Uitbetaling financiële tegemoetkoming Woon- of verblijfsruimten waarvoor geen woonvoorziening worden verstrekt

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitbetaling financiële tegemoetkoming Woon- of verblijfsruimten waarvoor geen woonvoorziening worden verstrekt"

Transcriptie

1 VERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN GEMEENTE BOXTEL INHOUDSOPGAVE AFDELING I ALGEMEEN Hoofdstuk 1 Artikel 1.1 Artikel 1.2 Hoofdstuk 2 Paragraaf 1 Artikel 2.1 Artikel 2.2 Artikel 2.3 Paragraaf 2 Artikel 2.4 Artikel 2.5 Paragraaf 3 Artikel 2.6 Artikel 2.7 Artikel 2.8 Artikel 2.9 Artikel 2.10 Artikel 2.11 Artikel 2.12 Paragraaf 4 Artikel 2.13 Artikel 2.14 Paragraaf 5 Artikel 2.15 Artikel 2.16 Paragraaf 6 Artikel 2.17 Artikel 2.18 Artikel 2.19 Paragraaf 7 Artikel 2.20 Paragraaf 8 Artikel 2.21 Hoofdstuk 3 Artikel 3.1 Artikel 3.2 Artikel 3.3 Algemene bepalingen Begripsbepalingen Beperkingen Woonvoorzieningen Algemene omschrijving Type woonvoorzieningen Uitbetaling financiële tegemoetkoming Woon- of verblijfsruimten waarvoor geen woonvoorziening worden verstrekt Het recht op een woonvoorziening De verhuizing Voorwaarden verhuis- en (her)inrichtingskosten en financiële tegemoetkomingen Voorwaarden bij verlening van woonvoorzieningen Aard van de materialen Volledige adequate oplossing Hoofdverblijf Beperkte aanpassing Aanvang werkzaamheden en inzicht in de woning Gereed melding Vaststelling van de financiële tegemoetkoming Beperking in de verlening van woonvoorzieningen Frequentie van woningaanpassingen Woning-aanpassing van gemeenschappelijke ruimten Aanpassingen van woonwagens Voorwaarden aanpassing Maximalisering aanpassingskosten Facultatieve woonvoorzieningen Kosten in verband met onderhoud, keuring en reparatie Kosten in verband met tijdelijke huisvesting Kosten in verband met huurderving Antispeculatie Antispeculatie beding Afspraken over eenvoudige voorzieningen Afspraken met woningbouwvereniging Vervoersvoorzieningen Algemene omschrijving Het recht op een vervoersvoorziening Overgangsregeling per datum van inwerkingtreding van de wet voor degenen die al een vervoersvoorziening hadden

2 Hoofdstuk 4 Artikel 4.1 Artikel 4.2 l Artikel 4.3 Hoofdstuk 5 Artikel 5.1 Artikel 5.2 Artikel 5.3 Artikel 5.4 Artikel 5.5 AFDELING II Hoofdstuk 6 Artikel 6.1 Artikel 6.2 Artikel 6.3 Artikel 6.4 Hoofdstuk 7 Artikel 7.1 Artikel 7.2 Artikel 7.3 AFDELING III Hoofdstuk 8 Artikel 8.1 Artikel 8.2 Artikel 8.3 Artikel 8.4 Artikel 8.5 Artikel 8.'6 Artikel 8.7 Rolstoelen Algemene omschrijving Het recht op een rolstoel Bruikleen of eigendom Eigen bijdragen, financiële tegemoetkomingen en forfaitaire, dan wel gemaximeerde, vergoedingen Eigen bijdrage voorzieningen in natura Financiële tegemoetkoming woonvoorziening Forfaitaire of gemaximeerde vervoerskostenvergoedingen Inkomensgrens vervoerskostenvergoedingen Forfaitaire of gemaximeerde vergoeding voor de sportrolstoel PROCEDURES Het verkrijgen van een voorziening Aanvraagprocedure Eisen ten aanzien van de adviseur Gronden voor weigering Bijzondere bepalingen Verplichtingen en bevoegdheden van rechthebbende en het college van burgemeester en wethouders Inlichtingen, onderzoek, advies Wijzigingen in de situatie Intrekking van een besluit tot verlening van een voorziening SLOT Slotbepalingen Afwijken van bepalingen/hardheidsclausule Nadere uitvoering Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet Indexering Periodieke evaluatie gemeentelijk beleid en bijstelling verordening Afwijking van de verordening Citeertitel; inwerkingtreding

3 De raad van de gemeente Boxtel, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 februari 1994; gelet op artikel 2 van de Wet voorzieningen gehandicapten Stb nr. 545, artikel 150 van de Gemeentewet Stb. 1993, 610 en de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van voorzieningen aan gehandicapten bij verordening te regelen; besluit vast te stellen de volgende Verordening voorzieningen gehandicapten: AFDELING I ALGEMEEN Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. voorziening: een woonvoorziening, een vervoersvoorziening of een rolstoel; b. inkomen: 1. het bruto-inkomen, inclusief de overhevelingstoeslag, van de gehandicapte indien de gehandicapte 18 jaar of ouder is en geen echtgenoot heeft in de zin van artikel 1 lid 2 t/m 4 van de wet; 2. het gezamenlijk bruto-inkomen, inclusief de overhevelingstoeslag, van de ouders of pleegouders van de gehandicapte indien de gehandicapte jonger is dan 18 jaar en geen echtgenoot heeft in de zin van artikel 1 lid 2 t/m 4 van de wet; 3. het gezamenlijk bruto-inkomen, inclusief de overhevelingstoeslag, van de gehandicapte en zijn echtgenoot indien de gehandicapte ouder is dan 18 jaar en een echtgenoot heeft in de zin van artikel 1 lid 2 t/m 4 van de wet; verminderd met de over het bruto-inkomen verschuldigde belasting, sociale verzekeringspremies en pensioenpremies. c. vreemdeling: degene die de Nederlandse nationaliteit niet bezit; d. woonwagen: een wagen als bedoeld in art. 1 van de Woonwagenwet (Stb. 1968, 98); e. standplaats: een standplaats op een centrum als bedoeld in art. 2 van de Woonwagenwet (Stb. 1968, 98) of een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel H van de Woningwet (Stb. 1991, 439); f. hoofdverblijf: de woonruimte waar de gehandicapte zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en op welk adres de gehandicapte in het bevolkingsregister staat ingeschreven; g. gemeenschappelijke ruimte: gedeelte(n) van een woongebouw, niet behorende tot de onderscheiden woningen, bestemd en noodzakelijk om de woning van de gehandicapte vanaf de toegang van het woongebouw te bereiken; h. woningaanpassing: ingreep van bouw- of woontechnische aard die gericht is op het opheffen of verminderen van beperkingen die een gehandicapte ondervindt bij het normale gebruik van zijn woonruimte, met dien verstande dat bij ingrepen van bouw- of woontechnische aard slechts het opheffen of verminderen van ergonomische belemmeringen als aanpassing wordt aangemerkt; i. wet: de Wet voorzieningen gehandicapten; j. financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening, al dan niet afgestemd op het inkomen van de gehandicapte; k. forfaitaire vergoeding: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen bijdrage ineens die los van het inkomen en los van de werkelijke kosten van voorzieningen wordt verstrekt, al dan niet met inachtneming van de inkomensgrens; l. gemaximeerde vergoeding: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen vergoeding in de kosten van een voorziening die tot een vastgesteld maximum wordt verstrekt, al dan niet met in acht neming van de inkomensgrens;

4 m. eigen bijdrage: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen bijdrage, die bij een verstrekking van een voorziening in natura betaald moet worden en op welk bedrag de bepalingen van de Ministeriële Regeling inzake financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen van de wet van toepassing zijn; n. voorzieningen in natura: een voorziening die in eigendom of in bruikleen wordt verstrekt; 0. normbedrag: een forfaitaire of gemaximeerde vergoeding; p. gehandicapte: een persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek aantoonbare beperkingen ondervindt op het gebied van het wonen of van het zich binnen of buiten de woning verplaatsen; q. (wettelijk) vertegenwoordiger: degene die gemachtigd is door of namens de gehandicapte een voorziening aan te vragen. Artikel 1.2 Beperkingen 1. Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover: a. deze in overwegende mate op het individu is gericht; b. deze langdurig noodzakelijk is om ergonomische belemmeringen op het gebied van het wonen of zich binnen of buiten de woning verplaatsen op te heffen of te verminderen; c. deze, naar objectieve maatstaven gemeten, als de goedkoopst adequate voorziening kan worden aangemerkt. 2. Met uitzondering van hetgeen in het eerste lid onder a is gesteld, kan een voorziening worden verstrekt in de vorm van het gebruik van een collectief vervoerssysteem als bedoeld in artikel 3.1 onder a. 3. Geen voorziening wordt toegekend: a. indien de voorziening algemeen gebruikelijk is; b. voor zover op grond van enige andere wettelijke regeling of enige privaatrechtelijke overeenkomst of verbintenis aanspraak op de voorziening bestaat; c. indien en voor zover de voorziening niet sober en doelmatig is. Hoofdstuk 2. Woonvoorzieningen Paragraaf 1. Algemene omschrijving Artikel 2.1 Type woonvoorzieningen De door burgemeester en wethouders te verstrekken woonvoorziening kan bestaan uit een financiële tegemoetkoming in de kosten van: a. verhuizing en inrichting; b. woningaanpassing; c. woonvoorzieningen van niet-bouwkundige en woontechnische aard; d. onderhoud, keuring en reparatie; e. tijdelijke huisvesting; f. huurderving. Artikel 2.2 Uitbetaling financiële tegemoetkoming 1. De tegemoetkoming in de kosten genoemd in artikel 2.1 onder b, d en f wordt uitbetaald aan de eigenaar van de woonruimte. 2. De tegemoetkoming in de kosten genoemd in artikel 2.1 onder a, c en e wordt uitbetaald aan de hoofdbewoner van de woonruimte. Artikel 2.3 Woon- en verblijfruimten waarvoor geen woonvoorziening wordt verstrekt De bepalingen van hoofdstuk 2 zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, bejaardenoorden, vakantiewoningen, tweede woningen kamerverhuur en AWBZ erkende instellingen. 4

5 Paragraaf 2. Het recht op een woonvoorziening Artikel 2.4 De verhuizing en woningaanpassing 1. Het primaat van de verhuizing a. Een gehandicapte kan voor een woonvoorziening als bij artikel 2.1. onder a genoemd in aanmerking worden gebracht wanneer aantoonbare belemmeringen van ergonomische aard, het normale gebruik van de woning belemmeren en de raming van de kosten van de aanpassing hoger zijn dan f ,00. b. De gehandicapte onder a kan voor een woonvoorziening als bij artikel 2.1. aanhef en onder b. en c. genoemd in aanmerking worden gebracht indien de kosten van aanpassing lager zijn dan f ,00. c. De gehandicapte kan pas voor een woonvoorziening ais bedoeld in artikel 2.1 onder b en c in aanmerking komen, indien: 1. binnen een periode van maximaal achttien maanden geen geschikte alternatieve huisvesting beschikbaar is; 2. de verhuizing niet de goedkoopst adequate oplossing is voor het wegnemen van de geconstateerde ergonomische belemmeringen; 3. in redelijkheid een verhuizing niet verlangd kan worden. d. Indien toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel c bedraagt de vergoeding maximaal f , Andere vormen van verhuizing a. De in lid 1 onder b van dit artikel bedoelde gehandicapte, kan in de plaats van een woningaanpassing, in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten van de verhuizing, wanneer deze wenst te verhuizen naar een (meer) adequate woning; b. Een persoon, die op verzoek van de gemeente, ten behoeve van een gehandicapte de woonruimte ontruimd, kan in aanmerking worden gebracht voor een tegemoetkoming in de kosten van een verhuizing c.q. herinrichtingskosten. 3. Een gehandicapte kan niet voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 2.1 b en/of c in aanmerking worden gebracht, wanneer de door burgemeester en wethouders als subsidiabel aangemerkte kosten het bedrag van f 500,00 niet te boven gaan. Artikel 2.5 Voorwaarden verhuis- en (her)inrichtingskosten en financiële tegemoetkoming. 1. Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten als bedoeld in artikel 2.1. onder a verstrekken aan: a. de gehandicapte; b. een persoon, die op verzoek van de gemeente, ten behoeve van een gehandicapte de woonruimte heeft ontruimd. 2. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid onder a, indien: a. de verhuizing niet heeft plaatsgevonden voordat burgemeester en wethouders op de aanvraag hebben beschikt; b. de gehandicapte niet voor het eerst zelfstandig gaat wonen; c. de gehandicapte verhuist vanuit en naar een woonruimte die geschikt is om het hele jaar door bewoond te worden, niet zijnde een in artikel 2.3 uitgesloten woon- of verblijfsruimte; d. in de te verlaten woonruimte ergonomische belemmeringen zijn ondervonden. 3. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid onder b, indien: a. de verhuizing niet heeft plaatsgevonden voordat burgemeester en wethouders op de aanvraag hebben beschikt; b. in de te verlaten woonruimte ergonomische belemmeringen zijn ondervonden en in verband daarmee op basis van deze verordening dan wel de Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten aanpassingen hebben plaatsgevonden, waarvan de aanvaarde kosten ten minste / ,00 hebben bedragen.

6 l Paragraaf 3, Voorwaarden bij verlening van woonvoorzieningen Artikel 2.6 Aard van de materialen Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming ten behoeve van ingrepen van bouwkundige of woontechnische aard voor zover de ondervonden ergonomische belemmeringen niet voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen of voortvloeit uit de staat waarin het onderhoud zich bevindt. Artikel 2.7 Volledige adequate oplossing Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten ten behoeve van ingrepen van bouwkundige aard of woontechnische aard indien alle ondervonden ergonomische belemmeringen daarmee volledig worden opgeheven. Artikel 2.8 Hoofdverblijf 1. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de gemaakte kosten indien de gehandicapte zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen. Artikel 2.9 Beperkte aanpassing 1. In afwijking van het gestelde in artikel 2.7 kan een financiële tegemoetkoming worden verleend in de kosten van het beperkt aanpassen van één woonruimte indien de gehandi capte zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-inrichting en deze woonruimte regelmatig wordt bezocht. 2. De aanvraag wordt ingediend in de gemeente waar de aan te passen woning staat. 3. De financiële tegemoetkoming bedoeld in het eerste lid wordt verleend onder de voorwaarde, dat de gehandicapte verklaart dat niet reeds eerder een woonruimte bezoekbaar is gemaakt. 4. De financiële tegemoetkoming betreft slechts een tegemoetkoming in de kosten van het bezoekbaar maken van de in het eerste lid bedoelde woonruimte. 5. Onder het in het vierde lid genoemde bezoekbaar maken van de woonruimte wordt verstaan dat de gehandicapte de woonruimte, de woonkamer en één toilet kan bereiken. Artikel 2.10 Aanvang werkzaamheden en inzicht in woning Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming indien: a. niet reeds een begin met de werkzaamheden waarop de financiële tegemoetkoming betrekking heeft is gemaakt zonder hun toestemming; b. de door hen aangewezen personen toegang wordt verstrekt tot de woonruimte waar de woningaanpassing wordt verricht; c. aan de onder b. genoemde personen inzicht wordt geboden in bescheiden en tekeningen, welke betrekking hebben op de woningaanpassing; d. de onder b. genoemde personen de gelegenheid wordt geboden tot het controleren van de woningaanpassing. Artikel 2.11 Gereedmelding 1. Terstond na de voltooiing van de werkzaamheden doch uiterlijk binnen twaalf maanden na het verlenen van de financiële tegemoetkoming, verklaart de gerechtigde van de financiële tegemoetkoming bedoeld in artikel 2.2 aan burgemeester en wethouders dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid. 2. De gereedmelding is tevens een verzoek om vaststelling en uitbetaling van de financiële tegemoetkoming. 3. De gereedmelding bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van: een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is voldaan aan de voorwaarden waaronder de financiële tegemoetkoming is verleend; rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de verrichte werkzaamheden.

7 Artikel 2.12 Vaststellen van de financiële tegemoetkoming 1. Indien burgemeester en wethouders instemmen met het verzoek tot vaststelling en uitbetaling van de financiële tegemoetkoming, stellen zij de financiële tegemoetkomingen vast overeenkomstig het in het 'Besluit eigen bijdragen financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten' bepaalde. 2. Burgemeester en wethouders doen degene aan wie de financiële tegemoetkoming wordt uitbetaald hiervan mededeling onder vermelding van de wijze van uitbetaling van de financiële tegemoetkoming. Paragraaf 4. Beperking in de verlening van woonvoorzieningen Artikel 2.13 Frequentie van woningaanpassingen en verhuizingen 1. Burgemeester en wethouders verlenen een financiële tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening als bedoeld in artikel 2.1 onder a, b en/of c maximaal éénmaal in de 7 jaar indien de noodzaak van het treffen van deze woonvoorziening het gevolg van een verhuizing is waar op grond van ergonomische belemmeringen geen aanleiding toe bestond. 2. Het gestelde in het eerste lid is niet van toepassing indien de verhuizing plaatsvindt als gevolg van het aanvaarden van een werkkring in een andere gemeente, dan wel op basis van door burgemeester en wethouders te bepalen bijzondere omstandigheden. Artikel 2.14 Woning-aanpassingen van gemeenschappelijke ruimten Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming verlenen voor het treffen van de volgende voorzieningen aan een gemeenschappelijke ruimte indien zonder deze woningaanpassing de woonruimte voor de gehandicapte ontoegankelijk blijft. Het gaat daarbij om de volgende voorzieningen: a. het verbreden van toegangsdeuren; b. het aanbrengen van elektrische deuropeners; c. aanleg van een hellingbaan van de openbare weg naar de toegang van het gebouw (mits de woningen in het woongebouw adequaat te bereiken zijn met een rolstoel); d. drempelhulpen of vlonders; e. het aanbrengen van een extra trapleuning bij een portiekwoning; f. een opstelplaats voor een rolstoel bij de toegangsdeur van het woongebouw. Paragraaf 5. Aanpassingen van woonwagens Artikel 2.15 Voorwaarden aanpassing Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingkosten van een woonwagen indien: a. de technische levensduur van de woonwagen nog minimaal 5 jaar is; b. de standplaats niet binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt; c. de woonwagen ten tijde van de indiening van de aanvraag voor een woonvoorziening bij de gemeente op de standplaats stond; d. de hoofdbewoner van een woonwagen in het bezit is van een bewoningsvergunning als bedoeld in de Woonwagenwet; e. voor het plaatsen van de woonwagen een bouwvergunning is of kan worden verleend. Artikel 2.16 Maximalisering aanpassingskosten Indien de technische levensduur van de woonwagen minder dan vijf jaar is of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt, bedragen de maximale aanpassingskosten f 2.000,-.

8 l Paragraaf 6. facultatieve woonvoorzieningen Artikel 2.17 Kosten in verband met onderhoud, keuring en reparatie 1. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring en reparatie als bedoeld in artikel 2.1. onder d indien: a. de woonvoorziening in het kader van deze verordening dan wel het Besluit Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten of de Regeling Geldelijke Steun Huis vesting Gehandicapten zijn verleend; b. de woonvoorziening is genoemd in het 'Besluit eigen bijdragen en financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten'; c. de gehandicapte ten tijde van het onderhoud, de keuring of reparatie de woonruimte als hoofdverblijf bewoont. Artikel 2.18 Kosten in verband met tijdelijke huisvesting 1. Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijk huisvesting verlenen die door de gehandicapte moeten worden gemaakt in verband met het aanpassen van: a. zijn huidige woonruimte; b. de door de gehandicapte nog te betrekken woonruimte; c. de financiële tegemoetkoming als bedoeld onder a. en b. wordt verleend uitsluitend voor de periode dat de aan te passen woonruimte ten gevolge van het realiseren van de woningaanpassing niet bewoond kan worden en de gehandicapte als gevolg daarvan voor dubbele woonlasten komt te staan. 2. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting als de gehandicapte redelijkerwijs niet kan voorkomen dat hij deze dubbele woonlasten heeft. 3. De maximale termijn waarvoor burgemeester en wethouders een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting als bedoeld in het eerste lid verlenen, bedraagt zes maanden. 4. Burgemeester en wethouders verlenen uitsluitend een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting als bedoeld in het eerste lid indien deze kosten gemaakt worden in verband met het a. tijdelijk betrekken van een zelfstandige woonruimte; b. tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte, of c. langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte. Artikel 2.19 Huurderving In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan f ,00 is aangepast, kunnen burgemeester en wethouders een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal 6 maanden, waarbij de eerste maand huurderving niet voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt. Paragraaf 7. Antispeculatie Artikel 2.20 Antispeculatie-beding 1. De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een financiële tegemoetkoming in de kosten van het treffen van een woonvoorziening heeft ontvangen van tenminste f ,00 en die binnen een periode van vijf jaar na de datum van gereedmelding van. de werkzaamheden de woning verkoopt is gehouden om binnen een week na het passeren van de transportacte van eigendomsoverdracht burgemeester en wethouders hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. De financiële tegemoetkoming ten behoeve van de getroffen voorziening, minus een bedrag van f ,00 dient gedeeltelijk aan de gemeente te worden teruggestort.

9 2. De restitutie als bedoeld in het eerste lid bedraagt: voor het eerste jaar 100% van tegemoetkoming, voor het tweede jaar 80% van de tegemoetkoming, voor het derde jaar 60% van de tegemoetkoming, voor het vierde jaar 40% van de tegemoetkoming, voor het vijfde jaar 20% van de tegemoetkoming. 3. Het bepaalde onder lid 1 is niet van toepassing indien de gehandicapte een verkoop redelijkerwijs niet kan voorkomen. Paragraaf 8 Afspraken over een eenvoudige voorzieningen Artikel 2.21 Afspraken met de woningbouwvereniging Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met woningbouwvereniging St. Joseph afspraken te maken binnen de reikwijdte van deze verordening over de afhandeling van eenvoudige aanvragen die in het kader van artikel 2.1. aan de orde komen. Hoofdstuk 3. Vervoersvoorzieningen Artikel 3.1 Algemene omschrijving De door burgemeester en wethouders te verstrekken vervoersvoorziening kan bestaan uit: a. collectief systeem van aanvullend (al dan niet openbaar) vervoer b een voorziening in natura in de vorm van 1. een open elektrische buitenwagen; 2. een ander verplaatsingsmiddel; c. een tegemoetkoming in de kosten van: 1. gebruik van een taxi of een eigen auto; 2. gebruik van een rolstoeltaxi; 3. aanschaf van een ander verplaatsingsmiddel. Artikel 3.2 Het recht op een vervoersvoorziening 1. Een gehandicapte kan voor een vervoersvoorziening als vermeld in artikel 3.1. onder a in aanmerking worden gebracht wanneer aantoonbare belemmeringen als gevolg van ziekte of gebrek: a. het gebruik van het regulier openbaar vervoer of b. het bereiken van dit regulier openbaar vervoer onmogelijk maken. 2. Een gehandicapte kan voor een vervoersvoorziening als vermeld in artikel 3.1. onder b en/of c in aanmerking worden gebracht wanneer a aantoonbare belemmeringen als gevolg van ziekte of gebrek het gebruik van een collectief systeem als bedoeld in het eerste lid onmogelijk maken, dan wel b een collectief systeem als bedoeld in het eerste lid niet aanwezig is. 3. Voor de bij artikel 3.1. onder b en onder c genoemde voorzieningen geldt, in uitzondering op het gestelde in het vorige lid onder b, dat zij ook in aanvulling op het gebruik van een collectief vervoersysteem als bedoeld in artikel 3.1 onder a. verstrekt kunnen worden. 4. Bij het vaststellen van de hoogte van de financiële tegemoetkoming voor vervoerskosten als bedoeld in artikel 3.1. onder c sub 1 en 2 kan rekening worden gehouden met de individuele vervoersbehoefte van de gehandicapte en de mate waarin een collectief vervoersysteem als bedoeld in artikel 3.1 onder a sub 1 in die vervoersbehoefte kan voorzien. 5. Voor zover de behoeften van echtgenoten niet samenvallen en geen gebruik kunnen maken van collectief vervoer, wordt niet meer dan anderhalf maal een enkele voorziening toegekend als bedoeld in artikel 3.1 onder c toegekend, tenzij dit op grond van een individueel verschillend vervoerspatroon kennelijk onbillijk is, in welk geval ieder van de echtgenoten / partners in aanmerking komt voor een enkele vergoeding.

10 I Artikel 3.3 Overgangsregeling per datum van inwerkingtreding van de verordening voor degenen die al een vervoersvoorziening hadden 1. Op de gehandicapte aan wie over de periode onmiddellijk voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van de Wet, krachtens artikel 57, tweede lid van de Algemene Arbeidsongeschiktheid Wet, of krachtens artikel P9 tweede lid van de Algemeen Burgerlijke Pensioenwet of krachtens artikel 8, tweede lid van de Spoorwegpensioenwet, dan wel krachtens artikel X5 eerste en tweede lid van de Algemene Militaire Pensioenwet een vergoeding is verleend in de kosten van het gebruik van een vervoermiddel, zijn vanaf het moment dat deze verordening in werking treedt, de bepalingen van deze verordening van toepassing. 2. In uitzondering op het eerste lid kan de gehandicapte aan wie over de periode onmiddellijk voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van de Wet, krachtens artikel 57, tweede lid van de Algemene Arbeidsongeschiktheid Wet, of krachtens artikel P9 tweede lid van de Algemeen Burgerlijke Pensioenwet of krachtens artikel 8, tweede lid van de Spoorwegpensioenwet, dan wel krachtens artikel X5 eerste en tweede lid van de Algemene Militaire Pensioenwet een vergoeding is verleend in de kosten van het gebruik van een bruikleenauto en/of aangepaste auto, op zijn verzoek voor een vergoeding in aanmerking worden gebracht zolang over het vervoermiddel kan worden beschikt, waarover op 31 maart 1994 een vergoeding onder de Algemene Arbeidsongeschiktheidwet werd ontvangen, mits de omstandigheden ongewijzigd blijven. 3. In uitzondering op het eerste lid kan de gehandicapte aan wie over de periode onmiddellijk voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van de Wet, krachtens artikel 57, tweede lid van de Algemene Arbeidsongeschiktheid Wet, of krachtens artikel P9 tweede lid van de Algemeen Burgerlijke Pensioenwet of krachtens artikel 8, tweede lid van de Spoorwegpensioenwet, dan wel krachtens artikel X5 eerste en tweede lid van de Algemene Militaire Pensioenwet een vergoeding is verleend in de kosten van het gebruik van een vervoermiddel, op zijn verzoek tot en met 31 december 1994 voor een vergoeding in aanmerking worden gebracht wanneer gebruik wordt gemaakt van een collectief systeem van aanvullend vervoer als bedoeld in artikel 3.1 lid a van deze verordening voorzieningen gehandicapten, mits de omstandigheden ongewijzigd blijven. 4. In uitzondering op het eerste lid kan de gehandicapte aan wie over de periode onmiddellijk voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van de Wet, krachtens artikel 57, tweede lid van de Algemene Arbeidsongeschiktheid Wet, of krachtens artikel P9 tweede lid van de Algemeen Burgerlijke Pensioenwet of krachtens artikel 8, tweede lid van de Spoorwegpensioenwet, dan wel krachtens artikel X5 eerste en tweede lid van de Algemene Militaire Pensioenwet een vergoeding is verleend in de kosten van het gebruik van een eigen auto, op zijn verzoek tot en met 31 december 1994 voor een vergoeding in aanmerking worden gebracht wanneer over hetzelfde vervoermiddel kan worden beschikt, mits de omstandigheden ongewijzigd blijven. 5. De gehandicapte aan wie over de periode onmiddellijk voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van de Wet, krachtens artikel 57, tweede lid van de Algemene Arbeidsongeschiktheid Wet, of krachtens artikel P9 tweede lid van de Algemeen Burgerlijke Pensioenwet of krachtens artikel 8, tweede lid van de Spoorwegpensioenwet, dan wel krachtens artikel X5 eerste en tweede lid van de Algemene Militaire Pensioenwet een vergoeding is verleend in de kosten van het gebruik van een vervoermiddel en op grond van artikel 5.4 van de verordening voorzieningen gehandicapten vanaf 1 april 1994 niet meer voor een dergelijke vergoeding in aanmerking komt, kan op zijn verzoek voor de periode van 1 april tot en met 31 december 1994 nog voor een dergelijke vergoeding in aanmerking worden gebracht mits de omstandigheden ongewijzigd blijven. 6. De gehandicapte, die verblijft in een instelling die ingevolge artikel 8 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is erkend en aan wie over de periode onmiddellijk voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van de Wet, krachtens artikel 57, tweede lid van de Algemene Arbeidsongeschiktheid Wet, of krachtens artikel P9 tweede lid van de Algemeen Burgerlijke Pensioenwet of krachtens artikel 8, tweede lid van de Spoorwegpensioenwet, dan wel krachtens artikel X5 eerste lid en tweede lid van de Algemene Militaire Pensioenwet een financiële tegemoetkoming is verleend in de kosten 10

11 van het gebruik van een vervoermiddel, heeft mits de omstandigheden ongewijzigd blijven, gedurende de jaren 1994 en 1995 recht op een voorziening. Hoofdstuk 4 Rolstoelen Artikel 4.1. Algemene omschrijving De door burgemeester en wethouders te verstrekken rolstoelvoorziening kan bestaan uit a een rolstoel voor verplaatsing binnen, dan wel voor verplaatsing binnen en buiten de woonruimte, dan wel een aanpassing daaraan; b een sportrolstoel; c onderhoud, gebruik en reparatie; d accessoires. Artikel 4.2 Het recht op een rolstoel 1 Een gehandicapte kan voor een rolstoel in aanmerking worden gebracht wanneer de aantoonbare belemmeringen op grond van ziekte of gebrek in overwegende mate zittend verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Ziektekosten een onvoldoende oplossing bieden. 2 In tegenstelling tot het gestelde in het eerste lid kan een gehandicapte in aanmerking voor een sportrolstoel worden gebracht indien hij zonder sportrolstoel niet in staat is tot sportbeoefening. 3 Aan belanghebbende wordt in principe maximaal 1 maal per 5 jaar een rolstoel verstrekt, behoudens medische en/of technische omstandigheden. Artikel 4.3 Bruikleen of eigendom 1 Een rolstoel wordt in bruikleen verstrekt. 2 Een rolstoel als bedoeld in het eerste lid wordt niet verstrekt dan nadat de verschuldigde eigen bijdrage op grond van het 'Besluit financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen voorzieningen gehandicapten' is voldaan. 3 In tegenstelling tot het gestelde in het eerste lid vindt de verstrekking van een sportrolstoel plaats in de vorm van een forfaitaire of gemaximeerde vergoeding waarmee voor een periode van drie jaar een rolstoel aangeschaft en onderhouden kan worden. Hoofdstuk 5 Eigen bijdragen, financiële tegemoetkomingen en forfaitaire, dan wel gemaximeerde vergoedingen Artikel 5.1 Eigen bijdrage voorzieningen in natura Voor een voorziening die in natura verstrekt wordt, is een eigen bijdrage verschuldigd die wordt bepaald aan de hand van het door burgemeester en wethouders vast te stellen 'Besluit financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen voorzieningen gehandicapten'. Artikel 5.2 Financiële tegemoetkoming woonvoorziening De hoogte van een financiële tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening als bedoeld in artikel 2.1 wordt bepaald aan de hand van het door burgemeester en wethouders vast te stellen 'Besluit financiële tegemoetkomingen en eigen bijdrage voorzieningen gehandicapten'. Artikel 5.3 Forfaitaire of gemaximeerde vervoerskosten vergoedingen Met inachtneming van hetgeen hiertoe in artikel 3.2 lid 4 is bepaald, wordt de hoogte van de vergoeding als bedoeld in artikel 3.1. onder onder a en c en artikel 3.3 bepaald aan de hand van het door burgemeester en wethouders vast te stellen 'Besluit financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen voorzieningen gehandicapten'. 11

12 l Artikel 5.4 Inkomensgrens vervoerskostenvergoedingen Indien het inkomen als bedoeld onder artikel 1.1. onder b hoger is dan 1,5 x het norminkomen als bedoeld in artikel 1.1 lid b, wordt geen forfaitaire of gemaximeerde vergoeding in de kosten van vervoersvoorzieningen als bedoeld in artikel 3.1 onder c sub 1 en 2 verstrekt dan wel een vervoersvergoeding in natura als bedoeld in artikel 3.1 onder a verleend. Artikel 5.5 forfaitaire of gemaximeerde vergoeding voor de sportrolstoel 1 De hoogte van de forfaitaire of gemaximeerde vergoeding voor de aanschaf en het onderhoud van een sportrolstoel zoals bedoeld in artikel 4.3 tweede lid bedraagt een door burgemeester en wethouders vast te stellen norm. 2 Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt niet vaker dan eens in de drie jaar verstrekt. Afdeling II Procedures Hoofdstuk 6 Het verkrijgen van een voorziening Artikel 6.1 Aanvraagprocedure Een aanvraag voor een voorziening dient te worden ingediend door middel van een door burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld formulier. Artikel 6.2 Eisen ten aanzien van de adviseur De adviseur dient te beschikken over kennis op de volgende gebieden: 1 medische kennis op het niveau van een arts; 2 sociale kennis; 3 ergonomische kennis; 4 technische kennis. Artikel 6.3 Gronden voor weigering Burgemeester en wethouders kunnen de gevraagde voorziening in ieder geval weigeren: a voor zover de aanvraag een financiële tegemoetkoming betreft in kosten die de aanvrager voor de aanvraagdatum heeft gemaakt; b indien een middel als waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze verordening is vergoed of verstrekt en de normale afschrijvingsduur voor dat middel nog niet is verstreken, tenzij het eerder vergoede of verstrekte middel geheel of gedeeltelijk verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen. Artikel 6.4 Bijzondere bepalingen 1. Indien een financiële tegemoetkoming wordt verleend, wordt in de beschikking vermeld op welke kosten de tegemoetkoming betrekking heeft. 2. Indien een periodieke tegemoetkoming wordt verleend, wordt in de beschikking tevens vermeld: de geldingsduur, de uitkeringsmaatstaf, alsmede de voorschriften waaraan de rechthebbende dient te voldoen alvorens tot uitbetaling van de tegemoetkoming kan worden overgegaan. 12

13 Hoofdstuk 7 Verplichtingen en bevoegdheden van rechthebbende en het college van Burgemeester en wethouders Artikel 7.1 Inlichtingen, onderzoek, advies 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op een voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend: a op te roepen in persoon te verschijnen op een door burgemeester en wethouders te bepalen plaats en tijdstip om hem te doen horen; b op een door burgemeester en wethouders te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen horen en/of onderzoeken en het college van burgemeester en wethouders van advies te dienen. 2. Burgemeester en wethouders vragen een daartoe door hen aangewezen adviesinstantie om advies indien: a. zij van oordeel zijn dat de aanvraag de verzochte voorziening niet rechtvaardigt; b. de aanvraag betrekking heeft op drie voorzieningen, te weten woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen; c. burgemeester en wethouders dat overigens gewenst vinden. 3. Bij een volgende aanvraag voor een voorziening hebben burgemeester en wethouders de bevoegdheid aan te geven dat opnieuw advies dient te worden uitgebracht. 4. Een gehandicapte is verplicht aan burgemeester en wethouders of de door hen aangewezen adviesinstantie die gegevens te (doen) verschaffen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag. Artikel 7.2 Wijzigingen in de situatie Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening in bruikleen is verstrekt, of aan wie een financiële tegemoetkoming is verleend, is verplicht aan burgemeester en wethouders mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening. Artikel 7.3 Intrekking en wijziging van een besluit tot verlening van een voorziening Burgemeester en wethouders kunnen een beschikking genomen op grond van deze verordening geheel of gedeeltelijk intrekken c.q. wijzigen indien: a niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening; b op grond van gegevens beschikt is en gebleken is dat de gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen. 13

14 XFDELING m siot Hoofdstuk 8 Slotbepalingen Artikel 3.1 Afwijken van bepalingen/hardheidsclausule 1. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de gehandicapte afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. 2. Voorafgaande aan de toepassing van het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders advies vragen. Artikel 8.2 Nadere uitvoering Ter uitvoering van deze verordening en in aanvulling op de toelichting op deze verordening formuleren burgemeester en wethouders een zo concreet mogelijk toetsings- c.q. verstrekkingenbeleid. Artikel.8.3 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders. Artikel 8.4 Indexering Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. Artikel 8.5 Periodieke evaluatie gemeentelijk beleid en bijstelling verordening Het door de gemeente gevoerde beleid wordt voor de komende drie jaar éénmaal per jaar geëvalueerd; indien deze evaluatie daar aanleiding toe geeft wordt de verordening aangepast. Burgemeester en wethouders zenden hiertoe in 1994 binnen negen maanden en vervolgens telkens na 1 jaar aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk. Na drie jaar wordt bezien of een aparte evaluatie nog noodzakelijk is, dan wel een verantwoording plaatsvindt analoog aan de overige gemeentelijke taken. Artikel 8.6 Afwijking van de verordening Ingeval van wetswijziging die gevolgen hebben voor de verordening zijn burgemeester en wethouders bevoegd beschikkingen te nemen conform de wetswijziging, vooruitlopend op de formele wijziging van deze verordening. Artikel 8.7 Citeertitel; inwerkingtreding 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Boxtel Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Boxtel op 24 maart De voorzitter, y De secretaris. 14

15 l ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING OP DE VERORDENING GEMEENTE BOXTEL DEEL l ALGEMEEN DEEL Hoofdstuk 1, Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen In dit artikel wordt een aantal begrippen verklaard. a. voorzieningen Onder a. wordt het begrip voorziening beperkt tot de onderdelen die onder de Wet voorzieningen gehandicapten vallen, te weten woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen. De Wet geeft zelf een omschrijving van het begrip woonvoorziening 1 en van het begrip vervoersvoorziening 2. Van het begrip rolstoel is geen omschrijving gegeven, noch in de Wet noch in deze verordening. Hoewel iedereen precies weet wat onder een rolstoel verstaan wordt, geeft het formuleren van een begripsomschrijving grote problemen. Onder rolstoel dient hier begrepen te worden de rolstoel zoals iedereen die kent. Deze rolstoel kan zowel handbewogen als elektrisch aangedreven zijn. Een trippelstoel wordt niet als rolstoel beschouwd. De trippelstoel valt onder de door de AWBZ te verstrekken voorzieningen. Een scootermobiel komt voor in drie varianten, voor binnen, zowel voor binnen als buiten, en uitsluitend voor buiten. Een rolstoel kan zowel worden gebruikt als een verplaatsingsmiddel voor binnen als voor buiten. Indien een rolstoel uitsluitend voor buitengebruik geschikt is, is de rolstoel per definitie een vervoersvoorziening. De sportrolstoel valt in het kader van deze verordening onder het begrip rolstoel. b. inkomen Bij het begrip inkomen wordt uitgegaan van het begrip zoals dat in het (ingetrokken) Besluit landelijke draagkrachtcriteria was omschreven. Onder inkomen wordt in gevolge artikel 1.1 onder b. verder verstaan het inkomen van de gehandicapte, dan wel het gezamenlijk inkomen van zijn ouders of pleegouders, dan wel het inkomen van de gehandicapte en zijn echtgenoot. Wanneer bij het bepalen van de hoogte van de eigen bijdrage en de hoogte van de financiële tegemoetkomingen het inkomen wordt betrokken, dient dus te worden uitgegaan van het voor de aanvraag relevante inkomen. Gaat het om een gehandicapte jonger dan 18 jaar, dan geldt het gezamenlijk inkomen van ouders of pleegouders, tenzij betrokkene gehuwd is. Een persoon jonger dan 18 jaar die gehuwd is, is immers voor de wet meerderjarig en in dat geval zal dus niet meer het inkomen van ouders of pleegouders bij de aanvraag moeten worden betrokken, maar dient het gezamenlijk inkomen van de gehandicapte en zijn echtgenoot in beeld te worden gebracht. Indien het inkomen van pleegouders wordt betrokken bij de toekenning van voorzieningen dient wel aan de voorwaarde te zijn voldaan dat de pleegouders het pleegkind als een eigen kind opvoeden en onderhouden (zie ook WVG artikel 5 lid 2). Is er sprake van een samenlevingsvorm die in gevolge artikel 1 lid 2 t/m 4 WVG wordt beschouwd als 'de gehandicapte en zijn echtgenoot' dan kan het gezamenlijk inkomen van de gehandicapte en zijn echtgenoot bij het bepalen van de hoogte van de eigen bijdrage en financiële tegemoetkomingen worden betrokken. Heeft de gehandicapte geen 'echtgenoot' in de zin van artikel 1 lid 2 t/m 4 WVG en is de gehandicapte ouder dan 18 jaar dan kan dus alleen het inkomen van de gehandicapte betrokken worden bij het bepalen van de hoogte van de eigen bijdragen en financiële tegemoetkomingen. 1 Woonvoorziening: een voorziening die verband houdt met een maatregel die gericht is op het opheffen ot verminderen van ergonomische beperkingen die een gehandicapte bij het normale gebruik van zijn woonruimte ondervindt, en waarvan de kosten niet meer bedragen dan t 4S.OOO met dien verstande dat bij Ingrepen van bouwkundige of woontechnische aard in of aan de woonruimte slechts dan een voorziening als woonvoorziening wordt aangemerkt, indien de voorziening gericht is op het opheffen of verminderen van ergonomische beperkingen. 2Vervoersvoorziening: "een voorziening die Is gericht op het opheffen of verminderen van beperkingen die een gehandicapte bij het vervoer buitenshuis ondervindt" 15

16 Tenslotte is onder dit artikel aangegeven dat in alle gevallen de verschuldigde loonheffingen en werknemerspremies in mindering van het bruto-inkomen dienen te worden gebracht alvorens van inkomen in de zin van artikel 1.1 onder b. van deze verordening kan worden gesproken. Onder werknemerspremies worden verstaan premies voor WW, WAO, ZW, ZFW en pensioenpremie. Het inkomen dat bij de verlening van voorzieningen kan worden betrokken is in het kader van deze verordening dus gedefinieerd als een 'netto-inkomen', voor zover dit natuurlijk een eenduidig begrip is (zo wordt bijvoorbeeld de te betalen hypotheekrente, en andere fiscale aftrekposten niet betrokken bij het hier gehanteerde begrip 'netto-inkomen'). Bij de vaststelling van het inkomen worden conform het bepaalde het Bijstandsbesluit landelijke normering de volgende zaken buiten beschouwing gelaten, te weten: a. kinderbijslag; b. uitkeringen of vergoedingen voor specifieke kosten; c. inkomsten uit arbeid of uitkeringen van kinderen tot 21 jaar; d. inkomsten uit bescheiden vermogen. c. vreemdeling Onder c wordt bepaald dat iedereen die de Nederlandse nationaliteit niet bezit als vreemdeling wordt beschouwd. Dit in aansluiting op artikel 4 van de Wet dat bepaalt dat een vreemdeling voor de in artikel 2 bedoelde voorzieningen slechts in aanmerking kan komen indien hij op grond van de artikelen 9 en 10 van de Vreemdelingenwet gerechtigd is in Nederland te verblijven. De Wet voorzieningen gehandicapten geeft aan welke groepen hieronder vallen. Een uitzondering dient hier gemaakt te worden voor de groep Molukkers die, zonder dat zij de Nederlandse nationaliteit bezit, wel als zodanig behandeld wordt. g. gemeenschappelijke ruimten Het begrip gemeenschappelijke ruimte wordt onder g. omschreven en beperkt tot ruimten die niet tot de onderscheiden woning behoren, maar toegang daartoe verschaffen zoals een gang, een portaal etc. h. woningaanpassingen In het begrip woningaanpassing komt het onderscheid terug dat de Wet voorzieningen gehandicapten maakt tussen enerzijds woningaanpassingen van bouw- of woontechnische aard (onroerende woonvoorzieningen) en anderzijds woningaanpassingen van niet-bouw- of woontechnische aard (roerende woonvoorzieningen). De eerste categorie betreft de voorzieningen die onder het VROMregime werden verstrekt (RGSHG) en betreffen het overgrote deel van de woningaanpassingen. Om voor deze voorzieningen in aanmerking te komen moet er sprake zijn van ergonomische belemmeringen. De tweede categorie betreft de woonvoorzieningen die voorheen onder de AAW werden verstrekt en waar het criterium 'ergonomisch' geen directe rol speelt (woningsanering in verband met CARA bijvoorbeeld). Het criterium ergonomische belemmeringen is dus gekoppeld aan bouw- of woontechnische voorzieningen. i. Wet Overal waar in deze model verordening over Wet gesproken wordt, zo bepaalt artikel 1.1 onder l, wordt de Wet voorzieningen gehandicapten bedoeld. j, k en l. financiële tegemoetkomingen, forfaitaire en gemaximeerde vergoedingen. Onder een financiële tegemoetkoming wordt begrepen een tegemoetkoming in de werkelijke kosten van de voorziening die op het inkomen van de gehandicapte kan worden afgestemd, terwijl een forfaitaire of gemaximeerde vergoeding wordt verstrekt los van het inkomen. Vervolgens is het verschil tussen een forfaitaire vergoeding en een gemaximeerde vergoeding dat een forfaitaire vergoeding ook los van de werkelijk gemaakte kosten wordt verstrekt, terwijl een gemaximeerde vergoeding moet worden aangewend voor het doel waarvoor de vergoeding is verstrekt en dus kan worden afgerekend op declaratiebasis. Een forfaitaire vergoeding is een "bedrag ineens" en kan dus niet op basis van declaratie worden afgerekend. Een forfaitaire vergoeding is te vergelijken met een cliëntgebonden budget, waarbij de cliënt volledige bestedingsvrijheid heeft. 16

17 Zo werd op grond van de AAW de autokostenvergoeding door het GAK verstrekt als gemaximeerde vergoeding (op declaratiebasis), terwijl het ABP dezelfde vergoeding verstrekte als forfaitair bedrag (volledige bestedingsvrijheid). In beide gevallen gold echter dat indien de gehandicapte meer kosten maakte dan maximaal of forfaitair konden worden vergoed, deze meerkosten niet voor vergoeding in aanmerking kwamen. In die zin is een forfaitair bedrag vergelijkbaar met een gemaximeerde vergoeding. Voor de WVG is dit onderscheid tussen financiële tegemoetkoming enerzijds en forfaitaire en gemaximeerde vergoedingen anderzijds van belang omdat de meerkosten bij forfaitaire of gemaximeerde vergoedingen niet vallen onder de regels die de Ministeriële Regeling inzake financiële tegemoetkomingen en eigen bijdrage stelt aan "eigen betalingen". Eventuele meerkosten (men reist meer dan het forfaitaire of maximale bedrag toelaat) behoeven dus niet bij de draagkrachtvaststelling in het kader van de WVG te worden betrokken. Indien de vervoerskostenvergoeding als financiële tegemoetkoming zou worden verstrekt en deze op het inkomen wordt afgestemd, zouden de werkelijke kosten en dus ook de draagkracht wel in beeld kunnen komen, hetgeen uit een oogpunt van beheersbaarheid van de kosten ongewenst wordt geacht. Artikel 1.2 Beperkingen Artikel 1.2 lid 1 geeft beperkingen aan, die betrekking hebben op het toekennen van een voorziening onder a. individueel gericht Met uitzondering van het collectief vervoer dient een voorziening dient in overwegende mate op het individu gericht te zijn. Hiermee worden gemeenschappelijke voorzieningen uitgesloten, hoewel voorzieningen die naast een individueel ook een gezamenlijk karakter kunnen hebben, wel passen in het kader van deze verordening. Een voorbeeld van een voorziening met een individueel karakter waar daarnaast ook anderen gebruik van kunnen maken is bijvoorbeeld een auto, waarin ook anderen mee kunnen rijden. Een rolstoel wanneer deze beschikbaar wordt gesteld voor meerdere ouderen in een groter complex, kan gezien worden als een individuele voorziening met een gezamenlijk karakter onder b. langdurig noodzakelijk Ingevolge onderdeel b dienen de voorzieningen langdurig noodzakelijk te zijn om beperkingen op het gebied van het wonen of het buiten of binnen verplaatsen op te heffen. Langdurig noodzakelijk wil zeggen dat betrokkene voor langere tijd aangewezen moet zijn op een desbetreffende aanpassing of een desbetreffende rolstoel. Voor langere tijd betekent in ieder geval dat wie tijdelijk gehandicapt is, bijvoorbeeld door een ongeluk, terwijl vast staat dat de handicap van voorbijgaande aard is, niet voor een voorziening in het kader van deze verordening in aanmerking komt. Betrokkene kan een beroep doen op de hulpmiddelendepots van de Thuiszorgorganisaties die opgezet zijn in het kader van de AWBZ. Uit deze depots kan men drie maanden een hulpmiddel lenen, welke periode éénmaal met nog eens drie maanden kan worden verlengd. Waar precies de grens ligt tussen kortdurend en langdurig, zal van situatie tot situatie verschillen. In dit kader zal de prognose van groot belang zijn. Zegt de prognose dat betrokkene na enige tijd zonder de benodigde hulpmiddelen of aanpassingen zal kunnen functioneren, dan mag men van kortdurende noodzaak uitgaan. Bij een wisselend beeld, waarbij verbetering in de toestand periodes van terugval opvolgen, kan echter uitgegaan worden van een langdurige noodzaak. Over dit onderdeel, de afstemming van kortdurende verstrekking en verstrekking voor lange duur, zal overleg plaats dienen te vinden met de Thuiszorginstellingen c.q. de uitvoeringsorganen van de AWBZ. 17

18 1.2.1 onder c. Goedkoopst adequaat Voorzieningen die in het kader van deze verordening worden verstrekt dienen naar objectieve maatstaven gemeten zowel adequaat als meest goedkope voorziening te zijn. Met nadruk wordt hierbij gesteld dat met het begrip adequaat bedoeld wordt: volgens objectieve maatstaven nog toereikend. Hoewel datgene wat de gehandicapte als adequaat beschouwt mee zal moeten wegen in de beoordeling van het adequaat zijn van de voorziening, zal ook het criterium van het goedkoop zijn, de kosten van de voorziening, een rol spelen bij de uiteindelijke beoordeling van het al dan niet adequaat zijn van een voorziening. Eigenschappen die kostenverhogend werken zonder dat zij de voorziening meer adequaat maken, zullen in principe niet voor vergoeding in aanmerking komen. Daarbij kan een overweging zijn dat de bruikbaarheid van een voorziening niet alleen door technische en functionele aspecten bepaald wordt. Tevens is het denkbaar dat een product dat duurder is dan een vergelijkbaar product, langer meegaat en dus uiteindelijk goedkoper is. Wat betreft het kwaliteitsniveau waarvan uitgegaan kan worden moge het duidelijk zijn dat bij een verantwoord, maar ook niet meer dan dat, niveau dient te worden aangesloten. Dit niveau zou bij woonvoorzieningen omschreven kunnen worden als de norm die in het Bouwbesluit gangbaar is. Alleen in die gevallen dat bijvoorbeeld vanuit Welstandtoezicht hogere eisen worden gesteld, kan de gemeente hier een uitzondering op maken. Over de hiermee gepaard gaande kosten moeten afspraken gemaakt worden. Het is uiteraard wel mogelijk een voorziening te verstrekken die duurder is dan de goedkoopst adequate voorziening, mits de gehandicapte bereid is het prijsverschil voor eigen rekening te houden en deze duurdere voorziening minstens even adequaat is. Lid 3 van artikel 1.2 geeft drie situaties weer waarin geen voorziening wordt toegekend onder a. algemeen gebruikelijk Onder a. wordt aangegeven dat in geval een voorziening voor een persoon als aanvrager algemeen gebruikelijk is, geen voorziening wordt toegekend. Waar de grens tussen wat algemeen gebruikelijk is en wat dat niet is precies getrokken moet worden zal afgemeten moeten worden aan algemeen maatschappelijke normen. Rolstoelen zijn nooit algemeen gebruikelijk voor een persoon als de aanvrager. Met "als" wordt bedoeld een niet-gehandicapte persoon die in een vergelijkbare situatie verkeert (b.v. wat betreft inkomen, leeftijd, etc.). Een fiets daarentegen is voor een persoon als gehandicapte wel algemeen gebruikelijk omdat in Nederland een ieder geacht kan worden te beschikken over een fiets. Om die reden komt de gehandicapte niet voor een fiets in aanmerking. Indien daarentegen de gehandicapte een speciale fiets nodig heeft worden - op grond van het feit dat de fiets algemeen gebruikelijk is - de kosten van een gewone fiets in mindering gebracht op de te verstrekken bijzondere uitvoering onder b. Aanspraken via andere regelingen Onder b. wordt bij artikel 1.2 lid 3 aangegeven dat deze voorzieningen niet worden verstrekt indien er een andere wettelijke regeling bestaat, op grond waarvan men aanspraak kan maken op de aangevraagde voorziening. Hetzelfde geldt voor privaatrechtelijke overeenkomsten. Hoofdstuk 2. Paragraaf 1 Woonvoorzieningen Algemene omschrijving Artikel 2.1 Type woonvoorzieningen a. verhuis- en inrichtingskosten Indien verhuisd wordt naar een aangepaste of een goedkoper dan de reeds bewoonde woonruimte aan te passen woning, bestaat de mogelijkheid om een tegemoetkoming te verstrekken in de verhuis- en inrichtingskosten. De afweging dient daarbij te worden gemaakt of een tegemoetkoming in de verhuiskosten op zijn plaats is, of dat de woning van gehandicapte aangepast moet worden. 18

19 Indien aangepaste of aanpasbare woningen beschikbaar zijn kan uit doelmatigheidsoverwegingen de voorkeur gegeven worden aan verhuizen boven aanpassen van de huidige woonruimte van de gehandicapte. Bij de uiteindelijke keuze van de te verstrekken voorziening wordt een afweging gemaakt tussen de kosten van het verhuizen versus het aanpassen van de huidige woonruimte. Bij de keuze verhuizen of aanpassen zal naast het kostenaspect (aanpassingen van f ,00 en meer) rekening gehouden worden met een aantal wegingsfactoren. In een aantal gevallen kan, om andere reden dan het niet aanwezig zijn van passende huisvesting, van verhuizing worden afgezien: a. indien de vervoersmogelijkheden als gevolg van een verhuizing zodanig verslechteren dat de toenemende overheidsbijdrage in de vervoerskosten gelijk of hoger is dan de lasten van de aanpassingskosten wordt de vervangende woonruimte niet als passend aangemerkt; b. indien sociale motieven van doorslaggevende aard zijn. Wat wordt niet onder de noemer sociale motieven gebracht. a. het moeilijker hulp kunnen krijgen van vrienden, familie en kennissen beïnvloed niet de passendheid. Bij woningtoewijzing wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van betrokkenen. Desondanks kan er (iets) meer tijd nodig zijn voor het overbruggen van de afstand tussen de hulpbieder; b. het moeten missen van een tuin in een nieuwe woonsituatie en het feit dat iemand reeds lang in een bepaalde omgeving woont. Primair gaat het om het opheffen van ergonomische belemmeringen. Het niet hebben van een tuin is nooit een ergonomische belemmering, maar heeft uiteraard wel een belevingswaarde. Met het geworteld zijn in een bepaalde wijk zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden bij de woningtoewijzing; c. dat iemand veel in een woning heeft geïnvesteerd blijft bij de beoordeling van het begrip 'passend' buiten beschouwing. Investeringen in een (huur)woning moet voor risico blijven van de investeerder. Indien iemand in een eigen woning heeft geïnvesteerd mag worden aangenomen, dat die investering bij verkoop in belangrijke mate wordt terugverdiend. Indien het gaat om een ingrijpende aanpassing kan de eigenaar / belanghebbende kiezen voor een verhuisoplossing met gebruikmaking van een sociale huurwoning. Hij kan ook kiezen voor aanpassing voor eigen rekening of verhuizing naar een andere koopwoning. Als een gehandicapte op gevoelsmatige gronden wil kiezen voor een koopwoning en een adequate huursituatie afwijst, dan is dat een te respecteren keuze, maar ligt het niet voor de hand dat de hogere kosten daarvan worden gesubsidieerd. Wat kan wel onder de noemer sociale motieven worden gebracht. a. Als de belanghebbende een beroep aan huis uitoefent dat locatiegebonden is een voortzetting van dat beroep onmogelijk wordt ingeval de woonruimte niet wordt aangepast. Met locatiegebonden beroep wordt hier niet bedoeld een administratiekantoor, belastingadviesbureau, juridisch adviseur e.d.; immers hier is een scheiding tussen woon- en werklocatie mogelijk. b. Indien er kleine kinderen tot een huishouden behoren wordt een gelijkvloerse woning (veelal flat) in het kader van deze verordening, niet zonder meer als passend aangemerkt. In aansluiting op het onder ad. b vermelde kan worden opgemerkt, dat met het toenemen van de leeftijd, in het algemeen de kans op gebreken toeneemt. Voorkomen moet worden dat ouderen te maken krijgen met een in de tijd 'opeenstapeling' van woonaanpassingen met uiteindelijk een verhuizing als gevolg. Gesteld kan worden, dat wanneer er sprake is van ergonomische belemmeringen en de leeftijd van in het algemeen 55 jaar is bereikt en ten gevolge van de ergonomische belemmeringen belangrijke bouwkundige aanpassingen moeten worden getroffen, een verhuizing voor de hand ligt. Het spreekt voor zich dat bij de vervangende woning de nadruk primair zal liggen op de op te heffen ergonomische beperkingen en afgestemd is op de specifieke eigenschappen van die bewoners (minder kamers, kleinere ruimten, gelijkvloers, goede douchevoorziening). 19

20 l Uitgangspunt van het gemeentelijk beleid is dat zo goed mogelijk gebruik wordt gemaakt van de voorraad aangepaste woningen in de gemeente. Dat veronderstelt dat in een zo vroeg mogelijk stadium veranderende woonbehoeften worden onderkend en nagegaan wordt op welke wijze daaraan het beste tegemoet kan worden gekomen. Een goede en vroegtijdige registratie daarvan, kan een hulpmiddel vormen om ervoor zorg te dragen, dat personen die ergonomische belemmeringen ondervinden, hetzij in beperkte dan wel in hogere mate, op het juiste moment goede vervangende huisvesting kan worden aangeboden. Ook het registreren van aangepaste woningen kan hierbij een hulpmiddel zijn. In het verlengde hiervan, zal een verhuizing bijna altijd in overeenstemming met de gehandicapte kunnen plaatsvinden. Het moge duidelijk zijn dat wanneer een woning wordt vrijgemaakt, er twee maal een vergoeding voor verhuizing en inrichting kan worden verstrekt: allereerst aan degene die de woning vrijmaakt en vervolgens aan de gehandicapte die naar de vrijgemaakte woning verhuist. De totaalkosten hiervan zullen een onderdeel uitmaken van de afweging of er een tegemoetkoming in de verhuiskosten verstrekt zal worden dan wel een woning aangepast moet worden. Tenslotte kan nog gewezen worden dat de verhuizing ook gezien kan worden als een stimulering om woonbehoeften en woonmogelijkheden in een vroegtijdig stadium op elkaar af te stemmen. Omdat in het maatschappelijk verkeer geldt dat verhuis- en inrichtingskosten primair door de verhuizende persoon dienen te worden gedragen, kan er slechts sprake zijn van een beperkte financiële tegemoetkoming. Het spreekt voor zich dat bij de aanvrager sprake dient te zijn van 'ergonomische belemmeringen' en dat de verhuizing naar een gekwalificeerde woning plaatsvindt. b. woningaanpassingen Het gaat hierbij om bouwkundige (onroerende) woningaanpassingen die de ergonomische belemmeringen van de gehandicapte wegnemen of gedeeltelijk wegnemen. Hieronder wordt niet gerekend het treffen van voorzieningen, die volgens de huidige gangbare normen in een woning aanwezig worden geacht te zijn. Als voorbeeld kan de douche genoemd worden. Een gehandicapte die een woning bewoont zonder douche zal derhalve geen aanspraak op een WVG-vergoeding voor het aanbrengen van een douche kunnen maken. Hieronder volgt een overzicht van de subsidiabele kosten: 1. de aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening; 2. de risicoverrekening van loon-en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991; (Ad 1 en 2: Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, dan vervalt de post loonkosten en worden alleen de materiaalkosten ais subsidiabel aangemerkt.) 3. Het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in SR 1988 van de BNA. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal de ingrijpender woningaanpassingen; 4. de kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is, tot een maximum van 2% van de aanneemsom; 5. de leges voor zover deze betrekking hebben op het treffen van de voorziening; 6. de verschuldigde en niet verrekenbare- of terugvorderbare omzetbelasting; 7. renteverlies, i.v.m. het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen; 8. de door burgemeester en wethouders (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn; 9. de kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing; 20

Verordening voorzieningen gehandicapten

Verordening voorzieningen gehandicapten Wettelijke grondslag: artikel 2 van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg); artikel 149 Gemeentewet Verordening voorzieningen gehandicapten HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN

VERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN De raad van de gemeente Oude IJsselstreek, gelet op de Wet voorzieningen gehandicapten en artikel 149 van de Gemeentewet, besluit vast te stellen de VERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN AFDELING I ALGEMEEN

Nadere informatie

Verordening Voorzieningen Gehandicapten 2005 gemeente Sliedrecht

Verordening Voorzieningen Gehandicapten 2005 gemeente Sliedrecht Verordening Voorzieningen Gehandicapten 2005 gemeente Sliedrecht Verantwoordelijke afdeling Welzijn, Educatie en Zorg. telefoon (0184) 495912 De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 1998, nr. 28;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 1998, nr. 28; Nr. 98.12.28-1 De raad van de gemeente Woensdrecht, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 1998, nr. 28; gelet op artikel 2 van de Wet voorzieningen gehandicapten Stb. 1993

Nadere informatie

Verordening voorzieningen gehandicapten 2005

Verordening voorzieningen gehandicapten 2005 Verordening voorzieningen gehandicapten 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Oosterhout Officiële naam regeling Verordening voorzieningen gehandicapten

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 Burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen; Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

gehandicapten gemeente Beemster

gehandicapten gemeente Beemster Rijn Middelburgstraat 1, * 1462 NV Middenbeemster * tel. 0299-68 21 21 Verordening Voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 1 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 2 Hoofdstuk 2 Woonvoorzieningen 4 Hoofdstuk 3 Vervoersvoorzieningen 9 Hoofdstuk 4 Rolstoelen 12 Hoofdstuk 5 Het verkrijgen van een voorziening 12 Hoofdstuk 6 Verplichtingen

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN 2006

VERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN 2006 VERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN 2006 GEMEENTE O E G S T G E E S T Afdeling Welzijn, Sociale Zaken en Onderwijs Gemeente Oegstgeest oktober 2005 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Artikel 1.2 Artikel 1.3 Begripsbepalingen Primaat algemene en

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007 Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007 gemeente West Maas en Waal november 2006 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2007 (op basis van delegatie in de Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013. Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van het Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, overwegende dat

Nadere informatie

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke Nummer: 106-10 Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van wijzigen van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2007 De raad van de gemeente Waterland,

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 CVDR Officiële uitgave van Hoogeveen. Nr. CVDR23840_1 29 maart 2016 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 Burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen; Gelet op de Wet

Nadere informatie

WVG verordening Lelystad 2005

WVG verordening Lelystad 2005 WVG verordening Lelystad 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling WVG verordening Lelystad 2005 Citeertitel WVG verordening

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING De raad van de gemeente Geldermalsen, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 mei 2011 nummer 4 gelet op artikel 5 van de Wet

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2013 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp : Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) verordening. Raad. 21 september 2006. Status. Besluitvormend. Punt no.

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp : Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) verordening. Raad. 21 september 2006. Status. Besluitvormend. Punt no. Aan de Gemeenteraad Raad Status : : 21 september 2006 Besluitvormend Onderwerp : Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) verordening Punt no. : 7a Korte toelichting De gewijzigde Verordening Wet voorzieningen

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER 2012 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN...2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING...2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...2

Nadere informatie

Raadsvoorstel tot het aanpassen van de Verordening voorzieningen

Raadsvoorstel tot het aanpassen van de Verordening voorzieningen gemeente Eindhoven Dienst Werk, Zorg en Inkomen Raadsnummer 02.$07.00I Inboeknummer oauooaoxs Beslisdatum BaxW xo december 2002 Dossiernummer sso.6sx Raadsvoorstel tot het aanpassen van de Verordening

Nadere informatie

Betreft Verordening voorzieningen gehandicapten 2005 Besluit nadere regels verordening voorzieningen gehandicapten 2005

Betreft Verordening voorzieningen gehandicapten 2005 Besluit nadere regels verordening voorzieningen gehandicapten 2005 Stein Gemeenteblad Afdeling A 2005, no. Agendapunt Bijlagen 1 Concept-raadsvoorstel Aan De Raad Betreft Verordening voorzieningen gehandicapten 2005 Besluit nadere regels verordening voorzieningen gehandicapten

Nadere informatie

Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007

Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007 Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007 Datum: augustus 2006 Status: definitief Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze verordening

Nadere informatie

Raadsbesluit. Steenwijk, 11 september 2007 Nummer: 2007/94. De raad van de gemeente Steenwijkerland;

Raadsbesluit. Steenwijk, 11 september 2007 Nummer: 2007/94. De raad van de gemeente Steenwijkerland; Raadsbesluit Steenwijk, 11 september 2007 Nummer: 2007/94 De raad van de gemeente Steenwijkerland; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2007, nummer 2007/94; b e s l u i

Nadere informatie

Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening... 5

Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening... 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Hoofdstuk 2 Bijzondere bepalingen... 3 Artikel 2.1 Afschrijvingsperioden... 3 Artikel 2.2 Toepassing primaat verhuizing...

Nadere informatie

Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen.

Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen. Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1. Begripsbepalingen. In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere

Nadere informatie

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum De raad van de gemeente Bedum, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2006. Gelet op artikel 4 van de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013. 1 januari 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013. 1 januari 2013 Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013 1 januari 2013 Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Regels rond verstrekking en verantwoording 3 Artikel 3 Vaststelling bedrag persoonsgebonden

Nadere informatie

WMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009

WMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009 WMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp : Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) verordening. Raad. 7 september 2006. Status. Besluitvormend. Punt no.

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp : Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) verordening. Raad. 7 september 2006. Status. Besluitvormend. Punt no. Aan de Gemeenteraad Raad Status : : 7 september 2006 Besluitvormend Onderwerp : Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) verordening Punt no. : 10 Korte toelichting De gewijzigde Verordening Wet voorzieningen

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN... 2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING... 2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007 Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen 1. In dit besluit wordt verstaan onder: a. Verordening: de Wmo-verordening gemeente Heusden

Nadere informatie

EERSTE WIJZIGING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2010

EERSTE WIJZIGING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2010 Jaar: 2010 Nummer: 68 Besluit: Gemeenteraad 6 juli 2010 Gemeenteblad EERSTE WIJZIGING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2010 De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel

Nadere informatie

RIS109699d_ V E R O R D E N I N G. Voorzieningen gehandicapten 1994 zoals deze laatstelijk is gewijzigd per 1 januari 2004

RIS109699d_ V E R O R D E N I N G. Voorzieningen gehandicapten 1994 zoals deze laatstelijk is gewijzigd per 1 januari 2004 RIS109699d_27-10-2003 V E R O R D E N I N G Voorzieningen gehandicapten 1994 zoals deze laatstelijk is gewijzigd per 1 januari 2004 De Raad der gemeente Den Haag, gelezen het voorstel van Burgemeester

Nadere informatie

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014 CVDR Officiële uitgave van Sint Anthonis. Nr. CVDR329216_1 3 oktober 2017 Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HENGELO

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HENGELO VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HENGELO 2007 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 1 Artikel 1.1 Begripsbepalingen... 1 Artikel 1.2 Beperkingen... 2 Hoofdstuk

Nadere informatie

Verordening Wmo gemeente Appingedam 2009

Verordening Wmo gemeente Appingedam 2009 Verordening Wmo gemeente Appingedam 2009 Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad gemeente Appingedam op 17 december 2009 1 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 3 Artikel 1. Begripsbepaling

Nadere informatie

Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal,

Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal, Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal, Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente

Nadere informatie

Wvg-verordening Zoetermeer

Wvg-verordening Zoetermeer Wvg-verordening Zoetermeer Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld)

Nadere informatie

RIS139972B_01-SEP-2006 Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2007

RIS139972B_01-SEP-2006 Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2007 RIS139972B_01-SEP-2006 Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2007 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze verordening

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende van 4 november 2014

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende van 4 november 2014 . De Raad van de gemeente Heeze-Leende; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende van 4 november 2014 gelet op Artikel 149 Gemeentewet besluit vast te stellen:.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2009 Nr. 49658 Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning,

Nadere informatie

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Artikel 1 Regels rond verstrekking en verantwoording Lid 1 Verstrekking

Nadere informatie

Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009

Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009 Raadsbesluit nr. 8 Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009 De raad van de gemeente Tynaarlo; gelezen het besluit van burgemeester en wethouders van 29 juli

Nadere informatie

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR (concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR 2007 2 Inhoud pagina Hoofdstuk Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 5 Artikel 2 Beperkingen 6 Hoofdstuk Vorm van te

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente <NAAM> 2015 concept. Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening...

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente <NAAM> 2015 concept. Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening... Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente 2015 concept Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Hoofdstuk 2 Bijzondere bepalingen... 3 Artikel

Nadere informatie

Artikel 2.7 Persoonsgebonden budget hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen... 5

Artikel 2.7 Persoonsgebonden budget hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen... 5 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 4 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 4 HOOFDSTUK 2 PERSOONSGEBONDEN BUDGET... 4 Artikel 2.1 Verstrekking op verzoek... 4 Artikel 2.2 Geen persoonsgebonden

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan

Nadere informatie

Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer

Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008 CVDR Officiële uitgave van Hoogeveen. Nr. CVDR1408_1 29 maart 2016 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008 De Raad van de gemeente Hoogeveen; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2011 Nr. 73307 gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de Verordening maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen DE RAAD DER GEMEENTE HAREN, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 juli 2006, nr. 20; b e s l u i t : vast te stellen de volgende: Modelverordening maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk

Nadere informatie

Het primaat van de verhuizing Woon- en verblijfruimten waarvoor geen woonvoorziening wordt verstrekt Voorwaarden bij verlening van woonvoorzieningen

Het primaat van de verhuizing Woon- en verblijfruimten waarvoor geen woonvoorziening wordt verstrekt Voorwaarden bij verlening van woonvoorzieningen VERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN 2002 Inhoudsopgave Tekst van de verordening DEEL I ALGEMEEN DEEL HOOFDSTUK 1 Artikel 1.1 Artikel 1.2 HOOFDSTUK 2 Algemene bepalingen Begripsbepalingen Beperkingen

Nadere informatie

In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, H-I- Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht. (Concept 16 oktober 2006) Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013 CVDR Officiële uitgave van Nieuwkoop. Nr. CVDR297190_1 4 juli 2016 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 1. In dit Besluit

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 behorende bij de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Besluit voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010 CVDR Officiële uitgave van Berkelland. Nr. CVDR32504_1 29 mei 2018 Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010 Hoofdstuk Algemene bepalingen. Artikel Begripsbepalingen. In

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013 De raad van de gemeente Langedijk; - gelet op de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning per 1 januari 2007; - gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gemeente Langedijk; besluit:

Nadere informatie

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011;

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011; Gem: 0612099 Besluit maatschappelijke ondersteuning Culemborg Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg; gelet op artikel 5 de Wet maatschappelijke ondersteuning, gelet op de

Nadere informatie

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Gemeente Veendam, 2013 Besluit maatschappelijke ondersteuning... 3 Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.... 3 Artikel 1.

Nadere informatie

Gewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo

Gewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo Gewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1: begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009 Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk 2009 1 januari 2009 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HEEMSKERK 2009 Inhoudsopgave Geregistreerd onder nummer Z/2008/148754 Wettelijke grondslag:

Nadere informatie

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011 Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011 Tekst Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 Artikel

Nadere informatie

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012 FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012 Hoofdstuk 1. Eigen bijdrage en eigen aandeel in de kosten Artikel 1. Hoogte eigen bijdrage en eigen aandeel Lid 1. Bij het verstrekken

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2013 Nr. 114031 Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning,

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Onderwerp: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Ons kenmerk: 09bwb00759 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op het overleg met de Cliëntenraad WMO van

Nadere informatie

Wmo-verordening Vlagtwedde 2011, tweede concept 10 november 2010

Wmo-verordening Vlagtwedde 2011, tweede concept 10 november 2010 1 Nr. 21. De raad van de gemeente Vlagtwedde; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 december 2010, nr. ZA.10-8045/DV.10-203, afdeling Samenleving; gelet op de artikelen 4 en 5 van de

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Delft. Nr. 11683 2 februari 2016 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft 2016 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft,

Nadere informatie

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007 Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Maasbree Officiële naam regeling Besluit nadere regels

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Onderwerp: besluit

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden De Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden; gezien het voorstel d.d. 2007; gelet op artikel 5, 6, 7, 15 en 19 van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren 2012;

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren 2012; HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel, nr 8502; gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren 2012; b e s l u i t : vast te stellen:

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010 CVDR Officiële uitgave van Katwijk. Nr. CVDR88040_1 15 november 2016 VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen VERORDENING VOORZIENINGEN

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Sittard-Geleen 2008

Verordening maatschappelijke ondersteuning Sittard-Geleen 2008 CVDR Officiële uitgave van Sittard-Geleen. Nr. CVDR2865_1 15 mei 2018 Verordening maatschappelijke ondersteuning Sittard-Geleen 2008 De raad van de gemeente Sittard-Geleen gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Stuknummer: bl08.02187

Stuknummer: bl08.02187 gemeente Den Helder Stuknummer: bl08.02187 Raadsvergadering d.d.: Raadsbesluit Besluit nummer: Onderwerp: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Helder 2009 De raad van de

Nadere informatie

Verordening Individuele Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Halderberge 2011

Verordening Individuele Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Halderberge 2011 CVDR Officiële uitgave van Halderberge. Nr. CVDR86389_1 29 januari 2019 Verordening Individuele Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Halderberge 2011 De raad van de gemeente Halderberge; gezien

Nadere informatie

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 Súdwest-Fryslân 1 INHOUDSOPGAVE Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE OUD-BEIJERLAND

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE OUD-BEIJERLAND BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE OUD-BEIJERLAND 2017, tweede versie (1 ste wijziging) Pagina 1 van 9 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen...4 Artikel 1 Begripsomschrijvingen...4

Nadere informatie

Besluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel 2010. Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo

Besluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel 2010. Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo Gemeente Tiel 2010 Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo Hoofdstuk 1 Artikel 1 Algemene bepalingen...3 Begripsbepalingen... 3 Hoofdstuk 2 Het persoonsgebonden budget en de financiële tegemoetkoming...4

Nadere informatie

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009 Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009 Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden

Nadere informatie

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oude IJsselstreek 2013 13ini00380 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget... 3 Artikel 1.1 Regels rond verstrekking

Nadere informatie

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Oud-Beijerland,

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Oud-Beijerland, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Oud-Beijerland Nr. 234562 29 december 2017 Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oud-Beijerland houdende regels omtrent maatschappelijke

Nadere informatie

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Kaag en Braassem

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Kaag en Braassem GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Kaag en Braassem. Nr. 9852 26 februari 2014 Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Kaag en Braassem Burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012 Onderwerp: Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012 Ons kenmerk: Burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven; gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening. Individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Maastricht. Artikelsgewijze toelichting

Verordening. Individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Maastricht. Artikelsgewijze toelichting Verordening Individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 Gemeente Maastricht + Artikelsgewijze toelichting versie 29 mei 2012 Ingangsdatum 1 juni 2012 Inhoud: HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN...

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal CVDR Officiële uitgave van Roosendaal. Nr. CVDR10539_4 1 maart 2016 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Verordening voorzieningen

Nadere informatie

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER 1-1-2011. Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER 1-1-2011. Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER 1-1-2011 Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden De Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden; gezien het voorstel d.d. 24 april 2007; gelet op artikel

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen 2018

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Strijen Nr. 7212 11 januari 2018 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen 2018 Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Strijen,

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Wassenaar

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Wassenaar CVDR Officiële uitgave van Wassenaar. Nr. CVDR319545_1 15 november 2016 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Wassenaar Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 1. In dit Besluit

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011 TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011 INHOUD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN...1 HOOFDSTUK 2 BIJZONDERE REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET...2 HOOFDSTUK 3

Nadere informatie

VERORDENING WMO VOORZIENINGEN GEMEENTE GRONINGEN. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 april 2011;

VERORDENING WMO VOORZIENINGEN GEMEENTE GRONINGEN. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 april 2011; CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR102478_2 21 november 2017 VERORDENING WMO VOORZIENINGEN GEMEENTE GRONINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN; (GR. 11.2593780); gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Wijziging van de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Noord-Beveland

Wijziging van de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Noord-Beveland Wijziging van de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Noord-Beveland De raad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Verordening wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2009 versie 18 december 2009

Verordening wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2009 versie 18 december 2009 Verordening wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2009 versie 18 december 2009 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2009 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK

Nadere informatie