Geen competentie zonder repertoire

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Geen competentie zonder repertoire"

Transcriptie

1 ARTIKEL Geen competentie zonder repertoire Vragen over het niveau van taal- en rekenvaardigheid van instromende studenten De gedachten die in dit artikel uiteengezet worden, zijn ontstaan in Opleidingen zijn volop bezig met de interessante operatie om competentiegericht onderwijs vorm te geven. Tegelijk worstelen de context van een project van de opleiders met de vraag hoe ze allerlei soorten instromers in de pabo Stichting voor leerplanontwikkeling kunnen opleiden tot leraar basisonderwijs. Veel vakdocenten maken (SLO) in samenwerking met pabo zich zorgen over het vakinhoudelijk en het vakdidactisch niveau van Groenewoud (Hogeschool Arnhem/ de afstudeerders. Nijmegen) in Nijmegen 1. Het project In dit artikel stellen we dat het noodzakelijk is naast competentie is ontwikkeld vanuit een aanvraag ook het repertoire van de leraar te onderscheiden. Kennis en vaardigvan de vakverenigingen voor Nederlandse taal (LOPON 2 ) en rekenenwiskunde (NVORWO). Die aan- heden maken daar deel van uit. We onderscheiden vakinhoudelijke, vakdidactische, onderwijskundige en andere repertoires. Naast de vraag had betrekking op het competenties moeten ook de repertoires beschreven worden en aandacht krijgen tijdens de opleiding en ook daarna. probleem van het soms gebrekkige reken-wiskundig niveau en de Door competentie en repertoire te onderscheiden, wordt het mogelijk onderscheid te maken tussen bijvoorbeeld de leraar voor groep 3 bepaalde groepen instromende gebrekkige taalvaardigheid van of groep 8 of vakleerkrachten: ze beschikken allemaal over dezelfde pabo-studenten. In de gesprekken competentie, maar over verschillende repertoires. met opleiders van pabo Groenewoud werd duidelijk dat de vraagstelling zich eigenlijk niet tot taalen rekenvaardigheid kon beperken. Ook werd duidelijk dat de vakgerichte vraagstelling goed gepositioneerd moest worden ten opzichte van de ontwikkelslag in de richting van competentiegericht onderwijs, waar ook pabo Groenewoud mee bezig is. Tijdens het project onderging de vraagstelling een wezenlijke verandering. De vraag werd: Hoe kunnen pabo's in de context van competentiegericht opleidingsonderwijs de inhoudelijke vorming van de studenten optimaal verzorgen? We gingen op zoek naar een synthese van competentiegericht en inhoudelijk opleiden. Die synthese raakt de hele opleiding: het gaat niet alleen over niet alleen de inhoud van het opleidingsaanbod, maar ook over assessment van studenten en organisatie en administratie van het opleidingsonderwijs. AUTEUR(S) Joost Klep (senior leerplanontwikkelaar SLO) Harry Paus (senior leerplanontwikkelaar SLO) De vraag naar een goede balans tussen enerzijds algemeen pedagogischonderwijskundige vorming van studenten en anderzijds vakinhoudelijke en vakdidactische vorming is al oud. In de gesprekken op pabo Groenewoud benoemden we een aantal zaken: De 'strijd' tussen algemeen pedagogisch/didactische vorming en vakinhoudelijke vorming is niet vruchtbaar: het komt erop aan beide steeds in verband met elkaar te zien. Docenten worden vooral als opleidingsdocent gezien van wie velen tevens een specifieke inhoudelijke deskundigheid hebben. De polariteit in de opleidingen tussen pedagogisch/didactische vorming en inhoudelijke vorming komt in een nieuw licht te staan doordat het zicht op de student en het zicht op leren veranderen: In de opleiding klinkt in de vorm van praktijkgestuurd onderwijs steeds meer het zogenoemde nieuwe leren door, waarbij niet de overdracht van kennis en vaardigheden centraal staat, maar de leerprocessen van studenten en van leerlingen op de basisschool. Studenten moeten zoveel mogelijk zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen vorming. In de schoolpraktijk dragen studenten in overleg met de directeur of stagebegeleider van hun praktijkschool zelf zorg voor verdere uitbouw van hun deskundigheid. Assessment van studenten vindt in toenemende mate plaats aan de hand van allerlei vormen van portfolio's. VELON Tijdschrift voor Lerarenopleiders jrg 27(1)

2 Geen competentie zonder repertoire 6 Tegelijk hebben de instellingen waar de pabo s toe behoren ook hun eigen verplichtingen, ambities en strategieën: Er dreigt een nijpend tekort aan leraren. De minister stimuleert daarom toestroom van studenten uit het MBO. De opleidingen hebben te maken met steeds grote niveauverschillen van instromende studenten. Deze instroomverschillen vragen om een gedifferentieerde aanpak. De beschikbare middelen van de opleidingen en de steeds maar groeiende omvang van mogelijke opleidingsinhouden maken dat het opleidingsaanbod exemplarisch moet zijn. Dit betekent dat een wissel getrokken wordt op de transfercapaciteiten van studenten: ze moeten inzichten kunnen generaliseren en toepassen in domeinen die niet als zodanig in de opleiding aan de orde komen. De instellingen gaan hun aanbod steeds flexibeler organiseren. Specifieke vaardigheden kunnen in specifieke settings geleerd en geoefend worden, zoals: speciale 'klassen', zelfstudie, computerlessen. De inbedding in de complexe praktijksituaties vraagt om een andere aanpak. Er is steeds meer functionele en intensieve samenwerking tussen pabo's en opleidingsscholen. Oplossingen voor de vraag 'Hoe kunnen studenten inhoudelijk goed op hun taak worden voorbereid?' kunnen niet meer alleen binnen de kaders van het vakinhoudelijk denken beantwoord worden, maar moeten passen in het geheel van de opleiding. Het zou een denkfout zijn hieraan de conclusie te verbinden dat vakinhouden dus niet belangrijk zouden zijn. Wat vervalt, is het negentiende-eeuwse denken in termen van min of meer naast elkaar staande vakken, zoals die in de wet op het basisonderwijs genoemd worden (Letschert 1998). Wat nieuw is, is het multiperspectivisch denken over inhoud van onderwijs, waarin het om samenhangende kennis gaat (Klep, Letschert en Thijs 2004). Wat blijft, is de keus van de samenleving, zoals verwoord in de kerndoelen, om kinderen en jongeren onderwijs te geven met het oog op cultuuroverdracht, persoonlijke ontplooiing en toerusting voor het functioneren in beroep en samenleving. In het bovengenoemde project was het startpunt de vraag hoe het stond met het niveau van taal- en rekenvaardigheid van instromende studenten. De sprong naar het denken in competentie en repertoire is in het project gemaakt via een tussenstap: verscherping van het begrip van de inhoudelijke vorming van studenten en van de professionele inhoudelijke vorming van leraren. De term 'professionele inhoudelijke vorming' wordt eerst besproken. Vervolgens gaan we in op de inhoudelijke vorming van instromende studenten. Daarna bespreken we het door ons gehanteerde begrip 'competentie' en geven we de relatie aan tussen competentie, inhoudelijke vorming en repertoire. In het vervolg van het artikel gaan we in op de vragen hoe studenten hun repertoire ontwikkelen en welke consequenties dat heeft voor de organisatie van de opleiding. Na een bespreking van de toetsing van studenten sluiten we af met een korte beschouwing over de omslag in denken die opleiders volgens ons moeten maken. Professionele inhoudelijke vorming De term 'inhoudelijke vorming' is niet gebruikelijk in de opleidingen. Gebruikelijker zijn termen als geletterdheid, algemene ontwikkeling en tegenwoordig ook gecijferdheid. Om goed tot uitdrukking te kunnen brengen wat we bedoelen, willen we op de betekenis van deze woorden nader ingaan. Als een leerling succesvol de basisschool verlaat, heeft hij een zekere rekenvaardigheid, inzicht in getallen, breuken, procenten en verhoudingen, in meten en een beetje ruimtelijk inzicht. Met die kennis kan hij zich in de verdere opleiding en in het beroepsleven redden. Deze kennis wordt soms aangeduid met groep 8 niveau. Daarnaast ontwikkelen jongeren een ander soort gecijferdheid in het dagelijks leven: werken met prijzen, kortingen, het vergelijken van aanbieders van mobiele telefoon, belastingteruggaaf, reizen met de trein en alles wat daar bij komt. Het gaat dan steeds om een specifiek inzicht in de situatie, weten wat en hoe er gerekend moet worden en rekenvaardigheid, die vaak steunt op gebruik van een rekenmachine. Dit niveau zou je kunnen benoemen met burgergecijferdheid. Ten slotte ontwikkelen sommigen in het kader van hun opleiding ook een professionele gecijferdheid, waarbij ze inzicht en vaardigheid hebben in het specifieke rekenwerk in een bepaalde bedrijfstak, zoals verpleging, elektrotechniek of detailhandel. Voor de leraar in opleiding heeft de professionele gecijferdheid een heel specifieke betekenis. De professionele gecijferdheid van de leraar stelt hem in staat het reken-wiskundig denken en handelen van leerlingen in al zijn veelsoortigheid goed te interpreteren en er op passende wijze op in te gaan. Dat betekent dat die gecijferdheid verder gaat dan het doelmatig inzicht in 'hoe je iets uitrekent'. De leraar moet zich in het denken van kinderen kunnen verplaatsen en dat lukt alleen als hij zelf over voldoende wendbaar, adequaat, rijk reken-wiskundig gedachtegoed beschikt en er reflectief mee om kan gaan. Bij geletterdheid denkt men aan soortgelijke dingen: geleidelijk is de leerling op de basisschool een geletterd persoon geworden (groep 8 niveau). In tal van situaties gebruikt hij in het dagelijkse leven en in de context van verdere studie het schrift, zowel productief als receptief. Hij maakt aantekeningen, schema's, uittreksels om informatie vast te leggen, communiceert schriftelijk, bijvoorbeeld via of SMS'jes (burgergeletterdheid.) Het aanbod aan geschreven taal is nog nooit zo omvangrijk geweest als in de laatste decennia. De hele dag door verwerken jongeren schriftelijke informatie, via aanwijzingen van docenten, al dan niet elektronisch en in combinatie met beelden. Ook buiten de studie is het aanbod aan geschreven taal bijna overweldigend. In de loop van hun ontwikkeling bewegen jongeren zich steeds gemakkelijker in de wereld van letters. De leraar in ontwikkeling ontwikkelt daarnaast een professionele geletterdheid, die hem in staat stelt de (taal)ontwikkeling van zijn leerlingen adequaat te begeleiden.

3 Inhoudelijke vorming van instromende studenten groep 8+ schoolse kennis professionele inhoudelijke vorming algemene vorming in het maatschappelijk verkeer Figuur 1: Professionele inhoudelijke vorming versus schoolse kennis en algemene vorming in het maatschappelijk verkeer De bovenstaande overwegingen zijn niet alleen van belang bij geletterdheid en gecijferdheid. Ze gelden op gelijksoortige wijze voor aardrijkskunde, geschiedenis, tekenen, dans, geestelijke vorming of wat ook. Daarom hebben we een term nodig die tot uitdrukking brengt dat de student een rijk, wendbaar, adequaat en veelzijdig gereflecteerd gedachtegoed heeft, dat hij als klankbord kan gebruiken bij het luisteren naar en begrijpen van kinderen. Zoals de kwaliteit van een viool mede bepaald wordt door de mate waarin de klankkast kan resoneren op de trilling van de snaren, zo gaat het er in onderwijs om dat de leraar voldoende fijngevoelig en genuanceerd inhoudelijk gevormd moet zijn om het denken van kinderen te kunnen beluisteren, ontvangen en erop in te kunnen gaan. 'Professionele inhoudelijke vorming' is de term die we hiervoor willen gebruiken. Professionele behelst het geheel aan vakinhoudelijke en vakdidactische kennis, vaardigheden, attitudes en werkwijzen die de leraar als professional gebruikt. Deze gaat substantieel verder dan 'het beheersen van de leerstof van groep 8' of de algemene ontwikkeling vanuit het dagelijkse leven. De algemene ontwikkeling die studenten meebrengen uit de vooropleiding en het dagelijks leven, bevat al elementen van de professionele inhoudelijke vorming. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan het schrijven van een brief, het kunnen oplossen van eenvoudige reken-wiskundige probleempjes of het geografisch kunnen plaatsen van de oorlogen in Afghanistan of Irak. De professionele inhoudelijke vorming in de opleiding is een uitbreiding op de algemene ontwikkeling van groep 8 en als burger en verloopt voorspoediger naarmate de student over een bredere algemene ontwikkeling beschikt. Het pedagogisch, onderwijskundig en didactisch denken geeft professionele inhoudelijke vorming een dimensie, die boven algemene ontwikkeling uitstijgt. Studenten die aan een pabo-opleiding beginnen, verschillen aanmerkelijk in vorming. Er zijn er die hun ontwikkeling op het niveau van groep 8 in het algemeen vormend onderwijs flink hebben kunnen uitbouwen (sommige VWO-studenten), maar er zijn ook studenten die nooit het gemiddeld niveau van leerlingen van eind groep 8 hebben bereikt en die in VMBO of beroepsopleiding nauwelijks inhoudelijke verdieping hebben opgedaan. Ook verschillen studenten aanmerkelijk in algemene vorming als burger vanuit het dagelijks leven. Sommige studenten hebben zich nauwelijks verdiept in de dingen die op hun pad kwamen, andere studenten hebben zich ontwikkeld door de media, door een baan of door een andere opleiding die aan hun pabo-opleiding vooraf ging. Sommige studenten hebben een vermogen ontwikkeld om mee te denken met kinderen en volwassenen, terwijl andere heel feitelijk luisteren en vreemd staan tegenover 'ongewone' gedachtegangen. Ten slotte verschillen studenten in hun spontaan reflectief gedrag. Zoals de kwaliteit van een viool mede bepaald wordt door de mate waarin de klankkast kan resoneren op de trilling van de snaren, zo gaat het er in onderwijs om dat de leraar voldoende fijngevoelig en genuanceerd inhoudelijk gevormd moet zijn, om het kinderlijk denken te kunnen beluisteren, ontvangen en erop in te kunnen gaan. De opleiders staan dus voor de taak studenten op een gedifferentieerde manier op te leiden tot het niveau van inhoudelijke vorming dat nodig is om een goede start te maken als leraar. Hoe kan men dat niveau in de beperkte opleidingstijd bereiken? Er zijn docenten die vinden dat instromende studenten eigenlijk voldoende inhoudelijke vorming op velerlei gebied zouden moeten meebrengen, uitgezonderd de vakdidactische component. Omdat het (nog) niet gebruikelijk is instromende studenten te examineren, wordt vaak de weg gekozen dat studenten in de opleiding op aspecten van inhoudelijke vorming getoetst worden. Bij onvoldoende resultaat bieden opleidingen studenten allerlei mogelijkheden om het niveau van inhoudelijke vorming te verhogen. Pabo's zetten heel verschillende middelen in: ondersteuning bij zelfstudie van studenten, remediërende cursussen of een zodanige organisatie van onderwijs dat vakdidactiek en vakinhoud geïntegreerd aan de orde komen. Toch is echt gebrekkige algemene vorming niet VELON Tijdschrift voor Lerarenopleiders jrg 27(1)

4 Geen competentie zonder repertoire 8 altijd in te halen. Studenten die op de basisschool al een probleem met algemene vorming hadden en studenten die in het vervolgonderwijs weinig vooruitgang maakten, kunnen hun achterstand nauwelijks door zelfstudie inhalen. Vandaar dat sommige opleidingen de eisen inzake inhoudelijke vorming beperken tot geletterdheid en gecijferdheid. En als ook die eis te hoog gesteld is, beperken ze de norm tot de eigen spelling-, ontleed- en rekenvaardigheid. Niemand is daar gelukkig mee, maar opleidingstechnisch lijkt het vaak niet anders te kunnen. Wellicht dat studenten ook ná de afronding van hun opleiding verder moeten werken aan hun professionele inhoudelijke vorming. We gaan daarom verder met de vraag hoe studenten in en ná de opleiding optimaal kunnen groeien in inhoudelijke vorming, binnen de door de overheid gestelde randvoorwaarden en binnen de randvoorwaarden die de opleidingen zelf aan opleidingsdocenten en studenten stellen. Competentie In de inleiding gaven we aan dat de meeste opleidingen bezig zijn een overstap te maken naar een competentiegericht curriculum. Het verband tussen competentie en inhoudelijke vorming is nog onderwerp van discussie in de opleidingen, maar voordat we op dat verband ingaan, geven we enkele bestaande interpretaties van competentie. Van Merriënboer, Van der Klink en Hendriks (2002) beschrijven het spectrum van betekenissen van het woord 'competentie', zoals dat in verschillende bronnen gebruikt wordt. Ze modelleren het begrip competentie als een zesdimensionaal concept met drie noodzakelijke dimensies: specificiteit (competentie is min of meer contextspecifiek), integrativiteit (variatie in verwevenheid van kennis, vaardigheden, attitudes en eigenschappen), duurzaamheid en drie niet-noodzakelijke dimensies: handelingsgerichtheid (in verband met het zichtbaar worden van competentie), leerbaarheid en onderlinge afhankelijkheid (samenhang tussen competenties). In de context van onderwijs aan jonge kinderen stelt Jongerius (1993, 2003) dat een persoon competent is, als hij zijn cognitieve, creatieve, sociale, emotionele, motorische en zintuiglijke aanleg tot een goed niveau heeft ontwikkeld, zodat hij zich adequaat kan verhouden tot een situatie. Jongerius kiest daarmee voor een a-specifieke opvatting van competentie, die tegelijk hoog scoort op integrativiteit en duurzaamheid: de competentie is immers sterk verbonden met de vorming van de persoon en diens functioneren. In beroepsopleidingen wordt deze interpretatie niet gebruikt. Wellicht omdat hij te breed en te zeer op de persoon gericht is. In de beroepsopleidingen klinkt meer de opvatting dat iemand competent is in een bepaalde situatie. Bij beroepsprofielen horen specifieke competentieprofielen. In sommige competentiebeschrijvingen kiest men een terminologie die sterk doet denken aan de gewone beschrijvingen van doelen van onderwijs in termen van kennis, vaardigheden en attitudes (vergelijk onder andere Paus, Rymenans en Van Gorp, 2003). In deze benadering specificeert men wat een leraar moet kunnen en wordt gesproken over doelen, die ertoe moeten leiden dat de student na afloop van de opleiding competent is. Om de herkenbaarheid van de vigerende opleiding te behouden is in Greven (2005) aangesloten bij de bekende vakkenindeling. Bij de beschrijving van de vakken wordt de SBL-structuur gevolgd, waardoor de eenheid van competentie van de leraar behouden blijft. De verschillen tussen de vakken komen met name tot uitdrukking in de beschreven repertoires. In alle benaderingen klinkt iets door als: een competente persoon is in staat zich adequaat te verhouden tot nog ongespecificeerde situaties binnen een bepaald bestaans- of beroepsgebied. De veelgebruikte indeling in kennis, vaardigheden, attitudes en soms ook persoonlijke eigenschappen wordt gebruikt om dat 'zich adequaat verhouden' te specificeren. In een dergelijke specificatie ontglipt ons wellicht de beschrijving van de totale kwaliteit van hoe een persoon zich tot een situatie verhoudt. In het gewone spraakgebruik kun je bijvoorbeeld zeggen: 'iets met zin en verstand doen'. Dan gaat het over het totaal van iemands functioneren. In dat functioneren spelen ook woordenloze kennis en vaardigheden, waarvoor termen gebruikt worden als: 'stille kennis' of 'tacit knowledge'. Dat is bijvoorbeeld de woordenloze kennis van de ervaren arts die onmiddellijk aanvoelt in welke richting hij bij het stellen van een diagnose moet denken. (Vergelijk Polanyi 1983 en Van Aalst 1999). Er is dus iets in een competente persoon, dat niet zomaar in termen van kennis, vaardigheden en attitudes te beschrijven is. Competentie is dus van een andere orde dan kennis, vaardigheden en attitude. Die zijn voorwaardelijk voor een goede leraar, maar ze karakteriseren zijn competentie niet volledig. Dat is voor ons een belangrijk kernpunt in de redenering. De term competentie heeft een zekere verwantschap met de klassiek Griekse term 'fronesis', die wordt gebruikt wordt voor 'onmiddellijke kennis', in tegenstelling tot theoretische kennis, die uit aanschouwing en reflectie ontstaat. Deze fronesis is typerend voor de expert, die onmiddellijk herkent wat kwaliteit heeft, net als de connaisseur van schilderijen, de ervaren lerarenopleider, die direct voelt of een student competent is in een klas en de ervaren wiskundige die direct ziet of een student aanvoelt 'waar het wiskundig om gaat'. En de opleider van tegenwoordig weet dat cursorisch onderwijs waarin kennis, deelvaardigheden geleerd worden onvoldoende zijn om de competentie van studenten tot wasdom te laten komen. Competentie verwerf je bijvoorbeeld in een meester-gezel-relatie in de praktijk, mits je natuurlijk een goede meester hebt, die zijn impliciete kennis goed kan verwoorden. Inhoudelijke vorming, repertoire en competentie In de voorgaande paragraaf hebben we aangegeven dat we onderscheid willen maken tussen enerzijds het vermogen zich adequaat te verhouden tot situaties (competentie als kwaliteit van de persoon) en anderzijds het gehele repertoire aan kennis, vaardigheden en houdingen waar iemand over beschikt. Constateringen als 'deze student is een echte leraar',

5 'gaat op een warme manier met kinderen om', 'weet kinderen te inspireren', 'heeft gevoel voor waar het inhoudelijk om gaat' zijn belangrijk in het gebied van competentie: het 'zich adequaat verhouden tot'. Daarnaast worden studenten beoordeeld op kennis, vaardigheden en houdingen, in termen als: 'de student kan goed rekenen', 'kan goed mondelinge opdrachten geven', 'weet het leerlingvolgsysteem goed te gebruiken', 'heeft tijdens klassengesprekken een open houding naar kinderen'. In het begrip van competentie gaat een competentiehypothese schuil: iemand die in zijn handelen een goed ontwikkeld repertoire laat zien (specificiteit en handelingsgerichtheid van competentie) in samengestelde taken (integrativiteit en onderlinge afhankelijkheid) zal vermoedelijk (duurzaamheid) zich ook tot vergelijkbare situaties (het generiek aspect van competentie) succesvol verhouden (vergelijk Klep 1998.) Deze competentiehypothese slaat de brug tussen competentie en het inhoudelijke: Een noodzakelijke maar niet voldoende voorwaarde om in een situatie competent te kunnen zijn, is dat iemand over een voor die situatie benodigd voldoende rijk, adequaat, wendbaar en door reflectie gestructureerd repertoire beschikt. De 'fout' in sommige vormen van verlichtingsdenken en soms ook vakinhoudelijk denken is de onterechte omkering van de competentiehypothese. Dat is de onjuiste gedachte dat iemand die een rijk, adequaat, wendbaar en reflectief repertoire heeft, 'vanzelf' competent zou zijn. We hebben in de voorgaande alinea de term repertoire intuïtief gebruikt in de zin van het geheel van kennis, vaardigheden en houdingen'. We geven een voorbeeld aan de hand van: 'deze student kan een goed leergesprek voeren'. In het vakinhoudelijk perspectief betekent 'een goed leergesprek voeren' dat de leraar overzicht heeft over de inhoud van het gesprek en er op een didactisch goede manier in kan bijdragen. Vanuit een pedagogisch perspectief zijn bijvoorbeeld het gaande houden van de motivatie en het aanspreken van cognitieve en creatieve vermogens van kinderen belangrijk. En zo kunnen ook vanuit onderwijskundig (bijvoorbeeld klassenorganisatie) of (leer-)psychologisch standpunt (bijvoorbeeld het denken van kinderen stimuleren) specificaties gegeven worden. Kennelijk is er bij 'een goed leergesprek Competentie Repertoire De competente leraar weet waar hij zijnrepertoire moet aanvullen. Hij volgt een cursus of training envergroot zijn repertoire. Competentie Repertoire kunnen voeren' sprake van een vermogen dat vanuit verschillende perspectieven belicht en benoemd kan worden. Ons idee is dat competentie vanuit verschillende inhoudelijke perspectieven (wetenschappelijke disciplines) gespecificeerd kan worden. Die specificaties zijn termen van kennis, vaardigheden en attitudes. Je kunt het repertoire dat de student gebruikt bijvoorbeeld benoemen vanuit pedagogiek, leerpsychologie of vakinhoud. Repertoire is dus een perspectief-gebonden (wetenschappelijke) specificatie van competentie, gewoonlijk in termen van kennis vaardigheden en attitudes. Repertoire kan dus vakinhoudelijk zijn, vakdidactisch, onderwijskundig, pedagogisch of wat ook verder belangrijk is. Deze omschrijving is voor ons een essentieel onderdeel in onze gedachtegang. Onderdelen van het repertoire kunnen in de opleiding al naargelang de aard van de leerstof of van het gewenste leerproces apart of geïntegreerd geleerd en geoefend worden. In het werken met dat verworven repertoire ontstaat vervolgens een grotere competentie, waarin ook de stille kennis om dat verworven repertoire heen bij een student ontstaat. De competentie wordt groter doordat de student zich anders tot de situatie en zijn (grotere) repertoire gaat verhouden. Pieter Winsemius (2004) gebruikt een mooi citaat van Cruijff om duidelijk te maken hoe vakkundigheid als trainer of voetballer tegelijk met het repertoire groeit: 'Je gaat het pas zien als je het doorhebt'. Repertoire is dus een perspectiefgebonden (wetenschappelijke) specificatie van competentie, gewoonlijk in termen van kennis vaardigheden en attitudes. Repertoire kan dus vakinhoudelijk zijn, vakdidactisch, onderwijskundig, pedagogisch of wat ook verder belangrijk is. Eerder gaven we aan dat de inhoudelijke vorming op het niveau van groep 8 en van de burger basis is voor professionele inhoudelijke vorming. De inhoudelijke vorming is een noodzakelijk onderdeel van het reper- De leraar gebruikt zijn vergrote repertoire in de praktijk en gaat zich daardoor anders verhouden tot de leerlingen, het onderwijs enzijn eigen competentie en repertoire. Hij wordt competenter. Competentie Repertoire VELON Tijdschrift voor Lerarenopleiders jrg 27(1) 2006 Figuur 2: Eén cyclus van de groei in competentie en repertoire 9

6 Geen competentie zonder repertoire 10 toire van de leraar. Voor ons is de kwestie nog open in hoeverre een student vóór het begin van de opleiding goed inhoudelijk gevormd moet zijn om competent te kunnen worden. Op grond van praktijkervaring en op grond van de gedachte dat ontwikkeling van competentie en repertoire elkaar stimuleren, zijn we van mening dat een goede inhoudelijke ontwikkeling alleen al wegens de beperkte opleidingscapaciteit, nodig is als basis voor professionele inhoudelijke ontwikkeling en dus ook voor het repertoire. Ons voorstel is dus om in de opleiding onderscheid te maken tussen competentie (het vermogen zich adequaat te verhouden tot een situatie) en repertoire (kennis, vaardigheden en attitudes, zoals die vanuit verschillende perspectieven gezien worden). Om competent te kunnen zijn in een situatie heeft een student een voor die situatie benodigd repertoire nodig. Zijn competentie is méér dan het repertoire: competentie omvat ook het vermogen dat repertoire 'met zin en verstand' te gebruiken en allerlei andere persoonlijke kwaliteiten, die niet altijd expliciet te benoemen zijn, maar die onmiddellijk duidelijk zijn voor de opleider in de situatie waarin de student zijn competentie manifesteert. Competentie van een student ontwikkelt zich ideaal gezien door de wil van een student om zich naar beste weten adequaat tot een bepaalde situatie te verhouden. (Zie figuur 2.) Een student leert in de loop van de opleiding zijn competentie te vergroten. Om zich adequaat tot een situatie te kunnen verhouden heeft de student een passend repertoire nodig. Door studie en oefening kan hij zich in de opleiding dat repertoire eigen maken en leert hij er onder begeleiding van de opleidingsdocenten in het betreffende type situaties adequaat mee om te gaan. Daarnaast ontwikkelt de student bijbehorende 'tacit knowledge' die bijdraagt aan zijn competentie. Studenten ontwikkelen hun repertoire Tegen de achtergrond van deze analyse kunnen we het concept repertoire zien als geheel van 'professionele inhoudelijke vorming' en andere kennis, vaardigheden en attitudes, die een student zich eigen maakt. De opleiding beoogt dat studenten competente leraren worden en daarbij over voldoende repertoire beschikken. In de inleiding is een aantal problemen ten aanzien van professionele inhoudelijke vorming genoemd, waaronder het feit dat in de opleiding niet alle inhouden aan de orde kunnen komen, die in het hele basisonderwijs nodig zijn. In praktijk worden in de opleidingen onderwerpen exemplarisch onderwezen, in de hoop dat de student als leraar zelfstandig de zorg voor zijn eigen inhoudelijke vorming kan opnemen: kennistransfer en zorg om eigen deskundigheid. Het is daarbij voor de meeste studenten nodig dat de pabodocent naast de exemplarische onderwerpen ook uitdrukkelijk aandacht besteedt aan ook vakkenoverschrijdende kennistransfer. Tegelijk verschuift in sommige opleidingen de opleidingsplaats van de pabo (theoretische kennis, specifieke vaardigheden, gerichte trainingen) naar de opleidingsschool (praktijkkennis, fronesis, meestergezel-leren). Mede afhankelijk van het type student wordt het accent op de basisschool als opleidingsplaats groter. In hun persoonlijk ontwikkelingsplan leggen de studenten in overleg met de opleiding de keus van de cursussen, training en begeleiding/coaching vast. Op die manier krijgt het verantwoordelijkheid nemen voor het eigen repertoire gestalte. De rol van de opleiding voor de professionele inhoudelijke ontwikkeling van de studenten lijkt ons onmisbaar. Wij vinden dat de gedeelde mening van experts over de competentie van een student het betrouwbaarste instrument is om die competentie te evalueren. Net zoals er bij kunstschaatsen of turnen een jury van experts nodig is, omdat die sporten zich niet zo gewillig laten meten als verspringen, kogelstoten of voetballen, waar men zich verenigd heeft op het standpunt dat de gemeten afstand van sprong of worp, dan wel het aantal gemaakte doelpunten een adequate weergave is van de kwaliteit van de sporter of het team. In het voorgaande hebben we twee belangrijke problemen genoemd in verband met de ontwikkeling van de professionele inhoudelijke vorming: de verschillen in instroomniveau en het feit dat niet alles in de opleiding aan de orde kan komen. Opleiders en studenten moeten een beeld hebben van de minimale eisen die aan het repertoire en speciaal aan professionele inhoudelijke vorming gesteld moeten worden: Dat is in feite een variant op de bestaande startbekwaamheden. Wat ons betreft moeten de inhouden echter veel gedetailleerder beschreven worden, bijna als een gedetailleerde landkaart van het ideaal wenselijk repertoire waarover een leraar kan beschikken. Voor ons gevoel zou het wenselijk zijn dat een student de agenda voor zijn persoonlijke ontwikkeling voorbij het moment van de examinering mag laten lopen. Het bestuur van de school waar hij terecht komt, kan dan de (mede)verantwoordelijkheid voor bijstelling en het verdere uitwerken van het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) nemen. Er moet een beschrijving komen van repertoire (waarin professionele inhoudelijke vorming) per bouw van de basisschool. Deze is dus in tegenstelling tot de startbekwaamheden gedetailleerd en heeft geen juridische status, maar dient als referentie voor leraren (in opleiding) om hun eigen POP te maken. De minimale eisen en (sjablonen voor) repertoirebeschrijving moeten bij voorkeur landelijk geregeld worden. Het probleem van de verschillen in instroomniveau kan met deze aanpak in beginsel opgevangen worden. Toch blijft de vraag nog onbeantwoord onder welke condities de opleiding studenten met heel grote inhoudelijke tekorten kan aannemen. De opleidingen moeten naast de opleiding tot competent leraar ook voorzien in een (wellicht gecertifi-

7 ceerd) stelsel van op verwerving van repertoire gerichte cursussen en trainingen, die studenten kunnen volgen. Bij dit stelsel valt te denken aan colleges en trainingen op de opleiding, maar ook aan elektronische leeromgevingen, waar de studenten plaatsonafhankelijk kunnen werken. Er moeten ook criteria beschreven worden voor de beoordeling van het repertoire van studenten. We komen hier in de paragraaf: Toetsing op terug. Organisatie van de opleiding In het voorgaande is voorgesteld het idee van competentiegericht onderwijs te combineren met een opleiding die gericht is op repertoire waarin professionele inhoudelijke vorming een plaats heeft. We hebben aangegeven hoe competentie en repertoire in goed leraarschap als twee zijden van één medaille zijn. We hebben daartoe het idee geschetst om professionele inhoudelijke vorming te verzorgen in een stelsel van cursussen. Dat betekent niet dat er geen hoofdlijn in de opleiding meer mogelijk of nodig zou zijn, waarin vakinhoudelijke en vakdidactische vorming in één reeks van opleidingsactiviteiten, in een gemengd modulaire en geïntegreerde vorm, plaatsvindt. Daarnaast is een thematisch georiënteerde opleidingslijn wenselijk om bij te dragen aan inzichten, vaardigheden en attitudes, die niet vakgebonden zijn. Bovendien is er de opleiding in de praktijkschool of opleidingsschool, waarin het hele repertoire van de student tot zijn recht komt en waar de student zijn competentie in de volle breedte ontwikkelt. Ons voorstel is dus als volgt: er komt een opleiding, waarin studenten op maat aan de ontwikkeling van hun competentie en hun repertoire kunnen werken. In werkvormen betekent dat, dat er afwisseling is tussen praktijkwerk in de opleidingsschool en het werken aan eigen kennis, vaardigheden en attitudes in de opleiding. De student maakt onder leiding van opleidingsdocenten een eigen POP, waarin keuzen voor opleidingselementen gemaakt worden. Deze ontwikkelweg loopt wat ons betreft dóór, tot voorbij de examengrens, liefst in een stelsel van doorlopende professionalisering van leraren. Toetsing De beoordeling van kwaliteiten van competentie en repertoire van studenten is een lastige kwestie. Mag er getoetst worden op kennis en vaardigheden? Hoe kan de opleiding tot beoordeling van attitudes of competentie komen? Toetsing van repertoire Wat het eerste betreft: waar dat kan, moet het vereiste repertoire zeker getoetst worden. Al zijn er moeilijke kanten aan dat toetsen. Er zijn opleidingen waarin de studenten onderworpen worden aan reken- en taalvaardigheidstoetsen, waar ook basisschoolleerlingen aan onderworpen worden. Dergelijke toetsen evalueren in zekere mate vaardigheid in bijvoorbeeld rekenen, spelling en grammatica. Zoals eerder in dit artikel betoogd, is dat een (beperkt) aspect van de gewenste gecijferdheid en geletterdheid of inhoudelijke vorming waarover de leraar zou moeten beschikken. Toch menen we dat dergelijke toetsen hun waarde hebben, al was het maar dat studenten daarmee een zekere mate van inzicht in de hele leerstof kunnen demonstreren. Tegelijk vragen we aandacht voor de eerder geformuleerde wens, dat studenten hun repertoire over de opleidingsgrens heen mogen ontwikkelen en zich ook mogen specialiseren op een bouw van de basisschool. In beginsel is een goed gespecificeerd repertoire toetsbaar en moet het ook getoetst worden, om een student inzicht te geven in welke onderdelen van het repertoire hij wel en niet goed kent. Dat is nodig om zijn POP goed te kunnen bepalen. Helaas zijn bepaalde aspecten van het repertoire moeilijk te toetsen, zoals inwendige verwevenheid, wendbaarheid en reflectiviteit in het repertoire. Toetsing van competenties Hoe is het met de toetsing van competentie? Competentie is lastig 'objectief' te beschrijven en te meten. Wij vinden daarom dat uiteindelijk de gedeelde mening van experts over de competentie van een student het betrouwbaarste instrument is om die competentie te evalueren. Net zoals er bij kunstschaatsen of turnen een jury van experts nodig is, omdat die sporten zich niet zo gewillig laten meten als verspringen, kogelstoten of voetballen, waar men zich verenigd heeft op het standpunt dat de gemeten afstand van sprong of worp, dan wel het aantal gemaakte doelpunten een adequate weergave is van de kwaliteit van de sporter of het team. Wij menen dat het ten onrechte is, dat opleidingen intersubjectieve beoordeling van studenten taboe vinden, omdat toetsen 'nu eenmaal objectief moeten zijn'. Ook toetsen die zorgvuldig zijn gemaakt en worden afgenomen, berusten uiteindelijk op een intersubjectief standpunt over de te meten vaardigheid en op keuzen die gemaakt worden in het (statistisch) model dat aan de toets ten grondslag ligt. Wel is het nodig dat de opleidingen inzichtelijk kunnen maken hoe ze aan hun intersubjectieve oordeel komen. Beoordeling van competenties en professionele inhoudelijke vorming is naar onze mening een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Alle opleidingsdocenten beoordelen lessen, werkstukken of presentaties van studenten op inhoudelijkheid. Een vakdocent kan als expert de student beoordelen op zijn eigen vak. Een niet-vakdocent beoordeelt aan de hand van de vragen 'was het duidelijk waar het inhoudelijk om ging?', 'kon de student aangeven wat zijn bronnen waren?' (de methode, een handboek), 'kon de student de inhoud op een begrijpelijke manier beschrijven?' (waarbij de docent als leke-toehoorder optreedt), 'was die inhoud terug te vinden in de activiteit of in het werkstuk van de student?'. Zo kan iedere opleidingsdocent zich vanuit zijn eigen competentie en repertoire op zinvolle wijze een beeld vormen van een student. Elke vakdocent heeft een unieke bijdrage in het evalueren van zijn aspect van het repertoire waarover een student beschikt. Deze unieke inbreng moet in de VELON Tijdschrift voor Lerarenopleiders jrg 27(1)

8 opleiding gewaarborgd worden, om het repertoire van studenten op peil te kunnen brengen. stelsel van cursussen en trainingen, die gericht zijn op de verwerving van repertoire. Omslag in denken in de opleiding? Deze bijdrage startte met de vraag over welk niveau van taal- en rekenvaardigheid instromende studenten moeten beschikken. Die vraag werd verbreed tot de vraag over welke professionele inhoudelijke vorming een leraar moet beschikken. In de competentiegerichte opleiding moet ook aandacht zijn voor de ontwikkeling van het repertoire. Het repertoire van de leraar moet gedetailleerd beschreven worden en er moeten zo goed mogelijke toetsen (en andere evaluatie-instrumenten) bij gemaakt worden, zodat een student zijn POP kan formuleren. Deze benadering brengt een speciale manier van denken in de opleiding met zich mee. Een opleidingsdocent benadert studenten vanuit zijn eigen discipline (zoals vakinhoudelijk, pedagogisch, leerpsychologisch) en met 'gevoel voor kwaliteit'. Kwaliteit betekent dat een student duidelijk kan maken wat en hoe hij wil onderwijzen. Iedere opleider kan zorg dragen voor kwaliteit. Ieder in het algemeen en voor zijn eigen disciplines in het bijzonder. Dat is wellicht nog een omslag in denken in de opleiding, waar menig opleidingsdocent zich nog steeds terugtrekt op zijn eigen discipline en daardoor in feite zijn eigen algemene ontwikkeling en zijn eigen competentie als opleidingsdocent buitenspel plaatst. Vaak beperken docenten die met situaties buiten het eigen vakgebied te maken krijgen, zich tot marginale beoordeling. Opleiders moeten doorlopend de boodschap uitstralen dat competentie en inhoudelijke vorming elk apart én in onderlinge relatie van belang zijn. Een tweede omslag is het idee dat de inhoudelijke vorming ná het afsluiten van de opleiding steeds weer verder ontwikkeld moet worden: zowel bij pas afgestudeerde leraren basisonderwijs, als bij de meer ervaren leraren. Het POP en een stelsel van cursussen en trainingen zijn daarvoor nodig. NOTEN 1 Bij het project waren de volgende personen betrokken: SLO, Enschede: Joost Klep, Harry Paus, Hans ter Heege Pabo Groenewoud, Nijmegen: Peter Adriaansen, Gerard Boersma, Helen van Dijk, Erny Holla, Henk Kapel, Jan Tijshen. LITERATUUR Van Aalst, H. (1999). Learning in the network society. (Handout for the Efvet 8th International Conference on Vocational Education and Training in the Information Society.) Odense, Denmark (18-20 November 1999). Beernink, R. et al. (2000). Trios op weg. Een tussenbalans. TRIOS-project. Enschede: SLO. Greven, J. (red.) (2005). Vakspecifieke competenties voor studenten aan de lerarenopleiding primair onderwijs. Een proeve. Enschede: SLO. Jongerius, J. & R. Beernink (1993). Wat heb je vandaag gedaan op school? Enschede: SLO. Jongerius, J. (red.) (2003). Opvoeden door onderwijs. Studies in leerplanontwikkeling. Enschede: SLO. Keijzer, R. & S. van Os (2002). Rekenen-wiskunde & didactiek anno Panama-Post. Tijdschrift voor nascholing en onderzoek van het reken-wiskundeonderwijs, vol 20(3), ( pdf ) Klep, J.H.F.M. (1998). Arithmeticus. Simulatie van wiskundige bekwaamheid. Dissertatie. Tilburg: Zwijsen. Klep, J. & J. Letschert & A. Thijs (2004). Wat gaan we leren? Het kiezen van inhouden voor onderwijs. Studies in leerplanontwikkeling. Enschede: SLO. Letschert, J.F.M. (1998). Wieden in een geheime tuin. Een studie naar kerndoelen in het basisonderwijs. Dissertatie. Utrecht: Universiteit Utrecht. Merriënboer, J.J.G. van, M.R. van der Klink & M. Hendriks (2002). Competenties: van complicaties tot compromis, een studie in opdracht van de onderwijsraad. Den Haag: Onderwijsraad. Geen competentie zonder repertoire We nemen dus afscheid van het idee dat alle studenten startbekwaamheden op één uniform niveau moeten bereiken. De vraag of iemand geschikt is voor een bepaalde functie in de basisschoolpraktijk, beantwoordt deze school niet meer op grond van 'het diploma', maar op grond van diploma, POP en portfolio van studenten of op grond van het portfolio van reeds ervaren leraren, die immers ook verder gewerkt hebben aan hun POP. Op basis van de competentie die in de opleiding is verworven, kan iemand die bijvoorbeeld van groep 3 naar groep 7 gaat, zijn repertoire aanvullen. De school kan beroep doen op het (gecertificeerde) Os, S. van (2003). Gecijferdheid beïnvloed - samenhang tussen kernmerken en prestaties bij gecijferdheid van eerstejaars Pabo-studenten. (Doctoraalscriptie.) Utrecht: Panama, Freudenthal Instituut. ( panama/opleidersdag/welcome2.htm) Paus, H., R. Rymenans en K. van Gorp (2003). Dertien doelen in een dozijn. Een referentiekader voor taalcompetenties van leraren in Nederland en Vlaanderen. Den Haag: Nederlandse Taalunie. Polanyi, M. (1983). The tacit dimension. Gloucester: Peter Smith (Mass). Winsemius, P. (2004). Je gaat het pas zien als je het doorhebt. Over Cruijff en leiderschap. Amsterdam: Balans. 12

PANAMA Opleidersdag. Workshop: Competentie en repertoire

PANAMA Opleidersdag. Workshop: Competentie en repertoire PANAMA Opleidersdag Workshop: Competentie en repertoire - Een leraar is in een bepaalde onderwijssituatie competent, als hij het vermogen heeft in die situatie adequaat te denken en te handelen. - Om adequaat

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN M.11i.0419 De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN versie 02 M.11i.0419 Naam notitie/procedure/afspraak Visie op professionaliseren Eigenaar/portefeuillehouder Theo Bekker

Nadere informatie

Expertconferentie Gecijferdheid + Woensdag 9 april 2008

Expertconferentie Gecijferdheid + Woensdag 9 april 2008 Expertconferentie Gecijferdheid + Woensdag 9 april 2008 Doelgroep: Docenten uit mbo en pabo die in hun instituut actief zijn in de aansluiting mbo-pabo of de intentie hebben daar op korte termijn actief

Nadere informatie

Contact. particuliere hogeschool voor beroepsonderwijs. bezoekadres Handelskade 75. postadres Postbus 2119 7420 AC Deventer

Contact. particuliere hogeschool voor beroepsonderwijs. bezoekadres Handelskade 75. postadres Postbus 2119 7420 AC Deventer Contact bezoekadres Handelskade 75 postadres Postbus 2119 7420 AC Deventer telefoon 0570-60 30 83 fax 0570-60 37 05 e-mail info.next@saxion.nl particuliere hogeschool voor beroepsonderwijs Hbo Tweedegraadslerarenopleiding

Nadere informatie

van, voor en door de leraar Discussienota Uitgangspunten Herijking Bekwaamheidseisen

van, voor en door de leraar Discussienota Uitgangspunten Herijking Bekwaamheidseisen van, voor en door de leraar Discussienota Uitgangspunten Herijking Bekwaamheidseisen Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 / De kern en inhoud als uitgangspunt... 4 1.1 de kern... 4 1.2 de inhoud... 5 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/)

filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/) SLO oktober 2009 filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/) Achtergrond Nederland heeft een goed onderwijssysteem. Maar, er is maatschappelijke zorg over de kwaliteit van het reken- en taalonderwijs.

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89 Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op

Nadere informatie

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden Checklist vakdidactisch Kennisbasis Biologie Voor het begin van de 3 e jaars stage vullen de studenten deze checklist in. De studenten formuleren leerdoelen die aansluiten op de uitkomst van deze list.

Nadere informatie

Schrijven en leren op de pabo en de basisschool. Zomerschool Lopon2 28 augustus 2014 Mieke Smits

Schrijven en leren op de pabo en de basisschool. Zomerschool Lopon2 28 augustus 2014 Mieke Smits Schrijven en leren op de pabo en de basisschool Zomerschool Lopon2 28 augustus 2014 Mieke Smits Onderwerpen Schrijven op de lerarenopleiding en de basisschool De kracht van schrijven voor het leren en

Nadere informatie

Rekenen en gecijferdheid in het VMBO en MBO

Rekenen en gecijferdheid in het VMBO en MBO Rekenen en gecijferdheid in het VMBO en MBO Waarom, wat en hoe? 10 november 2011, Utrecht Beelden van rekenen Meer informatie: Kees Hoogland K.Hoogland@aps.nl Wat wil u uw deelnemers meegeven op het gebied

Nadere informatie

kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer

kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer Domein B1.1 Biologie leren Begripsontwikkeling en jargon Leren van biologische vaardigheden Verschillen

Nadere informatie

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD ILS Nijmegen Mei 2009 Voorwoord: Dit voorstel voor een competentieprofiel van de spd is ontworpen op verzoek van de directies van ILS- HAN en ILS-RU door de productgroep

Nadere informatie

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding Inleiding Het LEOZ (Landelijk Expertisecentrum Onderwijs en Zorg) is een samenwerkingsproject van: Fontys Hogescholen, Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg,

Nadere informatie

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool In dit beroepsproduct ontwerp je onderwijs op het gebied van Wetenschap en technologie voor de basisschool. Uitgangspunt bij je onderwijsontwerp

Nadere informatie

bijvoorbeeld: Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs

bijvoorbeeld: Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs . Lerarenopleiding Basisonderwijs Jo Van den Hauwe (a) & Bart van der Leeuw (b) (a) ELANT (b) SLO Contact: jo.vandenhauwe@scarlet.be b.vanderleeuw@slo.nl Ronde bijvoorbeeld: Exemplarische opleidingsdidactiek

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam

Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam Aanleiding voor het symposium Onder de vlag van Curriculum.nu buigen in

Nadere informatie

Wie is de echte rekendocent? Parallellezing 6 december 2011 Congres: Je kunt rekenen op de rekendocent

Wie is de echte rekendocent? Parallellezing 6 december 2011 Congres: Je kunt rekenen op de rekendocent Wie is de echte rekendocent? Parallellezing 6 december 2011 Congres: Je kunt rekenen op de rekendocent Programma Aanleiding Competentieprofiel Nascholing/lerarenopleiding Aanleiding Wat moet ik kennen

Nadere informatie

Professionaliseren in Netwerken. Emmy Vrieling

Professionaliseren in Netwerken. Emmy Vrieling Professionaliseren in Netwerken Emmy Vrieling emmy.vrieling@ou.nl ü WAAROM? ü WAT? ü FACILITEREN ü AANBEVELINGEN Het Nieuwe Leren Wat is netwerkleren? Een vorm van professionalisering waarbij leraren

Nadere informatie

Werkdocument 1 Opleidingsconcept

Werkdocument 1 Opleidingsconcept Samenvatting De basis van de samenwerking binnen Samenscholing.nu is de gezamenlijke visie op de eisen waaraan onderwijskrachten in Rotterdam moeten voldoen. De aard van de opleiding is afgestemd op het

Nadere informatie

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches ECTS-Fiche opleidingsonderdeel: VAKDIDACTISCHE STUDIE Code: 10377 Academiejaar: 2017-2018 Aantal studiepunten: 3 Studietijd: 75 a 90 uur Deliberatie: Mogelijk Vrijstelling:

Nadere informatie

Achtergrond onderzoeksvraag 1

Achtergrond onderzoeksvraag 1 Achtergrond onderzoeksvraag 1 1. Kerncurriculum en keuzedelen voor school en leerling Wij pleiten voor een vaste basis van kennis en vaardigheden die zich beperkt tot datgene wat alle leerlingen ten minste

Nadere informatie

Digitale geletterdheid en de lerarenopleidingen, een ontwikkelplan

Digitale geletterdheid en de lerarenopleidingen, een ontwikkelplan Digitale geletterdheid en de lerarenopleidingen, een ontwikkelplan SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling VELON conferentie Brussel, 4 februari 2016 Petra Fisser, Monique van der Hoeven, Sigrid

Nadere informatie

Wiskunde en informatica: innovatie en consolidatie Over vragen in het wiskunde- en informaticaonderwijs

Wiskunde en informatica: innovatie en consolidatie Over vragen in het wiskunde- en informaticaonderwijs Tijdschrift voor Didactiek der β-wetenschappen 22 (2005) nr. 1 & 2 53 Oratie, uitgesproken op 11 maart 2005, bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Professionalisering in het bijzonder in het onderwijs

Nadere informatie

Terugblik masterclasses HAN Pabo

Terugblik masterclasses HAN Pabo Terugblik masterclasses HAN Pabo Het afgelopen jaar 2017 hebben studenten van de HAN Pabo de mogelijkheid gehad zich via masterclasses te verdiepen in W&T. Alle hieronder beschreven masterclasses zijn

Nadere informatie

ECTS-fiche. Opleiding Didactische Competentie algemeen

ECTS-fiche. Opleiding Didactische Competentie algemeen ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding SLO Module Didactische Competentie algemeen Code E1 DCa Lestijden 60 Studiepunten 4 Ingeschatte totale 100 studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot JA aanvragen

Nadere informatie

SAMENVATTING ONDERZOEK "Van kwalificatiedossier naar aantrekkelijk onderwijs"

SAMENVATTING ONDERZOEK Van kwalificatiedossier naar aantrekkelijk onderwijs SAMENVATTING ONDERZOEK "Van kwalificatiedossier naar aantrekkelijk onderwijs" Doel- en probleemstelling SLO speelt als het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling een belangrijke rol in het vertalen

Nadere informatie

Meerwaarde voor onderwijs. De Pijlers en de Plus van FLOT

Meerwaarde voor onderwijs. De Pijlers en de Plus van FLOT Meerwaarde voor onderwijs De Pijlers en de Plus van FLOT De vijf Pijlers: Cruciale factoren voor goed leraarschap Wat maakt een leraar tot een goede leraar? Het antwoord op deze vraag is niet objectief

Nadere informatie

De jonge onderzoeker in het VWO

De jonge onderzoeker in het VWO De jonge onderzoeker in het VWO vakgerichte onderzoeksdidactiek WON-traject Randstad 2016-2017 zesde bijeenkomst 23 februari 2017 Vincent Jonker / Freudenthal Instituut Universiteit Utrecht DE ACTUALITEIT

Nadere informatie

5,5. Betoog door S woorden 10 juli keer beoordeeld. Nederlands

5,5. Betoog door S woorden 10 juli keer beoordeeld. Nederlands Betoog door S. 1508 woorden 10 juli 2016 5,5 1 keer beoordeeld Vak Nederlands INSTITUTE FOR GRADUATE STUDIES & RESEARCH (IGSR) (email: igsr@uvs.edu) IGSR GEBOUW (STAATSOLIEGEBOUW), UNIVERSITEITSCOMPLEX,

Nadere informatie

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden Theoretisch kader: Zoals ik in mijn probleemanalyse beschrijf ga ik de vaardigheid creativiteit, van de 21st century skills onderzoeken, omdat ik wil weten op welke manier de school invloed kan uitoefenen

Nadere informatie

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing Onderhandelen over onderwijsvernieuwing Velon-congres, Breda, 19 maart 2019 Rob Moggré, r.moggre@ipabo.nl Ronald Keijzer, r.keijzer@ipabo.nl https://kenniscentrum.ipabo.nl Hogeschool ipabo We zoomen in

Nadere informatie

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 1. Persoonlijke gegevens Naam school:.. Provincie school: o Antwerpen o Limburg o Oost- Vlaanderen o Vlaams- Brabant o West- Vlaanderen Wat is je functie?

Nadere informatie

Erkenning: Stichting Post HBO. Omvang: 252 SBU, 9 EC

Erkenning: Stichting Post HBO. Omvang: 252 SBU, 9 EC Taalexpert De post-hbo opleiding Taalexpert heeft tot doel leraren en intern begeleiders toe te rusten met kennis, inzichten en vaardigheden op het gebied van lees-/taalonderwijs op expertniveau. Alle

Nadere informatie

basiscursus rekenen eerste bijeenkomst donderdag 12 januari 2012 vincent jonker

basiscursus rekenen eerste bijeenkomst donderdag 12 januari 2012 vincent jonker basiscursus rekenen eerste bijeenkomst donderdag 12 januari 2012 vincent jonker uit de krant VN voorspellen 10,1 miljard mensen in 2100 Messi faillissementen Programma in vijf bijeenkomsten 1. Referentiekader

Nadere informatie

Agenda onderwijsavond bovenbouw

Agenda onderwijsavond bovenbouw Agenda onderwijsavond bovenbouw Kerndoelen PO Referentieniveaus Onderwijsinhoud op de Bron Wat komt er aan bod in groep 6-7-8 Leren in de echte wereld Kerndoelen PO: Wat moeten kinderen kennen en kunnen

Nadere informatie

Vragen stellen in de reken-wiskundeles

Vragen stellen in de reken-wiskundeles Vragen stellen in de reken-wiskundeles Marc van Zanten, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling SLO & Universiteit Utrecht: Panama, O&T, Faculteit Sociale Wetenschappen Inleiding Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Doorlopende leerlijnen taal

Doorlopende leerlijnen taal 31 Doorlopende leerlijnen taal Doorlopende leerlijnen taal Concretisering van de referentieniveaus In januari 2008 bood de Expertgroep Doorlopende leerlijnen taal en rekenen haar rapport Over de drempels

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

Het veranderen van de cesuur voor de instaptoets rekenen-wiskunde

Het veranderen van de cesuur voor de instaptoets rekenen-wiskunde Het veranderen van de cesuur voor de instaptoets rekenen-wiskunde Ronald Keijzer, ipabo Amsterdam Samenvatting Studenten aan de Nederlandse lerarenopleiding basisonderwijs leggen in het derde studiejaar

Nadere informatie

De zesde rol van de leraar

De zesde rol van de leraar De zesde rol van de leraar De leercoach Susan Potiek Ariena Verbaan Ten behoeve van de leesbaarheid van dit boek is in veel gevallen bij de verwijzing naar personen gekozen voor het gebruik van hij. Het

Nadere informatie

Speelruimte van betekenis

Speelruimte van betekenis Uitnodiging: Speelruimte van betekenis Conferentie voor opleiders levensbeschouwelijke, godsdienstige en morele vorming over de paradigmawisseling in hun vak Op 31 oktober en 1 november 2011 vindt de conferentie

Nadere informatie

CURSUSBESCHRIJVING Deel 1

CURSUSBESCHRIJVING Deel 1 CURSUSBESCHRIJVING Deel 1 Cursuscode(s) Opleiding Cursusnaam Cursusnaam Engels : PABFMT14X : Pabo : Gecijferdheid 7, Factoren, Machten en Talstelsels : [vertaling via BB] Studiepunten : 1 Categorie Cursusbeheerder

Nadere informatie

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Getallen 1 Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 1 Getallen 1 is geschikt voor groep 7 en 8 van de basisschool

Nadere informatie

Werken met een kennisbasis Nederlands en diversiteit voor het taalontwikkelend vakonderwijs

Werken met een kennisbasis Nederlands en diversiteit voor het taalontwikkelend vakonderwijs TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS Ronde 4 Anneli Schaufeli & Mienke Droop Expertisecentrum Nederlands, Nijmegen Contact: a.schaufeli@taalonderwijs.nl m.droop@taalonderwijs.nl Werken

Nadere informatie

Intern toetsingskader CGS voor een landelijk opleidingsplan 1

Intern toetsingskader CGS voor een landelijk opleidingsplan 1 Intern toetsingskader CGS voor een landelijk opleidingsplan 1 Ingevuld voor LOP: De wetenschappelijke verenigingen in de zorg stellen voor de eigen geneeskundige vervolgopleiding een landelijk opleidingsplan

Nadere informatie

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 Functie-informatie Functienaam Docent LD Type 1 Salarisschaal 12 Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een instelling voor voortgezet

Nadere informatie

KNAG dag Andreas Boonstra

KNAG dag Andreas Boonstra KNAG dag 2018 Andreas Boonstra 1 Beeldvorming Foto van Pixabay 2 Is er sprake van een kloof? Foto van Pixabay 3 Kennis en vaardigheden?? Is het en/of OF en/en? 4 Eerste jaar Aardrijkskunde op de Katholieke

Nadere informatie

Vakdidactiek: inleiding

Vakdidactiek: inleiding Vakdidactiek: inleiding Els Tanghe 1 1. Inleiding Een specialist in de wiskunde is niet noodzakelijk een goede leraar wiskunde. Een briljant violist is niet noodzakelijk een goede muziekleraar. Een meester-bakker

Nadere informatie

Enquête noden van de scholen. Eerste verwerking

Enquête noden van de scholen. Eerste verwerking Enquête noden van de scholen Eerste verwerking Verwerking van formulieren ingediend op 27/9/16 46 enquêtes werden ingediend/verwerkt Achtergrond mooi verspreid over de 4 componenten van STEM Man/vrouw

Nadere informatie

Train de trainer rekenactiverende didactiek. ROC Nijmegen Bijeenkomst 2 13 december 2017

Train de trainer rekenactiverende didactiek. ROC Nijmegen Bijeenkomst 2 13 december 2017 Train de trainer rekenactiverende didactiek ROC Nijmegen Bijeenkomst 2 13 december 2017 programma Begin van een aanpak (voorstel) Rondje ervaringen Verder met maken plan van aanpak Volgende stap(pen)

Nadere informatie

CKV Festival 2012. CKV festival 2012

CKV Festival 2012. CKV festival 2012 C CKV Festival 2012 Het CKV Festival vindt in 2012 plaats op 23 en 30 oktober. Twee dagen gaan de Bredase leerlingen van het voortgezet onderwijs naar de culturele instellingen van Breda. De basis van

Nadere informatie

Veloncongres Promotiebeurs voor Leraren Een basis voor de wetenschapper van de toekomst. Over het programma Promotiebeurs - doel

Veloncongres Promotiebeurs voor Leraren Een basis voor de wetenschapper van de toekomst. Over het programma Promotiebeurs - doel Promotiebeurs voor Leraren Een basis voor de wetenschapper van de toekomst. Veloncongres 2015 & Over het programma Promotiebeurs - doel Initiator Ministerie van OCW Loopt sinds 2011, inmiddels structureel

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL

Nadere informatie

COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN

COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN COMPETENT GETOETST TOETSEN & EXAMINEREN IN HET HBO ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 4 OKTOBER 2016 1 DOCENTEN AAN HET WOORD Wat is adequaat bewijs om

Nadere informatie

Passende perspectieven praktijkonderwijs

Passende perspectieven praktijkonderwijs Passende perspectieven praktijkonderwijs Toelichting op overzicht leerroutes A-B-C rekenen SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Overzichten van leerroutes rekenen voor het praktijkonderwijs,

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Organisatie Meesterschapsteams Nederlands, LOVN, VSNU

Organisatie Meesterschapsteams Nederlands, LOVN, VSNU Ontwikkelteam Nederlands Ronde Tweede ronde () REFERENTIE NL00034 Naam Erwin Mantingh Organisatie Meesterschapsteams Nederlands, LOVN, VSNU E-mailadres e.mantingh@uu.nl Namens wie geeft u reactie? Namens

Nadere informatie

Feedback conceptvisie KUNST & CULTUUR

Feedback conceptvisie KUNST & CULTUUR Feedback conceptvisie KUNST & CULTUUR Reactieformulier Curriculum.nu visie Negen ontwikkelteams, leraren en schoolleiders werken aan de actualisatie van het curriculum voor alle leerlingen in het primair

Nadere informatie

Moduleboek Catechetiek. Leerjaren 3 en 4

Moduleboek Catechetiek. Leerjaren 3 en 4 Moduleboek Catechetiek Leerjaren 3 en 4 2012-2013 Module Catechetiek keuzevak PW-/GL-variant leerjaren 3 en 4 drs. J. van Mourik ORIËNTATIE 1. Titel collegeserie Leren in de gemeente 2. Introductie a.

Nadere informatie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie Toetsvormen Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie 1 Waarom wordt er getoetst? Om te beoordelen in hoeverre de student in staat is te handelen zoals op academisch

Nadere informatie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO

Nadere informatie

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT 1 VOORSTEL NIEUW DOMEIN A VAARDIGHEDEN 1.1 Doel en inhoud Dit domein omvat algemene en vakspecifieke vaardigheden die verkaveld zijn in de subdomeinen A1

Nadere informatie

Overzicht curriculum VU

Overzicht curriculum VU Overzicht curriculum VU Opbouw van de opleiding Ter realisatie van de gedefinieerde eindkwalificaties biedt de VU een daarbij passend samenhangend onderwijsprogramma aan. Het onderwijsprogramma bestaat

Nadere informatie

Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:

Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage: Bijlage III: Competentie formulier stage onderbouw 1 (Vak)didactisch vermogen en operationaliserend vermogen Kun je vakinhoudelijke doelstellingen formuleren uitvoeren in de les 1= onvoldoende, nog niet

Nadere informatie

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift HOGESCHOOL ROTTERDAM Pedagogisch didactisch getuigschrift Pedagogisch Didactisch Getuigschrift Handleiding voor de coach Instituut voor Lerarenopleidingen Versie 24.11.16 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3

Nadere informatie

De kwaliteit van het onderwijs in rekenen en wiskunde

De kwaliteit van het onderwijs in rekenen en wiskunde De kwaliteit van het onderwijs in rekenen en wiskunde A.H. Corporaal Inspectie van het Onderwijs 1 inleiding Ongeveer een jaar voordat het PPON-onderzoek werd uitgevoerd waarover kortelings is gerapporteerd

Nadere informatie

Handleiding Nascholing Digitale Toets Omgeving voor Nascholingsleiders FaSMEd

Handleiding Nascholing Digitale Toets Omgeving voor Nascholingsleiders FaSMEd FaSMEd Prestaties verhogen door formatief toetsen in het reken-wiskundeonderwijs en onderwijs in de natuurwetenschappen Marja van den Heuvel-Panhuizen, Mieke Abels, & Ilona Friso-van den Bos Freudenthal

Nadere informatie

Informatie werkplekleren

Informatie werkplekleren Informatie werkplekleren Pabo Venlo 2014-2015 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Stagedagen Blz. 4 Stageweken Blz. 4 Jaaroverzicht 2014-2015 Blz. 5 Opleidingsprogramma Blz. 6 Propedeusefase Hoofdfase Afstudeerfase

Nadere informatie

Uitwerking kerndoel 7 Nederlandse taal

Uitwerking kerndoel 7 Nederlandse taal Uitwerking kerndoel 7 Nederlandse taal Tussendoelen en leerlijnen Nederlandse taal Primair onderwijs In samenwerking met het expertisecentrum Nederlands Enschede, 1 juni 2006 Nederlands kerndoel 7 Stichting

Nadere informatie

Professionele leeromgeving. Inleiding

Professionele leeromgeving. Inleiding Professionele leeromgeving Het onderwijs aan studenten is gebaat bij betrokken en professionele onderwijsteams. Het bieden van professionele ruimte geeft teams de gelegenheid om het onderwijs op een optimale

Nadere informatie

Scholingsplan 2012-2013. Samen in ontwikkeling

Scholingsplan 2012-2013. Samen in ontwikkeling Scholingsplan 2012-2013 Samen in ontwikkeling Inhoudsopgave Inleiding 3 Pijlers 4 Kader 5 Deskundigheidsbevordering 2012-2013 6 Beschrijvingen van de scholingen 7 Aanmelden voor externe scholingen 9 Inleiding

Nadere informatie

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s Bert Slof, Gijsbert Erkens & Paul A. Kirschner Als docenten zien wij graag dat leerlingen zich niet alleen de

Nadere informatie

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional.

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional. Sinds een tiental jaren hebben we opleidingsvormen ontwikkeld die recht doen aan zowel vakbekwaamheid als praktijkkennis van aanstaande leraren. In toenemende mate doen we dat op basis van opleiden in

Nadere informatie

Wis en reken. Kerndoelanalyse SLO

Wis en reken. Kerndoelanalyse SLO Wis en reken Kerndoelanalyse SLO April 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om

Nadere informatie

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen? Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

HERIJKING HET NIEUWE VOORSTEL BEKWAAMHEIDSEISEN

HERIJKING HET NIEUWE VOORSTEL BEKWAAMHEIDSEISEN HERIJKING HET NIEUWE VOORSTEL BEKWAAMHEIDSEISEN Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 / HET VOORSTEL HERIJKING BEKWAAMHEIDSEISEN VAN LERAREN... 3 1.1 Inleiding..... 3 1.2 De bekwaamheidseisen vakinhoudelijke bekwaamheid...

Nadere informatie

Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren. Ada van Dalen

Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren. Ada van Dalen Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren Ada van Dalen Wat is W&T? W&T is je eigen leven W&T: geen vak maar een benadering De commissie wil onderstrepen dat wetenschap en technologie in haar ogen géén

Nadere informatie

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van: Pro-U assessment centrum Eigendom van: Blad 1 Persoonlijke gegevens Naam en voorletters Adres Postcode en woonplaats Telefoonnummer Mobiel nummer Onderwijsinstelling E-mailadres Docentbegeleider Geboortedatum

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Programma van toetsing Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we een nieuw programma van toetsing ontworpen. We zijn afgestapt van

Nadere informatie

Flitsbijeenkomst Steunpunt Taal en Rekenen (10 februari 2012) Handreiking Referentiekader mvt. Van Raamwerk tot Handreiking

Flitsbijeenkomst Steunpunt Taal en Rekenen (10 februari 2012) Handreiking Referentiekader mvt. Van Raamwerk tot Handreiking Flitsbijeenkomst Steunpunt Taal en Rekenen (10 februari 2012) Handreiking Referentiekader mvt Van Raamwerk tot Handreiking Hoe zat het ook alweer? Nieuwe Kwalificatieprofielen voor het mbo in 2004 Mét

Nadere informatie

master leraar voortgezet onderwijs

master leraar voortgezet onderwijs DEEL JE KENNIS! master leraar voortgezet onderwijs JOUW PROGRAMMA IN EEN NOTENDOP De master Leraar voortgezet onderwijs van de VU is een eenjarige master (voltijd*) waarin je een eerstegraads onderwijsbevoegdheid

Nadere informatie

Afstudeerpresentatie masteropleiding Spaans. Institute for Graduate Studies and Research. Lianda Bonapart

Afstudeerpresentatie masteropleiding Spaans. Institute for Graduate Studies and Research. Lianda Bonapart Afstudeerpresentatie masteropleiding Spaans Institute for Graduate Studies and Research Lianda Bonapart Curriculumraamwerk voor de bacheloropleiding Spaans aan het IOL Una propuesta curricular para la

Nadere informatie

Het onderwijs op de Bron: de onderbouw (groep 1-2)

Het onderwijs op de Bron: de onderbouw (groep 1-2) Het onderwijs op de Bron: de onderbouw (groep 1-2) Het onderwijs op de Bron De opdracht van de basisschool Het onderwijs op de Bron per bouw Onderwijsinhoud op de Bron Wat komt er aan bod in groep 1-2

Nadere informatie

Leraar basisonderwijs LB

Leraar basisonderwijs LB Leraar basisonderwijs LB Functiewaardering: 43343 43333 43 33 Salarisschaal: LB Werkterrein: Onderwijsproces -> Leraren Activiteiten: Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden, overdragen

Nadere informatie

Interculturele Competentie:

Interculturele Competentie: Interculturele Competentie: Een vak apart W. Shadid, Leiden, mei 2010 Inleiding In deze korte uiteenzetting wordt aandacht besteed aan het onderwerp interculturele competenties waarop de laatste tijd en

Nadere informatie

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Wet van 9 december 2005, houdende opneming in de Wet op het

Nadere informatie

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO 21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs Maaike Rodenboog, SLO m.rodenboog@slo.nl SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Onafhankelijke, niet-commerciële positie als

Nadere informatie

Friese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010

Friese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010 Friese taal en cultuur VWO Syllabus centraal examen 2010 oktober 2008 2008 Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven vwo, havo, vmbo, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Appendix A Checklist voor visible learning inside *

Appendix A Checklist voor visible learning inside * Appendix A Checklist voor visible learning inside * * Op www.bazalt.nl/lerenzichtbaarmaken kunt u dit formulier downloaden en vervolgens printen. Het is belangrijk dat de medewerkers van de school deze

Nadere informatie

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z Geachte leraar, Bedankt voor uw bereidheid deel te nemen aan dit onderzoek. Binnen het kader van het MaSDiV project nemen leraren in Cyprus, Duitsland, Malta, Nederland, Turkije en Spanje deel aan deze

Nadere informatie

Moduleboek Homiletiek. Leerjaren 3 en 4

Moduleboek Homiletiek. Leerjaren 3 en 4 Moduleboek Homiletiek Leerjaren 3 en 4 2012-2014 1 Module Homiletiek keuzevak PW-/GL-variant leerjaren 3 en 4 drs. J. van Mourik ORIËNTATIE 1. Titel collegeserie Het Woord vertolken 2. Introductie a. Wat

Nadere informatie

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers 2013-2014

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers 2013-2014 Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer Inhoudsopgave Inleiding... 3 Begrippenlijst... 4 Informatie BPV-beoordeling... 6 Kerntaken, werkprocessen, competenties, beoordelingscriteria en Arbo-regels...

Nadere informatie

Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1

Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1 Weblogs 1 Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1 Iwan Wopereis Open Universiteit Nederland Peter Sloep

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie