VEILIGHEIDS - EN GEZONDHEIDSPLAN

Transcriptie

1 ( Infrabel Maintenance Brugge Onderhoudswerken in de sporen op het arrondissement Onderhoudswerken in de sporen bestek 57/52/3/15/003

2 2 BIJWERKINGSTABEL Datum 1ste uitgave Betreft / pagina nr.

3 3 Inhoudstafel: 1 Wettelijk kader Algemene inlichtingen Bouwheer Bouwdirectie Administratie Leidende ambtenaar Ingenieurs sporen Werkleider Uitvoerende diensten Infrabel Gedeelte bovenleidingen Gedeelte seininrichting Aannemers Coördinator ontwerp Coördinator verwezenlijking Beschrijving van het project Uitvoeringstermijn Analyse van de risico's Algemeen Het begrip risico Algemene begrippen Gevarenzone Uitwijkplaats Voorkomings- en beschermingsmaatregelen Plaatsen van schildwachten Buiten dienst stellen van sporen Voorkomen van elektrocutie Het begrip risico Algemene begrippen HS voor elektrische tractie Elektrisch rollend materieel HS - kabels LS - kabels Buiten spanningstelling van de bovenleiding Bevestiging van de buitenspanning stelling Werken met spoorvoertuigen en (of) wegspoor - kranen Lawaaihinder Specifieke risico s Preventiemaatregelen Algemene preventiestructuur Voorkomen van aanrijding door voorbijrijdende spoorvoertuigen Plaatsen schildwachten Buitendienststellen van één of meerder sporen Bevestiging van de buiten dienst stelling Voorkomen van elektrocutie Buiten spanningstelling van de bovenleiding Bevestiging van de buitenspanning stelling Werken met spoorvoertuigen en (of) wegspoor - kranen Lawaaihinder Specifieke risico s... 17

4 4 7 Milieugebonden verplichtingen Inrichting van de bouwplaats Inplanting van loodsen en werfketen Parking voor voertuigen Toegang tot de werf Interne en externe hulpverlening... 18

5 5 1 Wettelijk kader Dit plan is met name gebaseerd op: ARAB en het AREI en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten; Codex over het welzijn op het werk en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten; Wet van 04 augustus 1996 met betrekking tot het welzijn van de werknemers op het werk, de bijbehorende uitvoeringsbesluiten en meer in het bijzonder, het koninklijk besluit van 03 mei 1999 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen; Koninklijk besluit van 05 mei 1995 met betrekking tot de uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende het op elkaar afstemmen van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot de machines; Koninklijk besluit van 07 augustus 1995 met betrekking tot het gebruik van de uitrustingen voor individuele bescherming. Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke en mobiele bouwplaatsen.

6 6 2 Algemene inlichtingen 2.1 Bouwheer Infrabel Asset Management Marcel Broodthaersplein BRUSSEL 2.2 Bouwdirectie Administratie Arrondissement I-AM.NW.34 Brugge Chantrellstraat BRUGGE tel: fax: Leidende ambtenaar Len Steyaert ing. Manager Maintenace Brugge tel: fax: gsm: Ingenieurs sporen Geert Misplon T.ip. I-AM.NW.34 Brugge tel: fax: gsm: Gertjan Peirs ing. I-AM.NW.34 Brugge tel: fax: gsm: Werkleider Eddy Gevaert De Vusser Marc Calleeuw Stefaan Verrecas Nils Ivan Moerkerke

7 7 2.3 Uitvoerende diensten Infrabel Gedeelte bovenleidingen Verantwoordelijke ambtenaar: Filip De Keyzer ing. I-AM.NW.P1 zone Noordwest tel: gsm: Plaatselijke toezichtsbediende: Tulpin Dirk tos OC bvl Brugge Tel.: 050/ GSM: Gedeelte Seininrichting en VVDK Verantwoordelijke ambtenaar Luc Dhondt ing I-AM.NW.34 Brugge tel: gsm: Plaatselijke toezichtsbedienden: Loones Pierre tos SI I-AM.NW34E Brugge Tel GSM: Butaye Kris tos SI I-AM.NW34E Brugge Tel GSM: Lips Dominiek tos VVDK I-AM.NW34E Brugge Tel GSM:

8 Aannemers Bestek 57/52/3/15/ Coördinator ontwerp Len Steyaert, industrieel ingenieur INFRABEL Asset Management Veiligheidscoördinatie Area North-West I-AM.NW 34 Maintenance Brugge Chantrellstraat Brugge Tel : 050/ GSM: 0478 / len.steyaert@infrabel.be 2.5 Coördinator verwezenlijking Wordt achteraf bepaald via een prijsaanvraag

9 9 3 Beschrijving van het project De werken bestaan uit: Vervangen van spoormaterialen met herziening van de betrokken sporen en spoortoestellen in de sporen bereden met een snelheid van max. 40km/u van het arrondissement I-AM.NW34 Brugge. 4 Uitvoeringstermijn De werken starten op: Het einde van de werken is voorzien op:

10 10 5 Analyse van de risico's 5.1 Algemeen Het begrip risico Onder risico s van spoorvoertuigen in beweging, verstaat men het risico dat een persoon die in de gevarenzone loopt, om gewond of overreden te worden door een spoorvoertuig en het risico om omvergeworpen te worden door de luchtverplaatsing van een met grote snelheid voorbijrijdende beweging Algemene begrippen Gevarenzone Onder gevarenzone verstaat men de zone waarbinnen een bediende gevaar loopt door voorbijrijdende spoorvoertuigen te worden gegrepen. Ze omvat de ruimte tussen de spoorstaven van een spoor en de zones langs dit spoor tot op een afstand a, veiligheidsafstand genoemd, loodrecht gemeten vanaf de buitenkant van elke spoorstaaf. De veiligheidsafstand bedraagt normaal 1,5 m. Dit begrip houdt rekening met de luchtverplaatsing, meer bepaald bij hoge snelheden Uitwijkplaats Voor het personeel Onder uitwijkplaats verstaat men een veilige plaats, namelijk buiten de gevarenzone, waar de bedienden moeten staan om een beweging door te laten. Dit is op minstens een afstand a van de naaste spoorstaaf. Voor het gereedschap en het materieel Het gereedschap en het materieel moeten buiten de nominale omtrek van het vrije ruimteprofiel worden geplaatst. Dit is op minstens een afstand a van de naaste spoorstaaf.

11 Voorkomings- en beschermingsmaatregelen Iedere aannemer wordt verondersteld een analyse gemaakt te hebben van zijn eigen specifieke risico's en tevens de gepaste preventiemaatregelen toegepast te hebben Plaatsen van schildwachten Het personeel mag enkel onder het toezicht van Infrastructuur & Aankopen - schildwachten in de gevarenzone werken. Er mag geen materiaal of materieel achtergelaten worden, in de gevarenzone. Van de materialen of materieel dat zich buiten die zone bevindt, moet de zekerheid bestaan dat ze niet (t.g.v. wind of andere krachten) in de gevarenzone kunnen terechtkomen Buiten dienst stellen van sporen Voor bepaalde werken wordt het betrokken spoor of sporen, buiten dienst gesteld. Hierdoor wordt het risico op aanrijding hetzij weggenomen, hetzij sterk verminderd. 5.3 Voorkomen van elektrocutie Het begrip risico De gevaren van elektriciteit zijn: Elektrocutie, wanneer men de geleidende delen kan aanraken; Ontploffing, eventueel gevolgd door brand, wanneer er in de ontplofbare omgeving elektrische bogen of vonken ontstaan uit leidingen of toestellen onder spanning; Brand, wanneer de delen onder spanning een gevaarlijke verhittingsbron worden voor de nabijgelegen stoffen of wanneer er bogen of vonken ontstaan in de nabijheid van brandbare stoffen Algemene begrippen Op het terrein van de spoorweg houden vooral de volgende installaties bijzondere risico s in: HS voor elektrische tractie (hoogspanning) Elektrisch rollend materieel. HS - kabels LS - kabels (laagspanning)

12 HS voor elektrische tractie Bovenleiding De bovenleiding is een verzameling van kabels en draden opgehangen boven de sporen en die fungeert als voedingsinstallatie voor elektrische energie. De gemiddelde voedingsspanning bedraagt 3 kv gelijkspanning (DC). De inherente gevaren van die bovenleiding zijn van elektrische en mechanische (trekkracht) aard. Terugstroomkring De terugstroomkring voert de tractiestroom terug naar de negatieve pool van het onderstation. Behalve door de spoorstaven en de spoortoestellen, wordt de continuïteit van de terugstroomkring van de tractiestroom verder gewaarborgd door diverse dwarsverbindingen, langsverbindingen, inductieve verbindingen, Elektrisch rollend materieel. De elektrische voertuigen maken contact met de bovenleiding via stroomafnemers. Bepaalde onderdelen van de voertuigen komen zo onder een spanning van 3 kv (gelijkspanning) of 25 kv (wisselspanning). De spanning van 3 kv (gelijkspanning) of 25 kv (wisselspanning) is ook aanwezig op het onderste gedeelte van de rijtuigen. Eventueel contact daarmee is even gevaarlijk als rechtstreeks contact met de bovenleiding HS - kabels Over de terreinen van de NMBS lopen HS - kabels van verschillende herkomst: Voeding van de bovenleiding (zie ) Verbindingen tussen HS - posten Infrabel en Infrabel - leverancier Derden, met een vergunning bij Ministerieel Besluit 1 kv verdeling voor de seininrichting LS - kabels Over de terreinen van INFRABEL ligt een net van LS - kabels om de verschillende toestellen van de ES - infrastructuur te voeden (seininrichting, verlichting, verwarming, drijfkracht, bovenleiding, telecommunicatie) alsmede LS - kabels van derde met een vergunning bij Ministerieel Besluit. Alle personeelsleden, van alle diensten en aannemers, die werken uitvoeren in de nabijheid van de bovenleiding moeten steeds op de hoogte zijn dat de bovenleiding onder 3KV spanning staat.

13 13 De algemene risico's eigen aan het werken in en in de omgeving van de sporen zijn vermeld in de brochure Veilig werken en zich verplaatsen bij de NMBS. Iedere aannemer wordt verondersteld een analyse gemaakt te hebben van zijn eigen specifieke risico's en tevens de gepaste preventiemaatregelen toegepast te hebben Buiten spanningstelling van de bovenleiding Directie I vraagt de buiten spanningstelling aan en zorgt voor de aarding. Er bestaat steeds gevaar dat deze aarding onterecht weggenomen wordt, of dat ze beschadigd geraakt Bevestiging van de buitenspanning stelling Alle personeelsleden, van alle diensten en aannemers, die werken uitvoeren in de nabijheid van de bovenleiding moeten steeds op de hoogte zijn van het al of niet buitenspanning zijn van de bovenleiding. Het gevaar bestaat dat er werken starten, waarvoor een buiten spanningstelling noodzakelijk is, zonder dat dit effectief gebeurd is. Naar het einde van de prestatie kunnen er nog werken uitgevoerd worden nadat de bovenleiding terug onder spanning gegeven werd. 5.4 Werken met spoorvoertuigen en (of) wegspoor - kranen Verschillende weg - en spoorvoertuigen worden door verschillende diensten of aannemers ingezet. Ieder voertuig kan een aanrijding veroorzaken van materieel of personeel. 5.5 Lawaaihinder Op iedere werf is het risico van lawaaihinder groot. Vooral kleine mechanische tuigen zijn soms slecht afgedempt. 5.6 Specifieke risico s Per deelopdracht zal een aanpassing uitgegeven worden van dit veiligheidsplan met de specifieke risico s per deelopdracht.

14 14 6 Preventiemaatregelen 6.1 Algemene preventiestructuur De dienstverlener is belast met het inzetten en onderhouden van de gemeenschappelijke preventiemiddelen en dat zolang de activiteiten op de terreinen dat vereisen. Elke tussenkomende partij verbindt er zich toe gekwalificeerde arbeidskrachten in te zetten, die opgeleid en op de hoogte gebracht werden van de risico's van hun vak en van de preventieve maatregelen die erop betrekking hebben. Er wordt regelmatig aan de preventieregels herinnerd, vooral bij de aanvang van een nieuwe activiteit. Deze opleiding is een taak van de respectievelijke hiërarchische lijnen. Elke tussenkomende partij wordt verzocht om geen bijkomende risico's te creëren voor de andere aannemers die op dezelfde werf werkzaam zijn. Ze worden verzocht om actief mee te werken aan de toepassing van de coördinatie die voor de werf voorzien is. Voor elke werknemer die een veiligheidsfunctie vervult of een risicopost bekleedt, moet een geschikt medisch attest kunnen voorgelegd worden op verzoek van de bouwdirectie. De taal van het ontwerp is het Nederlands. Elke aannemer die anderstalig personeel inzet verbindt er zich toe de verschillende consignes en de preventieregels te vertalen en zijn werknemers op te leiden en op de hoogte te brengen in hun moedertaal of in een andere taal die ze beheersen. De algemene preventiemaatregelen zijn beschreven in bundel 63: Veiligheids en gezondheidsmaatregelen bij het uitvoeren van opdrachten beheerd door Infrabel Indien van toepassing: De specifieke beveiligingsmaatregelen in verband met het buiten dienst stellen van de sporen en het buitenspanning stellen van de bovenleiding zijn vermeld in de tijdelijke plaatselijke onderrichting (TPO) en beveiligingsconsigne. Vooraleer werken uit te voeren, wordt een lijst aangelegd van de aanwezige werknemers. Individueel wordt deze lijst ondertekend, waarmee ze verklaren dat ze op de hoogte zijn van de risico s en de preventiemaatregels kennen.

15 Voorkomen van aanrijding door voorbijrijdende spoorvoertuigen Plaatsen schildwachten Alle werken die uitgevoerd worden in, of waarbij de kans bestaat dat ze kunnen indringen in de gevarenzone, moeten verplicht uitgevoerd worden onder de bescherming van één of meerdere schildwachten van directie Infrastructuur. Wanneer door deze schildwachten alarm gegeven wordt, moet de gevarenzone van het in dienst zijnde spoor onmiddellijk ontruimd worden Buitendienststellen van één of meerder sporen In de periodes, vermeld in het bestek, wordt op vraag van de aannemer, het spoor (of meerdere sporen) door Infrabel buiten dienst gesteld Bevestiging van de buiten dienst stelling Alle werknemers die in de omgeving van een spoor werken moeten steeds op de hoogte zijn van het al of niet buiten dienst zijn van dit spoor. Na het buiten dienst stellen van een spoor wordt een document I427 opgesteld om de werfleider van de hoofdaannemer in te lichten over de juiste afbakening van het buiten dienst gesteld spoor. De werfleider staat dan verder in voor het verwittigen van zijn werknemers en zijn onderaannemers. 6.3 Voorkomen van elektrocutie Buiten spanningstelling van de bovenleiding De geplaatste aardingen worden steeds afgedekt met een handstopsein en klappers. Deze worden onder geen enkel beding weggenomen. De keuze van de plaats van aarding moet dus zodanig zijn dat ze met zekerheid gedurende de ganse prestatie kan blijven hangen Bevestiging van de buitenspanning stelling Alle werknemers die in de omgeving van de bovenleiding werken uitvoeren moeten steeds op de hoogte zijn van het al of niet buitenspanning stellen ervan. Hiervoor wordt één document I427 opgesteld voor de werfleider van de hoofdaannemer, deze staat dan verder in voor de verwittiging van zijn werknemers en onderaannemers. 6.4 Werken met spoorvoertuigen en (of) wegspoor - kranen Verschillende tuigen worden op de werf ingezet: autorail bovenleidingen, weg spoor kranen, onderstopmachines... Het nazien van de keuring van deze machines en het toelaten op de werf is een verantwoordelijkheid van de leidende ambtenaar. Voor elke verplaatsing van deze tuigen vergewist de bestuurder zich ervan dat de personen die zich in zijn omgeving bevinden deze beweging opgemerkt hebben. Inzonderheid voor de wegspoor kranen is het verboden om in geval van verplaatsing, dus niet tijdens het effectief werken, gelijktijdig de kraan te draaien en te verrijden. De bestuurder kijkt steeds in de richting van de uitgevoerde verplaatsing. De bestuurders van de machines zijn hoofdverantwoordelijke voor een veilige bediening van deze tuigen.

16 16 Alle aanwezige werknemers en toezichtpersoneel, zowel van de aannemer, de onderaannemers of van Infrabel blijven zo veel als mogelijk buiten het werkbereik van de verschillende tuigen. Indien ze toch in de gevarenzone moeten werken of toezicht houden staan ze in voor hun eigen veiligheid, of laten zich beveiligen door een waker, die hen kan verwittigen over naderende bewegingen. Elke dienst, of aannemer zorgt hier afzonderlijk voor. 6.5 Lawaaihinder Alle nodige maatregelen moeten genomen worden om het lawaai te beperken. Inzonderheid tijdens de nachtwerken moet de geluidsoverlast tot een minimum beperkt te worden. Machines die voor langere tijd niet gebruikt worden moeten stilgelegd worden. De doorslijpmachines en ander klein mechanisch spoorgereedschap mogen slechts een aanvaardbaar geluidsniveau bereiken (<80dbA). Machines die een te hoog geluidsniveau produceren zullen geweigerd worden en mogen niet ingezet worden. Het verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen voor de werknemers die met deze tuigen werken is een taak voor iedere werkgever afzonderlijk per bedrijf of dienst.

17 Specifieke risico s Per deelopdracht zal een onderzoek gedaan worden naar de specifieke risico s voor het betrokken werk.

18 18 7 Milieugebonden verplichtingen Alle nodige maatregelen worden getroffen om de hinder voor mens en omgeving tot een minimum te beperken 8 Inrichting van de bouwplaats 8.1 Inplanting van loodsen en werfketen Parking voor voertuigen. Voertuigen worden steeds volgens het verkeersreglement geparkeerd. Infrabel stelt geen terrein ter beschikking om dit te doen Toegang tot de werf De te bewerken bijsporen liggen in verschillende stations van het arrondissement. De toegangsweg zal per deelwerk opgegeven worden, samen met de in acht te nemen veiligheidsmaatregelen. 9 Interne en externe hulpverlening Een ongeval wordt ernstig of zeer ernstig genoemd als de DIENST 100 moet worden opgeroepen. Alle andere ongevallen worden licht genoemd. Er wordt een lijst met de aanwezige hulpverleners opgehangen in de keet van de hoofdaannemer. Deze werknemers staan in voor de eerste hulp bij ongevallen. Opmerking: Alle ongevallen worden gemeld aan de coördinator verwezenlijking. De bijna ongevallen = incidenten die het nemen van correctieve maatregelen vereisen, moeten aan de coördinator verwezenlijking gemeld worden.

19 19 Bijlage I: INSTRUCTIEBLAD BIJ EEN ONGEVAL 1. HOE HANDELEN BIJ EEN ONGEVAL? Elk overblijvend gevaar afwenden. Het slachtoffer troosten. Een hulpverlener alle mogelijke verzorging aan het slachtoffer laten geven. Zo nodig, de passende hulpverleningsprocedures organiseren. Paniek vermijden. Ruzie en onrust vermijden bij de werknemers. Onderzoek naar de omstandigheden waarin het ongeval zich heeft voorgedaan. 2. FORMALITEITEN en GEGEVENS Naam van het slachtoffer... Dag, datum en uur van het ongeval:... Heeft men de draagberrie gebruikt? ja neen Persoon die de eerste hulp heeft toegediend:... Vervoer naar ziekenhuis: ja neen Indien ja: - met ziekenwagen - met werfvoertuig - uur van vertrek:... Andere mogelijkheden: - de gekwetste begeeft zich alleen naar het ziekenhuis - de gekwetste raadpleegt zijn behandelende geneesheer - verzorging alleen op de werf Datum en uur waarop de volgende personen of instanties werden ingelicht: familie van de gekwetste:... raadgever inzake preventie:... veiligheidscoördinator:... technische inspectie:... Documenten te bezorgen aan het slachtoffer of de begeleidende persoon: medisch attest in te vullen door de geneesheer, attest van genezing, ook in te vullen door de geneesheer. De werknemer die het slachtoffer is van een arbeidsongeval moet ook zijn ziekenfonds op de hoogte brengen. Datum waarop hij zijn werk hervat:...

20 20 Bijlage II: PROCEDURE BIJ EEN ERNSTIG ONGEVAL 1. Vóór elke andere actie: het eventueel overblijvende gevaar afwenden. Bij voorbeeld: de stroom afsnijden, onstabiele voorwerpen verwijderen of stabiliseren. 2. Alarm bij de werfleiding en de interne hulpdiensten. 3. Bijstand aan het slachtoffer. 4. Oproep externe hulpdiensten = Dienst 100 (in principe te beslissen door de hulpverlener en/of werfleiding). Dergelijke oproep gebeurt vanaf het centraal werfbureau door een werfleider. Inhoud van het bericht: Naam van de oproeper: identificatie van de werf: lokaliseren van het ongeval: aantal gekwetsten en de aard van de wonden: 5. De volgende personen of instanties inlichten: De familie van het slachtoffer in geval van verblijf in het ziekenhuis of overlijden; De veiligheidscoördinator; De betrokken werkgever en zijn raadgever inzake preventie; De leidend ambtenaar of zijn vertegenwoordiger op de werf; De bevoegde technische inspectie West - Vlaanderen Tel: Fax: Onmiddellijk bij een zeer ernstig arbeidsongeval en binnen de tien dagen indien het om een ernstig arbeidsongeval gaat. 6. Onderzoek naar de omstandigheden van het ongeval door de raadgever inzake preventie van de betrokken aannemer + geschreven verslag (kopie aan de veiligheidscoördinator). 7. Onmiddellijk maatregelen nemen op de werf om herhaling van vergelijkbare ongevallen te vermijden.

21 21 Bijlage III : NOODNUMMERS BRANDWEER ZIEKENWAGEN Hulpdiensten 100 ZIEKENHUIS Brugge AZ Sint-Jan 050/ A. Ruddershove Brugge AZ Sint-Lucas 050/ St, Lucaslaan Brugge ZIEKENHUIS Oostende AZ Damiaan campus H. Hart 059/ Gouwelozestraat Oostende Henri Serruys 059/ Kaïrostraat 84 / 8400 Oostende ZIEKENHUIS Blankenberge AZ Koningin Fabiola 050/ Dr. F. Verhaeghestraat Blankenberge ZIEKENHUIS Knokke AZ OLV Ter Linden 050/ Graaf Jansdijk Knokke-Heist ORDEDIENSTEN Noodnummer 101 Politiediensten Brugge 050/ Lodewijk Coiseaukaai Brugge Politiediensten Zeebrugge 050/ Marktplein Zeebrugge Politiediensten Oostende 059/ Alfons Pieterslaan Oostende Politiediensten 050/ Kerkstraat 153 Blankenberge Politiediensten Knokke- Heist 8370 Blankenberge 050/ Van Steenestraat Knokke-Heist

22 22 NOODNUMMERS Infrabel Verdeler ES (bovenleidingen) Traffic Control (treinverkeer) permanentie permanentie

23 23 Bijlage IV: BEVESTIGING VAN KENNISNAME Toepassing van artikel 30, lid 2, 1 en 2 van het KB van (BS ) betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. Door de inschrijver in te vullen, te tekenen en bij zijn offerte te voegen. Ik ondergetekende bevestig: Deze opdracht te zullen uitvoeren volgens de regels van de kunst en het goed vakmanschap; Kennis te hebben genomen van de inhoud van het veiligheids- en gezondheidsplan; In mijn offerte rekening te hebben gehouden met alle risico s, maatregelen en instructies opgenomen in dit veiligheids- en gezondheidsplan; Het veiligheids- en gezondheidsplan volledig te zullen naleven; Ik beschrijf hierna de risico s eigen aan mijn onderneming en de eventuele bijkomende veiligheids- en gezondheidsmaatregelen die ik heb voorzien in functie van de uitvoeringsmethoden die ik zal gebruiken bij de uitvoering van deze opdracht: Ik raam de veiligheids- en gezondheidsmaatregelen die ik heb voorzien voor de uitvoering van deze opdracht op een bedrag van euro (in letters en cijfers) en hou hierbij rekening met het feit dat deze kostprijs geen supplementaire post is maar daarentegen reeds verrekend is in de verschillende posten van de opmetingsstaat. Ik neem er kennis van dat: Bij niet-ondertekening of afwezigheid van dit document bij mijn inschrijving, mijn offerte nietig zal verklaard worden; Indien de inhoud van dit document als onvolledig of niet conform met het veiligheids- en gezondheidsplan wordt beoordeeld, mijn offerte kan nietig verklaard worden; Mijn offerte bij niet-opgave van hoger genoemde kostprijs nietig kan verklaard worden. Opgemaakt te... Op datum van... De inschrijver, (naam en handtekening)