INFRABEL NV van publiek recht Directie Infrastructuur en Aankopen
|
|
- Christian Goossens
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 INFRABEL NV van publiek recht Directie Infrastructuur en Aankopen BUNDEL 63 Veiligheids- en gezondheidsmaatregelen bij het uitvoeren van opdrachten beheerd door Infrabel.
2 BUNDEL 63 Deze bundel is de verzameling van de gebruikelijke voorschriften met betrekking tot de organisatie van de veiligheid op de bouwplaats. Hij is van toepassing op een bepaalde opdracht voor zo ver hij vermeld is in het bestek of in het als dusdanig geldend document. Het kan voorkomen dat de voorschriften van deze bundel moeten aangevuld of gewijzigd worden. Deze aanvullingen of wijzigingen zijn duidelijk gemeld en opgenomen in het bestek of in het Veiligheids- en Gezondheidsplan indien het bestaat. Nr van het bijvoegsel Nr en jaar van de omzendbrief Nr van de te wijzigen bladzijden Gewijzigde tekst Opmerking
3 Inhoudstafel BUNDEL 63 INHOUDSTAFEL 1 ARBEIDSREGLEMENTERING EN ALGEMENE VOORSCHRIFTEN Veiligheidsmaatregelen Arbeidsreglementering Richtlijnen aan het personeel van de aannemer Algemeen Maatregelen van de aannemer ter beveiliging van zijn personeel Schriftelijke bevestiging door de aannemer Eerste Hulp Bestrijding van brand Evacuatie van werknemers BIJZONDERE BEPALINGEN BETREFFENDE WERKZAAMHEDEN VAN ONDERNEMINGEN VAN BUITENAF Algemeen Bijzondere bepalingen betreffende "niet" tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Voorlichtingsplicht Verplichting om de activiteiten te coördineren Controleplicht Informatieplicht aannemer ten aanzien van Infrabel Bijzondere bepalingen betreffende tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Geval Ontwerpfase: De aannemer wordt geacht alleen te werken Fase verwezenlijking Geval Ontwerpfase: De aannemer zal vermoedelijk niet alleen werken Fase verwezenlijking VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ WERKEN IN OF IN DE NABIJHEID VAN DE SPOREN Definities Gevarenzone en veiligheidsafstand Risico's Uitwijkplaats Types van indringing in de gevarenzone Veiligheidsmaatregelen - beveiligingssysteem i/ii
4 Inhoudstafel BUNDEL 63 4 VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR WERKEN IN DE NABIJHEID VAN INSTALLATIES VOOR ELEKTRISCHE TRACTIE EN ANDERE ELEKTRISCHE INSTALLATIES Begrippen Hoogspanning voor elektrische tractie Elektrisch rollend materieel Hoogspanningskabels en -apparatuur Laagspanningskabels Risico s Veiligheidsafstanden t.o.v. bovenleidingsinstallaties onder spanning Werken zonder lange voorwerpen Werken met lange voorwerpen, zoals kranen of hijswerktuigen Spoorgebonden werktuigen Voertuigen niet bewegend op het spoor Werken aan bovenleidingsinstallaties, in de nabijheid van installaties nog onder spanning Werken met bovenleiding buiten spanning...19 ii/ii
5 Arbeidsreglementering en algemene voorschriften BUNDEL 63 1 Arbeidsreglementering en algemene voorschriften 1.1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN Infrabel heeft bij de studie van de opdracht rekening gehouden met de algemene principes van voorkoming inzake veiligheid en gezondheid vooral bij het bepalen van de technische keuzen. De werken moeten worden uitgevoerd volgens de in voege zijnde wetgeving voor de bescherming van de arbeid. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat de veiligheids- en gezondheidsvoorschriften opgenomen in deze bundel en aangevuld door deze van het bestek en/of deze uit het Veiligheids- en Gezondheidsplan, minimale maatregelen ter zake zijn en dat ze niet noodzakelijk volledig zijn. Men gaat ervan uit dat de inschrijver bij het opmaken van zijn prijs rekening gehouden heeft met alle elementen die betrekking hebben op deze materie en die het gevolg zijn van de door hem gekozen uitvoeringsmethodes. De genomen maatregelen dienen ten allen tijde aangepast te worden aan de exploitatievoorwaarden of de technische omstandigheden. 1.2 ARBEIDSREGLEMENTERING De werken moeten uitgevoerd worden volgens de wettelijke voorschriften betreffende de veiligheid en de gezondheid. De aannemer wordt geacht in zijn prijsofferte rekening te hebben gehouden met al deze voorschriften. 1.3 RICHTLIJNEN AAN HET PERSONEEL VAN DE AANNEMER ALGEMEEN In het kader van de voorkoming van ongevallen, wordt de aannemer verzocht de voorschriften en aanbevelingen te volgen van Infrabel aan de werknemers van externe ondernemingen die zich verplaatsen en werken in de aanhorigheden van Infrabel en die overgenomen worden in het boekje Veilig werken en zich verplaatsen bij de NMBS. Dit boekje wordt door de NMBS-Holding, Directie Strategie en Coördinatie, Dienst Veiligheid en Milieu (DOS VM), afdeling H-VM.02 uitgegeven. Van dit boekje kan een exemplaar gratis verkregen worden bij de leidend ambtenaar. Indien de aannemer meerdere exemplaren wenst, kan hij er bijkomende bekomen bij de NMBS-Holding, Directie Strategie en Coördinatie, bureau H-VM.009 sectie 10, Charles Parentéstraat 28A te 1070 Brussel. 1/19
6 Arbeidsreglementering en algemene voorschriften BUNDEL MAATREGELEN VAN DE AANNEMER TER BEVEILIGING VAN ZIJN PERSONEEL Behalve indien het bestek of elk ander als dusdanig geldend, contractueel document andere voorschriften geeft, moeten de aannemer, zijn personeel en het personeel van zijn eventuele onderaannemers zelf waken over hun veiligheid wanneer ze zich op het domein van de spoorweg bevinden, wanneer ze langs de sporen gaan of deze oversteken, wanneer ze werken uitvoeren in de sporen, zelfs als deze buiten dienst zijn, of wanneer ze zich in de nabijheid van sporen en/of bovenleidingen in dienst bevinden. De aannemer moet daarom onder zijn gehele en uitsluitende verantwoordelijkheid iedere nodige preventiemaatregel nemen. Bij toepassing van wat voorafgaat en zonder dat de volgende opsomming als beperkend beschouwd mag worden, moet de aannemer in het bijzonder zijn personeel verbieden, als dit niet strikt noodzakelijk is om het werk uit te voeren, om: - langs de sporen te gaan; - de sporen over te steken; - plaats te nemen in een spoor naast een ander waarop een trein rijdt. De te nemen veiligheidsmaatregelen bij werken in of in de nabijheid van de sporen en bij werken in de nabijheid van installaties voor elektrische tractie en andere elektrische installaties worden beschreven in de hoofdstukken 3 en 4 hierna SCHRIFTELIJKE BEVESTIGING DOOR DE AANNEMER De aannemer is er toe gehouden om aan de leidend ambtenaar een naamlijst over te dragen waarin alle door hem en door zijn eventuele onderaannemers tewerkgestelde personen, verklaren dat zij de onderrichtingen aangaande de risico s voor de veiligheid en de gezondheid, waaraan zij tijdens hun activiteiten op het werkterrein zijn blootgesteld, ontvangen en begrepen hebben. Dit gebeurt ten laatste twee werkdagen vóór de aanvang van de werken. De hierboven vermelde lijst wordt constant bijgewerkt door de aannemer. In deze zin levert hij aan de leidend ambtenaar de getekende verklaringen in functie van de personeelsbewegingen op de werf en/of de nieuwe voorschriften in zake veiligheid & gezondheid als gevolg van de evolutie op de werf. De aannemer waakt erover dat zijn personeel en het personeel van zijn eventuele onderaannemers de voorkomings- en beschermingsmaatregelen naleeft die in het bestek zijn opgenomen of die in documenten staan waarnaar wordt verwezen. Hij moet er ook voor zorgen dat de veiligheidsconsignes en de bevelen van de leidend ambtenaar (of diens vertegenwoordiger) worden opgevolgd wanneer zijn personeel zich langs de sporen begeeft of wanneer het werken uitvoert in de sporen 2/19
7 Arbeidsreglementering en algemene voorschriften BUNDEL 63 (zelfs buiten dienst) of in de omgeving van in dienst gehouden sporen en/of bovenleidingen die niet buiten spanning gesteld werden. Ten allen tijde blijft de aannemer alleen verantwoordelijk voor zijn eigen veiligheid, deze van zijn personeel en deze van zijn eventuele onderaannemers. 1.4 EERSTE HULP BESTRIJDING VAN BRAND EVACUATIE VAN WERKNEMERS De evacuatie van de werf dient te gebeuren volgens de aanwijzingen opgenomen in het veiligheids- en gezondheidsplan. Dit plan wordt doorlopend aangepast volgens de vordering van de werf. De eerste hulp wordt georganiseerd door de aannemer, zoals bepaald in het veiligheids- en gezondheidsplan. Indien geen veiligheids- en gezondheidsplan opgesteld moet worden, volstaat het van toe te passen: - de algemene maatregelen van toepassing op deze materie; - en in voorkomend geval de bijzondere en/of bijkomende maatregelen opgenomen in het bestek. 3/19
8 Bijzondere bepalingen betreffende werkzaamheden van ondernemingen van buitenaf BUNDEL 63 2 Bijzondere bepalingen betreffende werkzaamheden van ondernemingen van buitenaf 2.1 ALGEMEEN De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk bevat in haar artikel 5 verschillende algemene verplichtingen ten laste van de werkgever. Onder het begrip werkgever moet worden verstaan Infrabel ten aanzien van haar eigen personeel en de aannemer of zijn onderaannemers ten aanzien van hun personeel. De aannemer wordt erop gewezen deze verplichtingen nauwgezet na te leven. Verder bevat deze wet bijzondere bepalingen die verschillend zijn naargelang deze van toepassing zijn op <<niet>> tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (hoofdstuk IV van de wet) dan wel op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (hoofdstuk V van de wet). In dit kader is Infrabel bouwheer en de aannemer bouwdirectie belast met de verwezenlijking. 2.2 BIJZONDERE BEPALINGEN BETREFFENDE "NIET" TIJDELIJKE OF MOBIELE BOUWPLAATSEN VOORLICHTINGSPLICHT Infrabel bezorgt de aannemer de nodige informatie met betrekking tot de risico s en maatregelen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk van toepassing in haar inrichting en dit via huidig bundel en het bestek. De aannemer moet zijn werknemers en/of onderaannemers informeren over de veiligheids- en gezondheidsrisico s waaraan ze blootstaan tijdens hun werkzaamheden in de installaties van Infrabel alsook over de genomen beschermings- en preventiemaatregelen om die risico s het hoofd te bieden. Hij moet hen ook informeren over de eerste hulp, de brandbestrijding, de maatregelen voor de evacuatie van de werknemers, VERPLICHTING OM DE ACTIVITEITEN TE COÖRDINEREN Tenzij het bestek anders bepaalt, zorgt de leidend ambtenaar voor de coördinatie. De aannemer is verplicht hiertoe zijn volle medewerking te verlenen. 4/19
9 Bijzondere bepalingen betreffende werkzaamheden van ondernemingen van buitenaf BUNDEL CONTROLEPLICHT De aannemer verbindt er zich toe de verplichtingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, die eigen zijn aan de inrichting van Infrabel waar zijn werknemers werkzaamheden komen uitvoeren, na te leven. Ingeval de aannemer de onder voorgaand lid bedoelde verplichtingen niet of gebrekkig naleeft, kan Infrabel steeds zelf de nodige maatregelen nemen op kosten van die aannemer. De aannemer moet aan elke onderaannemer die hij aan het werk zet binnen de installaties van Infrabel, vooraleer deze onderaannemer enig werk aanvat, een overeenkomst ter ondertekening voorleggen die dezelfde verplichtingen bevat zoals opgesomd in voorgaande 2 alinea s. Hij moet Infrabel een ondertekende kopie van deze overeenkomst(en) bezorgen INFORMATIEPLICHT AANNEMER TEN AANZIEN VAN INFRABEL Vóór de aanvang van de opdracht en uiterlijk 15 kalenderdagen na de betekening van de goedkeuring van de inschrijving moet de aannemer de leidend ambtenaar schriftelijk inlichten over de risico s eigen aan zijn bedrijf en hem meedelen welke maatregelen hij zal treffen om te voldoen aan de veiligheidsvereisten van de aanbestedingsdocumenten, zowel voor de risico s eigen aan de werken als voor de risico s eigen aan zijn bedrijf. Gedurende het verloop van de aanneming in uitvoering zal de aannemer de leidend ambtenaar tijdig 1 en schriftelijk inlichten over eventuele gewijzigde of nieuwe uitvoeringsmethodes, bijkomende risico s en veiligheids- en gezondheidsmaatregelen. De leidend ambtenaar heeft het recht te eisen dat de aannemer aan de voorgestelde maatregelen iedere wijziging of aanvulling aanbrengt die hij nodig acht om het vereiste veiligheidsniveau te bereiken. 2.3 BIJZONDERE BEPALINGEN BETREFFENDE TIJDELIJKE OF MOBIELE BOUWPLAATSEN De aannemer wordt in het bijzonder gewezen op zijn specifieke verplichtingen zoals bepaald in onderafdeling IV, afdeling VI, hoofdstuk 5, titel III van de Codex over het welzijn op het werk. De aannemer van werken moet alle wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen naleven en doen naleven door elke persoon die handelt als 1 Minstens 2 kalenderweken voor : - de gewijzigde of nieuwe uitvoeringsmethode wordt toegepast; - het risisco zich stelt; - de maatregel wordt genomen. 5/19
10 Bijzondere bepalingen betreffende werkzaamheden van ondernemingen van buitenaf BUNDEL 63 onderaannemer, en door elke persoon die personeel tewerkstelt op de werf, zowel inzake veiligheid en hygiëne als inzake de algemene arbeidsvoorwaarden. De aannemer van diensten of leveringen moet alle wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen naleven en doen naleven door zijn eigen onderaannemer(s), en door elke persoon die hem personeel ter beschikking stelt, zowel inzake veiligheid en hygiëne als inzake de algemene arbeidsvoorwaarden. Er zijn twee gevallen: GEVAL ONTWERPFASE: DE AANNEMER WORDT GEACHT ALLEEN TE WERKEN. Er wordt geen coördinator-ontwerp aangesteld. Er wordt geen veiligheids-en gezondheidsplan bij het bestek bevoegd. Infrabel bezorgt de aannemer de nodige informatie met betrekking tot de risico s en maatregelen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk van toepassing in haar inrichting en dit via huidig bundel en het bestek FASE VERWEZENLIJKING a. De aannemer werkt effectief alleen De leidend ambtenaar zorgt voor de coördinatie van de activiteiten op de bouwplaats. De aannemer is verplicht zijn medewerking te verlenen aan deze coördinatie en samen te werken met Infrabel bij de uitvoering van de maatregelen inzake veiligheid en gezondheid van de personen betrokken bij het uitvoeren van de werken. Vóór aanvang van de opdracht en uiterlijk 15 kalenderdagen na de betekening van de goedkeuring van de inschrijving moet de aannemer de leidend ambtenaar schriftelijk inlichten over de risico s eigen aan zijn bedrijf en hem meedelen welke maatregelen hij zal treffen om te voldoen aan de veiligheidsvereisten van de aanbestedingsdocumenten, zowel voor de risico s eigen aan de werken als voor de risico s eigen aan zijn bedrijf. Gedurende het verloop van de aanneming in uitvoering zal de aannemer de leidend ambtenaar tijdig 2 en schriftelijk inlichten over eventuele gewijzigde of nieuwe uitvoeringsmethodes, bijkomende risico s en veiligheids- en gezondheidsmaatregelen. 2 Minstens 2 kalenderweken vóór : - de gewijzigde of nieuwe uitvoeringsmethode wordt toegepast; - het risico zich stelt; - de maatregel wordt genomen. 6/19
11 Bijzondere bepalingen betreffende werkzaamheden van ondernemingen van buitenaf BUNDEL 63 De leidend ambtenaar heeft het recht te eisen dat de aannemer aan de voorgestelde maatregelen iedere wijziging of aanvulling aanbrengt die hij nodig acht om het vereiste veiligheidsniveau te bereiken. Een postinterventiedossier moet worden opgesteld voor de werken die betrekking hebben op de structuur, op de essentiële elementen van het bouwwerk, of op toestanden die een aantoonbaar gevaar inhouden. Tenzij het bestek anders bepaalt, wordt dit postinterventiedossier opgesteld - en tijdens de loop van de opdracht ook aangepast - door de leidend ambtenaar. b. Er doen zich onvoorziene omstandigheden voor die de aannemer of Infrabel ertoe aanzetten beroep te doen op één of meerdere bijkomende (onder)aannemers Infrabel zal alsnog een coördinator-verwezenlijking aanstellen. Vóór de aanvang van de opdracht en uiterlijk 15 kalenderdagen na de betekening van de goedkeuring van de inschrijving moet de aannemer de leidend ambtenaar schriftelijk inlichten over de risico s eigen aan zijn bedrijf en hem meedelen welke maatregelen hij zal treffen om te voldoen aan de veiligheidsvereisten van de aanbestedingsdocumenten, zowel voor de risico s eigen aan de werken als voor de risico s eigen aan zijn bedrijf. Gedurende het verloop van de aanneming in uitvoering zal de aannemer de leidend ambtenaar en de coördinator-verwezenlijking tijdig 3 en schriftelijk inlichten over eventuele gewijzigde of nieuwe uitvoeringsmethodes, bijkomende risico s en veiligheids- en gezondheidsmaatregelen. De leidend ambtenaar heeft het recht te eisen dat de aannemer aan de voorgestelde maatregelen iedere wijziging of aanvulling aanbrengt die hij nodig acht om het vereiste veiligheidsniveau te bereiken GEVAL ONTWERPFASE: DE AANNEMER ZAL VERMOEDELIJK NIET ALLEEN WERKEN. Infrabel stelt een coördinator-ontwerp aan. Deze coördinator-ontwerp zal ondermeer een veiligheids- en gezondheidsplan opstellen. Dit veiligheids- en gezondheidsplan wordt bij het bestek gevoegd. Ter uitvoering van art. 30 lid 2 1 en 2 van onderafdeling I, afdeling IV, hoofdstuk 5, titel III van de Codex over het welzijn op het werk zal als bijlage aan dit veiligheids- 3 Minstens 2 kalenderweken vóór: - de gewijzigde of nieuwe uitvoeringsmethode wordt toegepast; - het risico zich stelt; - de maatregel wordt genomen. 7/19
12 Bijzondere bepalingen betreffende werkzaamheden van ondernemingen van buitenaf BUNDEL 63 en gezondheidsplan een document gevoegd worden dat door de inschrijvers getekend en naar behoren ingevuld met hun offerte moet worden ingediend FASE VERWEZENLIJKING a. De aannemer werkt alleen De coördinatie, uitgevoerd in de loop van het ontwerp van de opdracht, wordt tijdens de verwezenlijking van het bouwwerk niet verdergezet. In dit geval zijn de bepalingen voorzien onder punt a van toepassing. b. De aannemer werkt niet alleen: hij werkt met 1 of meerdere onderaannemers en/of er zijn gelijktijdige aannemingen en/of opeenvolgende aannemingen. Infrabel stelt vóór de aanvang der werken een coördinator-verwezenlijking aan. Vóór de aanvang van de opdracht en uiterlijk 15 kalenderdagen na de betekening van de goedkeuring van de inschrijving moet de aannemer de leidend ambtenaar en de coördinator-verwezenlijking schriftelijk inlichten over eventueel gewijzigde of nieuwe uitvoeringsmethodes, bijkomende risico s en veiligheids- en gezondheidsmaatregelen. Gedurende het verloop van de aanneming in uitvoering zal de aannemer de leidend ambtenaar en de coördinator-verwezenlijking tijdig 4 en schriftelijk inlichten over eventuele gewijzigde of nieuwe uitvoeringsmethodes, bijkomende risico s en maatregelen. De leidend ambtenaar heeft het recht te eisen dat de aannemer aan de voorgestelde maatregelen iedere wijziging of aanvulling aanbrengt die hij nodig acht om het vereiste veiligheidsniveau te bereiken. 4 Minstens 2 kalenderweken voor: - de gewijzigde of nieuwe uitvoeringsmethode wordt toegepast ; - het risico zich stelt ; - de maatregel wordt genomen. 8/19
13 Veiligheidsmaatregelen bij werken in of in de nabijheid van de sporen BUNDEL 63 3 Veiligheidsmaatregelen bij werken in of in de nabijheid van de sporen 3.1 DEFINITIES GEVARENZONE EN VEILIGHEIDSAFSTAND De gevarenzone is de zone waarin een werknemer blootstaat aan risico's teweeggebracht door spoorvoertuigen in beweging. Voor een spoor is dit de ruimte gelegen tussen twee vlakken evenwijdig met de as van het spoor en loodrecht op het rolvlak, langs weerskanten van het spoor, op een afstand VA, veiligheidsafstand genoemd. Deze afstand wordt loodrecht gemeten vanaf de buitenkant van elke spoorstaaf. Het rolvlak is het vlak gevormd door de hoogste punten van de zijden van de spoorstaven in contact met de wielen. Deze zone kan één of meerdere sporen omvatten. Elk buiten dienst gesteld spoor waarop werktreinen of gelijksoortige voertuigen rijden, moet (eveneens) als gevarenzone worden beschouwd. Als de toegestane maximumsnelheid niet hoger is dan 160 km/h, bedraagt de veiligheidsafstand VA 1,5 m, voor hogere snelheden (beperkt tot 300 km/h) bedraagt de veiligheidsafstand VA 2 m. 9/19
14 Veiligheidsmaatregelen bij werken in of in de nabijheid van de sporen BUNDEL 63 Voor voertuigen op sporen of op een wagen wordt de veiligheidsafstand VA van 1,5 m verminderd tot 1,20 m langs de kant van de dichtste spoorstaaf van het nabijgelegen (nevenliggend) spoor RISICO'S Onder risico voor het personeel, te wijten aan een spoorvoertuig in beweging, wordt verstaan: - de kans er door geraakt te worden; - de kans uit evenwicht te geraken door de luchtverplaatsing of de zuigkracht er door teweeggebracht. Onder risico voor een spoorvoertuig in beweging verstaat men de kans dat een persoon, een werktuig of eender welk voorwerp deze beschadigt of laat ontsporen UITWIJKPLAATS Een uitwijkplaats is een veilige plaats, dus buiten de gevarenzone waar de werknemers zich moeten opstellen tijdens de doortocht van een beweging. Een uitwijkplaats kan zijn: een zijpad, een verkeerspad, een werkpad, een nis, een zijdelingse voetbrug, een schuilplaats, een voldoende breed tussenspoor, een werkzone zonder verkeer of een perrongedeelte dat buiten de gevarenzone ligt. - Zijpad: het zijpad is een deel van de spoorbedding. Het bevindt zich langs het lopend spoor Het dient om de werknemers toe te laten zich veilig op te stellen bij de doortocht van een spoorvoertuig. Deze zijpaden kunnen te smal zijn om verplaatsingen toe te laten. - Verkeerspad: vrijgemaakte plaats langsheen een spoor, waardoor het mogelijk is ondermeer de gebruikte materialen en de mechanische werktuigen tijdelijk neer te zetten en te verplaatsen. Op een verkeerspad moeten de werknemers zich steeds kunnen verplaatsen. - Nis: dit is een uitsparing in de zijdelingse wand van een ingraving, een tunnel of een geluidwerende muur. Dit laat de werknemers toe zich veilig op te stellen bij de doortocht van een spoorvoertuig. Nissen worden aangebracht als de bestaande vrije ruimte tussen de gevarenzone en het kunstwerk onvoldoende is. - Schuilplaats: dit is een plaats aangelegd op een kunstwerk of een steile ophoging alsook boven een gracht. Deze schuilplaats laat toe zich veilig op te stellen bij de doortocht van een spoorvoertuig. Schuilplaatsen worden aangebracht als de bestaande vrije ruimte tussen de gevarenzone en het kunstwerk of kruin van de ophoging onvoldoende is. - Tussenspoor: dit is de ruimte begrepen tussen de assen van de nabije spoorstaven van 2 aangrenzende sporen 10/19
15 Veiligheidsmaatregelen bij werken in of in de nabijheid van de sporen BUNDEL TYPES VAN INDRINGING IN DE GEVARENZONE Er zijn 2 types indringing mogelijk in de gevarenzone van een spoor: - INDRINGING TYPE I: tijdelijke of bestendige indringing door personeel en/of door gereedschap en/of door materiaal dat snel kan verwijderd worden; - INDRINGING TYPE II: tijdelijke of bestendige indringing veroorzaakt door: - een voertuig dat in de buurt werkzaam is, onverschillig of dit voertuig zich in de nabijheid van het spoor, of op een nevenliggend spoor bevindt; - materialen en/of gereedschap die niet snel kunnen verwijderd worden wegens hun massa, of hun volume, of iedere andere reden. Het bestek of ieder als dusdanig geldend document zal, indien het bestaat, de eventueel te nemen maatregelen in geval van indringing(en) type I en/of II hernemen. 3.2 VEILIGHEIDSMAATREGELEN - BEVEILIGINGSSYSTEEM De aannemer stelt zelf een beveiligingssysteem in dienst die de veiligheid van zijn werknemers verzekert. Het beveiligingssysteem van de aannemer moet op zijn minst voldoen aan de voorschriften van Infrabel. Deze zijn opgenomen in bijlage. Het beveiligingssysteem van de aannemer moet voorgelegd en goedgekeurd worden door Infrabel. Infrabel informeert de aannemer over de veiligheidsmaatregelen die ze zal nemen om de veiligheid van haar personeel (en het personeel van haar dochterondernemingen) te verzekeren. Indien Infrabel oordeelt dat de uitvoering van de werken een risico inhoudt voor de veiligheid van het treinverkeer, kan Infrabel bijkomende maatregelen opleggen en indien nodig stelt zij zelf een beveiligingssysteem in dienst die de veiligheid van de spoorvoertuigen verzekert. Het beveiligingssysteem van de aannemer kan, volgens de omstandigheden, ofwel geïntegreerd worden in het beveiligingssysteem van Infrabel, ofwel er volledig onafhankelijk van zijn. Het bestek of ieder ander als dusdanig geldend, contractueel document kan indien nodig andere maatregelen voorschrijven. 11/19
16 Veiligheidsmaatregelen bij werken in of in de nabijheid van de sporen BUNDEL 63 VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR WERKEN IN DE NABIJHEID VAN INSTALLATIES VOOR ELEKTRISCHE TRACTIE EN ANDERE ELEKTRISCHE INSTALLATIES 3.3 BEGRIPPEN HOOGSPANNING VOOR ELEKTRISCHE TRACTIE Bovenleiding De bovenleiding is een verzameling van kabels, draden, feeders, uitrustingen, geplaatst boven de sporen voor de voeding in elektrische energie van de spoorvoertuigen. De inherente gevaren van die bovenleiding zijn van elektrische en mechanische (trekkracht) aard. Verbindingskabels tussen onderstations, sectioneerposten en bovenleidingen Onder andere ter hoogte van de onderstations en de sectioneerposten zijn verbindingskabels die de bovenleiding van spanning en stroom voorzien. Ze liggen, op terreinhoogte, in sleuven langs de sporen en op alle sleufdeksels is de pijl voor hoogspanning aangebracht. Ze kunnen ook bevestigd zijn aan de bovenleidingsconstructies. Men moet ervan uitgaan dat die kabels onafgebroken onder spanning staan. Terugstroomkring De terugstroomkring voert de tractiestroom terug naar het onderstation. Behalve door de spoorstaven en spoortoestellen, wordt de continuïteit van de terugstroomkring van de tractiestroom verder gewaarborgd door diverse dwarsverbindingen, langsverbindingen, inductieve verbindingen, Ter hoogte van de onderstations en sectioneerposten komen de terugstroomleidingen in een verzamelkast. In die omgeving zijn de verbindingen met het spoor in het rood geschilderd en voorzien van een waarschuwingsbord. Bij 25 kv zijn de spoorstaven, palen en metalen structuren in de omgeving geaard door een ingegraven aardingskabel langs het spoor en door dwarsverbindingen, aardingsequipotentiaalverbindingen genoemd ELEKTRISCH ROLLEND MATERIEEL De elektrische voertuigen maken contact met de bovenleiding via stroomafnemers. Zo doende staan bepaalde onderdelen van die voertuigen onder spanning. De hoogspanning is ook aanwezig op het onderste gedeelte van de rijtuigen. Eventueel contact daarmee is even gevaarlijk als rechtstreeks contact met de bovenleiding. 12/19
17 Veiligheidsmaatregelen bij werken in of in de nabijheid van de sporen BUNDEL HOOGSPANNINGSKABELS EN -APPARATUUR Over de terreinen van Infrabel lopen hoogspanningskabels en staat apparatuur van verschillende herkomst: - voeding van de bovenleiding; - verbinding tussen de hoogspanningsposten-infrabel en INFRABELleverancier; - voorverwarming 3 kv; - derden met een vergunning LAAGSPANNINGSKABELS Over de terreinen van Infrabel ligt een net van laagspanningskabels om de verschillende toestellen te voeden (seininrichting, verlichting, verwarming, wisselverwarming, drijfkracht, bovenleiding, telecommunicatie) alsmede laagspanningskabels van derden in bezit van een doorgangsvergunning. 3.4 RISICO S De gevaren van de elektriciteit zijn: - elektrisering of in het ergste geval elektrocutie: wanneer men de geleidende delen te dicht kan benaderen; - ontploffing, eventueel gevolgd door brand: wanneer er in een ontplofbare omgeving elektrische bogen of vonken ontstaan uit leidingen of toestellen onder spanning; Op het terrein van de spoorweg houden vooral de volgende installaties bijzondere risico s in: - hoogspanning voor elektrische tractie 3 kv gelijkspanning of 25 kv wisselspanning; - elektrisch rollend materieel, - elektrische energievoorziening voor rijtuigen; - hoogspanningskabels; - laagspanningskabels. 3.5 VEILIGHEIDSAFSTANDEN T.O.V. BOVENLEIDINGSINSTALLATIES ONDER SPANNING Elke persoon zonder bijzondere toelating moet op 3 m van de onder spanning staande delen blijven. Voorbeeld: een leverancier die materiaal levert op de werf. 13/19
18 Veiligheidsmaatregelen bij werken in of in de nabijheid van de sporen BUNDEL 63 Elke persoon die in de nabijheid van de vaste installaties voor tractie moet werken moet in het bezit zijn van een geschreven en nominatieve toelating welke hem toelaat te werken op afstanden kleiner dan 3 m van deze installaties. Die toelating, afgeleverd door de aannemer, geeft de categorie weer waartoe de persoon behoort; het is het bewijs dat de werknemer door de aannemer geïnformeerd is over de gevaren van elektriciteit. Iedere werknemer die zijn persoonlijke toelating niet kan voorleggen gedurende de werken, wordt beschouwd als een persoon zonder toelating. De aannemer bepaalt tot welke categorie elk van zijn werknemers behoort. Hij is volledig verantwoordelijk voor zijn keuzes en levert aan de leidende ambtenaar een nominatieve lijst per categorie van werknemers. Volgens de norm NBN-EN zijn er 4 categorieën van personen met toelating: - gewone personen; - gewaarschuwde personen; - bevoegde personen; - gespecialiseerde personen. De volgende documenten van de dienst Sterkstroom van Infrabel beschrijven in detail de werkomstandigheden en de te respecteren veiligheidsafstanden t.o.v. de delen onder spanning van de vaste installaties van de elektrische tractie: voor de vaste installaties van de elektrische tractie 3 kv DC; voor de vaste installaties van de elektrische tractie 25 kv AC; voor wat betreft de maatregelen bij werken met lange, smalle voorwerpen en zandstralen op sta- en loopoppervlakken in afgebakende en publieke zones met obstakels tussen het werkoppervlak en de spanning (3 kv DC en 25 kv AC) WERKEN ZONDER LANGE VOORWERPEN Lange voorwerpen zijn voorwerpen met een lengte groter dan 0,5 m. De beveiliging van personen tegen directe aanraking wordt hoofdzakelijk bekomen door het verwijderd houden van die personen van de onder spanning staande delen. Daartoe zal elk werkplatform voldoen aan één van beide voorwaarden: - ofwel zal een materieel element dienend als obstakel, ofwel de boord zich op een horizontale afstand van minstens a bevinden van elk deel onder spanning; - ofwel zal het werkoppervlak zich bevinden op een verticale afstand van minstens b onder elk deel onder spanning. 14/19
19 Veiligheidsmaatregelen bij werken in of in de nabijheid van de sporen BUNDEL 63 Daarnaast heeft elke persoon de verplichting met beide voeten op het werkplatform te blijven en tussen elk lichaamsdeel of elk voorwerp dat hij hanteert een afstand van minstens c verwijderd te blijven van de onder spanning staande delen. De waarden van de afstanden a, b en c worden per categorie personen beschreven in de tabel I. Tabel I Categorie van de werknemers Spanning (kv) Minimale horizontale afstand vanaf de boord van het werkoppervlak of een materieel element als obstakel (m) Minimale verticale afstand boven het werkoppervlak (m) Toegelaten gewilde bewegingen tot op minimum... (m) van de delen onder spanning "a" "b" "c" Persoon zonder toelating Gewone persoon met toelating Gewaarschuwde of bevoegde persoon met toelating (*) 3 of of 25 2,25 3,50 1,50 3 of 25 1,50 2,75 1,00 Gespecialiseerde 3 1,25 2,50 0,50 persoon met toelating 25 1,45 2,75 0,70 (*) De afstanden zijn dezelfde voor gewaarschuwde en bevoegde personen. Als de afstanden niet gerespecteerd kunnen worden, dient de bovenleiding buiten spanning gesteld te worden, behalve voor de uitzonderingsgevallen uit het punt /19
20 Veiligheidsmaatregelen bij werken in of in de nabijheid van de sporen BUNDEL 63 Lijst met mogelijke categorieën voor werknemers van een aannemer: Categorie van werknemers Gespecialiseerde personen Bevoegde personen gewaarschuwde personen gewone personen Personen van een aannemer voor het plaatsen van bovenleidingen of door zijn onderaannemers Personen van een aannemer aannemer voor het plaatsen van bovenleidingen of door zijn onderaannemers en schilder Schilders van constructies dicht bij de bovenleidingen * * * * * * * Schilders van andere constructies * Andere personen die werken uitvoeren * Spoorwerken, het leggen van kabels langs het spoor, werken aan kunstwerken, werken op platte wagens, diverse werken langs geëlektrificeerde sporen onder spanning dienen uitgevoerd te worden door personeel van de categorie gewone personen. Het plaatsen van luchtkabels, werken aan luifels, schilderwerken van bovenleidingsconstructies, werken met het klimmen op seinpalen of verlichtingspalen, werken met het hanteren van lange voorwerpen zoals wisselverwarmingselementen, dienen uitgevoerd te worden door personeel van de categorie gewaarschuwde personen. Werken aan bovenleidingsconstructies dienen uitgevoerd te worden door gespecialiseerde personen. Voor meer details kan de leidend ambtenaar geraadpleegd worden WERKEN MET LANGE VOORWERPEN, ZOALS KRANEN OF HIJSWERKTUIGEN In dit geval zijn er bijkomende voorzorgsmaatregelen door het moeilijk inschatten van de afstand tussen het uiteinde van het lange voorwerp en de delen onder spanning. 16/19
21 Veiligheidsmaatregelen bij werken in of in de nabijheid van de sporen BUNDEL 63 In het geval waar de bovenleidingen niet buiten spanning kunnen gesteld worden, dienen de volgende maatregelen genomen te worden: SPOORGEBONDEN WERKTUIGEN De amplitude van de beweging van het werktuig moet op zo'n manier begrensd zijn dat geen enkel gedeelte van het werktuig of zijn last dichter dan 0,50 m van de delen onder 3 kv en dichter dan 0,70 m van de delen onder 25 kv komt. Daartoe moet de vergrendelingsgrens rekening houden met een reserve voor alle mogelijke bewegingen of vervormingen van het tuig, zijn onderdelen, of de last. Voor een weg-spoorkraan mag die reserve niet minder genomen worden dan 0,30 m VOERTUIGEN NIET BEWEGEND OP HET SPOOR A. De delen van het voertuig of zijn last moeten tegenover de delen onder spanning de afstanden D min van de volgende tabel respecteren, waarbij Z de afstand is tussen het gezicht van de bestuurder van het voertuig en de delen onder spanning die benaderd worden: Tabel II Categorie van de bestuurder van het voertuig 3 kv DC 25 kv AC waarden D min - zonder bewegingsbegrenzing Gewone persoon Gewaarschuwd persoon Gespecialiseerd persoon 1,5 m + 25% van Z en maximaal 3 m 1,0 m + 25% van Z en maximaal 3 m 0,5 m + 25% van Z en maximaal 3 m 1,5 m + 25% van Z en maximaal 3 m 1,0 m + 25% van Z en maximaal 3 m 0,7 m + 25% van Z en maximaal 3 m Bijvoorbeeld: kraanman van de categorie gewaarschuwde persoon op 5 m (=Z) van de 3 kv: Dmin = 1,0 m + 25% van 5 m = 2,25 m. Als het voertuig uitgerust wordt met een bewegingsbegrenzing tegenover de delen onder spanning mag het supplement 25% verminderd worden, afhankelijk van de behandelde last, de begrenzer,... 17/19
22 Veiligheidsmaatregelen bij werken in of in de nabijheid van de sporen BUNDEL 63 B. De delen van het voertuig of zijn last mogen bovendien niet in de volgende zone op 3 m boven de spanning komen. Beide voorgaande voorschriften A en B resulteren in de gearceerde zone als verboden gebied voor de delen van het voertuig of zijn last. Om te kunnen werken binnen de verboden zones, moet de bovenleiding buiten spanning gesteld te worden. 18/19
23 Veiligheidsmaatregelen bij werken in of in de nabijheid van de sporen BUNDEL WERKEN AAN BOVENLEIDINGSINSTALLATIES, IN DE NABIJHEID VAN INSTALLATIES NOG ONDER SPANNING Deze werken mogen maar worden uitgevoerd door gespecialiseerde werknemers voorzien van hun toelating. In de drie hierna vermelde bijzondere gevallen: 1 ) werken op een platform van een autorail of ander voertuig en er is een enkelvoudige steunarm voor zijwaartse bevestiging als obstakel tussen het werkplatform en de delen onder spanning; 2 ) voor werken bovenop een autorail of ander voertuig wanneer één persoon, aanwezig bovenop de autorail, constant de bewaking van de uitvoerders van het werk als enige opdracht heeft; 3 ) bij het beklimmen van ladders en palen (waarvoor het werkoppervlak in het plan is gedimensioneerd) bij doorgang door één persoon; hieronder wordt verstaan dat de persoon steeds beide handen en voeten aan de ladderstijl/laddersport of aan de paal houdt tijdens het klimmen of afdalen; de persoon verricht geen andere taken dan louter dit beklimmen of afdalen zodat die de volle aandacht kan schenken aan zijn bewegingen, mag het werkoppervlak of het materieel element dat zijn bewegingen begrenst (bvb. de borstwering van een platform), horizontaal gemeten, dichter komen dan 1,25 m voor 3 kv of op minder dan 1,45 m voor 25 kv. In deze gevallen worden de horizontale afstanden en de afstanden voor de gewilde bewegingen voor gespecialiseerde personen: Spanning (kv) Minimale horizontale afstand vanaf de boord van het werkoppervlak of een materieel element als obstakel (m) Toegelaten gewilde bewegingen tot op minimum... (m) van de delen onder spanning 3 0,80 0, ,00 0, WERKEN MET BOVENLEIDING BUITEN SPANNING De bovenleiding moet buiten spanning gesteld worden volgens de procedure voor het buiten spanningstellen beschreven in Bundel 61 art Deze procedure moet nauwgezet gevolgd worden. De aannemer moet de bovenleiding als zijnde onder spanning beschouwen zo lang hij de schriftelijke bevestiging van de verwezenlijking van de buitenspanningstelling niet in zijn bezit heeft. 19/19
24 INFRABEL NV van publiek recht Directie Infrastructuur en Aankopen BIJLAGE aan bundel 63 Minimale beveiligingsvoorschriften van Infrabel voor werken in - of in de nabijheid van sporen (V<= 160 km/h). Deze bijlage is gebaseerd op het RAV, bundel 576, Deel III, hoofdstuk 1, Rubrieken 1, 2, 4 & 5; en omzendbrief 21 I van 7/07/1994
25 BIJLAGE aan bundel 63 Deze bijlage bevat de minimale voorschriften inzake beveiligingssystemen voor werkzaamheden in - of in de nabijheid van sporen, die worden toegepast aan de NMBS. De aannemer moet dezelfde voorschriften toepassen voor de beveiliging van zijn personeel als deze werkzaamheden uitvoeren in - of in de nabijheid van sporen. De eisen voor veiligheid die gelden voor het personeel van Infrabel, zijn van toepassing voor de verplaatsingen, het stilstaan of het werken van het personnel van externe aannemingen die op het domein van Infrabel tussenkomen. Nr van het bijvoegsel Nr en jaar van de omzendbrief Nr van de te wijzigen bladzijden Gewijzigde tekst Opmerking
26 Inhoudstafel BIJLAGE aan bundel 63 INHOUDSTAFEL 1 BASISBEGRIPPEN Waarschuwing Alarm Schildwacht Basisopdracht van de schildwachten Keuze van de schildwachten Belangrijkheid van de taak van de schildwachten Kleding en uitrusting van de schildwacht Detectiepunt Aankondigingstijd Definitie Tijden die de berekening van de aankondigingstijd bepalen Aankondigingsafstand Hoor- en zichtbaarheid Zichtbaarheid Hoorbaarheid BEVEILIGING VAN 1 OF 2 TEWERKGESTELDE BEDIENDEN Voorafgaandelijke bepalingen Verantwoordelijke bediende Eén bediende waakt over de veiligheid Uitvoeringsvoorwaarden Toepassingsmodaliteiten Minimum aankondigingstijd Treinaankondiging en vrijmaking Keuze en opleiding van de bedienden Werken op gevaarlijke plaatsen Zichtbaarheidsvoorwaarden Uitzonderlijke luidruchtige werken Werkwijze ter beveiliging van 1 of 2 tewerkgestelde bedienden...8 i/iii
27 Inhoudstafel BIJLAGE aan bundel 63 3 BEVEILIGING VAN DE IN PLOEGVERBAND WERKENDE BEDIENDEN Voorafgaandelijke bepalingen Ploeg in het spoor Bediende verantwoordelijk voor de veiligheid Uitvoeringsvoorwaarden Toepassingsmodaliteiten Minimale aankondigingstijd Aankondigingsafstand Verplichtingen van de bedienden in de ploeg Waakzaamheid van de schildwachten Zichtbaarheidsvoorwaarden Uitzonderlijk luidruchtige werken Afstand van goede onderlinge zichtbaarheid Beveiliging inrichting Bijkomende schikkingen en maatregelen te nemen door de verantwoordelijke voor de veiligheid Werken in bijspoor Werkwijze ter beveiliging van de in ploegverband werkende bedienden Zonder radio s en zonder afdekking in het spoor Met radio s en met afdekking in het spoor Bijzondere gevallen NA TE LEVEN VOORSCHRIFTEN OP BUITEN DIENST GESTELDE SPOREN BEVEILIGING BIJ ALLERLEI WERKEN DIE UITGEVOERD WORDEN MET BIJZONDERE WERKTUIGEN OF MACHINES DIE NIET IN DE GEVARENZONE DRINGEN VAN EEN NEVENLIGGEND SPOOR Basisregels Te treffen veiligheidsmaatregelen Eerste geval: de machine bevindt zich buiten de werkzone van een ploeg Tweede geval: de machine bevindt zich in de nabijheid van een ploeg BEVEILIGING VAN EEN WERF MET MOGELIJKE INDRINGING TYPE II IN DE GEVARENZONE VAN EEN IN DIENST GEBLEVEN SPOOR Algemene inrichting van het systeem Overzicht van de gebruikte afkortingen en symbolen bij de beschrijving van dit aankondigingssysteem...26 ii/iii
28 Inhoudstafel BIJLAGE aan bundel Schildwachten Plaats Aankondigingstijd en aankondigingsafstand Ploeg die in de gevarenzone van de werf werken uitvoert, die niet rechtstreeks in verband staan met de werf Verdubbeling van de schildwachten op afstand Uitrusting Opdracht Toepassing van het aankondigingssysteem tijdens het werk Normale werking van het aankondigingssysteem Schematische voorstelling van de normale werking van het aankondigingssysteem Maatregelen bij onvoorziene gebeurtenissen Bericht A1 niet ontvangen Bericht ANTWO niet ontvangen VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR HET PERSONEEL TEWERKGESTELD IN BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN Werken op evenwijdige sporen of lijnen Vier sporen: Zes sporen: In elkaars nabijheid werkende ploegen Nachtwerk op spoor in dienst Verplaatsbare keten en caravans Bijzondere gevallen...36 iii/iii
29 Basisbegrippen BIJLAGE aan bundel 63 1 Basisbegrippen 1.1 WAARSCHUWING De waarschuwing is de informatie dat een spoorvoertuig in aantocht is en die van de ene schildwacht aan een andere wordt doorgegeven. 1.2 ALARM Het alarm is het bevel om de gevarenzone onmiddellijk te verlaten. Het wordt door de schildwacht(en) ter plaatse door middel van een akoestisch signaal aan de bedienden gegeven. 1.3 SCHILDWACHT BASISOPDRACHT VAN DE SCHILDWACHTEN De schildwachten geven het alarm of sturen de waarschuwing door. Schildwachten hebben als opdracht alles in het werk te stellen om spoorvoertuigen te laten stoppen wanneer zich een incident voordoet bij het doorsturen van de waarschuwing of bij het vrijmaken van de gevarenzone. Ze mogen in geen geval aan het werk deelnemen. Ze moeten over hun eigen veiligheid waken KEUZE VAN DE SCHILDWACHTEN De ploegbaas kiest de schildwachten onder de ervaren, schrandere en oplettende bedienden die een goed gehoor- en gezichtsvermogen hebben en over de goede reflexen beschikken. Hij mag hen aan hun functies van schildwacht niet onttrekken zonder hen vooraf te hebben vervangen. Hiertoe is hij alleen gemachtigd. In geen geval mag hij de functie van schildwacht zelf waarnemen BELANGRIJKHEID VAN DE TAAK VAN DE SCHILDWACHTEN De schildwachten moeten doordrongen zijn van de gedachte dat zij het leven in handen hebben van de bedienden van de ploeg waarvan de bewaking hun is opgedragen en dat elke onoplettendheid of elke verstrooiing van hunnentwege oorzaak kan zijn van uiterst ernstige ongevallen. Zij moeten derhalve hun aandacht bestendig gespannen houden en zich onder geen enkel voorwendsel laten verstrooien. In geval van twijfel moeten ze de gevarenzone doen ontruimen. 1/36
30 Basisbegrippen BIJLAGE aan bundel KLEDING EN UITRUSTING VAN DE SCHILDWACHT KLEDING De schildwachten moeten een oranje jekker van hoge zichtbaarheid dragen. Bij regenweder dient de jekker boven de regenkleding gedragen SEINEN EN VERWITTIGINGUITRUSTING. Elke schildwacht moet: 1 voorzien zijn van twee hoorns. Vóór het werk moet hij nagaan of het geluid van beide hoorns bevredigend is. Die hoorns moeten door middel van gummibanden om de hals gedragen worden: de ene op de borst en de andere achter de rug derwijze dat de ene of de andere onmiddellijk kan gebruikt worden. Wanneer er evenwel mechanische toestellen of ontploffingsmotoren gebruikt worden die veel lawaai veroorzaken (b.v. individuele onderstopmachines, slijpmachines, las- en braseergroepen, kraagschroef- en lasboutmachines enz.), geven (geeft) de bij die toestellen opgestelde schildwacht(ten) het alarm door middel van een sterk akoestisch alarmsein. Dit is eveneens het geval bij werken in een tunnel of wanneer een ploeg werkt in uitzonderlijk lawaaierige zones (nabijheid van tractievoertuigen, triëring, vliegveld, steenbreking enz.) waarvan het geluid onverwacht dat van de hoorn kan overstemmen. In dit geval beschikken de schildwachten eveneens over een hoorn; 2 in de hand houden: overdag, een opgerolde rode vlag die onmiddellijk kan ontrold worden; s nachts de brandende vierkleurige lantaarn. Een klapper dient bevestigd aan de gummiband van de hoorn; 3 in zijn bereik hebben, overdag: de gele en groene vlag; overdag en s nachts: tenminste 2 klappers. Deze voorraad moet ten minste uit tien klappers bestaan. 1.4 DETECTIEPUNT Het detectiepunt is de plaats die voor de (1ste) schilwacht, die de (1ste) waarschuwing geeft, zichtbaar moet zijn. Het is tevens de plaats waar het spoorvoertuig, die de werkzone nadert, niet mag voorbijgereden zijn voordat de betrokken schildwacht heeft gewaarschuwd. Geen enkele schildwacht wordt aan het detectiepunt opgesteld. 2/36
31 Basisbegrippen BIJLAGE aan bundel AANKONDIGINGSTIJD DEFINITIE De aankondigingstijd is de tijd waarover men beschikt om de gevarenzone te laten ontruimen vanaf het ogenblik waarop een spoorvoertuig het detectiepunt heeft bereikt. De aankondigingstijd wordt geverifieerd door een voorafgaandelijke proef. De aankondigingstijd is afhankelijk van de aard en de omstandigheden van het werk, alsmede van de staat van het werkterrein en van zijn onmiddellijke omgeving. Hij moet ten minste gelijk zijn aan het totaal der hieronder bepaalde deeltijden TIJDEN DIE DE BEREKENING VAN DE AANKONDIGINGSTIJD BEPALEN DE WAARNEMINGSTIJD Het is de tijd die de enige schildwacht, die ter hoogte van de te beschermen bedienden is opgesteld, nodig heeft om beurtelings te kijken in elke richting vanwaar de spoorvoertuigen kunnen komen DE TRANSMISSIETIJD Waneer er voor één bepaalde rijrichting meerdere schildwachten opgesteld staan, is het de tijd die verloopt tussen het ogenblik waarbij de schildwacht op afstand waarschuwt en het ogenblik waarop de schildwacht ter plaatse het alarm geeft DE UITWIJKTIJD Het is de tijd die nodig is om: het spoor waarop het naderend spoorvoertuig zich bevindt, in behoorlijke staat te brengen; alle voorwerpen die het naderend spoorvoertuig zouden kunnen hinderen, zoals materieel, gereedschap, materialen enz. van de sporen in dienst te verwijderen; zich vervolgens uit de gevarenzone terug te trekken naar de aangewezen uitwijkplaats; over een veiligheidsmarge te beschikken; deze wordt uitgedrukt in seconden en hangt af van de aard van het werk, het gebruikte gereedschap, de plaats in het spoor waar de bedienden werken en het gemak waarmee de uitwijkplaats kan worden bereikt. Deze veiligheidsmarge houdt rekening met eventuele incidenten die zich kunnen voordoen bij het vrijmaken van de sporen DE VEILIGHEIDSTIJD Hij dient om een voldoende afstand te bewaren tussen het naderend spoorvoertuig en het uitgeweken personeel. 3/36
32 Basisbegrippen BIJLAGE aan bundel 63 De waarde ervan wordt bepaald aan de hand van omstandigheden die typisch zijn voor elk systeem AANKONDIGINGSAFSTAND De aankondigingsafstand is die afstand die de naderende spoorvoertuigen maximaal kunnen afleggen gedurende de aankondigingstijd of, met andere woorden: de minimumafstand waarop de spoorvoertuigen zich mogen bevinden ten opzichte van het begin van het werkterrein op het ogenblik waarop de verst van de ploeg verwijderde schildwacht het alarmsein geeft, of dat de schildwacht nabij de ploeg, het naderende spoorvoertuig moet kunnen opmerken om de ploeg te verwittigen. De verwittingsafstand is gelijk aan het produkt van de aankondigingstijd (in seconden) en de maximum toegelaten snelheid (in meter per seconde) op de werken aankondigingszones (tijdelijke snelheidsbeperkingen uitgesloten). Wanneer een nevenliggend spoor met een hogere snelheid wordt bereden, dan wordt met de toegelaten snelheid op dat nevenliggend spoor rekening gehouden wanneer: dit nevenliggend spoor op minder dan 4,50 m ligt (tussenspoor, gemeten tussen de dichtstbijgelegen spoorstaven) of er indringing of gevaar voor indringing in de gevarenzone van dat nevenliggend spoor is. Eens de aankondigingsafstand gekend is, kan het detectiepunt bepaald worden. 1.6 HOOR- EN ZICHTBAARHEID ZICHTBAARHEID Elk werk in in dienst zijnde sporen vergt een voldoende zichtbaarheid in de richtingen vanwaar de spoorvoertuigen kunnen aankomen. De zichtbaarheid wordt als onvoldoende beschouwd indien regen, sneeuw, mist, rook, stoom, stof of andere omstandigheden beletten duidelijk waar te nemen: bij dag: een bediende; bij nacht: hetzij het rood licht van een vast sein; HOORBAARHEID hetzij het wit licht van een tractievoertuig; hetzij een elektrische verlichtingslamp. Indien de spoorvoertuigen worden aangekondigd door middel van geluidsseinen, is een voldoende hoorbaarheid vereist, rekening houdend met de afstand vanwaar het sein wordt gegeven en met het lawaai van de omgeving. De afstand van voldoende hoorbaarheid is de grootste afstand waarop het geluidssein, gegeven door de schildwacht, duidelijk gehoord wordt door al de 4/36
INFRABEL NV van publiek recht Directie Infrastructuur en Aankopen
INFRABEL NV van publiek recht Directie Infrastructuur en Aankopen Veiligheids- en gezondheidsmaatregelen bij het uitvoeren van opdrachten beheerd door Infrabel. Deze bundel is de verzameling van de gebruikelijke
Nadere informatieVeiligheidsvoorschriften bij de uitvoering van werken door privé-aannemers in de nabijheid van een spoor in dienst
Veiligheidsvoorschriften bij de uitvoering van werken door privé-aannemers in de nabijheid van een spoor in dienst 1. Begrippen 1.1 BIJZONDER RISICO S VAN BEWEGENDE SPOORVOERTUIGEN 1.1.1 HET BEGRIP RISICO
Nadere informatieINFRABEL NV van publiek recht Directie Infrastructuur en Aankopen
INFRABEL NV van publiek recht Directie Infrastructuur en Aankopen Minimale beveiligingsvoorschriften van Infrabel voor werken in - of in de nabijheid van sporen (V
Nadere informatieDeel IV Bepalingen met betrekking tot risico's teweeggebracht door rijdende spoorvoertuigen
ARAD 06 Deel IV Bepalingen met betrekking tot risico's teweeggebracht door rijdende spoorvoertuigen Titel I Algemene bepalingen die gemeenschappelijk zijn voor alle diensten Hoofdstuk II Voorkoming van
Nadere informatieVoor noodgevallen contacteer Traffic Control: 02/
BASISREGELS SPOORWEGRISICO S BIJLAGE 3 PBW-9206.01 Versie 05.07.2013 Een spoorwegomgeving is niet zonder gevaren. Om de risico s op aanrijding door een trein of elektrocutie te voorkomen moet iedereen
Nadere informatieHoofdstuk I Basisbegrippen
ARAD 06 Deel IV Titel I Bepalingen met betrekking tot risico's teweeggebracht door rijdende spoorvoertuigen Algemene bepalingen gemeenschappelijk voor alle diensten Hoofdstuk I Basisbegrippen 1. WETTELIJKE
Nadere informatieNATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN. BERICHT Nr. 14 HR. Uitreiking : T.25/002 (reserve : 40 ex.)
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN HUMAN RESOURCES CENTRALE EXAMENCOMMISSIE BUREAU 311 (SECTIE 61) TEL. 911/53612 Brussel, 18 februari 2004. BERICHT Nr. 14 HR Uitreiking : T.25/002 (reserve
Nadere informatieVoor noodgevallen contacteer Traffic Control: 02/
BIJLAGE 1: RICHTLIJNEN INFRABEL/NMBS BASISREGELS SPOORWEGRISICO S Een spoorwegomgeving is niet zonder gevaren. PBW-9206.01 Versie 05.07.2013 Om de risico s op aanrijding door een trein of elektrocutie
Nadere informatieVeilig werken en zich verplaatsen bij de
Veilig werken en zich verplaatsen bij de WOORD VOORAF Dit boekje is geen reglement. Het is een instrument om praktische informatie inzake veiligheid en gezondheid te verstrekken aan de werknemers van
Nadere informatieVEILIG WERKEN BIJ INFRABEL
VEILIG WERKEN BIJ INFRABEL Aannemers Versie VOORWOORD Deze slideshow wordt ter beschikking gesteld aan de aannemers die werken uitvoeren op het spoorwegdomein van Infrabel. Met behulp van deze presentatie
Nadere informatieDirectie Asset Management
Directie Asset Management Leider van het werk - Verantwoordelijke voor de Veiligheid Eenheid 19 VA Versie Aannemer Beveiligingssystemen met kijkuit Indringing type I Dit document vervangt de van kracht
Nadere informatieDirectie Infrastructuur VEILIGHEIDSFUNCTIE. Formulier I_427 / Eenheid 7 VA. Versie aannemer
Directie Infrastructuur VEILIGHEIDSFUNCTIE Verantwoordelijke bediende voor de uitvoering van de werken Formulier I_427 / Eenheid 7 VA Versie aannemer Dit document vervangt de van kracht zijnde reglementering
Nadere informatieDirectie Asset Management
Directie Asset Management Veiligheid van het personeel VP_Eenheid nr. 2_VA Versie Aannemer Bediende aan het werk / lid van de ploeg aan het werk in de verschillende beveiligingssystemen (V1.01) Dit document
Nadere informatieNATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN. BERICHT Nr. 7 HR. Uitreiking : T.25/002 (reserve : 40 ex.) GESLOTEN PROEVEN BINNENKORT TE ORGANISEREN
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN HUMAN RESOURCES CENTRALE EXAMENCOMMISSIE BUREAU 311 (SECTIE 61) TEL. 911/53612 Brussel, 28 januari 2004 BERICHT Nr. 7 HR Uitreiking : T.25/002 (reserve :
Nadere informatieHOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig.
22 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. Toepassingsvoorschriften. 23 HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. De beambte toont
Nadere informatieDirectie Asset Management
Directie Asset Management Veiligheid van het personeel VP_Eenheid nr. 1_VA Versie Aannemer Risico s teweeggebracht door spoorvoertuigen in beweging (V1.02) Dit document vervangt de van kracht zijnde reglementering
Nadere informatieDirectie Infrastructuur VEILIGHEIDSFUNCTIE. Formulier I_504 / Eenheid 9 VA. Versie aannemer
Directie Infrastructuur VEILIGHEIDSFUNCTIE Verantwoordelijke bediende voor de uitvoering i van de werken Formulier I_504 / Eenheid 9 VA Versie aannemer Dit document vervangt de van kracht zijnde reglementering
Nadere informatieVerkeer op spoorwegterreinen en het oversteken van sporen. Verkeersregels voor voetgangers, fietsers en motorvoertuigen
ARAD 06 Deel IV Titel II Hoofdstuk II Bepalingen met betrekking tot risico's teweeggebracht door rijdende spoorvoertuigen Verkeer op spoorwegterreinen en het oversteken van sporen Verkeersregels voor voetgangers,
Nadere informatieCodex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen
Codex over het welzijn op het werk Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Hoofdstuk I.- Algemene bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen
Nadere informatieBEPERKT VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN
BIJLAGE 1 BEPERKT VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Afsluiting plaatsen op diverse locaties rondom technische gebouwen elektriciteit area Nort West (Burst, Opwijk, Tielt, ) BESTEK NR. 57/54/3/16/042 Open
Nadere informatieBeveiliging van één of twee tewerkgestelde bedienden. A.R.A.B., art. 54ter; Wet van , art. 5. A. Beveiligingssystemen.
DEEL III. TITEL IV. HOOFDSTUK I. Rubriek 1. WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN. REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN. BASISREGEL. AANVULLENDE BEPALINGEN DIE EIGEN ZIJN AAN DE NMBS-GROEP. WERKEN IN DE SPOREN EN IN HUN NABIJHEID.
Nadere informatieDe definities die hier gegeven zijn slaan enkel op deze projecten voor niet particuliere doelen
1.1. de partijen 1.1.1.overzicht In het KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE TIJDELIJKE OF MOBIELE BOUWPLAATSEN worden verschillende tussenkomende partijen vernoemd. Aan elk van deze partijen worden taken en
Nadere informatieDeel IV Bepalingen in verband met risico s van rijdende spoorvoertuigen. Titel IV Voorschriften toepasselijk tijdens rangeringen. Hoofdstuk I Algemeen
ARAD 06 Deel IV Bepalingen in verband met risico s van rijdende spoorvoertuigen Titel IV Voorschriften toepasselijk tijdens rangeringen Hoofdstuk I Algemeen 1. WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
Nadere informatieARAD 06. Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's. Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen 1. ALGEMEEN
ARAD 06 Deel V Titel II Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen Hoofdstuk II Wegvoertuigen in beweging 1. ALGEMEEN 935 1) De bestuurders moeten
Nadere informatieINFONAMIDDAG SPOORWEGEN ELEKTRISCHE ASPECTEN 16 / 12 / 2005 INFRABEL ANTWERPEN
INFONAMIDDAG SPOORWEGEN ELEKTRISCHE ASPECTEN 16 / 12 / 2005 INFRABEL ANTWERPEN BOVENLEIDINGEN Bovenleidingen Wat? Elektrische spanning Afstanden Blussen onder spanning Aarding Verdeler ES Info Spoorwegen
Nadere informatieBIJZONDER BESTEK NR. 351
OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN SINT-GILLIS BIJZONDER BESTEK NR. 351 AFWIJKINGEN Zie A, I, 5. VOORWERP VAN DE OPDRACHT. De opdracht betreft de aanpassing van de elektrische installaties
Nadere informatie27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende <praalwagens>
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER 27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit
Nadere informatieTECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT RUIMTEN VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES Artikel A.R.E.I
47.01 Codificatie 47.01.a Bekwaamheid van personen: Om de bekwaamheid van personen te bepalen wordt een code gebruikt die samengesteld is uit de letters BA gevolgd door een cijfer van 1 tot 5, zoals in
Nadere informatieBASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING
TREINBESTUURDER BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING Publicatiedatum: 04/02/2015 NMBS B-TR.2 Inhoud Blz. 1. Spoorwegen 3 2. Sporen 6 3. Lichtseinen 8 4. Snelheidssignalisatie 14 5. Allerhande seinen 16-2
Nadere informatie1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN
1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1.1 Algemeen veiligheids- en gezondheidsplan Het algemeen veiligheids- en gezondheidsplan wordt opgesteld door de veiligheidscoördinator ontwerp en wordt, voor de aanvang van
Nadere informatieKoninklijk Besluit van 2 augustus 1977 betreffende de veiligheidsinrichtingen en de signalisatie van overwegen.
Koninklijk Besluit van 2 augustus 1977 betreffende de veiligheidsinrichtingen en de signalisatie van overwegen. Van commentaar voorzien door Caelen Erik Laatste wijziging: KB 20 december 2007, BS 15 juli
Nadere informatieVEILIGHEIDS - EN GEZONDHEIDSPLAN
( Infrabel Maintenance Brugge Onderhoudswerken in de sporen op het arrondissement Onderhoudswerken in de sporen bestek 57/52/3/15/003 2 BIJWERKINGSTABEL Datum 1ste uitgave Betreft / pagina nr. 3 Inhoudstafel:
Nadere informatieDe artikels 29 en 30 van het KB Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen zijn gewijzigd
De artikels 29 en 30 van het KB Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen zijn gewijzigd Wijziging van het koninklijk besluit Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen In dit koninklijk besluit (25.01.2001) zijn twee
Nadere informatie*703974* aangetekend ARCADIS Belgium nv Vermeiren Barbara Posthofbrug ANTWERPEN
Vaartkaai 2 2170 Merksem - België aangetekend ARCADIS Belgium nv Vermeiren Barbara Posthofbrug 12 2600 ANTWERPEN T +32 3 640 08 08 F +32 640 07 59 www.elia.be Behandeld door: Charis Verlinden mailbox:
Nadere informatieKoninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (B.S ; erratum: B.S )
Koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (B.S. 4.10.2004; erratum: B.S. 3.1.2005) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 30 september 2005 (B.S. 13.10.2005,
Nadere informatieSamenvatting Verslag van het Veiligheidsonderzoek Aanrijding van een persoon in de sporen Oostende - 21 september 2017
Onderzoeksorgaan voor Ongevallen en Incidenten op het Spoor Samenvatting Verslag van het Veiligheidsonderzoek Aanrijding van een persoon in de sporen Oostende - 21 september 2017 1 December 2018 TABEL
Nadere informatieBescherming van stagiairs
21 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit betreffende de bescherming van stagiairs (1) Belgisch Staatsblad 4 oktober 2004 Gewijzigd door : KB van 30/09/05 BS van 13/10/05 KB van 02/06/06 BS van 17/07/06
Nadere informatieMINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID 3 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Bijlage IV Minimumvoorschriften bedoeld in artikel 53, 4, tweede lid 1. Voorafgaande
Nadere informatieWIJZIGINGEN AAN TE BRENGEN AAN ARAD 06 DEEL I EN II
NMBS-Holding Brussel, 16. Directie Strategie & Coördination VEILIGHEID EN MILIEU Bureau: H-VM.02 Sectie: 26/2 Tel.: 911/52062 Distributie: Typelijst: T17.010 Reserve: 20 Bericht 4 H-VM 2012 WIJZIGINGEN
Nadere informatieAlgemene voorwaarden m.b.t. veiligheidscoördinatie
1/11 Algemene voorwaarden m.b.t. veiligheidscoördinatie Artikel 1. Aard en voorwerp van de opdracht. De opdrachtgever belast de coördinator-ontwerp, die aanvaardt, de coördinatietaak inzake veiligheid
Nadere informatieDEEL VIER VAN DE BGHM C97/T :
DEEL VIER VAN DE BGHM C97/T : WELZIJN EN VEILIGHEID VAN DE WERKNEMERS WET VAN 04.08.1996 EN KONINKLIJK BESLUIT VAN 25.01.2001 De aannemer schikt zich naar de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende
Nadere informatieWERKEN IN DE NABIJHEID VAN HOOGSPANNINGSMASTEN EN HOOGSPANNINGSKABELS
WERKEN IN DE NABIJHEID VAN HOOGSPANNINGSMASTEN EN HOOGSPANNINGSKABELS Het werken in de buurt van hoogspanningsmasten of kabels is veilig maar kan levensgevaarlijk zijn. Elektrocutiegevaar ontstaat door
Nadere informatieHoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities
Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene bepalingen betreffende de keuze, de aankoop en het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen (B.S. 7.10.2013) Hoofdstuk I. - Bepalingen
Nadere informatieBUNDEL voor evenementen
BUNDEL voor evenementen Veiligheids- en gezondheidsmaatregelen bij het uitvoeren van opdrachten voor werken, leveringen en diensten in het kader van evenementen. Versie 1.0 2019 In deze bundel wordt regelmatig
Nadere informatieVooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB
Vooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB 1. Wat zijn de algemene preventiebeginselen en geef toelichting? Wat bepaalt de werkgever daarbij? R A en B 2. Hoe kan je als coördinator veiligheid
Nadere informatieBUNDEL 63. Veiligheids- en gezondheidsmaatregelen bij het uitvoeren van opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Versie 2.0
BUNDEL 63 Veiligheids- en gezondheidsmaatregelen bij het uitvoeren van opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Versie 2.0 2017 In deze bundel wordt regelmatig verwezen naar documenten die Infrabel
Nadere informatieWerken in de nabijheid van Fluxysleidingen RICHTLIJNEN VOOR GRAAFMACHINISTEN EN GRONDWERKERS
Werken in de nabijheid van Fluxysleidingen RICHTLIJNEN VOOR GRAAFMACHINISTEN EN GRONDWERKERS Voordat u begint Voordat u met grondwerken begint, moet u zeker weten of er Fluxys-leidingen in de buurt liggen.
Nadere informatieCodex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 2. Elektrische installaties
Codex over het welzijn op het werk Boek III.- Arbeidsplaatsen Titel 2. Elektrische installaties Hoofdstuk I.- Toepassingsgebied en definities Art. III.2-1.- Deze titel is van toepassing op de elektrische
Nadere informatieKONINKRIJK BELGIE. Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 242 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties
KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 242
Nadere informatieVEILIGHEIDSPLAN. NV BOUWBEDRIJF VMG-DE COCK Industriepark-West 55 9100 SINT-NIKLAAS Tel. : 03/766.02.34 Fax. : 03/777.26.77
VEILIGHEIDSPLAN NV BOUWBEDRIJF VMG-DE COCK Industriepark-West 55 9100 SINT-NIKLAAS Tel. : 03/766.02.34 Fax. : 03/777.26.77 1. Inhoudstafel A. Inleiding 1. Inhoudstafel 2. Beleidsverklaring 3. Toelichting
Nadere informatieCirculaire BRANDPREVENTIE
OP DE ARBEIDSPLAATSEN PRINCIPE De wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen ( Codex Boek III, Titel 3) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen inzake brandpreventie.
Nadere informatieGebruiksreglement polyvalente zaal Serviceflatcomplex Duinenzichterf
Gebruiksreglement polyvalente zaal Serviceflatcomplex Duinenzichterf Goedgekeurd op 27 juni 2012 door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn Hervastgesteld op 26 februari 2013 door de Raad voor Maatschappelijk
Nadere informatieHOOFDSTUK 09 CATEGORIE G: TREKKERS
HOOFDSTUK 09 CATEGORIE G: TREKKERS DE CATEGORIE G EN ALLE REGELS DIE VOLGEN ZIJN ENKEL OP HET BELGISCH GRONDGEBIED VAN TOEPASSING INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. DEFINITIES...3 1. Categorie G... 3 2. Opmerkingen...
Nadere informatieVeiligheidscoördinatoren Coordinateurs de Sécurité. Gewijzigd door : KB van 18 januari 2006 BS van 31 januari 2006
21 SEPTEMBER 1988. - Koninklijk besluit betreffende de voorschriften en de verplichtingen van raadpleging en informatie bij het uitvoeren van werken in de nabijheid van installaties van vervoer van gasachtige
Nadere informatieD. Thys ing. preventieadviseur, I-AM NE 03/ / G. Driesen ing. coördinator ontwerp, I- 03/ / /
Veiligheids- en gezondheidsplan 5/52/2/12/042 BIJLAGE 1 NAMEN EN ADRESSEN De hierna volgende lijsten worden tijdens de uitvoering waar nodig geactualiseerd en vervolledigd. 1. Bestuur Naam Functie Telefoon
Nadere informatieFVV 4.9.: Datum : 25.11.11 VOORZORGEN TEGEN ELEKTROKUTIE- EN Revisie : 4 VERBRANDINGSGEVAAR DOOR ELEKTRICITEIT. Blz. : 1 van 7
VERBRANDINGSGEVAAR DOOR ELEKTRICITEIT. Blz. : 1 van 7 1 ONDERWERP Voorzorgen tegen elektrocutiegevaar en tegen verbrandingsgevaar door elektriciteit. Voorzorgen te nemen bij het betreden van besloten ruimten.
Nadere informatielaatste wijziging: Rims melding RIMS-366192 Zie 4.5 Datum laatste uitgave 29 oktober 13
laatste wijziging: Rims melding RIMS-366192 Zie 4.5 Datum laatste uitgave 29 oktober 13 1 DOEL... 2 2 TOEPASSINGSGEBIED... 2 3 DEFINITIES... 2 4 VOORSCHRIFT... 2 4.1 Eisen bij de inkoop/aanschaf... 2 4.2
Nadere informatieDirectie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1. Bijzonder Bestek nr. 1438
Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 Bijzonder Bestek nr. 1438 Net RAAMOVEREENKOMST VOOR ONDERHOUDSWERKEN VAN SIGNALISATIE VOOR BLINDEN EN
Nadere informatieVertegenwoordigd door: Dhr. Kris Eggermont, technisch directeur Hierna de opdrachtgever genoemd,
Tussen: Identificatie opdrachtgever: BOFAS vzw Straat + nummer: Jules Bordetlaan 166 b1 Gemeente: 1140 Brussel Vertegenwoordigd : Dhr. Kris Eggermont, technisch directeur Hierna de opdrachtgever genoemd,
Nadere informatieCirculaire 2015 02 BRANDPREVENTIE
Brandpreventie op de arbeidsplaatsen PRINCIPE De nieuwe wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (KB van 28 maart 2014) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen
Nadere informatieDeel II Organisatie PBW. Het betreft de documenten bepaald in : - titel I hoofdstuk III van de CODEX; - titel II hoofdstuk I van de CODEX.
ARAD 06 Deel II Organisatie PBW Titel III Opstellen en bijhouden van documenten Hoofdstuk I Op het niveau van het hoofd van dienst PBW 151 1. WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN Onder de documentatie PBW vermeld
Nadere informatieALGEMEEN REGLEMENT VAN HET PERSONEEL EN DE SOCIALE DIENSTEN BUNDEL TUCHTREGLEMENT
ALGEMEEN REGLEMENT VAN HET PERSONEEL EN DE SOCIALE DIENSTEN BUNDEL 550 - TUCHTREGLEMENT BIJLAGE III BESTRAFFING VAN DE FOUTEN TEGEN DE VEILIGHEID VAN HET VERKEER. A. INBREUKEN OP DE REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
Nadere informatieVEILIG WERKEN LANGS WEGEN
VEILIG WERKEN LANGS WEGEN 1. Waarschuwing en algemene richtlijnen Bij nood Ga uit de gevarenzone. 112 en leidinggevende verwittigen. OPGEPAST Werken langs en op wegen is zeer gevaarlijk. Je volgt best
Nadere informatieDeel F: Indeling offertedossier
Deel F: Indeling offertedossier Inhoudsopgave U1: Een volledig ingevuld en ondertekend offerteformulier - ingeval van tijdelijke handelsvennootschap: ondertekening door alle leden deel uitmakende van de
Nadere informatieKB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen
KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Situering Het koninklijk besluit (KB) van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen vervangt en verruimt artikel 52 van
Nadere informatieWerken in de nabijheid van Fluxysleidingen RICHTLIJNEN VOOR GRAAFMACHINISTEN EN GRONDWERKERS
Werken in de nabijheid van Fluxysleidingen RICHTLIJNEN VOOR GRAAFMACHINISTEN EN GRONDWERKERS voordat u begint Voordat u met grondwerken begint, moet u zeker weten of er Fluxys-leidingen in de buurt liggen.
Nadere informatie2. Art. 2, 3 en 6 van de wet van , gewijzigd door de wet van
Directie Asset Management 20-01 I-AM.A2, Koningin Astridplein 27, 2018 Antwerpen ALGEMENE VOORWAARDEN i.v.m. BOUWAANVRAAG. 1. Belangrijke voorafgaande opmerking. Ingeval u binnen de wettelijk voorziene
Nadere informatieWERKEN IN DE NABIJHEID VAN FLUXYS- LEIDINGEN RICHTLIJNEN VOOR GRAAFMACHINISTEN EN GRONDWERKERS
WERKEN IN DE NABIJHEID VAN FLUXYS- LEIDINGEN RICHTLIJNEN VOOR GRAAFMACHINISTEN EN GRONDWERKERS VOORDAT U BEGINT VOORDAT U MET GRONDWERKEN BEGINT, MOET U ZEKER WETEN OF ER FLUXYS-LEIDINGEN IN DE BUURT LIGGEN.
Nadere informatieSamenwerken met onderaannemers. ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen
Samenwerken met onderaannemers ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen Hoofdstuk IV, Afdeling 1: werken met derden Hoofdstuk V: tijdelijke of mobiele bouwplaatsen KB tijdelijke of
Nadere informatie1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven
ADVIESVERSLAG BRANDWEER BIJ VOORONDERZOEK/BOUWAANVRAAG VOOR AARDGASVERVOERLEIDING uw kenmerk ons kenmerk datum dienst ambtenaar telefoon I. Inleiding: 1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2.
Nadere informatieCodex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg. Titel 6. Laboratoria
Codex over het welzijn op het werk Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Titel 6. Laboratoria Art. II.6-1.- Voor de toepassing van deze titel, wordt verstaan onder: 1 laboratorium: laboratorium
Nadere informatieAfdeling I. - Toepassingsgebied en definities
Koninklijk besluit van 4 december 2012 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen (B.S. 21.12.2012) Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities
Nadere informatieTITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III DEPANNEERDER ROLLEND MATERIEEL
501 TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III DEPANNEERDER ROLLEND MATERIEEL A. WERKZAAMHEDEN De depanneerder rollend materieel wordt, binnen de actiezone van zijn werkzetel,
Nadere informatie7 MEI Ministerieel besluit betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg. Belgisch Staatsblad 21 mei 1999
7 MEI 1999. - Ministerieel besluit betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg. Belgisch Staatsblad 21 mei 1999 HOOFDSTUK I. - Signaleren van werken. Artikel 1. Algemene
Nadere informatieOmzendbrief Overheidsopdrachten Art. 30 TMB
Omzendbrief. - Overheidsopdrachten. - Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. - Veiligheids- en gezondheidsplan - Praktische richtlijnen met betrekking tot de documenten die in toepassing van artikel 30, tweede
Nadere informatieVEILIGHEIDSINSTRUCTIEKAART Versie 1 dd VIK-040 Laagwerker
Pagina 1 van 6 Onderwerp Machinenummer Type Serienummer Fabrikant/leverancier Datum fabricatie Datum indienststelling Zie navision Gebruik van de laagwerker De machine wordt gebruikt voor controle en inspectie
Nadere informatieAANVRAAGFORMULIER VOOR HET BEKOMEN VAN EEN MACHTIGING VOOR HET GEBRUIK VAN PRIVATE RADIO- ELEKTRISCHE STATIONS
AANVRAAGFORMULIER VOOR HET BEKOMEN VAN EEN MACHTIGING VOOR HET GEBRUIK VAN PRIVATE RADIO- ELEKTRISCHE STATIONS Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie Sterrenkundelaan 14 Bus 21 1210 Brussel
Nadere informatieGebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL
Elektrische Infrarood Verwarming Model 93485 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL 1 Algemene veiligheidsinstructies LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING Alvorens de radiateur in bedrijf te nemen, moet u deze gebruiks
Nadere informatieMILITAIRE VEILIGHEID
Pagina 1 MILITAIRE VEILIGHEID 1. Referenties a. Wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen. b. Wet van 3 mei 2005 houdende
Nadere informatieWerken in de nabijheid van Fluxysleidingen RICHTLIJNEN VOOR GRAAFMACHINISTEN EN GRONDWERKERS
Werken in de nabijheid van Fluxysleidingen RICHTLIJNEN VOOR GRAAFMACHINISTEN EN GRONDWERKERS voordat u begint Voordat u met grondwerken begint, moet u zeker weten of er Fluxys-leidingen in de buurt liggen.
Nadere informatie1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN
1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN 1.1 Algemeen veiligheids- en gezondheidsplan Het algemeen veiligheids- en gezondheidsplan wordt opgesteld door de veiligheidscoördinator ontwerp en wordt, voor de aanvang van
Nadere informatieDEEL F: Indeling offertedossier
DEEL F: Indeling offertedossier Inhoudsopgave U1: Een volledig ingevuld en ondertekend offerteformulier ingeval van tijdelijke vereniging: ondertekening door alle leden deel uitmakende van de tijdelijke
Nadere informatieBericht 5 H-VM 2011 ARAD 06 WELZIJN OP HET WERK. Naamswijziging nieuwe structuur geactualiseerde teksten
NMBS-Holding Brussel, 30. Directie Strategie & Coördination VEILIGHEID EN MILIEU Bureau: H-VM.02 Sectie: 26/2 Tel.: 911/52062 Distributie: Typelijst: T17.010 Reserve: 20 Bericht 5 H-VM 2011 ARAD 06 WELZIJN
Nadere informatieREGLEMENT HERSTELLING OPENBARE RUIMTE NA INNAME OF WERKZAAMHEDEN
REGLEMENT HERSTELLING OPENBARE RUIMTE NA INNAME OF WERKZAAMHEDEN Hoofdstuk I ALGEMEEN Artikel 1 Dit reglement stelt regels vast inzake de behandeling van schade aan de openbare ruimte tengevolge van het
Nadere informatieAPPARTEMENTSGEBOUWEN EN WOONCOMPLEXEN ELEKTRICITEIT PRIVE
1 Goedgekeurd door Sectorcomité Noord Sibelgas op 28.02.2012 APPARTEMENTSGEBOUWEN EN WOONCOMPLEXEN ELEKTRICITEIT PRIVE ARTIKEL 1 ALGEMEENHEDEN Onderhavig reglement legt de modaliteiten vast met betrekking
Nadere informatieTITEL II. Deel III. GESPECIALISEERD VAKBEDIENDE (SPOREN)
TITEL II. GRAADBEVORDERING EN VERANDERING VAN GRAAD. Deel III. Toegangsvoorwaarden. GESPECIALISEERD VAKBEDIENDE (SPOREN) A. WERKZAAMHEDEN. 1 Uitvoeren van spoorwerken waarvoor een bijzondere vaardigheid
Nadere informatieBIJZONDER BESTEK NR. 1431
MAATSCHAPPIJ VOOR HET INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL MIVB KONINGSTRAAT 76 1000 BRUSSEL (1) BIJZONDER BESTEK NR. 1431 Aanpassing van het bovengrondse net Kleine reparaties aan de halten en beddingen
Nadere informatieWerken met derden - Wettelijk Kader
Programma Werken met derden - Wettelijk Kader Wet welzijn: hoofdstuk 4 afdeling 1 [HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepalingen betreffende werkzaamheden uitgevoerd door ondernemingen van buitenaf of door uitzendkrachten
Nadere informatieDeze bijlage blijft gelden zolang als de Verwerker de persoonsgegevens verwerkt namens de Verwerkingsverantwoordelijke.
Bijlage: Toepassing van EU verordening 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer
Nadere informatieEen kruispunt. is geen jungle
Een kruispunt is geen jungle Bebouwde kommen bevatten allerhande kruispunten waar verschillende types weggebruikers elkaar ontmoeten. Door de drukte en de verscheidenheid van het verkeer is het gevaar
Nadere informatieALGEMENE LEVERINGSVOORWAARDEN
ALGEMENE LEVERINGSVOORWAARDEN ALGEMENE LEVERINGSVOORWAARDEN De Isolatiespecialist.be Deze Algemene Voorwaarden van De Isolatiespecialist.be en de aan haar gelieerde ondernemingen zijn tot stand gekomen
Nadere informatieToolboxfiche U011 09/2016
Toolboxfiche U011 09/2016 Gebruik van een rolsteiger Onjuist gebruik van rolsteigers ligt aan de basis van ernstige ongevallen! 1 Risico s Om rolsteigers gemakkelijk hanteerbaar te houden, worden deze
Nadere informatieGedragscode voor verkoop buiten de onderneming en verkoop op afstand
Gedragscode voor verkoop buiten de onderneming en verkoop op afstand Deze Gedragscode vormt een aanvulling op de reglementaire bepalingen inzake verkoop op afstand en verkoop buiten de onderneming van
Nadere informatieDeel V Bepalingen met betrekking tot gemeenschappelijke industriële risico's. Titel III Veiligheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen
ARAD 06 Deel V Bepalingen met betrekking tot gemeenschappelijke industriële risico's Titel III Veiligheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Hoofdstuk I Algemeen Instrumenten bij de coördinatie Afdeling
Nadere informatieOVEREENKOMST VOOR DE VEILIGHEIDSCOORDINATIE ONTWERP / VERWEZENLIJING
OVEREENKOMST VOOR DE VEILIGHEIDSCOORDINATIE ONTWERP / VERWEZENLIJING Tussen de ondergetekenden, enerzijds de heer / mevrouw.. wonende te of de maatschappij... met maatschappelijke zetel te hier vertegenwoordigd
Nadere informatieDe doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers
1. Wetgeving 1.1 Arbowet In januari 2007 is de Arbowet 2007 van kracht geworden. Het begrip Arbo staat voor Arbeidsomstandigheden en heeft betrekking op Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW). De Arbowet
Nadere informatieWERKEN IN DE NABIJHEID VAN FLUXYS- LEIDINGEN RICHTLIJNEN VOOR GRAAFMACHINISTEN EN GRONDWERKERS
WERKEN IN DE NABIJHEID VAN FLUXYS- LEIDINGEN RICHTLIJNEN VOOR GRAAFMACHINISTEN EN GRONDWERKERS VOORDAT U BEGINT VOORDAT U MET GRONDWERKEN BEGINT, MOET U ZEKER WETEN OF ER FLUXYS-LEIDINGEN IN DE BUURT LIGGEN.
Nadere informatieALGEMENE LEVERINGSVOORWAARDEN:
ALGEMENE LEVERINGSVOORWAARDEN: Deze Algemene Voorwaarden van De Kruipruimte-Isolatiespecialist.nl en de aan haar gelieerde ondernemingen zijn tot stand gekomen naar aanleiding van het vigerend Nederlandsrecht
Nadere informatieBIJZONDER BESTEK NR. 337
OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN SINT-GILLIS BIJZONDER BESTEK NR. 337 AFWIJKINGEN Zie A, I, 5. VOORWERP VAN DE OPDRACHT. De opdracht heeft betrekking op de levering en indienststelling
Nadere informatieBURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST
BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
Nadere informatie