BEDRIJFSWETENSCHAPPEN. 6 de jaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BEDRIJFSWETENSCHAPPEN. 6 de jaar"

Transcriptie

1 BEDRIJFSWETENSCHAPPEN 6 de jaar Rudy De Wever Sam Vangoetsenhoven

2 Inhoud 1. HET SYSTEEM VAN HET DUBBEL BOEKHOUDEN De balans Verrichtingen op balansen Indeling van de balans in rubrieken Actiefzijde van de balans Passiefzijde van de balans Oefeningen op de balans De rekeningen De balansrekeningen De stap van balansen naar rekeningen Actief- en passiefrekeningen Boekingsregels De kosten- en opbrengstenrekeningen Inleiding Boekingsregels Minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel (MAR) Intra-boekhoudkundige verwerking van het resultaat van het boekjaar DE REGISTRATIE VAN DE ACTIVITEITEN VAN EEN HANDELSONDERNEMING Aankopen en verkopen van handelsgoederen (met BTW) Aankopen van diensten en diverse goederen Personeelskosten Afschrijvingskosten Het journaal of dagboek Handelskortingen en retourzendingen Inleiding Voorbeeld Oplossing Analyse van de verrichtingen Dubieuze vorderingen Voorzieningen voor risico s en kosten Overlopende rekeningen Oefeningen Oefening op aankopen en verkopen Hg (BTW), diensten en diverse goederen en personeelskosten Cover_title 2/145

3 Oefeningen op aankopen en verkopen Hg (BTW), diensten en diverse goederen, personeelskosten en afschrijvingen Oefening op het journaal of dagboek Oefeningen op handelskortingen en retourzendingen Oefeningen op dubieuze vorderingen Oefeningen dubieuze vorderingen en voorzieningen voor risico s en kosten Oefeningen op overlopende rekeningen ONDERNEMEN IS PRESTATIES EVALUEREN Financiële analyse van de jaarrekening / Ratio-analyse Doelstellingen van de ratio-analyse Berekening en betekenis van de coëfficiënten / ratio s Liquiditeit Solvabiliteit of schuldgraad De rendabiliteit Beleid in verband met de voorraden, de handelsvorderingen en de handelsschulden Oefeningen op analyse van de jaarrekening De balanced scorecard Het budget als controle-instrument van de ondernemingsdoelstellingen ONDERNEMEN IS SAMENWERKEN EN TOEGEVOEGDE WAARDE VERDELEN Organisatiestructuren Organisatiemodel van Mintzberg Type- organogrammen Functionele structuur Product/markt structuur opgedeeld naar product of dienst Product/markt structuur opgedeeld naar geografisch gebied Product/markt structuur opgedeeld naar klant Matrixstructuur Leiderschapstypes en motivatie Inspraakorganen en werknemersparticipatie Inspraak op ondernemingsvlak Vakbondsafvaardiging Ondernemingsraad Comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) Inspraak op sectoraal niveau Paritaire comités en subcomités Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) Cover_title 3/145

4 Inspraakorganen op nationaal niveau Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) Nationale Arbeidsraad (NAR) Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk Informeel interprofessioneel overleg Inspraakorganen op internationaal niveau Europese ondernemingsraad Europese CAO s Europees Sociaal Fonds (ESF) Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk Internationale arbeidsorganisatie Ondernemingscultuur, continuïteit, shareholders- en stakeholdersmodel, Kasterleedriehoek en sociaal-ethische audit Ondernemingscultuur Continuïteit Shareholders- en stakeholdersmodel Kasterleedriehoek Sociaal-ethische audit DE WERKING VAN DE BEURS Koersvorming op de beurs Basisvoorbeeld van de elektronische noteringsprocedure Het verloop van de markt De vooropening (7u15 9u) De prijsvorming van openingskoers (9u) De verhandelingsperiode (9 17u25) Berekening van de slotkoers (17u25 17u30) Slotkoershandel (Trading at last) (17u30 17u40) Beursbegrippen NYSE Euronext Beursindexcijfers Oefeningen VERBAND MARGINALITEIT EN AFGELEIDE Het wiskundig verband tussen marginaliteit en afgeleide Economische toepassingen Verband MO en TO Winstmaximalisatie Voorbeeldoefening Winstmaximalisatie Oefeningen Cover_title 4/145

5 1. HET SYSTEEM VAN HET DUBBEL BOEKHOUDEN 1.1. De balans Verrichtingen op balansen We beginnen een zaak met EUR, dit geld komt uit ons persoonlijk fortuin. We plaatsen dit geld op de bankrekening van de zaak, rekeninguittreksel (RU) nr. 1 van de bank ontvangen. We kopen voor EUR handelsgoederen bij Evert, betaling op termijn, AF nr. 1. We lenen EUR bij Goolagong voor een periode van 6 maanden en deponeren het geld in de brandkast van de zaak, kasdocument nr. 1. We kopen een vrachtwagen bij de firma Connors, bedrag EUR, betaling op termijn, AF nr. 2. We betalen onze schuld aan Evert, RU nr. 2 van de bank ontvangen. We kopen voor EUR handelsgoederen bij Gerulaitis, betaling op termijn, AF nr. 3. We verkopen voor EUR handelsgoederen (AKP = EUR) aan Wade, betaling op termijn, VF nr. 1. We betalen de helft van onze lening terug aan Goolagong, RU nr. 3 van de bank ontvangen. Stel de opeenvolgende balansen op. 1

6 Belangrijke begrippen: a. Op de balans treffen we op de linkerzijde de bezittingen of de werkmiddelen aan. Om de bezittingen te financieren zijn er geldmiddelen of financieringsmiddelen nodig. De financieringsmiddelen treffen we op de rechterzijde van de balans aan. b. De linkerzijde van balans = de actiefzijde; de rechterzijde van de balans = de passiefzijde. c. Actiefzijde: aanwending van vermogen Passiefzijde: bronnen van vermogen Eigen vermogen: van de onderneming/eigenaar(s) zelf bv. Kapitaal Vreemd vermogen = schulden bv. Leveranciers (betalingsuitstel verkregen bij een leverancier) Lening Dexia (lening met een bepaalde looptijd van Dexia) d. Bezittingen = Kapitaal + Schulden Kapitaal = Bezittingen Schulden e. Een balans geeft de toestand weer van de onderneming op een bepaald ogenblik = MOMENTOPNAME. f. Een balans is steeds in evenwicht omdat ACTIEF = PASSIEF. 2

7 Indeling van de balans in rubrieken ACTIEF BALANS PASSIEF VASTE ACTIVA I. Oprichtingskosten II. Immateriële vaste activa III. Materiële vaste activa IV. Financiële vaste activa EIGEN VERMOGEN I. Kapitaal II. Uitgiftepremies III. Herwaarderingsmeerwaarden IV. Reserves V. Overgedragen winst Overgedragen verlies (-) VI. Kapitaalsubsidies VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN VII. Voorzieningen en uitgestelde belastingen VLOTTENDE ACTIVA V. Vorderingen op meer dan 1 jaar VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering VII. Vorderingen op ten hoogste 1 jaar VIII. Geldbeleggingen IX. Liquide middelen X. Overlopende rekeningen VREEMD VERMOGEN = SCHULDEN VIII. Schulden op meer dan 1 jaar IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar X. Overlopende rekeningen 3

8 Actiefzijde van de balans a. De bezittingen die voorkomen op de actiefzijde van de balans worden ingedeeld volgens de graad van liquiditeit van de bezittingen, dat wil zeggen de mate waarin ze al dan niet vlug in liquide middelen (geld) kunnen worden omgezet. b. Vaste activa hebben de kleinste graad van liquiditeit, de vaste activa moeten blijvend in de onderneming aanwezig zijn omdat ze dienen voor de exploitatie van de onderneming. Ze worden pas verkocht als ze economisch verouderd of technisch versleten zijn. c. Oprichtingskosten zijn kosten die geactiveerd worden bij het oprichten van een vennootschap. Immateriële vaste activa: goodwill, licenties, know-how, merkenrecht, R&D, Materiële vaste activa: Terreinen: Stuk grond Gebouwen: Magazijn, winkel, oude loods, Rollend materieel: Bestelwagen, vrachtwagen, personenwagen Installaties, machines en uitrusting: Verpakkingsmachine, transportband, snijmachine, Meubilair: Stoelen, tafels, wandkasten, Financiële vaste activa: deelnemingen in andere ondernemingen, aandelen in andere ondernemingen, Vorderingen op meer dan 1 jaar: lange termijn tegoeden Voorraden en bestellingen in uitvoering De handelsgoederen, grondstoffen, halfafgewerkte producten die aanwezig zijn in het magazijn. 4

9 Vorderingen op ten hoogste 1 jaar Klanten, Terug te vorderen BTW, Geldbeleggingen: termijndeposito s Liquide middelen: Het geld dat beschikbaar is in de brandkast (Kas), bij de Post (Post) of bij een kredietinstelling (Bank). Overlopende rekeningen: Over te dragen kosten en Verworven opbrengsten Actiefrekeningen die dienen om kosten en opbrengsten toe te wijzen aan de correcte periode. (cfr. infra) Passiefzijde van de balans a. De bronnen van vermogen die voorkomen op de passiefzijde van de balans worden ingedeeld volgens de tijd dat de onderneming over deze financieringsmiddelen kan beschikken (hoe lang het in de onderneming blijft). b. Passiefzijde bestaat uit eigen en vreemd vermogen. De voorzieningen en uitgestelde belastingen behoren mee tot het eigen vermogen van een onderneming. c. Kapitaal Staat bovenaan op de balans. Het is een blijvende schuld van de onderneming ten opzichte van de eigenaars van de onderneming. Wanneer die zich terugtrekken en hun geld uit de onderneming halen, betekent dit het einde van de onderneming. Uitgiftepremies: worden gecreëerd bij kapitaalverhogingen om ervoor te zorgen dat de bestaande aandeelhouders geen nadeel van de kapitaalverhoging ondervinden. Herwaarderingsmeerwaarden 5

10 Reserves Wettelijke reserves: bij een NV en een BVBA, 5% van de winst tot 10% van het kapitaal is bereikt, statutaire reserves. Overgedragen winst / overgedragen verlies: De winst of het verlies dat wordt overgedragen naar het volgende boekjaar. Winst is eigenlijk een vermeerdering van kapitaal en verlies is een vermindering van kapitaal. Kapitaalsubsidies: verkregen van de overheid Voorzieningen voor risico s en kosten (zie later) en uitgestelde belastingen. Schulden op meer dan 1 jaar (LT leningen) Schulden op ten hoogste 1 jaar: Te betalen BTW, Leveranciers, Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Overlopende rekeningen: Toe te rekenen kosten en Over te dragen opbrengsten Passiefrekeningen die ervoor zorgen dat kosten en opbrengsten worden toegewezen aan de juiste periode. (cfr. infra) 6

11 Oefeningen op de balans Oefening 1: Gegevens met betrekking tot onderneming B.J. King: Lening Dexia (3 jaar): EUR; installaties: EUR; vrachtwagen: EUR; kantoormeubilair: EUR; terug te vorderen BTW: EUR, schulden bij leveranciers: EUR; tegoeden bij de bank: EUR, kapitaal:?? Stel de gerubriceerde balans op van deze onderneming. Oefening 2: Welke uitspraak is fout? De balans: a. is een momentopname m.b.t. bezittingen en schulden op een welbepaald tijdstip. b. heeft een actiefzijde waarvan de indeling van de rubrieken gebaseerd is op de graad van liquiditeit. c. is een staat van ontvangsten en uitgaven. d. heeft tevens een passiefzijde waarvan de indeling gebaseerd is op de termijn waarvoor de middelen ter beschikking staan. Oefening 3: Teken voor iedere verrichting die de ondernemer uitvoert een nieuwe balans met de correcte weergave van de toestand van de onderneming. Bij de laatste verrichting geef je de gerubriceerde balans weer. 1. Een ondernemer, Piet Sercu, start een onderneming en brengt hiervoor EUR van zijn eigen spaarcenten in de zaak, RU nr. van de bank ontvangen. 2. Hiermee koopt hij 500 eenheden handelsgoederen voor een totaal bedrag van EUR bij Cornelis, 21% BTW, AF nr.. Piet krijgt uitstel van betaling. 3. Piet beseft dat hij een gebouw zal moeten kopen om zijn onderneming in onder te brengen en gaat een lening aan bij Dexia voor een bedrag van EUR. Het gaat om een lening met een looptijd van 5 jaar, RU nr. 4. Piet koopt een gebouw ter waarde van EUR, 21% BTW, RU nr.. 5. Jef Sercu, de broer van Piet, wenst ook toe te treden tot de zaak en Piet vindt dit een uitstekend idee. Jef brengt uiteraard ook een deel van zijn spaargelden in de zaak, nl EUR, RU nr.. 6. Jef en Piet betalen hun schulden aan Cornelis, RU nr.. 7

12 7. Jef en Piet verkopen 200 eenheden van hun product aan Smith aan een verkoopprijs van 80 EUR per stuk, 21% BTW, VF nr.. Smith moet binnen de 4 weken betalen. 8. Jef en Piet kopen een verpakkingsmachine ter waarde van EUR, 21% BTW, RU nr.. 9. Smith betaalt zijn schuld, RU nr Jef en Piet betalen 1/5 van de lening bij Dexia terug, RU nr.. Oefening 4: Teken voor iedere verrichting die de ondernemer uitvoert een nieuwe balans met de correcte weergave van de toestand van de onderneming. Bij de laatste verrichting geef je de gerubriceerde balans weer. 1. (1/3) Jan start een zaak en brengt EUR van zijn eigen spaarcenten in de zaak, RU nr. 1 van de bank ontvangen. 2. (20/3) Omdat hij van plan is een gebouw te kopen gaat hij een lening aan bij Dexia voor een looptijd van 10 jaar. Het geleende bedrag bedraagt: EUR, RU nr. 2 van de bank ontvangen. 3. (16/4) Jan koopt een gebouw van Simons ter waarde van EUR, 21% BTW, RU nr. 3 van de bank ontvangen. 4. (9/5) Jan koopt voor EUR goederen (5.000 stuks) bij Verkerk, met de bedoeling deze door te verkopen,21% BTW. Hij zal binnen de 4 weken moeten betalen, AF nr (15/5) Jan koopt een vrachtwagen ter waarde van EUR, 21% BTW, AF nr. 2. Hij moet binnen de 2 weken betalen. 6. (20/5) Jan verkoopt stuks van zijn goederen aan Servaes aan een eenheidsprijs van 35 EUR, 21% BTW. Servaes moet binnen de 3 weken betalen, VF nr (26/5) Jan betaalt reeds de helft van zijn schuld aan Verkerk, RU nr. 4 van de bank ontvangen. 8. (28/5) Jan betaalt zijn vrachtwagen, RU nr. 5 van de bank ontvangen. 9. (1/6) Jan verkoopt stuks van zijn goederen (verkoopprijs 35 EUR per stuk) aan Claes en geeft hem 3 weken uitstel van betaling, 21% BTW, VF nr (5/6) Servaes betaalt zijn factuur, Ru nr. 6 van de bank ontvangen. 8

13 1.2. De rekeningen De balansrekeningen De stap van balansen naar rekeningen a. Telkens er een verrichting plaatsvindt in onze onderneming stellen we een nieuwe balans op. In de realiteit is dit niet vol te houden wegens het vele werk. b. Oplossing? We zullen slechts op het einde van een periode (meestal op 31 december) een balans opmaken (= de eindbalans). In tussentijd moeten we de activiteiten van de onderneming zeer nauwkeurig registreren. Dit doen we aan de hand van T- rekeningen of het grootboek. Iedere balanspost zullen we uitsplitsen in rekeningen. c. Voorbeeld: 1. De toestand van onze zaak is als volgt: Gebouwen: EUR, Handelsgoederen: EUR, Klanten: EUR (Ancic: EUR en Becker EUR), Bank EUR, Leveranciers EUR (Court EUR en Dokic EUR), Kapitaal EUR 2. We kopen voor EUR handelsgoederen bij Evert, betaling op termijn, 21% BTW, AF nr We betalen onze schuld aan Court, RU nr. 1 van de bank ontvangen. 4. Ancic betaalt zijn schuld, RU nr. 3 van de bank ontvangen. 5. We verkopen voor EUR handelsgoederen (AKP = EUR) aan Federer, betaling op termijn, 21% BTW, VF nr Federer betaalt zijn schuld in contant, kasdocument nr. 1. Boek deze verrichtingen op rekeningen en stel nadien de gerubriceerde eindbalans op. 9

14 Actief- en passiefrekeningen a. De rekeningen die voorkomen op de actiefzijde van de balans noemen we actiefrekeningen. De rekeningen die voorkomen op de passiefzijde van de balans noemen we passiefrekeningen. b. De linkerzijde van de balans is de actiefzijde en de rechterzijde van de balans is de passiefzijde. De linkerzijde van een rekening is de debetzijde en de rechterzijde van een rekening is de creditzijde. We noteren de gegevens uit onze beginbalans op onze rekeningen en noteren het cijfer (0) om aan te duiden dat het om de begintoestand gaat. c. Het beginbedrag van de rekeningen die voorkomen op de linkerzijde (=actiefzijde) van de beginbalans, plaatsen we ook op de linkerzijde (=debetzijde) van de rekeningen. Het beginbedrag van de rekeningen die voorkomen op de rechterzijde (=passiefzijde) van de beginbalans, plaatsen we ook op de rechterzijde (=creditzijde) van de rekeningen. d. Een bedrag plaatsen op de debetzijde van een rekening noemen we een rekening debiteren. Een bedrag plaatsen op de creditzijde van een rekening noemen we een rekening crediteren. e. Een actiefrekening ontstaat en vermeerdert op de debetzijde, ze vermindert en verdwijnt op de creditzijde. Een passiefrekening ontstaat en vermeerdert op de creditzijde, ze vermindert en verdwijnt op de debetzijde. f. Voor elke verrichting moet debet = credit. g. Als alle verrichtingen geboekt zijn, stellen we de eindbalans op. De rekeningen komen op de eindbalans met hun saldo, dat wil zeggen het verschil tussen de debetzijde en de creditzijde. De rekeningen met een debetsaldo = DS (debetzijde > creditzijde) komen op de actiefzijde van de balans. De rekeningen met een creditsaldo = CS (creditzijde > debetzijde) komen op de passiefzijde van de balans Boekingsregels Stijgen (of ontstaan) Dalen (of verdwijnen) Actiefrekening D C Passiefrekening C D 10

15 OPMERKING: De belangrijkste verschilpunten tussen balans en rekening. BALANS Statisch: beeld van de toestand van de onderneming op een bepaald ogenblik REKENING Dynamisch: wordt gebruikt bij de boeking van elk document Betrekking op alle activa- en passivabestanddelen Betrekking op 1 enkel actief- op passiefbestanddeel Linkerzijde = actief, rechterzijde = passief Linkerzijde = debet, rechterzijde = credit Actief = passief Debetbedrag = creditbedrag bij elke boeking 11

16 De kosten- en opbrengstenrekeningen Inleiding a. WINST = vermeerdering van kapitaal VERLIES = vermindering van kapitaal b. De winst kunnen we beschouwen als de vergoeding die de ondernemer ontvangt voor het kapitaal dat hij ter beschikking stelt van de onderneming. c. Om WINST te realiseren moet de ondernemer eerst KOSTEN maken en nadien trachten tot een OPBRENGST te komen. d. OPBRENGSTEN - KOSTEN = RESULTAAT positief = winst negatief = verlies Boekingsregels Het boeken van een kost, houdt een vermindering van de winst (kapitaal) in. Indien we dit op de rekening Kapitaal zouden noteren, zouden we deze rekening debiteren (passiefrekening die daalt). Het boeken van een opbrengst, houdt een vermeerdering van de winst (kapitaal) in. Indien we dit op de rekening Kapitaal zouden noteren, zouden we deze rekening crediteren (passiefrekening die stijgt). Indien we alle opbrengsten en kosten op de rekening Kapitaal zouden boeken, krijgen we enkel een zicht op de grootte van de verandering. We hebben dan geen inzicht in de aard en de grootte van de verschillende soorten kosten en opbrengsten. Het wordt dan zeer moeilijk voor een ondernemer om zijn kosten te beheersen en opbrengsten te optimaliseren. Door het creëren van specifieke kosten- en opbrengstenrekeningen kunnen we elke kost en opbrengst apart volgen. De boekingsregels vloeien voort uit de boekingsregels van rekening Kapitaal. Vandaar dat een kostenrekening die vermeerdert of ontstaat, wordt gedebiteerd (en een kostenrekening die daalt, wordt gecrediteerd). Volgens dezelfde redenering wordt een 12

17 opbrengstenrekening die vermeerdert of ontstaat, gecrediteerd (en een opbrengstenrekening die daalt, wordt gedebiteerd). Samengevat: Stijgen (of ontstaan) Dalen (of verdwijnen) Kostenrekening D C Opbrengstenrekening C D Opmerking: Bij iedere boeking, moeten we ons bij elke gebruikte rekening de volgende vragen stellen: 1. Welke soort rekening? Actiefrekening / passiefrekening / kostenrekening / opbrengstenrekening 2. Gaat het hier over een vermeerdering op een vermindering? 3. Toepassen van de boekhoudregels: A D P C A C P D K D O C K C O D 13

18 Minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel (MAR) De rekeningen worden ingedeeld in 7 klassen: Klasse 1: Klasse 2: Klasse 3: Klasse 4: Klasse 5: Klasse 6: Klasse 7: Eigen vermogen, voorzieningen voor risico s en kosten en schulden op meer dan 1 jaar Oprichtingskosten, vaste activa, vorderingen op meer dan 1 jaar Voorraden en bestellingen in uitvoering Vorderingen en schulden op ten hoogste 1 jaar Geldbeleggingen en liquide middelen Kosten Opbrengsten Klasse 1 tot en met 5: Balansrekeningen Klasse 6 en 7: Kosten- en opbrengstenrekeningen (NOOIT OP BALANS!!) Actief Balans Passief Klasse 2 Oprichtingskosten, vaste activa, vorderingen op meer dan 1 jaar Klasse 3 Voorraden en bestellingen in uitvoering Klasse 4 Vorderingen op ten hoogste 1 jaar Klasse 1 Eigen vermogen, voorzieningen voor risico s en kosten, schulden op meer dan 1 jaar Klasse 4 Schulden op ten hoogste 1 jaar Klasse 5 Geldbeleggingen en liquide middelen 14

19 KLASSE 1: Eigen vermogen, voorzieningen voor risico s en kosten en schulden op meer dan 1 jaar. Kapitaal Geplaatst kapitaal Niet opgevraagd kapitaal (-) Herwaarderingsmeerwaarde op materiële vaste activa Voorzieningen voor grote onderhoudswerken Wettelijke reserve Onbeschikbare reserves Beschikbare reserves Overgedragen winst Overgedragen verlies (-) Kredietinstellingen: Schulden op rekening Overige leningen KLASSE 2: Oprichtingskosten, vaste activa en vorderingen op meer dan 1 jaar. Kosten van oprichting en kapitaalverhoging Goodwill Gebouwen Geboekte meerwaarde op gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair Rollend materieel Geboekte afschrijvingen op kosten van oprichting en kapitaalverhoging Geboekte afschrijvingen op gebouwen Geboekte afschrijvingen op installaties, machines en uitrusting Geboekte afschrijvingen op meubilair Geboekte afschrijvingen op rollend materieel KLASSE 3: Voorraden en bestellingen in uitvoering Handelsgoederen 15

20 KLASSE 4: Vorderingen en schulden op ten hoogste 1 jaar Klanten Dubieuze handelsvorderingen Handelsvorderingen: geboekte waardeverminderingen (-) Terug te vorderen BTW Regularisaties terug te vorderen BTW (-) Binnen het jaar vervallende kredietinstellingen: schulden op rekening Kredietinstellingen: schulden in rekening-courant Leveranciers Geraamd bedrag van de Belgische belastingsschuld Te betalen BTW Regularisaties te betalen BTW (-) Ingehouden bedrijfsvoorheffing Rijksdienst voor Sociale Zekerheid Verschuldigde bezoldigingen Opgevraagd niet gestort kapitaal Ontvangen voorschotten op kapitaal Gestort niet opgevraagd kapitaal Over te dragen kosten Verworven opbrengsten Toe te rekenen kosten Over te dragen opbrengsten KLASSE 5: Geldbeleggingen en liquide middelen Bank Kas Post Interne overboekingen 16

21 KLASSE 6: Kosten 60 Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen Aankopen hulpstoffen Aankopen diensten, werk en studies Aankopen Hg Uitgaande retouren Hg (-) Commerciële kortingen op aankopen Hg (-) Voorraadwijzigingen Hg 61 Diensten en diverse goederen 62 Bezoldigingen, sociale lasten (= personeelskosten) Bezoldigingen arbeiders Bezoldigingen bedienden Werkgeversbijdrage RSZ 63 Afschrijvingskosten, waardeverminderingskosten en voorzieningen voor risico s en kosten Afschrijvingskosten op oprichtingskosten Afschrijvingskosten op materiële vaste activa Waardeverminderingskosten op handelsvorderingen op ten hoogste 1 jaar: toevoeging Voorzieningskosten voor grote onderhoudswerken: toevoeging Voorzieningskosten voor grote onderhoudswerken: besteding en terugneming (-) 64 Andere bedrijfskosten Minderwaarden op de realisatie van handelsvorderingen 65 Financiële kosten Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden Betalingskortingen aan klanten Diverse financiële kosten 66 Uitzonderlijke kosten Minderwaarden op de realisatie van vaste activa 17

22 67 Belasting op het resultaat Geraamde Belgische belastingen 69 Resultaatverwerking Overgedragen verlies van het vorige boekjaar Toevoeging aan de wettelijke reserve Toevoeging aan de andere reserves Over te dragen winst Vergoeding van het kapitaal Bestuurders of zaakvoerders Andere rechthebbenden KLASSE 7: Opbrengsten 70 Omzet Verkopen Hg Inkomende retouren Hg (-) Commerciële kortingen op verkopen Hg (-) 74 Andere bedrijfsopbrengsten Meerwaarden op de realisatie van handelsvorderingen Huuropbrengsten 75 Financiële opbrengsten Opbrengsten uit vlottende activa Betalingskortingen bij leveranciers 76 Uitzonderlijke opbrengsten Meerwaarden op de realisatie van vaste activa 79 Resultaatverwerking Overgedragen winst van het vorig boekjaar Over te dragen verlies 18

23 Intra-boekhoudkundige verwerking van het resultaat van het boekjaar Opgave: Op 1 januari N0 is de beginvoorraad van de handelszaak Bates als volgt: EUR. In de loop van N0 wordt voor EUR handelsgoederen aangekocht en wordt voor EUR handelsgoederen verkocht. De eindvoorraad in N0 bedraagt: EUR. Gevraagd: 1. Bereken het bedrijfsresultaat intra-boekhoudkundig (op T-rekeningen). 2. Veronderstel dat de eindvoorraad EUR bedraagt. Bereken het bedrijfsresultaat intra-boekhoudkundig (op T-rekeningen). 3. Veronderstel dat de eindvoorraad EUR bedraagt. Bereken het bedrijfsresultaat intra-boekhoudkundig (op T-rekeningen). Oplossing: 1. Kosten Opbrengsten Resultaatverwerking 19

24 2. Kosten Opbrengsten Resultaatverwerking 3 Kosten Opbrengsten Resultaatverwerking 20

25 Uitleg bij de verrichtingen Het verschil tussen de opbrengsten en de kosten is het resultaat, indien de opbrengsten groter zijn dan de kosten, hebben we winst. Winst is een vermeerdering van kapitaal, maar in plaats van de rekening kapitaal te vermeerderen (crediteren), gaan we dit bedrag noteren op de rekening Overgedragen winst (Klasse 1: eigen vermogen). Dit is een passiefrekening en wordt dus bij het ontstaan (of vermeerderen) gecrediteerd. Om de kosten en opbrengsten in evenwicht te brengen, creëren we de rekening Over te dragen winst. Daar er winst is, zijn de opbrengsten immers groter dan de kosten en op deze manier kunnen alle opbrengsten en kosten worden weggeboekt of gesaldeerd in de allerlaatste verrichting van het boekjaar (= sluitpost). Deze kosten en opbrengstenrekeningen komen namelijk niet voor op de eindbalans. We noemen Over te dragen winst dan ook een oneigenlijke kostenrekening (klasse 6), die ervoor zorgt dat de kosten en opbrengsten in evenwicht worden gebracht. In de sluitpost worden alle kosten- en opbrengstenrekeningen tegenover elkaar weggeboekt (gesloten of gesaldeerd). De opbrengstenrekeningen worden dan gedebiteerd (opbrengst die daalt) en de kostenrekeningen worden dan gecrediteerd (kost die daalt). Voor de actief- en passiefrekeningen wordt het DS (debetsaldo) of CS (creditsaldo) berekend en deze rekeningen komen met dit bedrag op de eindbalans. Kosten- en opbrengstenrekeningen komen dus NOOIT voor op de eindbalans, maar verdwijnen in de sluitpost, vóór het opstellen van de eindbalans (ze zijn vertegenwoordigd via hun saldo (overgedragen winst / overgedragen verlies) op de eindbalans). De rekening Handelsgoederen en de rekening Overgedragen winst noteren we in een rode kleur om aan te duiden dat dit GEEN kosten of opbrengstenrekening zijn, maar balansrekeningen. Indien de voorraad daalt, betekent dit dat er tijdens het jaar meer werd verkocht dan aangekocht. De rekening Handelsgoederen wordt dus gecrediteerd (actiefrekening die daalt). De daling of wijziging van de voorraad wordt genoteerd op de rekening Voorraadwijzigingen Hg. Deze rekening wordt gedebiteerd (kost die stijgt, klasse 6). Het dalen van de voorraad is immers een kost voor de onderneming. Het dalen van de 21

26 voorraad betekent dat een deel van de beginvoorraad werd verkocht. Dat deel staat reeds genoteerd bij Verkopen Hg als een opbrengst en tegen verkoopprijs. De aankoopkostprijs van dat deel moeten we dus nog noteren en dat doen we met de kostenrekening Voorraadwijzigingen Hg. Indien de voorraad toeneemt, betekent dit dat er tijdens het jaar minder werd verkocht dan aangekocht. De rekening Handelsgoederen wordt dus gedebiteerd (actiefrekening die stijgt), en de rekening Voorraadwijzigingen Hg wordt gecrediteerd. In dit geval is de rekening Voorraadwijzigingen Hg een kostenrekening met een min-teken (omdat deze rekening omgekeerd werkt als een gewone kostenrekening: bij ontstaan wordt deze rekening gecrediteerd!). Het toenemen van de voorraad kunnen we dus bekijken als een minderkost voor de onderneming. Een deel van de handelsgoederen die we dit boekjaar hebben aangekocht hebben we nog niet verkocht en zullen we dus pas in een volgende periode verkopen. Vandaar dat we eigenlijk teveel kosten hebben geboekt, wat gecorrigeerd wordt met deze minderkost. Opgelet: rekening Voorraadwijzigingen Hg (-) is GEEN opbrengstenrekening, wel kostenrekening met min-teken! 22

27 2. DE REGISTRATIE VAN DE ACTIVITEITEN VAN EEN HANDELSONDERNEMING 2.1. Aankopen en verkopen van handelsgoederen (met BTW) Voorbeeld: 1/12/N0: We kopen voor EUR handelsgoederen aan bij Mandlikova, betaling op termijn, BTW 21%, AF nr. 10/12/N0: We verkopen voor EUR handelsgoederen aan Sukova, betaling op termijn, BTW 21%, VF nr. 28/12/N0: BTW-regeling. 23

28 2.2. Aankopen van diensten en diverse goederen Net als het aankopen van handelsgoederen, zijn de aankopen van diensten en diverse goederen eveneens bedrijfskosten. De kosten verbonden aan de aankoop van handelsgoederen zijn directe kosten (= kosten die rechtstreeks kunnen worden toegewezen aan een bepaald product). Tegenover deze kosten staan de indirecte kosten (= kunnen niet rechtstreeks aan een bepaald product worden toegewezen, maar hebben betrekking op meerdere producten). Het aankopen van diensten en diverse goederen is een voorbeeld van zo n indirecte kost. Voorbeelden: Het laten herstellen van onze vrachtwagen; Het plaatsen van een advertentie in een weekblad; Het kopen van stookolie; Het huren van een magazijn; Het aankopen van kantoorbenodigdheden; De verzekeringskosten van ons wagenpark; Telefoonrekening van de onderneming; Diensten en diverse goederen zijn KOSTEN voor de onderneming en de rekening(en) die hierop betrekking hebben behoren tot klasse 6. Diensten en diverse goederen (klasse 6) De groep 61 Diensten en diverse goederen kan door de onderneming zelf onderverdeeld worden. Een voorbeeld van een mogelijke onderverdeling is als volgt: 610 Onderaannemers 611 Huurlasten en onderhoudskosten 6111 Huurlasten 6112 Leasing 6113 Onderhoud en herstellingen 612 Leveringen 24

29 6121 Energie 6122 Verbruiksgoederen 6123 Boeken, tijdschriften en documentatie 6124 Kantoorbenodigdheden 613 Vergoedingen aan derden 6131 Commissielonen 6132 Erelonen 6133 Dienstverlenende organismen 6134 Rechten en royalties 6135 Verzekeringen 614 Vervoer en aanverwante kosten 6141 Vervoer van verkochte goederen 6142 Andere vervoerskosten 615 Overige leningen en diensten 6151 Verplaatsings- en onthaalkosten 6152 Publiciteit en advertenties 6153 Wettelijke formaliteiten 6154 Bijdragen 6155 Giften, handelingen om niets 616 PTT 6161 Post 6162 Telefoon 6163 Telex en telegrammen Boeking: Gebeurt zoals het aankopen van handelsgoederen, nl. de kost die ontstaat wordt gedebiteerd ( Diensten en diverse goederen ) en de (eventuele) BTW die moet worden betaald, wordt eveneens gedebiteerd op de rekening Terug te vorderen BTW. De schuld ten opzichte van de leverancier wordt gecrediteerd op de rekening Leveranciers. 25

30 2.3. Personeelskosten Loonkost voor de ondernemer bestaat uit: Netto loon/salaris Bedrijfsvoorheffing Werknemersbijdrage RSZ Bruto loon/salaris Loonkost Werkgeversbijdrage RSZ of patronale lasten Voorbeeld: 1 arbeider in dienst: Brutoloon: Werknemersbijdrage RSZ: Bedrijfsvoorheffing: EUR 300 EUR 500 EUR Werkgeversbijdrage RSZ: EUR 26

31 2.4. Afschrijvingskosten We kopen in april N0 een vrachtwagen ter waarde van EUR, 21% BTW, AF nr.. Het aankopen van een materiële vaste activa is geen kost, maar een investering. We gaan deze vrachtwagen langdurig gebruiken (veronderstel 5 jaar). Op het moment van de aankoop wordt er dan ook geen kostenrekening geopend, maar wel rekening... (klasse..). Indien we dit als een kost zouden boeken, wordt het boekjaar waarin de aankoop geschiedt belast met het volledige aankoopbedrag, hoewel de vrachtwagen ook in de komende 4 jaar zal worden gebruikt. We zullen deze kosten dus spreiden over de levensduur van het materieel vast actief door de vrachtwagen af te schrijven. Indien we ieder jaar eenzelfde bedrag afschrijven, noemen we dit een afschrijving. Op het einde van het boekjaar wordt de vrachtwagen voor 1/5 afgeschreven. Het afschrijven is een KOST en kan gezien worden als het noteren van een waardevermindering van de vrachtwagen. De nieuwe kostenrekening die we hiervoor gebruiken is: Afschrijvingskosten op materiële vaste activa (klasse 6) Deze rekening zal worden gedebiteerd (kostenrekening die ontstaat of vermeerdert) en normaal zouden we de rekening Rollend materieel crediteren (actiefrekening die daalt). MAAR we zullen echter onrechtstreeks afschrijven en niet rekening Rollend materieel crediteren, maar wel de nieuwe rekening: Geboekte afschrijvingen op rollend materieel (klasse 2) Deze rekening is een correctierekening van de rekening Rollend materieel en komt in de toelichting van de jaarrekening te staan. Ieder jaar wordt hierop het bedrag van de afschrijvingen gecrediteerd. Het creditsaldo van deze rekening geeft dus de waarde weer van het bedrag dat onze vrachtwagen reeds is afgeschreven. Het bedrag waarmee de vrachtwagen op de eindbalans zal komen (op rekening Rollend materieel ) is de boekwaarde ( = aanschaffingswaarde afgeschreven bedrag). We moeten de rekening Geboekte afschrijvingen op rollend materieel samen met de hoofdrekening Rollend materieel beschouwen om de oorspronkelijke aanschaffingswaarde van ons materieel vast actief te kennen. 27

32 Boeking: 28

33 2.5. Het journaal of dagboek Het registreren van de handelsverrichtingen hebben we leren boeken op rekeningen (het grootboek), maar dit kan ook gebeuren in het journaal 1. In het journaal of dagboek worden de verrichtingen volgens een gestandaardiseerde vorm geboekt per datum. Een dagboekpost noemen we ook wel een journaalpost. Bij iedere journaalpost noteren we het woord aan tussen de gedebiteerde en gecrediteerde bedragen. Een klassieke aankoop van handelsgoederen luidt als volgt: Aankopen Hg, Terug te vorderen BTW aan Leveranciers. Het woord aan is een overblijfsel van de formulering die als volgt luidde: Het debiteren van Aankopen Hg met EUR en het debiteren van Terug te vorderen BTW met 210 EUR is gelijk aan het crediteren van Leveranciers met EUR. Het voordeel van deze manier van registratie is dat men een chronologisch overzicht heeft van de verrichte boekingen en dat men makkelijker per boeking kan controleren dat het gedebiteerde bedrag gelijk is aan het gecrediteerde bedrag (D = C). Het voordeel van het boeken op rekeningen is dat men steeds makkelijk de voorlopige saldi kan berekenen van de rekeningen en dat het opstellen van de eindbalans vanuit de rekeningen veel makkelijker gaat na berekening van de DS en CS. Bovendien geeft het boeken op rekeningen een beter inzicht in het redeneersysteem van het dubbel boekhouden. Voorbeeld: Gegevens op 30/11/N0: Gebouwen: EUR Bank: EUR Lening Fortis (10 jaar): EUR Handelsgoederen: EUR Installaties, machines en uitrusting: EUR Klanten: EUR Leveranciers: EUR Terug te vorderen BTW: EUR 1/12: Begin met het boeken van de begintoestand. 4/12: We kopen voor EUR handelsgoederen bij John Lloyd, 21% BTW, betaling op termijn, AF nr. 1. 8/12: Onze klanten betalen hun schulden, RU nr. 1 van de bank ontvangen. 1 Het woord journaal is afkomstig van het Franse journal, wat verwijst naar een dagelijkse boekhouding. 29

34 13/12: We betalen onze energiefactuur, RU nr. 2 van de bank ontvangen, bedrag: 968 EUR (inclusief 21% BTW). 15/12: We verkopen voor EUR handelsgoederen aan Judith Wiesner, 21% BTW, betaling op termijn, VF nr /12: Loonstaat: brutolonen: EUR, bedrijfsvoorheffing: EUR en nettolonen: EUR Werkgeversbijdragestaat: 50% van brutoloon. 29/12: Gebouwen worden lineair afgeschreven en hebben een geschatte levensduur van 20 jaar. De gebouwen zijn in de loop van 2006 aangekocht en hebben een restwaarde van EUR. De machines hebben een levensduur van 10 jaar en worden lineair afgeschreven en werden dit jaar (2010) aangekocht. 30/12: BTW-regeling. 30/12: Eindvoorraad bedraagt EUR. 31/12: Resultaatverwerking. 31/12: Sluitpost Boek bovenstaande verrichtingen in het journaal volgens afgesproken vormvereisten. 30

35 Nr. Rek. nr. Omschrijving D C 31

36 2.6. Handelskortingen en retourzendingen Inleiding We kopen handelsgoederen in grote hoeveelheden, de verkoper wil zijn verkoop stimuleren in bepaalde periodes, de handelsgoederen zijn een beetje beschadigd, de verpakking van de handelsgoederen is een beetje verkleurd. Om al deze redenen kunnen we een handelskorting bekomen vanwege onze leverancier. Als de aangekochte handelsgoederen niet beantwoorden aan de voorwaarden die gesteld werden bij de bestelling (beschadigding, verkeerde bestelling, minderwaardige kwaliteit), kunnen we de handelsgoederen terugsturen naar onze leverancier (een uitgaande retourzending). We verkopen handelsgoederen in grote hoeveelheden, we willen de verkoop stimuleren in bepaalde periodes, de handelsgoederen zijn een beetje beschadigd, de verpakking van de handelsgoederen is een beetje verkleurd. Om al deze redenen kunnen we een handelskorting toestaan aan onze klanten. Als de verkochte handelsgoederen echt beschadigd zijn, als de kwaliteit van de handelsgoederen niet is zoals afgesproken, kunnen de klanten de handelsgoederen terugsturen (een inkomende retourzending) Voorbeeld 01/02: We kopen voor EUR handelsgoederen aan bij Agassi, betaling op termijn, 21% BTW, AF nr. 03/02: Wegens afwijkende kwaliteit, zenden we één vierde van de handelsgoederen terug en ontvangen we een creditnota van EUR (inclusief 21% BTW), CN nr. 05/03: We kopen voor EUR handelsgoederen aan bij Becker, korting voor afname van grote hoeveelheden is 10%, betaling op termijn, 21% BTW, AF nr. 06/04: We verkopen voor EUR handelsgoederen aan Court, betaling op termijn, 21% BTW, VF nr. 32

37 08/04: Daar een deel van de handelsgoederen van mindere kwaliteit is, zendt Court de helft van de handelsgoederen terug, we overhandigen haar een creditnota van 605 EUR (inclusief 21% BTW), CN nr. 04/05: We verkopen voor EUR handelsgoederen aan Sukova, korting voor grote hoeveelheden 8%, betaling op termijn, 21M% BTW, VF nr. 06/06: We verkopen voor EUR handelsgoederen aan Moffit, betaling op termijn, 21% BTW, VF nr. 08/06: Moffit meldt dat de handelsgoederen lichtjes beschadigd zijn. We treffen met haar de volgende regeling: ze behoudt de handelsgoederen en ontvangt een handelskorting van 200 EUR. We zenden een creditnota van 242 EUR, inclusief 21% BTW, CN nr. 03/07: RU nr. van de bank ontvangen wegens de betaling door Moffit Oplossing 33

38 Analyse van de verrichtingen 01/02: Klassieke boeking van een aankoopfactuur. 03/02: Wegens het terugzenden van een deel van onze aangekochte goederen, zullen de kosten verminderen. In plaats van Aankopen Hg te verminderen (kostenrekening die daalt, dus crediteren), gebruiken we de rekening Uitgaande retouren Hg (-). Dit is een kostenrekening met een min-teken en wordt dus gecrediteerd bij het ontstaan of een vermeerdering. Onze schuld bij Agassi vermindert, dus debiteren we rekening Leveranciers (passiefrekening die daalt). Onze vordering op de fiscus met betrekking tot de BTW vermindert uiteraard ook. In plaats van rekening Terug te vorderen BTW te verminderen (actiefrekening dus crediteren), gebruiken we de correctierekening Regularisaties terug te vorderen BTW (-). Dit is een actiefrekening (klasse 4) die we crediteren bij het ontstaan of een vermeerdering (wegens het min-teken heeft deze rekening een omgekeerde werking). 05/03: We kopen handelsgoederen aan voor EUR en ontvangen een handelskorting van 10% (= 600 EUR). In plaats van Aankopen Hg te boeken voor het saldo (5.400 EUR), gaan we Aankopen Hg boeken voor het volledige bedrag (6.000 EUR). Een kost die ontstaat of stijgt, wordt gedebiteerd. De handelskorting boeken we als een minderkost op rekening Commerciële kortingen op aankopen Hg (-). Een kostenrekening met een min-teken wordt gecrediteerd bij haar ontstaan of bij een vermeerdering. Op deze manier gaat er geen informatie verloren en kunnen we in onze boekhouding zien wat het oorspronkelijke bedrag was en hoeveel de korting bedroeg. Net als bij een klassieke aankoopboeking debiteren we de rekening Terug te vorderen BTW. Uiteraard kunnen we enkel 21% BTW terugvorderen van de fiscus op het saldo (5.400 EUR). Er ontstaat een schuld bij Becker van het saldo van ons aankoopbedrag en de handelskorting én het BTW-bedrag. Rekening Leveranciers wordt dus gecrediteerd (passiefrekening die stijgt of ontstaat wordt gecrediteerd) met (5.400 EUR EUR). 34

39 06/04: Klassieke boeking van een verkoopfactuur. 08/04: Court zendt de helft van de handelsgoederen terug wegens kwaliteitsproblemen. Dit betekent dat onze opbrengst niet het volledige bedrag van EUR is, maar slechts 500 EUR. We zouden rekening Verkopen Hg kunnen verminderen (opbrengst die daalt, wordt gedebiteerd), maar om geen informatie verloren te laten gaan gebruiken we een correctierekening, nl. Inkomende retouren Hg (-). Dit is een opbrengstenrekening met een min-teken en wordt dus gedebiteerd bij haar ontstaan of een vermeerdering. Onze schuld aan de fiscus van 210 EUR is dus slechts de helft, vermits Court ons maar 105 EUR aan BTW zal betalen. In plaats van rekening Te betalen BTW te verminderen (debiteren), gebruiken we een correctierekening Regularisaties te betalen BTW (-) om geen informatie verloren te laten gaan. Dit is een passiefrekening met een minteken en wordt dus gedebiteerd bij haar ontstaan. 04/05: We verkopen handelsgoederen voor EUR en verlenen een handelskorting van 8% (= 640 EUR). In plaats van Verkopen Hg te boeken voor het saldo (7.360 EUR), gaan we Verkopen Hg boeken voor het volledige bedrag (8.000 EUR). Een opbrengst die ontstaat of stijgt, wordt gecrediteerd. De handelskorting boeken we als een minderopbrengst op rekening Commerciële kortingen op verkopen Hg (-). Een opbrengstenrekening met een min-teken wordt gedebiteerd bij haar ontstaan of bij een vermeerdering. Op deze manier gaat er geen informatie verloren en kunnen we in onze boekhouding zien wat het oorspronkelijke bedrag was en hoeveel de korting bedroeg. Net als bij een klassieke verkoopboeking crediteren we de rekening Te betalen BTW. Uiteraard moet de klant ons enkel de 21% BTW betalen op het saldo (7.360 EUR). Er ontstaat een vordering op Sukova van het saldo van ons verkoopbedrag en de handelskorting én het BTW-bedrag. Rekening Klanten wordt dus gedebiteerd (actiefrekening die stijgt of ontstaat wordt gedebiteerd) met (7.360 EUR ,60 EUR). 06/06: Klassieke boeking van een verkoopfactuur. 35

40 08/06: Wegens een lichte beschadiging van de door ons geleverde goederen verlenen we Moffit een handelskorting van 200 EUR. We moeten onze opbrengst dus verminderen met dit bedrag. Om geen informatie verloren te laten gaan debiteren we niet de rekening Verkopen Hg, maar wel de correctierekening Commerciële kortingen op verkopen Hg (-). Dit is een opbrengstenrekening met een min-teken en wordt dus gedebiteerd bij haar ontstaan of een vermeerdering. Onze klant moet ons dus ook slechts op het saldo (1.800 EUR) BTW betalen, waardoor onze schuld aan de fiscus niet 420 EUR is, maar slechts 378 EUR. In plaats van rekening Te betalen BTW te verminderen (debiteren), gebruiken we de correctierekening Regularisaties te betalen BTW (-) om geen informatie verloren te laten gaan. Dit is een passiefrekening met een min-teken en wordt dus gedebiteerd bij haar ontstaan of een vermeerdering. Onze vordering op onze klant vermindert met 242 EUR, dus crediteren we rekening Klanten (actiefrekening die daalt, wordt gecrediteerd). 03/07: Een klant die betaalt, dus vermeerdert rekening Bank (actiefrekening die stijgt, dus debiteren) en vermindert onze vordering op Moffit met het resterende bedrag. Klanten wordt gecrediteerd (actief die daalt, wordt gecrediteerd). 36

41 2.7. Dubieuze vorderingen Op 05/10/2010 verkopen we voor EUR handelsgoederen, inclusief 21% BTW aan Bonaly, betaling dient te gebeuren binnen de 3 weken, VF nr.. Op 05/11/2010 heeft de klant nog steeds niet betaald, bovendien vernemen we dat deze klant in financiële problemen zit. Een vordering die achterstallig en twijfelachtig is, noemen we een dubieuze vordering. In onze boekhouding zullen we deze dubieuze vordering afzonderen op een aparte rekening, namelijk de rekening: Dubieuze handelsvorderingen (klasse 4: vordering op ten hoogste 1 jaar). Wanneer we op 31/12/2010 het resultaat gaan berekenen en de eindbalans opstellen, moeten we rekening houden met de vermoedelijke waardevermindering die we zullen lijden ten gevolge van de dubieuze vordering. De vermoedelijke waardevermindering is voor ons een kost en hiervoor gebruiken we de rekening: Waardeverminderingenskosten op handelsvorderingen op ten hoogste 1 jaar: toevoeging (klasse 6: kost) We zullen niet de rekening Dubieuze handelsvorderingen crediteren, maar wel de rekening: Handelsvorderingen: geboekte waardeverminderingen (-) (klasse 4) 37

42 Deze laatste rekening is de correctierekening van de rekening Dubieuze handelsvorderingen. Op deze wijze blijft het oorspronkelijk bedrag staan op de rekening Dubieuze handelsvorderingen en komt het bedrag dat we vermoedelijk niet zullen ontvangen op de rekening Handelsvorderingen: geboekte waardeverminderingen (-). Stel dat we op 31/12/2010 schatten dat de vermoedelijke waardevermindering op de dubieuze vordering van Bonaly 30% van de waarde van de handelsgoederen bedraagt. Geval 1: In de loop van 2011 ontvangen we van Bonaly EUR, RU nr. van de bank ontvangen tegen volledige kwijting (= 55%). Factuur We ontvangen 55% We ontvangen niet 45% Verlies = Reeds geboekt verlies = Nog te boeken verlies = We hebben een nog te boeken verlies van. EUR, hiervoor gebruiken we de kostenrekening: Minderwaarden op de realisatie van handelsvorderingen (klasse 6) De dubieuze vordering en de correctierekening met betrekking tot deze dubieuze vordering mogen we nu afsluiten. Het bedrag van de BTW dat de klant ons niet heeft betaald, moeten we uiteraard niet doorstorten aan de fiscus, onze schuld aan de fiscus mogen we dus verminderen met dit bedrag. 38

43 Geval 2: In de loop van 2011 ontvangen we van Bonaly EUR, RU nr. van de bank ontvangen tegen volledige kwijting (= 80%). Factuur We ontvangen 80% We ontvangen niet 20% Verlies = Reeds geboekt verlies = Minder te boeken verlies = We hebben een minder te boeken verlies van. EUR, hiervoor gebruiken we de opbrengstenrekening: Meerwaarden op de realisatie van handelsvorderingen (klasse 7) De dubieuze vordering en de correctierekening met betrekking tot deze dubieuze vordering mogen we nu afsluiten. Het bedrag van de BTW dat de klant ons niet heeft betaald, moeten we uiteraard niet doorstorten aan de fiscus, onze schuld aan de fiscus mogen we dus verminderen met dit bedrag. 39

44 2.8. Voorzieningen voor risico s en kosten Januari 2010: We laten een nieuwe installatie plaatsen in onze zaak voor het zuiveren van ons afvalwater. In de akte van de koopovereenkomst is voorzien dat om de 4 jaar grote onderhoudswerken moeten worden uitgevoerd opdat de installatie optimaal zou blijven functioneren. Het kostenplaatje wordt geraamd op EUR. Na 4 jaar (januari 2014) laten we de onderhoudswerken uitvoeren en ontvangen we een factuur van EUR, inclusief 21% BTW, AF nr. We zullen op het einde van ieder jaar, in afwachting van deze grote kost, een voorziening aanleggen om op deze kost in 2014 te anticiperen. Indien we dit niet zouden doen zouden de onderhoudswerken volledig ten laste van 2014 komen te liggen, waardoor het resultaat van 2014 te zwaar belast zou worden. De slijtage van de installatie gebeurt in de jaren 2010, 2011, 2012 en Het zou oneerlijk zijn voor het resultaat van 2014 indien we deze grote kost volledig ten laste van dit boekjaar zouden leggen. We zullen op het einde van ieder jaar (te beginnen met 2010) gedurende 4 jaar, steeds een kost boeken ( EUR) omdat de slijtage in deze jaren gebeurt. Hiervoor gebruiken we de nieuwe rekening: Voorzieningskosten voor grote onderhoudswerken: toevoeging (Klasse 6: Kost) Op deze manier gaan we de verwachtte kosten spreiden en onttrekken we gedurende 4 jaar een bedrag aan de resultaten van boekjaren om in 2014 de onderhoudswerken te laten uitvoeren. We leggen als het ware voorziening aan om deze grote kost in 2014 te kunnen financieren. Je kan dit vergelijken met afschrijvingen, maar daar vond de uitgave plaats in het begin van de periode, hier op het einde. De gespaarde gelden worden geboekt op de nieuwe rekening: Voorzieningen voor grote onderhoudswerken (klasse 1) 40

45 Deze rekening staat op de passiefzijde van de balans tussen eigen vermogen en vreemd vermogen genoteerd, en kan beschouwd worden als een deel van het eigen vermogen. Het zijn gelden die uit de resultatenrekeningen van zijn gehaald opdat ze niet zouden worden uitgekeerd. Op 31/12 van 2010, 2011, 2012 en 2013 zullen we boeken: In januari 2014 bij het ontvangen van AF nr. boeken we: Momenteel hebben we in 2014 het volledige kostenbedrag geboekt, dit bedrag zullen we verminderen met de reeds geboekte kosten in verband met deze onderhoudswerken. Hiervoor gebruiken we volgende kostenrekening met een (-) teken: Voorzieningskosten voor grote onderhoudswerken: besteding en terugneming (-) Klasse 6 (-) We zullen nu de aangelegde voorziening aanwenden en dus verdwijnt de rekening Voorzieningen voor grote onderhoudswerken. Boeking: 41

46 2.9. Overlopende rekeningen a. Stel dat we een gebouw huren en de huur driemaandelijks moeten betalen steeds aan het begin van de periode van de drie maanden, 1000 EUR per maand. Op 1/11/N0 ontvangen we RU nr. van de bank wegens het betalen van de huur van de komende 3 maanden. Wanneer we op het einde van het jaar het resultaat berekenen, moeten we opmerken dat slechts 2/3 van de geboekte kost betrekking heeft op dit boekjaar. We hebben dus teveel kosten geboekt en de huurkosten met betrekking tot de maand januari horen het boekjaar N1 toe. Om deze reden gaan we op het einde van N0 een deel van de op 1/11/N0 geboekte kosten overdragen of uitstellen naar het volgende boekjaar. Dit doen we via de overlopende rekening: Over te dragen kosten (klasse 4) Op 30/12/N0 zullen we dus boeken: Een overlopende rekening dient om de kosten (en opbrengsten) tot het juiste boekjaar toe te wijzen. Ze wordt op het einde van het boekjaar, voor de resultaatverwerking gecreëerd en gesaldeerd in het begin van het volgende boekjaar. Een overlopende rekening bestaat dus slechts enkele dagen. Op 2/1/N1 zullen we boeken: 42

47 De kostenrekening die gedebiteerd wordt is een kost van het boekjaar N1 die ontstaat en zal dus in het resultaat van boekjaar N1 vervat zitten. Dit is dus niet dezelfde kostenrekening waarop de huur van N0 werd geboekt, want deze rekening is verdwenen in de sluitpost op het einde van N0. Op deze manier hebben we de huurkosten correct gespreid over de 2 boekjaren, nl. 2/3 in N0 en 1/3 in N1. De rekening Over te dragen kosten noemen we een actieve uitstelpost. Het is een actiefrekening omdat het met een DS voorkomt op de eindbalans van N0. Het is een uitstelpost omdat we via deze rekening kosten uitstellen tot een volgende periode die nog niet betrekking hebben op deze periode. b. Stel dat we een gebouw huren en de huur driemaandelijks moeten betalen steeds op het einde van elke periode van drie maanden, 1000 EUR per maand. Voor de periode november december januari zullen we de huur pas op 31/1/N1 betalen. Bij het berekenen van het resultaat voor N0 hebben we dus nog geen huurkosten met betrekking tot november - december geboekt. We zullen, indien we onze huurkosten tot de juiste periode willen toewijzen, dus moeten anticiperen op een toekomstige kost, die reeds betrekking heeft op deze periode. Op 30/12/N0 zullen we dus al 2 maanden huur toerekenen, hoewel we ze pas in N1 effectief zullen betalen. Dit doen we via de overlopende rekening: Toe te rekenen kosten (klasse 4) Op 30/12/N0 zullen we boeken: Op 2/1/N1 wordt de overlopende rekening tegengeboekt en dus gesaldeerd. We zullen een kostenvermindering voor N1 boeken, vandaar dat de kostenrekening wordt gecrediteerd. 43

48 Op 31/1/N1 ontvangen we RU nr. van de bank wegens het betalen van de huur van de voorbije 3 maanden. We zien dat op deze manier de huurkosten aan de juiste periode zijn toegewezen, dankzij het gebruik van de overlopende rekening, Toe te rekenen kosten. We noemen dit een passieve anticipatiepost. Het is een passiefrekening omdat het een CS vertoont op de eindbalans van N0. Een anticipatiepost omdat we door middel van deze rekening anticiperen op een kost uit een volgende periode die reeds betrekking heeft op deze periode. c. Stel dat we een gebouw verhuren en de huur van een 3-maandelijkse periode steeds op het einde van de periode ontvangen van onze huurder. Op 31/1/N1 zullen we de huur (1.000 EUR per maand) ontvangen voor de periode van november tot en met januari. Bij het berekenen van het resultaat van het boekjaar N0 hebben we de huuropbrengsten van onze huurder nog niet geboekt. Om de huuropbrengsten van november en december toe te wijzen aan de juiste periode (N0), gaan we anticiperen op het te ontvangen bedrag. Op 31/12/N0 zullen we dus al een deel van de opbrengst toerekenen, hoewel we de huur pas in het volgende jaar effectief zullen ontvangen. We gebruiken hiervoor de overlopende rekening: Verworven opbrengsten (klasse 4) Op 31/12/N0 zullen we boeken: 44

49 Op 2/1/N1 wordt de overlopende rekening tegengeboekt en dus gesaldeerd. We zullen een opbrengstenvermindering voor N1 boeken, vandaar dat de opbrengstenrekening wordt gedebiteerd. Op 31/1/N1 ontvangen we een RU nr. van de bank wegens het betalen van de huur van de voorbije 3 maanden door onze huurder. We zien dat op deze manier de huuropbrengsten aan de juiste periode zijn toegewezen, dankzij het gebruik van de overlopende rekening, Verworven opbrengsten. We noemen dit een actieve anticipatiepost. Het is een actiefrekening omdat het een DS vertoont op de eindbalans van N0. Een anticipatiepost omdat we door middel van deze rekening anticiperen op een opbrengst die we pas effectief zullen ontvangen in een volgende periode, maar die reeds betrekking heeft op deze periode. d. Stel dat we een gebouw verhuren en de huur van een 3-maandelijkse periode steeds aan het begin van de periode ontvangen van onze huurder. Op 1/10/N0 ontvangen we de huur (1.000 EUR per maand) voor de periode van november tot en met januari, RU nr. van de bank ontvangen. Bij het berekenen van het resultaat van het boekjaar N0 hebben we de uuropbrengsten van onze huurder met betrekking tot de maand januari N1 reeds geboekt. Deze opbrengsten behoren toe aan de volgende periode en gaan we dus uitstellen of overdragen naar het volgende boekjaar. Op 31/12/N0 zullen we dus het deel van de reeds ontvangen opbrengst dat betrekking heeft op het volgende boekjaar overdragen naar N1. 45

50 We gebruiken hiervoor de overlopende rekening: Over te dragen opbrengsten (klasse 4) Op 1/10/N0 bij het ontvangen van de 3-maandelijkse huur boeken we het volgende: Op 31/12/N0 zullen we boeken: Op 2/1/N1 wordt de overlopende rekening tegengeboekt en dus gesaldeerd. We zullen een opbrengstenvermeerdering voor N1 boeken, vandaar dat de opbrengstenrekening wordt gecrediteerd. We zien dat op deze manier de huuropbrengsten aan de juiste periode zijn toegewezen, dankzij het gebruik van de overlopende rekening, Over te dragen opbrengsten. We noemen dit een passieve uitstelpost. Het is een passiefrekening omdat het een CS vertoont op de eindbalans van N0. Een uitstelpost omdat we door middel van deze rekening een opbrengst uitstellen naar een volgende periode, hoewel we het bedrag reeds effectief hebben ontvangen. 46

51 2.10. Oefeningen Oefening op aankopen en verkopen Hg (BTW), diensten en diverse goederen en personeelskosten. Oefening 1: Begintoestand op 1 december N0: Gebouwen: EUR Meubilair: EUR Handelsgoederen: EUR Bank: EUR Kapitaal:?? Lening Dexia: EUR Leveranciers EUR 03/12: We kopen voor EUR handelsgoederen aan bij Safina, 21% BTW, AF nr. (de aankoopprijs per eenheid bedraagt 100 EUR per stuk) 05/12: We betalen een 1/10 van onze lening bij Dexia af, RU nr. 08/12: We verkopen voor EUR handelsgoederen aan Chandry, 21% BTW, VF nr. (de prijs per eenheid bedraagt 200 EUR) 14/12: We betalen een leverancier, EUR, RU nr. 18/12: Chandry betaalt zijn volledige schuld, RU nr. 25/12: Een nieuwe vennoot komt bij in de onderneming en brengt EUR extra in de zaak, RU nr. 31/12: BTW-regeling. 31/12: Resultaatverwerking. 31/12: Sluitpost. a. Boek de verrichtingen op rekeningen en bereken het resultaat intra-boekhoudkundig. b. Stel de gerubriceerde eindbalans op. Oefening 2: In onze onderneming is de toestand op 1 januari N0 als volgt: Gebouwen: EUR, Klanten (Petrova): EUR, Bank: EUR, Lening KBC (5 jaar): EUR, Kas: EUR, Handelsgoederen: EUR, Kapitaal:.. 47

52 6/1: We kopen voor EUR handelsgoederen bij de firma Dementieva, betaling op termijn, 21% BTW, AF nr /1: RU nr. 1 van de bank ontvangen wegens de betaling van Petrova. 15/1: We verkopen voor EUR handelsgoederen aan Mauresmo, betaling op termijn, BTW 21%, VF nr /1: We betalen de helft van onze lening terug aan KBC, RU nr. 2 van de bank ontvangen. 21/1: We verkopen voor EUR handelsgoederen aan Davenport, betaling op termijn, 21% BTW, VR nr /1: We kopen voor EUR kantoorbenodigdheden bij de firma Sharapova, betaling op termijn, 21% BTW, AF nr /1: RU nr. 3 van de bank ontvangen wegens de betaling aan Dementieva. 25/1: We kopen een vrachtwagen bij firma Pierce, betaling op termijn, factuurbedrag EUR inclusief 21% BTW, AF nr /1: RU nr. 4 van de bank ontvangen wegens de betaling van de verzekeringspremie van ons magazijn, bedrag EUR. 28/1: Loonstaat: Brutolonen: EUR, Werknemersbijdrage RSZ: 960 EUR, Bedrijfsvoorheffing EUR. Werkgeversbijdragestaat: Werkgeversbijdrage RSZ: EUR 30/1: BTW-regeling 31/1: Betaling van onze arbeiders in speciën, kasdocument nr. 1. Eindvoorraad EUR. a. Boek de verrichtingen op rekeningen en bereken het resultaat intra-boekhoudkundig. b. Stel de gerubriceerde eindbalans op (31/01). Oefening 3: a. Tot welke klasse behoren volgende rekeningen? Waarom? b. Zullen deze rekeningen gedebiteerd of gecrediteerd worden bij een vermeerdering? Waarom? Bezoldigingen bedienden Te betalen BTW Overgedragen winst Rijksdienst voor Sociale Zekerheid Meubilair 48

53 Oefeningen op aankopen en verkopen Hg (BTW), diensten en diverse goederen, personeelskosten en afschrijvingen. Oefening 1: Volgende gegevens komen voor op de balans begin december N0: Gebouwen: EUR Rollend materieel: EUR Handelsgoederen: EUR Klanten (Zvereva): EUR Bank: EUR Lening Dexia (5 jaar): EUR 02/12: We kopen voor EUR handelsgoederen van Graf, 21% BTW, betaling op termijn, AF nr /12: We verkopen voor EUR handelsgoederen aan Sabatini, 21% BTW, betaling op termijn, VF nr /12: Zvereva betaalt haar schuld, RU nr. 1 van de bank ontvangen. 07/12: We kopen voor EUR, inclusief 21% BTW, kantoorbenodigdheden bij Shriver, AF nr. 2, betaling op termijn. 11/12: We verkopen voor EUR, 21% BTW aan Laver, betaling op termijn, VF nr /12: Brutosalarissen bedienden: EUR, bedrijfsvoorheffing: EUR, Nettosalarissen: EUR. Patronale lasten: 40% van het brutosalaris. 30/12: Onze vrachtwagen is aangekocht op 01/01/2008 en wordt lineair afgeschreven. Restwaarde bedraagt EUR en de geschatte levensduur 4 jaar. Ons gebouw wordt afgeschreven aan een ritme van 2% van de boekwaarde. 31/12: Eindvoorraad bedraagt: EUR. 31/12: BTW-regeling. 31/12: Resultaatverwerking. 31/12: Sluitpost. Boek bovenstaande verrichtingen op rekeningen en stel de eindbalans op. 49

54 KOSTEN OPBRENGSTEN Resultaatverwerking 50

55 Oefening 2: Tijdens de eerste 11 maanden van N0 werd er door onze onderneming voor een bedrag van EUR handelsgoederen verkocht en werd er voor EUR handelsgoederen aangekocht. Deze aan- en verkopen zijn exclusief 21% BTW. (De BTW-regeling van deze aan- en verkopen moet op het einde van het jaar nog gebeuren). Boek onderstaande verrichtingen op rekeningen volgens de gemaakte afspraken! 5/12: We kopen voor EUR stookolie, 21% BTW, betaling op termijn, AF nr /12: We verkopen voor EUR (incl. 21% BTW) handelsgoederen aan Goovaerts, betaling op termijn, VF nr /12: Loonstaat en Werkgeversbijdragestaat: Brutolonen: EUR; Bedrijfsvoorheffing: 25% van het brutoloon; Werknemersbijdrage aan de Sociale Zekerheid: 15% van het brutoloon; Werkgeversbijdrage aan de Sociale Zekerheid: 50% van het brutoloon. 28/12: BTW-regeling. 31/12: De eindvoorraad bedraagt EUR en de beginvoorraad bedroeg EUR. 31/12: Resultaatverwerking. 31/12: Sluitpost. Oefening 3: Bereken het bedrijfsresultaat intra-boekhoudkundig. Werk ordelijk en respecteer de afgesproken schikking en volgorde van de boekingen. Boek tevens de sluitpost en noteer de debet en creditsaldo s bij de rekeningen indien nodig. Uit de boekhouding van onze handelszaak halen we volgende gegevens van het afgelopen boekjaar: a. Er werd voor EUR handelsgoederen aangekocht (incl. 21% BTW) in de loop van het boekjaar. b. Het omzetcijfer bedroeg EUR (incl. 21% BTW). c. Nettolonen: EUR, werknemersbijdrage RSZ EUR, bedrijfsvoorheffing EUR en sociale lasten 50% van brutoloon. 51

56 d. We bezitten: 1. Vrachtwagen: boekwaarde EUR, levensduur= 5 jaar, reeds 2 jaar afgeschreven, restwaarde bedraagt EUR, afschrijving gebeurt lineair. 2. Gebouw: aanschaffingswaarde: EUR, levensduur 40 jaar, restwaarde: EUR. (pas dit jaar aangekocht) e. Beginvoorraad: EUR, eindvoorraad: EUR. f. Vervoerkosten in verband met aangekochte handelsgoederen (transportbedrijf werd ingeschakeld): EUR, 21% BTW. Oefening 4: Een vrachtwagen met een aanschaffingswaarde van EUR heeft na 3 jaar afgeschreven te zijn een boekwaarde van EUR. Een machine met een aanschaffingswaarde van EUR heeft na 3 jaar afgeschreven te zijn een boekwaarde van EUR. De machine wordt lineair afgeschreven. De machine heeft geen restwaarde, de vrachtwagen heeft wel een restwaarde (>0). De vrachtwagen wordt afgeschreven volgens het aantal gereden kilometers. Men schat dat de vrachtwagen na km mee gereden te hebben nog een restwaarde (>0) zal hebben. Het eerste jaar werden km, het tweede jaar km en het derde jaar km met de vrachtwagen afgelegd. a. Bereken de levensduur van de machine. b. Bereken de restwaarde van de vrachtwagen. Oefening 5: a. Leg zeer nauwkeurig uit hoe de boeking van een positief resultaat (winst) gebeurt. Het waarom is dus van essentieel belang. b. Geef de onderverdeling van de vlottende activa met telkens een voorbeeld van elke rubriek. (geen uitleg!!) 52

57 Oefening op het journaal of dagboek Accounting manager Andres Gomez beschikt over volgende gegevens op 1/12/N0: Gebouwen: EUR Meubilair: EUR Bank: EUR Klanten: EUR Lening KBC (10 jaar): EUR Leveranciers: EUR Handelsgoederen: EUR 1/12/N0: Begin met het boeken van de begintoestand. 5/12/N0: We kopen voor EUR handelsgoederen bij John Lloyd, 21% BTW, betaling op termijn, AF nr. 1. 8/12/N0: Onze klanten betalen hun schulden, RU nr. 1 van de bank ontvangen. 13/12/N0: We betalen onze telefoon- en internetrekening, RU nr. 2 van de bank ontvangen, bedrag: 387,20 EUR (inclusief 21% BTW). 15/12/N0: We verkopen voor EUR handelsgoederen aan Judith Wiesner, 21% BTW, betaling op termijn, VF nr /12/N0: Loonstaat: brutolonen: EUR, bedrijfsvoorheffing: EUR en nettolonen: EUR Werkgeversbijdragestaat: 50% van brutoloon. 29/12/N0: Gebouwen worden lineair afgeschreven en hebben een geschatte levensduur van 25 jaar. De gebouwen zijn in de loop N-1 aangekocht en hebben een restwaarde van EUR. Het meubilair wordt aan een afschrijvingsritme van 3% afgeschreven en werd dit jaar (N0) aangekocht. 30/12/N0: BTW-regeling. 30/12/N0: Eindvoorraad bedraagt EUR. 31/12/N0: Resultaatverwerking. 31/12/N0: Sluitpost Boek bovenstaande verrichtingen in het journaal! 53

58 Oefeningen op handelskortingen en retourzendingen Oefening 1: 01/12: We beginnen op 1 december een zaak met een kapitaal van EUR. Dit geld komt van ons persoonlijk fortuin, RU nr. 1 van de bank ontvangen. 03/12: We kopen voor EUR handelsgoederen bij Sabatini, korting voor grote hoeveelheden 10%, betaling op termijn, BTW 21%, AF nr /12: We verkopen voor EUR handelsgoederen aan Evert, korting voor grote hoeveelheden 8%, betaling op termijn, 21% BTW, VF nr /12: Evert meldt dat de verpakking van een deel van de handelsgoederen verkleurd is. We geven haar een extra korting van EUR, inclusief 21% BTW, CN nr /12: We kopen voor EUR handelsgoederen aan bij Zvereva, betaling op termijn, 21% BTW, AF nr /12: We zenden ¼ van de handelsgoederen terug naar Zvereva. We ontvangen een creditnota van EUR, inclusief 21% BTW, CN nr /12: RU nr. 2 van de bank ontvangen wegens de betaling door Evert. 28/12: BTW-regeling a. Boek bovenstaande verrichtingen op rekeningen en in het dagboek (journaal). b. Bereken het bedrijfsresultaat intra-boekhoudkundig als je weet dat de eindvoorraad handelsgoederen EUR bedraagt. c. Stel de gerubriceerde eindbalans op. Oefening 2: De toestand van onze zaak is als volgt op 28/2: Gebouwen EUR, Bank EUR, Handelsgoederen EUR en Kapitaal.. EUR. 1/3: We verkopen voor EUR handelsgoederen aan Leconte, korting voor grote hoeveelheden 5%, betaling op termijn, 21% BTW, VF nr 1/4: We verkopen voor EUR handelsgoederen aan Medvedev, betaling op termijn, 21% BTW, VF nr... 6/4: Medvedev meldt dat de verpakking van de handelsgoederen verkreukt is, we verlenen hem een handelskorting van 500 EUR. We zenden een creditnota van 605 EUR, inclusief 21% BTW, CN nr. 54

59 5/6: We kopen voor EUR handelsgoederen aan Navratilova, betaling op termijn, 21% BTW, AF nr 1. 8/6: We stellen vast dat een deel van de handelsgoederen beschadigd werd tijdens het vervoer. Na telefonisch overleg zenden we 20% van de handelsgoederen terug. We ontvangen een creditnota van EUR inclusief 21% BTW, CN nr. 15/6: RU nr. ontvangen wegens de betaling aan Navratilova. 2/9: We kopen voor EUR handelsgoederen aan bij Noah, korting voor afname met grote hoeveelheden 5%, betaling op termijn, 21% BTW, AF nr. 5/9: We stellen vast dat de inhoud van enkele kartonnen dozen lichtjes beschadigd is. We melden dit aan Noah en treffen de volgende regeling: we behouden de handelsgoederen en ontvangen een handelskorting van 400 EUR, CN nr. 4 ontvangen, bedrag 484 EUR, inclusief 21% BTW. 22/10: We kopen een vrachtwagen bij firma Gerulaitis, bedrag EUR, betaling op termijn, 21% BTW, AF nr. 29/12: BTW-regeling. 31/12: Eindvoorraad handelsgoederen: EUR. a. Boek bovenstaande verrichtingen op rekeningen en in het dagboek (journaal). b. Bereken het bedrijfsresultaat intra-boekhoudkundig. c. Stel de gerubriceerde eindbalans op. Oefening 3: In onze boekhouding komen de volgende rekeningen voor op 1/12: Meubilair: EUR Handelsgoederen: EUR Klanten (Novotna): EUR Bank: EUR Kapitaal:... 4/12: We kopen voor EUR handelsgoederen aan bij Graf, korting voor afname met grote hoeveelheden 5%, betaling op termijn, 21% BTW, AF nr. 6/12: RU nr. ontvangen van de bank wegens de betaling van Novotna. 9/12: We verkopen voor EUR handelsgoederen aan bij Pam Shriver, betaling op termijn, 21% BTW, VF nr. 10/12: We kopen een verpakkingsmachine bij firma MCNeil, bedrag EUR, betaling op termijn, 21% BTW, AF nr. 11/12: Pam Shriver meldt dat een deel van de handelsgoederen beschadigd is. We verlenen een handelskorting van EUR, 21% BTW, CN nr. 55

60 13/12: We kopen voor EUR handelsgoederen bij Tauziat, betaling op termijn, 21% BTW, AF nr. 15/12: RU nr. van de bank ontvangen wegens de betaling door Shriver. 19/12: We kopen voor EUR handelsgoederen aan bij Martinez, korting voor afname met grote hoeveelheden 8%, betaling op termijn, 21% BTW, AF nr. 20/12: We brengen EUR van ons persoonlijk fortuin in de zaak, RU nr. van de bank ontvangen. 23/12: Wegens afwijkende kwaliteit ontvangen we van leverancier Martinez een handelskorting van EUR, 21% BTW, CN nr. 27/12: We verkopen voor EUR handelsgoederen aan bij Ivan Lendl, betaling op termijn, 21% BTW, VF nr. 29/12: Lendl zendt voor EUR handelsgoederen terug omdat de verpakking beschadigd is. We zenden hem een creditnota van EUR, inclusief 21% BTW, CN nr. 30/12: BTW-regeling 31/12: Eindvoorraad handelsgoederen: EUR a. Boek bovenstaande verrichtingen op rekeningen en in het dagboek (journaal). b. Bereken het bedrijfsresultaat intra-boekhoudkundig. c. Stel de gerubriceerde eindbalans op. 56

61 Oefeningen op dubieuze vorderingen Oefening 1: Op 1/8/N0 komen in onze boekhouding volgende vorderingen voor: Myskina: EUR Benesova: EUR Novotna: EUR Alle bedragen zijn uiteraard inclusief BTW. Op 21/8/N0 vernemen we dat de vordering op Benesova twijfelachtig en achterstallig is. Op 3/9/N0 ontvangen we een RU nr. van de bank wegens de betaling van Myskina. Op 22/9/N0 vernemen we dat Novotna naar het buitenland is gevlucht. 31/12/N0: We schatten de vermoedelijke waardevermindering op de dubieuze vordering op Benesova op 60% en we vrezen dat we slechts 10% van het geld van Novotna zullen ontvangen. Op 3/2/N1 ontvangen we van de bank een RU nr. wegens de betaling door Benesova (1.452 EUR) tegen volledige kwijting. Op 2/3/N1 ontvangen we van Novotna 726 EUR, tegen volledig kwijting. Boek op rekeningen de verrichtingen die gepaard gaan met deze dubieuze vorderingen. Oefening 2: Op 1/10/N0 komen in onze boekhouding volgende vorderingen voor: Goossens: 1815 EUR Philips: 2783 EUR Gaublomme 2299 EUR Alle vorderingen zijn inclusief 21% BTW. 15/10/N0: 24/10/N0: 2/12/N0: We vernemen dat Philips en Gaublomme in financiële moeilijkheden verkeren en vrezen voor ons geld. Goossens betaalt ¼ van zijn schuld, RU nr. van de bank ontvangen. Gaublomme gaat failliet en we ontvangen slechts 40% tegen volledige kwijting, RU nr. van de bank ontvangen. 57

62 13/12/N0: 31/12/N0: Goossens is naar het buitenland gevlucht, het is dan ook zeer de vraag of we ons geld zullen krijgen. We schatten de vermoedelijke waardevermindering op de dubieuze klant Goossens op 80% van de waarde van de handelsgoederen. Voor Philips schatten we dat we nog 70% zullen krijgen. 1/2/N1: 18/2/N1: Philips betaalt EUR tegen volledige kwijting, RU nr. van de bank ontvangen. We vernemen dat de dubieuze vordering op Goossens definitief verloren is. Boek de nodige verrichtingen op rekeningen. Oefening 3: Op 1/10/N0 komt in onze boekhouding een handelsvordering voor op klant Kodes van EUR (inclusief 21% BTW) Op 15/10/N0 vernemen we dat Kodes naar het buitenland is gevlucht en twijfelen we eraan of we ons geld ooit zullen krijgen. Op 25/10/N0 stort Kodes ons reeds ¼ van zijn schuld, RU nr. van de bank ontvangen. Op 31/12/N0 schatten we dat Kodes ons maar 70% van zijn schuld zal betalen in de loop van het volgende boekjaar. Op 1/2/N0 stort Kodes ons EUR tegen volledige kwijting van zijn schuld, RU nr. van de bank ontvangen. Boek bovenstaande verrichtingen op rekeningen. Oefening 4: In onze boekhouding komen volgende vorderingen voor: Khode-Kilsch EUR; Sukova 2.238,50 EUR; Jaeger EUR. 02/11/N0: We vernemen dat Khode-Kilsch en Sukova in financiële moeilijkheden verkeren en twijfelen eraan of we ons geld zullen kunnen recuperen. 18/11/N0: We vernemen met zekerheid dat we van Jaeger geen eurocent zullen ontvangen! (nu niet en later ook niet). Ze is failliet verklaard. 58

63 06/12/N0: Sukova toont haar goede wil en betaalt reeds 20% van haar schuld terug, RU nr. van de bank ontvangen. 31/12/N0: We schatten dat we gedurende het volgende boekjaar 80% van de vordering op Khode-Kilsch zullen ontvangen; we vermoeden tevens dat Sukova 40% van haar schuld niet zal kunnen terugbetalen. (1 boeking!!) 26/01/N1: Sukova betaalt ons 1.074,48 EUR, RU nr. van de bank ontvangen. 13/02/N1: Khode-Kilsch betaalt ons EUR tegen volledige kwijting, RU nr. van de bank ontvangen. Het verlies dat we hierdoor lijden is 560 EUR meer dan we hadden verwacht. Boek onderstaande verrichtingen op rekeningen Oefeningen dubieuze vorderingen en voorzieningen voor risico s en kosten Oefening 1: a. Boek onderstaande verrichtingen op rekeningen! Op 1/10/N0 komen in onze boekhouding volgende dubieuze vorderingen voor: Servaas: EUR; Hubertus: EUR. Beide vorderingen zijn inclusief 21% BTW. Op 25/10/N0 vernemen we dat Hubertus failliet is verklaard en dat we niets van onze vordering zullen recuperen! Servaas toont zijn goede wil en stort ons op 20/11/N0 30% van zijn schuld, RU nr.... van de bank ontvangen. Op 31/12/N0 schatten we dat Servaas ons slechts 30% van zijn schuld in de toekomst zal kunnen betalen. We zullen in de loop van N3 grote onderhoudswerken moeten laten uitvoeren aan ons machinepark. We schatten dat we hiervoor een factuur van EUR, incl. 21% BTW zullen ontvangen. We zullen vanaf N0 hiervoor een voorziening aanleggen. Op 24/1/N1 ontvangen we van Servaas 968 EUR tegen volledige kwijting, RU nr. van de bank ontvangen. Op 3/3/N3 laten we de onderhoudswerken aan onze machines uitvoeren, bedrag: EUR, 21% BTW, AF nr. Boek de verrichting in verband met de voorziening. 59

64 b. Stel dat je geen voorziening zou aanleggen voor onze grote onderhoudsbeurt, wat zou dan het probleem zijn? Leg kort uit. Oefening 2: Op 25/8/N0 komen in onze boekhouding volgende vorderingen voor: Wasserman: EUR Gunter Parche: EUR De vorderingen zijn allebei inclusief 21% BTW. We hebben tevens een dubieuze vordering op Santoro voor een bedrag van EUR (incl. 21% BTW). Op 1/9/N0 kopen we een machine aan bij de firma De Kuppe, factuurbedrag EUR (incl. 21% BTW), AF nr. Op 23/9/N0 vernemen we dat Wasserman naar het buitenland is gevlucht en dat Parche in geldnood verkeerd. We vrezen bijgevolg voor ons geld. Op 31/12/N0 schatten we dat Gunter Parche ons slechts 40% van zijn schuld zal betalen. We vermoeden tevens dat we 30% van onze dubieuze vordering op Wasserman zullen verliezen. Op 31/12/N0 voorzien we tevens dat we binnen 2 jaar (in N2) een grote onderhoudsbeurt zullen moeten laten uitvoeren aan onze machine. We schatten dat deze incl. 21% BTW zal bedragen. We zullen in N0 en N1 hiervoor een voorziening aanleggen. Boek de nodige verrichting die op 31/12/N0 moet gebeuren. Op 3/3/N1 ontvangen we EUR (incl. 21% BTW) van Parche, RU nr. Op 14/3/N1 ontvangen we van Wasserman slechts 40% van het bedrag dat hij ons verschuldigd was en dit tegen volledige kwijting, RU nr. van de bank ontvangen. Op 6/6/N2 laten we door firma De Kuppe de onderhoudswerken uitvoeren aan onze machine, factuurbedrag: EUR (incl. 21% BTW), betaling op termijn, AF nr. Op 6/6/N2 boeken we tevens de aanwending van de voorziening. Boek bovenstaande verrichtingen op rekeningen. Oefening 3: Op 6/10/N0 komt in onze boekhouding volgende bedrag op rekening Klanten voor: Nadal: EUR Op 23/10/N0 vernemen we dat Nadal in financiële problemen verkeert wegens een moeilijke scheiding. We vrezen dat we niet alles van ons geld zullen kunnen recupereren! 60

65 Nadal toont zijn goede wil en stort ons op 28/11/N0 30% van zijn schuld, RU nr.... van de bank ontvangen. Op 31/12/N0 schatten we dat Nadal ons 20% van zijn schuld in de toekomst zal kunnen betalen. We zullen in de loop van N5 grote onderhoudswerken moeten laten uitvoeren aan onze gebouwen. We schatten dat we hiervoor een factuur van EUR, incl. 21% BTW zullen ontvangen. We zullen vanaf N0 hiervoor een voorziening aanleggen. Op 18/1/N1 ontvangen we van Nadal 1.045,44 EUR tegen volledige kwijting, RU nr. van de bank ontvangen. Op 26/2/N5 laten we de onderhoudswerken aan onze gebouwen uitvoeren, bedrag: EUR, 21% BTW, AF nr.. Boek eveneens de verrichting in verband met het aanwenden van de voorziening. Boek de nodige boekhoudkundige verrichtingen op rekeningen! 61

66 Oefeningen op overlopende rekeningen Oefening 1: 1. Tijdens N0 hebben we een kantoorgebouw gehuurd bij Peeters, te beginnen vanaf 1/11/N0 voor een periode van 6 jaar. We betalen de huur halfjaarlijks vooraf telkens op 1/11 en op 1/5. De maandelijkse huur bedraagt 600 EUR. 2. Op 1/8/N0 hebben we een lening voor 10 maanden aan een klant toegestaan voor een bedrag van EUR. De lening zal na 10 maanden worden terugbetaald inclusief de intrestvergoeding. De jaarlijkse intrestvoet die we aanrekenen aan onze klant bedraagt 5%. ( Opbrengsten uit vlottende activa ) 3. In N0 zijn we op 1/3 een lening met looptijd van 5 jaar aangegaan bij Dexia ter financiering van een nieuw kantoorgebouw ter waarde van EUR. De lening zal halfjaarlijks (op 1/3 en 1/9 van elk jaar) worden afgelost samen met de intrestbetaling. De betalingen gebeuren steeds op het einde van iedere halfjaarlijkse periode. De jaarlijkse intrestvoet bedraagt 10%. De eerste betaling (aflossing + intrest) gebeurde op 1/9/N0. ( Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden ). 4. Om de 4 maanden ontvangen we een factuur van onze verzekeringsmaatschappij. Op 28/2/N1 zullen we onze volgende factuur ontvangen. De 4-maandelijkse verzekeringskosten bedragen EUR. 5. We verhuren een magazijn en onze huurder betaalt de huur semestrieel steeds vooraf. De semestriële huur bedraagt EUR. De huurovereenkomst ging van start op 1/9/N0. Boek de inventarisverrichtingen op rekeningen die op 31/12/N0 moeten gebeuren om onze kosten en opbrengsten tot de juiste periode toe te wijzen. Oefening 2: In je redenering kan je Verworven opbrengsten vervangen door Bank. Leg uit hoe dit komt en leg tevens uit waarom je Bank niet mag gebruiken, maar wel Verworven opbrengsten. Oefening 3: Op 31/12/N0 moeten de volgende aanpassingen gebeuren in onze handelszaak. 1. Op 1 maart N0 werd een brandverzekeringspremie betaald voor de periode van 1 maart N0 28/2/N1, bedrag 300 EUR. 62

67 2. Op 1 juni werd EUR belegd voor 9 maanden, intrestvoet 6%, deze intrest zal op het einde van de periode worden ontvangen. 3. Op 1 augustus werd aan een voetbalvereniging EUR betaald voor de huur van een reclamepaneel voor de periode 1 augustus N0 31 mei N1. 4. Op 1 september werd de jaarlijkse verkeersbelasting betaald voor de bedrijfsvoertuigen voor de periode 1 september N0 31 augustus N1, bedrag EUR. 5. Op 1 december ontvangen we de driemaandelijkse huur vooraf van een magazijn dat we verhuren, bedrag EUR. 6. Voor de stalling van een bedrijfswagen en personeelswagen huren we een garage. De huur wordt per 4 maanden vooraf betaald, bedrag EUR. De overeenkomst werd afgesloten op 1 oktober N0. 7. Van 1 december N0 tot eind februari N1 loopt er een publiciteitscampagne op een lokale radio. De kostprijs van deze campagne bedraagt EUR, achteraf te betalen. 8. Op 16 november levert een firma kantoorbenodigdheden. Op 31 december rest er van de voorraad kantoorbenodigdheden bijna niets meer, namelijk 240 EUR van de EUR kantoorbenodigdheden. 9. De driemaandelijkse factuur van de elektriciteitsmaatschappij zal per eind januari N1 ontvangen worden. Het verbruik voor november en december schatten we op EUR samen. 10. We hebben onderhoudswerken aan ons gebouw laten uitvoeren die 3 maanden zullen duren. De werken zijn op 1 december gestart en de kosten worden op EUR geraamd. Boek deze inventarisverrichtingen op rekeningen. Boek de 10 opgaven steeds als aparte opgaven. 63

68 3. ONDERNEMEN IS PRESTATIES EVALUEREN 3.1. Financiële analyse van de jaarrekening / Ratio-analyse Doelstellingen van de ratio-analyse Rendabiliteit houdt een vergelijking in van opbrengsten en kosten. Een voldoende rendabiliteit betekent dat de onderneming in staat is het geïnvesteerde vermogen op normale wijze aan marktvoorwaarden te vergoeden. Het geïnvesteerde vermogen vindt men terug op de balans. Juridisch bestaat er enkel een verplichting tot vergoeding van het schuldkapitaal. Economisch is er echter een vermogenskost zowel t.o.v eigen als van vreemde middelen. Liquiditeit bestaat uit de vergelijking van kasinkomsten en uitgaven. Indien de inkomsten op een bepaald ogenblik onvoldoende zijn om de uitgaven te dragen en indien geen bijkomende financiering kan worden gevonden om dit tekort op te heffen, is er een liquiditeitstekort. De faillissementswet hanteert deze definitie: een onderneming wordt failliet verklaard, niet omdat ze niet rendabel is, doch wel omdat zij haar betalingen gestaakt heeft en omdat haar krediet wankel is, m.a.w. omdat ze illiquide is. Rendabiliteit en liquiditeit zijn twee verschillende begrippen omdat opbrengsten en kosten, respectievelijk kasinkomsten en -uitgaven niet volledig overeenstemmen. Enerzijds zijn er opbrengsten en kosten die geen kasinkomsten, resp. uitgaven meebrengen zoals bv. afschrijvingen, terugneming van waardeverminderingen. Anderzijds zijn er kasinkomsten en uitgaven die geen opbrengsten, respectievelijk kosten zijn (bv. inkomsten tengevolge van een nieuw aangegane financiering). Voldoende/onvoldoende liquiditeit komt dus niet per definitie overeen met positieve/negatieve rendabiliteit. Op lange termijn is het verband tussen beide nauwer. Naast rendabiliteit en liquiditeit, is er een derde factor die belangrijk is voor de financiële beoordeling van een onderneming: de schuldgraad of solvabiliteit. Dit element staat in relatie met zowel de rendabiliteit als met de liquiditeit. Het verband tussen solvabiliteit en rendabiliteit is de financiële hefboomwerking: in de mate dat een onderneming op haar geïnvesteerde middelen procentueel meer verdient dan 64

69 hetgeen de aangetrokken schuldfinanciering kost, wordt de rendabiliteit van de eigen middelen naar omhoog gedreven. De solvabiliteit staat eveneens in relatie tot de liquiditeit van de onderneming. Naarmate een onderneming investeringen relatief meer met schulden en minder met eigen middelen financiert, worden de toekomstige verplichtingen tot intrestbetaling en terugbetaling van het schuldkapitaal groter. M.a.w. de kasdekking van de financiële verplichtingen uit hoofde van schuldfinanciering neemt af en het risico van illiquiditeit neemt toe Berekening en betekenis van de coëfficiënten / ratio s Een algemene regel is dat de vermogensbron die een onderneming aanwendt voor de financiering van een vermogensbehoefte ter beschikking moet kunnen blijven voor een periode die ten minste gelijk is aan de gebruiksduur van het actiefbestanddeel. Door de activa en de passiva van de balans in grote blokken te hergroeperen, krijgt men meer inzicht in de financiële structuur van de onderneming. Welke vermogensbronnen worden aangewend, hoe groot is hun onderlinge verhouding, welke relatie is er tussen de samenstelling van het actief en het passief? De vermogensstructuur van een onderneming kan aan de hand van volgend schema geanalyseerd worden. (zie balans op volgende pagina) Onder langdurige activa (LA) of uitgebreide VA verstaat men alle werkmiddelen die langer dan één jaar in de onderneming blijven. De courante activa (CA) of de beperkte vlottende activa zijn de vlottende activa op ten hoogste 1 jaar (dus uitgezonderd de vorderingen op meer dan 1 jaar). Onder het permanent vermogen (PV) verstaan we het eigen vermogen (EV) en het vreemd vermogen op meer dan 1 jaar (VVLT). Het vreemd vermogen op minder dan 1 jaar korten we af met VVKT. 65

70 ACTIEF BALANS PASSIEF VASTE ACTIVA EIGEN VERMOGEN XI. XII. XIII. XIV. Oprichtingskosten Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa XI. XII. XIII. XIV. XV. XVI. Kapitaal Uitgiftepremies Herwaarderingsmeerwaarden Reserves Overgedragen winst Overgedragen verlies (-) Kapitaalsubsidies VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN XVII. Voorzieningen en uitgestelde belastingen VLOTTENDE ACTIVA XV. Vorderingen op meer dan 1 jaar XVI. Voorraden en bestellingen in uitvoering XVII. Vorderingen op ten hoogste 1 jaar XVIII. Geldbeleggingen XIX. Liquide middelen XX. Overlopende rekeningen VREEMD VERMOGEN = SCHULDEN XVIII. Schulden op meer dan 1 jaar XIX. Schulden op ten hoogste 1 jaar XX. Overlopende rekeningen LA: langdurige activa of uitgebreide vaste activa CA: courante activa of beperkte vlottende activa PV: permanent vermogen = EV + VVLT VVKT: vreemd vermogen op ten hoogste 1 jaar 66

71 In wat volgt zullen we de verschillende ratio s bespreken aan de hand van de gegevens van NV Wilander. ACTIVA Balans NV Wilander PASSIVA VASTE ACTIVA EIGEN VERMOGEN I. Oprichtingskosten III. Materiële vaste activa Gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair I. Kapitaal Geplaatst kapitaal Niet opgevraagd kapitaal (-) IV. Reserves Wettelijke reserves Beschikbare reserves VLOTTENDE ACTIVA VREEMD VERMOGEN VI. VII. IX. Voorraden en bestellingen in Uitvoering Handelsgoederen Vorderingen 1 jaar Klanten Liquide middelen Bank X. Overlopende rekeningen Over te dragen kosten VIII. Schulden op meer dan 1 jaar Overige leningen IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar Binnen het jaar vervallende overige leningen Leveranciers Te betalen BTW Verschuldigde bezoldigingen Rijksdienst voor Sociale Zekerheid Te betalen dividenden

72 Resultatenrekening NV X I. Bedrijfsopbrengsten A. Omzet II. Bedrijfskosten A. Handelsgoederen Inkopen Voorraadwijziging B. Diensten en diverse goederen C. Bezoldigingen en sociale lasten D. Afschrijvingen en waardeverminderingen III. Bedrijfswinst/-verlies IV. Financiële opbrengsten - V. Financiële kosten VI. Winst/verlies uit de gewone bedrijfsuitoefening VII. Uitzonderlijke opbrengsten - VIII. Uitzonderlijke kosten - IX. Winst/verlies van het boekjaar voor belastingen X. Belastingen op het resultaat XI. Winst van het boekjaar

73 Liquiditeit Bij de meeste ondernemingen zal het permanente vermogen groter zijn dat het langdurig actief. Deze marge wordt het nettobedrijfskapitaal genoemd. Het nettobedrijfskapitaal is het deel van het permanent vermogen dat aangewend wordt voor de financiering van een deel van de courante activa. Algemeen kan gesteld worden: Nettobedrijfskapitaal > 0 is de marge om te spreken over een gezonde financiering, hoe groter het nettobedrijfskapitaal, hoe veiliger de financiële toestand. NBK = CA VVKT = PV - LA Het permanente vermogen uitgedrukt in een procent van het langdurig actief is de financieringscoëfficiënt. Met een NBK > 0 komt een financieringscoëfficiënt > 1 overeen. Het deel van de courante activa dat niet gefinancierd wordt met het nettobedrijfskapitaal, zal gefinancierd worden met vreemd vermogen op korte termijn. Dit vreemd vermogen korte termijn, de korte termijnschulden, moet tijdig kunnen betaald worden, en zo belanden we bij het probleem van de liquiditeit. De mate waarin de onderneming in staat is haar schulden op korte termijn te betalen, wordt uitgedrukt in een ratio: Liquiditeitsratio in ruime zin/ current ratio = Courante activa Vreemd vermogen korte termijn Ook de waarde van de current ratio hangt samen met het NBK, want indien het NBK > 0, zal de current ratio > 1. Deze liquiditeitsratio heeft slechts betekenis indien men aanneemt dat alle courante activa binnen het jaar kunnen gerealiseerd worden. We kunnen deze ratio verfijnen door de minste liquide elementen uit teller en noemer weg te laten. 69

74 We bekomen: Liquiditeitsratio in enge zin of acid ratio 2 = Courante activa voorraden Vreemd vermogen korte termijn Opmerkingen bij ratio's m.b.t. de liquiditeit: 1. Men kan zich de vraag stellen of we een deel van de liquide middelen ook niet als vast zouden moeten beschouwen, omdat er altijd liquide middelen nodig zullen zijn voor de vlotte werking mogelijk te maken. 2. Een gelijkaardige opmerking geldt voor de handelsvorderingen. Vermoedelijk zal zelf een deel niet meer inbaar zijn. (cfr. dubieuze debiteuren). 3. De balans is slechts een momentopname en de volgende dag kan de liquiditeit er al helemaal anders uitzien. Als buitenstaander beschikt men dan ook meestal niet over voldoende gegevens om een grondig oordeel te kunnen vellen. 4. Een liquiditeitsratio < 1 betekent nog niet dat de onderneming meteen betalingsmoeilijkheden zal kennen. Alle schulden vervallen immers niet op hetzelfde ogenblik en men kan ook tijdelijke tekorten overbruggen met een kaskrediet en andere kredieten op korte termijn. 5. Het is daarom belangrijk dat men de evolutie van de liquiditeit volgt binnen de eigen onderneming en deze vergelijkt met die van gelijkaardige ondernemingen. 2 Een onderneming heeft steeds een minimumvoorraad nodig aan grondstoffen, hulpstoffen of handelsgoederen, anders zou op sommige momenten de continuïteit van het productieproces of van de verkoop in het gedrang komen. Deze 'ijzeren voorraad' moet men bij de berekening eigenlijk als vast beschouwen omdat dit deel van de voorraad niet zomaar kan omgezet worden in geld op het moment dat daar behoefte aan is. Vandaar dat men de liquiditeit ook zal berekenen exclusief de voorraden. Men spreekt dan van de liquiditeit in de enge zin. 70

75 Solvabiliteit of schuldgraad Twee ondernemingen willen een lening van EUR aangaan. We beschikken over volgende balansgegevens (in honderdduizenden EUR): Onderneming A Onderneming B Actief EV Actief EV VV 16 VV 4 Onderneming A zal makkelijker een lening kunnen bekomen dan onderneming B. Na enkele jaren ziet de balans van de ondernemingen er als volgt uit: Onderneming A Onderneming B Actief EV Actief EV VV VV Beide ondernemingen komen in de problemen en kunnen hun schulden niet terugbetalen. De schuldeisers leggen beslag op de bezittingen. De activa worden te gelde gemaakt en brengen de helft op van de balanswaarde. 71

76 Bij onderneming B zullen de schuldeisers niet kunnen worden vergoed met de opbrengst van de verkochte activa, bij onderneming A is dit wel mogelijk. Hoe meer wordt gewerkt met vreemd vermogen, hoe groter het risico dat een onderneming in moeilijkheden al haar schulden niet meer kan voldoen. Schuldeisers willen hoe dan ook terugbetaald worden, zelfs al gaat het niet goed met de onderneming. Het eigen vermogen is niet alleen wettelijk verplicht, maar heeft dus ook een bufferfunctie. Het eigen vermogen moet voldoende groot zijn t.o.v. het totaal vermogen om die bufferfunctie te kunnen vervullen. Dit wordt beoordeeld aan de hand van de graad van financiële onafhankelijkheid of solvabiliteitscoëfficiënt = EV TV. Hoe groter de graad van financiële onafhankelijkheid van een onderneming, hoe kleiner de realisatiewaarde van de activa mag worden vooraleer de schuldeisers risico lopen, dus hoe meer vertrouwen de onderneming zal genieten en hoe makkelijker ze langlopende kredieten zal kunnen verkrijgen. Hoe groot de graad van financiële onafhankelijkheid van een onderneming moet zijn is moeilijk te zeggen. Op het eerste gezicht lijkt een solvabiliteitscoëfficiënt van 100%, d.w.z. volledige financiering met eigen vermogen, het ideale. Dergelijke situatie is praktisch onmogelijk en ook niet wenselijk. Waarom dit zo is, zal duidelijk worden bij het bestuderen van het financieel hefboomeffect. (Meestal hanteert men de leidraad 1/3 EV, 1/3 VVLT, 1/3 VVKT). Een andere ratio met betrekking tot de solvabiliteit van een onderneming die vaak wordt gebruikt is de schuldgraad = VV TV vermogen werd gefinancierd met vreemd vermogen.. Deze ratio geeft weer welk percentage van het totale 72

77 De rendabiliteit De kapitaalverschaffers in een onderneming lopen het grootste risico. Ze zullen slechts bereid zijn dit risico te nemen indien ze daarvoor behoorlijk vergoed worden. Indien het kapitaal, dat ze in een onderneming steken slechts evenveel zou opbrengen als bv. bij een belegging in kasbons (risicovrije rentevoet), loont het niet de moeite het risico te nemen. Dikwijls moet er nog hard bij gewerkt worden ook! Een hogere vergoeding is dus te verantwoorden. Algemeen wordt aangenomen dat over een langere periode de vergoeding van het eigen vermogen deze van een risicoloze belegging met minstens 2% moet overtreffen, dit noemt men de risicopremie. De mate waarin een onderneming in staat is voor haar ingezet vermogen een inkomen te verwerven wordt uitgedrukt in de rendabiliteitsratio's. De rendabiliteit kan uitgedrukt worden t.o.v. het eigen vermogen of t.o.v. het totale vermogen De rendabiliteit van het eigen vermogen Voor de eigenaars van een onderneming is het belangrijk te weten of het vermogen dat zij in de onderneming gestoken hebben in voldoende mate vergoed wordt. De vergoeding die de eigenaars te beurt valt, is de winst na belastingen. (Deze winst kan al dan niet worden uitgekeerd). Het is duidelijk dat we als vergoeding van de aandeelhouders de winst NA belastingen dienen te nemen, vermits het slechts dit bedrag is dat effectief ter hunnen beschikking valt. Wanneer we het rendement van het eigen vermogen berekenen moeten we de verhouding van de winst na belastingen met het eigen vermogen nemen De rendabiliteit van het totale vermogen Om te weten of het in de onderneming geïnvesteerde vermogen een voldoende resultaat oplevert, wordt de rendabiliteit van het totale vermogen berekend. Het totale vermogen kunnen we opsplitsen in 2 delen: het eigen vermogen en het vreemd vermogen. De vergoeding van het eigen vermogen is de winst en de vergoeding van het vreemd vermogen zijn de financiële kosten of de intrestkosten. Indien we het rendement van het totale 73

78 vermogen willen berekenen moeten we dus de verhoudingen van deze beide vergoedingen bekijken ten opzichte van het totale vermogen. Indien we de rendabiliteit van het totale vermogen berekenen op basis van de winst na belastingen zal de structuur van de passiefzijde de ratio beïnvloeden. Met andere woorden: naargelang men meer gefinancierd is met vreemd vermogen (meer financiële kosten) zal men een ander resultaat bekomen. In het geval van relatief meer vreemd vermogen te hebben (dus meer financiële kosten) zal de ratio groter zijn, wegens het belastingsvoordeel dat de extra kosten met zich meebrengen. Stel ondernemingen A en B hebben identieke cijfers voor te leggen: een totaal vermogen van EUR en een resultaat voor intresten voor belastingen van EUR. Nemen we enige verschil tussen beide ondernemingen de schuldgraad, onderneming A bezit dubbel zoveel vreemd vermogen als onderneming B, dus ook dubbel zoveel intrestlasten. Stel de intrestlasten voor onderneming A bedragen EUR en voor onderneming B bedragen de intrestlasten EUR. De vennootschapsbelasting bedraagt 40%. OPDRACHT: Bereken de rendabiliteit van het totale vermogen voor onderneming A en B op basis van de winst na belastingen en vergelijk dit met een berekening op basis van de winst voor belastingen. Besluit: Indien we de RTV berekenen op basis van de winst voor belastingen wordt de ratio niet beïnvloed door de schuldgraad. Daarom zullen we ook de rendabiliteit van het totale vermogen berekenen op basis van de winst VOOR belastingen. 74

79 Het financieel hefboomeffect NV Y en NV Z zijn ondernemingen uit dezelfde sector. De structuur van de vermogensbronnen is dezelfde: de ondernemingen zijn volledig gefinancierd met eigen vermogen. ACTIEF Balans PASSIEF Vast actief Eigen vermogen Vlottend actief Omdat in beide ondernemingen aandeelhouders zich terugtrekken, doen NV Y en NV Z beroep op vreemd vermogen. Ze lenen EUR op lange termijn. ACTIEF Balans PASSIEF Vast actief Eigen vermogen Vlottend actief Vreemd vermogen Voor aftrek van de financiële kosten bedraagt de winst in beide ondernemingen EUR. (We maken abstractie van belastingen). NV Y moet voor zijn lening EUR intresten (= 10%) betalen, NV Z EUR (= 20%) 3. OPDRACHT: a. Bereken de rendabiliteit van het eigen vermogen voor het aantrekken van vreemd vermogen en na het aantrekken van vreemd vermogen. b. Bereken voor beide ondernemingen de rendabiliteit van het totale vermogen en de intrestvoet van het vreemd vermogen. c. Leid uit deze berekeningen een algemene regel af die je kan leiden bij de beslissing al dan niet vreemd vermogen aan te trekken. 3 Dit zijn geen realistische getallen, want als een bank je deze intrestpercentages vraagt, maak je je best zo snel mogelijk uit de voeten! 75

80 Wanneer door het aantrekken van vreemd vermogen het rendement van het eigen vermogen verhoogt, spreekt men van een positief hefboomeffect. Hiertoe is vereist dat de rendabiliteit van het totale vermogen groter is dan de intrestvoet van het vreemde vermogen. De hefboomratio = REV RTV Om deze twee grootheden vergelijkbaar te maken, worden ze beide berekend VOOR belastingen. Bij een hefboomratio > 1 kan men spreken van een positief hefboomeffect, het aantrekken van extra vreemd vermogen zal dan een stijging van de rendabiliteit van het eigen vermogen inhouden. Bij een hefboomratio < 1 kan men spreken van een negatief hefboomeffect, het aantrekken van extra vreemd vermogen zal dan een daling van de rendabiliteit van het eigen vermogen betekenen. 76

81 Beleid in verband met de voorraden, de handelsvorderingen en de handelsschulden Omlooptijd van de voorraden Kosten van de verkochte goederen Voorraden Omloopsnelheid van de voorraden Omlooptijd van voorraden (in dagen) Formule: Omlooptijd van de handelsvorderingen Omzet Handelsvorderingen Omloopsnelheid van de handelsvorderingen Omlooptijd van de handelsvorderingen (in dagen) Formule: 77

82 Omlooptijd van de handelsschulden Aankopen Hg, grond- en hulpstoffen +.. Handelsschulden Leveranciers Omloopsnelheid van de handelsschulden Omlooptijd van de handelsschulden (in dagen) Formule: Te financieren periode De te financieren periode is de periode die door een onderneming moet overbrugd worden tussen het moment wanneer de leveranciers betaald moeten worden en wanneer de klanten de betreffende goederen betalen. Te financieren periode =

83 a. Hoe kan men de te financieren periode verkorten? b. Argumenten voor het aanhouden van kleine voorraden. c. Argumenten voor het aanhouden van grote voorraden. 79

84 Warenhuizen en solvabiliteit Een hoge solvabiliteit is niet altijd een zegen. "Geld zonder afspraken" is geld dat afkomstig is van de aandeelhouder. De aandeelhouder heeft geen contract waar een gegarandeerd rendement geboden wordt maar hij verwacht wel een hoog rendement. Via de raad van bestuur zal hij een managementteam aanstellen dat duidelijke instructies krijgt in verband met het verwachte rendement. Uiteraard is bovenstaande interpretatie subjectief. Een Colruyt-aanhanger die niet van risico houdt, zal een hoge solvabiliteit erg waarderen. Waarom? Een hoge solvabiliteit betekent relatief weinig schulden. Weinig schulden betekent dat een bedrijf in moeilijke tijden het hoofd langer boven water kan houden dan een bedrijf met meer schulden. Om de solvabiliteit verder te interpreteren moeten we ook de schulden onder de loep nemen. Vooral in de sector van de grootdistributie is dit een interessant gegeven. Warenhuizen staan bekend als ijzersterke onderhandelaars met hun leveranciers. Zij negotiëren scherpe prijzen en bedingen betalingstermijnen van negentig dagen. Hoe spelen ze dat klaar, denkt u nu misschien. Dat is gewoon een machtsspel. Iedereen wil maar wat graag leveren aan een warenhuis. Wanneer een bepaalde leverancier de voorwaarden niet aanvaardt, dan is dat spijtig, maar dan wordt gekozen voor een andere leverancier. Dat alles is spijtig voor de leverancier, maar zeer interessant voor de klant. Want door de lange betalingstermijnen zijn de leveranciers belangrijke "bankiers" voor Colruyt en co. Een bankier die trouwens 0% intrest aanrekent. De warenhuizen mogen het geld van hun leveranciers negentig dagen gebruiken zonder er intrest op te moeten betalen. Kent u een bank die beter doet? Ik niet! 06/05/2004 Bron: Trends 80

85 Oefeningen op analyse van de jaarrekening Oefening 1: VASTE ACTIVA I. Oprichtingskosten II. Immateriële vaste activa III. Materiële vaste activa a. Gebouwen b. Installaties, machines en uitrusting c. Rollend materieel IV. Financiële vaste activa VLOTTENDE ACTIVA V. Vorderingen op meer dan 1 jaar VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering a. Voorraden b. Bestellingen in uitvoering VII. Vorderingen op ten hoogste 1 jaar a. Handelsvorderingen b. Overige vorderingen VIII. Geldbeleggingen IX. Liquide middelen X. Overlopende rekeningen EIGEN VERMOGEN I. Kapitaal IV. Reserves V. Overgedragen winst VREEMD VERMOGEN VIII. Schulden op meer dan 1 jaar IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar A. Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het boekjaar vervallen B. Financiële schulden C. Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels D. Ontvangen vooruitbetalingen E. Schulden ivm belastingen, bezoldigingen en sociale lasten F. Overige schulden X. Overlopende rekeningen Jaar 0 Jaar 1 Jaar Jaar 0 Jaar 1 Jaar

86 RESULTATENREKENING Jaar 0 Jaar 1 Jaar 2 Bedrijfsopbrengsten A. Omzet Bedrijfskosten A. Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen B. Diensten en diverse goederen C. Bezoldigingen D. Afschrijvingen Bedrijfsresultaat Financiële opbrengsten Financiële kosten Winst voor belasting Belastingen Winst na belastingen OPM: De onderneming waarvan de balans en de resultatenrekening is gegeven is een BVBA. a. Bereken alle ratio s i.v.m de liquiditeit, de solvabiliteit, de rendabiliteit en de te financieren periode van de 3 jaren. b. Bespreek nauwkeurig de jaarrekening van deze onderneming. Oefening 2: Gegeven is de balans van een warenhuis. De winst na belastingen bedraagt EUR, het belastingspercentage 35%. Financiële kosten bedragen EUR. ACTIVA Balans op 31/12/2008 PASSIVA VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Materiële vaste activa EIGEN VERMOGEN Kapitaal Reserves Overgedragen winst VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Vorderingen 1 jaar Liquide middelen Overlopende rekeningen SCHULDEN Schulden > 1 jaar Schulden 1 jaar

87 a. Bereken: 1. Financieringscoëfficiënt; 2. Acid ratio; b. Bereken de schuldgraad. c. Welke informatie krijgen we door de intrestvoeten op het vreemd vermogen en de RTV te vergelijken? Leg kort uit. d. De onderneming wil een nieuwe verkoopzaal bouwen met een waarde van EUR. Hoe zou zij dit best financieren als de bedrijfsleiding stelt dat de current ratio minstens 1 moet zijn, er een positief nettobedrijfskapitaal vereist is van EUR en de gewenste graad van financiële onafhankelijkheid 0,4 moet bedragen? Oefening 3: a. Een NBK dat nul is, hoeft voor een warenhuis niet meteen tot liquiditeitsproblemen te leiden. Leg uit. b. In een onderneming bedraagt het eigen vermogen EUR en het vreemd vermogen EUR. De RTV is 12%. Bereken de financiële hefboomratio indien de intrestvoet van het vreemd vermogen 10% bedraagt. Oefening 4: a. De rekening Toe te rekenen kosten is een actief of een passiefrekening? Maak de juiste keuze en leg bondig (maar nauwkeurig) uit hoe je dit weet. b. Wat betekent een positief financieel hefboomeffect? Geef 2 manieren hoe je kan zien of een onderneming door een positieve hefboom wordt gekenmerkt. c. Een goede rendabiliteit betekent niet hetzelfde als een goede liquiditeit. Leg uit. d. Stel dat je leverancier bereid is zijn vordering om te zetten in een lening op 3 jaar. Bespreek hiervan de invloed op je current ratio en je solvabiliteitsratio. Oefening 5: a. Geef 3 argumenten voor het aanhouden van een behoorlijke voorraad. Geen uitleg! b. Welke invloed heeft volgende gebeurtenis op de current ratio en de graad van financiële onafhankelijkheid: een gebouw wordt gefinancierd met een hypothecaire lening. Leg kort uit. 83

88 Oefening 6: De heer Mecir bezit volgende onderneming : ACTIEF BALANS PASSIEF VASTE ACTIVA EIGEN VERMOGEN Materiële vaste activa Meubilair Rollend materieel Kapitaal VLOTTENDE ACTIVA VREEMD VERMOGEN Voorraden Papierwaren Bureelbenodigdheden Vorderingen 1 jaar Handelsdebiteuren Liquide middelen Bank Kas Schulden > 1 jaar Lening KBC Schulden 1 jaar Leveranciers Te betalen BTW Rijksdienst Sociale Zekerheid Te betalen BTW Schulden > 1 jaar die binnen het jaar vervallen a. Bereken de current ratio, het nettobedrijfskapitaal en de acid ratio. b. Wat kan je op basis van de in a) berekende coëfficiënten zeggen over de liquiditeit van deze onderneming. c. Bereken de solvabiliteitscoëfficiënt + geef 2 nauwkeurige interpretaties van dit getal. d. Het gebouw waarin de zaak gevestigd is werd tot nog toe gehuurd, maar nu wil de eigenaar het verkopen voor EUR. De heer Mecir zou het willen kopen en het verbouwen en verfraaien. Een architect schat dat dit zeker EUR zal kosten. Hoe zou dit financieringsprobleem kunnen opgelost worden, als Mecir een solvabiliteitsratio van 30% en een nettobedrijfskapitaal van EUR wenst? Geef nauwkeurig je berekeningen weer. 84

89 3.2. De balanced scorecard Zie extra nota s Het budget als controle-instrument van de ondernemingsdoelstellingen Zie extra nota s. 85

90 4. ONDERNEMEN IS SAMENWERKEN EN TOEGEVOEGDE WAARDE VERDELEN 4.1. Organisatiestructuren Organisatiemodel van Mintzberg Als we verschillende organisatiestructuren zouden analyseren, dan zullen we de onderdelen ervan meestal kunnen onderverdelen in de 5 groepen die Mintzberg in zijn organisatiemodel weergeeft. Deze groepen zullen meestal aanwezig zijn in elke organisatie. Het organisatiemodel van Mintzberg wordt ook wel de longenstructuur genoemd. Hieronder is het model weergegeven: 86

91 Op volgende figuur zijn voorbeelden terug te vinden voor elke groep: De strategische top ziet erop toe dat de missie van de organisatie uitgevoerd wordt. Zij nemen de strategische beslissingen en tekenen de lijnen en de richting uit waarbinnen de organisatie moet evolueren. Zij zijn verantwoordelijk voor de resultaten van de organisatie. Het middenniveau vormt de verbinding tussen de uitvoerende kern en de strategische top. Zij hebben bevoegdheden om beslissingen te nemen en hebben gezag over de uitvoerende kern om taken door hen te laten uitvoeren. Deze managers dragen de operationele verantwoordelijkheid voor de taken die de uitvoerende kern uitvoert. In de uitvoerende kern vinden we de bedienden en arbeiders terug die, zoals het woord zegt, uitvoerende taken verrichten. Dit kunnen arbeiders zijn die in de fabriek werken, 87

1. HET SYSTEEM VAN HET DUBBEL BOEKHOUDEN

1. HET SYSTEEM VAN HET DUBBEL BOEKHOUDEN 1. HET SYSTEEM VAN HET DUBBEL BOEKHOUDEN 1.1. De balans 1.1.1. Verrichtingen op balansen We beginnen een zaak met 80.000 EUR, dit geld komt uit ons persoonlijk fortuin. We plaatsen dit geld op de bankrekening

Nadere informatie

2. DE REGISTRATIE VAN DE ACTIVITEITEN VAN EEN HANDELSONDERNEMING

2. DE REGISTRATIE VAN DE ACTIVITEITEN VAN EEN HANDELSONDERNEMING 2. DE REGISTRATIE VAN DE ACTIVITEITEN VAN EEN HANDELSONDERNEMING 2.1. Aankopen en verkopen van handelsgoederen (met BTW) Voorbeeld: 1/12/N0: We kopen voor 20.000 EUR handelsgoederen aan bij Mandlikova,

Nadere informatie

3. Boeken op rekeningen (grootboek) We gaan uit van volgende beginbalans: Actief Beginbalans Passief

3. Boeken op rekeningen (grootboek) We gaan uit van volgende beginbalans: Actief Beginbalans Passief 3. Boeken op rekeningen (grootboek) We gaan uit van volgende beginbalans: Actief Beginbalans Passief Gebouwen 250.000 Rollend materieel 100.000 Handelsgoederen 40.000 Bank 30.000 Kapitaal 300.000 Lening

Nadere informatie

EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN VOOR RISICO'S EN KOSTEN, SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR

EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN VOOR RISICO'S EN KOSTEN, SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR naam :... M.A.R. Uittreksel uit de minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel KLASSE 1 : EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN VOOR RISICO'S EN KOSTEN, SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR 10 Kapitaal 100 Geplaatst

Nadere informatie

LRM BALANS NA WINSTVERDELING. Nr. BE VOL 2.1 ACTIVA VASTE ACTIVA 20/

LRM BALANS NA WINSTVERDELING. Nr. BE VOL 2.1 ACTIVA VASTE ACTIVA 20/ LRM Nr. BE 0452.138.972 VOL 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28 326.978.093 317.434.940 Oprichtingskosten 5.1 20 Immateriële vaste activa 5.2 21 159.589 8.214 Materiële vaste activa

Nadere informatie

Lijninvest BALANS NA WINSTVERDELING. Nr. BE VOL 2.1 ACTIVA VASTE ACTIVA 20/

Lijninvest BALANS NA WINSTVERDELING. Nr. BE VOL 2.1 ACTIVA VASTE ACTIVA 20/ Lijninvest Nr. BE 0889.551.267 VOL 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28 5.201.558 5.046.931 Oprichtingskosten 5.1 20 4.162 Immateriële vaste activa 5.2 21 Materiële vaste activa 5.3 22/27

Nadere informatie

Participatiemaatschappij Vlaanderen

Participatiemaatschappij Vlaanderen Participatiemaatschappij Vlaanderen Nr. BE 0455.777.660 VOL 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28 341.917.124 257.063.221 Oprichtingskosten 5.1 20 Immateriële vaste activa 5.2 21 411.617

Nadere informatie

BALANS NA WINSTVERDELING

BALANS NA WINSTVERDELING Nr. 0812.019.662 VOL 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... Toel. 20/28 60.411,22 55.375,35 Oprichtingskosten...... Immateriële vaste activa.... Materiële vaste activa... Terreinen en gebouwen...

Nadere informatie

JAARREKENING. Toel / / / / ,67 Aandelen /8

JAARREKENING. Toel / / / / ,67 Aandelen /8 Nr. 0862.492.920 VOL 3.1 JAARREKENING BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA OPRICHTINGSKOSTEN.. VASTE ACTIVA.. Immateriële vaste activa.. Materiële vaste activa.. Terreinen en gebouwen.. Installaties, machines

Nadere informatie

BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/28 19.233.968,34 19.711.879,71 VLOTTENDE ACTIVA... 29/58 6.723.285,38 4.508.

BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/28 19.233.968,34 19.711.879,71 VLOTTENDE ACTIVA... 29/58 6.723.285,38 4.508. VOL 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/28 19.233.968,34 19.711.879,71 Oprichtingskosten... 5.1 20...... Immateriële vaste activa... 5.2 21 2.089,48 3.556,27 Materiële vaste activa...

Nadere informatie

BALANS EN RESULTATENREKENING (VOLLEDIG SCHEMA)

BALANS EN RESULTATENREKENING (VOLLEDIG SCHEMA) Bijlage 3. BALANS EN RESULTATENREKENING (VOLLEDIG SCHEMA) Nr. VOL 2.1 Balans na winstverdeling ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28...... Oprichtingskosten... 5.1 20...... Immateriële vaste activa... 5.2 21......

Nadere informatie

Bridgeboetiek vzw. Balans en Jaarrekening. Seizoen 2009-2010

Bridgeboetiek vzw. Balans en Jaarrekening. Seizoen 2009-2010 Bridgeboetiek vzw Balans en Jaarrekening Seizoen 2009-2010 1 juli 2009 tot 30 juni 2010 Actief passief resultatenbalans Pagina 1/5 Datum lijst 14/10/2010 BRUTO Afschrijvingen en waardeverm. NETTO ACTIEF

Nadere informatie

BALANS NA WINSTVERDELING

BALANS NA WINSTVERDELING BE 04.777.660 VOL2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA Oprichtingskosten Immateriële Materiële Terreinen en gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair en rollend materieel Leasing

Nadere informatie

Handleiding budgettering

Handleiding budgettering Handleiding budgettering A. Algemene opmerkingen Bij het budgetteren komen zeer veel berekeningen voor, wat dus een grote kans op rekenfouten met zich meebrengt. Bovendien bestaat de kans dat die rekenfouten

Nadere informatie

Inzicht in uw cijfers

Inzicht in uw cijfers Welkom! Inzicht in uw cijfers Opbouw van uw boekhouding Balans Overzicht van de bezittingen en schulden Toont vermogen van de vennootschap Resultatenrekening Overzicht van kosten en opbrengsten Steeds

Nadere informatie

Pagina 1/5 Expert/M Plus V: Datum lijst 27/03/2017 Datum afdruk 27/03/ :11:32. Actief passief resultatenbalans

Pagina 1/5 Expert/M Plus V: Datum lijst 27/03/2017 Datum afdruk 27/03/ :11:32. Actief passief resultatenbalans Pagina 1/5 BRUTO Afschrijvingen en waardeverm. NETTO ACTIEF Vaste activa 24 686,04-17 242,97 7 443,07 Oprichtingskosten Immateriële vaste activa Materiële vaste activa 24 686,04-17 242,97 7 443,07 Terreinen

Nadere informatie

BE (in euros)

BE (in euros) VKT2. 1. BALANS NA WINSTVERDELING A C T I V A VASTE ACTIVA 2/28 8.634.1 7.174.249 I. Oprichtingskosten 2 II. Immateriële vaste activa toel. I, A) 21 III. Materiële vaste activa toel. I, B) 22/27 8.631.91

Nadere informatie

REGISTRATIE DUBBEL BOEKHOUDEN

REGISTRATIE DUBBEL BOEKHOUDEN REGISTRATIE DUBBEL BOEKHOUDEN Basisbeginselen Courante exploitatiecyclus : aankopen verkopen, inkomsten en uitgaven Andere transacties: personeel, investeringen, financiering Inventaris Jaarrekening HOOFDSTUK

Nadere informatie

1 Codes I Boekjaar I Vorig boekjaar I

1 Codes I Boekjaar I Vorig boekjaar I VOL 2.1 BALANS NA WNSTVERDELNG ACTVA VASTE ACTVA...... Oprichtingskosten... mmateriële vaste activa... Toel. 5.1 5.2 1 Codes Boekjaar Vorig boekjaar Materiële vaste activa......... Terreinen en gebouwen......

Nadere informatie

1. BALANS NA WINSTVERDELING. Codes 20/28 22/27 22 23 24 25 26 27 29/58 40/41 50/53 54/58

1. BALANS NA WINSTVERDELING. Codes 20/28 22/27 22 23 24 25 26 27 29/58 40/41 50/53 54/58 VKT2. 1. BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28 3.591,29 I. Oprichtingskosten... 20 3.591,29 II. Immateriële vaste activa (toel. I,A)... 21 III. IV. Materiële vaste activa (toel. I,B)... A.

Nadere informatie

Interne jaarrekening - Uitgebreid verslag (Vennootschap)

Interne jaarrekening - Uitgebreid verslag (Vennootschap) donderdag 21 maart 2019 14:22 Bedrijf: 2 - DE LANDGENOTEN CVBA Pagina 1 van 10 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA OPRICHTINGSKOSTEN (toelichting 6.1) 20 131,89 531,89 200000 - Kost oprichting en kapitaalverhoging

Nadere informatie

Extra uitleg bij berekeningen budgettering

Extra uitleg bij berekeningen budgettering Extra uitleg bij berekeningen budgettering A. Algemene opmerkingen Bij het budgetteren komen zeer veel berekeningen voor, wat dus een grote kans op rekenfouten met zich meebrengt. Bovendien bestaat de

Nadere informatie

Minimumindeling van het algemeen rekeningstelsel

Minimumindeling van het algemeen rekeningstelsel Minimumindeling van het algemeen rekeningstelsel Cf. KB van 19 december 2003 & KB van 18 december 2012 1 1. EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN VOOR RISICO S EN KOSTEN EN SCHULDEN OP MEER DAN ÉÉN JAAR 10 Fondsen

Nadere informatie

Thema 7 Overlopende rekeningen

Thema 7 Overlopende rekeningen Thema 7 Overlopende rekeningen Wat zul je leren? De noodzaak van het gebruik van overlopende rekeningen verantwoorden. Een eenvoudig voorbeeld van het gebruik van een overlopende rekening boekhoudkundig

Nadere informatie

8. ONZE FINANCIËLE MIDDELEN

8. ONZE FINANCIËLE MIDDELEN 48 8. ONZE FINANCIËLE MIDDELEN 8. ONZE FINANCIËLE MIDDELEN CONSOLIDEREN Beheren DUIDELIJKHEID DE REKENINGEN VAN PARKING.BRUSSELS Het kapitaal van het Agentschap = 561.500 Het kapitaal van het Agentschap,

Nadere informatie

Omzet in jaar 5 Jaaromzet , , , , ,00 Variabele kosten , , , , ,00

Omzet in jaar 5 Jaaromzet , , , , ,00 Variabele kosten , , , , ,00 Financieel plan Naam: Adres: Telefoon: Email: michiel decavel bieststraat, 86, 86 8560 WEVELGEM decavele@hotmail.com Overzicht van de omzet Overzicht totale omzet Jaaromzet 187 500,00 187 500,00 187 500,00

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquicultuursector openbare instelling Adres: vrijhavenstraat Nr: 5 Bus: Postnummer: 8400 Gemeente: Oostende Land:

Nadere informatie

E TE XCO HAL FJA AR R E SU LTATE N 2016

E TE XCO HAL FJA AR R E SU LTATE N 2016 E TE XCO HAL FJA AR R E SU LTATE N 2016 BALANS VOL 2.1 ACTIVA VASTE ACTIVA Oprichtingkosten 20 I Immateriële vaste activa 21 Materiële vaste activa A. Terreinen en gebouwen B. Installaties, machines en

Nadere informatie

1. Eigen vermogen, voorzieningen voor risico's en kosten en schulden op meer dan één jaar

1. Eigen vermogen, voorzieningen voor risico's en kosten en schulden op meer dan één jaar 1 1. Eigen vermogen, voorzieningen voor risico's en kosten en schulden op meer dan één jaar 10. Kapitaal 100 Geplaatst kapitaal 101 Niet-opgevraagd kapitaal (-) 11. Uitgiftepremies 12. Herwaarderingsmeerwaarden

Nadere informatie

BROUWERIJ LIEFMANS NV Juridische status : Faillissement. Juridische vorm : NV. Wontergemstraat, DENTERGEM

BROUWERIJ LIEFMANS NV Juridische status : Faillissement. Juridische vorm : NV. Wontergemstraat, DENTERGEM BROUWERIJ LIEFMANS NV 0400.228.136 Juridische status : Faillissement Juridische vorm : NV Wontergemstraat, 42 8720 - DENTERGEM NACE code : 11050 - Vervaardiging van bier Het bedrijf komt NIET voor op de

Nadere informatie

Thema 4 Eindejaarsverrichtingen

Thema 4 Eindejaarsverrichtingen Thema 4 Eindejaarsverrichtingen Wat zul je leren? Waarom zijn de eindejaarsverrichtingen noodzakelijk? Hoe verlopen de eindejaarsverrichtingen? Hoe verwerken we de eindejaarsverrichtingen boekhoudkundig?

Nadere informatie

Pagina 1/5 Expert/M Plus V: Datum lijst 24/04/2015 Datum afdruk 24/04/ :41: , , ,88

Pagina 1/5 Expert/M Plus V: Datum lijst 24/04/2015 Datum afdruk 24/04/ :41: , , ,88 Pagina 1/5 BRUTO Afschrijvingen en waardeverm. NETTO ACTIEF Vaste activa 487.697,17-47.154,35 440.542,82 Oprichtingskosten Immateriële vaste activa Materiële vaste activa 487.697,17-47.154,35 440.542,82

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ DE BALANS EN DE RESULTATENREKENING

TOELICHTING BIJ DE BALANS EN DE RESULTATENREKENING RESULTAATVERWERKING (in duizenden EUR) Boekjaar Vorig A. Te bestemmen winstsaldo 8.211 12.282 Te verwerken verliessaldo (-) 1. Te bestemmen winst van het -3.578 9.842 Te verwerken verlies van het (-) 2.

Nadere informatie

ACTIEF. Scmactn.doc [22]

ACTIEF. Scmactn.doc [22] ACTIEF I. Oprichtingskosten... 20 II. Immateriële vaste activa... 21 III. Materiële vaste activa... 22/27 A. Terreinen en gebouwen...22 B. Installaties, machines en uitrusting...23 C. Meubilair en rollend

Nadere informatie

Inhoud. DEEL I Het systeem van dubbel boekhouden 19. Inleiding 21

Inhoud. DEEL I Het systeem van dubbel boekhouden 19. Inleiding 21 Inhoud Woord vooraf 5 DEEL I Het systeem van dubbel boekhouden 19 Inleiding 21 Hoofdstuk 1 De balans 25 1 Inleiding 25 2 De balans: actief = passief 26 3 Indeling van de balans in rubrieken 28 3.1 De indeling

Nadere informatie

Circulaire NBB_2013_XX - Bijlage 1

Circulaire NBB_2013_XX - Bijlage 1 Prudentieel beleid en financiële stabiliteit de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 38 12 Fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Circulaire NBB_2013_XX

Nadere informatie

OEFENING Het divers journaal inclusief de boeking van de resultaatverdeling

OEFENING Het divers journaal inclusief de boeking van de resultaatverdeling OEFENING 5.18 Hierna volgt de oplossing van oefening 5.18 p. 452. Achtereenvolgens zijn in dit rapport opgenomen: 1. Het openingsjournaal (dat is de loutere inboeking van de voorlopige proef- en saldibalans

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 BASISBEGINSELEN VAN HET DUBBEL BOEKHOUDEN

HOOFDSTUK 1 BASISBEGINSELEN VAN HET DUBBEL BOEKHOUDEN WOORD VOORAF... OVER DE AUTEURS... v vii HOOFDSTUK 1 BASISBEGINSELEN VAN HET DUBBEL BOEKHOUDEN 1 INLEIDING... 2 2 DE BALANS... 3 2.1 Ondernemingsmiddelen of activa... 4 2.2 Ondernemingsbronnen of passiva...

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO 20 30/11/2015 BE 0462.537.075 11 EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. D. 15679.00182 VKT 1.1 JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: DE LILLE Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Adres: Kwadenbulk

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: Vlaamse Ombudsdienst Instellingen opgericht bij decreet Adres: Leuvenseweg 86 Nr: 86 Bus: Postnummer: 1000 Gemeente: Brussel Land: België Rechtspersonenregister (RPR)

Nadere informatie

Jaarrapport. Onderneming. Rapporteringsperiode. Bridgeboetiek VZW

Jaarrapport. Onderneming. Rapporteringsperiode. Bridgeboetiek VZW Jaarrapport Onderneming Bridgeboetiek VZW 0445.163.781 Rapporteringsperiode 1 JANUARI 2016-31 DECEMBER 2016 Inhoudstafel Balans 2 Resultatenrekening 5 Resultaatverwerking 7 afschrijvingstabel 2016 9 Toelichtingen

Nadere informatie

onderneming : Algemene informatie Naam onderneming Ondernemingsvorm (maak een keuze uit de lijst) Minimum geplaatst kapitaal 18.

onderneming : Algemene informatie Naam onderneming Ondernemingsvorm (maak een keuze uit de lijst) Minimum geplaatst kapitaal 18. bij oprichting Algemene informatie Naam onderneming Ondernemingsvorm (maak een keuze uit de lijst) Minimum geplaatst kapitaal Kapitaal volgens oprichtingsstatuten Minimum inbreng in speciën jaar 1 18.550,00

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP Intern Verzelfstandigd Agentschap met Rechtspersoonlijkheid Adres: Zenithgebouw, Koning Albert II-laan Nr: 37 Bus:

Nadere informatie

Deel 2: Financiële jaarrekening

Deel 2: Financiële jaarrekening Deel 2: Financiële jaarrekening Nr. 0407.201.941 VOL-VZW 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA Oprichtingskosten..... Immateriële vaste activa. Materiële vaste activa... Terreinen en gebouwen...

Nadere informatie

Interne balans (2jaar)

Interne balans (2jaar) Interne balans (2jaar) Actief Vaste activa 2.847,00 4.531,30 I. Oprichtingskosten 0,00 0,00 200000 Oprichtingskosten 1.000,00 1.000,00 200090 Afschr.opricht.kost.&kap.verh. -1.000,00-1.000,00 II. Immateriële

Nadere informatie

Samenvatting Economie Boekhouden: THEORIE

Samenvatting Economie Boekhouden: THEORIE Samenvatting Economie Boekhouden: THEORIE Samenvatting door J. 1589 woorden 4 maart 2013 5,6 18 keer beoordeeld Vak Economie Economie Boekhouden Waar haalt de onderneming het geld vandaan? Financieringsbehoeften

Nadere informatie

VOL-vzw 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/ , ,40. Nr. BE Oprichtingskosten

VOL-vzw 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/ , ,40. Nr. BE Oprichtingskosten VOL-vzw 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/28 340.346,18 538.042,40 Oprichtingskosten... 4.1 20...... Immateriële vaste activa... 4.2 21 244.452,43 441.579,00 Materiële vaste activa...

Nadere informatie

Interne jaarrekening - Beknopt verslag (Vennootschap)

Interne jaarrekening - Beknopt verslag (Vennootschap) vrijdag 3 april 2015 09:20 Bedrijf: 1 - VIA VENETO VZW Pagina 1 van 6 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28 1.081,00 1.067,87 Oprichtingskosten 20 Immateriële vaste activa (toelichting 5.1.1)

Nadere informatie

jaarlijkse groei 15% 12% 10% 10% jaarlijkse groei 20% 15% 12% 12% jaarlijkse groei 20% 15% Percentage van de omzet 45% 45% 45% 45% 45%

jaarlijkse groei 15% 12% 10% 10% jaarlijkse groei 20% 15% 12% 12% jaarlijkse groei 20% 15% Percentage van de omzet 45% 45% 45% 45% 45% FINANCIEEL PLAN opstart 1. PROGNOSE RESULTATENREKENING Cijfers in euro Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 BEDRIJFSOPBRENGSTEN 291.500 327.530 448.381 493.094 542.276 Omzet 290.000 326.000 446.820 491.502

Nadere informatie

Bijlage bij het koninklijk besluit betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen

Bijlage bij het koninklijk besluit betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen Bijlage bij het koninklijk besluit betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen Codering Afdeling 1. 2010 2009 BALANS NA VERWERKING ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28 99.203 88.118 I. Oprichtingskosten 20

Nadere informatie

Datum: 23/12/2000 Lead Tijd: 10:12:30 Aanvrager: JV 1-Z9003 OEFENING 1/5.14 (01/01/1998-31/12/1998)

Datum: 23/12/2000 Lead Tijd: 10:12:30 Aanvrager: JV 1-Z9003 OEFENING 1/5.14 (01/01/1998-31/12/1998) OPENINGSJOURNAAL Datum: 23/12/2000 Lead Tijd: 10:12:30 OPENINGSJOURNAAL Blz. 1 Overdracht 0.00 0.00 1 01/01/1998 G 604000 Aankopen van handelsgoederen 5 670 000.00 G 220000 Terreinen en gebouwen 4 000

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: NewB Europese vennootschap Adres: Rue Botanique Nr: 75 Bus: Postnummer: 1210 Gemeente: Sint-Joost-ten-Node Land: België Rechtspersonenregister(RPR)- Rechtbank van

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO 20 21/01/2015 BE 0449.054.471 11 EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. D. 15019.00586 VKT 1.1 JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: ERDA KOMADA Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Adres:

Nadere informatie

JAARREKENING EN ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN

JAARREKENING EN ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN 20 31/08/2017 BE 0832.375.509 10 EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. D. 17568.00080 VKT 1.1 JAARREKENING EN ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN IDENTIFICATIEGEGEVENS

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: Eigen Vermogen Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Eigen Vermogen Adres: Kliniekstraat Nr: 25 Bus: Postnummer: 1070 Gemeente: Anderlecht Land: België Rechtspersonenregister

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO 20 19/06/2015 BE 0458.098.930 12 EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. D. 15194.00114 VKT 1.1 JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: Gusta Commanditaire vennootschap op aandelen Adres: Westendelaan Nr: 71

Nadere informatie

Hoofdstuk II Boekhoudtheorie

Hoofdstuk II Boekhoudtheorie Hoofdstuk II Boekhoudtheorie 1. Structuur 2. Basisveronderstellingen a. Entiteitveronderstelling b. Continuïteitsveronderstelling c. Geldwaarde-uitdrukkingsveronderstelling d. Veronderstelling van de historische

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: FONDS VOOR SCHEEPSJONGENS ANDERE Adres: Vrijhavenstraat Nr: 5 Bus: Postnummer: 8400 Gemeente: Oostende Land: België Rechtspersonenregister (RPR) - Rechtbank van Koophandel

Nadere informatie

ACTIVA. VOL-vzw 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING VASTE ACTIVA 20/ , ,87

ACTIVA. VOL-vzw 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING VASTE ACTIVA 20/ , ,87 VOL-vzw 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28 5.353.141,98 5.284.478,87 Oprichtingskosten 5.1 20 Immateriële vaste activa 5.2 21 21.635,19 3.414,00 Materiële vaste activa 5.3 22/27 5.318.337,90

Nadere informatie

Identificatie rapportering Brussel

Identificatie rapportering Brussel Identificatie rapportering 2014 Naam entiteit: Categorie: Adres: Contactpersoon : Vlaams Woningfonds rechtspersoon Ieperlaan41 1000 Brussel Guy Servotte Telefoonnummer: 02/548.91.31 Soort rapportering:

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO 20 27/10/2015 BE 0471.522.641 10 EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. D. 15654.00593 VKT 1.1 JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: 'T SMOSKE TIELT Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Adres:

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO 20 07/06/2016 BE 0458.098.930 11 EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. D. 16157.00038 VKT 1.1 JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: Gusta Commanditaire vennootschap op aandelen Adres: Westendelaan Nr: 71

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: Grindfonds - Fonds gravier Instelling van openbaar nut Adres: Koning Albert II laan Nr: 20 Bus: 8 Postnummer: 1000 Gemeente: Brussel Land: België Rechtspersonenregister

Nadere informatie

Bijlage bij het koninklijk besluit betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen

Bijlage bij het koninklijk besluit betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen Bijlage bij het koninklijk besluit betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen Afdeling 1. BALANS NA VERDELING ACTIVA 2008 2007 VASTE ACTIVA 20/28 84.160 78.075 I. Oprichtingskosten..... 20 II. Immateriële

Nadere informatie

Balans en Jaarrekening. Seizoen

Balans en Jaarrekening. Seizoen Balans en Jaarrekening Seizoen 2009-2010 1 juli 2009 tot 30 juni 2010 Actief passief resultatenbalans Pagina 1/6 BRUTO Afschrijvingen en waardeverm. NETTO ACTIEF Vaste activa 80.404,03-4.789,41 75.614,62

Nadere informatie

2009-03-24 DISTRIGAZ SA/NV 0476.201.605. Juridische status : Actief. Juridische vorm : SA/NV RUE DE L'INDUSTRIE 10 1000 - BRUXELLES

2009-03-24 DISTRIGAZ SA/NV 0476.201.605. Juridische status : Actief. Juridische vorm : SA/NV RUE DE L'INDUSTRIE 10 1000 - BRUXELLES DISTRIGAZ SA/NV 0476.201.605 Juridische status : Actief Juridische vorm : SA/NV RUE DE L'INDUSTRIE 10 1000 - BRUXELLES NACE code : 35220 - Distributie van gasvormige brandstoffen via leidingen Het bedrijf

Nadere informatie

Universitair Ziekenhuis Gent Jaarrekening 2014

Universitair Ziekenhuis Gent Jaarrekening 2014 Universitair Ziekenhuis Gent Jaarrekening 2014 Bijlage bij het koninklijk besluit betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen Codering Afdeling 1. 2014 2013 BALANS VOOR VERWERKING ACTIVA VASTE ACTIVA

Nadere informatie

BALANS NA WINSTVERDELING

BALANS NA WINSTVERDELING Nr 1 0454423323 VOL-VZW 21 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA 20128 47390603 42179615 Oprichtingskosten 20 Irnrnateriele vaste activa 21 11 143122 1 1228793 Materiele vaste activa Terreinen en

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO 20 27/06/2016 BE 0824.339.751 8 EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. D. 16260.00550 VKT 1.1 JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: SOLAR ECO-INVEST Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Adres:

Nadere informatie

Interne Balans Ope 2013 --> Afs 2013

Interne Balans Ope 2013 --> Afs 2013 VASTE ACTIVA Pagina : 1 20/28 35.169,27 III. Materiële vaste activa (toel. I; B) B. Installaties; machines en uitrusting 22/27 35.169,27 23 1.000,43 230000 230009 INSTALLATIES, MACHINES EN UITRUSTING 2.776,11

Nadere informatie

JAARREKENING EN ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN

JAARREKENING EN ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN 70 03/07/2018 BE 0826.779.795 9 EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. D. 18287.00039 MIC 1 JAARREKENING EN ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN IDENTIFICATIEGEGEVENS

Nadere informatie

Opgesteld te Halle op 7 september 2009. De Raad van bestuur, Bijlage: Staat van activa en passiva per 31/07/2009. Piet Colruyt), bestuurder

Opgesteld te Halle op 7 september 2009. De Raad van bestuur, Bijlage: Staat van activa en passiva per 31/07/2009. Piet Colruyt), bestuurder Verslag van de Raad van Bestuur van Etn. Fr. Colruyt NV aan de Buitengewone Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 16 oktober 2009 inzake doelwijziging De Raad van Bestuur verklaart te zijn samengekomen

Nadere informatie

EUR JAARREKENING IN EURO

EUR JAARREKENING IN EURO 40 EUR JAARREKENING IN EURO (2 decimalen)... zijn / zijn niet VERKLARING BETREFFENDE EEN AANVULLENDE OPDRACHT VOOR NAZICHT OF CORRECTIE werd XXX / werd niet * BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA

Nadere informatie

Interne jaarrekening - Uitgebreid verslag (Vereniging)

Interne jaarrekening - Uitgebreid verslag (Vereniging) dinsdag 26 februari 2019 11:50 Bedrijf: 86 - Hippische Regionale van Oost Vlaanderen Pagina 1 van 8 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28 4 305,95 2 685,31 Oprichtingskosten (toelichting 4.1)

Nadere informatie

Actief passief resultatenbalans. Jaar /01/ /12/2016 Van periode 00 01/01/ /01/2016 Tot periode 01 01/01/ /03/2016

Actief passief resultatenbalans. Jaar /01/ /12/2016 Van periode 00 01/01/ /01/2016 Tot periode 01 01/01/ /03/2016 Pagina 1/5 BRUTO en waardeverm. NETTO ACTIEF Vaste activa Oprichtingskosten Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Terreinen en gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair en rollend

Nadere informatie

Voor het bedrijf. Climasoft nv. Vertegenwoordigd door Dirk Maartens. Financiële planningen. van januari 2010 tot december 2012

Voor het bedrijf. Climasoft nv. Vertegenwoordigd door Dirk Maartens. Financiële planningen. van januari 2010 tot december 2012 Financieel plan Voor het bedrijf Vertegenwoordigd door Dirk Maartens Financiële planningen van januari 2010 tot december 2012 Studie gerealiseerd op 10 januari 2010 door De Heer Deckers op basis van de

Nadere informatie

Balans per 31/12/2011 (Boekjaar van 1/1/2011 tot 31/12/2011)

Balans per 31/12/2011 (Boekjaar van 1/1/2011 tot 31/12/2011) Balans per 31/12/2011 ACTIVA VASTE ACTIVA 20/29 136 030 109 193 194 994 I. OPRICHTINGSKOSTEN 20 0 0 II. IMMATERIELE VASTE ACTIVA 21 0 0 III. MATERIELE VASTE ACTIVA 22/27 0 0 A. Terreinen en gebouwen 22

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO 20 02/10/2013 BE 0830.513.208 8 EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. D. 13616.00294 VKT 1.1 JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: DIAMOND VAULT Naamloze vennootschap Adres: SCHUPSTRAAT Nr: 1-7 Bus: Postnummer:

Nadere informatie

40 1 NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. E. D. VOL 1

40 1 NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. E. D. VOL 1 40 1 NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. E. D. VOL 1 EUR JAARREKENING EN ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN IDENTIFICATIEGEGEVENS NAAM:... SARO... Rechtsvorm:...

Nadere informatie

Voorwoord... 7. Geconsolideerde balans na resultaatsverwerking... 9. Activa... 10. Passiva... 11. Geconsolideerde resultatenrekening...

Voorwoord... 7. Geconsolideerde balans na resultaatsverwerking... 9. Activa... 10. Passiva... 11. Geconsolideerde resultatenrekening... Gemeente Wuustwezel Arrondissement Antwerpen Provincie Antwerpen NIS-nummer 11053 JAARREKENING 2012 JAARVERSLAG Gasthuisstraat 11 2990 Wuustwezel Tel 03 633 52 10 Fax 03 633 07 53 Ontvanger: Secretaris:

Nadere informatie

Interne Balans 2.776, ASCHRIJVINGEN (1.368,86) , AFSCHRIJVINGEN (39.930,00) 2.718,

Interne Balans 2.776, ASCHRIJVINGEN (1.368,86) , AFSCHRIJVINGEN (39.930,00) 2.718, Pagina : 1 VASTE ACTIVA 20/28 13.995,38 17.106,62 III. Materiële vaste activa (toel. I; B) 22/27 13.995,38 17.106,62 B. Installaties; machines en uitrusting 23 1.407,25 1.814,07 230000 INSTALLATIES, MACHINES

Nadere informatie

EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. E. D. VOL 1.1

EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. E. D. VOL 1.1 40 1 EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. E. D. VOL 1.1 JAARREKENING IN EURO (2 decimalen) NAAM:... PREFLEXIBEL... Rechtsvorm:... Naamloze vennootschap Adres:...Nr.: Elisabethlaan... 153 Bus:... Postnummer:...

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO 20 27/01/2015 BE 0429.423.255 12 EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. D. 15025.00242 VKT 1.1 JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: FRAVAN Naamloze vennootschap Adres: Kortrijksestraat Nr: 439 Bus: Postnummer:

Nadere informatie

Interne Balans VZW VEGAPLAN VZW HAVENLAAN 86C/202B BE-1000 BRUSSEL 1 BE Pagina : 1 05/11/2018. Volledige schema

Interne Balans VZW VEGAPLAN VZW HAVENLAAN 86C/202B BE-1000 BRUSSEL 1 BE Pagina : 1 05/11/2018. Volledige schema Pagina : 1 VASTE ACTIVA 20/28 135.492,79 101.972,48 Immateriële vaste activa 21 47.370,00 4.870,00 21100000 CONCESSIES, LICENTIES, SOFTWARE 165.317,10 122.817,10 21100009 AFSCHRIJVINGEN LICENTIES, SOFTWARE

Nadere informatie

Interne Balans VZW VEGAPLAN VZW HAVENLAAN 86C/202B BE-1000 BRUSSEL 1 BE Pagina : 1 07/03/2019. Volledige schema

Interne Balans VZW VEGAPLAN VZW HAVENLAAN 86C/202B BE-1000 BRUSSEL 1 BE Pagina : 1 07/03/2019. Volledige schema Pagina : 1 VASTE ACTIVA 20/28 130.447,63 101.972,48 Immateriële vaste activa 21 44.110,00 4.870,00 21100000 CONCESSIES, LICENTIES, SOFTWARE 165.317,10 122.817,10 21100009 AFSCHRIJVINGEN LICENTIES, SOFTWARE

Nadere informatie

OPLOSSING OEFENINGEN REEKS 2

OPLOSSING OEFENINGEN REEKS 2 OPLOSSING OEFENINGEN REEKS 2 Oefening 1 (= oefening 4 van reeks 1): Open het grootboek en het journaal. Stel voor elke transactie het algoritme op, registreer elke verrichting in het grootboek en in het

Nadere informatie

+ 10 000,00 D opbrengsten Toename (bedrijfs)opbrengsten O 70400 Verkopen handelsgoederen

+ 10 000,00 D opbrengsten Toename (bedrijfs)opbrengsten O 70400 Verkopen handelsgoederen OPLOSSING OEFENINGENBLOK 3 (p. 114) 3.3 Eindejaarsverrichtingen m.b.t. activazijde 3 Regularisaties i.v.m. aan- en verkopen 1 Stel de redeneringsschema s op. Document Divers document nr. 26 Verrichting:

Nadere informatie

BIJLAGE 1: De minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel

BIJLAGE 1: De minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel BIJLAGE 1: De minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel 1. EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN VOOR RISICO'S EN KOSTEN EN SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR 10 Kapitaal 100 Geplaatst kapitaal 101 Niet-opgevraagd

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO 20 01/07/2016 BE 0826.779.795 9 EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. D. 16265.00407 VKT 1.1 JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: KDD Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Adres: ISABELLA

Nadere informatie

VP BALANS DRAFT!

VP BALANS DRAFT! Pagina : 1 VASTE ACTIVA 20/28 134.524,57 101.972,48 Immateriële vaste activa 21 47.370,00 4.870,00 21100000 CONCESSIES, LICENTIES, SOFTWARE 165.317,10 122.817,10 21100009 AFSCHRIJVINGEN LICENTIES, SOFTWARE

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO 20 26/04/2016 BE 0537.603.791 9 EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. D. 16106.00378 VKT 1.1 JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: M&A Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Adres: Steenwinkelstraat

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: Garantiefonds voor Huisvesting Vlaamse Openbare Instelling type A Adres: Koloniënstraat Nr: 40 Bus: Postnummer: 1000 Gemeente: Brussel Land: België Rechtspersonenregister

Nadere informatie

JAARREKENING 2013 per 31/12/2013

JAARREKENING 2013 per 31/12/2013 @Transvaal VZW Transvaalstraat 15 26 BERCHEM B.T.W.: n.b. R.P.R. 832.645.3 JAARREKENING 213 per 31/12/213 Inhoud: 1. Balans 2. Resultaten-rekening 3. Specificatie investeringen & afschrijvingen BALANS

Nadere informatie

JAARREKENING 2014 per 31/12/2014

JAARREKENING 2014 per 31/12/2014 @Transvaal VZW Transvaalstraat 15 26 BERCHEM B.T.W.: n.b. R.P.R. 832.645.3 JAARREKENING 214 per 31/12/214 Inhoud: 1. Balans 2. Resultatenrekening 3. Specificatie investeringen & afschrijvingen BALANS &

Nadere informatie

440 aan Leveranciers AF/643 22/ Btw op aankopen 617, aan Versch. btw ICV 617,40 Btw-verrekening ICV 23/ Bank 475

440 aan Leveranciers AF/643 22/ Btw op aankopen 617, aan Versch. btw ICV 617,40 Btw-verrekening ICV 23/ Bank 475 Herhalingsoefening intracommunautaire handel en medecontractant p. 148 15/4 1 604 4110 Aankopen handelsgoederen Btw op aankopen 8 000 1 680 440 4512 aan Leveranciers aan Versch. btw ICV 8 000 1 680 AF/641

Nadere informatie

Interne Balans VZW Boekjaar 2017

Interne Balans VZW Boekjaar 2017 VASTE ACTIVA Pagina : 1 20/28 101.972,48 Immateriële vaste activa 21 4.870,00 21100000 21100009 CONCESSIES, LICENTIES, SOFTWARE 122.817,10 AFSCHRIJVINGEN LICENTIES, SOFTWARE (117.947,10) Materiële vaste

Nadere informatie

VZW Verkort schema. 1. Volle eigendom van de vereniging 2. Andere. waarvan niet rentedragende vorderingen of gekoppeld aan een abnormaal lage rente

VZW Verkort schema. 1. Volle eigendom van de vereniging 2. Andere. waarvan niet rentedragende vorderingen of gekoppeld aan een abnormaal lage rente 1 ACTIEF ACTIEF VASTE ACTIVA I. Oprichtingskosten II. Immateriële vaste activa (bijlage I, A) 215000 Website 215009 Af schrijving op website 20/28 20 21 21 21 30.500,00 30.500,00 (30.500,00) (30.500,00)

Nadere informatie

Pagina 1/7 Expert/M Plus V: 12.12.210.02 Datum lijst 31/12/2012. Actief passief resultatenbalans

Pagina 1/7 Expert/M Plus V: 12.12.210.02 Datum lijst 31/12/2012. Actief passief resultatenbalans Pagina 1/7 ACTIEF Vaste activa 130.590,47-57.842,12 72.748,35 Oprichtingskosten Immateriële vaste activa 17.743,07-6.920,53 10.822,54 210100 Software - Aanschaffingswaarde 17.743,07-6.920,53 10.822,54

Nadere informatie

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO 20 26/08/2014 BE 0832.375.509 10 EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. D. 14488.00391 VKT 1.1 JAARREKENING IN EURO Naam: Rechtsvorm: Verhaert Dave Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Adres:

Nadere informatie

Proefexamen Financiële Rapportering en Analyse

Proefexamen Financiële Rapportering en Analyse Proefexamen Financiële Rapportering en Analyse 2017-2018 Theorie 1. De Balanced Scorecard is een raamwerk dat managers toelaat de missie, strategie en doelstellingen van een onderneming te vertalen in

Nadere informatie