met een gebarentaalachterstand, allochtone doven, of allochtone ouders van dove kinderen. Ook het lesgeven in of het adviseren over het gebruik van gebaren bij slechthorenden of mensen met meervoudige handicaps valt onder zijn expertise. De alumnus is in staat zelfstandig praktijkgericht onderzoek te initiëren en uit te voeren en hierover te rapporteren en resultaten van onderzoek desgewenst te (helpen) implementeren. De afgestudeerde master Leraar NGT beschikt in ieder geval over de competenties zoals beschreven in par Zie art. 12 OER-HU. 17/86

18 2.2.5 Werkveld en functies De afgestudeerde master Leraar NGT kan werkzaam zijn binnen alle vormen van het Nederlandse onderwijs 3 : HBO en WO, Basis Volwassenen Educatie, Speciaal (Voortgezet) Onderwijs, Basisonderwijs, Voortgezet Onderwijs, Andere onderwijsinstellingen, Zorginstellingen. Hij is vakdocent NGT en kan voor alle doelgroepen onderwijs verzorgen in een passende culturele context. De doelgroepen zijn horende, dove en slechthorende kinderen en volwassenen, met of zonder andere beperkingen. 2.3 Opleidingsprofiel Algemeen De didactiek van de opleiding staat in het teken van competentiegericht onderwijs. Hierbij wordt gestreefd naar een optimale balans tussen levensechte praktijkopdrachten en verdiepende lesprogramma s en trainingen. Zie voor de didactische uitgangspunten par Doelstelling opleiding De opleiding heeft als doel haar studenten op te leiden voor een functie op masterniveau en elke afgestudeerde student dient aan een groot aantal (beroeps)eisen te voldoen. De eindkwalificaties van de opleiding zijn op hun beurt weer afgeleid van die beroepseisen Het hbo-masterniveau van de opleiding De HU heeft als taak om u als student op te leiden voor een functie op hbo-masterniveau. Daarom moet u als afgestudeerde voldoen aan een groot aantal (beroeps)competenties die zijn afgeleid van het beroepsprofiel. Om het niveau van beroepsuitoefening te bepalen worden de volgende vijf samenhangende criteria gehanteerd: Uitwerking hbo-masterniveau van de masteropleiding Dovenstudies/Leraar NGT aan de hand van de Dublin-descriptoren (second cycle) per specialisatie: Masteropleiding Dovenstudies Kennis en Inzicht De afgestudeerde master Dovenstudies heeft aantoonbare kennis en inzicht op het gebied van de Dovencultuur en de communicatiemogelijkheden en communicatiewensen van dove en slechthorende mensen, waaronder kennis over de Nederlandse Gebarentaal, Nederlands met gebaren en andere communicatievormen. Tevens heeft hij kennis van en inzicht in het maatschappelijk functioneren van dove en slechthorende mensen. Ook kent hij de sociale voorzieningen en faciliteiten. Het omgaan met dove en slechthorende mensen in het onderwijs, de zorg en andere sectoren vergt een professionele houding van zowel de afgestudeerde master Dovenstudies als van andere professionals. De afgestudeerde master Dovenstudies is in staat om een originele bijdrage te leveren aan het 3 Ook kunnen Leraren NGT werkzaam zijn als zelfstandige (ZZP er). 18/86

19 ontwikkelen en/of toepassen van kennis over de Dovencultuur en communicatiemogelijkheden van dove en slechthorende mensen, en kan deze kennis peilen aan de internationale ontwikkelingen op deze gebieden. Hij is op de hoogte van de recente nationale en internationale literatuur. Toepassen kennis en Inzicht De afgestudeerde master Dovenstudies is in staat bovenstaande kennis, inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen, zowel in zijn huidige werkpraktijk als in nieuwe en onbekende omstandigheden in een multidisciplinaire context, die gerelateerd is aan het domein Dovenstudies. Hij kan reeds bestaande en nieuwe kennis integreren en kan met complexe materie omgaan zoals het begeleiden van veranderingsprocessen als resultaat van nieuwe kennis en de implementatie daarvan in de bestaande beroepspraktijk. Oordeelsvorming De afgestudeerde master Dovenstudies is in staat om op grond van onvolledige of beperkte informatie oordelen te formuleren; dit is vooral belangrijk met betrekking tot het werken met andere professionals die minder op de hoogte zijn van de issues die spelen in het domein van Dovenstudies. Daarbij wordt rekening gehouden met sociaal-maatschappelijke verantwoordelijkheden, met name de wetgeving op het gebied van de rechten en plichten van dove en slechthorende kinderen en volwassenen. Ethische verantwoordelijkheden die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen, vormen een belangrijk element in het gehele domein van Dovenstudies en dienen expliciet geformuleerd te kunnen worden. Communicatie De afgestudeerde master Dovenstudies is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten. Dit kan in het Nederlands zijn of in de Nederlandse Gebarentaal of een andere communicatievorm (bijvoorbeeld vierhandengebaren). Leervaardigheden De afgestudeerde master Dovenstudies bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter. Masteropleiding Leraar NGT Kennis en Inzicht De afgestudeerde master Leraar NGT heeft aantoonbare kennis en inzicht in het lesgeven in en over de Nederlandse Gebarentaal en NmG, in de grammatica van de NGT en in de gebruikers van NGT, ingebed in de juiste culturele context voor de doelgroep waaraan lesgegeven wordt. Deze kennis en dit inzicht overstijgen het bachelorniveau en verbreden en verdiepen dit. De afgestudeerde is in staat een originele bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van kennis over de didactiek van NGT, de grammatica van NGT en van de Nederlandse Dovencultuur, en kan deze kennis peilen aan de internationale ontwikkelingen op deze gebieden. Hij is op de hoogte van de recente nationale en internationale literatuur. Toepassen Kennis en inzicht De afgestudeerde master Leraar NGT kan zijn kennis, inzicht en probleemoplossende vermogens toepassen in nieuwe en onbekende omstandigheden binnen een brede of multidisciplinaire context, die gerelateerd is aan het taalgebied van NGT en ingebed is in de Dovencultuur of in de juiste culturele context voor mensen met verschillende vormen van auditieve beperking. Hij is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. Oordeelsvorming De afgestudeerde master Leraar NGT is in staat op grond van onvolledige of beperkte informatie oordelen te formuleren; hij koppelt hierbij zijn praktijkkennis en ervaring aan recente theoretische inzichten. Bij het ontwikkelen van lesmateriaal over NGT en/of NmG en over Dovencultuur en bij het lesgeven aan een van de verschillende doelgroepen wordt rekening gehouden met sociaal- 19/86

20 maatschappelijke, didactische en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. Communicatie De afgestudeerde master Leraar NGT is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten. Dit kan in het Nederlands zijn, in de Nederlandse Gebarentaal of met een andere communicatievorm (bijvoorbeeld vierhandengebaren). Leervaardigheden De afgestudeerde master Leraar NGT bezit de leervaardigheden die hem in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter. Het masterniveau van studenten van de masteropleiding Dovenstudies/Leraar NGT wordt vooral bereikt door middel van: 1. gastcolleges, die ten minste vier keer per jaar worden gehouden. Daarin gaan (internationale) deskundigen in op recente ontwikkelingen op hun vakgebied, 2. verplichte, deels internationale wetenschappelijke literatuur, 3. hoogopgeleide docenten, 4. het afronden van de diverse onderwijseenheden, waaronder een Masterproef (15 EC). Masterproef: Voor de masterproef doet de student onderzoek naar een onderwerp binnen de eigen beroepspraktijk. Dit studieonderdeel wordt beoordeeld door twee examinatoren van het IGTD. In sommige gevallen kunnen de beide examinatoren besluiten een derde deskundige te vragen om mee te lezen. Dit kan iemand zijn die binnen of buiten de HU werkzaam is. Deze persoon is geen examinator en zijn taak is om in de fase van begeleiding deskundig advies te geven bij de inhoud van de masterproef en niet om de masterproef te beoordelen. De masterproef mag in het Engels geschreven worden, maar dat is niet verplicht. Een presentatie maakt verplicht deel uit van de afronding van de masterproef. Alle producten van de student, inclusief feedback van medestudenten, feedback en beoordelingen van de docenten en de studiebegeleider worden opgenomen in een digitaal portfolio in de elektronische leeromgeving (ELO) Didactische uitgangspunten Alle opleidingen van Hogeschool Utrecht zijn opgebouwd volgens een competentiegericht onderwijsmodel. Een competentie is de combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om een taak in een bepaalde (beroeps)context uit te oefenen. Voor ons onderwijs betekent dit het volgende: Het onderwijs richt zich op het verwerven van beroepscompetenties: het in samenhang verwerven van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten waarmee beroepstaken worden uitgevoerd, binnen of buiten Nederland. Leren is een doelgerichte activiteit van u als student. Het onderwijs stimuleert daarom actief en zelfstandig leren. De docent ondersteunt en coacht uw leerproces en is inhoudelijk expert op een bepaald competentiegebied. Het leren vindt zoveel mogelijk plaats in realistische leeromgevingen, waarbij leertaken lijken op beroepstaken. Moderne media worden ingezet. Leermomenten op de opleiding en in de beroepspraktijk beïnvloeden elkaar positief. Leren is een sociaal en interactief proces, u leert nooit alleen. Daarom werkt u in uw opleiding veel samen: met andere studenten, met docenten en met professionals uit de praktijk. Om vast te stellen op welk niveau u de competenties beheerst, zijn er periodiek toetsen waaraan u deelneemt. De toetsen worden beoordeeld en geven u inzicht in de vorderingen van uw leerproces. 20/86

21 De didactiek van de opleiding staat in het teken van competentiegericht onderwijs. Hierbij wordt gestreefd naar een optimale balans tussen levensechte praktijkopdrachten en verdiepende lesprogramma s en trainingen. De opleiding kent daarmee verschillende onderwijsvormen: Coaching: ondersteuning en coaching binnen en buiten de opleiding. Theorieonderwijs: hoorcolleges, responsie- en werkcolleges en zelfstudieopdrachten. Practicumonderwijs/werkgroepbijeenkomsten: trainingen in kleine groepen (max. 20 studenten) die erop zijn gericht dat de student zich methodische kennis eigen maakt en specifieke beroepsvaardigheden oefent. (Les)praktijkvorming: gekoppeld aan theorie/praktijkopdrachten Praktijkbegeleiding: begeleiding van de praktijkopdrachten vanuit de opleiding en eventueel vanuit de instelling. Supervisie: in kleine groepen of individueel met docent gericht op reflectie op eigen beroepsontwikkeling. Casus-/projectonderwijs: groepsgewijze realisatie van producten in afgebakende periode. 2.4 Inrichting opleiding Opleidingsvarianten U kunt uw opleiding volgen in deeltijd. Deeltijdopleiding Deeltijd wil zeggen dat u een beperkt aantal dagen per week en/of in de avonduren de opleiding volgt. In een deeltijdopleiding is veel aandacht voor hetgeen u parallel aan uw studie in de beroepspraktijk leert. Kenmerkend is dan ook dat het werk aansluit bij het onderwijs dat u volgt en dat het curriculum en het rooster daarop zijn aangepast. Voor de masteropleidingen Dovenstudies/leraar NGT geldt dat men voor beide uitstroomvarianten werkzaam is in het domein Dovenstudies (zorg, onderwijs of relevant domein). Voor de masteropleiding Leraar NGT geldt bovendien dat men de bacheloropleiding Leraar NGT met succes moet hebben afgerond én dat de student een vastgestelde 4 NGT-vaardigheid moet hebben op B2- niveau (volgens de normen van het Europees referentiekader moderne vreemde talen) Versnelde opleidingsroutes Een versnelde route is onder andere mogelijk doordat u vrijstellingen voor delen van het curriculum kunt krijgen. Voor meer informatie over vrijstellingen: zie par Versneld wil zeggen dat u in een aangepast hoger tempo het onderwijs volgt. 4 Bij twijfel kan de opleiding de student verplichten een assessment af te laten nemen om dit ERK-niveau te laten bepalen. 21/86

22 2.4.3 Getuigschriften Als bewijs dat u de masteropleiding heeft afgerond, wordt door de examencommissie een diploma uitgereikt. De wettelijke term hiervoor is getuigschrift, maar omdat wij in het gangbare taalgebruik binnen de HU over diploma s spreken, zullen we in deze studiegids de term diploma gebruiken. Uw diplomadatum is gelijk aan de datum waarop u uw laatste tentamen van uw examenprogramma heeft afgerond. De voorzitter en een lid van uw examencommissie ondertekenen het diploma. Aan het masterdiploma wordt een Internationaal Diploma Supplement (IDS) volgens het Europese model toegevoegd. Hier zijn geen kosten aan verbonden. Het IDS geeft inzicht in de aard en de inhoud van de opleiding en de behaalde studieresultaten. Dit bevordert de internationale herkenbaarheid van de opleiding en het diploma. U ontvangt per opleiding slechts één diploma. Zie 5.1. voor de procedure voor de afgifte van het diploma. Het diploma wordt in beginsel in het Nederlands opgesteld. Op uw verzoek kan er, in plaats van het Nederlandstalig diploma, een Engelstalig diploma worden verstrekt. Het Internationaal Diploma Supplement wordt altijd in het Engels opgesteld. Heeft u meer dan een tentamen met goed gevolg afgelegd, maar krijgt u geen diploma omdat u niet het hele examenprogramma heeft behaald, dan kunt u de examencommissie vragen een verklaring af te geven. Daarop worden de door u behaalde tentamens vermeld. De verklaring wordt net als het diploma ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie Graden en titulatuur Als u een masteropleiding bij de HU afrondt, krijgt u een graad. De graad wordt namens het College van Bestuur verleend door de examencommissie. Bij een masteropleiding wordt de graad master verleend als u met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd. Aan de graad wordt een vermelding toegevoegd van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft. Het verlenen van de graad master geeft het recht om deze, afgekort tot M (met toevoeging), achter uw eigen naam te vermelden. De graad Master geeft u ook het recht om een titel te voeren. In dat geval mag u in plaats van de graadvermelding (dus niet in combinatie) de volgende titel gebruiken: MEd. Om de internationale herkenbaarheid van de titulatuur in het hoger beroepsonderwijs te bevorderen, mag een opleiding, wanneer dit door de minister akkoord wordt bevonden, een specifieke toevoeging aan de titulatuur hanteren. Hiervan is sprake als de opleiding door de Nederlands-Vlaamse Accrediatieorganisatie (NVAO) op haar website als zodanig daartoe wordt aangewezen. Na aanwijzing door de NVAO treedt de aanpassing van de titulatuur per eerste van de daaropvolgende maand in werking. Bijvoorbeeld: Als de NVAO in februari aangeeft dat de nieuwe titulatuurtoevoeging voor uw opleiding mag worden gehanteerd, dan is dit van toepassing op studenten waarvan de diplomadatum na 1 maart ligt. Let wel: Uw diplomadatum is gelijk aan de datum waarop u uw laatste tentamen van uw examenprogramma heeft afgerond. 22/86